Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

Page 1



Koninklijke prijs voor vrije schilderkunst 2005


Inhoud Ten geleide

5

Juryrapport

6

MariĂŤlle Buitendijk

10

Melissa Gordon

18

Aukje Koks

26

William Monk

34

Telkens weer een nieuwe Pasen Over de cyclische heropstanding van de schilderkunst door Ann Demeester 42 Lijst winnaars sinds 1947 De winnaars 2005 De exposanten 2005 Colofon

51 52 53 54


Een jury draagt vier kunstenaars voor die voor een Koninklijke Prijs in aanmerking kunnen Jaarlijks wordt door Hare Majesteit de Koningin de komen, groot = C 4.600 per kunKoninklijke Prijs voor Vrije stenaar. Over dit bedrag hoeft geen belasting of premie te worSchilderkunst uitgereikt. Deze aanmoedigingsprijs, die in 1871 den afgedragen. Met ingang van het jaar 2005 is het prijzengeld door Koning Willem III werd C 6.000 per kuningesteld als Koninklijke Subsidie verhoogd naar = is bedoeld om jong talent op het stenaar. gebied van de schilderkunst te stimuleren. Koningin Emma, In 2005 zonden, in reactie op Koningin Wilhelmina, Koningin advertenties in diverse media, Juliana en Koningin Beatrix heb- 313 kunstenaars dia’s en docuben deze traditie van de prijs tot mentatie in. Ruim 1500 dia’s op de dag van vandaag voortpasseerden de revue. Aan 83 gezet. kunstenaars werd gevraagd twee schilderijen in te zenden voor de tweede ronde. Traditioneel wordt de Koninklijke Prijs voor Vrije In het kader van de tentoonstelSchilderkunst uitgereikt in het Koninklijk Paleis te Amsterdam. ling wordt jaarlijks een publieksDit jaar biedt het GEM, Museum prijs toegekend. In 2004 kreeg voor Actuele Kunst te Den Haag Peter Vos de meeste stemmen. gastvrij onderdak omdat het Paleis vanwege renovatiewerkzaamheden niet beschikbaar is. De prijsuitreiking en de tentoonstelling vinden plaats onder auspiciën van de Stichting Koninklijk Paleis te Amsterdam. Ten geleide

Iedere Nederlandse beeldend kunstenaar die de beeldende kunst beroepsmatig en zelfstandig beoefent en op 1 januari 2005 de leeftijd van 35 jaar nog niet had bereikt, kon meedingen naar een Koninklijke Prijs. Kunstenaars die de prijs reeds eerder ontvingen, mochten, indien zij op de genoemde datum jonger waren dan 30 jaar, nogmaals meedingen. Prijswinnaars zijn wanneer zij reeds drie maal de prijs verkregen van verdere deelname uitgesloten.

Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005


Juryrapport

voor onze samenleving van grote betekenis. De jury wil dan ook graag respect en bewondering ‘Hoe de Koninklijke Subsidies er in de toekomst ook uit mogen uitspreken voor Hare Majesteit zien, ze moeten in stand worKoningin Beatrix en haar niet den gehouden. Ze hebben hun aflatende enthousiasme voor de bestaansrecht bewezen. De inten- ontwikkeling van de Koninklijke ties die erachter zitten, zijn niet Prijs. alleen sympathiek, ze zijn ook zeldzaam en van levensbelang Mede dankzij het affiche van voor een samenleving die de cul- dit jaar, ontworpen door jurylid tuur dreigt te gaan verwaarlozen Suzan Drummen, heeft weer en die bij het woord kwaliteit een groot aantal kunstenaars uit vooral interesse lijkt te hebben het hele land dia’s ingestuurd. voor het prijskaartje dat eraan Jamstones en andere schitterstehangt.’ nen omlijsten een fotografische impressie van de uitreiking van ‘Maar de Koninklijke ondervorig jaar in het Paleis op de scheidingen ter aanmoediging Dam. De jury is ieder jaar weer voor de vrije schilderkunst zijn onder de indruk van de gastvrije, vooral van vitaal belang voor informele en vooral feestede groep waarvoor het allemaal lijke sfeer van deze gebeurtenis begonnen is. De jonge kunstewaarbij Hare Majesteit op een naars zelf, voor wie de lage drem- rondgang langs de tentoongepel van de open inzending een stelde werken iedere kunstenaar unieke entree kan betekenen.’ persoonlijk spreekt. Het affiche is een mooie weerspiegeling van Aldus schreef de helaas veel te deze sfeer. jong overleden kunstcriticus Cathérine van Houts in de Spannend voor de jury is iedere catalogus bij de tentoonstelling keer het eerste moment als de inzendingen voor de Koninklijke van de Koninklijke Subsidie in 1987, naar aanleiding van Prijs voor Vrije Schilderkunst de overzichtstentoonstelling worden bekeken. De verwachtingen zijn hooggespannen als het van 7 jaar Koninklijke Subsidie onder Koningin Beatrix. Zelf gaat om het beeld van de schilwas Cathérine een journalist die derkunst dat uit het aanbod naar de actuele ontwikkelingen op voren komt. De eerste indruk is de huid zat en dat leverde vaak gebaseerd op dia`s terwijl bij de intelligente en indringende por- tweede ronde van de jurering tretten van kunstenaars op. Haar de werken zelf aanwezig zijn. uitspraak over het belang van Juryleden komen en juryleden een koninklijke aanmoedigings- gaan en de jury is zich dan ook prijs voor jonge schilders heeft altijd bijzonder bewust van het vandaag de dag, bij het 25-jarig feit dat de dingen veranderambtsjubileum van onze vorstin, lijk zijn en het eigen blikveld haar geldigheid behouden. Het beperkt. Des te groter is de uitsignaleren van jong talent dat in daging om een beargumenteerde de toekomst haar waarde kan selectie van winnaars voor de bewijzen is immers een belangKoninklijke Prijs en voor de bijrijke doelstelling van de Subsidie behorende expositie te maken. die sinds 2003 Koninklijke Prijs Tijdens de tweede ronde werden voor Vrije Schilderkunst heet. 166 werken beoordeeld, waarbij Ook het engagement met culuiteenlopende criteria als oortuur dat uit de Prijs spreekt, is

spronkelijkheid, visie en inhoud, artistieke kwaliteit en uitvoering als leidraad dienden. Als er werk werd ingestuurd door kunstenaars die al eerder meedongen naar de Prijs, was de jury vooral kritisch op het punt van de ontwikkeling die een kunstenaar het afgelopen jaar had doorgemaakt. De jury was enthousiast over de inzendingen – waaronder opvallend veel aanmeldingen van zeer jonge kunstenaars – die gemiddeld een hoog niveau hadden. Men sprak van dynamisch, expansief en gedurfd werk. Keuzes ten aanzien van motieven en thema’s tonen een duidelijk verband met het beeld van afgelopen jaren. Zo lijken motieven ontleend aan de natuur nog altijd een grote rol in de schilderkunst te spelen en is de politiek-maatschappelijke actualiteit opnieuw geen gangbaar onderwerp. Nog steeds maakt een aantal kunstenaars gebruik van fotografie als basis, maar dit jaar gebeurt dat op een meer gevarieerde en creatieve wijze. De schilderkunst lijkt vanuit een wat barokkere insteek benaderd te worden en de beelden zijn als het ware ‘voller’. Hoewel er nog altijd overwegend tekenachtig wordt geschilderd – gedacht vanuit de lijn, waarbij ruimtelijkheid eerder ontstaat vanuit de vorm dan vanuit kleur – is er dit jaar toch meer sprake van puur verfgebruik. Opvallend waren de grote formaten van de ingezonden werken. Abstractie is ook bij de inzendingen voor de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005 nagenoeg afwezig. Figuratie is nog steeds dominant, maar er zijn minder ‘taferelen’, minder (auto)biografische vertellingen en minder (zelf)portretten. De vrouwelijke identiteit is een thema dat in het werk van vrouwelijke


Exposanten Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

Winnaars Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

Heddy-John Leon Appeldoorn Alex Barendregt Anna Bas Backer Toon Berghahn Morgan Betz Aquil Copier Isabel Cordeiro Roger Cremers Jasper Hagenaar Nathan van Heynsbergen Jorn Janssen Emile Miedema Julia Münstermann Kim van Norren Malin Persson Simon Cornelis Schrikker Ingrid Simons Chantal Spit Lucy Stein Pär Strömberg Peter Vos Jeroen Vrijsen

Mariëlle Buitendijk Melissa Gordon Aukje Koks William Monk

kunstenaars wel regelmatig terugkeert. Het is ondoenlijk om op basis van deze indrukken conclusies te trekken aangaande de positie van de schilderkunst van dit moment.

stelling in het GEM, Museum voor Actuele Kunst in Den Haag. Voor het brede publiek is de tentoonstelling die verbonden is met de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst een eerste kennismaking met het werk van deze jonge kunstenaars, voor galerieTijdens het jureren werd bij de één meer gesproken over houders, verzamelaars en curatode houding van de kunstenaar, ren is het een vijver waar graag terwijl bij anderen het beeld zelf uit gevist wordt. Met de tentoonexplicieter aan de orde kwam. stelling en de bijbehorende publiDe noodzakelijk geachte verbin- catie waaraan Ann Demeester ding tussen idee en verbeelding een bijdrage in de vorm van een fungeerde steeds als leidraad in essay leverde, hoopt de jury ook dit jaar een bij te dragen aan de het gesprek. Een punt van aandacht dat bij het jureren dit jaar discussie over de betekenis van de expliciet en veelvuldig ter sprake schilderkunst. kwam is het feit dat veel kunstenaars die werk inzenden, naast De jury bestond in 2005 uit: het schilderen ook andere dingen Suzan Drummen, Lisette doen, zoals muziek maken of het Pelsers, Hermann Pitz, Michael werken met video. Daardoor Raedecker, Gé-Karel van der wordt dus maar een beperkt deel Sterren, Marien Schouten, Pietje van de mentaliteit van een kun- Tegenbosch (voorzitter), en (Luc stenaar inzichtelijk gemaakt. De Tuymans). jury acht het daardoor vooral een taak voor zichzelf om op uiteen- Namens de jury, lopende niveaus op de hoogte te Pietje Tegenbosch blijven van de ontwikkelingen in de actuele kunst. De jurering resulteerde in het unanieme besluit van de jury om vier kunstenaars voor te dragen aan Hare Majesteit als kandidaten voor de Koninklijke Prijs voor de Vrije Schilderkunst 2005. De vier geselecteerde kunstenaars zijn in alfabetische volgorde: Mariëlle Buitendijk Melissa Gordon Aukje Koks William Monk Naast het selecteren van de vier prijswinnaars was er, zoals gebruikelijk, bijzondere aandacht voor het samenstellen van een representatieve tentoonstelling uit de inzendingen voor de Koninklijke Prijs voor de Vrije Schilderkunst. Dit jaar nemen 26 exposanten deel aan de tentoon-

Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005




MariĂŤlle Buitendijk

10 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005



MariĂŤlle Buitendijk < ZW.4 Spuitbus op paneel 122 x 158 cm 2005 > ZW.5 Spuitbus op paneel 122 x 177 cm 2005

12 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005



Mariëlle Buitendijk De overwegend zwart-wit schilderijen van Mariëlle Buitendijk waren aanleiding tot een inspirerende discussie over de ‘do’s en don’ts’ van de schilderkunst. De wijze waarop Buitendijk de ­schilderkunst inzet is gedurfd, spannend en vooral ook onconventioneel. Ze verstopt zich nergens achter de spraytechniek die ze hanteert, zoals bijvoorbeeld te zien is aan de keuze van de ­relatief kleine formaten van de werken. Onopgeloste details en onscherpte zijn geen tekenen van onverschilligheid, maar overtuigen als een intelligente bijdrage aan de betekenis van het werk dat een fascinatie lijkt in te houden voor de psychologische aspecten van architectuur. Lege voetbalstadions vormen het motief van de schilderijen en de binnenruimte van deze stadions hebben een hallucinerende, bijna surrealistische sfeer door het gebruik van licht en donker.

14 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005


15 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005




Melissa Gordon

18 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005



Melissa Gordon < Snake Handler Acrylverf op doek 170 x 220 cm 2005 > Shelia was a poor shot Acrylverf op doek 230 x 161 cm 2005

20 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005



Melissa Gordon Melissa Gordon behoort tot die uitzonderlijke groep kunstenaars met een groot narratief talent. Gearticuleerd en trefzeker en tegelijk ook subtiel zet ze de verschillende middelen in om haar verhaal te vertellen. De jury is vol lof over de wijze waarop Gordon een schilderkunstige ruimte cre­ eert met behulp van even brutale als vitale composities. In haar als collages opgebouwde schilderijen lijkt het licht van alle kanten te komen waardoor de kijker actief mee moet bewegen. Ondanks de fragmentatie en het steeds wisselende perspectief neem je als kijker het beeld wel voortdurend als één geheel aan. Fictieve elementen en hun verontrustende diepere betekenissen worden speels aaneengesmeed tot een filmisch totaalbeeld.

22 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005


23 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005




Aukje Koks

26 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005



Aukje Koks < Zonder titel Olieverf en eitempera op katoen 141 x 170 cm 2005 > Zonder titel Tempera op doek 105 x 138 cm 2004

28 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005



Aukje Koks Stille krachten bepalen de beelden van Aukje Koks. De zoekende blik die langzaam langs de objecten in een ruimte glijdt, blijft haken. Een bed, een brandend boek, een hoek van de kamer: vanuit stilstand komen de dingen plotseling in een ander perspectief te staan. Het is niet de beweging, een filmisch aspect, maar juist die stilstand die een sfeer genereert waar de beschouwer ingetrokken wordt. Ogenschijnlijk zijn de beelden van Koks verhalend, maar het is moeilijk de vinger te leggen op deze interieurs die ogen als stillevens. Enerzijds zijn ze zacht en transparant, anderzijds blijven ze, mede door het kleurgebruik, ook unheimisch. De jury prijst de spannende ruimtelijkheid in het werk van Aukje Koks, net als het effectieve gebruik van de verf die afwisselend glacerend en dik wordt opgebracht.

30 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005


31 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005




William Monk

34 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005



William Monk < Tomorrow never knows Olieverf op doek 200 x 240 cm 2004 > Will I dream? Olieverf op doek 200 x 240 cm 2004

36 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005



William Monk ‘Goed gek’, zei een van de juryleden over het werk van William Monk. Die omschrijving was bedoeld als een bijzonder compliment en de hele jury kon zich daar in vinden. Exuberant en stralend zijn de grote schilderijen van deze kunstenaar die de kijker geen rust gunt en hem opzweept om te blijven kijken, gedwongen heen en weer bewegend tussen de grote lijn en de kleinste details. De energie druipt van de doeken af. Tegelijk zijn ze echter ook weerbarstig. Het zijn beelden die met een microscopische precisie het landschap van de geest in kaart lijken te brengen, refererend aan gebeurtenissen uit het verleden, associaties, ervaringen en herinneringen. Het werk van Monk is allesbehalve in zichzelf gekeerd, de kunstgeschiedenis schemert erin door terwijl er ook een voorschot op de toekomst genomen wordt.

38 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005


39 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005




De Stichting Koninklijk Paleis te Amsterdam nodigt jaarlijks, op voordracht van de jury, ĂŠĂŠn of meer Nederlandse critici uit een beschouwing te geven over de actuele schilderkunst in Nederland of bepaalde aspecten daarvan. Dit jaar werd hiervoor uitgenodigd Ann Demeester, directeur W139.

42 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005


1 Thierry de Duve, ‘Resonances of Duchamp’s visit to Munich’, in: Marcel Duchamp, Artist of the Century, edited by Rudolf E.Kunezli and Francis M. Naumann, MIT Press, Cambridge – Massachusetts, London – England, 1996. 2 Uitdrukking ontleend aan het project ‘Reflexive Figurations / Persistence of Painting’, een tentoonstelling en symposium van Annette Balkema en Henk Slager voor Galerie Ferdinand van Dieten – d’Eendt, Amsterdam, 17-3-2000 tot 28-4-2000. 3 ARTnews, ‘Painting Now – What makes a painting a painting’, volume 104, number 4, april 2005.

‘Painting is named, always already named, even before the artist, impelled by his desire to become a painter, puts his brush to the canvas; his historical task, in a culture circumscribed in time and space by the phenomenon of the avant-garde, is to break the pact that gives painting its name and to anticipate a new pact that will be renewed later in a new situation; the destiny of the artist to whom this is revealed will be linked to the death of painting insofar this death, always already announced, is the paradoxical historical condition for the survival of painting, the reprieve that comes from its name being unpronounceable for a while.’ 1

Thierry de Duve

43 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

Telkens weer een nieuwe Pasen Over de cyclische heropstanding van de schilderkunst De schilderkunst lijkt in vele opzichten een kat met zeven levens. Gemiddeld om de twintig jaar wordt haar relevantie heftig betwist. Kenners en specialisten beweren dan in koor dat de schilderkunst niet in staat is het contemporaine te vatten, dat het een verouderd medium is dat niet aan de noden van onze hedendaagse tijd is aangepast en derhalve geen geschikt instrument is om een visie op de huidige maatschappij uit te drukken. Met regelmatige intervallen wordt de schilderkunst dan ook met grote stelligheid en verbale bombarie dood verklaard. Elk ‘sterven’ blijkt echter een schijndood te zijn en wordt na een korte rouwperiode herroepen, gevolgd door een spectaculaire herrijzenis. Na elk overlijdensbericht verschijnt de schilderkunst opnieuw ten tonele in een andere incarnatie. Telkens weer een nieuwe Pasen. Of zoals ‘stercurator’ Francesco Bonami het formuleerde naar aanleiding van de tentoonstelling ‘Examining Pictures’ (1999, MCA – Chicago/Whitechapel Gallery – London): ‘Painting is the ultimate virtual space that has been continuously challenged, attacked, dismissed and subverted, but never abandoned or forgotten.’

van deze heropstanding. Phaidon Press lanceerde in 2002 de bijzonder lijvige semi-encyclopedie ‘Vitamin P: New Perspectives in Painting’ die een exhaustief overzicht moest brengen van recente trends en ontwikkelingen in de actuele schilderkunst. Na ambitieuze projecten als ‘Twisted’ (2000, Eindhoven) en ‘Painting on the Edge of the World’ (2001, Minneapolis) volgden mega­ groepsretrospectieves als ‘Urgent Painting’ (2002, Parijs), ‘Lieber Maler, male Mir’ (2002, ParijsWenen), ‘Painting Pictures’ (2003, Wolfsburg), ‘PitturaPainting – From Rauschenberg to Murakami’ (2003, Venetië) en ‘Painting on the Move’ (2003, Basel). Stuk voor stuk medium­ specifieke tentoonstellingen die de vitaliteit en ‘persistence of painting’ 2 illustreerden en ‘transgressieve’ tendensen in de actuele schilderkunst – de vervagende grenzen tussen fotografie, videokunst, performance en schilderkunst – in kaart brachten.

Anno 2004 lanceerde mediumgigant Charles Saatchi de driedelige tentoonstellingreeks ‘The Triumph of Painting’ waarin de revival van de schilderkunst – aan de hand van zijn eigen, steeds verder uitdijende collectie – wordt geïllustreerd en gecelebreerd. Het tijdschrift Artnews wijdde een recent themanummer aan een, overigens erg oppervlakkig, onderzoek naar het wezen van de schilderkunst 3 en het editorial-curatorial team Het lijkt erop dat wij sinds de eeuwwisseling opnieuw een van het Italiaanse kunstblad Flash reveil van de schilderkunst Art – bij hoofde van de alomtegenwoordige hoofdredacteur mogen meemaken. Na de heropleving in de jaren tachtig met Gian Carlo Politi en diens eega stromingen als Neue Wilden en – besloot om de omstreden tweeBad Painting en de temporaire de editie van de Biënnale van eclips in de jaren negentig, is de Praag integraal te wijden aan het schilderkunst anno 2005 weer toe fenomeen ‘expanded painting’. aan een picturale renaissance. Tal Ondertussen wordt het werk van tentoonstellingen en publivan jonge schilders als de Pool caties vormen het tastbare bewijs Wilhelm Sasnal en de Schotse


Lucy Mc Kenzie zo waanzinnig populair dat hun doeken na een aantal jaren al op de second market zijn beland en worden we geconfronteerd met de niet aflatende ‘uprise von Kraut-Art’ of wat het Duitse tijdschrift Der Spiegel ‘den globalen Siegeszug der jungdeutschen Malerei’ en ‘der internationale Ostalgie’ 4 noemt. De belangstelling voor de ‘Dresdner en Leipziger Schule’, met als bekendste protagonisten Neo Rauch, Thomas Scheibitz en Eberhard Havekost, en voor het werk van multitalenten als Jonathan Meese, Kai Althoff en Daniel Richter neemt zulke proporties aan dat het Amerikaanse magazine Art Newspaper naar aanleiding van Art Basel Miami Beach 2004 beweerde dat ‘de toekomst Duits is’ en aangaf dat de Leipziger Realos het eerste, wereldwijde kunstfenomeen van de 21st eeuw is.’ Al deze manifestaties en hypes vormen het bewijs van de hardnekkigheid en rusteloosheid van de schilderkunst, een medium dat onophoudelijk muteert en telkens weer in een anders verschijningsvorm de kop opsteekt. Het hoe en waarom van de recente schilderkunst-boom blijft echter een mysterie. Curator Alison Gingeras, medeverantwoordelijk voor de hierboven vermelde tentoonstelling ‘Lieber Maler’ wijt het aan het feit dat nu duidelijk is geworden dat schilderkunst, veel beter dan fotografie, in staat is om als een soort reservoir voor het collectieve en individuele geheugen te functioneren.5 Velen relateren de overspannen belangstelling voor werk op doek echter aan het zogenaamde kapitalistische warenfetisjisme. Doorgaans worden dan ook verklaringen aangehaald die marktgerelateerd zijn of zoals Sven Lütticken het in een recensie omschreef : ‘Ook wie zich niet aan vulgair

economisch determinisme wil bezondigen, kan zich moeilijk aan de indruk onttrekken dat de schilderkunst in de huidige sfeer van economische en politieke malaise weer eens een veilige thuishaven biedt voor kopers die geld hebben, maar door de onzekere economie intuïtief op safe spelen en daarom kiezen voor “echte kunst”, dat wil zeggen olieverf op doek – net als in de jaren rond 1980.’6 Hieraan wordt door andere recensenten en beschouwers vaak onderstaande bevinding gekoppeld: het kunstminnende – en kopende publiek is ‘gemakzuchtig’, ze zijn vertrouwd met de (traditionele) codes en tekens die schilders hanteren en dat maakt het medium verstaanbaar en toegankelijk. Wie echter naar het bijzonder pluriforme hedendaagse aanbod (een ware heterotopie) kijkt, krijgt het gevoel dat niets minder waar is. Er is zo’n diversiteit aan stijlen, posities en picturale strategieën dat de doorsnee kunstkijker al heel snel het spoor bijster raakt en er niet in slaagt een beeld te krijgen van wat anno 2005 nu daadwerkelijk schilderkunst ís. De dichotomie abstractie-figuratie is al lang niet meer relevant, het antagonisme tussen schilders die er een andere esthetica op nahouden is zo goed als verdwenen en een groot aantal in wezen conflictueuze of tenminste met elkaar in strijd zijnde opvattingen over de essentie van de schilderkunst bestaan in vreedzame co-existentie annex nevenschikking. Het is verbazingwekkend om te zien dat de poëtische uncanny figuratie van een Michael Raedecker kan bestaan naast de geometrisch-narratieve abstractie van Sarah Morris en dat de schilderkunstige etno kitsch van Chris Ofili evenzeer in de belangstelling staat als het architectonische deconstructivisme van Julie Mehretu. Het is opmerkelijk dat

44 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

eenzelfde verzamelaar met een lichte neiging tot eclecticisme zowel de elegante abstracties van Bernard Frize als de Nouveau Pop van Michel Majerus aankoopt en niemand het een blijk van inconsequentie zal vinden als een schilderkunstafficiando zowel het schilderkunstige cartoonisme van Haluk Akakce en Murakami kan appreciëren als de metaschilderkunst van Luc Tuymans en de retro-esthetiek van Michaël Borremans.

4 Ulrike Knoefel, ‘Kraut-Art fur die Welt’, in: Der Spiegel special – 4 , Die Deutschen – 60 Jahre nach Kriegsende, 2005 5 ‘Certain contemporary painters have long since understood the mnemonic insufficiency of the photograph and have capitalized on their own medium’s strength in this domain. The painted image, with its material sensuality, tactility, and atmospheric possibilities, corresponds more closely to the imprecision of the human brain’s mnemonic functions. Memory is often triggered by the banal, by otherwise vacant or impressionistic details that prompt the senses through association. Painted images – precisely because they lack the pictorial authority and truth-telling capacity of photography – can more easily trigger a free play of association or become a catalyst for a web of connections that relate to the viewer’s own memory bank. Inverting the photograph’s claim to instantaneity, the painstaking, artisanal nature of a painting’s own making metaphorically relates to the mental intensity and time required by the act of reminiscence. As curator Russell Ferguson has surmised, ‘with photography in command of specificity, advanced painting seeks ambiguity.’ Aldus Alison Gingeras, in het essay ‘The ­mnemonic function of the painted image’, in catalogus The Triumph of Painting, Saatchi Gallery, London, 2003. 6 Sven Lütticken, ‘Schilderkunst’, recensie van de tentoonstellingen ‘Painting Pictures’ en ‘Arena’ in: de Witte Raaf, mei 2003.


7 Barry Schwabsky, ‘Painting in the interpolatie mode’, essay in Vitamine P – New Perspectives in Painting, Phaidon Press, London, 2002. 8 idem 9 Hans den Hartog Jager, Verf – Hedendaagse Nederlandse schilders over hun werk, Atheneum – Polak & van Gennep, Amsterdam, 2004. 10 Vincent Geyskens’ interview met Narcisse Tordoir en Luc Tuymans in catalogus TroubleSpot Painting, NICC en MUHKA, Antwerpen, 1999.

‘Once art historical narratives were organized by “schools”; although the notion persisted into the Modernist era (Ecole de Paris, New York school), a new historical unit, the “move­ment” (Cubist, Abstract Express­ionism), eclipsed it. But today an introduction on contemporary painting no longer forms a chapter in the chronicle of successive movements any more than it charts a geography of adjacent schools. Positions are now multiple, simultaneous and decentred ... On the face of it today there is no consistent “look”, no particular method, style, material subject or theme that identifies painting as credibly contemporary or, on the other hand, disqualifies it from consideration as such.’ Barry Schwabsky 7

45 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

Dit gebrek aan eenheid en unifor- ‘First of all what do miteit is echter niet nieuw en is gerelateerd aan een steeds verder pictures consist of? voortschrijdende de-definitie What are they all van het ‘veld’ of het ‘domein’ about? There is no schilderkunst. Schilderkunst is meer dan een drager, de verbin- end in fact to the dende factor is niet langer het number of differfeit dat elke schilder uiteindelijk gebruik maakt van ezel, palet en ent kinds of pictures. penseel, dat het product dat hij Naturally artists have aflevert zich kenmerkt door het from time to time ‘aanbrengen van verf op doek’ of ‘covering a surface with pigstruggled to enlarge ment.’ 8 Het idee dat schilderen een conceptuele praktijk is, heeft on these limitations al langer ingang gevonden en is and the history of nagenoeg een conventie geworart is a succession den. Het gaat er niet om dat ‘schilders tot op zekere hoogte of their succeses denkers zijn geworden’, zoals and failures, see the Hans den Hartog Jager het formuleert in zijn interviewboek impressionists and ‘Verf’, ‘denkers over illusie en the cubists.’ werkelijkheid.’ Over beeldculJohn Baldessari, Text Painting tuur. Over de mate waarin de ‘Examing Pictures’, 1967. afbeelding nog een werkelijkheid 9 vertegenwoordigde.’ Maar eerder dat schilderen ‘een manier van denken is’ 10 zoals Luc Tuymans het formuleerde naar aanleiding van de door hem en collegakunstenaar Narcisse Tordoir samengestelde tentoonstelling ‘TroubleSpot Painting’ (1999, Antwerpen). De tentoonstelling gaf blijk van een picturale promiscuïteit en maakte voor een breed publiek duidelijk dat schilders niet gebonden zijn aan een bepaalde techniek of aan specifieke materialen. Zowel een 16 mm–film van bijvoorbeeld Elske Neus, een ruimtelijke installatie van Koenraad Dedobbeleer, de objecten van Franck Bragigand, muursculpturen van Avery Preesman als de virtuele architectuur van Boy & Erik Stappaerts ‘qualify as painting’ aldus de gelegenheidscuratoren. Videomakers zowel als fotografen kunnen blijk geven van een schilderkunstige blik en een schilderij is niet noodzakelijk een tweedimensionaal gegeven.


Hoewel de organisatoren van ‘TroubleSpot painting’ er niet echt in slaagden om hun basispremises duidelijk te formuleren en de vraag naar de ‘core nature’ van de schilderkunst onbeantwoord bleef, was deze tentoonstelling een belangrijke stap in het toewerken naar een hernieuwde implementatie van het idee van de schilder als beeldenmaker par excellence. De schilder is niet alleen een begenadigd kijker met bijzonder visuele vaardigheden maar in eerste instantie nog steeds een superieur imagemaker. Een iconofiel die de kracht van het beeld en zijn werking haarfijn heeft geanalyseerd en die kennis in de praktijk omzet door ‘beelden’ te produceren die ons ‘verwonderen’, ondanks het feit dat wij dagelijks overspoeld worden door een niet aflatende beeldenstroom en er dus een zekere gewenning annex onverschilligheid is opgetreden. Het zou achterhaald en romantisch zijn om terug te verlangen naar beelden die een soort ‘Stendhal syndroom’ 11 veroorzaken, maar het is een (onloochenbaar) feit dat schilders kunnen en willen inspelen op ‘talen naar’, naar ‘verwondering’. De hedendaagse schilderkunst speelt in op ons verlangen om de hele complexe en veelvoudig verwarrende werkelijkheid in een enkel beeld te vatten, ons verlangen naar het onontkoombare beeld. In een tijd waarin we dagelijks gebombardeerd worden met een spreekwoordelijk spervuur aan (multimediale) beelden ontstaat het verlangen naar een enkelvoudig en tastbaar beeld. Een beeld dat op een indirecte manier met ons communiceert. Een beeld dat niet makkelijk te consumeren is en nog minder te verbaliseren valt. Een beeld dat niet louter representatie is, illustratie of afbeelding is maar voorstelling en verbeelding. Een beeld dat niet

referentieel is, niet noodzakelijk een boodschap hoeft te hebben maar louter op zichzelf lijkt te bestaan. Een beeld dat tegelijkertijd onoverkomelijk lijkt en ongrijpbaar is. Een beeld dat tot op zekere hoogte gesloten blijft (als het niet zo’n taboewoord zou zijn, zou ik zeggen ‘mysterieus’ blijft). Een beeld dat buiten ons linguïstisch systeem valt, waarvan we de (visuele) mechanismen ondanks onderzoeksdisciplines als Visual Semiotics - niet helemaal kunnen kraken en decoderen. Een beeld dat, ook al wordt het onderworpen aan kunsthistorische vivisectie, nog steeds intact blijft.

46 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

‘Words paint to the imagination, but every man (sic) forms the thing to himself in his own way: ­language is very imperfect: there are innumerable colours, and figures for which we have no name, and infinity of other ideas which have no certain words universally agreed upon as denoting them; whereas the painter can convey his ideas of these things clearly, and without ambiguity; and what he says every one understands in the sense he intends it. And this is a language that is universal; men of all nations hear the poet, moralist, historian, divine, or whatever other character the painter assumes, speaking to them in their own mother tongue.’ Jonathan Richardson, An Essay on the Theory of Painting, 1725.

In die zin is Richardson ook vandaag nog actueel. Schilders, of ze daarbij nu gebruik maken van pixel of pigment doet weinig ter zake, zijn degenen die ons de woordenloze kracht van het beeld doen inzien en beleven. Ganz einfach so. Ann Demeester, Amsterdam, 2005


11 Zo genoemd naar een ervaring van Stendhal annex Marie-Henri Beyle die in 1817 Florence bezocht en helemaal overweldigd werd door de nalatenschap van kunst en geschiedenis in deze stad en onwel werd met emotie toen hij Santa Croce bezocht (begraafplaats van Michelangelo, Machiavelli en Galilea) en daar Giotto’s plafondschildering zag. In de jaren zeventig van deze eeuw lanceerde Graziella Magherini, hoofd psychiatrie van het Santa Maria Nuova Hospitaal in Firenze de term toen ze vaststelde dat bepaalde toeristen gedesoriÍnteerd raakten na een bezoek aan Firenze, paniekaanvallen kregen of echt symptomen van geestesziekten vertoonden.

47 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005




50 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005


Lijst van de winnaars sinds 1947 ¶ 1947 ¬ Pieter Defesche ¬ Jef Diederen ¬ Chris van Geel ¬ Jan Groenestein ¬ Frans Wiegers ¬ Nicolaas Wijnberg ¬ ¶ 1948 ¬ Herman Berserik ¬ Jef Diederen ¬ Theo Kroeze ¬ Ger Lataster ¬ Frans Wiegers ¬ ¶ 1949 ¬ Herman Berserik ¬ Elisabeth de Boer ¬ Jef Diederen ¬ Ger Lataster ¬ Frans Nols ¬ ¶ 1950 ¬ Elisabeth de Boer ¬ Nora van der Flier ¬ Cootje Horst-van Mourik Broekman ¬ Frans Nols ¬ Max Reneman ¬ Dirk Trap ¬ ¶ 1951 ¬ Henk Bies ¬ Dirk Breed ¬ Mia Jongmans ¬ Jacob Kuyper ¬ Dirk Trap ¬ Jan Jaap Vegter ¬ ¶ 1952 ¬ Rudi Bierman ¬ Arie Kater ¬ Harry op de Laak ¬ Frans Nols ¬ Pierre van Soest ¬ Co Westerik ¬ ¶ 1953 ¬ Jaap Ploos van Amstel ¬ Max Reneman ¬ Pierre van Soest ¬ Marijke Stultiens-Thunnissen ¬ Gerrit Veenhuizen ¬ Co Westerik ¬ ¶ 1954 ¬ Geery de Bakker ¬ Hans Engelman ¬ Kees Franse ¬ Jaap Ploos van Amstel ¬ Wim Strijbosch ¬ Marijke Stultiens-Thunnissen ¬ ¶ 1955 ¬ Ko Oosterkerk ¬ Lei Molin ¬ Hans Truyen ¬ Aat Velthoen ¬ Louis Visser ¬ Toon Wegener ¬ ¶ 1956 ¬ Jacques Frenken ¬ Hens de Jong ¬ Lei Molin ¬ Jan Sierhuis ¬ Marijke StultiensThunnissen ¬ ¶ 1957 ¬ Jaap Hillenius ¬ Han Mes ¬ Ko Oosterkerk ¬ Ton Orth ¬ Willem den Ouden ¬ Aat Velthoen ¬ ¶ 1958 ¬ Gerard van den Eerenbeemt ¬ Pieter Engels ¬ Ton Frenken ¬ Jaap Hillenius ¬ Trees Suringh ¬ Auke de Vries ¬ ¶ 1959 ¬ Gerard van den Eerenbeemt ¬ Arie van Houwelingen ¬ Steven Kwint ¬ Guillaume Lo-A-Njoe ¬ Annemiek Rutten ¬ Lukas Smits ¬ ¶ 1960 ¬ Henk Dorré ¬ Willem Kloppers ¬ Han Mes ¬ Ton Orth ¬ Gerard Verdijk ¬ Aat Verhoog ¬ ¶ 1961 ¬ Peter Jansen ¬ Willem Kloppers ¬ Han Mes ¬ Jacques Slegers ¬ Jan Willem Smeets ¬ ¶ 1962 ¬ Han Mes ¬ Wim Moerenhout ¬ Ton Orth ¬ Jan Roeland ¬ Lukas Smits ¬ ¶ 1963 ¬ Pat Andrea ¬ Gustave Asselbergs ¬ Hans Hamers ¬ Ton Klop ¬ Joop van Meel ¬ ¶ 1964 ¬ Jan Dibbets ¬ Jaap van der Pol ¬ Jacques Slegers ¬ ¶ 1965 ¬ Peter Jansen ¬ Ton Klop ¬ Jaap van der Pol ¬ Henk Westein ¬ ¶ 1966 ¬ Frits Calon ¬ Ton Klop ¬ Theo Schuurman ¬ Henk Westein ¬ ¶ 1967 ¬ Mareike Geys ¬ Henk Huig ¬ Evert Maliangkay ¬ Wim Moerenhout ¬ R.W. van de Wint ¬ Jacob Zekveld ¬ Siet Zuyderland ¬ ¶ 1968 ¬ Mareike Geys ¬ Age Klink ¬ Jacob Zekveld ¬ ¶ 1969 ¬ Walter Nobbe ¬ Kees Spermon ¬ R.W. van de Wint ¬ Wladimir Zwaagstra ¬ Pieter Zwaanswijk ¬ Siet Zuyderland ¬ ¶ 1970 ¬ Mareike Geys ¬ Cécile Hessels ¬ Kees Spermon ¬ Jacob Zekveld ¬ Pieter Zwaanswijk ¬ Siet Zuyderland ¬ ¶ 1971 ¬ Pat Andrea ¬ Peter Blokhuis ¬ Gèr Boosten ¬ Mareike Geys ¬ R.W. van de Wint ¬ Pieter Zwaanswijk ¬ ¶ 1972 ¬ Arie van Geest ¬ Dick Gorter ¬ Mareike Geys ¬ Gerard van Zon ¬ ¶ 1973 ¬ Jules Bekker ¬ Annemarie Fischer ¬ Dick Gorter ¬ Burgert Konijnendijk ¬ Nelleke Montfoort ¬ Flip Rutten ¬ ¶ 1974 ¬ Hans Boer ¬ Arie van Geest ¬ Dick Gorter ¬ Burgert Konijnendijk ¬ Peter Leeuwen ¬ Johan van Oord ¬ ¶ 1975 ¬ Hans Boer ¬ Hedy Gubbels ¬ Burgert Konijnendijk ¬ J.F.B. Stuurman ¬ Peter Thijs ¬ ¶ 1976 ¬ Hans Boer ¬ Hedy Gubbels ¬ Burgert Konijnendijk ¬ J.F.B. Stuurman ¬ Peter Thijs ¬ Hans de Wit ¬ ¶ 1977 ¬ Gerard Hendriks ¬ John van ‘t Slot ¬ Peter Thijs ¬ Frans van Veen ¬ Albert Verkade ¬ Hans van Wingerden ¬ ¶ 1978 ¬ Nic Blans jr. ¬ Cees Bouw ¬ Roland Sohier ¬ Toon Teeken ¬ Elizabeth de Vaal ¬ Willem van Veldhuizen ¬ ¶ 1979 ¬ Alumet ¬ Inge van Haastert ¬ Sjef Henderickx ¬ Egidius Knops ¬ Pieter Mol ¬ Marc Volger ¬ ¶ 1980 ¬ Hedy Gubbels ¬ Eugène Jongerius ¬ Henk Metselaar ¬ Sonia Rijnhout ¬ Tiny van der Sar ¬ ¶ 1981 ¬ Ernst Blok ¬ Ansuya Blom ¬ Jan Commandeur ¬ Peter Kenniphaas ¬ Emo Verkerk ¬ Henk van Woerden ¬ ¶ 1982 ¬ Arja van den Berg ¬ Jos Boomkamp ¬ Joris Geurts ¬ Kees de Goede ¬ Maarten Ploeg ¬ Nies Vooijs ¬ ¶ 1983 ¬ Helma Pantus ¬ F.F. Beckmans ¬ Peter Klashorst ¬ Jos van Merendonk ¬ Marien Schouten ¬ Han Schuil ¬ ¶ 1984 ¬ Bettie van Haaster ¬ Frank Hutchison ¬ Guus Koenraads ¬ Erik Pott ¬ Conrad van de Ven ¬ Willem van Weelden ¬ ¶ 1985 ¬ Ellen van Eldik ¬ Manuel Esparbé Gasca ¬ Reggy Gunn ¬ Berend Hoekstra ¬ Lex van Lith ¬ Kees Versloot ¬ ¶ 1986 ¬ Steven Aalders ¬ Jan van den Dobbelsteen ¬ Bart Domburg ¬ Michiel Duvekot ¬ Diederick van Kleef ¬ Gerard Kodde ¬ ¶ 1987 ¬ Hans Ensink op Kemna ¬ Hewald Jongenelis ¬ Jacqueline Peeters ¬ Lauran Schijvens ¬ Marianne Theunissen ¬ Klaasje Vroon ¬ ¶ 1988 ¬ Siert Dallinga ¬ Nour-Eddine Jarram ¬ Karenina de Jonge ¬ Ton Kraayeveld ¬ Bob Negrijn ¬ Maaike Vonk ¬ ¶ 1989 ¬ Suzan Drummen ¬ Mirjam Hagoort ¬ Marja van der Heiden ¬ Benoît Hermans ¬ Hein Jacobs ¬ Wim Konings ¬ ¶ 1990 ¬ Britta Huttenlocher ¬ W.J.M. Kok ¬ Jan van der Ploeg ¬ F.G.Th. Ros ¬ Paul Vos de Wael ¬ ¶ 1991 ¬ Tjong Ang ¬ Ton Boelhouwer ¬ Jacqueline Böse ¬ Noëlle von Eugen ¬ Kiki Lamers ¬ Robert Suermondt ¬ ¶ 1992 ¬ Wim Bosch ¬ Sarianne Breuker ¬ Hans Broek ¬ Allard Budding ¬ Janpeter Muilwijk ¬ Rinke Nijburg ¬ ¶ 1993 ¬ Richard Brouwer ¬ Pierre Cops ¬ Rens Janssen ¬ Michael Raedecker ¬ Wouter van Riessen ¬ H.W. Werther ¬ ¶ 1994 ¬ Irina Balen ¬ Hannah van Bart ¬ Koen Ebeling Koning ¬ Gijs Frieling ¬ Elsa Hartjesveld ¬ Rob Verf ¬ ¶ 1995 ¬ Noud van Dun ¬ Maarten Janssen ¬ Carla Klein ¬ Paul Nassenstein ¬ Danne van Schoonhoven ¬ Machiel van Soest ¬ ¶ 1996 ¬ Annemiek de Beer ¬ Norbert Grunschel ¬ Bas Meerman ¬ Rik Meijers ¬ Dino Ruissen ¬ Ellen Zwarteveen ¬ ¶ 1997 ¬ Frank Lenferink ¬ Paul Nassenstein ¬ Dieuwke Spaans ¬ Serge Verheugen ¬ ¶ 1998 ¬ Arthur den Boer ¬ Mattijs van den Bosch ¬ Natasja Kensmil ¬ Dieuwke Spaans ¬ ¶ 1999 ¬ Robbert-Jan Gijzen ¬ Frederika Hasselaar ¬ Joris van der Horst ¬ Gé-Karel van der Sterren ¬ ¶ 2000 ¬ Henk Jonker ¬ Fahrettin Örenli ¬ Bas Zoontjens ¬ Ina van Zijl ¬ ¶ 2001 ¬ Peter Brenner ¬ Sara van der Heide ¬ Rezi van Lankveld ¬ Marcelino Stuhmer ¬ ¶ 2002 ¬ Lise Haller Baggesen ¬ Raaf van der Sman ¬ Esther Tielemans ¬ Chantal Veerman ¬ ¶ 2003 ¬ Antoine Adamowicz ¬ Wafae Ahalouch el Keriasti ¬ Sander van Deurzen ¬ Thomas Raat ¬ ¶ 2004 ¬ Thomas Raat ¬ Marjolein Rothman ¬ Peter Vos ¬ Barbara Wijnveld ¬ ¶ 2005 ¬ Mariëlle Buitendijk ¬ Melissa Gordon ¬ Aukje Koks ¬ William Monk ¬ 51 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005


Winnaars Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

§ Mariëlle Buitendijk – 1976 – Tuinbouwdwarsstraat 11 – 9717 HT Groningen ZW.4 – Spuitbus op paneel, 122 x 158 cm, 2005 ZW.5 – Spuitbus op paneel, 122 x 177 cm, 2005 § Melissa Gordon – 1981 – Reinwardtstraat 79 B – 1093 HB Amsterdam Snake Handler – Acrylverf op doek, 170 x 220 cm, 2005 Shelia was a poor shot – Acrylverf op doek, 230 x 161 cm, 2005 § Aukje Koks – 1977 – Haven 22 – 4811 WL Breda Zonder titel – Olieverf en eitempera op katoen, 141 x 170 cm, 2005 Zonder titel – Tempera op doek, 105 x 138 cm, 2004 § William Monk – 1977 – Reinwardtstraat 79 B – 1079 HB Amsterdam Tomorrow never knows – Olieverf op doek, 200 x 240 cm, 2004 Will I dream? – Olieverf op doek, 200 x 240 cm, 2004

52 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005


Exposanten Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005

§ Heddy-John Leon Appeldoorn – 1975 – Haaksbergenstraat 149-228 – 7513 EL Enschede Snowdragon – Olieverf op doek, 165 x 219 cm, 2005 § Alex Barendregt – 1973 – Middellandplein 35 A – 3021 BW Rotterdam McMurdo and the Southwind Surrender – Olieverf, acrylverf en hoogglanslak op doek, 90 x 175 cm, 2005 § Anna Bas Backer – 1981 – Oppelnerstrasse 11 – 10997 Berlijn Sunken Pool 01 – Olieverf op doek, 200 x 160 cm, 2005 § Toon Berghahn – 1970 – Hoofdweg 168 HS – 1057 DC Amsterdam Evening Glory – Olieverf en acrylverf op doek, 200 x 130 cm, 2005 § Morgan Betz – 1974 – 1e Jacob van Campenstraat 14 – 1072 BE Amsterdam Andrew Blake – Olieverf op doek, 150 x 120 cm, 2005 § Aquil Copier – 1973 – Ranonkelkade 16 I – 1031 XS Amsterdam Geen titel – Olieverf op hout, 116 x 90 cm, 2005 § Isabel Cordeiro – 1973 – Oudezijds Voorburgwal 2 E – 1012 GD Amsterdam Geen titel – Latex, acrylverf, cement, epoxy op MDF, 150 x 200 cm, 2005 § Roger Cremers – 1972 – Blankenstraat 378 III – 1018 SK Amsterdam Aloëvera Deductie – Lak, acrylverf, olieverf en potlood op MDF, 122 x 90 cm, 2002 § Jasper Hagenaar – 1977 – Schoenerstraat 17 – 3534 RK Utrecht Zonder titel – Acrylverf en olieverf op doek, 170 x 190 cm, 2005 § Nathan van Heynsbergen – 1979 – Reinwardstraat 79 B – 1093 HB Amsterdam Paper, cardboard, prints, tape & spraypaint – Mixed media, 280 x 249 cm, 2004 § Jorn Janssen – 1979 – Brinkstraat 173 – 7512 ED Enschede Zonder titel – Lakverf op MDF, 60 x 90 cm, 2005 § Emile Miedema – 1980 – Walnootstraat 8 – 3552 GT Utrecht Zonder titel – Olieverf op doek, 170 x 140 cm, 2005 § Julia Münstermann – 1977 – Bestevaerstraat 100 II – 1056 HS Amsterdam Zonder titel (Automat) – Acrylverf op doek, 190 x 145 cm, 2005 § Kim van Norren – 1980 – Stadhouderskade 86 – 1073 AT Amsterdam Life is peanuts – Olieverf, acrylverf en alkydverf op doek, 260 x 200 cm, 2005 § Malin Persson – 1978 – Fannius Scholtenstraat 73 III – 1051 EV Amsterdam Darkness cover light – Olieverf en spray op doek, 156 x 196 cm, 2005 § Simon Cornelis Schrikker – 1973 – Oudedijk 165 B – 3061 AC Rotterdam Zonder titel – Olieverf op doek, 200 x 170 cm, 2005 § Ingrid Simons – 1976 – Aalsterweg 202 – 5644 RJ Eindhoven Anonymous IV – Olieverf op doek, 120 x 80 cm, 2005 § Chantal Spit – 1971 – Pieter van der Doesstraat 17 R – 1056 VB Amsterdam Matter of time – Olieverf op doek, 199 x 120 cm, 2004 § Lucy Stein – 1979 – Nolensstraat 206 – 1067 KL Amsterdam Big eyes, electric nerves – Olieverf op doek, 150 x 100 cm, 2005 § Pär Strömberg – 1972 – KNSM Laan 179 – 1019 LC Amsterdam Mis kerzu – very black month – Olieverf op doek, 200 x 200 cm, 2005 § Peter Vos – 1975 – 1e Jan van der Heydenstraat 98 I – 1072 VA Amsterdam Das Matterhorn – Olieverf op doek, 120 x 140 cm, 2005 § Jeroen Vrijsen – 1975 – Nieuwe Fellenoord 8 – 5612 KC Eindhoven Landschap mit Weg – Olieverf op doek, 197 x 131 cm, 2005

53 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005


Catalogus Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005 ISBN 9072080343 Organisatie Stichting Koninklijk Paleis te Amsterdam Educatieve Dienst Redactie Marianna van der Zwaag Fotografie Studio Tom Haartsen, Ouderkerk a/d Amstel Grafisch ontwerp Maarten Evenhuis, Amsterdam Druk en lithografie Drukkerij Rosbeek BV, Nuth Bindwerk Binderij Hexspoor bv, Boxtel Tentoonstelling GEM, Museum voor Actuele Kunst te Den Haag 8 oktober tot en met 27 november 2005 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. © Stichting Koninklijk Paleis te Amsterdam Bij het regelen van de auteursrechten van de illustraties is met grote zorgvuldigheid te werk gegaan. Mochten er onvolkomenheden geconstateerd worden dan zal de uitgever daarvan graag op de hoogte ­worden gesteld.

54 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005


55 Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2005



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.