Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

Page 1

Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector Onderzoek onder culturele instellingen, kunstenaars, makers en cultureel ondernemers en Brabanders



Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector Onderzoek onder culturele instellingen, kunstenaars, makers en cultureel ondernemers en Brabanders Henk Vinken Britte van Dalen Bo Broers

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants


Colofon Deze publicatie is een tusseneditie van de tweejaarlijkse monitor Waarde van cultuur, waarvan de meest recente editie verscheen in 2020. Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants hebben dit onderzoek verricht in opdracht van

Auteur(s) Henk Vinken Britte van Dalen Bo Broers Met dank aan Daphne van de Ven en Sophie de Jong Publicatienummer 201029-1 Datum maart 2021

© 2021 Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants Het auteursrecht van deze publicatie berust bij Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants. Gehele of gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld. Vermenigvuldiging en publicatie in een andere vorm dan dit rapport is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van Het PON & Telo en Pyrrhula Research Consultants. Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld, kan Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten. Meer informatie www.hetpon-telos.nl www.henkvinken.nl

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Colofon


Inhoudsopgave 1

Inleiding Opzet onderzoek en opbouw rapport Leeswijzer

1 1 3

2

Conclusies en inzichten

4

3

Cultureel kapitaal Wat is er landelijk al bekend over de gevolgen voor de culturele infrastructuur? Inzichten cultuursector breed Inzichten binnen specifieke disciplines Online initiatieven in Brabant Hoe staat de Brabantse cultuursector ervoor? Wie deden er mee aan ons onderzoek? Impact van de coronacrisis Aanbod Kansen en nieuwe samenwerkingen Zorgen en scenario’s Behoeften Bevindingen online gesprek via een research community Initiatief in coronatijd: Effenaar Smart Venue

8 8 8 9 11 12 12 13 16 17 18 20 21 24

Sociaal kapitaal Inzichten over cultuurbezoek Inzichten over cultuurbeoefening Inzichten over ondersteuning van de cultuursector door het publiek Hoe gaat het met bezoek en beoefening in Brabant? Algemeen: Vrijetijdsbesteding in tijden van de coronacrisis De Brabander als cultuurbezoeker tijdens de coronacrisis De Brabander als cultuurbeoefenaar tijdens de coronacrisis De Brabanders als ondersteuner van cultuur tijdens de coronacrisis Gemis en zorgen om de sector Verdieping: Brabantse cultuurtypen tijdens de coronacrisis onder de loep Bevindingen online gesprek via een research community Initiatief in coronatijd: Jazzwerkplaats Den Bosch

27 27 28 29 30 30 31 35 36 37 38 41 44

Economisch kapitaal Wat is er landelijk al bekend over de economische gevolgen voor de cultuursector? Inzichten binnen de specifieke disciplines Overzicht gebruik van landelijke steunmaatregelen Hoe staat de Brabantse cultuursector ervoor? Verwachte jaaromzet en kosten Financiële schade Genomen maatregelen in het kader van coronacrisis

47

3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6

4 4.1.1 4.1.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.2.6

5

5.1.1 5.1.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Inhoudsopgave

47 48 50 51 51 55 56


5.2.4 Steun Bevindingen online gesprek via een online research community Initiatief in coronatijd: Kaapstad Tilburg

57 59 63

6

66

Tot slot

Bijlage A Onderzoeksverantwoording Vragenlijstonderzoeken 6.1.1 Vragenlijst culturele instellingen en kunstenaars 6.1.2 Vragenlijst Brabanders Online research community Interviews

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Inhoudsopgave

68 68 68 72 73 74


1

Inleiding De coronacrisis houdt de samenleving al bijna een jaar bezig. Corona heeft op veel verschillende aspecten van ons dagelijks leven een grote invloed. Zo ook op kunst en cultuur. Voor kunstenaars, culturele organisaties en instellingen heeft de situatie als gevolg van het virus misschien wel de meeste impact. Maar ook is de invloed groot voor iedere Brabander, van jong tot oud, die graag cultuur bezoekt of zelf beoefent. Het bezoeken en genieten van een mooie voorstelling, inspirerende film of concert zat er aan het begin van de coronacrisis en in de afgelopen maanden niet in. In de zomermaanden van 2020 kon er iets meer, maar wel met in achtneming van de maatregelen. Ook cultuurbeoefening lag stil of ging in aangepaste vorm door. Zingen in een koor, theaterspelen of het volgen van een schildercursus kon niet doorgaan op de manier zoals dat altijd kon. De maatregelen die zijn getroffen om de verspreiding van COVID-19 tegen te gaan, hebben de culturele sector hard geraakt. Maar wat zijn precies de gevolgen voor de sector in Noord-Brabant? En hoe ervaren Brabanders cultuurbezoek en beoefening tijdens de coronacrisis? De eerste inzichten die er zijn, geven een indruk van de situatie op dat moment. De situatie rondom het coronavirus en de getroffen maatregelen en adviezen van de verschillende overheden zijn zeer veranderlijk. Er lopen vanuit de landelijke kennisinstituten initiatieven om de gevolgen van de coronacrisis beter in beeld te krijgen. Zo houdt de Boekmanstichting op een speciale pagina publicaties bij waarin over de gevolgen van het coronavirus bericht wordt. Ook in verschillende steden en regio’s worden de effecten (op verschillende wijzen) gemonitord. Specifiek voor de Brabantse cultuursector krijgt Kunstloc Brabant via het impactloket een eerste, maar onvolledig inzicht in de consequenties voor de sector. Om een goed beeld te krijgen van de gevolgen van het coronavirus voor de Brabantse cultuursector is door Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants, in opdracht van Kunstloc Brabant, nader onderzoek gedaan. In dit rapport doen we verslag van dit onderzoek. Het onderzoek vond plaats van september 2020 tot en met januari 2021. Het vragenlijstonderzoek stond uit in november en het online gesprek via een ‘research community’ is in januari 2021 gevoerd. Dit betekent dat de effecten van de huidige lockdown goeddeels buiten dit onderzoek vallen. Bij het interpreteren van de resultaten is het belangrijk om met dit gegeven rekening te houden.

Opzet onderzoek en opbouw rapport Ons ‘Corona-onderzoek’ sluit aan bij de opzet van de tweejaarlijkse rapportage Waarde van cultuur.1 De Waarde van cultuur is een herhaalde momentopname over de staat van cultuur in Brabant. Het biedt inzicht in belangrijke trends en het voedt gedachten over de toekomst van cultuur in de provincie Noord-Brabant. Om de effecten van de coronacrisis in relatie te kunnen brengen met de meerjarige ontwikkeling van de Brabantse culturele sector, heeft

1

Waarde van Cultuur (2020) Het PON & Telos, Pyrrhula Research Consultants, de Boekmanstichting, Kunstloc Brabant. Te vinden via: https://regioprofielbrabant.nl/waarde-van-cultuur/2020/ Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

1


Kunstloc Brabant gevraagd om deze tussentijdse update in lijn te brengen met de Waarde van Cultuur. Dit betekent concreet dat we de situatie rondom de coronacrisis bezien vanuit de drie kapitalen:   

Cultureel kapitaal: Wat zijn de gevolgen voor de culturele infrastructuur, het cultureel aanbod en de makers? Sociaal kapitaal: Wat zijn de maatschappelijke effecten van de maatregelen in de cultuursector? Economisch kapitaal: Wat zijn de economische gevolgen voor de cultuursector?

Om antwoord te kunnen geven op deze vragen, zetten we verschillende stappen in het onderzoek. De resultaten van deze stappen komen in ieder kapitaal terug. 1.

Wat is er al bekend?

Ieder kapitaal starten we met een verzameling van (landelijke) cijfers en feiten over de gevolgen van de coronacrisis voor de cultuursector. In de periode oktober 2020 - januari 2021 hebben we informatie over wat er landelijk bekend is verzameld en geprobeerd te duiden. De opbrengst geeft een globaal beeld van hoe de cultuursector in Nederland er in zijn geheel voor staat. Per kapitaal presenteren we informatie die voor dat kapitaal relevant is. Hierna zoomen we per kapitaal in op de situatie in Noord-Brabant. Hiervoor hebben we zelf onderzoek verricht. 2.

Hoe staat de Brabantse cultuursector voor?

We hebben culturele instellingen en organisaties bevraagd via vragenlijstonderzoek. Net als professionele kunstenaars, makers en cultureel ondernemers. In november 2020 hebben we de resultaten opgehaald. De resultaten van dit onderzoek komen aan bod in het Cultureel en Economisch kapitaal. 76 culturele instellingen/organisaties en 136 professionele kunstenaars/ makers/cultureel ondernemers vulden onze vragenlijst in. In verband met de leesbaarheid van de resultaten kiezen we ervoor om in de rest van de rapportage te spreken over culturele instellingen en kunstenaars. We hebben Brabanders bevraagd via vragenlijstonderzoek. In november 2020 hebben we de resultaten opgehaald. De resultaten van dit onderzoek komen aan bod in het Sociaal kapitaal. Ruim 1.900 Brabanders vulden onze vragenlijst in.

3.

Online gesprek via een Research Community

In januari 2021 zijn we via een online research community met 35 vertegenwoordigers van culturele instellingen/organisaties, zelfstandige kunstenaars, makers, cultureel ondernemers en vertegenwoordigers van ondersteunende organisaties online in gesprek gegaan om resultaten uit het vragenlijstonderzoek te verdiepen. Dit online gesprek liep van maandag 11 tot en met maandag 18 januari 2021. De resultaten van dit verdiepende gesprek komen in ieder kapitaal aan bod. Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

2


Meer informatie over de opzet van onze onderzoeken en achtergrond van de respondenten leest u in de bijlage Onderzoeksverantwoording. 4.

Initiatieven tijdens de coronacrisis

We sluiten ieder kapitaal af met een schets van het verhaal van een culturele instelling of organisatie en hun initiatieven in coronatijd. Dit doen we op basis van een interview met een vertegenwoordiger van zo’n instelling of organisatie. Voor Cultureel kapitaal spraken we met Effenaar Smart Venues in Eindhoven. Digitale experimenten met muziekaanbod staan hier centraal. Voor Sociaal kapitaal zijn we met de Jazzwerkplaats in ‘sHertogenbosch in gesprek gegaan, een werkplaats die zich tot opdracht stelt om mensen met elkaar te verbinden. Voor Economisch kapitaal is gesproken met de initiatiefnemer van Kaapstad in Tilburg. Het bedrijfsleven en (uiteindelijk) de gemeente hebben een belangrijke ondersteunde rol gespeeld, ook tijdens de coronatijd. De verhalen laten zien hoe voor en tijdens corona vernieuwend aanbod, contact met publiek en relaties met het bedrijfsleven en overheden bij alle drie initiatieven met elkaar verbonden zijn.

Leeswijzer In dit rapport leest u eerst onze conclusies en inzichten. We presenteren de conclusies per kapitaal en alles overziend. Vervolgens leest u in hoofdstuk 3 bevindingen in het Cultureel kapitaal, in hoofdstuk 4 in het Sociaal kapitaal en in hoofdstuk 5 in van het Economisch kapitaal. We sluiten af met een blik op de toekomst van deelnemers aan het online gesprek in de research community. Naast deze rapportage is er een Bijlage ‘Tabellenrapport Gevolgen van de coronacrisis voor de cultuursector in Brabant’. In deze bijlage vindt u alle resultaten van onze vragenlijstonderzoeken. Noot: in verband met de leesbaarheid van het rapport spreken we over culturele instellingen (culturele instellingen en organisaties) en kunstenaars (kunstenaars, makers en cultureel ondernemers) in onze beschrijvingen.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

3


2

Conclusies en inzichten We starten in dit rapport met de conclusies en inzichten per kapitaal en sluiten af met een korte reflectie. In de opeenvolgende hoofdstukken leest u alle bevindingen. Het Cultureel kapitaal laat ons zien dat: 

… de cultuursector hard getroffen is door de coronacrisis. Landelijke ramingen van het Centraal Planbureau voorspellen dat het aandeel bedrijven dat failliet gaat in 2020-2021 vooral toeneemt in de sectoren cultuur, sport en recreatie en horeca. De verwachting was in september dat zo’n bijna 23 procent binnen de eerstgenoemde sector failliet gaat, terwijl deze verwachting zonder de coronacrisis op 10 procent lag. Van alle sectoren lijkt de impact van de coronacrisis op het aantal faillissementen het grootst te zijn voor deze sector. Daarbij moet worden opgemerkt dat de ramingen zijn gemaakt in de zomerperiode. De zware maatregelen die na de zomerperiode getroffen zijn, zullen naar verwachting voor een nog minder gunstige uitkomst zorgen. Brabantse instellingen hebben te maken met het wegblijven van de publiek en derving van omzet. Voor kunstenaars vallen vraag en opdrachten weg. Het cultureel kapitaal van de culturele sector in Noord-Brabant is in 2020 sterk verzwakt. … de coronacrisis normale bedrijfsvoering lastig maakt. De maatregelen hebben direct invloed op het aanbod en de vraag. Voorstellingen zijn verzet of geannuleerd of konden in de zomerperiode doorgaan in aangepaste vorm voor een kleiner gezelschap. Het aanbieden van goede kwaliteit binnen de maatregelen en het telkens opnieuw organiseren vergt energie, flexibiliteit en tijd. In het gesprek in de community met Brabantse culturele organisaties en zelfstandigen wordt aandacht gevraagd voor de kwetsbaarheid van kunstenaars en makers. Voorstellingen en performances worden verzet en in sommige gevallen helemaal geannuleerd. Investeringen en voorbereidingen vallen hiermee deels weg. Regelmatig is er goed overleg tussen de instellingen en kunstenaar(s), maar lang niet altijd. Sommige lokale overheden spannen zich volgens instellingen de kunstenaars extra en proactief in, andere worden als te traag en voornamelijk responsief ervaren. … culturele instellingen en kunstenaars tijdens de coronacrisis op allerlei manieren bezig zijn om alternatief aanbod te ontwikkelen. De coronacrisis laat de creativiteit en veerkracht van de cultuursector zien. Er worden allerlei interactieve manieren bedacht om Brabanders en mensen van buiten Brabant cultuur te bieden. De meerderheid van de culturele instellingen is met aangepast aanbod bezig, kunstenaars ook, zij het in iets minder mate. Het gaat vooral om bestaand aanbod dat is aangepast: door uit te wijken naar alternatieve locaties of meerdere keren te spelen voor kleinere groepen mensen. Naast het aanbod dat wordt aangepast, wordt de tijd ook gebruikt voor bezinning en ontwikkeling van nieuw werk. Sommige instellingen experimenteren met digitaal aanbod en een andere ‘live beleving’. Voorlopig wordt daar geen geld mee verdient. Voor grote deelsectoren is ‘online’ ook geen alternatief en ligt het aanbod stil.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

4


… een aantal kunstenaars en (medewerkers van) culturele instellingen in Brabant door de coronacrisis (ook) buiten de eigen discipline en/of sector zijn gaan werken. Uit de community blijkt dat een deel van de kunstenaars inteert op reserves en leeft van het inkomen van een partner. Toch is de financiële nood voor een deel van de kunstenaars te groot, waardoor ze tijdelijk een bijbaan hebben gezocht buiten de cultuursector. Dit betekent dat ontwikkeling op cultureel vlak voor hen en voor hun publiek (tijdelijk) ten dele stil ligt.

Het Sociaal kapitaal laat ons zien dat: 

… circa twee derde van de Brabanders culturele activiteiten en/of uitstapjes heeft moeten laten schieten door de coronacrisis. Dit gaat zowel om culturele activiteiten waar men al een kaartje voor had gekocht, of activiteiten die men doorgaans onderneemt en nu niet door konden gaan. 40 procent van de Brabanders vindt het (heel) erg dat culturele activiteiten niet konden doorgaan. Bijna de helft van de Brabanders kan niet wachten tot ze weer fysieke culturele activiteiten kunnen ondernemen. … bijna twee derde het erg vindt als initiatieven en gezelschappen door de coronacrisis failliet zouden gaan. Ruim de helft van de Brabanders maakt zich zorgen over de culturele sector. Dit is vergelijkbaar met de landelijke cijfers: ook daar bijna twee derde die zich zorgen maakt over de toekomst van culturele instellingen. … Brabanders die wel live cultuur bezochten hier in grote mate positief over waren. Bezoek is anders dan anders, maar binnen de beperkingen waardeert men live cultuurbezoek zeer. Online is er ook meer cultuur bezocht. Een derde van de Brabanders heeft een of meerdere vormen van cultuur online bezocht tijdens de coronacrisis. Meestal gaat het wel om gratis bezoek. 8 procent van de bezoekers is bereid om (meer) te betalen voor het online bezoek. Ook hieruit blijkt dat online voorlopig geen bijdrage levert aan het versterken van het verdienvermogen van de sector. … er ook minder cultuur wordt beoefend tijdens de coronacrisis dan in het ‘normale’ jaar ervoor. Met name vormen van cultuurbeoefening die in groepsverband worden gedaan, zoals theater en muziek maken, worden minder vaak gedaan. Bijna een derde van de Brabanders is door de coronacrisis iets anders gaan doen op het gebied van cultuurbeoefening: 4 procent is iets nieuws gaan doen, 8 procent is hetgeen zij deden op een andere manier gaan doen en 14 procent geeft aan dat wat zij voorheen deden nu niet meer doen. Zowel voor als tijdens de coronacrisis wordt er weinig aan online cultuurbeoefening gedaan. We zien wel een toename in het volgen van online lessen. … meer Brabanders de cultuursector ondersteunen dan voor de coronacrisis. Voor de coronacrisis steunde zo’n een op de vijf Brabanders de cultuursector, tijdens de coronacrisis steeg dit aandeel naar 27 procent. Ook hieruit blijkt het grote draagvlak voor cultuur onder de Brabanders. Bezoek valt weg, beoefening ook, maar vanuit het publiek wordt meer ondersteuning geboden. Het gaat vaak om het doorbetalen van contributies of het niet terugvorderen van al gekochte kaartjes. De financiële impact van de ondersteuning is daarom zeer bescheiden.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

5


Het Economisch kapitaal laat ons zien dat: 

… de cultuursector in economisch, financieel opzicht hard wordt geraakt. Landelijke cijfers van het CBS van november 2020 laten zien dat de toegevoegde waarde van de sector cultuur, recreatie en overige diensten in het tweede kwartaal van 2020 daalt met 37 procent en in het derde kwartaal met 24 procent. 66 procent van de zzp’ers had in het tweede kwartaal van 2020 te maken met omzetdaling (68 procent omzetdaling gemiddeld) en 56 procent in het derde kwartaal (65 procent omzetdaling gemiddeld) ten opzichte van een jaar eerder. … culturele instellingen en kunstenaars in Brabant omzet mislopen, terwijl de kosten doorlopen. Zes op de tien culturele instellingen en zeven op de tien kunstenaars verwachten in 2020 minder dan 70 procent van hun omzet te behalen. De helft van de culturele instellingen en kunstenaars verwacht daarentegen 70 procent of meer van de normale kosten te hebben. Instellingen lopen relatief meer omzet mis, dan dat zij op kosten kunnen besparen. Ze hebben minder publieksinkomsten, vaste lasten doorlopen door en er moeten ook nieuwe kosten worden gemaakt door de aanpassingen. Op variabele kosten wordt bespaard. Zo ook op de inzet van freelancers of zzp’ers. Dit laat de kwetsbare positie van zelfstandigen zien. Opdrachten voor kunstenaars, makers en cultureel ondernemers vallen weg en werk wordt maar ten dele verzet. Vaste lasten zoals de huur van een werkruimte en verzekering lopen daarentegen door. … circa drie kwart van de culturele instellingen en 80 procent van de kunstenaars te maken heeft met financiële schade tot het derde kwartaal van 2020. De bedragen zijn zeer divers. De bedragen van de meeste kunstenaars liggen in de lijn der verwachtingen lager dan bij culturele instellingen. Ruim een kwart van de culturele instellingen en kunstenaars komt in de financiële problemen. Die inschatting is gebaseerd op de eerste drie kwartalen van 2020. Ook hiervoor geldt dat de situatie voor een deel van de culturele instellingen en kunstenaars mogelijk nog precairder is door de aangescherpte maatregelen in het vierde kwartaal van 2020. … circa de helft van de culturele instellingen aanspraak heeft gemaakt op een of meerdere landelijke steunmaatregelen tegen circa een derde van de kunstenaars. 10 instellingen (13 procent) gaven aan wel steun nodig te hebben, maar hiervoor niet in aanmerking te komen. Dit geldt voor een kwart van de kunstenaars. Ook in de community werd duidelijk zichtbaar dat met name de kunstenaars en kunstprofessionals hebben moeten teren op reserves of inkomen van een partner. Indien nodig hebben de meesten aanspraak kunnen maken op de eerste TOZO, daarna niet meer in verband met de partnertoets. … de helft van de culturele instellingen en een kwart van de kunstenaars steun heeft gezocht bij anderen. Instellingen vaker bij gemeenten en collega instellingen, kunstenaars vaker bij familie en vrienden. Culturele instellingen en kunstenaars lichten toe met name financieel advies te hebben ingewonnen, maar ook advies over coronaprotocollen en het organiseren binnen de maatregelen.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

6


Ons onderzoek laat enerzijds de veerkracht van de cultuursector zien, maar zeker ook de kwetsbaarheid. Dit zien we in alle drie de kapitalen terug. Het cultureel kapitaal laat zien dat culturele ontwikkeling doorgaat, maar wel in minder mate doordat aanbod en opdrachten voor kunstenaars en gezelschappen uitgesteld wordt of wegvalt. Het sociaal kapitaal laat zien dat Brabanders minder aan cultuurbeoefening doen en dat ruim de helft zich zorgen maakt over de cultuursector. Juist zaken als ontspanning, plezier en gezelligheid met anderen missen mensen als het om cultuur gaat. Het economisch kapitaal laat zien dat de cultuursector harde klappen heeft gekregen als het gaat om hun financiële positie. Ten tijde van ons onderzoek gaf de helft van de culturele instellingen aan dat ze aan het overbruggen zijn, bijna een kwart zit in de overlevingsstand. Dit geldt voor een derde van de kunstenaars. Ons vragenlijstonderzoek onder culturele instellingen/organisaties en kunstenaars, makers en cultureel ondernemers vond plaats in november. Na deze periode zijn de maatregelen nog extra aangescherpt en zitten we sinds medio december 2020 weer in een volledige lockdown die zeker tot begin maart 2021 gaat duren. De resultaten van dit onderzoek zullen met dit gegeven moeten worden geïnterpreteerd. Instellingen en kunstenaars proberen alle ballen in de lucht te houden. Ze zijn zeker ‘niet brullend in een hoekje gaan zitten’, zoals een gesprekspartner dat uitdrukte. Desalniettemin trekt de coronacrisis diepe sporen in het Brabantse culturele veld. Alleen door een proactieve inzet van overheden en ondernemers die met instellingen en kunstenaars mee vooruitdenken, met hen in gesprek gaan en op basis daarvan gerichte steun verlenen kan het cultureel, sociaal en economisch kapitaal van de culturele sector van Noord-Brabant zich in 2021 herstellen.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

7


3

Cultureel kapitaal In de monitor Waarde van cultuur kijken we in het Cultureel kapitaal naar de culturele infrastructuur (de instellingen, organisaties en kunstenaars in Brabant) en het aanbod. We bezien gegevens die inzicht gegeven in de eigenstandige waarde en dynamiek van kunst en cultuur. De coronacrisis heeft grote gevolgen voor het (versterken van het) culturele kapitaal in Brabant. In dit kapitaal besteden we aandacht aan de gevolgen voor de culturele infrastructuur en het aanbod. Wat gebeurt er precies met het aanbod? Wordt aanbod uitgesteld, geannuleerd of is men ook met nieuw aanbod bezig? Als hoe groot wordt de impact door culturele instellingen en organisaties, kunstenaars en makers zelf ervaren?

Wat is er landelijk al bekend over de gevolgen voor de culturele infrastructuur? Noot: op verschillende plekken in het land wordt op dit moment onderzoek gedaan naar de gevolgen van de coronacrisis voor de cultuursector. Er is steeds meer bekend over de gevolgen van de coronacrisis, maar de informatie is veelal versnipperd. In deze paragraaf brengen we de feiten en cijfers uit deze recente (landelijke) onderzoeken in een beknopt overzicht bij elkaar. We proberen een globaal beeld te geven van hoe de cultuursector er in zijn geheel én binnen de verschillende disciplines voor staan. De informatie hebben we verzameld vanaf september 2020 tot en met januari 2021. Dit betekent dat resultaten inmiddels alweer ingehaald kunnen zijn door nieuwe ontwikkelingen. We presenteren de meest recente gegevens waarover we op dat moment beschikken. 3.1.1

Inzichten cultuursector breed Faillissementen nemen met name toe in de sectoren cultuur, sport en recreatie en horeca Het Centraal Planbureau verwacht dat het aandeel bedrijven dat failliet gaat in 2020-2021 vooral toeneemt in de sectoren cultuur, sport en recreatie en horeca. Deze sectoren kampen ook met de grootste solvabiliteitsproblemen.2 De steunpakketten van de overheid zorgen echter voor een beperktere toename van het aantal faillissementen en solvabiliteitsproblemen. Toch verwacht het CPB dat in 2021 in de sector cultuur, sport en recreatie bijna 23 procent van de bedrijven failliet gaat. Zonder de coronacrisis ligt deze verwachting op 10 procent.3 Het verschil tussen de verwachting mèt en zonder de coronacrisis is voor de sector cultuur, sport en recreatie ten opzichte van de andere sectoren het grootst (bijna 13 procent verschil ten opzichte van 3 procent verschil gemiddeld). Deze publicatie is verschenen in september 2020. De berekeningen van het CPB zijn gebaseerd op een update in juli op de basisraming van Panteia (2020) en nationale berekeningen. Omdat de overheid na de zomerperiode van 2020 opnieuw maatregelen trof die van invloed waren op de culturele sector, zijn de verwachtingen mogelijk nog iets 2

De solvabiliteit geeft aan of een organisatie in staat is om op korte en lange termijn aan haar betalings- en aflossingsverplichtingen te voldoen. 3 Figuur 2: Eigen berekeningen CPB op basis van CBS-microdata. in Centraal Planbureau (2020). De gevolgen van de coronacrisis voor Nederlandse bedrijven en banken. September, 2020. Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

8


negatiever van aard. Culturele locaties moesten van 2 tot en met 18 november 2020 opnieuw twee weken lang hun deuren sluiten voor bezoekers. Op 14 december 2020 zijn de maatregelen opnieuw stevig aangescherpt en bleven onder andere bibliotheken, theaters, concertlocaties, bioscopen en musea tenminste tot en met 15 maart 2021 gesloten. Hoe hoger de publieksinkomsten, hoe moeilijker organisaties het hebben Een onderzoek onder culturele instellingen in Utrecht, uit september 2020, laat zien dat de sector als geheel in zwaar weer lijkt te zitten, maar dat individuele organisaties verwachten het jaar 2020 door te komen door gebruik te maken van de verschillende regelingen én door de nodige inventiviteit.4 Dit onderzoek bevestigt daarbij het landelijke beeld: hoe groter het aandeel publieksinkomsten in de totale omzet, hoe moeilijker organisaties het hebben. Openbare bibliotheken en BIS-gezelschappen ervaren weinig financiële problemen, podia en festivals des te meer, vooral de (meer) commerciële organisaties daarbinnen. De coronacrisis raakt kunstenaars hard Hetzelfde Utrechtse onderzoek laat zien dat veel kunstenaars niet alleen werk en inkomen, maar ook zingeving kwijt zijn. Het gaat hierbij niet alleen om kunstenaars, makers of cultureel ondernemers zelf, maar ook om technici, toeleveranciers en ondersteuners. Zij zijn sinds maart 2020 niet in staat om hun beroep voldoende uit te oefenen en zodoende een inkomen te genereren. Het landelijke beeld is dan ook dat het financiële probleem van de coronacrisis daarmee voor een aanzienlijk deel op de schouders van de kunstenaars rust. Een onderzoek onder poppodia aangesloten bij VNPF5, benadrukt dat naast dat poppodia zelf hard geraakt worden, ook zzp’ers, artiesten en tussenpersonen grote klappen krijgen in deze crisis. Poppodia hebben vanaf maart direct zoveel mogelijk bezuinigd op leveranciers, de flexibele schil en andere kosten. Het lijkt erop dat deze ontwikkelingen er ook voor zorgen dat een deel van de zzp’ers genoodzaakt is om buiten de sector werk te vinden. Het onderzoek Survey on Stage6, onder 1.525 zzp’ers die werkzaam zijn in de podiumkunsten, laat zien dat 40 procent van hen de situatie leidt tot het gevoel genoodzaakt te zijn buiten de sector werk te vinden. 27 procent van de respondenten in dit onderzoek overweegt omscholing of is reeds omgeschoold. Hierbij moet worden opgemerkt dat de resultaten van dit onderzoek niet representatief zijn voor de gehele podiumkunsten, vanwege de hoge deelname van muzikanten. 3.1.2

Inzichten binnen specifieke disciplines Naast dat we gevolgen van de coronacrisis zien die gelden voor de totale cultuursector, zijn er in de afgelopen periode ook een aantal ontwikkelingen in onderzoeken beschreven die gelden voor specifieke disciplines. We hebben geprobeerd om zoveel mogelijk informatie over disciplines te verzamelen. Ook hierbij geldt dat sommige resultaten vrij recent zijn en

4

Berenschot (2020). Noodsteun voor Utrechtse culturele instellingen. September, 2020. 5 Crabbendam, Y. et al. (2020). Poppodia in tijden van COVID-19. Omzetverlies en tekorten vanwege de coronacrisis in 2020. DSP-groep. Juli, 2020. 6 Niels, M. & van de Woerd, M. (2020) Survey on Stage. Een onderzoek naar de verborgen pijn van zzp’ers in de podiumkunsten. Juni, 2020. Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

9


andere resultaten al van enkele maanden geleden zijn. We streven ernaar om een zo’n recent mogelijk beeld van de situatie te geven. Poppodia hebben te weinig capaciteit om concerten nog rendabel te organiseren. Ook moet een deel van de poppodia reorganiseren om te kunnen blijven bestaan Het eerder genoemde onderzoek onder poppodia aangesloten bij VNPF, uit juli 2020, toont aan dat een flink deel van de poppodia aangeeft dat als de huidige situatie tot ver in 2021 doorzet, de financiële situatie onhoudbaar voor hen wordt.7 Ze geven wel aan te blijven werken aan nieuwe vormen van programmering en distributie. Door de 1,5 metermaatregel hebben de poppodia echter te weinig capaciteit om concerten rendabel te kunnen organiseren. Ook moeten er extra kosten worden gemaakt voor protocollen om aan de maatregelen te kunnen blijven voldoen. Ten tijde van het schrijven van deze rapportage waren de poppodia helemaal gesloten voor publiek. Omdat poppodia, deels gesubsidieerd worden, maar vooral afhankelijk zijn van directe inkomsten van bezoekers hakt de coronacrisis zeer stevig in op de financiële positie van poppodia. Dit heeft als gevolg dat verschillende poppodia gedwongen zijn te reorganiseren en zodoende te sparen op personeelskosten. Door tijdelijke arbeidsovereenkomsten te ontbinden en over te gaan tot ontslag van een deel van het personeel. De meeste musea hebben 2020 doorstaan. Wel zijn met name tijdelijke, maar ook een deel van de vaste, banen verloren gegaan Minder publiek gerelateerde inkomsten hebben de meeste impact op de bedrijfsvoering van musea. In april 2020 zag het er volgens onderzoek van de Museumvereniging nog naar uit dat een kwart van de musea dat jaar zou omvallen. Toch blijkt nu uit het meest recente onderzoek van de Museumvereniging8 dat de meeste musea 2020 alsnog hebben doorstaan. Door noodsteun, kostenbesparing en door het bijsturen van de tentoonstellingskalender en aanpassingen aan de 1,5 meter. Uit een enquête die door ruim 250 musea in december/begin januari is ingevuld, blijkt dat 30,5 procent tijdelijke contracten niet heeft verlengd. 23,5 procent verwacht in de nabije toekomst tijdelijke contracten niet te verlengen, waardoor het banenverlies nog verder zal oplopen. Een klein deel van de musea (10 procent) meldt ook dat ze vaste medewerkers hebben ontslagen. Ze verwachten dat er financieel nog een zware periode aankomt, omdat de bezoekersbeperkingen naar verwachting nog tot het najaar van 2021 zullen duren. Ontwerpers: werk gaat deels door – al dan niet in een andere vorm – of ligt deels stil Een onderzoek uit juli 2020 van Het Stedelijk Museum Amsterdam en de brancheorganisatie voor ontwerpers (BNO) laat zien dat de invloed van de coronacrisis voor ontwerpers divers is: voor 26 procent van de ruim 100 bevraagde ontwerpers ligt het werk stil, voor 44 procent ligt het deels stil en voor 30 procent gaat het werk door in een andere vorm. Van de ondervraagde ontwerpers vindt 79 procent dat zij tijdens de coronacrisis juist een rol kunnen spelen in het creëren van solidariteit en connectiviteit. De 7

Crabbendam, Y. et al. (2020). Poppodia in tijden van COVID-19. Omzetverlies en tekorten vanwege de coronacrisis in 2020. DSP-groep. Juli, 2020. 8 Musea voorlopig overeind, maar meer ontslagen. Nieuwsbericht 20 januari 2020, resultaten enquête onder aangesloten musea van 21 december tot en met 9 januari. Geraadpleegd via: https://www.museumvereniging.nl/museavoorlopig-overeind-maar-meer-ontslagen Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

10


helft van de bevraagde ontwerpers verwacht dat de coronacrisis op lange termijn het werk zal beïnvloeden en significant minder werk en inkomsten zal opleveren.9 Acteurs: werk valt weg en verschuift van theater naar ‘scherm’ Een onderzoek van januari 2021 onder de leden van ACT Acteursbelangen laat zien dat er veel werk is weggevallen voor acteurs.10 Audities, voorstellingen tot hele tournees zijn afgeblazen. De gewerkte uren als acteur daalde van gemiddeld 700 uur in 2019 naar 350 uur in 2020 (waarvan 140 vóór de coronacrisis), een halvering. In 2020 worden door acteurs meer uren worden gemaakt buiten het theater en meer in bioscoop-, tv-, ‘video on demand’- of overige producties (zoals stemmenwerk). 3.1.3

Online initiatieven in Brabant De Boekmanstichting houdt op haar website een overzicht bij van inspirerende ‘online’ initiatieven die ontstaan zijn tijdens de coronacrisis.11 Het gaat dus om nieuw innovatief aanbod in tijden van corona. Ook het LKCA houdt op haar website een overzicht bij van mooie initiatieven die ontstaan tijdens de coronacrisis.12 Een aantal van deze initiatieven zijn Brabants. Het overzicht is verre van volledig, maar laat zien dat er her en der in het land en dus ook binnen Brabant door kunstenaars en culturele instellingen initiatieven worden ontwikkeld om ondanks de coronacrisis passend cultureel aanbod te ontwikkelen.

9

Corona enquête Stedelijk Museum Amsterdam en BNO, juli 2020. Geraadpleegd via: https://www.stedelijk.nl/en/news/survey-by-StedelijkMuseumAmsterdamand-BNO 10 Vinken, H. & H. Mariën (2021) De ACT Corona Monitor 2020. Een odnerzoek onder de leen van ACT Acteursbelangen. Tilburg: HTH Research 11 https://www.boekman.nl/actualiteit/online-cultureel-initiatieven/ 12 https://www.lkca.nl/artikel/corona-initiatieven/ Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

11


Hoe staat de Brabantse cultuursector ervoor? Zoals eerder aangegeven, hebben we zelf onderzoek gedaan om te kijken wat de gevolgen van de coronacrisis zijn voor culturele instellingen en organisaties en professionele kunstenaars, makers en cultureel ondernemers in de provincie Noord-Brabant. 3.2.1

Wie deden er mee aan ons onderzoek? Voordat we de resultaten van het onderzoek presenteren, geven we een impressie van wie onze vragenlijst invulden. Meer informatie over de achtergrond van de respondenten leest u in de bijlage Onderzoeksverantwoording. 76 culturele instellingen en organisaties vulden onze vragenlijst in. Organisaties uit verschillende disciplines zijn vertegenwoordigd in het onderzoek. In figuur 1 hebben we een indeling gemaakt van verschillende type organisaties. Figuur 1 Respondenten culturele instellingen en organisaties – in aantallen

4 3

16

10 10 3

12 15

3

Producenten podiumkunsten

Visuele kunsten

Festivals

Musea

Poppodia

Overige podia

CKE/AK/Bibliotheken

Filmtheaters/bioscopen

Overig

135 professionele kunstenaars, makers en cultureel ondernemers vulden onze vragenlijst in. Ook hier zien we een verscheidenheid aan disciplines. Men kon aangeven in meerdere disciplines werkzaam te zijn: 50 procent van de respondenten is in twee of meer disciplines werkzaam. Het aandeel dat (ook) werkzaam is in de beeldende kunsten is sterk vertegenwoordigd in dit onderzoek. Bij het interpreteren van de resultaten dient hier rekening mee te worden gehouden. In tabel 1 vindt u een overzicht van de sectoren waarin respondenten werkzaam zijn.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

12


Tabel 1 Respondenten onderzoek professionele kunstenaars, makers en cultureel ondernemers. In welke sector bent u werkzaam? (Meerdere antwoorden mogelijk) Aantal Theater (repertoire, eigentijds, experimenteel, cabaret/kleinkunst, jeugd, etc.)

12

Dans (hedendaags, experimenteel, jeugd, urban, etc.)

3

Muziek (symfonische orkesten, klassieke ensembles, pop, jazz, eigentijds/hedendaags, wereldmuziek, jeugd, etc.)

24

Opera en muziektheater (incl. musical/operette)

4

Podiumkunsten divers (met multidisciplinair aanbod op gebied van muziek, theater, dans etc.)

27

Beeldende kunst (inclusief fotografie)

70

Nieuwe media (inclusief gaming)

7

Vormgeving en mode

13

Architectuur

2

Film

12

Erfgoed (Archeologie, historisch landschap, roerend, etc.)

5

Letteren (literatuur, poëzie)

7

Bibliotheken

2

Amateurkunst en cultuureducatie

30

Boven sectoraal (hoofddoel is multidisciplinair en niet in één bepaalde sector in te delen)

4

Anders

10

We hebben respondenten ook naar hun functie gevraagd. Ook hierbij kon men meerdere antwoorden aangeven. 76 procent van de respondenten is werkzaam in productie, 39 procent is (ook) werkzaam in presentatie en 40 procent is (ook) werkzaam op het gebied van kennisdeling en ontwikkeling. 3.2.2

Impact van de coronacrisis Dat de impact van de coronacrisis op de cultuursector groot is hadden we verwacht, maar precies hoe groot wisten we nog niet. Daarom hebben we culturele instellingen en kunstenaars uit Brabant gevraagd naar hun ervaringen met de coronacrisis. We hebben gevraagd hoe zij de impact van de coronacrisis op hun organisatie of praktijk ervaren. 82 procent van de Brabantse culturele instellingen ervaart de impact van de coronacrisis op hun organisatie tot nu toe als (zeer) groot. Dit geldt voor 68 procent van de kunstenaars. Het aandeel dat de impact als (zeer) klein ervaart is in beide gevallen 8 procent.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

13


Figuur 2 Hoe groot is de impact van de coronacrisis op uw organisatie/praktijk tot nu toe? in %

(Zeer) groot

68 11

Niet groot, niet klein

21

8 8

(Zeer) klein

Ik weet het (nog) niet

82

0 2

Culturele instellingen/organisaties (N=76) Professionele kunstenaars/makers/cultureel ondernemers (N=135)

Culturele instellingen hebben te maken met wegblijven van publiek en derving van de omzet De culturele instellingen die impact van de coronacrisis ervaren noemen met name de verplichte sluiting door maatregelen van de overheid (80 procent), (en dus) het wegblijven van publiek en bezoekers (80 procent) en derving van de omzet (79 procent). Ongeveer de helft van de organisaties heeft te maken met het wegvallen van vraag en opdrachten (53 procent) en vier op de tien (39 procent) met het sluiten van ontmoetings- en expositieruimten. Kunstenaars hebben te maken met het wegvallen van vraag en opdrachten Kunstenaars die impact ervaren noemen met name het wegvallen van vraag en opdrachten (67 procent), derving van omzet (54 procent), wegblijven van publiek en bezoekers (49 procent) en sluiten van ontmoetings-/ en expositieruimten (43 procent). Grote groepen hebben nu al een tekort aan financiële middelen 30 procent van de culturele instellingen heeft op het moment van uitzetten van de vragenlijst, november 2020, te maken met een tekort aan financiële middelen. Dit geldt voor 40 procent van de zelfstandige kunstenaars, makers en cultureel ondernemers. De coronacrisis maakt normale bedrijfsvoering lastig Culturele instellingen lichten toe dat het in deze tijd lastig is om normale bedrijfsvoering te kunnen doen. De maatregelen hebben direct invloed op het aanbod en de vraag. Aanbod is voor minder mensen toegankelijk door de 1,5 meter maatregelen en een maximumaantal bezoekers. Een deel van de bezoekers lijkt ook iets voorzichtiger vanwege de maatregelen. Podia, musea en theaters hebben te maken met minder inkomsten uit kaartverkoop, maar missen ook horeca en andere publieksinkomsten. De meeste festivals zijn noodgedwongen afgelast en hebben zodoende ook geen inkomsten. Ten tijde van de uitvoering van dit onderzoek waren culturele instellingen nog geopend voor publiek met inachtneming van de richtlijnen. Vanaf 14 december 2020 tot en tenminste 15 maart 2021 zijn theaters, Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

14


bibliotheken, bioscopen, podia voor alle genres van muziek, musea, muziekscholen, presentatie-instellingen en monumenten helemaal gesloten voor publiek13. Veel energie gestoken in het spelen op kleinere schaal, het steeds aanpassen en opnieuw plannen Podia en theaters hebben concerten en voorstellingen moeten uitstellen of afgelasten. Zowel voor culturele gezelschappen als podia en theaters geldt dat ze te maken hebben met derving aan omzet doordat opdrachten, projecten en voorstellingen niet door kunnen gaan, worden verzet of enkel in een klein gezelschap kunnen plaatsvinden vanwege de coronamaatregelen. Het organiseren van een concert of voorstelling binnen de coronamaatregelen vergt meer tijd en energie. Men wil binnen de maatregelen bezoekers goede kwaliteit blijven bieden. Daarnaast vraagt de dagelijkse organisatie om een enorme flexibiliteit. Met het veranderen van de regels dienen organisaties zich telkens opnieuw aan te passen. “Doordat de regels iedere keer veranderen, moet er iedere keer tijd gestopt worden in het aanpassen van de organisatie en het herplannen van voorstellingen en communiceren met klanten.” Minder activiteiten door uitstel projecten op scholen en in de stad Voor Centra voor de Kunsten bestaat de impact met name uit het wegvallen van lessen en een afname in leerlingen. Daarnaast heeft het sluiten van de scholen, maar ook van welzijnsorganisaties in het voorjaar van 2020 ervoor gezorgd dat projecten zijn geannuleerd. Kunstenaars hebben minder opdrachten door het sluiten van presentatieplekken Kunstenaars lichten toe dat opdrachten zijn weggevallen of worden uitgesteld. Ze kunnen niet doorgaan omdat ze in de vorm waarin ze bedacht zijn niet kunnen worden uitgevoerd of omdat presentatieplekken (zoals festivals, evenementen, concertzalen, podia, tentoonstellingsruimten, musea en galeries) zijn weggevallen. Ook evenementen zoals open atelierdagen of kunstroutes zijn niet doorgegaan. De (internationale) kunstbeurzen zijn gesloten waardoor verkoop van werk en opdrachten belemmerd wordt. Daarnaast benoemt men dat het lastig is om deze tijden te netwerken, omdat de plekken waar men dit normaal doet niet toegankelijk zijn en groepen niet bij elkaar mogen komen. Werving van nieuwe klanten en leerlingen stokt Een aantal kunstenaars zijn ook werkzaam als docent in het kunstonderwijs of geven cursussen en workshops. De contacturen binnen het onderwijs zijn beperkt en ateliers voor cursussen hebben hun deuren moeten sluiten. Lessen binnen de Centra voor de Kunsten zijn grotendeels doorgegaan, al dan niet in aangepaste vorm. Werving van nieuwe cursisten blijft echter uit.

13 https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/ondernemersen-bedrijven/culturele-instellingen

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

15


3.2.3

Aanbod Figuur 3 Heeft u(w organisatie) – als gevolg van de effecten van het Coronavirus – (een deel van) uw reguliere aanbod gewijzigd? Of denkt u bijvoorbeeld op dit moment na over alternatieve vormen van het aanbod? in %

73

Ja, ik/we bied(en) al alternatieve vormen van het aanbod aan

35

12

Ja, ik/we denk(en) erover na, maar heb(ben) dat nog niet uitgevoerd

30

15

Nee

35 0

10 20 30 40 50 60 70 80

Culturele instellingen/organisaties (N=74) Professionele kunstenaars/makers/cultureel ondernemers (N=123)

Driekwart van de culturele instellingen biedt alternatief aanbod. Driekwart haalt aanbod dat nu niet uitgevoerd kan worden (deels) later in De ruime meerderheid van de instellingen biedt al alternatieve vormen van aanbod aan. Het aanbod dat op dit moment niet uitgevoerd kan worden, wordt in de meeste gevallen deels ingehaald (66 procent). Bij 11 procent wordt het aanbod volledig ingehaald. 23 procent geeft aan dat het aanbod later niet wordt ingehaald of dat dit niet van toepassing is. Binnen de disciplines zien we verschillen. Bij ruim de helft van de festivals die in het onderzoek meededen wordt het aanbod later niet ingehaald. Binnen de andere disciplines zien we variatie. Een derde van kunstenaars biedt alternatief aanbod. Aanbod wordt minder vaak later ingehaald Kunstenaars bieden iets minder vaak alternatief aanbod aan dan de instellingen. Toch biedt 35 procent al alternatieve vormen van het aanbod aan en denkt 30 procent erover na, maar heeft dit nog niet uitgevoerd. Het aanbod wordt in minder mate later ingehaald dan bij culturele instellingen. 43 procent geeft aan dat het aanbod later niet wordt ingehaald of dit niet van toepassing is. 35 procent geeft aan dit (nog) niet te weten. Zo’n 15 tot 20 procent is ook buiten de eigen discipline en/of buiten de cultuursector gaan ondernemen We hebben gevraagd of instellingen en kunstenaars tijdens de coronacrisis (ook) buiten de eigen discipline of zelfs buiten de cultuursector zijn gaan werken. Het overgrote deel is dit niet gaan doen: 84 procent van de culturele organisaties en 80 procent van de kunstenaars. Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

16


Degenen die wel buiten de eigen discipline of sector zijn gaan werken zijn dit onder andere gaan doen in de zorg, in het onderwijs en in de horeca. Het aandeel onder kunstenaars is net iets groter dan bij organisaties. Zeventien van de bevraagde kunstenaars zijn (ook) buiten de cultuursector gaan werken. Zes instellingen geven aan dat één of meerdere medewerkers ook buiten de cultuursector zijn gaan werken. Buiten de eigen discipline geldt dit voor vijf instellingen en acht kunstenaars. Alternatief aanbod culturele instellingen: interactief, vaker, op nieuwe plekken en online Culturele instellingen passen het bestaande aanbod aan conform de coronamaatregelen en maken nieuw aanbod. Bestaand aanbod wordt coronaproof gemaakt, onder andere door het aanpassen van performances in publieke ruimten en zitconcerten. Concerten, voorstellingen en films worden meerdere keren op een dag georganiseerd voor kleinere groepen mensen. Ook worden er nieuwe voorstellingen geproduceerd speciaal voor de beperkte maximale capaciteit. Door de 1,5-meter maatregel moet men soms uitwijken naar alternatieve locaties of andere manieren van presenteren, zoals een tentoonstelling in het raam, een drive-thru evenement, buitenlessen door Centra voor de Kunsten en buitenactiviteiten. De festivals zijn in 2020 uitgesteld, sommige gingen online door. Voor 2021 liggen er plannen om conform te richtlijnen coronaproof festivals te kunnen organiseren. Veel culturele organisaties bieden ook online aanbod aan. Zoals livestream van concerten en voorstellingen, online aanbod van films en bestaande voorstellingen, een virtuele museumtour en een tentoonstelling via sociale media. Ook worden er videoprojecten gedaan met artiesten, filmpjes gedeeld via sociale media en podcasts ontwikkeld. Evenementen en bijeenkomsten worden online georganiseerd. Bibliotheken en Centra voor de Kunsten bieden hun aanbod ook online aan door een online bibliotheek, telefonisch en digitaal spreekuur, online lezingen, evenementen en educatief aanbod. Bibliotheken zorgen daarnaast voor afhaalboeken. Alternatief aanbod kunstenaars: aangepaste vormen van aanbod en tijd voor ontwikkeling Kunstenaars zijn druk bezig met het vinden van een manier om hun aanbod tijdens de coronacrisis aan te bieden. Zo geeft men verschillende voorbeelden: zoals het verplaatsten van voorstellingen of exposities naar buiten of het geven van workshops in een kleiner gezelschap. Ook is men op zoek gegaan naar online alternatieven. Zelfstandige kunstenaars die ook actief zijn als docent geven vooral online lessen en cursussen. Daarnaast gebruikt men online media om zichtbaar te blijven en in contact te blijven met publiek en afnemers. Enkele respondenten lichten toe dat ze deze tijd gebruiken om andere wegen te gaan ontdekken en zichzelf en hun werk verder te ontwikkelen. Een deel van het aanbod wordt verplaatst naar 2021 of later. 3.2.4

Kansen en nieuwe samenwerkingen De coronacrisis zorgt voor nieuwe samenwerkingen binnen en buiten de cultuursector Een kwart van de culturele instellingen en 20 procent van kunstenaars is door de coronacrisis ook nieuwe samenwerkingen aangegaan. Culturele instellingen zijn samenwerkingen aangegaan met andere culturele partijen. Een aantal van hen zijn ook gaan samenwerken met bedrijven en/of personen die online diensten kunnen verzorgen. Ook worden er een aantal voorbeelden genoemd van samenwerkingen met partijen buiten Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

17


de cultuursector zoals onderwijs en welzijnsinstellingen, supermarkten en andere afdelingen van gemeenten (zoals sociaal domein en economie). De meeste kunstenaars werken samen met collega-kunstenaars en partijen binnen de cultuursector. Een aantal kunstenaars in de cultuursectoren werken ook met organisaties uit andere sectoren zoals de horeca, zorginstellingen, scholen en uitvaartondernemingen. 45 procent ziet kansen door de coronacrisis De coronacrisis brengt voor de cultuursector grote negatieve gevolgen met zich mee. Alhoewel dit het geval is, ziet 45 procent (zowel van de culturele instellingen als kunstenaars die meededen aan het onderzoek) ook kansen. De culturele instellingen en organisaties denken aan het bereiken van een nieuwe doelgroep (63 procent), meer digitaal/online aanbod (63 procent) en het anders gaan organiseren van zaken (59 procent). Een kwart van hen ziet ook andere kansen, onder andere de tijd om na te denken over de toekomst, meer ruimte te hebben voor beleidsontwikkeling en zaken op te pakken die eerder bleven liggen. Kunstenaars zien onder andere kansen in meer digitaal/online aanbod (53 procent) en het anders gaan organiseren van zaken (38 procent) procent en andere kansen (38 procent) onder andere tijd voor bezinning, opleiding, ontwikkeling, reflectie en experiment. 3.2.5

Zorgen en scenario’s Figuur 4 In hoeverre maakt u zich zorgen over de gevolgen van de coronacrisis voor uw organisatie of praktijk? in %

Culturele instellingen/organisaties (N=74)

8

49

34

44

Heel veel zorgen Veel zorgen Niet meer zorgen dan anders

Professionele kunstenaars/makers/cultureel ondernemers (N=122)

Weinig zorgen 14

38

38

65

Geen zorgen

Ruim de helft maakt zich (heel) veel zorgen over de gevolgen van de coronacrisis Ruim de helft van de culturele instellingen en kunstenaars maken zich (heel) veel zorgen over de gevolgen van de coronacrisis voor hun organisatie of hun artistieke praktijk. Toch verwachten de meeste culturele instellingen dat de coronacrisis sterke impact zal hebben op de organisatie maar niet zal leiden tot een faillissement (55 procent). Een kwart (23 procent) verwacht dat de coronacrisis matige impact zal hebben. Zes instellingen (8 procent) geven echter aan dat de coronacrisis het voortbestaan van de organisatie bedreigt. Onder kunstenaars is het beeld iets meer verdeeld: 33 procent verwacht dat de coronacrisis sterke impact zal hebben op haar of zijn werk als kunstenaar, maar niet zal leiden tot een faillissement, 16 procent verwacht dat het matige impact zal hebben en 12 procent verwacht dat de coronacrisis niet of nauwelijks impact zal hebben. Zeventien Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

18


respondenten (14 procent) geven daarentegen aan dat de coronacrisis het voortbestaan van haar of zijn bedrijvigheid als kunstenaar bedreigt. Scenario’s: overbruggen, overleven, aanpassen en transformeren. We hebben vier strategische opties voorgelegd in het omgaan met de coronacrisis en gevraagd welke de instellingen en kunstenaars als meest waarschijnlijk voor zichzelf vinden.14 1. Overbruggen Alles gaat snel weer open en wordt weer normaal. Alles wat we in 2020 wilden doen gaan we in 2021 doen. We teren op de reserves en kortlopende steun van de overheid. Dan stijgen de eigen inkomsten weer. 2. Overleven Al wordt alles weer normaal, het kost veel tijd. We kunnen marginaal programmeren, er is weinig publiek. Vaste lasten worden beperkt, nu eigen inkomsten lang uitblijven, met gevolgen voor personeel. We maken strategische keuzes om te overleven. 3. Aanpassen Het moet snel anders, publieksgedrag verandert en hun behoeften ook (meer online bijv.). Het kaartverkoopmodel moet op de schop. We ontwikkelen nieuwe dingen en ook de overheid stimuleert dit. Kwaliteit en beleving worden belangrijker dan volume. 4. Transformeren De crises duren langer, vraag blijft uit en komt niet meer op oude niveau. Bukken en volhouden werken niet. Radicale keuzes moeten worden gemaakt met grote gevolgen voor aanbod, voorzieningen, personeel. Dit kan alleen samen met anderen en overheden. De helft van de instellingen is aan het overbruggen, ruim twee op de tien instellingen past zich aan en een vergelijkbaar aantal is aan het overleven (zie de volgende figuren). Onder kunstenaars zien we veel minder de strategie van het overbruggen (drie op de tien) en vaker dat ze bezig zijn om te overleven, zich aan te passen of zelfs te transformeren.

14 De scenario’s zijn afgeleid van het scenariomodel van Paul de Ruijter (www.deruijter.net) zoals aangehaald in een analyse van Berenschot over de mogelijke impact van corona op Utrechtse instellingen: Wijn, C. & B. Vinkenburg (2020). Noodsteun voor de Utrechtse instellingen. Een toets op systematiek en verwacht effect Utrecht: Berenschot.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

19


Figuur 5 Strategie culturele instellingen/organisaties in % (N=72)

7 22

49 22

Overbruggen

Overleven

Aanpassen

Transformeren

Figuur 6 Strategie professionele kunstenaars/makers/ cultureel ondernemers in % (N=120)

16

30

23 32

Overbruggen

Overleven

Aanpassen

Transformeren

De keuzes uit de scenario’s zijn uiteraard niet onafhankelijk van de positie waarin instellingen en kunstenaars nu verkeren. Het is waarschijnlijk dat grote instellingen die tot de (lokale) basisinfrastructuur behoren en meerjarige financiering hebben eerder kiezen voor het overbruggen dan individuele kunstenaars. De optie transformeren, waar kunstenaars meer voor kiezen dan instellingen, vergt vooral tijd maar ook capaciteit om te experimenteren, iets wat een individuele kunstenaars wellicht eerder kan inzetten dan een gevestigde culturele instelling.

3.2.6

Behoeften Tot slot hebben we geïnventariseerd welke behoeften culturele instellingen en organisaties en kunstenaars hebben bij het omgaan met de coronacrisis. De diversiteit aan behoeften is groot. Van de culturele instellingen en organisaties heeft 13 procent nergens behoefte aan. Onder de kunstenaars in dit onderzoek is dit 24 procent. De anderen lijken met name behoefte te hebben aan ondersteuning op het gebied van financiën: contact met/bezoek van subsidieverstrekkers (39 procent van de instellingen, 24 procent van de kunstenaars), kwijtschelding of vermindering van vaste lasten zoals huur (32 procent van de instellingen, 23 procent van de kunstenaars), structureel kapitaal (28 procent van de instellingen) en overbruggingsfinanciering (21 procent van de kunstenaars) vormen de top drie. Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

20


Bevindingen online gesprek via een research community Om cijfers het uit vragenlijstonderzoek nader te duiden en verdieping te zoeken, zijn we met 35 mensen uit het Brabantse culturele veld online in gesprek gegaan. Cultureel aanbod in de coronatijd

Het eerste onderwerp van de research community gaat over het culturele aanbod in coronatijd. We hebben de leden van de community eerst gemeld dat we uit eerdere fasen van ons onderzoek weten dat velen, kunstenaars en culturele organisaties, bezig zijn met het ontwikkelen van alternatief aanbod of ten minste van alternatieve vormen van aanbod. Deze vragen stelden we vervolgens letterlijk aan de leden van de community: Kun je vertellen hoe je tijdens de coronacrisis met je aanbod bent omgegaan? Kon je blijven doen wat je altijd al deed, heb je nieuwe dingen bedacht of heb je bestaand aanbod omgevormd? Ben je tot nieuwe dingen gekomen die je blijvend ‘anders’ gaat doen? Bijna 100 reacties zijn er op deze vragen gekomen, inclusief reacties op reacties. We geven hier een impressie van de antwoorden van individuele kunstenaars, inclusief de individuele artistiek begeleiders van bij voorbeeld koren of (muziek)theatergezelschappen. Dan volgt een impressie van de antwoorden van culturele organisaties en locaties, zoals poppodia, theaters, musea, event locaties etc. Kunstenaars Een breed aantal beroepsgroepen is lid van de community en heeft een reactie gegeven op de vragen over aanbod. Beeldend kunstenaars, filmmakers, musici, medewerkers musea, artistiek begeleiders van (amateur)koren en muziektheaterproducties (met zangers, acteurs, verhalenvertellers, etc.) maken deel uit van de groep. Alle deelnemers geven aan dat de schrik er flink in zat en nog zit als het gaat om de effecten van corona op wat ze altijd deden en nu nog kunnen doen. Veel gepland aanbod (exposities, optredens, voorstellingen, projecten) werd eerst doorgeschoven, in de korte tijd dat het in de zomer van 2020 kon op zeer kleine schaal en vaak in een ander vorm ingehaald. Een deel van het aanbod is nog verder doorgeschoven of uiteindelijk helemaal stopgezet. “Een paar kleine dingen zijn doorgegaan, maar reageer niet meer op calls waarvan het onzeker is of die doorgaan”, aldus een beeldend kunstenaar die veel in de openbare ruimte werkt(e). Zeker als het werk van kunstenaars ontstaat met publiek (zoals bij muziek, dans en theater) is de impact groot. Niet alleen de geplande performances zijn doorgeschoven of geannuleerd, ook de programmeurs zijn onzeker, aarzelend en reageren niet enthousiast op aanbod waarvoor publiek nodig is. De vraag is of aanbod in de pre-coronavorm nu denkbaar is. Er heerst een gevoel van doelloosheid om werk te maken op de oude manier, zeker als er geen zicht is op een termijn wanneer alles weer live kan. Ook al kijkt men hier wel enorm naar uit. Beeldend kunstenaars anticiperen in hun werk ook op de nieuwe tijd. In eerste aanleg bracht de coronacrisis (na aanvankelijke paniek) meer rust en de mogelijkheid te werken aan verdieping en ontwikkeling, maar uiteindelijk mist men toch ook de interactie met kunstliefhebbers op tentoonstellingen, beurzen etc. Vooral de toevallige ontmoetingen Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

21


worden genoemd en de gesprekken die hieruit volgen. Uit deze directe interactie ontstaan kopers, zegt een beeldend kunstenaar. Sommigen zijn ander werk gaan maken, inhoudelijk door te reflecteren op deze tijd, of in vorm door bij voorbeeld meer met fotografie of audiovisuele media te gaan werken. Zo ontstaan meer kansen om zich online te presenteren, ook ‘op de socials’, nu de fysieke exposure zeer wordt gemist. Anderen zijn samenwerkingen met andere kunstenaars, met andere ontwikkelaars, en met maatschappelijke organisaties aangegaan. “Het helpt als je collega freelancers hebt.” Een musicus heeft zichzelf ‘opnieuw uitgevonden’ en werkt nu samen met allerlei nieuwe partijen om (online) voor groepen te spelen die juist in de tijd van corona steun kunnen hebben aan muziek. Er wordt dit jaar een app ontwikkeld om muziekervaring breed beschikbaar te maken. Het verdriet is groot bij die kunstvormen die in groepsverband ontstaan, zoals zang. Koorleden kunnen, willen en mogen nu niet samenkomen. Online aanpassingen werken vaak technisch niet goed (voor jong en zeker voor oud), maar ook artistiek niet omdat samenzang een vereiste is. Zingen op minstens anderhalve meter afstand werkt niet, met name ook organisatorisch, en is op het moment van het onderzoek zelfs helemaal niet toegestaan. “Ik wil terug naar normaal, dat is het enige dat werkt.” “Fysiek contact is onontbeerlijk.” In muziektheaterproducties wordt aan allerlei alternatieven gewerkt en er is een digitaal koorcafé opgezet waar mensen elkaar kunnen blijven ontmoeten of een online workshop, maar het zijn allemaal geen echt alternatieven. Kortom, alternatieve vormen van aanbod worden zeker bedacht en het lijkt erop dat programmeurs en afnemers hier wel voor open staan, al werkt het in de ene deelsector beter dan in de andere. Sommigen laten zich uit over nieuwe vormen van aanbod waarvan zij denken dat die blijven, ook na corona. Online talkshows, de inzet van film/AV voor debat, AV-concerten. Er is een duidelijke relatie met deze nieuwe vormen en nieuwe manieren om publiek te bereiken (zie het volgende topic). Bijna alle deelnemers tekenen aan dat er in het online gaan, het digitaal gaan, nog nooit voldoende opbrengsten zijn verdiend. Een musicus oppert tot slot dat het misschien ook goed is als niet alles zo lang van tevoren vastligt, en zoals nu in de coronatijd er meer ruimte voor toevalligheden blijft. Organisaties en locaties De poppodia zijn in een ontwikkelingsfase. Nu wordt gewerkt aan andere vormen van presentaties die digitaal ondersteund en versterkt worden (zie bij voorbeeld de Effenaar Smart Venues na deze paragraaf). In 2020 hebben ze veel pogingen gedaan om binnen de beperkingen de programmering op kleine schaal voort te zetten (popconcerten met 100 zittende bezoekers). De ene doet veel online, de andere gelooft er niet in. Wel in de hybride vormen waarin live met online wordt gecombineerd. Het valt op dat de poppodia meer lokaal zijn gaan doen, samen met de andere (commerciële) muziekpodia, met jongeren, met vrijwilligers, en, zoals we bij de Effenaar zullen zien, met lokale bands. De theaters en culturele centra die aan de community meededen hebben eerst veel doorgeschoven, toen geprogrammeerd en gepresenteerd wat kon, toen weer veel moeten verzetten (naar 2021) en eigenlijk nog weinig alternatief aanbod op de eigen locatie ontwikkeld, op een enkele popquiz en bingo na. Men is naar buiten gegaan, heeft optredens gestreamd via koptelefoons op het caféterras, organiseert Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

22


cultuurwandelevenementen met een theaterelement, zoekt het woonzorgcentrum op. Een theater overweegt het programmeren van lokale aanbod overeind te houden. Het is bij de meeste theaters niet de verwachting dat online streamen van voorstellingen blijft als het al op gang is gekomen. De gezelschappen (theater en dans) zagen hun speelbeurten doorgeschoven of geannuleerd worden. Fysieke repetities stopten. “Toch lukte de artistiek leider het om (een deel van) de repetities naar de online omgeving te vertalen”, geeft de directeur van een dansgezelschap aan. Ook de ontmoetingen met andere makers in binnen- en buitenland stokten, terwijl “het fysieke ontmoeten het hart van het werk is.” De gezelschappen zoeken met kleine voorstellingen alternatieven in hun directe omgeving, buiten de traditionele speelplekken, met andere partijen in de keten, in het openbaar of in virtual reality, via projecties, e.d. Men denkt dat het gebruik van de ruimte buiten het theater als podium blijvend is, zij het in samenwerking met het theater (voor kaartverkoop, pr, etc.). “Tijd voor opknapwerk en onderhoud, versnelling van duurzaamheidsmaatregelen, het op orde brengen van het archief, het doorontwikkelen van het educatief programma”, aldus een museum. “Veel gepuzzel”, zegt een presentatie-instelling in de beeldende kunst, om publieksgerichte samenkomsten, zoals een symposium rond een publicatie, te organiseren. Hiervoor in de plaats is een drietal podcasts zijn ontwikkeld. Randprogrammering is in de maanden dat het wel kon verplaatst voor kleine groepen bezoekers. Dat type samenkomsten en randprogrammering hierbij zijn, ook voor kunstenaars, erg belangrijk. Online is hiervoor geen alternatief. Ook de festivals hebben rake klappen opgelopen. Alles wat gepland stond werd geannuleerd. Eén festival is in een landelijk coronanetwerk gestapt en kon nog wel een artists-in-residency uitbreiden. Een ander festival heeft speciaal online festivalaanbod gemaakt: werk van de makers dat speciaal voor de digitale wereld gecreëerd werd. Dat aanbod was snel, minder doordacht, maar wel toegankelijker, laagdrempeliger. Toch hoeft dat niet meer: “men is schermmoe, we gaan niet nog een online festival maken. Liever ‘live’ met minimaal bezoek.” Het ‘live’ werken is ook pure noodzaak voor jonge theatermakers. Een grote culturele-evenementenlocatie zegt dat online events geen optie is, ook niet het live organiseren van events voor kleine groepen. Dat levert simpelweg te weinig op. Tot slot vraagt een kunstadviseur aandacht voor de nijpende inkomenspositie van gezelschappen en makers, ook die met subsidie. De toegekende subsidies zouden niet moeten worden doorgeschoven naar de tijd dat de tegenprestaties (de voorstellingen) geleverd worden, maar zouden nu als compensatie voor inkomstenderving gebruikt moeten kunnen worden. Nu hebben makers en gezelschappen niets aan die subsidie. Ook is de vraag of voorstellingen die in aangepaste vorm doorgaan (voor minder publiek o.a.), passen binnen het kader waarvoor subsidie is verkregen. Dit geeft grote onzekerheid bij de aanbieders en afnemers. De enige zekerheid is afnemende publieksinkomsten. In het derde topic, over financiën, gaan we hier verder op in.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

23


Initiatief in coronatijd: Effenaar Smart Venue De Effenaar is het poppodium van Eindhoven. Al enkele jaren geleden, ver voor de coronacrisis, heeft de Effenaar het initiatief genomen om te kijken buiten het eigen fysieke podium, naar de wereld van verschillende experimentele technieken, zoals ‘virtual’ en ‘augmented reality’. De Effenaar heeft de zogenaamde ‘Smart Venue’ opgezet, een soort ‘laboratorium setting’, in samenwerking met artiesten, scholen en bedrijven uit de regio.15 In 2017 heeft de Effenaar voor dit initiatief impulsgelden ontvangen vanuit de provincie. Het subsidietraject loopt nog. Wij hebben Jos Feijen, directeur van de Effenaar en medeinitiatiefnemer van de Smart Venue, geïnterviewd, met name over de betekenis van het cultuuraanbod op de Smart Venue in coronatijden. Voorzienigheid Al een aantal jaren geleden zag de Effenaar in dat de ruimte voor het nemen van nieuwe initiatieven in een reguliere setting als poppodium beperkt is. De eigen inkomsten uit de ticketverkoop zijn bescheiden. De omzet uit de horeca is waar een podium op moet drijven. Geld wordt verdiend met grote uitverkochte shows. De grote dynamiek van de popmuziek, zeker in de hiphop (vandaag is een band ‘in’ en morgen weer ‘uit’), zorgt voor grote onzekerheid over welke shows de zaal kunnen uitverkopen. Er viel ook groot aanbod weg. Toen in 2015 in Parijs een aanslag plaatsvond in een groot, drukbezocht poppodium, zegden vele internationale bands hun tours af. Daarnaast is er op het resterende aanbod veel concurrentie tussen het grote aantal popzalen in een klein land als Nederland. Het is, kortom, moeilijk om een voldoende aantal optredens te programmeren om financieel overeind te blijven én ruimte te hebben om iets nieuws te doen. De blik gaat van ‘fysiek’ naar ‘virtueel’: wat zijn daar de mogelijkheden voor (muzikale) experimenten, liggen er toepassingen vanuit nieuwe technologieën voor met name ‘live belevingen’, zijn die te combineren met het fysieke aanbod in de zalen? Met als achterliggende vraag: kan zo het financiële draagvlak worden vergroot, als podium minder afhankelijk worden en toch ook inhoudelijke interessante dingen doen? Het denkwerk was al gestart, lang voor corona. Smart City In Eindhoven is volop bedrijvigheid op dit vlak, er zijn vele kleine bedrijfjes, de technologie is er, maar de uitdaging zit in de toepassing: wat ga je er mee doen, hoe reageren mensen, accepteren ze dit? “Wij wilden een experimenteerplatform worden voor ‘live belevingen’; en vat dat maar breed op: dat kan ook in je huiskamer zijn.” Drie jaar gelden is er begonnen, juist met bedrijfjes die veelal zoekende zijn naar toepassingen. Zij werden gekoppeld aan mensen in de creatieve sector, “die wel geïnteresseerd zijn in techniek, maar vooral hoe ze daar gekke dingen mee kunnen doen, een ‘impact’ kunnen hebben. Voor de kleine bedrijven was het weer een verrijking om door een andere bril naar techniek te kijken.” Eerst zijn sessies gestart met artiesten om ze kennis te laten maken met nieuwe technologieën, bij voorbeeld het dragen van een VR-bril. Ook scholen en het mkb zijn hierbij betrokken en hebben met de technieken kennis gemaakt. Artiesten konden verder ideeën aandragen die gekoppeld werden aan tech-bedrijven om die ideeën verder te brengen. “In het begin wisten we er zelf ook niet veel van. Zeker de eerste twee jaar zijn we

15

Wat is Smart Venue

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

24


bezig geweest met grasduinen in: wat is er allemaal? Dit is leuk en dat is leuk en dit. Allemaal ideetjes over samenwerken met artiesten en technologie.” Augmented reality, hologrammen, virtuele werelden, streams Allerlei initiatieven zijn er, met provinciale en landelijke steun, gestart waarmee “we stukken ontwikkeld hebben met artiesten en ook keken naar nieuwe technologieën als katalysator voor sociaal-maatschappelijke vraagstukken. Dat heeft geleid tot leuke projecten, maar die hebben we geëvalueerd en van geconcludeerd dat dat te ver van ons bed ligt. Daar stoppen we mee.” De landelijke regelingen die dit soort experimenten ondersteunen zijn ook gestopt. Wat doorontwikkeld wordt is AR (‘augmented reality’ of verrijkte realiteit) in de zaal, zoals het uitrusten van publiek met AR-brillen waardoor er een extra laag aan concerten en dance events wordt toegevoegd. Een andere lijn die we doorontwikkelen is het runnen van een studio waarin je hologrammen kunt opnemen bijvoorbeeld van een artiest die “je bij mij of bij jullie letterlijk op de keukentafel kunt laten spelen. “Vanaf medio 2021, is de verwachting, kunnen deze hologrammen ‘gestreamd’ worden. Een derde lijn is het produceren van “fenomenale virtuele werelden in een ‘green studio’, zoals dat nu bij grote Dj’s gebeurd.” De vierde lijn zijn de ‘streams’. Ecosysteem Dit alles kon omdat er een ecosysteem was: bedrijven, artiesten, een venue, dat alles bij elkaar. “Met corona waren het drie belletjes en we konden streamen op ons eigen platform, zonder afhankelijk te zijn van grote ‘socials’ als Facebook. De teller staat sinds eind maart 2020 op 177 concerten die zijn gestreamd. Bijna allemaal kleine acts uit de regio. Ook zijn er festivals op te zien geweest. Een verbonden aan Eindhoven en een aan Roosendaal. Dit komt in een separate BV en wordt als product onder licentie verkocht aan derden, een “soort Netflix voor live muziek.” Deze ‘streamingdienst’ is anders omdat het zich niet op één ding richt, maar bijvoorbeeld op een heel festival. En de bestaande diensten nemen genoegen met mindere kwaliteit (geschikt voor het beluisteren via een mobiele telefoon voor korte tijd). “Je wilt als je een concert beluister, een goed geluid en een goed beeld hebben. Dit is broodnodig als je een ‘business model’ voor streaming wilt (nu doneert iemand hooguit één keer, als het meezit).” Ervaring in eigen regie En om er iets aan te verdienen is het daarnaast nodig om “een ervaring te creëren die geen flauw aftreksel is van live in de zaal staan, maar werkelijk anders is.” Ook is de vraag of nu er zoveel goeds online is, er in de toekomst jongeren naar de andere kant van het land gaan reizen om in een mensenmassa muziek te beleven. “Ik denk dat er hele groepen zijn die dat niet meer willen.” Er wordt onderzoek gedaan naar andere, volwaardige thuisbelevingen van concerten. Publiek kan dan bijvoorbeeld eigen camera’s kiezen in een registratie. “Dan ben je je eigen regisseur. Als je geïnteresseerd bent in een gitarist richt je de camera op zijn vingers. Daar kun je dan weer AR-lagen overheen doen.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

25


De culturele sector als aanjager Ik geloof dat dit, een hybride model van live en AR, blijft.” Ook in de coronatijd wordt ervan uitgegaan dat mensen live ervaringen willen. Wat betreft AR in de zaal wordt nog eens uitgelegd hoe ook straks op ‘gewone’ brillen informatie geprojecteerd kan worden, niet alleen tijdens de muziekuitvoering, maar ook op straat als je langs een willekeurige aanbieder loopt. “De culturele sector is aanjager van bredere ontwikkelingen in de samenleving en zeker de popmuziek kan dit, met het grote bereik, op een laagdrempelige manier bij de mensen brengen.” Corona Zonder corona waren de 170+ concerten niet gestreamd, aldus Feijen. Voor corona zagen artiesten hier niet veel in. Alleen een paar specials werden gestreamd, bijvoorbeeld iemand afscheidsconcert. Na drie maanden in corona was er meer interesse. Men wilde spelen maar kon niks. De grote acts stelden liever uit omdat ze vooral met live concerten geld konden verdienen. Nu is er wel acceptatie ontstaan. En: “Mensen ervaren er de gemakken ook van dus het online doen wat we live deden blijft.” Het gemak van het startmoment te kiezen, het kunnen terugkijken van mooie moment ook als je er live bij bent geweest. Het publiek wil ook kwalitatief goede (foto- en video-) registraties kunnen terugzien. Maar artiesten willen niet dat men alleen maar streaming kijkt, zeker niet tijdens een tour, dus wordt er een soort schaarste gecreëerd en is de streaming beschikbaar tot een week na een optreden. Corona heeft ervoor gezorgd dat streamen, inclusief ook het on-demand kijken, het later terugkijken, maar ook de hologrammen en geavanceerdere technologieën, ook door artiesten is geaccepteerd. Sommigen zien het nog als tijdelijk, maar de meesten zien het als een welkome aanvulling op de eigen promotie (via de socials bijvoorbeeld). Zeker niche-markten krijgen zo veel toehoorders wereldwijd en er zijn al bands die platencontracten hebben op basis van hun online sessies. Het blijft investeren, want er zijn nog weinig inkomsten, wel wat donaties, een kleine vergoeding, goed beeld- en geluidsmateriaal na afloop en dat is het. “We zijn wel bezig om met andere internationale partijen een verdienmodel te ontwikkelen rondom streamen waarbij artiesten verdiensten hebben via digitale platforms en via nieuwe auteursrechtenconstructies.” Effenaar Smart Venue ontwikkelt tal van activiteiten, zet in op experiment en technologie om de livebeleving te vergroten, tegelijk hopend dat er op termijn geld mee kan worden verdiend. De toekomst zal het uitwijzen.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

26


4

Sociaal kapitaal Inzichten over cultuurbezoek Zorgen over de cultuursector en het voortbestaan van culturele instellingen die men zelf bezoekt Uit een onderzoek van het Prins Bernard Cultuurfonds16, uit juli 2020, blijkt dat bijna de helft van de mensen in Nederland zich zorgen maakt over de cultuursector. 69 procent geeft aan het (heel) erg te vinden als door de coronacrisis culturele initiatieven en gezelschappen failliet gaan en 63 procent verwacht ook dat de cultuursector niet makkelijk zal herstellen van deze crisis. Kijken we naar het gemis van cultuur tijdens de coronacrisis dan zien we dat de ontspanning (59 procent), de gezelligheid en het genieten samen met anderen (50 procent) procent en het plezier (34 procent) worden gemist. Bijna een kwart zegt niets gemist te hebben. Ander landelijk onderzoek17 toont aan dat een derde van de mensen zich (veel) zorgen maakt om het voortbestaan van culturele instellingen die zij zelf bezochten voordat deze gesloten werden vanwege de coronacrisis. Een kwart van de mensen maakt zich daar geen zorgen over. Online cultuurbezoek wordt met name gedaan door actieve cultuurbezoekers Een onderzoek uit Vlaanderen en Brussel (onder Nederlandssprekende inwoners)18 toont aan dat mensen die tijdens de coronacrisis aan online cultuurparticipatie deden, in de meeste gevallen al actieve cultuurbezoekers waren. Het ontdekken van nieuwe dingen blijft beperkt in de coronatijd. Wie voor de coronacrisis al online cultuur bezocht, is dit tijdens de coronacrisis blijven doen. Daarnaast is er een grote nieuwe groep gebruikers bij gekomen tijdens de coronacrisis. Online cultuurbezoek is echter meestal eenmalig of sporadisch. Onderzoek van Rotterdam festivals19, uit juli 2020, toont aan dat ongeveer acht op de tien mensen die op de hoogte zijn van online initiatieven deze ook bezoekt/bekijkt of beluistert sinds het begin van de ‘intelligente lockdown’ (voorjaar 2020). Bijna 40 procent geeft aan dit vaker te doen dan voorheen en 17 procent is van plan blijvend meer online initiatieven te bezoeken/bekijken en/of te beluisteren. Online cultuurbezoek een aanvulling op fysiek cultuurbezoek; zeker geen alternatief Het onderzoek uit Vlaanderen en Brussel toont aan dat online alternatieven voor cultuurbezoek als ontoereikend worden ervaren voor hetgeen fysiek cultuurbezoek kan opleveren (onder andere het sociale aspect, sfeer). Dit geldt ook voor online cultuurbeoefening. Ook in het onderzoek van Rotterdam Festivals wordt benadrukt dat online cultuuraanbod wordt gezien als een aanvulling, niet als alternatief voor bezoek. 16 Cultuur in Nederland (202). Prins Bernhard Cultuurfonds en Panelwizard direct. Juli, 2020. 17 Een derde Nederlanders maakt zich zorgen over het voortbestaan van culturele instellingen (2020). Kantar, 28 mei 2020. Geraadpleegd via: https://www.tns-nipo.com/nieuws/persberichten/een-derde-nederlanders-maaktzich-zorgen-over-het 18 Siongers, J. (2020). Cultuurparticipatie in coronatijden. Samenwerking tussen Kenniscentrum Mediaparticipatie, Universiteit Gent, Kenniscentrum Cultuurmanagement en Cultuurbeleid en Universiteit Antwerpen. Juni, 2020. 19 Rotterdam festivals (2020). Vertrouwen en attitude (online) cultuurbezoek in tijden van corona. Juli, 2020.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

27


4.1.1

Inzichten over cultuurbeoefening Het bespelen van een instrument blijft het meest populair, andere vormen van cultuurbeoefening worden tijdens de lockdown minder vaak gedaan Het eerder genoemde onderzoek uit Vlaanderen en Brussel20 toont ook aan dat een deel van de amateurkunstbeoefenaars het beoefenen van cultuur of creatieve hobby tijdens de lockdown tijdelijk stop heeft gezet. Het aandeel dat in de zes maanden voor de coronacrisis beoefende is kleiner dan tijdens de coronacrisis. Dit geldt niet voor alle disciplines; het bespelen van een instrument is juist door meer mensen gedaan. Onder invloed van corona en de bijbehorende lockdown wordt er ook meer gelezen: 46 procent van de frequente boekenkopers is meer tijd gaan besteden aan het lezen van fysieke boeken. Voor incidentele kopers is dit 21 procent. Ook heeft de online bibliotheek aan het begin van de lockdown een groeispurt gemaakt. Tussen half maart en half april 2020 maakten meer dan 56.000 mensen een digitaal lidmaatschap aan, dit is meer dan over heel het jaar 2019.21 Cultuurbeoefening helpt mensen tijdens de coronacrisis Hetzelfde Vlaamse onderzoek toont aan dat mensen die tijdens de lockdown aan actieve cultuurparticipatie deden (frequent een creatieve hobby beoefenden) een hogere score op mentaal welzijn hadden en minder kans op verveling hadden. Cultuureducatie deels online, veel opzeggingen, weinig zicht op jongeren en het gemis aan educatief aanbod LKCA, Huis voor de Kunsten Limburg, Koornetwerk Nederland en KNMO deden in juni onderzoek onder 2.226 verenigingen, 96 informele groepen, 959 kunstdocenten en 157 centra voor de kunsten22. Hieruit blijkt dat 60 procent van de ondervraagde instellingen voor kunsteducatie wisten lessen online voort te zetten. Toch geeft meer dan de helft van deze instellingen aan dat de cursisten hebben opgezegd als gevolg van het coronavirus. Er zijn, voor zover ons bekend, geen gegevens over de mate waarin jongeren kunstbeoefening (en kunstbezoek) op school hebben moeten missen. Onder andere door de sluiting van de scholen ligt het voor de hand dat er op dit vlak veel gemist wordt. Ook het culturele verenigingsleven heeft stilgelegen en moet zich aanpassen Aan het begin van de coronacrisis is het verengingsleven bijna geheel tot stilstand gekomen. Na enkele weken konden een deel van de activiteiten in aangepaste vorm weer worden opgestart. Uit het eerdergenoemde onderzoek van LKCA, in samenwerking met anderen, blijkt dat 42 procent van de verenigingen aangeeft tussen 16 maart en 1 juni schade te hebben geleden. Een derde van de verenigingen wist het op het moment van de uitvraag nog niet. Gemiddeld gaat het om 3.576 euro per vereniging. Omzet werd met name misgelopen door het niet kunnen organiseren van publieksbijeenkomsten en optredens. Vaste kosten liepen wel door zoals het (deels) doorbetalen van de artistiek begeleider (bij 20 Siongers, J. (2020). Cultuurparticipatie in coronatijden. Samenwerking tussen Kenniscentrum Mediaparticipatie, Universiteit Gent, Kenniscentrum Cultuurmanagement en Cultuurbeleid en Universiteit Antwerpen. Juni, 2020. 21 https://www.leesmonitor.nu/nl/lezen-kopen-en-lenen-in-coronatijd 22 https://www.lkca.nl/artikel/gevolgen-coronavirus-voor-kunsteducatie-enactieve-cultuurparticipatie/

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

28


85 procent van de verenigingen) en docent(en) (bij 77 procent). Omdat de coronamaatregelen ook na de periode van dit onderzoek van grote impact zijn op het verenigingsleven, is de financiële situatie mogelijk nog zorgelijker. 4.1.2

Inzichten over ondersteuning van de cultuursector door het publiek Donaties en vrijwilligerswerk Het onderzoek van het Prins Bernhard Cultuurfonds23 dat eerder aangehaald werd omtrent de mate van bezorgdheid over de culturele sector, heeft ook informatie opgehaald over donaties en donatie-intenties aan de culturele sector. Hieruit bleek dat op het moment van bevragen (juli 2020) 41 procent van de Nederlanders de culturele sector steunt – dit kan ook eenmalig of via vrijwilligerswerk zijn. Vrijwilligerswerk (18 procent), deelname aan een actie (16 procent) en een eenmalige donatie (19 procent) zijn dan ook de meest voorkomende ondersteuningsvormen. Overige ondersteuningsvormen zoals onder andere vriendengroepen, vaste donaties, collecte zijn aanzienlijk minder populair. 35 procent van de bevraagden geeft aan op geen van de genoemde manieren de culturele sector te willen ondersteunen. Een conclusie uit dit onderzoek is dan ook dat men over het algemeen de culturele sector belangrijk vindt en er veel culturele activiteiten ondernomen worden, maar dat financiële steun aan de sector hierop achterblijft. Naar aanleiding van de coronacrisis heeft 4 procent van de respondenten extra gedoneerd aan de culturele sector en 6 procent gedoneerd terwijl zij dat normaal gesproken niet doen. 90 procent van de respondenten heeft niet financieel gedoneerd aan de culturele sector in de coronacrisis. Burgerinitiatief ‘#DoeMeeMetJeAOW’ Gedurende de eerste golf van de coronacrisis werd een burgerinitiatief opgericht door Corine Muller-Bauer en Hein Muller. Vanuit een overtuiging dat cultuur zeer belangrijk is voor het bestaan, leek het een mooi gebaar om een actie op te zetten voor de culturele sector. Het idee hierbij was om 65-plussers het vakantiegeld van de AOW te laten doneren, al mochten anderen ook doneren. Donateurs konden kiezen of zij geheel of gedeeltelijk hun geld aan de beeldende kunst, muziek en opera of theater, dans en film wilden doneren. Het Prins Bernhard Cultuurfonds zorgde voor de infrastructuur en de toekenningen.24 Uiteindelijk is tussen 20 mei en 20 juni 1.098.998,23 euro opgehaald, waarna het ministerie van OCW dit bedrag verdubbeld heeft. Het geld komt ten goede aan culturele makers die geen langdurige subsidie ontvangen.25

23

Cultuur in Nederland (202). Prins Bernhard Cultuurfonds en Panelwizard direct. Juli, 2020. 24 DoeMeeMetJeAOW, 2020. https://doemeemetjeaow.nl/ 25 https://www.cultuurfonds.nl/doe-mee-met-je-aow?gclid=Cj0KCQiA06ABhDMARIsAFVdQv8mf6VUDpeznyejcZ1wPTZyD8xgDbID8erhCBTjR54UfwRdBGaZQwaAkPbEALw_wcB Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

29


Steun aan cultuur in SCP-onderzoek In de scenario’s die het SCP-onderzoek ‘Corona en betekenis voor het culturele leven’26 schetst, wordt ook ingegaan op steun aan cultuur als een vorm van culturele betrokkenheid. De verwachting is dat de mate van vrijwilligerswerk weer op zal leven wanneer blijkt dat de coronasituatie niet van permanente aard is. Andersom wordt ook voorspeld dat de bereidheid tot het doen van vrijwilligerswerk minder wordt naarmate de culturele instellingen langer dicht moeten blijven, mede wegens een wegvallend gevoel van saamhorigheid en zinvolle participatie. Wat betreft steun in de vorm van donaties is het de vraag of culturele instellingen de extra steun die zij mogelijk hebben ontvangen in de coronacrisis, bijvoorbeeld door donatie van de entreegelden van afgelaste programma’s, kunnen consolideren na de coronacrisis.

Hoe gaat het met bezoek en beoefening in Brabant? In het Sociaal kapitaal hebben we het over de maatschappelijke gevolgen van de maatregelen in de cultuursector. Om hier inzicht in te krijgen hebben we Brabanders, als bezoekers en beoefenaars van cultuur, bevraagd. Onder andere om te kijken of zij tijdens de coronacrisis cultuur hebben bezocht en beoefend en of zij tijdens de coronacrisis andere dingen doen dan in het ‘normale’ jaar daarvoor. Ook zijn we benieuwd of men aan online cultuurbezoek en beoefening doet en of er ook steun gegeven wordt aan de culturele sector. 1.939 Brabanders vulden onze vragenlijst in. Met dit aantal kunnen we betrouwbare uitspraken over inwoners uit Noord-Brabant doen. De gegevens zijn gewogen naar leeftijd, geslacht en opleidingsniveau om de respons ten aanzien van deze kenmerken representatief te maken voor inwoners van de provincie Noord-Brabant. Meer informatie over de het onderzoek en de achtergrond van de respondenten leest u in de bijlage Onderzoeksverantwoording. 4.2.1

Algemeen: Vrijetijdsbesteding in tijden van de coronacrisis Brabanders besteden hun vrije tijd anders tijdens de coronacrisis Door de coronacrisis zijn de dingen die Brabanders in hun vrije tijd doen veranderd. We hebben gevraagd in hoeverre zij bepaalde activiteiten vaker of minder vaak hebben gedaan dan in het jaar voorafgaand aan de coronacrisis. Zo heeft een relatief groot deel van de Brabanders (40 procent) vaker de natuur opgezocht en televisie gekeken tijdens de coronacrisis ten opzichte van het jaar daarvoor. Ook is er vaker geklust in/om het huis, is men vaker actief op sociale media, worden er meer hobby’s (zoals knutselen, puzzelen en breien) beoefend en wordt er vaker gekookt, gelezen en muziek geluisterd (25 procent of meer is dit vaker gaan doen). Het bezoeken van cultuur wordt door een groot deel van de Brabanders (75 procent) tijdens de coronacrisis minder vaak gedaan ten opzichte van het

26

Van den Broek, A. (2020) Beleidssignalement maatschappelijke gevolgen coronamaatregelen: Corona en de betekenis van het culturele leven. Wat als de pandemie voorbijgaat, en wat als ze blijft? Sociaal en Cultureel Planbureau. November, 2020. Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

30


jaar daarvoor. Ook heeft ruim de helft van de Brabanders (54 procent) minder vaak aan cultuurbeoefening en creatieve activiteiten gedaan. 4.2.2

De Brabander als cultuurbezoeker tijdens de coronacrisis Figuur 7 Hoe vaak bezoek je per jaar normaal gesproken de volgende culturele activiteiten? Hoe vaak heb je tijdens de coronacrisis de volgende culturele activiteiten bezocht? in % (N=1.911)

Bioscoop of filmhuis

69

26

Tentoonstelling in museum, galerie of…

64

19

Evenement met historisch karakter

49

9

Festival (muziek, theater, film, dans, design)

7

Concert van pop-, rock en wereldmuziek

8

Voorstelling cabaret

7

Musical

5

Voorstelling toneel

5

6

Concert van klassiek, opera en jazzmuziek

6

Een dance of housefeest/optreden van dj

5

Voorstelling dans

5

Een optreden van urban, rap op hiphop

4

44

37

7

Concert van fanfare, harmonie, koor

45

43

Bibliotheek Kunst en cultuurroute (inclusief…

48

23 27

35

26 20 20 19 9

% bezoekers (minimaal 1 keer) in een normaal jaar % bezoekers (minimaal 1 keer) tijdens de coronacrisis

(Veel) minder Brabanders bezoeken live cultuur tijdens de coronacrisis Net als in Waarde van Cultuur 2020 zien we dat een bioscoop of filmhuis en een tentoonstelling in een museum, galerie of andere expositie door Brabanders het vaakst bezocht worden in het jaar voorafgaand aan de coronacrisis. Gevolgd door een bezoek aan een evenement met historisch karakter, een festival, een concert van pop-, rock en wereldmuziek, voorstelling cabaret en een musical. Tijdens de coronacrisis zien we een verschuiving: in deze tijden zien we dat de bioscoop of het filmhuis het meest is bezocht, gevolgd door de bibliotheek en tentoonstelling in museum, galerie of andere expositie. In lijn met de verwachtingen is het aandeel Brabantse cultuurbezoekers tijdens de coronacrisis ten opzichte van een ‘normaal jaar’ flink gedaald. Het kleinste verschil zien we bij bibliotheekbezoek. De grootste verschillen zien we bij het bezoek aan een evenement met historisch karakter, een festival, concert van pop- rock- en wereldmuziek, voorstelling cabaret, musical, voorstelling toneel (minder dan 20 procent van het aandeel in een normaal jaar). Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

31


Mogelijkheid tot cultuurbezoek wordt gewaardeerd, maar karakter van het bezoek is anders Bezoekers lichten toe dat cultuurbezoek tijdens de coronacrisis anders is dan voor de coronacrisis. Het heeft een ander karakter. Bij de meeste culturele activiteiten speelt publiek een belangrijke rol in de sfeer en beleving. Door corona kunnen er minder bezoekers in een ruimte zijn, waardoor het bezoek aan een concert of voorstelling anders wordt beleefd. Dit geldt overigens niet voor alle vormen van cultuurbezoek. De rust in het museum wordt juist als positieve meerwaarde tijdens de coronacrisis ervaren: “je kunt het kunstwerk in alle rust bekijken” geven Brabanders aan. Toch wordt het bezoek door sommigen ook als minder ontspannend ervaren, doordat men zich moet houden aan getroffen maatregelen en protocollen (o.a. routes die gevolgd moeten worden, het afstand houden en het aankomen in een bepaald tijdslot). Ook worden het gemis aan spontaniteit en het niet kunnen doen van drankje met vrienden of familie voor of na een voorstelling/concert door bezoekers als nadeel van bezoek tijdens de coronacrisis genoemd. Toch benadrukken Brabanders die cultuur bezocht hebben tijdens de coronacrisis ook dat zij het live kunnen bezoeken van cultuur tijdens de coronacrisis zeer waarderen. Cultuurbezoek tijdens de coronacrisis is een positieve ervaring De meeste Brabantse cultuurbezoekers ervaarden het bezoek als (zeer) positief tijdens de coronacrisis. Het aandeel Brabanders dat het bezoek tijdens de coronacrisis als negatief heeft ervaren is zeer klein (< 10 procent bij iedere vorm van bezoek, bij voorstelling dans 15 procent). Men licht toe dat culturele instellingen het over het algemeen zeer goed geregeld hebben om cultuur te bezoeken in tijden van corona. Het is anders dan anders, maar met de opgelegde beperkingen was het bezoek goed te doen en hebben mensen genoten. De regels en richtlijnen worden goed toegepast en bezoekers hielden zich hier ook aan. De enkele bezoekers die het bezoek als negatief beoordelen geven aan dat bezoekers zich niet altijd goed aan de regels hielden, ondanks dat de organisaties het bezoek goed geregeld hadden. Twee derde van de Brabanders heeft culturele activiteiten en/of uitstapjes moeten laten schieten 65 procent van de Brabanders heeft culturele activiteiten en/of uitstapjes tijdens de coronacrisis moeten laten schieten. We doelen hiermee op activiteiten die niet door zijn gegaan vanwege de coronacrisis en waar men al een kaartje voor had gekocht, maar ook activiteiten die men doorgaans onderneemt en nu niet door konden gaan. Vragen we deze Brabanders om welk bezoek het ging dat zij normaal gesproken wel ondernemen, maar hebben moeten laten schieten, dan vormen het bezoek van een bioscoop of filmhuis, een festival en van een concert van pop-, rock- en wereldmuziek de top drie (zie figuur 9 op de volgende pagina). Met name voor het bezoek van een concert een pop-, rock- en wereldmuziek hadden de meesten ook al een kaartje gekocht (66 procent). Dit geldt ook voor het bezoek van een voorstelling cabaret (53 procent), voorstelling toneel (51 procent), een dance of house optreden (50 procent).

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

32


Figuur 8 Welke soort culturele activiteiten heb je niet kunnen bezoeken door de coronacrisis? in % (N=1.256)

Bioscoop of filmhuis

46

Festival (muziek, theater, film, dans, design)

38

Concert van pop-, rock en wereldmuziek

35

Tentoonstelling in museum, galerie of…

26

Evenement met historisch karakter

25

Voorstelling cabaret

25

Musical

19

Voorstelling toneel

17

Een dance of housefeest/optreden van dj

15

Concert van fanfare, harmonie, koor

13

Bibliotheek

11

Kunst en cultuurroute (inclusief…

11

Concert van klassiek, opera en jazzmuziek

11

Voorstelling dans Een optreden van urban, rap op hiphop

8 4

Vier op de tien Brabanders vinden het (heel) erg dat culturele activiteiten niet konden doorgaan De meeste Brabanders bezochten culturele activiteiten niet omdat deze geannuleerd of in sommige gevallen verzet was. Daarnaast geven een aantal Brabanders aan dat de activiteit wel door ging, maar ze ervoor kozen om niet te gaan omdat ze het bezoek te risicovol vonden. Dit zien we met name bij terug bij een bezoek aan een tentoonstelling in een museum, galerie of andere expositie, bioscoop of filmhuis en de bibliotheek (circa 30 procent). Bij andere activiteiten zien we dit iets minder terug (tussen de 5 en 16 procent). Eén op de vier Brabanders (39 procent) vindt het (heel) erg dat de meeste culturele activiteiten niet of in aangepaste vorm konden doorgaan. Ruim een derde (37 procent) antwoord neutraal en een kwart (24 procent) vindt het niet erg. Meer Brabanders zijn online cultuur gaan bezoeken tijdens de coronacrisis Een derde van de Brabanders (34 procent) heeft tijdens de coronacrisis een of meerdere vormen van cultuur online bezocht. Rekenen we het luisteren van een podcast mee, dan heeft zelfs 42 procent van de Brabanders tijdens de coronacrisis gebruik gemaakt van een of meerdere vormen van online cultuuraanbod. 17 procent deed voor de coronacrisis al aan online cultuurbezoek en is dit tijdens de coronacrisis ook blijven doen. Rekenen we het luisteren van een podcast mee, dan lag dit aandeel op 25 procent. Er is tijdens de coronacrisis dus ook een nieuwe groep online bezoekers erbij gekomen. Dit geldt voor alle Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

33


vormen van online cultuurbezoek die we hebben uitgevraagd (virtuele rondleiding in een museum, niet-klassiek concert, klassiek concert of opera, theatervoorstelling, dansvoorstelling, cabaretvoorstelling, voorleessessie en dj-set). Deze nieuwe groep online bezoekers is een mix van Brabanders die normaliter cultuur fysiek bezoeken en Brabanders die dat normaal ook niet (vaak) doen. Ook nu zijn luisteren van een podcast en bekijken van een online concert (pop, rock) het meest populair Zowel voor als tijdens de coronacrisis werd het luisteren van een podcast het vaakst gedaan: 12 procent deed dit voor de coronacrisis ook al en 11 procent is dit sinds de coronacrisis gaan doen. Op de tweede plaats is het bekijken van een online concert van niet-klassieke muziek (pop, rock, etc.) het meest populair: 7 procent deed dit voor de coronacrisis ook al, 8 procent is dit sinds de coronacrisis gaan doen. Het grootste verschil is te zien in online museumbezoek: voor de coronacrisis werd dit slechts door 3 procent gedaan, 10 procent is dit sinds de coronacrisis gaan doen. Kijken en luisteren naar een opname is meest populaire vorm van online cultuurbezoek Van de Brabanders die aangeven online cultuur te hebben bezocht, geven de meeste mensen bij alle culturele activiteiten aan dit via een opname te hebben gedaan. Ongeveer een vijfde tot een kwart geeft aan zowel via opname als via livestream te hebben bezocht. Livestreams werden het meest bezocht bij concerten (dj-set en concert van niet-klassieke muziek). Weinig bereidheid om te betalen voor online cultuurbezoek De meeste bezoekers hebben gratis gebruik gemaakt van het online aanbod. Dit was met name het geval bij het luisteren van een podcast, een virtuele rondleiding door een museum of erfgoedsite, een dansvoorstelling en dj-set (meer dan 70 procent maakte hier alleen gratis gebruik van). Een deel van de online bezoekers heeft alleen betaald aanbod gekeken (variërend van 3 tot 18 procent) of een combinatie van gratis en betaald aanbod (variërend van 17 tot 32 procent). Men heeft het vaakst betaald voor een online concert of festival van niet klassieke muziek (pop, rock, etc.), een online theatervoorstelling, een online klassiek concert of operavoorstelling, een voorleessessie van een boek of poëzie en een online cabaretvoorstelling. Slechts 8 procent van de Brabanders is door de coronacrisis bereid om (meer) te betalen voor online cultuurbezoek. Ruim twee derde (68 procent) geeft aan hier niet toe bereid te zijn, een kwart (23 procent) weet het niet.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

34


4.2.3

De Brabander als cultuurbeoefenaar tijdens de coronacrisis In het jaar voorafgaand aan de coronacrisis beoefende bijna de helft (48 procent) van de Brabanders een of meerdere vormen van cultuur. Dit beeld zagen we ook in Waarde van Cultuur 2020. Kijken we naar een bredere definitie van beoefening van kunstzinnige en creatieve activiteiten (inclusief foto’s en filmpjes bewerken op de computer en websites ontwerpen) dan doet 58 procent van de Brabanders hieraan. Beeldende activiteiten, kunstzinnige fotografie/film/video en creatief schrijven worden het vaakst alleen gedaan. Dit geldt ook voor websites ontwerpen en foto’s/filmpjes bewerken op de computer. In de lijn der verwachtingen wordt theater en dans juist vaker in groepsverband gedaan. Voor het maken van muziek is dit meer verdeeld, de helft doet dit alleen, de helft (ook) in groepsverband. Het is te verwachten dat activiteiten die je vooral samen met anderen wil/moet doen in de coronatijd minder worden gedaan. Figuur 9 Beoefende je in het jaar vòòr de coronacrisis in jouw vrij tijd een of meerdere van de volgende kunstzinnige activiteiten? En hoe was dit tijdens de coronacrisis? in % (N=1.877/1.874)

Foto's/filmpjes bewerken op de computer

28

Muziek (ook: zang) Theater

19

27

20

6

Beeldende activiteiten (tekenen, schilderen beeldhouwen)

20 19

Kunstzinnige fotografie/film/video

13

Dans

16

12

8

11 10

Websites ontwerpen/maken 9 9

Creatief schrijven Voor de coronacrisis

32

Tijdens de coronacrisis

Minder cultuurbeoefening tijdens de coronacrisis Tijdens de coronacrisis wordt er door Brabanders minder aan cultuurbeoefening gedaan dan in het ‘normale’ jaar daarvoor. De terugloop is in de lijn der verwachtingen met name te zien bij vormen van cultuurbeoefening die veel in groepsverband worden gedaan, vooral theater en muziek, maar ook dans. Op vormen van cultuur die vaker individueel gedaan worden lijkt de coronacrisis minder invloed te hebben. Bijna één derde van de Brabanders is door de coronacrisis iets anders gaan doen op het gebied van cultuurbeoefening: 4 procent is iets nieuws gaan doen, 8 procent is hetgeen zij deden op een andere manier gaan doen. 14 procent geeft aan dat wat zij voorheen deden, nu niet meer doen en 8 procent geeft aan dat er iets anders is veranderd. Voor de meerderheid, 68 procent, is er niets veranderd op het gebied van cultuurbeoefening. Kijken we naar de afzonderlijke Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

35


vormen van cultuur dan zien we dat er bij iedere vorm mensen gestopt zijn, maar er ook nieuwe beoefenaars zijn bijgekomen tijdens de coronacrisis. Het aandeel dat gestopt is, is echter groter dan het aandeel dat begonnen is, met name voor het maken van muziek, dans en theater. Van de Brabanders die voor de coronacrisis op regelmatige basis muziek beoefenden is 24 procent gestopt in de maanden tijdens de coronacrisis. Dit geldt voor 27 procent van de dansers, 47 procent van de Brabanders die aan theater deden en 23 procent van Brabanders die op regelmatige basis aan kunstzinnige fotografie deden. Figuur 10 Kun je per item aangeven of je hier al wel eens gebruik van hebt gemaakt voor de coronacrisis? En hoe was dit tijdens de coronacrisis? in % (N=1.123)

Online cultuur beoefenen (muziek maken, toneel spelen etc)

8 9

les, webinar, cursus of workshop via Livestream

20 27

Een opname van een les, webinar, cursus of workshop

21 25 0

5

10

15

20

25

30

% dat hier eenmalig, tot regelmatig gebruik voor de coronacrisis % dat hier eenmalig, tot regelmatig gebruik van heeft gemaakt tijdens de coronacrisis

Een toename in online lessen, weinig online cultuurbeoefening Aan Brabanders die voor en/of tijdens de coronacrisis een of meerdere kunstzinnige activiteiten deden, hebben we gevraagd in hoeverre ze gebruik maken van online vormen voor cultuurbeoefening. Zowel voor als tijdens coronacrisis werd er weinig aan online aan cultuurbeoefening gedaan. Het volgen van lessen, webinars, cursussen of workshops via opname of via livestream wordt wel iets vaker gedaan en tijdens de coronacrisis nog meer dan daarvoor. Ongeveer de helft van deze mensen betaalde hier (ook) voor. Iets meer dan helft maakte alleen gebruik van gratis aanbod. 8 procent van deze Brabanders zijn bereid om (meer) te betalen voor online cultuurbeoefening, 69 procent is hier niet toe bereid. 23 procent weet het niet. 4.2.4

De Brabanders als ondersteuner van cultuur tijdens de coronacrisis Meer steun voor de culturele sector tijdens coronacrisis. Brabanders ondersteunen de cultuursector in tijden van corona meer dan voorheen. Voor de coronacrisis steunde namelijk een vijfde van de Brabanders de culturele sector. Door onbetaald werk te verrichten, lid te zijn van een vriendenvereniging, door geld te geven of

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

36


via een andere manier27. Tijdens de coronacrisis stijgt dit aandeel naar 27 procent. Brabanders ondersteunen de cultuursector vooral door hun contributie door te blijven te betalen ook al werden lessen e.d. afgelast of door hun gekochte kaartje van een evenement of activiteit dat is afgelast om te zetten naar een gift. Voorafgaand aan de coronacrisis werd de culturele sector door Brabanders het meest ondersteund door geld (donaties) te geven. 4.2.5

Gemis en zorgen om de sector Brabanders missen culturele activiteiten en maken zich zorgen om de sector. Bijna de helft van de Brabanders kan niet wachten tot ze weer fysiek culturele activiteiten kunnen ondernemen. Bijna twee derde (63 procent) geeft aan het erg te vinden als initiatieven en gezelschappen door de coronacrisis failliet zouden gaan. Dat is vergelijkbaar met landelijke cijfers: ook daar bijna twee derde die zich zorgen maakt over de toekomst van culturele instellingen. Figuur 11 Wat missen Brabanders tijdens de coronacrisis als het om cultuur gaat? In procent (N=1.866)

De gezelligheid en het samen met anderen genieten

51

De ontspanning

50

Het plezier

45

De speciale sfeer in het theater of museum

26

Even alles te kunnen vergeten

22

Het ontdekken en leren van nieuwe ervaringen

18

Het ontmoeten van nieuwe mensen

14

De inspiratie

12

Het actief ermee bezig zijn (bijv. zingen, muziek maken, acteren, etc.)

10

Niets Anders

27 2

27

We constateren dat de cijfers van deze peiling op dit thema verschillen van de cijfers van Waarde van Cultuur 2020. Eerder gaf bijna de helft van de Brabanders aan culturele organisaties of verenigingen op één of meerdere manieren te ondersteunen. De cijfers zijn niet één op één te vergelijken omdat de vraagstelling van elkaar verschilt. Waar we in de Waarde van Cultuur vragen naar ondersteuning van culturele organisaties en verenigingen, vragen we nu naar ondersteuning van de culturele sector. Daarbij hebben we expliciet aangegeven dat het geven van geld tot een donatie behoort (dus niet via het kopen van werk of een kaartje). Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

37


Meer dan de helft van de Brabanders (53 procent) maakt zich dan ook zorgen om de culturele sector. Zij verwachten geen gemakkelijk herstel voor de sector. Het merendeel van de Brabanders geeft aan gemis te ervaren tijdens de coronacrisis als het om cultuur gaat. De meeste van hen missen de gezelligheid, het samen met anderen genieten, de ontspanning en het plezier van culturele activiteiten. Een kwart van de Brabanders geeft aan helemaal niets te missen. Ook dit loopt in de pas met het landelijke beeld. 4.2.6

Verdieping: Brabantse cultuurtypen tijdens de coronacrisis onder de loep Voor de Culturele smaak van Brabanders 202028 hebben we acht cultuurtypen gesegmenteerd. Een beschrijving van deze cultuurtypen is hier te vinden. In ons onderzoek onder Brabanders kijken we ook naar hoe de cultuurtypen de gevolgen van de coronacrisis ervaren. Bezoeken, beoefenen en ondersteunen verschillende groepen verschillend tijdens de coronacrisis? Gewoon Gezellig Brabanders binnen de groep Gewoon Gezellig hebben over het algemeen wat minder vaak cultuur bezocht tijdens de coronacrisis dan de andere cultuurtypen. De groep Gewoon Gezellig maakte daarentegen al wel zowel voor als tijdens de coronacrisis relatief vaak gebruik van online cultuurbezoek, bijvoorbeeld door het luisteren van podcasts of het online bezoeken van concerten. Ook tijdens de coronacrisis hebben ze dit voort gezet. Zo hebben zij tijdens de coronacrisis relatief vaak een online cabaretvoorstelling gezien. Voor de coronacrisis was deze groep in gemiddelde mate zelf actief in het beoefenen van culturele of creatieve activiteiten. Dit blijft zo tijdens de coronacrisis. Deze groep geeft minder vaak (extra) steun aan de cultuursector tijdens de coronacrisis dan de andere groepen. In een normaal jaar ondersteunt deze groep de culturele sector relatief wel vaker door het doen van vrijwilligerswerk. Tot slot geven Brabanders binnen deze groep relatief vaker aan dat ze niets hebben gemist tijdens de coronacrisis als het om cultuur gaat. Als ze dan wel iets missen, is het bijvoorbeeld het even alles kunnen vergeten tijdens het bezoeken of beoefenen van cultuur. Hip & Happening Opvallend is dat de groep Hip & Happening sinds het begin van de coronacrisis relatief veel culturele activiteiten live heeft bezocht. Met name de bioscoop of het filmhuis, de bibliotheek en een tentoonstelling waren bij deze groep in trek. Zij geven het vaakst van alle cultuurtypen aan dat ze niet kunnen wachten tot er weer meer fysieke culturele activiteiten mogelijk zijn. Deze groep mist voornamelijk de ontspanning, het plezier en de gezelligheid met andere tijdens culturele activiteiten. De groep Hip & Happening zijn fervente cultuurbeoefenaars. Zowel voor als tijdens de coronacrisis is deze groep binnen alle vormen van cultuurbeoefening het meest actief. De groep Hip & Happening is sinds de coronacrisis meer aan online cultuurbezoek en online cultuurbeoefening gaan doen. Dit doen zij bijvoorbeeld door podcasts te luisteren, virtuele rondleidingen in musea te volgen of online theatervoorstellingen bij te wonen. Ook doen zij het vaakst van alle cultuurtypen 28

De culturele smaak van Brabanders 2020. Een segmentatie van verschillende cultuurtypen in Noord-Brabant. Het PON & Telos. Te lezen via: https://hetpon-telos.nl/portfolio/culturele-smaak/ Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

38


aan online cultuurbeoefening, bijvoorbeeld door gezamenlijk muziek te maken. Mensen die tot de groep Hip & Happening behoren zijn van alle cultuurtypen het meest bereid om (meer) te betalen voor online cultuurbezoek en cultuurbeoefening. Welvarende Cultuursnuivers De Welvarende Cultuursnuivers bezoeken minder cultuur, zoals dansvoorstelling of klassiek concert, dan voor de coronacrisis uitbrak. Wel zijn zij, net als voor de coronacrisis, nog relatief vaak naar een tentoonstelling of de bibliotheek geweest. Welvarende Cultuursnuivers ervaren het vaker als (heel) erg dat de meeste culturele activiteiten tijdens de coronacrisis niet of in aangepaste vorm konden doorgaan. Welvarende Cultuursnuivers missen voornamelijk de gezelligheid en het samen met andere genieten, alsmede de speciale sfeer in het theater of het museum. Zij hebben sinds de coronacrisis bijvoorbeeld wel relatief vaak een virtuele rondleiding in een museum of galerie bezocht. Alhoewel de Welvarende Cultuursnuivers al niet bijzonder actief waren in cultuurbeoefening, geven zij ook relatief vaak aan dat zij verschillende vormen van cultuurbeoefening niet meer doen sinds de coronacrisis is uitgebroken. Daarentegen hebben de Welvarende Cultuursnuivers de cultuursector (extra) ondersteund als gevolg van de coronacrisis. Dit deden zij bijvoorbeeld door reeds gekochte kaartjes om te zetten in een gift of door contributie te blijven betalen ook al gingen de activiteiten niet door. Voor de coronacrisis steunde deze groep de cultuursector ook meer dan andere cultuurtypen deden. Deze groep maakt zich het meest van alle cultuurtypen zorgen over de culturele sector, zij verwachten dan ook niet dat de cultuursector zich makkelijk zal herstellen na deze crisis. Voorzichtige Ouderen Voorzichtige Ouderen ondernemen minder kunstzinnige en creatieve activiteiten en doen ook minder aan cultuurbezoek dan in het jaar voor de coronacrisis. Wel beoefenen Voorzichtige Ouderen relatief vaak andere hobby’s sinds het uitbreken van de coronacrisis, zoals knutselen, puzzelen of breien. Voorzichtige Ouderen hebben van alle cultuurtypen het minst vaak geplande culturele activiteiten of uitstapjes moeten laten schieten door de coronacrisis. Niet geheel verrassend bezochten en beoefenden Voorzichtige Ouderen al niet zo vaak cultuur online, en dat is sinds de coronacrisis ook niet veranderd. Zij zijn dan ook het minst bereid om (meer) te betalen voor online cultuurbezoek. Net als voor de crisis beoefenen Voorzichtige Ouderen zelf niet veel cultuur, zij geven dan ook het vaakst van alle typen aan dat er niets is veranderd in de eigen cultuurbeoefening. We zien wel een afname in muzikale activiteiten bij deze groep sinds de crisis is uitgebroken. Massaal Midden Massaal Midden bezoekt, net als voor de coronacrisis, nog regelmatig de bioscoop of een filmhuis. Voor de coronacrisis bezocht deze groep al eens online cabaretvoorstellingen en dat doen zij tijdens de crisis nog steeds. De groep Massaal Midden beoefent minder vaak dan andere cultuurtypen kunstzinnige en creatieve activiteiten sinds de coronacrisis, bijvoorbeeld minder kustzinnige fotografie. Ook beoefent deze groep weleens online cultuur, meer dan voor de crisis uitbrak. Dit doen zij bijvoorbeeld door opnames of livestreams van cursussen en workshops te bekijken. Doordat de coronacrisis gaande is, mist de groep Massaal Midden vooral de gezelligheid en het samen met anderen genieten van cultuur, de ontspanning van cultuurbezoek en het ontmoeten van nieuwe mensen. Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

39


Betrokken Vrijetijdsbenutters Onder deze groep zien we dat zij aanzienlijk minder vaak live culturele activiteiten hebben bezocht sinds het uitbreken van de crisis. Met name bij toneelvoorstellingen, concerten van fanfares en klassieke concerten zien we een flinke afname. Betrokken Vrijetijdsbenutters geven iets vaker dan andere cultuurtypen aan dat zij minder vaak kunstzinnige en creatieve activiteiten doen dan voorafgaand aan de coronacrisis. Betrokken Vrijetijdsbenutters bezochten online niet zoveel cultuur, dit is niet gewijzigd door de coronacrisis. Wel missen zij relatief vaak de speciale sfeer in theaters of musea. Verder zien we een lichte afname in eigen cultuurbeoefening sinds de coronacrisis, er wordt door Betrokken Vrijetijdsbenutters voornamelijk minder muziek en theater gemaakt. Betrokken Vrijetijdsbenutters geven relatief vaak aan dat zij de cultuursector (extra) hebben ondersteund tijdens de crisis door contributie te blijven betalen ondanks dat bijvoorbeeld lessen werden afgelast. Rustig Buitenleven Het bezoek aan een toneelvoorstelling, een concert van een fanfare en evenementen met een historisch karakter zijn bij deze groep nog steeds in trek tijdens de coronacrisis, ook al worden ze in mindere mate bezocht. Online bezocht en beoefende deze groep al niet zo veel cultuur. Dit is sinds de coronacrisis niet veranderd, met uitzondering van virtuele theatervoorstellingen. Evenals de Voorzichtige Ouderen, zijn ook mensen van de groep Rustig Buitenleven het minst bereid om (meer) te betalen voor online cultuurbezoek. Op het gebied van cultuurbeoefening is deze groep zowel voor als tijdens de coronacrisis vaker bezig met theater en creatief schrijven in de vrije tijd. Beeldende activiteiten worden minder vaak gedaan dan voor de coronacrisis. De groep Rustig Buitenleven geeft over het algemeen aan dat zij cultuur die zij voor de crisis beoefenden nu niet meer doen, of dat zij dit in een andere vorm doen. Actief Gezinsleven De groep Actief Gezinsleden geeft van alle cultuurtypen het vaakst aan dat zij even veel kunstzinnige en creatieve activiteiten ondernemen als voor de coronacrisis. Ook bezoeken zij het vaakst van alle cultuurtypen nog regelmatig cultuur, de bibliotheek of de bioscoop bijvoorbeeld zijn nog relatief in trek. In vergelijking met voor de crisis is er weinig veranderd in het beoefenen van kunstzinnige of creatieve activiteiten door deze groep. Zij hadden naar eigen zeggen dan ook het minst last van dat culturele activiteiten niet of in aangepaste vorm konden doorgaan sinds de coronacrisis. Toch geeft deze groep wel het vaakst aan dat zij geplande activiteiten en/of uitstapjes, zoals concerten en festivals, tijdens de coronacrisis moesten laten schieten. Mensen van de groep Actief Gezinsleven missen voornamelijk de ontspanning van cultuurbezoek en cultuurbeoefening, en het gezellig met anderen samen genieten hiervan.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

40


Bevindingen online gesprek via een research community Contact met publiek in de coronatijd

Het tweede onderwerp van de research community gaat over contact met publiek in de coronatijd. Tijdens het gesprek in de research community werd via de persconferentie bekend gemaakt dat de lockdown werd verlengd. Culturele locaties (van theaters tot en met ateliers) zijn, net als eerder tijdens de coronacrisis, op dat moment gesloten voor publiek. In de maanden waarin bezoek wel mogelijk was, was aanbod op locatie aangepast. We hebben gevraagd naar het contact met publiek tijdens de coronacrisis: We zijn benieuwd of en vooral hoe je contact hebt gehouden met je publiek? Was dat je bestaande publiek of (ook) nieuw publiek? Hoe bepaal je jouw invloed op je publiek? Heb je steun ervaren van je publiek in de afgelopen tijd? Zo ja, op wat voor manier dan? We geven een impressie van zo’n 70 reacties. Eerst weer van individuele kunstenaars en kunstprofessionals. Daarna volgt een impressie van de antwoorden van culturele organisaties en locaties. Kunstenaars Zelfstandige kunstenaars proberen zichtbaar te blijven bij publiek tijdens de coronacrisis. Zo waren galeries in de maanden dat fysiek contact, op afstand was toegestaan, open op afspraak. Nu galeries en toonruimten gesloten zijn, probeert men contacten warm te houden om straks als het kan weer nieuwe toonmomenten te kunnen organiseren. Men zoekt ook naar nieuwe manieren om in contact te blijven. Bijvoorbeeld door korte interventies op straat “Zoals met straatkrijt de mensen een kleur te laten uitzoeken tot er een geheel openbaar tijdelijk kunstwerk ontstaat. Zo ontstaan er gesprekken over het kleuren van je leven en omgeving en het belang van ons als kunstenaar daarbij”, aldus een beeldend kunstenaar. Ook online gebeurd er van alles om in contact te blijven met publiek. Zo laten beeldend kunstenaars, maar ook filmmakers en musici met enige regelmaat zien waar ze mee bezig zijn en wat hen bezighoudt. Soms ook om het debat op gang te houden en mensen te blijven voeden met kunst en stof om over na te denken. Sociale media, zoals LinkedIn, Twitter, Instagram en Facebook, worden hiervoor ingezet. Werk of fragmenten hiervan worden via de sociale mediakanalen gedeeld. Reacties van publiek hierop worden als waardevol ervaren. Zeker omdat fysieke ontmoetingen veel minder en tijdens de lockdown helemaal niet konden plaatvinden. “Mijn drive wordt vooral gevoed door activiteiten op sociale media” aldus een beeldend kunstenaar. Sommige beeldend kunstenaars hebben hun werk (ook) meer online aangeboden in het afgelopen jaar. Via intensief mail- of belcontact met geïnteresseerden kon er toch contact gelegd worden met publiek en werk worden verkocht. Voor kunstenaars en makers die afhankelijk zijn van de interactie met publiek is de situatie net wat anders. Met name voor de groep die vooral afhankelijk is van de uitvoerende praktijk vindt het contact met publiek vooral daar plaats waar ze elkaar ontmoeten tijdens performances. Als die er niet zijn, is contact maken lastig. Sommige kunstenaars hebben aanbod binnen de beperkende mogelijkheden gemaakt en uitgevoerd wanneer de maatregelen dit toelieten. Bijvoorbeeld door één op één concerten te verzorgen. Ten tijde Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

41


van de research community zaten we echter in een volledige lockdown en lag ook dit stil. In het gesprek in de community wordt ook specifiek aandacht gevraagd voor die groep kunstenaars die in grote mate afhankelijk zijn van interactie met publiek. “Het contact tussen publiek en uitvoerder is voor veel van mijn collega's de noodzakelijke levensader. Zonder optredens is het zwaar je uren te blijven maken om op topniveau te blijven, ook zeker als het uitzicht maar onzeker blijft”, aldus een musicus. Bij het online aanbod wordt live contact en interactie met publiek gemist. “Het niet live kunnen uitvoeren blijft toch voor velen een gemis, zowel aan de kant van het publiek als van de makers. Online presentaties of livestreams zijn geen goede vervanging en bereiken bij lange na niet het publiek dat bij een live uitvoering aanwezig zou zijn” meldt een ondersteunende organisatie. Zodra live interactie met het publiek weer kan, zal dat ook weer gaan gebeuren. De artistiek begeleiders in de community geven aan het contact met publiek voor koren eigenlijk stil ligt. Veel koren hebben een ‘vriendenclub’ van vaste concertbezoekers die op de hoogte worden via sociale media. Het contact is met name informerend over uitstel van concerten. De sociale impact van de coronacrisis op zingen binnen een (amateur)koor is groot. Zoals in het eerdere hoofdstuk ook is benoemd, houden koorleden onderling wel regelmatig contact maar mist het contact met publiek. “Kanaal Digitaal Koorcafé Capella Brabant is echter alleen voor eigen community! Dit medium houdt weliswaar het vuurtje brandend maar mist het oorspronkelijke doel wat ons samenbrengt: samen zingen voor publiek” aldus een koordirigent. Organisaties en locaties Het ‘live’ contact met publiek wordt gemist nu culturele plekken niet kunnen worden bezocht door publiek. In de zomermaanden (zo tot oktober) konden voorstellingen en concerten wel doorgaan in aangepaste vorm, voor kleinere groepen publiek. Ook presentatie-instellingen, musea en galeries waren toen open en maakten toen tentoonstellingen in aangepaste vorm. In de perioden dat voorstellingen, concerten en tentoonstellingen geannuleerd werden, ervaarden culturele instellingen solidariteit bij het publiek. Men lijkt niet bang om hun geld later terug te krijgen en sommige kaartkopers doneren ook aan de kunstenaars/makers. Ze ervaren begrip en support van bezoekers, maar merken ook dat de wens voor ‘live’ bezoek groot is. Zodra het weer mocht stonden gasten te popelen om te komen. Hetgeen dat kon doorgaan werd gewaardeerd, zowel door het publiek als door de uitvoerders. Bezoekers laten weten dat ze blij zijn dat programmering binnen de beperkingen wordt doorgezet. Cultuurbezoek tijdens de coronacrisis heeft een andere beleving. In de community geeft de directeur van een dansgezelschap aan dat het spelen voor kleine groepen als waardevol en intiem werd ervaren: “Tussen eind juli en eind oktober hebben we een aantal voorstellingen voor 30 mensen gespeeld. Het spelen voor klein publiek, ervaren we als zeer intiem en waardevol, ook in de grotere theaters”. De community laat zien dat culturele instellingen en organisaties mogelijkheden aangrijpen om voorstellingen, concerten en tentoonstellingen toch door te laten gaan in aangepaste vorm voor minder publiek. Alhoewel het bezoek enerzijds als bijzonder wordt ervaren in een kleine setting, wordt ook opgemerkt dat de Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

42


mogelijkheid om elkaar te ontmoeten wordt gemist. Even napraten na een voorstelling of in het pauze-programma onder het genot van een drankje. Met elkaar, andere bezoekers of een van de makers van een voorstelling. “Concertprogramma’s werden ingekort, concertpauzes werden zodoende vermeden om samenscholing met publiek te voorkomen”, zegt een artistiek leider van een muziektheatergezelschap. Culturele organisaties en instellingen zorgen ervoor dat ze zichtbaar blijven en in contact blijven met hun publiek. Dit doen ze door nieuwsbrieven te versturen, berichten op sociale media te delen en berichten op hun websites te plaatsen. Festivals en culturele evenementen die geen doorgang kregen tijdens de coronacrisis hielden ook op deze manier contact met publiek. Websites van theaters en culturele centra worden gevuld met relevante informatie, maar ook met tips voor thuisblijvers. Zo worden er ‘Theatertips voor Thuis’ gedeeld waarin men bestaande voorstellingen kan terugkijken. Via ‘Cultuur over de Vloer’ kan men via de website van een cultuurcentrum kennis maken met lokale initiatieven, voorstellingen terugkijken en educatieve video’s bekijken. “We posten berichten over wat we nog wel konden doen, we gaven tips om gezond in je hart te blijven, posten links naar gespreks- en hulplijnen en vooral heel veel opbeurende en motiverende berichten” reageert de directeur van een cultuurcentrum. Naast contact via de traditionele media, zoekt men ook naar andere manieren om contact te houden met publiek. Zoals in het Cultureel Kapitaal al benoemd is, zijn er in het afgelopen jaar allerlei vormen van online aanbod ontwikkeld. Enerzijds om kunst te kunnen maken en uitingen te kunnen doen. Anderzijds om het publiek een culturele beleving te kunnen bieden en met hen in contact te blijven. Zo heeft een theater een virtueel theater gemaakt, een platform voor artiesten om in contact te blijven met publiek. Een aantal keren per week werden er mini-voorstellingen getoond en in het weekend werd er een bijzonder item over cultuur gemaakt. Een dansgezelschap heeft gekozen voor online livestreams in plaats van kleinschalige studio-presentaties, waarin het publiek online feedback kon geven om zo toch het gesprek over een voorstelling te laten ontstaan. Een presentatie-instelling heeft podcast ontwikkeld en poppodia verzorgen livestreams. “In het algemeen willen van ons laten horen door middel van online activiteiten, campagnes in de openbare ruimte en werken we met de gemeente en collega instellingen in werkgroepen om activiteiten te organiseren zowel online of in de openbare ruimte ”, zegt een directeur van een poppodium. De community laat zien dat er allerlei nieuwe media en vormen zijn ingezet om in contact met publiek te blijven. Daarbij moet worden opgemerkt dat het contact met het publiek bij online aanbod wel als anders wordt ervaren. Het medium dat ertussen zit, zorgt toch voor een bepaalde manier van afstand. Bij sommige vormen van aanbod kan het publiek ook reageren, door een reactie achter te laten via een bericht of chat. Bij andere vormen is meer eenrichtingsverkeer. Het contact tussen publiek en de uitvoerder is anders dan bij een live performance. De ervaring kun je niet vervangen door een beeld thuis. Toch zien culturele instellingen ook voordelen van het online aanbod. Met dit online aanbod kun je (ook) nieuw publiek bereiken, dat je via de fysieke manier misschien niet bereikt. Het wordt dus wel gezien als een manier om je publiek te verbreden. Iets dat mogelijk ook na de coronacrisis daarvoor wordt ingezet. Bijvoorbeeld om in te zetten als promotie voorafgaand aan een festival of evenement. Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

43


Initiatief in coronatijd: Jazzwerkplaats Den Bosch Stichting Jazzwerkplaats Den Bosch promoot jazzmuziek in ’s-Hertogenbosch en omstreken door het organiseren van workshops, lezingen, masterclasses, schoolprojecten, concerten, festivals en sessies.29 Volgens Jeroen Doomernik, musicus, programmeur en artistiek leider van de Jazzwerkplaats, is het een fysieke plek waar muziek gemaakt wordt. “Het staat voor een benadering van hoe wij muziek maken. De werkwijze sluit aan bij het perspectief van de vrijheid die jazz uitstraalt. Het is geen muziekschool met een curriculum “waar je een papiertje kunt krijgen”, maar meer een werk- en broedplaats waar mensen, professionals en amateurs samen komen om muziek te maken. Voor jonge muzikanten biedt het een gelegenheid om te ontdekken of ze iets met jazz willen gaan doen, en wat dan precies. De Jazzwerkplaats biedt mogelijkheden doorlopende leerlijnen te volgen waarbij jongeren muziek kunnen maken en daarin door kunnen groeien. Een belangrijke visie van de Jazzwerkplaats is: leren door te doen. De muzikanten komen verder en kunnen groeien, mede door het maken van fouten. Het past bij een visie op muziekonderwijs waarbij mensen vanuit samenspel elkaar helpen om verder te komen. Plek om samen muziek te maken De Jazzwerkplaats leidt geen mensen op, dus de deelnemers moeten van tevoren wel al muziekles gevolgd hebben. Wat de Jazzwerkplaats wel aanbiedt is dat leerlingen die vaak één-op-één les hebben van zelfstandige docenten hier samen kunnen spelen en leeftijdsgenoten kunnen ontmoeten. Jeroen: “We hebben steeds wisselende trajecten en zo treden we ook naar buiten. Zoals werkweekenden waarin muzikanten een weekend lang samen gaan spelen en zichzelf gaan ontwikkelen. Deze weekendworkshops zijn soms thematisch; soms op basis van stijl en moeilijkheidsgraad ingericht. Een andere keer is het gewoon gericht op samen spelen, op iets moderns, of op iets traditioneels.” “Er is speciale aandacht voor de leerlijn voor jongeren: zo is er de Playground voor de allerjongste deelnemers; de Junior JazzAcademy (een quasi-big-band-achtig idee) geënt op het verkennend spelen met muziek, met veel improvisatie. En een vervolgtraject: de JazzAcademy en het Zuid Nederlands Workshop Orkest (ZNWO), voor jongeren die op weg zijn naar de beroepspraktijk. Die eventueel willen doorstromen naar het conservatorium of daar al studeren. En leuk, soms komen ze weer terug naar de Jazzwerkplaats om hier te werken. Dan is er Jazzlab met experimentele muziek, voor een groep die werkt met landelijke bekende musici als workshopleider. Tot slot hebben we nog de Zangwerkplaats, waarmee we vocale projecten doen met verschillende thema’s.” Verbindende factor Jeroen ziet de Jazzwerkplaats als een verbinding tussen verschillende muzieklocaties. “De verwaarlozing van de muziekcultuur (het sluiten van de muziekschool, bezuinigingen op muziekonderwijs, etc.) heeft geleid tot een verloren generatie muzikanten. Daarom is het belangrijk om mensen met elkaar te verbinden, zodat de muziekcultuur door kan gaan en mensen elkaar weten te vinden.” Veel docenten zijn uitgewaaierd over de stad met hun eigen praktijk, werken vaak solitair en voor hen kunnen wij zo een verbinder zijn, een spin in het web om muzikanten samen te brengen. 29

Jazzwerkplaats Den Bosch – Jazzwerkplaats Den Bosch

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

44


Corona bracht een nieuwe jazzbijbel “Je mocht nog wel even voor 30 man concerten geven, maar bij ons gaat het om samenwerken, dus konden we gewoon een hoop dingen niet doen.” Door corona werd het lastiger om het principe van samenwerken en mensen met elkaar verbinden nog te realiseren. Voor jongeren was wel wat meer speelruimte. Ze hebben buiten veel muziek met elkaar gemaakt, waarbij de maatregelen goed in acht werden genomen. Voor het volwassenenprogramma gold dat helaas niet en voor hen werd het een noodgedwongen time-out. De Jazzwerkplaats is daardoor wel gaan nadenken over alternatieve vormen van muziek maken voor zover mogelijk was in deze situatie. Zo zijn ze gaan werken aan een boek met bladmuziek; het ‘Real Book Noord-Brabant Edition (Vol. I)’. Het is gebaseerd is op het idee van de in de jaren zeventig gemaakte jazzbijbel ‘The Real Book’; een collectie bladmuziek die ooit in Amerika in de illegaliteit is ontstaan en later een standaard werd voor muzikanten. In het Brabants Real Book zijn originele composities verzameld van Brabantse toonaangevende muzikanten. “We hebben vier versies uitgegeven in vier toonsoorten die nog steeds gretig aftrek vinden”, aldus Jeroen. Daarnaast kwam er een soort live app waarin je kan meespelen. Dit idee bestond al voor corona en nu was er de tijd om dit uit te werken. Zo kon de Jazzwerkplaats ook nieuwe mensen een idee meegeven om te doen. “We merkten dat we hiermee veel mensen een plezier deden.” Toch, het blijft moeilijk als men niet live met mensen samen kan komen. “Zoom werkt niet echt als je samen muziek wilt maken. De initiatieven waren er wel even, maar het werd niks. Ook niet alle leerlingen en docenten die online lesgeven, hoor ik om me heen, kunnen dit goed.” Contact met publiek Het contact met het publiek is ook veranderd door corona. Weliswaar is er ‘live’ veel minder contact geweest, omdat de workshops geen doorgang konden vinden. Dat is een gemis. De Jazzwerkplaats kreeg echter meer volgers op sociale media, ook van mensen buiten Den Bosch, mede door het boek dat werd uitgebracht. Daarnaast konden de bezoekers van de miniconcerten een beeld krijgen wat de Jazzwerkplaats doet en inhoudt. Dat was nieuw voor velen. Door het succes van het boek is het idee ontstaan om dit ook na corona verder uit te werken. “Dat kan financieel nog lastig worden, omdat je het dadelijk erbij zal moeten gaan doen naast je reguliere taken en aanbod.” Roots Er wordt voortgebouwd op ‘het Brabants leerorkest’, een fenomeen in de jaren tachtig. Zij trokken destijds het hele land door als jonge muzikanten en zijn allemaal goed terecht gekomen als muzikant. Ook nu hameren we op de educatieve inslag... Met ons initiatief Podium Jazzwerkplaats willen we een soort ‘Podium Witteman’, of ‘een Reiziger in Muziek’ zijn. Muzikanten spelen maar vertellen hier ook hun verhaal, hun fascinaties, het verhaal achter de muzikant, wat je nergens hoort. Dat is uniek, ook voor niet-muzikanten. Veel mensen weten niet wat er achter een optreden zit. Ik weet dat als programmeur; ik vraag daar naar. Maar het publiek weet dat meestal niet.” Verder is er trots dat muzikanten die in de Jazzwerkplaats begonnen zijn, hun weg vinden naar de podia: ‘artists in residence’, talent hubs, etc., maar ook dat muzikanten die vroeger bij de Jazzwerkplaats hebben gespeeld, er nu komen om te werken en workshops te geven aan jongeren en volwassenen.” Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

45


Speciale doelgroepen De doelgroepen waar de Jazzwerkplaats zich op richt zijn met name jongeren en volwassenen. Jeroen Doomernik geeft aan wel nog een plan te hebben om ook kwetsbare doelgroepen te kunnen gaan begeleiden. De organisatie zal dan eerst geprofessionaliseerd moeten worden om hen een goede begeleiding te kunnen geven. Op dit moment biedt de Jazzwerkplaats wel aan iedereen de mogelijkheid mee te doen; ze sluiten niemand buiten. Mensen moeten wel al een instrument kunnen bespelen, de Jazzwerkplaats geeft geen muziekles in de traditionele zin van het woord. De mensen die bij de Jazzwerkplaats komen staan er wel voor open elkaar hierbij te helpen, zij maken geen verschil in leeftijd of niveau maar leren hier juist van elkaar. “We willen meer doen, maar we zijn te klein op dit moment. We hadden onderdeel willen worden van de Bossche basisinfrastructuur om dit op te zetten en die ondersteuning te kunnen bieden. Helaas besloot men anders.” Leren samenwerken maakt de jazzmuzikant De mensen van de Jazzwerkplaats werken niet met bepaalde lesprogramma’s, zij vinden het belangrijk dat mensen zelf hun muzikale talent ontdekken door het daadwerkelijk te doen. Ze bieden bepaalde kennis en vaardigheden aan, ook op het gebied van samenwerken. Zodat de mensen hun kennis en vaardigheden ook weer door kunnen geven aan anderen. Het doel van de Jazzwerkplaats is niet om mensen door te laten stromen in de beroepspraktijk; niet dat mensen simpelweg een muziekinstrument leren spelen. De Jazzwerkplaats kijkt verder dan dit en focust zich op het samengaan en buiten de lijntjes kleuren, wat zorgt voor een auditieve ontwikkeling. “Zo heb ik het zelf ook geleerd’, geeft Jeroen aan, “Je kan veel leren van YouTube, maar meer nog van anderen, van een meester, van andere spelers. Dat zoeken jongeren nu ook op in de coronatijd, via social media als bijvoorbeeld Instagram of via app-groepen.”

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

46


5

Economisch kapitaal Cultuur speelt een belangrijke rol in het tot stand brengen en in stand houden van een aantrekkelijk en concurrerend vestigingsklimaat. Daarom kijken we in de monitor Waarde van cultuur binnen het Economisch kapitaal naar bedrijvigheid en werkgelegenheid in de cultuursector. De coronacrisis heeft veel financiële gevolgen voor de cultuursector en daarmee voor culturele instellingen en individuele makers. In dit hoofdstuk besteden we aandacht aan de financiële gevolgen van de coronacrisis voor de cultuursector.

Wat is er landelijk al bekend over de economische gevolgen voor de cultuursector? De sector cultuur, recreatie en overige diensten wordt het hardst geraakt Uit cijfers van het CBS van november 2020 bleek dat de toegevoegde waarde in de sector in kwartaal twee van 2020 met 37 procent daalde en in kwartaal drie met 24 procent.30 Over alle sectoren daalde de toegevoegde waarde in kwartaal twee van 2020 met 8,5 procent. In kwartaal drie steeg de toegevoegde waarde met 7,7 procent. Het Centraal Planbureau maakte in juli 2020 een nieuwe berekening op basis van een update van de basisberekeningen van Panteia en nationale rekeningen. Het CPB schat dat de sector Kunst (sbi 91) met bijna -25 procent daalt in toegevoegde waarde in afwijking van het gemiddelde in 2020.31 Dit aandeel geldt ook voor de sector Culturele uitleencentra, openbare archieven, musea, dieren- en plantentuinen, natuurbehoud (sbi code 92). Ook verwacht het CPB dat ruim een vijfde van de van de bedrijven in de sector Cultuur, sport en recreatie een negatieve solvabiliteitsratio heeft wanneer de coronacrisis 6 maanden aanhoudt en dat dit stijgt naar 27 procent wanneer de coronacrisis 12 maanden aanhoudt. Het vaakst een negatief bedrijfsresultaat in eerste half jaar 2020 Volgens de zogenaamde conjunctuurenquête hebben ondernemers in de sector Cultuur, sport en recreatie samen met de horeca relatief het vaakst te maken gehad met een negatief bedrijfsresultaat in het eerste halfjaar van 2020. Door de maatregelen viel een groot deel van de omzet weg. Binnen de sector cultuur, sport en recreatie heeft slechts 4 procent een positief bedrijfsresultaat, 78 procent heeft een negatief bedrijfsresultaat.32 52 procent van de ondernemers verwachtte ook in het laatste kwartaal van 2020 een omzetdaling, terwijl er in het derde kwartaal van 2020 een omzettoename waargenomen werd. Daarentegen verwachtte in oktober 2020 32 procent van de bedrijven in de cultuur, sport en recreatiesector een stijging van de omzet in 2021.33

30

Panteia (2020) Sectoranalyses corona-effecten, update (december 2020). https://panteia.nl/default/assets/File/Update%20Sectoranalyses%20coronaeffecten%20december%202020%20Panteia.pdf 31 CPB (2020) De gevolgen van de coronacrisis voor Nederlandse bedrijven en banken. September, 2020. 32 Conjunctuurenquête Nederland 3e kwartaal 2020 van CBS, KVK, EIB, MKB Nederland en VNO-NCW, juli 2020 33 Conjunctuurenquête Nederland 4e kwartaal 2020 van CBS, KVK, EIB, MKB Nederland en VNO-NCW, oktober 2020. Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

47


Zelfstandigen in de culturele en creatieve sector hebben gemiddeld 68 procent omzetdaling in 2020 Een voorzichtige beraming van het CBS in november 202034 laat een beeld zien waarin in het tweede kwartaal van 2020 65 procent van de zzp’ers in de culturele en creatieve sector een omzetdaling had ten opzichte van datzelfde kwartaal in 2019. Het gemiddelde percentage van deze omzetdaling was 68,4 procent voor de hele sector. In het derde kwartaal van 2020 had 56,3 procent van de zzp’ers een omzetdaling ten opzichte van het derde kwartaal in 2019. Deze omzetdaling betrof dan gemiddeld 64,7 over de hele sector. Voorzichtigheid bij het interpreteren van deze cijfers is geboden: de beramingen zijn gebaseerd op de voorlopige omzetbelastingaangiftes over 2020 en gegevens uit 2018 en 2019 van zzp’ers. Hierdoor zijn zij die geen omzetbelastingaangiftes hoeven te doen vanwege de OVOB of de KOR niet opgenomen in de berekeningen, evenmin zij die in 2019 of 2020 als zzp’er zijn gestart. De cijfers zijn dan ook vooral bedoeld om een beeld te schetsen van de situatie; het beeld van een sector met zelfstandigen die fors aan omzet verliezen. 5.1.1

Inzichten binnen de specifieke disciplines Cultuureducatie: driekwart heeft financiële schade ondanks overheidssteun Uit het eerder genoemde onderzoek van LKCA,35, in samenwerking met anderen, blijkt dat driekwart van de kunsteducatie-instellingen geeft aan tussen 16 maart en 1 juni 2020 financiële schade te hebben geleden, ondanks de steunmaatregelen van het Rijk. Gemiddeld was de financiële schade 29.904 euro per instelling. De meest genoemde inkomstenbronnen die men misliep zijn: bijdragen van cursisten/deelnemers, omzet uit optredens, voorstellingen en exposities, opbrengst uit verhuur en horeca. Vaste kosten die doorliepen: huur van ruimten (voor 62 procent), (deels) doorbetalen artistiek begeleiders (68 procent), (deels) doorbetalen docenten (74 procent). Poppodia verwachten grote tekorten Uit het eerder genoemde onderzoek onder 60 bij de VNPF aangesloten poppodia36, blijkt dat zij verwachten over 2020 een omzetverlies te lijden van 125 miljoen euro. Aan het begin van 2020 was te verwachten dat ze een jaaromzet zouden halen van 205 miljoen euro. Inmiddels is de verwachting dat dit bedrag niet hoger zal zijn dan 80 miljoen euro. De verwachting is dat de poppodia in 2020 een tekort zullen realiseren van ruim 32 miljoen euro, zonder steunmaatregelen. Met de steunmaatregelen verwacht men dat het kan teruglopen naar 9,8 miljoen euro. Musea: kwart van de musea nog 12 maanden vertrouwen in hun voortbestaan Uit een enquête van de Museumvereniging37 onder haar leden is in november 2020 34

CBS (2020) Omzet en inkomenspositie zzp’ers in culturele sector. 18 november 2020. Geraadpleegd via: https://www.cbs.nl/nlnl/maatwerk/2020/47/omzet-en-inkomenspositie-zzp-ers-in-culturele-sector 35 https://www.lkca.nl/artikel/gevolgen-coronavirus-voor-kunsteducatie-enactieve-cultuurparticipatie/ 36 Crabbendam, Y. et al. (2020) Poppodia in tijden van COVID-19. Omzetverlies en tekorten vanwege de coronacrisis in 2020. Juli, 2020. 37 Museumvereniging. 12 november 2020. Een tiental musea dreigt binnen half jaar te sluiten; uitvoering noodsteun moet beter. Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

48


gebleken dat een kwart, ondanks de steunmaatregelen, financieel in zwaar weer zit. 60 procent van de leden beantwoordde de enquête, waarbij die 60 leden samen 95 procent van de omzet van Nederlandse musea vertegenwoordigen. Hierbij gaven 10 musea aan binnen een half jaar te moeten sluiten vanwege de coronacrisis. Nog een kwart heeft voor nog 12 maanden de verwachting om te kunnen voortbestaan. Bioscoopbranche: omzetdaling uit kaartverkoop van 56 procent ten opzichte van 2019 2020 begon goed voor de bioscoopbranche, met een stijging van 9 procent in het aantal bezoekers, zo blijkt uit de jaarcijfers van Filmdistributeurs Nederland en de Nederlandse Vereniging van Bioscopen en Filmtheaters38. Echter kwamen met de intrede van het coronavirus ook verschillende restricties, zoals de hoeveelheid bezoekers in een zaal en het verbod op het verkopen van eten en drinken. Naast dat de omzet uit kaartverkoop met 56 procent daalde ten opzichte van 2019 en de totale omzet 300 miljoen lager was dan in 2019, was er een daling in het aantal bezoeken van 56 procent ten opzichte van 2019. Vanaf de eerste lockdown daalde het aantal bezoeken met ruim 73 procent ten opzichte van 2019. De hoop voor 2021 is gevestigd op aantrekkelijke releases die voor dit jaar gepland staan. Ontwerpers: bijna de helft loopt 50 procent omzet mis; sombere verwachtingen voor 2021 Binnen het eerder genoemde onderzoek van Het Stedelijk Museum Amsterdam en de brancheorganisatie voor ontwerpers (BNO)39 onder ruim 100 ontwerpers geeft 45 procent aan meer dan de helft van hun omzet misgelopen te zijn in de eerste drie maanden van de intelligente lockdown. Meer dan 50 procent van de ontwerpers verwacht ook op de lange termijn (tot en met 2021) tussen 25 procent en 50 procent minder omzet te draaien, en ruim 20 procent van de ontwerpers verwacht zelfs nog meer omzet te verliezen. Acteurs: forse inkomstendaling, grote meerderheid wil beroepsmatig acteur blijven Werd in 2019 nog gemiddeld 36.500 euro bruto per jaar verdiend door acteurs, in 2020 is dat gedaald naar gemiddeld 26.850 euro.40 In 2019 verdiende een kwart van de acteurs minder dan 20.000 euro bruto. In 2020 is dat gestegen naar 44 procent. Zes op de tien acteurs zegt amper of niet te kunnen rondkomen. Dat was minder dan 30 procent in 2019. Vijf procent zit nu al in de financiële problemen en drie op tien verwacht dat binnen nu en zes maanden te raken. Zo’n 90 procent zegt beroepsmatig acteur te blijven het komende jaar. Bijna 30 procent wil zich laten bij- of omscholen voor een ander beroep, maar wil hiernaast als acteur beroepsmatig actief blijven.

https://museumvereniging.nl/een-tiental-musea-dreigt-binnen-half-jaar-tesluiten-uitvoering-noodsteun-moet-beter 38 Filmdistributeurs Nederland en de NVBF. Bioscoopjaar 2020; vallen en weer opstaan. 5 januari 2021. Geraadpleegd via: https://www.denvbf.nl/files/20210105-pb-fdn-en-nvbf-perspresentatie.pdf 39 Corona enquête Stedelijk Museum Amsterdam en BNO, juli 2020. Geraadpleegd via: https://www.stedelijk.nl/en/news/survey-by-StedelijkMuseumAmsterdamand-BNO 40 Vinken, H. & H. Mariën (2021) De ACT Corona Monitor 2020. Een odnerzoek onder de leen van ACT Acteursbelangen. Tilburg: HTH Research Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

49


5.1.2

Overzicht gebruik van landelijke steunmaatregelen Om getroffen sectoren in de coronacrisis te ondersteunen zijn er landelijke steunmaatregelen getroffen. Het CBS maakt mogelijk, op verzoek van het ministerie van OCW en Kunstloc Brabant, later dit jaar een overzicht van het gebruik van alle landelijke steunmaatregelen in 2020, uitgesplitst naar bedrijfsgrootte (met name 1-pitters tegenover bedrijven met meerdere werknemers), provincie en de drie deelsectoren van de culturele en creatieve sector. Instellingen uit de cultuursector konden daarnaast een beroep doen op diverse regelingen die via de zes Rijksfondsen uitgegeven werden. Ook gemeenten en de provincie kwamen met verschillende vormen van steun, bijvoorbeeld door (tijdelijke) huurverlagingen voor culturele instellingen. We hebben geprobeerd om inzichtelijk te maken welke toekenningen vanuit de zes Rijksfondsen zijn toegekend aan Brabantse culturele instellingen en kunstenaars. We hebben hierbij enkel gekeken naar subsidies die speciaal voor de gevolgen van de coronacrisis zijn ontstaan en waarbij we konden achterhalen waar de culturele instelling vandaan kwam. Dit betekent dat we niet alle regelingen in beeld hebben gebracht. De ondersteuningsfondsen die we benoemen zijn in eerste aanleg bedoeld voor organisaties. Naast deze regelingen hebben de fondsen ook een tal van bestaande regelingen uitgebreid om instellingen en kunstenaars tijdens de coronacrisis te blijven ondersteunen en aanbod te laten maken. Fonds Podiumkunsten

Vanuit het Fonds Podiumkunsten zijn er drie nieuwe subsidieregelingen gestart in het kader van de coronacrisis. Te weten: Podia Covid-19, Meerjarige activiteitensubsidie Covid-19, Meerjarige festivalsubsidie Covid-19 en de Regeling Balkonscènes. De regeling Podia Covid19 (juni 2020) had 96 toekenningen, waaronder aan veertien podia uit Brabant (15 procent). In totaal ging het om een bedrag van circa 23,7 miljoen euro waarvan bijna 3,7 miljoen euro naar Brabantse podia ging (16 procent). De regeling Meerjarige activiteitensubsidie Covid19 had 139 toekenningen, waaronder aan zeventien gezelschappen/organisaties uit Brabant (12 procent). Binnen dans waren dit er zeventien, waaronder twee uit Brabant. Binnen muziek 29, waaronder twee uit Brabant. Binnen muziektheater dertien, waaronder nul uit Brabant. Binnen theater 48, waaronder vier uit Brabant. Binnen festivals 32, waaronder negen uit Brabant. In totaal ging het om een bedrag van circa 22,3 miljoen euro waarvan bijna 2,4 miljoen euro naar Brabantse instellingen ging (11 procent). De regeling Meerjarige festivalsubsidie Covid-19 had 32 toekenningen, waaronder aan zeven festivals uit Brabant (22 procent). In totaal ging het om een bedrag van circa 7,5 miljoen euro waarvan bijna 1,8 miljoen euro naar Brabantse festivals ging (24 procent). Cijfers over de Regeling Balkonscenes naar gebruik per provincie hebben we niet. Mondriaanfonds en stimuleringsfonds

Vanuit het Mondriaanfonds hebben 27 musea, waaronder vier Brabantse musea (15 procent) vanuit de ‘Compensatieregeling Coronacrisis 40.000-100.000 bezoekers’ een toekenning gekregen (60.000 euro per museum) en 28 musea, waaronder vijf Brabantse musea (18 procent) uit de ‘Compensatieregeling > 10.000 bezoekers’ (bedrag onbekend). Vanuit de Regeling aanvullende ondersteuning Covid-19 voor de Creatieve Industrie zijn zestien toekenningen gedaan, waaronder aan vier culturele instellingen uit Brabant (27 procent). In totaal ging het om een bedrag van circa 3,6 miljoen euro waarvan ruim 1,8 miljoen euro naar Brabantse instellingen ging (52 procent). Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

50


Hoe staat de Brabantse cultuursector ervoor? In het onderzoek onder culturele instellingen en organisaties en professionele kunstenaars, makers en cultureel ondernemers hebben we ook naar het financiële plaatje gevraagd. 5.2.1

Verwachte jaaromzet en kosten De 69 culturele instellingen die onze vraag over de verwachte jaaromzet voor het jaar 2020 hebben ingevuld, hadden de verwachting om samen ruim 122 miljoen euro om te zetten. Figuur 12 Culturele instellingen/organisaties: hoeveel procent van de verwachte jaaromzet verwacht u te behalen dit jaar? in % (N=75)

3

< 30%

11 34

13

30-70% 70-90% 90-100%

11

Meer dan 100% 29

Weet ik niet

Zes op tien culturele instellingen verwachten minder dan 70 procent van hun normale jaaromzet We hebben gevraagd hoeveel procent van de verwachte jaaromzet culturele instellingen verwachten te behalen in 2020. Meer dan de helft van culturele instellingen (63 procent) verwacht in 2020 minder dan 70 procent van de verwachte omzet te behalen; 20 van 76 instellingen (26 procent) verwachten minimaal 70 procent van hun jaaromzet te behalen in 2020; 8 instellingen weten het niet (11 procent). Verschillen naar type organisaties Kijken we naar de verschillende instellingen (met 10 of meer organisaties in de respons) dan zien we grote diversiteit naar type organisatie. Een derde van de producenten podiumkunsten verwacht tot 30 procent van de verwachte jaaromzet te behalen. Bij de visuele kunsten is dat 25 procent, bij de festivals zelfs 60 procent, tegen 20 procent bij de podia en 10 procent bij de Centra voor de Kunsten/bibliotheken.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

51


Figuur 13 Culturele instellingen/organisaties: hoeveel procent van de verwachte kosten (in een 'normaal' jaar) verwacht u te maken dit jaar? in % (N=75)

8

8

< 30% 29

30-70% 70-90%

16

90-100% 24

16

Meer dan 100% Weet ik niet

Circa de helft van de culturele instellingen verwacht 70 procent of meer van de normale kosten te maken Ruim de helft (54 procent) van de culturele instellingen verwacht in 2020 minder kosten te maken ten opzichte van een normaal jaar. 22 procent heeft vergelijkbare kosten moeten maken ten opzichte van een normaal jaar. Een kwart (24 procent) heeft meer kosten moeten maken. Vragen we specifiek naar hoeveel procent van de verwachte kosten instellingen (ten opzichte van een ‘normaal jaar) verwachten te maken in 2020, dan geeft bijna de helft van de instellingen (48 procent) aan 70 procent of meer van de normale kosten te maken. 29 procent verwacht minder dan 30 procent van de normale kosten te maken in 2020. Verschillen naar type organisaties Ook hier zien we verschillen naar type organisatie. Bijna vier op tien producenten verwachten tot 30 procent van de kosten te maken. Bij de visuele kunsten is dat 16 procent, bij de festivals 53 procent, de podia 30 procent en 10 procent bij de Centra voor de Kunsten/bibliotheken. Minder publieksinkomsten, vaste lasten lopen door en er zijn nieuwe kosten Culturele instellingen en organisaties lichten toe dat doordat voorstellingen, optredens, filmvertoningen en tentoonstellingen niet of in een aangepaste vorm kunnen doorgaan publieksinkomsten worden misgelopen. De theaters hebben met name te maken met het wegvallen van recette inkomsten, horeca-inkomsten en overige inkomsten (zoals zaalverhuur). Vaste lasten zoals huur en personeel blijven gelijk. Variabele lasten worden bespaard. Ook muziekpodia en filmhuizen/bioscopen lopen hiertegen aan, met uitzondering van filmhuizen die op vrijwilligers draaien. Doordat voorstellingen en concerten worden uitgesteld zijn er ook minder kosten gemaakt te worden aan artiesten en technici. Concerten en voorstellingen die wel georganiseerd worden binnen de coronamaatregelen hebben een ongunstig resultaat. Door de geringe maximale capaciteit van bezoekers worden er minder inkomsten gegenereerd terwijl er wel kosten worden gemaakt. Festivals zijn uitgesteld waardoor ze geen inkomsten hebben. Een deel van de vaste lasten zoals promotie, websites en in sommige gevallen personeel, huur en verzekeringen lopen wel door. Een deel van de kosten is niet gemaakt omdat de festivals Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

52


niet doorgaan. Ook musea hebben te maken met misgelopen inkomsten door minder bezoekers en hebben vaste kosten (o.a. huur en personeel) die doorlopen. Variabele kosten zijn deels bespaard. Voor Centra voor de Kunsten geldt dat zij minder inkomsten genereren uit lesgelden. Een aantal culturele instellingen geven aan dat ze minder freelancers of zzp’ers ten opzichte van een normaal jaar hebben ingezet. Dit zijn enerzijds kosten die bespaard zijn voor de culturele instellingen, maar anderzijds inkomsten die gezelschappen en kunstenaars in de cultuursector misliepen. Producenten podiumkunsten geven aan dat inkomsten worden misgelopen, zowel voor artiesten als technici, doordat voorstellingen en concerten niet doorgaan. Een deel van de kosten wordt niet gemaakt door het niet spelen, echter zijn er wel investeringen gedaan en lopen vaste kosten door. Voorstellingen die wel kunnen doorgaan moeten worden aangepast wat zorgt voor extra kosten. In sommige gevallen dienen er ook back-up acteurs en technici te worden ingewerkt. De bijdragen die organisaties ontvangen vanuit de steunpakketten zorgen voor inkomsten.

Figuur 14 Professionele kunstenaars/makers/cultureel ondernemers: hoeveel procent van de verwachte jaaromzet verwacht u te behalen dit jaar? in % (N=135)

3

4

< 30%

10 39

14

30-70% 70-90% 90-100% Meer dan 100%

31

Weet ik niet

Zeven op de tien kunstenaars verwachten minder dan 70 procent van hun normale jaaromzet 94 van de 135 (70 procent) van de kunstenaars in de cultuursector verwachten dit jaar minder dan 70 procent van de verwachte omzet te behalen; 28 van 135 kunstenaars en makers (21 procent) verwachten minimaal 70 procent van hun jaaromzet te behalen in 2020; 13 personen weten het niet (10 procent).

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

53


Figuur 15 Professionele kunstenaars/makers/cultureel ondernemers: hoeveel procent van de kosten (in een ‘normaal’ jaar) verwacht u dit jaar te maken? in % (N=135)

16

4

< 30%

16

30-70% 18 25

70-90% 90-100% Meer dan 100%

21

Weet ik niet

De helft van de verwacht 70 procent of meer van de normale kosten te maken Kunstenaars lijken relatief meer doorlopende kosten te moeten maken dan culturele instellingen. Ruim de helft (53 procent) heeft vergelijkbare kosten moeten maken als in een ‘normaal’ jaar, 30 procent heeft minder en 17 procent heeft meer kosten moeten maken. Vragen we specifiek naar hoeveel procent van de verwachte kosten kunstenaars (ten opzichte van een ‘normaal jaar) verwachten te maken in 2020, dan zien we dat de helft verwacht 70 procent van de normale kosten of meer te maken. 16 procent verwacht minder dan 30 procent van de normale kosten te maken in 2020. Opdrachten vallen weg, vaste lasten lopen door, variabele kosten komen te vervallen Kunstenaars en cultureel ondernemers geven aan dat opdrachten wegvallen maar vaste lasten, zoals de huur van een werkruimte, verzekering, huur van opslag, voorzieningen voor levensonderhoud, doorlopen. De variabele kosten zoals materiaal-, expositie- en reiskosten zijn verminderd of komen te vervallen. Ook zijn er ontwikkelkosten/investeringen gedaan die niets opleveren doordat presentatieplekken wegvielen en projecten niet doorgingen. Door het wegvallen van opdrachten kunnen sommige kunstenaars ook geen nieuwe investeringen voor de toekomst doen. Projecten die wel doorgaan vergen soms meer tijd omdat men meerdere scenario’s moet uitdenken. Een aantal kunstenaars geven aan door de misgelopen inkomsten te moeten teren op reserves. Twee kunstenaars/makers hebben juist vanwege de coronacrisis een betere omzet dan normaal vanwege projecten die ontstaan door de coronacrisis of doordat ze online hun werk goed kunnen verkopen.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

54


5.2.2

Financiële schade Figuur 16 Culturele instellingen/organisaties: hoe hoog schat u de totale financiële schade vanaf 1 januari tot 1 oktober 2020 (t/m 3e kwartaal) van uw organisatie als gevolg van de coronacrisis? in % (N=75)

Meer dan €1.000.000 €500.000 tot €1.000.000 €250.000 tot €500.000 €100.000 tot €250.000 €75.000 tot €100.000 €50.000 tot €75.000 €25.000 tot €50.000 €10.000 tot €25.000 €5.000 tot €10.000 Tot €5.000 Geen schade Ik weet het (nog) niet

7 4 5 11 3 5 12 7 12 8 17 9

Bijna een kwart van de organisaties verwacht in de financiële problemen te komen Dertien van de 75 culturele instellingen (17 procent) schatten in geen financiële schade te hebben tot en met het derde kwartaal van 2020. De bedragen die culturele instellingen aan financiële schade verwachten op te lopen zijn divers. De financiële schade hoeft niet direct te betekenen dat men ook in de financiële problemen komt. Echter, 24 procent van de culturele instellingen zit al of verwacht wel in de financiële problemen te komen: vier organisaties geven aan nu al in de financiële problemen te zitten, twee organisaties verwachten binnen twee maanden in de financiële problemen te komen en twaalf organisaties verwachten over twee maanden of later in de financiële problemen te komen. Iets minder dan de helft van de organisaties (46 procent) geeft aan niet in de financiële problemen te komen, of dat deze vraag niet voor hen van toepassing is. Bijna één derde weet het (nog) niet.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

55


Figuur 17 Professionele kunstenaars/makers/cultureel ondernemers: hoe hoog schat u de totale financiële schade vanaf 1 januari tot en met 1 oktober (3e kwartaal) van uw organisatie als gevolg van de coronacrisis? in % (N=127)

Meer dan €1.000.000 €500.000 tot €1.000.000 €250.000 tot €500.000 €100.000 tot €250.000 €75.000 tot €100.000 €50.000 tot €75.000 €25.000 tot €50.000 €10.000 tot €25.000 €5.000 tot €10.000 Tot €5.000 Geen schade

0 0 0 0 1 2 8 20 25 24 9

Circa een op de tien kunstenaars verwacht geen financiële schade op te lopen. De bedragen die kunstenaars aan financiële schade verwachten op te lopen zijn divers. De bedragen liggen zoals verwacht lager dan bij de culturele instellingen. De meeste kunstenaars die financiële schade verwachten een bedrag tot 25.000 euro op te lopen: 31 kunstenaars (24 procent) verwachten tot een bedrag van 5.000 euro schade op te lopen, 32 kunstenaars (25 procent) een bedrag tussen 5.000 en 10.000 euro, 26 kunstenaars (20 procent) een bedrag tussen de 10.000 en 25.000 euro. 5.2.3

Genomen maatregelen in het kader van coronacrisis Bijna 90 procent van de instellingen gesloten We hebben culturele organisaties en kunstenaars gevraagd welke maatregelen zij in het kader van de coronacrisis hebben moeten nemen. 69 procent van de culturele instellingen heeft hun organisatie (tijdelijk) gesloten als gevolg van de maatregelen van de overheid. 20 procent heeft hun organisatie (tijdelijk) gesloten op eigen initiatief. Elf culturele organisaties (15 procent) geven aan contracten van medewerkers te hebben ontbonden. De meeste culturele instellingen hebben daarnaast hygiënemaatregelen getroffen (66 procent) en een coronaprotocol opgesteld (62 procent). Ruim de helft (53 procent) heeft operationele kosten verlaagd en medewerkers naar huis gestuurd om zoveel mogelijk thuis te werken. 19 procent geeft ook aan andere maatregelen te hebben getroffen, zoals het ontwikkelen van alternatieve werkzaamheden, omschrijven van programma’s en hulp bieden aan anderen met online projecten. Minder noodzaak tot maatregelen onder kunstenaars De maatregelen waren in iets mindere mate van toepassing op de werkpraktijk van kunstenaars in de cultuursector. 20 procent van de kunstenaars heeft hun organisatie (tijdelijk) moeten sluiten als gevolg van maatregelen van de overheid. Verder heeft men met name hygiënemaatregelen getroffen (36 procent), een coronaprotocol opgesteld (31 procent) en operationele kosten verlaagd (20 procent). Een kwart geeft ook aan andere

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

56


maatregelen te hebben genomen, zoals nieuwe activiteiten ontplooid of initiatieven bedacht, online communicatie, werken op afspraak en aanpassen van het aanbod. 5.2.4

Steun Figuur 18 Heeft u een aanvraag gedaan voor (een van de) landelijke steunmaatregelen? in %

Ja en we hebben deze ook toegekend gekregen Ja, maar we hebben deze (nog) niet toegekend gekregen

49

29 5 4 32

Nee, we hadden geen steun nodig Nee, we hadden wel steun nodig maar kwamen voor geen van de landelijke regelingen in aanmerking

13

41

25

Culturele instellingen/organisaties (N=75) Professionele kunstenaars/makers/cultureel ondernemers (N=126)

Circa de helft van de culturele instellingen gebruikt landelijke steunmaatregelen Circa de helft van de culturele instellingen heeft een aanvraag gedaan voor een of meerdere landelijke steunmaatregelen en hebben deze ook toegekend gekregen. Tien instellingen (13 procent) hadden wel steun nodig, maar kwamen voor geen van de landelijke regelingen in aanmerking. 24 instellingen (32 procent) hadden geen steun nodig. Circa een derde van de kunstenaars gebruikt landelijke steunmaatregelen Een derde van de kunstenaars heeft een aanvraag gedaan voor een of meerdere landelijke steunmaatregelen en deze ook toegekend gekregen. 32 kunstenaars (24 procent) gaven aan wel steun nodig te hebben, maar voor geen van de landelijke steunmaatregelen in aanmerking te komen. 41 procent geeft aan geen steun nodig te hebben. Op de volgende pagina vindt u een overzicht met alle aangevraagde landelijke steunmaatregelen.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

57


Tabel 2 Overzicht aangevraagde landelijke steunmaatregelen (meerdere antwoorden per instelling en kunstenaar zijn mogelijk) Culturele instellingen/organisaties (N=41)

Professionele kunstenaars /makers/cultureel ondernemers (N=42)

Aantal

%

Aantal

%

Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW 1, tot 1 juni) – (of eerder Aanvraag werktijdenverkorting)

27

66

2

5

Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW 2, 1 juni tot 1 oktober)

21

51

2

5

Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW 3, vanaf 1 oktober)

13

32

-

-

Compensatieregeling getroffen sectoren (TOGS € 4.000)

20

49

5

12

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL 1 tot 30 oktober)

16

39

1

2

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL v.a. 1 november)

8

20

-

-

Uitstel betalen Belastingdienst

5

12

2

5

Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO 1, tot 1 juni)

2

5

33

79

Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO 2, 1 juni tot 1 oktober )

1

2

12

29

Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO 3, vanaf 1 oktober )

-

-

6

14

-

-

-

-

11

27

1

1

-

-

2

4

Verruiming BMKB voor ondernemers Regelingen vanuit OCW specifiek voor de cultuursector Overig

Instellingen hebben vaker lokale steunmaatregelen aangevraagd dan kunstenaars 22 procent van de culturele instellingen heeft (ook) lokale steunmaatregelen aangevraagd. Kunstenaars hebben dit in veel minder mate gedaan. Zes van hen (5 procent) hebben lokale steunmaatregelen aangevraagd. De helft van de instellingen en een kwart van de kunstenaars zochten steun of hulp bij anderen De helft de culturele instellingen heeft steun of hulp bij anderen gezocht in de afgelopen maanden. Dit geldt voor ruim een kwart (27 procent) van de kunstenaars in de cultuursector.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

58


Culturele instellingen zoeken steun bij gemeente en collega instellingen, kunstenaars zoeken steun bij familie of vrienden Van de 36 culturele instellingen die hulp of steun bij anderen hebben gezocht, heeft de meerderheid dit bij de gemeente (75 procent) en bij collega instellingen (64 procent) gedaan. Ruim een derde (36 procent) heeft hulp of steun gezocht bij de landelijke overheid en/of bij de accountant. Van de 33 kunstenaars, heeft de meerderheid hulp of steun bij familie en vrienden gezocht (67 procent), bij de gemeente (45 procent) en bij collega’s (42 procent). Zowel financieel advies als advies over organiseren binnen de coronamaatregelen wordt ingewonnen Zowel culturele instellingen als kunstenaars lichten toe met name advies te hebben ingewonnen over financiële ondersteuning. Daarnaast werd er advies ingewonnen over de mogelijkheden die er zijn om te organiseren binnen de coronamaatregelen. Denk hierbij aan musea die nadenken over hoe ze hun museum coronaproof kunnen organiseren. Onderling wordt er ook veel informatie en advies gedeeld binnen de sector. Men probeert bijvoorbeeld te leren van hoe anderen de protocollen en maatregelingen implementeren. Ten slotte wordt er advies ingewonnen over de onzekere toekomst, wat kunnen culturele instellingen en kunstenaars in de cultuursector verwachten? Wat zijn de eventuele gevolgen/consequenties van de coronacrisis voor hen en hoe kunnen ze hierop inspelen?

Bevindingen online gesprek via een online research community Financiën in de coronatijd

Het derde onderwerp in de research community gaat over geld. Ook nu hebben we de leden van de community meegegeven dat we al hebben begrepen dat een deel van de culturele organisaties en kunstenaars steun heeft gezocht bij anderen, waaronder financiële steun, naast organisatorische steun, zakelijk advies, morele hulp e.d. We hebben de volgende vragen over financiële steun met de community besproken: Heb je de financiële steun gevonden die je nodig had? En voor de ‘ondersteunende/adviserende’ organisaties: zie je in het veld terug dat kunstenaars/gezelschappen/instellingen de steun hebben gevonden die ze nodig hadden? Te denken valt aan steun vanuit het Rijk, gemeenten, fondsen (inclusief subsidies, al dan niet al toegekend). We hebben bijna 50 reacties op deze vraag gehad en ook dit keer werd er veel op elkaar gereageerd, vooral met verdiepende vragen. Hier weer een impressie van de antwoorden, opnieuw eerst die van individuele kunstenaars en kunstprofessionals c.q. artistiek begeleiders en dan die van culturele organisaties en locaties (met nu ook een stem van cultureel ondernemers die in de evenementenorganisatie zitten).

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

59


Kunstenaars De meeste zelfstandigen die financiële steun nodig hadden, kwamen in de eerste periode in aanmerking voor de TOZO1. Daarna werd het inkomen van de partner meegeteld waardoor niemand in de community nog voor in aanmerking kwam voor de vervolg-TOZOregelingen. Beeldend kunstenaars hebben ingeteerd op hun reserves. De een compenseerde dat met een kleine loondienstbetrekking, de ander zei het geluk te hebben van lage vaste lasten en uitgaven. Een musicus kreeg wel TOZO1 maar betaalde daar een deel van terug toen een project gehonoreerd werd. Alle inkomsten inclusief de steun ging op aan vaste lasten, zoals huur, opslag, de boekhouder. Als er later geen groter project was binnengehaald was het einde oefening geweest. Een operazanger heeft ook TOZO1 gehad en heeft zich daarna met bijbaantjes gered. De musici hebben vooral aanmerkingen op de steunmaatregelingen die geen rekening houden met de pieken en dalen in hun werk. Steeds loert het gevaar teruggeworpen te worden op bijstand en zo wordt maar met moeite de tijd en energie gevonden om te studeren of, in het algemeen, de moed erin te houden. De kunstprofessionals die actief zijn in de begeleiding van amateurs en/of met deze amateurs producties maken vallen tussen wal en schip. Geen van allen heeft ondersteuning gehad. Zij voelen zich ook niet goed vertegenwoordigd in de lobby richting politiek: er is geen koepelorganisatie en zij zien ook een ‘ieder voor zich’-mentaliteit. Als er vanuit een eigen organisatie wordt gewerkt heeft men het eigen salaris bevroren en doet men een beroep op spaargeld, familie, een partner. Er wordt gevreesd dat de vooral de kleinere instellingen, de jonge organisaties (met nog weinig vet op de botten) uit het zicht verdwijnen. Ook dat er door het massale uitstel van activiteiten straks een stuwmeer ontstaat waardoor er voor de kunstprofessionals te weinig ruimte, geld en publiek overblijft. Een filmmaker heeft ook TOZO1 gehad en net als alle voorgaande daarna niet meer vanwege de partnertoets, c.q. het hebben van een partner met een inkomen. Diegenen die TOZO hebben gehad staan ‘dubbel in’ deze partnertoets. Ene kant begrijpen ze het vanuit het oogpunt van de steun verlenende overheid. Aan de ander kant doet het afbreuk aan economische zelfstandigheid die de kunstenaars jarenlang hebben weten te realiseren, juist expliciet pogend ‘altijd de eigen broek op te houden’. Ze voelen zich kwetsbaar. Ze zijn niet geveld door marktwerking, c.q. een gebrek aan vraag naar wat zij doen, maar door een uitzonderlijke situatie. “Nu zouden ondernemers die veel winst maken door corona ons moeten helpen, dan krijgt dat woordje ‘samen’ bij het bestrijden van de coronacrisis ook echt inhoud.” Het valt, kortom, op hoe individuele makers en artistiek begeleiders zich op zichzelf teruggeworpen voelen en weinig steun zeggen te hebben ontvangen. Organisaties en locaties De poppodia hebben van ongeveer alle steunmaatregelen gebruik kunnen maken. Ook werden die gematched door gemeenten en provincie. Beide poppodia geven aan dat dit zeer voortvarend is gegaan. Een ander poppodium heeft uit het Kickstartfonds geld gekregen om optredens aan de coronamaatregelen aan te passen. Toch zijn hier ook mensen in vaste dienst ontslagen en worden in de nabije toekomst tekorten verwacht. Op Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

60


de vraag bij het afgelasten van optredens artiesten zijn gecompenseerd is het antwoord negatief. De meeste optredens zijn verzet zonder tegemoetkoming in misgelopen gages. Dat is anders bij enkele festivals zoals we zullen zien. Theaters en culturele centra hebben tegemoetkomingen vanuit de landelijke steunmaatregelen gehad, al dan niet uitgekeerd via de gemeenten, maar moesten desondanks een flink verlies afboeken. Dat liep soms in de miljoenen euro’s. Een cultureel centrum is blij dat ze al vroeg een crisisplan opstelde en met de gemeente konden inschatten wat de behoeften aan steun waren. De directeuren van de cultuurcentra die deelnamen in de community voelden zich door de gemeente gesteund. Een dansgezelschap dat aan de research community meedeed geeft aan dat juist 2020 een jaar van opbouw had moeten zijn. Ze voorzagen om met een kleine investering van gemeenten een aantal uren te besteden aan het binnenhalen van duurzame investeringen van fondsen en overheden. Ze hebben uit diverse regelingen (bescheiden) coronasteun gekregen, onder andere vanuit de nieuwe makersregeling Fonds Podiumkunsten en de meeste dansers vanuit de TOZO. Alleen die voorstellingen die door konden gaan in de zomer van 2020 leverde niets op, sterker, er was zelfs geen kans om net quitte te spelen zoals in normale jaren. Ze konden dit toch door laten gaan omdat ze subsidie kregen. Het was ook belangrijk omdat jonge makers zich nu toch konden presenteren. Een klein museum meldt geen steun te hebben gehad. In het museum werken alleen zzp’ers en zij hebben een fors verlies gehad. Positief is, dat het museum, zoals in de afgelopen periode de komende vier jaar structureel subsidie ontvangt. Het museum is slechts gedeeltelijk (voor 1/3) van subsidie afhankelijk. Of de financiële problemen (zeer) groot zullen worden, hangt af van de duur van de coronapandemie en de lockdownmaatregelen. Een presentatie-instelling is tevreden. ‘Coulance’ en steun bij subsidiënten en private fondsen zorgen voor de benodigde financiële stabiliteit. De financiële schade is daardoor relatief beperkt gebleven. En: ze hadden te maken met een gemeente die snel de gevolgen van de lockdown in kaart bracht, proactief informeerde of men steun nodig had en die veel contacten onderhield, bestuurlijk en ambtelijk. De ondersteunende organisaties zijn verdeeld. Een ervan, gericht op steun aan amateurkunst, is bezorgd over de toekomst, niet die van zichzelf maar van amateurverenigingen en de ondersteunende kunstprofessionals. In eerste aanleg zijn leden van die verenigingen coulant geweest, hebben hun lidmaatschap doorbetaald, maar nu volgen de opzeggingen en daalt de bereidheid door te betalen aan de vereniging en de artistiek begeleider zoals een dirigent. Ook het wegvallen van projecten en concerten met deze verenigingen is funest voor de financiële positie van professionals. Een lokale op atelierbeheer gerichte ondersteunende-instelling is positiever gestemd, niet omdat ze steun vanuit coronamaatregelen hebben gehad, maar konden werken met een gemeente die steun verleende en zelfs een oude wens in vervulling liet gaan: het samen optrekken van vastgoed- en cultuurambtenaren.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

61


De festivals zijn zonder uitzondering sterk gericht op de positie van kunstenaars en makers die hun festival van artistieke inhoud zouden hebben moeten voorzien. Financiële bijdragen van fondsen, regulier of specifiek verband houdend met corona, worden ingezet om (jonge) makers te ondersteunen, onder andere door hen alternatief werk te laten maken en presenteren. “Het is onze verantwoordelijkheid om kwetsbare makers te helpen.” Ze konden dat in provinciaal verband doen. Deelnemers in PLAN, het provinciale broedplaatsprogramma voor theater, legden samen een bedrag op tafel, konden makers helpen en een (bescheiden) buffer voor de toekomst aanleggen met toestemming van subsidiënten. Een ander festival merkt ook dat er landelijke en lokaal coulance wordt betracht, maar dat zij slechts beperkt kunnen bijdragen aan de financiële positie van makers voor wie vele reguliere opdrachten en optredens zijn weggevallen. Weer een ander festival die veel buitenkunst verzorgd had geen grote zorgen, geen echte inkomstenderving, ook niet voor deelnemende kunstenaars. Ook zij wezen er weer op hoe gesteund zij zich voelden door een proactieve gemeente (een gemeente die steeds informeert naar de situatie en steun aanbiedt). Het valt, hoe dan ook, op hoeveel meer festivals in de community denken aan ‘hun’ kunstenaars vergeleken met de poppodia die aan de community meededen. Tot slot, het woord aan een cultureel ondernemer actief in de evenementen en aan een kunstadviseur. De eerste, een ondernemer, kreeg van de landelijke overheid geld maar onvoldoende om inkomstenderving te compenseren. Wel weer opnieuw tevredenheid over (dezelfde) gemeente die garant stond en zelfs geld stak in een aanpast project. “We voelden ons financieel en moreel ondersteund.” De kunstadviseur ziet doorschuivende subsidies, maar geen compensatie voor makers die nu gewerkt hebben aan producties. De producerende stichting zou het wel willen, heeft ook bij de gemeente om fondsen verzocht, maar de uitkomst daarvan is ongewis. Een opvallend verschil komt uit het voorgaande naar voren en dat is hoe de ene gemeente proactief acteert en hoe een andere als ‘traag volgend’ wordt gekenmerkt. Door de eerste gemeente voelen organisaties zich letterlijk gesteund, maar ook gehoord en gewaardeerd. En, zoals gezegd, hoe sommige organisaties veel voor hun makers over hebben waar dat bij andere niet eens aan de orde komt, al zijn ook zij grotendeels afhankelijk van wat makers hun aanbieden.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

62


Initiatief in coronatijd: Kaapstad Tilburg MontoPinto is een Tilburgs evenementenbedrijf dat ongeveer 200 festivals en evenementen per jaar organiseert, waaronder het evenement Kaapstad in Tilburg.41 Erwin Schellekens, creatief directeur van MontoPinto en al 20 jaar in het vak, vertelt dat hij al tijden bij de gemeente aan de poorten rammelde dat hij niet snapte dat er geen evenement is in de stad in de zomer. In andere steden kan het ook in de zomer bruisen ook al is het vakantietijd of loopt het evenementenseizoen op zijn eind. “In Tilburg was het stil en dat lijkt me niet de bedoeling als je je stad wilt promoten. In een brainstormsessie met de gemeente en de culturele sector, bedrijfsleven en horecaondernemers heb ik maar weer eens geroepen dat Tilburg een zomerevenement mist.” Een horecaondernemers pikte dit op. Hij was een spin in het web in Tilburg, voorzitter onder andere van de regionale afdeling van Horeca Nederland. Liever een eigenzinnig festival De horecaondernemer en het binnenstadmanagement lieten zich makkelijk overtuigen. In Tilburg hoeven binnenstadondernemers bepaalde afdrachten niet te doen, maar moeten ze het geld dat ze anders hieraan kwijt zijn gebruiken om de binnenstad aantrekkelijker te maken. MontoPinto kreeg middelen om een projectplan te schrijven. “Om dat plan uit te voeren, had ik veel geld nodig, maar de ondernemers hadden het meteen omarmt.” Men stond garant voor drie edities, drie jaar dus. Voorwaarden waren dat het door ontwikkelbaar is, dat het werkt, mensen er blij van worden, en: “zoek geld voor na die drie jaar, want we blijven het niet oneindig financieren.” De taken werden gespreid met mensen voor programma, productie, projectleiding. Met een basisteam werd het idee van een speeltuin in de binnenstad doorontwikkeld. “We wilden kunst in openbare ruimte, openbaar museum, gratis toegankelijk, stemmen tot nadenken, maar ook leiden tot vermaak, hilariteit… al dat soort elementen. Street art dekte die lading niet, wel een ‘hack van de stad’, kunstenaars hacken de stad, er ontstaat iets en het verdwijnt ook weer. Dat is het kapen van de stad, ofwel Kaapstad.” Tijdelijke kunstbelevenis Blijvende kunst wilden de ondernemers, maar wij wilden dat niet want daar zijn “veel te veel commissies voor die daar iets van moeten vinden. Dus te veel hobbels, maar wat ook meespeelt is dat ondernemers een ander beeld hebben bij wat de stad versiert dan wij, die willen bijvoorbeeld een kunstwerk in tegeltjes in geel en blauw. Daar zijn wij niet van. Wij bieden een onafhankelijke kunstbelevenis.” Erwin noemt dat een vrijpostige opstelling waarin zij weten wat Kaapstad is waarbij de artiest in alle vrijheid bepaalt wat ie wil maken en waarbij zij zich vasthouden aan het profiel. “We hebben daarom een manifest opgesteld en bij de eerste presentatie aan onze stakeholders zij men ‘doen, gaan, nog meer, nog groter’.” Er is juist kleinschalig gestart en hierbij kregen ze het vertrouwen van de ondernemers. Uiteindelijk was er druk vanuit de ondernemers en legde de gemeente, omdat er ergens een restbudget was, geld bij. Voor jaar één kon gestart worden met een ton euro waarvan het merendeel van ondernemers kwam. Ook zijn er veel eigen (onbetaalde) uren in gaan zitten. “We wilden ook investeren in iets wat past bij Tilburg, iets unieks, iets nieuws. Zo heeft iedereen geïnvesteerd.” Een fonds als Brabant C kon er niet veel mee, omdat het niet 41

Kaapstad – City Hacks & Art Take-overs (kaapstadtilburg.nl)

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

63


aan allerlei voorwaarden voldeed, maar die hebben geholpen met expositie van grote, beroemde kunstwerken tegen alleen de transportkosten. Kaapstad kreeg wel steun vanuit de impulsgelden via Kunstloc Brabant. Reuring met een ‘rare belevenis’ De eerste Kaapstad heeft veel losgemaakt, veel reuring, “dat kwam niet door de namen van betrokken kunstenaars, maar het zit ‘m meer in het ondergaan van een ‘rare belevenis’ waar iedereen iets van vindt. Het ging om wat er ontstond.” Er is doelgericht promotie gemaakt op regionale bezoekers. “En het was de tweede drukste zaterdag van het jaar. Waar er in de zomermaanden normaal niks gebeurde.” Er werd een ‘gevoelige snaar’ geraakt met iets wat precies bij de stad past. “Wat daarbij past? Eerst: het ontstaat van onderop. Een initiatief wat vanuit onszelf komt. Er is flink geïnvesteerd in tijd en ruimte. Er wordt een connectie gemaakt met de Tilburger (die een plan kon indienen; was het wat dan zochten wij er zondig een kunstenaar bij), kunstenaars kregen de vrije hand binnen bepaalde (veiligheids)regels. Ook de openheid van een gemeente die potentie ziet in een nieuw evenement en die van hogerhand zorgt dat ambtenaren meewerken. ‘Dit moeten we laten gebeuren.’ Lef tonen. En er zijn in Tilburg meer evenementen geweest die tegendraads zijn, een beetje rauw, dat past bij een oude industriestad als Tilburg. En: verschil met de hoofdstad misschien, maar hier zijn er bij iets nieuws altijd gelijk heel veel culturele instellingen die mee willen doen.” Het referentiekader was festival Incubate en dan met name de actie met de talloze piano’s die verspreid over de stad stonden. “Dat is waar we naar toe wilden, zei men ons. Dat heel Nederland kletst over wat daar gebeurt.” Bijdrage aan stadsontwikkeling Er werd nagedacht over de toekomst: niet per se groter, meer, meer, meer, wel groeien naar een “soort maximale schil, wat je met een bepaald budget kan doen” rekening houdend met het feit dat je nooit inkomsten genereerd als gratis evenement. Er blijft dus behoefte aan structurele financiering ook na de termijn dat ondernemers zouden bijdragen. Dat loopt toch door, ook de gemeente springt bij, maar de provincie niet, terwijl er extra middelen nodig zijn als je iets groters wilt boeken; dat moet ruim van tevoren. “Wij zijn daar toch nog te onbekend, te onbemind.” Maar er zijn grenzen. “We zouden het niet meer organiseren als overheden niet meedoen. Ondernemers vinden het belangrijk dat er gematched wordt. En: wij dragen bij aan de stadsontwikkeling, zonder verdienmodel (zoals een food festival), en de aantrekkelijkheid van de provincie en dus vinden wij dat het ook hoort dat overheden meedoen.” In 2019 zijn vanuit de provincie impulsgelden voor de editie van Kaapstad 2020. Die ging niet door vanwege corona. Corona Als MontoPinto zijn we niet afhankelijk van het succes van één evenement. Dat is ook erg risicovol omdat financiers, zeker overheidsfinanciers, zich plotseling kunnen terugtrekken. De risico’s zijn nu over meer activiteiten gespreid en minder succesvolle activiteiten kunnen zo worden gecompenseerd. De tijd zat mee. “In de crisis zijn we naar de Spoorzone verhuisd en mochten we hier ook reuring gaan maken. We hebben een zaal, doen activiteiten in de verschillende locaties, organiseren meer evenementen.” Met corona was het wel “even slikken, maar je moet niet gaan zitten brullen in een hoekje, maar kijken naar kansen en mogelijkheden.” Ook hadden ze nog een aantal opdrachten die door konden gaan. Er wordt Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

64


ingeteerd op het eigen vermogen. De overheid geeft steun. En de gemeente heeft toegezegd om vanuit de subsidie de kosten die we tot nu toe hebben gemaakt voor Kaapstad te compenseren, ook al kon de 2020-editie niet op volle schaal doorgaan. Dat hebben de provincie en de ondernemers ook gedaan. Verwondering op afstand Er mochten geen evenementen meer georganiseerd worden en Kaapstad is een evenement. “Verzin iets anders, zei de gemeente.” Er was geen animo om succesonderdelen uit vorige edities te herhalen. Het vernieuwende moest overeind blijven. Er moest iets verzonnen worden waarmee we opnieuw verwondering in de stad brengen, maar wat niet te veel mensen op één plek zou trekken. “De hacks die we normaal maakten en die ontstaan in interactie met het publiek konden niet doorgaan. Nu gaven we een x-aantal kunstenaars een budget om iets te doen en dan zonder installaties op de grond die als een publieksmagneet kunnen werken. In plaats van een driedaags evenement werd het een Kaapstad van anderhalve maand. Uiteindelijk waren we zelf, na eerst de gemeente en de ondernemers, blij met het resultaat. “Hoewel de artistieke commissie eigenlijk eerst niet wilde, hebben we gelukkig toch iets gedaan. Er is alleen een klein budget van de gemeente gebruikt en alle andere budgetten van andere partijen hebben we kunnen doorschuiven naar 2021 waarin we weer een ‘full monty’ Kaapstad willen gaan organiseren.” Meer dan het geven van geld Ondernemers co-financieren niet alleen. Ze brengen ook ideeën in. “Kaapstad is ook van jullie.” Kaapstad maakt ook nu weer samen met binnenstadmanagement een ronde langs ondernemers die iets willen, iets extra’s willen, publiciteit willen. Met grote ondernemingen ging dat soepel. Bij andere grotere ketens was er geen interesse. Sommigen willen specifiek aanbod, bij voorbeeld iets voor kinderen. Via vastgoedpartijen werd connecties gemaakt als er een gebouw nodig is of met hotels als er mensen ondergebracht moeten worden en er niet genoeg budget is. “Het is belangrijk dat de betrokkenheid van bedrijven verder gaat dan het geven van geld.”

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

65


6

Tot slot We sluiten af met een blik van deelnemers uit het gesprek in de online research community. Bij afsluiting van de research community hebben we deelnemers gevraagd of ze dingen geleerd hebben tijdens de coronacrisis die ze meenemen in hun werk en hoe ze naar de toekomst kijken. Niet iedereen in de community heeft op deze vraag gereageerd, maar toch hebben we zo’n 40 reacties over en weer weten te verzamelen. Het beeld dat we hebben opgehaald, proberen we hieronder te schetsen: Wat opvalt is dat zowel de veerkracht als de kwetsbaarheid van de sector worden benoemd. Flexibiliteit was al nodig, maar nu tijdens de coronacrisis al helemaal. Met de steeds veranderende maatregelen hebben culturele organisaties en zelfstandigen zich telkens weten aan te passen. Hoe moeilijk het ook wordt, er zijn altijd mensen die komen met nieuwe projecten en ideeën. Door samen te werken, nieuwe manieren te vinden en te kijken wat er wel kan. “De crisis heeft nog maar eens aangetoond dat kunst en cultuur kwetsbaar zijn, en tegelijkertijd enorm veerkrachtig. Hoe moeilijk het ook wordt, er zijn altijd mensen die komen met nieuwe projecten, nieuwe ideeën. Dat toont aan dat kunst en cultuur ten diepste zijn geworteld in onze menselijke natuur: we kunnen niet zonder. Het verbindt ons met elkaar, maakt ons tot wie we zijn en maakt dat het leven de moeite waard is. Er is door de crisis een noodzaak ontstaan voor het vinden van nieuwe wegen. Theaters dicht? Dan gaan we de straat op, of online, of een voorstelling maken in een reuzenrad. Kan ook dat niet? Dan organiseer je een Coronaproof kunstlooproute samen met kunstenaars uit je eigen wijk of begin je een land-art project voor je deur. Ik heb al die voorbeelden voorbij zien komen en nog meer. En dat geeft hoop: geen situatie zo gek of wij kunnen die als mensen het hoofd bieden. Door samen te werken, door nieuwe manieren te vinden. Door te doen wat we belangrijk vinden, door onze stem te laten horen. Door met elkaar in dialoog te blijven, elkaar een hart onder de riem te steken en niet te wachten tot het is overgewaaid, maar te blijven maken”, legt iemand van een ondersteunende organisatie uit. Dit ervaringen zijn belangrijk om ook in de komende periode, en ook na corona, mee te nemen en te koesteren. Dit neemt niet weg dat er aandacht moet zijn voor de kwetsbaarheid van de cultuursector. De coronacrisis heeft laten zien dat de sector kwetsbaar is, en ook dat culturele instellingen en autonome makers/kunstenaars niet in hetzelfde schuitje zitten. Voorstellingen en concerten konden soms doorgaan voor kleiner publiek, waarvoor financiële afspraken tussen de makers en instellingen zijn gemaakt. Een groot deel van het aanbod is verplaatst of geannuleerd. Hiervoor is lang niet altijd een financiële vergoeding. Dit maakt de afhankelijkheid van autonome makers/kunstenaars erg voelbaar. Toch wordt ook de kwetsbaarheid van culturele instellingen getoond. Twee poppodia in de community geven aan dat zij zich anders zijn gaan organiseren om te kunnen overleven. Een organisatie met een kleine basis en een flexibele schil van zzp’ers eromheen, die worden ingezet op basis van projecten. De positie van zzp’ers binnen de cultuursector wordt hiermee mogelijk nog kwetsbaarder.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

66


Naast dat men de tijd gebruikt om goed te blijven kijken, luisteren, voelen en nieuwe dingen te ontdekken worden er ook zorgen geuit over de onzekere toekomst. “Hoe houden we samen de moed erin?” aldus een manager van een cultuurcentrum. “We hopen spoedig meer mogelijkheden te gaan krijgen en ons daarmee weer in operations kunnen gaan opstellen. Maar het “zware scenario” wat boeven ons hangt doet mij vrezen” aldus een theaterdirecteur. Tot slot wordt ook in het gesprek in de online research community het belang van kunst en cultuur in de samenleving benadrukt, het sociaal kapitaal met andere woorden. De culturele invulling van het leven geeft mensen betekenis. “De kunstensector geeft het leven betekenis, verbindt mensen met elkaar en is de ‘humuslaag’ van de samenleving”, aldus een koordirigent/artistiek leider. Juist in tijden van de coronacrisis is het belangrijk te beseffen dat deze betekenisgeving en verbinding via kunst en cultuur van grote waarde zijn.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

67


Onderzoeksverantwoording Onderzoeksmethodieken

In ons onderzoek hebben we verschillende methodieken gehanteerd, te weten: online vragenlijst onderzoek, een gesprek via een online research community en interviews.

Vragenlijstonderzoeken We hebben drie online vragenlijsten uitgezet:  Eén onder culturele instellingen en organisaties in Brabant.  Eén onder professionele kunstenaars, makers en cultureel ondernemers in Brabant.  Eén onder Brabanders. 6.1.1

Vragenlijst culturele instellingen en kunstenaars Veldwerk

Kunstloc Brabant heeft een adreslijst opgesteld van culturele instellingen en organisaties in Noord-Brabant. Deze lijst is voorgelegd aan en aangevuld door beleidsmedewerkers cultuur van de B5 en M7. Eenzelfde lijst is opgesteld voor professionele kunstenaars, makers en cultureel ondernemers. De inhoud van de vragenlijst is in nauwe samenwerking met Kunstloc Brabant afgestemd. Op woensdag 11 november 2020 zijn alle genodigden per e-mail uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek. Op donderdag 19 november 2020 hebben we een herinnering verstuurd. Daarnaast heeft Kunstloc Brabant een oproep gedaan via diverse sociale media kanalen en hun website. Culturele instellingen en kunstenaars die nog geen uitnodiging hadden ontvangen, konden hier een verzoek toe doen. Beide vragenlijsten zijn gesloten op 3 december 2020. Respons

Van de 253 culturele instellingen die een uitnodiging ontvingen, hebben 76 instellingen gereageerd. Dit is een responspercentage van 30 procent. Van de 797 kunstenaars die een uitnodiging ontvingen, hebben 135 kunstenaars gereageerd. Dit is een responspercentage van 17 procent. De resultaten van dit onderzoek zijn ongewogen.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

68


Achtergrondgegevens respondenten 1) culturele instellingen en organisaties Tabel 3 Type organisatie N

%

Producenten podiumkunsten

16

21

Visuele kunsten

12

16

Festivals

15

20

Musea

3

4

Poppodia

3

4

Overige podia

10

13

CKE/AK/Bibliotheken

10

13

Filmtheaters/bioscopen

4

5

Overig

3

4

Tabel 4 In welke sector is uw organisatie werkzaam? (Meerdere antwoorden mogelijk)* N

%

Theater (repertoire, eigentijds, experimenteel, cabaret/kleinkunst, jeugd, etc.)

19

25

Dans (hedendaags, experimenteel, jeugd, urban, etc.)

16

21

Muziek (symfonische orkesten, klassieke ensembles, pop, jazz, eigentijds/hedendaags, wereldmuziek, jeugd, etc.)

24

32

Opera en muziektheater (incl. musical/operette)

8

11

Podiumkunsten divers (met multidisciplinair aanbod op gebied van muziek, theater, dans etc.)

22

29

Beeldende kunst (inclusief fotografie)

22

29

Nieuwe media (inclusief gaming)

3

4

Vormgeving en mode

4

5

Architectuur

2

3

Film

13

17

Erfgoed (Archeologie, historisch landschap, roerend, etc.)

7

9

Letteren (literatuur, poëzie)

8

11

Boven sectoraal (hoofddoel is multidisciplinair en niet in één bepaalde sector in te delen)

7

9

Anders

8

11

*39% van de culturele instellingen is meerdere sectoren werkzaam. Tabel 5 Hoeveel personen zijn (inclusief) werken er op dit moment in uw organisatie?* N

%

1

7

9

2 t/m 9

37

49

10 t/m 49

22

29

50 t/m 249 10 13 * We bedoelen betaalde krachten (al dan niet in deeltijd) op uw loonlijst of betaalde krachten die u inhuurt, dus geen vrijwilligers.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

69


Tabel 6 Ontvangt uw organisatie subsidie? (Meerdere antwoorden mogelijk) Nee

N

%

17

22

Ja, meerjarige subsidie via de Basisinfrastructuur (BIS)

6

8

Ja, meerjarige subsidie via een van de zes cultuurfondsen

16

21

Ja, via een project- en programmeringssubsidie via een van de zes cultuurfondsen

13

17

Ja, meerjarige subsidie van de provincie

17

22

Ja, eenmalige subsidie van de provincie

10

13

Ja, meerjarige subsidie van de gemeente

43

57

Ja, eenmalige subsidie van de gemeente

9

12

Ja, via een andere instantie

5

7

2) Professionele kunstenaars, makers en cultureel ondernemers Tabel 7 In welke sector bent u werkzaam? (Meerdere antwoorden mogelijk)* N

%

Theater (repertoire, eigentijds, experimenteel, cabaret/kleinkunst, jeugd, etc.)

12

9

Dans (hedendaags, experimenteel, jeugd, urban, etc.)

3

2

Muziek (symfonische orkesten, klassieke ensembles, pop, jazz, eigentijds/hedendaags, wereldmuziek, jeugd, etc.)

24

18

Opera en muziektheater (incl. musical/operette)

4

3

Podiumkunsten divers (met multidisciplinair aanbod op gebied van muziek, theater, dans etc.)

27

20

Beeldende kunst (inclusief fotografie)

70

52

Nieuwe media (inclusief gaming)

7

5

Vormgeving en mode

13

10

Architectuur

2

1

Film

12

9

Erfgoed (Archeologie, historisch landschap, roerend, etc.)

5

4

Letteren (literatuur, poëzie)

7

5

Bibliotheken

2

1

Amateurkunst en cultuureducatie

30

22

Boven sectoraal (hoofddoel is multidisciplinair en niet in één bepaalde sector in te delen)

4

3

Anders

10

7

* 50% van de respondenten is meerdere sectoren werkzaam.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

70


Tabel 8 Wat is uw functie? (Meerdere antwoorden mogelijk) N

%

Productie (alleen of in gezelschap: toneel, dans, orkest, ensemble, kunstenaarscollectief)

102

76

Presentatie (bij een podium – filmhuis, bioscoop, schouwburg, concertzaal, poppodium, vlakke vloer, etc. – festival / beurs, museum / herinneringsplaats, presentatie-instelling / expositieruimte – zonder eigen collectie – archief, uitleencentra – bibliotheek)

52

39

Ontwikkeling/kennisdeling (debathuis, concours – talentontwikkeling – opleiding – postacademische instelling, 60 40 productiehuis, werkplaats – ontwikkelingsinstelling – muziekschool, instituut voor kunstzinnige vorming, etc. – {sector}ondersteunende instelling) Tabel 9 Werkt u als freelancer, vanuit eigen bedrijf met personeel, in loondienst of een combinatie hiervan? N

%

111

82

3

2

In loondienst

3

2

Combinatie van deze

18

3

Als freelancer of zelfstandige zonder personeel (zzp’er) Vanuit eigen bedrijf met personeel

Tabel 10 Werkt u alleen of met anderen? Zo ja, met hoeveel medewerkers (incl. uzelf) werkt u?* N

%

1, alleen

101

75

2 t/m 9

24

18

10 t/m 49

8

6

50 t/m 249

2

1

* We bedoelen betaalde krachten (al dan niet in deeltijd) op uw loonlijst of betaalde krachten die u inhuurt, dus geen vrijwilligers. Tabel 11 Ontvangt u subsidie? (Meerdere antwoorden mogelijk) N

%

Nee

90

67

Ja, meerjarige subsidie via de Basisinfrastructuur (BIS)

2

1

Ja, meerjarige subsidie via een van de zes cultuurfondsen

5

4

Ja, via een project- en programmeringssubsidie via een van de zes cultuurfondsen

15

11

Ja, meerjarige subsidie van de provincie

6

4

Ja, eenmalige subsidie van de provincie

-

-

Ja, meerjarige subsidie van de gemeente

9

7

Ja, eenmalige subsidie van de gemeente

16

12

Ja, via een andere instantie

3

4

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

71


Tabel 12 Leeftijd respondenten N

%

Tot 30 jaar*

11

10

30-40 jaar

12

12

40-50 jaar

22

21

50-60 jaar

29

27

60-67

23

21

9

8

Ouder dan 67 jaar *jongste respondent is 24 jaar. Tabel 13 Geslacht respondenten

6.1.2

N

%

Man

41

34

Vrouw

72

60

Neutraal

3

3

Wil ik niet zeggen

4

3

Vragenlijst Brabanders Veldwerk

We hebben een online vragenlijst uitgezet onder het Brabantpanel. Het Brabantpanel is een online panel van zo’n 1.500 Brabanders die enkele malen per jaar via e-mail uitgenodigd om deel te nemen aan ene onderzoek. De thema’s van deze onderzoeken zijn van sociaalmaatschappelijke aard. Daarnaast is de vragenlijst uitgezet onder Brabantse leden van PanelClix. Dit laatste om de respons te verhogen zodat uitsplitsing naar de verschillende cultuurtypen mogelijk is. De opzet van de vragenlijs is eveneens in nauwe samenwerking met Kunstloc Brabant afgestemd. De leden van het Brabantpanel en de Brabantse leden van PanelClix ontvingen op woensdag 11 november 2020 een uitnodiging voor deelname aan het onderzoek en kregen op dinsdag 17 november een herinnering. Op maandag 23 november 2020 hebben we de vragenlijst gesloten. Respons

Van de 1.526 Brabantpanelleden die een uitnodiging ontvingen, vulden 750 respondenten de vragenlijst in. Dit is een responspercentage van 49 procent. Via het online panel van PanelClix vulden nog eens 1.189 panelleden de vragenlijst in. De totale respons is hiermee 1.939. Het is niet bekend hoeveel panelleden van PanelClix er voor dit onderzoek zijn aangeschreven. Met een respons van 1.939 kunnen we betrouwbare uitspraken doen voor inwoners van Noord-Brabant. Weging naar achtergrondkenmerken

De resultaten van dit onderzoek zijn gewogen naar geslacht, leeftijd en opleidingsniveau om de respons ten aanzien van deze kenmerken representatief te maken voor de provincie Noord-Brabant. Dit houdt in dat de antwoorden die gegeven worden door deelnemers uit een ondervertegenwoordigde groep iets zwaarder meetellen dan die uit een oververtegenwoordigde groep.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

72


Achtergrondkenmerken van de respondenten

Dit zijn de ongewogen achtergrondkenmerken. Tabel 14 Geslacht N Man

1059

Vrouw

838

Onbekend

25

Tabel 15 Leeftijd N 18-29 jaar

155

30-39 jaar

155

40-49 jaar

240

50-64 jaar

620

65+

752

Onbekend

17

Tabel 16 Opleidingsniveau N Laag opgeleid

325

Middelhoog opgeleid

778

Hoog opgeleid

815

Onbekend

15

Online research community Een online research community is een online platform waar een groep mensen gedurende een korte periode op een intensieve en interactieve manier met elkaar in gesprek gaat. Via verschillende technieken zoals discussieplatforms of storytelling geven de deelnemers diepgaande informatie en delen zij ervaringen vanuit verschillende perspectieven over het onderwerp van het onderzoek. Looptijd gesprek

De online research community is op maandag 11 januari van start gegaan met een online startbijeenkomst. Na deze kick-off begon het gesprek op het online platform. Het platform stond open vanaf maandagavond 11 tot en met maandag 18 januari 2021. Deelnemers

Vertegenwoordigers van culturele instellingen en organisaties, professionele kunstenaars, makers en cultureel ondernemers zich van tevoren aanmelden om deel te nemen aan het online gesprek. Respondenten die de vragenlijst hebben ingevuld, hadden de mogelijkheid om aan te geven een uitnodiging te willen ontvangen voor dit online gesprek. Deze mensen hebben we dan ook uitgenodigd. Daarnaast hebben Kunstloc Brabant, Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants diverse oproepen via sociale media gedaan om mensen uit te nodigen voor het online gesprek. 41 mensen hadden zich aangemeld om mee te praten, uiteindelijk hebben 35 mensen actief deelgenomen aan het online gesprek. Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

73


Achtergrondkenmerken deelnemers N Kunstenaar

9

Vertegenwoordiger van een culturele organisatie

19

Combinatie

3

Anders

4

Resultaten

De resultaten van het gesprek hebben we middels een beschrijving met enkele quotes opgenomen in dit rapport. De bevindingen zijn na afloop van het gesprek voorgelegd aan de deelnemers om eventueel op te reageren. Een online research community is een kwalitatieve onderzoeksmethodiek. Dit betekent dat de resultaten van dit online gesprek niet representatief zijn voor het hele Brabantse culturele veld.

Interviews We hebben drie initiatieven geïnterviewd. Twee interviews hebben via videobellen plaatsgevonden, één interview heeft fysiek plaatsgevonden. De keuze voor de te interviewen initiatieven is door Kunstloc Brabant gemaakt. De verslagen van de interviews zijn voorgelegd aan de geïnterviewden alvorens ze in dit rapport zijn opgenomen.

Het PON & Telos en Pyrrhula Research Consultants | Gevolgen van de coronacrisis voor de Brabantse cultuursector

74



Over Het PON & Telos Maatschappelijke besluitvorming verbeteren Wij zijn een sociale kennisonderneming in het hart van de samenleving. We beschouwen het als onze opdracht om maatschappelijke besluitvorming te verbeteren. Dat doen we door wetenschappelijke kennis met kennis van de praktijk te verbinden. We zijn van data, feiten en cijfers, maar geven die altijd een gezicht. Waarbij iedere stem telt. Voorkeuren en meningen halen we op, onderzoeken we, analyseren we en duiden we. Met prikkelende aanpakken en innovatieve methoden. Daarbij zijn we altijd gericht op duurzaamheid: de harmonieuze verbinding tussen sociale, ecologische en economische doelstellingen. Zo dragen we bij aan de kwaliteit van samenleven, nu en in de toekomst. Met een multidisciplinair en creatief team van bijna 30 adviseurs en onderzoekers werken we vooral voor lokale en regionale overheden in Nederland (met een sterke kennispositie in Noord-Brabant), maar ook voor corporaties, banken, zorg- en welzijnsinstellingen, fondsen en maatschappelijke organisaties. We werken daarbij intensief samen met universiteiten en andere kennisinstellingen en zijn officieel partner van Tilburg University. Met onze kennis en inzichten adviseren we beleidsmakers en bestuurders. Zodat ze afgewogen keuzes kunnen maken. Zodat ze bestuurlijk kunnen vernieuwen. En zodat ze een positieve impuls kunnen geven aan de samenleving van morgen.

Stationsstraat 20c 5038 ED Tilburg +31 (0)13 535 15 35 info@hetpon-telos.nl hetpon-telos.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.