de bosbode 2024-4

Page 1


DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT BOSGROEP OOST-VLAANDEREN

JAARGANG 20 NR 4 – DECEMBER 2024

AFGIFTEKANTOOR AALST | P509065

de bosbode

De boom in met klimop! Gluren bij de Nederlandse buren Terugblik op Dag van de Boseigenaar

colofon

de bosbode is een tijdschrift van Bosgroep Oost-Vlaanderen

redactie & fotografie

Jurre Baguet, Jonathan Clerckx, Lode Corluy, Bram Coupé, Cédric De Noyette, Margje Derde, Eef Govers, Margot Lenssens, Sylvie Mussche, Hans Scheirlinck, Daan Temmerman, Lene Van Langenhove, Lotte Van Nevel cover: Sofie Van Brussel

lay-out

Koloriet - Leefdaal

druk

Drukkerij Arijs - Kluisbergen gedrukt op houtvrij gestreken FSC-papier op 3300 exemplaren

verantwoordelijke uitgever

Riet Gillis

Bosgroep Oost-Vlaanderen

Ch. de Kerchovelaan 189, 9000 Gent BE0803 977 372 RPR Gent

raad van bestuur

Maurits Adriaenssens, Luc Bekaert, André Bosmans, Jan Coussement, Véronique De Bleeker, Dominiek Declercq, Riet Gillis, Erwin Goethals, Ruut Louwers, Leen Meersschaert, Hans Mestdagh, Steven Roosen, Jan Van Dooren, Yoke Van Riet, Bruno Verstraeten, Theo Vitse, Jef Wittouck

Als je dit nummer ontvangt, betekent dit dat jouw gegevens zijn opgenomen in onze databank. Ze worden enkel gebruikt in het kader van onze werking. Wil je jouw gegevens wijzigen, geef dit dan door via bosgroep@ oost-vlaanderen.be.

Een

voor bos

De Bosgroepen ondersteunen boseigenaars bij alles wat komt kijken bij het hebben of aanleggen van een bos. Samen met onze 15.000 leden beheren we 60.000 ha bos in Vlaanderen. Daarbij bekijken we wat op lange termijn het beste is voor het bos en het ecosysteem. Want bossen zijn onmisbaar voor onze gezondheid, het klimaat en een evenwichtige fauna en flora.

Leden kunnen bij De Bosgroepen terecht voor informatie en hulp bij de bosadministratie. Wij coördineren ook beheerwerken en organiseren activiteiten en cursussen.

- info over technische, wettelijke en financiële aspecten van bosbeheer - advies op maat van jouw bos na terreinbezoek - hulp bij bosadministratie zoals subsidies, kapmachtigingen en beheerplan

- hulp bij bosbeheerwerken zoals exotenbestrijding, vrijstellen, aanleg bosrand… - organisatie van gezamenlijke houtverkoop

Iedereen kan gratis lid worden. Stuur een mailtje naar bosgroep@oost-vlaanderen.be.

Steun onze werking

Heel wat van onze diensten en activiteiten zijn gratis, net als dit tijdschrift. Met jouw steun aan het fonds Vrienden van De Bosgroepen, dat wordt beheerd door de Koning Boudewijnstichting, kunnen we onze werking verder uitbouwen. Wil je dat jouw centen integraal naar bosuitbreiding gaan, doe dan een gift aan BOOST Giften vanaf 40€ zijn fiscaal aftrekbaar.

Alle info vind je op www.bosgroepen.be/vrienden-van-de-bosgroepen.

Woord vooraf

Beste bosliefhebber

In dit nummer lees je het relaas van ons gesprek met Bosgroep Zuid-Nederland. Hun missie is gelijkaardig aan die van ons en zij hebben te maken met dezelfde uitdagingen in bosbeheer, maar er zijn ook opvallende verschillen op vlak van werking en beleid.

Veel boseigenaars vragen zich af of klimop schadelijk is voor bomen. Het antwoord is neen, want de plant is geen parasiet, en heeft juist een grote ecologische waarde. Je leest er meer over op de volgende pagina’s.

We blikken ook terug op Dag van de Boseigenaar en de resultaten van onze eerste grootschalige Boseigenaarsenquête, waar meer dan 1000 mensen aan deelnamen. Cijfers en statistieken zeggen niet alles, dus we vroegen ook of jullie een anek-

dote wilden delen. Het warmde ons hart om zoveel mooie verhalen te ontvangen.

Op 1 januari neemt Jef Wittouck het voorzitterschap van mij over. Ik kijk met vertrouwen naar de toekomst en met een grote dankbaarheid naar het verleden: Ik heb fijne boseigenaars ontmoet, hardwerkende en enthousiaste medewerkers, mensen met een hart voor de natuur, voor het bos. We moeten blijven inzetten op een klimaatrobuust landschap. Ik ben fier dat we de fusie hebben kunnen afronden: één sterke Bosgroep met drie regionale werkingen. Dank aan iedereen voor het vertrouwen en de fijne, constructieve samenwerking!

Veel leesplezier

Riet Gillis Gedeputeerde voor milieu, natuur en klimaat Voorzitter Bosgroep Oost-Vlaanderen

Deel jouw bosmoment op Instagram met #eenhartvoorbos en wie weet staat jouw foto hier volgende keer te blinken.

Gluren bij de buren

Ook in Nederland zijn er bosgroepen. Sylvie Mussche en Lene Van Langenhove gingen in gesprek met directeur Arno Neijts en regiomanager Hans Van Lommel van Bosgroep Zuid-Nederland. Hoe en wie ondersteunen zij, wat is het beleid en welke bosbeheertrends vallen hen op?

Wat is jullie werkingsgebied?

Hans: Dat omvat de drie zuidelijke provincies Zeeland, Brabant en Limburg, opgedeeld in vier regio’s: West-Brabant, Noord-Oost Brabant, Kempen en Limburg. Ik ben regiomanager van West-Brabant, dat loopt van Tilburg tot de kust, met een team van drie medewerkers. Ik geef mensen advies over

Arno Neijts en Hans Van Lommel van Bosgroep Zuid-Nederland

© Marrie Hoedelmans

bos- en natuurbeheer, en zoek naar een oplossing als ze tegen iets aanlopen, financieel of inhoudelijk.

Arno: Over de verschillende regio’s heen hebben we een expertteam, dat bestaat uit mensen met een hoge deskundigheid op gebied van hydrologie, bosbeheer, natuurherstel. Zij doen onderzoek, bijvoorbeeld voor een natuurherstelplan of systeemherstel, en ondersteunen de regioteams. In totaal levert dat een club op van 55 mensen.

Hoeveel leden hebben jullie?

Arno: We hebben 603 leden, vooral particulieren en gemeenten. Ook terreinbeherende organisaties zoals Natuurmonumenten, Brabants Landschap, Limburgs Landschap en Staatsbosbeheer (de Nederlandse tegenhanger van ANB) zijn lid, maar daar werken we enkel mee samen als we elkaar in een bepaald gebied tegenkomen. Aan hen geven we enkel advies, we ondersteunen niet in uitvoerende zin want dat is gewoon niet te behappen.

Wat is de oppervlakte bos en natuur?

Arno: Als je kijkt naar de particuliere leden in Zuid-Nederland is dat 15.000 hectare. De gemeenten die lid zijn hebben samen ruim 23.000 hectare en waterwinbedrijven zijn goed voor 2000 hectare. Dan heb je nog de terreinbeherende organisaties en Defensie. Afgerond is er 40.000 hectare waar we ons intensief mee bemoeien, en voor 15.000 hectare hebben we langjarige beheerovereenkomsten. Dat betekent dat we de visie van de eigenaar vertalen in maatregelen, plannen en ook aannemers aanwerven voor werken.

van de terreinbeherende organisaties niet mee, natuurlijk. Met 75 leden hebben we een beheerovereenkomst, daar zijn we nadrukkelijk betrokken bij het beheer van het terrein. Eigenlijk hebben we met meer gemeenten en particuliere landgoederen dan met kleine boseigenaars een intensieve verhouding. Met veel gemeenten en landgoederen is er voor zes of tien jaar een overeenkomst voor het ganse beheer.

Staatsbosbeheer neemt geen uitgesproken rol op om gemeenten te ondersteunen?

Arno: Staatsbosbeheer deed dat, maar die taak werd lang geleden afgestoten. Toen kwam de ‘tientjesregeling’ waarbij een eigenaar 10 gulden per hectare kreeg om daar expertise voor in te kopen. Tja, dat is helemaal niets, dus toen heeft een aantal terreineigenaren geld bij elkaar gelegd en een coöperatie opgericht. Dat was de start van de Nederlandse Bosgroepen, in 1990. Er waren verschillende Bosgroepen in Limburg en Brabant, die zijn 15 à 20 jaar geleden gefuseerd tot Bosgroep Zuid-Nederland. De tientjesregeling bestaat niet meer maar er zijn wel nog beheersubsidies die via ons kunnen aangevraagd worden.

Wij hebben beleidsmatig veel contact met de provincie, want natuurbeleid is een provinciale bevoegdheid, en wij vra-

gen ook veel subsidie aan voor eigenaars. De Bosgroep zelf krijgt geen subsidie en niemand van ons is in dienst bij een provincie of gemeente.

Betalen leden een jaarlijkse bijdrage?

Arno: Ja, de contributie is tussen de 85 en 510 euro, afhankelijk van de grootte van het perceel. Dat is maar een klein deel van onze omzet. Het merendeel halen we uit werken die we uitvoeren voor onze leden waarvoor we de uren in rekening brengen.

De gemiddelde eigendom van jullie leden is vrij groot. Zijn de bossen minder versnipperd dan in Vlaanderen?

Arno: Het meest intensieve contact hebben we vooral met de wat grotere leden. Soms combineren we een paar kleinere eigenaren om voldoende schaalgrootte te krijgen.

Hans: Of we nemen kleine eigenaren mee in het beheer van de grote. Ongeveer 30% van mijn leden heeft meer dan 100 hectare, en 13% heeft minder dan 10 hectare. Af en toe is er wel eens iemand met één of twee hectare. De versnippering is wel aanwezig, maar een pak minder dan in Vlaanderen. Hier hebben heel veel gemeentes ook hun bos gehouden.

Hoe vinden de kleine private eigenaren hun weg in al die administratie, vragen zij bijvoorbeeld zelf een vergunning aan?

Hans: Ja, dat is anders geregeld dan in Vlaanderen. Veel van de kleine eigenaren krijgen een subsidie voor de openstelling en het natuurbehoud. Die SNL-subsidie loopt via ons, dus zo worden zij lid en komen er af en toe vragen. Ik loop dan eens langs en stel een mail op met wat ze de komende tien jaar in grote lijnen kunnen doen, met namen van aannemers die vaak voor ons werken. Soms hebben we Europese projecten waar we de kennis die we opdoen in grote gebieden delen met de kleine eigenaars. Zo zijn er heel wat eigenaars die één of twee hectare kunnen revitaliseren als we ze meenemen in de grote massa. Maar kapmachtigingen en dergelijke doen wij niet. In Nederland is geen kapmachtiging nodig, je kan regulier beheer zoals een dunning of kleinschalige groepenkap via de gedragscode bosbeheer doen en anders via een kapmelding. De administratieve last voor kleine eigenaars is minder.

Werken jullie veel met beheerplannen?

Hans: Ja, voor langjarige beheerovereenkomsten met grote eigenaren proberen we altijd te starten vanuit een beheervisie en -plan voor 10 of 12 jaar. Als het lid dit goedkeurt is dat de basis voor de beheerovereenkomst. Op basis daarvan maken we elk jaar een werkplan.

Wat stellen jullie vanuit de Bosgroep voorop als doel rond klimaatslim bosbeheer?

Arno: Vijf jaar geleden zagen we in dat klimaatbestendig beheer heel belangrijk wordt en zijn we gestart met een groot LIFE-project, samen met Staatsbosbeheer, twee andere Nederlandse Bosgroepen en de Unie van Bosgroepen met financiële bijdrage van verschillende provincies. Climate Forest is daar de uitvoering van. Het expertteam zorgt ervoor dat we altijd met innovatief beheer bezig zijn en vertaalt duurzaamheid naar allerlei activiteiten. We werken nauw samen met verschillende universiteiten, ook die van Leuven en Gent, en proberen de theoretische inzichten te vertalen naar de praktijk, en ze ook weer van feedback te voorzien uit de praktijk. Op onze halfjaarlijkse ledenvergadering is er altijd een inhoudelijk gedeelte waar we de laatste kennis delen met onze leden.

Welke soorten bos zijn er in jullie werkingsgebied?

Hans: In Brabant overwegend oude mijnbossen met dennen. Ook de typische eiken-beukenbossen en een groot stuk beekbegeleidende bossen. Verder loopt het ver uiteen, van duinbossen in Zeeland tot de kalkbossen in Limburg. En we hebben hier veel zandgronden, armer dan bij jullie. We hebben ook enkele speciale bostypes, zoals binnen-

Tulpenboom in een afstervend bos van reuzenzilverspar

duinrandbossen, grienden, leuke wilgenbroekbossen en heel mooie leembossen. En natuurlijk ook grote heides en vengebieden. Het is echt een hele waaier.

Wordt er samengewerkt met andere Bosgroepen?

Arno: Er zijn drie Bosgroepen: Zuid-, Midden- en Noordoost-Nederland en een Unie van Bosgroepen. Dit zijn vier aparte coöperaties, maar wij werken wel nauw samen. In totaal zijn er nu 115 collega’s. Bij de Unie werken vijf mensen die onze landelijke belangen behartigen. Zij zitten in overleggen met het ministerie en alles wat we landelijk moeten regelen. Bijvoorbeeld de SNL, Subsidiestelsel Natuur en Landschap, wordt door de Unie aangevraagd maar voorbereid in de regionale Bosgroepen. We hebben één certificaat dat wordt beheerd door de Unie.

Bij ons bestaat ook zo’n beheersubsidie, maar die wordt door de Vlaamse overheid toegekend op het niveau van een beheerplan, de Bosgroep stort die subsidie door aan de eigenaar.

Arno: Bij ons hangt het niet aan een individueel beheerplan maar aan een provinciaal Natuurbeheerplan, een beleidskader van de provincie met een begrenzing en beschrijving van de gebieden waar subsidie voor beheer en ontwikkeling natuur mogelijk is. Je wordt dus geacht om dat stuk land met dat beheertype in stand te houden.

Hans: Een eigenaar met 10 hectare eiken-beukenbos krijgt jaarlijks een subsidie van 103 euro per hectare, die via ons wordt uitbetaald. Zo’n subsidie vraag je voor 6 jaar aan en die gebruiken wij vaak om het beheer uit te voeren als wij daar een beheerovereenkomst hebben.

Dus de subsidie blijft bij de Bosgroep?

Hans: De subsidie is voor de eigenaar. Per aanvraag ontvangt de eigenaar een factuur voor het opstellen van de SNL, de controle en monitoring, afhankelijk van de grootte en samenstelling van de aanvraag. Bij beheerovereenkomsten wordt deze subsidie, samen met inkomsten van houtverkoop, gebruikt om het beheer (deels) te bekostigen. Dus het is hetzelfde als bij jullie, enkel dat het bij ons niet per beheerplan per gebied is maar provinciaal vastgelegd en dat wij zelf de controle doen in plaats van de overheid. Wij worden door de overheid gecertificeerd om die controle te doen.

Zijn er leden die niet voor de subsidie kiezen?

Arno: Tuurlijk. Er zit aan die subsidie een verplichting tot openstelling, dus als je dat niet wil en je hebt veel geld in de broekzak, dan kan je jouw domein gewoon omheinen.

Worden er bij jullie meer bedrijfsbossen geplant?

Hans: Nee, dat is niet zo’n ding hier. Hier investeren bedrijven eerder in gebieden van terreinbeherende organisaties en particulieren.

Arno: Er zijn wel steeds meer bedrijven die een bijdrage leveren, vaak lokaal georiënteerd. Wij zijn zelf geen acquisiteurs dus we zouden een organisatie onder de arm moeten nemen om te kijken of we met particulier geld systeemherstel ver buiten Natura 2000 kunnen doen. Ik denk dat dit de komende jaren zal toenemen, dat organisaties zo het maatschappelijk beeld beïnvloeden.

Waarom zeg je ‘ver buiten Natura 2000’?

Hans: Het beleid is heel hard gericht op Natura 2000 en de subsidiestroom volgt

het beleid, natuurlijk. De focus gaat nu meer naar Natura 2000 en minder naar Natuurnetwerk Nederland, dus alle stukken buiten Natura 2000 vallen stilaan uit de boot wat de subsidies betreft.

Arno: Natura 2000 wordt met alle stikstofproblematiek behoorlijk geknuffeld. Terwijl de uitspoeling van de zandbodems zich natuurlijk niet beperkt tot Natura 2000. We willen ook die bossen daarbuiten revitaliseren, anders sterven ze massaal af. Daartussen zitten ook mooie, waardevolle natuurstukken die beschermd moeten worden.

In Vlaanderen gaat ook veel aandacht naar Natura 2000-gebieden en worden ontwikkelingen in de tussenliggende gebieden moeilijker.

Arno: Terwijl heel wat leden buiten Natura 2000 zitten, zeker de groep kleinere leden valt buiten veel regelingen. We proberen altijd te kijken of we daar toch iets voor kunnen doen. Want de problemen met bepaalde boomsoorten zijn daar natuurlijk net zo groot als binnen Natura 2000.

Heel die problematiek houdt inderdaad geen rekening met gebiedsgrenzen.

Arno: Een mooi bruggetje naar klimaatadaptatie en autochtoon-inheems plantsoen. Ik sprak er een paar maanden geleden over met professor Bart Muys. Hij zei dat de discussie daarover in Vlaanderen nog meer verhard is dan in Nederland. We zijn vanuit LIFE Climate Forest aan het experimenteren met boomsoorten. Want straks zijn we massaal te laat, we zien nu al dat Douglas en grove den het overal hartstikke moeilijk hebben.

Experimenteren jullie dan met nieuwe soorten?

Hans: Ja. In Nederland is het sowieso meer ingeburgerd om in bosbouw ande-

re soorten te planten. We hebben samen met Wageningen Universiteit en Staatsbosbeheer herkomsten en soorten bij kwekers in heel Europa gehaald en die planten wij al een paar jaar in pilootgebieden.

In Vlaanderen stoten we op de strenge wetgeving: bij een aanplant moet je op zijn minst een stand still van de aanwezige natuurwaarde behouden. Als er al inheemse soorten aanwezig zijn, mag je er geen exoten tussen planten.

Hans: In Nederland hangt het er vanaf welke doelstelling je aan je bos hangt. Enkel als jij je bos gaat beheren als natuurbos, dus als eiken-beukenbos en dergelijke, dan mag het uitheems percentage maximaal 20 procent bedragen. Maar in (multi)functionele bossen mag je gewoon Douglas onder grove den planten. Het beleid en de wetgeving is in Nederland meer doelgericht, vanuit de wil om bos te behouden en soorten te beschermen, en minder controlerend. Niet van: op dat perceeltje mag je dat niet doen en dat wel.

Arno: Terwijl Nederlandse terreineigenaren zich al enorm gebonden voelen door de hele discussie autochtoon-inheems. Maar ik merk dat het in Vlaanderen nog strenger en meer gepolariseerd is.

Waar zit dan het spanningsveld in Nederland?

Hans: Het gaat vooral om een meningsverschil tussen beheerders, wetenschappers en mensen die begaan zijn met de autochtone herkomsten en soorten, en mensen die meer met klimaatverandering bezig zijn. Het is dus eerder een beheersmatige dan een wetgevende discussie. Er zijn qua wetgeving zelfs geen beperkingen.

In Vlaanderen is er vaak onbegrip over het kappen van bomen. Leeft dat in Nederland ook?

Hans: Ja, heel hard. De publieke opinie is: elke gekapte boom is er één teveel. Zeker bij gemeentes is dat heel gevoelig, daar moeten we heel goed mee communiceren. Het is er ook ingepompt dat de CO2 naar beneden moet, dus elke boom die je kapt zorgt voor extra CO2 Dat komt terug in de commentaren.

Arno: Maar waar we de gemeenteraad meenemen en laten zien hoe het gaat met bepaalde boomsoorten en uitleggen dat je juist door meer gevarieerd bos de biodiversiteit opkrikt en plaagafhankelijkheid vermindert, wordt dit vaak heel goed begrepen en leidt dat tot een toekomstbestendig beheerplan. Communicatie wordt alsmaar belangrijker.

Wat doen jullie proactief op vlak van communicatie?

Arno: Vooral met zowel de politiek als met omwonenden praten, er gewoon naartoe gaan en het goed laten uitleggen door een expert.

Hans: We betrekken vaak ook vrijwilligers uit de buurt. Dat zijn je lokale verankeringspunten. We creëren die betrokkenheid van bij de start: ze duiden mee aan welke bomen weg moeten en welke we aanplanten. Als iemand een emotionele band heeft met een boom, dan luisteren we daar ook naar. Zeker omdat we vaak met gemeentebossen werken die publiek eigendom zijn. We hebben al eens een boom geveld waaraan een gedenkteken hing, dat is echt dikke miserie. Dus we willen wel zeggenschap geven, maar laten er onze doelen en visie niet door bepalen.

Zijn jullie ook actief bezig met bosuitbreiding?

Arno: Er is een nationale bossenstrategie om 36.000 hectare extra bos te rea-

liseren, dat heeft zich dan weer vertaald naar provinciale plannen. Links en rechts gebeurt dat, maar we hebben nu een wat rechtsere regering die vindt dat landbouwgrond zijn functie moet houden. Dus wat betreft grootschalige uitbreiding is grond en grondverwerving wel het probleem. Er zijn wel enkele gemeenten die iets in eigendom hebben en dat bebossen, maar dat zijn lokale initiatieven.

Hans: Het probleem is hetzelfde als in Vlaanderen: de kostprijs en het belang van grond. Dus de grootschalige inrichting van natuur is hier minder aan de orde.

Gebeurt het soms dat een particulier een stukje grond heeft en die een intrinsieke motivatie heeft om te bebossen?

Hans: Ja, dat gebeurt. Ook bij nieuwe landgoederen die ontwikkeld worden moet je altijd een percentage natuur hebben en dan wordt er vaak landbouwgrond omgezet naar bos. Of soms kopen kleine particulieren een weide om te bebossen.

Kunnen zij dan bij de Bosgroep terecht voor ondersteuning?

Hans: Zeker, wij kunnen helpen met subsidies, beplantingsplan en uitvoering. En als ze het zelf willen doen, kunnen ze bij ons de kennis krijgen of plantsoen bestellen. Dus het is echt op maat van de eigenaar: gewoon een keer gaan kijken en zien wat er mogelijk is, of de

hele uitvoering van a tot z begeleiden. Bij ons is het wel zo dat ze onze uren betalen.

Welke trends merken jullie op in bosbeheer?

Hans: De laatste jaren wordt meer op inheems loofhout ingezet. En de laatste vier jaar merk je veel aandacht voor klimaatverandering omdat we daar heel hard het effect van zien. Tot tien jaar geleden zag je in Nederland nog de tendens om productienaaldhout te planten, met lariks, Douglas en andere uitheemse soorten. En daarvoor had je nog het klassieke dennenbos.

Het zijn veel tendensen, en dat terwijl je bij bosbeheer op lange termijn moet denken.

Arno: Ja, 80 jaar vooruitdenken. Zelf kom ik uit een andere branche, ik werk hier nu 9 jaar, en het blijft iets heel moois. Het allerbelangrijkste is dat je als organisatie een hoge deskundigheidsgraad vasthoudt op gebied van bos en natuur. Ik ben ervan overtuigd dat de Bosgroep bestaat bij gratie van de inhoudelijke kennis. Je ziet dit op verschillende plekken weggaan, besturen doen een beroep op onze expertise.

Hans: Kennis, innovatie, advies. Dat is inderdaad het belangrijkste, ook naar onze leden toe. Wij zijn echt een mooie schakel tussen wetenschap en praktijk. Door die rol komen er ook veel opportuniteiten voor private boseigenaars, die daarop kunnen meeliften.

Markering horstboom in functie van de gedragscode bosbeheer

Natuurwondertjes

Het gonst van de insecten in het bos. Vlinders, kevers, bijen… allemaal vinden ze voedsel of een schuilplaats in en rond bomen. Deze keer hebben we het over de stippelmot die een wel heel specifieke plant uitzoekt, namelijk de wilde kardinaalsmuts.

Collega Bram die erop uittrekt voor inventarisaties ziet ze soms al van ver staan in de bosrand, de geraamtes van kaalgevreten kardinaalsmutsen. Het lijken wel spoken, maar voor één wel bepaalde mot is dit een lekkernij. De rupsen van de kardinaalsmutsstippel mot zijn heel trouw in de keuze van hun waardplant. De soort overwintert als een klein rupsje in het ei op de struik, in mei mineren* de rupsjes in een topblad, dat daardoor verwelkt. De ei-afzetting vindt plaats op takken nabij de knoppen. De eitjes zijn aanvankelijk geel van kleur en worden dan bruin. Ze zijn voorzien van een geleiachtige laag die zorgt voor camouflage.

Spinsels

Van mei tot juni leven de rupsen in spin sels die de hele struik kunnen bedekken. Dan beginnen de rupsjes te vreten van het jonge blad. De jonge knoppen en loten die aangetast zijn door de rupsen gaan vaak al vroeg slap hangen. Omdat de rupsen in grote getale aanwezig kun nen zijn en solidair leven, worden soms grote spinsels vervaardigd. De rupsen kunnen een struik helemaal kaal vreten. De struik gaat niet dood: wanneer in ju ni de vlinders uitvliegen, maakt hij weer nieuwe bladeren en komt alles terug goed. De verpopping vindt plaats in mei en juni. Na tien tot twintig dagen komt

de mot tevoorschijn, die rondvliegt tot oktober.

Eén familie

ze zwarte vlekken. Langs de voorrand liggen vaak meerdere vlekken dichter bijeen, de franje is fel wit. Ondervleugels zijn dieper bruingrijs, met een wit franje, waarin talloze kleine randjes zichtbaar

© Jasper Klapwijk

Samen vierden we Dag van de Boseigenaar

In de Week van het Bos zetten we op Dag van de Boseigenaar naar goede gewoonte de mensen in the picture die met veel passie hun bos beheren. Dit jaar vroegen we onze leden om een ultrakorte boseigenaarsenquête in te vullen. Verderop vind je de resultaten. We polsten ook naar anekdotes en kregen er heel wat! In elke provincie werd één lid die een leuk verhaal instuurde in de bloemen gezet. We delen deze graag met jullie!

De West-Vlaamse Bosgroepleden ontdekten de bijzondere natuur en rijke geschiedenis van het Spitaelsbos

In Anzegem werd het Spitaelsbos in de kijker gezet, een boscomplex van 140 ha groot. De eigenaar stelde zijn bos graag open voor alle geïnteresseerde bosliefhebbers. De Bosgroepmedewerkers gidsten een mooie wandeling.

‘Tijdens het scheren van de haag aan de rand van het bos vond ik een slang. Blijk-

baar had ze overwinterd in de grote houtstapel die ik aanlegde voor vogels, egels en padden. Ze was goed gevoed maar nog loom. Gelukkig was ze niet gekwetst door de haagschaar.’

In het Oost-Vlaamse Oosterzele kon je terecht voor een exclusief bezoek

In het kasteeldomein van boseigenaar Isabelle in Oosterzele

aan het kasteeldomein van boseigenaar Isabelle d’Ursel. Vier jaar geleden erfde zij het prachtige domein Smissenbroek, keerde ze van New York terug naar haar roots en maakte zij een carrièreswitch om zich fulltime toe te leggen op agro forestry en het beheer van 28 hectare bos. 80 deelnemers konden ondanks de regen genieten van een boeiende demo met trekpaarden die omgewaaide bomen uit het bos sleepten en twee gegidste wandelingen, de ene over de geschiedenis van het domein, de ijskelder en enkele markante bomen, de andere over de rabatten, de bijhorende biodiversiteit en natuurbeheerplannen. Nadien verzamelden we in de mooie orangerie voor een lokaal hapje en drankje.

‘Wij kochten ons perceel van een dame die er een poes en kippen had. Mijn echtgenote ging vaak wandelen met de hond en maakte dan een praatje met de dame. Op de duur werd dit een ontmoetingsplaats. Ook de hond en poes lagen te luieren in elkaars gezelschap. Onlangs

belandde hier een haan, en sinds kort krijgen we dagelijks bezoek van fazanten. We spotten af en toe een reetje, zien eekhoorntjes ravotten in een boom, horen een specht tikken op een stam of zien een buizerd cirkelen in de lucht. Een voor ons onbekende wereld is opengegaan in ons aards paradijsje.’

De Antwerpse Bosgroepen kregen heel wat interessante vragen tijdens de wandeling door de bossen van de Norbertijnen. En ook tijdens de speurtocht zagen we blije kindergezichtjes. De Abdij van Tongerlo was een goede plek om Dag van de Boseigenaar te vieren want de Bosgroep zet hier al een tijdje in op het ontwikkelen van gezonde bossen die bestand zijn tegen de klimaatverandering.

‘Ik hing enkele mezenkastjes omdat de eikenprocessierups hier geregeld wordt gezien en de mezen lusten die wel. Maar de spechten maakten het gat in de kastjes groter, waardoor er geen mezen

meer kwamen. Helaas kon ik nergens metalen plaatjes vinden waaruit ik een gat van de juiste grootte kon frezen, dus kocht ik in een doe-het-zelfzaak de metalen huisnummers 6 en 9. Die bleken exact de juiste diameter opening te hebben!’

In Landen ontdekten de leden van Bosgroep Vlaams-Brabant de mysteries van het bos in een prachtig kasteeldomein. De wandelaars kwamen op enkele stopplaatsen meer over het bos te weten. Ook aan de allerkleinste bosliefhebbers werd gedacht met leuke activiteiten. In het boscafé werd nog gezellig nagepraat.

‘Vader had 30 jaar geleden in het geniep nog 1 hectare bos bijgekocht. Pas bij de erfenis hebben we ontdekt dat we 4 in plaats van 3 hectare hadden. Toch een verrassing!’

Bosgroep Limburg verwelkomde heel wat enthousiaste bosliefhebbers om samen de resultaten van enkele jaren vernieuwend bosbeheer in Zutendaal te ontdekken.

‘Op een dag knuffelde mijn kleindochter een boom en zei dat de boom haar geroepen had.’

Een interessante dag bij de Norbertijnen van Tongerlo met een speurtocht voor de kinderen en een klimaatslimme wandeling © Guy Janssen
In Limburg
Stralende zon, wandelschoenen aan en bosactiviteiten voor jong en oud in Vlaams-Brabant.

Jullie doen het voor de biodiversiteit en de rust

‘Het bos is als een levend schilderij, je kan niet stoppen met ernaar te kijken’. Deze quote komt van een boseigenaar die meedeed aan de enquête waarmee De Bosgroepen peilden naar wat leeft bij de Vlaamse boseigenaars. Meer dan 1000 mensen vulden de enquête in.

Er kwamen enkele opvallende zaken naar voor. De grootste motivatie om zelf een bos te hebben is zorgen voor een betere biodiversiteit en het milieu. Op de tweede plaats komt ontspanning, en op de derde plaats toekomstige generaties de voordelen van een bos willen bieden. Dit hangt nauw samen met de redenen waarom eigenaars naar hun bos trekken. Ze zoeken er vooral de rust op, genieten er van de fauna en flora, maar –toch verrassend – ook het werken in het bos staat in de top 3. Of zoals een boseigenaar het mooi verwoordt: ‘In het bos werken is de beste fitness, en je hoort er de beste playlist: het getjilp van vogels,

gekraak van takken, gekwaak van kikkers, gezoem van bijen.’

Leeftijd

boseigenaars

verbazend genoeg wel goed voor 15% van de bossen die groter zijn dan 5 hectare, terwijl in Vlaanderen de doorsnee boseigenaar een bos heeft dat kleiner is dan 1 hectare. 32% van de respondenten werd boseigenaar via een erfenis, maar het merendeel, namelijk 57%, kocht zelf het bos aan. Degene die zelf een bos aankochten, vallen voornamelijk in de categorie 20 tot 40 en 40 tot 60 jaar. Van de groep tussen 20 en 40 jaar beheert 54% het bos voor ontspanning en 12% voor het hout.

Oppervlakte van het bos

20-40 jaar 41-60 jaar 61-80 jaar > 80 jaar

65% van de Vlaamse boseigenaars is 60-plus, zij beheren het bos vooral in functie van toekomstige generaties. De groep boseigenaars tussen 20 en 40 jaar is met 6% aanzienlijk kleiner maar is

Waarvoor boseigenaars naar hun bos trekken

< 1ha > 5ha 1-5ha

Liefde voor het bos

Aan de hand van al deze cijfers kunnen we duidelijk zien dat er heel wat verschillende soorten boseigenaars in Vlaanderen wonen. Maar wat ze allemaal gemeen hebben, is de liefde voor het bos en de ontspanning die ze er vinden. Dat blijkt uit de vele anekdotes die de respondenten deelden. ‘Sinds ik in mijn bos vertoef, leef ik veel bewuster. Het bos

© Kurt De Meulemeester

verplicht je om tot rust te komen. Je wordt er één met de natuur.’

Vol trots wordt de evolutie van het bos opgevolgd, men geniet van de explosie van daslook en andere voorjaarsbloeiers, en er wordt heel wat wildlife gespot: reetjes, uilen, buizerds, kikkers, salamanders, marters en zelfs een wasbeer. ‘Prachtig om te zien dat een koppel eekhoorns jaar na jaar terugkomt om noten te verzamelen voor de winter’. Heel wat boseigenaars geven namen aan bomen of boswegjes, of planten bomen ter herinnering aan een speciaal moment. Sommigen hebben zelfs sprookjesbomen waar kabouters of heksen in wonen.

Wat heel vaak terugkomt is dat het bos een plek is voor ontmoeting: picknicken

met vrienden, kampen bouwen met kinderen en kleinkinderen, een babbeltje slaan met toevallige passanten. Heel wat mensen stellen hun bos open voor imkers of schoolkinderen uit de buurt die er de avontuurlijkste speeltijden beleven. Een school plantte zelf een bos want ‘wat je buiten leert, komt beter binnen!’. Ook kijkt men met veel nostalgie naar de eigen jeugdjaren die men doorbracht in de natuur. De combi ravotten en spelenderwijs de natuur leren kennen blijkt tijdloos te zijn. Er is nog hoop voor de tabletgeneratie.

Lees meer mooie anekdotes op www. bosgroepen.be/nieuws.

Grootste motivatie om een bos te hebben bij wie zelf een bos kocht versus wie het erfde

verkreeg bos door aankoop verkreeg bos door erfenis

Nog enkele mooie anekdotes

‘De aanplant van het bos deden we met de ganse familie. Iedereen kon een boom uitkiezen waaraan een etiket werd gehangen met zijn/haar naam. Plots stond er ook een buur van het toekomstige bos die vroeg of hij mee mocht planten. Hij heeft meerdere dagen meegeholpen en was zo blij dat er een bos achter zijn tuin kwam. Intussen zijn we 20 jaar verder en komt de vraag van familieleden of ze hun boom nog eens kunnen zien. Dit levert telkens een leuk bezoek op om de evolutie van het bos te zien en herinneringen aan de plantdagen op te halen. We zorgen dan voor een hapje en drankje en nestelen ons gezellig onder het bladerdak.’

‘Mijn vader noemde dit bos zijn ‘fitnesscentrum’. Dat is het nu voor mij ook, vooral omdat ik zie dat onze kinderen en kleinkinderen er ook volop van genieten en mee komen helpen bij het onderhoud.’

‘Vorige winter hebben we een inheems gemengd loofbos geplant. Elke keer ontdekken we er andere planten of dieren, erg fascinerend! Obsidentify helpt ons voortreffelijk met het herkennen: de groene zandloopkever, brandnetelkapje, amandelwilg, watersalamander, havikskruid, bekerzwam, teunisbloempijlstaart, pluimvoetbij, enzovoort. Onze nieuwe vondst noemen we dan het diertje/plantje van de dag.’

De boom

in met klimop!

Weinig planten zijn zo algemeen verspreid als de klimop. Maar bekend maakt niet altijd bemind. Geregeld vragen boseigenaars ons hoe ze de klimop in hun bos kunnen bestrijden omdat ze ervan overtuigd zijn dat de klimop hun bomen ‘wurgt’. Dat klimop in Europa al sinds de ijstijd zonder problemen samenleeft met loofbomen wordt vaak vergeten. Tijd om de mythe van klimop als bomenwurger te ontkrachten en de grote ecologische waarde ervan in de verf te zetten.

Klimop (Hedera helix) is een houtige, overjarige en groenblijvende klimplant en bodembedekker die inheems is in vrijwel heel Europa. Opvallend zijn de twee types ranken: de jonge (vegetatieve) ranken, die snel groeien en voor de verspreiding over kleine afstanden zorgen, en de oudere (reproductieve) takken, waarop de bloemen en zaden zich ontwikkelen waarmee de plant zich ook over grotere afstanden verspreidt. De groei van de bloeiende ranken verloopt veel trager dan die van de klimmende ranken, maar kan vele jaren doorgaan, tot de plant te zwaar wordt. Ze scheurt dan uiteen of de steun begeeft het.

De jonge takken dragen puntige, vijflobbige bladeren, terwijl oudere bloeitakken ruitvormige bladeren hebben. Verder zijn de jonge klimmende takken – in tegenstelling tot de bloeitakken - voorzien van hechtworteltjes om zich te hechten aan de schors van bomen. Ze dienen uitsluitend voor steun want de plant haalt alle benodigde voeding en water zelf uit de bodem via haar wortels.

In september start de bloei van geelgroene bloemen die in bolvormige schermen zitten en rijk zijn aan nectar. De bloemen worden door veel wilde bijen bezocht en bestoven. Zo ontstaan de bessen die later zwart worden en door vogels worden gegeten.

Klimop komt van nature voor in onze bossen op vochtige, niet te voedselarme gronden. De soort is schaduwminnend, maar kan ook in lichtrijke omstandigheden best lang overleven. Naast de autochtone Hedera helix bestaan er meer dan honderd cultivars, geselecteerd op basis van decoratieve kenmerken en voornamelijk voor gebruik in siertuinen. Ook bestaan er binnen het geslacht Hedera verschillende minder algemeen voorkomende soorten, zoals Atlantische of Ierse klimop, Kaukasische klimop en Canarische klimop.

Ecologische waarde

Klimop is een van de laatste bloeiers in de herfst en biedt dus een rijke bron van nectar en stuifmeel aan insecten op een moment dat de meeste planten al uitgebloeid zijn. Met meer dan 200 geregistreerde insectensoorten die zich voeden

met de bloemen, zoals bijen en nachtvlinders, speelt klimop een cruciale rol in het ondersteunen van de biodiversiteit. De unieke klimopbij is zelfs volledig afhankelijk van klimop voor de voeding van haar larven.

In de winter zijn de dofzwarte bessen van klimop een belangrijke voedselbron voor vogels zoals houtduiven, spreeuwen en lijsters. Deze bessen rijpen pas in februari/maart, wanneer er weinig andere voedselbronnen zijn. Door hun hoge vetgehalte helpen ze vogels te overleven in koude maanden en fungeren ze als een cruciale schakel in het ecosysteem.

Klimop biedt ook schuil-, overwinteringsen nestplaatsen voor diverse dieren. Oudere klimopplanten hebben holtes waar vleermuizen, eekhoorns en uilen kunnen schuilen. Vogels zoals het winterkoninkje, de boomklever en de ransuil nestelen vaak in de dichte begroeiing.

De ecologische waarde van klimop wordt verder versterkt door de aanwezigheid van specifieke organismen die afhankelijk zijn van deze plant. Zo zijn de klimoptaailing en het klimopdekselbekertje zwammetjes die uitsluitend op gevallen klimopbladeren voorkomen. Ook de klimopkever en de klimopbij zijn specifiek voor de klimop.

Klimop speelt dus een vitale rol in onze ecosystemen. Hij bevordert de biodiversiteit, biedt voedsel aan vogels en insecten, en dient als schuilplaats voor verschillende dieren. Het behoud van klimop is cruciaal voor het ondersteunen van de biodiversiteit, zeker in een tijd waarin die wereldwijd onder druk staat.

Geen bomenwurger

Het is een misvatting dat klimop de gastboom kan wurgen en bijgevolg doden. Klimop hecht zich met zijn korte worteltjes enkel vast aan de schors, zonder in het hout te dringen of voedingsstoffen uit de boom te onttrekken. De klimopranken zitten als een losse mantel rond de stam van de boom. De klimopwortels zitten in de grond en zorgen voor zijn voedingsstoffen en water. De boomwortels reiken veel verder dan deze van de klimop, waardoor de klimop nauwelijks concurrentie vormt voor water of voedingsstoffen. Klimop is geen parasiet of halfparasiet, zoals de maretak. De gastboom zal er dus niet onder lijden. In de natuurlijke habitat van klimop, zoals een bos, stellen we zelden gevallen vast van schadelijke ingroei. In stedelijke gebieden komen dergelijke meldingen vaker voor, vaak bij gekweekte cultuurvariëteiten. Het spreekt voor zich dat wanneer bomen verzwakt zijn of in slechte conditie verkeren, eventuele concurrentie met klimop nadeliger kan uitwerken. Bij gezonde bomen vormt klimop geen bedreiging en is het eerder een symbiotische relatie dan een schadelijke.

Strijd tegen eikenprocessierups

In 2021 startte Provincie Oost-Vlaanderen samen met INBO een proefproject rond autochtone klimop. Er werd materiaal verzameld op autochtone groeiplaatsen, en een deel van de gekweekte planten werd in 2022 rond eiken geplant om de invloed op eikenprocessierupsen op te volgen. Met klimop begroeide zomereiken zouden namelijk minder gunstig zijn voor de thermofiele rupsen. Anderzijds blijven restanten van nesten langer beschermd tussen de bladeren en verloopt de controle op de aanwezigheid van processierupsen moeizamer wanneer de stammen begroeid zijn. Het is nog enkele jaren wachten op de eerste resultaten van dit boeiende experiment.

Lichtconcurrentie?

Klimop veroorzaakt meestal geen significante lichtconcurrentie met bomen. De bladeren van klimop groeien voornamelijk tegen de stam en belemmeren de fotosynthese van de boom niet. Bij gezonde bomen blijft de schaduw in de kroon sterk genoeg om de klimopgroei te remmen. Maar in bomen met transparante kronen (o.a. de es) dringt voldoende licht door en kunnen ook gezonde bomen zwaar bezet zijn met klimop. Ook bij kleinere of verzwakte bomen kan er sprake zijn van een negatieve invloed door lichtconcurrentie.

Windworp

Het gewicht van klimop vormt meestal geen probleem voor de gastboom. De groei verloopt geleidelijk waardoor de boom zijn structuur en wortelgestel voortdurend aanpast aan de totale massa die gedragen moet worden. De grootste bedreiging voor de boom ontstaat wanneer de bloeiranken van de klimop zich als een dichte massa in de kroon verspreiden. Wanneer de wintergroene klimop bijvoorbeeld te veel natte sneeuw vangt, kan het risico op wind-

worp vergroten of kunnen de met klimop bezette takken zo zwaar worden dat ze afbreken. Bomen die van nature op hogere leeftijd al meer takbreuk vertonen, zoals wilg en populier, krijgen het dan extra zwaar te verduren.

Opmars

Door veranderend bosbeheer, zoals het verdwijnen van middelhout- en hakhoutbeheer, worden onze bossen schaduwrijker. Uit vegetatieopnames blijkt dat het aandeel klimop in de afgelopen decennia sterk toenam, vooral in gebieden met minder intensieve bosbeheerpraktijken. Ook de stijgende temperatuur en verhoogde CO2-concentraties ten gevolge van de klimaatverandering beïnvloeden de verspreiding en groei van klimop in Europa aanzienlijk. Uit studies blijkt dat de verhoogde CO2-concentraties de groei van klimop bevorderen, vooral onder warmere omstandigheden.

Bronnen: Kopinga J., Alterra Wageningen UR, Bomen #6 (2008), Bomen #7 en #8 (2009); Ludwig T. (2011). Klimop in bomen, vloek of zegen?; Windemuller, M. (2020). Klimop: weerstand bij beheerders, maar van grote ecologische waarde; Zekhuis M. (2018). Vakblad Natuur Bos Landschap. Klimop kan de boom in!; Perring M. et al (2020). Frontiers in Ecology and the Environment, 18(10). Increasing liana frequency in temperate European forest understories is driven by ivy; Manzanedo R.D. et al (2018). Ecology and Evolution, 8. Increase in CO2 concentration could alter the response of Hedera helix to climate change

Terugblik op een boeiende namiddag

Je kon in deze bosbode al kort iets lezen over onze Dag van de Boseigenaar op woensdag 9 oktober in het kasteeldomein van boseigenaar Isabelle d’Ursel. Het bos werd enkele eeuwen terug aangelegd als onderdeel van een jachtdomein en komt al voor op kaarten uit de 17e eeuw. Er staat nog een ijskelder, maar dé blikvanger was een Robinia pseudoacacia, waar uit de kroon een jonge eik en boskers groeien. Mogelijks met dank aan een ijverige eekhoorn die zijn nootjes in een holte verstopte.

Naast de twee thematische rondleidingen met Bosgroepmedewerkers Margje Derde en Bram Coupé konden de 80 deelnemers ook genieten van een boeiende demo boomslepen met trekpaarden. Ward Vervaeke en Bavo Weytens stapten in 2022 in het leerling-meester traject ‘Trekpaarden nu en in de toekomst’. Met steun van de Vlaamse overheid verdiepten ze zich de voorbije twee jaar in dit ambacht opdat het niet verloren zou gaan. Hun meester is Pierre Vandebuerie, die kan terugblikken op een lange carrière in bosexploitatie met trekpaarden.

Op een akker of grasland kan een paard moeilijk concurreren met een tractor, maar in het bos biedt een trekpaard veel voordelen. Het is wendbaar en berokkent minder schade aan de bodem en omstaande bomen. Zeker voor jonge bomen, in natte of kwetsbare bossen is het werken met paarden interessant. In combinatie met een boomezel en uitrijwagen haal je bovendien een economisch rendement. Paarden kunnen ook ingezet worden om varens te kneuzen tussen jonge aanplantingen en voor milieuvriendelijk onderhoud van wijngaarden.

Bekijk de prachtige reportage die Lodewijk Deleu van Ikwashierlive maakte, met interviews met boseigenaar Isabelle en onze coördinator Sylvie Mussche. Je vindt de reportage op zijn YouTubekanaal, of scan de QR-code. Meer info: bavo.weytens@gmail.com

Doe mee aan de houtverkoop

Is er in je bos een dunning nodig om meer licht en ruimte te krijgen voor je bomen? Of is je bos (deels) toe aan verjonging? In 2025 organiseert Bosgroep Oost-Vlaanderen opnieuw een gezamenlijke houtverkoop op stam. Door werken bij verschillende eigenaars te bundelen in 1 lot kunnen we boswerken op een efficiënte manier laten uitvoeren. De Bosgroep helpt je van bij de vergunningsaanvraag tot de uitvoering van de werken. Ook het aanduiden van de bomen kan via de Bosgroep gebeuren. Wil je hieraan deelnemen? Meld je dan aan voor 15 januari via bosgroep@oost-vlaanderen.be.

Heb jij een BnB-bos?

BnB staat in deze context niet voor bed & breakfast, maar voor bron- en beekbegeleidend bos. Zo’n bossen vormen de ruggengraat van het groenblauwe netwerk in de Vlaamse Ardennen en Denderstreek. Het zijn belangrijke stapstenen voor soorten die zich bewegen tussen de grote natuurkernen.

Via het nieuwe Leaderproject BnB bossen wil de Bosgroep natuurinrichtingswerken uitvoeren, zoals de aanleg van bosranden, struiklagen of poelen opdat deze bron- en beekbegeleidende bossen een veilige thuis kunnen zijn voor de soorten die er voorkomen. We willen ook landbouwers motiveren om op de aangrenzende akkerranden bloemstroken in te zaaien.

Het project focust op twee gebieden in de regio Vlaamse Ardennen tot Dender:

- ‘Denderflanken West’ omvat de bovenlopen van de Moenebroekbeek in Lierde, het deel van ten noorden van de Dendervallei in Geraardsbergen, en deelgemeenten Everbeek en Parike in Brakel

- ‘Bovenlopen van de Zwalm’ situeert zich in Zottegem (o.a. Marebeek, Traveinsbeek en Molenbeek), Zwalm (o.a. Wijlegembeek en Moldergem-/Boekelbeek) en Brakel (o.a. Dompelbeek)

Hoe kan jij meedoen?

Heb jij een bos in de omgeving van een beek in één van bovengenoemde regio’s, dan kom je mogelijk in aanmerking voor ondersteuning bij:

- aanplant van een bosrand

- onderhoud van een bestaande bosrand

- aanleg of ruimen van een bospoel

- aanplant van een onderetage (bv. bij populierenbos zonder struiklaag of opkomende bosverjonging)

- inzaaien van bloemenrand op aangrenzend landbouwperceel in overleg met de landbouwer

Dankzij het project, een initiatief van Bosgroep Oost-Vlaanderen met steun van Europa en Provincie Oost-Vlaanderen, kan je rekenen op een erg gunstig tarief voor deze werken. Uiteraard volgt de Bosgroep alle werken op.

Heb je interesse, neem dan contact op met projectcoördinator Cédric via cedric.de.noyette@oost-vlaanderen.be. Tijdens een terreinbezoek overlopen we samen de mogelijkheden. Meer info: www.bosgroepen.be/bnb_bossen.

Centen voor je aanplant

Broed je op een bebossingsplan of een bosomvorming? Goed nieuws, want via Beplant het Landschap staat Provincie Oost-Vlaanderen in voor 80% van de kosten voor aanplantingen tot 0,5 hectare met inheemse bomen en struiken. Alweer een stapje dichter bij een klimaatgezonde provincie! Mail naar bosgroep@oost-vlaanderen.be en we bekijken samen wat mogelijk is.

Maak jouw bos future proof !

De afgelopen twee jaar trokken we een project om de Wase bossen veerkrachtiger te maken. We haalden mooie resultaten, maar het werk is nog niet af. Daarom zijn we in juli gestart met een nieuw Leaderproject, De Wase bosrenovatie, waarmee we verder inzetten op het omvormen van naaldbossen. Die zijn door een samenspel van droogte, een verarmde bodem en verzuring door overmatige stikstofdepositie erg kwetsbaar en lopen het risico dat ze massaal afsterven.

Dankzij het project kunnen Wase boseigenaars aan een voordelig tarief kloempen aanplanten en de bosbodem verbeteren. Als boseigenaar sta je enkel in voor de kost van het plantsoen en de bodemverbeteraar steenmeel. De kosten voor de wildbescherming, het planten van de boompjes en het aanbrengen van het steenmeel worden betaald via het project, een initiatief van Bosgroep Oost-Vlaanderen met steun van Europa, Provincie Oost-Vlaanderen en gemeenten Stekene, Waasmunster, Beveren, Sint-Gillis-Waas, Moerbeke, Wachtebeke en Lochristi.

Verjongingskuur

Kloempen zijn groepen boompjes die dicht bij elkaar worden geplaatst en zorgen voor verjonging van het bos zonder dat er bomen moeten gekapt worden. De standplaatsgeschikte boompjes groeien op onder bescherming van de kronen van de al aanwezige bomen. Zo krijg je een mooi gelaagde structuur met een brede waaier aan boomsoorten die verschillen in leeftijd en hoogte. Bovendien wordt bij de aanplant de bodem verrijkt met steenmeel. Hierdoor wordt de bodemverzuring tegen gegaan, start het bodemleven terug op en krijg je een gezonde humusvorming. Een gezonde bodem verhoogt de overlevingskansen van het bos aanzienlijk, zorgt voor meer CO2-opslag in de bodem en een betere vochthuishouding.

Door in te zetten op actieve bosverjonging zorg je ervoor dat de volgende generatie bos klaarstaat wanneer het voor de naaldbomen ‘te heet’ wordt in Vlaanderen. Uiteraard kan je rekenen op de Bosgroep voor advies op maat bij de aanplant en het verdere beheer van jouw bos.

Neem een kijkje op bosgroepen.be/wasebosrenovatie of vraag een terreinbezoek aan bij projectcoördinator Jurre via jurre.baguet@oost-vlaanderen.be.

Ons team blijft groeien

In september mochten we een nieuwe collega verwelkomen: Eef Govers. “Ik ondersteun samen met de andere regiomedewerkers van Vlaamse Ardennen tot Dender boseigenaars bij al hun vragen rond bosbeheer en bij de uitvoering van werkzaamheden in hun bos. Daarnaast bied ik aan toekomstige boseigenaars in de hele provincie Oost-Vlaanderen ondersteuning doorheen hun bebossingstraject, van het aanvragen van subsidies en vergunningen tot de effectieve aanplant. Al van jongs af aan ben ik graag in het bos. Daarom koos ik ervoor om bio-ingenieur bos- en natuurbeheer te studeren in Gent. Ik ben opgegroeid in de Antwerpse Kempen en vind het enorm fijn om nu een nieuwe regio te ontdekken. Mijn vrije tijd vul ik graag met wandelen in de natuur, dansen en lekker eten.”

Dankjewel!

Naar aanleiding van de verkiezingen komt er een nieuw provinciebestuur en eindigt het mandaat van gedeputeerde voor klimaat en natuur Riet Gillis. Zij blijft wel zetelen in de Provincieraad. Ze was de voorbije zes jaar ook voorzitter van onze Bosgroep en deed dit met heel veel inzet. Het Bosgroepteam en de medebestuurders willen haar van harte bedanken voor de fijne, onbaatzuchtige samenwerking

en oprechte interesse in bossen en bosbeheer. De voorbije jaren zorgde de gedeputeerde onder meer voor 130 hectare extra provinciale natuurgebieden en heel wat boseigenaars konden genieten van financiële steun, onder meer voor hun aanplantingen. Dankzij de steun van de Provincie aan onze projecten voor bosuitbreiding en bosomvorming konden wij heel wat boseigenaars over de streep trekken. Gedeputeerde én Bosgroepvoorzitter Riet Gillis was bij elke activiteit van de Bosgroep present, van infomoment tot gegidste wandeling. Wij blijven achter met één vraag: wie gaat er nu aan een sneltempo bomen planten op onze plantacties? We kennen immers niemand die dit met zoveel enthousiasme doet als Riet!

© Elscobos door Elscolab

Koepel

De 8 Bosgroepen die Vlaanderen telt, pakken gezamenlijke taken en doelen aan via een overkoepelende werking. De Koepel is het kennis- en expertisecentrum voor boseigenaars rond bosbeleid en wetgeving . Daarnaast vormt het ook het overlegplatform tussen De Bosgroepen, de Vlaamse beleidsmakers en andere sectororganisaties. Het is een belangrijk aanspreekpunt voor de media en het brede publiek voor bovenstaande thema’s en biedt ondersteuning aan De Bosgroepen op het gebied van communicatie, administratie, opleiding en organisatie. In de toekomst wil de Koepel deze werking verder uitbreiden en versterken, en ook een grotere rol spelen om de werking van De Bosgroepen en de noodzaak van particulier bosbeheer meer zichtbaar te maken voor de maatschappij. We stellen je graag het Koepelteam voor.

Sylvie Focke is een vaste waarde sinds 2013. Ze werkt voor Bosgroep Oost-Vlaanderen, maar is halftijds gedetacheerd om voor de Koepel te werken. Sylvie zorgt voor de algemene admi-

nistratie, de boekhouding, alle HR-zaken en beheert ook de websites van De Bosgroepen en Brandhoutweb.

Dries Moerloose is sinds september 2021 aan de slag bij de Koepel als medewerker bosuitbreiding. Sindsdien is zijn takenpakket uitgebreid en doet hij ook een stuk beleidswerk, alles rond bedrijfssponsoring, maar ook de interne en externe communicatie van de Koepel.

Kobe Vermeersch is de meest recente aanwinst. Hij neemt sinds april van dit jaar bij de Koepel de meeste taken rond beleidswerk op zich en is betrokken bij de communicatie en commerciele samenwerkingen. In de nabije toekomst zal Kobe ook alle boscompensatieprojecten opvolgen. Daarnaast neemt Kobe deel aan overleggen van onder meer het Bosforum, ANB en het kabinet.

Het Koepelteam: Kobe, Dries en Sylvie

Nieuw regeerakkoord

De Vlaamse regering is gevormd en dus is ook het Vlaamse regeerakkoord 2024-2029 gekend. Hoewel de meerderheid van de Vlamingen duidelijk aangeeft te verlangen naar meer bos en onze natuur erg onder druk staat, stond het thema natuur niet hoog op de verkiezingsagenda. We kijken uit naar de beleidsnota’s rond bos en natuur om te zien hoe we samen met private eigenaars kunnen bijdragen aan meer robuuste natuur.

Bosuitbreiding

De doelstelling voor bosuitbreiding uit de voorbije legislatuur blijft behouden, met name 10.000 hectare nieuw bos tegen 2030. Het aankoopbeleid van te bebossen gronden zou wel worden bijgestuurd. Welke rol voorzien wordt voor de Vlaamse en lokale overheden, natuurorganisaties en particuliere eigenaars om deze doelstelling te realiseren, is voorlopig nog onduidelijk. De resultaten van de voorbije jaren tonen aan dat de tandem Bosgroepen – particuliere eigenaars leidt tot substantiële bosuitbreiding op een kostenefficiënte manier. Op welke manier het huidig subsidiebeleid zal worden bijgestuurd, zal in belangrijke mate bepalen of de noodzakelijke versnelling in bosuitbreiding mogelijk wordt gemaakt. Een uitdoofregeling voor bemesting in VEN-gebieden kan ook opportuniteiten

voor bosuitbreiding doen ontstaan, zeker indien het subsidiebeleid hierop wordt afgestemd.

Het regeerakkoord voorziet ook in de opmaak van bosplannen door lokale besturen om zo bosuitbreidingskansen optimaal te benutten. De voorbije legislatuur maakten De Bosgroepen over gans Vlaanderen al heel wat boskansenkaarten op die werden voorgesteld aan steden en gemeenten. Dit biedt het nieuwe bestuur een goed afwegingskader voor de ruimtelijke inpasbaarheid van nieuwe bosaanplantingen en kansen voor de realisatie van quick-wins.

Europese Natuurherstelwet

De 2030-doelstellingen van de Europese Natuurherstelwet zullen de komende jaren moeten worden geïmplementeerd om bestaande natuur beter te beschermen en de instandhouding van beschermde habitats te versterken. Samen met onze leden beheren we 60.000 ha bos in Vlaanderen, dat is bijna de helft van alle Vlaamse bossen. Zo’n 30.000 ha zit vervat in natuurbeheerplannen. In alle regio’s lopen verkenningsnota’s voor nieuwe gezamenlijke natuurbeheerplannen. De Bosgroepen zijn klaar om bossen in Vlaanderen klimaatrobuust te maken, in lijn met de doelstellingen van de Natuurherstelwet.

Volg ons op social media bosgroepovl

Schrijf je in op de nieuwsbrief via bosgroepen.be/oostvlaanderen

Wil je de bosbode digitaal ontvangen? Mail naar bosgroep@oost-vlaanderen.be

boszoekers

We kregen geen aanvragen om bospercelen die te koop staan te delen. De meest recente boszoekers kan je bekijken op www.bosgroepen.be/bos-te-koop.

Wil je zelf een zoekertje plaatsen, mail dan naar bosgroep@oost-vlaanderen.be. We plaatsen geen advertenties voor verkoop van bosplantsoen of tweedehands materiaal. Zoekertjes worden niet herhaald. brandhoutweb.be

Een overzichtelijk online verkoopplatform waar je het hele jaar door brandhout kan kopen. Bosgroep Oost-Vlaanderen zorgt voor een up to date aanbod, een vlotte opvolging en een goede prijs-kwaliteitverhouding van lokaal en duurzaam brandhout.

contact

Onze kantoren

Ch. de Kerchovelaan 189 - 9000 Gent | 09 267 78 60

Veemarkt 27 - 9600 Ronse | 055 21 62 80 bosgroep@oost-vlaanderen.be

Algemeen coördinator: Sylvie Mussche

Regiocoördinator Noord: Margot Lenssens

Regiocoördinator Midden: Margje Derde

Regiocoördinator Vlaamse Ardennen tot Dender: Hans Scheirlinck

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.