Motivatie mbo artiest naar hbo kunst kuijper praktijk

Page 1

MOTIVATIE MBO ARTIEST NAAR HBO KUNST

! Ad Kuijper Praktijkonderzoek Master Kunsteducatie Amsterdamse Hogeschool voor de kunsten Begeleider Marjo van Hoorn Amsterdam, juni 2010.

“Hbo en mbo, het is één lettertje verschil, maar in dit wereldje maakt het je wel.” uitspraak respondent

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

1


ONDERZOEKSRAPPORT MOTIVATIE MBO ARTIEST NAAR HBO KUNST Inhoud: 1!

Samenvatting

!

Dankwoord

!

Leeswijzer

2! 2-1! 2-2! 2-3! 2-4! 2-5! 2-6 !

Inleiding Cultureel ondernemerschap in de cultuursector Kunstonderwijs (hbo-mbo) In- en uitstroom Keuzes vervolgonderwijs De mbo opleiding Artiest Beroepskolom vmbo-mbo-hbo

3! 3-1! 3-2! 3-3!

Aanpak van het onderzoek en onderzoeksvragen Vraagstelling Opzet en uitvoering Dataverzameling

4! 4-1! 4-2!

Resultaten Inleiding Activiteiten in de vrije tijd actief receptief Ouders en peers ouders peers Verworven competenties en de huidige opleiding vooropleiding competenties oordeel opleiding De keuze en het totstandkomen daarvan voor een vervolgopleiding verwachting status en waarde van het diploma relevantie voor de arbeidsmarkt

4-3! 4-4!

4-5

5! 5-1! 5-2! 5-3!

Conclusie, discussie, aanbevelingen! Conclusie Discussie Aanbevelingen

!

Literatuur

! ! ! ! !

Bijlagen Bijlage 1: uitwerking topics! Bijlage 2: Interview leidraad Bijlage 3: kernthema, thema始s en labels Bijlage 4: categorie毛n respondenten

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

2


1!

Samenvatting

Dit onderzoek richt zich op de motivatie van de studenten mbo-Artiest die willen doorstromen naar het hbo kunstonderwijs, wat zijn hun verwachtingen en hoe zien zij hun perspectieven na deze vervolgopleiding. Uit cijfers blijkt dat meer dan de helft van de mbo afgestudeerden wenst door te stromen naar het hbo vervolgonderwijs en niet uitstromen naar de arbeidsmarkt waartoe zij opgeleid en gekwalificeerd zijn (Kwalificatiedossier Artiest 2009-2010, 2008). Bij de keuze om door te stromen laat een groot deel zich leiden door gevoel en kiest eerder voor wat het hart hun ingeeft, dan zich te laten leiden door economische omstandigheden. Op het gebied van het kunstonderwijs houdt dat in dat degenen die de betrekkelijk nieuwe opleiding mbo-Artiest niveau 4 met succes af weten te ronden, zich in grote getale opgeven voor het hbo kunstonderwijs. Ondanks dat zij wettelijk gekwalificeerd zijn voor het volgen van een hogere beroepsopleiding, zullen ze om aangenomen te worden, eerst moeten voldoen aan de toelatingscriteria die elke hbo-kunstopleiding voor zich zelf heeft vastgesteld. Motivatie is dan ook van groot belang voor de mate van inzet die zij willen leveren en de moeite die ze zich willen getroosten om door de ʻSelectie aan de poortʼ te komen. Voor het onderzoek werden interviews gehouden met tien respondenten van één Regionaal Opleiding Centrum met de opleiding Artiest, niveau 4 met de uitstroom differentiaties: Artiest Muziek Uitvoerend, Artiest Musical en Artiest Drama. Uit deze interviews blijkt dat de respondenten hun mbo opleiding zien als vooropleiding voor het hbo en ook met dat doel voor ogen na het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs bewust voor mbo-Artiest hebben gekozen. Het mbo zien zij dus als een noodzakelijke schakel in de beroepskolom vmbo-mbo-hbo, waarbij het hbo eindonderwijs is en hun de status geeft van professional. Alle respondenten zijn al van jongs af aan in hun vrije tijd actief in één kunstdiscipline dans of jazzballet of meerde kunstdisciplines zoals zang, dans, theater en muziek. Naast het verder willen ontwikkelen van hun ʻtalentʼ en ʻliefde voor het vakʼ wordt de motivatie om verder door te studeren mede gevormd door de invloed van ouders en peers. Hun huidige opleiding heeft veel bijgedragen aan hun persoonlijke ontwikkeling, maar scoort wat betreft de theoretische ontwikkeling laag. De respondenten zien het hbo kunstonderwijs als kwalificatie om een kans te maken op de arbeidsmarkt die het hebben van een hbo diploma als een absolute vereiste stelt. Zij verwachten dan ook op het hbo kunstonderwijs zich verder te kunnen verdiepen en te specialiseren en zo opgeleid te worden tot docent en uitvoerend artiest. Waarbij de laatsten de verwachting hebben zich met een hbo diploma op zak als professionals staande kunnen houden in ʻhet harde wereldjeʼ van de podiumkunsten. Of zoals één respondent zegt om: “een toegevoegde waarde te zijn in de Nederlandse podium kunsten”. Dankwoord Met dank en bewondering voor de wijze waarop tien ʻaanstormendeʼ mbo-artiesten aan een ʻwildvreemdeʼ in alle openheid en kwetsbaarheid vertelden over hun motivatie, verwachtingen en dromen. ʻArtiestenʼ die nog eens vier jaar vervolgonderwijs op hbo niveau willen genieten, om zich te specialiseren, verder te bekwamen als docent of uitvoerende in het domein van de kunsten.

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

3


Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden de accentverschuivingen die in de huidige kunst en cultuur plaatsvinden beschreven, welke invloed dat heeft voor het werkveld en de doorstroom van mbo-Artiest naar het hbo kunstonderwijs. Hoofdstuk 3 bevat de vraagstelling, opzet en uitvoering van het onderzoek. Hoofdstuk 4 geeft de resultaten van het onderzoek naar de motivatie van de studenten mbo-Artiest die willen doorstromen naar het hbo kunstonderwijs, hun verwachtingen en hun perspectieven na deze vervolgopleiding. Het vijfde en laatste hoofdstuk bevat de conclusie, de discussie en de aanbevelingen.

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

4


2! Inleiding ! In de huidige kunst en cultuur wereld vindt al geruime tijd een accentverschuiving plaats van de ʻhogeʼ en traditionele kunst naar populaire vormen van kunst, zoals popconcerten, musical- en cabaretvoorstellingen en de creatieve industrie met nieuwe competenties en beroepsgroepen (Abbing, 2009). Het kunstwerk als zelfstandig fenomeen wordt steeds meer een product verbonden aan de vraag, omzet en grootte van doelgroepen. Er ontstaan nieuwe beroepsgroepen met vooral een uitvoerend en ondersteunend karakter (Hoogeveen, 2008). In het modernisme zette men zich af tegen de vercommercialisering van de kunst, maar in dit post-modernisme tijdperk ziet men dit als basis voor het ontstaan en groeien van een creatieve industrie en het ontstaan van allerlei nieuwe vormen van kunst en cultuur (Van den Braembussche, 2007). Waar vroeger het museum, het theater, de concertzaal en galerie het podium was waar het gebeurde, zijn kunst en cultuur uitingen door de opkomst van media zoals televisie en internet onder het bereik van grote groepen mensen gekomen. Dit gaat hand in hand te met de toenemende groei van de populaire kunst, amusement en vrijetijdsmarkt. Door het verschuiven van de markt ontwikkelde zich in de laatste decennia van de vorige eeuw een commercieel georiënteerde culturele sector, de creatieve industrie. Er wordt door de creatieve industrie nieuwe eisen aan de beroepspraktijk van de kunstenaar gesteld, waardoor er ook nieuwe vormen van beroepspraktijk worden ontwikkeld, gericht op nieuwe combinaties en multidisciplinaire vragen. Dit vraagt om nieuwe creatieve vaardigheden, expertise en cultureel ondernemerschap. “De kunstenaar heeft in deze nieuwe beroepspraktijk geen werk, hij is zijn werk. En zulk werk is veelal een vorm van cultureel ondernemerschap” (Advies commissie-Dijkgraaf, 2010, p. 22). De creatieve industrie wordt daarmee steeds meer het verband waarbinnen kunstenaars, vormgevers en kunstmanagers opereren. Hierbij gaan de vrijheid van het scheppen, herscheppen en tentoonspreiden van kunst, samen met de vrijheid van ondernemen . Tegelijkertijd is er op beleidsmatig terrein een teneur te zien van het aangewezen zijn op subsidies naar het cultureel ondernemen (Hagoort, 2007). 2-1!

Cultureel ondernemerschap in de cultuursector

Het cultuurbeleid van de overheid moet de kunstenaar beter in staat stellen zich als cultureel ondernemer te ontwikkelen. De huidige scheiding tussen de gesubsidieerde en de ongesubsidieerde cultuursector moet overbrugd worden. Hiervoor zullen nieuwe financieringsvormen worden ontwikkeld zoals projectfinanciering, ontwikkelingsbudgetten en de vorming van een participatiemaatschappij voor kunst en cultuur. Ook de mogelijkheid om culturele functies te subsidiëren in plaats van subsidie aan de instelling zelf zal nader worden onderzocht. De mogelijkheden van opdrachtgeverschap en sponsoring moeten verder worden ontwikkeld. De stichtingsvorm van veel culturele instellingen zou beter aangepast moeten worden aan de eisen van het huidige culturele klimaat. Dit schreef in 1999 toenmalig staatssecretaris F. van der Ploeg van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in zijn nota Cultureel Ondernemerschap die hij naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De nota geeft aan dat de cultuursector een belangrijke economische factor is. Dit heeft gevolgen voor het kunstonderwijs; het gaat immers om nieuwe competenties en nieuwe beroepsgroepen. Er is een nieuw cultureel werkveld ontstaan, een arbeidsmarkt met een breed scala aan disciplines, beroepen en competenties op het gebied van de kunst en cultuur, media en entertainment en de creatieve dienstverlening. Kunstonderwijs legt de basis voor de praktijk. Als deze verandert en verder ontwikkelt, heeft dat dus gevolgen voor het kunstonderwijs (Hagoort, 2007). Het kunstonderwijs zal zich met hun aanbod aan moeten passen. Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

5


Joost Heinsius van Kunstenaar & Co stelt dat kunstenaars die niet of nauwelijks in staat zijn om te communiceren met potentiële opdrachtgevers en zich op dit marktgerichte werkveld te bewegen, niet veel bereiken (Gubbels, 2007). Kunstenaars & Co is een landelijke organisatie die zich de opdracht stelt om kunstenaars te stimuleren en ondersteunen bij het ontwikkelen van hun economische zelfstandigheid. Wanneer een student een kunstopleiding succesvol heeft afgerond is er absoluut geen garantie, dat hij ook verzekerd is van werk. Veel beginnende studenten realiseren zich onvoldoende welke eisen het werkveld later aan hun stelt, zeker als het gaat om de zakelijke kant van het vak. De Commissie-Dijkgraaf constateert in haar advies: ʻOnderscheiden, verbinden, vernieuwen: de toekomst van het kunstonderwijsʼ aan de HBO-raad, dat de kwaliteit van het kunstonderwijs in Nederland uitstekend is. De commissie heeft een grote dynamiek waargenomen in de kunst, cultuur en daarmee samenhangende creatieve industrie. Juist deze industrie vraagt om opleidingen met verschillende disciplines gericht op creatieve antwoorden op multidisciplinaire vragen met aandacht voor het cultureel ondernemerschap (Advies commissie-Dijkgraaf, 2010). 2-2!

Kunstonderwijs (hbo-mbo)

Het hbo-kunstonderwijs, traditioneel het opleidingsinstituut voor de beeldende kunsten en de podiumkunsten, richt zich vooral op de persoonlijke ontwikkeling van de student en veel minder op de ontwikkelingen van de beroepspraktijk. Hierbij sluiten ze nauwelijks aan bij de trend dat kunst en cultuur niet meer het exclusieve domein is van het hbo (Hoogeveen, 2008). Naast de bestaande hbo-opleidingen die zich richten op de artistieke vorming van de kunstenaar, is er een nieuwe kunstopleiding ontstaan die zich richt op creatieve dienstverlening en uitvoerende ondersteuning: de mbo-opleiding Artiest. Het regulier onderwijs legt vaak het accent op taalkundige en logisch-mathematische intelligenties en veel minder op visueel-ruimtelijke, muzikale intelligenties en lichaamstaal (Le Cosquino de Bussy, 2007). Dit stelt dusdanige eisen aan het cognitieve niveau van aanstormend creatief talent, dat velen niet aan de toelatingseisen, minimaal diploma havo, kunnen voldoen. Dit is dan die groep die vooral praktijkgericht is en aangetrokken wordt door de groeiende creatieve industrie en veel minder door het ontwikkelen van eigen artistieke concepten. In de bewerking van zijn oratie getiteld: ʻCultureel Ondernemerschapʼ constateert Giep Hagoort, lector kunst en economie aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en hoogleraar aan de universiteit Utrecht, dat de dialoog over het cultureel ondernemen van betekenis is voor het kunstvakonderwijs. Het parallel aan elkaar ontwikkelen van een ʻartistiek handschriftʼ en ʻeconomisch handschriftʼ schept kansen om het cultureel ondernemerschap op een hoger plan te tillen. Alleen verbind hij dit proces aan kunsthogescholen, academies, theaterscholen, faculteiten der letteren en conservatoria.

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

6


2-3!

In- en uitstroom

Bij de meeste opleidingen in het hoger beroepsonderwijs is het hebben van een diploma mbo-niveau vier een toegangsticket voor het hbo. Bij het hbo kunstonderwijs geldt daarnaast ʻSelectie aan de poortʼ (Plasterk, R.H.A., 2009). De instelling selecteert zelf studenten op basis van door de instelling vastgestelde criteria, omdat schoolprestaties in het voortgezet onderwijs geen beeld geven van artistieke aspiraties en aanwezig talent. In het hbo is het kunstonderwijs de enige sector die eigen criteria stelt aan de instroom van talent en onderscheid zich hiervan van de rest van het hoger beroepsonderwijs. “De omnivalentie van de diplomaʼs van mbo , havo of vwo is hier opgeheven en dit wordt zonder meer aanvaard in de samenleving” (Advies commissie-Dijkgraaf, 2010, p. 30). Het blijkt dat er gemiddeld één op de vijf aspirant hbo-studenten wordt aangenomen. In zijn brief betreffende het kunstvakonderwijs stelt de voormalig minister van OCW, Ronald Plasterk (2009), dat er een grote variatie is aan instromers in het hbo kunstvakonderwijs. Plasterk noemt overigens daarbij niet hoeveel hiervan doorstromers vanuit het mbo zijn, hij spreekt alleen over potentiële kandidaten vanuit het voorgezet onderwijs. Over het mbo zegt hij overigens dat kunstenaars niet alleen opgeleid worden in het hbo, maar ook in het mbo en het private circuit. Hierbij merkt hij wel op dat de status die de afgestudeerden mbokunstonderwijs op de arbeidsmarkt hebben nog onduidelijk is. Behalve die status, de waarde van het diploma en welke relevantie het heeft voor de arbeidsmarkt, spelen ook economische omstandigheden een rol bij het wel of niet kiezen voor een hbo vervolgopleiding. Uit recente cijfers blijkt dat 53% van de afgestudeerden mbo-Artiest, aansluitend aan hun opleiding, is doorgestroomd naar een hbo opleiding. Dit afzettend tegen het feit dat van de afgestudeerden 29 % een vaste-, 12% een tijdelijke- en 6% een freelance baan heeft, zou je kunnen spreken van een grote doorstroom (GOC, 2009). Dit roept de vraag op waarom willen zovelen die een middelbare beroepsopleiding hebben afgerond en competent zijn om aan de slag te gaan, zich verder scholen en bekwamen binnen het kunstonderwijs. Ligt dit aan het niveau van het mbo-kunstonderwijs, aan de kansen op de arbeidsmarkt, blijft het hbo toch gezien worden als de ultieme (eind) opleiding kunstonderwijs of wordt de landelijke trend, de grote doorstoom van mbo naar hbo gevolgd (Van Twillert, 2008)? 2-4!

Keuzes vervolgonderwijs

Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt, het ROA (2009) heeft onderzoek gedaan naar welke kwaliteiten gediplomeerde schoolverlaters na hun opleiding hebben en of zij direct de arbeidsmarkt op gaan of kiezen voor een aansluitend vervolgonderwijs. Het ROA voert jaarlijks de HBO-Monitor in opdracht van de HBO-raad uit. De Monitor dient als instrument voor de hogescholen om te kunnen vaststellen wat de positie van hun afgestudeerden is op de arbeidsmarkt is en in hoeverre de opleiding aansluit op de eisen van het werkveld. Daarbij is onderzocht of deze keuze afhankelijk is van economische omstandigheden, zoals een periode van sterke economische groei en daaruit voortvloeiende aantrekkelijke arbeidsmarkt. Hieruit blijkt dat bij de schoolverlaters met het vmbo, havo of het vwo diploma op zak, het de norm is om na het behalen van dit diploma in het voortgezet onderwijs door te stromen naar een vervolg opleiding. Bij degenen die het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) met een diploma verlaten is er een tweedeling te zien. Zij die gediplomeerd zijn op niveau 1, 2 en 3 laten hun keuze om door te studeren vaak af hangen van factoren als afnemende economische groei en recessie die een directe invloed hebben op de werkgelegenheid. Daarentegen lijken de jongeren met een met Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

7


een mbo diploma niveau 4, wat toegang geeft tot het hbo, dit veel minder als factor laten meewegen in hun keuze. Het blijkt dat in de periode die het ROA heeft onderzocht, zowel ten tijde van economische groei als daling, de trend van het willen doorstromen van mbo 4 naar hbo zich doorzet (ROA, 2009). In Trends in de creatieve industrie, Nieuwe sterren die schitteren (GOC, 2009), wordt gesproken van de generatie Einstein, de huidige generatie jongeren die “netwerkt, zelfsturend wil zijn en weinig ontzag heeft voor experts” (GOC, 2009, p. 46). Zij laten zich bij de keuze tussen werk of opleiding meer en meer leiden door het gevoel dan een oriëntatie op de arbeidsmarkt, werkgelegenheid en inkomen. Er wordt gesteld dat deze generatie in zijn algemeen de sterke wil heeft “het zelf uit te zoeken” en zekerheden inruilt voor uitdagingen in het vertrouwen op de goede afloop. De samenstellers van ʻTrends in de creatieve industrieʼ suggereren dat ʻhet kiezen met je hartʼ een reden kan zijn voor de grote populariteit van de creatieve opleidingen. Deze opleidingen voorzien in de ontwikkeling dat jongeren steeds minder de behoefte hebben aan een doorsnee baan en willen doen doen wat ze leuk vinden en daar alle mogelijkheden voor open laten om door te stromen naar de hoogst bereikbare opleidingen. Hierin spelen niet alleen leeftijdsgenoten, het imago van het vak, de ʻlifestyleʼ die dat meebrengt, maar ook de steun van de ouders een grote rol (GOC, 2009). 2-5!

De mbo opleiding Artiest

Bij de mbo-opleiding Artiest is het uitgangspunt leren in de context, waarbij de interactie tussen de student en de werkomgeving centraal staat. Dit houdt in dat er niet alleen in de beroepspraktijkvorming (BVP), maar ook op school aan de hand van ʻberoepsechteʼ taken en problemen geleerd wordt (MBO-Artiest, 2008). De vier uitstroomrichtingen zijn: dans, drama, musical en muziek- sounddesign waarbij ontwikkelen van het ondernemerschap centraal staat. Het uitgangspunt is dat de artiest uitvoerend actief is in o.a. theater, op straat, instellingen, ʻbruiloften en partijenʼ, commercie, recreatie, commerciële en gesubsidieerde producties. Na het succesvol afronden van één van de richtingen in de opleiding is de afgestudeerde artiest in staat zijn/haar werkterrein te organiseren en te onderhouden. Afhankelijk van het werkterrein dans-, drama-, musicalvoorstellingen en muziekproducties individueel voor te bereiden, in teamverband de voorstelling of productie verder te ontwikkelen en uiteindelijk uit te voeren (MBO-Artiest, 2008). Voor de mbo-opleiding Artiest is het vak leren in de praktijk een absolute voorwaarde. Het verkrijgen van deze praktijkervaring gebeurt in de BVP. Volgens IJdens zou de aanwezigheid van erkende leerbedrijven zelfs het uitgangspunt moeten zijn van de legitimering van de opleiding artiest aan een ROC (IJdens, van der Werff & van den Bogaard, 2004) Door het verder ontwikkelen van het competentie gerichte beroepsonderwijs wordt de opleiding en de praktijk steeds meer met elkaar vermengd. Er wordt niet alleen in het leerbedrijf maar ook op school gewerkt met betekenisvolle leertaken gericht op wendbaar gebruik. Een iteratief proces, dat de aankomend artiest in staat moet stellen zich blijvend persoonlijk en beroepsmatig te ontwikkelen. Er wordt in het mbo hard gewerkt aan een op competentie gerichte kwalificatie structuur die in 2010 volledig ingevoerd zal moeten zijn (Hoogeveen, 2008). Onder competenties wordt een combinatie van kennis, inzicht, vaardigheden, motivatie, houding en persoonskenmerken verstaan gericht op handelen en ontwikkelen (Kenniscentrum GOC, 2009).

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

8


Na het afronden van hun studie is de artiest volgens het Kwalificatiedossier Artiest 2009-2010 in staat op het gebied van drama, dans, muziek of mengvormen daarvan, actief op het podium te staan. Een artiest is niet alleen actief op podia, maar is ook gekwalificeerd om freelance diensten en producten te leveren aan bedrijven en instellingen die actief zijn op de culturele arbeidsmarkt. Naast het actief zijn in commerciële producten ligt zijn werkterrein ook op het gebied van de gesubsidieerde producties, grote en kleine gezelschappen. De artiest beschikt over zowel vaktechnische vaardigheden, kent zijn creatieve mogelijkheden en weet deze op een persoonlijke manier in te zetten. Ook is hij voorbereid om te opereren “op een conjunctuurgevoelige en keiharde arbeidsmarkt die aan de meeste artiesten nooit een hoog inkomen zal bieden” (Ecabo, kenniscentrum GOC en Calibris, 2008, p. 8) Daarnaast zijn “houdingsaspecten doorslaggevend: een artiest is gedreven, volhardend, heeft een sterke persoonlijkheid en is in staat om zowel publiek als opdrachtgevers te ʻverleidenʼ en hun aandacht te vangen” (Ecabo et al., 2008, p. 5). Wanneer het gaat om de werkprocessen op de opleiding mbo-Artiest, beschreven in het kwalificatiedossier Artiest en de daaruit voortvloeiende competenties voor de uitvoerend Artiest, zijn de hbo competenties hiermee in zijn algemeenheid vergelijkbaar. (Warringa, 2008). Wel wordt gesteld dat de mbo-opleiding Artiest een relatief nieuwe opleiding is en zich nog aan het ontwikkelen is. Daarnaast wordt in ʻDe competentievergelijking mbo Artiest met HBO Kunstonderwijsʼ het verschil aangegeven dat “in tegenstelling tot de mbo Artiest, richten de hbo opleidingen zich in ieder geval op de professionele podiumkunsten” (Warringa, 2008, p. 23). Volgens Warringa komt dit verschil vooral tot uiting in de hbo competentie Visie en Omgevingsgerichtheid (Vragenlijst HBO Kunsten-Monitor, 2009). Warringa merkt op dat dit met de mate van reflectie te maken heeft die niet met zo veel woorden in het kwalificatie dossier Artiest 2008-2009 voorkomt. Het blijkt dat bij de doorgestroomde afgestudeerde mbo-Artiesten het talent en en eigen passie een grote rol spelen in hun te volgen loopbaan. Aan de ene kant maakten deze afgestudeerden zich zorgen over het kennisniveau van het mbo, maar waren zeer tevreden over de de persoonlijke begeleiding en en de faciliteiten van hun mbo opleiding (Hoogeveen, 2008). 2-6 !

Beroepskolom vmbo-mbo-hbo

Hoogleraar Rolf van der Velden, verbonden aan het ROA te Maastricht, stelt dat wat voorheen laaggeschoold werk was, steeds complexer wordt en dat voor werk op mbo-niveau nu een hbo-diploma als vereiste wordt gesteld. Wanneer de maatschappij steeds meer hoogopgeleiden eist, zal het onderwijssysteem mogelijkheden moeten creëren om door te stromen van mbo naar hbo en verder naar wo. Wat voor gevolgen heeft dat voor het hbo, moet het hbo zich richten op doorstromende mboʼers of op de instroom van gediplomeerden van de havo en vwo (Van Twillert, 2008)? Aan de ene kant is het mbo kunstonderwijs beroepsonderwijs wat opleidt en voorbereidt tot een loopbaan in het brede gebied van Kunst, Cultuur en Media (Hoogeveen, 2008). Aan de andere kant is het mbo, zeker gezien de grote instroomwens van afgestudeerde mboʼers, een schakel in de doorlopende leerlijn vmbo, mbo, hbo. Hoogeveen (2008) stelt dat dit en het zo optimaal ontplooien van het het beschikbare talent en en het potentieel, redenen zijn om een complete beroepskolom voor het kunstonderwijs te realiseren. Het is van groot belang dat een volledige beroepskolom vmbo-mbo-hbo ontwikkeld wordt. Met goede aansluiting en doorstromingsmogelijkheden wordt voorkomen dat talent tussen het wal en schip raakt en verloren gaat (De Vreede, 2008). Om deze doorlopende leerlijn in het kunstonderwijs te realiseren is het noodzakelijk dat het mbo en het hbo samenwerken om mboʼers die wensen door te stromen zo goed mogelijk op het hbo voor te bereiden en zo te voorzien in de behoefte op de arbeidsmarkt aan hoog opgeleide krachten (MBO-Raad, 2010). Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

9


3! ! 3-1!

Aanpak van het onderzoek en onderzoeksvragen Vraagstelling

Uit cijfers blijkt dat meer dan de helft van de af te studeren mbo Artiesten, die aan deze kwalificaties na het behalen van hun diploma voldoen, toch nog de wens en en de behoefte hebben om door te stromen naar het hbo-kunstonderwijs (GOC, 2009). Dit onderzoek heeft als doel te onderzoeken wat de motivatie van studenten mbo-Artiest is om door te stromen naar het hbo kunstonderwijs. De vraagstellingen voor dit onderzoek is als volgt geformuleerd: - Waarom stromen studenten mbo-Artiest door naar het hbo kunstonderwijs? - Wat zijn de verwachtingen over de toekomstige opleiding die zij hebben gekozen? - Hoe zien zij hun perspectieven na deze vervolgopleiding? 3-2!

Opzet en uitvoering

Het gaat het om een beschrijvend onderzoek naar waarom studenten mbo-Artiest naar het hbo kunstonderwijs wensen door te stromen. Hierbij wordt diepgaand ingegaan op hun motivatie, verwachtingen en perspectieven voor de toekomst. Het onderzoek geeft een overzicht van en beschrijft de aard en diversiteit van de opvattingen, meningen en situaties van de respondenten in relatie tot hun persoonlijke achtergrond, huidige opleiding en de keuze voor hun vervolgopleiding. Daartoe is gekozen voor het individueel kwalitatief interview met gericht gekozen respondenten. Dit vanuit een richtinggevende open vraagstelling, waarbij de antwoorden met kwalitatieve analyse technieken worden geïnventariseerd. Hierbij ligt kwalitatieve survey als onderzoeksontwerp voor de hand (Baarda, De Goede & Teunissen, 2005).

De onderzoekseenheid is de mbo-Artiest die in het derde en laatste jaar van de opleiding zit, eind examen doet en wenst door te stromen naar het hbo kunstonderwijs. Daar in dit onderzoek geen specifieke lokaal of regionaal gebonden aspecten worden onderzocht en vergeleken die mogelijk van invloed zouden kunnen zijn op de motivatie, kon dit onderzoek uitgevoerd worden in één opleidingsinstelling. Door het contact met een stagiaire met een ʻdoorstroomwensʼ uit het derde jaar mbo- Artiest, is er een relatie gelegd met het Deltion College, Regionaal Opleidingen Centrum (ROC) te Zwolle. Dit is een ROC dat beschikt over een opleiding mbo-Artiest met de verschillende uitstroom richtingen: Artiest Muziek Uitvoerend, Artiest Musical en Artiest Drama. Voor dit onderzoek kwamen alleen die mbo studenten in aanmerking die kenbaar hadden gemaakt te willen doorstromen naar het hbo en die aan het afstuderen zijn. De opleiding heeft een lijst van 18 mogelijke respondenten ter beschikking gesteld. De uiteindelijke keuze van de tien respondenten is gebaseerd op beschikbaarheid en de diversiteit van de verschillende uitstroom differentiaties. De onderzoeksgroep bestond uit tien respondenten, acht van vrouwelijke- en twee van mannelijke kunne, in de leeftijd van 19 tot en met 21 jaar. Zij stromen uit op de richtingen: Artiest Muziek Uitvoerend (1), Artiest Musical (6) en Artiest Drama (3). Op het moment dat de interviews werden afgenomen hadden de respondenten zich al op één na op eigen initiatief georiënteerd op één of meerdere mogelijke vervolgopleidingen. Diegene die dat nog niet gedaan had, volgde een beroepentest traject bij het Studenten Succes Centrum op de school waar ze haar huidige opleiding genoot, het Deltion College. De rest was al druk met het Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

10


aanmelden, het houden van toelatingsgesprekken en het doen van toelatingsaudities aan diverse vervolgopleidingen. De interviews zijn gehouden in een voor de studenten vertrouwde omgeving; op het Deltion College onder lestijd in een daarvoor door de opleiding beschikbaar gestelde oefenruimte/ studio. 3-3!

Dataverzameling

De data zijn verzameld aan de hand van interviews, mondeling afgenomen en met toestemming van de respondenten opgenomen, zowel met beeld als met geluid. De respondenten wisten tevoren dat het ging over hun bezieling om door te stromen naar het hbo, maar waren verder niet voorbereid door inleidende vragenlijsten of een uitgebreide uitleg. De interviews waren gedeeltelijk gestructureerd en opgebouwd rond onderstaande topics: - Waarom wil je als afgestudeerd en gekwalificeerd mbo-Artiest doorstromen naar een hbo kunstvakopleiding? - Ervaringen op het gebied van kunst/expressie tijdens de opleiding, binnen- en buitenschools. (actief, productief, receptief en reflectief) - Verworven competenties en oordeel over de mbo opleiding Artiest. - De keuze en de tot stand komen daarvan voor een vervolgopleiding. - Verwachtingen en perspectieven betreffende de hbo vervolgopleiding. Bij het formuleren van de topics1 en de interview leidraad 2 is gebruik gemaakt van de Vragenlijst HBO Kunsten-Monitor 2009 en het Learner report ervaring kunsten (Cultuurplein.nl, 2010). De HBO Kunstenmonitor is gebruikt als uitgangspunt wat betreft de verworven competenties, oordeel mbo opleiding Artiest, verwachtingen en perspectieven betreffende de hbo vervolgopleiding. Het Learner report diende als referentie voor ervaringen op het gebied van kunst/expressie tijdens de opleiding, binnen- en buitenschools (actief, productief, receptief en reflectief). De interviews zijn ʻverbatim et literatimʼ uitgeschreven, open en axiaal gecodeerd, gelabeld, vergeleken en de analyse gevat in labels, themaʼs en kernthemaʼs3 (Baarda et al., 2005 en Boeije, 2005). De analyse is handmatig op de computer via een tekstverwerking programma uitgevoerd.

1

Zie bijlage 1: Uitwerking topics

2

Zie bijlage 2: Interviewleidraad

3

Zie bijlage 3: Kernthemaʼs, Themaʼs en labels

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

11


4! ! 4-1!

Resultaten Inleiding

Het doel van de interviews is om inzicht te krijgen bij de respondenten waarom zij door willen stromen naar het hbo kunstonderwijs, wat zijn hun verwachtingen en hoe zien zij hun perspectieven na deze vervolgopleiding? De interviews zijn gehouden aan de hand van een van te voren opgestelde interviewleidraad 4. Uit de analyse van de verzamelde data die door deze interviews zijn verkregen, zijn de volgende themaʼs5 gedestilleerd: ʻvrije tijdʼ, ʻoudersʼ, ʻpeersʼ, ʻhuidige opleidingʼ, ʻverwachtingʼ en ʻmeerwaardeʼ. In dit hoofdstuk worden de resultaten beschreven rond deze themaʼs. 4-2! Activiteiten in de vrije tijd “Ik vind ik vind het echt heel belangrijk dat je hiernaast veel doet. Anders kom je er niet. Echt niet. Zo maak je ook geen, zo heb je ook geen netwerken, kan je niet op mensen terugvallen.” “Ik heb op dit moment mijn eigen theaterschool...... Puur omdat ik het leuk vind om dingen die ik leer over te brengen op anderen. Verder sta ik bij een aantal casting bureaus ingeschreven en doe ik via hun audities en een kleine opdrachtjes. Voor televisie , foldertjes, flyers, Internet, van alles en nog wat. Voice-overs en voor de rest volg ik een heleboel workshops, puur om voor mezelf. Om iets bij te spijkeren op dat wat ik hier op school leer, meer dan hier op school aangeboden wordt.”

Om achter de motivatie te komen van studenten MBO-artiest die door willen stromen naar een hbo-kunstopleiding, is het van belang om niet alleen te focussen op de verwachtingen en perspectieven die de respondenten van hun mogelijke vervolg opleiding hebben, maar ook op de persoonlijke drijfveren, persoonlijke interesses en achtergronden. Op welke wijze zijn zij naast hun opleiding bezig met met kunst en expressie uitingen en waardoor en door wie worden zij geprikkeld en gestimuleerd. Vrijwel alle respondenten zijn in hun vrije tijd actief en receptief bezig met een kunstdiscipline. Bij de actieve beoefening is dat dans, muziek, zang, theater, musical en bij twee respondenten ook fotografie. Receptief betreft het theater-, musical- en popconcert bezoeken. Naar tentoonstellingen en musea gaan valt buiten de interessesfeer. Degenen die zich bezighouden met fotografie, doen dat sinds kort en dat heeft vooral te maken met het samenstellen van een portfolio voor het toelatingsexamen hbo kunstvakopleiding fotografie aan de HKU. Bij één van de respondenten beperkt het actief bezig zijn met theater zich alleen tot wat er op de opleiding wordt gedaan. actief! “Ik zit vanaf men zesde bij een dansvereniging, daar die ik mee aan allerlei wedstrijden, NK enzo. Vorig jaar NK in Rotterdam, dat was heel leuk.” “Naast mijn school speel ik in een theatergroep, .......Het is nu het derde jaar alweer en heb ik inmiddels al drie grote producties, zijn met de derde grote productie bezig en ik speel nog een kinderproductie in de bibliotheek en op scholen. Ga van de zomer nog een andere productie doen, op een lokatie.”

In de actieve beoefening6 kan er een verdeling in twee categorieën worden gemaakt. Eén deel van de respondenten, houdt zich in de vrije tijd vooral bezig met dans, jazzballet in

4

Zie hoofdstuk 3-3: Dataverzameling en bijlage 2: Interviewleidraad

5

Zie bijlage 3: Kernthemaʼs, themaʼs en labels

6

Zie bijlage 4: Categorieën respondenten

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

12


groepsverband. Het is de uitdaging van het meedoen aan wedstrijden en doen dit al vanaf kinds af aan. Hun ʻkunstsuccessenʼ bestaan uit het winnen van een wedstrijd of een kampioenschap. De overige geïnterviewde studenten mbo, zijn op één na, op meer dan één gebied actief. Dat varieert van het hebben van een eigen theaterschool en meedoen aan reclamespotjes tot het verbonden zijn aan een theatergroep, solo optredens, zingen en spelen in een showorkest en band. Hierbij staat het uitvoerend artiest willen zijn centraal. De successen bestaan uit het meedoen aan een tv commercial, een solo optreden voor een tweeduizend koppig publiek, dansen in een showballet in Carré en de ster zijn in spektakeltheater op locatie. Waarbij de ene categorie de succeservaring plaatsvindt in groepsverband, waar een ieder een even grote bijdrage en aandeel heeft aan het ʻkunstsuccesʼ, manifesteert het succes in de andere categorie zich in solo optredens en hoofdrollen in theaterstukken en musicals. Deze tweedeling 7 in de groep respondenten zet zich door in de receptieve buitenschoolse tijdbesteding en oriëntatie op het hbo kunstonderwijs. receptief “Vind ik heerlijk, zelf lekker kijken, maar ik heb wel vaak als ik het zie, dan wil ik meedoen. Wil ik ook doen dat soort dingen.....het wel heel vaak musical, ook wel wat theater dingetjes, ben meer van zang ook.” “Weinig. Ik denk, omdat ik niemand heb om mee te gaan. Want mijn vriendinnen, die zijn heel anders, ja die houden er niet van. Mijn vriend die wil altijd naar muziek dingen. Vind ik ook heel leuk trouwens hoor. Dat doe eigenlijk wel vaak, maar theater niet zo vaak.”

Bij de ene categorie die het minst receptief actief is, wordt de reden om naar een voorstelling of concert te gaan vooral bepaald door hun vrienden. De andere categorie daarentegen is op eigen initiatief receptief actief met het bezoeken van theatervoorstellingen, cabaret, musicals, popconcerten en voorspeelavonden van conservatoria en doen dit vaak met peers. De enige beperking die zij hierin ervaren, is de prijs van het theater- en musicalkaartje. 4-3!

Ouders en peers

ouders “Het is zoʼn keiharde wereld waarin ik wil, daar ben ik mij wel heel erg bewust van. Dat komt denk ik ook wel door mijn familie en mijn vrienden. Er zijn ook vriendinnen van mij die ook in het vak zitten, die zijn dan heel nuchter, maar wel, ze weten precies wat ze willen, die stimuleren me ook , die zeggen je bent hartstikke goed, maar wees er op voorbereid dat er ook een heleboel ander goeie zijn. Zeggen mijn ouders ook altijd en dat vind ik heel fijn eigenlijk, dat ze zo doen. Zo blijf ik met beide benen op de grond en dan ga je ook niet met zoʼn attitude zoʼn opleiding inlopen.” “Nou, wel van zo ja, dat doe je wel leuk ja. Nooit eens een soort van bewustzijn van dit is een kwaliteit. Wat ik dus met drama wel had, zat van mijn achtste tot mijn elfde zat ik wel bij een toneelvereniging. Omdat ik dat duidelijk vroeg, werd hier aandacht aan gegeven. dat wil ik doen dat wil ik gewoon proberen, kijken of ik dat kan.” “Mijn ouders hebben mij gelijk op toneelles gedaan en dat soort dingen, ja eigenlijk wel. Ik ben er wel echt mee opgegroeid. Ik heb eerst heel lang getwijfeld of het wel wilde, want het is zo. Je weet niet precies of je een baan kunt krijgen en dat soort dingen, dat is allemaal zo onzeker. Toen hebben mijn ouders me wel een beetje overgehaald door te zeggen kom op, gewoon gaan. Ik denk dat veel ouders juist hebben, het is een heel onzekere positie waar je in staat als je die opleiding gaat doen, dat je in het kunstvak wil, ik denk juist dat ze hun kind daarvoor willen beschermen. Zo van zoek ook iets ernaast waar je altijd nog naar toe kan, of wat je altijd nog erbij kan doen. Nee, ik denk niet dat alle ouders er blij mee zijn.” 7

Zie bijlage 4: Categorieën respondenten

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

13


De respondenten geven te kennen dat naast hun huidige opleiding hun ouders en peers mede van invloed zijn voor hun persoonlijke, creatieve en kunstzinnige ontwikkeling. Meer dan de helft, waaronder alle studenten uit de eerste categorie, geeft aan nog thuis te wonen. Bij alle respondenten spelen de ouders een rol. Naast de betrokkenheid die je normaliter van ouders mag verwachten, vervullen zij vooral een belangrijke rol op het voorwaarden scheppende vlak. Dat varieert van het vanaf jongs af aan brengen naar ballet, dans, acteer, muziek en zanglessen, tot het aanschaffen van een piano en betalen van privé lessen. De betrokkenheid uit zich vooral in het aanwezig zijn op uitvoeringen en optredens. Deze support en het gevoel dat je ouders achter je staan wordt als belangrijk ervaren. Bij de keuze voor het volgen van de huidige beroepsopleiding en oriëntatie op het hbo vervolgonderwijs blijkt de mening van de ouders niet van doorslaggevende betekenis. Wel komt bij meeste respondenten naar voren dat hun ouders aanvankelijk sceptisch waren wat betreft hun keuze voor het volgen van kunstonderwijs. Het blijkt dat de meeste ouders naar hun kind als artiest kijken als iemand met een onzekere toekomst voor de boeg, met beperkte beroepsperspectieven in de toekomst. De achtergrond van de ouders ligt niet op het artistieke vlak, op één ouderstel na, dat in de vrije tijd aan straattheater doet. De respondent met deze ouders zegt met toneel te zijn opgegroeid en gestimuleerd om, overigens net als haar zus, naar het kunst onderwijs te gaan. Minder dan de helft van de geïnterviewden zegt dat hun ouders veel belang hechten aan nuchterheid en realiteitszin en de ontwikkeling daarvan bij hun kind als artiest in opleiding. Dit betreft de categorie die het uitvoerend artiest willen zijn als doel stelt. Het is een regelmatig terugkerend onderwerp in onderlinge ʻouder-kindʼ gesprekken. De betreffende studenten zijn zich bewust, vooral door hun ervaringen met audities in hun vrije tijd, van de ʻde keiharde artiesten wereldʼ en ervaren het ʻmet beide benen op de grond staanʼ als een noodzakelijke attitude om zich hierin staande te houden en zich niet te laten ontmoedigen. peers “Als ik met mijn vriendinnen, vanuit Markelo, niet vanuit deze klas. Als ik daarmee dingen vertel, ze dan iets hebben va o ja leuk, terwijl het voor mij heel belangrijk is. Dat zien zij natuurlijk niet zo, omdat zij met hele andere, helemaal niet met die dingen bezig zijn. Ze zullen het vast ook wel eens andersom hebben tegen mij, maar ik vind het belangrijk dat het af en toe ook wel eens snappen van mij.” “Ja, dan krijg je inderdaad weer de mening van anderen en anderen komen daar weer bij. Daar ben ik heel erg, eh gewoon eeh heel beïnvloedbaar voor.” “Maar niet echt iemand die echt is, van ik sta achter je en is er iets, ik ben er voor je. Dat mis ik ook wel een beetje, emotioneel. Terwijl ik op school wel heb met klasgenoten, dat zijn echt wel mensen die zeggen, nee je doet het hartstikke goed en je moet er in doorgaan.”

Wat betreft de peers staan ʻinspiratieʼ en ʻbegripʼ centraal. Ook hier zet de tweedeling8 in een groep met één activiteit en een groep met meer dan één activiteit buiten het onderwijsprogramma van de huidige opleiding zich door. De peers met wie de studenten uit de eerste categorie in hun vrije tijd contact hebben zijn hun vrienden uit hun middelbare schooltijd en dansgroep. Zij geven te kennen de enigen te zijn die een kunstopleiding volgen en moeten vaak veel uitleggen om enig begrip te krijgen wat de opleiding inhoud en wat zij doen. Wel ervaren ze aansluiting te hebben met hun peergroup binnen de opleiding. Bij de tweede categorie zijn de peers te vinden in de theatergroepen, netwerken rond audities, bands en producties. Zij zien zich ook meer als onderdeel van een breed netwerk van artiesten. Daarnaast maken zij niet zoʼn onderscheid tussen peers buiten de opleiding en die binnen de opleiding en zeggen door beide groepen geïnspireerd te worden. 8

Zie bijlage 4: Categorieën respondenten

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

14


4-4"

Verworven competenties en de huidige opleiding

vooropleiding “Ik was dus klaar met mijn VMBO en eh toen, ik wou zo wie zo iets met theater doen, maar je kon nog niet naar een hbo, want dat kan gewoon nog niet. Dus ik wist toen al van, ja ik kan mbo gaan doen, maar niks heb je er aan, want je moet toch door studeren, dat is altijd mijn idee. Dus toen ben ik naar gaan zoeken en toen zag ik dat er ook mbo in theaterscholen” “ Ik wou mij meer ontwikkelen in performen, was eerder heel bang, eigenlijk. Toen ik begon met zingen was ik eigenlijk nog zoʼn grijs muisje en zo. En door dat mensen zeggen jij kan goed zingen, jij goh wat doe je dit leuk, dan bloei je open. Ik wou hier echt leren om te gaan performen. Maar dat heb ik eigenlijk niet geleerd, meer buiten school geleerd, maar eigenlijk. Ik heb hier voor gekozen omdat ik verder wil met dit vak en om te kijken of ik ook echt verder wou, na drie jaar en dat echt wel zo.” “kijk ik ben nu wel bij die theatergroep gekomen en ik ben dag en nacht nu bezig met theater en als ik nu op de havo had gezeten, dan had ik dat niet gedaan”.

Een andere component die van invloed is op motivatie om verder te studeren op hbo niveau is de huidige opleiding. Hoe ervaren de respondenten de huidige opleiding als eind- of vooropleiding, wat biedt deze opleiding en worden zij ook gestimuleerd om verder te studeren? De vooropleiding van de studenten mbo-Artiest is vmbo. Waarvan één vmbo-kbl (kaderberoepsgerichte leerweg), één vmbo-gl (gemengde leerweg) en de rest vmbo-tl (theoretische leerweg). De meeste respondenten zeggen al na het het afsluiten van het voortgezet onderwijs naar een hbo-kunstopleiding te willen gaan. Zij zien het mbo als logische vervolgopleiding na het vmbo en als vooropleiding voor het hbo en niet de havo. competenties “Nou, gewoon, dat je jezelf kunt verkopen en dat soort dingen, dat je workshops kunt geven, en dat kan natuurlijk ook met deze opleiding, dat geloof ik ook wel. Maar ik denk wel dat je als mboʼer veel harder moet knokken om ergens te komen dan als een hboʼer.” “Dat is ook zo gewoon ontwikkeld door gewoon een grotere persoonlijkheid te worden en je ook zelf naar voren te drukken, zo van ook leuk wat jullie doen, maar nou wil ik een keer. Dat is ook een hele positieve groeipunt geweest.” “Vooral de kennis, ik ben er vooral achter gekomen waar ik wel en niet goed in ben, wat mijn sterke punten zijn en mijn zwakke punten, en dat had ik ook wel even nodig. In drie jaar tijd is dat het belangrijkste waar achter ben gekomen. Dingen die ik ook gewoon niet moet gaan doen, omdat het mij niet ligt. Zoals, ik heb vorig jaar auditie gedaan voor de vooropleiding voor pop en jazz in Zwolle, en dat had ik dus niet moeten gaan proberen.”

De meeste respondenten geven te kennen dat het kunnen reflecteren op hun persoonlijke groei en mogelijkheden en inzicht in persoonlijke kwaliteiten de belangrijkste competentie is die ze in de huidige opleiding hebben verworven. De respondenten die buiten de opleiding zich actief met ʻhet vak ʻ bezig houden noemen ook het kunnen handhaven in ʻhet harde artiesten wereldjeʼ, ʻje zelf verkopenʼ en het in staat zijn om netwerken te ontwikkelen en in stand te houden als verworven competentie.

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

15


oordeel opleiding “Ja, heel vaak zeg ik dat, ik ben zo blij dat ik eerst MBO heb gedaan en dan pas naar het HBO. Als je op de HAVO zit, en je moet dan al kiezen wat je voor de rest van je leven wilt gaan doen. Nou ik ben echt blij dat met drie jaar MBO kon kijken wat je wilt gaan doen, en dat je dan pas gaat kiezen van oké, ik wil dat echt doen, dus dat ga ik ook echt doen. Wat je ook vaak ziet van die HAVOʼ ers, die zo vaak wisselen van opleiding.” “Nou een mbo opleiding, een mbo opleiding? Denk je het daarmee te gaan redden? Nou ik wil hierna toch door naar het hbo. O, o, o en het mooie was, de eerste ronde was tap-dans en daar was ik wel door en één van hun niet. Dus toen had ik iets van, zie je wel het kan wel.” “Ja, ik heb mij eigenlijk persoonlijk heel erg ontwikkeld, ik ben ook gewoon volwassener geworden en het heeft mij wel gestimuleerd om bezig te blijven met theater en gewoon heel veel te doen. Ik geloof niet dat ik het, als ik niet hier niet buiten dingen, buiten schooltijd dingen zou doen, dat ik dan niet zou redden.”

Na drie jaar mbo-Artiest te hebben gevolgd, zien alle respondenten deze opleiding nog steeds als een vooropleiding voor het hbo en niet zozeer als een eindopleiding. Dit geldt zowel voor diegenen die opteren voor het docentschap en creatieve therapie, als voor diegenen die het uitvoerend artiest zijn ambiëren. Ze ervaren hun huidige opleiding als praktisch gericht op cultureel ondernemerschap, het geven van lessen en workshops in Centra voor de Kunsten en het maken van theater en musical producties, waarbij de stages een belangrijk onderdeel zijn. In deze stageplekken wordt voorzien door theaters, theatergroepen en Centra voor de Kunsten en de stages variëren van kabels slepen, belichting en techniek, theaterboekingen vastleggen, lesgeven en optreden. Doordat de huidige opleiding zo praktisch gericht is, blijft volgens de geïnterviewden de verdieping in het vak, het waarom van het vak en de vaktheorie achter. Zij zeggen niet veel geleerd te hebben op het gebied van kennis, inzicht en theoretische vaardigheden. Wat betreft de scholing op het artistiek vlak, vooral als het gaat om individuele begeleiding, richt de huidige opleiding zich vooral op de ʻmiddelmaatʼ en dat is de reden dat een aantal van de actieve respondenten hun toevlucht tot privé lessen genomen heeft, om zich verder uitvoerend te bekwamen. Zij ervaren de huidige opleiding als vrijblijvend en met een laag niveau als het gaat om ontwikkelen van talent en zoeken hun heil buiten de opleiding. De huidige opleiding krijgt meer credit wat betreft de ruimte die de artiesten in opleiding krijgen voor hun persoonlijke ontwikkeling. In de interviews zeggen de respondenten dat zelfreflectie en inzicht in de eigen mogelijkheden, onmogelijkheden en attitude, waarbij vooral het reflecteren binnen hun peergroup, een essentiële rol heeft in de opleiding. Wel maken zij de kanttekening dat de mate en wijze van de begeleiding vanuit de opleiding en terugkoppeling afhankelijk is van de kwaliteit van de docent. Degenen die buitenschools actief zijn met optreden en audities ervaren dat velen met een hbo achtergrond op hen neer kijken, wanneer zij vermelden dat zij ʻmbo-Artiest doenʼ en hun geen schijn van kans geven. Groot is dan ook de voldoening bij enkele respondenten, dat zij bij een auditie wel door mochten en ʻdie hboʼerʼ niet. Bij deze groep is het besef van het nut en ontwikkelen van netwerken nadrukkelijk aanwezig. De attitude van je zelf profileren, zichtbaar maken voor anderen en zelfbewustzijn hebben zijn vooral ontwikkeld in hun stage en bij de buitenschoolse activiteiten en wordt ervaren als een meerwaarde van de opleiding mbo-artiest. Waar de meeste respondenten verbaast en cynisch over zijn, is het feit dat pas toen de audities voor toelating tot het hbo kunstonderwijs in volle gang waren, de huidige opleiding in een aantal lessen aandacht aan het fenomeen auditie ging besteden. De groep die in hun vrije tijd al ervaring heeft opgebouwd met audities, is ook over de inhoud van deze ad hoc lessen kritisch en vindt dat de kwaliteit hiervan te afhankelijk is van de eigen ervaring van die docenten zelf met audities hebben. Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

16


Waar het gaat of zij door de huidige opleiding gestimuleerd en gemotiveerd worden om verder te studeren, vinden de meeste respondenten de huidige opleiding ambivalent. Aan de ene kant worden ze opgeleid tot uitvoerend artiest en sluiten zij de opleiding af met een proeve van bekwaamheid in de vorm van een solo- en een groepsproductie. Aan de andere kant sluit dit volgens hun niet aan bij wat zij uiteindelijk willen, namelijk het worden van docent, therapeut en uitvoerend artiest, een bevoegdheid en doel wat volgens hun zeggen alleen met een hbo diploma te behalen is. De mate waarin de huidige opleiding advies heeft gegeven bij de oriëntatie op het hbo vervolgonderwijs door de respondenten heeft gespeeld is nihil. De respondenten hebben op eigen initiatief open dagen bezocht, gesprekken met studenten die al hbo kunstonderwijs volgen en één heeft de LOT-cursus gedaan9 4-5

De keuze en het totstandkomen daarvan voor een vervolgopleiding

verwachting “Ik denk wel dat je qua muzikaliteit, qua kwaliteit van je product, want je zet uiteindelijk een product neer. Dat je daar gewoon heel veel in leert, ik denk dat je heel veel persoonlijke feedback krijgt er wordt ook wat van je verwacht. Hbo is veel meer dan dat je, hier kom je overal makkelijk mee weg en daar niet denk ik.” “Wat ik zelf zoek is inderdaad een verdieping en een soort van specialisering. En daarnaast zoek ik best nog veel houvast, zelf, een soort van bevestiging en ervaring dat met mij gedeeld wordt.” “Want het verschil tussen het HBO en MBO, ik denk dat het MBO nog best wel oppervlakkig is, en dat je bij het HBO heel diep in je vak gaat kijken, en echt gaat uitpluizen van wat betekent het en wat houdt het in, en wat ga je er mee doen. Ik denk dat dat het HBO een beetje gaat betekenen.”

In de groep geïnterviewde mbo studenten kan er een onderscheid wat betreft de keuze voor het hbo vervolg onderwijs gemaakt worden. Er is een categorie10 die zich vooral op de docenten opleidingen in de disciplines dans, musical en muziek en een opleiding creatieve therapie oriënteren. De tweede categorie, die naar eigen zeggen al de beschikbare tijd buiten school ʻbezig is met het vakʼ, richt zich vooral op opleidingen die opleiden tot uitvoerend artiest en wordt het docentschap vooral als een alternatief of parkeerstudie gezien. Wel zit er een verschil in doelgerichtheid en ambitie niveau. Wat betreft de doelgerichtheid zijn de respondenten in drie groepen in te delen. Een groep waarin een aantal studenten heel doelgericht hun kaarten op één vervolgopleiding heeft gezet, een groep waarin men nog zoekend is en een groep die meerdere ʻijzers in het vuurʼ heeft. De bovenstaande eerste groep omvat de respondenten die al hun keuze heeft gemaakt en hun zinnen hebben gezet op een specifieke opleiding. Ten tijde van het afnemen van de interviews was er één uitgenodigd voor het doen voor audities voor een opleiding tot drama therapeut en een ander al aangenomen op een opleiding voor docent drama. Degenen die nog zoekende zijn, maar wel vastbesloten om naar een hbo vervolg opleiding te gaan, waren zich nog druk aan het oriënteren. Bij deze studenten speelt vooral de behoefte aan zekerheid die volgens hun een goede opleiding op werk biedt, aan voldoende goede toekomst- en financiële perspectieven. Dit zodanig, dat wanneer ze niet werden aangenomen op een docentenopleiding, een andere hbo-opleiding buiten het domein van de kunsten wordt overwogen. 9

Door een aantal Hogescholen voor de Kunsten is de Landelijke Oriëntatiecursus Theaterscholen ontwikkeld. De cursus is een oriënterende confrontatie met het vak en dient ook als toetssteen voor de eigen mogelijkheden, verwachtingen en de benodigde houding tot het volgen van een hbo theater opleiding. 10

Zie bijlage 4: Categorieën respondenten

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

17


Bij de derde groep speelt deze behoefte aan financiële zekerheid een veel kleinere rol. Hun motieven om door te studeren zijn vooral gericht op scholing en carrière als uitvoerend artiest. Het ontwikkelen van hun talent op een zodanig niveau dat ze zich staande kunnen houden in een wereld waar in hun beleving het hebben van een hbo diploma een absolute vereiste is. Wat betreft het ambitieniveau is er een tweedeling vast te stellen. Een klein deel van de respondenten heeft niet meer dan de ambitie om zich via een goede opleiding te verzekeren van goede inkomst perspectieven en maatschappelijke zekerheden. Zij hebben niet de behoefte hun artistieke en creatieve capaciteiten verder intrinsiek te ontwikkelen als doel op zich, maar instrumenteel in te zetten. Zij zien in de toekomst hun creatieve en kunstzinnige activiteiten in hun vrije tijd als een hobby. Het merendeel zei de ambitie en de verwachting te hebben, zich op het hbo te kunnen specialiseren, inhoudelijk te verdiepen en verder te bekwamen op theoretisch en uitvoerend artistiek gebied. Daarnaast kwam bij deze groep in de interviews ook begrippen en kwalificaties als zelfstandigheid, uitdaging, talent, passie, boodschap, authenticiteit en hoog niveau naar voren. Daar waar men vond dat de huidige opleiding in de het ontwikkelen hiervan tekort was geschoten, zo verwachte men op het hbo hier wel mee geconfronteerd en in geschoold te worden. Zij verwachten zich te kunnen specialiseren in één richting, zich daar geheel op te kunnen concentreren en daar vooral artistieke verdieping in te krijgen. Het is ook de groep die het belangrijk vind het publiek waarvoor je speelt een boodschap, een ʻonvergetelijkeʼ ervaring mee geven en hier in verder geschoold te worden. Men hecht grote waarde aan het behouden van hun authenticiteit en een enkeling hoopte niet te veel gekneed en vervormd te worden door de hbo opleiding. status en waarde van het diploma “Hbo en mbo, het is één lettertje verschil, maar in dit wereldje maakt het je wel.” “Hbo, ga ik even uit van de Kleinkunst Academie, dan heb ik vrijwel direct eh werk en je hebt een naam van wat je hebt gedaan, ja ik hoop dat gewoon meteen bij een theatergroep te beginnen.” “Ik heb het gevoel dat het voornamelijk het niveau is, en dat het op het HBO allemaal een stukje serieuzer is, en echter.”

Bij de motivatie om door te stromen speelt ook de uitstraling die men aan het hbo diploma toedicht een rol. Alle respondenten zien het hbo kunstonderwijs als ticket voor een toekomst als docent kunstvakken, drama-therapeut en uitvoerend artiest. Men vindt de status, de professionele kwalificatie die men toeschrijft aan het hebben van het hbo diploma belangrijk. De respondenten die zich buiten de huidige opleiding profileren als artiest en regelmatig auditeren bij theatergroepen en in het musical circuit, ervaren dat er op hen wordt neergekeken als zijnde ʻ maar een mboʼertjeʼ. Ook zeggen ze dat er ʻeen pikordeʼ is binnen het mbo zelf. Als je van de ʻFrank Sanders Akademieʼ onderdeel van het ROC Amsterdam, komt heb je meer status dan van een ROC als hun huidige opleiding. Eén respondent gaf te kennen dat het voor de theatergroep waar zij aan verbonden is, zelfs een noodzaak is om een percentage hboʼers aan zich te binden in verband met het aanspraak kunnen maken op subsidies. De meesten van geïnterviewde mboʼers voelen zich pas een volwaardig artiest met het hbo diploma op zak.

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

18


relevantie voor de arbeidsmarkt “Ja, je kunt als docent, de docenten die ik ken die zijn afgestudeerd aan een docerende opleiding spelen ook nog daarnaast, dus die doceren en die maken en die spelen. En dat vind ik het voordeel van doceren. Want als je alleen maar gaat acteren, dan is het allemaal zo klein, dan kun je maar één kant op, en nu kan ik nog drie kanten op als ik wil.” “maar aan wat het aan mij aan meerwaarde gaat bieden is gewoon de realiteit. Het wereldje in, en dat is hier niet, dat is op de meeste hbo scholen wel zo. Ze werken wat professioneler, je wordt zo wie zo wat meer..dat is uit mijn eigen ervaring dat je op een hbo wat serieuzer wordt genomen in je vak.” “omdat ik daarnaast les wil geven, en misschien toch studioklussen of workshops geven. Dan is zoʼn diploma natuurlijk hartstikke mooi. Plus je wordt op zoʼn opleiding zo fantastisch opgeleid, en daar leer je zo veel, en dat wil ik ook heel graag.”

Alle respondenten zeggen dat het hbo diploma je beter kwalificeert voor de arbeidsmarkt, zowel voor het docentschap als voor uitvoerend artiest. Het hbo kunstonderwijs leidt volgens een aantal op voor de ʻrealiteitʼ van het ʻartiestenwereldjeʼ. De respondenten die het docentschap ambiëren, zeggen dat je zonder hbo diploma niet in het regulier onderwijs aan de bak komt. Diegenen die gaan voor het uitvoeren noemen het zelfs een vereiste om je staande te houden in de wereld van de podiumkunsten. Aan het einde van het interview gaven een aantal respondenten aan het een goede ervaring te hebben gevonden om gericht te ondervraagd en gespiegeld te worden over wat hun nu bezielt. Het zijn die respondenten die het uitvoerend artiest zijn als droom en doel stellen dat dit is een verhelderende ervaring voor hun is die zij in hun huidige opleiding op deze wijze niet hebben gehad. Het doorvragen over motivatie, het reflecteren op je eigen mogelijkheden, onmogelijkheden, ambities en verwachtingen.

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

19


5! Conclusie, discussie, aanbevelingen! ! 5-1! Conclusie ! Dit onderzoek richt zich op de motivatie van studenten mbo-Artiest die in het afstudeerjaar zitten om door te stromen naar het hbo kunstonderwijs en concentreert zich op waarom zij willen doorstromen, wat hun verwachtingen zijn en hoe zij hun perspectieven na het afronden van het hbo vervolgonderwijs zien. Alle respondenten geven te kennen door te willen naar het hbo kunstonderwijs en zien het hbo als ticket voor een toekomst als docent kunstvakken en uitvoerend artiest. Weliswaar is er een tweedeling in de groep respondenten waar te nemen wat betreft hun motivatie om door te stromen naar het hbo. De ene groep richt zich op een loopbaan als docent kunstvakken en hecht grote waarde aan een zeker uitzicht op werk en de daaraan gekoppelde financiële zekerheid. Deze groep viel ook onder de categorie die in hun vrije tijd met één activiteit actief is namelijk dans in groepsverband en zich concentreert op wedstrijden. De receptieve activiteiten bestaan uit incidenteel theater-, musical- en theaterbezoek en het initiatief daartoe is afhankelijk van peers. De andere groep focust zich op het uitvoerend artiest willen zijn en willen zich verder bekwamen en specialiseren op het gebied van musical, dans, theater en muziek. Deze respondenten zijn in hun vrije tijd op meerde gebieden in de podium kunsten actief met optredens, voorstellingen, producties en audities. Ook receptief zijn zij actief en bezoeken regelmatig voorstellingen, musicals en concerten. Zij omringen zich met gelijkgestemde peers, die als peergroep belangrijk voor hun zijn om te reflecteren, terug te koppelen en te inspireren. De respondenten geven te kennen dat hun ouders van invloed zijn voor hun persoonlijke, creatieve en kunstzinnige ontwikkeling. Eén respondent zegt van jongs af met kunst en cultuur opgegroeid te zijn en door haar ouders gestimuleerd wordt om kunstonderwijs te volgen. De rest van de respondenten geeft te kennen dat hun ouders weliswaar weinig affiniteit met kunst en cultuur hebben, maar wel door hun ouders in staat waren gesteld om in hun vrije tijd aan allerlei kunstdisciplines actief mee te doen. Het zijn die ouders die aanvankelijk sceptisch waren wat betreft hun keuze voor het volgen van kunstonderwijs met beperkte beroepsperspectieven in de toekomst. Daarnaast blijkt bij de keuze voor het volgen van de huidige beroepsopleiding en oriëntatie op het hbo vervolgonderwijs de mening van de ouders niet van doorslaggevende betekenis is geweest. Bij de respondenten die het uitvoerend artiest willen zijn als doel stelt, hechten de ouders veel belang aan nuchterheid en realiteitszin en de ontwikkeling daarvan bij hun kind als artiest in opleiding. Ondanks dat de meeste respondenten de kunst en cultuur van huis uit niet ʻmet de paplepelʼ ingegoten hebben gekregen, zeggen ze allemaal door te willen gaan in het verder bekwamen op het gebied van de kunsten. Het blijkt dat degenen die in hun jeugd in aanraking zijn gekomen met kunst en cultuur dat ook op latere leeftijd blijven doen, waarbij het niet zoveel uitmaakt hoe cultureel actief hun ouders zijn (Nagel, 2004). Wat betreft de huidige opleiding, geven de respondenten, zowel diegenen die opteren voor het docentschap als de ʻuitvoerend artiestenʼ aan, dat het diploma mbo-artiest weinig tot geen waarde heeft in het werkveld van theater, musical, muziek zang en dans. Dit geldt ook wat betreft het bevoegd zijn tot het geven van lessen, workshops in het onderwijs en Centra voor de Kunsten. De mbo studenten beseffen allen dat hun opleiding een beroepsopleiding is, alleen ervaren het vooral als een vooropleiding, een opstapje naar het hbo. Wel geven alle respondenten te kennen gegroeid te zijn in hun persoonlijke ontwikkeling en dit te zien als een verworven competentie. Voor de rest, wat hun betreft, beperkte de opleiding zich voor de Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

20


rest tot praktische vaardigheden, zoals het het geven van lessen en workshops, muziekeconomie, zang en danslessen. De theorie en artistiek inhoudelijke begeleiding blijft minimaal. Dit komt overeen met wat Hoogeveen (2008) constateerde dat aan de ene kant afgestudeerde mbo-Artiest zich zorgen maken over het kennisniveau van het mbo, maar wel zeer tevreden zijn over de de persoonlijke begeleiding en en de faciliteiten van hun mbo opleiding. De respondenten verwachten zich op het hbo verder te kunnen specialiseren, hun talent te ontwikkelen, voldoende terugkoppeling en reflectie te krijgen, om door verdieping een juiste visie op zichzelf en het werkveld te vormen. Diegenen die zich vooral uitvoerend willen bekwamen in muziek, musical en theater geloven dat het hbo een afspiegeling is van de realiteit in het ʻharde wereldje, van de podiumkunsten. In ʻDe competentievergelijking mbo Artiest met HBO Kunstonderwijsʼ wordt hierover opgemerkt dat Visie en Omgevingsgerichtheid een hbo competentie is en zich richt op de professionele podiumkunsten (Warringa, 2008). De ervaringen opgedaan in stages vanuit hun huidige opleiding en ervaringen met audities sterken allen in hun motivatie tot het volgen van een hbo opleiding. Ondanks dat een groot deel aangaf dat hun huidige opleiding steeds meer stimuleerde om door te studeren, kwam dat niet in uiting in het curriculum van de opleiding. Er wordt geen structurele aandacht besteed aan oriëntatie en voorbereiding op een mogelijke vervolgopleiding in het hbo kunstonderwijs. Een voorbeeld van het ontbreken hiervan is het ad hoc inschuiven van scholing. Toen een ieder auditie moest doen voor een vervolgopleiding en de meeste audities geweest waren, werd er pas auditie training gegeven. De verwachtingen van de respondenten wat zij kunnen bereiken op het hbo vervolgonderwijs zijn over het algemeen hoog gespannen. Zij zien dit als voorwaarde om later als docent kunstvakken, creatief therapeut en uitvoerend artiest hun beroep op een professionele wijze uit te kunnen voeren. In hun beleving wordt je in ʻhet wereldjeʼ niet serieus genomen als je niet kan aantonen op hbo niveau je gespecialiseerd en bekwaamd te hebben. Degenen die in het interview aangeven om zich verder te bekwamen als uitvoerend artiesten, behoren tot ʻde toppersʻ van het mbo uit het artikel van De Vreede (2008). Ook blijkt hun enthousiasme, doorzettingsvermogen en ondernemerszin uit de vele activiteiten die ze naast de huidige opleiding in hun vakgebied ontplooien, wat weer aansluit bij de conclusie van Hans Hoogeveen (2008) uit ʻLoopbaanleren in mbo kunstonderwijsʼ dat bij de doorgestroomde afgestudeerde mbo-Artiesten het talent en en eigen passie een grote rol spelen in hun te volgen loopbaan. 5-2!

Discussie

Alle respondenten hebben te kennen gegeven, dat na het afronden van hun vmbo hun uiteindelijke doel het volgen van een hbo kunstopleiding is. Giep Hagoort, lector kunst en economie aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en hoogleraar Kunst en Economie aan de universiteit Utrecht, stelt al dat het mbo met zijn eindkwalificaties en doorstroom profielen het beginpunt is van de onderwijsketen vmbo, mbo, hbo en wo (van der Kamp, Mijnen, Mulder & Wessels, 2007). Hij wijst op het grote belang dat een volledige beroepskolom vmbo-mbo-hbo ontwikkeld wordt. Het mbo kunstonderwijs is ontstaan om in te spelen op veranderingen binnen de kunst en cultuursector, het voorkomen van verspilling van talent en de lacune in de aansluiting van het hbo kunstonderwijs te overbruggen (Hoogeveen, 2008). Hierbij is de rol van een mbo opleiding artiest die van een vooropleiding voor getalenteerde vmboʼers. Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

21


Wat voor gevolgen heeft zoʼn initiatief voor het hbo kunstonderwijs? Moet het hbo zich richten op doorstromende mboʼers of op de instroom van gediplomeerden van de havo en vwo? Hebben de havisten en vwoʼers dan nog wel kans om aangenomen te worden op het hbo kunstonderwijs. Wellicht worden de rollen wel omgedraaid, geen tussenjaar of vooropleiding voor de ʻtoppersʼ van het mbo, maar een vooropleiding voor gediplomeerden van de havo en vwo. Ligt hier een kans voor het mbo kunstonderwijs? 5-3!

Aanbevelingen

Dit onderzoek beperkt zich tot tien respondenten van de opleiding mbo- Artiest in hun laatste jaar die willen doorstromen naar het hbo kunstonderwijs. Ook pretendeert dit onderzoek geen antwoorden te hebben op bovenstaande vragen, wel zijn er en aantal aanbevelingen te doen. Er wordt doorstroomd naar het hbo. Het mbo kan daar in tegemoetkomen door principiële keuzes te maken en haar curriculum zodanig vorm te geven dat er een differentiatie plaatsvind in het opleidingsaanbod in twee hoofdrichtingen: Een uitstroom richting overeenkomstig met het huidige aanbod en één die zich specialiseert en richt op voorbereiding op het hbo. Uit de interviews is gebleken dat deʼ doorstromersʼ hun huidige opleiding te vrijblijvend en te praktisch gericht vinden. Het mbo zal meer kunnen investeren op verdieping en begeleiding door supervisie en intervisie, waarin terugkoppeling en reflectie plaatsvind, structureel een plaats te geven in hun aanbod en daar grote waarde aan te geven. De respondenten zeggen een hoge status aan de het hbo diploma toe te kennen, hebben hoge verwachtingen van de opleiding en getroosten zich veel moeite om op deze opleiding te komen. Een vervolgonderzoek over vier jaar bij dezelfde groep respondenten zou enig inzicht kunnen geven bij het gevolgd hebben van de hbo kunstopleiding of hun verwachtingen zijn uit gekomen. Daarnaast is het interessant om onderzoeken bij die respondenten die uiteindelijk niet op een hbo kunstopleiding zijn aangenomen, hoe die zich verder hebben ontwikkeld in het werkveld van de kunsten. In een ander onderzoek zou onderzocht kunnen worden wat de gevolgen voor havo en vwo gediplomeerden zijn die naar kunstonderwijs willen, wanneer er een een volledige beroepskolom vmbo-mbo-hbo voor het kunstonderwijs gerealiseerd wordt.

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

22


Literatuur Abbing, H. (2009). Van hoge naar nieuwe kunst. Groningen: Historische Uitgeverij. Baarda, D.G., Goede, M.P.M. de en Teunissen, J. (2005). Basisboek kwalitatief onderzoek: handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek (tweede herziene druk) Groningen: Stenfert Kroese. Boeije, H. (2005). Analyseren in kwalitatief onderzoek. Meppel: Boom. Braembussche, A. A. van den (2007). Denken over kunst. Bussum: Uitgeverij Coutinho. Gubbels T. (2007). Leren focussen. Boekman 19(73), 76-80. GOC (2009).Trends in de creatieve industrie. Veenendaal: Kenniscentrum GOC. Hagoort, G. (2007). Cultureel ondernemerschap. Oratie Universiteit van Utrecht. Hoogeveen H. (2008). Loopbaanleren in mbo kunstonderwijs. Enschede: SLO. Kamp, J. van der, Mijnen H., Mulder M & Wessels M. (2007). Brede kunst, hoge doelen. Utrecht: Platform MBO Kunstonderwijs. Le Cosquino de Bussy, A. (2007). Een volwaardig alternatief: de mbo-kunstopleiding Artiest. Amsterdam: De Bussy Consult. MBO-Artiest (2008). Het vak leren in de praktijk, informatie voor leerbedrijven. Veenendaal: Samenwerkende kenniscentra Artiest. Nagel, F. A. (2004). Cultuurdeelname in de levensloop.Proefschrift Universiteit Utrecht. Plasterk, R.H.A. (2009). Kunstvakonderwijs, brief aan de Tweede Kamer der Staten generaal 16 maart 2009. Den Haag, Ministerie van OCW. Ploeg, F. van der (1999). Cultureel ondernemerschap, een ondernemende cultuur. Den Haag: SDU. ROA (2009). Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2008. Maastricht: Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt. Vreede, M de (2008). Toppers van het mbo. Kunstzone, 6(7), 7-9. Warringa, K. (2008). Competentievergelijking mbo Artiest met HBO Kunstonderwijs. Kenniscentra ECABO, Kenniscentrum GOC en Calibris. IJdens, T., Werff H. van der & Bogaard, M. van den (2004). Profiel artiest-De arbeidsmarktrelevantie van mbo-opleidingen 驶artiest始. Amsterdam: Max Goote Kenniscentrum voor Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie.

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

23


Internetbronnen Cultuurplein.nl (2010). Learner report ervaring kunsten. Gedownload op 18 februari 2010, van http://web.kennisnet2.nl/thema/cultuurplein/bve/praktijkcultuureducatie/handreikingen/ learnerreport/ Ecabo, kenniscentrum GOC en Calibris (2008). Kwalificatiedossier Artiest 2009-2010. Gedownload op 23 februari 2010, van http://www.goc.nl/uploads/PDF/artiestKD-2009-2010.pdf MBO Raad (2010). Doorstroomagenda mbo-hbo (2007) Gedownload op 1 juni 2010, van http://www.mboraad.nl/media/uploads/Doorstroomagenda.pdf HBO-Raad (2010). Onderscheiden, verbinden, vernieuwen, de toekomst van het kunstonderwijs. Advies van de commissie-Dijkgraaf voor een sectorplan kunstonderwijs. Gedownload op 28 mei 2001, van http://www.hbo-raad.nl/component/content/article/29/685 ROA (2009). Vragenlijst HBO Kunsten-Monitor 2009. Gedownload op 29 januari 2010, van http://www.roa.unimaas.nl/sis/HBOMonitor/Pdf/ Twillert, M. van (2008) Doorstomen of stapelen. Gedownload op 25 september 2009, van http://www.nrc.nl/achtergrond/article2014819.ece/Doorstromen_of_stapelen

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

24


Bijlagen BIJLAGE 1: UITWERKING TOPICS Onderzoeksvraag: ʻEen onderzoek naar de motivatie van studenten mbo-Artiest die in het afstudeerjaar zitten om door te stromen naar het hbo kunstonderwijs, wat zijn hun verwachtingen en hoe zien zij hun perspectieven binnen deze vervolgopleidingʼ Aandachtspunten interview: De persoonlijke drijfveren en achtergrond voor het volgen van een kunstopleiding en doorstromen naar een hbo kunstvakopleiding. - Waardoor worden zij geïnspireerd. - Hoe bewust zijn ze van hun motivatie - Waardoor, door wie zijn ze gestimuleerd om met artistieke creativiteit bezig te zijn. - Wat zijn hun passies. Ervaringen op het gebied van kunst/expressie tijdens de opleiding, binnen- en buitenschools. (actief, productief, receptief en reflectief) - Op welke wijze zijn zij naast hun opleiding bezig, met met het oriënteren op en verdiepen in kunst en expressie uitingen (receptief /bezoeken van tentoonstelling, theatervoorstelling, concert) - Hoe bewust verwerken van zij hun ervaringen kunst en expressie uitingen (reflectie) - Hoe actief en productief zijn zij zelf bezig met activiteiten op het gebied van kunst en expressie11 - Wat hebben, of doen ze aan kunst buiten de school. Verworven competenties en oordeel over de mbo opleiding Artiest. - Over welke basiskennis, vakkennis en basisvaardigheden denken de respondenten te beschikken na het behalen van hun mbo diploma Artiest. - Zijn er al anticiperende opdrachten vanuit ROC geweest op hbo niveau. - Zijn ze instaat hun mbo scholing te vertalen in competenties. - Is er sprake van een structurele begeleiding en terugkoppeling ten aanzien van deze doorstroming door de opleiding. De keuze en het totstandkomen daarvan voor een vervolgopleiding. - Duidelijk krijgen of de respondenten weten waaraan ze beginnen. - Hoe compleet is hun beeld van de hbo opleiding waarnaar ze willen doorstromen als basis voor hun keuze. - Hoe is dit beeld gevormd, wat is hun actieve rol hierin. - Hoe bewust zijn ze van hun motivatie. - Is de mboʼer in staat zich een beeld te vormen van het vervolgonderwijs, wat ze willen, kunnen en welke positie zij innemen in het perspectief van vier jaar beroeps onderwijs op hbo niveau. - In hoeverre hebben zij zich een beeld gevormd van hun eigen motivatie, leervaardigheid en geschiktheid. - Is er een doorstroom programma en zijn er mogelijkheden tot vrijstellingen - Hoe zijn zij voorbereid door hun mbo opleiding/school op doorstroming en kwalificatie naar het hbo vervolgonderwijs. - In hoeverre zijn zij in staat te reflecteren op hun in het mbo verworven competenties, de toelatingscriteria van de hbo vervolgopleiding en op zich zelf. - Voelen zij zich uitgedaagd door de vervolgstudie die zij willen gaan volgen. - Hebben de respondenten een beeld/idee van de competenties waar de hbo opleiding van hun keuze voor opleidt. - Hoe hebben zij zich voorbereid op de toelating. Verwachtingen en perspectieven binnen de hbo vervolgopleiding. - Hebben ze (al) een beeld van zichzelf kunnen vormen of gevormd als kunstenaar. - Welke competenties denken ze te beschikken na het afronden van de hbo opleiding van hun keuze. - Wat is de meerwaarde van het diploma van hun hbo vervolgopleiding voor hun toekomst. Zowel persoonlijk als voor hun beroep. - In hoeverre hangt ʻhun ziel en zaligheidʼ af van het volgen van een hbo kunstvak opleiding om hun vak, passie verder beroepsmatig te kunnen ontwikkelen en uitvoeren. Competenties 12 - visie - creërend vermogen - vermogen tot samenwerken - communicatief vermogen 11

http://web.kennisnet2.nl/thema/cultuurplein/bve/praktijkcultuureducatie/handreikingen/learnerreport/Learner report ervaring kunsten [PDF ] 12

Vragenlijst HBO Kunsten-Monitor 2009

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

25


-

analytisch vermogen ambachtelijk vermogen ondernemerschap h. omgevingsgerichtheid lerend vermogen reflectief vermogen innovatief vermogen organiserend vermogen methodisch en reflectief handelen

Topics: - De persoonlijke drijfveren en achtergrond voor het volgen van een kunstopleiding en doorstromen naar een hbo kunstvakopleiding. - Ervaringen op het gebied van kunst/expressie tijdens de opleiding, binnen- en buitenschools. (actief, productief, receptief en reflectief) - Verworven competenties en oordeel over de mbo opleiding Artiest. - De keuze en de totstandkomen daarvan voor een vervolgopleiding. - Verwachtingen en perspectieven binnen de hbo vervolgopleiding. Interview leidraad / vragen: De persoonlijke drijfveren en achtergrond voor het volgen van een kunstopleiding en doorstromen naar een hbo kunstvakopleiding. - Wat is je droom? (passie binnen het uitvoerend veld van de schone kunsten) - Waarom heb je toen destijds voor de opleiding mbo-Artiest gekozen? - Hoe ben je gestimuleerd/beïnvloed om deze richting te kiezen? - Geef eens in vijf steekwoorden aan wat kunst/expressie voor je betekent? - Hoe denken je ouders over kunst en cultuur? - Hoe denken je ouders over je beroepskeuze? - Hoe denk je zelf over je beroepskeuze? Ervaringen op het gebied van kunst/expressie tijdens de opleiding, binnen- en buitenschools. (actief, productief, receptief en reflectief) - Met welke kunstvakken ben je actief bezig geweest voordat je mbo-Artiest ging doen? - En hoe? - Wat doe je zoal aan kunst/expressie in je vrije tijd. - Welke stages heb je tijdens je opleiding gelopen? - Welke werkervaring heb je hierin opgedaan? - Wat is je meest inspirerende ʻkunstʼ ervaring geweest het afgelopen jaar? - Kan je een ʻkunst-succesjeʼ noemen die je hebt gehad? Verworven competenties en oordeel over de mbo opleiding Artiest. - Geef eens in vijf steekwoorden aan wat je de drie afgelopen jaren hebt geleerd? - Vertaal dit in competenties die je in je opleiding en stage hebt opgedaan? - Als je nu moet kiezen voor een mbo opleiding, welke opleiding zou je dan gekozen hebben en waarom? - Wat zou je missen als je van deze opleiding af bent? - Wat absoluut niet? De keuze en de totstandkomen daarvan voor een vervolgopleiding. - Hoe heb je je georiënteerd op de vervolgopleiding van jouw keuze? - Hoe ga je je voorbereiden op de toelatingsgesprekken, audities en opdrachten? - Hoe belangrijk is het voor jou om een hbo-diploma te halen? - Hoe schat jij je kans in om aangenomen te worden? Verwachtingen en perspectieven binnen de hbo vervolgopleiding. - Welke competenties denk je op te doen in je vervolg opleiding? (Wat is de meerwaarde hiervan voor jouw vakbekwaamheid?) - Wat heb je hier voor over? - Stel dat je niet aangenomen wordt, wat ga je dan doen?

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

26


BIJLAGE 2 INTERVIEW LEIDRAAD Onderzoeksvragen: - Wat is de motivatie van studenten mbo-Artiest om door te stromen naar het hbo-kunstonderwijs? - Wat zijn de verwachtingen over de toekomstige opleiding die zij hebben gekozen? - Hoe zien zij hun perspectieven na deze vervolgopleiding? Gegevens respondent: - Naam - Leeftijd - M/V - Woonplaats - Naam/richting mbo-opleiding - Wat is de vooropleiding voor mbo gevolgd - Afstudeerrichting - Gekozen vervolgopleiding hbo-kunstvak-onderwijs Vragen: 1.! Wat doe je zoal op het gebied van de de kunst/expressie buiten in je vrije tijd, buiten ! je opleiding tot Artiest? Doorvragen: oriënteren op, verdiepen in kunst en expressie (reflectief), bezoeken van tentoonstellingen, theater, concert (receptief), zelf thuis kunst maken, muziek, dans theater, alleen, met wie, waar (actief, productief), wie inspireert je, meest inspirerende ʻkunstervaringʼ het laatste jaar, ʻkunst-succesjeʼ? 2.! Waarom heb je toen destijds voor de opleiding mbo-Artiest gekozen? Doorvragen: wie/wat stimuleerde, welk kunstvakken actief voor mbo-Artiest, persoonlijke interesses? 3.! Wat biedt, heeft de mbo-Artiest jouw geboden? Doorvragen: wat geleerd, welke competenties, stages tijdens opleiding, welke werkervaring hierin opgedaan? 4.! Waarom heb je gekozen om door te studeren aan een hbo-kunst-! vervolgopleiding? Doorvragen: hoe belangrijk hbo diploma, competenties, verwachtingen, intrinsiek, extrinsiek, stimulans? 5.! Oriëntatie hbo-kunstopleiding Doorvragen: welke, waarom juist die, voorbereiding op toelatingsgesprekken, audities en opdrachten, aanvullende (anticiperende) opdrachten, stimulans vanuit ROC?, welke inspanningen, wat er voor over te hebben, hoever ga je? 6. ! Perspectieven na de gevolgde hbo-kunstopleiding Doorvragen: welke competenties, meerwaarde voor vakbekwaamheid? 7. !

Wat droom je te bereiken als kunstenaar?

8. !

heb je nog vragen, of opmerkingen?

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

27


BIJLAGE 3: KERNTHEMA始S, THEMA始S EN LABELS

Kernthema motivatie

Thema vrije tijd

Labels wedstrijd theater (actief) theater (receptief) passie zelfvertrouwen talent

ouders

stimulans nuchterheid/realiteitszin toekomst sociale factoren

peers

inspiratie begrip

huidige opleiding

stimulans praktisch zelfreflectie begeleiding persoonlijke ontwikkeling attitude ori毛ntatie hbo

perspectief (hbo)

verwachting

inhoud theorie specialisatie verdieping zelfstandigheid uitdaging uitvoerend artiest docent

meerwaarde

beroepsperspectief vakbekwaamheid artistiek

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

28


Bijlage 4: ! categorieĂŤn ! ! respondenten

respondenten mbo-artiest

vrije tijd, actief

ĂŠĂŠn activiteit

meerdere activiteiten

vrije tijd, reflectief

- incidenteel - afhankelijk van peers

regelmatig - gelijkgestemde peers

- respondent thuiswonend

- respondent uitwonend - belang hechten aan nuchterheid en realiteitszin

- vrienden uit middelbare schooltijd - enige met kunstopleiding

peers, peergroup belangrijk voor reflectie

ouders

peers

huidige opleiding

- diploma geen waarde - vooropleiding hbo - gegroeid in persoonlijke ontwikkeling

docenten opleiding keuze vervolgopleiding

verwachting vervolgopleiding

relevantie arbeidsmarkt

Onderzoeksrapport Motivatie mbo-Artiest naar hbo kunst!

opleiding gericht op podiumkunsten uitvoerend artiest

- verdieping - specialisatie - status - opleiden tot professional

- vergroot kans op werk - meetellen - lesbevoegdheid 29


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.