26 OKTOBER 2016
KULEUVEN.BE/CK
02
JG 28
Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.
Tijdschrift - toelating gesloten verpakking
Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
2099 Antwerpen X n° BC 6379
erkenning: p303221
PB-nr. B-4883
ALS JE ZIEKTE GEEN NAAM HEEFT
“IK HAD DE MAANLANDING ZO GRAAG MEEGEMAAKT”
Leuvense prof buigt zich over ‘undiagnosed diseases’ in de VS
De Droomjob: studente Emilie op bezoek bij ESA-ingenieur Jeroen
6
17
HOE ONSCHULDIG IS EEN SCHIJFJE CITROEN?
ZIEN WE OOIT EEN MAN MET EEN ZWANGER BUIKJE?
Ik wil net zomin politicus als goeroe zijn
Toxicoloog Jan Tytgat krijgt liever geen parasieten in zijn glas
Hoe realistisch is de bevalling van Arnold Schwarzenegger in Junior?
Psychiater Dirk De Wachter
8
20
2
KINDERUNIVERSITEIT: DE EERSTE STAP IN HET LAB 13
“ Stop het shopgedrag”
“Het shopgedrag in het hoger onderwijs stoort me”, zegt Jan Denys. “Lukt het niet in het eerste jaar? Dan proberen we daarna iets anders. Daarom zeg ik: verhoog het inschrijvingsgeld. Ik pleit niet voor Amerikaanse toestanden, maar wat te goedkoop is, schatten we minder naar waarde.” Denys vindt ook dat de universiteiten een tandje mogen bijsteken in de begeleiding van studenten naar de arbeidsmarkt. “Sinds kort helpt Randstad, samen met de Faculteit Economie
en Bedrijfswetenschappen, jongeren aan relevantere studentenjobs. Het is toch dom dat je masterstudenten laat opdienen terwijl ze in staat zijn om bedrijfsprojecten tot een goed einde te brengen?” Verder waagt Denys zich in het interview ook aan enkele voorspellingen over de arbeidsmarkt. “Over twintig jaar zullen vrouwen nog niet op hetzelfde niveau staan als mannen. Daarvoor blijft de rolverdeling te pertinent.” Lees meer op P.14
© KU Leuven | Rob Stevens
“Een diploma behalen in het hoger onderwijs is nog altijd the best investment ever. Maar wat mij betreft mag het inschrijvingsgeld hoger: iets wat te goedkoop is, wordt minder naar waarde geschat”, zegt arbeidsmarktexpert Jan Denys in een interview in de reeks Leven na Leuven.
DENK TWEE KEER NA VOOR JE OPSCHEPT
Van bluffen
komt bijten Als je wil bluffen, kies dan zorgvuldig je woorden. Zeg niet ‘ik ben beter dan’, maar zeg ‘ik ben goed in’. Bedenk ook goed waarover je wil pochen: grootspraak over je prestaties op het werk leidt tot meer negatieve reacties dan opsnijden over je sociale vaardigheden. Dat blijkt uit het doctoraat van psychologe Carolien Van Damme. Ilse Frederickx
“M Déze onschuldige baby? Een paar voeten minder in plaats van je eigen voetafdruk te doen krimpen: is geboortebeperking de oplossing voor het ecologische vraagstuk? “De maatschappij als een simpele optelsom van individuen? Dat leidt de aandacht af van de echte oorzaak van de ecologische malaise: een wereldeconomie die altijd voor meer groei gaat.” Lees meer op P.10
ensen hebben de neiging om uitspraken van anderen op zichzelf te betrekken. Dat moet je in gedachten houden als je reacties op snoeven en stoefen wil begrijpen: uit grootspraak leiden mensen vooral af hoe de opschepper hén ziet, en niet zozeer hoe die zichzelf ziet”, vertelt kersvers doctor in de psychologie Carolien Van Damme. Onder leiding van professor Vera Hoorens onderzocht zij in een reeks experimenten hoe mensen reageren op verschillende uitspraken van opscheppers. Leuvense grootspraak
Een belangrijke factor blijkt of de opschepper de onbescheiden boodschap al dan niet vergelijkend formuleert. “Zegt
iemand ‘ik ben goed in iets’ of zegt-ie ‘ik ben beter dan andere mensen’? In beide gevallen zullen luisteraars de opschepper
Als je snoeft dat je een goede studente bent, kan je meer weerwerk verwachten dan als je pocht dat je een goede vriendin bent. als ‘dikke nek’ klasseren, maar de openlijke vergelijking komt veel bedreigender over: de luisteraars leiden eruit af dat de
opschepper een negatief beeld over henzelf ophangt. Uit ons onderzoek blijkt dat ze dan agressiever reageren en minder graag willen omgaan met de persoon in kwestie. In onze cultuur komen dergelijke expliciete vergelijkingen weinig voor. Maar in bepaalde contexten, zoals de politiek, hoor je ze toch geregeld. Denk aan Donald Trump.” Wanneer de opschepper behoort tot onze eigen groep, blijken we sterker te reageren. “Dat zagen we bevestigd in een experiment waarbij we blufferige uitspraken over studiekwaliteiten voorschotelden aan eerstejaarsstudenten communicatie wetenschappen.” Lees verder op P.05
02
NIEUWS
CAMPUSKRANT | 26 OKTOBER 2016
COLUMN © KU Leuven | Rob Stevens
Drie pittige pennen geven om de beurt hun hoogst persoonlijke en ongezouten kijk op actualiteit en universiteit.
‘DE WERELD VAN DE WACHTER’ PLAATST VRAAGTEKENS BIJ ONZE SAMENLEVING
Kristien Hemmerechts is schrijver en docente creatief schrijven.
Ouders, universiteiten, bange westerlingen en wellnessers, ze krijgen in het nieuwste boek van psychiater Dirk De Wachter (56) allemaal een veeg uit de pan. “Ik chargeer. Welbewust. Het is tijd om uit onze bunkers te komen. Tegelijk zeg ik meer dan ooit: ik weet het niet.”
De u van utopie
I
k wist niet dat Thomas Mores Utopia in Leuven is gedrukt en gepubliceerd. Eigenlijk wist ik helemaal niets over die hele Utopia, en ik weet er nog altijd bitter weinig over. Ik dacht dat de beginletter u- een variant was van ‘eu’, het Griekse woord voor ‘goed’, zoals in euthanasie, maar niets is minder waar. Die u- komt van het Griekse ‘ou’, wat ‘niet’ betekent. Utopia betekent ‘geen plaats’, en dus is utopie eigenlijk niet het tegenovergestelde van dystopie, al gebruiken we die woorden meestal wel zo.
De kerels van ISIS bewijzen de fatale verwevenheid van utopie en dystopie. Hans Achterhuis – want het was naar hem dat ik was gaan luisteren, hij is één van de weinige mensen die de hele Utopia aandachtig heeft gelezen en er ook uitgebreid over heeft gepubliceerd, je mag hem gerust een autoriteit noemen – die Hans Achterhuis zei dat Mores Utopia eigenlijk een dystopie is. De opmerking intrigeerde me, want toen ik onlangs Brave New World van Aldous Huxley herlas, een roman die samen met Orwells 1984 als archetypisch voorbeeld van een dystopie wordt beschouwd, dacht ik: je zou Brave New World net zo goed een utopie kunnen noemen. In de wereld die Huxley schetst zijn pijn, verdriet en wanhoop afgeschaft. Iedereen is gelukkig! En ben je het niet, dan kun je een pil nemen om het wel te worden. Wat zou je klagen?
Huxley schrijft met een scherpe, satirische pen, maar onder de spot en ironie schuilt een flinke dosis ernst. Orwell is alleen maar ernstig, en hoewel die twee vaak in één adem worden genoemd, was het water tussen hen diep. Achterhuis is niet langer een voorstander van utopieën. Die monden immers uit in geweld. Iemand in de zaal opperde dat vandaag ISIS het utopische denken belichaamt. Het zijn verfoeilijke kerels, maar ze worden gedreven door een ideaal, dat moet je hen nageven. Ze bewijzen de fatale verwevenheid van utopie en dystopie: in elke utopie schuilt de kiem van een dystopie, en omgekeerd. Achterhuis brak een lans voor kleine utopieën, voor het omtoveren van lappen braakland tot moestuintjes bijvoorbeeld, en voor burger initiatieven à la het Antwerpse Ringland. Zijn gesprekspartner Frank Albers, auteur van de dystopische roman Caravantis, vergeleek die projectjes met kantklossen in de schaduw van een atoomcentrale. Daarmee kreeg hij de lachers op zijn hand, maar achteraf bleken de meeste mensen voor de formule Achterhuis gewonnen. Bram Vermeulens bekende regel werd geciteerd, over de steen die hij in een rivier heeft verlegd. Ik moest denken aan die inspirerende film Demain over bescheiden projecten die het grote verschil kunnen maken, en aan het beeld van het pad dat geëffend wordt wanneer veel mensen in dezelfde richting lopen. Dat pad zal nooit naar de Volmaakte Wereld leiden, daarvoor is de mens zelf te onvolmaakt. Het utopische denken verraadt een hunker naar Volmaakte Mensen, die wijze beslissingen nemen voor zichzelf en voor de wereld. Het is een begrijpelijke hunker, maar ze is kinderlijk en naïef. Elk denken over mens en maatschappij moet vertrekken van onze onvolmaaktheid. Bij elke stap die we zetten moet er rekening mee worden gehouden. Dat is de enige weg.
TEKST: Katrien Steyaert | FOTO: Rob Stevens
“ Ik wil gerust
mijn nek
uitsteken”
H
et valt op: de estheet De Wachter, hij die altijd hunkert naar schoonheid, houdt spreekuur in een kamer waar volgens zijn vrouw de lelijkste gordijnen ter wereld hangen. Het schrikt zijn patiënten allerminst af, integendeel, de agenda van de psychiater zit nokvol. “Alsmaar meer mensen worden vertrappeld door het leven of – erger nog – door anderen, ze geraken niet uit de schaduw. In Borderline Times (zijn doorbraakboek uit 2012 – red.) heb ik hen een stem willen geven. Met dit nieuwe boek ga ik verder. Ik zeg ermee tegen een breder publiek: let op, dit heeft met ons allemaal te maken.” Hoe dan?
KANTTEKENING
Dirk De Wachter: “Ik denk dat bij ons in het Westen het individualisme is doorgeschoten. Sinds we God gedood hebben, gingen we zijn rol een beetje overnemen en verhieven we onszelf tot hemelse proporties. Het probleem is dat dat ikkige het verbondene heeft overrompeld. Volgens mij is een mens maar een mens in de blik van de ander. Ik grond dat filosofisch, in de geest van Levinas. Die zegt dat je maar iemand bent in de blik, in het brein en in de woorden van de ander. Volgens hem is het zijn zelf, het naakte zijn, bedreigend en adembenemend. De enige manier om daaraan te ontsnappen …” … is je te verbinden met die ander?
Zullen mannen ooit zwanger kunnen worden?
Lees het artikel op P.20
“Ja. En dat hoeft zelfs geen zuiver altruïstische daad te zijn. We hebben de ander nodig, in de eerste plaats voor onszelf. Ik kan maar mens zijn als ik andere mensen toelaat in mijn bunker. Dat is wat er tegenwoordig gebeurt: we verbunkeren, en de ander wordt vreemder, lastiger.
Dat gebeurt niet alleen op individueel, maar ook op maatschappelijk vlak. Mede dankzij de hulp van Hind Fraihi (onderzoeksjournaliste met Marokkaanse roots – red.) sta ik in dit boek stil bij onze multiculturele samenleving.” U wijst erop dat we vluchtelingen gelukszoekers noemen. Dat we onze blik afwenden en lustig op exotische vakanties vertrekken. Moeten we ons schamen?
“Ik ben scherp. Dat probeer ik altijd te zijn. Maar als de schaamte u verlamt, dan heb ik mijn werk niet goed gedaan. Schaamte of schuld moet net aanzetten tot reflectie. Ik neem mezelf altijd als toetssteen. Het is niet omdat ik psychiater ben dat ik buiten de wereld sta. Een angstige reactie tegenover andere culturen is mij niet vreemd. Wel voeg ik er meteen vragen aan toe: Wat betekent dit? Moeten we hier niet over nadenken?” U roept onomwonden op tot engagement.
“Dat is de rode draad in mijn boek: engagez-vous! Borderline Times was zeer reflectief, zoals de eerste sessies met een patiënt waarin we helderheid trachten te krijgen en een kwetsuur blootleggen. Maar dan begint het pas. Daarna moeten we bekijken hoe we terug kunnen naar de wereld, met geheven hoofd. Dat kan volgens mij pas als je in die wereld opnieuw een plek en een betekenis krijgt, via engagement dus. Ik zet er in dit boek toe aan, maar ik toon de richting niet. Ten eerste omdat ik het zelf niet weet – en dat meen ik, ik pleit meer dan ooit voor een niet-weten, je moet durven niet-weten.
NIEUWS 03
CAMPUSKRANT | 26 OKTOBER 2016
Het engagement van jongeren vandaag is minder naïef, meer geworteld en onderbouwd dan dat van de soixante-huitards.
© KU Leuven | Rob Stevens
Heel onze cultuur is erop gericht om ons te amuseren, maar dat loopt ooit fout. De tegenslagen van het bestaan zijn er.
we in grote moeilijkheden. De mens zal altijd naar zin zoeken. Zonder zin is het leven niet leefbaar. We moeten blijven nadenken.”
En ten tweede omdat de psychotherapeut geen pastoor is. Hij stelt vragen en zegt: Zou het dat kunnen zijn? Of dat? Ik weet het niet. Wat denk je zelf? In die zin vraagt dit boek meer en is het wellicht moeilijker te verteren dan mijn vorige twee.” U geeft wel hints. Zo ziet u heil in opnieuw meer voeling krijgen met de natuur.
“Er zitten inderdaad aanwijzingen in het boek, en ecologische duurzaamheid is daar een van. We moeten ook beter zorgen voor mekaar. Daarin ben ik zelfs een moralist. Mijn vrouw, die huisarts is en meer gezond verstand heeft dan ik, zegt dan: wat schrijf jij nu, dat ouders voor hun kinderen moeten zorgen? Dat weet toch iedereen? Maar dan moet ik antwoorden: blijkbaar niet. Mijn collega-kinderpsychiaters zien de hechtingsproblemen langs ramen en deuren binnenkomen. Het is soms rampzalig. Het komt altijd neer op die hechting, of het nu met je kinderen, je naasten of de natuur is. De mens is in essentie een verbonden dier.” We blijken nochtans geen relatiewonderen.
“Nee, en soms heeft dat te maken met je erfelijkheid en je geschiedenis, maar veel is volgens mij te wijten aan onze wereld. Die is rumoerig, hyperstimulerend en kolossaal groot. Velen proberen dat te bestrijden met wellness, happenings en de ene wow-beleving na de andere. Heel onze cultuur is erop gericht om ons te amuseren, maar dat loopt ooit fout. De tegenslagen van het bestaan zijn er. Zonder naar zin te zoeken lopen we tegen een muur aan en komen
Dirk De Wachter, ‘De Wereld van De Wachter’, LannooCampus, 2016, 190 p.
Betreurt u het daarom dat universiteiten verworden tot wat u diplomafabrieken noemt?
“Inderdaad. Ik chargeer een beetje, maar het is welbewust. Ik doe het uit respect en liefde voor de universiteit, een prachtige plek waar ik al jaren een vrijgeleide krijg om na te denken. Maar die vrijgeleide komt in het gedrang. Mijn zoon zit in het eerste jaar van zijn opleiding tot psychiater en is van jongs af aan in een stramien gezet van versmallend, technisch denken. Maar een student moet net een homo universalis worden. Zij die zeggen dat daar geen tijd voor is, dat het programma al te vol zit, vergeten hoe essentieel het is om onze jongeren breed te informeren. Communicatie, psychologie, ethiek, maatschappij, het hoort allemaal bij het studium generale. Een te smal opgeleide arts is een ramp voor de patiënt.” U verwacht erg veel van de jongeren.
“Absoluut. Ik heb in het boek een manifest opgenomen, een erg polemische tekst waarin ik de oudere generaties erop wijs dat wat er vandaag misloopt onze schuld is. Jongeren die in deze cynische, door concurrentie gedreven wereld komen, krijgen binnen de kortste keren het gevoel: there is no alternative. En toch zoeken ze naar zo’n alternatief. De voorbije jaren heb ik van hen zoveel onbevangen, interessante ideeën gehoord: over de multiculturele
samenleving, over man-vrouwverhoudingen, over ecologie, over het überkapitalisme. Van Borderline Times had ik verwacht dat het sympathiek zou worden bevonden door een kleine schare van academische heren van middelbare leeftijd, maar nee, de jongeren vonden mij massaal en ontvouwden hun plannen. Hun engagement is minder naïef, meer geworteld en onderbouwd dan dat van de soixante-huitards. Ik ben dan ook veeleer hoopvol gestemd.” U lijkt oprecht bang om voor cynicus versleten te worden.
“In onze tijd dreigt een soort cynische zelfgenoegzaamheid en dat is het ergste wat ons kan overkomen. Trekt uw plan, het gaat allemaal naar de knoppen en daar is niets aan te doen. Er is wél iets te doen. De meest onooglijke mens – die vooral, zeg ik altijd – kan iets doen. Hij kan zich engageren. En dat zeg ik niet in een sfeer van rozengeur en maneschijn, dat is even onnozel. Ik zoek naar nuanceringen. Ik wil mensen een spiegel voorhouden die weliswaar confronterend kan zijn, maar die ik niet op hun hoofd wil kapotslaan. Daarom vond ik het niet prettig dat sommige critici Borderline Times cultuurpessimistisch noemden. Ik ben een therapeut, ik wil mensen vooruithelpen. En daarvoor wil ik gerust mijn nek uitsteken.” Bent u zelf weerbaarder geworden met de jaren?
“Ik heb geleerd hoe mij in deze gemediatiseerde wereld te gedragen. Maar ik blijf een kwetsbare mens. Daarom vindt mijn vrouw ook dat ik niet in
de politiek mag gaan. Ze heeft gelijk. Ik wil net zomin een goeroe als een politicus zijn. Ik wil mijn brede spectrum blijven bespelen. Doordat ik zo’n zoekende mens ben, had ik het in mijn jeugd niet altijd zo gemakkelijk. Ondertussen gaat het mij beter. Dat heeft vooral te maken met chance, denk ik. Chance dat ik zo thuisgekomen ben in mijn beroep, en bij mijn vrouw. Door een merkwaardige speling van het lot komen wij nog altijd ongelooflijk overeen, eigenlijk nog beter dan voorheen. Een andere belangrijke factor is dat mijn drie kinderen het goed stellen.” Zo kunnen minder gefortuneerden uw oproep tot engagement onderuithalen: ze hebben niet zoveel geluk gehad als u en daardoor ontbreekt het hen aan energie of geloof om er opnieuw voor te gaan.
“Iedereen maakt moeilijke dingen mee in zijn leven. Ik ook. Zo heb ik een hele lieve, maar oude en versleten vader. Dat is zo erg om te zien en om te dragen. Maar ik besef dat anderen nog veel meer platgeslagen worden door de wereld. Het is niet evident. De man die ik daarin graag citeer, is de Franse diplomaat Stéphane Hessel. Ik stond onlangs aan zijn graf – ik bezoek graag graven. Hessel zat in Buchenwald en had dus een zwaar leven, en toch riep hij op zijn oude dag nog: Indignez-vous! Engagez-vous! Ik vind die woorden te schoon en te sterk om ze niet te blijven herhalen.”
04
NIEUWS
CAMPUSKRANT | 26 OKTOBER 2016
Suiker stelen voorkomt uitzaaiing tumor Wetenschappers van VIB en KU Leuven hebben ontdekt hoe ze suiker kunnen ‘stelen’ van de cellen die verantwoordelijk zijn voor het chaotische bloedvatennetwerk rond tumoren. Door de ingreep gaan die cellen meer beheerst te werk en bouwen ze een sterke bloedvatenbarrière: de kankercellen kunnen dan niet meer ontsnappen naar andere lichaamsdelen.
E
en cruciale rol in het verhaal is weggelegd voor macrofagen, een type van witte bloedcellen dat lichaamsvreemde micro-organismen aanvalt en schadelijke stoffen in ons lichaam opruimt. Ze vormen dus een essentieel onderdeel van ons immuunsysteem. Maar bij kanker spelen macrofagen een minder positieve rol, omdat ze mee instaan voor de vorming van bloedvaten. Die zijn in tu-
moren gewoonlijk heel chaotisch en gebrekkig opgebouwd. Kankercellen gebruiken die slechtgevormde bloedvaten vaak als ‘uitvalsweg’ naar de bloedbaan, om uiteindelijk in andere organen terecht te komen. Chaotisch netwerk
Het team van professor Massimiliano Mazzone en dr. Mathias Wenes (VIB-KU Leuven) zocht
naar manieren om de werking van macrofagen te beïnvloeden. Dat deden ze door één specifiek gen in die cellen te blokkeren. Daardoor veranderde het metabolisme van de macrofagen: ze waren in staat om meer suiker op te nemen en om te zetten naar energie. “Je kan een tumor wat vergelijken met een kind: door een teveel aan suiker worden ze beide hyperactief ”, zegt professor Mazzone. “Rond een tumor vormt zich daardoor al snel een chaotisch, gebrekkig bloedvatennetwerk. We hebben de macrofagen zo aangepast dat zij de suiker opeten in de plaats van de bloedvatcellen. Die laatste doen het daardoor rustiger aan en creëren op een beheerste manier een sterke en gestructureerde bloedvatenbarrière rond de tumor. Zo blijven de kankercellen binnen de tumor.” “Eén belangrijke kanttekening: de voedingsstoffen die cellen zoals macrofagen uit ons lichaam halen, zijn niet noodzakelijk dezelfde stoffen die wij uit ons voedsel opnemen. De mate waarin een patiënt suiker consumeert, heeft bijvoorbeeld geen impact op het suikermetabolisme van zijn macrofagen.”
onderzoeksdepartementen nam het team van professor Mazzone ook bestaande kankermedicijnen onder de loep. De wetenschappers gingen na hoe de door hen ontdekte processen werken bij het gebruik van mTOR-remmers. Dat zijn kankermedicijnen die de groei van een tumor tegengaan.
Je kan een tumor vergelijken met een kind: door een teveel aan suiker worden ze beide hyperactief.
“Die mTOR-remmers zijn slechts gedeeltelijk effectief ”, zegt professor Mazzone. “Bij proeven op muizen zagen we zelfs dat ze uitzaaiingen soms in de hand werken, omdat ze een goede suikeropname door macrofagen verhinderen. Daarom bekijken we nu volop hoe we met onze Effectieve remmers? inzichten kunnen voorspellen bij welke patiënten Samen met verschillende andere VIB- deze remmers al dan niet effectief zijn.” Bron: VIB
OPENLESDAGEN Volg tijdens de herfstvakantie les tussen KU Leuven-studenten op verschillende locaties in Vlaanderen www.kuleuven.be/openles
Nieuwe supercomputer staat in Heverlee
Het afgelopen jaar werd een nieuwe zogenaamde ‘HPC Tier-1 infrastrucuur’ uitgebouwd in het Datacenter in Heverlee. De supercomputer kreeg de naam BrENIAC, verwijzend naar ‘brain’ en ‘ENIAC’, één van de eerste computers voor algemeen gebruik, die uitkwam in 1946. BrENIAC behoort tot de 200 snelste computers ter wereld en heeft drie keer zoveel capaciteit als de huidige Vlaamse supercomputer, die aan de UGent staat. De nieuwe infrastructuur heeft een rekenkracht van meer dan 600 teraFLOPS, wat overeenkomt met tweeduizend snelle pc’s. Bovendien is de supercomputer zeer
© KU Leuven | Rob Stevens
De KU Leuven zal de komende vier jaar de grootste supercomputer in Vlaanderen hosten. Die behoort tot de tweehonderd snelste computers ter wereld en biedt tal van mogelijkheden voor onderzoek dat complex rekenwerk vereist.
energie-efficiënt. BrENIAC is uitgerust met de nieuwste Intel-processoren. Ook het geheugen, het interne netwerk en de opslagcapaciteit zijn afgestemd op de complexe problemen die de computer moet kunnen oplossen. Zo zal BrENIAC bijvoorbeeld zijn nut kunnen bewijzen bij onderzoek naar hernieuwba-
re energiebronnen of bij de ontwikkeling van nieuwe medicijnen. De computer zal het ook mogelijk maken om nog nauwkeuriger klimaatmodellen te berekenen of om de omstandigheden op andere planeten in kaart te brengen. Ook voor fundamenteel onderzoek opent BrENIAC nieuwe mogelijkheden.
De supercomputer – voorzien van een tekening van onze huiscartoonist Joris Snaet – heeft de rekenkracht van meer dan tweeduizend snelle pc’s.
De financiering voor het project – 5,5 miljoen euro – kwam van de Herculesstichting van de Vlaamse Overheid. De infrastrucuur wordt beheerd door het Vlaams Supercomputer Center (VSC), een samenwerking tussen het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) en de vijf Vlaamse universitaire associaties.
NIEUWS 05
CAMPUSKRANT | 26 OKTOBER 2016
DENK TWEE KEER NA VOOR JE OPSCHEPT
Van bluffen komt bijten vervolg van P.01
Eerste date
Ook het domein waarover gebluft wordt, speelt een rol. “Ons zelfbeeld wordt vooral bepaald door ons gevoel van competentie – slagen we erin onze doelen te bereiken – en minder door de sociale vaardigheden die we ons zelf toedichten. Iemand die snoeft dat ze een goede studente is, kan daarom meer weerwerk verwachten dan ie mand die pocht dat ze een goede vrien din is. Iets om in gedachten te houden bij een eerste date of een sollicitatie gesprek.” Conclusie: opscheppen brengt niet zoveel op? “Inderdaad, van bluffen komt bijten. De opschepper denkt misschien dat mensen een beter beeld
van hem of haar krijgen. Maar wat blijft hangen, is wat mensen in die bluf lezen over zichzelf. Opschepperij met open lijke vergelijkingen of over competen
Carolien Van Damme:
Wat blijft hangen, is wat mensen in de bluf lezen over zichzelf. ties werkt zelfs provocerend: in één van mijn onderzoeken ging ik na of mensen een opschepper ‘straffen’ als ze de kans krijgen. Bijvoorbeeld door de hem of haar een onaangename taak te geven, zoals de keuken op kot schoonmaken. En dat blijkt wel degelijk zo te zijn.” Opbergen dus, die hybris. Beschei denheid siert de mens.
© Gudrun Makelberge
“In één geval kwam die zogezegd van een andere student communicatiewe tenschappen aan de KU Leuven, in een ander geval van een student geografie van de UGent. Het ging over expliciete vergelijkingen met andere studenten: die roepen dus negatieve reacties op. Maar bij de Leuvense student uit hun eigen richting waren die duidelijk ster ker. De snoeverij van de Gentse geo graaf kon de proefpersonen duidelijk minder schelen.”
Bloedtest door huisarts spoort ernstige infecties bij kinderen sneller op Met een eenvoudige beslissingsprocedure en een vingerprik om bloed te testen kan een huisarts snel ernstige infecties bij kinderen opsporen. Zo voorkom je dat ernstig zieke kinderen pas later tijdens een ziekenhuisopname deze diagnose krijgen, wat mogelijk fataal kan zijn. Dat blijkt uit onderzoek door Leuvense medici, in samenwerking met de UGent en de Universiteit van Oxford. Ilse Frederickx
E
rnstige infecties – zoals een her senvliesontsteking of een bedrei gende huidontsteking – vertonen in de beginfase symptomen die gelijkaardig zijn aan die van meer alledaagse virale infecties. Bo vendien komen ze maar zelden voor. “Daardoor blijven ernstige infecties te lang onder de radar bij huisartsen”, vertelt Jan Verbakel, huisarts
en postdoctoraal onderzoeker aan de Faculteit Geneeskunde. Uitgebreide laboratoriumtesten worden maar met mondjesmaat gebruikt in het kabinet van de huisarts: “Ze zijn vaak complex, duur en vooral traag: het resultaat laat meestal een paar dagen op zich wachten. Maar sinds kort zijn er ver schillende sneltesten op de markt, waarbij je het
resultaat nog tijdens de consultatie kan aflezen. Voor ernstige infecties is de CRP-sneltest inte ressant. Je meet dan via een vingerprik het ni veau van het C-reactieve proteïne (CRP) in een bloeddruppel: de concentratie van dat eiwit stijgt in reactie op een ziekteverwekker.” Uit een onderzoek met meer dan 3.100 zieke kinderen over heel Vlaanderen bleek dat 5 mil ligram CRP per liter bloed een goede drempel waarde is om ernstige infecties uit te sluiten. Maar enkel nadat de huisarts de symptomen en de vitale functies heeft geëvalueerd. “Een CRP-sneltest kan de huisarts niet vervangen. Heeft de huisarts het gevoel dat er iets niet pluis is, is het kind kortademig of heeft het meer dan 40 graden koorts? Als het antwoord op één van deze drie vragen ‘ja’ is, heeft de CRP-sneltest zin. Uit onze studie bleek dat met die procedure alle ernstige gevallen bij het eerste bezoek aan de huisarts werden opgemerkt. Maar alle zieke kinderen testen is dus niet nodig.” “Dankzij de combinatie van een klinisch
onderzoek van de patiënt en een eventuele CRP-sneltest kan de huisarts sneller en objec tiever ernstige infecties opsporen. En bij min
Bij minder ernstig zieke kinderen vermijd je overbodige doorverwijzingen en onnodige ongerustheid. der ernstig zieke kinderen vermijd je overbodi ge doorverwijzingen en onnodige ongerustheid. De CRP-sneltest heeft dus zeker zijn rol in het huisartsenkabinet, maar moet wel gericht wor den toegepast”, besluit Verbakel.
06
MAATSCHAPPIJ
CAMPUSKRANT | 26 OKTOBER 2016
WAT ALS DE DIAGNOSE UITBLIJFT OF HEEL ZELDZAAM BLIJKT?
Ziektes zonder
naam
Ons medisch systeem berust op duidelijkheid – symptoom, diagnose, behandeling, terugbetaling, klaar. Maar wat als de artsen er niet in slagen om een diagnose te verbinden aan de symptomen? In ons land ontbreken vaak tijd en middelen voor patiënten met een ‘mysterieuze’ ziekte. In de VS werd voor het begrijpen van onbekende ziektebeelden een bijzonder programma uitgewerkt. Professor David Cassiman (hepatologie en metabole ziekten UZ Leuven) maakte enkele maanden deel uit van dat Undiagnosed Diseases Program-team (UDP). TEKST: Ludo Meyvis | CARTOON: Joris Snaet
staan er nu gerichte behandelingen. Sinds het jaar 2000 is er Europese regelgeving die de farma-industrie moet stimuleren om deze zogenaamde weesgeneesmiddelen te ontwikkelen, via fiscale en administratieve of logistieke steun. De redenering is dat mensen die de pech hebben om ziek te zijn, niet extra gestraft moeten worden omdat hun ziekte ook nog zeldzaam is, en dus niet lucratief genoeg om in te investeren.” Onterechte paniek
D
e voorbij zomer ruilde professor David Cassiman Leuven in voor Bethesda, in de buurt van Washington, DC. Zijn specifieke expertise op het vlak van lever- en stofwisselingsziekten was er meer dan welkom. “Je moet het UDP eerst en vooral zien als een onderzoeksprogramma. De bedoeling is de medische wetenschap vooruit te helpen door patiënten te bestuderen met een aandoening waarvoor tot nu toe geen diagnose was. Als zij aan het programma meewerken, ondertekenen ze een document dat glashelder zegt dat een behandeling niet tot het programma hoort. Misschien houden ze in hun achterhoofd wel een sprankeltje hoop, maar ze weten heel goed dat er zelfs geen garantie is op een diagnose.” “Het gaat om zwaar zieke mensen, die vaak een lange en frustrerende tocht door de medische wereld achter de rug hebben, zonder resultaat. Toch zijn ze bereid om deel te nemen aan een intensief programma, louter om bij te dragen aan de kennis over hun ziekte. Het vraagt een merkwaardige vorm van altruïsme om die stap te zetten.” Het UDP is een zwaar gefinancierd programma onder de hoede van de National Institutes of Health, de belangrijkste Amerikaanse biomedische onderzoeksinstelling, met een budget van vele miljarden dollars en enkele tienduizenden medewerkers. “In Bethesda werken tientallen specialisten in-
een nieuwe ziekte vastgesteld, waarvan nog geen beschrijving bestond, en waar dus ook nog geen behandeling voor beschikbaar was. Pas na een duidelijke diagnose is het ontwikkelen van een gerichte therapie en inpassing van de aandoening in het reguliere systeem eventueel mogelijk.” David Cassiman:
In onze zieken huizen beperkt een economische logica de tijd en de middelen die je aan één patiënt kunt besteden. tensief samen: artsen uit de courante medische disciplines, maar ook computerspecialisten, genetici, experts in medische beeldanalyse enzovoort. Je krijgt er ook de nodige tijd: het is niet ongewoon dat je er een volle week met één patiënt werkt. Dat is ondenkbaar in onze ziekenhuizen, waar een economische logica de tijd en de middelen beperkt die je aan één patiënt kunt besteden.” “Op acht jaar tijd hebben meer dan drieduizend patiënten zich in Bethesda aangemeld, en een kleine duizend van hen hebben het programma al doorlopen. In tien tot vijftien procent van die gevallen werd
Die aanpak levert gelukkig heel wat nieuwe medicijnen op. “Soms zijn die wel erg duur. Of je tien patiënten behandelt, of tien miljoen, maakt weinig uit voor de ontwikkelingskost van een medicijn, maar natuurlijk wel voor de boekhouder. Die zal de prijs omhoog willen wanneer er weinig patiënten zijn. Farmabedrijven zijn immers niet alleen medische vernieuwers, maar ook nog altijd bedrijven, die winst moeten genereren voor aandeelhouders.” “Sommigen vragen zich af of de draagkracht van de ziekteverzekering wel groot genoeg is om al die nieuwe medicijnen te betalen. Maar het blijft gaan over een heel beperkt aantal patiënten, wat de paniek moeilijk te begrijpen maakt.” “We zien nu dat sommige vernieuwingen niet toegankelijk zijn voor de patiënten, bijvoorbeeld omdat de prijs niet in verhouding is tot het effect van het medicijn. De overheid probeert dat zoveel mogelijk te voorkomen, omdat het sociaal en politiek moeilijk te verdedigen is. Ook voor farmabedrijven is zo’n situatie onwenselijk. Soms kunnen zij de nood lenigen door compassionate use toe te staan. Dan zetten ze hun bedrijfsbelangen even opzij, en staan ze het gebruik van het nieuwe geneesmiddel toch toe. Misschien maken ze dan tijdelijk verlies, maar ze voorkomen imagoproblemen en ze verzamelen nieuwe wetenschappelijke gegevens.”
Niet zo zeldzaam
Het is logisch dat veruit de meeste pathologieën waar de onderzoekers in zo’n programma mee te maken krijgen, heel zeldzaam zijn. “In het beste geval – áls er een diagnose uit het hele proces volgt – krijg je dus het label ‘zeldzame ziekte’. In het andere geval blijf je tussen de stoelen van de medische classificatiesystemen vallen”, zegt Cassiman. “In ons land heb je een ‘zeldzame aandoening’ als minder dan 1 Belg op 2000 de ziekte in kwestie heeft. Eigenlijk zijn dat soort aandoeningen helemaal niet zo zeldzaam: er zijn er zowat achtduizend van bekend. In België gaat het naar schatting over zestig- tot honderdduizend patiënten, een significante groep dus. In mijn vakgebied, stofwisselingsziekten, zijn er ongeveer achthonderd zeldzame ziekten beschreven, en er komen er zowat wekelijks nieuwe bij.” “Soms kan je die ziekten behandelen met bestaande of zelfs oude medicatie, die dan een nieuwe toepassing krijgt. Maar dat is zeker niet de regel. Voor een klein maar groeiend deel van de zeldzame ziekten be-
Enkel het badwater
Zelfs áls de kost hoog blijft, is dat volgens Cassiman vaak een tijdelijk fenomeen. “Het gaat hier om geavanceerde eerstegeneratiemedicatie. Die zal gaandeweg verder verfijnd worden en dan misschien een groter bereik of veel sterkere effecten hebben. Toen ik twintig jaar geleden afstudeerde, was er wel hiv-medicatie, maar die was weinig effectief. Nu is hiv van een doodsvonnis omgevormd tot een chronische ziekte. Daar zijn wel enkele decennia wetenschappelijk werk in gekropen. De weesgeneesmiddelen moeten ook die kans krijgen.” “Akkoord, graaigedrag bestaat, en er zijn verwerpelijke individuen en schurkenfirma’s. Maar je moet de sector van de weesgeneesmiddelen en de strijd met ziekteverzekering en terugbetaling zien als een mooi ecosysteem in ontwikkeling. De regelgeving is nieuw, er wordt enorm geïnvesteerd in ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen voor zeldzame ziekten. Dat is fantastisch voor de patiënten. Ik ben ervoor om enkel het badwater weg te gooien.”
MAATSCHAPPIJ
CAMPUSKRANT | 26 OKTOBER 2016
07
AMERIKAANS VERKIEZINGSEXPERT CHRISTOPHER WLEZIEN
© KU Leuven | Rob Stevens & Shutterstock
“ Trump kan nog altijd winnen” Verkiezingen beantwoorden aan wetmatigheden en uitslagen zijn verrassend makkelijk te voorspellen. Dat zegt Christopher Wlezien (foto), één van de bekendste Amerikaanse verkiezingsspecialisten. Maar dit keer ligt het toch wat anders: “Er is veel animositeit tegenover Clinton. Eender welke Republikein zou waarschijnlijk winnen. Maar het is Trump ...” Ine Van Houdenhove
O
p 11 oktober, een kleine maand voor Election Day, was Christopher Wlezien in Leuven om een seminarie te geven aan de studenten politicologie. Als we hem na afloop spreken, wil hij meteen weten of er intussen iets is gebeurd aan het Amerikaanse verkiezingsfront. Het zijn hoogdagen voor de verkiezingsspecialist van Texas University. De afgelopen 25 jaar voorspelde u de uitkomst van zes presidentsverkiezingen en verschillende congresverkiezingen. U zat er niet één keer naast. Hoe doet u dat?
Christopher Wlezien: “Verkiezingswedlopen verlopen heel gestructureerd en zijn daarom verrassend voorspelbaar. Maar niet om het even wanneer. In mijn boek Timeline toon ik aan hoe de uitslag meer en meer voorspelbaar wordt naarmate de race vordert. Aan het begin van het campagnejaar is de voorspelbaarheid ongeveer nihil en op de verkiezingsdag zelf is die uiteraard zeer groot. Tussenin, na de eerste conventie, ligt de voorspelbaarheid op ongeveer 50%. En het blijkt zo te zijn dat wie na de tweede conventie aan de leiding staat, wint.” “Dat alles geldt echter wanneer de kandidaten aan elkaar gewaagd zijn en niet al te veel fouten maken. Maar dit is een bijzondere situatie. Met
Donald Trump speelt er een niet-traditionele kandidaat mee – het geheim uiteraard van zijn succes – en dat maakt de afloop in dit geval toch minder voorspelbaar. Clinton is geen geweldige kandidaat, ze is geen Obama, maar Trump is erger. Hij jaagt mensen tegen zich in het harnas, mensen stellen zich vragen over zijn competenties en zijn moraal. Hij zal niet automatisch elke Republikeinse stem krijgen.”
In het football kennen we de Hail Mary pass, een wanhoopspoging. Zoiets heeft Trump nodig.
“Tegelijk is het dan weer goed mogelijk dat hij kiezers aantrekt die anders niet zouden gaan stemmen. En supporters van de libertaire kandidaat Gary Johnson zouden kunnen beslissen om toch voor Trump te gaan als de voorsprong van Clinton te groot wordt. Het kan dus beide kanten op.”
Wereldwijd worden de presidentiële debatten met veel interesse – en soms ook verbazing – gevolgd. Maar hoe belangrijk zijn die debatten in de wedloop naar het Witte Huis?
“Ze hebben eigenlijk nauwelijks effect op het kiesgedrag. Op het moment van het eerste debat is de campagne al een jaar bezig en hebben de meeste mensen allang besloten voor wie ze zullen stemmen. Zo’n 10% is nog onbeslist, maar uit onderzoek blijkt dat de stemmen van die groep uiteindelijk ongeveer fiftyfifty worden verdeeld.” “Debatten zijn eigenlijk niet meer dan een show waarbij de toeschouwers hun kandidaat toejuichen en menen dat hij of zij gewonnen heeft. Slechts een kleine groep kiezers wordt door de debatten beïnvloed, en dat effect is meestal van korte duur.” Waardoor wordt het kiesgedrag dan wel bepaald?
“Kiezers worden door verschillende beweegredenen gedreven: veruit het belangrijkst is de partij waartoe ze zich voelen behoren. 92% van de Republikeinen zegt nog steeds voor Trump te zullen stemmen. Ze houden misschien niet van hem, maar hun haat voor de Democraten en voor Hillary is nog groter.” “Daarnaast speelt het cost of ruling-effect mee:
Op zondag 27 november 2016 transformeert Vlaanderen tot een groots wetenschapsfestival. Verleg je grenzen, daag je brein uit, experimenteer en leg het vuur aan de schenen van onze wetenschappers! KU Leuven verrast bezoekers met tentoonstellingen, wetenschapsbeurzen, workshops, (kinder)lezingen en wonderlijke installaties. Het programma is voor jong én oud en je kan terecht in Leuven en op alle KU Leuven campussen verspreid over Vlaanderen. Mis het niet en stip alvast de datum aan in je agenda!
www.dagvandewetenschap.be
na twee termijnen van een president uit het kamp van de Democraten zijn de Republikeinen in het voordeel. Aan de andere kant: de economie doet het vrij goed en Obama haalt vrij hoge approval rates. Maar er is veel animositeit tegenover Clinton. Eender welke Republikein zou waarschijnlijk winnen. Maar het is Trump ...” Wat kunnen de kandidaten op dit moment nog doen? Wat zou u hun campagneteams adviseren?
“Op dit moment is het natuurlijk het makkelijkst om het team van Clinton te adviseren. Voor haar is het belangrijkste om op een positieve manier aanwezig te blijven in de media. Benadrukken wat zij zal doen als ze wint, benadrukken hoe rampzalig Trump zou zijn als president. Dat is trouwens precies wat ze doet. Dat ze even out was wegens ziekte leverde een interessant natuurlijk experiment op: Trump deed meteen zijn voordeel met haar afwezigheid.” “Het team van Trump adviseren is een stuk moeilijker. Na de rel rond zijn seksistische uitlatingen zouden ze erin moeten slagen de focus van de media snel naar Clinton te verleggen, maar dat is niet makkelijk. Op dit moment, minder dan een maand voor Election Day, is het erg moeilijk voor hem geworden om nog te winnen. Hij zou 22 tot 23 goede dagen nodig hebben om zijn achterstand op Clinton in te lopen. Tenzij er natuurlijk een of andere game changer opduikt. In het football kennen we de Hail Mary pass, een wanhoopspoging. Zoiets heeft Trump nodig. Hij kan nog altijd winnen.” Daar blijft professor Wlezien ook bij als we hem twee weken na het interview nog even contacteren voor een update, ook al heeft Clinton op dat moment in de peilingen een voorsprong van 6 procentpunt. “Trump heeft nog steeds één kans op tien om te winnen. Maar dan zal hij echt wel een amazing run en veel hulp van zijn tegenstandster nodig hebben …”
08
ONDERZOEK
CAMPUSKRANT | 26 OKTOBER 2016
STUDENTEN OP UITVINDERSPAD
Hoe sijpelt wetenschap door in het leven van de onderzoeker?
Technische vaardigheden en creativiteit gekoppeld aan empathie en maatschappelijk engagement: deze studenten gingen een uitdagende ontwerpopdracht aan en vielen daarmee in de prijzen op de Cera Awards, waarmee projecten van technische studenten met een sterke sociale betrokkenheid beloond worden. TEKST: Lien Lammar | FOTO’S: Rob Stevens
Ontdek op www.cera-award.be de andere projecten van Leuvense studenten die bekroond werden met een Cera Award.
EEN ROBOTWAGENTJE VOOR KINDEREN MET EEN BEPERKING
“ Ik wil niet alleen puur technisch bezig zijn” Spelen is een kinderrecht, maar niet alle kinderen hebben evenveel mogelijkheden om zich zorgeloos uit te leven. Vooral voor kinderen met meervoudige beperkingen is er nood aan aangepast én leuk speelgoed. Toen masterstudent industriële ingenieurswetenschappen Matthias Gorremans (21) hoorde dat hij met zijn masterproef iets zou kunnen doen aan dat tekort, twijfelde hij niet lang.
“ Een schijfje citroen? Nee dank u!”
Het gaat hem vooral om de schil van de citroen, legt Tytgat uit. “Dat is eigenlijk een poreuze spons die ervoor zorgt dat het vruchtvlees niet uitdroogt in het droge klimaat waarin citroenen groeien. Heel wat onderzoekers hebben zich gebogen over de vraag hoe gezond die schil is. We stoppen immers niet alleen citroenschijfjes in onze drankjes, maar gebruiken ook weleens geraspte schil – zeste – als ingrediënt in de keuken. Zo’n schil blijkt best wel gezond te zijn, onder meer dankzij de etherische oliën die erin zitten.” Helaas draagt een citroenschil ook heel wat ongenode gasten met zich mee, denk maar aan pesticiden. “Het probleem is dat je het residu van de pesticiden in je drank concentreert, zeker in een warme drank als thee. En pesticiden die in het lichaam worden opgenomen, kunnen een negatief effect hebben op het immuunsysteem en de vruchtbaarheid. Sommige zijn vermoedelijk zelfs kankerverwekkend. Ik zou zelf dus zeker biovruchten gebruiken, al ben je ook dan nog niet zeker. En wie vraagt er op café nu expliciet naar een biocitroenschijfje?” Sporen van ontlasting en urine van dieren speel je ook maar liever niet naar binnen. “Vooral de uitwerpselen van katten, honden en vossen kunnen parasieten bevatten, zoals de vossenlintworm. Die kunnen zich nestelen in de schil van vruchten waarmee die dieren in contact komen. Je moet citroenen dus zeker wassen, ook de bio-varianten. Je zou ze kunnen gaan schrobben met
Dreft, maar detergenten zijn ook weer toxisch voor maag en darmen. Gewoon grondig spoelen met kraantjeswater is de boodschap.”
“H
et ontwerpen van een stuk speelgoed voor kinderen met een beperking was één van de onderwerpen waaruit ik kon kiezen. Het sociale aspect sprak me aan, want ik wilde geen louter wetenschappelijk project doen. Bij de scouts vroeger kwam ik regelmatig in contact met kinderen met een beperking. Ik
ken dus de problemen waarmee ze te maken krijgen.” Samen met collega-studente Carra Tillon ging Matthias aan het denken, tekenen en knutselen. Het resultaat is een robotwagentje op afstandsbediening, aangepast aan de mogelijkheden en beperkingen van de kinderen voor wie het bedacht is. “Er waren twee belangrijke
Jan Tytgat:
Vooral de uitwerpselen van katten, honden en vossen kunnen parasieten bevatten, die zich nestelen in de schil. En dan is er nog de mens zelf: “Elke citroen wordt geplukt, verpakt, op de veiling verhandeld en op café of restaurant verwerkt. Die vrucht gaat dus door vele mensenhanden, die kunnen volhangen met bacteriën of sporen van uitwerpselen, als horecamedewerkers hun handen niet wassen na een toiletbezoek. Zo kunnen bacteriële infecties worden doorgegeven, al gaat een deel van de bacteriën wel dood in een heet drankje.” “Kijk, van een schijfje citroen zal je niet onmiddellijk ziek worden. Maar waarom geen pragmatische oplossing? In sommige landen, zoals in Oostenrijk, bestaat de traditie om gewoon een minicitroenpersje mee te geven. Dan knijp je zelf het sap in je drankje, en dat zonder de ongenode gasten.”
TEKST: Ilse Frederickx | ILLUSTRATIE: Gudrun Makelberge
© KU Leuven | Rob Stevens
Toxicoloog en farmacoloog Jan Tytgat onderzoekt de nadelige effecten van allerlei stoffen op mens, voeding en milieu. En die kennis hangt hij niet aan de kapstok als hij een café of restaurant binnenstapt. “Ik ga er geen ruzie over maken, maar ik frons mijn wenkbrauwen als ik een drankje met een schijfje citroen erin geserveerd krijg.”
Matthias Gorremans: “Telkens als we dachten dat het wagentje op punt stond, vonden de kinderen toch weer een aantal dingen die we nog konden verbeteren.”
STUDENTEN 09
CAMPUSKRANT | 26 OKTOBER 2016
Marcia Liu: “In Hong Kong ging het vooral over ‘mooi dansen’, terwijl ik veeleer naar manieren zocht om mijn emoties uit te drukken.”
© KU Leuven | Rob Stevens
Bert Van Raemdonck, Sabine Degeyter en Jens Vangindertael met hun bekroonde uitvinding: “Ons membraan biedt een oplossing voor tremorpatiënten die anders niet meer op restaurant of op de koffie bij vrienden durven te gaan.”
DRINKEN ZONDER MORSEN DANKZIJ VERNUFTIG MEMBRAAN eisen waaraan het stuk speelgoed moest voldoen”, legt Matthias uit. “Het moest gemakkelijk bestuurd kunnen worden én binnen een afgebakend terrein kunnen blijven. Dat laatste hebben we opgelost door een sensor in te bouwen die reageert op de kleur zwart. Simpele zwarte tape is genoeg om het wagentje te doen stoppen. Ook de afstandsbediening is op maat gemaakt, met extra grote knoppen en een grote joystick. Dat heb je niet bij klassieke auto’s op afstandsbediening die je in de winkels vindt.” Het kleurrijke stratenplan en het wagentje zijn niet alleen op de vloer te gebruiken, maar ook gemakkelijk op een tafel. “Ook dat was een belangrijke voorwaarde. Voor kinderen in een rolstoel is het immers niet altijd mogelijk om met speelgoed op de grond te spelen.” Sociaal bevlogen
Tijdens het hele project kon Matthias rekenen op de begeleiding van Anne Gelin en Dries Lamberts van Windekind Leuven, een school voor kinderen met een motorische beperking. “Het was een heel fijne en interessante samenwerking. We zijn verschillende keren in de school langs geweest om ons prototype door de kinderen zelf te laten uittesten. De feedback die we van hen kregen, was bijzonder leerrijk. Telkens als we dachten dat het wagentje op punt stond, vonden zij toch weer een aantal dingen die we nog konden verbeteren.” Intussen heeft Matthias het Leuvense studentenleven ingeruild voor Louvain-La-Neuve, waar hij aan een master Population & Development is begonnen. Het sociale veld blijft lonken, ook met zijn ingenieursdiploma in de hand. “Na deze master zou ik graag voor langere tijd naar Afrika trekken, om daar mee te werken aan grotere projecten rond waterzuivering, afvalverwerking, elektriciteitsvoorzieningen, … Als ingenieur wil ik niet enkel puur technisch bezig zijn. Ik wil mijn vaardigheden liever voor een sociaal doel gebruiken. Mijn masterproefproject voor Windekind heeft die zin alleen maar aangewakkerd.”
“ We veranderen het leven van duizenden mensen” “Ontwerp iets dat het dagelijks leven van mensen met tremor verbetert.” Zo klonk de opdracht die negen studenten van verschillende faculteiten vorig academiejaar bij PiP (zie kader) voorgeschoteld kregen. Ze bedachten een membraan dat het morsen tijdens het drinken tot een minimum herleidt. Een schot in de roos: het ontwerp komt ook echt op de markt.
T
remor is het ongecontroleerd trillen van lichaamsdelen, zoals kan voorkomen bij de ziekte van Parkinson of multiple sclerose. “In ziekenhuizen en rusthuizen zijn we gaan praten met patiënten”, zegt Bert Van Raemdonck (21), masterstudent ingenieurswetenschappen. “Empathie was immers de eerste stap. Welke problemen ervaren zij in het dagelijks leven? Wat vinden zij belangrijk?” Na weken van marktonderzoek, brainstormsessies en gesprekken met patiënten en specialisten werd duidelijk waar de studenten van team Tremtech zich op zou toespitsen. “Drinken zonder morsen bleek een algemeen probleem te zijn”, zegt Jens Vangindertael (23), masterstudent industriële wetenschappen. “Uit onze bevraging bleek dat veel tremorpatiënten niet meer op restaurant of op de koffie bij vrienden durven te gaan. Het schaamtegevoel is groot, en de bestaande oplossingen vaak stigmatiserend. Geen enkele volwassene wil op restaurant graag uit een tuimelbeker drinken.” Met steun van RVO-Society – een initiatief dat techniek en wetenschappen bij jongeren wil promoten – en gewapend met een flinke dosis motivatie gingen de studenten aan de slag. Ze bundelden hun technische kennis en creativiteit om tot een eenvoudige maar geniale oplossing te komen: een flexibel membraan met drinkgaatjes aan de zijkant dat zich aanpast aan de grootte van je glas en dat het morsen tijdens het drinken tot een minimum herleidt. “De ring past gemakkelijk in een handtas of zelfs in een portefeuille”, legt Sabine Degeyter (23) uit, masterstudente toegepaste economische
wetenschappen. “Het is een eenvoudig, onopvallend product dat je overal kan gebruiken, wat ook de bedoeling was.” Festivalgangers
De patiënten die de studenten gesproken hebben, zijn alvast laaiend enthousiast, en zij niet alleen. Het ontwerp, dat de werknaam ‘NoSpill’ kreeg, zal over anderhalf jaar daadwerkelijk op de markt komen. De studenten kunnen daarvoor rekenen op de steun van CrossCare, een Europees fonds dat ontwikkeling en innovatie in de zorg wil stimuleren. Voor de uitwerking gaan ze in zee met COMmeto, een bedrijf dat actief is in de zorgsector en potentieel zag in het membraan. “Samen met hen gaan we ons product verder uitwerken”, legt Jens uit. “Hoe kunnen we het ontwerp nog meer gebruiksvriendelijk maken? Welk materiaal gaan we gebruiken? We worden heel actief bij het proces betrokken.” Sabine: “Ons ontwerp is gemaakt voor mensen met een tremor, maar kan ook voor andere doelgroepen interessant zijn. Passagiers op een boot, bijvoorbeeld, of festivalgangers. Hoe meer mensen er gebruik van maken, hoe minder stigmatiserend het is.” “Ik heb altijd uitvinder willen worden”, zegt Bert. “Door hieraan mee te werken, heb ik me ook even zo gevoeld. We hebben iets gemaakt dat mensen met tremor effectief kan helpen. Op het eindgala van PiP, waar we ons prototype voorstelden, zei de voorzitter van de jongerengroep van de Vlaamse Parkinson Liga dat we het leven van duizenden mensen zullen veranderen. Dat is een fantastische gedachte.”
De uitdaging van PiP In een Product Innovation Project (PiP) werkt een interdisciplinair team van studenten gedurende één academiejaar samen aan een product dat een oplossing biedt voor een bepaald probleem. De opdracht komt telkens van een bedrijf, dat een werkingsbudget en de nodige begeleiding voorziet. Doel is om aan het einde van de rit een functioneel prototype en een businesscase af te leveren. Studenten die een PiP hadden gevolgd in het Oostenrijkse Graz introduceerden het concept aan de KU Leuven. Ze kregen meteen ondersteuning van LCIE (Leuven Community for Innovation Driven Entrepreneurship), een community van studenten, onderzoekers en professoren onder coördinatie van Wim Fyen die de ondernemingszin binnen de KU Leuven wil aanwakkeren. Vorig academiejaar ging PiP voor het eerst van start aan de universiteit, mét succes. Dit academiejaar werden twee nieuwe projecten gelanceerd, met onder meer Jens en Sabine als coördinator. “PiP biedt je een unieke ervaring”, klinkt het bij de twee studenten. “Je kan niet alleen je technische skills ontwikkelen, je leert ook samenwerken, een businessplan opstellen, contacten leggen met professionals uit het werkveld … Momenteel proberen we alle faculteiten te overtuigen om hun studenten aan PiP te laten deelnemen in ruil voor studiepunten. We willen zoveel mogelijk studenten de kans geven die wij gekregen hebben.” www.pipleuven.be, www.rvo-society.be, www.lcie.be
10
MAATSCHAPPIJ
CAMPUSKRANT | 26 OKTOBER 2016
DUBBEL
CHECK ✓✓
Een actueel vraagstuk belicht vanuit 2 expertises
Geenkindpolitiek Geef Europese vrouwen zonder kinderen op hun vijftigste een mooie som geld, en red zo het milieu. Een opmerkelijk voorstel van twee wetenschappers van de Club van Rome. ‘Mijn dochter is het gevaarlijkste dier op aarde’, verduidelijkt één van hen. Haar ecologische voetafdruk is immers dertig keer zo groot als die van iemand in een arm land. Een paar voeten minder in plaats van je eigen voetafdruk te doen krimpen: kan het simpeler? TEKST: Wouter Verbeylen | ILLUSTRATIE: Gudrun Makelberge
Anneleen Kenis politiek ecoloog, auteur van De mythe van de groene economie
Jan Van Bavel demograaf Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Ons consumptie patroon is het échte probleem
P
uur wiskundig klopt het natuurlijk: minder mensen geeft een kleinere voetafdruk. Maar ik ben geen wiskundige, ik ben so cioloog. Ik kijk hoe mensen in een soci aal systeem reageren, en dat ligt net iets ingewikkelder. Als die wetenschappers écht denken met financiële incentives de bevolkingscurve bij ons te kunnen om buigen: ik wens ze veel succes.” “Hun ultieme doel is een krimp van de bevolking. Maar op basis van het lage aantal kinderen per gezin zou de Europe se bevolking vandaag al aan het krimpen zijn. Het is enkel door immigratie dat dat niet zo is – behalve dan in regio’s waar het zo slecht gaat dat immigranten er niet naartoe willen. Dat voorstel kijkt dus met een erg bijziende bril naar Europa. We zijn geen gesloten populatie, we staan niet los van de wereld, fort Europa is een illu sie. Als hier één Europeaan minder wordt geboren, zullen er niet minder mensen zijn, want immigratie gaat dat compen seren. Nee, ons consumptiepatroon: daar zit het echte probleem én de oplossing.” “Bevolkingsgroei speelt zich vooral in andere werelddelen af. In China is de bevolking sterk ge
groeid, dat klopt, en hun milieu-impact is ook gigantisch toegenomen. Maar dat komt vooral doordat al die Chinezen ook nog eens meer zijn gaan consumeren – meer vlees en meer auto’s, bijvoorbeeld. Laat China nu net een land zijn waar de cennialang een éénkindpolitiek bestond. Om nog maar eens te zeggen: een geboor tebeleid is niet de mirakeloplossing voor het ecologische vraagstuk.” “In landen met een hoge vruchtbaar heid is verdere geboortebeperking na tuurlijk wél absoluut noodzakelijk, om allerlei redenen. Niger bijvoorbeeld is het land met de hoogste vruchtbaarheid
ter wereld, met meer dan ze ven kinderen per vrouw. Het is straat arm, er is geen sociale zeker heid, de over levingskansen zijn laag. Dan ben je helemaal verlo ren als je geen kinde ren krijgt. De oplossing is niet om mensen te verbieden meer kinderen te krijgen, of met geld te gooien. Je moet ze vertrouwen geven in de toekomst van hun kinderen, door betere gezondheidszorg en beter onder wijs. De vruchtbaarheid bij vrouwen die onderwijs hebben gevolgd, ligt stukken lager: ze doen meer aan geboortebeper king, ze slagen er beter in de kinderen die ze wel krijgen te laten overleven.” “In een land als Niger zou het uiteraard absurd zijn om minder te consumeren – ik mag maar hopen dat het consumptie peil daar flink stijgt. En uiteraard stijgt hun impact dan, maar hopelijk leren ze uit onze fouten, en kunnen ze die door nieuw energiebeheer beperken.” “Een snelle oplossing voor de milieuproblemen zou geboor tebeperking sowieso nooit zijn. Er bestaat zoiets als demografische
traagheid. Als alle Afrikanen morgen aan geboortebeperking gaan doen, dan nog zal de bevolking er een hele tijd blijven toenemen, gewoon omdat er nog altijd veel meer mogelijke moeders en vaders zijn. Een simpel tegenvoorbeeld: als je morgen beslist je auto aan de kant te laten en met je fiets naar het werk te komen, is de gunstige impact er onmiddellijk.”
Over het aandeel van mannen hoor je nooit iets
I
k heb gro te proble men met dit voorstel. Eerst heel concreet: waarom wordt er in dit soort voor stellen toch altijd op vrouwen gefocust? Alsof mannen geen kinderen krijgen. Over hun aandeel, hun vrucht baarheid, hoor je bijna nooit iets. Het gevolg is een bevolkings politiek die plaatsvindt door controle op de lichamen van vrouwen uit te oefenen. Gemiddeld genomen hebben vrouwen trouwens een kleinere ecologische voet afdruk dan mannen.”
“Zo’n voorstel getuigt ook van een erg liberale visie op de maatschappij. Ze ziet de maatschappij als de simpele optelsom van individuen. De gedachte is: als we al lemaal ons individuele gedrag aanpassen, geraakt het wel opgelost. Maar vaak bots je op de structuren van de maatschappij. Ik verblijf momenteel in Londen, en ik zou me hier graag met de fiets verplaat sen. De fiets is in principe hét middel om je snel en schoon in de stad te verplaat sen. Alleen: fietsen is hier op veel plaatsen quasi onmogelijk want levensgevaarlijk. Om maar te zeggen: het is nooit alleen een individuele keuze.”
“Zo’n disciplinering van de vruchtbaarheid is allesbehal ve onschuldig of neutraal. Wat
wel klopt. Voor mij leidt het vooral de aandacht af van de échte oorzaak van de ecologische problemen. Dat is een we reldeconomie die altijd voor meer groei gaat. En zoiets pak je structureel aan, en niet door individuen onder druk te zet ten. Beleidsmakers moeten productie en consumptie weer dichter bij elkaar brengen, ze moeten gaan voor hon derd procent hernieuwbare energie: dat soort dingen.” “Natuurlijk probeer ik ook als indivi du bewust te consumeren. Anders zou ik me maar hypocriet voelen. Ik kies er bij voorbeeld voor om niet te vliegen. Dan bots je op grenzen, ik kan nooit naar gro te congressen in het verre buitenland. Misschien is dat wel een idee: belonen wie op zijn vijftigste nog nooit het vlieg tuig genomen heeft? (lacht) Minder vlie gen lijkt me een pak minder radicaal dan geen kinderen krijgen. Maar als men zou besluiten om het aantal vliegreizen te be perken ... het land stond op zijn kop.”
zijn de neveneffecten, en zijn die wel oké? De druk om op dat voorstel in te gaan zal vooral komen te liggen bij wie minder verdient. Je stuurt dus niet zomaar dé kinderwens bij, maar de kinderwens van specifieke, armere bevolkingsgroepen. Dat is ethisch niet te verantwoorden.” “Maar meer in het algemeen: de rede nering klopt gewoon niet. Ja, de afgelo pen eeuwen groeide de wereldbevolking én groeide onze ecologische impact. Dús zal het één wel de oorzaak van het ander zijn, wordt dan gesteld. Maar dat is echt veel te simpel. De landen met de grootste ecologische impact zijn bijvoorbeeld niet automatisch de landen met grootste be volkingsgroei. Het leven zelf als de recht streekse schuldige van de ecologische crisis zien: daar zit een denkfout in. Als er meer ziekenhuizen komen, dan zal de ecologische impact ook stijgen. Moeten we dus tégen meer ziekenhuizen zijn?”
“Sommigen zullen zeggen: minder mensen is misschien niet dé oplossing, maar alle beetjes helpen. De vraag is of dat
PUBLICATIE
CAMPUSKRANT | 26 OKTOBER 2016
11
‘LEUVEN IN VOGELVLUCHT’: HISTORICUS TEKENT SPEELSE WANDELGIDS
“ Ik heb het uitgetest op mijn kleindochters
en het werkt!”
Edward De Maesschalck met zijn schetsboek: “Tekenen helpt erg goed om je hoofd leeg te maken.” Op de tekening hieronder zien we ‘Opa’ Edward De Maesschalck met zijn kleindochters in de leeszaal van de Universiteitsbibliotheek.
De Maesschalcks echtgenote duikt ergens op, terwijl ze bloemen brengt naar het graf van zijn overleden eerste vrouw.
© KU Leuven | Rob Stevens
Wolken
Is het een wandelgids? Is het een prentenboek? Is het een stripverhaal? Historicus Edward De Maesschalck schreef en tekende een boekje waarmee je Leuven beter en anders leert kennen. Het bevat heel wat verborgen boodschappen en knipogen voor volwassenen én kinderen. “Zo zit Fonske her en der verstopt, een beetje zoals in Waar is Wally?” Ine Van Houdenhove
L
euven – zijn geboortestad – was al eerder een bron van inspiratie voor Edward De Maesschalck. Hij maakte een doctoraat over de oude colleges van de universiteit, hij was de scenarist van De wolf van Sint-Pieter, een stripverhaal over Leuven in de middeleeuwen, en hij schreef een boek over Leuven ten tijde van de Franse revolutie, Overleven in revolutietijd. Voor Leuven in vogelvlucht maakte hij niet alleen de tekst, maar ook de tekeningen: “Ik teken al van jongs af aan, er zat toen ik opgroeide altijd een boekje in mijn binnenzak. Na mijn studie geschiedenis is het er een hele tijd niet meer van gekomen, maar sinds ik op mijn vijftigste verjaardag een schetsboek kreeg, heb ik de tekenpen weer opgenomen. Tekenen helpt erg goed om je hoofd leeg te maken, het is bijzonder rustgevend.” Vleugeltjes
Voor kinderen is Leuven in vogelvlucht te lezen als een stripverhaal waarin Opa – het alter ego van De Maesschalck – met kleindochters Eva en Saar de binnenstad en de omgeving van Leuven verkent, eerst te voet en dan met de fiets. Ze worden achtervolgd door Fonske – het bekende standbeeld op
de Grote Markt – en besluiten daarom, geholpen door respectievelijk elfen- en feeënvleugeltjes, om op te stijgen. Zo krijgen zij én de lezer een wondermooi zicht op Leuven. Tijdens de wandeling en de fietstocht vertelt Opa over de zeven wonderen van Leuven, over de pelgrims die naar Santiago de Compostela trekken, maar ook over de schietpartij tegen de betogers voor het Algemeen Stemrecht in 1902. Intussen krijgt de meer gevorderde lezer in aparte tekstvakken historische uitleg over de gebouwen en beelden op de achtergrond. Het boek is daardoor ook te gebruiken als gids bij een wandel- en fietstocht die een heel aantal bekende en minder bekende plekjes van Leuven en omgeving aandoet. “Uiteraard heb ik een selectie moeten maken”, zegt De Maesschalck. “Zo staat het Stadskantoor er niet in en het Provinciehuis wel, vooral omdat ik dat gele balkonnetje wel leuk vond. Ik heb me laten leiden door wat ik zelf mooi of interessant vind. Mijn favoriete gebouw, de universiteitsbibliotheek op het Ladeuzeplein, speelt dan ook een prominente rol in het verhaal.” “Ik heb het circuit afgelopen zondag ook werkelijk gedaan met mijn kleindochters
en het wérkt. Ik heb er met opzet allerlei dingen ingestopt om kinderen geboeid te houden. Zo zit Fonske op heel wat pagina’s verstopt, een beetje zoals in Waar is Wally?. Ik heb de informatie ook op hun niveau vertaald: een gebouw is zoveel Opa’s of Eva’s oud – zo oefenen ze meteen ook hun tafels (lacht).” Ook voor volwassen lezers zitten er een aantal verborgen boodschappen in Leuven in vogelvlucht: “Zo is het beeld op de cover een verwijzing naar een bepaald schilderij ... Het boek wordt uitgegeven door Lions Leuven Erasmus, waar ik al heel lang lid van ben. Slechts één van de leden heeft ontdekt om welk schilderij het gaat!” Ook
De tekeningen in het boek zijn bijzonder gedetailleerd: “Alles moest kloppen, ik telde de raampjes en de struiken, en de blaadjes van de Japanse honingboom in het Atrechtcollege zijn niet hetzelfde als die van de Japanse notenboom in het stadspark. Eén tekening maken nam ongeveer één dag in beslag. Ik heb trouwens geen enkele tekening moeten overdoen.” Omdat het, vooral in de stad zelf, niet haalbaar was om ter plekke een schets te maken, werkte De Maesschalck met foto’s. “Het voordeel daarvan is dat je quasi eindeloos kan inzoomen en details opmerkt die je vanop straat niet kan zien. Op mijn tekeningen zie je dus meer dan ‘in het echt’.” Voor de tekeningen vanuit vogelperspectief maakte hij gebruik van luchtfoto’s: “Daarbij heb ik soms wel gevloekt. De foto’s dateerden uit 2008 en sindsdien zijn er veel dingen veranderd in Leuven. Ik moest echt huis per huis vergelijken. Op een gegeven moment had ik het gehad en heb ik een volledige nieuwbouwwijk vervangen door wolken (lacht).” “Ik hoop dat dit boekje niet alleen leuk kan zijn voor wie Leuven nog niet kent, maar dat ook Leuvenaars nieuwe dingen zullen ontdekken. Zelf heb ik tijdens het maken ook veel bijgeleerd. Ik wist bijvoorbeeld niet dat er een indiaan te zien was op het Amerikaans College. Of dat het beeld van de Fiere Margriet bij hoog water werkelijk lijkt te drijven ...”
‘Leuven in vogelvlucht’ is te koop bij De kleine Johannes (tevens vertrekpunt van de wandeling) of via www.leuveninvogelvlucht.be De opbrengst gaat naar PANAL (Palliatief Netwerk Arrondissement Leuven).
12
NIEUWS
CAMPUSKRANT | 26 OKTOBER 2016
UNIVERSITAIRE DINSDAGLEZINGEN 2016-2017
Het volledige programma en inschrijven via gpv.odisee.be/UniversitaireDinsdagLezingen
KU Leuven Campus Brussel
THEMA:
EMOTIES
KORT NIEUWS
Nieuwe alumniafdeling in Japan Rector Rik Torfs heeft op 11 oktober een nieuw Alumni Chapter in Japan gelanceerd. Dat gebeurde in het Education Centre van Kansai University, een partneruniversiteit van de KU Leuven. Japan is al het negende land dat een eigen alumniafdeling krijgt, na de VS, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Nederland, Brazilië, India, China en Indonesië. “Elk jaar verwelkomen we nieuwe Japanse studenten aan onze universiteit”, zegt Martine Torfs, hoofd van de Dienst Alumni. “Ook dit academiejaar zijn er weer een vijftigtal bijgekomen. Bovendien trekken elk jaar Vlaamse alumni naar Japan om er te wonen en te werken.” “De universiteit wil de onderlinge contacten tussen de oud-studenten bevorderen en hun band met de universiteit sterk houden”, zei rector Torfs in zijn toespraak. “Dankzij het netwerk van alumni bereiken we ook een breed gamma aan organisaties en bedrijven.” Met de nieuwe alumniafdeling versterkt de universiteit haar jarenlange relatie met Japan. “De KU Leuven werkt samen met een tiental Japanse universiteiten, waaronder Waseda University en Kansai University”, zegt professor Japanse Studies Dimitri Vanoverbeke. “We wisselen onder meer studenten en onderzoekers uit. Via de opleiding Japanse Stu-
dies gaan bijvoorbeeld jaarlijks een twintigtal masterstudenten naar Japan.” De KU Leuven is ook medeoprichter van de EU-JAMM (EU-Japan Multidisciplinary Master Degree), dubbele masteropleidingen in verschillende disciplines waarvoor zes Europese en vier Japanse universiteiten de krachten bundelen. “Dankzij EU-JAMM kunnen KU Leuven-studenten in de beste Japanse universiteiten een opleiding volgen, Japans leren en er een volwaardig masterdiploma halen”, aldus Vanoverbeke. De lancering van het Chapter vond plaats in het kader van een staatsbezoek ter gelegenheid van honderdvijftig jaar diplomatieke relaties tussen Japan en België. Samen met andere Vlaamse universiteiten sloot de KU Leuven ook nieuwe partnerschappen met Japanse universiteiten. “Langs beide kanten is er veel belangstelling voor onderzoek met toepassingen in de industrie”, zegt Vanoverbeke. “De Japanse partners hebben veel ontzag voor de reputatie van onze universiteit en onderzoekscentra zoals imec, en beseffen het belang van onze centrale ligging in Europa. Voor onze universiteit is de band met Japan belangrijk omdat het land over toptechnologie beschikt en omdat het onderzoek er van erg hoog niveau is.”
tussen en binnen de verschillende activiteitendomeinen: onderwijs, onderzoek, leren en leven. Zo kunnen campusgebruikers hun netwerk vergroten en versterken, en neemt hun welbevinden toe. De wisselwerking tussen de verschillende activiteiten maakt kruisbestuivingen mogelijk. Nadat de universiteit in juni van dit jaar een visietekst over ‘living campus’ goedkeurde, hebben verschillende diensten verbonden aan de deelcampus Sociale Wetenschappen zich nu geëngageerd voor een pilootproject. Zo zal Pangaea zorgen voor een uitleendienst voor sport, spel en podiumkunsten. Alma onderzoekt de mogelijkheid om een buitenterras te installeren. Daarnaast wordt gedacht aan een grasveld voor picknick en ontspanning, en douche- en verfrissingsmogelijkheden voor studenten en personeel. Binnenkort zal ‘living campus’ uitbreiden naar Campus Arenberg en Campus Gasthuisberg. www.kuleuven.be/livingcampus
Uitzaaiende Sociale kanker Wetenschappen past zich aan krijgt eerste die uitzaaien, stemmen hun ‘living campus’ Kankercellen metabolisme af op de organen die ze infilDe KU Leuven wil werk maken van levendige campussen die ontmoeting stimuleren
NIEUW bij Universitaire Pers Leuven
treren. Onderzoekers van VIB en KU Leuven namen borstkanker en uitzaaiingen
naar de longen onder de loep en ontdekten zo dat de twee tumoren zich op een andere manier voeden. Maar liefst 90% van alle sterfgevallen door borstkanker zijn het gevolg van uitzaaiingen naar andere organen. Vandaag is de behandeling van uitgezaaide kanker nog vaak gebaseerd op de genetische achtergrond van de primaire tumor. Die achtergrond bepaalt hoe de tumorcellen koolhydraten, vetten en eiwitten gebruiken om te groeien. Niettemin schieten de behandelingen soms tekort. Het onderzoek van professor Sarah-Maria Fendt (VIB-KU Leuven) kan daar verandering in brengen: “Eigenlijk zijn er twee metabolische mechanismen waarmee tumoren kunnen groeien. Wij hebben ontdekt dat kankercellen in secundaire longtumoren één bepaald groeitraject meer gebruiken dan kankercellen in primaire borstkankers. Dat komt omdat de cellen van de uitzaaiingen inmiddels subtiel aangepast zijn aan de longen. De omgeving weegt dus zwaarder door dan de genen die kanker veroorzaken.” De studie toont aan dat uitzaaiingen andere medicijnen vereisen dan primaire kankers. “Op termijn kunnen onze bevindingen patiënten met uitgezaaide borstkanker helpen. Maar eerst moeten we nagaan welke andere metabolische processen beïnvloed worden door de omgeving van de tumor. We gaan ook de rol van de omgeving bij de start van de uitzaaiingen onderzoeken. Al die informatie is cruciaal om effectieve kankermedicijnen te ontwikkelen.”
500 jaar
Thomas M
ore’s
‘Utopia’
COLOFON Campuskrant, maandelijks tijdschrift van de KU Leuven Een realisatie van de Nieuwsdienst
€ 49,50 | ISBN 978 94 6270 079 6 Academici van de KU Leuven schrijven hun utopische toekomstdromen neer. www.upl.be - info@upl.be +32 (0)16 32 53 45
€ 49,50 | ISBN 978 94 6270 093 2 Het leven en werk van More, zijn Utopia en de utopische literaire traditie.
Hoofdredactie Sigrid Somers, Reiner Van Hove | Redactie Pieter-Jan Borgelioen, Ilse Frederickx, Ludo Meyvis, Rob Stevens, Ine Van Houdenhove, Wouter Verbeylen | Medewerkers Katrien Bollen, Tine Danschutter, Julia Nienaber, Sarah Somers, Anke Vander Elst, Inge Verbruggen | Freelancers Lien Lammar, Katrien Steyaert | Redactieadres Naamsestraat 22, bus 5002, 3000 Leuven, T 016 32 40 13, nieuws@kuleuven.be | Adreswijzigingen Alumni Lovanienses, Naamsestraat 22, bus 5601, 3000 Leuven, info@alum.kuleuven.be | Grafisch ontwerp Jansen & Janssen, Gent | Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen | Fotografie Rob Stevens, Patrick Vertommen | Cartoons Joris Snaet | Illustraties Gudrun Makelberge | Reclameregie Inge Verbruggen, T 016 32 40 15, inge.verbruggen@kuleuven.be | Oplage 29.200 ex. | Drukwerk Eco Print Center, Lokeren. Campuskrant wordt gedrukt met milieuvriendelijke waterloze druktechnologie. | Verantwoordelijke uitgever Jos Vaesen, Naamsestraat 22, bus 5000, 3000 Leuven Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming. Het volgende nummer van Campuskrant verschijnt op 23 november.
NIEUWS
CAMPUSKRANT | 26 OKTOBER 2016
13
IN BEELD FOTO'S: Rob Stevens
Een uniek dagje unief Een ludieke les volgen over het belang van bedtijd, wetenschappelijk verantwoord brullen naar een smartphone, muziek maken met flesjes en water … We kunnen ons het enthousiasme van de deelnemers aan de Kinderuniversiteit perfect voorstellen. Op zaterdag 15 oktober kwamen honderden kinderen naar Campus Arenberg om er al eens te proeven van het onderwijs en onderzoek aan een universiteit, via speelse workshops en verrassende lezingen. Die stonden dit jaar grotendeels in het teken van de zoektocht naar een ideale wereld – een knipoog naar het feestjaar rond Utopia, het meesterwerk dat Thomas More 500 jaar geleden in Leuven publiceerde. Ook in College De Valk en op de Campus Kulak Kortrijk streek de Kinderuniversiteit de voorbije weken neer. In totaal namen ongeveer 700 kinderen en 300 ouders deel.
Verstoorde ‘stressverwerking’ in hersenen ligt aan de basis van parkinson Een slecht functionerend stressverwerkingsmechanisme in de hersenen speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van parkinson. Dat heeft nieuw onderzoek door het team van professor Patrik Verstreken (VIB-KU Leuven) voor het eerst aangetoond.
P
rofessor Verstreken is gespecialiseerd in hersenonderzoek en heeft een bijzondere belangstelling voor synapsen, de plaatsen waar hersencellen elkaar raken om elektrische signalen door te geven. In meerdere hersenaandoeningen – waaronder ook de ziekte van Parkinson – is de synaptische communicatie verstoord. Het onderzoek van professor Verstreken onthult nu een belangrijke oorzaak van die
storing. “Synapsen geven voortdurend een enorme hoeveelheid elektrische signalen door, soms meer dan 800 per seconde. Wij hebben ontdekt dat synapsen speciale mechanismen ontwikkeld hebben om dat ‘spervuur’ van signalen te verwerken. Maar als zo’n mechanisme niet goed werkt, ondervinden de synapsen schade. En dat leidt uiteindelijk tot verslechterde hersencommunicatie”, legt professor Verstreken uit.
Schade herstellen
Samen met zijn team onderzocht hij verschillende stressverwerkingsmechanismen in de hersenen en stelde vast dat een ervan verstoord is in het geval van parkinson. De afwijking is het gevolg van genetische factoren en heeft vooral een impact op de synapsen. “Ons onderzoek is het eerste dat slechtwerkende synapsen zo concreet in verband brengt met parkinson”, zegt professor Verstreken. “Om de ziekte te doorgronden, hebben we tot dusver vooral fruitvliegen bestudeerd. Nu kunnen we nagaan of hetzelfde stressverwerkingsmechanisme wordt verstoord in de hersenen van menselijke patiënten.” De wetenschappers willen ook ontdekken hoe wijdverspreid deze verstoring van het stressverwerkingsmechanisme is. “Daarna hopen we manieren te vinden om de norma-
le synaptische communicatie te herstellen. Door het stressverwerkingsmechanisme te ‘reactiveren’ zouden we misschien ook scha-
Ons onderzoek is het eerste dat slechtwerkende synapsen zo concreet in verband brengt met parkinson. de aan de synapsen kunnen verhelpen. Maar daar is uiteraard nog bijkomend onderzoek voor nodig.” Bron: VIB
14
ALUMNI
CAMPUSKRANT | 26 OKTOBER 2016
LEVEN na LEUVEN
JAN DENYS, SOCIOLOOG EN ARBEIDSEXPERT BIJ RANDSTAD
“ Ja,
ik ben streng. Maar het is nodig.” “Met alle respect voor het persoonlijke leed, maar de ING-werknemers kunnen niet zeggen dat hen onrecht is aangedaan”, vindt arbeidsmarktexpert Jan Denys (57). “Ook studenten moeten niet klagen, maar hun carrière in handen nemen. Ik zeg: verhoog het inschrijvingsgeld, begeleid hen beter.” TEKST: Katrien Steyaert | FOTO: Rob Stevens
H
et is vandaag een emotionele dag voor mij. Hij was al dertig jaar mijn copain”, begint Jan Denys. Hij heeft het over arbeidsjurist Roger Blanpain. Op het moment van ons gesprek is het nieuws van diens dood nog maar enkele uren oud. “Roger leek onverwoestbaar, maar blijkbaar heeft zijn hart het toch begeven. Hij was voor mij een soort rolmodel, niet bang om tegen schenen te schoppen. Vijf jaar geleden gaf hij me nog belangrijk advies, toen ik een aanbod kreeg van een politieke partij. Jan, zei hij, doe dat nooit! Ik heb hetzelfde gezegd tegen Rik Torfs, maar hij heeft niet willen luisteren. Uw grootste! Vijanden! Zitten! In! De partij!” In het lokaal van Randstad-Leuven stuiteren Denys’ woorden tegen de lege muren. Het lijkt hem niet te deren. “Een vrijbuiter als ik zou het inderdaad lastig hebben in het politieke gareel”, gaat hij onverstoorbaar verder. “Roger heeft me zoveel geleerd. Dat maatschappelijke veranderingen veel tijd vragen bijvoorbeeld. Als ik Peter Hinssen (technologie-expert – red.) hoor zeggen dat hij na twee jaar genoeg gewaarschuwd heeft voor de gevolgen van de robotisering, dan denk ik: twee jaar, big deal. Wat dacht je van tien, vijftien jaar?” No Future
Precies om de maatschappij mee te veranderen, gaat de jonge Denys studeren. “Weten wat er in de samenleving omgaat, was mijn diepste
drijfveer. Op de sociale school in Kortrijk was als om zich te lanceren in een fel betoog. “Als de sfeer links-geëngageerd, post-mei-68. Voor men vandaag zucht dat jongeren het moeimij betekende op kot gaan de breuk met thuis. lijk hebben op de arbeidsmarkt, dan herinner Mijn ouders waren ingoede mensen, maar ze ik toch graag even aan mijn tijd. Tussen 1974 waren van voor de oorlog en kwamen – of zo en 1984 kende België tien jaar na elkaar netto leek het – van een andere planeet. In Kortrijk jobdestructie. Tien jaar. Dat gebeurde daarna ging ik elke avond op stap, nooit meer.” maar ik wist goed wanneer ik moest beginnen te Vazallen werken. In de middelbare Klaagt de jeugd van tegenwoordig dan te veel? “Nee. school was ik een serieuze Het klopt niet underperformer, maar in Ik ben geen ouwe zak. het hoger onderwijs had Maar het klopt niet dat ze dat jongeren ik altijd onderscheiding.” het moeilijker hebben dan het moeilijker De interesse voor sociovroeger. In onze tijd was er hebben dan logie groeit en Denys trekt geen VDAB, geen Randstad, geen internet, geen naar Leuven. “Het bleek vroeger. In onze lastig om contacten te legErasmus. We moesten nog tijd was er geen gen aangezien de vrienvernederende dingen doen VDAB, geen dengroepjes al gevormd als politiek dienstbetoon waren. Maar in eerste lic of gaan solliciteren in het Randstad, geen werd ik schatmeester in bedrijf van onze vaders.” internet, geen het presidium. Onze ploeg Hij schetst het beeld Erasmus. was de eerste die een beetzeer in detail. Hem vragen je brak met het zeer linkstellen is bijna niet nodig. se karakter van onze faZo krijgen we vanzelf te culteit. We voerden in die horen hoe dame Fortuna tijd heftige politieke en filosofische discussies in 1984 zijn pad kruist en hij daardoor kan beginnen in het HIVA, het Onderzoeksinstituut op café.” “Had je me toen gevraagd: Jan, wat denk je voor Arbeid en Samenleving in Leuven. “Ik van je toekomst?, dan had ik zeker niet hoop- kreeg het ene tijdelijke contract na het andere. vol geantwoord. Wij waren de No Future-ge- Dat was eigenlijk onwettig, maar ik was al lang neratie.” Hij stroopt zijn hemdsmouwen op, blij dat ik werk had. Daarin begrijp ik de jon-
geren van vandaag ook niet goed. Denk je nu werkelijk dat je direct een vast contract krijgt?” “Een vast contract is trouwens geen belofte van je werkgever om tot aan je pensioen voor je te zorgen. Dat zei ik vijf jaar geleden al in mijn boek Free to work: de relatie tussen de Belgische werkgever en werknemer is te veel zoals die tussen leenheer en vazal. Frank Vandenbroucke vond het een afschuwelijk beeld, maar ik wilde koppig mijn punt maken. In een herwerking – en die komt er ooit – zou ik spreken van een ouder-kindrelatie. Veel werknemers en werkgevers nestelen zich daar te zeer in.” Hij haalt ING aan. De bank laat tegen eind 2021 3.500 banen verdwijnen. “Een enorme domper voor die mensen. Maar dat ze niet zeggen dat ze alleen maar slachtoffers zijn. Dat ze niet roepen dat ING hen onrecht heeft aangedaan. ING heeft hen toch nooit levenslange zorg beloofd? De sector kent al sinds 2002 – veertien jaar dus – netto banenverlies. Ze hadden hier beter op voorbereid kunnen en moeten zijn. Ja, ik ben streng, maar soms is dat nodig.” Langer werken
“Het is misschien wel het meest fundamentele idee uit mijn loopbaan: dat de werknemer zich eindelijk eens moet emanciperen. Altijd zijn vizier openhouden. Zélf aan het roer staan. Om de vijf jaar moet hij zich afvragen: waar sta ik? En waar kan ik met mijn competenties nog naartoe? Vandaar mijn idee van loopbaancheques, waarmee je tijdens je carrière een beroep kunt doen op extern advies.” “Ik heb dat zelf al meermaals gedaan, bijvoorbeeld net voor mijn veertigste. In mijn onderzoek bij HIVA stelde ik vast dat uitzendbedrijven alsmaar belangrijker werden op de arbeidsmarkt. Dus toen Randstad, het grootste uitzendbedrijf van België, vroeg om voor hen
Alumnireizen 2017: een greep uit het aanbod EXCLUSIEVE BESTEMMINGEN, UITSTEKEND GEZELSCHAP VAN MEDEALUMNI, BEGELEIDING DOOR KU LEUVEN-EXPERTEN I.S.M. PROFESSIONELE REISORGANISATIES
• • • •
Hongarije - april 2017 Baltische Staten - mei 2017 Macedonië - Grieks Macedonië - juni 2017 In de voetsporen van Maarten Luther: Eisenach, Wittenberg, Magdeburg en Berlijn - augustus 2017
KU Leuven Alumni. Gisteren heeft toekomst.
• Bilbao - San Sebastian - september 2017 • Cuba - november 2017
8 alum.kuleuven.be/alumnireizen
ALUMNI
CAMPUSKRANT | 26 OKTOBER 2016
te komen werken, vond ik dat zeer prikkelend. taliseren hun diensten. Ik weet goed genoeg Er woedde toen een helse discussie. De vak- dat daardoor jobs zullen verdwijnen, maar op bonden vonden dat arbeidsbemiddeling alleen basis van het onderzoek zie ik geen reden tot toekwam aan de overheid, lees de VDAB. Tus- paniek. Twintig jaar geleden konden we ons sen mij en die vakbonden nam de spanning toch ook de vele internetjobs van vandaag erg toe. Ze waren ook niet gelukkig met mijn niet voorstellen? Als arbeidsmarktdeskundige onderzoeksresultaten, die onder meer wezen moet ik perspectief brengen. Zien wat er efop het belang van langer werken. Zelfs in aca- fectief verandert en wat bullshit is. Want er is demische kringen was dat standpunt toen vrij veel bullshit.” minoritair. Nu is de publieke opinie geluk“Een paar voorspellingen: bedrijven en het kig anders, en ik ben blij dat ik daar mee op werknemersstatuut blijven de komende twinheb gewogen.” tig, dertig jaar toonaangevend, net als voltijds werHij heeft zijn weg als exken. Akkoord, alsmaar pert moeten zoeken, zegt hij, net zoals hij zich moest meer twintigers gaan voor bewijzen bij Randstad. een viervijfdebaan, maar meer en meer beseffen ze “De eerste maand dacht ik: Het shop dat ze zo geen volwaardig wat heb ik gedaan? Er was gedrag in het pensioen opbouwen. Vergeen kant-en-klaar profiel voor mijn job. Tot op vander denk ik dat vrouwen hoger onderwijs daag heb ik drie rollen: die over twintig jaar nog niet stoort me. Lukt van woordvoerder, direcop hetzelfde niveau zullen het niet in het teur public affairs en arstaan als mannen. Daarbeidsexpert. Dat allemaal voor blijft de rolverdeling eerste jaar? combineren is lastig, maar te pertinent. Mannen houDan proberen ook boeiend.” den zich wel meer bezig we daarna iets Zijn onderwerp – de met de kinderen, maar dan ‘bazaar’ die de Belgische vooral met de leuke dinanders. arbeidsmarkt is – blijft gen: spelen.” hem intrigeren. “Werk is, Hij spreekt uit ervaring, na je gezin of dierbaren, al stond hij er ook op zijn het meest fundamentele van een mens. Want kinderen elke dag naar school te rijden. De een job maakt je deel van een groter geheel, oudste twee studeren burgerlijk ingenieur en bouwt aan je identiteit. Daarmee bezig zijn, rechten aan de KU Leuven. “Een diploma bezoals bij Randstad, zie ik als zeer zinvol. Ik halen in het hoger onderwijs is nog altijd the heb altijd met plezier meer dan veertig uur per best investment ever. Maar wat mij betreft mag week gewerkt – pas op, zonder een workaholic het inschrijvingsgeld hoger. Misschien is het te worden. Daarvoor vond ik mijn vrouw en de leeftijd – ik behoor nog tot een redelijk zuikinderen te belangrijk.” nig opgevoede generatie – maar het shopgedrag stoort me. Lukt het niet in het eerste jaar? Rolverdeling Dan proberen we daarna iets anders. Ik pleit “We staan op de arbeidsmarkt voor een radica- niet voor Amerikaanse toestanden, maar iets le switch: die naar de digitale wereld. LinkedIn, wat te goedkoop is, wordt minder naar waarGlassdoor (de TripAdvisor voor bedrijven – de geschat.” red.) en anderen werpen zich op als nieuwe “De universiteiten mogen ook een tandje partijen, en ook de bestaande spelers digi- bijsteken in de begeleiding van studenten naar
Wie is Jan Denys? ° 1959, Torhout Gestudeerd 1977-1980 Sociaal-agogisch werk (IPSOC Kortrijk) 1980-1983 Sociologie (KU Leuven) Loopbaan 1984-1999 Onderzoeker bij HIVA – Onderzoeks instituut voor Arbeid en Samenleving (Leuven) 1999-nu Woordvoerder en directeur public affairs Randstad Sinds 1995 Arbeidsmarktexpert en columnist voor o.a. De Standaard, De Tijd, Trends Publicaties Free to work (Houtekiet, 2010) Uw werk uw merk (LannooCampus, 2010) Uitzendwerk (Lannoo, 2015) Privé 28 jaar getrouwd met Sabine Vanoost Drie kinderen (24, 22 en 15) Woont in Herent
15
de arbeidsmarkt. Sinds kort helpt Randstad, samen met de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de KU Leuven, jongeren aan relevantere studentenjobs. Het is toch dom dat je masterstudenten laat opdienen terwijl ze in staat zijn om bedrijfsprojecten tot een goed einde te brengen? Daar maken wij werkgevers nu attent op, met succes.” Tame Impala
“Mijn smerigste studentenjob was in een steenbakkerij, waar ik zwarte koolstof moest toevoegen aan klei, zonder stofmasker. Met het geld kocht ik wel mijn eerste stereo. Ik ben nog altijd een muziekfan. Sinds Randstad Rock Werchter sponsort, ga ik elk jaar vier dagen. Deze zomer was mijn favoriet Tame Impala.” “Weet je wat mijn boeiendste jobje was? Telefoons installeren in de kibboets.” Hij doet, opnieuw lachend, z’n verhaal. “Het was 1984 en Israël was nog geen slecht merk. Vooral de kibboets (collectieve boerengemeenschappen – red.) hadden een magische bijklank. De meeste vrijwilligers kwamen er vooral om te zuipen en andere dingen te doen. Ik deed dat ook weleens, maar ik wilde vooral de bewoners beter leren kennen. Mensen die in dat moerasland, from scratch, een nederzetting hadden gebouwd. Ik was zeer kritisch vertrokken, op de hand van Arafat, maar ter plekke kreeg ik meer zin voor nuance. Ik zal Israël nooit volledig verketteren, al ben ik niet kritiekloos.” “In 2010 bestonden de kibboets honderd jaar en ben ik teruggegaan, samen met mijn beste vriend van toen. Een bijzondere ervaring. In onze huisjes sliepen nu Thaise gastarbeiders. Het is interessant om te zien hoe de geschiedenis sommige dingen hertekent en andere niet, en hoe je daarin als individu evolueert. Ik ben blij dat ik op mijn 57ste nog veel van mijn jeugdige drijfveren voel. Ik heb er ook iets mee kunnen doen en dat geeft veel voldoening.”
16
PERSONALIA
CAMPUSKRANT | 26 OKTOBER 2016
Bevorderingen, aanstellingen & benoemingen 2016-2017 Faculteit Theologie en Religiewetenschappen Gewoon hoogleraar Bénédicte Lemmelijn Hoofddocent Dries Vanysacker Hoger Instituut voor Wijsbegeerte Gewoon hoogleraar Nicolas Fernando de Warren Faculteit Rechts geleerdheid Hoofddocent Bert Keirsbilck Joeri Vananroye Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Gewoon hoogleraar Dirk Czarnitzki Hoogleraar Jeroen Belien Inneke Van Nieuwenhuyse Deeltijds hoogleraar Robert Boute Hoofddocent Sabrina Bruyneel Raf Orens Peter Teirlinck Anja Van den Broeck Deeltijds hoofddocent Bart Leten Faculteit Sociale Wetenschappen Hoogleraar Steven Van Wolputte Peter Vermeersch Deeltijds hoofddocent Frankie Schram Faculteit Letteren Gewoon hoogleraar Bart Philipsen Hoogleraar Werner Thomas Hilde Van Gelder Deeltijds hoogleraar Johan Van Heesch Hoofddocent Henri Bloemen Bert Cornillie Kris Van Heuckelom Deeltijds hoofddocent Elke Brems Instituut voor Levende Talen Hoogleraar Lieve De Wachter Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen
Gewoon hoogleraar Hilde Colpin Hoogleraar Eva Ceulemans Filip Raes Maarten Simons Faculteit Wetenschappen Gewoon hoogleraar Gert Verstraeten Hoogleraar Carmen Bartic Wim De Borggraeve Wim Van den Ende Deeltijds hoogleraar Raf Cluckers Deeltijds hoofddocent Walter Luyten Faculteit Ingenieurs wetenschappen Gewoon hoogleraar Hendrik Blockeel Christian Clasen Jan Degrève Lieve Helsen Patrick Willems Hoogleraar Karl Meerbergen Dirk Saelens Tinne Tuytelaars Thomas Van Gerven Deeltijds hoofddocent Karel Vandenhende Faculteit Bio-ingenieurs wetenschappen Gewoon hoogleraar Jeroen Lammertyn Hoogleraar Rob Lavigne Miet Maertens Faculteit Industriële In genieurswetenschappen Hoofddocent Frederik Desplentere Vincent Naessens Davy Pissoort Hans Rediers Faculteit Architectuur Hoofddocent Kris Scheerlinck Faculteit Geneeskunde Gewoon hoogleraar Rik Lories Annemieke Verstuyf Deeltijds gewoon hoogleraar Gunnar Buyse Constantinus Politis Gert Van Assche Inge Zink Hoogleraar Geert Bultynck
Marc Fransen Antonius Roebroek Pieter Vanden Berghe Deeltijds hoogleraar Bart Meuris Frederic Rousseau Joost Schymkowitz Wim Teughels Philip Van Damme Patrick Verschueren Dirk Vlasselaers Deeltijds hoofddocent Wouter Meersseman Anna Sablina Jaan Toelen Faculteit Farmaceuti sche Wetenschappen Hoogleraar Veerle Foulon Faculteit Bewegingsen Revalidatieweten schappen Gewoon hoogleraar Filip Staes Deeltijds gewoon hoogleraar Michel Probst Hoofddocent Geert Verheyden
Bevorderingen in het OP3
Faculteit Letteren OP-Hoofddocent Lieven Buysse Peter Flynn Dirk Rochtus Faculteit Industriële In genieurswetenschappen OP-Hoofddocent Gorik De Samblanx Stefaan Desmet Leander De Vos Bart Gielis Geert Van Ham Faculteit Architectuur OP-Hoofddocent Jan De Vylder
Aanstellingen en benoemingen in het ZAP
Hoger Instituut voor Wijsbegeerte Hoofddocent Grant Ramsey Deeltijds docent Griet Galle
© Joris Snaet
Bevorderingen in het ZAP
Faculteit Rechtsgeleerdheid Hoofddocent Dominik Steiger Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Deeltijds gewoon hoogleraar Michel Denuit Steven Ongena Deeltijds hoogleraar Roger Jean Auguste Laeven Docent Filip De Beule Nick Deschacht Deeltijds docent Seppe vanden Broucke Faculteit Sociale Wetenschappen Hoogleraar Steven Van de Walle Faculteit Letteren Hoofddocent Erwin Snauwaert Docent Wim Coudenys Silvana Mandolessi Heidi Salaets Deeltijds docent Pieter Boulogne Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Docent Céline Gillebert Faculteit Wetenschappen Docent Jon Olof Sundqvist Arnout Voet
Faculteit Ingenieurs wetenschappen Hoogleraar Shoufeng Yang Hoofddocent Erin Koos Yiannis Pontikes Steffen Waldherr Docent Stijn François Pieter Van den Broeck Deeltijds docent Brecht Van Hooreweder Faculteit Bioingenieurs wetenschappen Hoofddocent Gabrielle De Lannoy Docent Barbara De Coninck Bram Van de Poel Deeltijds docent Hans Steenackers Faculteit Industriële In genieurswetenschappen Docent Stijn Debruyne Ilse Fraeye Jiabin Li Ilse Van De Voorde Patrick Van Rymenant Deeltijds docent Ben Aernouts Faculteit Architectuur Hoofddocent Dirk Huylebrouck Monika Rychtarikova
Faculteit Geneeskunde Deeltijds hoogleraar Gabriele Bergers Gert De Meerleer Kristel Van Steen Hoofddocent Marc Du Bois Jeroen Luyten Deeltijds hoofddocent Kristl Claeys Ruud van Winkel Docent Frederik De Smet Karoline Faust Deeltijds docent Maarten Albersen Mieke Boon Jeroen Breckpot Johan Coolen Sandra Cornelissen Emmy De Buck Jeroen Decoster Lien De Somer Wouter Everaerts Bart Ghesquière Natalia Gunko Sam Heye Wilhelmus Metsemakers Philippe Nafteux Wouter Oosterlinck Jute Richter Philip Roelandt Mauricio Sainz Barriga Lennart Scheys Ilse Scroyen Heidi Segers Aya Takeoka Thomas Vanassche Jan Van den Stock Maaike Vandermosten Tim Vanuytsel Albert Wolthuis Faculteit Farmaceuti sche Wetenschappen Hoofddocent Thomas Bouillon Docent Matthias Schönberger Faculteit Bewegingsen Revalidatieweten schappen Hoofddocent Jos Vanrenterghem Jannique van Uffelen Docent Véronique Cornelissen Friedl De Groote Katrien Fransen Katrien Koppo
Deze lijst omvat de bevorderingen, aanstellingen en benoemingen in het ZAP (Zelfstandig Academisch Personeel) en de bevorderingen in het OP3 (Onderwijzend Personeel groep 3 van de regionale campussen).
STUDENTEN
CAMPUSKRANT | 26 OKTOBER 2016
de
DROOMJOB
17
Student ontmoet alumnus voor reality check.
EMILIE EN DE RUIMTEVAARTINGENIEUR
“ Hier lopen veel nerds rond” “Natuurlijk werk ik hier graag. Ik mag raketten bouwen”, lacht ruimtevaartingenieur Jeroen Vandersteen (32). Studente Master of Space Studies Emilie Beevers (23) kan er helemaal inkomen. Ine Van Houdenhove
E
milie zat als kind al met haar hoofd hoog boven de wolken: “Ik heb het altijd zo jammer gevonden dat ik de maanlanding niet heb meegemaakt.” Spreekbeurten hield ze steevast over de ruimte en op haar vijftiende kocht ze met haar spaarcentjes een telescoop. “Die gebruikte ik wanneer de omstandigheden het maar toelieten: vooral Jupiter en Saturnus zijn zo mooi.” Intussen is ze vooral geïnteresseerd in de technologie die mensen de ruimte laat verkennen. Vandaar haar keuze voor ingenieurswetenschappen, optie lucht- en ruimtevaart, gevolgd door dit masterjaar. “Eén van onze gastdocenten is Frank De Winne. Toen hij zeven jaar geleden in het ISS zat, heb ik dankzij de ESA via YouTube een praatje met hem mogen maken!” Als ze ooit de kans krijgt, wil Emilie zelf zeker ook de ruimte in, maar momenteel droomt ze ervan om als ingenieur aan de slag te gaan bij een internationale ruimtevaartorganisatie. Net als Jeroen Vandersteen, sinds vier jaar control systems engineer bij het technisch hoofdkwartier van de European Space Agency (ESA), in het Nederlandse Noordwijk: “Samen met een twaalftal collega’s zorg ik voor de opvolging van de controlesystemen en regeltechnieken voor alle satellieten en raketten van ESA. Zelf heb ik doorlopend een vijftiental projecten onder mijn hoede.” Gebeten
Na zijn studie ingenieurswetenschappen ging Jeroen bij de NASA werken: “Ik had een summer course space studies gedaan in Straatsburg – de master die Emilie volgt, bestond toen nog niet. Daar heb ik contact gelegd met iemand van de NASA en zo ben ik in Californië beland. Vervolgens ben ik teruggekomen om in Leuven te doc-
© KU Leuven | Rob Stevens
Studente Emilie Beevers, hier samen met Jeroen Vandersteen in het Marssimulatiedecor van ESA in Noordwijk: “Toen Frank De Winne in het ISS zat, heb ik dankzij de ESA via YouTube een praatje met hem mogen maken!”
toreren bij sterrenkunde. Maar ik bleef vooral gebeten door de technologie achter ruimtevaart. Vier jaar geleden kon ik hier aan de slag.” Waar NASA vooral focust op wetenschappelijk onderzoek en exploratie, is ESA meer gericht op de industrie, zegt Jeroen. De ESA verenigt een aantal EU-landen maar bijvoorbeeld ook Zwitserland en Canada: “Samen financieren ze onderzoek naar ruimtevaarttoepassingen zoals telecommunicatie, aardobservatie, navigatie ...” “In de vijftig jaar dat de ESA bestaat, zijn er een honderdtal satellieten gelanceerd. Dat gebeurt meestal in Kourou in Frans-Guyana. Het hele gebeuren wordt dan ook hier in Noordwijk op groot scherm gevolgd. Als alles goed gaat, klinkt er gejuich, vallen mensen elkaar in de armen en vliegen de champagnekurken in het rond. Een lancering van nabij meemaken is natuurlijk nog veel spectaculairder, zo’n raket van vijftig meter hoogte de lucht zien ingaan ... Maar daar ben ik zelf nog niet bij geweest.” Koelkast
Jeroen was wel al eens bij een lancering betrokken vanuit de controlekamer in Darmstadt in Duitsland: “Tegelijk heel stresserend en heel saai. Op een gegeven moment heeft de satelliet de Noordpool bereikt, maakt hij contact en heb je zes minuten om metingen te doen. Dan is het weer drie kwartier wachten tot de satelliet aan de Zuidpool is en je weer zes minuten hebt. En zo gaat dat door in shifts van twaalf uur, vijf dagen lang.” “Gaat er iets verkeerd, dan moet je uitzoeken wat het probleem is en hoe je het kan oplossen. En er kan telkens ontzettend veel fout gaan, er liggen dan ook altijd meerdere back-up plannen klaar. Bij de lancering van bijvoorbeeld de draagraket Ariane 5 wordt het equivalent
aan vermogen van het hele Belgische energienetwerk op een volume van een grote koelkast gebundeld en in een paar seconden naar buiten gestuwd. Als er iets fout loopt, gaat er zevenhonderdduizend liter uitermate explosieve brandstof de lucht in.”
Ruimtevaartingenieur Jeroen Vandersteen:
Er vliegt intussen zoveel afval door de ruimte. Elk brokje kan in aanraking komen met een module en fatale schade veroorzaken. Eind september is satelliet Rosetta geland op komeet 67P Churyumov-Gerasimenko – één van de meest spectaculaire missies sinds de maanlanding: “Satellieten moeten bijzonder robuust zijn om bestand te zijn tegen de extreme omstandigheden waarmee ze te maken krijgen: enorme trillingen, grote temperatuurschommelingen, straling ... En dan moeten ze ook nog eens volledig autonoom vijftien jaar lang blijven functioneren!”
vijftigplus, al doet ESA zijn best daar iets aan te veranderen: bij een evenwaardige mannelijke en vrouwelijke kandidaat zal men sneller kiezen voor de vrouw. Een Leuvens diploma wordt hier alleszins enorm gewaardeerd ...” Goed nieuws voor Emilie dus, en bovendien gaat de komende vijf tot vijftien jaar ongeveer de helft van de 2.700 ingenieurs met pensioen: “Het probleem is dat we vooral mensen nodig hebben met een aantal jaren ervaring. Daarom biedt ESA binnen het Young Graduate Trainee (YGT) programma stages aan. Normaal gezien gaan deelnemers vervolgens eerst een paar jaar de industrie in, maar net omdat er een pensioengolf zit aan te komen, is het plan om een aantal mensen uit het YGT-programma aan te houden.” Jeroens eigen bureau blijkt verboden toegang, want veiligheidsniveau 2. Maar hij leidt ons graag rond in het bezoekerscentrum, waar we in een maquette mogen klimmen van Colombus, het wetenschappelijk laboratorium van het ISS. Een verblijf in het echte internationale ruimtestation ambieert hij zelf niet: “Er heengaan en weer terugkeren blijft een riskante onderneming. Er vliegt intussen ook zoveel afval door de ruimte. Elk brokje kan in aanraking komen met een module en fatale schade veroorzaken. Bovendien weet ik hoe die dingen gemaakt worden (lacht). Nee, da’s een grapje natuurlijk. Maar hier in Noordwijk ben ik perfect gelukkig.”
Pensioengolf
Moet je een nerd zijn om aan de ESA te werken? “Als je niet van wiskunde houdt, kan je in mijn job in ieder geval niet veel komen doen”, zegt Jeroen. “Het klassieke profiel is een man van
Wat is jouw droomjob? Laat het ons weten via nieuws@kuleuven.be
18
STUDENTEN
CAMPUSKRANT | 26 OKTOBER 2016
DE STAGIAIR Onze huisfotograaf gaat op stagebezoek
“ Dit is echt de kers op de taart” Geen betere manier om aan een ideale toe komst te beginnen dan als stagiair meewer ken aan een tentoonstelling die de naam Utopia draagt, zo lijkt me. Dat vond ook Hanne Jakubiak, masterstudente kunst wetenschappen.
Naam
Hanne Jakubiak Richting
Master kunstwetenschappen
“Ik spreid mijn master over twee jaar. Dat geeft me namelijk de gelegenheid om veel extra engagementen aan te gaan. De richting kunstwetenschappen is behoorlijk theoretisch, en ik voel nogal de nood om ook van de praktijk te proeven.” “De bal ging aan het rollen door de lessen over ‘curatorship’ van professor Jan Van der Stock. Daarin verwerkte hij zijn eigen, inmiddels alom gekende tentoonstelling over Utopia. We kregen er een opdracht over en zo raakte ik er behoorlijk van in de ban. En nu verorber ik de kers op de taart: ik mag zelf meehelpen aan de opbouw.”
Stageplaats
Museum M, Afdeling Oude Kunst Duur van de stage
35 dagen
Benoemd of onderscheiden
in Memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van:
Jos Bloemmen Ere-werkleider aan de Faculteit Geneeskunde (03/01/1944 – 14/09/2016) Michiel Leroy Student aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid (14/03/1995 – 14/09/2016) Yoran Wouters Student aan de Faculteit Industriële Ingenieurs wetenschappen (14/02/1996 – 15/09/2016)
“Ik heb de voorbije tijd ook andere dingen uitgeprobeerd, zoals een tentoonstelling maken met kinderen met een mentale handicap en werken bij de dienst cultuur in Diest. Voor LOKO zit ik ook nog steeds in de raad van bestuur van Kunst Leuven. Maar ik merk dat ik dit werk toch het liefst van al doe. Want hoewel het redelijk administratief begon, met hotels regelen voor koeriers en de per diems (dagvergoedingen – red.) in orde brengen, zijn de werken nu aan het aankomen. Ik moet de koeriers begeleiden, de kunstwerken mee op hun plaats brengen, naamplaatjes maken en plaatsen enzovoort. Het echte werk dus. En als het al eens wat rustiger is, kan ik kijken hoe de pro’s hun werk doen, en zo een hoop bijleren. Het is fijn om te zien hoeveel mensen gemotiveerd samenwerken, van werkmannen tot professoren. Op een dag kwam het familieportret van Thomas More aan, een heel groot schilderij,
Professor Jacobus Wijnhoven Ere-gewoon hoogleraar aan de Faculteit BioIngenieurswetenschappen (30/06/1925 – 27/09/2016) Professor Roger Blanpain Emeritus gewoon hoogleraar en gewezen decaan aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid Gewezen lid van de Raad van Bestuur KU Leuven (05/11/1932 – 11/10/2016)
• Emeritus professor Joos Vandewalle (Departement Elektrotechniek (ESAT)) werd verkozen tot voorzitter van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten. • Postdoctoraal onderzoeker Jef Beerten (Afdeling ESAT – ELECTA, Elektrische Energie en Computerarchitecturen) ontving de eerste ABB Research Award in Honor of Hubertus von Gruenberg voor zijn doctoraatsonderzoek. Aan de onderscheiding is 300.000 dollar financiering voor een onderzoeksproject gekoppeld.
dat niet in de lift kon – en dat ook nog eens na de werkuren. Toch bleef iedereen, om samen het gevaarte de trap op te dragen. Dat was echt mooi om te zien en illustreert perfect de motivatie en spirit van de medewerkers.” “Wat ik later precies wil doen weet ik nog niet exact, hoewel een job als die van mijn stagebegeleidster (Diensthoofd tentoonstellingen Oude Kunst – red.) me wel heel leuk lijkt. Ik wil in ieder geval uiteindelijk een job waarvan ik denk: ‘dit wil ik graag lang blijven doen’. En die bevindt zich, denk ik, in deze sector, waar het werk helaas niet voor het oprapen ligt. Maar ik geloof in het credo dat als je een doel voor ogen houdt en daar gemotiveerd naartoe werkt, je het ook kunt bereiken. Daarom ga ik nu ook zoveel engagementen aan, kom ik op veel plaatsen en ontmoet ik overal nieuwe mensen. Het komt wel in orde.” Waar ook schrijver dezes weinig twijfels over heeft. TEKST en FOTO’S: Rob Stevens
• Professor Ann Swillen (Departement Menselijke Erfelijkheid) ontving de Angelo DiGeorge Medal of Honor voor haar onderzoek naar het 22q.11.2 deletie-syndroom.
• Professor Marie-Claire Foblets (Instituut voor de Rechten van de Mens) ontving een • Professor Gerda Claeskens (Faculteit Ecoeredoctoraat van de Université Saint-Louis nomie en Bedrijfswetenschappen) ontving (FUSL) in Brussel. een medaille van het Institute of Mathematical Statistics. • Andy Gijbels (Afdeling Productietechnieken, Machinebouw en Automatisering) • Francis Mus (Onderzoeksgroep Literatuur, won de eerste Vlaamse PhD Cup met de Discours en Identiteit) won met zijn boek presentatie van zijn doctoraatsonderzoek De demonen van Leonard Cohen de Culover robottechnologie voor oogchirurgie. tuurprijs Letterkunde – Essay en Monografie Hij ontving een cheque voor een opleivan de Provincie Oost-Vlaanderen. ding aan de Vlerick Business School t.w.v. 10.000 euro. Met de Phd Cup wil Scriptie • Mehmet Celik (LIBIS) ontving de Ariel vzw jonge wetenschappers aansporen om Morag Award for Innovation voor de onthun onderzoek naar buiten te brengen. wikkeling van jQuery.PRIMO.
• Professor Katrien Lauwaert (Leuvens Instituut voor Criminologie) werd aangesteld • Professor Letizia Paoli (Leuvens Instituut • Master in de pedagogische wetenschappen als bijzonder hoogleraar restorative justice voor Criminologie) ontving de Thorsten Lauranne Verhasselt ontving de Masteraan de Vrije Universiteit Amsterdam. Ze Sellin & Sheldon and Eleanor Glueck Award proefprijs 2016 van het Damiaanfonds van de wordt daarmee de eerste houder van de die wordt uitgereikt door de American KU Leuven, voor haar eindwerk over BelgiBianchi leerstoel. Society of Criminology. sche polio-ervaringen in de twintigste eeuw.
PORTRET
CAMPUSKRANT | 26 OKTOBER 2016
SPEED DATE
19
Leen Decin: “Onlangs zei een scoutsleider dat ‘grijs bokje’ een goede totem voor me zou zijn: volhardend, rustig, zorgzaam en waakzaam.”
In 24 vragen naar hoofd en hart van Leen Decin
Leen Decin (41) is hoogleraar aan de Afdeling Sterrenkunde. Ine Van Houdenhove
01/ Wat wilde u ‘later’ worden?
“Dokter. En toen ik jaren geleden wat moeilijkheden ondervond om benoemd te geraken – de academische wereld kan heel politiek zijn – was genetica gaan studeren mijn plan B.”
02/ Op welke job bent u jaloers?
“Werken bij Artsen Zonder Grenzen. Soms mis ik het sociale aspect in mijn job. Met wetenschappelijk onderzoek en door kennis over te brengen, werk je natuurlijk ook aan een betere wereld, maar dat is minder tastbaar.”
07/ Wat zit er in uw cd-speler?
“In de cd-speler in mijn tien jaar oude auto zit een cd van Hydrogen Sea. Die kreeg ik onlangs tijdens een opname van Van Gils & gasten, waar ik geregeld aan meewerk. Ik hou ook veel van klassieke muziek, van gregoriaans, en van muziek die herinneringen oproept aan de zomerkampen van weleer.”
04/ Wat weten uw studenten niet van u?
“Veel (lacht). Onder meer dat ik een tweelingzus heb, ook een sterrenkundige trouwens. Dat heeft tijdens onze studie voor de nodige verwarring gezorgd.”
05/ Waar zou u meteen aan beginnen als geld geen factor was?
“Dan zou ik een interdisciplinair centrum opzetten voor onderzoek naar exoplaneten. En ik zou een manier zoeken om studenten uit de derde en vierde wereld aan boord te krijgen. Wij hebben hen evenzeer nodig als omgekeerd.”
06/ Welk voorwerp zou u redden als uw huis in brand stond?
“Ik heb vaak een oude telescoop in huis, die ik gebruik voor lezingen. Zoiets is onvervangbaar natuurlijk.”
12/ Welke historische figuur bewondert u het meest?
“Isaac Newton. Heel knap hoe hij vijfhonderd jaar geleden inzag dat aan de appel die van de boom valt en de beweging van de planeten rond de zon dezelfde wiskundige principes ten grondslag liggen.”
13/ Hebt u een motto? 08/ Wat zullen we over vijftig jaar onbegrijpelijk vinden?
“Dat we er ooit aan hebben getwijfeld dat er leven is op andere planeten.”
03/ Wat was het mooiste moment uit uw loopbaan tot dusver?
“De lancering van een satelliet is altijd bijzonder spannend. Daar gaat twintig jaar voorbereiding aan vooraf en in een paar seconden kan het helemaal fout gaan. In 2009 heb ik de lancering van de ESA-Herschell-satelliet van hieruit gevolgd, maar ik hoop er over twee jaar, als de James Webb Space Telescope wordt gelanceerd, bij te mogen zijn in Frans-Guyana.”
© KU Leuven | Rob Stevens
“ Ik stel liever zelf de vragen”
Mijn tweelingzus is ook sterrenkundige. Dat heeft tijdens onze studie voor de nodige verwarring gezorgd.
09/ Wat is de ergste job die u ooit hebt gedaan?
“Om op bouwkamp te kunnen gaan, heb ik in een groenteconservenfabriek gewerkt. Vanaf vijf uur ’s morgens kwamen de aubergines op me afgerold. Ik herinner me nog goed die weeë geur van gestoomde groenten ... Nog steeds koop ik nooit groenten in blik!”
10/ Wat doet u het liefst?
“Luisteren. Ik ben eigenlijk niet zo’n prater, ik ben eerder degene die de vragen stelt.”
11/ Wat is uw meest opvallende karaktertrek?
“Onlangs hoorde ik van een scoutsleider dat grijs bokje een goede totem voor me zou zijn: volhardend, rustig, zorgzaam en waakzaam. Dat klopt wel.”
“Qui multum tacet multum cogitat: wie veel zwijgt, denkt veel na.”
14/ Hoe komt u tot rust?
“Ik loop graag, in het weekend is dat tussen de tien en de dertig kilometer. Onlangs wist een passerende fietser me te vertellen dat ik 12,6 km per uur haalde (lacht). Zelf ben ik daar eigenlijk niet mee bezig. Ik hou in het algemeen veel van sport: fitness, mountainbike, rafting, canyoning ...”
15/ Wat zou u graag beter kunnen?
“Ik kan perfect kaartlezen, maar heb geen greintje oriënteringsvermogen. Zonder kaart slaag ik er altijd in te verdwalen. Maar daardoor heb ik wel al veel toffe dingen leren kennen (lacht). En mensen schieten vaak spontaan te hulp.”
16/ Als u terug in de tijd kon reizen, waarheen zou u gaan?
“Naar het moment waarop de maanlanding werd uitgezonden. Dat moet geweldig zijn geweest, iedereen verzameld rond de zwartwit-tv.”
17/ Hebt u een ‘guilty pleasure’?
“Op mijn eerste avond aan de Kulak heb ik jenever leren drinken (lacht). Er staat thuis altijd fruitjenever koud – dat doet me denken aan Kortrijk.”
18/ Waarop bent u trots?
“Eén van mijn drie dochters heeft dyslexie en toch houdt ze veel van lezen. Op zaterdag gaan we steevast naar de bib en is het de rest van de dag rustig in huis.” “En in december organiseer ik work-
shops in Rome over de raakvlakken tussen religie, wetenschap en filosofie, iets wat me in mijn diepste mens-zijn bezighoudt. Ik kijk er echt naar uit.” 19/ Wanneer bent u het bangst geweest?
“Toen onze jongste dochter na een spoedkeizersnede werd geboren, dachten de dokters dat ze het niet zou halen. Het is een paar keer kantje boord geweest.”
20/ Wat is het dichtste dat u ooit bij de dood bent geweest?
“Tijdens die keizersnede ben ik zelf ook even weg geweest. Vooral akelig voor mijn man, die een flatline zag. Zelf voelde ik me gewoon zachtjes wegglijden.”
21/ Voor welk tv-programma blijft u thuis?
“Ik kijk geen tv, ook al hebben we er sinds twee jaar wel één in huis.”
22/ “Waar zou u het liefst wonen?
“Hoog in de bergen. Ik ben ook altijd heel graag in een observatorium. Bijvoorbeeld in Chili, op 4.500 meter hoogte – je hebt er zuurstofflessen nodig. De stilte is daar zo mooi en intens, je wordt helemaal teruggeworpen op jezelf.”
23/ Wat is uw meest onhebbelijke karaktertrek?”
“Ik ben heel analytisch. Daardoor zie ik spontaan hoe een dag moet worden gepland, en ik denk dan – ten onrechte – dat dat voor iedereen evident is.”
24/ Wat houdt u wakker ’s nachts?
“Ik kan soms wakker worden omdat ik in mijn droom hele redevoeringen aan het afsteken ben tegen een of ander onrecht, of omdat een idee aan het rijpen is in mijn hoofd. Ik heb geleerd dat ik dan moet opstaan en pen en papier pakken.”
20
CAMPUSKRANT | 26 OKTOBER 2016
IN BEELD
Knuffel kliniek
© Patrick Vertommen
Met de grootst mogelijke concentratie en voorzichtigheid behandelt een meisje de poot van een ietwat bang kijkende beer: het Teddybear Hospital op de Campus Gasthuisberg van UZ Leuven levert elk jaar weer vertederende beelden op. Met de hulp van studenten geneeskunde gingen kleuters op zondag 23 oktober aan de slag om hun knuffels en poppen beter te maken. Het doel van het initiatief is om kinderen op een speelse en leerrijke manier vertrouwd te maken met verschillende aspecten van het ziekenhuis en het doktersbezoek.
SCHWARZENEGGER ACHTERNA: WANNEER IS DE EERSTE MAN ZWANGER?
NET ALS IN
DE FILM
“Mijn lichaam. Mijn keuze.”
De wetenschap achter de filmhit
Arnold Schwarzenegger geeft in Junior een geheel nieuwe invulling aan het begrip bodybuilding. Voor wie Hollywoodkolder niet kan smaken: ook filmlegende Marcello Mastroianni speelde ooit een zwangere man. Bij Mastroianni was het nog een schijnzwangerschap, Arnie gaat wel the whole nine months. De übermacho met een bolle buik: schuilt daar een flinter realisme in? We kloppen aan bij dokter Sharon Lie Fong van het Leuvens Universitair Fertiliteitscentrum. “Nee, ik heb de film niet gezien, maar het bestaan was me bekend.” Over één ding is ze meteen zonneklaar: het is totaal ondenkbaar om, zoals in Junior, een man zwanger te maken door een embryo ‘los’ in de buikholte te plaatsen. “Een embryo is niet levensvatbaar als het niet kan innestelen in het baarmoederslijmvlies. Vergelijk het met een buitenbaarmoederlijke zwangerschap bij een vrouw: een voldragen zwangerschap is quasi onmogelijk, en potentieel levensgevaarlijk.”
De film
Junior (1994) Het verhaal
Geneticus Alex Hesse (Arnold Schwarzenegger) zoekt een medicijn waardoor zwangere vrouwen hun embryo niet afstoten. Hij krijgt verbod te testen op mensen, en wordt dan maar zelf proefkonijn. Met behulp van gynaecoloog Danny DeVito wordt hij zwanger van collega Emma Thompson. Uiteindelijk wordt hij, via keizersnede, vader van een gezonde dochter.
Zonder baarmoeder kan je een zwangerschap dus vergeten. Maar
dat is – in theorie althans – op te lossen met een transplantatie, zegt Lie Fong. “De laatste jaren is er heel wat vooruitgang geboekt met baarmoedertransplantaties bij vrouwen. Enkele jaren
Alex ondergaat zijn eerste echografie. “My baby”, zucht hij, wanneer hij de handjes en voetjes, de ruggengraat en het hoofdje van het kind ziet verschijnen en iets later ook de hartslag hoort. Of het hart niet te snel klopt? Nee, alles is perfect normaal, zegt de gynaecoloog. “Except for the fact that the mom is also the dad.”
© Universal Pictures
De sleutelscène
geleden had Zweden de primeur: een vrouw die zonder baarmoeder geboren was, kreeg de baarmoeder van een vrouw in de menopauze. Ze werd zwanger via ivf, en is bevallen van een gezonde jongen.” “In ons land gaan de collega’s van het UZ Gent het nu ook proberen. Maar het blijft voorlopig een héél experimentele ingreep. Tot nu toe zijn er nauwelijks succesverhalen gepubliceerd. Waarschijnlijk werd de uterus afgestoten, of de patiënt werd óf niet zwanger, óf de zwangerschap werd voortijdig afgebroken.” Bijkomende complicatie: de donorbaarmoeder zal na de zwangerschap ook weer verwijderd moeten worden. Zo niet ben je ertoe veroordeeld je hele verdere leven medicatie tegen afstoting te slikken. Terug naar de fictie. Een baarmoeder transplanteren naar een man, is niet totáál ondenkbaar volgens Lie
Fong. “Als je ze met voldoende bloedvaten verbindt, dan overleeft die wel. Pas op, dan nog zijn we er niet. Een man kan immers niet maandelijks menstrueren. En stel dat we daar een oplossing voor vinden, dan nog blijft het een hele klus, met operatie na operatie. Een man heeft uiteraard geen eigen eicellen, én geen natuurlijke toegang tot de baarmoeder. Dus om hem echt zwanger te maken, heeft hij donoreicellen nodig en moet je alwéér opereren om een embryo in
de baarmoeder te plaatsen. En de geboorte zal langs dezelfde weg moeten: via een keizersnede.” Om zijn zwangerschap te ‘onderhouden’ zal de man ook vrouwelijke hormonen moeten slikken. “Ook daar mag je bijwerkingen verwachten: borstontwikkeling door oestrogeen bijvoorbeeld.” Handig? Niet meteen, want functionerende melkklieren mag je niet verwachten. “Hou ook rekening met veranderingen in je karakter, bijvoorbeeld in je agressieniveau, want oestrogeen werkt ook in op de hersenen.” Misschien is het ooit een oplossing voor een transgender met zwangerschapswens? “Zou in theorie dus kunnen,
maar genderidentiteit is complexer dan dat. Niet elke male-to-female transgender zal ook zelf kinderen willen baren.” Overigens is de eerste man die met succes een kind op de wereld zette al een feit. Al was dat een beetje valsspelen: een female-to-male transgender – oorspronkelijk een vrouw, met een intacte baarmoeder en vagina – bleek na een ongelukje zwanger. “Normaal onderdrukken de mannelijke hormonen de eisprong”, zegt dokter Lie Fong. “Dat zal dan niet voldoende gebeurd zijn.” Een man met een zwanger buikje is dus niet volkomen absurd. Moeten we er dan maar voluit voor gaan? “Mijn persoonlijke mening? Dat we toch maar eerst focussen op vrouwen zonder baarmoeder. Ik ben hier dagelijks getuige van de emoties bij koppels die zwanger proberen te worden. Als dat niet lukt, dan is het verdriet groot bij allebei. Maar zoals ik het aanvoel is het verdriet bij de vrouw nog vele keren groter dan bij de man. Dat zegt toch iets.” TEKST: Wouter Verbeylen
COMPLETE FICTIE BIJ DE HAREN GETROKKEN NIET ZO VERGEZOCHT KLOPT HELEMAAL