KULEUVEN.BE/CK
03
JG 29
Het vuur van Vestager “Ik hoop dat élke vrouw die haar talenten uitdaagt een rolmodel kan zijn. Vanwege wat ze realiseert, niet omdat ze een perfect leven leidt”, zegt de Deense eurocommissaris en eredoctor in spe Margrethe Vestager. Drie jaar geleden werd Vestager in de Commissie Juncker verantwoordelijk voor het domein mededinging. Ze deinst er niet voor terug om machtige bedrijven en ook overheden op het matje te roepen als ze de Europese regels niet respecteren. “De founding fathers van de
Europese Unie zagen het heel helder: om de eengemaakte economie tot een succes te maken, moet iedereen een eerlijke kans op succes krijgen”, zegt Vestager. De gedreven manier waarop ze dat doel nastreeft, levert haar geregeld tegenkanting op, maar ook grote bewondering. En nu dus ook een eredoctoraat. Bij die gelegenheid steekt Vestager haar enthousiasme voor Europa niet onder stoelen of banken: “Nergens in de geschiedenis of in de wereld vandaag vind je een betere plek om te wonen, zeker voor vrouwen.” Lees meer op P.06
Groot nieuws, geen nieuws
Onze smartphones braken steeds vaker ‘Breaking news!’, ook als het bagatellen betreft. Die banalisering is funest, zegt professor Leo Neels. “Journalisten hollen ook te veel de sociale media achterna. Terwijl ze zouden moeten zeggen: snelheid is belangrijk, maar wij gaan eerst de feiten checken.” Lees meer op P.20
Tijdschrift - toelating gesloten verpakking
Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
2099 Antwerpen X n° BC 6379
erkenning: p303221
PB-nr. B-4883
ALVAST EVEN WARMLOPEN OP DE BOEKENBEURS
Slimme camera’s filmen het leven zoals het is
De Droomjob: schrijvende studente is klaar voor literaire vuurdoop
2
16
“HIER ZIE JE TOCH VEEL MEER DAN OP GOOGLE MAPS”
“WAAROM VIJFTIG WOORDEN ALS HET IN TIEN KAN?”
Eenmaal je gebeten bent, is er geen weg terug
Studenten architectuur verkennen New York voor masterproef
Op speeddate met Algemeen Beheerder Koen Debackere
Speleoclub wordt vijftig
5
19
10
IT’S THE ECONOMY, STUPID!
Leven na Leuven: VRT-journalist Michaël Van Droogenbroeck
© KU Leuven | Rob Stevens
22 NOVEMBER 2017
Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.
DE VLIEG OP DE MUUR VAN ‘HET GEZIN’
14
IN TAL VAN ONLINE SPELLETJES ZITTEN VERDOKEN KANSSPELEN
Kinderen wagen al eens een gokje Verrassend veel Vlaamse kinderen tussen tien en twaalf jaar oud hebben al ervaring met één of andere vorm van gokken, zo blijkt uit onderzoek van het Instituut voor Mediastudies. Vooral digitale spelletjes waarin tactieken uit kansspelen worden gebruikt, baren de onderzoekers zorgen.
I
n games die populair zijn bij kinderen tussen tien en twaalf, worden steeds vaker tactieken uit kansspelen gebruikt, zegt professor Bieke Zaman. “Je kan bijvoorbeeld een schatkist verdienen waarin mogelijk een boost zit die je door het volgende level kan helpen. Die schatkist kan je krijgen door te spelen, maar vaak ook door een gokje te wagen met virtueel geld. Zo raken kinderen onbewust vertrouwd met de dynamiek van gokken.” Een andere zorgwekkende evolutie is het web van gokwebsites dat groeit rond een aantal populaire videogames, zoals FIFA. “Je kan het virtuele geld uit zo’n game op die sites inzetten in casinospelletjes of ermee gokken op sportwedstrijden”, zegt onderzoeker Jonathan Huyghe. Ouders zijn vaak niet op de hoogte van deze verdoken vormen van gok- en kansspelen. Krasloten
Kinderen geven ook in driekwart van de
gevallen aan dat ze van hun ouders geen kansspelen mogen spelen, zo blijkt uit de bevraging die de onderzoekers uitvoerden bij kinderen uit het vijfde en zesde leerjaar.
Eén kind op zes heeft al eens voor geld gewed met vrienden. Dat staat echter in schril contrast met het gedrag dat ze rapporteren: een derde van de 10- tot 12-jarigen speelt met krasloten. 11% van hen geeft aan deze zelf te kopen, iets wat bij wet verboden is voor minderjarigen. Eén op zes kinderen heeft ooit weddenschappen afgesloten met vrienden voor
geld. Vijf procent heeft al eens poker gespeeld voor geld, een derde speelde al casinospelen of poker zonder geld in te zetten. Van de 645 bevraagde kinderen had een vierde al online simulated gambling games gespeeld. Eén op acht doet dat minstens één keer per maand. “Extra gevaarlijk is dat 10% van deze kinderen dit soort games helemaal alleen speelt”, waarschuwt professor Rozane De Cock. De helft van de bevraagde kinderen zegt ook nooit met hun ouders te praten over de digitale spelletjes die ze spelen. Bij 44% gebeurt dat af en toe of zelden. Slechts 6% bespreekt dit vaak. “Online spelletjes bannen uit het leven van je kinderen is niet mogelijk en ook niet nodig”, zegt professor De Cock. “Maar het is wel belangrijk om een vinger aan de pols te houden, bijvoorbeeld door met je kinderen te praten of af toe samen een game te spelen.” Lees meer op nieuws.kuleuven.be/gokken
02
VOORAF
CAMPUSKRANT | 22 NOVEMBER 2017
GET8LL3N LEER
57
tattoos werden er afgelopen maand met de huidlaser verwijderd op de afdeling Dermatologie van UZ Leuven. Gemiddeld zijn er acht tot tien sessies nodig, telkens met een tweetal
maanden ertussen, om je lichaam de kans te geven de verbrijzelde inkt op te ruimen. De grootste tattoo die op de afdeling werd behandeld besloeg de hele bovenarm. De behandeling is niet pijnloos, en om een tattoo van vijf tot tien centimeter te laten verwijderen betaal je per behandeling zo’n honderd euro. Niet alle kleuren zijn even makkelijk te verwijderen en er is steeds een risico op een grijze restverkleuring.
TV-MAKERS ZETTEN INTELLIGENTE CAMERA’S IN VOOR DOCUREEKS
‘ Het Gezin’:
Slim bekeken
MEGAFOON
Een kind kan de aankomende scheiding van zijn ouders verwerken door zijn geheimen toe te vertrouwen aan een robotbeer. Een bank die toegang krijgt tot de data van de speelgoedfabrikant, kan dan uit die opnames besluiten dat het gezin zich in een financieel precaire situatie bevindt en het een lening ontzeggen. Zulke dingen gebeuren echt.
Als je naar de docureeks Het Gezin op Eén kijkt, voel je je een vlieg op de muur. Je ziet hoe het leven voorbij kabbelt of stormt in de keuken, slaap- of badkamer van acht Vlaamse gezinnen die door een bijzondere periode gaan. Zoals tiener Noémi, die dapper tegen een ongeneeslijke longziekte strijdt, of de hoogbejaarde Jef, die koppig zijn best doet om zelfstandig te kunnen blijven wonen. De makers konden hun wel en wee discreet vastleggen dankzij slimme camera’s van KU Leuven-makelij.
Docent mens-computerinteracties Bieke Zaman waarschuwt voor speelgoed dat voorzien is van elektronica waarmee informatie verzameld kan worden.
TEKST: Ilse Frederickx FOTO’S: Rob Stevens, VRT
(Knack, 15/11/2017)
H
et Gezin is geen realitysoap zoals De Pfaffs, waar de enscenering soms de bovenhand haalde op de realiteit. Deze reeks brengt heel alledaagse, herkenbare beslommeringen naturel in beeld, en dat heeft te maken met de manier van filmen. In de huizen van de gezinnen was er geen ploeg van regisseur, cameraman en geluidsman aan de slag, maar wel een netwerk van slimme camera’s. Daarvoor klopte productiehuis Geronimo aan bij professor Toon Goedemé van de onderzoeksgroep Embedded and Applied Vision Engineering (EAVISE).
JORIS
© Joris Snaet
Discreet en mooi
Studenten architectuur werken aan ontwerp voor New York.
Lees het artikel op P.05
“Het productiehuis wilde de invloed van een filmploeg op de bewoners uitschakelen en de mensen zo natuurlijk mogelijk filmen”, zegt professor Gedemé. “Ze waren op zoek naar camera’s die discreet beginnen te filmen als er beweging is én die cinematografisch mooie beelden maken. Met bestaande bewakingscamera’s was dat niet mogelijk: die filmen altijd, wat uren onbruikbaar materiaal
oplevert. En de beelden zijn kwalitatief niet zo goed: je ziet alles vanuit dezelfde hoek, in vogelperspectief.” De onderzoekers werkten samen met Geronimo een oplossing uit. “Wie goed oplette tijdens de eerste aflevering – bij de koekjesdiefstal van de jongens uit het gezin van Katrien – heeft één van de camera’s misschien wel opgemerkt. Het is een koepelvormig kastje met daarin een pan-tiltzoom-camera voor de echte filmbeelden en een kleine breedhoekcamera voor de technische informatie. In sommige kamers hangen er drie tot vier van zulke camerakasten op ooghoogte, die allemaal verbonden zijn met een server in de garage of de kelder van het huis”, zegt doctorandus Timothy Callemein. Callemein ging mee met het productiehuis om de camera’s op te stellen. “Het was drie à vier dagen werk om ongeveer twintig camera’s op te stellen in een huis. Daarna zagen de bewoners de crew niet meer. Af en toe ging iemand langs om de harde schijf op de server te wisselen, maar dat gebeurde meestal als de mensen niet thuis waren. Op de beelden van
NIEUWS 03
CAMPUSKRANT | 22 NOVEMBER 2017
© VRT
“De technologie biedt zeker een meerwaarde: ze filmt op een nietsensationele manier gezinnen in soms moeilijke situaties die anders nooit gefilmd zouden zijn.”
“Op de beelden van de eerste dagen merk je dat de mensen nog rekening houden met de camera’s. Maar dan worden die dingen echt deel van het meubilair en vergeet iedereen ze.”
de eerste dagen merk je dat de mensen nog rekening houden met de camera’s. Maar dan worden die dingen echt deel van het meubilair en vergeet iedereen ze.” Zo werden de gezinnen maandenlang gefilmd, zonder dat ze er veel erg in hadden. Callemein volgt de reeks nu op tv: “Ik denk dat de technologie zeker een meerwaarde biedt: het zijn beelden van gezinnen in soms moeilijke situaties die anders nooit gefilmd zouden zijn, en dat gebeurt hier op een niet-sensationele manier.” Regels respecteren
De onderzoeksgroep van Campus De Nayer Sint-Katelijne-Waver had al wat filmervaring, maar dan met drones. “We werken onder meer aan drones die de voorraad in grote industriële magazijnen tellen of die 3D-kaarten van gebouwen maken voor landmeters of architecten. Daarnaast ontwikkelden we ook een drone die bij een brand sneller ter plaatse is dan de brandweer en dankzij zijn thermische camera al informatie kan doorsturen. En in-
Toon Goedemé:
Het productie huis wilde de invloed van een filmploeg op de gezinnen uitschakelen en de mensen zo natuurlijk mogelijk filmen.
derdaad, één van mijn doctoraatsstudenten werkt aan een drone die als vliegende cameraman fungeert, bijvoorbeeld om een bergbeklimmer of een rafter te filmen. De drone kan zonder aansturing zelf een mens vinden en volgen”, legt Goedemé uit. Die ervaring bleek goed van pas te komen voor Het Gezin. “Onze drones zijn geprogrammeerd om een aantal filmregels te respecteren. Denk bijvoorbeeld aan de headroom, de ruimte tussen iemands hoofd en de kader van het beeld: het hoofd mag uiteraard niet tegen de rand plakken. Zulke richtlijnen kunnen we in de software verwerken. Bij Het Gezin was ook slimme bewegingsdetectie van belang: de camera’s filmen als er beweging is, maar moeten ook vooruitziend zijn. In de filmwereld noemen ze dat een preroll: als iemand naar een deur loopt, moet de camera in de aangrenzende kamer al beginnen te filmen. Een kwestie van slim programmeren, waarbij de ene camera informatie doorgeeft aan de camera’s in de buurt.” “Met de huidige software missen de camera’s soms nog wel iets: ze fil-
men bijvoorbeeld niet als iemand urenlang stilletjes in de zetel ligt. Daarom besliste het productiehuis om vanuit de regiekamer mee te kijken en vanop afstand de camera’s aan te sturen: om op de juiste momenten een long shot te nemen, naar boven of beneden te knikken, of in te zoomen op iemand. Maar als er zoveel camera’s zijn, is dat niet makkelijk: mensen worden moe en maken ook fouten.” Trouwfeest
Daarom past Callemein nu een meer nauwkeurige persoonsdetectie toe, die menselijke tussenkomst helemaal overbodig moet maken: “Op basis van een beeldendatabank herkent het systeem anatomische punten, zoals een pols of een knie. Door die punten aan mekaar te verbinden, kan de computer berekenen dat het om een mens gaat. Het mooie is dat dat ook werkt als iemand gedeeltelijk in beeld is of als iemand niet beweegt, zoals onder een dekentje in de zetel.” Of er een tweede seizoen van Het Gezin komt, staat nog niet vast. Maar de VRT en Geronimo denken alvast samen na over toepassingen van dit
nieuwe systeem. Net als de ingenieurs: “Je zou scènes automatisch kunnen laten rangschikken op relevantie, of op basis van actieherkenning. En er zijn ook heel wat toepassingen mogelijk buiten de filmwereld: een les opnemen of een trouwfeest in beeld brengen bijvoorbeeld.” Of de slimme camera de cameraman en regisseur ooit volledig zal vervangen, betwijfelt Goedemé. “Toch niet voor een tv-programma of een film. Wat we uiteindelijk te zien krijgen, is nog altijd een interpretatie door filmmensen en niet door computers: welke verhaallijnen kies je, welke emoties wil je tonen … Het blijft een kunstvorm en dat merken we: het is niet altijd even evident om als ingenieur met kunstenaars samen te werken”, grinnikt Goedemé.
‘Het Gezin’, nog t.e.m. 12 december elke woensdag op Eén
04
NIEUWS
CAMPUSKRANT | 22 NOVEMBER 2017
IN BEELD
Rugzakje
© KU Leuven | Rob Stevens
Het Mariabeeld aan Abdij Keizersberg heeft een extra lading gekregen, letterlijk en figuurlijk. Voor de biënnale die LUCA School of Arts samen met de Commissie Actuele Kunst van de KU Leuven organiseert, creëerden kunstenaars Thomas Renwart, Juliane Schreiber en Charlotte Stuby de installatie Yours truly, Mary. Ze is te bezichtigen op de expo (Let Yourself) Fall. “Maria lijkt van haar berg af te willen dalen om de stad in te trekken, terwijl bezoekers de omgekeerde beweging maken”, zegt curator Ief Spincemaille. “Iedereen geeft het vertrouwde op en dat is ook de rode draad in onze tentoonstelling.” De LUCA Biënnale loopt van 30 november tot 11 december in Abdij Keizersberg. Van 20 december tot 27 januari zijn de werken te zien in de Universiteitsbibliotheek.
www.luca-arts.be/fall
KORT NIEUWS
Nieuw type turbulentie ontdekt rond de zon In de buitenste atmosfeer van de zon is een vorm van turbulentie gevonden die tot nu toe onmogelijk leek: ze ontstaat namelijk niet door botsende golven uit verschillende richtingen, maar door éénrichtingsgolven. Met de ontdekking van die ‘uniturbulentie’ zetten een paar Leuvense wiskundigen hun namen in de fysicahandboeken van de toekomst. Ilse Frederickx
zon, bestaan uit plasma. Buddies
Onderzoekers van de Afdeling Plasma-Astrofysica bestuderen onder meer de corona van de zon: de buitenste atmosfeer, die we bij een zonsverduistering als een lichtkrans waarnemen. “Onze metingen stellen daar turbulentie vast in het plasma, en de vraag is hoe die ontstaat”, zegt professor Tom Van Doorsselaere. “Er is een oude theorie die uitgaat van botsende golven, zoals bij een vliegtuig. Maar die klopt niet in alle omstandigheden.” Door een toevalstreffer kwamen de
onderzoekers tot een nieuwe kijk op de zaak. Doctoraatsstudent Norbert Magyar bestudeert de magnetische velden in de corona van de zon en was eigenlijk niet op zoek naar turbulentie. Maar via zijn berekeningen en simulaties kwam hij turbulentie op het spoor die ontstaat door golven die zich in dezelfde richting voortbewegen, en dus niet door botsende golven. “De golven zijn hier buddies, geen vijanden”, zegt hij. “Omdat het om éénrichtingsgolven gaat, hebben we dit fenomeen uniturbulentie gedoopt.” “Als we deze resultaten met verder onderzoek kunnen bevestigen, is dat
een grote stap in het denken over turbulentie: het fenomeen kan veel makkelijker ontstaan dan we tot nu toe dachten”, zegt professor Van Doorsselaere. Spannende tijden in de fysica dus, al zal een gewone sterveling er niet direct iets van merken. Hoewel. In de corona van de zon ontstaan zonnewinden en zonnestormen, die het ruimteweer bepalen. De corona heeft daarmee een grote invloed op onze satellieten. Als je gps het niet meer doet, dan zit het turbulente plasma er misschien voor iets tussen ... Meer op nieuws.kuleuven.be/turbulentie
Op deze reeks gesimuleerde beelden zien we de golven die aan het oppervlak van de zon vertrekken en in eerste instantie als rechte cilinders door de corona van de zon gaan. Op de eerste foto – in dwarsdoorsnede – geeft dat lichtpuntjes. In de volgende stadia buigen de cilinders en ontstaat er uniturbulentie. Bij deze vorm van turbulentie botsen de golven dus niet.
© Norbert Magyar
Turbulentie doet ons vooral denken aan onprettige ervaringen tijdens een vliegreis: een vliegtuig kan aan het schokken gaan als luchtgolven van
boven en onder de vleugel botsen en wervelende luchtstromen doen ontstaan. Maar turbulentie is alomtegenwoordig. Je ziet het fenomeen ook in water dat woest uit de kraan spuit of in aardolie die door pijplijnen kolkt. De meeste vloeistoffen en gassen kunnen turbulent stromen. En dan vergeten we nog een categorie: plasma. Naast vaste stof, vloeibare stof en gas is dat de vierde aggregatietoestand. Plasma is elektrisch geladen, zeer heet gas. Denk dus niet aan het plasma in ons bloed, maar aan een tl-lamp of een bliksemschicht. Ook de sterren, zoals onze
StudY Work Meet Relax And...
Enjoy our christmaS Specials JOLLY GINGERBREAD LATTE & SPICED PUMPKIN BAR
NAAMSESTRAAT 22 3000 LEUVEN
NIEUWS 05
CAMPUSKRANT | 22 NOVEMBER 2017
FACULTEIT ARCHITECTUUR ZET VOET AAN DE GROND IN NEW YORK
“ Deze stad prikkelt je verbeelding” De Faculteit Architectuur en de Groep Wetenschap & Technologie hebben een hub in New York geopend. Studenten, docenten, onderzoekers en alumni krijgen zo de kans om naar de stad te trekken voor een stage, masterproef of onderzoeksproject. “Voor een architect is New York een unieke plaats om te werken: er is een grootsheid en een complexiteit die we in Vlaanderen niet kennen.” Sarah Somers
“W
e hebben al uren rondgewandeld om de omgeving te leren kennen”, zegt professor Kris Scheerlinck. Samen met vijftien studenten is hij in New York om hun masterproef op te starten binnen het onderzoeksproject Streetscape Territories. De studenten kregen de opdracht om een gebouw en publieke ruimte te ontwerpen in het Red Hook District. “Dat is een vervallen dokwerkerswijk in Brooklyn waar veel gebouwen leeg staan. De buurt ligt vlak aan het water en er zijn veel overstromingen. Tegelijkertijd is er een opwaardering aan de gang, zoals bij vele oude havenbuurten. Het is aan de studenten om een ontwerp te maken
dat rekening houdt met al die factoren.” “Deze week zijn we vooral hier om een goed zicht te krijgen op de buurt en op wat er leeft bij de bewoners”, zegt architectuurstudent Alexandre Halabi. “Je kan zo’n wijk ook op Google Maps bekijken, maar dat is toch niet hetzelfde. We zien hier alles met onze eigen ogen en kunnen vragen stellen aan de mensen die hier wonen. Zo krijg je een completer beeld, waarmee je vervolgens aan de slag kunt gaan.” Drempel verlagen
De studenten hebben dit buitenkansje te danken aan de nieuwe New York Hub die de
Faculteit Architectuur en de Groep W&T hebben opgericht in samenwerking met het Flanders House New York, Belcham New York en een aantal lokale partners. “Dit platform geeft studenten, alumni, docenten en onderzoekers de kans een project op te zetten in New York. Dat kan een stage of een onderzoeksproject zijn, maar evengoed een research seminar of een workshop”, zegt professor Kris Scheerlinck. “Het is niet gemakkelijk om een onderzoeksproject op te zetten met Amerikaanse universiteiten omdat er zoveel bij komt kijken. Wij willen de drempel verlagen en onze studenten en onderzoekers aanmoedigen om op uitwisseling te gaan”, zegt professor Scheerlinck. De partners helpen met de praktische kant: een visum aanvragen, accommodatie regelen, werkruimtes aanbieden ... De faculteit zorgt voor de nodige contacten met Amerikaanse universiteiten en organisaties. Betere architect
“New York is altijd een labo voor creativiteit geweest. Voor een architect is het een unieke plaats om te werken. De context is hier anders: er is een grootsheid en een complexiteit die we in Vlaanderen niet kennen. Ook de aanpak van de Amerikanen is anders, daar kunnen wij veel van leren. En zij ook van ons
natuurlijk”, gaat professor Scheerlinck verder. “Het is fantastisch om hier te zijn. De stad triggert mijn verbeelding en geeft me inspiratie”, zegt Alexandre. “Voor het eerst krijg ik de vrijheid om van nul te beginnen en mijn project helemaal zelf op te bouwen. Deze ervaring maakt van mij een betere architect.” Hij is er nog niet helemaal uit welk gebouw hij zal ontwerpen in het Red Hook District. Hij wil werken rond betaalbaar wonen en zal deze week een pand in de wijk kiezen. In de Paasvakantie komt hij voor een tweede keer naar New York om zijn masterproef af te werken. De ontwerpen van de studenten worden achteraf gedeeld met lokale organisaties, ontwikkelaars en universiteiten, die er verder mee aan de slag gaan. Naast de vijftien masterstudenten zijn er dankzij de New York Hub ook vier alumni die in New York of San Francisco hun architectenstage doen. Er werden ook al drie onderzoeksprojecten goedgekeurd, en één doctoraatsstudent is al in New York voor haar onderzoek op een site in de stad. Na dit academiejaar zal de universiteit bekijken hoe dit pilootproject kan uitgebreid worden naar andere faculteiten en departementen. arch.kuleuven.be/internationaal/ the-new-york-hub
© ingezonden
Student Alexandre Halabi (uiterst links, met vlak naast hem Kris Scheerlinck): “Je kan zo’n wijk natuurlijk ook op Google Maps bekijken, maar dat is toch niet hetzelfde. We zien hier alles met onze eigen ogen en kunnen vragen stellen aan de mensen die hier wonen.”
06
MAATSCHAPPIJ
2017 2016
CAMPUSKRANT | 22 NOVEMBER 2017
2016
2016
2016
EUROPEES COMMISSARIS VOOR MEDEDINGING MARGRETHE VESTAGER
“ Ik wijs niemand met de vinger” Apple, Google, Facebook … Margrethe Vestager deinst er niet voor terug om de machtigste bedrijven ter wereld op het matje te roepen als ze de Europese regels niet respecteren. Strijd voeren is niet de juiste uitdrukking, vindt ze zelf: “De pers schildert het graag zo af, maar het is niet zo dat ik wrok koester tegenover lidstaten die ongeoorloofde staatssteun verlenen of bedrijven die hun machtspositie misbruiken.” TEKST: Ine Van Houdenhove | FOTO: Bas Bogaerts
B
russel, Europese wijk, Berlaymontgebouw, tiende verdieping. Terwijl we wachten tot de assistente ons komt halen voor het interview met de eurocommissaris, staat Margrethe Vestager plots zelf in de wachtkamer: rijzige gestalte, kortgeknipt grijzend haar en een jurk in de kleur van haar steeds oplettende ogen. “I love your outfit”, zegt ze, en eventjes zijn we te starstruck om het compliment te retourneren. Met de kleurige Arne Jacobsenstoelen rond de grote vergadertafel, een zelfgebreide olifant, en tientallen lijstjes met familiefoto’s, ademt Vestagers ruime en lichte kantoor tegelijkertijd gezag en toegankelijkheid uit. Zoals de Deense eurocommissaris zelf, op haar negenenveertigste één van de machtigste vrouwen in Europa. Sinds ze drie jaar geleden in
de Commissie Juncker verantwoordelijk werd voor het domein mededinging heeft ze spijkers met koppen geslagen: ze maakte een einde aan de fiscale gunsten die Fiat, Starbucks en Apple genoten, stelde aan de kaak hoe het Russische staatsbedrijf Gazprom de gasprijzen in Oost-Europa opdreef, en onderzocht hoe Google zijn dominante besturingssysteem misbruikt. Recent nog legde ze Facebook een boete van 110 miljoen euro op wegens misleidende informatie bij de overname van WhatsApp. Het leverde haar wereldwijd tegenkanting maar ook grote bewondering op. Op 23 november neemt ze het eredoctoraat van de KU Leuven in ontvangst – haar eerste: “Het is mooi dat een instelling met een dergelijke eerbiedwaardige geschiedenis en renommee op zo’n heel persoon-
lijke manier met de maatschappij in contact treedt”, vindt ze.
Luister naar de econoom
Eind jaren tachtig, begin jaren negentig was Margrethe Vestager zelf een geëngageerd studente economie aan de universiteit van Kopenhagen. “Ik was altijd al geïnteresseerd in ruimere maatschappelijke problemen, en in de master kruidde ik mijn studie met vakken zoals sociologie en economische geschiedenis, om een breder perspectief te krijgen. We werden toen ook ingeschakeld als onderwijsassistent voor jongere studenten. Bijzonder nuttig. De helft van de zitjes in de bestuursorganen die te maken hadden met onderwijs waren destijds voor studenten. Op die manier was ik betrokken bij de ontwikkeling van een nieuw vak: hoe communiceer je over economische inzichten naar een breder publiek? Iets wat ik nog steeds heel belangrijk vind.” Had u toen al een politieke carriè-
Niet lang na uw afstuderen ging u dan toch de politiek in. U voerde ooit campagne onder de slogan
Hier in Brussel heb ik gemerkt dat er wel degelijk zoiets bestaat als ‘typisch Scandinavisch’. Bijvoorbeeld: je respecteert mensen om hun kwaliteiten, niet vanwege hun status.
re voor ogen?
Vestager: “Helemaal niet. Tijdens mijn opvoeding kreeg ik wel mee dat engagement opnemen datgene is wat je leven betekenis geeft. (Zowel haar vader als haar moeder waren Luthers dominee, en politiek actief – red.) Het is belangrijk om een impact te hebben op je omgeving en bij te dragen aan een kader waarin iedereen zich kan ontplooien.”
Listen to the economists. That’s what we do. Hebt u in uw huidige functie nog veel baat bij uw academische achtergrond?
Vestager: “Ik denk niet dat een economische opleiding essentieel is voor deze job. Maar het helpt natuurlijk wel dat ik een grondige kennis heb van de fundamenten van wat wij hier doen, en dat ik de on-
KU Leuven-collectie University Shop Naamsestraat 22 3000 Leuven
www.kuleuven.be/shop
MAATSCHAPPIJ
CAMPUSKRANT | 22 NOVEMBER 2017
07
Wie is Margrethe Vestager? °1968 in Glostrup, Denemarken _ Studeerde economie aan de Universiteit van Kopenhagen. _ Was minister van Onderwijs en Kerkelijke Zaken (1998-2000) en minister van Onderwijs (2000-2001). _ Zetelde in het parlement van 2001 tot 2011, vanaf 2007 als fractievoorzitter.
derliggende mechanismen begrijp van concurrentie en toegang tot de markt.”
_ Was van 2007 tot 2014 partijleider van Radikale Venstre, de Deense sociaalliberale partij.
Mededinging was eind jaren vijftig één van de eerste domeinen
_ Was van 2011 tot haar aantreden als eurocommissaris Minister van Economische en Binnenlandse Zaken en vicepremier.
die binnen de – toen nog – Europese Economische Gemeenschap werden geregeld. En nog steeds is de eurocommissaris voor mededinging één van de weinige met reële beslissingsmacht.
_ Sinds 2014 Europees commissaris voor Mededinging in de Commissie-Juncker.
Waarom is het zo belangrijk om concurrentie binnen Europa in goede banen te leiden?
Vestager: “De founding fathers van de Europese Unie zagen het heel helder: om de eengemaakte Europese economie tot een succes te maken, moet iedereen een eerlijke kans op succes krijgen. Dus moeten we optreden tegen alle pogingen om de vrije markt te verstoren. Zodat bedrijven kunnen blijven concurreren op basis van de kwaliteit van hun producten of diensten. Daar heeft iedereen baat bij. Niet alleen de consument – concurrentie leidt tot betere prijzen en meer keuze – maar uiteindelijk de hele Europese economie.” “Daarom leggen we bijvoorbeeld boetes op aan bedrijven die kartels aangaan en prijsafspraken maken. Fusies houden we nauwlettend in de gaten, zodat niemand a nice little monopoly kan verwerven. En ten slotte zien we erop toe dat lidstaten geen oneerlijke staatsteun verlenen aan bedrijven – of het nu gaat om goedkope grond of belastingvoordelen. Dat is namelijk niet eerlijk tegenover al die bedrijven die zulke voordelen niét krijgen, en tegenover de belastingbetaler, die uiteindelijk opdraait voor de rekening.”
_ Getrouwd met Thomas Jensen en moeder van drie dochters.
© ID | Bas Bogaerts
mistoestanden bloot te leggen. Om de burgers te dienen, zodat die voelen dat de markt voor hen werkt.” Als het fout gaat, pakt u de schuldigen onverbiddelijk aan … Neemt u het bedrijven of lidstaten kwalijk als ze de Europese regels met voeten treden?
Vestager: “Ik denk niet in zulke termen. De media schilderen het vaak af alsof ik een strijd voer. Maar dat klopt niet. Ik koester geen wrok tegen bedrijven of lidstaten die bepaalde beslissingen hebben genomen. Ik zie dat als verkeerd gedrag van die lidstaten of bedrijven, gedrag uit het verleden. Uiteraard willen we wel dat ze hun gedrag aanpassen …”
Nooit nee
U verplichtte Ierland om 13 mil-
Gaan bedrijven of lidstaten vaak
jard aan belastingen na te
in de fout?
vorderen van Apple, u dwong het
Vestager: “Onze markten functioneren goed, de meeste bedrijven doen hun best om de Europese wetgeving toe te passen. Wat je nog niet ontdekt hebt, daar heb je natuurlijk geen weet van … Maar mijn team (negenhonderd man sterk – red.) zet zich ten volle in om
door het Kremlin gecontroleerde Gazprom zich aan de EU-regels te houden, u verhinderde een fusie tussen de London Stock Exchange en de Deutsche Börse … Hoeveel moed is daar voor nodig?
Vestager: “Je moet natuurlijk de bereid-
heid hebben om dergelijke gevallen aan te pakken. Maar vervolgens komt het er op neer om een sterke zaak op te bouwen. Zelfs als je zeker van je stuk bent moet je de zaak altijd ook bekijken vanuit het perspectief van de lidstaat of het bedrijf in kwestie, je moet zorgen dat zij ook gehoord worden. Grondig te werk gaan is een must. It takes a lot of people to build a good case.” En welke kwaliteiten hebben uzelf tot hier in Brussel gebracht?
Vestager: “Moeilijke vraag (lacht). Ik zeg eigenlijk nergens ‘nee’ tegen. Ik vraag mezelf af: ‘Wat is het ergste dat er zou kunnen gebeuren?’ Meestal valt dat wel mee. Toen ik vierentwintig was, overwoog ik om me kandidaat te stellen voor een leidinggevende positie binnen mijn partij (Radikale Venstre, de Deense sociaalliberale partij, mede opgericht door haar betovergrootvader – red.) Omdat ik nog zo jong was, was het risico groot dat ik niet zou worden verkozen. Maar ik dacht: het ergste wat me kan overkomen is dat mijn ijdelheid wordt gekrenkt. En daar zal ik uiteinde-
Europa heeft zoveel te bieden. Nergens in de geschiedenis of in de wereld vandaag vind je een betere plek om te wonen, zeker voor vrouwen.
lijk wel overheen raken (lacht) (Ze werd wel degelijk verkozen – red.) Waarom zou je het niet proberen? Dat is sindsdien steeds mijn houding geweest. And I usually ask my brain, my heart and my stomach if they agree (lacht).” Is dat typisch Scandinavisch? Als er al zoiets bestaat?
Vestager: “Hier in Brussel heb ik gemerkt dat er wel degelijk zoiets bestaat als ‘typisch Scandinavisch’. Scandinavische organisaties zijn bijvoorbeeld heel erg merit based: je respecteert mensen om hun kwaliteiten, niet vanwege hun status. Uiteraard hebben de CEO en de bandwerker een andere rol. Maar het is niet nodig om dat te benadrukken met een strikte hiërarchie. Ik herinner me een sollicitant die me vroeg of het hier ook zo was dat enkel het hoofd van het kabinet met de commissaris mag spreken. Natuurlijk niet! Als je goede beslissingen wil kunnen nemen, moet je horen wat mensen met kennis van zaken te zeggen hebben. Waarom zou je één persoon daar het monopolie op geven?” lees verder op P.08
08
ONDERZOEK
CAMPUSKRANT | 22 NOVEMBER 2017
infrastructuur. Onze regeringen zijn niet corrupt en werken respectvol samen met burgers en bedrijven, onze arbeidskrachten zijn competent en goed opgeleid. Als we daar evenveel oog voor hebben als voor onze problemen, kunnen we de kracht vinden om die problemen ook werkelijk aan te pakken.”
PLANTKUNDIGE ALEXANDER VRIJDAGHS, HOFLEVERANCIER VAN PRACHTPLAATJES
© ID | Bas Bogaerts
Een pessimistische opstelling houdt dus mogelijk zelfs een gevaar in?
vervolg van P.07 “Ik geniet trouwens bijzonder van deze diverse werkomgeving. Ook al is het niet altijd eenvoudig. In een omgeving waar je je moedertaal spreekt, hoef je bij wijze van spreken je zinnen niet af te maken. Maar als je werkt met mensen met een compleet verschillende achtergrond, en dus een heel ander referentiekader, moet je veel zorgvuldiger en explicieter communiceren.”
Een beetje Birgitte Klopt het dat u zich laat inspireren door een leuze die één van de muren siert van het Deense parlement?
Vestager: “Lev i dit værk mens det øves – wat zoveel betekent als: ‘Leef je leven terwijl je je doelen najaagt’. Het is voor mij een uitdaging om niet voortdurend te plannen waar we over twee, drie, zes maanden willen zijn. You don’t get there if you are not here right now.”
Het is goed dat een reeks als Borgen gemaakt wordt. Als we het moeten hebben van het beeld dat House of Cards ophangt, zou niemand ooit nog de politiek in willen gaan.
Vestager: “Dat is zo! En het is alsof mensen zich niet realiseren dat, langzaam maar zeker, de dingen ten goede aan het keren zijn in Europa. Er zijn de laatste paar jaar vijf miljoen jobs bijgekomen. We zitten middenin een transformatie naar een koolstof arme economie, gebaseerd op hernieuwbare energiebronnen, met alle voordelen van dien voor het milieu en misschien zelfs met lagere prijzen in de toekomst. Het is een future proof proces, met zoveel potentieel, het is exact wat we nodig hebben.” “En het gebeurt op een manier die de burgers stimuleert om deel te nemen: in een kringloopeconomie heeft ieder van ons een rol te spelen – wat uiteraard de very point is van een maatschappij. Als mensen het gevoel hebben dat ze uit de boot vallen, alsof de maatschappij een bedrijf is dat hen ontslagen heeft, is het niet verwonderlijk dat ze gefrustreerd raken, en boos. Dat is waarom we moeten blijven benadrukken wat vandaag veel beter gaat dan vijf of tien jaar geleden.” Een Deense politica met een gezin,
Vestager: “Optimism is a moral duty. Pessimisten krijgen immers nooit iets gedaan – waarom zouden ze ook? Een beetje pragmatisme is natuurlijk ook wel nodig. Maar, afgezien van al onze uitdagingen en problemen: Europa is geweldig! Nergens in de geschiedenis of in de wereld vandaag vind je een betere plek om te wonen, zeker voor vrouwen. Europa heeft zoveel te bieden: R&D en innovatie van wereldniveau, een geweldige markt, met vijfhonderd miljoen potentiële klanten, een uitstekende
TEKST: Ilse Frederickx | FOTO: Rob Stevens
docent … Klopt het dat het hoofdpersonage uit de tv-serie Borgen op u is gebaseerd?
Vestager: “Tot op zekere hoogte herken ik inderdaad trekken van mezelf in Birgitte Nyborg. Maar belangrijker en interessanter vind ik dat het Deense politieke systeem zo accuraat wordt neergezet in de serie – de saaiste dingen hebben ze er natuurlijk uit gelaten (lacht). De sfeer, een heleboel concrete kwesties … Soms zeiden we tegen elkaar: Hoe kunnen ze dat weten? Het is trouwens goed dat een dergelijke reeks gemaakt wordt – als we het moeten hebben van het beeld dat House of Cards ophangt, zou niemand ooit nog de politiek in willen gaan. En we hebben mensen nodig, in het bijzonder vrouwen. Mannen vinden die zich willen engageren, of het nu in de politiek is of in het bedrijfsleven, is niet zo moeilijk.”
rolmodel?
Europa naartoe gaat?
Bioloog Alexander Vrijdaghs bestudeert de bloemen van cypergrassen, orchideeën en planten uit de koffiefamilie. Het levert behalve nieuwe inzichten ook fascinerende beelden op. En dat bleef niet onopgemerkt: inmiddels is hij ook wetenschapsfotograaf voor collega’s uit allerlei geledingen van de universiteit.
en een echtgenoot die werkt als
Ziet u zichzelf daarbij als een
En bent u optimistisch over waar
Meester van de microscoop
Vestager: “Ik hoop dat elke vrouw die een verantwoordelijkheid opneemt en haar talenten uitdaagt een rolmodel kan zijn. Vanwege wat ze realiseert, niet omdat ze een perfect leven leidt. Perfectie mag nooit je doel zijn. A full life should be your goal.”
Margrethe Vestager kon niet aanwezig zijn bij de uitreiking van de eredoctoraten tijdens de viering van het Patroonsfeest, op 15 februari. Ze komt op 23 november naar Leuven om het eredoctoraat feestelijk in ontvangst te nemen. Promotor van het eredoctoraat is professor Koen Debackere.
W
ie in Leuven mooie wetenschappelijke foto’s zoekt – om pakweg een krant mee te verluchten – wordt vaak doorverwezen naar de man achter een speciale microscoop bij het Departement Biologie. Als plantkundige is Alexander Vrijdaghs gespecialiseerd in de ontwikkeling van bloemen: geen uit de kluiten gewassen exemplaren, maar bloempjes op microschaal, die intrigerende plaatjes opleveren. Voor zijn doctoraat legde hij zich toe op de studie van de cypergrassen, waartoe onder meer zeggen en biezen behoren, maar ook tropische familieleden als papyrus. “Geef nooit een bos cyperbloemen aan je lief, want dan is het uit”, lacht Vrijdaghs. “Mooi kan je de planten niet
noemen, het zijn sprietjes, die meestal in een waterachtige omgeving groeien. Ze brengen wel bloemen voort, maar die zijn onooglijk klein: vaak slechts een paar millimeter.” Piepkleine pracht
Er bestaan nog vele missing links in de kennis van de evolutie, bij planten nog veel meer dan bij dieren, vervolgt Vrijdaghs. “Door DNA te vergelijken reconstrueren we stambomen van soorten. Maar we kunnen niet terug in de tijd om na te gaan of onze hypotheses juist zijn. We moeten ons behelpen met wat er nu bestaat aan biodiversiteit. Als twee soorten volgens de stamboom een gemeenschappelijke voorouder hebben, dan moeten we dat kunnen terugvinden in de vorm van de planten en
ONDERZOEK 09
CAMPUSKRANT | 22 NOVEMBER 2017
Een stukje bloem van Iresine latifolia, een taai plantje dat in het brakke water langs de woestijnkusten van Mexico groeit. Het behoort – net als onder meer zeekraal, biet, spinazie en quinoa – tot de Amaranthaceae, een familie van kruidachtige planten en struiken. De stamper werd hier verwijderd.
FOTO'S: Alexander Vrijdaghs
vooral in de ontwikkeling van de bloemen. Die zijn evolutionair gezien een goed bewaarde structuur, weliswaar met variaties. Het zijn net die verschillen die we gebruiken om na te gaan of onze stambomen kloppen.” Dat onderzoek naar bloemontwikkeling gebeurde vroeger met het blote oog, later met de klassieke microscoop. De moderne technologie opent nieuwe pistes. “Sinds 2004 hebben wij een rasterelektronenmicroscoop – ook wel SEM (Scanning Electron Microscope) – in huis. Oorspronkelijk was zo’n microscoop vooral ontwikkeld om oppervlaktes van vaste stoffen te onderzoeken, bijvoorbeeld om metaalmoeheid op te sporen. Maar ondertussen gebruiken we de SEM ook in de plantkunde, om microscopisch kleine onderdelen te onderzoeken, zoals pollen en bloemdelen.” Een klassieke microscoop werkt met licht, de SEM met een onzichtbare bundel elektronen die wordt afgeschoten op het oppervlak van een staaltje. Bijvoorbeeld: een bloempje in een heel vroeg ontwikkelingsstadium, bedekt met een flinterdun laagje goud. Dankzij de ‘weerkaatste’ elektronen krijg je beelden met een veel hogere resolutie dan wanneer je gewoon licht zou gebruiken: je kan probleemloos 10.000 tot 20.000 maal vergroten, tegenover 1.000 maal met een lichtmicroscoop. “Dat maakt dat wij vandaag de piepkleine allereerste ontwikkelingsstadia van bloemen kunnen bestuderen”, zegt Vrijdaghs.
Koekjes en penissen
Met de jaren breidde hij zijn onderzoeksdomein uit van cypergrassen naar onder meer orchideeën en planten uit de koffiefamilie. Ook die figureren
Alexander Vrijdaghs:
Ik heb al foto’s van koekjes en wafels gemaakt voor bio-ingenieurs die de korrelstructuur van het zetmeel wilden bestuderen.
allemaal in zijn uitgebreide collectie foto’s. Maar de bioloog zag nog heel wat meer passeren op het scherm van de rasterelektronenmicroscoop. Omdat dit toestel er één van de weinige in Leuven is, zakken collega’s van verschillend pluimage af naar het Instituut voor Plantkunde & Microbiologie in
Heverlee voor gedetailleerde foto’s van hun onderzoekstopic. “Ik maakte al vaak foto’s van koekjes en wafels voor bio-ingenieurs die de korrelstructuur van het zetmeel wilden bestuderen. En van appels, om de invloed van allerlei sproeistoffen op de schil te zien. De geologen komen langs met hun microscopisch kleine fossielen. En natuurlijk zie ik ook collega-biologen. Insectenkundige Johan Billen komt hier voor foto’s van zijn mieren en wespen. Bij de collega’s van aquatische ecologie gaat het meestal om eitjes van waterdiertjes. Ik herinner me een onderzoek over mannelijke waterdiertjes met twee penissen – hoe het bij de vrouwtjes zit, ben ik nooit te weten gekomen”, lacht Vrijdaghs. Hij hoopt nog vele mooie foto’s te kunnen maken, al blijkt dat niet eenvoudig. “We hebben onze rasterelektronenmicroscoop jaren geleden verkregen met steun van het FWO (Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen), weliswaar zonder onderhoudscontract. Elk jaar krijgen we het moeilijker om de centen voor dat onderhoud bijeen te krijgen. Het is een teken aan de wand: fundamenteel onderzoek raakt steeds meer in het verdomhoekje. Mijn onderzoek naar bloemen heeft geen direct economisch nut, maar in een wereld waarin bijna dagelijks soorten uitsterven, zal dit type onderzoek op lange termijn wel iets opbrengen. Daar ben ik van overtuigd.”
Een stukje middenpoot met borstelhaartjes van Frieseomelitta varia, een Braziliaanse bijensoort.
Dit fossiel lag 53 miljoen jaar lang opgesloten in een kleilaag in Kazachstan. Het is een foraminifeer: een eencellig organisme dat een schaaltje aanmaakt met kalk uit zeewater.
Een zeer jong éénbloemig aartje van Uncinia rubra, een siergras met rode bladeren dat tot de familie van de cypergrassen behoort.
10
MAATSCHAPPIJ
CAMPUSKRANT | 22 NOVEMBER 2017
KORT NIEUWS
Elke darmbacterie telt Voor onze gezondheid is niet alleen van tel wélke bacteriën er in onze darmen leven, maar ook in welk aantal ze dat doen. Dat blijkt uit onderzoek van professor Jeroen Raes (VIB-KU Leuven) en zijn team, die een techniek ontwikkelden om het aantal bacteriën in een stoelgangstaal snel en accuraat te bepalen. In 2012 lanceerden Jeroen Raes en zijn team het Vlaams Darmflora Project. Een vijfduizendtal Vlamingen leverden een stoelgangstaal in. De analyse van deze stalen liet de onderzoekers toe één van de grootste darmfloradatabanken ter wereld aan te leggen. Ook bij deze nieuwe resultaten speelde de databank een grote rol. “Voor het eerst zijn we nu ook in staat het aantal bacteriën te tellen dat we terugvinden in stoelgangstalen”, zegt Jeroen Raes. “Dat betekent een wereld van verschil. Met eerder onderzoek was het enkel mogelijk te spreken over percentages. De eerste resultaten die we verkregen met deze nieuwe techniek zijn alvast spectaculair. Zo stelden we vast dat mensen die lijden aan de ziekte van Crohn tot vijftig maal
minder bacteriën in hun stoelgang hebben dan gezonde vrijwilligers.” “Dankzij het Vlaams Darmflora Project kregen we inzicht in de natuurlijke, gezonde variatie van darmflora. Door gebruik te maken van dat inzicht lijken we nu een nieuw darmfloratype op het spoor te zijn: het telt zeer weinig bacteriën, en bovendien lijken enkele soorten die vaak met een gezonde darmflora gelinkt worden minder talrijk te zijn. We zien dat dit type veel voorkomt bij Crohn-patiënten, maar ook bij een deel van de gezonde vrijwilligers. Het komt er nu op aan te bepalen of het de ontwikkeling van ziektes in de hand werkt. En indien dat het geval is: wat we daartegen kunnen doen.” Voor de ontwikkeling van de nieuwe analysetechniek kreeg dr. Gwen Falony een CREA-beurs van de KU Leuven, bedoeld om beginnende onderzoekers te stimuleren die werken aan baanbrekende onderzoekslijnen. “De volgende stap is het in kaart brengen van de variatie in soorten en aantallen darmbacteriën gedurende een langere tijd”, zegt professor Raes. “Hiervoor lanceren we het project ‘150 Dagen Darmflora’. Ook nu zijn we weer naarstig op zoek naar vrijwilligers.” (Bron: VIB)
www.vlaamsdarmfloraproject.be
Verkrijgbaar bij Universitaire Pers Leuven
SPELEOLOGIECLUB SPEKUL BESTAAT VIJFTIG JAAR
“ We zijn avontuurlijk, maar nooit roekeloos” Wist u dat er een ondergrondse beweging actief is aan de KU Leuven? Niet om op slinkse wijze het universiteitsbewind te ondermijnen, wél om grotten in binnen- en buitenland te verkennen. Professor Roland Renson stond aan de wieg van Spekul, de Leuvense caving club die dit jaar haar gouden jubileum viert. Voorzitter Bram Rooseleer gidst de nieuwe generatie speleologen. “Eenmaal je bent gebeten door speleo is er geen weg terug.” TEKST: Pieter-Jan Borgelioen FOTO: Rob Stevens
Toegankelijke inleiding in de historische praktijk € 17,50 | ISBN 978 94 6270 126 7 paperback | 114 p.
Unieke blik op de kruistochten naar het Midden-Oosten € 25,00 | ISBN 978 94 6270 117 5 paperback | 204 p.
www.upl.be - info@upl.be +32 (0)16 32 53 45
COLOFON
Campuskrant, maandelijks tijdschrift van de KU Leuven voor alumni, personeel en studenten. Een realisatie van de Nieuwsdienst Hoofdredactie Sigrid Somers, Reiner Van Hove | Redactie Pieter-Jan Borgelioen, Ilse Frederickx, Ludo Meyvis, Rob Stevens, Ine Van Houdenhove, Wouter Verbeylen | Medewerkers Katrien Bollen, Tine Danschutter, Julia Nienaber, Sarah Somers, Anke Vander Elst, Bregt Van Hoeyveld, Inge Verbruggen | Freelancers Barbara De Munnynck | Redactieadres Naamsestraat 22, bus 5002, 3000 Leuven, T 016 32 40 13, nieuws@kuleuven.be | Adreswijzigingen Alumni Lovanienses, Naamsestraat 22, bus 5601, 3000 Leuven, info@alum.kuleuven.be | Grafisch ontwerp Jansen & Janssen, Gent | Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen | Fotografie Rob Stevens, Filip Van Loock | Cartoons Joris Snaet | Illustraties Gudrun Makelberge | Reclameregie Inge Verbruggen, T 016 32 40 15, inge.verbruggen@kuleuven.be | Oplage 26.500 ex. | Drukwerk Eco Print Center, Lokeren. Campuskrant wordt gedrukt met milieuvriendelijke waterloze druktechnologie. | Verantwoordelijke uitgever Bruno Lambrecht, Naamsestraat 22, bus 5000, 3000 Leuven Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming. Het volgende nummer van Campuskrant verschijnt op 19 december 2017.
L
ang voordat emeritus professor kinesiologie Roland Renson (74) de universitaire speleologieclub Spekul oprichtte, was hij al verzot op verkenningstochten in grotten. Zijn liefde voor de sport ontdekte hij begin jaren zestig, toen hij als student lichamelijke opvoeding en lid van de Vlaamse Hoogstudenten Scoutskring (VHSK) deelnam aan een initiatie speleologie. “In die tijd organiseerden scoutsstudenten geregeld uitstappen naar grotten in Wallonië”, zegt Renson. “Tijdens mijn vuurdoop maakte onze gids gebruik van een primitief plannetje waarop het parcours stond aangeduid. Na de afdaling in de grot stelde zich meteen een probleem: die man kon dat plannetje niet lezen (lacht). Om heelhuids weer boven te geraken, moest ik als beginneling mee op zoek naar de verschillende gangen en zalen. Compleet onverantwoord, maar ik had de smaak meteen te pakken.” Al snel zat Renson voortdurend in de grotten, ter ontspanning of om zelf initiaties te geven. “Ik was gebeten door het
avontuur”, zegt hij. “Bij zo’n grottocht komt heel wat kijken: je moet afdalen in donkere dieptes, maar soms ook door ondergrondse rivieren waden of je weg zoeken in een ingewikkeld gangenstelsel. Het is bovendien een fysieke uitdaging, die ook de nodige technische skills vergt. Echt mijn ding, en ik wilde mijn liefde voor speleo delen met anderen.” Leuven Vlaams
Omdat steeds meer studenten interesse kregen voor de wereld van stalactieten en stalagmieten, ontstond in 1967 het idee om een nieuwe club op te richten aan de universiteit. Renson, inmiddels assistent aan het Instituut voor Lichamelijke Opleiding – de voorloper van de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen – wilde zich aanvankelijk aansluiten bij de officiële speleogieclub van de universiteit: de Spéléo Club de l’Université Catholique de Louvain (SCUCL). Maar dat zagen de Franstalige collega’s niet zitten … “Toen we bij hen aanklopten, vingen we meteen bot”, zegt Renson. “‘On
MAATSCHAPPIJ
CAMPUSKRANT | 22 NOVEMBER 2017
11
© David De Roest
“Soms blijf je vijf dagen lang onder de grond en moet je zelfs in zo’n grot overnachten. Maar je komt op plekken waar nooit eerder iemand is geweest.”
a déjà assez de membres’, klonk het. We hadden dus nood aan een Vlaamse club. Niet evident, want de universiteit was nog volledig ‘unitair’ en Leuven Vlaams kwam er pas een goed jaar later. De sportverantwoordelijke van de universiteit aan wie we raad vroegen, reageerde bezorgd: ‘Je weet toch wel goed wat je doet?’ Het leek bijna een politieke daad!” Renson en zijn collega’s wisten de nodige steun te krijgen en er volgde een eerste initiatie speleologie in de Trou Manto, een grot in het Waalse BenAhin. “De universiteit stelde ons een busje ter beschikking, maar voor het materiaal moesten we zelf zorgen”, zegt Renson. “We konden het lenen van apothekerszoon Tony Delarue, die aan speleo deed en alles vervoerde met zijn R4’tje – zo’n typisch hippie-autoo tje (lacht). De belangstelling was groot: al snel hadden we een veertigtal leden, toen nog voornamelijk studenten exacte wetenschappen en geologen.” Die pioniersjaren leverden Renson tal van onvergetelijke ervaringen op. “We hebben zowat alle grotten in Wallonië verkend”, zegt hij. “Op een bepaald moment zijn we zelfs gaan duiken, op zoek naar de ondergrondse Lesse. Ongelukken zijn er nooit gebeurd, maar het werd soms wel spannend. Eén keer kwam ik met een vriend vast te zitten in een grot: die bleek dieper dan verwacht en het touw waarmee we afdaalden was te kort. Om weer boven te geraken moest ik op die vriend zijn schouders staan en zo kon ik nog net het uiteinde vastgrijpen. Op zo’n moment mag je niet panikeren: je
moet er het kopje bij houden. Avontuur kwam bij ons op de eerste plaats, maar we zijn nooit roekeloos geweest.” Sociale sport
Een halve eeuw na die pioniersjaren is Spekul nog steeds springlevend. Net als in de sixties worden trainingen georganiseerd aan het Universitair Sportcentrum en trekken de leden naar grotten in Wallonië. Maar de club heeft haar speelveld ook grondig uitgebreid.
“Een paar keer per jaar organiseren we expedities naar het buitenland”, zegt huidig voorzitter Bram Rooseleer (32). “We gaan naar streken in Frankrijk, Spanje en zelfs Vietnam om nieuwe grotten te ontdekken of bestaande grotten te exploreren en in kaart te brengen.” Dat leverde de club al enkele indrukwekkende vondsten op. “In de Picos de Europa in Spanje ontdekten onze speleologen een grot van wel 1.500 meter diep – één van de diepste ter wereld. En in de Spaanse regio Cantabrië exploreren we grotcomplexen die tot 200 kilometer ver doorlopen. We zoeken naar doorgangen, graven, meten alles op … Soms blijf je vijf dagen lang onder de grond en moet je zelfs in zo’n grot overnachten. Dat kan zwaar zijn, maar de beloning is groot: je komt op plekken waar nooit eerder iemand is geweest. En omdat je compleet afgezonderd bent van de buitenwereld, ervaar je er een unieke rust. Zalig, toch?” Ondanks dat gevoel van isolatie is speleologie in de eerste
Oprichter Roland Renson:
Er is geen middenweg: ofwel word je afgeschrikt door het gebrek aan comfort, ofwel val je voor het avontuur.
plaats een sociale sport, zegt Rooseleer. “Je doet alles in team, en er is geen competitie. Je steunt elkaar en niemand kijkt op je neer als je om hulp vraagt. Dat schept een band: we zijn een hechte vriendengroep geworden, waarvoor iedereen zich wil engageren. Naast grotten verkennen, organiseren we trouwens ook andere activiteiten zoals kanovaren, mountainbiken of een gezellige barbecue.” Jubileum
Ook het gouden jubileum van Spekul speelde zich af in een gemoedelijke sfeer. “We hebben een weekend in de Ardennen doorgebracht met de leden en oud-leden”, zegt Rooseleer. “Overdag daalden we af in de grotten en ’s avonds was er een groot feest. Verder lieten we speciale T-shirts maken en hebben we zelfs een eigen bier laten brouwen (lacht).” Oprichter Roland Renson werd tijdens dat weekend uitgebreid in de bloemetjes gezet. “Ik heb een mooie award gekregen”, zegt Renson. “Een musketon bevestigd aan een stuk rotssteen. Maar ik was vooral blij om iedereen terug te zien en anekdotes op te halen. Zelf doe ik helaas niet meer aan speleo vanwege een knieoperatie. Maar het doet deugd om te zien dat de opvolging is verzekerd.” Inmiddels telt Spekul zo’n tachtig leden, maar nieuwelingen zijn altijd welkom, zeggen Renson en Rooseleer. “Speleologie is een sport van uitersten en je moet het geprobeerd hebben om te weten of het iets voor jou is. Er is geen middenweg: ofwel word je afgeschrikt door het gebrek aan comfort, ofwel val je voor het avontuur. Maar als je eenmaal door de microbe bent gebeten, is er geen weg terug (lacht).” www.spekul.be
12
ONDERZOEK
CAMPUSKRANT | 22 NOVEMBER 2017
Belgen en klimaatverandering
Liever subsidies dan belastingen De overgrote meerderheid van de Belgen ziet de klimaatverandering als een vaststaand feit. Dat blijkt uit recente resultaten van de European Social Survey (ESS). Belgen blijken meer voorstander van subsidies voor hernieuwbare energie dan van hogere belastingen op fossiele brandstoffen. TEKST: Tine Danschutter CARTOON: Joris Snaet
W
aar in sommige landen de opwarming van de aarde nog met enige scepsis bekeken wordt, gelooft een overgrote meerderheid van de bevraagde Belgen (96,5 procent) dat de opwarming van de aarde waarschijnlijk of zeker plaatsvindt. Dat blijkt uit de European Social Survey, een vergelijkende studie die sinds 2001 elke twee jaar peilt naar hoe Europese burgers denken over een groot aantal sociale en politieke thema’s. Het hoge cijfer betekent niet dat we er allemaal wakker van liggen. De helft van de bevraagden is enigszins bezorgd (49,2 procent), een minderheid is heel (25,5 procent) of uiterst bezorgd (6,5 procent). Het merendeel van de bevraagde Belgen (53,3 procent) is ervan overtuigd dat de klimaatverandering voorname-
lijk (45,4 procent) of zelfs volledig (7,9 procent) veroorzaakt wordt door menselijke activiteiten. 39,7 procent van de bevraagden kent een even grote verantwoordelijkheid toe aan natuurlijke processen als aan menselijke activiteiten. Wakker
Er werd ook gevraagd naar de steun voor beleidsmaatregelen om klimaatverandering tegen te gaan. Belgen blijken subsidies voor hernieuwbare energie een goed idee te vinden: 77,3
Intelligent groendak wapent steden tegen klimaat verandering In Antwerpen heeft de KU Leuven het eerste intelligente groendak van ons land geïnstalleerd. Op basis van de weersvoorspelling beslist het computergestuurde dak om water op te slaan of af te voeren naar de riolering. Zo verkleint de kans op wateroverlast. Bregt Van Hoeyveld
procent van de bevraagden is lichte of sterke voorstander, terwijl slechts 11,5 procent dergelijke subsidies matig of sterk afwijst. Minder uitgesproken cijfers zien we als het gaat over steun voor het hoger belasten van fossiele brandstoffen: 32,2 procent van de bevraagde Belgen blijkt lichte of sterke voorstander, terwijl 46,4 procent matig of sterk tegen is. Uit de bevraging blijkt ook dat de bezorgdheid over klimaatverandering afhankelijk is van een aantal factoren: zo blijken jongeren bezorgder over de
D
e beplanting van een klassiek groendak houdt wel een deel van het regenwater vast, maar toch vloeit er nog relatief veel water rechtstreeks de riolering in. “Bij intense regen dreigt de riolering dan verzadigd te raken, met wateroverlast tot gevolg”, zegt professor Patrick Willems van de Afdeling Hydraulica. “Een intelligent groendak daarentegen kan een deel van het water vasthouden en vertraagd laten doorlopen. Een computermodel houdt het dak op de hoogte van de weersvoorspellingen. In droge periodes wordt het regenwater langer vastgehouden. Dat is voordelig voor de planten, maar ook voor de omgeving, die door de verdamping afkoelt. Wordt er veel regen voor-
Jongeren en mensen met een grotere politieke interesse zijn meer verontrust over de opwarming van de aarde.
speld, dan kan het dak het opgeslagen water afvoeren om zoveel mogelijk water van de aankomende bui op te vangen.” Levend lab
De komende maanden gaan de onderzoekers de effectiviteit van hun intelligente groendak onder de loep nemen. “Met een sensor kunnen we het volume van de neerslag, de uitstroom, de opname door de planten, de verdamping en de lokale temperatuur in realtime meten”, zegt onderzoeker Vincent Wolfs. “Die metingen zijn belangrijk om te zien of het idee ook in de praktijk werkt. Hoe kunnen we het dak optimaal aansturen en welk effect zou dit type dak hebben op grote schaal?” Die vraagstukken kaderen in
klimaatverandering dan ouderen. Ook mensen met een grotere politieke interesse zijn meer verontrust over de opwarming van de aarde. Tot slot hoeft het niet te verbazen dat Belgen met een linkse(re) politieke voorkeur vaker wakker liggen van de klimaatverandering.
Voor Vlaanderen wordt de ‘European Social Survey’ voorbereid en uitgevoerd door het ‘Centre for Survey Methodology’ van de KU Leuven.
het Brigaid-project, dat deel uitmaakt van het Horizon 2020-programma van de Europese Unie. “De opzet van het project is om innovatieve ideeën rond klimaatadaptatie om te zetten in de praktijk. Daarom hebben we in de wijk Sint-Andries, in nauwe samenwerking met de stadsdiensten in Antwerpen, een soort living lab opgestart. Zo kunnen we ideeën aftoetsen bij de buurtbewoners en innovaties zoals dit intelligente groendak effectief uittesten. Het dak kreeg een plaats op de gebouwen van Beweging.net, dat graag zijn steentje bijdraagt tot het project.” Slimme stad
Een intelligent groendak kan een belangrijk onderdeel zijn van een
UNIVERSITEIT
13
© KU Leuven | Rob Stevens
© Universiteitsarchief KU Leuven
CAMPUSKRANT | 22 NOVEMBER 2017
Postkaart uit het begin van de 20ste eeuw met een volledig in metaal uitgevoerd rad.
De molen is toe aan een restauratie. Die is gepland voor het voorjaar van 2019.
Watermolen Arenberg 1286 vs. 2017
© Vincent Wolfs
De watermolen van het kasteel van Arenberg is één van de oudste molens in Vlaanderen. Wanneer en in opdracht van wie hij precies werd gebouwd, weten we niet. De vroegste historische vermelding dateert in ieder geval van 1286. Oorspronkelijk stonden er twee molens, één op elke oever van de Dijle, verbonden door een brug. Er werd ook een sluis gebouwd, waarlangs kleine boten konden passeren. De molens werden door de eigenaars van het domein – de heren van Heverlee en later de hertogen van Croÿ en van Arenberg – verhuurd. Eén molen diende voor het malen van graan, de andere was een houtzaagmolen. Deze laatste werd in het begin van de 17de eeuw afgebroken. Het huidige uitzicht van het overblijvende molengebouw dateert voornamelijk uit de achttiende eeuw, maar de buitenmuren dragen de sporen van talrijke vroegere verbouwingen. De dammuren en de kademuren werden voor het merendeel opgetrokken aan het einde van de negentiende eeuw terwijl de raderen en het sluissysteem uit het begin van de twintigste eeuw dateren. De molen kwam in 1923 – tegelijk met het kasteel – in het bezit van de universiteit en bleef vermoedelijk in gebruik tot 1958. Nadien werd het molenmechanisme uit het gebouw verwijderd en werden er klaslokalen en kantoren in ingericht. In 1999 werd de molen geklasseerd als beschermd monument.
Het intelligente groendak, met cactusvormige sensor: “Wordt er veel regen voorspeld, dan kan het dak het opgeslagen water afvoeren om de aankomende bui op te vangen.”
Vandaag zijn de wielen en het sluissysteem behoorlijk vervallen en dringt een restauratie zich op. Aanvankelijk waren er plannen om de molen opnieuw te laten functioneren en te gebruiken voor het opwekken van groene energie. Maar daarvoor zou een ingrijpende aanpassing van de stroming van de Dijle nodig zijn, met verregaande ecologische gevolgen voor onder meer natuurgebied De Doode Bemde. Daarom is de geplande restauratie louter esthetisch en zal de molen enkel ‘freewheelen’. Er zullen stroomopwaarts stenen in het water gelegd worden om een beetje weerstand en verval in de Dijle te creëren, net voldoende om de raderen te laten draaien zonder nadelige gevolgen voor de waterstand en de vismigratie. Aan het project hangt een prijskaartje van 400.000 euro. De KU Leuven neemt de helft van dat bedrag voor haar rekening. Om de overige 200.000 euro bij elkaar te sprokkelen ging vorige maand de fondsenwervingscampagne ‘Red de molen’ van start, één van de eerste projecten van het KU Leuven Erfgoedfonds. De campagne loopt tot 30 april 2019. De restauratie gaat in het voorjaar van dat jaar van start en zal ongeveer één jaar in beslag nemen.
Wie het project wil steunen met een gift, vindt alle informatie op www.reddemolen.be Getuigenissen, anekdotes of herinneringen rond de watermolen zijn welkom bij Nathalie.Poot@ kuleuven.be
Ine Van Houdenhove | Met dank aan Joris Snaet, bouwhistoricus Technische Diensten
actief regenwaterbeleid. En dat zullen we nodig hebben om een antwoord te bieden op het veranderende klimaat. “Klimaatmodellen tonen aan dat we ons moeten voorbereiden op langere droge periodes en meer intense neerslag”, zegt professor Willems. “Zeker in een stedelijke omgeving kan dat voor problemen zorgen. We hebben verschillende scenario’s bekeken en tegen 2100 kan een stad als Antwerpen twee tot tien keer meer te maken krijgen met wateroverlast als gevolg van rioleringsoverstromingen. Het gebruik van intelligente groendaken kan een deel van de oplossing zijn, maar dat op zich zal niet volstaan.” “Steden en gemeentes zullen anders moeten omgaan met open
ruimtes. Nu worden die doorgaans vlak aangelegd en volledig geasfalteerd. Daardoor kan er geen regenwater insijpelen, vloeit alles rechtstreeks de riolering in en ontstaat er extra opwarming. Als je die ruimtes groen en glooiend aanlegt, pak je verschillende problemen tegelijk aan: de lagergelegen gebieden houden het water langer vast waardoor de riolering niet verzadigd raakt en het grondwater wordt aangevuld. Beplanting zorgt dan weer voor de nodige verkoeling. Kortom, een betere afstemming tussen waterbeheer en ruimtelijke ordening is absoluut noodzakelijk.” In een echte smart city heb je dus niet alleen intelligente groendaken nodig, maar ook slimme politici.
14
ALUMNI
CAMPUSKRANT | 22 NOVEMBER 2017
LEVEN na LEUVEN
MICHAËL VAN DROOGENBROECK, SOCIOLOOG EN VRT-JOURNALIST
“ Wij zijn journalisten, geen popsterren” Al bijna tien jaar geeft VRT-journalist Michaël Van Droogenbroeck (39) duiding bij het financiële en economische nieuws: “Ik hou van de korte deadlines en strakke spanningsboog van tv-journalistiek.” Een opvallend statement voor iemand die als student droomde van een academische carrière. TEKST: Barbara De Munnynck | FOTO: Rob Stevens
S
chrik niet als je Michaël Van Droogenbroeck tijdens de kerstvakantie De Ochtend hoort presenteren op Radio 1. De man plant géén carrièreswitch van het tv-scherm naar de radiostudio. “Ik heb gewoon veel interesses. Als een opdracht tijdelijk is en leuk lijkt, dan neem ik die erbij. Ik verzeil vaak in een én-én-verhaal.” Van Droogenbroeck zit in een oranje kuipzeteltje op de negende verdieping van het VRT-gebouw. In de diepte ligt Brussel, de stad waar hij van houdt. “Ik ben opgegroeid in het Pajottenland, in de buurt van Dilbeek. Op het platteland, maar met zicht op de Brusselse skyline. Veel van mijn dorpsgenoten kwamen nooit in de stad, terwijl ze mij juist aantrok. Vanaf mijn twaalfde nam ik elke
volgt Van Droogenbroeck zijn proffen Jacques Billiet en Marc Swyngedouw naar Leuven. “Ik legde er een doorsnee parcours af. Ik had misschien voor studentenblad Veto kunnen schrijven of op Erasmus willen gaan, maar dat is er niet van gekomen. Wel herinner ik me levendige debatten. Het was een stimulerende, intellectueel verrijkende tijd.” Bijna depressief
dag de bus naar Sint-Joris, een middelbare school in het centrum.” Als Van Droogenbroeck afzwaait, in 1996, sluit de school haar deuren. Het is de tijd van de leegloop van de Nederlandstalige scholen in Brussel. “Toch heeft die schoolkeuze mij gevormd. Ik kende als tiener al de leuke aspecten en de schaduwkanten van de grootstad. Zoiets verruimt de blik.”
prille liefde.” Amper veertien was hij, toen hij op de vrije dorpsradio een hitparade mocht presenteren. “Dat stelde niets voor. We hadden weinig luisteraars en een beperkt zendbereik. Vrienden in Brussel konden mijn show niet eens ontvangen. Maar ik werkte bij dat lokale station wel samen met gedreven mensen. Het was de eerste keer dat ik van het mediawereldje proefde.”
Prille liefde
Van Droogenbroeck werkt intussen twaalf jaar bij de VRT, waarvan de jongste tien op de redactie van het tv-journaal. Daarnaast schrijft hij columns, boeken en geeft hij lezingen. Dat zijn professionele én-én-verhaal dit jaar ook een hoofdstukje ‘radio’ krijgt, doet hem plezier. “Het maakt de cirkel rond. Radio was een heel
Als ik een lezing geef, voel ik toch weer dat er een docent in mij schuilt. Echt waar, soms kriebelt het zelfs om mijn doctoraat af te maken.
Aan het begin van zijn studietijd ruilt Van Droogenbroeck de radio voor een nieuwe – veeleer onverwachte – liefde: de sociologie. “Ik koos voor politieke en sociale wetenschappen omdat de actualiteit mij boeide. Ik hoopte op een carrière in de politieke verslaggeving. Ik had niet verwacht dat sociologisch onderzoek mij zo zou fascineren. Ik vond het geweldig om het raderwerk van een samenleving, met al die geschreven en ongeschreven wetten, te analyseren.” Na zijn kandidaturen aan wat toen nog de KUB heette (“een praktische beslissing – ik kon niet op kot en de VUB was te ver …”)
Een academische carrière wordt tijdens Van Droogenbroecks studententijd een steeds aanlokkelijker en bijna evident toekomstperspectief. “Daar kijk ik met gemengde gevoelens op terug”, zegt hij vandaag. “Met een zevental medestudenten konden we meteen na ons afstuderen aan de slag binnen de universiteit. Uiteindelijk hebben maar een of twee van ons een doctoraat afgewerkt. Dan loopt er onderweg toch iets mis qua begeleiding? Waarom werf je mensen aan als je geen visie hebt op hun toekomst?” In Van Droogenbroecks geval waren er praktische struikelblokken. “Het project waarop ik zou beginnen, een uitloper van een groot verkiezingsonderzoek, kreeg geen groen licht. Ik combineerde deeltijdse functies als onderwijsassistent aan de KUB en de KU Leuven, en dat was niet evident.” Ook inhoudelijk raakte hij ontgoocheld. “Toen ik voor mijn doctoraat een multidisciplinaire onderzoeksvraag definieerde, ontdekte ik dat die niet paste binnen het lopende onderzoek aan de faculteit.” Voor een stuk legt hij de verantwoordelijkheid ook bij zichzelf. “Ik had de eenzaamheid van het werk onderschat. Ik had ook moeite om de enorme vrijheid – je werkt met één deadline, ergens ver in de toekomst – juist in te vullen. Het contrast met hoe ik vandaag werk, kan niet groter. Nu moet alles af tegen zeven uur. Dat ligt me duidelijk beter.” Hij lacht terwijl hij dat zegt, maar hoopt in alle ernst dat de begeleiding van doctorandi vandaag beter verloopt. “Ik heb vijf jaar aan de unief gewerkt zonder tastbaar eindresultaat. Dat geeft geen goed gevoel. Op het einde van die periode was ik bijna depressief.” Gered door de VRT
Maar kijk, schrijven aan een én-én-verhaal heeft zo zijn voordelen. Er is altijd een alternatief. “Terwijl ik mijn weg zocht als universitair onderzoeker, had ik mijn radiowerk weer opgepikt. Ik werkte eerst deeltijds en later
ALUMNI
CAMPUSKRANT | 22 NOVEMBER 2017
Wie is Michaël Van Droogenbroeck? ° 1978, Brussel
freelance voor Radio 2. Ik maakte regionale reportages, bijvoorbeeld over de opening van een nieuwe brouwerij, en haalde mijn stemattest. Die ervaring heeft me zeker geholpen toen ik eind 2004 meedeed aan het journalistenexamen van de VRT. We waren met zo’n zevenhonderd kandidaten. Na ettelijke rondes mocht ik in augustus 2005 beginnen op de nieuwsdienst.” Daar zit hij vandaag nog, en graag. Na een achttal maanden als libero (“ik verving journalisten die aan een lange Panorama-reportage werkten”) en een passage op de redactie van Terzake, werd hij Wetstraatjournalist voor het VRT-journaal. “Daarmee ging een oude droom in vervulling. 2007 was politiek een bijzonder bewogen jaar, met de regeringscrisis rond Leterme, het Fortis-dossier, Van Rompuy die premier werd … Ik vond het fantastisch om dat van dichtbij op te volgen, hoe intens het soms ook was.” Sinds de bankencrisis draagt Van Droogenbroeck zijn huidige pet, die van ‘expert financieel en economisch nieuws’. Spijt dat hij de politieke verslaggeving zo snel weer losliet, heeft hij niet. “Als student was ik al bezig met aandelen. En het afgelopen decennium maakte ik spectaculaire dingen mee op het veld: de eurocrisis, de bankencrisis, ongeziene maatregelen van centrale banken … Ook als het niet mijn job was, zou ik de berichtgeving daarrond volgen.” Verslavend
Kort en krachtig, daarvoor staat Van Droogenbroeck als journalist. “Het medium tv dwingt je om efficiënt en helder te communiceren. Op anderhalve minuut moet je genoeg achtergrond geven, zodat mensen zonder voorkennis je begrijpen, én genoeg in de diepte gaan, voor de kijkers die helemaal mee zijn. Ik ben heel gericht
op die korte spanningsboog. Dat voel ik bijvoorbeeld als ik ga zitten om mijn column over geldzaken voor Het Laatste Nieuws te schrijven. Dan moet er een knop om in mijn hoofd.”
Tv dwingt je om efficiënt en helder te communiceren. Op anderhalve minuut moet je genoeg achtergrond geven voor mensen zonder voorkennis, én genoeg in de diepte gaan, voor wie helemaal mee is.
Toch weidt hij al eens graag uit. “Ik kan ervan genieten om een lezing te geven. Ik hou van het directe contact met het publiek en van de mogelijkheid om meer context te schetsen. Dan voel ik toch weer dat er een docent in mij schuilt. Echt waar, soms kriebelt het zelfs om mijn doctoraat af te maken. Ik denk intussen wel over het zelfvertrouwen en de mentaliteit te beschikken om dat tot een goed einde te brengen.” Dat zou dan hoe dan ook naast zijn gewone job moeten gebeuren. “Nieuws verslaan terwijl het zich ontvouwt en met
een cameraploeg op stap gaan, werkt verslavend. Ik zou het geen maanden kunnen missen.” Verveling of sleur kent Van Droogenbroeck niet. “Mijn job is in de loop van mijn carrière erg veranderd. De impact van online is gigantisch. Vroeger was onze eerste deadline het journaal van één uur. Nu kunnen filmpjes meteen op de site.” Omdat hij vier dagen op zeven van negen uur ‘s ochtends tot acht uur ‘s avonds werkt, zit hij niet in een traditioneel werkweek-weekend-ritme. “Er is geen dwingende structuur, alles loopt in elkaar over. Voor mij voelt dat heel goed.” Beste jaren
In 2013 trouwde Van Droogenbroeck met VRT-collega en nieuwsanker Annelies Van Herck. Hun zoontjes Jakob en Elias zitten in het eerste en vijfde leerjaar. “Ze beseffen dat wij onregelmatige werkuren hebben, maar zijn er niet mee bezig dat wij op tv komen. Zo vaak worden we niet herkend, hoor. We zijn journalisten, geen popsterren.” Het gezin gaat graag samen een paar dagen weg. “Voor mij begint de pret al wanneer we met z’n vieren in de auto zitten. Door onze jobs en het feit dat Elias in een systeem van co-ouderschap zit, is gewoon allemaal samen zijn al heel fijn.” Volgend jaar wordt Michaël Van Droogenbroeck veertig. Aanleiding tot diepe introspectie geeft dat voorlopig niet. “Ik maak me hoogstens af en toe de bedenking dat dit waarschijnlijk de beste jaren zijn. De kinderen zijn uit de pampers en doen het goed. Onze ouders en wijzelf zijn nog gezond … Ergens voel ik wel dat ik op een denderende trein zit. Die twaalf jaar bij de VRT zijn in een rotvaart voorbijgevlogen. Het was een fantastische rit, maar dit tempo houd ik wellicht niet eeuwig vol. We zien wel. Het leven verandert, dat hoort erbij.”
Gestudeerd 1996-2000: Politieke en sociale wetenschappen, KUB en KU Leuven Loopbaan 2000- 2005: wetenschappelijk medewerker, KUB en KU Leuven Sinds 2005: journalist en verslaggever televisienieuwsdienst VRT, o.a. voor Terzake (tot 2007) en Het Journaal (tot op vandaag) Sinds 2008: expert financieel en economisch nieuws VRT, o.a. vaste rubriek in De Vrije Markt (sinds 2013) Daarnaast: moderator; presentator; lezingentournee ‘Wat met uw geld?’ Publicaties 2010: Kan De Wever wat Leterme niet kon? 2015: Michaël maakt de rekening (gebundelde columns uit Het Laatste Nieuws) Privé Gehuwd met Annelies Van Herck, papa van Jakob (6) en van Elias (10), Annelies’ zoon uit een eerdere relatie.
15
16
STUDENTEN
de
DROOMJOB
CAMPUSKRANT | 22 NOVEMBER 2017
Student ontmoet alumnus voor reality check.
LEEN EN DE SCHRIJFSTER-JOURNALISTE
“ Die pikante scène ga ik nooit voorlezen” “Ik kan me niet voorstellen dat ik niét zou schrijven”, zegt germaniste en antropologe Tine Bergen (36). In de zomer na haar afstuderen schreef ze de jeugdroman Verwachtingen en sindsdien is ze niet meer gestopt. Studente journalistiek Leen Reynaerts (24) droomt ervan om in haar voetsporen te treden. In december verschijnt haar debuut Andrea. TEKST: Ine Van Houdenhove FOTO: Rob Stevens
“I
© KU Leuven | Rob Stevens
Auteur Tine Bergen (staand) ruimt op de Antwerpse Boekenbeurs even plaats voor beginnend schrijver Leen Reynaerts. Tine: “Het is fijn als lezers mailtjes sturen, al is het soms met de vraag om de korte inhoud te leveren voor hun boekbespreking (lacht).”
k schrijf al mijn hele leven”, zegt Leen Reynaerts. We zijn op de Antwerpse Boekenbeurs, op weg naar de stand van uitgeverij Baeckens Books, waar oud-studente Tine Bergen vandaag haar laatste worp signeert: Onderbuik, een psychologische thriller voor young adults. Volgende maand kan Leen haar eigen boek in handen houden. “Het wordt gepubliceerd bij Beefcake Publishing, op basis van crowdfunding: er zijn inmiddels honderd exemplaren besteld.” Het idee voor haar roman – een liefdesverhaal – deed Leen op toen ze tijdens de lerarenopleiding Nederlands en geschiedenis een studiereis maakte naar Rome: “De gebeurtenissen speelden zich gewoon voor mijn ogen af. Ik heb mijn medestudenten gewaarschuwd dat ze in mijn boek opduiken, maar ik heb nog geen reactie gekregen. Uit praktisch oogpunt heb ik het hoofdpersonage qua uiterlijk wel op mezelf laten lijken (lacht).” Op vraag van haar beste vriendin – “zij ziet mij al als de nieuwe Jill Mansell” – liet ze als verjaardagscadeau een exemplaar drukken in eigen beheer. De vriendin in kwestie vroeg ook om één pikante scène. “Die wilde ik er daarna weer uithalen, maar dat stuitte op verzet van de uitgeverij. Ik kan je wel al zeggen dat ik die scène nooit ga voorlezen! (lacht)”
hoofdstuk post als het af is, onder het pseudoniem Leo Stearny. Het gaat weer om een romantisch verhaal – en dat terwijl ik zelf helemaal niet romantisch ben – maar De terugkeer is veel donkerder van thematiek. Ik ben intussen bezig aan het tweede en het derde luik, het wordt een trilogie. Mijn oma kreeg mijn verhalen altijd als eerste te lezen. Ze is in augustus overleden en ik heb haar op haar sterfbed moeten vertellen hoe het met de personages zou aflopen – ze vond dat ik heel gemeen was (lacht).”
Gemeen
“En daarnaast ben ik ook begonnen met een roman die zich afspeelt tijdens de Russische Revolutie, met Dimitri Romanov in een hoofdrol. Daarvoor doe ik heel veel research, alles moet kloppen natuurlijk. Ik plan voor elk verhaal vooraf ook helemaal hoe het afloopt, ik hou
Inmiddels heeft Leen al een tweede verhaal klaar, De terugkeer. “Dat is ontstaan uit een hoofdstuk dat ik jaren geleden schreef tijdens een cursus creative writing in Brighton. Het staat integraal op het online forum Wattpad, waar ik ieder
Studente Leen Reynaerts:
Ik heb mijn oma op haar sterfbed moeten vertellen hoe het met de personages van mijn trilogie zou aflopen.
gedetailleerde tijdlijnen bij op mijn gsm, en op Wattpad zet ik uitgebreide ID-fiches over de personages – ik ken hen door en door voor ik begin te schrijven.” Binnenkort gaat Leen als stagiaire aan de slag bij een filmmagazine: “Ik denk wel dat je daar veel literaire vrijheid krijgt. Het liefst wil ik na mijn afstuderen lesgeven en journalistiek combineren. En romans schrijven natuurlijk.”
pseudoniem.” Ze zal haar eigen werk niet snel zelf opnieuw inkijken: “Ik weet dat ik dan toch dingen zou zien die ik anders had moeten doen.” De psychologische jeugdthriller die ze vandaag signeert is de eerste van een vierluik: “Mijn boeken draaien meestal om wat mensen drijft, wat er in hen omgaat. Mijn zoon van zes zal ze nooit graag lezen vrees ik; voor hem moet er meer in gebeuren (lacht).”
Pseudoniem
Eenzaam
“Ik had geen plan B”, zegt Tine Bergen terwijl ze een exemplaar van haar inmiddels twaalfde boek signeert. “Ik wilde altijd al schrijven. Toch probeerde ik het pas voor het eerst toen ik was afgestudeerd. Een beetje uit schrik – want wat als het niet zou lukken?” Maar in september lag haar debuut in de boekhandel. Een jaar later was nummer twee klaar. “Op dat boek ben ik misschien nog wel het meest trots, omdat het voor mij de bevestiging was dat ik het echt wel kon. Zilt is vertaald in het Duits. Mijn uitgeverij daar vroeg of ik nog zo’n jeugdroman met een happy end kon schrijven, maar daar ben ik niet op ingegaan – commercieel wellicht niet mijn meest verstandige zet (lacht). Ik ben trouwens niet zo van de happy ends. En ik ben een heel impulsieve schrijver, een stuk van de leut is dat ik zelf tijdens het schrijven nog niet weet hoe een verhaal zal aflopen.” Inmiddels heeft Tine acht jeugdboeken en een roman, een thriller en twee non-fictieboeken voor volwassenen op haar naam. “Daarnaast schrijf ik boeken in opdracht: leerwerkboeken Engels bijvoorbeeld, maar ook weleens een boek bij een tv-reeks. Dat laatste is dan onder een
Gisteren stelde Tine hier op de Boekenbeurs met co-auteur Katalien Bollen Allemachtig voor, een boek over veerkracht en invloed.Vandaag krijgt ze vooral tieners over de vloer. “Het is fijn om je publiek te ontmoeten. Alleen al daarom zal ik altijd ook jeugdboeken blijven schrijven: die lezers sturen mailtjes. Al is het soms wel met de vraag om de korte inhoud te leveren voor hun boekbespreking! (lacht)” “Schrijven is best eenzaam, soms zit je de hele dag in je cocon. Vroeger zou ik ervoor getekend hebben om van mijn boeken te kunnen leven, maar nu besef ik dat ik het nodig heb om onder de mensen te komen. Ik ben daarom blij dat ik ook nog werk voor verschillende magazines. Een groot nadeel van leven van je pen – als schrijver én als freelance journaliste – is dat je nooit weet hoeveel er aan het eind van de maand op je rekening staat. Maar afgezien daarvan is het uiteraard een droomjob. Niets geeft meer bevrediging dan schrijven.” Wat is jouw droomjob? Laat het ons weten via nieuws@kuleuven.be
ONDERZOEK
CAMPUSKRANT | 22 NOVEMBER 2017
17
WE NEMEN MEDICATIE ZELDEN IN ZOALS HET HOORT
Slimmer slikken Als u een pilletje moet slikken, doet u dat dan braaf met kraantjeswater of bronwater zonder bubbels? Of grijpt u naar het glas frisdrank dat toevallig op tafel staat? Dan bent u niet de enige zondaar, zo blijkt uit farmaceutisch onderzoek van Leuvense wetenschappers. Zij kwamen ook tot de verrassende vaststelling dat in het geval van Dafalgan bubbels toch weleens de betere keuze zouden kunnen zijn. Water met bubbels, welteverstaan. TEKST: Ilse Frederickx | CARTOON: Joris Snaet
D
e meeste geneesmiddelen moet je inslikken. “Die medicijnen worden uitgetest met 150 tot 240 milliliter kraantjeswater – zowat een vol glas dus. Als we spreken over de werking, gaan we ervan uit dat patiënten zich net zoals de proefpersonen aan de richtlijnen houden. Maar in de praktijk doet bijna niemand dat”, vertelt professor Patrick Augustijns van het Laboratorium Farmacotechnologie en Biofarmacie. Zijn onderzoeksgroep deed in 2016 een rondvraag bij ongeveer 2.000 Vlamingen. Wat bleek? We nemen onze pilletjes meestal in met water, maar durven ze ook weleens door te slikken met andere drankjes: 92 procent van de volwassenen in de bevraging neemt in de meeste gevallen water, occasionele zondaars grijpen vooral naar frisdrank (13 %), koffie (8%) en melk (4 %). Alcohol kwam nauwelijks voor. Valt nog best mee dus, maar van het drankje in kwestie drinken we ook weinig: 47 procent neemt slechts een half glas, 37 % een slokje en 3,4 % drinkt zelfs gewoon niets. “Dat betekent dat de combinatie van de juiste drank – plat water – en de juiste hoeveelheid – een vol glas – eigenlijk nauwelijks voorkomt”, besluit Augustijns.
Jens Van Den Abeele:
De maag bepaalt mee met welke snelheid een geneesmiddel wordt overgedragen aan de dunne darm. Ze speelt een grotere rol dan we dachten.
Met andere woorden: in het echte leven nemen patiënten zelden geneesmiddelen in zoals dat gebeurt wanneer ze getest worden. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat dat soms slecht uitdraait. Zo blijkt dat fruitsap – vooral pompelmoessap dan – de werking van bepaalde geneesmiddelen negatief beïnvloedt. Maar je kan niet veralgemenen. Soms hebben ‘alternatieve’ drankjes net een gunstig effect: “In Leuven hebben we zelf al het effect onderzocht van cola op Noxafil, een middel tegen schimmelinfecties. Met cola blijkt het geneesmiddel langer in de maag te blijven en dat resulteert uiteindelijk in een verbeterde opname van het pilletje in het bloed.” Langs de maag
Augustijns en zijn team deden ook onderzoek naar een couranter medicijn: Dafalgan. “Als je een pijnstiller inneemt, wil je graag dat die zo snel mogelijk zijn werk doet. Uit wetenschappelijk onderzoek bleek dat bruistabletten sneller effect hebben dan gewone tabletten. Maar bruistabletten zijn duurder om te maken en ze zijn minder lang houdbaar, vanwege het bicarbonaat erin. Het leek ons dan
ook de moeite om te onderzoeken of we het effect van het bicarbonaat in de bruistabletten kunnen nabootsen met de combinatie van vaste tabletten en spuitwater.” Dat was voer voor het doctoraatsonderzoek van Jens Van Den Abeele. “Een Dafalgan-pilletje kan pas werken wanneer het geneesmiddel in de dunne darm geraakt. Daar wordt het actieve bestanddeel paracetamol opgenomen in de bloedbaan. Als je het inslikt, passeert het pilletje eerst langs de maag, waar het moet uiteenvallen. De vraag is dus: hoe snel verloopt dat proces en hoe snel wordt de paracetamol dan doorgesluisd naar de dunne darm?” In de farmaceutische industrie wordt zoiets onderzocht met bloedafnames: een proefpersoon neemt een pilletje in en vervolgens neemt een onderzoeker op verschillende tijdstippen bloed af. Bij die bloedafnames meet men telkens hoe hoog de concentratie van het actieve bestanddeel in het bloed is. Omdat Van Den Abeele ook de rol van de maag in beeld wilde brengen, gebruikte hij niet alleen stalen van het bloed maar ook van de maaginhoud, om te bekijken hoe ver het pilletje al uit elkaar gevallen was: een onderzoeks-
techniek die wereldwijd zeer weinig gebruikt wordt. Pilletje met prik
Dat heeft te maken met het feit dat het experiment heel wat voeten in de aarde heeft, zowel voor de proefpersoon als voor de onderzoeker. “Daarom kan je dit soort onderzoek ook alleen met een beperkt aantal proefpersonen doen. In samenwerking met professor Jan Tack van UZ Leuven vonden we zes gezonde vrijwilligers bereid om zich een dag lang te laten onderzoeken door middel van een katheter, die door de mond of de neus via de slokdarm naar de maag gaat. Ze namen Dafalgan in met kraantjeswater of met spuitwater. Op regelmatige tijdstippen nam ik stalen van hun maaginhoud via de katheter, en daarnaast ook bloedstalen.” De verschillen tussen een inname met kraantjes- en spuitwater waren uitgesproken, zegt Van Den Abeele: “Bij proefpersonen die Dafalgan met kraantjeswater innamen, duurde het gemiddeld 30 minuten vooraleer het pilletje uit elkaar viel, bij spuitwater was dat 10 minuten. Met bruiswater werd de paracetamol ook sneller opgenomen in het bloed: na gemiddeld 30 minuten waren de maximale concentraties in het bloed bereikt, tegenover 95 minuten bij kraantjeswater.” De werking van Dafalgan met bruiswater bleek ook minder te variëren: “Één van de vrijwilligers die kraantjeswater gebruikte, had pas na drie uur maximale concentraties paracetamol in het bloed. Bij bruiswater lagen de resultaten niet zo ver uit elkaar.” Soms liever traag
“De maag bepaalt dus mee met welke snelheid een geneesmiddel wordt overgedragen aan de dunne darm”, stelt Van Den Abeele. “Zoals gezegd: we hebben gewerkt met een beperkt aantal proefpersonen, dus we moeten voorzichtig zijn met conclusies, maar het is alleszins duidelijk dat de rol van de maag groter is dan we dachten. Hoe dat precies zit, moet verder nagegaan worden. Uit ons onderzoek konden we wel al opmaken – dankzij druksensoren in een speciale katheter – dat bruiswater de werking van Dafalgan minder afhankelijk maakt van de samentrekkingen van de maag.” Voer voor verder onderzoek dus, maar Van Den Abeele waarschuwt alvast om sowieso niet te veralgemenen naar alle pilletjes: “Bij andere geneesmiddelen spelen andere overwegingen: soms wil je niet dat het geneesmiddel snel werkt, maar net traag en langdurig.” Tot nader order is voor de meeste pilletjes een plat watertje dus de beste optie. “Het is voor een leek onmogelijk om te weten welke combinaties goed werken”, besluit Augustijns. “Volg dus het advies van je apotheker.”
18
UNIVERSITEIT
CAMPUSKRANT | 22 NOVEMBER 2017
OP
KOT
01/
02/
04/
ELINE VAN GESTEL, OMKADERD MET ENTHOUSIASME
Ligging
Parkstraat
“ Samen een lied aanheffen, mooi vind ik dat”
03/
Als ik ter voorbereiding van mijn volgende kothalte even de Facebook-pagina van mijn nieuwe model check, stuit ik op foto’s van skilatten, toneelgroepen en bouwordekampen in verre oorden, kortom: een leven boeiender dan het mijne. Of dat op zich een prestatie is, laat ik in het midden, maar het getuigt wel van een stevige portie doorzettingsvermogen van een jongedame met een visuele beperking die haar zicht drastisch beperkt. Retinitis pigmentosa heet de ziekte, vertelt Eline Van Gestel, bachelorstudent rechten. “Ik ben ermee geboren, maar de aandoening is degeneratief: in de lagere school kon ik nog tekstjes lezen, nu zie ik nog maar voor vijf procent en is mijn beeldhoek amper vijf graden, kokerzicht heet dat.” 01/ Codex “Ik hou wel van cantussen, ik was er ook bij op de beiaardcantus. Het is fijn om met z’n allen samen te zijn en toffe liedjes te zingen. De drukte zorgt wel voor wat chaos in mijn hoofd, maar als iedereen
in Memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van: Professor Eugène Vandermeersch Erehoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde (12/12/1948 – 02/11/2017) Professor Emma Vorlat Emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Letteren Erebestuurster KU Leuven Gewezen vicerector KU Leuven (24/10/1929 – 10/11/2017)
• Peter Arras (Faculteit Industriële Wetenschappen, Campus De Nayer) is Honorary Professor geworden aan Zaporozhye National Technical University (ZNTU) in Oekraïne. • Professor Raf Vandebril (Numerieke Analyse en Toegepaste Wiskunde)
307 euro / 12 m2
dan tegelijk een lied aanheft, geeft dat een groot gevoel van eenheid.”
gezet naar een toneelgezelschap. Intussen heb ik al in vier stukken meegespeeld.”
02/ Olifanten
04/ Sedes
“Olifanten zijn een beetje een rode draad aan het worden in mijn leven. Het begon allemaal met de Lollifant-film (een personage uit de Winnie de Poeh-boeken – red.). Ik was meteen fan. In het zesde middelbaar ben ik met de bouworde naar Sri Lanka gereisd, om in een opvangtehuis voor meisjes te gaan helpen. Olifanten zijn daar heilig, dus kwam ik op een festival met olifanten terecht, bezochten we een olifantenweeshuis en liet ik een doek met olifantenmotief maken om mezelf te bedekken bij het bezoeken van een tempel. Zo is de verzameling ontstaan.”
“Ik zit in een omkaderingsproject. Dat wil zeggen dat er in deze gang van de Sedes- residentie twaalf kamers zijn, tien voor omkaderaars en twee voor omkaderden. Het is een fijne groep. Mijn homies gaan samen met me winkelen, en begeleiden me bij afspraken op plaatsen waar ik nog niet geweest ben, of als een gebouw bijvoorbeeld ingewikkeld in elkaar zit. Ik raak op zich in mijn eentje in de les, dan gebruik ik mijn witte stok, maar meestal wandel ik samen met vriendinnen. Momenteel staan er twee kamers leeg, en dat hoor ik ook over andere residenties, maar ik weet niet of dat toevallig is of een nieuwe ontwikkeling. Ik hoop in ieder geval niet dat laatste.”
03/ Gitaar “Ik speel piano en ook wat gitaar (bewijst het met een gesmaakte, van zang voorziene versie van ‘Mia’ – red.). Ik heb jaren privéles gekregen, maar daar ben ik mee gestopt toen ik ging studeren. Daarnaast volgde ik vier jaar dictie en een jaar drama en voordracht, waarna ik de stap heb
Benoemd of onderscheiden • Professor Bénédicte Lemmelijn (Onderzoekseenheid Bijbelwetenschap) ontving de Publieksprijs voor het Religieuze en Spirituele Boek voor Mijn geloof als Bijbelwetenschapper? Een broos en eerlijk antwoord (2016).
Prijs / opp.
ontving de Outstanding Paper Prize van de Society for Industrial and Applied Mathematics (SIAM). • Ruth Vanderschueren, doctoraatsstudente aan het Centrum voor Levensmiddelen- en Microbiële Technologie en de Afdeling Bodemen Waterbeheer, heeft de VBI Student Research Award gewonnen met haar masterproef ‘Iron oxide nanoparticles for the remediation of arsenic contaminated groundwater’ (promotor: professor Erik Smolders). De tweede prijs ging naar Robin Coeck, docto-
Jongeren zijn weer meer sociaal betrokken, maar hebben het te druk voor een langdurig engagement, lees ik even later toevallig. Ik zie al één mogelijkheid om dat obstakel uit de weg te ruimen.
Vrouw des kamers
Eline Van Gestel (20), derde bachelor rechten Plus
“Supersociale gang, je kunt bij iedereen terecht.” Minus
“Soms botsen de karakters, maar we komen er altijd uit.”
www.kuleuven.be/ studentenvoorzieningen/ omkadering Is jouw kot ook een inkijkje waard? Laat het ons weten via nieuws@kuleuven.be
TEKST EN FOTO’S: Rob Stevens
raatsstudent aan het Centrum voor Oppervlaktechemie en Katalyse en naar Laure Verstraete, doctoraatsstudente aan het Centrum voor Microbiële en Plantengenetica.
van ‘t Manneke uit de Mane. Dat is een onderscheiding die wordt toegekend aan West-Vlamingen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor cultuur en samenleving.
• Professor Danny Pieters (Instituut voor Sociaal Recht) wordt eresenator van de universiteit van Ljubljana (Slovenië) .
• Tijdens de Europese Dag van de Talen won het Centrum voor Levende Talen (CLT) de juryprijs in de categorie ‘Volwassenenonderwijs’ voor een project waarbij cursisten Spaans één uur live radio verzorgden voor Radio Equinoxe Namur. Samen met het Instituut voor Levende Talen (ILT) won het CLT eveneens de publieksprijs in diezelfde categorie voor het project Taaltafels, dat studenten Arabisch van het CLT samenbracht met studenten Nederlands van het ILT.
• Het project van het Leuvense team werd tijdens iGEM, de internationale studentenwedstrijd inzake synthetische biologie in Boston, verkozen tot meest innovatieve nieuwe applicatie. • Professor Manu Keirse, emeritus hoogleraar verliesverwerking, werd uitgeroepen tot Ridder in de Orde
PORTRET
CAMPUSKRANT | 22 NOVEMBER 2017
SPEED DATE
In 25 vragen naar hoofd en hart van Koen Debackere
19
Koen Debackere: “Af en toe ‘nee’ zeggen en mijn agenda beheersbaar houden: mijn vrouw gelooft er na dertig jaar niet meer in.”
Professor Koen Debackere (56) is algemeen beheerder van de universiteit en gedelegeerd bestuurder van KU Leuven Research & Development (LRD). TEKST: Ine Van Houdenhove | FOTO: Rob Stevens
01/ Wat wilde u ‘later’ worden?
“Landbouwer. ‘s Zomers ging ik steevast een maand helpen op de boerderij van familie in Amiens. Ik heb altijd gezegd dat ik na mijn vijftigste zou gaan boeren. Maar ik denk dat het bij een droom zal blijven (lacht).”
02/ Op welke job bent u jaloers?
“Geen enkele. Ik combineer het algemeen beheer van de universiteit met een stukje academisch onderzoek rond innovatie, en met het bestuur van LRD. Zo blijf ik verbonden met allebei mijn studies, economie en burgerlijk ingenieur. Ik zou het jammer vinden om techniek helemaal links te laten liggen.”
03/ Hebt u een motto?
“Plus est en vous, zoals de paters op het college plachten te zeggen. Altijd de lat een beetje hoger leggen. En deze leerde ik van een andere jezuïet, toen we midden jaren tachtig in de VS woonden: Pray as if everything depends on God but work as if everything depends on you.”
04/ Welk boek ligt er op uw nachtkastje?
“Pieter Bas van Godfried Bomans heb ik al sinds mijn achttiende naast mijn bed liggen. Ook Over God wil ik zwijgen, een bundel zeer mooie uit het Middelhoogduits vertaalde preken, ligt daar al ettelijke jaren. Ik heb weinig tijd om te lezen en ben ter compensatie altijd in verschillende boeken tegelijk bezig. Het einde van de rode mens van Svetlana Aleksijevitsj heb ik bijna uit, in een Franse vertaling. Ik heb het intussen ook cadeau gedaan aan onze burgemeester.”
05/ Voor welk tv-programma blijft u thuis?
“Wij hebben geen tv, nooit gehad.”
06/ Aan welk project zou u beginnen als geld geen factor was?
“Die boerderij (lacht).”
07/ Wat is uw beste eigenschap?
“Ik probeer altijd het standpunt van de ander te begrijpen. Niet dat ik er altijd in slaag, ik ben koppig, ik heb een slecht karakter (lacht). Maar het is de enige manier om de zaken te laten vooruitgaan.”
08/ Waaraan hebt u een hekel?
“Aan oeverloos gepraat, vooral tijdens vergaderingen. Waarom vijftig woorden gebruiken als het ook met tien kan?”
09/ Wat is uw grootste angst?
“Dat er iets met mijn dierbaren zou gebeuren. Tien jaar geleden hebben we Tom verloren, onze middelste zoon. Hij overleed op vijf maanden tijd aan kanker. Dat blijft je altijd bij. Je hebt zulke zaken niet in de hand, en dat is beangstigend.”
© KU Leuven | Rob Stevens
“ Tot boer zal ik het niet meer schoppen” 13/ Wat is de belangrijkste les die het leven u heeft geleerd?
“Dat je nooit mag opgeven, altijd moet voortdoen, ook bij tegenslag.”
14/ Wat zit er in uw cd-speler?
“Russisch-orthodoxe muziek – van het mooiste wat er is. Ik ben ook verslingerd aan de Vlaamse polyfonie – al komt het er te weinig van om naar een concert te gaan.”
15/ Wat was het meest pakkende moment uit uw loopbaan?
“In 2008 kreeg LRD voor de eerste keer een grote internationale erkenning, de IPTEC Tech Transfer Award. Onze voorgangers waren MIT en Tsinghua University. Een heel mooi moment, onze hele organisatie werd geëlektrificeerd.”
dien heb ik een beetje een fobie voor rijden in de bergen.” 20/ Wat was uw meest recente vakantiebestemming?
“We gaan altijd naar Knokke. Fietsen, lezen, wandelen, lekker eten, een bezoekje van de kinderen … Wat wil je nog meer? Ik moet al zo vaak reizen voor mijn werk, en vliegen is zo onaangenaam geworden … Waarom zou je jezelf dat aandoen in je vakantie?”
21/ Waarop bent u het meest trots?
“Op onze kinderen, op wat ze doen en ook op hoe bewogen ze zijn. Op ons gezin. En op LRD – intussen toch ook een stukje van mijzelf. Ik was ook heel trots toen de KU Leuven in september door Reuters werd uitgeroepen tot meest innovatieve universiteit van Europa.”
16/ Hoe komt u bij na een lange dag?
Al die tijd die we in de file doorbrengen ... Niet te bevatten dat we onszelf dat aandoen.
“Ik kom vaak pas rond tien uur ’s avonds thuis. Dikwijls heb ik dan nog niet gegeten en dat doe ik dan ook niet meer, enkel een stuk fruit of zo. Een beetje napraten met Christine, de krant lezen en in slaap vallen.”
17/ Van welke gewoonte zou u af willen?
“Ik keer het even om: ik zou meer moeten bewegen. Maar met mijn agenda is dat moeilijk haalbaar. Ooit komt het ervan.”
10/ Wat is uw meest onhebbelijke karaktertrek?
18/ Waar ligt u wakker van?
11/ Hebt u een guilty pleasure?
19/ Wanneer bent u het bangst geweest?
“Veeleisendheid. Maar je leert in deze job ook wel vergevingsgezind te zijn, en te beseffen dat mensen limieten hebben. Ik zelf ook.”
“Warme chocolademelk. Van donkere chocolade. Winter en zomer.”
12/ Wat is de ergste job die u ooit hebt gedaan?
“Zinloze karweien tijdens mijn legerdienst. 25 keer dezelfde koer vegen bijvoorbeeld.”
“Dat gebeurt me niet snel. Maar ik ben wel zeer bekommerd om de financiële gezondheid van de universiteit. Daar sta ik mee op en daar ga ik mee slapen.”
“Twintig jaar geleden was ik voor een project van de Europese Commissie in Colombia. We reden naar een fabriekje in de Andes in een busje dat elk ogenblik uit elkaar leek te kunnen vallen, en met een chauffeur die vooral met zijn radio bezig was. Sinds-
22/ Wat zou u graag beter kunnen?
“Er zijn zoveel dingen … Ik ben heel slecht in sport. En ik zing vals.”
23/ Welke hobby bewaart u voor uw pensioen?
“Russisch leren. Het alfabet heb ik al min of meer onder de knie. Ik leid een paar samenwerkingsprojecten met Rusland en een paar weken voor ik naar daar ga, fris ik mijn heel beperkte kennis wat op.”
24/ Wat zullen we over vijftig jaar onbegrijpelijk vinden?
“Dat we vandaag zoveel tijd in de file doorbrengen. Niet te bevatten dat we onszelf dat aandoen.”
25/ Welk voornemen kan u maar niet volhouden?
“Af en toe ‘nee’ zeggen, zoals mijn vrouw en mijn secretaresse me regelmatig voorhouden. Zodat mijn agenda wat beter beheersbaar zou worden, en mijn dagen wat minder lang. Christine gelooft er niet meer in, na dertig jaar (lacht).”
20
CAMPUSKRANT | 22 NOVEMBER 2017
IN BEELD
Kot onder stoom
© KU Leuven | Filip Van Loock
De Leuvense singer-songwriter en oud-student geschiedenis Niels Boutsen, beter bekend onder zijn artiestennaam Stoomboot, speelde op 7 november enkele miniconcertjes voor de studenten van residentie Camilo Torres. Hij zat er zelf zes jaar op kot en schreef er zijn eerste nummers. “Dit leek me een leuke manier om deze plek te eren en mijn dank uit te drukken”, zei Boutsen. De huidige bewoners kregen enkele liedjes uit zijn nieuwe plaat Zwarte Doos te horen, waaronder het sleutelnummer Kamiel. Daarin zingt hij de residentie toe: “Kamiel je gaf me alles / Maar net niet genoeg”. Het applaus van de Torresianen van vandaag heeft ongetwijfeld voor dat ontbrekende beetje gezorgd ...
MODERNE TIJDEN Gebruiksaanwijzing voor de hedendaagse mens
MOET DE WAAKHOND GENAAMD JOURNALISTIEK AAN DE LEIBAND?
De buik vol van ‘Breaking!’ ‘Breaking News!’ blaft onze smartphone. En meteen slaat de angst ons om het hart. Wéér een aanslag? Het nieuws blijkt minder wereldschokkend: ‘Justin Bieber en Selena Gomez opnieuw een koppel’. We wensen hen het allerbeste, maar vragen ons ook af: waar eindigt ‘breaking news’ en begint platte sensatie? En wat zegt dat over de hedendaagse journalistiek? TEKST: Pieter-Jan Borgelioen ILLUSTRATIE: Gudrun Makelberge
“N
atuurlijk is er niet meer ‘Breaking News’ dan vroeger”, lacht emeritus professor mediarecht Leo Neels. “Dat we ermee overstelpt worden, is een keuze van de mediaredacties. Het heeft ook te maken met de snelheid van nieuws: journalisten lopen sociale media achterna. Ter-
wijl ze zouden moeten zeggen: snelheid is belangrijk, maar wij gaan de feiten eerst checken en kijken naar het maatschappelijk belang. Dat is waar journalistiek om draait. Heel wat ‘breaking’-berichten gaan over irrelevante kwesties. Die banalisering is funest, want wat zeg je dan als je écht de aandacht op iets wil vestigen? ‘Double Breaking’?” Harde feiten lijken minder belangrijk te worden, zegt Neels. “Kritische stemmen ontbreken en het nieuws wordt vaak beheerst door speculaties: mogelijke feiten. In de mediastorm rond de Bende van Nijvel werd bijvoorbeeld níks nieuws gebracht. Het bleef bij gissen en oude feiten herkauwen. Of kijk naar de heisa en speculatie rond de whereabouts van Puigdemont. De hele internationale persmeute staat dan aan het N-VA-hoofdkwartier in Brussel, en dat zien we rechtstreeks in alle journaals. Puigdemont is er nooit geweest. Ook in de zaak Bart De Pauw was er weinig geweten over de precieze gebeurtenissen, maar volgden de updates elkaar in snel tempo op. Die aanpak zegt iets over de oppervlakkigheid van de nieuwsselectie vandaag.”
Pauw en hond
Door te ‘speculeren’ lijken media soms wel dingen in gang te zetten: in de zaak rond de Bende van Nijvel komt misschien een doorbraak, en de media-aandacht voor Bart De Pauw heeft er mee voor gezorgd dat slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag makkelijker naar buiten komen met hun verhaal. Dat is toch positief? “Goede journalistiek heeft problemen in de samenleving altíjd aangekaart. Dat is niks nieuws. Maar als sensatie de bovenhand neemt, krijg je natuurlijk problemen. Bij De Pauw leidde het tot een ‘trial by media’: een standrechtelijke executie. Met zijn videoboodschap heeft hij dat zelf wat in de hand gewerkt, maar journalisten hadden ook op een meer ingetogen manier over de zaak kunnen berichten.” “Misschien is het een oplossing om enkele deontologische regels bij wet vast te leggen”, zegt Neels. “Media genieten heel wat juridische privileges en vrijheden die er – terecht – zijn gekomen om hen te laten excelleren in hun taak als waakhond van de democratie. Maar wie houdt onze waakhond in de gaten als hij zijn job niet naar behoren uitoefent? In 99 procent van de sectoren draagt wetgeving ertoe bij dat de zaken correct verlopen. Waarom houden we dan vol dat het voor journalistiek contraproductief zou zijn, of dat zelfregulering daar wél tot een betere werking leidt?”
Professor mediarecht Leo Neels:
Wat zeg je als je écht de aandacht op iets wil vestigen? ‘Double Breaking’? Vlaamse pers. Als je dat als uitgever leest, moet je toch meteen crisisberaad houden? Als hoofdredacteur van een krant ben je het publiek dan toch een woordje uitleg verschuldigd? Begrijp mij niet verkeerd: ik wil geen eenzijdige kritiek op de media geven. Er is nog steeds steengoede journalistiek, maar het is niet de maatstaf.” Er hangt dus een donkere wolk boven de toekomst van de journalistiek? “Niet noodzakelijk”, zegt Neels. “Ik ben een vooruitgangsoptimist en ik denk dat we uit de impasse kunnen geraken. Maar dat is de taak van de redacties. Het zou helpen als hoofdredacteurs uit hun ivoren toren komen en openstaan voor debat. Zij kunnen de zaken veranderen, als ze willen en als ze niet blijven vasthouden aan hun eigen gelijk.”
Crisisberaad
Heeft de neiging tot sensatie ook niet te maken met de vraag van het publiek? “Dat is wellicht de redenering van de redacties, maar het publiek wil volgens mij vooral meer degelijkheid. Uit cijfers van de Vlaamse Regionale Indicatoren blijkt dat slechts dertig procent van de bevolking veel vertrouwen heeft in de
Conclusie: We moeten ‘Breaking’ tot de juiste proporties terugbrengen, besluit Neels: “Iedereen heeft door dat het onnozel is, nu de media nog.”