Campuskrant

Page 1

23 NOVEMBER 2016

KULEUVEN.BE/CK

03

JG 28

Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.

Tijdschrift - toelating gesloten verpakking

Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

2099 Antwerpen X n° BC 6379

erkenning: p303221

PB-nr. B-4883

“WIJ GEVEN DE DODEN HUN LAATSTE WOORDEN”

“ERDOGAN SCHIET ZICHZELF IN DE VOET”

Gerechtsarts Wim Develter reist de pionier van zijn vakgebied achterna

‘De terugkeer van de Sultan’: Turkije na de staatsgreep

6

12

HOE ZIET LEUVEN ER OVER HONDERD JAAR UIT?

EEN ROBBERTJE VECHTEN MET JEZELF

Huiscartoonist Joris Snaet tekent de stad van de toekomst

Hoe realistisch is de gespleten persoonlijkheid in Fight Club?

Leven na Leuven: tv-maker Gilles Van Bouwel

10

20

14

Ik wil geen eendags­ vlieg zijn

Leuvense onderzoekers hebben software ontwikkeld die het mogelijk maakt om een 3D-afbeelding van een bestaande neus te bewerken of om een nieuwe, natuurlijk uitziende neus te ontwerpen voor een specifiek gezicht. De technologie kan onder meer ingezet worden bij mensen die hun neus verloren door kanker of een ongeval. Hoe gaat een neus er precies uitzien na een esthetische ingreep? Wie een neuscor­ rectie laat uitvoeren, krijgt daar op voorhand graag een zo duidelijk mogelijk beeld van. “Dankzij een simulatie in 3D kan de arts beter in­ schatten of de patiënt inder­ daad gelukkiger zal worden van de ingreep”, zegt Peter Claes van de Processing Speech and Images-onder­ zoeksgroep. Het team stel­ de een databank samen met tweeduizend gezichten van mensen met verschillen­ de leeftijden, etniciteit … Op basis daarvan ontwik­ kelden ze een algoritme dat

bepaalt wat een natuurlijke neus is voor een specifiek gezicht. De arts kan dat 3D-beeld vervolgens verder bijstellen tot het gewenste resultaat. Met de software kan je niet alleen een bestaande neus manipuleren, maar ook een volledig nieuwe neus ontwerpen. “Mensen die door kanker of een on­ geval hun neus zijn kwijtge­ raakt, kunnen een neus la­ ten tekenen die bij hen past. Die kan vervolgens 3D ge­ print worden en dienen als basis voor de prothese.” Lees meer op P.05

© KU Leuven | Rob Stevens

Een neus naar keus

Huid-op-huid Deze kersverse moeder van een tweeling was één van de deelnemers tijdens een tiendaagse ‘kangoeroemarathon’ die

VOEDINGSPROBLEMEN EN ANGSTGEVOELENS VRAGEN OM BEGELEIDING

Zorgeloos zwanger na obesitaschirurgie? Zwangere vrouwen die obesitaschirurgie achter de rug hebben, kampen met tekorten aan voedingstoffen. Ze zijn ook angstiger dan zwaarlijvige moeders-in-spe die geen ingreep ondergingen. Daarom pleit vroedvrouw Goele Jans in haar doctoraat voor een grondige begeleiding van deze vrouwen tijdens hun zwangerschap. Ilse Frederickx

E Valt het doek voor onze democratie? “Er is op zich niets mis met politiek ‘toneel’: dat betrekt de kiezer bij wat er allemaal speelt. Het probleem is dat het theater zijn geloofwaardigheid verloren heeft”, zegt politiek filosoof Stefan Rummens. In zijn boek Wat een theater! be­ schrijft hij hoe technocraten en populisten een bedreiging vormen voor onze democratie. Lees meer op P.02

de Afdeling Neonatologie van UZ Leuven organiseerde om het belang van huid-op-huidcontact met pasgeboren baby’s in de verf te zetten. Kangoeroezorg werkt helend, vermindert het risico op sterfte en stimuleert de hersenontwikkeling van de baby. Lees meer op P.12

en maagring of een maag­ bypass: niemand kijkt er nog van op als een zwaarlij­ vige met zo’n ingreep de overtollige kilo’s aanpakt. Maar wat als een vrouw na die obesitaschirurgie zwanger wil worden? De medische sector weet er nog geen raad mee. Daar wou vroedvrouw Goele Jans verandering in brengen met haar docto­ raat onder leiding van professor Roland Devlieger van het Departement Ontwik­ keling en Regeneratie, en in samenwerking met het Departement Klinische en Experi­ mentele Geneeskunde. “In Vlaanderen start 14 procent van de vrouwen hun zwangerschap met obe­ sitas. Dat wil zeggen dat hun body mass

index (BMI) – het gewicht in kilo’s gedeeld door het kwadraat van de lengte in me­ ter – meer dan 30 bedraagt. Dat Vlaam­ se percentage is best wel hoog, zeker als je de risico’s van maternale obesitas kent: je loopt als zwaarlijvige een hoger risico op onder meer een miskraam, een te hoge bloeddruk en zwangerschapsdiabetes. De kans dat je moet bevallen met een kei­ zersnede is ook groter. Je baby zelf loopt ook meer risico op bijvoorbeeld een open ruggetje of obesitas op latere leeftijd”, zegt Goele Jans. Om die medische risico’s te beperken, krijgt een zwangere vrouw met een BMI van boven de 30 de raad om tijdens de zwangerschap maximaal vijf tot negen kilo

bij te komen. Bij vrouwen zonder obesitas mag dat 11,5 tot 16 kilo zijn. “Aanpassingen die obese vrouwen door­ voeren in hun levensstijl – minder en ge­ zond eten, meer bewegen – blijken helaas meestal niet te volstaan om de medische risico’s significant te beperken. Daarom is de vraag of obesitaschirurgie een betere optie is, zowel vóór een zwangerschap als tussen twee zwangerschappen. Er zijn ook vrouwen die door hun obesitas fertiliteits­ problemen hebben en zonder obesitaschi­ rurgie niet zwanger raken. Maar over het effect van zo’n ingreep op een zwanger­ schap was tot nu toe weinig geweten.” Lees verder op P.09


02

NIEUWS

CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016

COLUMN  © KU Leuven | Rob Stevens

Drie pittige pennen geven om de beurt hun hoogst persoonlijke en ongezouten kijk op actualiteit en universiteit.

‘WAT EEN THEATER’: POLITIEK FILOSOOF STEFAN RUMMENS ZOEKT EEN TOEKOMST VOOR ONZE DEMOCRATIE

Walter Pauli is redacteur voor Knack. Hij studeerde oude geschiedenis aan de KU Leuven.

De Trump in Torfs

H

et kan niet anders dan dat Rik Torfs de gave van de bilocatie bezit. Hij is zo alomtegenwoordig in de media dat er wel een dubbelganger moet bestaan die intussen vanuit het rectoraat de universiteit bestiert. Niet dat wij op de Knack-redactie rouwig zijn om die drukke agenda: op de boekenbeurs was de Leuvense rector aanwezig op de Knackstand, als auteur van een boek met de zeer torfsiaanse titel Tegentijds eigendraads.

De rector heeft op zijn beurt gebruik gemaakt van de ‘vrijheid tot dwalen’. Bovendien deed Rik Torfs de gastheren van het nieuwsmagazine een groot plezier door ter plaatse te zorgen voor een landelijke primeur. Eén dag na de Amerikaanse verkiezingen zei hij: “Als het gaat over het economisch programma, dan zou ik eerder voor Donald Trump kiezen dan voor Paul Magnette.” Binnen de kortste keren was het zinsdeel voor de komma vergeten en heette het dat de rector meer sympathie heeft voor Trump dan voor Magnette. Gezien de impact van de economische agenda op het algemene beleid was die conclusie ook niet helemaal onwaar: Trumps economische voorstellen kunnen niet los gezien worden van de rest van zijn programma. Zo staan of vallen zijn sociale beloften toch met zijn aanpak van de migratie en het sluiten van de grenzen? Op slag was Rik Torfs voorwerp van vijandig commentaar. Op sociale media dreigden een paar Leuvense academici er zelfs mee om de

kwestie te agenderen op de Academische Raad. Was het toeval dat Torfs in zijn volgende column in De Standaard tot twee keer toe beklemtoonde dat hij nóóit voor Trump zou kiezen? Had de rector zich in nesten gebabbeld? Of was er meer aan de hand? Als CD&V-senator zag Torfs zijn PS-collega’s natuurlijk van nabij aan het werk. De PS heeft niet de ijverigste fracties en ook niet de beleefdste. Net iets te veel PS-verkozenen dragen bij tot de karikatuur die in Vlaanderen over hun partij bestaat. Bovendien had Torfs zich al eerder kritisch uitgelaten over Magnettes obstructie van CETA. Maar klopt dat beeld nog? Toen zusterbladen Knack en Le Vif een tijd terug een dubbel­ interview belegden met Geert Bourgeois en Paul Magnette, bleken de twee minister-presidenten het uitstekend met elkaar te kunnen vinden. Magnettes nieuwe economische koers viel samen te vatten als: “Franstalige vrienden, kijk hoe de Vlamingen het doen: dat is ons voorbeeld.” De twee regeringsleiders hadden inderdaad een beschaafd maar wezenlijk meningsverschil over CETA en TTIP. Commissievoorzitter Juncker was trouwens al lang op de hoogte van het Waalse non. Hij had hooghartig de schouders opgehaald, zoals Europese mandarijnen wel meer doen, onveranderd met een fout resultaat. Is Donald Trump een dwaas? Zeker niet. Is Paul Magnette een onnozelaar? Allerminst. Vandaar dat het merkwaardig is dat een rector die terecht pleit voor een genuanceerde kijk op Trump, tegelijk vasthoudt aan gemakkelijke clichés over de PS. Maar ook dat past in onze universitaire traditie. In 1985 was de jonge Rik Torfs toeschouwer bij het pausbezoek van Johannes-Paulus II toen Piet De Somer voor zijn academici “de vrijheid tot dwalen” claimde. Van die vrijheid heeft de rector op zijn beurt gebruik gemaakt. Reageren? Mail naar nieuws@kuleuven.be

KANTTEKENING

3D-software toont patiënt hoe nieuwe neus eruit gaat zien.

Lees het artikel op P.05

Stap een willekeurige kroeg binnen en het duurt niet lang of je hoort dat de politiek ‘één grote klucht is’. Toogpraat waar iets van aan is, vindt politiek filosoof Stefan Rummens. Politiek ís toneel en wat hem betreft mogen er gerust wat meer opvoeringen komen. Zeker in Europa, waar de beslissingen genomen worden achter het theatergordijn. “Als de EU niet democratischer wordt, is de brexit maar het begin en krijgen we misschien onze eigen Donald Trump.” TEKST: Pieter-Jan Borgelioen | ILLUSTRATIE: Gudrun Makelberge

“ Politiek moét theater zijn, maar dan

van hoog niveau” I

n zijn boek Wat een theater! beschrijft professor Stefan Rummens, politiek filosoof aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, hoe onze parlementaire democratie op verschillende fronten wordt bedreigd. Door Europese technocraten die de macht naar zich toe trekken en geen oren hebben naar de wil van het volk. Maar ook door schreeuwerige populisten die verklaren de stem van datzelfde volk te vertolken. Op de ochtend van onze afspraak is zo’n populist hét gespreksonderwerp van de dag: Donald Trump is net verkozen tot president van de VS. “Erg zorgwekkend”, zegt Stefan Rummens. “En tegelijk een belangrijk signaal. De keuze voor een uitgesproken populist als Donald Trump wijst erop dat een groot deel van de Amerikaanse bevolking ontevreden is over de traditionele politiek. Ze keren zich tegen het systeem en Trump is hun uitlaatklep, een duidelijke middelvinger naar Washington. Die onvrede met de klassieke politiek zie je ook in Europa. Het Britse volk stemde voor de brexit en trok de kaart van nationalisten die hun land terugclaimen. Op zich is er niks mis met alternatieven voor het bestaande systeem, maar het is zorgwekkend om te zien dat nationalisten en populisten steeds meer terrein winnen.” “Ongenoegen neemt natuurlijk slechts de vorm aan die het kán aannemen”, zegt Rummens. “Ik vraag me af of de Amerikanen ook vatbaar geweest zouden zijn voor een democratisch alternatief. Of de verkiezingen anders verlopen waren als Trump het

had moeten opnemen tegen Bernie Sanders, die zich ook afzette tegen het systeem, maar met een linkser programma. Ook Sanders deed populistische uitspraken, maar dat maakt van hem nog geen échte populist zoals Trump. Het verschil zit hem in het al dan niet aanvaarden van de regels van de democratische rechtsstaat. Trump is ondemocratisch en heeft geen respect voor zijn tegenstander. Zo zei hij bijvoorbeeld dat hij de verkiezingsuitslag niet zou aanvaarden als Hillary Clinton zou winnen.” Geen daden, maar woorden

Het succes van Trump bewijst ook dat straffe uitspraken en oneliners het goed doen in de politiek van vandaag. Dreigt zijn publiek in te dommelen tijdens een speech, dan zegt Trump dat hij ‘een muur zal bouwen’. Applaus gegarandeerd. Bij ons lijkt het niet anders te zijn. Rechts schreeuwt dat er ‘geen alternatief ’ is voor de doorgevoerde besparingen terwijl links vindt dat we ‘het geld moeten halen waar het zit’. Zorgen die simplificaties niet voor een uitholling van de politiek? En drijven ze de kiezer niet in de armen van de populist? “Ik vind van niet”, zegt Rummens. “Oneliners horen er nu eenmaal bij. In het gemediatiseerde tijdperk waarin we leven zijn ze onvermijdelijk. In het tv-journaal moet je kort en krachtig je standpunt kunnen vertegenwoordigen. Maar ook in korte zinnen kan je veel zeggen, op voorwaarde dat je uitspraken onderbouwd zijn door een duidelijke beleidsvisie. Daarnaast is het de taak van de media om in alle om-


NIEUWS 03

CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016

standigheden kritisch te zijn en ervoor te zorgen dat het debat blijft draaien om inhoud. Het mag niet vervallen in gratuite scheldpartijen, zoals je zag bij Trump en Clinton.” Maar geeft het met oneliners doorspekte tv-debat de kiezer niet het gevoel dat er een voorbereid toneeltje wordt opgevoerd? “Misschien, maar ook daar is niks mis mee. In mijn boek pleit ik voor politiek theater, maar ik zeg er meteen ook bij dat het kwaliteitsvol theater moet zijn. Degelijk ‘toneel’ maakt het politieke landschap zichtbaar voor de kiezer. De regeringspartijen krijgen de kans om hun beleid te verantwoorden en duiding te geven, terwijl de oppositie haar ongenoegen kan uiten over genomen beslissingen. Op die manier voelt de kiezer zich betrokken en begrijpt hij wat er speelt.” “Dat veel kiezers tegenwoordig de neiging hebben zich af te keren van de traditionele partijen, ligt volgens mij niet aan de media of aan oneliners. Het probleem is dat het theater zijn geloofwaardigheid heeft verloren. Veel mensen vragen zich terecht af waar het politieke debat nog over gaat. Politici slagen er niet meer in iets te veranderen. Kijk maar naar deze regering. Ze begon met grote uitspraken over begrotingsdiscipline, maar je ziet dat de begroting enkel maar verder ontspoort en dat onze ministers er niet in slagen hun belangrijkste verkiezingsbelofte waar te maken. Ze hebben maar weinig greep op de samenleving en het beleid. Dat komt onder meer omdat ze een groot deel van hun bevoegdheden zijn kwijtgeraakt aan Europa.”

Euroscepticus?

Stefan Rummens:

Degelijk ‘toneel’ maakt het politieke landschap zichtbaar voor de kiezer. De regerings­ partijen kunnen hun beleid verantwoorden, de oppositie kan haar ongenoegen uiten.

Ongenoegen neemt slechts de vorm aan die het kán aannemen. Ik vraag me af of de Amerikanen ook vatbaar geweest zouden zijn voor een democratisch alternatief.

Dat Europa wordt volgens Rummens gerund door technocraten die een uitgesproken neoliberale koers varen en maar weinig rekening houden met de wensen van het volk. “Zie je in België dat de macht ontbreekt om woorden om te zetten in daden, dan geldt in Europa het omgekeerde. De Europese leiders bepalen in grote mate hoe ons leven eruitziet. Denk maar aan het harde besparingsbeleid dat wordt gevoerd en dat op ieder van ons invloed heeft. Maar ze voelen geen enkele nood om hun beleid aan ons te verantwoorden. Waarom zouden ze ook? Of iemand zijn positie als eurocommissaris kan behouden, hangt immers niet af van de Europese kiezer.” “Het probleem is dat de Europese Commissie geen echte Europese regering is. Er is geen officiële oppositie, geen strijd tussen partijen in het Europese parlement en daardoor dus ook geen politiek theater. Er wordt gedaan alsof elke maatregel die de EU neemt technisch van aard is, dat het politiek neutrale beslissingen zijn die het functioneren van de markt bevorderen. Maar in werkelijkheid gaat het om fundamentele sociaaleconomische zaken waar wel degelijk verschillende visies over bestaan en die een grote invloed uitoefenen op het beleid dat de lidstaten voeren. Een goed voorbeeld is het CETA-handelsverdrag, dat ons wordt opgedrongen zonder dat er een breed publiek debat over geweest is. PS-politicus Paul Magnette sprak zich ertegen uit, vertegenwoordigde

in zijn eentje de oppositie en werd daarop afgerekend door de elite. Dat soort dogmatisch denken vind ik beangstigend.” Volgens Rummens wordt het dan ook dringend tijd dat de Europese parlementaire democratie zichzelf opnieuw uitvindt. “In haar huidige vorm is de EU mislukt”, zegt hij. “Wat we nu hebben kan niet duurzaam blijven voortbestaan. De Europese Unie is begonnen als een economisch project en is daarin blijven steken. Bij zowat alles wat de EU beslist, prevaleert de logica van de vrije markt. We komen stilletjes aan op het punt dat we dat normaal zijn gaan vinden, maar is het werkelijk wat we willen? Als ik zulke dingen zeg, denkt men meteen dat ik een euroscepticus ben. Dat op zich is al problematisch. Als je je negatief uitlaat over de EU ben je er meteen tégen. Onzin natuurlijk, ik ben gewoon kritisch.” De Britten achterna

De EU hervormen dus, maar hoe pak je dat dan concreet aan? “Iedereen schijnt te denken dat er maar twee wegen zijn: ofwel de grote, allesomvattende Europese staat, ofwel terug naar het systeem van aparte naties. Maar er zijn veel manieren waarop je de EU kan herinrichten. Bijvoorbeeld door Europa meer sociaaleconomische en fiscale bevoegdheden te geven. Op die manier ga je ook de sociale en fiscale concurrentie tussen lidstaten tegen. Want dat is wat er nu speelt: als Duitsland flexijobs invoert of treuzelt met het invoeren van een minimumloon, kunnen de andere

lidstaten niet anders dan Duitsland volgen, uit schrik dat de bedrijven andere oorden zullen opzoeken. Beter zou zijn een Europees minimumloon vast te leggen, dat voor alle lidstaten geldt. Maar voor we dat kunnen doen, moeten we de Europese Unie uitbouwen als een volwaardige democratie met een grondwet en een parlement. Met een duidelijke meerderheid en oppositie.” En wat als dat niet gebeurt? “Dan vrees ik het ergste”, zegt Rummens. “De kiezer moet weten dat er met hem of haar rekening gehouden wordt. De Europese Unie moet zich plooien naar de regels van de democratie en er moeten democratische alternatieven komen voor het huidige Europese beleid. Gebeurt dat niet, dan geef je populisten nog meer wind in de zeilen. Dan zou het weleens kunnen dat we een Europese Donald Trump op ons bord krijgen of dat meer landen het voorbeeld van de Britten volgen.”

Stefan Rummens, ‘Wat een theater! Politiek in tijden van populisme en technocratie’, Pelckmans Pro, 256 p. Campuskrant mag drie exemplaren van het boek weggeven. Stuur vóór 19 december een e-mail met onderwerp ‘boek Stefan Rummens’ en uw adresgegevens naar nieuws@ kuleuven.be. De winnaars worden persoonlijk op de hoogte gebracht.


04

NIEUWS

CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016

Betere kankertherapie dankzij herstelde bloedvaten Onderzoekers hebben een manier ontdekt om de fragiele bloedvaten in tumoren weer sterk te maken. Daardoor kunnen kankercellen minder makkelijk ontsnappen naar andere organen én raakt chemotherapie beter tot bij de tumor.

Het probleem van de bloedvaten in tumoren is al langer bekend: ze woekeren ongecontroleerd en snel. Daarvoor hebben ze grote hoeveelheden suiker nodig, en door dat excessieve verbruik raakt hun metabolisme oververhit. Het gevolg zijn bloedvaten die fragiel en gebrekkig opgebouwd zijn, omdat de bloedvatcellen niet langer gecoördineerd werken. Dat werkt uitzaaiingen in de hand: de agressieve kankercellen kunnen door de fragiele vaatwand breken en ontsnappen naar andere organen. Bovendien kun-

nen de bloedvaten onvoldoende zuurstof vervoeren, wat de uitzaaiing van de tumor nog bevordert. Ook medicijnen raken door slechtgevormde bloedvaten moeilijker tot bij de kankercellen. Klassieke kankertherapieën verhinderen de aanmaak van nieuwe tumorbloedvaten en elimineren de bestaande. Het onderzoeksteam onder leiding van professor Peter Carmeliet (VIB – KU Leuven) concentreerde zich daarentegen op het normaliseren van de ontwikkeling van bloedvaten. “De Links een bloedvat in een tumor. Het vertoont onregelmatigheden, zoals openingen waarlangs kankercellen kunnen ontsnappen naar andere organen. Rechts een bloedvat in een tumor waarbij het suikermetabolisme geblokkeerd werd. Dit bloedvat ziet er weer normaal uit, met mooi aaneengesloten bloedvatcellen. Daardoor kunnen kankercellen zich moeilijker verspreiden en wint de kankerbehandeling aan -efficiëntie.

KORT NIEUWS Student Career Center gelanceerd Om haar studenten nog beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt heeft de KU Leuven in samenwerking met hr-dienstverlener Randstad het Student Career Center opgericht. Dat moet hét aanspreekpunt voor studenten en werkgevers worden. Zowel op centraal niveau als in faculteiten en studentenkringen bestaat er al een traditie van uitstroombegeleiding. Studenten krijgen hulp bij het opstellen van een cv of motivatiebrief en juridisch advies over alles wat te maken heeft met werk en stages. Er zijn ook workshops rond solliciteren, en ontmoetingsmomenten waarbij studenten en werkgevers elkaar vinden. Deze expertise en initiatieven worden nu samengebracht in het Student Career Center, dat inzet op een nauwe samenwerking met faculteiten en een vernieuwd begeleidingsaanbod. Het Center zal onder meer workshops organiseren en en extracurriculaire praktijkervaring promoten: studentenjobs, ondernemersprojecten, vrijwilligerswerk … Studenten zullen die werkervaring bovendien kunnen bundelen in een digitaal portfolio. “Sommige studenten vergeten weleens deze troeven te vermelden, maar ze kunnen net heel relevant zijn voor toekomstige werkgevers”, zegt Valérie Jochems, coördinator van het Student Career Center. Het Center werkt samen met hr-dienstverle-

ner Randstad. Drie medewerkers van Randstad zullen zich bij het team voegen. Dankzij hun kennis van en connecties met de arbeidsmarkt zullen ze studenten onder meer helpen bij het vinden van een studierelevante bijbaan of startersjob. Het Student Career Center plant dit academiejaar nog drie grote universiteitsbrede events: het TALENTival, een jobinfodag en een solliciteerweek. Daarnaast zijn er infosessies, facultaire workshops en individuele loopbaangesprekken. www.kuleuven.be/studentcareercenter

Fonds steunt startende studentondernemers De KU Leuven en het Gemma Frisius Fonds hebben een fonds opgericht om startende student-ondernemers financiële ondersteuning te bieden in de eerste fase van hun bedrijfsvoering. Concreet gaat het om projecten van teams binnen het netwerk van Lcie (Leuven Community for Innovation driven Entrepreneurship), een platform dat de ondernemingszin binnen de KU Leuven wil aanwakkeren. Momenteel steunt Lcie een vijftigtal teams die aan een start-up werken. Het Lcie-fonds zal ongeveer 300.000 euro beheren en biedt een extra financiële stimulans van maximaal 20.000 euro aan startende teams. Zij kunnen deze steun binnen de vijf jaar terugbetalen of omzetten in aandelen. www.lcie.be

Klimaat­ opwarming beïnvloedt bijna alle ecologische processen Tachtig procent van de ecologische processen op aarde wordt nu al beïnvloed door de klimaatverandering. Zo verschuiven ziektes hun leefgebied en versnelt de levenscyclus van veel dieren. Dat blijkt uit een studie van onderzoeksinstellingen van over de hele wereld. “We hebben ons niet gebaseerd op experimentele laboratoriumstudies en simulaties, maar enkel rekening gehouden met veranderingen die effectief op het terrein konden worden vastgesteld”, zegt professor Luc De Meester (Afdeling Ecologie, Evolutie en Biodiversiteitsbehoud), die meewerkte aan de studie. “Ondanks onze strenge criteria vinden we bewijs voor een beïnvloeding van bijna alle ecologische processen, zowel in de zee als op het land en in zoetwaterecosystemen. Een beperking van de bijkomende temperatuurstijging tot 1,5°C – zoals afgesproken op de klimaatconferentie van Parijs – is uiteraard een goede zaak, maar we zien dus nu al de impact van de opwarming die tot nog toe beperkt bleef tot 1°C.” Een stijging van de temperatuur heeft voor bijna alle organismen verstrekkende gevolgen. Chemische processen verlopen sneller, waardoor bijvoorbeeld planten en koudbloedige

groeiende bloedvaten uitschakelen is niet altijd doeltreffend”, zegt professor Carmeliet. “Sommige patiënten zijn ook resistent tegen dergelijke therapieën. We waren aangenaam verrast om vast te stellen dat medicijnen die het suikermetabolisme van de bloedvaten blokkeren wél werken. Via een specifieke molecule wisten we die oververhitte ‘suikermotoren’ af te koelen. En zo werden de misvormde bloedvaten weer gezond.” Die ‘normalisatietherapie’ voor bloedvaten verkleint niet alleen de kans op uitzaaiingen, via gezonde tumorbloedvaten raakt chemotherapie ook makkelijker tot bij de tumor. “Bovendien hopen we met onze methode ook de toevoer van immuuncellen te kunnen verbeteren”, zegt professor Carmeliet. “Dat is erg belangrijk met het oog op kankertherapieën die het immuunsysteem stimuleren. Als volgende stap zullen we die concrete gevolgen van onze normalisatietherapie op immunotherapie testen. Zo zetten we een nieuwe stap naar meer gerichte behandelingen in de strijd tegen kanker.” (Bron: VIB)

dieren sneller gaan leven. Daardoor hebben ze ook meer voedsel en zuurstof nodig. “Vooral koudbloedige dieren die in het water leven vertonen de tendens om kleiner te blijven als gevolg van de opwarming. Zo kunnen ze toch in leven blijven met de beperkte hoeveelheid zuurstof die in het water aanwezig is”, zegt Luc De Meester. Heel wat organismen verschuiven hun leefgebied. Vogels passen hun migratiepatroon aan en forellen verhuizen stroomopwaarts, op zoek naar voldoende zuurstofrijk water. De klimaatopwarming werkt ook de verspreiding van pestsoorten zoals de kastanjemineermot in de hand. Een uitbraak van deze soort kan ervoor zorgen dat de bladeren van de wilde kastanje al tijdens de zomer bruin kleuren. Ook de mens krijgt te maken met deze gevolgen van de klimaatverandering. Gewijzigde ecologische processen en ecosystemen hebben bijvoorbeeld een impact op de visserijgronden en de hout- en voedselproductie. In vele regio’s daalt de landbouwproductie onder invloed van de klimaatopwarming, terwijl ze in andere gebieden net toeneemt. Bij hogere temperaturen en mildere winters gedijen pestsoorten en parasieten beter, zodat er meer bestrijdingsmiddelen moeten worden ingezet. “De bescherming van de biodiversiteit en ecosystemen wordt een zeer belangrijke uitdaging als we de gevolgen van de klimaatverandering voor ons mensen en voor onze planeet min or meer onder controle willen houden”, concludeert Luc De Meester.

Ben jij tussen 12 en 18 jaar oud en ben je dol op wetenschap en techniek? Kom dan van oktober tot april op woensdagnamiddag naar de STEM Universiteit KU Leuven

www.stemuniversiteit .be


NIEUWS 05

CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016

PATIËNT EN CHIRURG OP ÉÉN LIJN DANKZIJ 3D-MODEL VAN NEUS

Alle neuzen in dezelfde richting Hoe gaat een nieuwe neus er precies uitzien na een esthetische ingreep? En wat is de ideale prothese voor een patiënt die zijn neus verloor door kanker of een ongeval? Leuvense onderzoekers hebben software ontwikkeld die het mogelijk maakt om een 3D-afbeelding van een bestaande neus te manipuleren of om een nieuwe, natuurlijk uitziende neus te ontwerpen. Dankzij hun programma NOSE gaat de communicatie tussen chirurg en patiënt er ook op vooruit. Tine Bergen

Er zijn wel opvattingen over hoe ‘de perfecte neus’ eruitziet, maar dat is daarom niet de ideale neus voor jouw gezicht. Natuurlijke neus

De onderzoekers van PSI gingen aan de slag en stelden een databank samen met tweeduizend gezichten van mensen met verschillende leeftijden, etniciteit, … Op basis daarvan ontwikkelden ze een algoritme dat bepaalt wat een natuurlijke neus is voor een specifiek gezicht. “In een eerste stap wordt een 3D-scan van het gezicht van de patiënt ingeladen”, verduidelijkt Peter Claes. “Daarop duidt de arts vervolgens ‘landmarks’ aan, zoals de kaakbenen en ooghoeken. Die heeft het algoritme nodig om de neus te identificeren. Vervolgens kan de arts via vijf parameters – zoals de hoek van de neustip en de breedte van de neusbrug – de neus bijstellen tot het gewenste resultaat. Als er één parameter verandert, volgen de andere, om de harmonie te bewaren. Daarnaast is er in de software ook een knop die zorgt voor meer symmetrie, door de bestaande neus te spiegelen en die twee beelden te combineren.”

© KU Leuven

dig en hier verscheen het Meaningful Interactions Lab (Mintlab) – een onderzoeksgroep van de KU Leuven en imec – in het verhaal. “We focussen erg op patient empowerment”, zegt onderzoeker Jonathan Huyghe. “Op de Afdeling Rhino­plastie in Leuven en Gent hebben we de interactie tussen patiënten en dokters onderzocht en gekeken hoe we die communicatie het best kunnen ondersteunen. Zo hebben we ervoor gezorgd dat de patiënten ‘voor’ en ‘na’ naast elkaar kunnen bekijken, zodat ze een duidelijk idee krijgen van wat er verandert. Ze kunnen daarbij kiezen tussen een 3D-beeld met of zonder huidtextuur. Zonder textuur is het immers vaak makkelijker om veranderingen te zien. Met kleurcodes wordt het verschil in volume weergegeven, wat de arts al een goed idee geeft van wat er moet gebeuren.” “Patiënten moeten een behoorlijke drempel overwinnen om rechtstreeks op het scherm van de chirurg aan te wijzen wat ze nog graag willen aanpassen. Daarom is er een tablet-app voorzien die de patiënt tijdens het consult kan gebruiken. Daarop kan hij zelf kiezen welk beeld van de nieuwe neus hij driedimensionaal wil bekijken. Hij heeft letterlijk iets in handen, voelt zich meer betrokken bij het proces en geeft dan ook makkelijker zijn feedback.”

Het algoritme had een gebruikersinterface no-

te bedden, net omdat die realistische correcties garandeert.” “Samen met Jan De Cubber werken we ook aan een vervolgproject: de ontwikkeling van drukmaskers voor brandwonden in het gezicht. Nu moet hiervoor een gipsafdruk gemaakt worden, wat uiteraard een pijnlijke zaak is. In de toekomst kan er hopelijk een masker op maat worden geleverd na een 3D-scan.”

In een eerste stap wordt een 3D-scan van het gezicht ingeladen (afbeelding bovenaan de pagina). Daarop duidt de arts 'landmarks' aan, zoals de kaakbenen en ooghoeken. Het algoritme berekent vervolgens een natuurlijke neus voor het gezicht (onderste afbeelding rechts), die de arts via een aantal parameters nog kan bijstellen.

De perfecte neus?

Met de software van NOSE kan je een bestaande neus manipuleren, maar je kan er ook een volledig nieuwe mee creëren. Daarvoor werkten de onderzoekers samen met Jan de Cubber van VIGO, dat onder meer gespecialiseerd is in protheses die zacht weefsel vervangen. “Mensen die door kanker of een ongeval hun neus zijn kwijtgeraakt, kunnen op basis van de software een neus laten tekenen die bij hen past”, zegt Peter Claes. “De nieuwe neus kan vervolgens 3D geprint worden en dienen als basis voor de prothese.” Ook hier is het belangrijk dat de software een natuurlijke, realistische neus oplevert. “Een neus is deel van iemands identiteit. Er zijn wel opvattingen over hoe ‘de perfecte neus’ eruitziet, maar dat is daarom niet de ideale neus voor jouw gezicht.” Brandwonden

Mondige patiënten

van 3D-technologie in de medische beeldvorming. “Ze kan bijvoorbeeld haar nut bewijzen bij erfelijke afwijkingen, die vaak zichtbaar zijn in het gezicht”, zegt Peter Claes. “Bij die patiënten wordt standaard een gezichtsscan genomen. De fabrikanten van 3D-scanners en -fototoestellen leveren daar vaak software bij waarmee de beelden onbeperkt vervormd kunnen worden. Er is interesse om onze software in

Het project van twee jaar is ondertussen afgerond, maar heeft wel gezorgd voor een opmars

© KU Leuven

E

en derde van de patiënten die een neuscorrectie willen, lijdt aan het body dysmorphic disorder: hoe ingrijpend ze ook laten sleutelen aan hun lichaam, ze blijven ontevreden”, zegt Peter Claes van PSI, de Processing Speech and Images-onderzoeksgroep van ESAT en imec. “Dat bracht professor Peter Hellings, die neuscorrecties uitvoert aan de UZ Leuven, ertoe om naar ons te stappen. Hij gebruikte al Photoshop, maar vroeg of er geen simulatie van de neuscorrectie in 3D kon worden gemaakt. Dat levert een realistischer beeld op, waardoor de arts beter kan inschatten of de patiënt inderdaad gelukkiger zou worden van de ingreep.”

FOTO'S: Rob Stevens

COLOFON Campuskrant, maandelijks tijdschrift van de KU Leuven Een realisatie van de Nieuwsdienst Hoofdredactie Sigrid Somers, Reiner Van Hove | Redactie Pieter-Jan Borgelioen, Ilse Frederickx, Ludo Meyvis, Rob Stevens, Ine Van Houdenhove, Wouter Verbeylen | Medewerkers Katrien Bollen, Tine Danschutter, Julia Nienaber, Sarah Somers, Anke Vander Elst, Inge Verbruggen | Freelancers Tine Bergen, Katrien Steyaert | Redactieadres Naamsestraat 22, bus 5002, 3000 Leuven, T 016 32 40 13, nieuws@kuleuven.be | Adreswijzigingen Alumni Lovanienses, Naamsestraat 22, bus 5601, 3000 Leuven, info@alum.kuleuven.be | Grafisch ontwerp Jansen & Janssen, Gent | Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen | Fotografie Rob Stevens, Filip Van Loock | Cartoons Joris Snaet | Illustraties Gudrun Makelberge | Reclameregie Inge Verbruggen, T 016 32 40 15, inge.verbruggen@kuleuven.be | Oplage 29.600 ex. | Drukwerk Eco Print Center, Lokeren. Campuskrant wordt gedrukt met milieuvriendelijke waterloze druktechnologie. | Verantwoordelijke uitgever Jos Vaesen, Naamsestraat 22, bus 5000, 3000 Leuven Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming. Het volgende nummer van Campuskrant verschijnt op 21 december.


06

ONDERZOEK

CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016

Hoe sijpelt wetenschap door in het leven van de onderzoeker?

GERECHTSARTS WIM DEVELTER OVER DE GRONDLEGGER VAN DE FORENSISCHE WETENSCHAPPEN Het moeten niet elke dag autopsies zijn. En dus kneep gerechtsarts Wim Develter er enkele dagen tussenuit. Voor het Canvas-programma De herontdekking van de wereld reisde hij in de voetsporen van Edmond Locard, de godfather van de forensische geneeskunde. “Hij was zo’n genie dat hij werd bewonderd door rechters én misdadigers.” TEKST: Katrien Steyaert | FOTO: Rob Stevens

Edmond Locard: Op de knieën voor natuursteen Geoloog Rudy Swennen is gepassioneerd door gesteenten en kan geen natuurstenen vloer passeren zonder naar de grond te staren. “Die beroepsmisvorming heeft al voor ongemakkelijke situaties gezorgd, in luchthavens bijvoorbeeld.” Rudy Swennen onderzoekt wereldwijd in bergen en groeves gesteente dat gelijkenis vertoont met olie- en gasvelden in de ondergrond. Meestal gaat het om natuursteen die ook voor vloeren of gevels wordt gebruikt. Die tegels zijn dus dankbaar studiemateriaal voor een geoloog, al levert dat weleens problemen op. “In de luchthaven van Tirana in Albanië zag ik in de vloersteen aders die andere structuren doorkruisten”, vertelt Swennen. “Na een tijdje ging ik op mijn knieën zitten om detailfoto’s te nemen – die gebruik ik in mijn lessen. Bij de tiende foto kwam de politie me halen en moest ik in een verhoorkamer uitleggen wat ik aan het doen was. Hetzelfde is me overkomen in een Italiaanse luchthaven: daar zag ik in de witte kalksteen naast bruinzwarte olievlekken ook fossielen zitten.” Gelukkig vormt de beroepsmisvorming van Swennen op de meeste plaatsen geen probleem: “Ik kan geen kerk, hotel of historisch gebouw binnenstappen zonder naar de gebruikte materialen te kijken. De natuursteen van een oude trap, vloer of gevel is meestal afkomstig uit de buurt, dus je krijgt meteen een zicht op de geologische geschiedenis van de streek. Denk maar aan de kalksteen in de Ardennen.” Swennen gidst ook natuursteenwandelingen door steden. “Als je de kans hebt, ga dan zeker eens kijken naar de rode natuursteen van de grote trap in de Universiteitshal in Leuven. Die is rood omdat de bacteriën in het gesteente 375 miljoen jaar geleden het ijzer in de steen geoxideerd hebben.” Elke natuursteen uit de doe-hetzelfzaak vertelt je dus zijn levensloop, legt Swennen uit. “Zwarte natuursteen heeft bijvoorbeeld vaak bruine vlekken: dat zijn tekenen van een mineraaltransformatie. Met andere woorden: dat materiaal is ooit veranderd door een reactie met een bepaalde vloeistof. Dat proces maakt ook gaatjes in de steen. Interessant voor een geoloog, want die kanaaltjes kunnen elders in de ondergrond mettertijd gevuld raken met water, olie of gas.”

Natuursteen wordt vaak verkeerd gebruikt, volgens Swennen. “Sommige natuurstenen tegels hebben een mooi patroon met zwarte slierten. Maar architecten beseffen meestal onvoldoende dat zo’n patroon het materiaal net minder geschikt maakt als vloer- of gevelsteen. Wat er in die mooie structuren zit, kan reageren met poetsmiddelen of uitzetten en krimpen met weer en wind. En dan krijg je verkleuringen, barstjes of woekerende algen of bacteriën. De witte façadesteen van het Leuvense Museum M, bijvoorbeeld, vertoont een patroon van struikjes: dat is kalksteen, aangemaakt door bacteriën, met

Rudy Swennen:

Ik kan geen kerk, hotel of historisch gebouw binnenstappen zonder naar de gebruikte materialen te kijken. talrijke gaatjes waarin vuiligheid zich kan opstapelen en waarin bacteriën en algen hun intrek kunnen nemen. Ik wed dat ze die gevel over tien jaar moeten laten reinigen.” De mooiste vondsten zijn voor Swennen stenen met fossielen. “In Noord-Italië heb je een geologische laag vol ammonieten, zeedieren met grote spiraalvormige schelpen die honderden miljoenen jaren geleden leefden. In een Italiaanse groeve wordt die laag ontgonnen voor tegels. Als ik in een gebouw kom en ik herken die geologische laag, ga ik zeker op zoek. Af en toe bots je dan op een mooie doorsnede van zo’n ammoniet. Zeer mooi en waardevol, ook letterlijk, want voor zo’n fossiel wordt 500 tot 600 euro neergeteld. En meestal beseffen de eigenaars dat niet eens. Wat uiteraard niet betekent dat ik het fossiel uit de vloer ga kloppen!” TEKST: Ilse Frederickx | ILLUSTRATIE: Gudrun Makelberge

Pionier, genie en charmeur A

ls je binnenkomt in het mortuarium moet je, net als politici, je geweten achterlaten aan de kapstok. Die raad gaf Luikenaar Philippe Boxho aan zijn collega-forensisch artsen. Wim Develter, verbonden aan UZ Leuven, geeft Boxho helemaal gelijk. “Er zijn altijd gevallen die je raken, maar over het algemeen doet het me weinig als ik een lijk ontleed. Zelfs als het een kind is, gebruik ik mijn scalpel en pincet zoals altijd. Vergeet niet dat wij de mensen op onze tafel niet kennen. Wij vragen ons niet af ‘Had hij broers of zussen?’ maar ‘Wat is er gebeurd bij het overlijden? Klopt het verhaal dat daarover opgehangen wordt?’” Was dat ook de drijfveer van Edmond Locard?

Wim Develter: “Daar ga ik vanuit. Ik hoorde voor het eerst over hem tijdens mijn studie, toen professor Wim Van de Voorde vertelde over deze arts uit Lyon en zijn bekende exchange principle. Locard zei dat er bij een misdrijf altijd een uitwisseling van sporen plaatsvindt tussen alle actoren: de dader, het slachtoffer en de omgeving. Hoe vroeger je de plaats delict bezoekt om die sporen op te pikken, hoe sneller je de ware toedracht kunt aantonen.” Dat was destijds een nieuw idee?

“Ja. We schrijven begin 20ste eeuw. Toen gebruikten ze nog het primitieve woord-tegen-woord-principe. In het geval van een moord was er alleen het woord van de dader en de rechter moest oordelen of dat waar was of niet. Locard wilde daarvan af en pleitte voor materiële bewijsvoering. In die zin is hij de godfather van de forensische wetenschappen.” Welke technieken had hij ter beschikking?

“Zijn grote kracht was zijn veelzijdigheid. Hij gebruikte zowel toxicologie en plantkunde – hij was een expert in schimmels – als grafologie, de analyse van handschriften. In zijn tijd werkte men al met vingerafdrukken, maar dan alleen voor iets als het volksregister. Locard was één van de eersten die de brug maakten tussen wetenschap en justitie, en dat is zijn grote verdienste. Door zijn brede kennis kon hij een zaak opentrekken en soms zelfs behoorlijk freewheelen.” Kan dat nu nog?

“Nee. Tegenwoordig is alles meer gereglementeerd. Er valt veel te zeggen voor Locards autonomie, maar soms ontspoorde hij ook. Zo durfde hij louter op basis van de kleur van bloed, dat teruggevonden werd bij het slachtoffer en op de kledij van de verdachte, die verdachte met zekerheid schuldig verklaren. Dat kan vandaag niet meer, tenzij de DNA-analyse dit volledig onderschrijft. DNA en IT zijn de twee voornaamste hulpmiddelen waarvan Locard zich niet kon bedienen, en wij vandaag wel. Ze helpen ons enorm vooruit. Voor de rest zijn de principes dezelfde gebleven: ga ter plaatse, analyseer de sporen en onderzoek het lichaam.” Georges Simenon zou een van Locards lezingen hierover bijgewoond hebben?

“Klopt. Zijn lezingen in Lyon waren beroemd. Hij was dan ook een fenomenaal redenaar en charmeur. Dat bewonder ik nog het meest aan hem: dat hij zo’n homo universalis was. Hij was niet alleen afgestudeerd als arts, maar had ook een baccalaureaat in wijsbegeerte en letteren. Hij speelde toneel, was kunstpromotor, wijnliefhebber en had een enorme postzegelverzameling.” “Tussendoor voedde hij nog twee kinderen op – geen idee hoe hij dat gedaan heeft. Zijn dochter Denise spreekt trou-


INTERVIEW

07

© KU Leuven | Rob Stevens

CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016

wens nog altijd op een bijna vergoddelijkende manier over haar vader. In 1910 richtte die het eerste politielaboratorium op met alleen een bunsenbrander en een monocle-microscoop. Hij kreeg ook twee champetters toegewezen die hij omschoolde tot laboranten. Bij zijn dood in 1966 had hij talloze assistenten en was zijn lab een school met wereldfaam geworden.”

hoofdde, eiste die dat zijn skelet in Locards kantoor zou staan omdat hij zo onder de indruk was van zijn ontmaskering. Locard had zo slim en objectief bewijzen aangebracht dat de crimineel tot volledige bekentenissen was overgegaan.”

Hij liet ook een bijzonder skelet na.

“De makers van het Canvas-programma De herontdekking van de wereld gingen op zoek naar helden van wetenschappers. Ze hadden nog nooit van Locard gehoord,

“Klopt, dat van een topgangster uit die tijd. Net voor de guillotine hem ont-

“ Geen enkele vorm van erkenning” “Wat sinds Locards tijd niet veranderd is, is het moeten zeuren om geld”, zegt Wim Develter. “Locard kon zijn werk alleen maar doen omdat hij uit een rijke familie stamde. Voor zijn expertises rekende hij goed door, zeker toen hij veel aanzien begon te krijgen, maar de staat betaalde hem nooit een loon uit.” Is het vandaag even erg gesteld?

“Absoluut. Als gerechtsartsen onderzoeken wij ook levende slachtoffers van misbruik en nemen we testen af bij mensen om te zien of ze rij-ongeschikt moeten worden verklaard. Justitie vraagt ons expliciet om die analyses, maar heeft er sinds juni vorig jaar niet meer voor betaald.”

Het hoeft dus niet te verwonderen dat u in het spoor van dit genie wilde reizen?

“Er is ook een gigantisch hiaat in de Belgische wetgeving waardoor de familie geen autopsie kan aanvragen tenzij er inmenging van derden wordt vermoed of tenzij het slachtoffer in het ziekenhuis overleed. Maar die familie en wij zitten vaak met vragen. Neem nu jongvolwassenen die tijdens het sporten plots overlijden. Als daar getuigen bij zijn, vervalt voor Justitie de optie van ‘inmenging door derden’ en vragen ze geen verder onderzoek. Dan moeten wij dus knokken om een autopsie te mogen doen, ook al willen alle betrokkenen weten waaraan die persoon is gestorven. Er zit dus iets serieus scheef. Sinds ik begonnen ben in 2003 heb ik de situatie alleen maar slechter zien worden.” Waarom ziet Justitie dat niet in?

“Ik hoorde ooit een Brusselse magistraat opgetogen zeggen dat de criminaliteit gedaald was sinds hij minder wetsartsen aanstelde. Zijn frank viel niet dat die daling precies te wijten was aan het feit dat er minder onderzocht werd. Hij redeneerde puur economisch – zeer pervers.”

terwijl hij niet alleen een pionier was in ons vakgebied, maar ook aan de basis lag van de decodering van de Duitse codes in Parijs tijdens de Tweede Wereldoorlog. En hij was de man bij wie de oprichters van de FBI begin jaren dertig stage liepen. Hij wist zichzelf zeer goed te verkopen en dat maakt hem zo knap.”

Wim Develter met het portret van zijn ‘held’ Edmond Locard: “Een topgangster eiste dat zijn skelet in Locards kantoor zou staan, omdat hij zo onder de indruk was van hoe hij hem ontmaskerd had.”

toonde objectief aan dat ze er in zestig procent van de gevallen naast zaten met hun beweringen. Maar hij hield de wichelaars wel te vriend, zei dat het bovennatuurlijke ook een plaats had. Dat is een stuk van zijn genialiteit: wat hij niet kon verklaren, liet hij open. Hij was niet halsstarrig. Dat typeert een echte wetenschapper.”

Hoe ervaarde u de opnames?

“Als zeer vermoeiend, maar ook zeer verrijkend. Zo wist ik helemaal niets van Locards contacten met wichelaars. Hij bleek een ambigue relatie met hen te hebben. Hij ensceneerde criminele cases en

Onlangs schreef De Standaard dat we eigenlijk geen idee hebben waaraan onze bevolking overlijdt.

“Dat is al even bizar. We leven in een samenleving waar we koste wat kost de waarheid willen kennen, maar we stoppen met zoeken zodra iemand dood is. Het aantal klinische autopsies is in vrije val en daardoor weten we in meer dan de helft van de gevallen niet waaraan we doodgaan. Hartaderbreuk? Dat bestaat wetenschappelijk gezien niet eens. Maar heel onze gezondheidszorg en preventie gaat daar wel vanuit.” Ondanks alles werkt u voort?

“Iemand als Locard inspireert me, vooral dan zijn inventiviteit en doorzettingsvermogen. Wij maken hier lange dagen. Zeventig procent van ons werk speelt zich na negen uur ’s avonds af, als we worden opgeroepen voor een plaatsonderzoek, bijvoorbeeld bij iemand die zich verhangen heeft. De dag erop hebben we geen recup, en dat vreet. Je moet weten dat ons team gemiddeld vijfhonderd plaatsonderzoeken per jaar uitvoert.”

‘ De herontdekking van de wereld’, vanaf maandag 28 november op Canvas. De aflevering met Wim Develter is gepland voor 19 december.

Is er geen hoop op beterschap?

Toen ik mee de slachtoffers ging identificeren van de tsunami in 2004, of van de ramp met de MH17 tien jaar later, was dat zwaar, maar ook enorm boeiend.

“We hadden gedacht dat minister van Justitie Koen Geens ons eindelijk zou erkennen, maar sinds zijn besparingswoede hebben we niets meer van hem gehoord. En dus blijft het zwaard van Damocles boven ons hoofd hangen. Pas op, inhoudelijk heb ik nog geen minuut spijt gehad van mijn keuze. In mijn job komt alles samen: anatomie, toxicologie, antropologie. Toen ik mee de slachtoffers ging identificeren van de tsunami in 2004 of van de ramp met de MH17 tien jaar later was dat zwaar, maar ook enorm boeiend.” Hebt u deze fascinatie altijd gehad?

“Van kindsbeen af ben ik geïntrigeerd door de dood. Als ik een mus of een kat zag die gestorven was, wilde ik binnenin die beesten kunnen kijken om te zien waar het was misgegaan. Dat is nog altijd de essentie van ons vak: wij geven de doden hun laatste woorden. Daarvoor doe ik het.”


08

PORTRET

EMERITUS EVANGELIE

Een prille emeritus blikt terug op wat voorbij is en trekt lessen uit een loopbaan.

Medisch recht bestond nauwelijks toen Herman Nys (65) er zich tijdens en na zijn studie in ging specialiseren. Ook nu nog is het een ‘lastige’ discipline, voortdurend in beweging. De jonge emeritus heeft er net een kanjer van een handboek over gepubliceerd: “Mooi, maar eigenlijk is het nu alweer verouderd.” Ludo Meyvis

“ Het voelt goed

© KU Leuven | Rob Stevens

je eigen vakgebied te kunnen maken”

D

at Herman Nys rechten zou doen, stond niet in de sterren geschreven. "Voortstuderen zelf wel, daarvoor zorgden een paar inspirerende leraren bij de jezuïeten in Turnhout.” “De universiteit leefde in de jaren 60 in een beladen klimaat. In de humaniora hadden we een uitstap naar Parijs gemaakt. Ik herinner me nog de traangasgeur in de metro van de studentenbuurt. Toen ik in 1969 naar Leuven trok, hing daar ook een zekere spanning in de lucht, het was een tijd waarin veel gebeurde. De dingen veranderden snel.” “Het was voor een deel door de liefhebbende druk van mijn vader dat ik rechten was gaan doen. Kwam het doordat dat aansloot bij zijn eigen wereld? Hij was veldwachter, eerst in Zoerle-Parwijs, en later, toen ik opgroeide, in Vosselaar bij Turnhout. Ik heb me de studiekeuze nooit echt beklaagd, maar een inhoudelijke voltreffer vond ik mijn eerste jaren toch niet. De meeste vakken stonden zo ver af van wat ik beschouwde als ‘de praktijk’. Dat veranderde wel in eerste licentie.” Onbekend terrein

Een trieste familiale gebeurtenis had ook een grote impact op de jonge Herman Nys. “Mijn oudste broer was ziek geworden, een agressieve kanker. Na drie maanden overleed hij. Hoe droef dat ook was, er zat voor mij langs een omweg toch ook iets positiefs in, begreep ik later. Ik had bij mijn vele bezoeken aan mijn broer immers de ziekenhuisomgeving goed leren kennen. Er bleek een Centrum voor Ziekenhuiswetenschappen te bestaan, waarin ook een bibliotheek te vinden was over ziekenhuizen en hun link met het recht. Dat was onbekend terrein voor me, en ik stond er blijkbaar voor open.” “Alleen was er het probleem: wie had daar als prof iets mee te maken? Bij geneeskunde werd wel een vak ‘deontologie’ gegeven, maar daar hield het op. Bij rechten was bijna niemand in de materie geïnteresseerd. Om me echt in te werken, moest ik naar het buitenland, naar Nederland en Groot-Brittannië.” “Wijlen professor Roger Blanpain begeleidde daarna mijn doctoraat. Maar ik moet vooral de rol van toenmalig rector Pieter De Somer en professor Roger Dillemans vermelden, die inzagen dat geneeskunde meer was dan wat artsen deden. Zij moedigden me dan ook aan het gekozen spoor verder te verkennen. Toen ik in 1981

een benoeming bij het FWO kreeg, was dat een stap in het onbekende: ik wilde wel, maar zou het academisch levensvatbaar zijn? Pas na jaren onzekerheid bleek dat het geval te zijn.” Trots

Nys is er trots op dat hij de discipline medisch recht mee op de kaart heeft helpen zetten. “Ik heb er veel over gepubliceerd, eerst artikelen in de klassieke tijdschriften, en gaandeweg bouw je dan een eigen niche uit. In 1989 was ik benoemd, maar bij Geneeskunde, niet in de Faculteit Rechten. Nu, ik kon me daar niet druk om maken. En het was me intussen ook duidelijk geworden dat ik búiten de academische sfeer niet zou aarden: onder het gezag van een baas werken lag

Als ik nog fulltime zou werken, zou ik me opnieuw kandidaat stellen voor rector – met slechts één programmapunt: die verkiezing afschaffen. me niet, zelfs niet in een ziekenhuis, zoals ik een jaartje geprobeerd heb. Ik had mijn zelfstandigheid nodig.” “Ook al was ik een jurist, ik heb me heel goed thuis gevoeld bij Geneeskunde. Ook de studenten waren erg geïnteresseerd in het vak. Met Paul Schotsmans, sinds vorig jaar emeritus, heb ik ook het Centrum voor Biomedische Ethiek en Recht draaiende gehouden. Erg boeiend, en de opvolging is heel goed verzekerd.” “Ik heb me altijd vooral onderzoeker gevoeld, ook nu nog. Onderwijs was zeker geen detail, maar ik heb nooit een heel zware lesopdracht gehad. Dienstverlening kwam er natuurlijk ook bij: ik heb veel bestuursfuncties, in ziekenhuizen en woonzorgcentra. Daarnaast heb ik ook jaren als adviseur op kabinetten gewerkt, onder andere bij Wivina Demeester en Jo Vandeurzen.” “Het initiatief van heel veel bepalingen in het medisch recht komt trouwens van parlementsleden. Dat betekent dat toetsing door de Raad van

State niet verplicht is. Bij regelgeving door de regering is die verplichting er wel. En dat verschil zie je, jammer genoeg. Dat leidt dan tot vele ‘reparatiewetten’. De hoeveelheid wetgeving neemt daardoor snel toe. En ook de geneeskunde en de zorgsector zelf zijn natuurlijk erg complex. Bovendien is het medisch recht meer interdisciplinair geworden, en ook de internationalisering gaat snel. ” Emo

Zijn er episodes waar de kerverse emeritus met minder trots op terugkijkt? “Tja, lastige vraag. Ik houd het dan bij wat er gebeurd is in 2005. Ik was al een tijd voorzitter van de VAPL, de professorenvereniging. Ik had me geprofileerd in de debatten rond enkele hervormingen, en ik vernam dat nogal wat collega’s, vooral in de Faculteit Geneeskunde, het wel zouden waarderen als ik kandidaat-rector zou worden. Als je je smijt voor zoiets, heb je toch altijd de bedoeling te winnen of het zo goed mogelijk te doen. Maar de stemmen bleken anders te liggen dan mijn omgeving en ik vermoedden. De eerste ronde (waarin hij afviel – red.) voelde dan ook aan als een nederlaag.” “Maar zo’n kater gaat gauw weg, en ik houd er zeker geen rancune aan over. Ik dénk, als ik nog wat jaren fulltime zou werken, dat ik me zelfs opnieuw kandidaat zou willen stellen – maar dan met slechts één programmapunt: de rectorverkiezing afschaffen … De universiteit is een zodanig technisch en complex geheel geworden dat je het bestuur niet moet laten afhangen van de wisselvalligheden van een verkiezing. Maar goed, back to reality.” “Ik ben emeritus nu. Ik geloof niet dat dat zo’n geweldige verandering zal betekenen. Of misschien toch wel een beetje. Twee dagen na mijn emeritaatsviering kwam ik aangereden op de parking – en mijn parkeerkaart bleek niet meer te werken. Even later ondervond ik dat mijn telefoonnummer geschrapt was uit de Wie-is-Wie. Dat zijn maar technische details, maar het is misschien aan dergelijke dingen dat je voelt dat je administratief een beetje verwijderd wordt. Dat is dan maar zo, het geldt voor iedereen. Ik voel me in elk geval nog heel goed in wat ik doe. Ik blijf een vak geven – en dus ben ik een emo, een emeritus met opdracht. Ik blijf adviezen schrijven voor de wetgevende wereld. Echt grote veranderingen zie ik niet. Al zal ik dat misschien wel anders ervaren als ik binnenkort opa word.”

Op de

man af Welk boek ligt er op uw nachtkastje?

“Ik lees momenteel afwisselend Het gestolde land. Een economische geschiedenis van België van Erik Buyst en Kristof Smeyers, heel boeiend en bijzonder actueel, en De verslagenen. Waarom de Eerste Wereldoorlog nooit is opgehouden 1917-1923 van Robert Gerwarth.” Waar luister je in de auto naar?

“Altijd Klara – behalve de praatprogramma’s: dan draai ik een cd, klassiek, maar ook wel Dylan.” In welk jaar zou je graag wat tijd doorbrengen?

“Liefst in het jaar 1815, omdat het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden mij zo fascineert.” Als 2017 een beter jaar moet worden dan 2016, wat hebben we dan vooral nodig?

“Een beter openbaar vervoer.”

Welke goede raad heeft u voor uw opvolger?

“Geen, want hij heeft die niet nodig.”


NIEUWS 09

CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016

VOEDINGSPROBLEMEN EN ANGSTGEVOELENS VRAGEN OM BEGELEIDING

Zorgeloos zwanger na obesitaschirurgie? vervolg van P.01

gen: de samenstelling van de melk is niet problematisch bij vrouwen na obesitaschirurgie. Goed om weten, want deze vrouwen zijn net minder geneigd om borstvoeding geven. We moeten borstvoeding bij hen dus meer aanraden: het helpt henzelf om weer sneller af te vallen na de bevalling en het beschermt de baby ook tegen obesitas op latere leeftijd.”

Mouw

Angst

Een andere zorg is de mentale gezondheid: “Zwangere vrouwen die obesitaschirurgie achter de rug hebben, zijn angstiger dan zwaarlijvige moedersin-spe die geen ingreep ondergingen – en die op hun beurt al angstiger zijn dan zwangere vrouwen met een nor-

Bemoedigend

© Gudrun Makelberge

Obesitaschirurgie of bariatrische heelkunde omvat ondertussen een heel gamma van ingrepen. “Een eerste type vermindert vooral de inname van voedsel, door de maag te verkleinen. Een maagring of -band is waarschijnlijk het meest gekend, maar komt niet zo vaak meer voor. Tegenwoordig maakt de chirurg een sleeve: de maag wordt deels dichtgeniet tot een mouwvormig stuk. Bij een tweede type van bariatrische ingrepen kan het lichaam naast minder voedsel innemen ook minder voedingstoffen opnemen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij een maagbypass.” Welke ingreep er ook plaatsvindt, ze heeft sowieso gevolgen voor de voeding en nutritionele status. “Na zo’n ingreep eet je minder en anders. Je lichaam heeft meer moeite om sommige stoffen op te nemen. Obesitaschirurgie betekent dus sowieso al een risico op een tekort aan vitaminen en micronutriënten, zoals ijzer. Als je zwanger bent, wordt je lichaam dan nog eens extra belast. Dat kan schadelijk zijn voor moeder en kind. We waren dan ook bezorgd om de nutritionele status van dergelijke vrouwen, en uit mijn onderzoek bij een zestigtal vrouwen blijkt dat die inderdaad slecht is. Helaas is dat niet zo makkelijk op te lossen met supplementen. Er is nog meer onderzoek nodig: werkt een bruistablet beter dan een pilletje of een injectie, enzovoort. Zwangere vrouwen die obesitaschirurgie ondergaan hebben, moeten alleszins goed opgevolgd worden.”

maal gewicht. Hoe meer kilo’s vrouwen kwijt zijn geraakt na een ingreep, hoe angstiger ze zijn. Waarom weten we nog niet precies, met hun voeding heeft het alleszins niets te maken. We vermoeden dat vrouwen bang zijn voor de extra kilo’s die de zwangerschap met zich meebrengt, en dat ze bezorgd zijn over de gezondheid van de baby. Wie zwanger wordt na obesitaschirurgie moet dus ook psychologisch goed opgevolgd worden.” In haar onderzoek analyseerde Jans ook de samenstelling van de moedermelk. “Omdat de combinatie van obesitaschirurgie en zwangerschap de kans op nutritionele tekorten bij de toekomstige moeder al vergroot, was de vraag of de moedermelk dan wel voldoende voedingsstoffen bevat. We hebben stalen onderzocht, van de geboorte tot zes weken na de bevalling. Verrassend genoeg blijkt Moeder Natuur voor bescherming te zor-

Goele Jans:

Eigenlijk mag je vrouwen na obesitaschirurgie niet meer loslaten. Veel vrouwen hervallen in slechte eetgewoontes. Sommigen steken hun frieten in de blender om ze toch nog te kunnen eten.

Steun het goede doel met je kerstwensen! Koop je kerstkaarten in de KU Leuven-shop. De opbrengst gaat naar het Kinderziekenhuis UZ Leuven.

Voor zeer obese vrouwen met een kinderwens blijkt obesitaschirurgie dus zeker een optie. “Na zo’n ingreep is het risico op bijvoorbeeld een miskraam of zwangerschapsdiabetes ongeveer even groot als bij vrouwen met een normaal gewicht. Ik heb zelf een vrouw met een BMI van 60 opgevolgd. Een jaar na de ingreep was ze zwanger, toen met een BMI van achteraan in de 30, en ze is bevallen van een gezond kindje. Dat is een bemoedigend voorbeeld: met ongeveer 12.000 bariatrische ingrepen per jaar in België, zullen we meer en meer zwangerschappen na obesitaschirurgie krijgen.” Maar het vergt wel een zeer strikte opvolging: “En dat van voor de obesitasoperatie tot na de bevalling, en door een multidisciplinair team: de chirurg, de verloskundige, de internist, maar ook de diëtist en de psycholoog. Zo’n grondige opvolging van levensstijl, nutritionele status en mentale gezondheid gebeurt nu nog te weinig. Eigenlijk mag je die vrouwen na de obesitaschirurgie niet meer loslaten. Het is een heel kwetsbare groep: veel vrouwen hervallen in slechte eetgewoontes – sommigen steken hun frieten in de blender om ze toch nog te kunnen eten ondanks hun ingreep. En velen hebben moeite om trouw hun therapie te volgen – elke dag hun supplementen innemen bijvoorbeeld. Maar mits goede begeleiding hoeven obesitaschirurgie en een gezonde zwangerschap elkaar dus niet uit te sluiten.”

University Shop Naamsestraat 22 3000 Leuven

www.kuleuven.be/shop


10

MAATSCHAPPIJ

LUTOPIA Leuven anno 2116

CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016


MAATSCHAPPIJ

Hoe zou Leuven er over honderd jaar uit moeten zien? In het kader van het feestjaar rond 500 jaar Utopia boog een interdisciplinaire Metaforum-werkgroep zich over die vraag, en huiscartoonist Joris Snaet ging er voor Campuskrant mee aan de slag. “De zeppelins zijn Joris’ artistieke vrijheid”, zegt professor Hilde Heynen, die het project coördineerde. “Maar voor de rest herken ik veel elementen van ons ‘Lutopia’ in de tekening.” De skyline van Lutopia wordt gekenmerkt door hoogbouw: “De verkavelingen rond Leuven zijn omgevormd tot natuurgebied, bossen en akkers. In de – uitgebreide – stad zelf wonen er in 2116 drie keer meer mensen dan nu, zo’n 300.000. Vandaar dat de bestaande woningen meerdere extra bouwlagen hebben gekregen of vervangen zijn door appartementen. In de gevels, raampartijen en daken zijn energieproducerende zonnecellen onzichtbaar verwerkt.” Anno 2116 is een temperatuurstijging van 2 graden Celsius helaas een feit: “Dat zorgt voor meer hevige neerslag, maar tegelijk ook langere periodes van droogte. Dankzij waterdoorlatende

11

bestrating en greppels wordt het hemelwater opgevangen en opgeslagen in ondergrondse reservoirs.” Ook frequente hittegolven zijn een gevolg van de klimaatverandering: “Lichtgekleurde straten en gevels, en groendaken, moeten oververhitting tegengaan.” In het historische centrum werden parken aangelegd en bomen geplant, en binnengebieden van bouwblokken werden omgevormd tot tuin. “Ik zie dat Joris ook een aantal koeien heeft getekend – ook voor kleinschalige landbouw is plaats in Lutopia.” Auto’s zijn dan weer niet welkom, op urgentievervoer en – zeer beperkt – goederentransport na. Alle verkeer is uiteraard elektrisch en zelfrijdend. Ondergrondse parkeergarages werden omgevormd tot automatische fietsenstallingen of akoestisch geïsoleerde feest- en concertzalen. “Joris heeft de Oude Markt overdekt, zie ik. In Lutopia wordt inderdaad vrijer omgegaan met monumenten, een dergelijke architecturale ingreep vlak naast de Universiteitshal is geen probleem.” (ivh)

Het boek ‘Lutopia. Stad van de toekomst’ is verschenen bij Polis.

© Joris Snaet

CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016


12

MAATSCHAPPIJ

CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016

‘ DE TERUGKEER VAN DE SULTAN’: DIRK ROCHTUS OVER TURKIJE NA DE STAATSGREEP Sinds de mislukte staatsgreep deze zomer zuivert de Turkse president Erdogan zijn land met harde hand van alle dissidentie. Exit hervormer Erdogan, enter sultan Erdogan, schrijft Turkijekenner Dirk Rochtus in zijn nieuwe boek. “Een sultan wil onderdanen, zonder een eigen mening.” © KU Leuven | Rob Stevens

TEKST: Wouter Verbeylen | FOTO: Bulent Kilic

Huid-op-huid Met een tiendaagse ‘kangoeroemarathon’ heeft de Afdeling Neonatologie van UZ Leuven het belang van huid-op-huidcontact met pasgeboren baby’s in de verf gezet. Voor elk uur kangoeroezorg mochten de ouders een jeton in een spaarpot steken. Zo maakten ze kans op een verrassing. Hilde De Baerdemaeker, meter van het Nicolasfonds voor neonatologie, trok op donderdag 17 november – de internationale dag van het vroeggeboren kind – de namen van drie winnaars uit de pot. “Dag en nacht kangoeroezorgen voor premature baby’s kent zijn oorsprong in Colombia”, zegt professor Anne Debeer, neonatoloog in UZ Leuven. “Dankzij het huid-op-huidcontact wor-

den er jaarlijks wereldwijd duizenden babylevens gered. In ontwikkelingslanden heeft kangoeroezorg soms een levensreddende rol als een couveuse ontbreekt, maar ook binnen de hoogtechnologische omgeving van een afdeling neonatologie heeft huid-op-huidcontact veel voordelen. Het werkt helend, vermindert het risico op sterfte en stimuleert de hersenontwikkeling van de baby. Verder is het rustgevend voor de baby én de ouders, en bevordert het hun band.”

www.uzleuven.be/neonatologie

in Memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van:

Professor Georges De Schrijver Ere-gewoon hoogleraar aan de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen (15/03/1935 – 07/10/2016) Professor Johan Lewi Emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen – Departement Computerwetenschappen (22/01/1939 – 08/10/2016)

Willem Grillet Ere-AP aan het Departement Architectuurwetenschappen, Faculteit Ingenieurswetenschappen (09/04/1932 – 16/10/2016) Professor Guido Dedene Gewoon hoogleraar aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen (07/09/1956 – 23/10/2016)

NIEUW bij Universitaire Pers Leuven

500 jaar ‘Utopia’

Putsch wederom putsch H

et was schrikken toen op 15 juli enkele tanks de bruggen over de Bosporus bezetten in de Turkse metropool Istanbul. Turkije, favoriete vakantiebestemming van zoveel Europeanen, trouwe NAVO-partner ook, en al bij al een stabiele rots voor de poort van wespennest Syrië en het Midden-Oosten. De militaire coup was snel bedwongen, en president Erdogan antwoordde met ongeziene furie. Vooral de kemalisten moesten eraan geloven, de aanhangers van Mustafa Kemal Atatürk die in 1923 de seculiere Turkse staat had gesticht. Maar ook iedereen met een lijntje naar prediker Fethullah Gülen, voorheen bondgenoot van Erdogan, nu in ballingschap in de VS en volgens Erdogan het brein achter de coup. “Ik had zo’n coup eerlijk gezegd niet meer voor mogelijk gehouden, maar met zijn overdreven tegenreactie schiet Erdogan zichzelf nu toch in de voet”, zegt Duitslanden Turkijekenner Dirk Rochtus. Onlangs verscheen van zijn hand Turkije. De terugkeer van de Sultan, waarin Rochtus verleden en heden van het land overschouwt. Rochtus zelf werd gebeten door Turkije toen hij begin jaren 80 in Bonn studeerde. “Ik had er Turkse studievrienden met wie ik de hele tijd discussieerde over de politieke toestand in het land: ook toen had het leger er een staatsgreep gepleegd.” “Sindsdien ben ik zelf geregeld in Turkije geweest. Maar ik denk niet dat het raadzaam zou zijn om er nu naartoe te reizen, nu ik net een boek met de titel De terugkeer van de Sultan uit heb.” Is de situatie echt zo erg?

€ 49,50 | ISBN 978 94 6270 079 6 Academici van de KU Leuven schrijven hun utopische toekomstdromen neer. www.upl.be - info@upl.be +32 (0)16 32 53 45

€ 49,50 | ISBN 978 94 6270 093 2 Het leven en werk van More, zijn Utopia en de utopische literaire traditie.

Dirk Rochtus: “Je kan toch beter voorzichtig zijn. Al geloof ik niet dat ik echt op een zwarte lijst sta: ik kreeg onlangs nog een uitnodiging in de bus voor een receptie op het Turkse consulaat (lacht).” De recente Turkse geschiedenis is er een van coup na coup, lezen we in De terugkeer van de Sultan. Kwam 15 juli voor u als

een verrassing?

“Toch wel. Ik dacht dat Erdogan de kemalistische officieren ondertussen wel voldoende ‘weggezuiverd’ had. De coup was dan wel snel voorbij, maar zelfs dát het nog tot een poging kon komen, hield ik niet meer voor mogelijk.” “Dit boek is – of wás – een beperkte actualisering van mijn vorige boek uit 2011, Turbulent Turkije. Na de coup heb ik het toch nog grondig moeten herschrijven. De grondtoon in Turbulent Turkije was nog dat het land langzaam opschuift naar een autoritair systeem: hier een beetje knabbelen aan de persvrijheid, daar wat beknibbelen op de rechtspraak. Van dat ‘langzaam’, dat ‘sluipende’ is nu geen sprake meer. Het is niet meer oppositie pesten, we zijn goed op weg naar een éénpartijregime. Erdogan is bezig al zijn tegenstanders systematisch uit te schakelen – de Gülenisten, de koerdische nationalisten, en de kemalisten, of wat daar nu nog van overschiet. Hij overreageert enorm. In mijn boek noem ik het ‘putsch wederom putsch’.” Erdogan noemt de Europese Unie hypocriet in haar kritiek. Ook Frankrijk riep de noodtoestand uit na de aanslagen daar, zegt hij. Bovendien is hij een echte democraat, hij is tenslotte eerlijk tot president verkozen.

“Klopt, Erdogan is verkozen, en zijn partij heeft momenteel zelfs de absolute meerderheid, maar hoe heeft hij die ook behaald? In 2015 waren er twee keer parlementsverkiezingen. De eerste keer greep Erdogans partij, de AKP, naast de absolute meerderheid die hij ambieerde om zijn presidentiële macht uit te breiden. De maanden erop waren er verschillende bomaanslagen, er heerste angst en terreur. En in dat klimaat schreef Erdogan nieuwe verkiezingen uit. ‘Geef me je stem, en ik zorg voor stabiliteit,’ beloofde hij. En deze keer haalde hij wél de absolute meerderheid.” “Als er nu, na de repressie, nog verkiezingen zijn, is er dan nog enige garantie dat die min of meer eerlijk verlopen? Hoe kan dat


MAATSCHAPPIJ

13

© Belga | AFP

CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016

Dirk Rochtus:

Onderschat de maatschappelijke frustratie niet die de zuivering kweekt. Je zit al snel aan een miljoen mensen die zich vandaag geviseerd voelen.

nog, met een pers die inmiddels volledig onder Erdogans controle staat? Die constant zijn visie rondbazuint?” Een vergelijking die je soms hoort: Erdogan evolueert naar een soort Turkse Poetin?

“Daar lijkt het sterk op. Het regime wordt steeds autoritairder. Er komen de laatste maanden geregeld berichten uit Turkije over mensenrechtenschendingen en folteringen. Tweeëntwintig van de opgesloten officieren zijn dood teruggevonden in de cel, ‘zelfmoord’ zogezegd. Rechters en aanklagers zijn massaal opgepakt, en degenen die overblijven, gaan zij nog de moed hebben om onafhankelijk een vonnis te vellen?” Vooral de Gülenisten, de volgers van prediker Fethullah Gülen, zijn opgejaagd wild. Zit hij volgens u achter de coup?

“Waarschijnlijk zullen er wel sympathie-

ën en connecties zijn. Maar zelfs als dat bewezen wordt, dan nog veroordeelt Erdogan zonder onderscheid. Iederéén is verdacht: de leraren op Gülen-scholen, zelfs mensen die gewoon een rekening hebben bij een Gülen-bank. Nogmaals: dat is overreacting, en het is vooral nefast voor de toekomst van Turkije zelf. Erdogan schiet zichzelf in de voet, daar ben ik van overtuigd. Al die ontslagen of gevangen genomen rechters, journalisten, professoren, zakenlui, ze zijn ondertussen met 120.000, en ze moeten allemaal vervangen worden. En dat doe je niet zomaar. Nieuwe leraars krijgen bij hun aanwerving de vraag: ‘Wat denkt u over de politieke toestand?’ Zo werf je geen competente mensen aan, maar meelopers.” Is die harde hand van Erdogan nu ingegeven door paranoia, of is het strategischer dan dat?

“Het heeft zeker met zijn persoonlijkheid te maken. Voor Erdogan is de vijand overal, momenteel. Ongetwijfeld speelt ook de angst mee wat er met hem zou gebeuren als hij nu de macht verliest. Erdogan denkt aan Adnan Menderes, premier eind jaren 1950. Dat was ook een vrome man en een hervormer, en duidelijk een voorbeeld voor Erdogan. Menderes is afgezet na een coup van het leger, en vervolgens opgehangen ...” “Onderschat de maatschappelijke frustratie niet die de zuivering kweekt. Niet alleen bij die 120.000 mensen die een sociale dood zijn gestorven, maar ook bij hun familieleden, hun vrienden … Dan zit je al snel aan een miljoen mensen die zich vandaag geviseerd voelen. Die is Erdogan allemaal kwijt. Hij heeft ook de hele Koerdische gemeenschap weer tegen de staat gekeerd, terwijl ze enkele jaren geleden dicht bij een kans op echte vrede waren.” En toch, lezen we in uw boek, was Erdogan als premier goed

voor Turkije na de ‘verloren jaren 90’.

“Erdogan dankt zijn populariteit aan drie zaken: hij heeft de vele ‘zwarte Turken’ weer een stem gegeven, de vrome gelovigen die onder de kemalisten (de seculiere volgelingen van Ataturk, ook de ‘witte Turken’ genoemd – red.) monddood waren. Twee: hij heeft de economie een boost gegeven en de sociale zekerheid hervormd. En hij heeft Turkije weer een plaats gegeven op het internationale toneel. ‘He made Turkey great again’ (lacht).”

Istanbul, 7 augustus. Turkse speciale eenheden houden de wacht naast een spandoek van president Erdogan terwijl mensen met Turkse vlaggen zwaaien tijdens een optocht tegen de mislukte staatsgreep van 15 juli. Dirk Rochtus: “Erdogan is populair omdat hij Turkije weer een plaats heeft gegeven op het internationale toneel. ‘He made Turkey great again’.”

Waarom noemt u Erdogan in zijn huidige gedaante een sultan?

“De kemalisten van Atatürk wilden een staat met mondige burgers, een sultan wil dat niet. Je kon bij de kemalisten al bij al vrij discussiëren, al waren er ook rode lijnen: de Koerden, de politieke Islam. De kemalistische staat was minstens naar de vorm democratisch, ook al is dat nooit verinnerlijkt. Een sultan, zoals we die in het Ottomaanse rijk kenden, was soms verlicht. Maar een sultan wil onderdanen, die geen eigen mening hebben.” Nog zo’n rode lijn: de Armeense genocide, waarbij in 1915 anderhalf miljoen doden vielen. Waarom kan Turkije vandaag nog niet wat Duitsland meteen na de oorlog al deed?

“Een Turk stelt de staat niet in vraag, punt. Alle Turken zijn nationalist, zonder uitzondering, of ze nu rechts of links zijn, gelovig of niet gelovig. Er is geen ruimte voor zelfkritiek. Dat sommige van de stichters van de Turkse staat schuld dragen aan een genocide, dat kán niet. Dat is onvoorstelbaar. Over de Armeense kwestie speelt Turkije de bal trouwens terug naar de Europese landen, en naar hun eigen zwarte bladzijden: Duitsland had Namibië, Frankrijk had Algerije. Dat is een flauw excuus, want die kwesties staan wel degelijk open voor discussie. En zoals

Dirk Rochtus, ‘Turkije. De terugkeer van de Sultan’, Uitgeverij Vrijdag, 2016, 263 p. Campuskrant mag drie exemplaren van het boek weggeven. Stuur vóór 19 december een e-mail met onderwerp ‘boek Dirk Rochtus’ en uw adresgegevens naar nieuws@kuleuven.be. De winnaars worden persoonlijk op de hoogte gebracht.

je zei: Duitsland heeft de Shoah ruimschoots erkend.” Vorige week drong Turkije aan op vaart rond zijn EU-lidmaatschap, met de Syrische vluchtelingenkwestie als troefkaart. Is Turkije Europees? Kan het dat ooit worden?

“Dat is natuurlijk dé vraag. Is Turkije té anders? En is dat dan omdat het moslims zijn? Als het christenen waren geweest, zouden we ze dan makkelijker opnemen? Je kan daar niet zomaar ja of nee op zeggen. Je kan niet ontkennen dat de ‘christenheid’ toch een andere kijk heeft op het individu dan de islam, op de scheiding van kerk en staat ook. In Turkije primeert het collectieve heel duidelijk op het individu, en dat is niet Europees. Dat je bijvoorbeeld de ‘Turksheid’ beledigt als je de premier beledigt, dat soort zaken gaan er bij ons niet in.” “Wat kan dan wel de positie van Turkije zijn? Het kan zijn roeping vinden in de regio. In Centraal-Azië kan het een lichtbaken zijn. Turkije is niet achterlijk, en het heeft nu een conservatieve moraal, maar het is geen sharia-land. Het is misschien geen Europees land, maar wel een modern land. Turkije heeft het potentieel van een Westerse natie, tenminste als het nu niet te ver terugzakt.” Tot slot: u schreef dit boek met het oog op een breed publiek. Waarom moet Turkije ons interesseren?

“Al zeker vanwege zijn nauwe band met Europa, en om zijn strategische ligging. En verder moet élk land in de wereld ons interesseren. Erdogan zelf ketst de kritiek van het Westen af: we moeten ons niet moeien, het gaat om ‘interne aangelegenheden’. Maar iets als ‘interne aangelegenheden’, dat bestaat niet meer in een geglobaliseerde wereld. Mensenrechten zijn universeel.”


14

ALUMNI

CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016

LEVEN na LEUVEN

GILLES VAN BOUWEL, HANDELSINGENIEUR EN TV-MAKER

“ Leuven was als

Disneyland” Ik heb mijn goede job als brand manager niet opgegeven om een eendagsvlieg te zijn, zegt handelsingenieur Gilles Van Bouwel (28), sinds dit voorjaar ook bekend als ‘de Mol’. Bij Woestijnvis wil hij vooral áchter de schermen aan de slag: “Alleen maar presenteren zou voor mij veel te leeg zijn.” TEKST: Ine Van Houdenhove | FOTO: Rob Stevens

H

et is zijn eerste interview van de dag, maar niet het laatste. Ook Dag Allemaal komt straks langs om Gilles Van Bouwel te interviewen nu hij hoge toppen scheert in De Slimste Mens ter Wereld. Hij praat energiek en enthousiast, maar onderdrukt de ene geeuw na de andere. “Het is volle maan, dan slaap ik slecht. En ik ben nerveus voor de opnames vanavond.” De Slimste Mens, Achter de rug, Zeg eens euh, Glammertime ... Sinds hij meedeed aan het meest recente seizoen van De Mol is Gilles Van Bouwel stilaan een vertrouwd gezicht op VIER. Vorige maand trok hij de deur bij Unilever achter zich dicht om redacteur te worden bij Woestijnvis. Voor zijn ouders in Kapellen – vader longarts en moeder kinesiste – was het wennen: “Eerst gaat hun enige zoon het bedrijfsleven in, waar je om de haverklap ontslagen kan worden (lacht), en nu dit. Maar deze kans moést ik gewoon grijpen, anders zou ik

daar mijn hele leven spijt van hebben. Voor tv of film werken was altijd al mijn droom, van kindsbeen af.” Waarom studeerde hij dan in godsnaam voor handelsingenieur? “Eigenlijk wilde ik op mijn achttiende het liefst naar het RITCS. Maar ik had Latijn-wiskunde gedaan, en mijn ouders vroegen me om toch eerst iets te studeren dat meer werkzekerheid bood en dat ‘paste bij mijn capaciteiten’.” Dat hij dan, net zoals zijzelf destijds, naar Leuven zou trekken, was een no-brainer, zegt hij: “Dat wist ik nog voor ik besloot wát ik zou studeren. En handelsingenieur leek me gewoon de hoogst aangeschreven richting met een breed profiel.”

genwoordigde. Ik heb volop van het studentenleven geprofiteerd, echt het onderste uit de kan gehaald. Van mijn ouders mocht ik het varken uithangen zoveel ik wilde, als ik er maar door was. Anders moest ik onverbiddelijk terug naar huis. Ja, ik heb het wel een beetje bont gemaakt als student.” Maar op het verhaal over door de politie betrapt worden op wildplassen tegen de Sint-Pieterskerk, uitgebreid besproken bij De Slimste Mens, wil hij niet meer ingaan: “Dat heb ik ook maar één keertje gedaan.” Ongeacht tot hoe laat hij uit was geweest, dat eerste jaar miste Gilles geen enkele les: “Ik ging naar elke monitoraatsessie, maakte alle oefeningen, zat tussen de lessen door te studeren in de

Ik heb er nog even serieus aan gedacht om geneeskunde te gaan studeren. Gewoon omdat je pad dan duidelijker uitgestippeld is.

Varken

Hij wordt een beetje lyrisch als hij zijn studententijd beschrijft, de ‘schoonste tijd van mijn leven’: “Leuven was het walhalla, een soort Disneyland, waarbij elk café een andere attractie verte-

bib ... Het jaar nadien werd ik lid van een kleine regionale studentenclub. Daar amuseerde ik me zo geweldig dat

ik eigenlijk zelfs niet op Erasmus wou gaan. Omdat ik me wel een beetje sociaal verplicht voelde, deed ik dan maar een aanvraag voor Vancouver. Dat zou toch nooit lukken, dacht ik zo. Maar ik mocht nog gaan ook!” Weer terug in Leuven ging hij helemaal niét meer naar de les: “Ik had vanaf het derde jaar enkel in de voormiddag college en redeneerde dat ik beter kon uitslapen en in de namiddag studeren dan de hele dag moe te zijn.” En uitslapen bleef nodig, in zijn laatste jaar werd hij preses van zijn geliefde studentenclub: “Daar heb ik me heel hard en met veel passie in gesmeten. Het was onder meer mijn taak om onze wekelijkse activiteit te organiseren – zo kon ik mijn creatief ei wat kwijt.” Het leidde wel tot een tweede zit – hij krimpt nog in elkaar als hij eraan denkt. “In het laatste jaar ... Ik weet zelfs niet meer welke prof me gebuisd heeft, dat heb ik verdrongen.” In zak en as

De gedachte aan ‘later’ had hij lang voor zich uitgeschoven: “Ik voelde me als student helemaal niet klaar om een keuze te maken. Ik ging ook niet naar job fairs en zo. Mijn major was finance en mijn minor international business, maar ik zag mezelf niet in een bank terechtkomen. In het derde jaar heb ik er nog even serieus aan gedacht om geneeskunde te gaan studeren. Gewoon omdat je pad dan duidelijker uitgestippeld is.” Na zijn afstuderen wilde hij het er toch op wagen om de oude kinderdroom waar te maken en deed hij toegangsexamen bij de ESCP in Parijs om

KU Leuven-collectie University Shop Naamsestraat 22 3000 Leuven

www.kuleuven.be/shop


ALUMNI

CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016

15

Wie is Gilles Van Bouwel? °1988, Ekeren Gestudeerd 2006-2011 Handels­ ingenieur (KU Leuven) 2012 Marketing management (Vlerick Business School Gent) Loopbaan 2012-2016 producten brandmanager bij Unilever Sinds oktober 2016 redacteur bij Woestijnvis Privé Woont in Antwerpen

er management van filmproducties te gaan studeren: “Een heel prestigieuze opleiding, die slechts vijftien studenten per jaar aanneemt en nog nooit een buitenlandse kandidaat had aanvaard. Natuurlijk werd ik niet toegelaten. Ik zat in zak en as ...” In plaats van Parijs werd het Gent, marketing aan de Vlerick Business School: “Daar kwamen we heel vaak in contact met het bedrijfsleven. Na dat jaar voelde ik me eindelijk klaar om te gaan werken.” Inmiddels was zijn droom geëvolueerd van ‘iets creatiefs in de media’ naar ‘iets corporate in de media’. “Het allerliefst bij Disney of nog beter Universal Studios. Maar als pas afgestudeerde heb je natuurlijk nog niet veel zoveel te bieden. Dus werd ik een echte sollicitatiehoer.” Op de tweede aanbieding, van Unilever, ging hij in. “Ik volgde een traineeship waarvoor ik eerst een half jaar vertegenwoordiger moest zijn voor professionele voedingsproducten voor chefs, zoals bouillons. Prospectie doen bij potentiële nieuwe klanten, zonder afspraak, een beetje zoals met stofzuigers leuren aan de

Prospectie doen bij potentiële nieuwe klanten, zonder afspraak, een beetje zoals met stofzuigers leuren aan de deur … Afschuwelijk, supereenzaam. Ik heb verschillende keren zitten wenen in mijn auto.

deur. Afschuwelijk, supereenzaam ... Ik heb verschillende keren zitten wenen in mijn auto.” “Nadien werd ik product manager voor soepen en smaakversterkers en dergelijke. Maar een blok bouillon van twintig kilo is niet sexy, ik wilde liever voor iets visibels werken. Reclame op tv zien en denken ‘hé, dat is mijn product’. Zo werd ik brand manager voor Signal en Zwitsal. Ik moest de marketingstrategie bepalen voor België: welke producten zet je in de markt en hoe doe je dat? Heel tof, en als De Mol er niet was geweest, zat ik daar nu zeker nog met veel plezier.” Hercule Poirot

Als tienjarige was Gilles verslingerd aan de eerste seizoenen van De Mol; hij hield er zelfs een plakboek van bij: “Magda, die de mol was in de allereerste editie, moest wel een heel slecht mens zijn, dacht ik toen (lacht).” Maar hoe belandde hij zelf eigenlijk bij het programma? “Dat mag ik niet vertellen, het moet allemaal een beetje een mysterie blijven.

Maar het was de beste ervaring van mijn leven. Als kind verslond ik de detectives van Agatha Christie, ik hield lijstjes bij van wie het zoal kon hebben gedaan. De Mol haalde de Hercule Poirot in mij naar boven. Ik kijk er nu al met veel nostalgie op terug. We hebben zoveel meegemaakt samen, zo’n band opgebouwd. We hebben net allemaal een ticket geboekt om Cathy (winnares van ‘De Mol’ – red.) in het voorjaar te gaan bezoeken in Griekenland. En ze zijn ook allemaal al eens komen kijken naar De Slimste Mens.” Na de ene Woestijnvishype is hij nu inderdaad in die andere beland. Zijn plaats in de finaleweek van De Slimste Mens is intussen verzekerd: “Ik zou graag zeggen dat ik me niet heb voorbereid, maar dan zou ik liegen. Sinds ik weet dat ik er in zit, heb ik de kranten goed bijgehouden, ik heb het bordspel een paar keer gespeeld en de app-versie speel ik zelfs heel vaak. Van Kobe Ilsen heb ik een dikke jeugdencyclopedie gekregen, maar daar is geen beginnen aan, al

probeer ik een en ander zo wel een beetje op te frissen.” Kers op de taart

Eerder dit najaar was hij wekelijks op VIER te zien in Glammertime, als een van de vaste reporters: “Ik mocht telkens op date met een bekende vrouw. Bijvoorbeeld met Janine Bischops naar de uitreiking van de Ensors, en met Karen Damen naar de première van Schone Schijn. Heel leuk. Ik werkte toen nog voor Unilever. Maar er waren al een tijdje gesprekken met Woestijnvis. Bij het management hadden ze opgevangen dat ik tijdens De Mol nauw betrokken was bij de productie, meedacht over hoe ik de boel het beste kon saboteren en zo. Ze wilden wel iets met me doen, maar aanvankelijk was nog niet zo duidelijk wát. Zelf wou ik absoluut vermijden dat de hype van De Mol te zeer werd uitgemolken. Een tv-carrière is sowieso eindig, maar dan wel héél snel. Daarvoor wilde ik mijn job niet opgeven. Ik wil geen eendagsvlieg zijn.” Maar Woestijnvis bleek ook op langere termijn te denken, en Gilles kreeg een contract als redacteur. “Ik snap wel dat ze me nu even op het scherm willen. Maar het liefst wil ik achter de schermen werken, creatief nadenken over programma’s. Presenteren zonder te mogen meedenken vind ik te leeg – met alle respect voor alle presentatoren die dat supergoed doen. Een programma waar je als redacteur aan hebt meegewerkt ook mogen presenteren, dat is natuurlijk de kers op de taart. Ik ben nu met zoiets bezig, maar daar kan ik nog niet veel over kwijt”. Op dit ogenblik, iets meer dan een maand na zijn overstap naar Woestijnvis, probeert hij zoveel mogelijk rond te kijken en op te steken, zegt hij: “Ik wil bijvoorbeeld leren monteren, ik wil weten hoe een camera werkt ... In een zeer verre toekomst zou het me ook heel tof lijken om creatief werk te combineren met management. Een Gert Verhulst of een Hans Bourlon, daar heb ik een mateloze bewondering voor.” Op weg naar buiten passeren we een vriendelijke heer die Gilles gedag zegt. Iedereen kent Gilles hier, maar omgekeerd geldt dat nog niet, vermoeden we. Maar we hebben het mis, de vriendelijke heer blijkt Philippe Bonamie, topman van SBS Belgium. “Die ken ik al wel (lacht).”


16

PERSONALIA

CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016

Bevorderingen in het ZAP 2016-2017

In het overzicht van ‘Bevorderingen, aanstellingen & benoemingen 20162017’ in vorig nummer van Campuskrant ontbraken helaas enkele namen bij de ‘Bevorderingen in het ZAP’. Hierbij publiceren we graag alsnog de volledige versie van die lijst.

Faculteit Theologie en Religiewetenschappen Gewoon hoogleraar Bénédicte Lemmelijn Hoofddocent Dries Vanysacker Hoger Instituut voor Wijsbegeerte Gewoon hoogleraar Nicolas Fernando de Warren Faculteit Rechtsgeleerdheid Hoofddocent Veerle Colaert Bert Keirsbilck Joeri Vananroye Faculteit Economie en Bedrijfswetenschap­ pen Gewoon hoogleraar Dirk Czarnitzki Hoogleraar

Jeroen Belien Inneke Van Nieuwenhuyse Deeltijds hoogleraar Robert Boute Hoofddocent Sabrina Bruyneel Raf Orens Peter Teirlinck Anne ter Braak Anja Van den Broeck Deeltijds hoofddocent Bart Leten Faculteit Sociale Wetenschappen Hoogleraar Trui Steen Steven Van Wolputte Peter Vermeersch Deeltijds hoogleraar Aniana Declercq Hoofddocent Edith Drieskens Deeltijds hoofddocent Frankie Schram

Faculteit Letteren Gewoon hoogleraar Bart Philipsen Hoogleraar Werner Thomas Hilde Van Gelder Deeltijds hoogleraar Johan Van Heesch Hoofddocent Henri Bloemen Bert Cornillie Stefania Marzo Kris Van Heuckelom Deeltijds hoofddocent Elke Brems Instituut voor Levende Talen Hoogleraar Lieve De Wachter Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Gewoon hoogleraar Hilde Colpin

Hoogleraar Eva Ceulemans Filip Raes Maarten Simons Faculteit Wetenschappen Gewoon hoogleraar Robby Stoks Gert Verstraeten Willem Veys Hoogleraar Carmen Bartic Wim De Borggraeve Wim Van den Ende Deeltijds hoogleraar Raf Cluckers Hoofddocent Tim Verdonck Deeltijds hoofddocent Walter Luyten Faculteit Ingenieurs­ wetenschappen Gewoon hoogleraar Hendrik Blockeel Christian Clasen Jan Degrève Lieve Helsen Patrick Willems Hoogleraar Karl Meerbergen Dirk Saelens

Think out of the boss.

Tinne Tuytelaars Thomas Van Gerven Hoofddocent Daniel Hughes Mattias Schevenels Dirk Van Hertem Deeltijds hoofddocent Guido Geenen Karel Vandenhende Faculteit Bio-ingeni­ eurswetenschappen Gewoon hoogleraar Jeroen Lammertyn Hoogleraar Rob Lavigne Miet Maertens Faculteit Industriële Ingenieursweten­ schappen Hoofddocent Frederik Desplentere Vincent Naessens Davy Pissoort Hans Rediers Faculteit Architectuur Hoofddocent Kris Scheerlinck Faculteit Geneeskunde Gewoon hoogleraar

Rik Lories Annemieke Verstuyf Deeltijds gewoon hoogleraar Gunnar Buyse Constantinus Politis Gert Van Assche Inge Zink Hoogleraar Geert Bultynck Marc Fransen Antonius Roebroek Pieter Vanden Berghe Deeltijds hoogleraar Lode Godderis Bart Meuris Frederic Rousseau Joost Schymkowitz Wim Teughels Philip Van Damme Patrick Verschueren Dirk Vlasselaers Hoofddocent Pascal Borry Joris Vriens Deeltijds hoofddocent Michaël Casaer Paul Clement Dirk De Wachter Christophe Dubois Robin Lemmens Wouter Meersseman Geert Meyfroidt

Anna Sablina Birgitte Schoenmakers Jaan Toelen Faculteit Farmaceuti­ sche Wetenschappen Hoogleraar Veerle Foulon Hoofddocent Deirdre Cabooter Faculteit Bewegingsen Revalidatieweten­ schappen Gewoon hoogleraar Filip Staes Deeltijds gewoon hoogleraar Michel Probst Hoofddocent Benedicte Vanwanseele Geert Verheyden

Alle bevorderingen, aanstellingen en benoemingen zijn terug te vinden op nieuws.kuleuven.be/ bevorderdbenoemd1617

Een topidee voor uw bedrijf komt niet altijd van de top van uw bedrijf. Word zélf de change agent van uw bedrijf en stoom uw organisatie klaar voor de nieuwe economie. De Tijd helpt u op weg met ‘Take the Lead’, een gratis Vlerick-opleiding over digitale transformatie. In 14 weken verwerft u de kennis en het zelfvertrouwen om uw bedrijf van binnenuit te veranderen. Word een van de 200 uitverkorenen en wapen u met het officiële Certificaat Digitale Disruptie van de Vlerick Business School.

Stel u vóór 8 december kandidaat op tijd.be/takethelead

Neem voorsprong Powered by

Met de steun van


ALUMNI

CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016

17

SPRONG Eén studie, twee wegen

Naam Wim De Maeyer (38)

Naam Relinde Eerlingen (49)

Gestudeerd Bio-ingenieurs­ wetenschappen

Gestudeerd Bio-ingenieurs­ wetenschappen Doctoraat in de bioingenieurs­wetenschappen

Job Sinds 2010 beheerder bij het Agentschap voor Natuur en Bos, regio Groene Gordels

Job Oprichter (2012) en sinds één jaar coördinator van KOOKMakkelijk

Privé Woont in het Mechelse Woont samen, één zoon

Privé Woont in Bertem Twee dochters

“Ik kom minder op het terrein dan ik zou willen”, zegt Wim De Maeyer (38), regiobeheerder bij het Agentschap voor Natuur en Bos. Hij studeerde bio-ingenieurswetenschappen, net als Relinde Eerlingen (49). Haar terrein zijn de aan huis geleverde tassen van KOOKMakkelijk. “Mijn lievelingsrecept? De balletjes met perenstroop en knolselderpuree.” TEKST: Ine Van Houdenhove | FOTO’s: Rob Stevens

“ Helaas beheren we vaak snippers”

A

ls kind kroop ik al met een verrekijkertje door de ‘natuur’ achter onze tuin. Bio-ingenieurswetenschappen leek me een brede opleiding die nog veel mogelijkheden openliet. Ik koos voor bosen natuurbeheer met een minor in tropische landbouw. Fijn vond ik dat het vaak praktisch en concreet werd, letterlijk een put graven om een bodemprofiel te maken bijvoorbeeld.” “Tijdens mijn laatste examen bosbeleid deelde de prof een vacature uit van het Agentschap Natuur en Bos. Zo kon ik beginnen als coördinator bosgroepen. Het was mijn taak om zoveel mogelijk boseigenaars te verenigen, en te helpen bij het beheren van hun bos. Het grootste deel van de ongeveer 145.000 hectaren bos in Vlaanderen is in privéhanden. En vrijwel alles is aangeplant, zelfs het Zoniënwoud. De meest wilde stukjes vind je nog in riviervalleien waar het te nat is om te kappen en de natuur min of meer haar gang kan gaan.” “In een bos moet gewerkt worden, om het gezond en veilig te houden. Maar als er 140 Amerikaanse eiken omgehakt moeten worden, beroert dat de gemoederen. Dan moet je uitleggen dat uitheemse invasieve bomen een bedreiging kunnen vormen voor de inheemse fauna en flora. Als je nooit wil kappen, krijg je heel andere landschappen en zeker geen mooie dikke bomen.” “Ik zat vaak in een vergaderzaal te praten over bos en natuur, maar ik kwam er maar zelden. Daarom ben ik naar een buitendienst overgestapt. Ik mocht meteen een uniform en laarzen aantrekken (lacht). Als beheerder van de regio Groene Gordels stuur ik boswachters en arbeiders aan en ben ik verantwoordelijk voor zo’n

2.500 hectaren van de Vlaamse Overheid: parken, bos en natuurgebieden rond Antwerpen, Brussel en Mechelen. Bossen en natuurgebieden moeten beheerd worden, maar ze brengen soms ook wat geld op, vanwege het hout, of omdat ze worden verhuurd voor fotoshoots of filmopnames.” “Ik ben minder geïnteresseerd in natuur an sich dan in wat natuur voor mensen kan betekenen, en vice versa. We willen ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen van natuur kunnen genieten, bijvoorbeeld door bijzondere picknickplekjes aan te leggen. Tegelijk mag recreatie niet ten koste gaan van de natuur. Zo zorgen speciale zones waar honden mogen rondlopen ervoor dat andere zones hondenvrij kunnen blijven.”

Als je nooit wil kappen, krijg je heel andere landschappen en zeker geen mooie dikke bomen. “Ons werk is voor de langere termijn, we zijn landschapsmakers. Van de keuzes die we nu maken, zullen onze kleinkinderen nog kunnen genieten. Helaas beheren we vaak snippers ... We proberen steeds uit te breiden, maar de druk op de open ruimte is groot en dus ook de concurrentie van bewoning, landbouw en andere sectoren.” “Ik kom minder vaak op het terrein dan ik wel zou willen. Maar als ik op een mooie voorjaarsavond door domein Groenenberg loop, waar één van onze kantoren ligt, denk ik vaak dat ik nooit had kunnen dromen dat ik op zulke mooie plekken zou mogen werken.”

“ Iets uit de grond stampen geeft veel voldoening”

I

k was in zoveel geïnteresseerd; met bio-ingenieurswetenschappen kon ik de keuze nog wat uitstellen. Ik volgde de richting scheikunde, optie voeding, en breide er een doctoraat aan en nadien een postdoc. Alles ging vanzelf, maar eigenlijk was de academische wereld me wat te saai. Ik wou praktischer werken, concrete resultaten zien in de markt.” “Via via kon ik aan de slag bij een producent van vegetarische voeding. Ik ontwikkelde er vleesvervangers op basis van soja en eiwit, zoals charcuterie en worsten die er net echt moesten uitzien – sommige producten werden dan ook in vleesverwerkende bedrijven geproduceerd. Daar kwam heel wat experimenteren bij kijken ...” “Via een headhunter belandde ik bij Campbell’s, waar ik de afdelingen voor R&D en kwaliteit mocht leiden. Later werd ik binnen Campbell’s Europa verantwoordelijk voor nutrition, dat de gezondheidsaspecten en samenstelling van de producten onder de loep neemt. Van collega’s in Zweden hoorde ik van een nieuw concept: doe-het-zelf-maaltijden waarbij de recepten en ingrediënten aan huis geleverd worden.” “Inmiddels kent iedereen de grote spelers in de niche, maar op dat moment waren die nog niet actief in België. Toen ik, samen met een kennis, KOOKMakkelijk oprichtte waren we zowat de eersten. De nadruk lag van bij het begin op lokale, duurzame en vaak ook biologische producten. Het gaf enorm veel voldoening om zoiets uit de grond te stampen en om onmiddellijk feedback te krijgen van de markt.” “Om het hoofd te kunnen bieden aan de grote concurrenten die nadien opkwamen, heb ik KOOKMakkelijk begin dit jaar laten overnemen

door De Winning, dat één van onze leveranciers was. De Winning produceert en verdeelt lokale en duurzame producten en biedt mensen die moeilijk aan de bak komen op de arbeidsmarkt een tijdelijke jobervaring. Nu coördineer ik KOOKMakkelijk binnen De Winning.”

De academische wereld was me wat te saai. Ik wou concrete resultaten zien in de markt. “Inmiddels leveren we zo’n honderd tassen per week af, op afhaalpunten of aan huis. We hebben een pakket met recepten en ingrediënten voor vier dagen – een dag vlees, een dag vis, een dag gevogelte en een dag veggie – en ook een vegetarisch pakket voor drie dagen. Het is mijn taak om de pakketten zo gevarieerd en lekker mogelijk samen te stellen, rekening houdend met de seizoenen en met het aanbod in de eigen biotuin van De Winning. En uiteraard moet het prijskaartje ook kloppen.” “Alle recepten worden door mijzelf ontwikkeld en uitgetest. Van huis uit heb ik veel aandacht meegekregen voor gezond en gevarieerd eten. Mijn ervaring bij Campbell’s komt me ook goed van pas. Daar heb ik geleerd hoe verschillende smaken en texturen samengaan. Zoals veel van onze klanten hou ik van onze klassieke recepten, zoals balletjes met perenstroop en knolselderpuree. Maar ik kan ook erg genieten van vegetarische gerechten, zoals couscous met kleurrijke groenten, yacon en amandelen.”


18

STUDENTEN

CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016

DE STAGIAIR Onze huisfotograaf gaat op stagebezoek

“ Toch nog in de voetbalwereld terechtgekomen” Naam

Céline Franck (22) Richting

Laatstejaars lichamelijke opvoeding en bewegings­ weten­schappen, afstudeer­richting sportmanagement Stageplaats

ESSMA (European Stadium & Safety Management Association) Duur van de stage

150 uur

Ik durf te bekennen: de kans op een glorieuze intrede op de grasmat van het befaamde Engelse Wembley Stadium is zienderogen aan het verminderen. En omdat verwachtingen realistisch bijstellen een goede eigenschap is, stap ik weltevreden het fris opgesmukte stadion van Sint-Truiden binnen, waar ik overigens merk dat de grasgeur door toedoen van een fraaie kunstmat even definitief is verdwenen als mijn voetbaldroom. Maar dit terzijde, want ik word opgewacht door Céline Franck, laatstejaars lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen, afstudeerrichting sportmanagement. “Voor je stage kun je binnen mijn richting eigenlijk drie kanten op: beleid, management of marketing. De sportsector in België is, los daarvan, ook in drie verdeeld: je hebt de overheid, bijvoorbeeld sportfunctionarissen, het middenveld, dat zijn de clubs en

Benoemd of onderscheiden • Professor Wim Robberecht, vicerector van • Professor Jos Benders (Centrum voor Sociode Groep Biomedische Wetenschappen en logisch Onderzoek) werd voor drie jaar aanhoofd van het Laboratorium voor Neurobiogesteld als deeltijds professor ‘Organisasjonskonsepter’ aan het Department of Industrial logie, werd aangesteld tot lid van het Scientific Advisory Committee van de BioPontis Alliance Economics and Technology Management van de Norwegian University of Science and Technology for Rare Diseases. (NTNU) in Trondheim. • Professor Marc Van Hulle (Laboratorium voor Neuro- en Psychofysiologie) werd benoemd tot • De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten (KVBA) en buitenlands lid van de Spaanse Koninklijke Acade Jonge Academie (JA) hebben de jaarprijzen demie voor Farmacie. wetenschapscommunicatie 2016 uitgereikt. Het • Professor Jan Cools (Departement Menselijke team natuurkundigen onder leiding van profesErfelijkheid) ontving een beurs van de Swiss sor Kristiaan Temst en professor Margriet Van Bridge Foundation ter waarde van 250.000 ZwitBael (Departement Natuurkunde en Sterrenserse frank voor zijn onderzoek naar T-ALL, een kunde) werd onderscheiden voor hun bijdrage zeldzame vorm van leukemie. aan de film Terug naar Morgen. Professor An

de federaties, en tenslotte de markt, met fitnessclubs en dergelijke.” “Mijn voorkeur gaat uit naar management en marketing, daarom was deze stageplaats bij ESSMA (European Stadium & Safety Management Association – red.) ook een uitgelezen kans. De organisatie wil een platform uitbouwen voor Europese stadions en clubs, om zo kennis en expertise uit te wisselen. Het doel waar ik naartoe werk is een grote conferentie in het nieuwe stadion van Olympique Lyonnais, die in januari plaatsvindt. Mijn job bestaat er vooral in input te geven voor de website en social media, en de organisatie van het event zelf te ondersteunen. Dat houdt van alles in, zoals het opvolgen van de sprekers, inschrijvingen verwerken, het verblijf van de committee members regelen enzoverder.” “Ik doe mijn job echt supergraag. Het is een fijn team van jonge mensen waarin ik heel zelfstandig mijn ding mag doen. En bij het organiseren

van zo’n event komt echt veel kijken, dus leer ik ook een hoop. Het is wel een echte mannenwereld (lachje), ik ben de enige vrouw op het bureau.” “Ik ben altijd sportief geweest, maar mocht niet op voetbal van thuis, dus is het volleybal en tennis geworden. Maar mijn vriend studeert sporttraining en coaching en voetbalt zelf in de derde amateursklasse, dus voetbal is altijd een belangrijke rol blijven spelen, en ik weet er ook wel wat vanaf. Hoewel dat ook weer behoorlijk relatief blijkt als ik mijn mannelijke collega’s soms hoor.” “Ik zou hier best wel willen werken later, maar ik denk niet dat er meteen plaats is. Dus ga ik maar voor mijn ideaal: het begeleiden en managen van een topsporter. Liefst een goede tennisser, maar een voetballer of wielrenner mag ook. En als ik echt kiezen mag voor mijn droomjob: manager worden van David Goffin!” We geven het door. TEKST en FOTO’S: Rob Stevens

prijs ‘thesis van het jaar’, uitgereikt door het Steegen (Departement Aard- en OmgevingsFonds Piet Cleemput, beheerd door de Koning wetenschappen) werd onderscheiden voor haar deelname aan het interuniversitaire geoBoudewijnstichting. ICT-project GeoMobiel. Professor Leen Decin (Departement Natuurkunde en Sterrenkunde) • Doctoraatsstudent Túlio Toffolo (Technologiecluster Computerwetenschappen, Technowerd onderscheiden voor haar bijdrage als huiswetenschapper bij het Eén-programma Van Gils logiecampussen Gent en Aalst) heeft de Super& Gasten. Ook het team achter de Grote Prijs Minds-award gewonnen. SuperMinds is een voor Sociologie, een wedstrijd voor scholieren initiatief van imec waarbij enkele geselecteerde onderzoekers een TEDtalk geven. Toffolo legde georganiseerd door het Centrum voor Sociologisch Onderzoek (CeSO), viel in de prijzen. in zijn TEDtalk uit hoe complexe optimalisatieproblemen kunnen worden opgelost door het gebruik van algoritmen in plaats van intuïtie • De paper ‘Why Citizen Involvement is a Story of Apples and Oranges. Studying Individual Diffeof vuistregels. rences in the Effect of Citizen Involvement and Outcome Favorability on Fairness Perceptions’ • Iwo Borkowicz, vorig jaar afgestudeerd aan de Faculteit Architectuur Campus Sint-Lucas van professor Sofie Marien en Hannah Werner Gent, viel met zijn afstudeerproject ‘A Symbi(Centrum voor Politicologie) werd verkozen tot Best Paper van de Democratic Innovations otic Relation of Cooperative Social Housing and Section tijdens de General Conference van het Dispersed Tourism in Habana Vieja’ in de prijEuropean Consortium for Political Research. zen tijdens de eerste editie van de Young Talent Architecture Award (YTAA). De YTAA wordt • Pieter Decelle, alumnus sociaal werk en uitgereikt door de Fundació Mies van der Rohe, sociaal beleid, won met zijn masterproef de met de steun van Creatief Europa.


PORTRET

CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016

SPEED DATE

In 25 vragen naar hoofd en hart van André Oosterlinck

19

André Oosterlinck: “Ik werd als rector door de studenten met Napoleon vergeleken, maar dat vond ik een compliment.”

Ererector André Oosterlinck (70) is voorzitter van de Associatie KU Leuven. Ine Van Houdenhove

“ Ongeduld

01/ Wat wilde u ‘later’ worden?

“Kosmoloog. Mijn spreekbeurten op school gingen meestal over de kosmos.”

02/ Op welke job bent u jaloers?

“Topwetenschapper, bijvoorbeeld aan het CERN, of aan het Jet Propulsion Laboratory van de NASA, waar ik begin jaren zeventig nog gewerkt heb. Maar ik heb een zeer bevredigend beroepsleven gehad.”

03/ Zou u vandaag dezelfde studiekeuze maken?

“Ja. Maar aanvankelijk wilde ik fysica studeren. Mijn vader vond echter dat ik toch maar beter ingenieur werd, of arts. Uiteindelijk ben ik na mijn afstuderen onmiddellijk aan de Faculteit Geneeskunde terechtgekomen, waar ik met medische beeldverwerking ben begonnen. Zulk onontgonnen terrein mogen verkennen en uitbouwen is zeer bevredigend.”

04/ Welk moment uit uw loopbaan is u het meest bijgebleven?

“De eredoctoraten in 1996, voor Gerard ‘t Hooft, die later de Nobelprijs natuurkunde zou krijgen, en voor Helmut Kohl, met wie je je op een scharnierpunt in de geschiedenis voelde staan. En natuurlijk die momenten waarop je beseft dat je je droom zal kunnen waarmaken: je doctoraat verdedigen, horen dat je een FWO-mandaat krijgt.”

05/ Wat weten uw medewerkers niet van u?

“Ik schiet goed op met mijn medewerkers, maar hou werk en privé strikt gescheiden.”

06/ Aan welk project zou u meteen beginnen als geld geen factor was?

“Momenteel vervul ik een brugfunctie in een samenwerkingsproject van imec, UZ Leuven en de ingenieursfaculteit, om een chip te ontwikkelen die in een zeer vroeg stadium kankercellen kan opsporen in het bloed.”

07/ Welk boek ligt er op uw nachtkastje?

“Sterfelijk zijn van Atul Gawande. Ik heb het intussen al verschillende keren cadeau gegeven. Een aanrader voor iedereen die wat ouder wordt. En het boek Wonders of the Solar System and the Universe van Brian Cox.”

08/ Wat is uw meest opvallende karaktertrek?

“Gedrevenheid.”

09/ Wat is uw meest onhebbelijke karaktertrek?

“Ongeduld. Als je belangrijke zaken wil realiseren is het noodzakelijk dat onder controle te houden.”

© KU Leuven | Rob Stevens

moet je onder controle houden” de achtergrond, Mozart of Beethoven. Of in het gezelschap van de mensen die me nauw aan het hart liggen – ik heb drie kleinkinderen, dus dat is eerder ontspanning dan rust.” 13/ Wat is de ergste job die u ooit hebt gedaan?

“Geen idee. Ik heb ook nooit een vakantiejob gedaan. Ik hielp tijdens de vakanties in het landbouwmachinebedrijf van mijn vader en dat deed ik graag.”

“Ik rook niet, drink niet te veel alcohol, kan goed met stress omgaan ... Sporten doe ik niet, ik hou het bij werken in de tuin en stevig doorstappen als ik ergens naartoe ga.”

“Als er tijdens een vergadering pralines op tafel staan, is dat heel goed voor mijn humeur. Thuis eet ik dat niet. Zoals ik thuis ook cola zero drink en elders ‘goede’ cola.”

16/ Wat zou u graag beter kunnen?

“Ik had graag Spaans, Italiaans en Chinees geleerd. Over afzienbare tijd zal onze smartphone wel in real time vertalen, maar dan mis je toch de culturele achtergrond.”

17/ Waarop bent u trots? 10/ Welke historische figuur bewondert u het meest?

“De Romeinen, om hun ingenieuze constructies. En Napoleon. Ik werd als rector door de studenten met hem vergeleken, maar dat vond ik een compliment.”

11/ Hebt u een motto?

“Kennis ten dienste van de samenleving, mijn wapenspreuk. Het unieke aan een universiteit is dat je niet alleen met interessante maar ook met zinvolle dingen bezig bent, die bijvoorbeeld het lot van patiënten kunnen verbeteren. Die extra dimensie heb je minder als je een brug ontwerpt.”

12/ Hoe komt u tot rust?

“Met een goed boek en klassieke muziek op

20/ Waar hebt u een hekel aan?

“Laatkomers. Ik begin vergaderingen altijd klokvast. Je moet degenen die op tijd komen belonen, niet de anderen.”

14/ Leeft u gezond?

15/ Hebt u een ‘guilty pleasure’?

Ik maak me zorgen om de toekomst van mijn kleinkinderen. Onze generatie heeft jonge mensen met veel lasten opgezadeld.

we rechtsomkeer moesten maken voor een noodlanding. Maar eerst moest het vuur geblust, moest er brandstof geloosd in zee. Vreemd hoe intens de sfeer aan boord werd. De passagiers begonnen met elkaar te praten alsof het het laatste gesprek was dat ze zouden hebben.”

“Ik heb een aantal dingen mogen realiseren: beeldverwerking als discipline invoeren, het Departement Elektrotechniek leiden, ICOS oprichten, de digitalisering helpen doorvoeren in Agfa-Gevaert, LERU en de Associatie oprichten.”

18/ Wanneer was u het bangst?

“Toen ik aan de telefoon hoorde dat onze oudste zoon Johan slachtoffer was in een dodelijk verkeersongeval. Zoiets gaat nooit over. Ook na bijna dertig jaar blijft de behoefte om over hem te spreken.”

21/ Voor welk tv-programma blijft u thuis?

“Ik ben als 23-jarige uiteraard opgebleven voor de maanlanding. Voor het slapengaan kijk ik naar mijn favoriete zenders. Dat zijn National Geographic Channel, Discovery Channel, History en Discovery World.

22/ Als u terug in de tijd kon reizen, waarheen zou u gaan?

“Naar Silicon Valley in het begin van de jaren 80 – ik was gastprof aan het IBM Research Center. Een mooie tijd met het hele gezin samen.”

23/ Wat zou de kwaliteit van uw leven verbeteren?

“Een beter economisch en politiek klimaat, sociale rust, een wereld zonder IS. Ik maak me zorgen om de toekomst van mijn kleinkinderen. Onze generatie heeft jonge mensen met veel lasten opgezadeld. Schulden maak je enkel als je verwacht dat ze een goede investering zijn, dat heeft Gaston Eyskens me nog bijgebracht tijdens de lessen staatshuishoudkunde.”

24/ Wat had u beter anders gedaan?

“Mijn plannen als rector nog beter toegelicht. Dat kan je nooit genoeg doen.”

25/ Wat houdt u wakker ’s nachts? 19/ Wat is het dichtste dat u ooit bij de dood bent geweest?

“Tijdens een trans-Atlantische vlucht ontstond brand in één van de motoren, waarop

“Ik ben een goede slaper. Het enige waar ik wakker van zou liggen is als er iets zou gebeuren met mijn vrouw, mijn kinderen of mijn kleinkinderen.”


20

CAMPUSKRANT | 23 NOVEMBER 2016

IN BEELD

Rik en prik

© Filip Van Loock

Onder de slagzin ‘Ook geprikkeld door het klimaat?’ deelden vicerector Studentenbeleid Rik Gosselink en Leuvens schepen Bieke Verlinden op 8 november duizend cactusjes uit aan Leuvenaars en studenten die hun steentje willen bijdragen aan een duurzamere wereld. Jong en oud konden zich ook laten fotograferen met het cactusje en met het hoofd van rector Rik Torfs, of dat van burgemeester Louis Tobback. Het event was het startschot van de derde editie van Love Leuven, een initiatief van de stad Leuven, de KU Leuven en UC Leuven-Limburg. Met een reeks evenementen willen zij studenten en Leuvenaars dichter bij elkaar brengen. Dit jaar staat het thema duurzaamheid centraal.

www.facebook.com/LoveLeuven

KARIKATUUR OF NIET: DE GESPLETEN PERSOONLIJKHEID IN FIGHT CLUB

Op de vuist met jezelf

NET ALS IN

DE FILM De wetenschap achter de filmhit

In de film Fight Club wordt grijze muis Edward Norton beste maatjes met de extraverte Tyler (Brad Pitt). Eén en dezelfde persoon, blijkt aan het eind van de film. Een doeltreffend middel tegen eenzaamheid, zo’n alter ego, maar bestaat het ook echt? Wie één of meerdere persoonlijkheden of alter ego’s heeft, leidt officieel aan een dissociatieve identiteitsstoornis. Maar hoewel de aandoening wordt beschreven in de DSM, het standaardhandboek voor psychiatrische diagnostiek, zijn deskundigen het lang niet eens over het bestaan ervan, zegt professor Rudi Vermote, psychiater aan het Universitair Psychiatrisch Centrum van de KU Leuven en gespecialiseerd in persoonlijkheidsstoornissen.

De film

Fight Club (1999) Het verhaal

Een kleurloze én naamloze kantoorklerk (Edward Norton) raakt bevriend met de flamboyante Tyler Durden (Brad Pitt). Samen richten ze een vechtclub op. Tyler houdt er een schimmige agenda op na en bouwt de vechtclub uit tot Project Mayhem, een terroristische organisatie. Spoiler alert: als de kantoorklerk ontdekt dat hij en Tyler één en dezelfde persoon zijn, besluit hij zijn alter ego te vermoorden.

“Ik geloof niet in alter ego’s”, zegt Vermote. “Ik denk dat ze het gevolg zijn van dubieuze psychiatrische behandelingen en dus ‘aangepraat’. In de jaren zestig paste men bijvoorbeeld hypnose toe om trauma’s te behandelen. Dat is een heel suggestieve techniek die inspeelt op het onderbewuste. Als de psychiater op een patiënt inpraat en een bepaald aspect van diens persoonlijkheid ‘Piet’ en een ander ‘Jan’ noemt, kan het gebeuren dat hij dat op den duur gaat geloven en ernaar gaat handelen.”

De twee hoofdpersonages krijgen ruzie over Project Mayhem. Tyler vertelt de kantoorklerk dat hij zijn alter ego is en dat hij dus zelf achter de terroristische plannen zit. De kantoorklerk schiet zichzelf een kogel in het hoofd, met de bedoeling zijn alter ego te vermoorden. Tyler zakt dood neer en de kantoorklerk blijft achter, zij het dan met een bebloed gezicht.

© 20th Century Fox

De sleutelscène

“Ik heb ooit een patiënt gezien met 27 verschillende alter ego’s, die hij allemaal een aparte naam gaf. Maar ook die man had zo’n therapie ondergaan. Hypnose wordt gelukkig al lang niet meer gebruikt bij het behandelen van trauma’s en wordt zelfs gezien als een beroepsfout, omdat er te veel valse herinneringen door kunnen ontstaan. Sinds het is afgeschaft, ben ik ook geen patiënten met alter ego’s meer tegengekomen. Na een trauma kunnen wel toestanden van een veranderend bewustzijn voorkomen, maar dat is nog iets anders.” Wat je wel ziet in Fight Club, is een gespleten persoonlijkheid, zegt Ver-

mote. “In dat geval gaat het om twee verschillende persoonlijkheidstoestanden. Zoiets kan ontstaan als je bepaalde driften zoals agressiviteit en seksualiteit te lang of te veel hebt onderdrukt. Uiteraard doen we dat allemaal: we moeten ons aanpassen aan de maatschappij en kunnen niet zomaar doen wat we willen. Maar als je te veel aspecten van jezelf onder de mat veegt, krijg je een false self. Een lege persoonlijkheid. Je kan je driften niet beleven, dus wordt er een tweede persoonlijkheid gecreëerd waar ze vrij spel hebben.” “In de film uit zich dat karikaturaal: het kleuren naamloze hoofdpersonage laat zich op sleeptouw nemen door Tyler, die symbool staat voor

de tweede persoonlijkheid. Tyler richt een vechtclub op waar hij zijn agressiviteit kwijt kan, slaat in op auto’s met een baseballknuppel en heeft wilde seks met een vrouw. Maar in tegenstelling tot in de film weet iemand met een gespleten persoonlijkheid wat hij doet, en is en blijft het dezelfde persoon.” “We hebben allemaal verschillende lagen in onze persoonlijkheid. Mensen bestaan niet uit één stuk. Zo gedragen we ons anders bij onze vrienden dan bij onze ouders. Het wordt problematisch als er een splitsing ontstaat die tot antisociaal of pervers gedrag leidt. Denk maar aan Dutroux: een man die normaal overkwam voor de buitenwereld, maar in het geheim kindermisbruik van de ergste soort pleegde. Dat is een heel extreem voorbeeld: zo’n splitsing in het gevoelsleven is evengoed van toepassing op de toffe collega die thuis zijn agressie botviert en zijn vrouw en kinderen slaat.” Hoe geraak je af van zo’n tweede persoonlijkheid? Kan je ermee vechten of ze vermoorden zoals in de film?

“Nee, dat is totaal uit de lucht gegrepen. Iemand met een gespleten persoonlijkheid leidt een dubbelleven, maar ervaart dat zelf niet noodzakelijk als problematisch. Ik had ooit een patiënt die een brave huisvader was, maar er in het geniep een job als gigolo op nahield. Tot zijn vrouw en kinderen erachter kwamen: toen ontstond er een kortsluiting tussen die twee werelden. Maar dat wil niet zeggen dat die man een deel van zichzelf wilde ‘vermoorden’. Wil je af van je gespleten persoonlijkheid, dan ga je maar beter in therapie.” TEKST: Pieter-Jan Borgelioen

COMPLETE FICTIE BIJ DE HAREN GETROKKEN NIET ZO VERGEZOCHT KLOPT HELEMAAL


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.