26 SEPTEMBER 2018
KULEUVEN.BE/CK
01
JG 30
Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.
Tijdschrift - toelating gesloten verpakking
Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
2099 Antwerpen X n° BC 6379
erkenning: p303221
PB-nr. B-4883
“EEN SLECHTE TAPLEIDING, DAT PROEVEN WIJ METEEN”
BLAUW BLOED ALS RODE DRAAD
Onderzoekers presenteren smaakwijzer voor Belgische bieren
Festival belicht veelzijdige rol van adellijke familie Arenberg
4
10
ZIJN DANKBRIEF AAN LEUVEN KON HIJ NIET MEER TEKENEN
DE SFINX IS VAN ALLE MARKTEN THUIS
MIJN DRIVE IS NIET VERMINDERD, INTEGENDEEL
Eredoctor en martelaar Oscar Romero wordt heilig verklaard
Over de vele gedaantes van een mythologisch wezen
Leven na Leuven: journalist Walter Zinzen
6
16
14
“Nog steeds beseft niet iedereen dat een gebarentaal een volwaardige taal is, waarin je alles kan overbrengen. Bepaalde ideeën kan je zelfs preciezer uitdrukken dan in gesproken taal”, zegt professor Myriam Vermeerbergen, die tien jaar geleden aan de wieg stond van de enige academische opleiding tot tolk Vlaamse Gebarentaal. Die vijfjarige opleiding kan je volgen op de Campus Sint-Andries van de Faculteit Letteren in Antwerpen. “We weten uit onderzoek dat dove mensen beoordeeld kunnen worden op basis van de kwaliteit van de tolk”, zegt Vermeerbergen. “We zorgen dan ook dat onze studenten van bij het begin zoveel mogelijk kunnen oefenen, bijvoorbeeld door gebarencafé’s te organiseren, waar ze
in contact komen met dove mensen.” Kristy Jonckers, alumnus van de opleiding en sinds vier jaar tolk Vlaamse Gebarentaal, vertelt hoe gevarieerd haar job is. “Nu eens sta je op een trouwfeest een liedje te tolken en dan weer ben je tolk voor iemand die zonet bij een ongeval betrokken was.” “Discretie is uiteraard bijzonder belangrijk. Je gaat tenslotte met mensen mee naar de dokter, naar de bank ... Voor een tolk geldt: horen en vergeten.” Maar ook: voortdurend bijleren. “Dove mensen gaan steeds vaker studeren en komen in diverse sectoren terecht. Dat zorgt voor een enorme uitbreiding van de woordenschat. Ook een gebarentaal leeft”, zegt Vermeerbergen. Lees meer op P.02
Hobby’s op hol
“Alles is nuttig, alles is een leermoment, en dus liefst ook de vrije tijd van onze kinderen. Ze moeten elk talent benutten, niets laten liggen.” Die overtuiging is volgens pedagoog Stefan Ramaekers de reden waarom menig ouder de wekelijkse hobby-estafette voor lief neemt. Zelf houdt hij bewust maat. “Een gezinsleven dat niet onder constante druk van al die hobby’s staat: dat is toch ook iets waard?” Lees meer op P.20
© KU Leuven | Rob Stevens
“ Ook een gebarentaal leeft” DE EERSTE STAPPEN IN HET NIEUWE JAAR 5
RECTOR LUC SELS OVER WETENSCHAP ALS EEN ZAAK VAN VERTROUWEN
“ Wij leven van integriteit” “We moeten met meer openheid communiceren over inbreuken tegen de wetenschappelijke integriteit. En met een bredere waaier aan maatregelen zouden we flexibeler kunnen optreden”, zei rector Luc Sels tijdens de opening van het academiejaar. Maar dat betekent allerminst dat alle onderzoekers schoften zijn geworden. Ludo Meyvis
T
ijdens zijn toespraak ging rector Luc Sels uitgebreid in op wetenschappelijke integriteit – plagiaat, gefabriceerde gegevens, sloppy science, gedwongen of verboden mede-auteurschap en andere malversaties. Waarom eigenlijk? Is er dan nood aan een vermanende vinger van de rector? “Nee, natuurlijk niet. De KU Leuven ontsnapt niet aan inbreuken op de integriteit, maar de universiteit als geheel heeft geen integriteitsprobleem. Ik maak me sterk dat dat ook geldt voor de wetenschap in het algemeen. Alleen is er nu eenmaal het gegeven dat integere wetenschap ons core product is, wij leven van en in integriteit. Wanneer er een probleem opduikt, is het te laat. Je kunt je daarom nooit te vroeg bezinnen over integriteit en er de nodige maatregelen voor uitwerken.” “We kunnen en moeten op dat vlak meer doen, en we moeten ook onze verantwoordelijkheid als universiteit durven
Luc Sels:
Elke inbreuk is er één te veel. Maar het erge is dat de échte verhalen, over vooruitgang, inspiratie en hard werk, in de herrie verloren dreigen te gaan.
uitspreken, natuurlijk zonder de individuele verantwoordelijkheid uit te vlakken.” “Áls er zich een integriteitsprobleem voordoet, wordt dat in de media breed uit-
gesmeerd, wat een risico op veralgemening inhoudt: ‘Nu zijn wetenschappers óók al niet meer te vertrouwen …’ Feit is dat het vertrouwen in de wetenschap, lokaal of globaal, snel onder druk kan komen. Er wordt dan gepeild naar zogezegde oorzaken, met verhalen over concurrentie en de rat race tot gevolg. Het erge is dat daardoor de échte verhalen, over vooruitgang, inspiratie en hard werk, in de herrie verloren dreigen te gaan. Dat is veel gevaarlijker dan wat een verdwaalde onderzoeker aanricht – al is elke inbreuk er een te veel.” “Ik wil met dit thema de nek uitsteken. Een echte integriteitscultuur uitbouwen aan de KU Leuven vraagt natuurlijk meer dan één speech. Maar die cultuur ontwikkelen begint toch bij het beklemtonen en delen van essentiële waarden en normen. Ik hoop daartoe op deze manier te kunnen bijdragen.” Lees verder op P.09
02
VOORAF
CAMPUSKRANT | 26 SEPTEMBER 2018
MEGAFOON
Zet de beste leerkracht voor de moeilijkste klas. Volgens onderwijssocioloog Orhan Agirdag staan in Vlaanderen te weinig ervaren leraren in scholen met veel kansarme leerlingen. Hij pleit ervoor om lesgeven voor die klassen zo aantrekkelijk te maken dat je kan kiezen uit de beste kandidaten. Bijvoorbeeld via een statuut als expert-leraar, met een bijbehorende premie.
OPLEIDING GEBARENTAAL BESTAAT TIEN JAAR
Mompelen doe je met één hand
(De Standaard, 14/09/2018)
Je kan de tactiek vergelijken met een student die zijn ouders voor de examens voorbereidt op het slechtste: ik heb me goed voorbereid, maar professor x heeft de pik op mij. Professor nieuwe media Michaël Opgenhaffen beschrijft met een originele metafoor hoe Mark Zuckerberg zich nu al indekt voor mogelijk misbruik van Facebook tijdens de midtermverkiezingen in de Verenigde Staten: “Wij hebben al het mogelijke gedaan, maar dat zal niet voldoende zijn.” (De Morgen, 14/09/2018)
De enige academische opleiding tot tolk Vlaamse Gebarentaal vind je op de Campus Sint-Andries van de Faculteit Letteren in Antwerpen. Professor Myriam Vermeerbergen stond tien jaar geleden aan de wieg van de opleiding: “Nog steeds beseft niet iedereen dat gebarentalen volwaardige talen zijn.”
Een vijfsterrenhotel, maar met een slechte rating, daar twijfelen we toch aan. Professor toerisme Dominique Vanneste reageert op een getuigenis van tv- en radiopresentator Thomas Vanderveken, die zag hoe een vrouw extra service kreeg in een hotel in ruil voor een positieve rating op TripAdvisor. Een begrijpelijke strategie: klanten hebben intussen meer vertrouwen in ratings op sites dan in de officiële sterren van een hotel of restaurant.
Tekst: Ine Van Houdenhove | Foto’s: Rob Stevens
E
en gebarentaal onder de knie krijgen is geen sinecure, vertelt professor Vermeerbergen: “Je maakt simultaan gebruik van je beide handen en je bovenlichaam, hoofd en gelaat. Zo kan je bijvoorbeeld je wenkbrauwen optrekken – waarmee je een vraag markeert –, tegelijkertijd nee schudden en met de linkerhand iets anders doen dan met de rechter.” Vermeerbergen heeft destijds dan ook een lans gebroken voor een vijfjarige opleiding. “Je wil geen tolken afleveren die fouten maken. Bovendien weten we uit onderzoek dat dove mensen beoordeeld kunnen worden op basis van de kwaliteit van de tolk. We zorgen dan ook dat onze studenten van bij het begin zoveel mogelijk kunnen oefenen, bijvoorbeeld door gebarencafés te organiseren, waar ze in contact komen met dove mensen.”
(De Wereld Vandaag, Radio 1, 18/09/2018)
JORIS
© Joris Snaet
Van Airbnb tot Zika
Onderzoekers beschrijven de smaak van 250 Belgische bieren in nieuw boek.
Lees het artikel op P.04
Vermeerbergen studeerde zelf Germaanse Filologie aan de VUB en schreef daar het allereerste doctoraat over de grammatica van Vlaamse Gebarentaal. “Ik ben destijds geïntrigeerd geraakt door de idee dat een taal kan bestaan in een volledig andere modaliteit – een visueel-gestuele modaliteit
in dit geval, met gebaren dus, en waarin ook gebruik wordt gemaakt van de ruimte. Nog steeds beseft niet iedereen dat een gebarentaal een volwaardige taal is, waarin je alles kan overbrengen. Bepaalde ideeën of concepten kan je zelfs preciezer uitdrukken dan in gesproken taal. Dat maakt van het tolken soms een hele uitdaging.” In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is er meer dan één gebarentaal. “Vele gebarentalen zijn ontstaan op het moment dat er een dovenschool werd opgericht en er een gemeenschap werd gevormd. In Nicaragua, waar pas vanaf de jaren tachtig structureel dovenonderwijs werd georganiseerd, heb je dus een heel jonge gebarentaal. Onze Vlaamse Gebarentaal daarentegen is al enkele eeuwen oud.” “Het bijzondere is dat je vandaag een versnelde taalontwikkeling ziet, als gevolg van een aantal maatschappelijke evoluties. Traditioneel was de dovengemeenschap vrij gesloten. Vandaag is er veel meer interactie met de horende maatschappij, onder meer dankzij tolken. Dove mensen gaan ook steeds vaker studeren en komen in diverse sectoren terecht. Dat zorgt voor een enorme uitbreiding van de woordenschat. Airbnb, Zika-virus, drone … voor elk nieuw begrip ontstaat een
NIEUWS 03
CAMPUSKRANT | 26 SEPTEMBER 2018 Kristy Jonckers toont de gebaren ‘Vlaams’ en ‘gebarentaal’. “In dit vak sta je nu eens op een trouwfeest een liedje te tolken en dan weer ben je tolk voor iemand die zonet bij een ongeval betrokken was.”
nieuw gebaar, net zoals dat in gesproken talen gebeurt met woorden. Nieuwe gebaren zijn soms iconisch – in de vorm van het gebaar herken je dan de betekenis – of het zijn samenstellingen van twee bestaande gebaren. Of ze worden ontleend aan een andere gebarentaal. Toen we in het Nederlands nog spraken over een werkwinkel had je in de Vlaamse Gebarentaal een samenstelling van het gebaar voor werken en het gebaar voor winkel. Nu zegt iedereen workshop en is de tegenhanger in de Vlaamse Gebarentaal een gebaar dat uit de Britse gebarentaal komt. Ook een gebarentaal leeft … ” Mompelen
Sommige gebarentalen lijken erg op elkaar, zegt Vermeerbergen: “De Waalse en de Vlaamse Gebarentaal bijvoorbeeld. Dat komt omdat er van oudsher veel contact en dus uitwisseling is geweest, maar ook omdat beide talen geïnspireerd zijn door de Franse gebarentaal – de grondleggers van sommige dovenscholen in onze streken zijn de mosterd gaan halen in Parijs. Dat verklaart wellicht ook waarom de Amerikaanse gebarentaal veel meer lijkt op de Franse dan op de Britse: voor één van de eerste dovenscholen in de VS werd een Parijse docent aangetrokken.” De Vlaamse Gebarentaal is nog altijd niet volledig beschreven en veel onderzoeksvragen blijven nog onbeantwoord, zegt Vermeerbergen. “Zo is er een duidelijk verschil te zien wanneer mensen in formele dan wel informele situaties gebruik maken van Vlaamse Gebarentaal. Maar wat er dan precies verschilt, daar kunnen we de vinger nog niet op leggen. Pubers zie je soms
“ Voor een tolk geldt: horen en vergeten” Kristy Jonckers werkt sinds vier jaar als tolk Vlaamse Gebarentaal. “Niet iedereen begrijpt onze rol even goed.” Sinds ze in 2014 afstudeerde is Kristy Jonckers (26) aan de slag als freelance tolk Vlaamse Gebarentaal. “Er zijn in Vlaanderen zesduizend dove mensen die geregeld Vlaamse Gebarentaal gebruiken. Zij kunnen jaarlijks een aantal tolkuren vergoed krijgen, voor onderwijs- en werkdoeleinden bijvoorbeeld, maar ook achttien tot zesendertig uur voor ‘maatschappelijke participatie’ – van begrafenissen tot buurtfeesten.” “Dat is natuurlijk veel te weinig als je er een sociaal leven op na wil houden”, zegt Kristy. “Nu is het zo dat mensen die uren vaak opsparen voor een bezoek aan de dokter of een oudercontact, en daarom andere dingen aan zich voorbij moeten laten gaan. Daarom wordt er voor geijverd om dat aantal uren op te trekken.” Discretie
Inmiddels heeft Kristy een aantal vaste klanten, voor wie ze bijvoorbeeld tolkt tijdens vergaderingen of andere gelegenheden op het werk. Niet altijd wordt haar rol dan even goed begrepen: “Ik heb al meegemaakt dat ik tolkte tijdens een bedrijfsopleiding en dat de lesgever er op aandrong dat ik mee deed met de oefeningen (lacht).” Zoals voor alle tolken geldt ook hier het adagium ‘vergeet wat er gezegd is’. “Discretie is bijzonder belangrijk. Je gaat tenslotte met men-
Myriam Vermeerbergen:
Je wil geen tolken afleveren die fouten maken. Bovendien weten we uit onderzoek dat dove mensen beoordeeld kunnen worden op basis van de kwaliteit van de tolk. ook wat nonchalant gebaren met één hand. Dat is een beetje vergelijkbaar met mompelen. De andere hand hebben ze dan in hun zakken, of ze zitten ermee op hun smartphone (lacht). Zo krijg ik soms ook videoboodschappen van dove collega’s die me nog snel-snel iets willen laten weten terwijl ze naar het station stappen. Het beeld durft dan weleens te schokken en het gebaren gebeurt natuurlijk met één hand, want met de andere hand houden ze hun smartphone vast. Voor wie Vlaamse Gebarentaal op latere leeftijd heeft geleerd, zoals ik, niet altijd makkelijk te begrijpen (lacht).”
Discretie is bijzonder belangrijk. Je gaat tenslotte met mensen mee naar de dokter, naar de bank … sen mee naar de dokter, naar de bank …” Soms groeit er een band en dat komt het tolkwerk ten goede: “Hoe beter je iemand kent, en hoe meer achtergrondinformatie je hebt, hoe beter je hem of haar begrijpt.” “In dit vak sta je nu eens op een trouwfeest een liedje te tolken – waarbij je naast de tekst ook het ritme en de emotie probeert over te brengen – en dan weer ben je tolk voor iemand die zonet bij een ongeval betrokken was. Ik ben ook al mogen gaan tolken in het buitenland. Soms net over de grens, maar soms ook aan de andere kant van de wereld. En tolken tijdens feestjes is natuurlijk ook plezierig. Helaas heb ik meestal mijn handen niet vrij om een hapje mee te eten (lacht).” (ivh)
04
NIEUWS
CAMPUSKRANT | 26 SEPTEMBER 2018 Kevin Verstrepen heft het glas op zijn boek: “Als we met de medewerkers van het lab op café gaan, valt het op dat wij allemaal eerst onze neus in het glas steken en druk becommentariëren wat we allemaal ruiken.”
BIERONDERZOEK IN BOEKVORM GEGOTEN
“ Argeloos een biertje drinken lukt niet meer” Belgisch Bier Getest en Geproefd is anders dan andere bierboeken. Het is de vrucht van een wetenschappelijk monnikenwerk van vijf jaar. De auteurs, professor Kevin Verstrepen en onderzoeker Miguel Roncoroni, analyseerden liefst 250 bieren in hun lab aan het Instituut voor Bieronderzoek van de KU Leuven en het VIB Centrum voor Microbiologie. TEKST: Peter Van Dyck | FOTO: Rob Stevens
“H
et frustreerde ons als wetenschappers een beetje dat we over zo weinig objectieve data beschikten”, vertelt professor Verstrepen over zijn drijfveer. “In de bestaande bierboeken vind je de mening van een expert die bieren heeft geproefd, ze beschrijft en er een rating aan geeft, maar accuraat is dat niet altijd en het zegt ook weinig. Vandaar het idee om onze geweldige Belgische bieren op een objectieve manier in kaart te brengen.” Het aroma van bieren wordt bepaald door honderden vluchtige stofjes. Het Leuvense lab kan deze identificeren dankzij de nieuwste apparatuur voor gaschromatografie. “Daarbij neem je een staal van de vluchtige componenten die boven het bier hangen”, legt de professor uit. “Die injecteren we vervolgens in een kolom, een lange buis waarin alle componenten van elkaar gescheiden worden, zodat we ze elk apart kunnen identificeren en meten. Professor Tom Wenseleers van het Departement Biologie heeft ons enorm geholpen met het schrijven van software om de vele
gegevens die uit deze test kwamen te verwerken.” Getrainde proevers
Voor de smaakanalyses stelden Verstrepen en Roncorini een proefpanel samen. “De selectie was zeer streng. Eerst hadden we dertig kandidaten, maar de helft viel af omdat ze niet voldeden. De overgebleven panelleden kregen een gedegen training en proefden blind, in zwarte glazen: helemaal volgens de regels van de kunst. Een proeverij blijft natuurlijk altijd een beetje subjectief, maar als je met een groot en bekwaam panel werkt, levert het toch numerieke data op.” Aan de hand van de verzamelde data konden de onderzoekers een kaart van de Belgische bieren samenstellen. Kevin Verstrepen: “Rechts onderaan op de kaart staan bijvoorbeeld de meest bitter smakende bieren. Stel dat je een Duvel-liefhebber bent en graag eens iets bitterders wil, dan kun je makkelijk nagaan welk bier je best probeert.”
Kevin Verstrepen:
In de meeste boeken proeft een expert bieren, beschrijft ze en geeft een rating. Accuraat is dat niet altijd, en het zegt ook weinig.
analyses legden professor Verstrepen en zijn team de volledige aromastructuren van de bieren bloot. Wat zijn de verrassendste resultaten als je die naast elkaar legt? “Je hoort vaak dat er geen verschil zou zijn tussen Westvleteren en St. Bernardus Abt 12, maar wij hebben wetenschappelijk kunnen aantonen dat dat niet helemaal klopt, al liggen ze duidelijk wel dicht bij elkaar. Op een eilandje Soms bleken bieren een andere stijl te Door de componenten- en smaak hebben dan die waar ze zich voor uit-
geven. Zo hebben we de Amerikaanse trappist Spencer onderzocht, en die blijkt toch af te wijken van wat wij als een trappist beschouwen.” “De kaart toont ook welke bieren op een eilandje liggen, dat zijn de écht speciale bieren. Het heel fruitige en zoete Lindemans Pêcheresse is zo’n buitenbeentje. Orval is ook uniek. Dat is een trappist met zeer specifieke aroma’s.” Kan de professor zelf nog genieten van een biertje zonder direct aan het analyseren te slaan? Hij lacht. “Als we met de medewerkers van het lab op café gaan, valt het op dat wij allemaal eerst onze neus in het glas steken en druk becommentariëren wat we allemaal ruiken. En als de tapleidingen in het café niet goed onderhouden zijn, proeven wij dat meteen. Dat is het nadeel van de training, je wordt daar een beetje een snob door. Argeloos een biertje drinken lukt dus niet meer. Mijn lievelingsbier? Dat hangt van de omstandigheden af. Na het maaien van het gazon kan een pils geweldig goed smaken, maar na een stevig etentje of in de winter grijp ik sneller naar een bruin bier.”
OPENLESDAGEN Volg tijdens de herfstvakantie les tussen KU Leuven-studenten op verschillende locaties in Vlaanderen. www.kuleuven.be/openles
‘Belgisch Bier Getest en Geproefd’ is uitgegeven bij Lannoo. Een deel van de opbrengsten gaat naar Wetenschap op Stap (wetenschappelijke projecten voor schoolkinderen van 11 en 12 jaar).
Campuskrant mag drie exemplaren van het boek weggeven. Stuur vóór 22 oktober een e-mail met onderwerp ‘boek Belgisch Bier Getest’ en uw adresgegevens naar nieuws@ kuleuven.be. De winnaars worden persoonlijk op de hoogte gebracht.
NIEUWS 05
© KU Leuven | Filip Van Loock
CAMPUSKRANT | 26 SEPTEMBER 2018
IN BEELD
Traditioneel, maar toch weer anders gemeester mag bedanken voor “drie decennia van wijs leiderschap” – zoals de lovende woorden luidden waarmee hij Louis Tobback bedacht. Er was ook bijzondere aandacht voor wijlen Oscar Romero, de Salvadoraanse aartsbisschop, martelaar en eredoctor van de KU Leuven. Volgende maand wordt hij heilig verklaard. (Lees het artikel op P.06-07.) Tijdens de academische zitting pleitte onderzoeker Isolde Buysse er namens het Academisch Personeel voor om te investeren in de houdbaarheid van onze loopbaan, onder
Hoof enkele thema’s op die de Studentenraad concreet wil aankaarten, zoals het beheersen van studiekosten, het vroeger vrijgeven van de herexamendata, en het verzekeren van gelijkwaardige studentenvoorzieningen op alle campussen. Na de toespraken en een muzikaal intermezzo restte de rector enkel nog te eindigen met: “Dan verklaar ik het academiejaar officieel voor geopend!”
Een uitgebreid verslag leest u op nieuws.kuleuven.be/verslagopening
© KU Leuven | Rob Stevens
© KU Leuven | Rob Stevens
© KU Leuven | Rob Stevens
Op maandag 24 september werd academiejaar 2018-2019 officieel geopend. De traditionele ingrediënten zaten ook deze keer in de mix: de stoet der togati, de eucharistieviering in de Sint-Pieterskerk, de academische zitting ... Maar elk jaar zijn er ook elementen die de opening van het academiejaar anders dan de vorige maken. Het thema van de openingstoespraak bijvoorbeeld: rector Luc Sels wijdde zijn rede volledig aan wetenschappelijke integriteit (zie coverartikel). Het gebeurt ook niet elk jaar dat de rector een afscheidnemend bur-
meer door in te zetten op kwaliteitsvolle werkomstandigheden. Alleen zo krijg je een universiteit die duurzaam is in de letterlijke betekenis van dat woord: “geschikt om lang te bestaan”. ATP-vertegenwoordiger Matthias Meirlaen vertelde hoe het Administratief en Technisch Personeel droomt van cocreatie: graag zouden ze in groepjes en autonoom meedenken over beleidsthema’s en daar advies over formuleren. Dat zou het enthousiasme en de betrokkenheid bij het ATP verder vergroten. Studentenvertegenwoordiger Robbe Van Hoof pleitte voor de vrijheid om als jongeren en studenten alles in vraag te kunnen stellen en dat op alle echelons, “van het kleinste dorp tot in het Europese Parlement”. Op het niveau van de universiteit somde Van
06
GESCHIEDENIS
CAMPUSKRANT | 26 SEPTEMBER 2018
EREDOCTOR EN MARTELAAR WORDT OP 14 OKTOBER HEILIG VERKLAARD
Oscar Romero:
Hij sprak vrijuit, en betaalde met zijn leven. “Muy estimado Doctor de Somer …” Het is de aanhef van een brief die op 24 maart 1980 ter ondertekening klaarligt op het bureau van de Salvadoraanse aartsbisschop Oscar Romero. Hij wil rector Piet De Somer danken voor de warme ontvangst zes weken eerder, toen hij in Leuven een eredoctoraat ontving. Maar Romero zal zijn handtekening niet meer kunnen zetten ...
kracht won. “Na Vaticaan II en de grote bisschoppenconferentie van Medellin in 1968 groeide het besef dat de Kerk niet gelaten kon toekijken terwijl structurele armoede en geweld welig tierden”, zegt Jacques Haers. “De Kerk diende resoluut partij te kiezen voor de armen. Aanvan
TEKST: Ludo Meyvis | FOTO: Universiteitsarchief KU Leuven – Yves Smets, Photo News
D
ie avond houdt een wagen halt bij de kapel van het Hospitaal van de God delijke Voorzienigheid. Romero heeft net zijn homilie voltooid. Eén schot weerklinkt. Romero valt neer, getrof fen in het hart. Hosties zitten onder het bloed. De schutter verdwijnt, beheerst, goed voorbereid. Romero was op dat moment al een held voor de bevolking van El Salvador. Nu werd hij ook martelaar, een held van de Kerk. En dat is hij gebleven. In 2015 volgde de zaligverklaring, en op 14 ok tober 2018 wordt hij heilig verklaard. “Daarmee geeft de Kerk aan dat Ro mero een voorbeeld was, iemand die het geloof van de Kerk belichaamt, net zoals een universiteit in een eredoctor haar waarden erkent”, zegt professor Jacques Haers, pastor van de Universi taire Parochie, die Romero uitvoerig be lichtte in de misviering tijdens de ope ning van het academiejaar. “Zijn foto
staat nog altijd op een ereplaats in de Begijnhofkerk.” Doodseskaders
Waaraan dankt Romero zijn internati onale renommée? Voor het antwoord op die vraag gaan we naar het woelige, gewelddadige El Salvador van zijn tijd. Het land kende een groot sociaalecono misch onevenwicht, in stand gehouden door de maatschappelijke top. Verzet tegen wie de lakens uitdeelde, werd be antwoord met bikkelhard geweld, straf expedities, ontvoeringen, martelingen, moorden. Als priester en later als bis schop was Romero niet blind voor de situatie van zijn landgenoten of de chaos veroorzaakt door terreur, maar zijn kri tiek bleef in de luwte. Toen hij in 1977 aartsbisschop werd, was dat het regime zelfs niet onwelgevallig. Dat veranderde snel. Kort na zijn benoeming werd zijn goede vriend en geestverwant, de jezuïet Rutilio Grande,
door doodseskaders vermoord. Die es kaders werden, al naargelang de po litieke kleur van de machthebbers, gesteund, geduld of bekampt. In alle gevallen waren ze moorddadig. Tien tallen, honderden, duizenden mensen werden ontvoerd, gemarteld of eenvou dig gedood, jarenlang. Romero was diep geschokt en kon niet langer stil blijven. Het jaar van zijn benoeming werd meteen een scharnier jaar. Zijn homilies ontwikkelden zich snel tot aanklachten tegen het regime en tegen het chronische geweld in El Sal vador. Hij ontpopte zich op korte tijd tot een door het regime gevreesde en daar om voortdurend met de dood bedreigde leider. Hij lag op ramkoers met de offi ciële en officieuze machthebbers in zijn land, maar werd op handen gedragen door de vele rechteloze boeren. De verontwaardiging die Romero uit schreeuwt, vind je ook in terug in de be vrijdingstheologie die in die jaren aan
UP-pastor Jacques Haers:
Het besef groeide dat de Kerk niet gelaten kon toekijken terwijl armoede en geweld welig tierden. Ze moest resoluut partij kiezen voor de armen.
kelijk gebruikten bevrijdingstheologen marxistische verklaringsmodellen, maar gaandeweg werd de analyse verfijnd en complexer. Grote namen als Gustavo Gu tiérrez, Leonardo Boff en Jon Sobrino bouwden de bevrijdingstheologie verder
LEER ER JE STUDENTENSTAD EN MEDESTUDENTEN BETER KENNEN!
STUDENTEN
WELKOM
LEUVEN
GRATIS TOEGANG!
WOENSDAG 3 OKTOBER LADEUZEPLEIN
LINE-UP : IN BETWEEN SETS: DJ MASAI 18U00 BLU SAMU 19U20 BROEDERLIEFDE 21U00 KRAANTJE PAPPIE #StuWel www.studentenwelkom.be
L OKO
de Leuvense studentenkoepel
EMPOWERED BY
GESCHIEDENIS
CAMPUSKRANT | 26 SEPTEMBER 2018
2 februari 1980. Oscar Romero ontvangt een Leuvens eredoctoraat uit handen van rector Piet De Somer: “Onze universiteit volgde hem al geruime tijd met bewondering”, zegt Jacques Haers, pastor van de Universitaire Parochie.
uit, niet altijd met enthousiaste instemming van de Vaticaanse instanties.” “De bevrijdingstheologie wordt gelinkt aan Latijns-Amerika, maar mag daar zeker niet toe beperkt worden. De band tussen theologische beschouwing en concrete actie wekte veel enthousiasme, ook in Europa, ook in Leuven. Onze theologen, waaronder Georges De Schrijver, werkten gedreven mee aan de nieuwe aanpak, en ook nu nog bestaat hier veel interesse voor de bevrijdingstheologie.” “Ook Oscar Romero wordt dus in die lijn geplaatst, al was hij niet de man van de grote theologische visie. Hij stond voor radicale pastorale inzet, ondersteund door gedegen theologen.” Radio Romero
Terug naar San Salvador, 1979. De media waren inmiddels monddood. Romero was zowat de enige die nog relatief vrijuit kon spreken, in de eucharistieviering. Hij werd daarvoor gehaat door het regime,
maar bewonderd door de arme bevolkingsgroepen – en door waarnemers uit het buitenland. Britse en Amerikaanse parlementsleden droegen hem voor als kandidaat voor de Nobelprijs voor de Vrede. In zijn preken voorzag Romero ook in een zekere vorm van nieuwsverspreiding. Hij ‘besprak’ de meest recente moorden op boeren en arbeiders. Zijn uiteenzettingen werden een tijdlang opgenomen en via een radiostation van de kerk verspreid. Zijn programma’s hadden de hoogste luisterdichtheid van het hele land – tot ook het radiostation opgeblazen werd. Alleen de kansel bleef over. Begin 1980 vertrok Romero naar Europa, onder andere naar Leuven, waar hij op 2 februari 1980 een eredoctoraat ontving, samen met onder meer de Zuid-Afrikaanse schrijfster Nadine Gordimer. Romero gaf een toespraak over ‘De politieke dimensie van het geloof vanuit de keuze voor de armen’. Die
Gratis voor Cultuurkaarthouders KU Leuven
woorden – politiek, geloof, armen – zijn tekenend voor het leven van Romero. Ze verwoorden het conflict dat hem het leven zou kosten. “Onze universiteit had hem al een tijd bewonderend gevolgd, de Universitaire Parochie voorop. Bij zijn bezoek aan Leuven werd hij dan ook warm verwelkomd”, zegt Jacques Haers. Zes weken na zijn terugkeer naar San Salvador trof een kogel Romero en het Salvadoraanse volk in het hart. Op 29 maart volgde zijn begrafenis, bijgewoond door meer dan een kwart miljoen medeburgers. Plots weerklonken schoten, officieel eenendertig slachtoffers, in werkelijkheid misschien meer dan vijftig, … Volgens velen was het de aanzet tot de burgeroorlog, die, met tussenpozen, het land nog meer dan tien jaar zou verscheuren en nog duizenden doden zou eisen. Lasbrander
Oscar Romero was een martelaar gewor-
den. Wie achter de moord zat, is nooit onbetwist bewezen. De meeste instanties, ook de VN in een rapport enkele jaren later, gaan ervan uit dat het bevel afkomstig was van majoor Roberto d’Aubuisson, sterke man van de doodseskaders. Zijn bijnaam was ‘Bob Blowtorch’, Bob Lasbrander, naar zijn favoriete marteltuig. D’Aubuisson werd enkele weken na de moord wel opgepakt, maar even gauw onder militaire druk weer vrijgelaten. Officieel is de moordenaar nooit gevonden. Romero werd nooit vergeten. Er gingen al gauw stemmen op om hem heilig te laten verklaren. Dat liet nog even op zich wachten, maar in 2015 werd de eerste belangrijke stap gezet met zijn zaligverklaring. Meer dan 250.000 Salvadoranen woonden toen de plechtigheid bij. Op 14 oktober wordt hij in Rome heilig verklaard. Lees Romero’s toespraak op nieuws.kuleuven.be/toespraakromero
07
08
BELEID
CAMPUSKRANT | 26 SEPTEMBER 2018
INTERVIEW RECTOR LUC SELS MAAKT EEN TUSSENSTAND OP NA ÉÉN JAAR AAN HET ROER
“ Je moet jezelf blijven, anders bouw je spanningen op” Rector Luc Sels is naar eigen zeggen geen liefhebber van jubilea en verjaardagen, zeker niet als hij zelf het lijdend voorwerp is. Toch bood hij slechts kortstondig verzet tegen onze kordate pogingen om een gesprekje over zijn eerste jaar als rector te hebben. Zolang we ook maar over de toekomst konden praten. TEKST: Ludo Meyvis | FOTO: Rob Stevens
E
en interview dus, al springt de rector daar spaarzaam mee om. “Ik probeer baas over mijn tijd te blijven, ten bate van het bestuur en de externe vertegenwoordiging van deze mooie universiteit”, zegt hij. “Op een dag met vijf interviews en drie toespraken doe je verder nog weinig anders. Dus probeer ik het aantal publieke momenten, ook in de media, in balans te houden met de vele andere opdrachten.” Verder geen klachten over de omgang met de pers?
Luc Sels: “Die levert doorgaans goed werk. Wat ik wel een probleem vind, maar dat is wellicht eigen aan de tijd, is dat er nauwelijks nog tijd is tussen een gebeurtenis en het verslag daarover. Onlangs was ik te gast bij Radio 1. Letterlijk twin-tig minuten later stond er bij sommige media al heel wat online. Sorry, maar dat kán niet. Dan is er hooguit nog tijd voor een paar quotes of voor wat gratuite beweringen, niet voor gedegen journalistieke reflectie. De neiging om alles in te korten tot een tweet, de haast waarmee alles kennelijk moet gebeuren, dat vraagt aandacht.” Wij kunnen gelukkig onze tijd nemen. Bijvoorbeeld voor deze vraag: hoe zou u uw gevoel na iets meer dan een jaar rectoraat samenvatten?
Sels: “Misschien toch wel trots om wat
verwezenlijkt is en om wat op de rails staat. Maar ook omdat ik mag werken in een verdomd sterke groep, met het Gebu en de Academische Raad, en met de vele omkaderende diensten, die altijd weer zorgen voor professionele steun in wat je wil realiseren.” “Het blijft natuurlijk keihard werken. Maar ik probeer het te verzoenen met mijn privéleven. Ik breng nog vaak de kinderen naar school. Of ik probeer hen te betrekken bij dingen die in Leuven gebeuren. Toen onlangs de nieuwe klokken in de Parkabdij geïnstalleerd werden, heb ik de twee jongsten meegenomen. Ik heb nauwkeurig uitgelegd hoe die klokken vanuit Rome naar hier gevlogen zijn, net zoals met Pasen.” “Ach, je moet jezelf blijven, ook thuis. Als ik in mijn werk een of andere frustratie oploop, maak ik daar thuis geen geheim van. Als je dat wel probeert, bouw je spanningen op. Nergens goed voor. Maar ik denk dat ik het nog wel rooi. Ik voel nog geen scheiding om de hoek.” Welke stap uit het voorbije jaar maakt u het meest enthousiast?
Sels: “Dat we een financieel goed ondersteund beleidsplan hebben, met belangrijke keuzes voor de toekomst. Dat zijn dus geen flauwe bespiegelingen over wat we zouden kunnen doen, maar effectieve beslissingen over wat we zúllen doen, met geld dat ervoor vrijgemaakt
We hebben misschien wel de grootste moslim gemeenschap van alle Belgische universiteiten en een goed draaiende studentenmoskee. Maar haast niemand weet dat. Dat moeten we meer durven zéggen.
is, met verbanden met andere beleidsdomeinen.” “Ik vind het vooral van belang dat strategische plannen concrete vertaling krijgen. Zo zegt elke universiteit wellicht wel dat ze duurzaam wil zijn. Wij maken dat ook concreet, bijvoorbeeld met reële – dus financieel voelbare – engagementen rond een vliegbijdrage. Wie wil vliegen, nodigen we uit om een CO2-bijdrage te storten in een klimaatfonds. Het is daarbij niet het bedrag dat telt, maar de sensibilisering.” “Ik ben ook erg enthousiast over de
vooruitgang op diversiteitsvlak. Inclusie wordt daarin nog belangrijker. Drempels wegwerken, om zo tot duurzame resultaten te komen. Duurzaamheid en diversiteit, ook in de loopbaan. Diversiteit is nooit geïsoleerd, maar heeft te maken met onderwijs, met personeelsbeleid, met cultuur, noem maar op. En we moeten ook durven affirmeren wat al gedaan is. Een eenvoudig voorbeeld: we hebben misschien wel de grootste moslimgemeenschap van alle Belgische universiteiten en een goed draaiende studentenmoskee. Maar haast niemand weet dat. Dat moeten we meer durven zéggen.” Over die andere universiteiten gesproken: wat is er waar van sommige mediaverhalen over wrijvingen?
Sels: “Er zijn geen ruzies. Discussies wel, maar daarvoor ontmoet je elkaar toch juist? We zien elkaar zowat wekelijks, in diverse instanties. Het overleg is altijd erg respectvol, ook al zijn er verschillen, onder andere rond financiering. Zoals: waar gaan we met het Bijzonder Onderzoeksfonds naartoe, erg belangrijk voor accenten in ons onderzoeksbeleid. Maar we kunnen met één stem spreken. Dat is belangrijk in de verhouding tussen de universiteiten en de overheid, zeker wanneer volgend jaar een nieuwe regeringsploeg aantreedt. Spannende tijden!”
BELEID 09
CAMPUSKRANT | 26 SEPTEMBER 2018
“ Wij leven van integriteit” vervolg van P.01 Niet wegmoffelen
“De thematiek hoort zeker niet thuis in het politionele sfeertje. De sancties zijn er omdat ze nodig zijn, maar als we ze moeten uitspreken, is het eigenlijk al te laat. Het échte werk gericht op wetenschappelijke integriteit moet veel vroeger beginnen. Dát is de kern van mijn uiteenzetting, positieve en concrete dingen die we kunnen doen. Dan denk ik aan initiatieven als het Bonn Printeger Statement van begin 2018. Dat schetst een reeks heel werkbare aanbevelingen voor bestuurders en onderzoeksleiders. Het gaat bijvoorbeeld om vorming rond wetenschappelijke integriteit, met training en mentoring, of over maatregelen gericht op een open dialoog, de transparante behandeling van inbreuken, een goed klokkenluidersbeleid enzovoort.” “Voor de KU Leuven zijn de Bonn Printeger-aanbevelingen erg inspirerend. Betere vorming en informatieverspreiding zijn evident noodzakelijk. Klokkenluiders moeten we nog beter beschermen. We willen ook extra inspanningen leveren om de afspraken in verband met auteurschap beter te doen naleven. “Verder willen we ons ook inschrijven in de Metrics for Ethics-beweging, om zo meer zicht te krijgen op het onderzoeksklimaat aan onze universiteit. Met SOuRCe – de Sur vey of Organizational Research Climate – kan je daar concrete invulling aan geven. Die survey legt
onderzoekers een aantal standaardvragen voor en gaat zo na in hoeverre een universiteit een klimaat van wetenschappelijke integriteit heeft. De resultaten van zo’n bevraging zouden ons een spiegel kunnen voorhouden, maar ook de bewustwording kunnen bevorderen.”
De sancties zijn er omdat ze nodig zijn, maar als we ze moeten uitspreken, is het eigenlijk al te laat. Het échte werk moet veel vroeger beginnen.
“We moeten ook alert blijven voor de doelstellingen die we vooropstellen. Zijn die haalbaar? Te hoog? Ook niet onbelangrijk is dat onze leidinggevenden echt goed weten wat wetenschappelijke integriteit is, zodat ze een goede mentor kunnen zijn voor jonge onderzoekers. En als er dan uiteindelijk toch gesanctioneerd zou moeten worden, zouden we veel baat hebben bij een flexibeler systeem. Nu
hebben we de blaam, schorsing, terugzetting in graad en ontslag. Dat is te weinig en te rigide.” “Communicatie rond wetenschappelijke integriteit moet verlopen in een sfeer waarin vertrouwelijkheid en openheid met elkaar verzoend worden. Integriteitsproblemen moet je nooit wegmoffelen. Je moet er juist open over communiceren – natuurlijk wel met respect voor privacy en de rechten van de verdediging.” Geen schandpaal of heksenjacht
“Ik wil met mijn toespraak ook een signaal geven aan de politieke wereld dat de universiteit prima in staat is om zelf de omgang met integriteit in goede banen te leiden. Tegelijk wil ik een lans breken voor diepgaander onderzoek naar een aantal veronderstelde oorzaken van integriteitsproblemen. Treft het publicatieklimaat werkelijk zoveel schuld? Speelt de schaalgrootte van onderzoeksgroepen écht een rol: heb je meer kans op problemen in grote dan in kleine groepen?” “Rond integriteit moet je een duidelijk maar genuanceerd discours opzetten. Niemand is gebaat bij een schandpaal of een heksenjacht. Elk geval is anders. Vandaar dat ik het gevoelige monnikenwerk van de Commissie voor Wetenschappelijke Integriteit (CWI) zo waardeer. Door wetenschappelijke integriteit nu tot een ‘prioriteit van de rector’ te maken, wil ik onderstrepen dat de zaak mij zeer ter harte gaat en dat ze de universiteit als geheel raakt. We kunnen er niet genoeg alertheid voor ontwikkelen.” De toespraak van rector Sels leest u op kuleuven.be/opening Commissie voor Wetenschappelijke Integriteit: www.kuleuven.be/cwi
Benoemd of onderscheiden • Professor Peter Carmeliet (Laboratorium voor Angiogenese en Vasculair Metabolisme (VIB-KU Leuven Center for Cancer Biology)) heeft de Dr. A.H. Heinekenprijs voor Geneeskunde ontvangen van de Koninklijke Neder landse Akademie van Wetenschappen. • Ererector André Oosterlinck, voorzitter van de Associatie KU Leuven, ontving de Aureus VIVES prijs van hogeschool VIVES. • Tom Beckers en postdoctoraal onderzoeker Laura Luyten (Centrum voor Leerpsychologie en Experimentele Psychopathologie) ontvingen de Preclinical Network Data Prize van de European College of Neuropsycho pharmacology (ECNP). Aan de prijs is een geldbedrag van 10.000 euro verbonden. • Professor Geert Verbeke (Leuvens Biostatistiek en Statistische Bioinformatica Centrum) werd verkozen tot voorzitter van de International Bio metric Society (IBS) voor de periode januari 2020 tot december 2021. Het voorzitterschap wordt voorafgegaan en gevolgd door telkens één jaar in de functie van ondervoorzitter. • Professor Koen Binnemans (Departement Chemie) werd verkozen tot fellow van de ChemPubSoc Europe. Hij ontving ook de driejaarlijkse prijs LeCoq de Boisbaudran van de Euro pean Rare Earth and Actinide Society. • Professor Anne-Françoise Morel (Departement Architectuur) en professor Bart Van Den Bossche (Onderzoeksgroep Franse, Italiaanse en Spaanse Literatuur) vertegenwoordigen sinds juli 2018 de KU Leuven in de Wetenschappelijke Raad van de
Academia Belgica in Rome. De Academia Belgica wil de relaties tussen Italië en België bevorderen via culturele of wetenschappelijke uitwisselingen. • Professor Wim Decock (Onder zoeks eenheid Romeins Recht en Rechtsgeschiedenis) werd verkozen tot directeur van Lectio (Leuven Cen tre for the Study of the Transmission of Texts and Ideas in Antiquity, the Mid dle Ages and the Renaissance). • Doctorandi Gertjan Franken en Tom Van Goethem, en professor Wouter Joosen (DistriNet-groep, Afdeling Informatica) werden voor hun onderzoek naar webveiligheid bekroond met de Distinguished Paper Award van USENIX (Advanced Com puting Systems Association) en met de Internet Defense Prize van Facebook, ter waarde van 100.000 dollar. • Professoren Rozane De Cock en Bieke Zaman (Instituut voor Mediastudies) ontvingen de Maatschappijprijs, uitgereikt door de Groep Humane Wetenschappen. Ze kregen de prijs voor hun onderzoek ‘Grensvervaging tussen gamen en gokken bij kinderen’. • Studententeam Formula Electric Belgium, samengesteld uit studenten van KU Leuven en Thomas More, behaalde de prijs voor beste ontwerp met de elektrische racewagen die ze ontwikkelden tijdens de internationale ontwerpwedstrijd Formula Stu dent Czech Republic. • Robina Aerts en Noémie Schenk ontvangen de Prijs prof. dr. J. De Groote voor hun masterstage geneeskunde. De prijs omvat een cheque ter waarde van 1.000 euro.
IN BEELD
© KU Leuven | Rob Stevens
Benenwerk Nog voor het academiejaar van start gegaan was, werkten 2.000 personeelsleden van de campussen in Leuven, Gent en Diepenbeek zich midden september al in het zweet. Tijdens de University Trail konden ze in teams al lopend (5 of 10km) of wandelend (5 km) een gevarieerd parcours afleggen. De deelnemers in Leuven doorkruisten onder meer het voetbalstadion van Oud-Heverlee Leuven, studentenrestaurant Alma 3 en residentie De Vesten. Het ging overigens niet om ter snelst, het plezier stond centraal. Als er al enige wedijver was, dan was het die voor de origineelste teamnaam. We zagen een groepje woeste wandelaars met de naam ‘Not Fast, Just Furious’ op de rug gespeld, terwijl de lopers van ‘Rest In Pace’ hun best deden om een constant ritme aan te houden. En onze eigen Nieuwsdienst, die liep voor één keer ‘Achter de feiten’.
10
EXPO
CAMPUSKRANT | 26 SEPTEMBER 2018
FESTIVAL BRENGT VIJF EEUWEN ARENBERG TOT LEVEN
Blauw bloed
in Heverlee Dit najaar staan de hertogen van Arenberg – die van het kasteel – drie maanden lang in de kijker tijdens het festival Vijf eeuwen Arenberg. Koninginnenstuk wordt een tentoonstelling in museum M met een selectie grandioze kunstwerken die ooit door de adellijke familie verzameld werden. Maar wie zijn die Arenbergs eigenlijk? Ine Van Houdenhove
Sporen in Leuven Het kasteel in Heverlee en het gebouw van STUK in de Naamsestraat getuigen ook vandaag nog van de band die er eeuwenlang bestond tussen de adellijke familie Arenberg en de universiteit. Toen rond 1450 de laatste heer van Heverlee bankroet ging, kwam het kasteel in handen van de familie Croÿ. Via een strategisch huwelijk ging het vervolgens over op de hertogen van Arenberg. Bij het landgoed hoorde een enorm boscomplex, dat als jachtgebied – maar ook vanwege de houtopbrengst – veel inkomsten opleverde en waarover angstvallig gewaakt werd. Daardoor is het ongerept behouden gebleven tot op de dag van vandaag en vormt het een reusachtige groene long voor de Leuvense agglomeratie.
© Bruno Vandermeulen – KU Leuven
de tot de achttiende eeuw afspeelde in de Lage Landen waren de Arenbergs Duitse rijksvorsten. Sinds 1576 bestuurden ze als soevereine Fürst een klein vorstendom in de Eifel, tussen Keulen en Koblenz. Zeventig jaar later ontvangen ze een nog hogere adellijke titel: die van hertog. Om binnen hun eigen stand te kunnen trouwen, zullen de Arenbergs de eeuwen die volgen zoeken naar huwelijkspartners in heel Europa – althans de katholieke landen die onder Habsburgs bewind staan.” temps perdu van Proust, waar ze wordt geïnviteerd door de (fictieve) hertogin van Guermantes. Vandaag zetten de Arenbergs zich in om het collectieve geheugen van de familie te delen met een breed publiek via de Arenberg Foundation. De vereniging wil de belangstelling voor de Europese geschiedenis stimuleren en de dialoog tussen culturen bevorderen om zo bij te dragen tot de Europese integratie, onder meer door het uitreiken van de Arenbergprijzen voor geschiedenis.
De Arenbergs verspreiden zich ook over onze contreien. Van de zestiende tot de achttiende eeuw vervullen de hertogen hier politieke en militaire opdrachten voor de Habsburgse dynastie, als gouverneur of stadhouder in de provincie, of als veldheer. Tot hun belangrijkste residenties behoren het kasteel van Edingen en het Arenbergpaleis – nu Egmontpaleis – in Brussel. In de negentiende eeuw verdwijnt de familie van het publieke toneel. Met de Duitse eenmaking komt er een einde aan
de soevereiniteit van de Arenbergs. Tegelijk vergaren ze reusachtige rijkdom, dankzij de ontdekking van steenkool op hun domeinen in de Ruhr. Ze verwerven onder meer het slot Nordkirchen in Duitsland, ook wel het Versailles van Westfalen genoemd. Het portret uit 1900 van Hedwige van Ligne, hertogin Engelbert Maria van Arenberg, dat het campagnebeeld is voor Macht en Schoonheid (zie afbeelding hierboven) toont een dame uit de internationale jetset. Leuk detail: deze duchesse d’Arenberg duikt op in À la recherche du
Tijdens de Eerste Wereldoorlog wilde hertog Engelbert Maria het kasteel in Heverlee schenken aan de universiteit, die haar bibliotheek in vlammen had zien opgaan. Maar de rector en de kardinaal achtten het niet opportuun om nog tijdens de Duitse bezetting een dergelijk geschenk te aanvaarden, temeer omdat de hertog zelf dienst had genomen in het Duitse leger. Na de oorlog werden het landgoed en de bossen door de Belgische staat in beslag genomen. Met de hulp van mecenassen slaagde de universiteit er in de jaren twintig in om het kasteel en het bijbehorende park te verwerven. Er werd een riante campus in het groen aangelegd, naar Amerikaans model – wat heel vernieuwend was in die tijd. Aanvankelijk wilde Ladeuze er de meisjesstudenten huisvesten die zich sinds 1920 mochten inschrijven aan de
universiteit, maar uiteindelijk werden de wetenschapsfaculteiten er ondergebracht. Het kasteel zelf biedt ook vandaag nog onderdak aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen. Ook het gebouw van Kunstencentrum STUK is een tastbare herinnering aan de hertogen van Arenberg. Aan het begin van de twintigste eeuw schonken hertog Engelbert Maria en de hertogin-douairière Eleonora Ursula tweehonderdduizend goudfrank – een enorm bedrag – om een allermodernst laboratorium voor scheikunde te bouwen. Het werd het Arenberginstituut
Jetset
Portret van hertogin Engelbert Maria van Arenberg, née Hedwige de Ligne, door Guyla Benczur, 1900
© KU Leuven | Rob Stevens
D
e geschiedenis van het adellijke geslacht Arenberg is onlosmakelijk verbonden met die van de Leuvense universiteit. Daarvan getuigen onder meer het kasteel in Heverlee en het gebouw van STUK in de Naamsestraat (zie artikel hieronder – red.) Daarom is de KU Leuven – samen met Stad Leuven, museum M, de Arenberg Foundation en diverse Leuvense culturele instellingen – één van de initiatiefnemers en organisatoren van een groots festival, dat loopt van 20 oktober tot 20 januari. Anne Verbrugge (Dienst Kunstpatrimonium) en Mark Derez (Universiteitsarchief) namen samen met Peter Carpreau van M het curatorschap op zich van Macht en Schoonheid. De tentoonstelling presenteert kunstwerken uit binnen- en buitenland die een band hebben met de Arenbergs (zie artikel hiernaast – red.). De afgelopen maanden hebben Derez en Verbrugge zich verdiept in de geschiedenis van het oude adellijke geslacht: “Hoewel het grootste deel van hun publieke leven zich van de zestien-
of het Jan-Pieter Minckelersinstituut genoemd, en was net op tijd klaar voor de viering in 1909 van de vijfenzeventigste verjaardag van de opening van de Katholieke Universiteit. In 2002 nam kunstencentrum STUK zijn intrek in het prachtig verbouwde pand. (ivh)
De Arenbergs lieten wel meer sporen na in Leuven. Die kan je tijdens het festival ontdekken via een aantal stadswandelingen en een app. Info: www.arenbergleuven.be
EXPO
CAMPUSKRANT | 26 SEPTEMBER 2018
11
Barend van Orley en atelier, Honor (deel van Los Honores), ontwerp voor 1520; geweven tussen 1525 en 1532
© Metropolitan Museum of Art, New York
Een welhaast vorstelijke collectie Werk van Rubens, Veronese, Jordaens … maar ook een monumentaal wandtapijt, kostbare handschriften en antiquiteiten uit Egypte en Griekenland. In de loop der eeuwen verzamelden de Arenbergs heel wat kunstschatten. Een selectie daaruit wordt nu voor de eerste keer samengebracht tijdens de expo Macht en Schoonheid. De Arenbergs. Ine Van Houdenhove
Campuskrant mag drie duotickets voor de tentoonstelling ‘Macht en Schoonheid’ en drie exemplaren van het bijhorende boek weggeven. Stuur vóór 22 oktober een e-mail met onderwerp ‘tickets Macht en Schoonheid’ en/of een e-mail met onderwerp ‘boek Arenberg’ en uw adresgegevens naar nieuws@ kuleuven.be. De winnaars worden persoonlijk op de hoogte gebracht.
B
ij de vorstelijke way of life die de hertogen van Arenberg leidden vanaf de zestiende eeuw hoorde kunst verzamelen, en opdracht geven tot kunst, vertelt Anne Verbrugge van de Dienst Kunstpatrimonium. “Voor deze tentoonstelling moesten we een keuze maken uit een gigantische collectie schilderijen en andere kunstobjecten die in musea overal ter wereld zijn terechtgekomen, of in particuliere verzamelingen die zelden of nooit toegankelijk zijn voor het publiek. Onder meer de National Portrait Gallery, de National Gallery, het Victoria and Albert Museum, het Metropolitan Museum en het Kunsthistorisches Museum Wien hebben werken in bruikleen gegeven. Zo komen topstukken van Rubens, Veronese, Brueghel, Dürer en vele anderen voor de eerste keer samen in M.” Er zijn in de wereld een dozijn kunstwerken en manuscripten die ‘Arenberg’ genoemd worden, weet Anne Verbrugge. “Bijvoorbeeld de Arenberg-Jordaens, die ook naar Leuven komt. Of het dertiende-eeuwse Arenberg-basin, een middeleeuws bekken uit Syrië, dat helaas volgens de bepalingen van het testament van de schenker de VS niet mag verlaten. De naam Arenberg gold en geldt in ieder geval overal als een kwaliteitslabel.” Eigen kunstgalerij
De tentoonstelling in M-museum begint met stukken uit de omvangrijke schilderijencollectie van Karel van Croÿ, die begin zeventiende eeuw tegelijk met het kasteel in Heverlee via erfenis deels in handen komt van het huis Arenberg. De Arenbergs ontpoppen zich op hun beurt als fervente kunstverzamelaars, zeker wanneer aan het einde van de achttien-
de eeuw heel wat religieus erfgoed op de markt komt – een gevolg van de afschaffing van de contemplatieve kloosters door keizer Jozef II, en van de Franse Revolutie. “Systematisch kopen ze oude meesters op, die ze tentoonstellen in hun residentie in Brussel, het Arenbergpaleis.” In dat paleis wordt in de negentiende eeuw ook een galerij gebouwd en ingericht. “De schilderijencollectie die daar wordt bijeengebracht steekt die van de Saksen-Coburgs en die van het Museum voor Schone Kunsten naar de kroon en er wordt een eigen conservator voor aangesteld. Al gauw krijgt de galerij de allure van een particulier museum, aangeprezen in reisgidsen. Er wordt een catalogus gemaakt met lithografieën en de hertogen lenen geregeld stukken uit, bijvoorbeeld ter gelegenheid van een wereldtentoonstelling. Daarnaast bezitten ze ook een bibliotheek met kostbare handschriften en een oudheidkundig kabinet.” In de twintigste eeuw kent de collectie een schaalvergroting wanneer de familie het slot Nordkirchen in Noordrijn-Westfalen aankoopt, inclusief de grote kunstverzameling. “De universiteit is in het bezit van een zeer mooi en groot zeventiende-eeuws doek uit die verzameling”, zegt Anne Verbrugge. “Het stelt Mozes voor die gevonden wordt door de dochter van de farao. De schilder is tot op vandaag niet achterhaald. Het werk lag sinds de jaren vijftig opgerold in ons depot, maar werd ter gelegenheid van de expo gerestaureerd en valt nu voor het eerst weer te bewonderen.” Nog meer bijzondere stukken op de tentoonstelling? “Bijvoorbeeld een ruiterportret van Albrecht van Arenberg uit het atelier Van Dyck (afbeelding hiernaast), waarbij we vermoeden dat Antoon van
Dyck minstens het gezicht voor zijn rekening genomen heeft. Uit het Metropolitan in New York leenden we een Brussels wandtapijt (afbeelding hierboven) dat dateert van omstreeks 1525-1532 en vijf eeuwen lang gekoesterd werd door de familie. Het is een tapijt uit de beroemde reeks Gloria Immortalis, die oorspronkelijk werd vervaardigd voor keizer Karel V – hij gaf een voorouder van de Arenbergs de toestemming voor een heruitgave. Ook het borstbeeld dat in 1791 werd gemaakt van Lodewijk Engelbert van Arenberg, de blinde hertog, zal op de tentoonstelling te bewonderen zijn. Het wordt uitgeleend door het Victoria and Albert Museum. We hebben alvast moeten garanderen dat de bewaking navenant zal zijn.” T entoonstelling ‘Macht en Schoonheid. De Arenbergs’, M-Museum Leuven, van 26.10.2018 tot 20.1.2019. In samenwerking met Universiteitsarchief en Kunstpatrimonium KU Leuven, KU[N]ST Leuven en de Arenberg Foundation. Ter gelegenheid van de tentoonstelling verschijnt een rijk geïllustreerd boekwerk: Mark Derez, Soetkin Vanhauwaert, Anne Verbrugge (eds.), ‘Arenberg. Portret van een familie, verhaal van een verzameling’ (NL, F, E), Brepols, 2018, 400 p. Tegelijk loopt in de Universiteitsbibliotheek de expo ‘Adellijk wonen. Het Kasteel in Heverlee, van Croÿ tot Arenberg’, waarover meer in de volgende editie van Campuskrant. Albrecht van Arenberg, Atelier van Dyck, 1634
© Bruno Vandermeulen - KU Leuven
Spectaculair openings weekend Het Arenberg Festival wordt ingezet met een feestelijk openingsweekend op 20 en 21 oktober. In het Kasteelpark Arenberg kan je twee dagen lang terecht voor een mix van historische en futuristische activiteiten: maak een ritje te paard of een bomenwandeling op kindermaat, laat je naar eeuwenoude adellijke traditie portretteren, of neem een kijkje in de nieuwe hypermoderne proefbrouwerij of de pas gerestaureerde ijskelder van het kasteel. Bezoekers zullen ook Seeker [LVN6] kunnen bewonderen, een zelfvoorzienend ruimteschip dat technologie, ecologie en mensen verbindt. Beeldend kunstenaar Angelo Vermeulen en zijn collectief SEAD (Space Ecologies Art and Design) nodigen iedereen uit om mee te denken en te bouwen. De apotheose van het openingsweekend is een spectaculaire videomapping door Nele Fack op de gevel van het kasteel. Alle info over het openingsweekend en het festival is te vinden op www.arenbergleuven.be Een initiatief van KU[N]ST Leuven vzw, het samenwerkingsverband van de stad Leuven en de KU Leuven.
12
NIEUWS
KORT NIEUWS Kobalt ontginning risicovol Kobalt is nodig voor de productie van herlaadbare lithium-ionbatterijen, voor onder meer smartphones en elektrische auto’s. Maar de ontginning van het erts in Congo bedreigt er het milieu en de gezondheid van de omwonenden. Dat blijkt uit een gezamenlijk onderzoek van de KU Leuven en de universiteit van Lubumbashi. De onderzoekers namen urine- en bloedstalen van 72 inwoners van de wijk Kasulo, in Kolwezi, in het hart van de Congolese mijnstreek, onder wie 32 kinderen. “Kinderen die in de buurt van mijnontginning wonen, bleken tien keer zoveel kobalt in hun urine te hebben als kinderen die elders wonen”, zegt professor toxicologie Benoit Nemery. “Naast kobalt zagen we ook verhoogde concentraties van andere metalen. We stelden bovendien vast dat het DNA van de blootgestelde kinderen meer beschadigd was dan dat van de conTussen de huizen in Kasulo ontstonden tientallen mijnputten die door honderden ‘creuseurs’ werden uitgebaat, terwijl de bewoners er bleven wonen.
CAMPUSKRANT | 26 SEPTEMBER 2018
trolegroep. In een andere studie, die nog loopt, zijn er aanwijzingen dat kinderen van mijnwerkers een groter risico lopen op aangeboren misvormingen.”
Meisjes en jongens even goed in wiskunde in kleuterklas Onderzoek binnen het Wis & Co-project toont aan dat meisjes en jongens in de kleuterklas over evenveel elementaire wiskundige vaardigheden beschikken. Verspreid over 17 scholen namen 410 kinderen uit de tweede kleuterklas deel aan de studie. De kleuters kregen onder meer acht wiskundige testjes voorgelegd: voorwerpen tellen, cijfers benoemen, getallen ordenen ... “Individueel zijn er wel degelijk grote verschillen, maar voor geen enkele van de acht onderzochte taken is er een verschil tussen jongens en meisjes vastgesteld”, zegt professor Bert De Smedt van de Onderzoekseenheid Gezins- en Orthopedagogiek. Dat verschil is er echter wel op het einde van de lagere school: jongens halen vaker de eindtermen voor wiskunde dan meisjes, zo bleek uit het Vlaamse peilingsonderzoek van 2016. De komende jaren zullen de onderzoekers de kinderen verder
in Memoriam
opvolgen op zoek naar een verklaring. “Het is mogelijk dat bepaalde stereotypen een rol spelen. Onbewust kunnen deze veronderstellingen leiden tot lagere verwachtingen ten aanzien van meisjes.”
De universitaire gemeenschap neemt afscheid van:
Sleutel van Tesla gekraakt Onderzoekers van COSIC, een imec-onderzoeksgroep aan de KU Leuven, hebben ernstige zwakheden ontdekt in het Passive Keyless Entry and Start-systeem (PKES) dat gebruikt wordt in auto’s uit het luxesegment. Dat systeem maakt het mogelijk om een auto eenvoudigweg te openen en te starten door de sleutel in de buurt ervan te houden. Handig, maar de technologie blijkt onvoldoende beveiligd. De wetenschappers slaagden erin om in enkele seconden de code van een sleutel van een Tesla Model S te kopiëren en zo de auto te openen en te starten. De autofabrikant werd op de hoogte gebracht en schonk de onderzoekers een beloning van 10.000 dollar. Vermoedelijk zijn de sleutels van andere autofabrikanten die gebruik maken van het PKES-systeem even kwetsbaar.
Professor Eric Debrabandere Ere-hoogleraar aan de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen (25/05/1948 – 16/06/2018)
Robin Carleer Student Master of Chemical Engineering aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen (16/03/1995 – 13/08/2018)
Gunter Van Ranst Medewerker Technische Diensten (23/04/1970 – 23/06/2018)
Professor Marc Baron Verstraete Emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde Voormalig Diensthoofd Bloedings- en Vaatziekten (01/04/1925 – 16/08/2018)
Vic Vastesaeger Student Postgraduaat in de bemiddeling aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid (20/04/1950 – 26/06/2018) Godfried Dael Student aan het Hoger Insituut voor Wijsbegeerte (09/08/1956 – 27/06/2018) Ricardo Jorge Gonçalves Ornelas Camacho Vrijwillig wetenschappelijk medewerker Laboratorium Klinische en Epidemiologische Virologie (Rega Instituut) (23/05/1954 – 04/07/2018)
Uitgebreidere versies van deze berichten leest u op nieuws.kuleuven.be
Christopher Pollitt Ere-gewoon hoogleraar aan de Faculteit Sociale Wetenschappen (07/02/1946 – 04/07/2018) Professor Roland Demeyere Ere-docent aan de Faculteit Geneeskunde Voormalig kliniekhoofd dienst Anesthesiologie (08/03/1942 – 05/07/2018)
© ningezonden
Matthias Humet Cienfuegos Jovellanos Doctoraatsstudent aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen (19/03/1987 – 12/07/2018)
COLOFON Campuskrant, maandelijks tijdschrift van de KU Leuven voor alumni, personeel en studenten. Een realisatie van de Nieuwsdienst Hoofdredactie Sigrid Somers, Reiner Van Hove | Redactie Pieter-Jan Borgelioen, Ilse Frederickx, Ludo Meyvis, Rob Stevens, Ine Van Houdenhove, Wouter Verbeylen | Medewerkers Katrien Bollen, Tine Danschutter, Iris Lambrigts, Shana Michiels, Julia Nienaber, Anke Vander Elst, Bregt Van Hoeyveld, Inge Verbruggen | Freelancers Lien Lammar, Peter Van Dyck, Katrien Steyaert | Redactieadres Naamsestraat 22, bus 5002, 3000 Leuven, T 016 32 40 13, nieuws@kuleuven.be | Adreswijzigingen KU Leuven Dienst Alumni, Naamsestraat 22, bus 5601, 3000 Leuven, info@alum.kuleuven.be | Grafisch ontwerp Jansen & Janssen, Gent | Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen | Fotografie Rob Stevens | Cartoons Joris Snaet | Illustraties Gudrun Makelberge | Reclameregie Inge Verbruggen, T 016 32 40 15, inge.verbruggen@kuleuven.be | Oplage 25.400 ex. | Drukwerk Eco Print Center, Lokeren. Campuskrant wordt gedrukt met milieuvriendelijke waterloze druktechnologie. | Verantwoordelijke uitgever Bruno Lambrecht, Naamsestraat 22, bus 5000, 3000 Leuven Een abonnement (10 euro / jaar) nemen of stopzetten? Stuur een mailtje naar nieuws@kuleuven.be Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming. Het volgende nummer van Campuskrant verschijnt op 24 oktober 2018.
Professor Jan Desmyter Emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde Voormalig diensthoofd Microbiologie (08/06/1934 – 19/07/2018) Professor F. André Van Assche Emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde Voormalig diensthoofd Verloskunde-Gynaecologie (17/12/1937 – 30/07/2018) Professor Jan De Groote Emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde Voormalig diensthoofd Lever-, galblaas- en pancreasziekten (02/04/1925 – 12/08/2018)
Professor Guido Verhoeven Emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde Lid van de Inrichtende Overheid van de KU Leuven Lid van de Algemene Vergadering Associatie KU Leuven (26/03/1945 – 19/08/2018) Professor Lambert Vanthienen Emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen (14/11/1942 – 21/08/2018) Professor Jan Baert Ere-hoofddocent aan de Faculteit Geneeskunde (11/06/1947 – 31/08/2018) Lies Van den Heurck Laboratoriumtechnoloog Laboratorium Virologie en Chemotherapie (Rega Instituut) (30/04/1974 – 03/09/2018) Olivier Bontinck Student Bachelor in de Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, Campus Kulak Kortrijk (24/12/1998 – 14/09/2018)
ALUMNI
CAMPUSKRANT | 26 SEPTEMBER 2018
13
BLIJ WEER ZIEN Zelfde gesprekspartner, zoveel jaar later
Jeroen Bernaer, kersvers uitgever: “Er zal altijd een markt zijn voor goede literatuur. Het verlangen naar verhalen is misschien zelfs wat ons tot mens maakt.”
VAN LITERAIRE BELOFTE TOT DEBUTEREND UITGEVER
“ Ik vind mijn winnende verhaal van toen nog altijd goed” Als student bewees Jeroen Bernaer dat hij over een vlotte pen beschikt en schreef hij de Literaire Prijs van Babylon op zijn conto. Dertien jaar en een stuk of wat notitieboekjes later werkt hij aan zijn debuutroman en stampt hij een eigen uitgeverij uit de grond. “De drang naar fictie heeft me nooit losgelaten.” TEKST: Pieter-Jan Borgelioen | FOTO: Rob Stevens
H
et is met gepaste trots dat Jeroen Bernaer (34) ons de eerste twee uitgaven van zijn pas opgerichte uitgeverij Matador laat zien: een kunstboek met tekeningen van Karl Mechnig en een dichtbundel van schrijfster Ellen Lanckman. Die namen klinken u nog niet bekend in de oren? Niet zo vreemd, want de alumnus letteren wil zich in de eerste plaats richten op beginnende auteurs. “Nieuw talent komt in Vlaanderen moeilijk aan de bak en dat heb ik altijd zonde gevonden”, zegt Jeroen Bernaer. “Bij grote uitgeverijen is er nog weinig plaats voor debutanten. Ze mikken eerder op makkelijk commercieel succes: romans van gevestigde waarden, boeken van BV’s of kookboeken. Beginnende schrijvers kunnen wel in eigen beheer uitgeven, maar hun oplages zijn vaak klein en de verkoopkansen beperkt. Met Matador kies ik de gulden middenweg: ik heb oog voor debutanten, maar werk met kleinere oplages dan de grote uitgeverijen. Zo kan ik meerdere auteurs kansen geven en een nieuwe wind doen waaien in het boekenlandschap.” “Zelf heb ik altijd opgekeken naar schrijvers als Ernest Hemingway en Cormac McCarthy, die de werkelijkheid in heel compacte, eenvoudige zinnen weten weer te geven”, zegt Bernaer. “Naar die eenvoud wil ik ook streven in de boeken die ik uitgeef, al spreekt het natuurlijk voor zich dat elk boek in de eerste plaats de persoonlijkheid van de auteur moet weerspiegelen.”
Stierenvechter
In 2005 won Bernaer als twintigjarige student de Interuniversitaire Literaire Prijs Babylon. “Het was de eerste keer dat ik aan een schrijfwedstrijd deelnam en ik sleepte meteen de hoofdprijs in de wacht”, zegt hij. “Voor mij was dat een bevestiging van mijn talent. Veel auteurs gruwen ervan om hun vroege schrijfsels te herlezen, maar ik vind dat verhaal nog steeds goed. Het werd zelfs gepubliceerd in een literair tijdschrift.” Na zijn studie ging hij aan de slag in de journalistiek, onder meer als eindredacteur bij Het Laatste Nieuws en Het Nieuwsblad. “Jobs die ik combineerde met weekendwerk als redacteur bij Sporza. Stuk voor stuk mooie en leerrijke ervaringen, maar ze maakten mijn leven wel hectisch. Ik werkte zeven op zeven, leefde van deadline naar deadline en had heel wat stress. Bovendien bleef er amper tijd over voor mijn literaire werk. Later heb ik nog in de communicatie- en marketingsector gewerkt, maar de laatste jaren werd de drang om volop met fictie bezig te zijn steeds groter.” In 2005 liet hij in Campuskrant optekenen dat hij aan een debuutroman werkte, maar dat die nog even moest rijpen. Heeft de tijd inmiddels zijn werk gedaan? “Die roman komt er sowieso”, zegt hij. “Maar het idee ervoor is al lang niet meer hetgeen ik als twintigjarige had. Ik sta nu bewuster in het leven en dat werpt ook zijn vruchten af bij het schrijven. Als ik boeken lees of films bekijk, doe ik dat veel analytischer, met oog voor
de structuur. En een paar jaar geleden heb ik een cursus literaire creatie gevolgd. Momenteel zit ik halverwege een roman. Met de opstart van de uitgeverij is het schrijven even moeten wijken, maar binnenkort neem ik de pen weer ter hand.” Of hij al een tipje van de sluier kan oplichten? “Het gaat over iemand die een tocht onderneemt naar Santiago de Compostella. Dat heb ik ook zelf gedaan, dus ik kan putten uit mijn eigen ervaringen. In de loop der jaren heb ik veel gereisd. Vooral naar Spanje, dat zowat mijn tweede thuisland is geworden. Het is een land dat op het eerste gezicht ruw overkomt, maar dat ook een onderhuidse melancholie in zich draagt. Een land waarin ik mezelf herken en waar ik graag over schrijf. Daarom wilde ik dat ook de uitgeverij een link zou hebben met Spanje: de naam en het logo verwijzen naar een Spaanse stierenvechter. De matador staat symbool voor kracht, persoonlijkheid en authenticiteit, waarden die ik ook met de uitgeverij wil uitstralen.” Debuutroman
Bernaer hoopt met zijn uitgeverij één boek per
maand te kunnen uitbrengen. Het startbedrag daarvoor haalde bij binnen met behulp van een crowdfundingcampagne. “In zes weken tijd heb ik 25.000 euro ingezameld. Genoeg om Matador een jaar lang te doen draaien en de eerste publicaties te financieren”, zegt hij. “Uitgeven kost meer geld dan mensen denken en er komt veel bij kijken. Je moet de manuscripten beoordelen en redigeren, boeken vormgeven en promotie voeren. Momenteel doe ik nog alles zelf, maar zodra de uitgeverij op volle toeren draait, wil ik freelancers of zelfs vaste krachten inschakelen.” Wat zal Bernaer vertellen als we hem over dertien jaar nog eens komen interviewen? “Ik hoop dat Matador dan uitgegroeid is tot een middelgrote of grote uitgeverij, en dat die debuutroman in de boekhandel ligt (lacht). Er zijn tegenwoordig veel mensen die schrijven, maar ik denk dat er altijd een markt zal zijn voor goede literatuur. We laten ons nu eenmaal graag meeslepen door een mooi boek. Het verlangen naar verhalen is misschien zelfs wat ons tot mens maakt.”
campuskrant
12.5.2005
Jeroen Bernaer wint eerste Interunive rsitai
cultuur
re Literaire Prijs
Dood en geweld om
CK 12.05.2005
halfzeven
ie het verhaal niet gelezen heeft, denkt bij zo’n titel wellicht aan een lyrische setting met onbezorgde personag es en een ‘feel good’-plot. Maar dat is helemaal niet het geval. Jeroen: “Nee, inderdaad. Die titel is vrij cynisch bedoeld, want het verhaal zit vol geweld en dood. Al mag ik ‘Het Vrolijke Bestaan’ eigenlijk geen verhaal noemen. Het bestaat uit dertien afzonderlijke scènes en een epiloog. Die stukjes heb ik wel met elkaar trachten te verbinden, door een aantal zinnen letterlijk te herhalen en via een aantal steeds terugker ende motieven, zoals de tijd — heel wat personages sterven om halfzeven, en in een aantal andere scènes speelt een tikkende klok een belangrijke rol — en de muziek, die de personages overspoe lt.” “Elk deeltje staat op zichzelf — er zijn geen personages die terugkeren — maar ik heb toch geprobee rd een zekere samenhang te creëren. Zo lutie van pure zelfmoor is er een evod in de eerste scène naar echte moord in de volgende stukjes. Bovendie n neemt de willekeu r toe met elke scène. Belangrijk is ook de rol van de epiloog. Iemand die het verhaal gelezen had, vertelde me dat ze het zo opvatte dat de ik-figuur uit die epiloog alle voorgaan de deeltjes fantaseert. Dat was niet mijn oorspronkelijke bedoeling, maar het lijkt me inderdaa d niet onmogelijk.”
Tim Vuylsteke
17
KORTC ULTUU R Under my skin
De wedstrijd heeft een nieuwe naam — net zoals de organi recept is nog steeds serende studentenkrin hetzelfde. Laat de studenten een kortver ven, engageer een g — maar het groepje specialisten haal of een aantal beoordelen, en schenk van binnen en buiten gedichten schrijde faculteit om de sitaire Literaire Prijs de winnaars wat geld en een kunstw schrijfsels te Babylon. De twintig erk. verhaal ‘Het Vrolijk jarige student Germa Et voilà, je hebt de Interunivere Bestaan’ de editie anse Jeroen Bernae 2005 voor proza. r won met zijn
W
Jeroen toen
Babylon
(Is there somebod y) under is een STUK-productie my skin die dak vond in de Centrale ondertheek aan het Ladeuze Biblioplein. In dit project kruipt artieste Ivana Müller virtueel in het lichaam van een vrouw. 11, 12, 13, 18, 19, 20 mei, 22u, Centrale Bibliothee 19u, 20u30, k Ladeuzeplein. Voor meer info: http://ww w.stuk.be
De Langste Dag
STUK en de Afdeling Kunstwetenschappen werkten samen een project uit rond De Langste Dag, een opname van de openingsdag van Initiatief ’86 en de kunsthap pening Chambre s d’Amis van Jan Hoet in Gent. Na een voorstelling van enkele fragmen ten discussië ren Jef Cornelis (o.a. coördinator van De Langste Dag) en professor Hilde Van Gelder over de waarde van het eveneme nt Chambres d’Amis voor het artistieke leven in Vlaanderen. 12 mei, 20u, STUK Auditorium. Toegang is gratis. Voor meer info: http://ww w.stuk.be
Filmklassiekers
Het Departement Audiovisuele Communicatie stelt in het programma van Cinema ZED elke maand een reeks filmklassiekers voor. In mei zijn dat The Shangai (Orson Welles), Lady from Coups (François Truffaut)Les 400 Sleep (Howard Hawks) , The Big en La Dolce Vita (Federico Fellini). Info: http://ww w.cinema zed.be
Eindfeest STUK
STUK sluit het academi ejaar gewoontegetrouw af met veelomvattend eindfees een barbecue met cocktails t. Na een tracteert Gek van getik STUK de bezoeke rs op maar liefst Waarom schrijft twee verrassingsfilms een gezonde jongema en een n verhalen over moord terrasprojectie, en geweld? “Dat een dansvoorstelkomt door Hemingw ling van Mette Ingvartse ay, n, en veel schrijver, die overigen mijn favoriete muziek. s ook zelfmoord heeft gepleegd. Ook 26 mei, uitdelen filmticket hij schreef niet zels 18u, den over oorlog barbecue 19u30 en en geweld. Hij programma 20u. stelde zich bovendien Gratis voor STUKkaar voortdurend vragen tbezitters. Meer over het leven, info: http://ww w.stuk.be wat natuurlijk samenhing met de tijdsgees (© Rob Stevens) t. Het interbellum was vooral een Leuvens Alumni periode van desillusie Orkest . Ik heb dat vandaag Geen sprookje Het LAO concerte ook wel een beetje, spaleis ert op 4 juni dat besef dat we “Ik ambieer wel met een klassiek in een kapotte wereld Het verhaal van Jeroen heeft een schrijverscarrière programma met de jury — ja, maar leven, en ik vind waar onder meer , muziek uit Oost-Eur dan het liefst in het intrigerend de literatuurprofesso opa. Na een om te ren Hugo combinatie zoeken naar de oorzaken - met een loopbaan openingsspeech Brems en Dirk De daarvan. Maar als journalist. Voor door voorzitGeest deel ik ben niet enkel van uitmaak ten ter Karel Vinck kunnen gefascineerd door — meer dan bekoord. de nabije toekomst heb ik nog liefhebhet Toch was een aanwaarom van geweld, tal verhalen op bers genieten van het nog maar de hoor. Ook liefde stapel staan. Eentje De Moldau eerste keer waarin is dat hij aan een geliefd thema, van Smetana, Rapsodie ik finaal een schrijfwedstrijd al valconcerto deel- way — vrienden afreken met Heminglen clichés daarbij van Martinu en Symfonie moeidoen immers weleens lijker te vermijde Sjostakovitsj. Presenta nr.5 van “Naast mij was mijn n. In een denigrer end tor is Wim over mijn van de scènes probeer polshorloge aan De Vilder. ik het tikken, voorliefde voor hem, en na een tijdje niettemin beide 4 juni, begon thema’s 20u15, en elke schrijver Pieter de Somer-au dat me te enerve te combineren.” moet la, Ik vroeg me af of ren. Deberiotstraat 24, ooit zijn voorbeel 3000 Leuven. het getik van een “Ik kwam op het den Meer info: Jan De horloge iemand zo ver zou idee loslaten — en een Vilder, (t) 016 22 43 voor het verhaal ankunne 28, info@lao.be, op een http://ww w.lao.be winteravond. Het wordt en uiteindelijk n brengen dat hij gek der waarin ik de band was dontussen vader en zelfmoord pleegt ker buiten, en ik zoon CampusToneel naar .” zat aan op een unieke manier Landjuweel mijn bureau. Naast De voorstelling mij was mijn polsprobeer te benadere ‘Azen’ van Camhorloge aan het nam. “Vorig jaar n. pusTonee tikken, en na een l werd geselecteerd studeerde ik aan En ooit schrijf tijdje K.U. Brussel, begon dat me te ik ook de een roman. voor de 69ste editie en toen kende ik enerveren. Ik vroeg Er is er een aan van het de Literai- maar het rijpen, me af of het getik van Landjuweeltorno geef me nog wat een horloge iemand re Prijs nog niet. Ik schrijf wel tijd.” oi. Deze prestial sinds zo ver zou kunnen mijn kindertijd, gieuze wedstrijd brengen dat hij en sinds twee jaar voor amateurgek wordt en uiteinde ben ‘Het Vrolijke gezelschappen geeft lijk zelfmoord pleegt. ik er vrij intensief mee bezig. Bestaan’ van Jeroen tijdens het Ik begin kunt u Bernaer Dat is één van de de laatste tijd de eigenlijke tornooi binnenkor t lezen in mogelijke interpret dingen ook echt in september en Klavecimbel, het a- een schrijver door kringblad ties van de eerste oktober aan de van Babylon. Het blad sbril te bekijken scène, en misschie zes genomineerde . Ik voel de ook publiceert n behoefte om zelfs niet eens de de producti gedichten van de laureaat na te denken over meest relevante. es de gelegenheid Later wereld in hoe de gorie poëzie: in de catekwamen dan alle de jury te overtuigen van elkaar zit, en al Kris Lauwereys (UGent). andere stukjes besef ik maar hun kwaliteiten. over al te goed geweld erbij. Nu, Op 29 oktober valt dat het menselij ik heb wel geprobee het k bestaan rd zich niet het onderwerp verdict. De zes voorstelldefinitieve afspeelt in een subtiel te benadere sprookjespan. leis, toch kan Het waarom van waaronder de Othello-b ingen, het doden heb ik ik geraakt worden wel eenvoudige ewerking door gesuggereerd, maar ‘Azen’ van Dimitri dingen die het leven het wordt nooit Leue door Camex- maken.” mooi pliciet uitgespro pusToneel Leuven, ken.” blijven over uit Wordt Jeroen Bernaer een totaal van 77 later beroemd? kandidaten. http://ww w.hetland juweel.be/
Wie? Jeroen Bernaer, 20 jaar, student Letteren Waarom in de krant? Wint de eerste editie van de Interuniversitaire Literaire Prijs Babylon met zijn kortverhaal Het Vrolijke Bestaan. Een best cynische titel: het verhaal zit vol geweld en dood. Opvallende uitspraak: “Ik ben niet enkel gefascineerd door het waarom van geweld, hoor. Ook liefde is een geliefd thema, al vallen clichés daarbij moeilijker te vermijden.”
14
ALUMNI
CAMPUSKRANT | 26 SEPTEMBER 2018
LEVEN na LEUVEN
WALTER ZINZEN, GERMANIST EN POLITIEK JOURNALIST
“ Hoe naïef
zijn wij geweest …” Walter Zinzen (81) zit alleen letterlijk achter de geraniums. Zijn tuin barst van de bloemen, maar hij graaft zich vooral in in kranten en de actualiteit. Begin oktober maakt hij zijn rentree op Canvas, waar hij samen met Rik Van Cauwelaert de verkiezingskoorts zal becommentariëren. “Ik heb even getwijfeld of ik mezelf hiermee niet overschat, maar mijn drive is nu eenmaal niet verminderd, integendeel.” TEKST: Katrien Steyaert | FOTO’S: Rob Stevens
“G
oodnight ladies! We’re going to leave you now. Merrily we roll along. Zo klinkt de folksong die begin jaren 60 vaak door nachtelijk Leuven galmde. Een van de vertolkers was Walter Zinzen. “Dan trokken we met een hele stoet naar de peda’s van de meisjes. Die moesten in dat soort internaten leven, want ze mochten niet op kot. Het was nog een zeer puriteinse tijd, met een vicerector-monseigneur die waakte over de goede zeden en ’s nachts studenten verwijderde uit cafés. Natuurlijk probeerden we die onnozele strengheid te omzeilen. Zo huurde ik in de licenties samen met een paar vrienden het Germaniahuis. We hadden geen kotbaas en de meisjes liepen bij ons binnen en buiten. Pas op, ik was toen al verloofd.” Zijn aanstaande kwam uit Antwerpen, waar hij zelf was opgegroeid. Zijn roots lagen nochtans oostelijker. “Mijn grootmoeder kwam uit Aken. Telkens als ik in Duitsland ben, is het nog altijd een beetje heimkommen. Ik heb het mijn vader kwalijk genomen dat hij thuis nooit
Duits sprak. Ik heb het moeten leren aan de universiteit.” “Ik koos voor Germaanse omdat taal me altijd gefascineerd heeft en het het enige was waarin ik goed was. Maar eigenlijk vond ik mijn studie vooral een hinderlijke bijkomstigheid. Pas in de licenties beleefde ik er meer genoegen aan. Omdat we alleen op het einde van die twee jaar examens hadden, zaten we niet in de ratrace zoals studenten nu. Ik hoor het van mijn zoon, die prof is aan de VUB, en ook mijn oudste kleindochter die geneeskunde doet heeft veel stress. Daardoor is het voor de jongeren van vandaag wellicht moeilijker om voeling te houden met de samenleving.” Studentenloon
“Wij hadden nog tijd voor engagement. Ik maak me sterk dat in onze jaren de zaadjes gelegd zijn voor mei ’68. Zo formuleerden wij al de eis van een studentenloon. De filosofie was: studeren is een vorm van arbeid die de gemeenschap ten goede komt en dus moet de student betaald worden. Wilfried Martens, toen
preses van de Vereniging van Vlaamse Studenten, hield er pleidooien voor, maar nadien is hij dat, als exponent van de conservatieve politiek, natuurlijk vergeten.”
Ik maak me sterk dat in mijn studentenjaren de zaadjes gelegd zijn voor mei ’68. Zo formuleerden wij al de eis van een studentenloon. De filosofie was: studeren is een vorm van arbeid die de gemeenschap ten goede komt.
Het cliché dat je met de jaren je progressiviteit verliest, gaat voor Zinzen niet op. “Omdat ik geen macht heb gehad. Mensen die die wel krijgen, worden bijna automatisch rechtser of conservatiever omdat ze de macht willen behouden en dus rekening moeten houden met hun achterban. Waarmee ik Martens niet wil discrediteren. Hij was een indrukwekkend talent.” “Met de faculteitskring nodigden we vaak buitenlandse proffen uit. Ook Godfried Bomans kwam eens spreken voor een volle aula. Maar onze bezigheden waren niet louter inhoudelijk. Er was plaats voor het vroede én het zotte. Het hoogtepunt daarvan was de Zwanenzang, waarbij de oude preses afzwaaide en de nieuwe werd ingewijd. Dat ging gepaard met een flink pintje. In die tijd werd je gevraagd om preses te worden. Ik accepteerde en deed het uitzonderlijk niet één maar twee jaar. Met veel plezier.” De artikeltjes die hij pleegt in het studentenblad Germania vormen de opmaat tot een lange journalistieke carrière. “Wat me echt de smaak gaf, was mijn tijd in Lubumbashi, waar ik na mijn afstuderen drie jaar lesgaf. De gelukkigste tijd van mijn leven. Als correspondent voor de Gazet van Antwerpen volgde ik er de lokale gebeurtenissen op de voet en ik was ervan overtuigd dat iedereen moest lezen wat ik te weten kwam.” Zwarte Zondag
Schopt de rechtgeaarde journalist zijn publiek dan een geweten? “Het was bij mij naïever dan dat. Ik had eens een ci-
OPENLESDAGEN Volg tijdens de herfstvakantie les tussen KU Leuven-studenten op verschillende locaties in Vlaanderen. www.kuleuven.be/openles
ALUMNI
CAMPUSKRANT | 26 SEPTEMBER 2018
Ja, wij waren de generatie van het opgeheven vingertje, maar elitair waren we geenszins. We zochten altijd naar mogelijkheden om de inhoud zo aantrekkelijk mogelijk te verpakken.
taat van een filosoof gelezen: als de mens weet wat goed is, zal hij doen wat goed is. Ik geloofde dus dat we ons publiek gewoon moesten confronteren met de feiten zoals ze zich echt hadden voorgedaan en dat dat hun opinie ten goede zou beïnvloeden.” “En toen kwam de eerste Zwarte Zondag (in 1991 – red.). Een van de reportages waarop ik nog altijd het meest trots ben, is ‘Belgen aller landen’. Bijna elke week lanceerden we op de Panorama-redactie zulke voorstellen voor uitzendingen die lieten zien dat migranten allesbehalve criminelen of profiteurs waren. Als we die toonden, zou het Blok geen succes meer hebben, dachten we. Hoe naïef zijn wij geweest …” “Ik ben een grote dissident geworden als het gaat over de macht van de klassieke media. Volgens mij wordt die zeer overdreven. Zeggen dat Bart De Wever populair is geworden dankzij De Slimste Mens: dat is quatsch. Johan Vande Lanotte zat ook in dat programma, maar hij werd niet populair. Aan wie ligt het dan? En dat zeg ik zonder enige sympathie voor De Wever.” Hij raakt op dreef. “Leterme met een opgeplakte baard? (in ‘Debby & Nancy’ – red.): bah! Zoiets komt uit de koker van managers die vooral veel publiek willen bereiken. En dan de inhoud van Het Journaal … Al die zogenaamd belangwekkende faits divers zijn in werkelijkheid café praat en die lost geen problemen op. Ach, ik ben net op tijd weggegaan.” “Ja, wij waren de generatie van het opgeheven vingertje, maar elitair waren we geenszins. We zochten altijd naar mogelijkheden om de inhoud zo aantrekkelijk mogelijk te verpakken. Daarom werkte ik altijd met de beste cameramannen en monteurs. Aan die mensen dank ik alles. De wederzijdse bevruchting tussen woord en beeld is het geheim van een goede televisiereportage.” Spijt over de beperkte impact van zijn geëngageerde werk heeft hij absoluut niet,
zegt hij. “Ik had niet anders gekund. Ik las wel Louis Paul Boon, hé. De zaken zijn trouwens geëvolueerd op een manier die me zeer hoopvol stemt. Bijvoorbeeld: kort na die Zwarte Zondag zag je in Nederland al Marokkaanse schrijvers die hoge toppen scheerden, maar wij hadden zo niemand. Nu wel, ook op andere domeinen dan de literatuur. Nee, de migratie is geen volledig succes, maar dat er veel ten goede is veranderd, dat kun je toch niet niét zien?”
En dan de inhoud van Het journaal … Al die zogenaamd belangwekkende faits divers zijn in werkelijkheid cafépraat en die lost geen problemen op. Ach, ik ben net op tijd weggegaan. Waardig
“Kan ik u bijschenken?”, vraagt hij terwijl hij de keuken in loopt. Daar wordt koffie gezet door Kris Smet, de voormalige actrice en televisiemaakster. Ze kreeg van Zinzen ooit een kaartje met complimenten en daaruit groeide een relatie die nu al meer dan zestien jaar duurt. Ze hebben dezelfde culturele honger, dezelfde onbesproken dictie – “We lezen al zestien jaar boeken in voor de Luisterpuntbibliotheek”, zegt Kris – en dezelfde reislust. “Reizen wordt me stilaan een beetje te vermoeiend”, bekent
Walter, “maar ik heb het altijd een voorrecht gevonden. Ik zou mevrouw Rutten de raad geven het wat meer te doen. Dan kan ze kennis nemen van al die culturen die zij zo inferieur vindt aan de onze. (In 2017 zei Gwendolyn Rutten in Het Laatste Nieuws “dat onze manier van leven zonder enige twijfel superieur is aan alle andere in de wereld” – red.)” “Ik had het geluk dat mijn loopbaan grotendeels samenliep met het laatste deel van de dekolonisatie in Afrika en ik de gelegenheid kreeg om daar rond te zwerven. Altijd werd mijn rechtvaardigheidsgevoel geraakt omdat ik het koloniale systeem onmenselijk vond. We waren natuurlijk niet blind voor wat er misging in de bevrijdingsbewegingen, dat was heel wat, maar ik had er iets meer begrip voor dan voor de repressie van de blanken. Zij waren in principe ons volk, waardoor hun misdaden me extra aangrepen.” “Eén dag vergeet ik nooit: de dag dat acht zwarte vrijheidsstrijders waren opgehangen in het Rhodesië van Ian Smith (de laatste blanke premier – red.). We bezochten de familie van zo’n geëxecuteerde. In het huis heerste een ijzige stilte, alleen doorbroken door de huilende weduwe, met wie we even konden spreken. De enorme waardigheid van die mensen …” “Kris en ik zijn ook vaak naar Congo gereisd omdat we samenwerken met de ngo Action d’Espoir. Zo slecht als nu heb ik het er nooit geweten. Maar ondanks het feit dat de lonen niet uitbetaald worden en de onveiligheid enorm is, blijven jonge, competente Congolezen strijden aan de basis. Zij compenseren de moedeloosheid die me af en toe overvalt over de blijvende problemen in Afrika. Je moet natuurlijk niet omgekeerd racistisch worden, zwarten zijn geen heiligen, maar ze hebben een bijzondere kracht en redeneertrant.” lees verder op P.16
Wie is Walter Zinzen? °1937 in Antwerpen Gestudeerd
1958-1963: Germaanse filologie (KU Leuven) Loopbaan
1963-1966: leraar Nederlands, Engels en Duits op een meisjesschool in Lubumbashi 1966-1968: journalist voor Gazet van Antwerpen en BRT-radio. 1968-2002: presentator, reportage maker en eindredacteur bij Het journaal, Terzake en Panorama 1997-2002: chef Duiding bij VRT 1999-2002: presentator van het interviewprogramma Zinzen Sinds 2002: schrijft opiniestukken voor De Standaard, De Morgen, MO*-magazine 1995-1996: voorzitter Nationaal Centrum Ontwikkelingssamenwerking (nu 11.11.11) 2001-2006: medevoorzitter vzw Africalia Boeken
Mobutu: van mirakel tot malaise (1995), Kisangani: verloren stad (2004), De wereld is een schouwtoneel, maar wie doet de regie? (2006), Oost-Congo: het verloren paradijs (2009), Mens erger je! (2013) Privé
Woont samen met Kris Smet in Sterrebeek Heeft twee zonen en vijf kleinkinderen
15
16
PORTRET
CAMPUSKRANT | 26 SEPTEMBER 2018
VAN ZEGEL TOT SPELD
© KU Leuven | Rob Stevens
De ene sfinx is de andere niet vervolg van P.15 Weg van Mobutu
Hij zwijgt even. “Ik zal je iets vertellen wat ik nog nooit aan iemand heb verteld. Een Zimbabwaanse kennis van me zei ooit tegen mij: ‘You are black inside’.” Hij slikt zijn ontroering weg en vervolgt zacht: “Het is het grootste compliment dat ik ooit heb gehad. Die mens was niet kwaad op mij vanwege mijn blanke vooroordelen. Hij zag dat ik, net als zij, mensen probeer te waarderen om wie ze werkelijk zijn, ongeacht hun huidskleur of politieke voorkeur. Het doet me dan ook pijn dat er in de Vlaamse media weinig of geen plaats is voor berichtgeving over Afrika. En dan maar klagen over alle migranten die van daar naar hier
Een Zimbabwaanse kennis zei ooit tegen mij: ‘You are black inside’. Het is het grootste compliment dat ik ooit heb gehad.
komen. Een beetje achtergrond zou onze kennis kunnen bevorderen. Daarom blijf ik ook opiniestukken schrijven.” Plannen voor een nieuw boek heeft hij niet, leesambities des te meer. Dankzij een recente hoornvliestransplantatie kan hij zich daar weer probleemloos op toeleggen. “In mijn journalistieke tijd ontwikkelde ik een afkeer voor fictie, om na verloop van tijd vast te stellen dat dat een grote vergissing was. De grote Zuid-Afrikanen deden me dat inzien – Brink, Coetzee en Van Heerden – én de Zuid-Amerikanen – Marquez, Vargas Llosa. Ik lees hun werk met passie.” Zinzens passie voor het Afrikaanse continent is zo voelbaar dat je je afvraagt waarom hij niet in Lubumbashi is blijven wonen. “Net voor de staatsgreep van Mobutu sloeg de sfeer om. Het werd te onveilig, zeker met ons pasgeboren zoon-
De grootste en bekendste is ongetwijfeld die van Gizeh, maar ook buiten Egypte was de sfinx een bekend fenomeen. Archeologe Nadine Nys verdiepte zich in de vele gedaantes van de sfinx – van piepklein amulet tot levensgroot monument – in het oostelijk Middellands Zeegebied en schreef er een vuistdik doctoraat over.
tje. Kort daarna kreeg ik nog een zoon. Mijn kinderen en ik zijn zes handen op één buik. Ik heb weleens bedacht dat ik vroeger te weinig tijd voor hen heb gemaakt, maar het was zoals Luther: ik stond daar, ik kon niet anders.” Kalasjnikov
Kon hij ook niet anders toen Canvas hem vroeg voor Van Cauwelaert–Zinzen–Ivan, een laatavondprogramma over de gemeenteraadsverkiezingen? “Ik heb direct ‘ja’ gezegd, maar daarna twijfelde ik toch even of ik mezelf hiermee niet overschat. Ach, ik hoop vooral dat we enkele onderbelichte dingen zullen kunnen aankaarten. Van Cauwelaert (columnist bij ‘De Tijd’ – red.) is alleszins goed gezelschap. Hij is even politiek onafhankelijk als ik, maar verschilt voor de rest zeer met mij van mening.” Schrijver David Van Reybrouck, de man achter het burgerplatform G1000, tipte Zinzen onlangs als een onbesproken stem die jongeren zou kunnen enthousiasmeren voor politiek. “Dat was heel lief, maar ik heb er eens goed om gelachen. De jonge mensen moeten het doen. Ik zie inderdaad allerlei actiegroepen die de huidige gang van zaken niet meer pikken, maar hun kwaadheid op een andere manier ventileren dan door op ranzige partijen te stemmen. Ze hebben natuurlijk geen oplossing. Niemand heeft die, Salvini niet, zelfs Merkel niet, toch een van Europa’s laatste inspirerende politici.” “Er waait een verontrustende wind door Europa en de VS. In Berlijn las ik onlangs krantenkoppen van net na Hitlers benoeming tot kanselier: ‘Jetzt Sind Wir Die Herren’. Dat doet toch denken aan Bart De Wevers uitspraak toen hij burgemeester werd: ‘Antwerpen is van iedereen, maar vanavond toch vooral van ons’? Akkoord, ik overdrijf, maar het kan geen kwaad om voorzichtig te zijn.” Voor wie er nog aan twijfelde: het vuur is allesbehalve geluwd in pitbull Zinzen. “Dat imago kon me nooit veel schelen. Weet u, ten tijde van de apartheid mocht onze kritische soort niet binnen in Zuid-Afrika, maar met De Klerk veranderde dat. Toen ik de eerste keer weer een visum ging halen op de ambassade, botste ik op mannen uit het oude regime. ‘Mijnheer Zinzen!’, schrokken ze. ‘We dachten dat u zou binnenkomen met een kalasjnikov.’ In hun ogen waren wij terroristen met de pen. Dat vervulde me met trots. In ons vak is kritiek een ereteken.”
Lien Lammar
Geen doorsnee speld “Deze gevleugelde sfinx staat op een speld die gebruikt werd om kleding op haar plaats of dicht te houden. Ze werd gemaakt en gevonden in Oost-Anatolië. We vermoeden dat het een dure speld was, niet zomaar eentje die je op de markt kon kopen. Waarschijnlijk moest de speld de drager beschermen, of was ze een onderdeel van rituele kleding.”
Achtste-zevende eeuw v.Chr. © Bible Lands Museum, Jeruzalem
D
at ze een ongewoon parcours achter de rug heeft, is wel het minste dat je kan zeggen over Nadine Nys (57). Jarenlang stond ze als leerkracht voor de klas in een middelbare school. Toen ze 41 was, besloot ze om zélf weer te gaan studeren. “Mijn man en ik hebben altijd veel gereisd”, vertelt Nadine. “In de musea die we overal bezochten, is mijn interesse voor kunst en cultuur gegroeid. Ik heb eerst Kunstwetenschappen gevolgd, maar daar bleef ik op mijn honger zitten wat betreft de Oude Grieken en het Oude Nabije Oosten. Dus ben ik nog archeologie gaan studeren, waar ik een masterthesis schreef over de iconografie van de luipaard.” Toen haar promotor Joachim Bretschneider vroeg of ze interesse had in een doctoraat over de sfinx, hapte ze toe – nadat ze eerst nog filosofie ging studeren. “De sfinx is een mythologisch wezen dat mensen vandaag nog steeds fascineert. Kijk maar naar Harry Potter. Iedereen denkt bij het woord me-
ONDERZOEK
CAMPUSKRANT | 26 SEPTEMBER 2018
17
Pal voor het paleis “Deze Lamassu – gevleugelde stieren- of leeuwenlichamen met een mensenhoofd – stonden aan de ingang van het Paleis van Assurnassirpal in Nimrud, de tweede hoofdstad van het Assyrische rijk, en zijn bijna vier meter hoog. Ze zouden als ‘magische bewakers’ niet enkel beschermen tegen kwade krachten van buitenaf, maar er ook op toezien dat de rituelen die bij de poort plaatsvinden op de correcte manier gebeuren.”
Negende eeuw v.Chr. © Metropolitan Museum of Art, New York | Rosemanios
Met de fijne kam “Op deze Myceense ivoren kam liggen vijf sfinxen met gespreide vleugels. In het midden is een rozet afgebeeld: in het Egeïsche gebied was dat een symbool voor voorspoed, welvaart en vruchtbaarheid. Dat de sfinxen allemaal naar het rozet kijken, getuigt van hun eerbied ervoor. De vindplaats van de kam is onbekend, maar het is niet ondenkbaar dat het een grafgift was voor een overledene, voor zijn leven in het hiernamaals.”
Vijftiende eeuw v.Chr.
teen aan Egypte en de sfinx van Gizeh, maar het mythische wezen kwam ook voor in Mesopotamië, Syrië, de Levant, het Egeïsche gebied en Anatolië. Als je afbeeldingen uit die regio’s met elkaar gaat vergelijken, zie je al snel dat de sfinx veel gedaantes en houdingen kon aannemen. Ze staan aan poorten van paleizen, maar komen ook voor op zegels, stoffen, meubels, juwelen, … Hun functie en betekenis kan heel erg verschillen.”
Van archeologie naar filosofie
Meer dan zes jaar onderzoek mondde uit in een doctoraat – een ‘joint PhD’ KU Leuven-UGent – van meer dan achthonderd pagina’s. “Het heeft tijd gekost”, lacht Nadine, “maar ik vond het bijzonder boeiend. De meeste studenten archeologie willen opgravingen gaan doen, en hebben weinig interesse voor iconografie. Ik houd wél van opzoekwerk achter de computer. Vroeger moest je het doen met foto’s uit boe-
ken, vandaag vind je online kwalitatief hoogstaande beelden waarmee je aan de slag kan.” Haar doctoraatsverdediging is nog maar net achter de rug of ze heeft al nieuwe plannen. “Ik zou graag nog een doctoraat schrijven in de filosofie, over de identiteit van de personages in de boeken van Paul Auster, één van mijn favoriete schrijvers. Maar misschien neem ik toch eerst een jaartje rust (lacht).”
Kracht aan boord “Een mooi voorbeeld van een Egyptische sfinx die géén farao voorstelt. Het beeldje stond oorspronkelijk op een rituele boot, die meegedragen werd in processies. Hij verpersoonlijkt hier een positieve, beschermende kracht: niet noodzakelijk goddelijk, wél bovennatuurlijk. Hij is in het gezelschap van twee cobra’s, die met opgerichte kop klaarstaan om de inzittenden van de boot te verdedigen en desnoods tot de aanval over te gaan.”
Dertiende-twaalfde eeuw v.Chr. | © Brooklyn Museum, New York
Ontdek de Universiteitshal, een plek om elkaar te ontmoeten en samen te werken. Naamsestraat 22, 3000 Leuven MAANDAG-VRIJDAG 8 - 18 u.
18
STUDENTEN
CAMPUSKRANT | 26 SEPTEMBER 2018
OP
KOT
01/
04/
02/
YANTE VAN HAM, IN DE BAN VAN DE ZONNEWAGEN
Ligging
Brabançonnestraat
“ Zo’n technisch hoogstandje, dat is echt smullen” 03/
Zal het Belgische volkslied volgend jaar weerklinken tijdens de prijsuitreiking van het WK voor zonnewagens in Australië? De voortekenen zijn alvast gunstig: één van de drijvende krachten van het nieuwe Leuvense Solar Team woont in de Brabançonnestraat.
oktober volgend jaar naar het WK in Australië trekken. Ik denk mee na over het ontwerp, maar als verantwoordelijke voor externe communicatie zal ik vooral de nieuwe wagen onder de aandacht moeten brengen zodra hij klaar is.”
Voor vorst, voor vrijheid en voor recht, maar bovenal voor een nadere kennismaking trekken we naar het kot van studente industrieel ingenieur Yante Van Ham (21). Nog net op tijd, want binnenkort vertrekt ze naar Chili. De zonnewagen van het vorige Solar Team zal er in oktober deelnemen aan de Carrera Solar Atacama. “Die race staat bekend als de meest extreme wedstrijd voor zonnewagens”, zegt Yante. “Het parcours loopt dwars door de kurkdroge Atacama-woestijn, en er zijn grote hoogteverschillen te overwinnen. Met drie mensen van het nieuwe team reizen we mee, om al wat ervaring op te doen.” Maar eerst even een ietwat bescheidener parcours afleggen in haar kot, met enkele pitstops bij opvallende voorwerpen.
“Echt een cool ding, dit. Het is een klok die nog van mijn grootvader is geweest. Ze geeft de tijd aan via een soort van knikkerbaan. Een motortje zorgt ervoor dat een arm elke minuut een knikker in de bovenste baan dropt. Na vijf minuten komt één van de kogeltjes in de volgende baan terecht, en na een uur valt er eentje in de onderste baan. Het kind in mij vindt dat geweldig (lacht). En de ingenieur in mij bewondert het mechanisme van de klok. Alleen is het motortje momenteel stuk. Ik wou één van mijn studiegenoten vragen om het te herstellen, maar tijdens de vorige blok zat ik naar de klok te kijken en besefte ik plots: Ik volg de richting elektronica-ICT, ik kan dat gewoon zelf! Met wat opzoekwerk op het internet moet het lukken.”
01/ Zonnewagen
“Het blauw-rode lint is een aandenken aan mijn twee jaar in het presidium van Industria – ik was verantwoordelijk voor de communicatie en voor de KursusDienst. De andere linten zijn van mijn moeder, mijn stiefvader en mijn broer. Toen ik mijn moeder vertelde dat ik in het presidium zou gaan, zei ze: ‘O nee! En je studie dan?’ Maar niet veel later vond ik dit lint in haar kast: bleek dat ze zelf in het presidium had gezeten toen ze in Gent diergeneeskunde studeerde (lacht). Ik kan het iedereen trouwens aanraden: je leert zoveel bij, vooral op sociaal vlak. In een groep van dertig man heb je sowieso heel verschillende ka-
“Dit is een 3D-geprint model van de Punch Two, de zonnewagen waarmee het vorige team in Australië een mooie derde plaats heeft behaald. Die wagen is een technisch hoogstandje: veel compacter dan zijn voorgangers, en voorzien van een nieuw stuursysteem waarmee je optimaal kunt profiteren van zijwind. Dat is smullen voor een industrieel ingenieur (lacht). Het 3D-model op zich vind ik ook een mooi object: ik kijk graag naar die strakke lijnen, die aerodynamische vorm. Met het nieuwe team zijn we al volop aan het brainstormen over de nieuwe zonnewagen, waarmee we in
02/ Knikkerklok
03/ Linten
rakters, die niet altijd jouw type mens zijn. Maar als je intensief samenwerkt voor hetzelfde doel, leer je iedereen appreciëren.” 04/ Amerikaanse vlag “Na de middelbare school wist ik nog niet wat ik met mijn leven wou doen, en besloot ik om voor een jaar naar het buitenland te gaan met AFS. Uiteindelijk ben ik in het noorden van Californië beland, en dat was één van de tofste jaren van mijn leven. Ik had er een heel actieve en ook diverse vriendengroep: ik trok er op met linksdenkende jongeren, maar evengoed met rednecks die in hun pick-uptrucks naar het bos reden om er hun geweren leeg te schieten. ‘Trump gaat het halen, wacht maar af!’ riepen ze. En ze hebben gelijk gekregen. Het politieke klimaat is trouwens de belangrijkste reden waarom ik niet in de VS zou willen wonen, tenzij misschien in een grootstad. Maar ik hou wel contact met mijn Amerikaanse vrienden en hoop dat we elkaar geregeld zullen blijven zien. De vlag zelf? Die heb ik gewoon van een Belgische vriendin gekregen. Zij had die gewonnen op de kermis (lacht).” TEKST: Reiner Van Hove FOTO’S: Rob Stevens
www.solarteam.be Is jouw kot ook een inkijkje waard? Laat het ons weten via nieuws@kuleuven.be
Prijs / opp.
405 euro / 26 m2 Vrouw des kamers
Yante Van Ham (21), masterstudent industriële wetenschappen (elektronica-ICT) Plus
“Het uitzicht op het groen en de tuinen.” Minus
“Als we een defect melden, duurt het vaak lang voor het hersteld wordt.”
PORTRET
CAMPUSKRANT | 26 SEPTEMBER 2018
SPEED DATE
19
Sylvia Wenmackers: “Ik heb er een hekel aan als mensen over mijn schouder meelezen. Of willen lezen wat ik aan het schrijven ben.”
In 25 vragen naar hoofd en hart van Sylvia Wenmackers
Professor Sylvia Wenmackers (38) is als wetenschapsfilosofe verbonden aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte. Daar buigt ze zich over de fundamenten van de kansrekening en over de filosofie van de fysica. TEKST: Ine Van Houdenhove | FOTO: Rob Stevens
“ Thuis is waar
© KU Leuven | Rob Stevens
mijn boeken staan”
01/ Wat wilde u ‘later’ worden?
“Als kind droomde ik ervan om boeken te schrijven en die ook zelf te illustreren. Fysica ben ik gaan studeren in de wat kinderlijke idee dat dat me zou helpen om sciencefiction te schrijven. Maar achteraf kwam ik niet meer genoeg los van mijn wetenschappelijke achtergrond.”
dezelfde topics bezighouden, maar in plaats van artikelen zou ik boeken schrijven.” 08/ Wat is uw beste eigenschap?
“Ik ben creatief, ook onder tijdsdruk.”
09/ Waaraan hebt u een hekel?
“Als mensen over mijn schouder meelezen. Of willen lezen wat ik aan het schrijven ben.”
02/ Zou u vandaag dezelfde studiekeuze maken?
“Meer nog, ik zou graag helemaal opnieuw beginnen aan een studie fysica, deze keer met de blik van de wetenschapsfilosoof.”
03/ Op welke job bent u jaloers?
“Ik ben op niemand jaloers. Zelfs niet op schrijvers van sciencefiction (lacht).”
04/ Hebt u een motto?
“Sinds een paar jaar probeer ik erin te geloven dat dingen ook zullen lukken zonder dat ik ze tot in de puntjes voorbereid. Dat ik kan terugvallen op mijn ervaring. I’ll wing it.”
Onbegrijpelijk, de onrust die we toelaten door elke nieuwe technologie meteen in te voeren. Zonder er rekening mee te houden dat veel mensen uit de boot vallen.
05/ Welk boek ligt er op uw nachtkastje?
“Onder meer een boek met Noorse mythes, samengebracht door Neil Gaiman. Ik lees graag sprookjes, ik kan ervan genieten om me onder te dompelen in een universum met een heel eigen logica.”
06/ Voor welk tv-programma blijft u thuis?
“Ik heb geen tv. Ik kijk wel graag naar anime en sciencefiction. Steins;Gate bijvoorbeeld, al heb ik altijd de neiging om te letten op wat er niet klopt. Maar dat kan ook net heel leuk zijn.”
07/ Aan welk project zou u meteen beginnen als geld geen factor was?
“In mijn vakgebied gaat het eerder om een gebrek aan tijd dan een gebrek aan middelen. Als ik meer tijd had, zou ik me met
10/ Wat is uw grootste angst?
“Als kind was ik van heel veel dingen bang, maar dat is overgegaan. Ik vind het jammer dat mijn zoontje van bijna zes nog al die angsten moet doormaken.”
11/ Wat is uw meest onhebbelijke karaktertrek?
“Ik ben heel ongeduldig.”
12/ Welk voorwerp zou u redden als uw huis in brand stond?
“Ik zou ze moeilijk allemaal kunnen redden, maar ik ben erg gehecht aan mijn boeken. Thuis is waar mijn boeken staan. Hier op kantoor heb ik er haast geen, want ze horen samen te blijven (lacht). Toen ik nog studeerde en een deel van mijn boeken bij mijn ouders moest laten staan, werd ik daar heel onrustig van.”
13/ Hebt u een ‘guilty pleasure’?
“Dwaze computerspelletjes spelen. Dat is verslavend en daarom doe ik het bewust enkel op de laptop van mijn man.”
14/ Wat is de ergste job die u ooit hebt gedaan?
“Sinds mijn stage in het middelbaar onderwijs heb ik nog meer respect voor de mensen die dat dag in dag uit met veel enthousiasme doen.”
15/ Wat is de belangrijkste les die het leven u heeft geleerd?
“Ik heb het gevoel dat ik nog heel veel moet leren, maar misschien toch al dit: wat je aandacht geeft, groeit. Zowel in positieve als in negatieve zin.”
16/ Wat was het meest pakkende moment van uw loopbaan tot dusver?
“Als ik terugkijk op mijn doctoraatsverdediging koester ik een gevoel van dankbaarheid dat mijn ouders daarbij konden zijn. Omdat zij me de kans hebben gegeven om te studeren, een kans die ze zelf nooit hebben gehad.”
“Ik herinner me nog levendig hoe ik eens als assistent in Gent bij het uitwijken voor een spookfietser met mijn fietswiel vast bleef zitten in het tramspoor. Dat éne moment dat ik niet wist of er een tram achter me aankwam …” 21/ Wat was uw meest recente vakantiebestemming?
“De zee! Maar eigenlijk blijf ik nog het liefst thuis. Ik moet voor mijn werk al genoeg reizen. Sinds enkele jaren sla ik alle uitnodigingen voor congressen af waarvoor ik het vliegtuig zou moeten nemen. Ik reis het liefst met de trein.”
22/ Waarop bent u het meest trots?
“Dat ik het als postdoc in de fysica heb aangedurfd om ontslag te nemen en te gaan doctoreren in de wetenschapsfilosofie, met een eigen onderzoeksvraag, waarop niemand zat te wachten. In de standaard kansrekening kunnen gebeurtenissen met kans nul toch gebeuren. Ik zocht naar een alternatieve theorie waarmee je het onderscheid tussen hoogst onwaarschijnlijk en strikt onmogelijk kan maken.”
17/ Van welke gewoonte zou u af willen?
23/ Wat zou u graag beter kunnen?
18/ Wat zit er in uw cd-speler?
24/ Welke hobby bewaart u voor uw pensioen?
“Om de haverklap mijn e-mail checken.”
“Ik luister vooral veel naar de radio. Zeker als ik thuiswerk. Zo heb ik het gevoel dat ik toch een beetje verbonden ben met de rest van de wereld.”
19/ Wat is het dichtste dat u ooit bij de dood geweest bent?
“In het zesde middelbaar ben ik met spoed geopereerd aan een keelabces. Het litteken in mijn hals was tegen Chrysostomos een rood kruis, volgens mijn klasgenoten een vampierenbeet.”
20/ Wanneer bent u het bangst geweest?
“Veel dingen, vooral praktische: koken, bakken, dingen herstellen …”
“Ik hou veel van tekenen. Het heeft tegelijk iets expressiefs en iets meditatiefs, iets wat ervoor zorgt dat je in balans blijft. Maar ik hoop dat het niet tot mijn pensioen zal duren voor ik daar weer mee begin.”
25/ Wat zullen we over vijftig jaar onbegrijpelijk vinden?
“Dat we zoveel plastic maar één keer gebruiken. En de onrust die we toelaten door elke nieuwe technologie meteen in te voeren. Zonder er rekening mee te houden dat veel mensen uit de boot vallen omdat ze niet mee zijn.”
20
CAMPUSKRANT | 26 SEPTEMBER 2018
IN BEELD
Zeil heeft stijl
© KU Leuven | Rob Stevens
De bezoekers van het HORST Arts & Music Festival in Holsbeek kregen dit jaar elegant onderdak. Een team van 25 masterstudenten architectuur had de opdracht gekregen om een podium te ontwerpen en bouwen. Als deel van hun opleiding werkten ze een jaar lang samen in ontwerpstudio Collective Practice. Met kleurrijke zeilstof maakten de studenten constructies die beschutten maar ook sfeer brengen. Zo plaatsten ze in de boomgaard van het Kasteel van Horst een rode shelter met een oppervlakte van 400m2. Een kleinere gele versie vormde de lecture space, waar lezingen van kunstenaars en architecten plaatsvonden. Tijdens het weekend van 7 tot 9 september konden meer dan tienduizend bezoekers het eindresultaat bewonderen.
NIETSDOEN IS GEEN OPTIE VOOR ONZE KINDEREN MODERNE TIJDEN
‘t Is een hobby
Gebruiksaanwijzing voor de hedendaagse mens
“H
erkenbaar”, zegt pedagoog Stefan Ramaekers als we hem vertellen over onze wekelijkse hobby- estafette. “En het valt natuurlijk extra op als je vaak tussen ouders komt, aan de schoolpoort of op het werk. Maar écht nieuw is die estafette nu ook weer niet. Die is toch al een paar decennia aan de gang.” “We kunnen zelf als volwassenen steeds moeilijker nietsdoen, en dat geven we ook door aan onze kinderen. Onze samenleving is steeds meer gericht op leren, op competenties opbouwen. Alles is nuttig, alles is een leermoment, en dus liefst ook de vrije tijd van onze kinderen. Ze moeten elk talent benutten, niets laten liggen. Ouders horen dat aan de schoolpoort waaien, en stappen daar, bewust of onbewust, in mee. En dus moet het kind liefst een beetje creatief zijn, een beetje sportief, enzoverder.” “Het economisch denken is doorgeschoten, vind ik. Ik voelde me nogal aangevallen door wat onderwijsspecialist Dirk Van Damme onlangs zei: dat ouders te weinig ambitie hebben, ze leggen te weinig op aan hun kinderen. Zoiets is een economisering van de relatie tussen ouders en kinderen. En ja, dat sijpelt ook door naar de hobby’s.” Hoek af
Zelfs kleuters zouden al met stress kampen, onder meer door een teveel aan hobby’s. Maar wat ís te veel? “Ik kan daar echt geen getal op plakken”, zegt Ramaekers. “Ik ken kinderen die vlot meerdere hobby’s combineren, en als de schoolprestaties er niet onder lijden, waarom ook niet?” Zelf heeft hij drie zonen, die inmiddels de lagere school gepasseerd zijn. “Bij mijn kinderen lag het simpel: het moest praktisch haalbaar zijn. Ze mochten elk één naschoolse hobby kiezen – naast de jeugdbeweging in het weekend. Waarom zou je je daar als ouder schuldig over voelen? Een gezinsleven dat niet onder constante druk van al die hobby’s staat: dat is toch ook iets waard?”
Twee maal twee is vier, drie maal drie is negen. Een ouder leert wel rekenen als het op hobby’s aankomt. Want een beetje kind ontplooit zich tegenwoordig liefst in veelvoud. Dé vraag aan het begin van het hobby seizoen: is het voor iedereen nog een beetje leuk? TEKST: Wouter Verbeylen | ILLUSTRATIE: Gudrun Makelberge Meer dan de ontwikkelingskansen die we mogelijk afnemen? “Als ouders dat soort woorden in de mond nemen, dan huiver ik toch een beetje. Maar ik snap waar die vrees vandaan komt. Ouders kiezen hun kinderen vandaag bewust, ze hebben er geen acht of tien meer. Ze zien ze nu meer als een investering die alle kansen moet krijgen. Een collega zei altijd: als je er tien had, en er was er eentje met een ‘hoek af ’, dan ging dat op in het grotere geheel. Maar nu je er één of twee hebt, zit je er veel dichter op. En mag er zo weinig mogelijk mis gaan.” Zwart-wit
Opdat het niet te erg mis gaat, toch nog wat concreet advies graag. Mag ik mijn kind pushen in een hobby die ik belangrijk vind?
Ramaekers: “Het is nooit een goede zaak om je eigen – al dan niet mislukte – ambities op je kind te projecteren. Maar natuurlijk moeten we kinderen uit de cirkel van hun eigen gesloten ervaringen trekken. Je kan ze alleen maar uitnodigen, eventueel uitdagen, ze dingen laten doen waar ze nooit spontaan opkomen. Dat noem ik niet pushen.” Als mijn dochter de dansles niet leuk vindt, laat ik haar dan meteen stoppen? “De ene ouder wil dat ze het jaar uitdoet, zodat ze leert afmaken wat ze begint. De ander laat haar net stoppen, want ‘je kunt je vergissen in het leven’. Daar is niks mis mee: wat je wil doorgeven is niet voor iedereen hetzelfde. Zolang je ook goed beseft dat dé les die je wil meegeven niet per se degene is die het kind onthoud (lacht).
Pedagoog Stefan Ramaekers:
Mijn kinderen mochten elk één hobby kiezen, om het praktisch haalbaar te houden. Waarom zou je je daar als ouder schuldig over voelen? Opvoeden is ook constant zelf fouten maken: je doet je kinderen onvermijdelijk van alles aan waar ze niet om gevraagd hebben.” Tot slot: is ‘een’ hobby toch beter dan helemaal géén hobby? “Ik ben spontaan geneigd ‘ja’ te antwoorden, om wat ik daarnet zei van die cirkel. Maar ik heb daar geen goede argumentatie voor. Ook niet voor wélke dat dan moet zijn. De discussie daarover lijkt me wel nogal snel in extremen te verglijden. Elke zomer belt een krant me wel op: of buiten spelen voorkeur geniet op binnen zitten? Dat is zó zwart-wit gedacht. Waarom is gamen niet goed? En is spelen of sporten in de buitenlucht vandaag nog wel zo gezond? (lacht)”
Conclusie: Een hobby mag ook gewoon leuk zijn. Ouders treuren best niet te hard om de zogenaamd gemiste kansen van hun kind.