De talentband v eerden prak

Page 1

2011 Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Master kunsteducatie Onderzoeksverslag Juni 2011 Hans van Eerden Marjo van Hoorn (begeleider)

[DE TALENTBAND] Onderzoek naar de talentontwikkeling binnen de talentband.


De ‘Talentband’

Pagina 2


Inhoud Samenvatting........................................................................................................................................... 4 Dankwoord .............................................................................................................................................. 5 1 Inleiding: ............................................................................................................................................... 6 Context ................................................................................................................................................ 6 Doel van dit onderzoek ....................................................................................................................... 7 Vraagstelling ........................................................................................................................................ 7 Relevantie ............................................................................................................................................ 7 Opzet en uitvoering ............................................................................................................................. 7 Dataverzameling.................................................................................................................................. 8 2 Definities............................................................................................................................................... 9 3 Resultaten bandleden ........................................................................................................................ 11 Formeel institutioneel leren .............................................................................................................. 11 Intrapersoonlijk ................................................................................................................................. 12 Omgeving........................................................................................................................................... 14 4 Resultaten muzikaal-leiders ............................................................................................................... 15 Formeel institutioneel leren .............................................................................................................. 15 Intrapersoonlijk ................................................................................................................................. 18 Omgeving........................................................................................................................................... 20 5 Conclusies, discussie, aanbeveling ..................................................................................................... 23 Discussie ............................................................................................................................................ 24 Aanbeveling ....................................................................................................................................... 25 Literatuur ............................................................................................................................................... 26 Bijlagen .................................................................................................................................................. 27 Bijlage talentband (2 februari 2011) ................................................................................................. 27 Bijlage gegevens geïnterviewden ...................................................................................................... 28 Bijlage ‘Motivatie voor de talentband’.............................................................................................. 29 Bijlage interview leidraad .................................................................................................................. 30 Bijlage kerncriterium, thema, label ................................................................................................... 32 Bijlage er zit muziek in ieder kind ...................................................................................................... 33 Bijlage kerndoelen ............................................................................................................................. 34

De ‘Talentband’

Pagina 3


Samenvatting Om talent te ontwikkeling moet er sprake zijn van aanleg (gave). Deze aanleg kan worden ontwikkeld tot talent. Het proces van aanleg tot talent wordt gezien als talentontwikkeling. Op deze ontwikkeling zijn een drietal katalysators van invloed die de ontwikkeling zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden. Deze katalysators zijn: intrapersoonlijk (motivatie, persoonlijkheid), omgeving (mensen, voorzieningen, gebeurtenissen) en geluk. Aldus Francoys Gagné. Gagné heeft zijn theorie in een model geplaatst ‘the Differentiated Model of Giftedness and Talent’. In dit onderzoek neemt dit model een centrale plaats in. Het onderzoek richt zich op de twee van de drie katalysators (interpersoonlijk en omgeving). Onderzocht wordt welke factoren er voor muzikaal-leiders en bandleden van belang zijn voor talentontwikkeling. Dit onderzoek wordt uitgevoerd op drie scholen waar een talentband aan verbonden is. Er worden interviews gehouden met bandleden en de muzikaal-leiders van deze talentbands. De interviews worden uitgewerkt en geanalyseerd. Kerncriteria zijn daarbij de talentontwikkeling binnen de bandrepetitie (institutioneel), de invloed van de intrapersoonlijke katalysator en de invloed van de omgevings katalysator. Uit deze interviews komt naar voren dat iedereen die gemotiveerd is mee kan doen in de talentband. De bandleden binden zich voor een heel seizoen aan de talentband. In dat seizoen beschikken ze over een instrument en wordt er regelmatig opgetreden. Het repertoire voor de talentband wordt mede bepaald door de bandleden maar de uiteindelijke keuze ligt bij de muzikaal-leider die het repertoire gedifferentieerd arrangeert zodat alle bandleden een uitdagende muzikale partij spelen. De talentbandleden krijgen wel huiswerk (formeel niet-institutioneel leren), daar zijn de bandleden blij mee want ze zijn graag met muziek bezig. De hoeveelheid huiswerk is niet groot. Veel bandleden zijn thuis ook met andere muzikale activiteiten bezig (informeel leren). De computer en ander muzikale media spelen daar een rol bij. De talentband speelt weinig in op het formeel nietinstitutioneel leren en informeel leren en speelt niet in op informeel leren. Er zijn verschillende factoren die de talentontwikkeling van de bandleden bepalen, de belangrijkste daarbij is de rol van de muzikaal-leider. De muzikaal-leider moet over grote muzikale, pedagogische en organisatorische kwaliteiten beschikken om het proces van talentontwikkeling zo optimaal mogelijk te laten zijn. De muzikaal-leider beïnvloedt de twee katalysators en stuurt daarmee het leerproces, de talentontwikkeling.

De ‘Talentband’

Pagina 4


Dankwoord Met dank aan Mohammed, Meryem, Mustafa, Dunya, Osama, Sumaya, Bahar, Kumbra, Jayro, Giovanni, Ribai, Iris, Jenny en Ninya voor de wijze waarop zij in alle openheid vertelden over hun ervaringen in de talentband, hun motivatie voor en door de talentbanden en hun muzikale toekomstverwachtingen. Hogeschool Inholland wil ik bedanken voor de faciliteiten die mij werden geboden om dit onderzoek te kunnen doen. Marjo van Hoorn, mijn begeleider, bedankt voor alle tijd, geduld, kritische vragen en aansturende antwoorden.

De ‘Talentband’

Pagina 5


1 Inleiding: Context Het muziekonderwijs in de Nederlandse basisscholen is sinds jaar en dag een zorgenkindje1. De leerkracht in de basisschool bezit in veel gevallen te weinig muziekdidactische competenties (kennis en vaardigheden) om het vak muziek aantrekkelijk en op niveau te kunnen doceren. Muziek wordt daardoor in veel basisschoolgroepen niet of nauwelijks gegeven en als er wel muzieklessen worden gegeven dan zijn deze heel eenzijdig van karakter (een liedje meezingen met cd of soms met een youtube filmpje) en niet op het juiste niveau. Het uitzetten van een gedegen leerlijn muziek op een basisschool is voor een leerkracht helemaal te hoog gegrepen. Methodes waarin de leerlijnen voor muziek in lessen zijn uitgewerkt2 worden in het basisonderwijs doorgaans niet structureel gebruikt. Wanneer een methode wordt opengeslagen dan is het incidenteel. ‘Af-entoe een leuke les’ als er tijd voor is. Kortom, het vak muziek is binnen het basisonderwijs een zorgenkindje. Gelukkig is er de laatste jaren veel aandacht voor de benarde positie van het vak muziek in het basisonderwijs. Tal van initiatieven zijn er ontwikkeld, veelal in de vorm van langdurende projecten, om het niveau van muziek op een hoger peil te brengen. Projecten waar kwaliteiten van specialisten in muziekonderwijs worden ingezet voor de basisschoolleerling. De muzikale leemte die in de basisschool is ontstaan door de gebrekkige muzikale kennis en vaardigheid van de groepsleerkracht wordt door muziekscholen gecompenseerd. De muziekscholen kunnen dat doen omdat zij gebruik maken van de stimuleringsgelden voor de centra van de kunsten. Het fonds voor cultuurparticipatie heeft in dit kader binnen de regeling ‘in ieder kind zit muziek’ alleen al in 2010 achttien projectaanvragen gehonoreerd3. Eén van de hier bovengenoemde projecten is de methode MuziekTalentExpres (MTE) van het Aslan Muziekcentrum in Amsterdam. Met deze methode richt het Aslan Muziekcentrum zich op het basisonderwijs met als doel ‘het creëren van een muzikale omgeving van hoge kwaliteit voor kinderen vanaf de kleutertijd met zowel een klassiek Westers- als een wereldmuziekrepertoire’ (Aslan Muziekcentrum, 2010). Sinds 2008 heeft het Aslan Muziekcentrum zich beziggehouden met de ontwikkeling van de methode MTE voor een ‘lange leerlijn’ muziekeducatie in het basisonderwijs. Het is een unieke methode waarbij alle leerlingen van elke basisschoolgroep 40 muzieklessen op jaarbasis krijgen, dat betekent wekelijks een muziekles. De doelen van de MuziekTalent Express sluiten aan op de door het Rijki vastgestelde kerndoelen voor muziek op de basisschool en komen voort uit de door ons gehanteerde visie en uitgangspunten. De leerdoelen moeten zijn behaald aan het einde van deze lange leerlijn, dus na het doorlopen van de gehele methode, beginnend in groep 1 en eindigend in groep 8. Hieraan wordt stapsgewijs gewerkt middels het behalen van de tussentijdse leerdoelen die per leergang te vinden zijn in de methode MuziekTalent Express.4 Naast dit wekelijkse binnenschoolse aanbod is er een naschools aanbod waarin de leerlingen zich in ‘de Talentband’ muzikaal verder kunnen 1

Rapport periodieke peiling onderwijsniveau (ppon-rapport)

2

methodes als ‘muziek moet je doen’ ‘Vier muziek met..’ en ‘Stepping tones’

3

Zie bijlage er zit muziek in ieder kind

4

http://www.aslanmuziek.nl/index.php?page=lange-leerlijn-mte

De ‘Talentband’

Pagina 6


ontwikkelen. Met de Talentband richt Aslan zich op het signaleren van talent en de talentontwikkeling in een naschoolse setting. En dit sluit zeer nauw aan bij wat de onderwijsraad in haar rapport ‘Hoe kan onderwijs meer betekenen voor jongeren’(uit 2004) benoemt, namelijk: ‘dat zeer vroege herkenning en ontwikkeling van talent, zeker bij dans en muziek, noodzakelijk is om tot volle wasdom te komen.’

Doel van dit onderzoek Door dit onderzoek ontstaat er een beeld schetsen van de factoren die van invloed zijn op de talentontwikkeling van de bandleden uit de talentband. De ervaringen van deelnemers van de Talentband (bandleden en muzikaal-leiders) worden in kaart gebracht, hierbij zullen intitutioneel leren, motivatie en omgevingsfactoren uitgangspunt zijn.

Vraagstelling Welke factoren zijn talentontwikkeling?

voor muzikaal-leiders en bandleden van de talentband van belang voor

Relevantie Het onderzoek is specifiek relevant voor het muziekcentrum Aslan. Door dit onderzoek wordt een helder beeld verschaft van waaruit de profilering van de Talentband als platform voor talentontwikkeling kan worden gelegitimeerd. Naast deze specifieke relevantie is het onderzoek ook relevant als beschrijving van ‘good practice’ op het gebied van naschoolse muziekeducatie, gericht op talentontwikkeling binnen de basisschoolleeftijd, waarbij het muziekaanbod zowel uit westerse- als wereldmuziek bestaat. Onderzoek naar talentontwikkeling heeft zich tot nu toe vooral gericht op inventariseren en beschrijven van culturele projecten, onderzoeken maar de feitelijke praktijk van talentontwikkeling en de invloed van talentontwikkelingsprogramma’s ontbreken. Vanuit de weinige studies naar talentontwikkeling komt naar voren dat ‘intrapersoonlijke- en omgevingsfactoren zeer belangrijk zijn’ (Windhorst & Zant, 2010), in dit onderzoek worden voor de talentband deze factoren in kaart gebracht. Onderzoek naar deze specifieke vorm van talentverkenning (een aan school gekoppelde naschoolse muziekband onder leiding van een muziekdocent) voor de doelgroep basisschoolleerling met als repertoire zowel westerse- als wereldmuziek, is landelijk nog een onontgonnen gebied.

Opzet en uitvoering Dit onderzoek is een bescheiden beschrijvend onderzoek naar de factoren die van belang zijn voor talentontwikkeling voor de bandleden van de talentband. Het onderzoek biedt allereerst een overzicht van de verschillende factoren en beschrijft daarnaast de aard van de factoren zoals die door de respondenten worden genoemd. Er is gekozen als onderzoeksinstrument voor het kwalitatief interview met een beredeneerde selectie respondenten uit twee onderzoekseenheden. De interviews zijn vanuit een topiclijst gestructureerd, waarna de antwoorden door middel van kwalitatieve analyse worden geïnventariseerd. Hierbij ligt de kwalitatieve survey (Baarda, Goede, & Teunissen, 2005) voor de hand. De twee onderzoekseenheden zijn: de leden van de talentband en de muzikaal-leiders. Voor de onderzoekseenheid muzikaal-leiders zijn er drie respondenten. Voor de onderzoekseenheid De ‘Talentband’

Pagina 7


bandleden zijn er twaalf respondenten. Uit elk van de drie talentbands worden vier bandleden geselecteerd. De selectie van deze respondenten is op drie gronden beredeneerd, namelijk:  de onderzoekseenheden zijn aan elkaar gekoppeld, de geïnterviewde muzikaal-leider is gekoppeld aan geïnterviewde talentbandleden;  de onderzoekseenheden bestaan zowel mannen als vrouwen, jongens en meisjes;  de onderzoekseenheid bandleden bestaat steeds uit vier bandleden waarvan er twee voor het eerst en twee voor het tweede jaar in de talentband zitten. Vanuit pragmatische overweging (beschikbaarheid) is de wens tot beredeneerde selectie betreffende het tweede en derde punt niet gerealiseerd. Namelijk de onderzoekseenheid muzikaal-leiders bestaat uitsluitend uit vrouwelijke muzikaal-leiders. De verhouding eerste- en tweedejaars bandleden binnen onderzoekeenheid bandleden bestaat uit 60% eerstejaars bandleden en 40% tweedejaars bandleden. De selectie van talentbands van het Aslan muziekcentrum is gemaakt door de coördinator van de afdeling educatie van het muziekcentrum Aslan, vanuit pragmatische overweging (beschikbaarheid) zijn drie talentbands geselecteerd uit de beschikbare dertien talentbands. De organisatie rondom de interviews is in handen van de muzikaal-leider. De muzikaalleider organiseert op locatie de interviews en nodigt de bandleden er voor uit. Naast de interviews zijn er bij elke talentband één of meerdere repetities bijgewoond.

Dataverzameling De dataverzameling is door middel van een mondeling interview dat op audio wordt opgenomen. Deze manier van verzamelen en het doel van het interview is vooraf aan de respondenten gemeld. De topiclijst die als interview leidraad wordt gebruikt is vooraf niet bekend gemaakt aan de respondenten. Het onderzoek richt zich op acht topics5 die het onderwerp ‘talentband’ vanuit verschillende invalshoeken benaderen en zijn gedeeltelijk gestructureerd geordend. De leidraad van het interwiew is samengesteld op grond van de beschikbare literatuur en de uitgaven van Aslan6. De topics zijn: 1. De functie van de talentband voor de muzikaal-leiders en voor de bandleden. 2. De relatie tussen de talentband en de reguliere klassikale MTE-lessen. 3. De samenstelling van de talentband. 4. De verschillende werkvormen die in de talentband worden gehanteerd. 5. De inhoud van de talentband (welke instrumenten, welk materiaal). 6. De talentband en informeel leren. 7. De manier waarop de talentband zich presenteert. 8. De organisatie rondom de talentband. Beide onderzoekseenheden krijgen door middel van open vraagstelling dezelfde topics voorgelegd. De wijze van vraagstelling is afgestemd op de doelgroep waarbij de volgorde van vragen de dynamiek van het interview volgt. De duur per interview bedraagt steeds één uur. De vorm van het interview met de muzikaal-leiders is één-op-één, het interview met de talentbandleden is een groepsinterviews waarbij steeds vier bandleden tegelijk worden geïnterviewd. Alle interviews zijn verbatim uitgewerkt en vervolgens gelabeld op basis van het gegeven antwoord. Vervolgens is de data gelabeld, vergeleken en in thema’s en kerncriteria gevat. Deze analyse is handmatig uitgewerkt met een tekstverwerkingsprogramma op de pc.

5

Zie bijlage interview leidraad

6

Talentband van de MuziekTalentExpress Aslan,Informatiebundel van de MuziekTalentExpress Aslan en Achtergrond informatie voor de muziekdocent van de MuziekTalentExpress Aslan

De ‘Talentband’

Pagina 8


2 Definities De talentband. In het cursusjaar 2010-2011 ‘draait’ er op 13 scholen een talentband. In totaal zijn er ongeveer 145 kinderen die in een talentband participeren. De Talentband bestaat uit een op ‘talent en gedrevenheid’ (Aslan Muziekcentrum, 2010) geselecteerde groep kinderen (ongeveer tiwaalf) uit de groepen vijf tot en met acht. De muziekactiviteiten van de Talentband vinden wekelijks plaats gedurende het schooljaar en bestaan uit ‘koorzang, instrumenten beoefenin7g, schoolorkest vorming, muziek theorie en compositie’ (Aslan Muziekcentrum, 2010, p. 12). De Talentband oefent na schooltijd8. Een repetitie duurt één uur. Zoals de naam van de band ‘Talentband’ al aangeeft is het doel van deze activiteit talentontwikkeling (Drenth & Zant, 2007) (Laarakker, 2007) (Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur, 2007) (Windhorst & Zant, 2010). ‘In de Talentband kan een kind dit talent verder uitbouwen en zal er verdieping zijn…..als blijkt dat een leerling zo talentvol is dat hij/zij hierin verder geschoold zou moeten kunnen worden, dan kan de docent een speciaal ontworpen ‘talent gevonden kaartje’ meegeven. Hierop staat waarvoor de leerling talent heeft en wat hij hiermee verder kan doen’. (Aslan muziekcentrum, 2009). Een vast onderdeel van de Talentband is een gezamenlijke uitvoering minimaal twee keer per jaar. Dit optreden (Oosterlijnck & Eveline, 2009) is niet alleen in de eigen school maar ook op een vriendenschool en op het MuziekTalent Express Festival. Elk jaar wordt afgesloten met een slotpresentatie van de verschillende onderdelen tijdens het Muziek Talent Express Festival in Theater De Meervaart.9 Talentontwikkeling. Talentontwikkeling is een begrip afkomstig uit de wereld van personeel&organisatie dat sinds begin van deze eeuw ook in het (cultuur-)onderwijs als waarde terug te vinden is. ‘Talentontwikkeling ontpopt zich in het midden van het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw als een nieuwe “waarde”in het cultuureducatieve veld’ (Geest, 2010). De overheid stimuleert veel initiatieven die zich richten op de brede ontwikkeling van kunstzinnige en culturele talenten. Doel hierachter is dat met name bij kunstvakken als dans en muziek een zeer vroege herkenning van talent essentieel is om tot ‘toptalent’ op te kunnen groeien. Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden is het nodig om eerst het begrip talent te benoemen. Wat wordt binnen dit onderzoek verstaan onder talentontwikkeling? De Canadees Francoys Gagné geeft met zijn model ‘Differentiated Model of Giftedness and Talent’ (DMGT) een duidelijke en schematische weergave van het begrip talent. Aangezien dit model het uitgangspunt is voor dit onderzoek wordt dit model besproken. Het DMGT-model bestaat uit zes componenten gegroepeerd in twee trio’s. Het eerste trio het trio van talentontwikkeling en het tweede trio, het trio van de katalysators. Het trio van talentontwikkeling; Gagné maakt onderscheid tussen Giftedness and Talent. (Gagne, 1994) ‘gave (aanleg)’ en ‘talent’ welke beide van toepassing zijn op het begrip talentontwikkeling. ‘Gave’ staat voor ’aangeboren vermogen’ en ‘talent’ staat voor ; ‘natuurlijke bekwaamheid, bekwaamheid tot iets’ aldus ‘van Dale’. Talentontwikkeling kan worden gezien als het ontwikkelen 7

Twee van de drie geselecteerde talentbands hebben in overleg met de basisschool gekozen om zich te richten op gitaar. 8

Één van de drie geselecteerde talentbands oefent binnen de schooltijd. De bandrepetitie duurt 120 minuten.

9

http://www.aslanmuziek.nl/index.php?page=lange-leerlijn-mte

De ‘Talentband’

Pagina 9


van ‘gave’ tot ‘talent’ waarbij ‘ontwikkelen’ de betekenis heeft van het verwerven van kennis en vaardigheden. Het ontwikkelingsproces wordt in vier eenheden gedefinieerd namelijk, de fysieke groei, het informeel leren, het formeel niet-intitutioneel leren en het formeel institutioneel leren. Het trio van de katalysators is van belang omdat deze het ontwikkelingsproces kan stimuleren of afremmen. De drie verschillende katalysators die worden onderscheiden zijn. De omgevingsfactoren katalysator (mensen, voorzieningen, gebeurtenissen, fysieke omgeving), intrapersoonlijke katalysator (fysiek, de motivatie, de toewijding, de zelfsturing, de persoonlijkheid) en de gelukskatalysator (kans). Wanneer al deze katalysators positief aanwezig zijn en er is sprake van ‘begaafdheid’, dan is er kans op toptalent. Echter in de meeste gevallen is er sprake van groei en ontwikkeling. In schema ziet het DMGT model van Gagné er als volgt uit:

Figuur 1: ‘Differentiated Model of Giftedness and Talent’ uit Gagné & Rossum (2006)

Formeel institutioneel leren. Onder formeel institutioneel leren wordt verstaan het verwerven van kennis en vaardigheden waarbij sprake is van een duidelijke intentie of bedoeling. In dit onderzoek is de talentband het instituut en het ontwikkelen van talent de bedoeling.

De ‘Talentband’

Pagina 10


3 Resultaten bandleden Formeel institutioneel leren A. Selectie  Samenstelling De bandleden geven aan dat er voor alle kinderen van de basisschool waaraan de talentband is gekoppeld, de mogelijkheid bestaat om te participeren in de talentband. Iedereen is welkom maar er is wel een leeftijdsbeperking. Alleen de leerlingen van groep vijf tot en met acht kunnen meedoen. Deelname wordt geregeld via een inschrijfformulier in de eerste periode van het cursusjaar. De inschrijving geldt voor het hele cursusjaar. De ouders van de talentbandleden zijn op de hoogte van de inschrijving, vooraf hebben zij de inschrijving moeten ondertekenen. De bandleden melden dat in de periode die vooraf gaat aan de inschrijving, de muzikaal-leiders leerlingen tijdens de reguliere muzieklessen speciaal attenderen op de talentband en in enkele gevallen leerlingen het advies geven zich voor de talentband in te schrijven. Eén van de bandleden vertelt dat hij gevraagd is om in de talentband te komen spelen. De talentbandleden van de school waar de talentband binnen schooltijd is georganiseerd, geven aan dat zij een sollicitatiebrief hebben moeten schrijven met daarin hun motivatie voor de talentband10. Veder vertellen de bandleden dat wanneer iemand voor de talentband kiest er een actieve houding en doorzettingsvermogen wordt verwacht. B. Verdieping  Differentiatie in niveau De bandleden constateren dat er verschil is in het niveau van musiceren tussen de onderlinge bandleden. Speciaal de tweedejaars bandleden geven aan dat de speelopdrachten soms te gemakkelijk vinden, teveel gericht op de eerstejaars bandleden. Zij hebben wel begrip voor de situatie. Gemeld wordt dat er in één van de drie onderzochte talentbands een opsplitsing is gemaakt in twee niveau groepen. De groepen repeteren tegelijk maar de ene groep pikt het sneller op dan de andere groep en krijgt daarom aangepaste opdrachten, de bandleden zij er positief over. Het werken in de talentband als ‘moeilijker’ ervaren in vergelijking tot de reguliere muziekles. Er is één bandlid dat aangeeft dat de talentband soms te weinig uitdaging biedt met name op het niveau van instrumentale vaardigheid. C. Domein  Notatie Om later actief deel te kunnen nemen aan de muziekpraktijk is het van belang dat je niet alleen muziek kunt maken maar ook dat je de muziek kunt lezen (Lei, Haverkort, & Noordam, 2004). Voor één van de bandleden is ‘het goed kunnen lezen van traditionele 10

Zie bijlage ‘motivatie voor de talentband

De ‘Talentband’

Pagina 11


notatie’ een motivatie aspect om te kiezen voor de talentband. Alle bandleden melden dat er in de talentbands gebruik wordt gemaakt van het traditionele notenschrift. Daarnaast worden ook in alle talentbands de akkoordsymbolen gebruikt en worden muziekstukken in schema’s (bluesschema, akkoordschema) aangeboden. Niet altijd wordt er notatie ingezet want er wordt ook zonder notatie, uit het hoofd, gewerkt. 

Samenspelen

Het samenspelen wordt door alle bandleden als kernactiviteit van de talentband gezien. Zij geven aan dat er een oefenfase vooraf gaat aan het samenspelen. Deze oefenfase is soms thuis als huiswerk al gedeeltelijk voorbereid. In de talentband wordt er dan verder geoefend wat door samenspel wordt gevolgd. Als oefenen wordt genoemd: het spelen van een baslijn, het oefenen in snel wisselen van gitaar akkoorden, het tokkelen van akkoorden. De talentbandleden geven aan dat er in een groot aantal gevallen eerst wordt geoefend van een blaadje waarop de akkoorden staan. Wanneer het individuele oefenen is geweest volgt het samenspel (samen oefenen), de akkoorden moeten dan gekend zijn. In deze fase voeren de bandleden verschillende opdrachten tegelijk uit zoals zingen en spelen. Eén van de bandleden meldt dat er in de repetitie van de talentband het meest wordt geleerd.

Intrapersoonlijk A. Motivatie  Ambitie Op de vraag waarom ze voor de talentband hebben gekozen melden alle bandleden dat ze muziek leuk vinden. Ze luisteren graag naar muziek, soms actief zoekend op youtube naar artiesten en muziek die in de belangstelling staan, soms luistered naar muziek als achtergrond bij het maken van het huiswerk. Allen spreken de verwachting uit dat het leren bespelen van een instrument en het musiceren in de talentband, voor hen een bezigheid is die te maken heeft met de toekomst. De ambities van de bandleden zijn divers en variëren in grootte, duur en concreetheid. Bandleden melden als ambitie dat ze goed noten willen leren lezen, een lied willen kunnen begeleiden met de gitaar in de thuissituatie, tot, muzikant willen worden en beroemd willen zijn. Eén van de bandleden noemde dat zijn ouders de talentband als mogelijkheid voor een toekomst als muzikant opperden. Twee van de geïnterviewde bandleden vertellen dat ze al een instrument bespeelden voor ze in de talentband kwamen en dat ze hun instrumentale vaardigheid in/door de talentband willen uitbreiden. Een drietal bandleden geeft aan een rolmodel te hebben die sterk de ambitie voor het musiceren bepaalt . Daarbij wordt twee keer een musicerend familielid (vader) genoemd en één keer de muziekdocent. 

Interesse

De bandleden luisteren vaak naar muziek, dat doen zij doorgaans thuis via hun telefoon, via hun mp3 speler en via de computer. De muziek die zij beluisteren bestaat bijna alleen uit het repertoire van populaire artiesten als Bruno Mars, Lady Gaga, Justin Biber etc. De De ‘Talentband’

Pagina 12


bandleden zeggen dat hun eigen keus voor muziek afwijkt van de repertoirekeus van de talentband. Daarbij wordt vermeld dat er wel veel van ‘die andere muziek’ (=de muziek in de talentband) wordt geleerd. In één enkel geval meldt een bandlid de muziekkeus niet zo leuk te vinden, de arrangementen te gemakkelijk en daardoor weinig uitdagend. Veel bandleden melden dat door het spelen in de talentband hun belangstelling voor muziek is toegenomen, ze zijn meer van muziek (maken) gaan houden. Eén bandlid heeft bij zichzelf ontdekt muzikale aanleg te hebben door het musiceren in de talentband. 

Doorzetting

Alle bandleden ervaren dat er doorzettingsvermogen nodig is om tot ontwikkeling te komen, muziek maken lijkt in eerste instantie makkelijk maar de praktijk toont aan dat het lastiger is dan ingeschat. De zere vingers door het langdurig indrukken van de gitaarsnaren horen daarbij en vormen dan ook geen struikelblok. In dezelfde trend wordt door de bandleden het huiswerk genoemd11. Geen van de bandleden vindt huiswerk bezwaarlijk. Het huiswerk wordt juist heel positief beoordeeld, de bandleden geven aan het huiswerk juist leuk te vinden12. Het wennen aan het hebben van huiswerk wordt door één van de bandleden als extrinsiek motivatie argument genoemd. Bandleden geven aan dat het huiswerk stimuleert om zelf op zoek te gaan naar oplossingen. Hierbij wordt internet als bron genoemd waar de bandleden hun informatie vandaan halen13. Hoeveel tijd de bandleden aan huiswerk besteden is divers en varieert van ‘af-en-toe’ tot dagelijks. Dit geldt ook voor het niveau van het huiswerkdoel. Voor het ene bandlid is het huiswerkdoel het globaal kennen van de stof, voor de ander is dat het beheersen van de stof.

B. Persoonlijk 

Zelfvertrouwen

Met name de optredens voor oudere kinderen, familie en vrienden zijn voor de bandleden belangrijke momenten binnen de talentband. Veel bandleden melden dat er echt een grens moest worden doorbroken om de verlegenheid te overwinnen om op het podium een prestatie neer te zetten. De inzet van de muzikaal-leider bij de optredens wordt genoemd als essentieel voor de geruststelling. De talenbandleden vinden dat het optreden bij de talentband hoort want op deze manier kan aan anderen worden getoond wat de talentband heeft ingestudeerd en kan spelen. Het overwinnen van de zenuwen, het applaus na afloop zijn voor de bandleden elementen die een optreden tot een topervaring maken. De bandleden geven aan dat een optreden voor de kleuters op

11

Twee van de onderzochte talentbands werken met huiswerk.

12

Bij één van de talentbands is het mogelijk om op school huiswerk te oefenen.

13

Men zoekt dan naar een gitaargreep of een akkoordenschema.

De ‘Talentband’

Pagina 13


school veel veiliger voelt. De zenuwen zijn dan veel gemakkelijker onder controle te houden.

Omgeving A. Mensen  Ouders Ouders spelen op drie verschillende manieren een rol in de talentontwikkeling van de talentbandleden volgens de bandleden. Allereerst is er de belangstelling die ouders tonen door naar optredens te komen en daar waarderend over spreken. Dit wordt door de talentbandleden zeer op prijs gesteld. Als tweede zijn daar de belangstellende vragen van de ouders thuis over de talentband repetities en het luisteren naar het thuis musiceren (huiswerk) van de talentbandleden. Ook dit wordt door de bandleden omschreven als positief. De derde rol van de ouders wordt door twee bandleden, van wie de ouders muzikant zijn, gemeld. Zij worden thuis door de ouders aangestuurd om te musiceren, soms samen met de ouders en soms met andere talentbandleden. Verder vertellen deze twee bandleden dat zij optredens van hun ouders bijwoonden. 

Familie

Familieleden zijn voor bijna de talentbandleden belangrijk voor hun talentontwikkeling. Bandleden melden dat ze voor familieleden in huiselijke kring optreden. Dat kan zijn op een verjaardag van één van de gezinsleden maar ook een ‘één op één’ optreden voor een broer of zus. De waardering die de bandleden hiermee krijgen wordt als prettig ervaren. Van belang is het te vermelden dat de aanwezigheid van een instrument thuis hierbij van cruciaal belang is14. Bandleden melden verder dat er met allerlei familieleden samen wordt gemusiceerd, in de meeste situaties betreft dit gezinsleden. Dit samenspelen wordt door bandleden ook benoemd als ‘van elkaar leren’. De aanwezigheid van familieleden bij optredens wordt door alle bandleden gewaardeerd, het wordt als onplezierig ervaren als er geen familieleden bij een optreden aanwezig zijn. Eén bandlid meldt dat een familielid hem nieuwe muziek op youtube toont. 

Vrienden

De vriendenkring die rolmodel is voor de talentbandleden wordt gevormd door de andere talentbandleden aangevuld met oud talentbandleden. Twee bandleden melden dat zij veelvuldig met elkaar musiceren. Zij leren van elkaar en inspireren elkaar. Ook een ander bandlid meldt zo’n samenwerking maar dan samen met een oud talentbandlid. Deze talentbandleden benoemen deze samenwerking als waardevol. B. Voorzieningen  Outillage

14

Bij twee van de onderzochte talentbands krijgen de bandleden een gitaar van school mee.

De ‘Talentband’

Pagina 14


De instrumenten die in de talentband15 worden aangeboden zijn; gitaar, keyboard, drums, darbuka, boomwhackers en latin-percussie. Daarnaast maakt de vocale vorming onderdeel uit van het aanbod. Alle bandleden vinden dit een goed aanbod, er dienen zich geen leemtes aan. Alle talentbandleden geven aan thuis over een instrument te beschikken. Dat instrument is in de meeste gevallen een gitaar maar daarnaast worden ook darbuka, xylofoon en keyboard genoemd. Ook wordt de computer genoemd als muziekinstrument waarbij het toetsenboard als manuaal fungeert. Eén bandlid meldt zelf voor een keyboard te hebben gespaard. 

Muziek-media

Alle bandleden geven aan thuis te beschikken over media om muziek mee af te spelen. Genoemd worden: telefoon, mp3-speler en de computer. De meeste bandleden willen graag hun favoriete muziek horen als begeleiding bij huiswerk of voor de gezelligheid. Met name de computer wordt gebruikt om nieuwe muziek te leren kennen, om muziek uit te zoeken of te analyseren en als muziekinstrument. Eén van de bandleden geeft aan thuis te beschikken over opname apparatuur en maakt daar gebruik van. C. Gebeurtenissen  Optredens Alle bandleden zijn op de hoogte van het MuziekTalent festival dat op 25 mei in theater ‘de Meervaart’ zal worden gehouden16. Daar zullen alle talentbands optreden. Een bandlid meldt nog nooit met de talentband te hebben opgetreden. Een ander bandlid maakt enthousiast melding van groots optreden met de talentband van vorig jaar buiten de school.

4 Resultaten muzikaal-leiders Formeel institutioneel leren A. Selectie  Samenstelling Alle muzikaal-leiders melden dat de talentband voor ieder leerling van groep vijf tot en met acht open staat. De talentband biedt ieder kind de mogelijkheid om zijn haar muzikale talenten in de talentband verder tot ontwikkeling te brengen. Omdat per school de organisatie rondom de samenstelling van de talentband varieert, worden de drie verschillend school scenario’s hieronder beschreven.

15

Dit wijkt iets af per talentband.

16

De talentband interviews vonden plaats in maart en april.

De ‘Talentband’

Pagina 15


School A17: Deze school heeft het ’ondernemend leren’ als pedagogisch speerpunt. Dit houdt in dat de bandleden in spe moeten solliciteren. In het kader ‘ondernemen’ moet elke leerling een sollicitatiebrief schrijven om in aanmerking voor de talentband te komen. In deze sollicitatiebrief beschrijven de aankomend bandleden hun motivatie. Na de eerste selectieronde voert de muzikaal-leider gesprekjes met de bandleden. In dat gesprek wordt nog eens doorgevraagd naar de motivatie. Door het solliciteren denken de leerlingen er heel goed over na waarom zij in de talentband willen. Vooraf zijn ze geïnformeerd over wat hen in de talentband te wachten staat. School B: De muzikaal-leider geeft de leerlingen op twee manieren de mogelijkheid zich voor de talentband in te schrijven. De eerst manier werkt door middel van een uitnodigingsbrief waarin een leerling door de muzikaal-leider wordt uitgenodigd om na te denken over een plaats in de talentband. De tweede manier is de open inschrijving waarbij elke leerling de kans krijgt om te participeren in de talentband. Vervolgens is het eerste kwartaal van het jaar de talentband een soort van ‘open talentband’ , dit is een oriëntatie periode voor de bandleden waarin ze er achter kunnen komen of ze het echt leuk vinden. In deze periode kunnen er nog wisselingen in de band worden doorgevoerd. Vanaf de herfstvakantie is het niet meer mogelijk om in de talentband te komen. Vanaf dat moment verdiept de talentband zich in het bespelen van de gitaar18. School C: Deze school werkt met een inschrijflijst. Alleen de leerlingen die zelf denken ‘ja ik kan wel wat’ worden uitgenodigd om zich in te schrijven. De leerkrachten van de klas hebben daar ook een rol in, zij sturen leerlingen aan zich in te schrijven. De leerkrachten melden de muzikaal-leider over muzikale talenten in de school. De muzikaal-leider geeft aan geen gedegen beeld te hebben van de individuele muzikale talenten in de school. De reguliere muziekles biedt daarvoor te weinig handvatten. De eerste talentband bijeenkomst is een soort van wederzijdse proefbijeenkomst. Mochten leerlingen verkeerd gekozen hebben dan wordt dat kenbaar gemaakt. Alle muzikaal-leiders geven aan dat de individuele muzikale niveaus erg uiteenlopen binnen de band, toch wordt er gestreefd om vanuit dit individueel niveau te starten. Dit wordt als ‘zwaar’ en ‘pittig’ betiteld. 

Groepsgrootte

Alle bezochte talentbands bestonden uit tien tot veertien bandleden, en dat is volgens de muzikaal-leiders de maximale grootte voor een talentband. Een van de muzikaalleiders geeft aan dat een groepsgrootte als de talentband van vorig jaar met negen bandleden idealer is. De huidige groepsgrootte is het gevolg van het aantal inschrijvingen. Met veertien bandleden heeft de talentband de maximale gewenste grootte bereikt. Een grotere talentband gaat ten koste van de opzet en de werkvormen

17

De talentband is bij deze school binnenschooltijd georganiseerd. Alle kinderen krijgen van de school een gitaar. Naast de talentband zijn er andere ‘talentactiviteiten’ georganiseerd. 18

Alle kinderen krijgen van school een gitaar.

De ‘Talentband’

Pagina 16


van de talentband. Wanneer er teveel inschrijvingen zijn voor de talentband dan wordt er geadviseerd een koor aan de talentband te plakken. B. Verdieping  Differentiatie in tempo Twee muzikaal-leiders geven aan dat het instap niveau van de bandleden zowel op muzikaal- als sociale ontwikkelingsniveau heel pluriform is, in de eerste periode dat de talentband ‘draait’ wordt het individueel niveau van de bandleden geïnventariseerd. Eén van de muzikaal-leiders heeft vervolgens op basis van dit niveau de talentband in twee groepen opgedeeld. De groepen repeteren wel tegelijkertijd maar hebben elk een ander aandeel in de les en krijgen op eigen groepsniveaus (huiswerk-)opdrachten. 

Differentiatie in verbreding

Alle muzikaal-leiders differentiëren in de breedte wat inhoudt dat de bandleden tegelijkertijd verschillende muzikale activiteiten uitvoeren die qua moeilijkheidsniveau gelijkwaardig zijn. Denk daarbij aan een groep die een baslijn speelt terwijl een of twee andere groepen daarbij de akkoorden spelen. Eén van de muzikaal-leiders vindt het belangrijk dat alle bandleden alle instrumenten leren bespelen (een brede instrumentale vaardigheid eigen maken). Een andere muzikaal-leider geeft aan een breed instrumentaal aanbod te hebben. Wanneer blijkt dat een bandlid grote ’voeling’ met een instrument wordt de mogelijkheid geboden aan het bandlid om zich in dat specifieke instrument te bekwamen. De didactische werkvorm die door alle muzikaal-leiders wordt genoemd bij het gedifferentieerd werken is het ‘maatjes werk’ waarbij het vaardige bandlid het minder vaardige bandlid in een één op één instructie helpt (tutorleren). Een andere werkvorm die wordt gebruikt is assistentschap, waarbij een muziektalent als assistent van de muzikaal-leider, een groepje bandleden instrueert en helpt bij het instuderen. De muzikaal-leiders geven verder aan het prettig te vinden om een nieuwe muzikale activiteit gezamenlijk, klassikaal te starten. Eén van de muzikaal-leiders meldt dat de instrumentale verwachting van bandleden soms buiten het bereik van de talentband valt. C. Domein  Notatie Binnen elke talentband speelt notatie een rol. De muzikaal-leiders beperken de rol tot iets instrumenteels. Het notenschrift wordt ingezet om zelfstandiger een muziekstuk in te kunnen studeren vanaf papier. Eén van de muzikaal-leiders specificeert dit door aan te geven dat niet alleen kennis van het traditionele notenschrift daarbij van belang is maar ook de vaardigheid van de vertaalslag naar een instrument. Veel oefenen is daarbij essentieel omdat het anders niet beklijft. Een andere muzikaal-leider meldt de gretigheid van bandleden om het traditionele notenschrift te leren. Naast het traditionele notenschrift wordt er ook van grafische notatie gebruik gemaakt, zoals de kleurennotatie bij de boomwhackers. De ‘Talentband’

Pagina 17


Samenspel

Samen musiceren, samenspelen is voor de muzikaal-leiders de kern van de talentband. Het samenspel is het doel. Het samenspel geeft een muzikale bevrediging die als motivatiebron fungeert van waaruit het de bandleden inspireert om zich verder muzikaal te ontwikkelen. De muzikaal-leiders geven aan dat er niet alleen muzikale vaardigheden noodzakelijk zijn om het samenspel te bereiken. Goed naar elkaar luisteren, concentratie en zelfstandigheid worden als noodzakelijke instrumentele vaardigheden genoemd. Binnen de talentband wordt daar aan gewerkt. Om dit samenspel te kunnen bereiken moet de muzikaal-leider voor het juiste materiaal zorgen. Het samenspel biedt de mogelijkheid om de individuele kwaliteiten van de bandleden in te zetten. Alle muzikaal-leiders melden dat er bij samenspel altijd gedifferentieerd gewerkt wordt, bijvoorbeeld een muziekstuk met gitaar partijen, baspartijen, ritme partijen en een solo stem. 

Beweging

De muzikaal-leiders vertellen dat bewegen op muziek vaak wordt ingezet maar dat het altijd een instrumenteel karakter heeft. Genoemd wordt het bewegen als instrument voor samenwerking en het bewegen om muziek te maken met gebruiksvoorwerpen en bodysounds19.

Intrapersoonlijk A. Motivatie  Ambitie Binnen alle talentbands is er aandacht voor de ambitie van de bandleden. Met name rondom de selectie van de bandleden. Op alle drie de scholen is er een (ander) mechanisme dat in werking wordt gesteld om de ambitie van de aankomend bandleden te screenen. Bij school A. is dat een gesprek volgend op een sollicitatie brief20. Bij school B. is dat een proefperiode van een aantal weken om te wennen. Bij school C. is dat één proefles. Doel hiervan is om alle bandleden in spe een kans te geven deel uit te maken van de talentband. De kennismaking met de talentband is om te ervaren of de investering van vrije tijd met de ambitie overeenkomt en om extrinsieke motivatie ‘zijn vader vond dat hij op de talentband moest’ te elimineren. 

Interesse

De muzikaal-leiders proberen zoveel mogelijk de repertoire keuze aan te sluiten bij de smaak van de bandleden. Bij alle drie de talentbands inventariseert de muzikaal-leider de wensen van de talentband, dat gebeurt bij twee talenbands schriftelijk en in één talentband mondeling. Naast dit ‘aansluiten’ bij bekend repertoire melden alle drie de

19

Specifiek wordt verwezen naar de slagwerkgroep Stomp.

20

Deze school werkt met ondernemend leren waar solliciteren een onderdeel van uitmaakt.

De ‘Talentband’

Pagina 18


muzikaal-leiders ook het opwekken van interesse voor andere soorten muziek21 door deze muzieksoorten aan het repertoire toe te voegen. Binnen de talentbands wordt ook gebruik gemaakt van repertoire uit de reguliere muziekles dat in de talentband repetitie wordt uitgediept. Wanneer er aangesloten wordt bij bekend repertoire van de bandleden (actuele popmuziek) heeft de muzikaal-leider de taak om dit materiaal muzikaal te arrangeren voor de specifieke talentband. De muzikaal-leiders melden dat de arrangementen gedifferentieerd worden uitgewerkt zodat het voor alle bandleden aantrekkelijk is om mee aan de slag te gaan. Het streven van de muzikaal-leider is om te werken naar een eindproduct dat aansluit bij de belevingswereld van de bandleden en waarin toch een ‘eigen product’ wordt neergezet. Het repertoire dat niet door de bandleden is aangebracht moet eveneens worden aangepast aan de specifieke talentband. Omdat er meestal al een arrangement bestaat22 gaat het hier om een vereenvoudigen van een arrangement. Eén muzikaal-leider geeft aan dat repertoire keuze mede wordt bepaald door de significante groei in de talentband. De interesse van bandleden in het aanleren van het traditionele notenschrift is mede bepalend voor de vorm waarin het gearrangeerde materiaal wordt aangeboden. 

Doorzetting

De talentband is een vrijwillige activiteit maar niet vrijblijvend. De muzikaal-leiders geven aan dat van de bandleden wordt verwacht dat ze wekelijks bij de bandrepetitie aanwezig zijn. Geen van de muzikaal-leiders geeft aan dat presentie een probleem is. Bij één van de talentbands is er sprake van het ‘voorkomen van afhaken’ . dit wordt door deze muzikaal-leider opgelost door het geven van individuele bijles in plaats van deelname aan de bandrepetitie. Twee van de muzikaal-leiders melden dat het geven van huiswerk onderdeel uitmaakt van de talentband. De bandleden krijgen ook allemaal een gitaar mee naar huis. De muzikaal-leiders spreken wel de verwachting uit dat de bandleden thuis studeren maar er wordt geen richtlijn voor tijdsinvestering gegeven. De derde muzikaal-leider geeft aan dat de school al genoeg van de leerlingen vraagt en geeft daarom geen huiswerk. B. Persoonlijk  Zelfvertrouwen Het optreden maakt een vast onderdeel deel uit van de talentband. De muzikaal-leiders melden dat het werken naar een optreden een doel is van de talentband. Een doel dat appelleert aan de eigenwaarde van de individuele bandleden, de bandleden maken hun 21

Wereldmuziek, blues, reggae, musical

22

talentbandbundel

De ‘Talentband’

Pagina 19


talent zichtbaar en kunnen ‘trots op zichzelf’ zijn. Door de presentatie worden talenten getoond en gedeeld door naar elkaar te kijken en te luisteren. Het platform dat hier speciaal voor is ingericht is het MuziekTalent Festival waar alle talentbands optreden. Naast dit gemeenschappelijke optreden organiseert de muzikaal-leider op de eigen school talentband optredens. Er wordt gestreefd naar een frequentie van vijf optredens per seizoen binnen de school. Zo ontwikkelen de bandleden hun podiumervaring en worden de zenuwen onder controle gehouden. Het presenteren wordt binnen de talentband geleerd. 

Sociaal

De groepscohesie, de groepsdrive wordt door één van de muzikaal-leiders genoemd als voorwaarde om tot bandprestatie te komen. Daarvoor moet er in de talentband worden geleerd om samen te werken, moeten de bandleden elkaar en elkaars kwaliteiten leren kennen. De muzikaal-leiders geven aan dat er met diverse werkvormen als groepswerk, coöperatiefwerken, maatjeswerk aan deze samenwerking wordt gewerkt. Binnen de repetities wordt er zoveel mogelijk positief gestimuleerd om de bandleden naar elkaar te laten luisteren, op elkaar te laten wachten en rekening met elkaar te laten houden. Op deze manier kan er een groepsprestatie worden gerealiseerd die voor de bandleden een positieve succeservaring is. Sociaal niet functioneren is de aanleiding om één bandlid voorlopig niet in de repetitie van de talentband toe te laten, de ontwikkeling in de band ondergaat een nadelige invloed. Dit bandlid krijgt voorlopig privéles zodat het individuele muzikaal ontwikkelingsproces toch voort blijft gaan. Later kan dit bandlid weer in de talentband terugkeren.

Omgeving A. Mensen  Ouders Alle muzikaal-leiders benoemen de positieve invloed die ouders kunnen hebben op de talentontwikkeling van de bandleden. Eén van de muzikaal-leiders meldt dat vanuit Aslan de wens is uitgesproken dat de muzikale ontwikkeling mede door ouders wordt gedragen. Er wordt door alle muzikaal-leiders genoemd dat er geen structureel contact is tussen hen en de ouders, de muzikaal-leiders spreken wel de wens tot dit contact uit. Het contact zou over het vervolg van de muzikale ontwikkeling moeten gaan na de talentband, met name bij het getalenteerde bandlid. Op één van de scholen worden de ouders via een notitie op het rapport op de hoogte gehouden van de vorderingen in de talentband.

De ‘Talentband’

Pagina 20


Twee muzikaal-leiders hebben plannen om een muzikale combinatie te maken waar zowel ouders als talentband deel van uit maken23. Alle muzikaal-leiders geven aan dat het wenselijk is dat de ouders bij optredens van de talentband aanwezig zijn. 

Vrienden

Twee muzikaal-leiders melden dat ze er kennis van hebben genomen dat talentbandleden met vrienden (andere talentbandleden) samenspelen gedurende de week. Deze activiteit wordt als positief benoemd in het kader van veel oefenen om muzikale vaardigheid te ontwikkelen. Het samenspelen van bandleden buiten de bandrepetitie om wordt niet actief gestimuleerd. Eén van de muzikaal-leiders geeft aan niet teveel te willen ingrijpen in het dagelijks leven van de bandleden. Een ander muzikaal-leider heeft nooit bij de mogelijkheid van samenspel stil gestaan. B. Voorzieningen  outillage Alle drie de talentbands zijn sterk instrumentaal georiënteerd, daarnaast wordt er gewerkt aan de vocale vorming. Twee van de talentband verdiepen zich in het gitaar spelen en geeft elk bandlid een gitaar mee naar huis. Het instrumentale aanbod blijft bij de twee talentbands niet beperkt tot de gitaar, ook ander instrumenten worden ingezet. De derde talentband richt zich op een popband. De instrumenten die bij de verschillende talentbands aanwezig zijn per band verschillend. De instrumenten worden deels geregeld door Muziekcentrum Aslan, deels door de school en deels door de muzikaal-leider. Eén bandlid neemt een eigen instrument (linkshandige elektrische gitaar) mee voor de repetitie. De talentband is voor de bandleden gratis en dus voor iedereen, mits gemotiveerd, toegankelijk. Op één van de scholen is er de mogelijkheid voor talentbandleden om buiten de repetitie om te oefenen. 

Muziek-media

Eén muzikaal-leider meldt dat er jaarlijks een cd-opname met de talentband wordt gemaakt. Een ander muzikaal-leider legt op dvd de hele cursus van de talentband vast. Bij het afronden van de talentband krijgen alle bandleden een dvd.

C. Gebeurtenissen  Inzet talentband

23

Ten tijde van de interviews (eind maart begin april) bevindt dit plan zich in de idee fase.

De ‘Talentband’

Pagina 21


Muzikaal-leiders maken gebruik van het talentpotentieel van de bandleden. Buiten de talentband repetities worden in de reguliere muzieklessen talentbandleden gevraagd om een aandeel in de muzikale begeleiding uit te voeren. De talentband als geheel wordt ingezet als begeleidingsband van de eigen klas. 

Optredens

Twee muzikaal-leiders geven aan dat optredens niet beperkt blijven tot school en MuziekTalent Festival. Ook de buurt/wijk wordt door middel van de talentband betrokken bij de school. Specifiek wordt hier de nieuwbouw van één van de scholen genoemd. Het optreden buiten de school maakt de talentband zichtbaar voor een groter publiek. Het biedt de bandleden de mogelijkheid aan een breed publiek de talenten te tonen. Het tonen van goedklinkende resultaten tijdens een optreden werkt als etalage voor nieuwe potentiële bandleden.

De ‘Talentband’

Pagina 22


5 Conclusies, discussie, aanbeveling Onderzoeksvraag; Welke factoren zijn voor muzikaal-leiders en bandleden van de talentband van belang voor talentontwikkeling?

Als model voor mijn analyse heb ik gebruik gemaakt van het ‘Differentiated Model of Giftedness and Talent’ zoals door Gagné is ontwikkeld. Van de drie katalysators (omgeving, intrapersoonlijk en geluk) zijn de eerste twee katalysators als kerncriterium gebruikt in dit onderzoek, naast het kerncriterium institutioneel leren. Dit laatste criterium is van toepassing is op de wijze van ontwikkeling. In de onderstaande conclusies worden steeds vanuit de twee katalysators (intrapersoonlijk en omgeving) de factoren benoemd die van invloed zijn op de talentontwikkeling . Terughoudendheid voor een te stellige conclusie is binnen dit hoofdstuk op zijn plaats omdat de conclusies zijn gebaseerd op een zeer bescheiden onderzoek. De talentband is een voorziening waar leerlingen van de basisschool hun muzikaal talent kunnen ontwikkelen. Alle randvoorwaarden zijn zo gecreëerd dat elke leerling bandlid kan worden en mee kan doen in de talentband om het eigen talent te ontwikkelen . Er is behalve motivatie en toestemming van de ouders geen belemmering. Het vormen van een talentband van de meest talentvolle en/of gedreven leerlingen (Aslan Muziekcentrum, 2010) wordt door twee mechanismen gerealiseerd, allereerst het talent dat zich manifesteert. Dit talent wordt uitgenodigd om in de talentband te komen. Daarnaast het talent dat nog niet is ontdekt. Dit mogelijke talent kan via inschrijving in de talentband komen. De beginperiode van de talentband is oriënterend voor bandleden en muzikaal-leider. Het repertoire dat in de talentband wordt gebruikt is een belangrijke factor die van invloed is op de motivatie (interesse) van de bandleden maar ook gebruik maakt/afhankelijk is van de motivatie (doorzetting). Het repertoire moet dan ook uitdagend zijn op gedifferentieerde niveaus want het muzikale instapniveau en het doorzettingsvermogen van de bandleden is heterogeen. De muzikaalleider bepaalt uiteindelijk wat er wordt gespeeld en kan door middel van arrangeren differentiatie aanbrengen. De differentiatie bestaat uit het bespelen van verschillende instrumenten. Per instrument worden ook gedifferentieerde partijen aangeboden (ritmische, melodische en harmonische partijen). Wanneer er sprake is van de ontwikkeling van instrumentspecifieke speeltechnische vaardigheden op gevorderd niveau dan is de talentband daar niet de juiste voorziening. De optredens zijn een structureel ingrediënt van de talentband. Elke talentband streeft naar een aantal optredens per seizoen. Door te werken naar een presentatie wordt de intrapersoonlijke katalysator beïnvloed, namelijk de motivatie voor de talentband wordt vergroot en het zelfvertrouwen wordt beïnvloed. De factor ‘zelfvertrouwen speelt hierin een dubbele rol. Het zelfvertrouwen beïnvloedt de presentatie (wat durf je aan als bandlid) en de presentatie beïnvloedt het zelfvertrouwen (succeservaring). De repetities (formeel institutioneel leren) van de talentband zijn de voor de bandleden de momenten waar het meest wordt geleerd (waar de meeste talentontwikkeling plaatsvindt). De ‘Talentband’

Pagina 23


Daarnaast wordt er ook gebruik gemaakt van huiswerk (formeel niet-intitutioneel leren) (Callewaert, 2010). Bandleden geven aan ook gebruik te maken van informeel leren. Er is bij elk bandlid sprake van zelfstandig of individueel oefenen en het vergaren van kennis en vaardigheid in de dagelijkse leefwereld. De computer wordt genoemd als medium dat behulpzaam is bij het verwerven van muzikale kennis en vaardigheden. Bij het informeel leren en formeel niet-institutioneel leren spelen naast voorzieningen als computer/internet en instrumenten, de mensen uit de omgeving (ouders, familie en vrienden) een rol. Motivatie (interesse) voor de talentband kan worden door informeel leren en formeel niet-intitutioneel leren beïnvloed. Vanuit de talentband wordt het formeel nietinstitutionele leren (huiswerk) beperkt ingezet, voor informeel leren is er nog geen aandacht. De ouders zijn een belangrijke factor in proces van talentontwikkeling. Heel specifiek in de rol van stimulans en in een aantal gevallen ook als rolmodel. Er wordt een behoefte uitgesproken aan een platform waarbinnen er contact tussen muzikaal-leider en ouders gerealiseerd kan worden, dit platform is er nu nog niet. Een jaarlijkse schriftelijke rapportage wordt niet als afdoende bestempeld. Het samenspel is het hart van de talentbandrepetitie. Het beïnvloedt de intrapersoonlijke katalysator. Naast de muzikale kwaliteiten die van een muzikaal-leider worden gevraagd, wordt voor dit samenspel een groot beroep gedaan op de pedagogische kwaliteiten van de muzikaal-leider. De talentband is namelijk een heterogene groep gemotiveerde leerlingen. De heterogeniteit betreft niet alleen leeftijd en muzikale kwaliteiten maar ook motivatie (ambitie, interesse, doorzetting) en persoonlijkheid (sociale vaardigheid, zelfvertrouwen, nieuwsgierigheid). Daarnaast vraagt de talentband ook om organisatorische kwaliteiten van de muzikaal-leider bij de wekelijkse repetitie, de inschrijvingen en de optredens. Het succes van een talentband is sterk afhankelijk van de kwaliteiten van de muzikaal-leider. De muzikaal-leider bepaalt de meeste factoren die de talentontwikkeling beïnvloeden. De twee katalysators zijn dynamisch van aard, zij beïnvloeden niet alleen het proces van talent ontwikkeling maar zij beïnvloeden ook elkaar. Als er een speciaal optreden wordt gepland (katalysator omgeving) kan dat de motivatie (katalysator interpersoonlijk) beïnvloeden. Als er thuis aan het huiswerk wordt gewerkt (interpersoonlijk motivatie) kan dat van invloed zijn op de stimulans van ouders (de omgeving).

Discussie In dit onderzoek zijn drie talentbands geselecteerd die hetzelfde karakter, instrumentaal gericht, hebben. Niet alle talentbands die aan de MuziekTalentExpress behoren hebben dit karakter, er zijn ook talentbands die een vocaal karakter hebben en waar koor het belangrijkste muzikale medium is. De pragmatische selectie van muzikaal-leiders heeft een nogal eenzijdig resultaat opgeleverd namelijk allemaal vrouwen. Daarnaast hebben al deze muzikaal-leiders naast hun muzikale opleiding ook een ‘agogische’ opleiding hebben gevolgd. In twee van de drie situaties is de talentband een naschoolse activiteit, in één situatie een binnenschooltijd geprogrammeerde activiteit . In de laatste situatie is de talentband dus niet in de vrij tijd van de bandleden geprogrammeerd. De ‘Talentband’

Pagina 24


Aanbeveling Dit bescheiden onderzoek geeft een beeld van de diverse factoren die op talentontwikkeling hun invloed (kunnen) uitoefenen. Ook komt naar voren de grenzeloze motivatie van de bandleden en de muzikaal-leiders om voor de talentband te kiezen en zich ervoor in te zetten. Ondanks het feit dat het onderzoek zeer beperkt is zijn er toch een twee tendensen op te merken die om voortgezet onderzoek vragen. Dat is in de eerste plaats een onderzoek naar de meerwaarde die informeel leren en niet-institutioneel formeel leren kunnen hebben voor de talentontwikkeling in de talentband. Een ander onderzoek zou zich kunnen richten op de verschillende differentiatie mogelijkheden binnen de talentband. Een aanbeveling voor Aslan is om te overwegen het doel van de communicatie met ouders vast te stellen en daar een geschikte structuur aan te koppelen.

De ‘Talentband’

Pagina 25


Literatuur Aslan Muziekcentrum. (2010). Muziek Talent Express. Informatiebundel . (R. Blenkers, Samensteller) Aslan muziekcentrum. (2009). MuziekTalent Express (Talentband) (Vol. Talentband). Amsterdam. Baarda, D., Goede, M. d., & Teunissen, J. (2005). Basisboek Kwalitatief onderzoek. Groningen: Wolters-Noordhoff bv. Callewaert, E. (2010). studie van onderliggende mechanismen in de zoektocht naar talentvolle individuele sporters. Universiteit van Gent, opleiding lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen. Gent: universiteit van Gent faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen. Drenth, M., & Zant, P. v. (2007). Niet onder de korenmaat. eindreportage van een onderzoek naar talentontwikkeling, Bureau advies research training voor non-profit en overheid. Gagne, F. (1994). Roeper Review. Opgeroepen op februari 4, 2011, van academic search Elite: http://databanken.inholland.nl/han/academicSearchElite/web.ebscohost.com Geest, D. N. (2010). Muziekeducatieve Effecten van Music Matters. Utrecht: Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Laarakker, K. (2007). Zicht op... talentontwikkeling en cultuureducatie. Cultuurnetwerk Nederland: Utrecht. Lei, R. v., Haverkort, F., & Noordam, L. (2004). Muziek Meester! Utrecht/Zutphen: ThiemeMeulenhoff. Oosterlijnck, R., & Eveline, S. (2009). Nieuwe tonen op de ladder? Gent: Universiteit Gent faculteit psychologische en pedagigische wetenschappen. Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur. (2007). Van de straat Talentontwikkeling in Rotterdam. Rotterdam. Windhorst, M., & Zant, P. v. (2010). Woekeren met talenten of woekeren mat projecten? Bureau Advies Research Training voor non-profit en overheid.

De ‘Talentband’

Pagina 26


Bijlagen Bijlage talentband (2 februari 2011) (bron: Ninya de Wever , Aslan Muziekcentrum, Coördinator Educatie)

Gegevens Talentbands Muziek Talent Express School 1. Ilse Roskam 2. Daniel Versteegh 3. Marthje Nieuwenhuis 4. Iris Steiner 5. Ninya de Wever 6. Jenny van Huissteden 6. Jenny van Huissteden 7. Gabriella Munier 7. Gabriella Munier 8. Dieuwertje de Jonge

Multatuli

De Roos De Visserschool Spaarndamm er

Overige

27-jan

18

Koor

week 1

10

week 43

14

Schoolorke st Talentklas/ gitaar/zang

week 46

13

Gitaar-klas

* deels binnenschools en deels buitenschools

De Globe De Doper Proff. Einstein Narcis Querido de Vlaamse Reus De Corantijn Narcis Querido Rosa Boekdrukker

14. Rosie Boei

Koggeschip

14. Rosie Boei

De Globe Het Bovenland

De ‘Talentband’

Vorm

Bovenland

9. Dalal Marouf 10. Naomi Warndorff 11. Gabor Posma 11. Gabor Posma 12. Koos van Eijk 13. Daan Hofman

15. Alejandro 16. Margriet van Duijvenbode

Startdatum

Aantal deelnemers

Koggeschip 7e Montessori De Boomgaard

week 36

9 (4 nieuwe bij?)

1-nov

10

4-nov

14

15-nov

11

11-nov

7

Popband Schoolorkest Schoolorkest Koor Schoolorke st

week 44

10

Popband

week 1

12

Band

Week 2

8

Schoolorke st

Week 4

13

Schoolorke st

ook een koor met 25 deelnemers

Ru pare

Pagina 27


Bijlage gegevens geïnterviewden Gegevens Docent A (talentband basisschool ‘de Visserschool’ Columbusplein 34 Amsterdam) Interview heeft plaats gevonden op 17 maart.

Talentband 2009/2010 --> heeft les gehad vanaf de herfstvakantie tot einde schooljaar. Talantband 2010/2011 --> heeft les vanaf de herfstvakantie tot einde schooljaar. In de talentband van dit schooljaar zitten niet dezelfde leerlingen als vorig schooljaar. Dit jaar zijn de leerlingen in een nieuwe groep gestart. Voor Aslan Muziekcentrum ben ik werkzaam als Docent Muziek vanaf september 2009. Daarvoor heb ik o.a. veel workshops gegeven en lessen Muziek op Schoot op een KDV. Vooropleiding: - Opleiding 2004-2008 Creatieve Therapie specialisatie muziek, aan de Hogeschool Utrecht. In oktober 2008 ben ik afgestudeerd als Vaktherapeut Muziek. - Opleiding 2007-2008 Docent Muziek aan de Hogeschool Inholland in Alkmaar (Verkorte opleiding, niet afgerond). - Opleiding 2008-2010 Docent Omgangskunde. In juni 2010 ben ik afgestudeerd als tweedegraagds Docent Omgangskunde. Daarnaast nog verschillende cursussen gevolgd: 2010 Cursus 'Orde in de klas' van de Algemene Onderwijsbond. 2010 Verdiepingscursus Geweldloze Communicatie 'De kracht van mededogen' via Aiopener. 2009 Bijscholing 'Muziek Spel & Beweging' bij Arterre. 2009 Rots & Water training via het Gadaku Institute. 2009 Introductiecursus Geweldloze Communicatie via Ai-opener.

Gegevens Docent B (talentband basisschool ‘de Spaarndammer’ Krommeniestraat 1 Amsterdam) Interview heeft plaats gevonden op 25 maart Vanaf oktober inloop talentband, vanaf januari op twee niveau's. - Vorig jaar ook half jaar talentband gehad daarvan zitten nog een paar kids in de talentband nu - 3,5 jaar geef ik les (waarvan 2 jaar voor Aslan) - Muziektherapie aan Conservatorium van Enschede ( + didactiek, methodiek, agogiek en pedagogiek als vakken.

Gegevens Docent C (talentband basisschool ‘Jan de Doper’ Poeldijkstraat 255 Amsterdam) Interviews hebben plaats gevonden op 14 en 18 april -Sinds twee jaar in dienst bij Aslan. De talentband draait voor het tweede jaar. -Daarnaast werkzaam als muziekdocent bij een MBO opleiding musical. -Daarvoor werkzaam in het muziekonderwijs binnen het voorgezet onderwijs. -Opleiding: conservatorium richting Docent muziek en muziektherapie De ‘Talentband’

Pagina 28


Bijlage ‘Motivatie voor de talentband’ In de sollicitatiebrieven voor deelname aan de talentband zijn de volgende motivaties te lezen. ‘Ik wil graag muziek want ik hou heel veel van muziek en ik wil hier ook mijn talent ontdekken. Ik hou van instrumenten bespelen.’ ‘Ik hou erg van muziek en zingen en zou graag meerdere muziekinstrumenten willen bespelen. Ik speel al gitaar, ik zou graag op piano gaan maar het was iets te duur. Dus zou ik graag op muziek op school willen.’ ‘Het is leuk om een band te vormen met z’n allen en er zijn leuke ritmes.’ ‘Mijn keus is voor muziek want ik zing heel vaak thuis en ik wil ook leren om met instrumenten te spelen.’ ’Omdat ik het heel leuk vind en ik ben (vind ik zelf) best wel creatief en ik denk dat ik veel over muziek ga leren, noten leren en hoe je allerlei instrumenten moet bespelen.’ ’ik wil graag bij muziek want ik vind dat je door muziek kan zeggen wie je bent en hoe je je voelt. Muziek is voor mij heel belangrijk. Ik zou willen dat ik er meer over zou kunnen weten, verschillende muziekstijlen.’ ‘Twee jaar geleden zat ik op gitaarles. En ik wil er meer over weten en ik onderschat mezelf met zingen. Dus ik wil laten zien dat ik goed kan zingen en ik wil meer over muziek weten en ik wil meer met gitaar en andere instrumenten omgaan. Dus goed spelen.’ ‘Ik hou veel van muziek en ik zing ook heel vaak. Muziek vind ik super leuk omdat ik dan wat met mijn stem kan doen. Muziek is MIJN LEVEN!! Als ik liedjes luister zing ik ook heel vaak mee. Dansen hoort ook bij muziek en dat doe ik ook veel. Altijd tijdens het eten zegt mijn moeder weer dat ik op moet houden met zingen. Samenvatting: ‘Muziek is voor mij mijn leven!

De ‘Talentband’

Pagina 29


Bijlage interview leidraad Interview leidraad voor de leerlingen Personalia: Naam, geslacht, leeftijd, achtergrond, speelt wel/niet een instrument voor de talentband.

1. Functie van talentband a. Waarom heb je voor de talentband gekozen? b. Wat is de motivatie, wat zijn de ervaringen en welke verwachtingen hebben de basisschool leerlingen waar met de methode MTE wordt gewerkt om te kiezen voor de Talentband? c. Ben je wel eens, voordat je zelf in de talentband zat, bij een optreden van een talenband geweest? Wat vond je daarvan? 2. Relatie tussen de talentband en muziekles (MTE) in de klas a. Wat is er verschillend tussen de muzieklessen in de klas en de talentband? b. Kun je één of meerdere dingen noemen die je zowel in de muziekles in de klas doet en in de talentband doet? c. Noem eens iets dat je in de muziekles hebt geleerd en dat je in de talentband gebruikt. d. Zijn er ook dingen die je in de talentband gebruikt die je helpen in de gewone muziekles? e. Wat is moeilijker, de talentband of de gewone muziekles? Hoe denk je dat dat komt? 3. Selectie a. Wat moest je doen om in de talentband te komen? b. Maakte je ook al muziek voordat je in de talentband kwam? c. Hoe zag jouw auditie er uit? Hoe heb je je op de auditie voorbereid? d. Kan iedereen in de talentband? e. Ken je kinderen die wel in de talentband wilden maar er toch niet in zijn gekomen? Hoe kwam dat? f. Welk muzikaal talent moet je hebben om goed in de talent te passen? g. Zijn er ook nog andere talenten die je nodig hebt om in goed in de talentband te passen? h. Wat ben je van plan om na de talentband te gaan doen met muziek? 4. Vorm a. Wat wordt er allemaal gedaan tijdens de bijeenkomsten van de talentband? b. Is er iets dat je het liefst doet in de talentband? c. Wat vind je het mooiste instrument in de talentband? d. Hoe vaak treedt de talentband op? e. Waar heeft de talentband opgetreden? f. Speel of zing je wel eens een solo? g. Hoe belangrijk vind je optredens voor de talentband? 5. Wat wordt er geleerd? a. Kun je zelf meepalen wat in de talentband wordt geoefend? b. Hoe vaak werken jullie met muziek uit de talent oefenbundel?

De ‘Talentband’

Pagina 30


c. Is het belangrijk voor de talentband dat je noten kunt lezen? Worden ook nieuwe liedjes geleerd zonder dat er bladmuziek wordt gebruikt. d. Wat vind jij het best werken, met of zonder bladmuziek? Kun je ook aangeven waarom? e. Welke muziek van de talentband is jouw favoriet? f. Leer je alle muziek tijdens de talentband bijeenkomst of krijg je ook huiswerk mee? g. Leer je in de talent band alleen van de muziekjuf/meester of leer je ook van elkaar? Wat werkt voor jou het best? h. Ben je meer van muziek gaan houden door de talentband? 6. Talentband en informeel leren a. Hoe vinden ze het thuis dat je in de talentband speelt? b. Hoe vaak speel je thuis en hoe lang speel je dan? Wordt er bij jou thuis ook door anderen gemusiceerd? c. Speel je alleen muziek van de talentband? d. Maak je ook muziek met andere talentband leden? Welke muziek maken jullie dan? e. Heb je dezelfde muzikale smaak als je vrienden? f. Komen er wel eens familieleden van jou kijken en luisteren als de talentband optreedt?

Interview leidraad voor de muzikaal leiders Personalia: Naam, geslacht, leeftijd, achtergrond, muziek opleiding afgerond in welk jaar, andere afgeronde opleidingen.

1. Functie van talentband a. Wat is voor jou het belangrijkste aspect van de talentband? b. Zijn er nog andere aspecten die voor jou van belang zijn? c. Wat zijn de verwachtingen en ervaringen van de muzikaal leiders van de Talentband? 2. Relatie tussen de talentband en muziekles (MTE) in de klas a. Wat onderscheid de talentband van de reguliere muzieklessen? b. Welke ingrediënten van de reguliere muzieklessen zijn noodzakelijk voor de talentband? c. Welke aspecten vanuit de talentband zet je in binnen de reguliere muzieklessen? 3. Selectie a. Welke criteria worden er gehanteerd om leerlingen voor de talentband te selecteren? Hoe ziet een auditieronde er uit? b. In hoeverre worden leerlingen die tijdens de reguliere lessen als ‘talent’ gespot zijn, gestimuleerd om te auditeren voor de talentband? c. In hoeverre is er sprake van talentontwikkeling binnen de Talentband? 4. Vorm a. Wat wordt er allemaal gedaan in de talentband (muzikale domeinen en instrumenten)?

De ‘Talentband’

Pagina 31


b. Er wordt gestreefd om met de talentband op te treden. Hoe vaak wil jij met jouw band optreden? Hoe ziet zo’n optreden eruit? Voor wie wordt er opgetreden? Hoe kijk jij tegen aan tegen de optredens? 5. Wat wordt er geleerd? a. Welke verschillende didactische werkvormen zet je in binnen de talentband? Welke specifieke werkvorm zet je in die binnen de reguliere muzieklessen niet wordt gebruikt? b. Hoe wordt er gedifferentieerd om talent verder te ontwikkelen? c. Welke materiaal wordt er gebruikt binnen de talentband en hoe wordt deze keuze bepaald? d. Welke leermiddelen gebruik je? Zet je bijvoorbeeld ook youtube in? e. Welke plaats neemt het traditionele notenschrift in binnen de talentband? Wanneer het traditionele notenschrift niet wordt gebruikt, voor welke vorm van overdracht wordt er dan gekozen? 6. Talentband en informeel leren a. Welk instrument geef je de leerlingen mee naar huis? Welke organisatie gaat daaraan vooraf? b. Krijgen de leerlingen huiswerk, wat voor huiswerk is dat dan? Stimuleer je de leerlingen om buiten de school en de talentband om te musiceren met elkaar? Welke respons krijg je terug van ouders en familieleden?

Bijlage kerncriterium, thema, label Kern criterium Institutioneel leren

thema selectie verdieping domein

intrapersoonlijk

motivatie

persoonlijk

Label 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.

omgeving

Mensen (voorbeeld, rolmodel, stimulans) Voorziening gebeurtenissen

De ‘Talentband’

13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.

Samenstelling groepsgrootte Differentiatie in niveau Differentiatie in verbreding Notatie Samenspelen Bewegen Ambitie Repertoire (interesse) Huiswerk (doorzetting) Naschoolse activiteit (nieuwsgierigheid) Optredens frequentie (zelfvertrouwen) Sociaal Ouders Familie Vrienden outillage Muziek-media inzet talentband Optredens plaats

Pagina 32


Bijlage er zit muziek in ieder kind Regeling Aanvrager Projectnaam Er zit muziek in ieder kind Aslan Muziek Centrum MuziekTalent Express € 631.890 € 631.890 Het Concertgebouw Fonds Teresa Carreño € 32.700 € 32.700 Muziek-, Dans- en Theaterschool Veendam / Pekela De Toon Zetten in Oost Groningen € 426.636 € 426.636 Muziekcentrum Zuid-Kennemerland MZK Het muzieklab € 750.000 € 750.000 Papageno MUZIEK! ook GEWOON in ieder BIJZONDER KIND € 551.605 € 551.605 Prinses Christina Concours Classic Express € 300.000 € 300.000 Stichting Beleven Muziekbus € 240.986 € 200.000 Stichting De Kubus Fraai Lawaai € 329.130 € 329.130 Stichting De Lindenberg, Huis voor de Kunsten Music in me € 600.463 € 552.455 Stichting De Muzerie Ieder kind een instrument € 335.500 € 335.500 Stichting EDU-ART Muziek in de Klas € 748.906 € 721.266 Stichting Fluxus, Centrum voor de Kunsten Zaandam Muziek maakt school of De roestige lamp van Aladin € 393.300 € 393.300 Stichting Het Leerorkest Omdat muziek voor iedereen is € 749.600 € 600.000 Stichting Music Matters Elk Rotterdamse school zingt en speelt € 730.000 € 730.000 Stichting Muziekschool Amsterdam Zing Zo € 231.498 € 231.498 Stichting Trias Ik ben muziek € 492.900 € 492.900 Stichting Utrechts Centrum voor de Kunsten, UCK De MuziekRoute € 388.073 € 388.073 Toeval Gezocht Jong geleerd... € 300.000 € 300.000 Er zit muziek in ieder kind Totaal € 8.233.187 € 7.966.953

De ‘Talentband’

Pagina 33


Bijlage kerndoelen

Kerndoel

i

De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. Muziek

54 te

gebruiken,

Bij het onderdeel muziek van dit kerndoel gaat het er vooral om dat kinderen zich muzikaal kunnen ontwikkelen. Dat kan door ze bewust om te laten gaan met de gevoelens die liederen, muziekstukjes en verschillende luisterfragmenten bij hen oproepen. Het kan met muziek die zij zelf maken (zingend of spelend). Het kan ook met muziek die ze beluisteren. Kinderen ervaren steeds weer dat muziek iets met hen doet. Ze ervaren echter ook dat zij iets met muziek kunnen doen: zingen, spelen, improviseren, componeren, luisteren. Het zijn allemaal vormen waarbij er een vorm van communicatie ontstaat tussen mensen en muziek. In de communicatie tussen kinderen speelt muziek een belangrijke rol. Ze communiceren met muziek maar ook over muziek die iets voor hen betekent. Voor kinderen is ook het vocale aspect van de communicatie erg belangrijk: praat je hoog, laag, hard of zacht, gevarieerd, snel, langzaam. Kunnen ze hun stem zo gevarieerd gebruiken? De fijne beheersing van deze verschillende mogelijkheden van hun stem komt juist bij het zingen veel aan de orde. Zingen biedt ook (een vaak onderschatte) kans op het leren en trainen van de taal. Oefening, uitspraak, begripsvorming en consolidatie van de woordenschat zijn voortdurend aan de orde. Daarmee is het vooral van belang voor taalzwakke kinderen.

Kerndoel

55

De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. In dit kerndoel staat het reflecteren op eigen werk van de kinderen centraal. Bijvoorbeeld reflecteren op een beeldend werkstuk, spel, en verhaal, gedicht, muziekfragment, klankspel, lied of dans. Daarbij kan het gaan om werk van kinderen als ook om werk van professionele kunstenaars (beeldend kunstenaars, componisten, musici, dansers, choreografen, acteurs, regisseurs, schrijvers en dichters). Reflectiemomenten komen voor tijdens verschillende lesfasen: 

Oriëntatie: Door een boeiende start en door samen naar verschillende mogelijkheden te kijken en /of te luisteren en deze te bespreken krijgen de kinderen een genuanceerd beeld van het komende werkproces. Uitvoering: In de vorm van feedback en door vragen te stellen - 'Wat wil je in je werk willen laten zien of horen? Hoe zou je dat kunnen doen? Of hoe heb je dat gedaan?'- worden kinderen gestimuleerd om na te denken over hun eigen werk. Nabeschouwing: De kinderen presenteren hun werk aan elkaar. Tijdens de nabespreking bespreekt de leraar met de kinderen de aandachtspunten van de opdracht. Welke problemen zaten er aan de opdracht en welke verschillende oplossingen hebben de kinderen hiervoor bedacht. De kinderen bekijken en bespreken elkaars oplossingen, en hebben aandacht voor de achterliggende motieven om iets op een bepaalde manier vorm te geven. Hierdoor krijgen de kinderen nieuwe ideeën en inzichten aangereikt, die ze kunnen inzetten in volgende lessen en activiteiten. Ook wordt er gekeken en/of geluisterd naar het werk van kunstenaars en is er aandacht voor hoe zij bepaalde problemen hebben opgelost.

Kerndoel

56

De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.

De ‘Talentband’

Pagina 34


Onder cultureel erfgoed kan worden verstaan: dingen uit het verleden die we de moeite waard vinden om te bewaren. In de uitwerking bij dit kerndoel zijn aspecten van cultureel erfgoed onderverdeeld in:  objecten uit het verleden (voorwerpen, monumenten, gebouwen);  rituelen en gebruiken;  verhalen van mensen over het verleden;  kunstzinnige disciplines (beeldend, muziek, dans, spel, media en literatuur). De kinderen komen zoveel mogelijk in aanraking met erfgoed en kunst in de directe omgeving van de school. Zij maken kennis met cultureel erfgoed en kunstzinnige disciplines binnen school: voorwerpen en gebruiken die kinderen zelf meebrengen, echte kunst- of erfgoed objecten, een kunstenaar of iemand die boeiend kan vertellen over erfgoed. Ook maken zij kennis met cultureel erfgoed en kunstzinnige disciplines buiten school: op straat, in een atelier, de kunstuitleen, een museum voor beeldende kunst, een historisch museum, een theater, een kerk, een archief, enz. Daarbij gaat het erom dat kinderen kunst en erfgoed beleven en leren bevragen. Op die manier ontwikkelen zij kennis over cultureel erfgoed met het uiteindelijke doel daarvoor waardering te ontwikkelen. In dit leerproces werkt de school nauw samen met instellingen voor kunst en cultuur en erfgoedhuizen en worden vraag en aanbod zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Naast samenhang met de andere inhouden van het leergebied Kunstzinnige oriëntatie is er ook een nauwe samenhang met het leergebied Oriëntatie op jezelf en de wereld en met Nederlandse taal.

( http://tule.slo.nl/KunstzinnigeOrientatie/C-L54b-Toelichting.html opgeroepen op 19 januari 2011)

De ‘Talentband’

Pagina 35


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.