Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2014

Page 1

Niels Broszat Koen Doodeman Bob Eikelboom Jessica Skowroneck winnaars – winners

Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2014



Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2014



Ten Geleide Ieder jaar wordt door Zijne Majesteit de Koning de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst uitgereikt. Deze aanmoedigingsprijs, die in 1871 door Koning Willem III werd ingesteld als Koninklijke Subsidie, is bedoeld om jong talent op het gebied van de schilderkunst te stimuleren. Koningin Emma, Koningin Wilhelmina, Koningin Juliana, Koningin Beatrix en Koning Willem-Alexander hebben de prijs voortgezet. Jaarlijks worden vier prijzen van ieder € 6.500 belastingvrij uitgereikt. De competitie staat open voor Nederlandse kunstenaars – beroepsmatig en zelfstandig – die op 1 januari van dat jaar jonger waren dan 35 jaar. Dit jaar zonden 251 kunstenaars werk in. Daaruit nodigde een jury 71 kunstenaars uit om twee schilderijen in te sturen voor een volgende ronde om uiteindelijk te komen tot de vier prijswinnaars.

De Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst wordt traditiegetrouw uitgereikt in het Koninklijk Paleis in Amsterdam. Daar vindt ieder jaar ook de aan de uitreiking verbonden tentoonstelling plaats. Voor galeriehouders, verzamelaars en curatoren is het een vijver waar graag uit gevist wordt. Voor het grote publiek is de tentoonstelling vaak een eerste kennismaking met het werk van jonge kunstenaars. Een publieksprijs nodigt bezoekers uit een stem uit te brengen op hun favoriete schilderij. In 2013 won Hugo Tieleman de publieksprijs. Prijsuitreiking en tentoonstelling, vinden plaats onder auspiciën van de Stichting Koninklijk Paleis Amsterdam. Uitgever ook van deze publicatie. Naast alle schilderijen zijn hierin het juryrapport opgenomen en een essay over hedendaagse schilderkunst. Marianna van der Zwaag Hoofd Presentaties Koninklijk Paleis Amsterdam

Preface The Royal Award for Modern Painting will, as ever, be presented in the Royal Palace in Amsterdam, also the venue for the exhibition that accompanies the award – a valuable pool of talent for gallery owners, collectors and curators. The exhibition is often the general public’s first opportunity to see young artists’ work, and visitors are invited to vote for their favourite painting. In 2013 the public vote was won by Hugo Tieleman. The award ceremony and exhibition are staged under the auspices of the Royal Palace Amsterdam Foundation, which also publishes this book featuring all the paintings, the judges’ report and an essay on contemporary painting. Marianna van der Zwaag

Every year the reigning monarch presents the Royal Award for Modern Painting. This incentive prize, which was instituted as a Royal Grant by King William III in 1871, is designed to encourage young painting talent. Queen Emma, Queen Wilhelmina, Queen Juliana, Queen Beatrix and King Willem-Alexander have continued the tradition. Four tax-free prizes of € 6,500 are awarded each year. The competition is open to Dutch artists – professional and independent – who were under thirty-five on 1 January of the year concerned. Two hundred and fifty-one artists submitted work in 2014, and a panel of judges invited seventy-one of them to send in two paintings for a second round of judging. This long list was eventually whittled down to the four prizewinners.

Head of Presentations for the Royal Palace Amsterdam

5



vrijheid om te twijfelen Jury rapport

Nederlanden weet aan te spreken is hoopgevend. De jury vindt het waardevol dat de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst hieraan een bijdrage wil leveren. Dat het vak van kunstenaar lokt, bleek dit jaar wel uit de opvallend grote groep autodidacten die zich had aangemeld. Deze kunstenaars hebben geen opleiding genoten aan een officiĂŤle kunstopleiding. Helaas is geen van deze inzendingen geselecteerd voor de tentoonstelling. De overige inzendingen zijn afkomstig van kunstenaars die wel een opleiding hebben genoten aan een van de Nederlandse kunstacademies. De deelnemende kunstenaars hebben zich geschoold op academies van noord tot zuid en oost tot west. Die spreiding geeft blijk van een vitaal kunstonderwijs. Schilderkunst leeft nog aan de academies en dat stemt de jury gelukkig. Te meer daar een aantal van de meest gerenommeerde instituten van ons koninkrijk het

Een groot aantal deelnemers werd dit jaar door de jury beoordeeld. In totaal waren er 251 inzendingen, waarvan er 24 te zien zijn in het Koninklijk Paleis Amsterdam. Daaronder bevinden zich vier winnaars. En hoewel het aantal winnaars en tentoongestelde werken gelijk is aan dat van vorig jaar, nam het aantal inzendingen toe. Daaruit denkt de jury te kunnen aflezen dat de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst na ruim 140 jaar onverminderd een aantrekkingskracht uitoefent op jonge kunstenaars. En dat geeft hoop. De kunsten hebben de afgelopen jaren in zwaar weer gezeten. Sommigen hebben kunst en cultuur weggezet als een bijna overtollig onderdeel van onze samenleving. In sterk contrast hiermee viel op dat bij het grote publiek juist wel de culturele diversiteit in Nederland werd gewaardeerd. Dat het vak van kunstenaar desondanks nog steeds veel jonge mensen in het Koninkrijk der

7


de laatste jaren zwaar te verduren kreeg. De jury is daarover bezorgd. Deze instellingen dragen voor een belangrijk deel bij aan de reputatie die Nederland heeft hoog te houden op het gebied van de kunst. We hopen dat het elan en enthousiasme dat uit de inzendingen spreekt, doorwerkt op de toekomst van het kunstonderwijs in Nederland. Wel was de jury geregeld kritisch. Dat betrof voornamelijk de technische beheersing van het metier. Hier kunnen de academies hun belang aantonen. Er zijn meerdere manieren om het tij te keren. Nieuwerwetse zaken als het verwerven van eigen inkomsten en het veroveren van een eigen marktaandeel horen daar tegenwoordig bij. Maar verbetering van ouderwetse schildertechnische kwaliteit kan er zeker toe bijdragen dat het belang van de academies ook buiten de kunstwereld wordt gevoeld. Dat Nederland goede schilders blijft voortbrengen zijn we aan onze stand verplicht. Want als iets, dan zijn we toch een land van schilders. Van Rembrandt, Johannes Vermeer, Vincent van Gogh en Jozef Israëls, van Piet Mondriaan, Carel Willink, Constant en Karel Appel, van Marlene Dumas en Emo Verkerk. In deze catalogus geeft Hanne Hagenaars in haar essay een mooi poëtisch beeld van de kracht van schilderkunst en de twijfel die daarmee samenhangt. De vormgeving van de catalogus is dit jaar verzorgd door Renate Boere. De jury is overtuigd van de kracht van penseel en verf. Juist ‘ouderwetse’ schilderkunst kan nog steeds een rol van betekenis spelen in onze moderne samenleving. Waar media als fotografie en film geregeld de grens tussen kunst en documentaire lijken te overschrijden, ligt in het ontegenzeggelijke artificiële karakter van de schilderkunst juist haar kracht.

beeld zien van de verschillende richtingen en interesses die momenteel onder jonge kunstenaars leven. Van tijd tot tijd laait de discussie weer op of schilderkunst nog wel levensvatbaar is in de 21ste eeuw. De jury is daarvan overtuigd, maar voerde wel zo nu en dan de discussie over wat schilderkunst nu eigenlijk is. Daarbij oordeelden we streng en lieten bijvoorbeeld werk afvallen omdat we het toch te veel tekenkunst vonden. Maar tegelijkertijd zagen we dat de grenzen van de schilderkunst slechts zelden worden opgezocht. Dat verbaast de jury en in die zin vinden we dat er relatief weinig lef onder de inzendingen zit. Dit jaar zagen we veel abstractie. Daarbij viel op dat het niet zozeer een streng geometrische abstractie is, maar eerder een soms haast etherische amorfe vormen in een sferische setting die aan de waterlelie-schilderijen van Claude Monet of het Amerikaanse abstract expressionisme van Mark Rothko doen denken. Verder lijkt geologie kunstenaars te fascineren, met als gevolg schilderijen met soms een aardkorstachtig uiterlijk. Daarnaast werden de technische mogelijkheden onderzocht. Meerdere kunstenaars waren geïnteresseerd in het proces van wegschilderen, wegpoetsen en wegschuren van de verf. Ook het schilderen met ei tempera, een aloude techniek, zagen we een aantal keren voorbijkomen. De kunstenaar lijkt aansluiting te zoeken bij een rijke traditie van vakmanschap, wat echter niet altijd leidde tot goede schilderijen. Bij jonge kunstenaars is het niet vreemd dat de hand van een bewonderde meester soms in het eigen werk in meer of mindere mate is terug te zien. Dit jaar – wellicht onder invloed van een recent groot overzicht in Brussel – voelden we duidelijk de invloed van de Belgische kunstenaar Michiel Borremans. Zijn surreële en poëtische beelden spreken duidelijk een jonge generatie nieuwe kunstenaars aan.

De talrijke inzendingen dit jaar lieten een divers

8


Concludeerde de jury vorig jaar nog dat de ‘hernieuwde interesse in abstractie doorzet’, dit jaar is dat goed zichtbaar in het werk van de vier winnaars. Als juryvoorzitter vind ik het eervol om aan Zijne Majesteit de volgende vier kunstenaars als winnaar van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2014 voor te mogen dragen: Niels Broszat, Koen Doodeman, Bob Eikelboom en Jessica Skowroneck.

En hoewel het werk van Broszat wel een voorstelling toont, is de grondgedachte abstract. Immers, zijn schilderijen zijn sterk beïnvloed door iconen. En de iconenkunst is niet bedoeld om naar een zichtbare werkelijkheid te verwijzen. De Koninklijke Prijs 2014 stemde de jury positief en hoopvol. De vele inzendingen en de vier winnaars dragen een belofte in zich van een perspectiefvolle toekomst. De jury bestond in 2014 uit: Tjebbe Beekman, Hans den Hartog Jager, Iris Kensmil, Jan van der Ploeg, Hedwig Saam, Benno Tempel (voorzitter), Esther Tielemans.

Abstractie wint! Die conclusie valt te trekken bij het bekijken van de winnende schilderijen dit jaar. Doodeman, Eikelboom en Skowroneck maken voorstellingsloze schilderijen. Dat wil trouwens niet zeggen dat hun werk geen oorsprong kent in de zichtbare werkelijkheid.

Namens de jury, Benno Tempel

Freedom to Doubt Jury report

This year the panel of judges saw work by a large number of entrants. There were 251 entries in all: twenty-four can be seen in the Royal Palace in Amsterdam, the four winners among them. Al-

though the numbers of winners and works on display are the same as last year, the number of entries has increased, leading the judges to believe that after more than 140 years the Royal Award for

9


Modern Painting still holds an undiminished attraction for young artists. This is a hopeful sign. The arts have suffered badly in recent years. Some people have brushed aside art and culture as a superfluous aspect of society in the teeth of the general public’s manifest appreciation of the Netherlands’ cultural diversity. It is encouraging that many young people in the Kingdom of the Netherlands still want to be artists despite all this. The judges believe that the Royal Award for Modern Painting makes a valuable contribution to this ambition. The attraction of being an artist is particularly evident this year, when a remarkably large group of self-taught people submitted entries. None of these artists had trained at an official college of art and sadly none of their entries was selected for the exhibition. The other entries were by artists who did train at one of the Dutch art academies. The artists whose work was selected were educated at academies of art all over the Netherlands. This spread testifies to a dynamic art education sector. Painting still lives on in the colleges, and the judges are all in favour of that – all the more so since a number of the most renowned institutions in the country have experienced hard times in recent years. This is something that profoundly concerns the judges. These institutions make a significant contribution to the reputation that the Netherlands has to maintain in art. We hope that the zeal and enthusiasm the entries express will have an ongoing effect on the future of art education in the Netherlands. The judges were often critical, though, chiefly when it came to the technical mastery of the metier. This is where the colleges can demonstrate their importance. There are several ways to turn the tide. Modern approaches involving making money for oneself and capturing one’s own market

share are part of this, but improving the quality of old-fashioned painting techniques can certainly contribute to the recognition of the colleges’ importance outside the art world. The Netherlands owes it to its position to continue to produce good painters, for if we are anything, we are a nation of painters. The country of Rembrandt, Johannes Vermeer, Vincent van Gogh and Jozef Israëls, of Piet Mondrian, Carel Willink, Constant and Karel Appel, of Marlene Dumas and Emo Verkerk. In her essay in this catalogue Hanne Hagenaars creates a wonderfully poetic image of the power of painting and the uncertainty that goes with it. Renate Boere designed this year’s catalogue. The judges are convinced of the power of brush and paint. ‘Old-fashioned’ painting can still play a meaningful role in our modern society. While media like photography and film often seem to overstep the boundary between art and documentary, the power of painting lies in its irrefutable artificiality. This year the numerous entries showed the great variety of directions and interests engaging young artists today. From time to time the debate as to whether painting is still viable in the twenty-first century flares up. The panel of judges is convinced that it is, but now and then the discussion did touch on the question of what painting actually is. We interpreted our assignment strictly, for instance rejecting work that we felt was too much like drawing. Yet at the same time we saw that the boundaries of painting were only rarely sought. This surprised the judges and in that sense we found relatively little that was daring among the entries. We saw a great deal of abstraction this year. Strikingly this resulted in sometimes almost ethereal, amorphous paintings in an atmospheric setting, reminiscent of Claude Monet’s water lilies or

10


American Abstract Expressionism of Mark Rothko. Geometric abstraction was less in evidence. Geology also seems to fascinate artists, sometimes resulting in paintings that look like the earth’s crust. Technical possibilities were also explored. Several artists were interested in the process of overpainting, abrading and scrubbing paint away. On a number of occasions we saw painting with egg tempera, a time-honoured technique. The artist seemed to be seeking contact with a rich tradition of craftsmanship; however, this did not always lead to good paintings. It is not unusual to see the hand of an admired artist reflected to some extent in work by young artists. This year – perhaps the result of a recent major retrospective in Brussels – we clearly felt the influence of the Belgian artist Michiel Borremans. His surreal and poetic images obviously appeal to a young generation of new artists. Last year the judges concluded that the ‘renewed interest in abstraction continues’; this year it is plain to see in the work of the four winners.

the winners of the 2014 Royal Award for Painting: Niels Broszat, Koen Doodeman, Bob Eikelboom and Jessica Skowroneck.

The judges on the 2014 panel were Tjebbe Beekman, Hans den Hartog Jager, Iris Kensmil, Jan van der Ploeg, Hedwig Saam, Benno Tempel (Chair) and Esther Tielemans.

As chair of the judging panel I am honoured to submit to His Majesty the following four artists as

On behalf of the panel, Benno Tempel

Abstraction wins! This is the conclusion we can draw from this year’s winning paintings. Doodeman, Eikelboom and Skowroneck created nonrepresentational paintings – though this is not to say that their work is not rooted in visible reality. And although Broszat’s work does have a subject, the underlying principle is abstract. His paintings, after all, are strongly influenced by icons. And icon art is not intended to refer to a visible reality. The submissions to the 2014 Royal Award left the judges feeling positive and hopeful. The many entries and the four winners promise a future full of possibilities.

11



Niels Broszat Koen Doodeman Bob Eikelboom Jessica Skowroneck


Niels Broszat (1980)

Koen Doodeman (1987)

Niels Broszat kiest een kunstvorm die vreemd is in het Westen. Iconen zijn geen verbeeldingen van de werkelijkheid, maar een symbool voor het goddelijke. Bij Broszat worden de iconen verwrongen beelden. Mooi en afgrijselijk tegelijkertijd. De kleuren vloeken en de figuren zijn vervormd tot monsterlijke proporties. Zo ontstaan intrigerende beelden, complex en van een onverwachte rijkdom. Broszat is gefascineerd door het contrast tussen de vrijheid die hij ervaart in dit oude medium en de strikte regels die ermee samenhangen. Hij laat kleuren en vormen ontsporen, maar zet zich ook als een monnik aan het werk om de icoonkunst zo getrouw mogelijk te volgen in de ambachtelijkheid. Hij zet het paneel zelf in elkaar en voegt een lakzegel toe aan de achterzijde. Broszat laveert tussen eigentijds en historisch.

In zijn schilderijen gebruikt Koen Doodeman meerdere patronen die hij over elkaar legt. Het gevaar louter decoratief te worden, weet hij knap te voorkomen. Daardoor laveren zijn werken tussen abstract en herkenbaar, expressief en decoratief. De plooien in het beeld zien we de laatste tijd vaker toegepast worden. Maar Doodeman volgt geen modieuze trend. De vouwen zijn geen illusionistisch trucje, maar een bepalend beeldelement dat juist voorkomt dat de decoratie de overhand krijgt. In plaats daarvan weet hij autonome beelden te scheppen met een grote tactiele kracht. Daarmee toont hij zich een waar kunstenaar die de metier van het schilderen doorziet.

Bob Eikelboom (1991)

Jessica Skowroneck (1989)

Het werk van Bob Eikelboom getuigt van lef. Het is origineel, speels en enigszins spottend. Met de branie die past bij zijn leeftijd gaat hij een strijd aan met de grenzen van de schilderkunst. Hij onderzoekt de werking van het platte vlak. Zijn kleurrijke werken refereren aan de Pop Art. Hij verwerkt details uit beroemde schilderijen, van bijvoorbeeld Henri Matisse en Tom Wesselmann, tot magneetstrips. Deze magneten kunnen op een kleurrijke ondergrond worden geplakt. Daarmee daagt hij de toeschouwer uit tot participatie. En stelt hij de vraag wanneer een werk af is en wie als maker beschouwd kan worden.

Jessica Skowroneck maakt stoer werk dat een grote mate van vrijheid ademt. Pure schilderkunst waarin het gaat om beweging, licht en kleur. Ze weet met weinig middelen een krachtig effect te bereiken. Het is werk dat aandacht verdient. Op het eerste gezicht lijkt het alsof de kunstenaar maar wat kliedert. Maar bij langdurige beschouwing groeit het werk meer en meer. Skowroneck bewandelt een smalle scheidslijn tussen vrijheid in schilderen en vrije penseelstreken. Het werk toont in zijn vrijheid een mate van beheersing die past bij een kunstenaar die durft te vertrouwen op haar intu誰tie. Waardoor een haast ongrijpbaar schilderij ontstaat.

14


Niels Broszat (1980)

Koen Doodeman (1987)

Niels Broszat’s chosen art form is one that is foreign to Western eyes. Icons are symbols of the divine, not representations of reality. In Broszat’s work the icons become distorted images – beautiful and ghastly at the same time. The colours clash and the figures are deformed into monstrous proportions. Intriguing images are created, complex and unexpectedly opulent. Broszat is fascinated by the contrast between the freedom he experiences in this old medium and the strict rules that govern it. He subverts colours and shapes, but at the same time works like a monk so as to stay as true as possible to the craft of icon art. He assembles the panel himself and places a wax seal on the back. Broszat steers a course between the contemporary and the historical.

In his paintings Koen Doodeman uses a number of patterns that he lays over one another, shrewdly avoid the danger of their becoming purely decorative. His works navigate between the abstract and the recognizable, expressive and decorative. Folds in the image feature in recent works by various artists, but Doodeman is not following a fashionable trend. Far from being an illusionist trick, his use of folds is a defining element of the image that prevents decoration from gaining the upper hand. Instead, he succeeds in creating images in their own right with great tactile strength, showing himself to be a true artist who understands the metier of painting.

Bob Eikelboom (1991)

Jessica Skowroneck (1989)

Bob Eikelboom’s work is gutsy, original, playful and rather mocking. With the daring that comes with his age he battles the boundaries of painting. He explores the effect of the flat surface. His colourful works reference Pop Art. He incorporates details from famous paintings by such artists as Henri Matisse and Tom Wesselmann in magnetic strips. These magnets can be stuck on a colourful background, so he is challenging the viewer to join in and at the same time questioning whether a work is finished and who can be regarded as the maker.

Jessica Skowroneck creates forceful work that radiates a great degree of freedom. Pure painting that is all about movement, light and colour. She is able to achieve a powerful effect with limited means. This is work that deserves attention. At first sight it seems as if the artist is just playing around, but the longer one looks at the work, the more it grows. Skowroneck treads a narrow line between freedom in painting and free brushstrokes. In all its freedom, the work displays a degree of control befitting an artist who dares to trust her intuition. The result is the creation of an almost intangible painting.

15


Niels Broszat Icoon #010 / Icon #010 Eitempera en olieverf op paneel Egg tempera and oil on panel 63 x 47 cm, 2014


Niels Broszat Icoon #011 / Icon #011 Eitempera en olieverf op paneel Egg tempera and oil on panel 45.5 x 38 cm, 2014


Koen Doodeman Zonder titel (Cadenza) /Untitled (Cadenza) Acryl en inkt op doek /Acrylic and ink on canvas 190 x 160 cm, 2014


Koen Doodeman Zonder titel (Curved Air) /Untitled (Curved Air) Acryl en inkt op doek /Acrylic and ink on canvas 200 x 150 cm, 2014


Bob Eikelboom Place This Work next to Medusa for the Inkblot Test Hoogglans lak-magneten op staal Gloss lacquer, magnets on steel 200 x 150 cm, 2014


Bob Eikelboom Medusa Hoogglans lak-magneten op staal Gloss lacquer, magnets on steel 200 x 150 cm, 2014


Jessica Skowroneck Agape Acryl op MDF Acrylic on MDF 40 x 44 cm, 2013


Jessica Skowroneck Before Breakfast Acryl op MDF Acrylic on MDF 105 x 122 cm, 2013



White spirit essay

Tegenover mij in café Loos in Den Haag zit Nula. Ze is een mooie krachtige donkere vrouw, groot, naast haar ben ik een meisje van waaihout. Met een aanstekelijke lach doet ze haar biografie uit de doeken, over haar voorbestemming tot wintipriesteres. Hoe de god Kromanti bezit van haar had genomen en ze nu zijn kracht in zich draagt. Kromanti is de god van de oorlog, van de kracht die je te hulp komt als dat nodig is. Eerlijk gezegd had ik mijn atelier willen laten reinigen om een nieuw begin te kunnen maken, om de inspiratie weer binnen te laten vliegen. Dag na dag heb ik gelezen, gestudeerd, teksten van en met mijn grote helden in me opgenomen. Maar het leek of hun handen zich langzaam op die van mij plaatsten en mijn handen verlamden terwijl de zinnen door mijn hoofd raasden. Op een dag besloot ik hen te verbannen uit mijn atelier. Mijn helden. De boeken stapelde ik thuis in de gang onder de kapstok en ik dweilde mijn atelier. Maar het

In mijn atelier staat tussen alle tubes verf een plastic fles White Spirit, terpentine, om kwasten mee uit te spoelen, de verf weg te poetsen, om stukken in een geschilderd vlak te vervagen. De grote schilder Luc Tuymans maakt er zeker gebruik van voor zijn dunne voorstellingen. ‘Zijn volgelingen lijken Tuymans’ geestverschijningen in olieverf in gedachten te hebben wanneer ze klodders verf uitknijpen, die mengen met flink veel terpentijn en de kwast op het doek zetten.’ schreef Art Forum 1 over mijn werk en dat van anderen. Verdunnen om te komen tot de kern van de zaak. Ik bestudeer een foto van de meester: Tuymans in zichzelf gekeerd met een sliert rook die uit zijn mond de hoogte in kringelt, als een medium dat een ritueel uitvoert, de geesten verdrijft of oproept, al denk ik dat niets hem meer vreemd is dan een magisch ritueel.2 Een analyticus. Een kijker. Ik dans om de tafel op zoek naar inspiratie. Het blijft verdomd stil in mijn atelier.

25


was niet genoeg. De vrouw kijkt me aan, ‘Meisje, wat kan ik voor je doen?’ Verward schrik ik op, ‘Wat is mijn taak als kunstenaar?’ vraag ik opeens. ‘Ik weet niet meer waarom en hoe ik verf op een doek zal uitsmeren. Ik kom tot niets.’ Nula knikt begrijpend en spreekt me toe. Volgens haar is Nederland iets belangrijks kwijtgeraakt, het land is rijk en armoedig tegelijkertijd. ‘De kou heeft de zielen van de mensen ingepakt. In winti spreken we over de kra, de Victor Man ziel, het goddelijke in de mens, die Shaman we eren met rituelen, die we koesteolieverf op linnen 34 x 25.5 cm, 2008 ren door onze relatie met anderen. Hier is het leven kaal. Het woord ziel klinkt als een vloek. Het zou de taak van de kunstenaar kunnen zijn om de magie weer terug te brengen in onze wereld. Ga je atelier uit en betreed nieuwe ruimten. Ga op zoek naar de ziel.’

vader en mijn moeder dwalen, de geest van mijn overleden broertje, mijn levende en niet meer levende vrienden. Ook de as van mijn moeder geef ik een plek, mijn vader liet het uitstrooien van haar as over aan de begrafenisondernemer. Aan de rand van het papier verschijnt een gifgroene orchidee, een valse violente bloem.3 Tijdens het tekenen buitelen de herinneringen over elkaar heen, schreeuwend en roepend verdringen ze elkaar. ‘Het proces van je iets herinneren heeft iets gewelddadigs omdat je altijd dingen weglaat. Het oplossen van de verf heeft ook iets gewelddadigs, het weghalen.’ (Luc Tuymans)4 Weer zijn zinnen die me achtervolgen. Maar ik werk stug door aan mijn eigen kaart van de kosmos.

De volgende dag mail ik mijn tekening naar een vriend. Vrijwel onmiddellijk stuurt hij een reply: Ik spreid de kaart uit, een kaart van het universum een afbeelding van het schilderij Shaman (2008) afkomstig uit het Amazonegebied. Het richeltje van Victor Man. Zonder commentaar. Misschien waar de mensen wonen is een uiterst bescheiden is hij bang dat ik in een emmer met new age drab laagje in dit ingewikkelde stelsel, het gebied van de ben gevallen. Deze sjamaan is een duister donker geesten is oneindig veel groter, daar personage, een clash van Miracle bevinden zich ook de twee mythiof the Eucharist van de veertiensche luie werelddragers, net boven de-eeuwse schilder Sassetta en Efhet land van de doden en de wereld figy (1970) van Pierre Molinier. van de jagende geest. De mensen Sassetta was een vroom mens. Miracle of the Eucharist toont een bevan de aarde, de mensen van het angstigend wonder, een ongelovig water en de mensen zonder anus. Sassetta Miracle of the Eucharist man neemt deel aan het ritueel van Rechtsboven huist de grote oersjaTempera op paneel, de communie (dit is mijn lichaam, maan, en onder en boven het uni24 x 38 cm, c. 1425-6 dit is mijn bloed) maar God heeft versum bevindt zich de leegte. hem door en de man valt dood neer. Uit de hostie Deze nacht begin ik met het tekenen van mijn eispuit bloed omhoog en een zwart duiveltje vliegt gen universum, een waarin de geesten van mijn

26


weg met de ziel die voor eeuwig zal branden in de hel. Het is dus zaak om je ongelovige gedachten niet te denken. Molinier zat vol zondige gedachten die hij uitleefde in zijn foto’s. Als een sjamaan daalde hij af naar een onbegrensde seksuele onderwereld en transformeerde zichzelf tot vrouw, tot tussenwezen, tot seksueel dier. Hij wilde dat de kijker zijn ogen zou bevuilen met het kijken naar deze beelden: ‘Alleen dan zouden ze in staat zijn zichzelf te kennen, hun ware erotische gevoeligheid te ontdekken en echte spirituele vrijheid te vinden.’5 Voor zijn nooit geschreven biografie had hij al wel een titel in gedachten: Shaman and his Creatures.

Ondertussen houd ik me bezig met wat de ziel is, de lege ziel of de volle ziel. Mijn docenten hebben het woord ziel nooit uitgesproken. Die Seele. Een prachtig woord dat ruikt naar zoute zee en oneindigheid. Kunstenaar Eylem Aladogan neemt de ziel op in de titel van een sculptuur: Listen to your soul my blood is singing iron triggers that could be released. Wislawa Szymborska schreef over de ziel die op ons wacht tot we klaar zijn met poetsen en de was doen. En zelfs Picasso noemt de ziel: ‘Kunst wast het stof van het alledaagse leven van de ziel.’ Ik kijk naar mijn tekening. In een tekening lijkt de ruimte waarin je werkt onbegrensd, je kunt gummen, halverwege ophouden, verder tekenen, een stukje papier eraan plakken als je ruimte tekort komt. Het schilderen wordt vanaf de start bepaald door de begrenzing van het frame, iedere verfstreek loopt vooruit op het totale beeld, ‘lijnen zijn meer in wording, terwijl schilderen zich beweegt naar voltooiing.’ 7 Een schilderij is als een hortus conclusus, een ommuurde tuin, en juist die beperking van het voltooide beeld is onweerstaanbaar. Daarom schilder ik. Een schilderij is een plaats, een oord, een ruimte die naar binnen buigt of zich juist naar voren uitstrekt, de bezoeker in het gezicht spuugt of warm omhelst. En net als de hortus conclusus dwingt het schilderen tot introspectie, want uiteindelijk draagt het een reflectie op de wereld in zich. Mijn reflectie.

De man die als een aantrekkelijke vrouw met een zwoele zwarte pruik je fantasie prikkelt in Effigy, neemt in het werk van Victor Man een dreigende vorm aan. Van verleiding Pierre Molinier is geen sprake meer, een Ku Klux Effigie N°2 Klan-achtige gedaante, een eigenPhotomontage 15,6 x 11,8 cm, 1967 tijdse Savonarola, die als een stevige beul de zweep klaar houdt. Hou je gedachten in toom! Nieuwe rituelen verdringen de oude, maar het geweld houdt aan. De schilderijen van Victor Man vragen een uiterste inspanning van je ogen, ze zijn donker als pek en de voorstelling is er bijna in weg gezogen. Maar ook als je ogen dan eindelijk vat hebben op het beeld is het niet eenvoudig te begrijpen: die sjamaan, onherkenbare details, vage vlekken, ‘mystiek creëren door iets weg te laten en zo te wijzen op hoe ‘verlies’ kan leiden tot de gewaarwording dat alle dingen met elkaar verbonden zijn’.6 Verlies, ja, dat ken ik als mijn broekzak. In de sta‘Waarom schilderen schilders nog steeds? Voor pels verf, in die zwarte lagen huist de leegte. mij heeft dat een duidelijke reden. Omdat de we-

27


reld plat is,’ schreef Marlene Dumas.8 Ik doe de deur van mijn atelier op slot. Dagenlang dwaal ik rond en observeer de platte wereld. Ik lees de krant, neem de trein naar mijn geboorteplaats, maak een pelgrimage naar Zeeland, naar de plaatsen uit mijn favoriete film Kan door huid heen, mijn ouderlijk huis, en terwijl ik rondloop komen de herinneringen weer naar boven. Angst, verdriet, liefde, al die herkenbare gevoelens, die gevaarlijke woorden, het drijfzand van de kunst. Ik ga naar mijn enige broer – die me liever niet ziet maar ik bel toch aan – en ga meteen bij mijn tante in Bergen op Zoom langs. Ik herken het landschap en geniet van het weidse, de stilte, de vogels en de zee. En zo omcirkel ik de leegte in mijn ziel die door mijn lijf en leden wordt verpakt. Via de toetsen van mijn computer reis ik de rest van de wereld door. Alle fragmenten neem ik mee naar mijn atelier, een koffer vol foto’s en plaatjes, alle verzamelde beelden. Mijn beeldenencyclopedie.

laat me graag voortdurend verrassen door de dingen om me heen, beelden die ik van ieder soort betekenis ontdoe (wat noodzakelijk is om een nieuwe inhoud te kunnen formuleren), en dan gebruik als de stenen in een gebouw. Ze dienen een doel, dat boven henzelf uitstijgt.’ 9 We hebben de neiging om weg te laten wat we niet begrijpen, het bestaan van het mysterie te ontkennen. Ik gooi mijn net uit om het niet-begrijpen te vangen. Om verbinding te maken met mijn eigen verleden en het verlies te omcirkelen. Te midden van mijn plaatjes ga ik aan het werk, vol van herinneringen die ik aanscherp met mijn gevonden beeldenbibliotheek. Daar in het atelier ontstaan weer sterren op een klein stukje doek. Het doek zuigt de kosmos op, tijden buitelen over elkaar, herinneringen verdringen zich en mijn werk wordt groen en zompig als het oerwoud van de Amazone. Plaatsen en plekken vol van gedachten en gevoelens. Een tijdsbeeld, waarbij ik me realiseer dat de zon niets anders is dan een ster te midden van miljoenen andere sterren in het heelal.

‘Waarom een afbeelding schilderen?’ herhaalt Barry Schwabsky als een mantra in het boek The place I’m coming from van Victor Man uit 2006. Ja, waarom een plaatje transformeren tot een schilderij? Omdat de afbeelding zo’n onmisbaar onderdeel is van het geheugen, de plaatjes zijn de ankerpunten waaraan we het verleden ophangen. Het gezicht van mijn moeder herinner ik me door de foto’s. Het huis waar ik woonde is een vale kleurenfoto uit de jaren zestig. Middels afbeeldingen wordt een net uitgezet, een net dat het verleden tracht te vangen of ons laat beseffen hoe onmogelijk dat is, omdat het verleden ons altijd ontsnapt. Ja, herinneren is een vervalsend proces, gewelddadig. Iedere keer maken we een nieuwe constructie van dat verleden. ‘Het belang van beelden ligt in het gevoel van herkenning, het deja vu,’ schrijft Barry Schwabsky. Ja, dat is wat Man bedoelt: ‘Ik

Hanne Hagenaars

1 Jordan Kantor, The Tuymans Effect, Art Forum, 2004 2 Een foto van Stephan Vanfleteren, 2008 3 Deze orchidee komt voor in het werk van Luc Tuymans 4 Luc Tuymans, ‘Ik wil schilderen zonder deemoed’, Bianca Stigter, NRC Handelsblad, 1995 5 Tim Ingold, Being Alive, Routledge London, 2011 6 Iain Gale, Pierre Molinier, The forgotten Surrealist, The Independent, Thursday 4 November 1993 7 Victor Man, If mind were all there was, on the occasion of The Lazarus Protocol, Transmission gallery, 2011 8 Marlene Dumas, The World is Flat, On painting, De Rijksakademie, 1990 9 Citaat uit gesprek tussen Victor Man en Gianni Romano, Contemporary- magazines, http://www.contemporary-magazines.com/interview82.htm

28


White spirit essay

She is a good-looking, strong dark woman and big – beside her I’m as skinny as a rake. With an infectious laugh she tells me her life story, about her predestination as a Winti priestess. How the god Kromanti had taken possession of her and how she now carries his power inside her. Kromanti is the god of war, of the strength that comes to help you when you need it. To be honest I had wanted to have my studio cleaned so as to make a fresh start, to get the inspiration to come flying in again. Day after day I read and studied texts by and with my great heroes. But it seemed as if their hands were slowly being placed on mine and paralyzing my hands while the sentences raced through my head. One day I decided to ban them from my studio. My heroes. I stacked the books up at home in the hall under the coat rack and I mopped my studio. But it wasn’t enough.

In my studio, among all the tubes of paint, there is a plastic bottle of white spirit, turpentine, for rinsing brushes, for cleaning up paint, for blurring areas on a painted surface. The great painter Luc Tuymans certainly uses it for his thin compositions. ‘His followers appear to have Tuymans’s spectral oils in mind as they squeeze out blobs of paint, mix up some turpentine-heavy medium, and take brush to canvas,’ wrote Art Forum1 about my work and that of others. Thinning to get to the heart of the matter. I study a photo of the master: Tuymans, introspective, with a wisp of smoke spiralling upwards from his mouth, like a medium performing a ritual, banishing or summoning the spirits, although I think that nothing would be more alien to him than a magic ritual.2 An analyst. A watcher. I dance around the table in search of inspiration. It’s still damn quiet in my studio. Nula sits facing me in Café Loos in The Hague.

29


The woman looks at me, ‘Girl, what can I do for you?’ I start, confused, ‘What is my job as an artist?’ I suddenly ask. ‘I no longer know why and how I’m going to spread paint on a canvas. I’m going nowhere.’ Nula nods understandingly and speaks to me. She believes that the Netherlands has lost something important; the country is rich and poor at the same time. ‘The cold has taken the people’s souls. In Winti we talk about the kra, the soul, the divinity in man, which we revere with rituals, which we nourVictor Man ish through our relationships with Shaman others. Here life is barren. The word olieverf op linnen 34 x 25.5 cm, 2008 ‘soul’ sounds like a curse. It could be the job of the artist to bring the magic back into our world. Leave your studio and enter new spaces. Go in search of the soul.’

my father left the scattering of her ashes to the undertaker. A bilious green orchid – a false violent flower – appears at the edge of the paper.3 As I draw the memories tumble over one another, crying and calling, jostling one another. ‘The process of remembering has something violent about it, because you always leave things out. Dissolving paint is also violent, taking it away.’ (Luc Tuymans, NRC 954) His words pursue me again. But I continue to work hard on my own map of the cosmos. The next day I email my drawing to a friend. Almost immediately he sends a reply: an illustration of Victor Man’s 2008 painting Shaman. Without comment. Perhaps he’s afraid that I’ve fallen in a bucket of New Age dregs. This shaman is a gloomy, dark character, a clash between Miracle of the Eucharist by the fourI spread out the map: a map of the universe from teenth-century painter Sassetta and Effigy (1970) the Amazon, the little ridge where the people live by Pierre Molinier. is an extremely small layer in this complicated Sassetta was a pious man. Miracle of the Euchasystem; the area of the spirits is infinitely larger, rist shows a frightening miracle. An unbeliever where the two mythical carriers of the world can is taking part in the Communion rite (this is my be found, just above the land of the body; this is my blood) but God dead and the world of the hunting sees through him and the man spirit. The people of the earth, the drops dead. The host spurts blood people of the water and the people and a small black devil flies off with without an anus. Top right lives the the soul, which will burn in hell for eternity. It is wise, therefore, not to Great Shaman, and above and bethink disbelieving thoughts. Molinlow the universe there is emptiness. Sassetta ier was full of sinful thoughts that That night I begin to draw my own Miracle of the Eucharist Tempera on panel he indulged in his photographs. universe, one in which the spirits of 24 x 38 cm, c. 1425-6 Like a shaman he descended into my father and my mother roam, the an unrestrained sexual underworld and transspirit of my dead brother, my living and no longer formed himself into a woman, into a transsexual, living friends. I give my mother’s ashes a place too;

30


the soul that waits for us until we have finished into a sexual beast. He wanted the viewer to be contaminated by looking at these images: ‘Only cleaning and doing the washing. And even Picasso then would they be able to know themselves, to mentions the soul: ‘Art washes the dust of everydiscover their true erotic sensibility and find real day life from the soul’. spiritual freedom.’ 5 He already had a title – The I look at my drawing. In a drawing the space you Shaman and His Creatures – for the biography that work in seems boundless; you can rub out, stop was never written. half way, carry on drawing or stick a piece of paThe man who titillates you as an attractive womper on to it if you run out of space. From the start painting is constrained by an in a sultry black wig in Effigy the boundary of the frame; every takes on a threatening form in Vicbrushstroke anticipates the total tor Man’s work. There is no hint of image, ‘lines are more becoming, seduction, a Ku-Klux-Klan like figpainting moves to completion’.7 A ure, a modern-day Savonarola, who like a muscular tyrant has the whip painting is like a hortus conclusus, at the ready. Keep your thoughts in a walled garden, and this very recheck! New rituals push aside the striction of the completed image old, but the violence goes on. Victor is irresistible. That’s why I paint. A Man’s paintings make extreme depainting is a place, a region, a space mands on your eyes; they are dark that flexes inwards or extends foras pitch and the subject is almost ward, spits in the face of the visitor sucked away into them. But even or embraces them warmly. And, when your eyes have finally decilike the hortus conclusus, painting phered the image they are not easy forces you into introspection, for Pierre Molinier Effigie N°2 to understand: this shaman, the ultimately it carries a reflection of Black and white photograph Lazarus Protocol, ‘to create mystithe world in itself. My reflection. 15,6 x 11,8 cm, 1967 cism through omission, pointing ‘Why do painters still paint? To out how “loss” may give rise to an me the reason is clear. Because the awareness of the connectedness of world is flat,’ wrote Marlene Duall things.’ 6 mas.8 I lock the door of my studio behind me. For Loss – sure, I know it like the back of my hand. In days I wander around and observe the flat world. the stacks of paint; the emptiness lives in those I read the newspaper, take the train to my birthblack layers. In the meantime I occupy myself with place, make a pilgrimage to Zeeland, to the placwhat the soul is, the empty soul or the full soul. es in my favourite film ‘Kan door huid heen’ (Can My lecturers have never uttered the word ‘soul’. go through skin), my parents’ house and, while I Die Seele. A fantastic word that smells of the salt walk around, the memories resurface. Fear, grief, sea and infinity. Artist Eylem Aladogan includes love – all those recognizable feelings, those danthe soul in the title of a sculpture: ‘Listen to your gerous words, the quicksand of art. I go to my only soul my blood is singing iron triggers that could brother – who would rather not see me, but I ring be released’. Wislawa Szymborksa writes about his doorbell anyway – and go straight to my aunt

31


in Bergen op Zoom. I know the landscape and enjoy the vastness, the silence, the birds and the sea. And so I encircle the emptiness in my soul that is cloaked by my body and limbs. I travel the rest of the world using the keys on my computer keyboard. I take all the fragments with me to my studio, a suitcase full of photos and pictures, all collected images. My picture atlas. ‘Why paint pictures?’ repeats Barry Schwabsky like a mantra in the 2006 book The Place I’m Coming From by Victor Man. Yes, why transform a picture into a painting? Because the image is such an indispensable part of the memory; the pictures are the anchor points on which we hang the past. I recognize my mother’s face from the photos. The house where I lived is a faded colour photo from the 1960s. Images cast a net, a net that tries to capture the past or makes us realize how impossible that is, because the past always eludes us. Yes, remembering is a falsifying process, violent. Every time we make a new construct of that past. ‘What is important about the images is the sense of familiarity they convey, of deja vu,’ writes Barry Schwabsky. Yes, this is what Man means, ‘I rather let myself be constantly surprised by things around me, images which I empty of any kind of content (which is necessary so that I can formulate a new one), and use them as bricks in a building. They serve a purpose, which is beyond themselves.’ 9

32

We have a tendency to leave out what we don’t understand, to deny the existence of mystery. I cast my net to capture the non-understanding. To connect with my own past and to encircle the loss. I go to work amid my pictures, full of memories that I sharpen with my found image library. There in the studio, stars appear again on a small piece of canvas. The canvas sucks up the cosmos, times tumble over each other, memories crowd around and my work becomes green and squelchy like the Amazon jungle. Places and locations full of thoughts and feelings. An image of time, which makes me realize that the sun is nothing but a star amid millions of other stars in the universe. Hanne Hagenaars

1 Jordan Kantor, The Tuymans Effect, Art Forum, 2004 2 A photo by Stephan Vanfleteren, 2008 3 This orchid features in Luc Tuymans’s work 4 Luc Tuymans, ‘Ik wil schilderen zonder deemoed’, Bianca Stigter, NRC Handelsblad, 1995 5 Tim Ingold, Being Alive, Routledge London, 2011 6 Iain Gale, Pierre Molinier, The Forgotten Surrealist, The independent, Thursday 4 November 1993 7 Victor Man, If mind were all there was, on the occasion of The Lazarus Protocol, Transmission gallery 2011 8 Marlene Dumas, The World is Flat, On painting, De Rijksakademie, 1990 9 Quote from a conversation between Victor Man and Gianni Romano, Contemporary-magazines, http://www.contemporary-magazines.com/ interview82.htm



EXPOSANTEN EXHIBITORS

Niels Broszat (1980) nielsbroszat@me.com Icoon #010 / Icon #010 Eitempera en olieverf op paneel Egg tempera and oil on panel 63 x 47 cm, 2014

Niels Broszat (1980) nielsbroszat@me.com Icoon #011 / Icon #011 Eitempera en olieverf op paneel Egg tempera and oil on panel 45.5 x 38 cm, 2014

Koen Doodeman (1987) info@koendoodeman.nl Zonder titel (Cadenza) Untitled (Cadenza) Acryl en inkt op doek Acrylic and ink on canvas 190 x 160 cm, 2014

34

Koen Doodeman (1987) info@koendoodeman.nl zonder titel (Curved Air) Untitled (Curved Air) Acryl en inkt op doek Acrylic and ink on canvas 200 x 150 cm, 2014


Bob Eikelboom (1991) bobeikelboom@hotmail.com Place This Work next to Medusa for the Inkblot Test Hoogglans lak-magneten op staal Gloss lacquer, magnets on steel 200 x 150 cm, 2014

Bob Eikelboom (1991) bobeikelboom@hotmail.com Medusa Hoogglans lak-magneten op staal Gloss lacquer, magnets on steel 200 x 150 cm, 2014

Jessica Skowroneck (1989) jessica.skowroneck@gmail.com Agape Acryl op MDF Acrylic on MDF 40 x 44 cm, 2013

Jessica Skowroneck (1989) jessica.skowroneck@gmail.com Before Breakfast Acryl op MDF Acrylic on MDF 105 x 122 cm, 2013

Rob Bouwman (1981) info@robbouwman.com Zonder titel/Untitled Olieverf, alkyd en hout Oil, alkyd and wood 34.5 x 25 x 27 cm, 2014

Geronimo Cadogan (1989) geronimocadogan@gmail.com Guckende 2 Olieverf op paneel / Oil on panel 20 x 30 cm (5 luik /5 panels), 2013

Roos van Dijk (1989) info@roosvandijk.com Rovníková 8, Nad Jazerom, Košice acrylverf op linnen op paneel Acrylic on linen on panel 19 x 13 cm, 2013

Jeffrey Dunsbergen (1979) jeffreydunsbergen@hotmail.com A4 Acryl op doek / Acrylic on canvas 40 x 30 cm, 2012

35


Anne Forest (1983) info@anneforest.nl Frank Acryl op tapijt Acrylic on carpet 140 x 133 cm, 2014

Quint Hartmann (1983) cinqquant@hotmail.com Move Love Acryl op doek Acrylic on canvas 200 x 200 cm, 2013

Frederique Jonker (1991) frederique_jonker@hotmail.com Zonder titel /Untitled Olieverf, lak en acrylspuitbus Oil, lacquer and acrylic spray 200 x 250 cm, 2013

Lilian Kreutzberger (1984) liliankreutzberger@yahoo.com Zonder titel /Untitled Gips acryl in lasercut hout Plaster, acrylic in laser-cut wood 120 x 90 cm, 2014

Henrik Krรถner (1979) henrikkroner@hotmail.de Dance the Night Away Kleurpotlood op ongeprepareerd ruitjesdoek Coloured pencil on unprepared squared canvas 190 x 140 cm, 2013

Daniel Mullen (1985) danielmullen19@hotmail.com Repetition in Movement Olieverf op doek Oil on canvas 160 x 170 cm, 2014

Janine van Oene (1988) janinevanoene@gmail.com Zonder titel / Untitled Olieverf op doek Oil on canvas 30 x 40 cm, 2014

Selma van Panhuis (1980) mail@selmavanpanhuis.nl Zonder titel (uit de serie: all structures are unstable) Untitled (from the series: All Structures are Unstable) Egg tempera on canvas 46 x 36 cm, 2013

36


Oscar van der Put (1989) oscarvanderput@gmail.com Zonder titel /Untitled Olieverf op linnen Oil on linen 190 x 110 cm, 2014

Tanja Ritterbex (1985) teun_koek@hotmail.com You Visited Me as a Black Lion in my Dreams Olieverf en shellack op doek Oil and shellac on canvas 140 x 180 cm, 2014

Eva Spierenburg (1987) evaspierenburg@gmail.com Verloren hoofd met tietjes Lost Head with Tits acryl, paraffine, gesso, potlood en pastelkrijt op doek Acrylic, paraffin, gesso, pencil and pastel chalk on canvas 39.5 x 29.5 cm, 2014

Han Sterrenburg (1983) sterrenburghan@hotmail.com Zonder titel / Untitled Acrylverf, gouache, papier en hout Acrylic, gouache, paper and wood 49.5 x 49 cm, 2014

Hugo Tieleman (1982) hugotieleman@hotmail.com Mining Site 1 Olieverf, alkyd, spuitbus en verschillende materialen op doek Oil, alkyd, spray paint and various materials on canvas 200 x 150 cm, 2014

Sabina Timmermans (1984) info@sabinatimmermans.nl When All Mountains are Fiction #3 Acrylverf op doek Acrylic on canvas 25 x 35 cm, 2013

Jop Vissers Vorstenbosch (1986) jopvissersvorstenbosch@ gmail.com Situatie gewijzigd Situation Changed Olieverf, spuitbus op doek Oil, spray paint on canvas 35 x 40 cm, 2014

Marieke van ’t Zet (1979) info@mariekevantzet.nl Zonder titel /Untitled Gouache op doek Gouache on canvas 25.5 x 18 cm, 2014

37


Winnaars sinds 1947 WINNERS SINCE 1947

1947 Pieter Defesche / Jef Diederen / Chris van Geel / Jan Groenestein / Frans Wiegers / Nicolaas Wijnberg

Marijke Stultiens-Thunnissen / Gerrit Veenhuizen / Co Westerik

Kwint / Guillaume Lo-A-Njoe / Annemiek Rutten / Lukas Smits

1948 Herman Berserik / Jef Diederen / Theo Kroeze / Ger Lataster / Frans Wiegers

1954 Geery de Bakker / Hans Engelman / Kees Franse / Jaap Ploos van Amstel / Wim Strijbosch / Marijke StultiensThunnissen

1960 Henk Dorré / Willem Kloppers / Han Mes / Ton Orth / Gerard Verdijk / Aat Verhoog

1949 Herman Berserik / Elisabeth de Boer / Jef Diederen / Ger Lataster / Frans Nols

1955 Ko Oosterkerk / Lei Molin / Hans Truyen / Aat Velthoen / Louis Visser / Toon Wegener

1950 Elisabeth de Boer / Nora van der Flier / Cootje Horst-van Mourik Broekman / Frans Nols / Max Reneman / Dirk Trap

1956 Jacques Frenken / Hens de Jong / Lei Molin / Jan Sierhuis / Marijke Stultiens-Thunnissen

1951 Henk Bies / Dirk Breed / Mia Jongmans / Jacob Kuyper / Dirk Trap / Jan Jaap Vegter

1957 Jaap Hillenius / Han Mes / Ko Oosterkerk / Ton Orth / Willem den Ouden / Aat Velthoen

1952 Rudi Bierman / Arie Kater / Harry op de Laak / Frans Nols / Pierre van Soest / Co Westerik

1958 Gerard van den Eerenbeemt / Pieter Engels / Ton Frenken / Jaap Hillenius / Trees Suringh / Auke de Vries

1953 Jaap Ploos van Amstel / Max Reneman / Pierre van Soest /

1959 Gerard van den Eerenbeemt / Arie van Houwelingen / Steven

1961 Peter Jansen / Willem Kloppers / Han Mes / Jacques Slegers / Jan Willem Smeets 1962 Han Mes / Wim Moerenhout / Ton Orth / Jan Roeland / Lukas Smits 1963 Pat Andrea / Gustave Asselbergs / Hans Hamers / Ton Klop / Joop van Meel 1964 Jan Dibbets / Jaap van der Pol / Jacques Slegers 1965 Peter Jansen / Ton Klop / Jaap van der Pol / Henk Westein 1966 Frits Calon / Ton Klop / Theo Schuurman / Henk Westein

38

1967 Mareike Geys / Henk Huig / Evert Maliangkay / Wim Moerenhout / R.W. van de Wint / Jacob Zekveld / Siet Zuyderland 1968 Mareike Geys / Age Klink / Jacob Zekveld 1969 Walter Nobbe / Kees Spermon / R.W. van de Wint / Wladimir Zwaagstra / Pieter Zwaanswijk / Siet Zuyderland 1970 Mareike Geys / Cécile Hessels / Kees Spermon / Jacob Zekveld / Pieter Zwaanswijk / Siet Zuyderland 1971 Pat Andrea / Peter Blokhuis / Gèr Boosten / Mareike Geys / R.W. van de Wint / Pieter Zwaanswijk 1972 Arie van Geest / Dick Gorter / Mareike Geys / Gerard van Zon 1973 Jules Bekker / Annemarie Fischer / Dick Gorter / Burgert


Konijnendijk / Nelleke Montfoort / Flip Rutten 1974 Hans Boer / Arie van Geest / Dick Gorter / Burgert Konijnendijk / Peter Leeuwen / Johan van Oord 1975 Hans Boer / Hedy Gubbels / Burgert Konijnendijk / J.F.B. Stuurman / Peter Thijs 1976 Hans Boer / Hedy Gubbels / Burgert Konijnendijk / J.F.B. Stuurman / Peter Thijs / Hans de Wit 1977 Gerard Hendriks / John van ,t Slot / Peter Thijs / Frans van Veen / Albert Verkade / Hans van Wingerden 1978 Nic Blans jr. / Cees Bouw / Roland Sohier / Toon Teeken / Elizabeth de Vaal / Willem van Veldhuizen 1979 Alumet / Inge van Haastert / Sjef Henderickx / Egidius Knops / Pieter Mol / Marc Volger 1980 Hedy Gubbels / Eugène Jongerius / Henk Metselaar / Sonia Rijnhout / Tiny van der Sar 1981 Ernst Blok / Ansuya Blom / Jan Commandeur / Peter Kenniphaas / Emo Verkerk / Henk van Woerden 1982 Arja van den Berg / Jos Boomkamp / Joris Geurts / Kees de Goede / Maarten Ploeg / Nies Vooijs

1983 Helma Pantus / F.F. Beckmans / Peter Klashorst / Jos van Merendonk / Marien Schouten / Han Schuil

/ Janpeter Muilwijk / Rinke Nijburg 1993 Richard Brouwer / Pierre Cops / Rens Janssen / Michael Raedecker / Wouter van Riessen / H.W. Werther

1984 Bettie van Haaster / Frank Hutchison / Guus Koenraads / Erik Pott / Conrad van de Ven / Willem van Weelden

1994 Irina Balen / Hannah van Bart / Koen Ebeling Koning / Gijs Frieling / Elsa Hartjesveld / Rob Verf

1985 Ellen van Eldik / Manuel Esparbé Gasca / Reggy Gunn / Berend Hoekstra / Lex van Lith / Kees Versloot

1995 Noud van Dun / Maarten Janssen / Carla Klein / Paul Nassenstein / Danne van Schoonhoven / Machiel van Soest

1986 Steven Aalders / Jan van den Dobbelsteen / Bart Domburg / Michiel Duvekot / Diederick van Kleef / Gerard Kodde

1996 Annemiek de Beer / Norbert Grunschel / Bas Meerman / Rik Meijers / Dino Ruissen / Ellen Zwarteveen

1987 Hans Ensink op Kemna / Hewald Jongenelis / Jacqueline Peeters / Lauran Schijvens / Marianne Theunissen / Klaasje Vroon

1997 Frank Lenferink / Paul Nassenstein / Dieuwke Spaans / Serge Verheugen

1988 Siert Dallinga / Nour-Eddine Jarram / Karenina de Jonge / Ton Kraayeveld / Bob Negrijn / Maaike Vonk

1998 Arthur den Boer / Mattijs van den Bosch / Natasja Kensmil / Dieuwke Spaans

1989 Suzan Drummen / Mirjam Hagoort / Marja van der Heiden / Benoît Hermans / Hein Jacobs / Wim Konings

1999 Robbert Jan Gijzen / Frederika Hasselaar / Joris van der Horst / Gé Karel van der Sterren

1990 Britta Huttenlocher / W.J.M. Kok / Jan van der Ploeg / F.G.Th. Ros / Paul Vos de Wael

2000 Henk Jonker / Fahrettin Örenli / Bas Zoontjens / Ina van Zijl 2001 Peter Brenner / Sara van der Heide / Rezi van Lankveld / Marcelino Stuhmer

1991 Tjong Ang / Ton Boelhouwer / Jacqueline Böse / Noëlle von Eugen / Kiki Lamers / Robert Suermondt

2002 Lise Haller Baggesen / Raaf van der Sman / Esther Tielemans / Chantal Veerman

1992 Wim Bosch / Sarianne Breuker / Hans Broek / Allard Budding

39

2003 Antoine Adamowicz / Wafae Ahalouch el Keriasti / Sander van Deurzen / Thomas Raat 2004 Thomas Raat / Marjolein Rothman / Peter Vos / Barbara Wijnveld 2005 Mariëlle Buitendijk / Melissa Gordon / Aukje Koks / William Monk 2006 Antoine Berghs / Wouter Kalis / Lucy Stein / Anneke Wilbrink 2007 Pascal van der Graaf / Simon Hemmer / Malin Persson / Marjolijn de Wit 2008 Alex Jacobs / Sebastiaan Verhees / Helen Verhoeven / Bas de Wit 2009 Marie Aly / Esiri ErherieneEssi / Hans Hoekstra / Carien Yatsiv 2010 Moran Fisher / Carl Johan Högberg / Jenny Lindblom / Kim van Norren 2011 Marie Civikov / Omar Koubâa / Katja Mater / Navid Nuur 2012 Frank Ammerlaan / Jasper Hagenaar / Keetje Mans / Evi Vingerling 2013 Wieteke Heldens / Marijn van Kreij / Philipp Kremer / Jorn van Leeuwen 2014 Niels Broszat / Koen Doodeman / Bob Eikelboom / Jessica Skowroneck


catalogus / catalogue Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2014 Royal Award for Modern Painting 2014 redactie / editing Marianna van der Zwaag tekst / contributions Hanne Hagenaars Benno Tempel vertaling / translation Lynn en Paul Richards grafisch ontwerp / graphic design Studio Renate Boere druk / printing Lecturis, Eindhoven uitgever / published by Stichting Koninklijk Paleis Amsterdam Amsterdam Royal Palace Foundation isbn 978-90-72080-51-6 tentoonstelling Koninklijk Paleis Amsterdam 11 oktober - 2 november 2014 exhibition Royal Palace Amsterdam 11 October - 2 November 2014

© Stichting Koninklijk Paleis Amsterdam www.paleisamsterdam.nl

fotoverantwoording / photos Gert Jan van Rooij, Amsterdam beeldrecht / image rights p. 26 t/m 31 Pierre Molinier Effigie N°2 Photomontage Black and white photograph 15,6 x 11,8 cm, 1967 © ADAGP Pierre Molinier Courtesy kamel mennour, Paris Stefano di Giovanni Sassetta Miracle of the Eucharist © The Bowes Museum, England Victor Man Shaman, 2008 Oil on linen mounted on wood, 34 x 25,5 cm Ginette Moulin–Guillaume Houzé Collection, Paris View from Victor Man’s exhibition at Mudam Luxembourg (11/02 - 06/05/2012) © Photo: Aurélien Mole / Mudam Bij het regelen van de auteursrechten van de illustraties is met grote zorgvuldigheid te werk gegaan. Mochten er onvolkomenheden geconstateerd worden dan zal de uitgever daarvan graag op de hoogte worden gesteld. The publisher has made due effort to observe all legal requirements governing the use of visual material. Parties whose rights may nevertheless inadvertently have been infringed are requested to contact the publisher.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.