Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2010

Page 1




Burgemeestervertrek, Paleis Amsterdam 2010

Vroedschapskamer, Koninklijk Paleis Amsterdam


KONINKLIJKE PRIJS VOOR VRIJE SCHILDERKUNST 2010


Vroedschapskamer, Koninklijk Paleis Amsterdam


TEN GELEIDE

jury. Over het geldbedrag hoeft geen belasting of premie te worden afgedragen. In 2010 zonden, in reactie op advertenties in diverse media, 252 kunstenaars dia’s en documentatie in. Ruim 2000 dia’s passeerden de revue. Aan 79 kunstenaars werd gevraagd twee schilderijen in te zenden voor de tweede ronde. De Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst wordt uitgereikt in het Koninklijk Paleis in Amsterdam. Daar vindt ook de jaarlijkse tentoonstelling plaats die ter gelegenheid van de uitreiking wordt georganiseerd. Het werk van de winnaars krijgt dan, samen met een selectie uit de inzendingen, bijzondere aandacht. De prijsuitreiking en de tentoonstelling vinden plaats onder auspiciën van de Stichting Koninklijk Paleis te Amsterdam. Aan de tentoonstelling is ieder jaar een publieksprijs verbonden. In 2009 kreeg het werk van Maarten Overdijk de meeste stemmen.

Ieder jaar wordt door Hare Majesteit de Koningin de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst uitgereikt. Deze aanmoedigingsprijs, die in 1871 door Koning Willem III werd ingesteld als Koninklijke Subsidie is bedoeld om jong talent op het gebied van de schilderkunst te stimuleren. Koningin Emma, Koningin Wilhelmina, Koningin Juliana en Koningin Beatrix hebben deze traditie van de prijs tot op de dag van vandaag voortgezet. Nederlandse kunstenaars die de beeldende kunst beroepsmatig en zelfstandig beoefenen en op één januari 2010 de leeftijd van 35 jaar nog niet hadden bereikt, konden meedingen naar een Koninklijke Prijs. Kunstenaars die de prijs eerder ontvingen, mochten, indien zij op de genoemde datum jonger waren dan 30 jaar, opnieuw meedingen. Vier kunstenaars komen ieder jaar in aanmerking voor een Koninklijke Prijs, te weten € 6.500 euro per kunstenaar. Zij worden voorgedragen door een

7


Burgemeestersvertrek, Koninklijk Paleis Amsterdam 8


JURYRAPPORT KONINKLIJKE PRIJS VOOR VRIJE SCHILDERKUNST 2010 zich tegen de waan van de dag. Zijn werk is even geheimzinnig als expressief. Er worden ovalen in zichtbaar, grote, geometrische vormen in een duistere omgeving, die nu eens oplichten en dan weer weg lijken te zinken. Ze spelen een spel met licht en donker. ‘Zoals het inademen het uitademen veronderstelt’, zei Van de Wint, ‘zo roepen licht en duisternis een tegengestelde reactie op in het oog. In zwart daalt de kleur, in wit stijgt de kleur.’ En hij citeerde de Griekse filosoof Herakleitos: ‘Het in zichzelf weerbarstige vormt harmonie.’ Het belangrijkste thema van Rudi van de Wint, die in 2006 overleed, was het samengaan van tegengestelden. Het was een motto dat, ook in politieke zin, altijd actueel zou blijven: het streven naar ‘de eenheid der tegendelen.’ Toch waren er ineens politici die klaagden. Zij misten een Nederlandse signatuur in de Kamer. Alledaagse herkenbaarheid bleek belangrijker dan het ideaal van universele eendracht. In plaats van

Klare taal in de kunst is iets anders dan in de politiek. Aan kunst kleeft soms een raadsel. Daarom wordt ze bemind, maar ook gevreesd. Ze verschilt van de politiek waar het felle licht van alledag op schijnt. Ook de politiek is een wereldje van ingewijden, ondanks alle zogenaamde studiospontaniteit, straatinterviews en de mantra van laagdrempeligheid, toegankelijkheid en betrokkenheid. Maar het is waar: in de kunst schuilt meer mysterie. Daar is ruimte voor schakeringen waar de politiek geen raad mee weet. En dat de politiek hier niet altijd raad mee weet, werd weer duidelijk toen de kunst in de Tweede Kamer afgelopen voorjaar onder vuur kwam te liggen. Iedereen kent de schilderijen uit de Kamer. Ze komen elke dag op tv, al zijn het geen plaatjes die op de koektrommel passen. Het zijn abstracte doeken, met diepe, gloeiende kleuren. De kunstenaar Rudi van de Wint maakte ze in 1992 op maat voor de nieuwe, plenaire vergaderzaal. Hij keerde

9


Thesaurie Ordinaris, Koninklijk Paleis Amsterdam 10


Vier van deze exposanten draagt de jury met het grootste genoegen voor aan Hare Majesteit de Koningin als winnaars voor de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2010. Alle vier deze kunstenaars zijn moedige onderzoekers van cryptische werelden en dubbele bodems; van de idealen en de afgronden die zich voordoen in de realiteit en in de beeldende kunst. Een schilderij kan bij hen een groot, donker raadsel zijn, verrassend genoeg voorzien van een lichtgevende rand. Want deze schilders zijn ertoe in staat tegenstrijdige krachten te bundelen: feit en fictie, ethica en esthetica. De jury waardeert het samenspel van uitersten in hun werk; werk dat nooit enkelvoudig is. Het past bij de woorden van de schrijver Albert Camus, die door één van deze schilders wordt geciteerd. Camus bepleitte in 1959 een eenheid der tegendelen, die ook in 2010 nog niet vanzelfsprekend is. Camus schreef: ‘Wat zou ik in de moeilijke tijd waarin wij leven anders wensen dan niets uit te sluiten en te leren van wit en zwart draad één koord te vlechten dat tot het uiterste gespannen staat? In alles wat ik tot nu toe heb gedaan of gezegd meen ik die twee krachten te herkennen, zelfs wanneer zij elkaar tegenwerken.’ De jury sluit zich hierbij aan. De vier kunstenaars die zij als winnaars van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2010 graag voordraagt aan Hare Majesteit de Koningin zijn in alfabetische volgorde:

abstracte harmonieën, die nog weerbarstig zijn ook, werd er gepleit voor ondubbelzinnige symbolen. Concreet en figuratief. Zo strekt de (symbool)politiek zich uit tot de kunst: abstractie is tot daar aan toe, maar, voor alle duidelijkheid, toch liever de Nederlandse vlag en de Nederlandse leeuw. In de schilderkunst gaat het er zelden of nooit zo onomwonden aan toe, ook niet bij de Koninklijke Prijs. Gelukkig maar. De schilderijen die in 2010 in het oog sprongen en ook bij herhaalde beschouwing het meeste indruk op de jury maakten, ontkomen aan pamflettisme en symboolpolitiek. Ze geven eerder gestalte aan dat mysterieuze samenspel van uitersten waar Van de Wint naar zocht, die eenheid der tegendelen, het stijgen en dalen van licht en donker, zwart en wit. Niet dat de jury daar speciaal op uit was. Zo werkt het niet. De jury laat zich leiden door de kunst; door de schilders die hun werk inzenden om mee te dingen naar de Koninklijke Prijs. In 2010 waren dat ruim 250 kunstenaars. Zij, en op hun beurt de 79 schilders die uit dit grote gezelschap werden gekozen voor de tweede selectieronde, vertegenwoordigen een breed spectrum aan mogelijkheden. Dit varieert van pure abstractie tot uitbundige figuratie, van simpel en doeltreffend tot complex en ambitieus. En al deze mogelijkheden zijn ook weer terug te vinden in het werk van de 24 kunstenaars die de jury ten slotte heeft uitgekozen voor de tentoonstelling in het Koninklijk Paleis.

11


Kamer van Commissarissen van Kleine Zaken, Koninklijk Paleis Amsterdam 12


MORAN FISHER CARL JOHAN HÖGBERG JENNY LINDBLOM KIM VAN NORREN

De jury bestond in 2010 uit: Tjebbe Beekman, Hanne Hagenaars, Stijn Huijts, Carla Klein, Ronald Ophuis en Wilma Sütö (voorzitter).

Zij zijn ieder met twee werken vertegenwoordigd op de tentoonstelling in het Koninklijk Paleis. Het werk is verder gedocumenteerd in de catalogus, die dit jaar werd vormgegeven door Kim Engbers. Verder gaat Bregje van Woensel in een speciaal hiervoor geschreven essay in op de voortdurende actualiteitswaarde van de schilderkunst.

Namens de jury, Wilma Sütö

13


Schepenzaal, Koninklijk Paleis Amsterdam 14


MORAN FISHER

WINNAARS KONINKLIJKE PRIJS VOOR VRIJE SCHILDERKUNST 2010

MORAN FISHER CARL JOHAN HÖGBERG JENNY LINDBLOM KIM VAN NORREN

15

Moran Fisher wist de jury te imponeren en te verleiden met een zwart en een wit schilderij. Oosters aandoende versieringen gaan hierin samen met de strakke geometrie uit het westerse modernisme. De diverse culturen worden letterlijk met elkaar verweven, want Fisher gebruikt niet alleen verf op doek, maar ook garen. Zwart en wit complementeren elkaar bij haar zoals de dag en de nacht, al zijn haar beide schilderijen ook los van elkaar hypnotiserend: zoals een bruidssluier of een sterrenhemel.

CARL JOHAN HÖGBERG De grote, bijna monochrome schilderijen van Carl Johan Högberg hebben de jury aangenaam verwonderd. Absurdisme en mysterie gaan bij hem krachtig samen. Zijn schilderijen zijn ferm, maar laten zich niet gemakkelijk kennen. In het zwart schuilen voorstellingen die soms even ongrijpbaar zijn als een lichtreflectie. Bijzonder is dat die lichtreflectie zelf juist wel tastbaar is. Högberg maakt zijn schilderijen groter dan het doek zelf. Is het niet met een spiegeling, dan wel met een suggestieve maskerade.


MORAN FISHER (1982) UTRECHT moranfisher@yahoo.com

Black Textiel (fabric) en olieverf op doek 140 x 180 cm 2009

White Textiel (fabric) en olieverf op doek 180 x 140 cm 2009

CARL JOHAN HĂ–GBERG (1979) AMSTERDAM carljohanhogberg@gmail.com

Zonder Titel Olieverf op doek 180 x 210 cm 2009 Health through sports Olieverf op doek 180 x 240 cm 2010

16


JENNY LINDBLOM (1981) AMSTERDAM jenny.k.lindblom@gmail.com

Zonder Titel (Limited Ambition) Olieverf op doek 160 x 120 cm 2010

Badbild / Bonnbränna (Limited Ambition) Olieverf op doek 150 x 120 cm 2010

KIM VAN NORREN (1980) KAMPEN kimvannorren@gmail.com

It’s a cold and it’s a broken hallelujah Acryl op doek 180 x 162 cm 2009

There is no decent place to stand in a massacre Acryl op doek 170 x 160 cm 2009

17


JENNY LINDBLOM Het nachtelijke palet van Jenny Lindblom is sensueel, maar bovendien vervuld van een sluimerende, emotionele lading. De jonge vrouwen en soms mannen die opdoemen in het maanlicht bespelen elkaar en hun omgeving, inclusief de kijker. Er worden glimpen zichtbaar van een broeierige groepsdynamiek en verlangen naar zelfbevestiging. De blond oplichtende kapsels reflecteren het spel met de maan dat hier wordt gespeeld.

KIM VAN NORREN Kim van Norren overtuigde de jury bij een eerste oogopslag en telkens opnieuw. Haar werk heeft een onmiddellijke aantrekkingskracht, maar is ook diepzinnig. Zij schildert teksten zo, dat hun beeldende kwaliteit gewaagd is aan de grafische. Het werk kruipt onder de huid. Van Norren isoleerde zinsneden uit songs van Leonard Cohen. It’s a cold and it’s a broken hallelujah; There is no decent place to stand in a massacre. Hoewel zij ermee aan de haal gaat, ogenschijnlijk luchtig, raakt haar vingerwijzing naar het geweld in deze wereld een open zenuw.

Black MORAN FISHER 18


White MORAN FISHER 19


Zonder Titel CARL JOHAN HÖGBERG 20


Health through sports CARL JOHAN HÖGBERG 21


Zonder Titel (Limited Ambition) JENNY LINDBLOM 22


Badbild / Bonnbr채nna (Limited Ambition) JENNY LINDBLOM 23


It’s a cold and it’s a broken hallelujah KIM VAN NORREN 24


There is no decent place to stand in a massacre KIM VAN NORREN 25


EXPOSANTEN 2010 MORAN FISHER CARL JOHAN HÖGBERG JENNY LINDBLOM KIM VAN NORREN & FRANK AMMERLAAN NIELS BROSZAT MARIE CIVIKOV KOEN DOODEMAN SIDI EL KARCHI LOTTE GEEVEN JASPER HAGENAAR THIJS JANSEN ROEL JEROEN VAN DER LINDEN GIJS VAN LITH KEETJE MANS CHARLOTTE MOUWENS EMILE MIEDEMA SVEN ROBIN NIBBELING FRANK PEETERS ANNE SCHIFFER SABINA TIMMERMANS EVI VINGERLING CAROLE VRIJHOEVEN SARAH DE VOS

26


FRANK AMMERLAAN (1979) AMSTERDAM ammerlaanfrank@gmail.com

MARIE CIVIKOV (1979) DEN HAAG mariecivikov@gmail.com

SIDI EL KARCHI (1975) MAASTRICHT sidielkarchi@hotmail.com

Lucky bingo life Acryl, olieverf en linnen, 200 x 241 cm, 2010

Sleep

Oldtown

Olie, acryl en lak op doek, 180 x 160 cm, 2009

Olieverf op doek, 200 x 170 cm, 2010

NIELS BROSZAT (1980) WILNIS info@nielsbroszat.nl

KOEN DOODEMAN (1987) UTRECHT info@koendoodeman.nl

LOTTE GEEVEN (1980) AMSTERDAM info@geeven.nl

On Empire Hill Tape, Lak op papier, 119 x 153 cm, 2009

Heren met veren Gemengde technieken op hout en MDF, 145 x 142 cm, 2010

Hoekbank #1 Olieverf op doek, 170 x 170 cm, 2010

27


JASPER HAGENAAR (1977) UTRECHT jasperhagenaar@gmail.com

ROEL JEROEN VAN DER LINDEN (1982) VLIJMEN roeljeroenvanderlinden@hotmail.com

KEETJE MANS (1979) MAASTRICHT info@keetjemans.nl

Jag Exit Acrylverf op linnen, 200 x 300 cm, 2008

Gotham beach Olieverf op linnen, 170 x 201 cm, 2010

Zelfportret met bananen #2 Olieverf op linnen, 150 x 150 cm, 2010

THIJS JANSEN (1986) GRONINGEN thijsja@hotmail.com

GIJS VAN LITH (1984) DEN BOSCH glmvanlith@gmail.com

CHARLOTTE MOUWENS (1981) AMSTERDAM info@charlottemouwens.com

De pornohoek Acryl, olieverf op paneel, 25 x 30 cm, 2010

Rockin’ in the second dimension Olieverf, acryllak, 200 x 200 cm, 2010

Don’t stop the Music Acryl, medium, olieverf op linnen, 200x 120 cm, 2010

28


EMILE MIEDEMA (1980) UTRECHT info@emilemiedema.nl

ANNE SCHIFFER (1980) ROTTERDAM anneschiffer@gmx.de

CAROLE VRIJHOEVEN (1981) DEN BOSCH cvrijhoeven@gmail.com

9 gele vlaggetjes en een zilverkleurig vlak

Zonder titel

Spuitverf en acryl op canvas, 110 x 151 cm, 2009

Diverse gebruikte materieel, 170 x 205 cm, 2009

SVEN ROBIN NIBBELING (1988) DEN BOSCH sven_nibbeling@hotmail.com

SABINA TIMMERMANS (1984) DEN BOSCH info@sabinatimmermans.nl

SARAH DE VOS (1985) AMSTERDAM sarahdevoscontact@gmail.com

Fling

Er nog verder vandaan

Zonder Titel Olieverf, 200 x 170 cm, 2010

Olieverf op katoen, 31 x 40 cm, 2009

Acrylverf op doek, 150 x 200 cm, 2010

FRANK PEETERS (1975) EINDHOVEN defrankman@hotmail.com

EVI VINGERLING (1979) AMSTERDAM evi.vingerling@gmail.com

Izmir Bazaar: Prada, Dolce & Gabbana, motörheadshirts, very special price for you… My friend…

Feest verlichting Olieverf en acryl op linnen, 141 X 206 cm, 2010

Olie op doek, 198 x 275 cm, 2010 29

Green is the new black Olieverf en lak op doek, 50 x 65 cm, 2010


Š Ilona Verhoeven

All Art Has Been Contemporary MAURIZIO NANNUCCI 2008 Altes Museum Berlijn 30


NOW. NOT NOW. AND NOW. NOW BREGJE VAN WOENSEL

reclames, is de schilderkunst een complex medium. Weliswaar kan het zich puntig en met oneliners presenteren, tegelijkertijd leent het zich slecht voor slogans. Schilderkunst is ondoorgrondelijker dan reclame en geeft haar regels niet snel prijs. Een schilderij slaat ideeën en vraagstukken in zich op, laat deze langzaam naar buiten sijpelen en beetje bij beetje tot de beschouwer doordringen. Dit vraagt aandacht, tijd en concentratie. Toch is schilderkunst van alle tijden en te allen tijde contemporary. In een tijd waarin instant beeldbevredigende kunst gebrand wordt als kijkcijferkanon voor huidige kunstmusea en waar subsidiefaehig populistisch conceptualisme de schijn ophoudt zich door middel van reactionaire rebellie maatschappelijk te engageren, is de minder kant-en-klare, ogenschijnlijk hermetische schilderkunst een welkome uitdager van de geest. Schilderkunst is vanwege haar ongrijpbaarheid en ruimte voor abstract denken een broodnodige aanjager van het denken, voorbij het beredeneerbare, voorbij geschiedswaarheden en juist vanwege haar dwingende uitnodiging tot reflectie geëngageerd met de samenleving als nooit tevoren.

Toen ik tijdens de vorige Berlijnse Biënnale, in 2008, door Berlijn fietste, tooide een immense neon het Altes Museum met de tekst All Art Has Been Contemporary, een werk van kunstenaar Maurizio Nannucci. Het Altes Museum werd rond 1828 door architect Friedrich Schinkel gebouwd en was het eerste museum in Europa dat speciaal werd ontworpen als kunstmuseum. Het museum, bewaarplaats van het verleden, schoof zich via het neonwerk naar voren als speler in het actuele kunstenveld. Bovendien liet het werk uitmuntend zien waar de hedendaagse samenleving mee worstelt: een lenige omgang met het tijdsbegrip, met geschiedschrijving, de preoccupatie met het idee van vooruitgang en met het idee dat geschiedenis ons iets leert. All Art Has Been Contemporary bedient zich van taal. Het werk doet letterlijk een uitspraak waar de toeschouwer zich toe dient te verhouden. Het is ondenkbaar dat een schilderij eenzelfde effect heeft, alleen al doordat het zo’n vanzelfsprekend verbond met de openbare ruimte ontbeert. Een schilderij zuigt eerder de beschouwer zijn wereld in dan dat het schilderij zich de wereld in blaast. Terwijl een neonwerk de taal spreekt van de straat - denk aan

31


“THEY CANNOT. THEY DOTE. THEY CANNOT. THEY AS DENOTE. MIRACLES PLAY. PLAY FAIRLY. PLAY FAIRLY WELL. A WELL. AS WELL. AS OR AS PRESENTLY. LET ME RECITE WHAT HISTORY TEACHES. HISTORY TEACHES”

1

1 Dit is een fragment van het laatste deel uit een gedicht van Gertrude Stein, If I Told Him: A Completed Portrait of Picasso (1923). Het gedicht werd voor het eerst gepubliceerd in ‘Vanity Fair’ in 1924. Een volledige weergave van de live-opname van een voordracht door Gertrude Stein halverwege jaren dertig vormt de basis van Shutters Shut, een choreografie die Paul Lightfoot en Sol León in 2003 maakten voor het Nederlands Dans Theater II.

32


漏 Rahi Rezvani

Shutters Shut NEDERLANDS DANS THEATER II Choreografie: Sol Le贸n en Paul Lightfoot 33


漏 Rahi Rezvani

Shutters Shut NEDERLANDS DANS THEATER II Choreografie: Sol Le贸n en Paul Lightfoot

voren. De beweging herhaalt zich. Een tong wordt naar buiten gestoken, gedraaid, als een liplikkend gebaar. De motoriek toont zich als de beweging van een elastieken poppetje, een speelgoedje dat op het platform van een dop abrupte bewegingen maakt 2 zodra de onderkant wordt ingedrukt.

Een bazuingebaar: vlakke hand voor de mond, de elleboog in een scherpe hoek buigt af naar links in het ritme van een stomme film. De heup knikt, het been zwiept mee zonder los te komen van de grond. Een hand die over het hoofd gaat, alsof een imposant hoofddeksel wordt afgenomen. Het hoofd buigt naar links en de linkerschouder knikt naar

2 Dit is een beschrijving van Shutters Shut, Nederlands Dans Theater II. Een choreografie uit 2003 van Paul Lightfoot en Sol Le贸n. Gezien op 25 februari 2010 met dansers Astrid Boons en Spenser Theberge.

34


“WHO COMES FIRST. NAPOLEON THE FIRST. WHO COMES TOO COMING COMING TOO, WHO GOES THERE, AS THEY GO THEY SHARE, WHO SHARES ALL, ALL IS AS ALL AS AS YET OR AS YET. NOW TO DATE NOW TO DATE. NOW AND NOW AND DATE AND THE DATE. WHO CAME FIRST NAPOLEON AT FIRST. WHO CAME FIRST NAPOLEON THE FIRST. WHO CAME FIRST, NAPOLEON FIRST. PRESENTLY. EXACTLY DO THEY DO. FIRST EXACTLY. EXACTLY DO THEY DO TOO. FIRST EXACTLY. AND FIRST EXACTLY. EXACTLY DO THEY DO. AND FIRST EXACTLY AND EXACTLY. AND DO THEY DO. AT FIRST EXACTLY AND FIRST EXACTLY AND DO THEY DO. THE FIRST EXACTLY. AND DO THEY DO. THE FIRST EXACTLY. AT FIRST EXACTLY. FIRST AS EXACTLY. AT FIRST AS EXACTLY. PRESENTLY. AS PRESENTLY. AS AS PRESENTLY” 3

3

Zie noot 1

35


4

Het gedicht If I Told Him: A Completed Portrait of Picasso is zo prachtig dat het blijft hangen als muziek. Het smelt dans, tekst en klank samen. Het gedicht stuwt de echo van het ritme tot een lied van beweging het hoofd in. Het is een continue manoeuvre die zich in het geheugen nestelt en het lichaam van de beschouwer als het ware mobiliseert. Zoals de hersenen zich activeren om mee te schaken en te schakelen met de tekst, zo motoriseert het gedicht de spieren – bij de dansers ogenschijnlijk uiterst vanzelfsprekend. “Now. Not now. And now. 5 Now”. De vraag naar betekenis van de woorden maalt door het hoofd, reciterend dat geschiedenis ons leert dat geschiedenis ons leert. Anders gezegd: De dans laat een nabeeld achter en het gedicht duurt voort in een galm.

In het ballet Shutters Shut dragen twee dansers in ongeveer vier minuten met een eigen gebarentaal de woorden over van de historische live-opname van Gertrude Stein, die in New York haar gedicht If I Told Him: A Completed Portrait of Picasso leest. Stein gymnastiekt met taal een ritmisch, kubistisch portret van Picasso bijeen. Lenig rekt zij woorden uit, kneedt zij haar vragen en stelt zij het tijdsbesef op scherp door begrippen zoals ‘nu’ en ‘later’ met elkaar te verwarren, door gelijkenissen en absoluutheden elkaar tegen te laten spreken en bovenal te weigeren om te benoemen wat geschiedenis ons nu eigenlijk leert. “Let me recite what history teaches. History teaches” zegt Stein in de laatste zin van haar gedicht. Shutters Shut luidt de titel die de choreografen voor het balletstuk kozen, waarmee zij prachtig anticipeerden op de lading van het gedicht van Stein: de blinden gesloten. Wat wordt prijsgegeven? Wat wordt vastgelegd – en wat ontglipt, zodra de sluiter sluit? Wat herinneren wij ons en: waaruit bestaan de vergeten herinneringen? Persistent klampt Stein zich vast aan de schokkerige ritmiek van de talloze manieren waarop een vraag gesteld en vooral herhaald kan worden. Stein noemt het gedicht completed: ‘voltooid’. Zonder formules te zoeken voor antwoorden, wat zij in haar laatste zin nadrukkelijk onderstreept. “Let me recite what history teaches. History teaches”.

Dit zet aan het denken over ‘de duur van een schilderij’. Hoe lang galmt een schilderwerk na? Schilderkunst ontleent haar pathos aan dat wat is. Het schilderij ontvouwt zich aan de kijker zoals een ballet tot wording komt op het podium. What you see is what you get – maar hoe langer je kijkt hoe meer je ziet of denkt te zien. Schilderkunst is een bilaterale affaire tussen de kijker en het schilderij. Een schilderij nestelt zich tussen de muur en de beschouwer en doet een beroep op de waarneming en op het vermogen hierin te verdwijnen voor lange duur. Schilderen is een kijkgedicht dat niet ongevaarlijk is in het licht van het oordeel. Het schotelt geen hapklare brokken voor en spelt niet uit. Schilderkunst eist tijd, vergt geduld. Instant beeldbevrediging is er maar zelden. De kijker stelt zich bloot aan een scenario van suggesties en mogelijkheden. De voor de schilder vanzelfsprekende betekenis die gevangen zit in een kunstwerk, is niet altijd even vanzelfsprekend te traceren voor de toeschouwer. Net als bij dans of een gedicht volgt de ontsluiering pas na verloop van tijd. De kracht van de schilderkunst schuilt in het feit dat er geen concrete oplossingen worden aangedragen, wat zo mooi in het gedicht van Stein

Gertrude Stein en Picasso waren, zoals veelvuldig onderzocht is en beschreven, bevriend en zij portretteerden elkander. Het geschilderde portret van Gertrude Stein door Picasso (1905-1906) en het portret in dichtvorm If I Told Him: A Completed Portrait of Picasso door Gertrude Stein illustreren de verbondenheid tussen de visuele en de verbale taal. Die van het schilderen en het schrijven en, in het geval van Stein en Picasso, van hen beiden als representanten van deze disciplines verenigd in vriendschap – een relatie met horten en stoten. Zoals in het gedicht naar voren komt en zoals de dansers het dansen in Shutters Shut. 4

Zie noot 2

5

36

Zie noot 1


medium zijn de mogelijkheden oneindig. Schilderkunst kan alles zijn en in niets lijken op wat zij was, of wat zij elders is. Het schilderij laat zich lezen als een film, als een muziekstuk, als een sculpturaal werk, als een dans of een gedicht, een manifest of een pamflet, een dagboek of een schreeuw. In de meeste gevallen wordt er vooral uren ‘gekeken’. Of zoals kunstenaar Peter Doig het een tijdje terug in een interview in ‘Modern Painters’ zei: een schilderij kun je maken in 100 uur. Vervolgens echter, kost het me nog honderden uren aan ‘kijken’. Hierin schuilt een haast onmogelijke zelfbeheersing. Zoals een spons zich vol kan zuigen en nauwelijks water laat ontsnappen, zo doorweekt en doordrenkt zijn de werken van de schilders, zelfs al komt er nauwelijks verf of ander materiaal aan te pas. Bij het ene werk bolt de lading op en blijft het tegelijkertijd uiterst geconcentreerd, beheerst, gedisciplineerd en ‘gedragen’. Terwijl een ander werk enkel een waterige laag laat vloeien. Of een droge streep blijft over. Bij weer een ander werk echoot een door het medianieuws voorgeschoteld beeld brutaal op een doek. Als een quote heeft de kunstenaar een beeldfragment uit de oorspronkelijke context gehaald, eventueel verknipt of verborgen en vervolgens geïsoleerd voorgeschoteld aan het publiek – waar herinnert dit beeld ook alweer aan? Murw door de dagelijkse beeldenmassa wordt de toeschouwer geconfronteerd met de gaten van de herinnering, de lege bladzijden uit de geschiedenis en uitgedaagd te schuiven met waarneming, perceptie van ruimte, tijd en de werking van geschiedschrijving: All art has been contemporary, Stein dicht hiermee een portret, de dansers vertolken een actuele interpretatie en de schilders nodigen ons uit de blinden wijd open te zetten. Schilderen is een pleidooi voor het kijken. Een uitdaging tot het lenig dichten met context, betekenissen en herinnering.

naar voren komt. De toeschouwer ziet zich geconfronteerd met een eigen verantwoordelijkheid. Een actieve verantwoordelijkheid: een uitnodiging om te kijken en te toetsen wat je ziet. Schilders die erin slagen zich steeds verder te ontwikkelen, zichzelf te vernieuwen binnen de mogelijkheden van het medium en zich niet af laten leiden door trends, noem ik ‘soakers’. Doorweekte geesten, naar het Engelse woord ‘soaker’: zuiplap, het being soaked, doorweekt zijn. Deze kunstenaars zijn zich volledig bewust van, spelen in op en meten zich met de actuele kunstcontext en isoleren zich niet, zoals vaak wordt gedacht van schilders, van wat er buiten de schilderkunst plaatsvindt. Het zijn kunstenaars die hetzelfde vertellen als All Art Has Been Contemporary – het duurt alleen wat langer het verhaal te ontleden. Het zijn makers van barstende beelden, uitpuilende schilderijen of juist spelers van het ijle lijnenspel, goochelaars met haast onzichtbare verf. Het zijn de dansers van het doek, maar ook van muren of van karton en evenzogoed de dichters van gevonden materiaal. Het zijn vervaardigers van schilderijen die vóór alles schilderijen willen zijn. Toch verhouden ze zich tegelijkertijd tot de kunsthistorische en maatschappelijke context, zo ingewikkeld is het wel. Deze doeken en hun makers kunnen multidisciplinair zijn, high en low combineren, temporeel werken, snel en langzaam tegelijk. Onvermoeibaar hervatten de kunstenaars steeds weer het gevecht met het schildersmedium. Wat zich afspeelt op het oppervlak is eerder een choreografie dan een compositie. Met nieuwe, bezeten energie zuigen ze zich er in vast en laten vervolgens niet meer los. Het is een haatliefde verhouding, een fetisjisme waaraan geen ontsnapping mogelijk is. Een middenweg ontbreekt. Deze geesten gaan all the way. De kracht van schilders schuilt in de condities en de context van het platte vlak waarbinnen zij zichzelf toestaan te werken. Verdieping zit nadrukkelijk in deze beperking die zij zichzelf opleggen – en in het spel waarin deze wordt opgerekt. In en met het

Hulde aan de doorweekte geesten.

37


Burgemeestersvertrek, Koninklijk Paleis Amsterdam 38


WINNAARS SINDS 1947

1947 PIETER DEFESCHE JEF DIEDEREN CHRIS VAN GEEL JAN GROENESTEIN FRANS WIEGERS NICOLAAS WIJNBERG

1952 RUDI BIERMAN ARIE KATER HARRY OP DE LAAK FRANS NOLS PIERRE VAN SOEST CO WESTERIK

1957 JAAP HILLENIUS HAN MES KO OOSTERKERK TON ORTH WILLEM DEN OUDEN AAT VELTHOEN

1948 HERMAN BERSERIK JEF DIEDEREN THEO KROEZE GER LATASTER FRANS WIEGERS

1953 JAAP PLOOS VAN AMSTEL MAX RENEMAN PIERRE VAN SOEST MARIJKE STULTIENSTHUNNISSEN GERRIT VEENHUIZEN CO WESTERIK

1958 GERARD VAN DEN EERENBEEMT PIETER ENGELS TON FRENKEN JAAP HILLENIUS TREES SURINGH AUKE DE VRIES

1949 HERMAN BERSERIK ELISABETH DE BOER JEF DIEDEREN GER LATASTER FRANS NOLS 1950 ELISABETH DE BOER NORA VAN DER FLIER COOTJE HORST-VAN MOURIK BROEKMAN FRANS NOLS MAX RENEMAN DIRK TRAP 1951 HENK BIES DIRK BREED MIA JONGMANS JACOB KUYPER DIRK TRAP JAN JAAP VEGTER

1954 GEERY DE BAKKER HANS ENGELMAN KEES FRANSE JAAP PLOOS VAN AMSTEL WIM STRIJBOSCH MARIJKE STULTIENSTHUNNISSEN 1955 KO OOSTERKERK LEI MOLIN HANS TRUYEN AAT VELTHOEN LOUIS VISSER TOON WEGENER 1956 JACQUES FRENKEN HENS DE JONG LEI MOLIN JAN SIERHUIS MARIJKE STULTIENSTHUNNISSEN

1959 GERARD VAN DEN EERENBEEMT ARIE VAN HOUWELINGEN STEVEN KWINT GUILLAUME LO-A-NJOE ANNEMIEK RUTTEN LUKAS SMITS 1960 HENK DORRÉ WILLEM KLOPPERS HAN MES TON ORTH GERARD VERDIJK AAT VERHOOG 1961 PETER JANSEN WILLEM KLOPPERS HAN MES JACQUES SLEGERS JAN WILLEM SMEETS

39

1962 HAN MES WIM MOERENHOUT TON ORTH JAN ROELAND LUKAS SMITS 1963 PAT ANDREA GUSTAVE ASSELBERGS HANS HAMERS TON KLOP JOOP VAN MEEL 1964 JAN DIBBETS JAAP VAN DER POL JACQUES SLEGERS 1965 PETER JANSEN TON KLOP JAAP VAN DER POL HENK WESTEIN 1966 FRITS CALON TON KLOP THEO SCHUURMAN HENK WESTEIN 1967 MAREIKE GEYS HENK HUIG EVERT MALIANGKAY WIM MOERENHOUT R.W. VAN DE WINT JACOB ZEKVELD SIET ZUYDERLAND

1968 MAREIKE GEYS AGE KLINK JACOB ZEKVELD 1969 WALTER NOBBE KEES SPERMON R.W. VAN DE WINT WLADIMIR ZWAAGSTRA PIETER ZWAANSWIJK SIET ZUYDERLAND 1970 MAREIKE GEYS CÉCILE HESSELS KEES SPERMON JACOB ZEKVELD PIETER ZWAANSWIJK SIET ZUYDERLAND 1971 PAT ANDREA PETER BLOKHUIS GÈR BOOSTEN MAREIKE GEYS R.W. VAN DE WINT PIETER ZWAANSWIJK 1972 ARIE VAN GEEST DICK GORTER MAREIKE GEYS GERARD VAN ZON 1973 JULES BEKKER ANNEMARIE FISCHER DICK GORTER BURGERT KONIJNENDIJK NELLEKE MONTFOORT FLIP RUTTEN


1974 HANS BOER ARIE VAN GEEST DICK GORTER BURGERT KONIJNENDIJK PETER LEEUWEN JOHAN VAN OORD 1975 HANS BOER HEDY GUBBELS BURGERT KONIJNENDIJK J.F.B. STUURMAN PETER THIJS 1976 HANS BOER HEDY GUBBELS BURGERT KONIJNENDIJK J.F.B. STUURMAN PETER THIJS HANS DE WIT 1977 GERARD HENDRIKS JOHN VAN ‘T SLOT PETER THIJS FRANS VAN VEEN ALBERT VERKADE HANS VAN WINGERDEN 1978 NIC BLANS JR. CEES BOUW ROLAND SOHIER TOON TEEKEN ELIZABETH DE VAAL WILLEM VAN VELDHUIZEN 1979 ALUMET INGE VAN HAASTERT SJEF HENDERICKX EGIDIUS KNOPS PIETER MOL MARC VOLGER 1980 HEDY GUBBELS EUGÈNE JONGERIUS HENK METSELAAR SONIA RIJNHOUT TINY VAN DER SAR 1981 ERNST BLOK ANSUYA BLOM JAN COMMANDEUR PETER KENNIPHAAS EMO VERKERK HENK VAN WOERDEN

1982 ARJA VAN DEN BERG JOS BOOMKAMP JORIS GEURTS KEES DE GOEDE MAARTEN PLOEG NIES VOOIJS 1983 HELMA PANTUS F.F. BECKMANS PETER KLASHORST JOS VAN MERENDONK MARIEN SCHOUTEN HAN SCHUIL 1984 BETTIE VAN HAASTER FRANK HUTCHISON GUUS KOENRAADS ERIK POTT CONRAD VAN DE VEN WILLEM VAN WEELDEN 1985 ELLEN VAN ELDIK MANUEL ESPARBÉ GASCA REGGY GUNN BEREND HOEKSTRA LEX VAN LITH KEES VERSLOOT 1986 STEVEN AALDERS JAN VAN DEN DOBBELSTEEN BART DOMBURG MICHIEL DUVEKOT DIEDERICK VAN KLEEF GERARD KODDE 1987 HANS ENSINK OP KEMNA HEWALD JONGENELIS JACQUELINE PEETERS LAURAN SCHIJVENS MARIANNE THEUNISSEN KLAASJE VROON 1988 SIERT DALLINGA NOUR-EDDINE JARRAM KARENINA DE JONGE TON KRAAYEVELD BOB NEGRIJN MAAIKE VONK

1989 SUZAN DRUMMEN MIRJAM HAGOORT MARJA VAN DER HEIDEN BENOÎT HERMANS HEIN JACOBS WIM KONINGS 1990 BRITTA HUTTENLOCHER W.J.M. KOK JAN VAN DER PLOEG F.G.TH. ROS PAUL VOS DE WAEL 1991 TJONG ANG TON BOELHOUWER JACQUELINE BÖSE NOËLLE VON EUGEN KIKI LAMERS ROBERT SUERMONDT 1992 WIM BOSCH SARIANNE BREUKER HANS BROEK ALLARD BUDDING JANPETER MUILWIJK RINKE NIJBURG 1993 RICHARD BROUWER PIERRE COPS RENS JANSSEN MICHAEL RAEDECKER WOUTER VAN RIESSEN H.W. WERTHER 1994 IRINA BALEN HANNAH VAN BART KOEN EBELING KONING GIJS FRIELING ELSA HARTJESVELD ROB VERF 1995 NOUD VAN DUN MAARTEN JANSSEN CARLA KLEIN PAUL NASSENSTEIN DANNE VAN SCHOONHOVEN MACHIEL VAN SOEST 1996 ANNEMIEK DE BEER NORBERT GRUNSCHEL BAS MEERMAN RIK MEIJERS DINO RUISSEN ELLEN ZWARTEVEEN

40

1997 FRANK LENFERINK PAUL NASSENSTEIN DIEUWKE SPAANS SERGE VERHEUGEN 1998 ARTHUR DEN BOER MATTIJS VAN DEN BOSCH NATASJA KENSMIL DIEUWKE SPAANS 1999 ROBBERT‑JAN GIJZEN FREDERIKA HASSELAAR JORIS VAN DER HORST GÉ‑KAREL VAN DER STERREN 2000 HENK JONKER FAHRETTIN ÖRENLI BAS ZOONTJENS INA VAN ZIJL 2001 PETER BRENNER SARA VAN DER HEIDE REZI VAN LANKVELD MARCELINO STUHMER 2002 LISE HALLER BAGGESEN RAAF VAN DER SMAN ESTHER TIELEMANS CHANTAL VEERMAN 2003 ANTOINE ADAMOWICZ WAFAE AHALOUCH EL KERIASTI SANDER VAN DEURZEN THOMAS RAAT 2004 THOMAS RAAT MARJOLEIN ROTHMAN PETER VOS BARBARA WIJNVELD 2005 MARIËLLE BUITENDIJK MELISSA GORDON AUKJE KOKS WILLIAM MONK 2006 ANTOINE BERGHS WOUTER KALIS LUCY STEIN ANNEKE WILBRINK

2007 PASCAL VAN DER GRAAF SIMON HEMMER MALIN PERSSON MARJOLIJN DE WIT 2008 ALEX JACOBS SEBASTIAAN VERHEES HELEN VERHOEVEN BAS DE WIT 2009 MARIE ALY ESIRI ERHERIENE-ESSI HANS HOEKSTRA CARIEN YATSIV 2010 MORAN FISHER CARL JOHAN HÖGBERG JENNY LINDBLOM KIM VAN NORREN


Schepenzaal, Koninklijk Paleis Amsterdam 41


COLOFON CATALOGUS KONINKLIJKE PRIJS VOOR VRIJE SCHILDERKUNST 2010 Druk: Drukkerij Calff & Meischke, Amsterdam

ISBN 9789072080394 Redactie: Marianna van der Zwaag

Productie: Stichting Koninklijk Paleis Amsterdam

Grafisch ontwerp: Kim Engbers

© Stichting Koninklijk Paleis te Amsterdam Tentoonstelling Koninklijk Paleis Amsterdam, 9 oktober 2010 tot en met 7 november 2010

Fotoverantwoording: Studio Tom Haartsen, Ouderkerk aan de Amstel: schilderijen kleurenfotografie Gabriëlle Hengeveld, Amsterdam: schilderijen zwart/wit fotografie Wim Ruigrok, Amsterdam: Zalen & kroonluchters Koninklijk Paleis Ilona Verhoeven: foto pagina 28 Rahi Rezvani: foto pagina 31 en 32

Bij het regelen van de auteursrechten van de illustraties is met grote zorgvuldigheid te werk gegaan. Mochten er onvolkomenheden geconstateerd worden dan zal de uitgever daarvan graag op de hoogte worden gesteld.

Teksten: Wilma Sütö: Juryrapport Bregje van Woensel: Now. Not Now. And now. Now

42




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.