Kwartaalblad maart 2015
IJsvogel
85
Kwartaalblad van Stichting Stichting Het Het Drentse Drentse Landschap Landschap
Redactie Redactie E.W.G. E.W.G. van van der der Bilt, Bilt, J.D.D. J.D.D. Hofman, Hofman, Colpa, J.G. S.S. van der Meer, m.m.v. H. Schipper enSchenkenberg H. Colpa Basisvormgeving van Mierop en B. ZoerAlbert Rademaker BNO, Annen Grafische productie Koninklijke van Annen Gorcum BV, Assen Vormgeving Albert Rademaker BNO, Omslag IJsvogel / foto: Eric Wanders Grafische productie Koninklijke van Gorcum BV, Assen
3 Eruitgelicht Eric van der Bilt
4
Nieuwe impulsen voor natuur Hunzedal T e d d y B e z u i j e n e n U k o V e g t e r
— Terreinbeschrijving
ISSN 1380-3263 Omslag Exoërkyl / foto: Geert de Vries
10
Activiteiten eruitgelicht
Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. ISSN 1380-3263 De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt Overname van artikelen met bronvermelding niet noodzakelijk de opvattingen van Stichtingis toegestaan. De inhoud de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt Het Drentsevan Landschap. niet noodzakelijk de opvattingen van Stichting Het Landschap is een uitgave van Stichting Het Het Drentse Drentse Landschap. Drentse Landschap. Het geeft informatie over de terrein bezittingen activiteiten van uitgave de stichting. Het bladHet Het Drentseen Landschap is een van Stichting verschijnt viermaal per bij informatie het wisselen derdeseizoenen Drentse Landschap. Hetjaar, geeft over terrein en wordt gratis toegezonden aan de beschermers van het bezittingen en activiteiten van de stichting. Het blad Landschap. Beschermer kan men worden door bijgevoegde verschijnt bij het wisselen seizoenen kaart in teviermaal vullen enper te jaar, verzenden. Minimaleder bijdrage € 17,50 en wordt gratis toegezonden beschermers van het per jaar. Beschermer voor het aan levende€ 400,– . Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde Als u Het Landschap extra Minimale wilt steunen dan kan dat kaart in teDrentse vullen en te verzenden. bijdrage € 17,50 op de volgende wijze:voor het leven € 400,– . per jaar. Begunstiger
11
NPL
12
Kruisbek A r e n d J . v a n D i j k
Periodieke gift InLandschap plaats vanextra of naast beschermersbijdraAls u Het Drentse wilt uw steunen dan kan dat ge. Ditvolgende is een voor de inkomstenbelasting volledig aftrekbare op de wijze: periodieke bijdrage, die u voor minimaal vijf jaar toezegt met een eenvoudige of naast een kosteloze onderhandse Periodieke gift notariële In plaats akte van of uw begunstigersbijakte van laatste is op te vragen bij belastingdrage. Ditschenking. is een voorDeze de inkomstenbelasting volledig aftrekdienst.nl en dient samen met kantoor van 5dejaar stichting te bare periodieke bijdrage, die uhet voor minimaal met een worden ingevuld. eenvoudige notariële akte toezegt. Voor bijdragen van € 50 Het kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de en hogerteper jaar regelt en Drentse betaalt de stichting de akte. Het hoogte houden van Het Landschap. kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de hoogte Andere giften Indien het totaal van uw giften in enig jaar te houden van Het Drentse Landschap. zowel 1% van uw drempelinkomen als ook € 60 te boven Andere giften Indienaftrekbaar het totaalvoor van uw giften in enig jaar gaat, is het meerdere de inkomstenbelasting tot ten1% hoogste 10% van het drempelinkomen. zowel van uw drempelinkomen als ook € 60 te boven gaat, is het meerdere aftrekbaar voor de inkomstenbelasting Legaten of erfstellingen U kunt Stichting Het Drentse tot ten hoogste 10% van het drempelinkomen. Landschap en/of Stichting Oude Drentse Kerken ook in uw testament begunstigen. Legaten of erfstellingen U kunt Stichting Het Drentse Landschap en/of Stichting Oude Drentse Kerken ook in uw Stichting Het Drentse Landschap en Stichting Oude Drentse testament begunstigen. Kerken zijn vrijgesteld van schenk- en erfbelasting, zodat uw gift, schenking of legaat geheel ten komt van deze Stichting Het Drentse Landschap en gunste Stichting Oude Drentse stichtingen. Kerken zijn vrijgesteld van schenkings- en successierecht, zodat gift, schenking of hierboven legaat geheel ten gunste komt Nadereuw inlichtingen over de vermelde mogelijke van dezevan stichtingen. vormen steun kunt u inwinnen bij het kantoor van de stichting of bij uw notaris. Nadere inlichtingen over de hierboven vermelde mogelijke vormen van steun kunt u inwinnen bij het kantoor van de Het Drentse Landschap stichting of bij uw notaris.
20
Het Drentse Landschap
www.de12landschappen.nl
14
— Fauna
Bijen en boekweit J a n n y O u d e g a
— Flora
16
Tentoonstelling ’t Ende: Wat (w)eten we vandaag
17
Jaar van de Groene Vrijwilliger
18
Steenbergen en het Oosterveld B e r t u s B o i v i n e n E r i c v a n d e r B i l t
— Wandelroute
Kerktoren van Anloo in schijnwerpers Olav Reijers
— Stichting Oude Drentse Kerken
23
WMD
24
Citroenvlinder Geert de Vries
26
28
31 32 35
— Fauna
Geheugen van Drenthe M a r k G o s l i n g a
— Erfgoed
Licht op natuur Hijkerveld K a m i e l S p o e l s t r a
— Onderzoek
Waarvan Akte M e l l e B u r u m a Kortweg In/uit de politiek
Vier het begin van lente! Kom op 22 maart naar de Lammetjesdag op het Hijkerveld bij Hijken. Proef de lente en geniet van de vele superleuke activiteiten voor kinderen. Boer Boris en schrijver Ted van Lieshout zijn er ook. Zij presenteren hun nieuwe boek! Toegang is gratis. De deuren van de kooi gaan om 11 uur open. Kijk op www.drentslandschap.nl/activiteiten
Foto: John Dekker
Uitgave Stichting Het Drentse Landschap Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postadres: Postbus Postbus 83 83 -- 9400 9400 AB AB Assen Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89 Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89 e-mail: mail@drentslandschap.nl e-mail: mail@drentslandschap.nl Website: www.drentslandschap.nl Web-site: www.drentslandschap.nl Facebook: www.facebook.com/drentslandschap Bankrek. nr. NL33RABO0315832916 30.28.75.751
Bestuursberichten
Een snelle blik op de wereld om ons heen maakt een mens huiverig voor de toekomst. Barbaarse onthoofdingen op You-Tube, de migratieproblematiek, de crisis, de krimp, windmolens, aardbevingen, de ontmanteling van de sociale zekerheid en ga zo maar door. Hierdoor lijken belangrijke thema’s als klimaatverandering aan onze aandacht te ontsnappen. 2014 was het warmste jaar sinds de start van de temperatuurmetingen. Dat geeft toch te denken‌ Door de onrust in de wereld word ik steeds vaker blij van het feit dat ik een half mensenleven geleden besloot naar Drenthe te verhuizen. Inderdaad vanwege de ruimte en het groene landschap. Maar ook omdat mensen je nog gewoon groeten als je rondfietst. Men pleegt dat wel eens oubollig te noemen, maar voor mij is het paradijselijk. Natuurlijk kun je ook hier niet je kop in het zand steken voor alle gebeurtenissen om ons heen. Maar tegelijk verdragen we die makkelijker als de natuur in het voorjaar weer uitbot. Als de eerste akonieten, sneeuwklokjes en krokussen weer hun kleurenpracht laten zien half januari, is er een nieuwe lente begonnen. Een nieuw jaar met veel uitdagingen... De natuur biedt ons gezondheid en kracht om de uitdaging aan te gaan. Dat is geen ouderwets gezeur maar het is een basis voor de toekomst. Laten we dus zuinig zijn op onze groene leefomgeving en dit jaar ook zelf er meer aan bijdragen om deze in stand te houden. Eric van der Bilt Directeur/bestuurder Het Drentse Landschap
3
Oude weer Nieuwe impulsen voor natuur in de Hunze Op 28 november 2014 is het natuurgebied Oude Weer bij Gasselternijveen feestelijk in gebruik genomen. In de molen van Gasselternijveen spraken vertegenwoordigers van Waterschap Hunze en Aa’s, Provincie Drenthe en Het Drentse Landschap de genodigden enthousiast toe over het bereikte resultaat: een opnieuw meanderende Hunze omgeven door natuur en een nieuwe ijsbaan voor de dorpsbewoners. Een prachtig voorbeeld van een succesvolle samenwerking. Ook de Zoersche Landen, een deelgebied in het Hunzedal, werd onlangs uitgebreid met een nieuw leefgebied voor Bevers. Te d d y B e z u i j e n e n U k o V e g t e r *
Het gebied Oude Weer vormt één van de schakels in de inmiddels indrukwekkende ketting van Hunze-gebieden die sinds 2000 zijn ingericht. Langzamerhand ontstaat het natuurlint waar de Hunzevisie al vanaf 1995 over spreekt. Oude Weer grenst aan het noordelijk gelegen dalgedeelte Torenveen. Aan de zuidzijde van Oude Weer komen het Voorste en Achterste Diep samen om als Hunze verder te gaan. Hier wordt in 2015 de inrichting van het gebied De Branden voorbereid.Verder ligt het ingeklemd tussen het
Foto: Klaas Schipper
Bever
dorp Gasselternijveen en recreatiegebied Hunzepark.Voor hen biedt het natuurgebied Oude Weer nieuwe natuurbeleving met als extraatje een prachtige ijsbaan. Het is het zoveelste voorbeeld in het Hunzeproject waar samenwerking met lokale partners tot mooie resultaten leidt. De term ‘weer’ uit de veldnaam Oude Weer stamt hoogstwaarschijnlijk af van het Middelnederlandse ‘were’. Hiermee werd meestal een visweer bedoeld volgens hoogleraar landschapsgeschiedenis Theo Spek. Die bestond uit
Foto: Topfoto
Terreinbeschrijving
6
een dam van houten staken en vlechtwerk dwars op de beek met in het midden een gat met een visnet erachter. Na de middeleeuwen sprak men meestal van een aalstal in plaats van een ‘were’. Dat in de Hunze indertijd daadwerkelijk op deze manier werd gevist, bewijst een oorkonde uit 1309 waarin een visweer van de abdij Aduard bij Annen wordt genoemd “piscaturam…., que vulgariter Were dicitur… “ (bron: Oorkondenboek Groningen en Drenthe). Moeraszegge
Voorbereiding
De Hunzevisie uit 1995 – die in september 2014 werd geactualiseerd – was het vertrekpunt voor het inrichtingsplan dat door Grontmij in 2011 is opgesteld. Dit plan was onderdeel van het zogenaamde project Noordma-Oude Weer-Mandelanden. Hiervan is Noordma (nabij het Zuidlaardermeer) nog niet ingericht vanwege het ontbreken van de benodigde gronden. De inrichting van Mandelanden werd al in 2013 afgerond. In 2010 is een eerste informatieavond over het plan gehouden voor de inwoners van Gasselternijveen. Na de aanbesteding in 2014 gebeurde dit opnieuw om de inwoners te informeren over de uitvoering ervan. Met de beheerder en eigenaar van het Hunzepark werden diverse gesprekken over de bereikbaarheid van het park gevoerd vanwege de hogere waterpeilen na inrichting. Nadat het inrichtingsplan was opgesteld kon de stichting nog een aanliggend perceel grond van de gemeente Aa en Hunze kopen. Omdat het perceel geen onderdeel meer kon uitmaken van het plan is in overleg met de gemeente en de ijsvereniging dit perceel ingericht als ijsbaan.
Foto: Geert de Vries
Inrichting
Op de plek van de vroegere kronkelende Hunze is een nieuwe, relatief brede meander gegraven. Dit voorkomt dat ook in extreem natte perioden er te sterke opstuwing optreedt in het bovenstrooms gelegen landbouwgebied.Verder zijn er meerdere slenken en geïsoleerde laagten in het gebied aangebracht zodat het gebied veel variatie kent. Dit biedt mogelijkheden voor planten van natte tot vochtige, voedselrijkere omstandigheden zoals riet en grote zeggen. Maar ook soorten van natte graslanden zullen er zich thuis voelen. De vrijkomende grond is gebruikt om her en der hogere plekken aan te leggen, zoals er vroeger ook zandige beekduinen in het gebied aanwezig waren. De hoogten zijn met mineraal zand afgedekt en zullen zich ontwikkelen tot bloemrijke, schralere graslanden. Hiervan zullen ook verschillende vlinder-, libellen- en vogelsoorten profiteren. De kade rond de bestaande, recht getrokken Hunze is verwijderd en vervangen door een nieuwe kade met afwateringssloot rondom het natuurgebied. Het restant van de ‘oude’ Hunze zal alleen bij hevige regenval nog meedoen aan de waterafvoer, maar mag op termijn verlanden. Om de
Terreinbeschrijving
7
Foto: Joop van de Merbel
Blauwborst
drooglegging van het dorp en omliggende landbouwgronden te garanderen en zelfs te verbeteren, is er een gemaal geplaatst. Lokaal is bos aangeplant. De grondwerkzaamheden zijn uitgevoerd door aannemingsbedrijf Hoornstra uit Nieuw-Buinen terwijl het gemaal is geplaatst door de firma Krans uit Stadskanaal. De financiering kwam rond door bijdragen vanuit Europa (POP-subsidie), het Rijk (klimaatbuffer-gelden), Provincie Drenthe (synergie-gelden),Waterschap Hunze en Aa’s (Kaderrichtlijn Water-gelden), Nationale Postcode Loterij en Het Drentse Landschap. Gebruik en beheer
Het blijft altijd afwachten hoe het gebied zich zal ontwikkelen. Gaan de Bevers zich hier ook vestigen? Het lijkt een kwestie van tijd. Langzamerhand zal er ruigere begroeiing ontstaan, met hier en daar enige opslag van Els en Wilg. Het beheer zal vooralsnog bestaan uit plaatselijk maaien en afvoeren en begrazing met runderen van boeren uit de omgeving. Wandelen kan het hele jaar over de kade, maar ook struinen door het gebied is toegestaan. Zonder honden en buiten het broedseizoen weliswaar. En wat is er mooier dan dit gebied vanuit de kano te verkennen? Al met al krijgt
de natuur ook in Oude Weer de kans om zich in al zijn verscheidenheid en pracht te tonen. Zoersche Landen
Naast het project Oude Weer werkte Het Drentse Landschap eind 2014 ook nog aan een aantal andere projecten. Zo ligt even verderop, aan de voet van de Hondsrug tussen Exloo en Valthe, het deelgebied Zoersche Landen. Het geldt als het meest bovenstrooms gelegen Hunzedal-reservaat. Anders dan de meeste andere reservaten die hoofdzakelijk uit moeras en vochtige tot natte graslanden bestaan, omvatten de Zoersche Landen broekbos, rietlanden en ruigten. Op meerdere plekken is open water aanwezig. Met de Zoersche Landen begon eigenlijk de natuurontwikkeling in het Hunzedal. Het gebied, 80 ha groot, is als eerste in 1996 opnieuw ingericht. In die tijd is de waterstand in het gebied verhoogd en is er op ca. 80 % van de oppervlakte bos ingeplant. Hoewel vanuit de Hondsrug grondwater naar het gebied toestroomt heeft dit, anders dan bijvoorbeeld in het LOFAR-gebied, hier weinig invloed kunnen uitoefenen vanwege de diepe ontwatering van de omgeving. Monitoring heeft laten zien dat het gebied rijk is aan vogels, libellen en vlinders. In 2008
Terreinbeschrijving
8
is met behulp van een kunstburcht een beverfamilie uitgezet. Sindsdien hebben ze het gebied aardig naar hun hand weten te zetten.Vanwege de afwisseling van broekbos, ruigte, rietland en open water heeft de Zoersche Landen het karakter gekregen van een kleine jungle. Het is er rustig en stil en kent een geheel eigen sfeer.
Foto: Herman Wanningen
In 2008 heeft de stichting 8,5 ha landbouwgrond kunnen kopen aan de westzijde van het bestaande natuurgebied. Doel was om via inrichting het bestaande reservaat als bever-
biotoop robuuster te maken. Nadat in 2010 ingenieursbureau Oranjewoud een inrichtingsplan had gemaakt, moest Het Drentse Landschap de benodigde vergunningen regelen bij de gemeente Borger-Odoorn. Tevens kon de zoektocht naar financiering voor dit plan starten. Na een ruime financiĂŤle toezegging van het RĂśpke-Wynia Fonds en het Helena Vrucht Fonds, beide fondsen van het Prins Bernhard Cultuurfonds, kwam de resterende financiering beschikbaar vanuit de Provincie Drenthe in het kader van de Icoongelden Hunzedal. Naar aanleiding van de uitgevoerde arche-
Terreinbeschrijving
ologische inventarisatie is in samenwerking met de provinciaal archeoloog het oorspronkelijke plan enigszins aangepast. Enkele plekken met mogelijke archeologische vindplaatsen werden niet vergraven. De aanbesteding en uitvoering van dit inrichtingsplan vond plaats in 2014, uitvoering vond plaats door aannemer NONAK. Onder zeer goede weersomstandigheden zijn de werkzaamheden in de laatste maanden van 2014 uitgevoerd. De sloten tussen het bestaande natuurgebied en het in te richten gebied zijn gedempt en er zijn een tweetal slenkvor-
9
mige laagten gegraven. Door deze met wisselende taludhellingen en waterdieptes aan te leggen hebben de Bevers er een mooi nieuw leefgebied bij gekregen. De vrijkomende grond is aan de randen van het gebied verwerkt en deels ingeplant met bos. Bij de door het gebied stromende waterschapsleiding (Achterste Diep) zijn een tweetal uitlaatconstructies gemaakt zodat in natte perioden enige afvoer kan plaatsvinden. Zoals in alle deelgebieden in het Hunzedal is ook hier op een constructieve en prettige wijze samengewerkt met Waterschap Hunze en Aa’s. En nu maar afwachten hoe snel de Bevers hun nieuwe gebied gaan verkennen. Nieuwe projecten
Het Drentse Landschap is ontzettend trots dat het nog steeds lukt om de natuur in het Hunzedal verder uit te breiden. Mede dankzij de inspanningen van het Waterschap Hunze en Aa’s en de Provincie Drenthe kunnen we ook het komende jaar weer een aantal projecten oppakken. Zo zijn we druk bezig met het inrichtingsplan voor het gebied Tusschenwater bij Zuidlaren. De Hunzevisie 2030 zoals die vorig jaar is gepresenteerd, wordt zo steeds meer werkelijkheid.
*T.W.M. Bezuijen is hoofd Terreinbeheer en drs. U.Vegter is hoofd Natuur en Landschap van Het Drentse Landschap.
PS Op de website www.drentslandschap.nl/overons/natuurgebieden/hunze kunt u een prachtig filmpje bekijken over hoe het Hunzedal er nu bij ligt.
10
Activiteiten
Activiteiten eruitgelicht Excursie Boerenerven in en rond Gees
Deskundigen van de Werkgroep Boerenerven Drenthe vertellen over de geschiedenis en gebruik van de boerenerven in en rond Gees. Ook krijgt u tips hoe u uw eigen erf op authentieke wijze in kunt richten. Startlocatie: bij De Zwerfkei, Dorpsstraat 55, 7863 PB Gees. Deelname is gratis. Foto: Joop van de Merbel
Zo 26 april 11.00 tot 13.00 uur
Tour des Cimetières Vaart en Veld, Stad en Kolonie
Een nieuwe bustocht langs de meest bijzondere kerken en begraafplaatsen in het westen van Drenthe. De tocht begint in Assen, om vervolgens via de koepelkerk in Smilde naar Wilhelminaoord en Dwingeloo te gaan. Hier wordt tevens een bezoek gebracht aan de Sint Nicolaaskerk. Kosten € 45,-- p.p. Opstappen in Groningen of Assen. Aanmelden kan via aanmelden@drentslandschap.nl Foto: Hans Dekker
Di 30 april 09.00 tot 18.00 uur
Fietstocht: Sporen uit de Tweede Wereldoorlog
Een boeiende fietstocht van ca. 20 km langs verschillende overblijfselen uit de 2e wereldoorlog. Centraal staat het verhaal van het vliegveld bij Havelte. Het werd aangelegd door de Duitsers en later zwaar gebombardeerd door de geallieerden. Niet alleen bomkraters zijn na zo’n 70 jaar nog zichtbaar. Ook verschillende gebouwen en stukjes natuur vertonen nog sporen uit deze nare tijd. Opgeven via www.drentslandschap.nl/activiteiten.
Foto: Bertil Zoer
Zo 3 mei 14.00 tot 16.30 uur
iten Meer activite e st w eu ni de in op of da en ag de website.
Festival van het Landschap
De hele dag is het feest in Orvelte. Er valt veel te doen en te beleven voor jong en oud. Dit jaar in het teken van Drentse gebruiken, rituelen en tradities. Met muziek, theater, kunst, ambachten en cultuur. Een dag om heerlijk te genieten van alles wat Drenthe zo mooi en bijzonder maakt. Locatie: Orvelte (hele dorp). Toegang is gratis. Zie voor meer informatie: www.drentslandschap.nl/activiteiten.
Foto: Minte Mulder
Zo 21 juni 12.00 tot 17.00 uur
Volg ons via
Foto: Eric Wanders
11
Ruim 11 miljoen voor de provinciale Landschappen De12Landschappen heeft â‚Ź11.250.000,- ontvangen van de Nationale Postcode Loterij. De twaalf provinciale Landschappen waar Het Drentse Landschap een van is, zetten dit geld in om natuur en landschap veilig te stellen en beleefbaar te maken. De provinciale Landschappen zijn de Postcode Loterij en haar deelnemers zeer dankbaar voor deze bijdrage. Het stelt hen in staat natuur aan te kopen, in te richten en recreatiemogelijkheden te realiseren. De12Landschappen is het samenwerkingsver-
band van de provinciale Landschappen en is sinds 1996 beneficiant van de in 1989 opgerichte Postcode Loterij. Het Drentse Landschap heeft in 2014 met steun van de Postcode Loterij onder andere het Spaarbankbos kunnen verwerven, de restauratie van diverse monumentale gebouwen kunnen oppakken en wandelroute Loop van de Drentsche Aa uitgegeven.
Doe mee en geef zo extra steun aan het Drentse landschap. Bel 0900-0033 of meld u aan via internet: www.postcodeloterij.nl.
12
Fauna
Invasievogel Kruisbek Arend J. van Dijk*
Tijdens een winterse boswandeling in de Drentse naaldbossen lijkt het soms vliesjes te sneeuwen. Opeens vallen er ook kegels uit de dennenbomen. Goede kans dat je onder bomen staat waar bovenin een groepje Kruisbekken zich tegoed doet aan zaden uit de dennenappels. De vogels zijn meestal stil, ritselen of brabbelen wat, maar na goed speuren kun je ze bezig zien in de boomtoppen. Plotseling vliegt het groepje weg, altijd veel meer vogels dan je denkt, en dan hoor je het kenmerkende enigszins felle ‘kiep-kiep-kiep’-geluid. Kruisbekken zijn ongeveer zo groot als een mus. Het mannetje is deels oranjerood gekleurd en het vrouwtje groenbruin. Jonge Kruisbekken zijn bruin gestreept. Het meest bijzondere is de gekruiste snavel en het feit dat ze grotendeels van zaden van naaldbomen, bij voorkeur van sparren en douglas, leven. Ze zitten bijna altijd hoog in naaldbomen en vliegen vaak als ijle groepen over de bossen. Ken je eenmaal het kenmerkende ‘kiep-kiep-kiep’, dan is het waarnemen een fluitje van een cent. Twee andere kruisbeksoorten zijn in Drenthe zeldzaam. De Grote kruisbek is wat forser met vooral een aanzienlijk zwaardere snavel, waarmee hij gespecialiseerd is in grotere dennenkegels. De Witbandkruisbek is een slagje kleiner, heeft twee witte banden over de vleugel lopen en heeft juist een fijnere snavel. Deze soort is gespecialiseerd in de kleinere larikskegels.
mastjaar, zoals dat genoemd wordt, in Noord-Europa voorafgegaan door een vet mastjaar, met dus veel zaadhoudende kegels, dan zijn er ook nog eens veel kruisbekjongen grootgebracht en is het leger Kruisbekken twee of drie maal zo groot. Nomaden
bossen van de groepjes Kruisbekken. Daarbij kan het alleen al in Drenthe om vele tienduizenden vogels gaan. Waar komen die vandaan en wat doen ze hier? Kruisbekken broeden in de grote naaldbossen van Noord- en Noordoost-Europa en tevens in bergachtige streken elders in Europa. Het aantal paren wordt geschat op 1 tot 1,5 miljoen. Elk jaar zijn er verplaatsingen van vogels op zoek naar zaden in kegels van naaldbomen. In sommige jaren blijken er over enorme oppervlakten in de broedgebieden nauwelijks kegels met zaden te zijn en dan gaan de Kruisbekken massaal op zoektocht. Het zijn ware nomaden die dan overal in Europa op kunnen duiken, zo ook in Drenthe. Is zo’n mager
Omdat Kruisbekken vroeg in het jaar broeden kunnen de eerste invasietroepen al in juni-juli in onze bossen arriveren. Soms worden jonge vogels dan nog door hun ouders gevoerd. Dat heeft vogelwaarnemers in onze streken wel eens op het verkeerde been gezet, door dan te concluderen dat het lokale broedvogels waren. In het najaar kunnen nieuwe trekgolven arriveren en als hier voldoende zaden zijn, blijven ze soms hangen tot in de winter. Grote invasies zijn in Drenthe vastgesteld in 1972, 1983, 1990, 1993 en in 2002. Kruisbekken zijn gek op zaden van naaldbomen die ze met hun merkwaardig gekruiste snavel handig uit de kegels weten te frunniken. Door dit gedrag, waarbij ze op de kegel zitten of er aan hangen, worden ze wel dennenpapegaaien genoemd. Naargelang
Het is altijd wat bijzonder om Kruisbekken te zien. Ze zijn lastig op te sporen en meestal gaat het maar om enkelingen in de grote bossen. Soms is er sprake van een ware invasie en dan miegelt het in de Drentse naald-
Foto: Geert de Vries
Invasies
Foto: Michel Geven
Fauna
de mast zijn in sommige jaren sparren en in andere jaren dennen of lariksen favoriet. In gebieden met weinig naaldbomen eten ze knoppen van planten, rozenbottels of besvruchten. Honderd jaar geleden werden Kruisbekken soms afgeschoten omdat ze waren afgekomen op kegels waarvan de zaden bedoeld waren voor zaaizaad. Vroege broeder
In mei leggen alle vogels een ei, behalve de Kruisbek.Voor Kruisbekken moet je in januari - maart op pad. Ze nestelen vroeg en laten zich niet afschrikken door strenge vorst of sneeuw. Aanpassingen in verband hiermee zijn een diepe nestkom, enigszins bevederde nestjongen en voer dat bestaat uit energierijke vette zaden. De eerste tekenen voor broeden zijn de
uiteenvallende groepen, de zang met geregeld ‘kiep’-uithalen en het verzamelen van nestmateriaal. Is er eenmaal een nest dan gedragen de vogels zich wat heimelijk. Een kruisbeknest zit meestal vrij hoog in een den of spar. Het is vrij slordig gebouwd met takjes aan de buitenkant en fijner materiaal aan de binnenkant. De drie of vier eieren worden ongeveer twee weken bebroed en de jongen verlaten na ongeveer tien dagen het nest. Apocalyps
In jaren met veel nesten is er na het uitvliegen van de jongen in maart een opleving van overal in het bos alarmerende ouders met om voedsel bedelende jongen. In de meeste jaren was er in Drenthe echter geen opleving of slechts van korte duur, want opeens
13
bleek dat vrijwel alle Kruisbekken plotseling waren verdwenen. Hier is waarschijnlijk een verband met de voorjaarstemperatuur. Zodra het warm wordt op zonnige dagen in maart gaan dennen- en sparrenkegels open (je kunt ze horen knappen) en laten ze hun zaden vallen. Kruisbekken hebben dan het nakijken want hun voedselbron is plotseling opgedroogd. Er zit niets anders voor ze op om op zoek te gaan naar voedsel elders. Waarschijnlijk trekken ze (met hun vliegvlugge jongen?) naar noordelijker streken, waar de temperatuur nog niet zo hoog is en de zaden nog in de kegels zitten. Nesten worden soms massaal verlaten en het broedseizoen kan dan als verloren worden beschouwd. Domme pech of zijn de omstandigheden in Drenthe dusdanig dat het broeden hier vaak tot mislukken is gedoemd? Misschien weten de Kruisbekken ons nog te verrassen door in de komende jaren wel veel jongen groot te brengen.
* A.J. van Dijk zit in de Raad van Advies van Het Drentse Landschap.
14
Flora
Janny Oudega*
Bijen en boekweit op het boerenerf De boekweit en de linde bloeien, Waardoor de nectarbronnen vloeien, Zoodat de kleine honingbij, Nu vroolijk, ongestoord en vrij, Terwijl ‘t een lustig liedje zingt, Uit al die kleine kelkjes drinkt, Om al de raten nu te vullen, Zoodat wij straks weer heerlijk smullen, Want immers: ‘honing in de raat’, Verdringt het fijnste surrogaat. H. van Laar, 1928 Uit de jaarkrans over bijen en imkers.
Langzaam wordt het duidelijk dat de bijen het in Nederland en ook elders niet meer goed doen. De situatie zoals door Van Laar hiernaast beschreven is al lang voorbij. Imkers merken de sterke terugloop van honingbijen. De bijenkasten raken leeg, de bijenvolken verzwakken en gaan dood. Er worden verschillende oorzaken genoemd, waaronder de varroamijt en het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in de landbouw. Onderzoek en discussie zijn gaande. Bijen zijn onmisbaar voor de natuur en de mens, omdat ze zorgen voor bestuiving van veel wilde planten en geteelde gewassen. Zonder de bijen zullen er geen nieuwe vruchten en groenten groeien; zonder bijen bijvoorbeeld geen appels of tomaten. In dit artikel staan we stil bij wat we zelf kunnen doen voor het behoud van bijen.
Bijenhouders, liefhebbers en beroepsimkers, koesteren met veel zorg het hele jaar door hun bijen. Die zorgen voor honing maar ook voor de bestuiving van allerlei gewassen, in boomgaarden die voor de markt produceren, en in de individuele fruitbomen die op ons eigen (boeren-)erf staan. De bomen waar we graag van plukken voor de appelmoes en de pruimenjam. De hoogste tijd om de wilde bijen en de honingbijen te helpen. Dat kan in elke tuin en zeker op het boerenerf. Want een van de oorzaken van de achtuitgang is de armoede aan wilde planten. Denk aan het gezoem op een warme zomerdag. Je krijgt meteen de bonte bermen van lang geleden op je netvlies; de akkerranden en de ‘onkruiden’ die tussen de landbouwgewassen groeiden.
Flora Wilgen, heide en klaver
Foto’s: Geert de Vries
Toen de heidevelden nog niet waren ontgonnen, had vrijwel elk Drents dorp een aantal imkers met een bijenstal. Een imker was een zeer gespecialiseerde honingleverancier. Zijn bijen waren niet zomaar bijen, ze luisterden naar hem en zijn verhalen. Hen werd aangezegd wanneer de imker overleden was en ze dansten dan een speciale bijendans. De imker bracht zijn korven naar de bloeiende heidevelden, nectar was er voldoende. Dichter bij huis verzamelden de bijen nectar uit de klaverrijke graslanden, bloemrijke overhoeken en wilgenstruwelen. De honing werd gebruikt in het eigen huishouden, maar er was ook een wijdverbreide handel. Sommige bakkers hadden een vaste honingleverancier waardoor ze zich met hun bakproducten konden onderscheiden. Boekweit, een ouderwets gewas
Wie de ruimte heeft en het bijen aangenaam wil maken, kan een akkertje boekweit zaaien.Vroeger werd boekweit gezaaid op venige laagten in de heidevelden waar geplagd en turf gestoken was. Op de grote veenpercelen in Zuidoost-Drenthe werd de bovenlaag eerst verbrand. De verbrande bovengrond bevatte zoveel mineralen dat er voor het telen van boekweit geen mest hoefde worden toegevoegd. Ook op de drogere zandgrond deed boekweit het uitstekend, als een late nachtvorst tenminste geen schade toebracht aan de jonge plantjes. Dan was een boekweitveld in een paar weken tijd een witbloeiend, geurend en zoemend gewas. Boekweit is geen graan maar een lid van de duizendknoopfamilie, net als Perzikkruid en Varkensgras. De bruine vruchtjes lijken op beukennootjes, vandaar de naam boekweit oftewel beukentarwe. De zaden werden gemalen tot meel voor boekweitpannenkoeken, het ontbijt dat samen met een kan
koffie gebracht werd aan de boerenarbeiders op het land.Van de hele zaden, boekweitgrutten, werd pap gekookt. In Nederland wordt bijna geen boekweit meer verbouwd door de toegenomen opbrengst van tarwe en rogge. Nu komt het boekweitmeel uit China en Oost-Europa evenals de boekweithoning, een product met een andere smaak dan ‘gewone’ honing. Je vindt het in de natuurvoedingwinkel. Uit het onderzoek van Lenting uit 1853, te vinden op internet, valt heel veel te lezen over de boekweitteelt. Misschien kan het ons aansporen om opnieuw dit gewas te telen, nu niet voor de pannenkoeken maar voor de bijen. En wellicht kunnen de bijen van uw buurmanimker er nog heerlijke honing van maken. Bijenvriendelijk boerenerf
Niet iedereen heeft de ruimte en mogelijkheden om boekweit te verbouwen. Maar er zijn talloze andere manieren om bijen te helpen. Op elk
15
boerenerf of tuin is wel een hoekje dat geschikt is voor boerenbloemen die nectar en stuifmeel leveren. Ook uit de bloesem van bijvoorbeeld vruchtbomen, rozen en vlieren halen de bijen hun voedsel. Zaai een aantal rijen bloemen, plant een fruitboom, leg een klein bosje aan en zet een paar wilgen langs de greppel; geen exoten die niks te bieden hebben. Stop geen energie in een strak gazon, maar plant voor de vroege bijen voorjaarsbollen en laat het gras wat langer staan.
*Drs. J.J.H. Oudega-Schokker is lid van de Werkgroep Boerenerven Drenthe die gesteund wordt door Het Drentse Landschap.
16
Nieuwe expositie in informatiecentrum ’t Ende
Wat (w)eten we vandaag? In het Informatiecentrum ’t Ende in De Stapel bij De Wijk is vanaf 1 april de tentoonstelling Wat (w)eten we vandaag te zien. Op boeiende wijze worden in deze expositie allerlei interessante aspecten van voedsel uit de natuur gepresenteerd. Een actueel thema waar veel mensen mee bezig zijn. In deze moderne tijd zouden we haast vergeten dat al ons eten oorspronkelijk in de natuur te vinden was. Dat was vroeger wel anders! De eerste mensen waren verzamelaars. Ze gingen in hun omgeving op zoek naar noten, wortels, knollen en vruchten en vingen zo nu en dan visje, vogel of klein zoogdier. Kruiden werden gebruikt om het eten op smaak te brengen of als medicijn. Pas later ontdekte men de voordelen van het verbouwen van vlas en graan. Ook vandaag de dag kan er nog steeds heel lekker gegeten worden uit de natuur. Denk onder andere aan eetbare paddenstoelen, brandnetels, zevenblad, vlierbloesem, bosaardbei en hazelnoten. Eten uit de natuur door de seizoenen heen is één van de thema’s van deze tentoonstelling. Heilzame planten en de rol van bijen voor ons voortbestaan door het bestuiven van onze voedselplanten zijn andere onderwerpen. En hoe gaan we eigenlijk met de productie van ons eten om? Is een meer duurzame productie van voedsel mogelijk? Dit zijn vragen die terugkomen bij het thema Voedselbos. Het Drentse Landschap is trots op deze actuele tentoonstelling die volledig door de Werkgroep ’t Ende tot stand is gekomen. Onze dank gaat dan ook naar hen uit. Het is echt een bezoek waard!
Expositie
Wat ( )eten we vandaag? ‘Expo over eten uit Informatiecentrum
de natuur, bijen en
Vanuit het informatiecentrum kan ook een prachtige wandel- of fietsroute worden gemaakt. De routes zijn gratis in het centrum af te halen.
permacultuur
’t Ende
Stapelerweg 20 (bij de Wijk) 7957 NB De Stapel Openingstijden: 1 april tot 1 november uur Dagelijks van 11–17
Toegang gratis
iteiten
nl/activ www.drentslandschap.
Informatiecentrum ’t Ende 1 april tot 1 november Dagelijks van 11-17 uur Stapelerweg 20, 7957 NB De Stapel (bij De Wijk)
Foto: Geert de Vries
drentslandschap
17
2015 Jaar van de Groene Vrijwilliger De 12 provinciale landschappen, waar Het Drentse Landschap er ook een van is, en de Landschapsbeheerorganisaties hebben dit jaar uitgeroepen tot het Jaar van de Groene Vrijwilliger. De organisaties bieden allerlei extra activiteiten aan om zo de vrijwilligers in het zonnetje te zetten. Zoals wellicht bekend, werken de De12landschappen en Landschapsbeheer Nederland sinds vorig jaar samen onder de naam LandschappenNL. Het Drentse Landschap en Landschapsbeheer Drenthe gaan in 2015 ook samenwerken rond het Jaar van de Groene Vrijwilliger. Drenthe kent inmiddels veel groene vrijwilligers die zich regelmatig inzetten voor het behoud van natuur, landschap en erfgoed. Excursies begeleiden, bezoekerscentra beheren, wilgen knotten, weidevogels beschermen en soorten inventariseren zijn enkele voorbeelden van het werk dat ze doen. Met het Jaar van de Groene Vrijwilliger willen we onze waardering uiten voor het werk dat deze mensen jaarlijks verzetten. Daarnaast willen we de bewustwording voor de natuur, het landschap en het erfgoed bij de inwoners van Drenthe en de Drentse politiek vergroten. Dit doen we door advies, kennis en middelen beschikbaar te stellen. Maar ook door ze uit te nodigen voor speciale bijeenkomsten zoals bijvoorbeeld een vrijwilligersmarkt. Gelukkig zijn er al veel groene vrijwilligers die ons helpen bij het behoud van ons mooie Drenthe, maar extra hulp is natuurlijk altijd welkom.
Foto: archief LBD
Bent u geĂŻnteresseerd in het vrijwilligerswerk? Neem dan contact op met Hans Colpa, coĂśrdinator vrijwilligerswerk Het Drentse Landschap: h.colpa@drentslandschap.nl of op (0592) 31 35 52.
18
Wandelroute Bertus Boivin / Eric van der Bilt
Steenbergen en het Oosterveld De meeste mensen kennen het Steenberger Oosterveld uitsluitend van de borden van Het Drentse Landschap langs de N48. Tijdens deze wandelroute laten we u niet alleen kennismaken met het Oosterveld anno 2015, maar ook met de oude buurtschap Steenbergen en zijn Steenberger Esch ten westen van de autoweg. Het meest verrassende onderweg is misschien wel dat dat het eeuwenoude landschap van Steenbergen er nog gewoon is, alsof er niets is gebeurd.
De Rug van Zuidwolde Toen het landijs tijdens de voorlaatste ijstijd van het noordoosten naar het zuidwesten over Drenthe schoof, werden hier en daar stuwwallen gevormd, waaronder de acht kilometer lange Rug van Zuidwolde. De oudste naam van de streek is het Suthwalda. Deze middeleeuwse naam van het ‘Zuidwoud’ (ofwel Zuidwolde) leeft voort in het ecoduct waar we de wandeling beginnen. In de loop van de dertiende eeuw vestigden zich voor het eerst mensen in het Suthwalda. Ze stichtten een rij buurtschappen die steeds uit een paar boerderijen met een gezamenlijke es bestonden. Zo ontstonden in het
noorden op de rug Ten Arlo, Lubbinge en Steenbergen. Ten zuiden ervan groeide de buurtschap Kerkenbosch uit tot het huidige Zuidwolde. De wandeling laat u kennismaken met de oude boerderijen van Steenbergen (punt 13 in de route). Ook komt u langs en over de Steenberger Esch (11 en 15). Bossen op de es De bossen tussen het dorp en de huidige N48 zijn voor een belangrijk deel op oude esgrond aangelegd. Op de oude kaart, die rond 1900 getekend werd, ziet u de (licht gekleurde) esakkers overgaan in (groen gekleurde) bospercelen. Tegen het eind van de negentiende eeuw werden op de Rug van Zuidwolde de slechtste akkers op grote schaal ingepoot met eiken, berken en naaldbomen. De oogsten waren sterk teruggelopen door wat men toen de ‘ziekte der Drentsche esschen’ noemde. Met bosbouw hoopten de boeren meer te verdienen. Op een gegeven moment kwam men achter de oorzaak van de ziekte, namelijk dat de esgronden sterk verzuurd waren door het gebruik van veenplaggen bij de bemesting. Het
strooien van thomasslakkenmeel bleek dé remedie tegen de verzuring. Steenberger Oosterveld Op de oude kaart is goed te zien dat er rond 1900 een scherpe overgang was tussen de esbossen en het Steenberger Oosterveld, toen nog het domein van de schapen van de Steenberger boeren. Ter plekke van deze overgang loopt nu de N48. Helemaal rechts op de kaart ziet u de eerste resultaten van ontginningsactiviteiten vanuit Alteveer. Tijdens de wandeling loopt u een eindje over het fietspad dat op de grens van deze ontginningen en het inmiddels beboste Oosterveld loopt (5). Opvallend is het hoogteverschil tussen het boerenland rechts en het bos links van het pad. Deels is het een gevolg van vervening en inklinking. Deels komt het ook omdat de grond tijdens de ontginning geëgaliseerd werd en er hier grond vandaan gehaald is om het land verderop een stuk op te hogen. Dat juist hier langs deze grens de ontginningsactiviteiten gestaakt zijn, heeft alles te maken met de natuurlijke hoedanigheid van het Steenberger Oosterveld. Het gebied was zo geaccidenteerd dat de ontginners er letterlijk geen brood in zagen om er fatsoenlijke landbouwgrond van te maken. Niet voor niets noemde men in de omgeving dit deel van het veld
Foto’s: Bertus Boivin
Uitneembaar routekaartje in dit nummer. Ook te downloaden op www.drentslandschap.nl
2
1
Foto: Hans Deklker
3
Klein Zwitserland… Je kon dit overigens een eeuw geleden overal in Drenthe zien gebeuren: waardeloze ‘woeste grond’ werd tijdens de ontginning noodgedwongen gespaard waardoor het gebied inmiddels een stukje kostbare natuur geworden is. Bebossing van het veld Een groot deel van het Steenberger Oosterveld is met bos bedekt. Een deel ervan is destijds aangeplant om de hoge stuifduinen vast te leggen (zie de oude kaart) en later om als productiebos te dienen. Grove den, Fijnspar en Douglasspar voeren daar de boventoon. Langs het pad aan de noordkant ziet u dat er tal van slootjes gegraven werden – zogeheten rabatten – die ervoor moesten zorgen dat de bomen niet voortdurend met de voeten in het water stonden (6). Eerder tijdens de wandeling kwam u langs het heideveld (3) door bos dat
daar spontaan op het veld is gaan groeien toen de schapen van het veld verdwenen waren. Het Drentse Landschap heeft op een deel van het veld Schotse hooglanders ingezet om het vrij van opslag te houden. In de spontaan ontstane bossen op het Steenberger Oosterveld is sprake van een veel rijker bosmilieu dan in het voormalige productiebos. U herkent het bijvoorbeeld aan het veelvuldig voorkomen van Hulst.
1 De buurtschap Steenbergen telde vroeger een stuk of tien boerderijen. De oudste van de huidige boerderijen stamt uit 1756, zoals u aan de vier muurankers in de voorgevel kunt aflezen. In 1625 kocht Roelof van Echten van de boeren van Steenbergen en hun buren in Ten Arlo het oostelijke deel van hun veengronden. Dit zou het begin van Hoogeveen worden. Zelf brachten de boeren hun hoogveen aan de westkant van de Rug van Zuidwolde aan snee. 2 Voor het vastleggen van stuifzanden was de Grove den (Pinus sylvestris) buitengewoon geschikt, omdat hij in barre omstandigheden kon overleven, dus ook hier in ‘Klein Zwitserland’. Deze dennensoort heeft namelijk een zeer lange penwortel die het water dieper uit de ondergrond kan halen dan andere boomsoorten. Een Grove den kan meer dan dertig meter hoog worden: een lange mast met een ‘toefje boom’ bovenin. Aan de rand van de heide ziet u tientallen zaailingen van de Grove den (3). Deze spontaan opgekomen Grove dennen heten ook wel vliegdennen. 3 Sinds enkele jaren verbindt het ecoduct Suthwalda de natuurgebieden rond Zuidwolde met het Steenberger Oosterveld. Bijzonderheid is dat er een fietspad over het viaduct loopt. De meeste ecoducten zijn namelijk niet voor het publiek toegankelijk. Dit gecombineerde gebruik van de overgang verloopt overigens zonder al te veel problemen. Mensen gaan er doorgaans overdag overheen, terwijl Dassen en Reeën graag van de schemering en het nachtelijke duister gebruikmaken voor zulke verplaatsingen.
20
Stichting Oude Drentse Kerken
Project Rondom Magnus
Zet kerktoren van Anloo in de schijnwerpers Olav Reijers*
Er loopt een rechte lijn van Rome naar Anloo. De verbinding is de heilige Magnus, een martelaar uit de
3e
eeuw na Chr. Zijn resten worden in een oud kerkje in Rome
vereerd. Volgens de legende hadden Friese ridders deze zogenaamde relieken uit het huidige Albanië ontvreemd en naar de nog steeds bestaande Friezenkerk in de Heilige Stad gebracht. Het lichaam is niet compleet want één arm namen de Friezen mee naar het eigen stamgebied. Dit ene lichaamsdeel zorgde voor een concentratie van aan Magnus gewijde kerken in onze streken, waaronder de kerk van Anloo. De heilige is nu de naamgever van een bijzonder project rond deze kerk.
Sinds de dagen dat schilders en tekenaars het Drentse landschap vastleggen op doek en papier is het silhouet van Anloo – met de Magnuskerk als pontificaal centrum – een favoriet onderwerp. Dat heeft alles te maken met het nagenoeg ongeschonden middeleeuwse uiterlijk en de prachtige ligging middenin het dorp. Terwijl in vroeger tijden de robuuste
Stichting Oude Drentse Kerken
21
Lezersaanbieding
Schilderij: Harrie Pepping
In het boekje Rondom Magnus wordt het veranderd dorpsgezicht van Anloo verteld aan de hand van 80 schilderijen. Beschermers van Het Drentse Landschap kunnen het boekje Rondom Magnus met wandelingen rond de kerk bestellen voor € 6,--, excl. verzendkosten (normaal: €7,--). Ga naar www.drentslandschap.nl/winkel of bel tijdens kantooruren met (0592) 31 35 52.
architectuur van de Magnuskerk met zijn markant torentje van alle kanten van verre was te bewonderen en als oriëntatiepunt fungeerde, gaat de schoonheid van het gebouw heden ten dage deels verborgen achter geboomte. Deze veranderingen in de belevingswaarde van landschap en architectuur zijn aanleiding voor het lanceren van het project Rondom Magnus. Onderdelen van het project zijn een boek dat dit voorjaar verschijnt en een symposium in juni.
Foto: Olav Reijers
Kostbare tufsteen
Het project wil de kerktoren van Anloo – bijna letterlijk – meer in het zonnetje zetten. De kerktoren bestaat voor het grootste deel uit baksteen, met tufsteen erin verwerkt. Baksteen
verschijnt vanaf het midden van de 12e eeuw in onze streken vanuit de kloosters in Groningen en Friesland. De toren zal derhalve uit de tweede helft van de 12e eeuw dateren. In 1895 is de huidige afsluiting met trapgevels aangebracht; daarvoor had de toren een zogenaamd zadeldak. Bijzonder zijn de muurschilderingen in het interieur waarvan de oudste van rond 1400 dateren. De toren is onderverdeeld in drie geledingen. De begane grond met de poort rust deels op grote veldkeien, nog zichtbaar in de noordwesthoek. Het middelste vlak is versierd met bakstenen rondbogen. De bovenste geleding beslaat ongeveer de helft van de toren en is verreweg het rijkst uitgevoerd. Aan drie zijden liggen twee dubbele
vensters – zogenaamde galmgaten – boven elkaar, gescheiden door prachtig uitgevoerde zuiltjes. In dit deel van de toren is ook tufsteen verwerkt. Op het eerste gezicht lijkt er weinig patroon in te zitten, reden voor sommige auteurs om te suggereren dat het hier om een verdwaalde partij tufsteen zou gaan. Tufsteen verdwaalde echter niet zomaar. Het was een kostbaar materiaal dat van ver kwam – uit de Duitse Eifel – waar ongetwijfeld zeer zorgvuldig mee werd omgesprongen. Geen toeval
Vraag is daarom of het gebruik van tufsteen in de toren wel zo toevallig was. De eerste band van tufsteen omsluit precies de onderste rij galmgaten. De omlijstingen van de galmgaten
Foto: Olav Reijers
Franse tijd
springen enigszins naar voren en zijn eveneens van tufsteen. Daarboven ligt de tweede rij galmgaten die zijn afgesloten met een halfrond boogveld van tufsteen. Tenslotte is de bovenzijde van zeker twee muren afgewerkt met een enkele rij tufstenen. Bij de andere twee muren zijn enkel losse tufstenen te zien zodat het niet gewaagd is te veronderstellen dat de rij tufstenen ook daar heeft doorgelopen. Populair gezegd ligt er geen steen teveel of te weinig in de toren zodat er van toeval geen sprake lijkt te zijn. Alles wijst erop dat de tufsteen deel is van een complex en afgewogen ontwerp. Status
Vanwege ontwerp, bouwmateriaal en versiering is de toren verreweg het
Veel kerktorens, waaronder die van Anloo, zijn nu eigendom van de burgerlijke gemeente. In een eerder artikel in dit blad - over de kerk van Vries - heb ik vermeld dat de toenmalige Franse bezetter bepaalde dat iedere kerktoren eigendom moest worden van de burgerlijke gemeente. Dat ligt echter net wat genuanceerder. Tot 1795 was de Hervormde Kerk de staatsgodsdienst en waren alle kerkgebouwen overheidsbezit. Het Bataafse parlement dat in dat jaar met Franse steun aantrad, voerde in de nieuwe grondwet de scheiding van kerk en staat door. Dat betekende dat de kerkgebouwen verdeeld moesten worden. In aanvullende artikelen bij de grondwet werd bepaald dat de torens en klokken aan de burgerlijke gemeente bleven vanwege de belangrijke openbare functie die zij inmiddels hadden. Dat kon gebruik als gevangenis zijn, opslag voor brandweermateriaal, alarmklok en in sommige gevallen uitkijkpost en vuurtoren. De torens zijn dus niet van eigenaar gewisseld maar de kerkgebouwen.
meest rijke en verfijnde deel van de kerk, niet alleen in Anloo maar bij bijna alle oude kerken in Drenthe. De opdrachtgevers stopten veel tijd en geld in een bouwdeel dat eigenlijk weinig functioneel was. De liturgie speelde zich immers in het schip af. De verklaring ligt voor de hand: de kerktoren moest gezien worden. Hoogte en uitstraling gaven status aan het dorp en zijn inwoners. Het maakte indruk op de boeren in de omgeving en liet zien waar het centrum van de macht was. In de 12e eeuw was de kerk het enige stenen gebouw in een gemeenschap waar verder alleen boerderijen van leem en hout stonden. De kerk met zijn rijk versierde toren moet op tijdgenoten een overweldigende indruk gemaakt hebben. Het is jammer dat juist deze
functie van een van onze belangrijkste monumenten sluipenderwijs verloren gaat. Als het blad van de bomen is, vangen we nog een glimp op van de fraaie opbouw van de toren, het uitgekiende ontwerp met de tufsteen en de zorgvuldige verhoudingen. Het grootste deel van het jaar ziet een bezoeker van verre enkel de haan op de torenspits.
*Drs. O. Reijers is erfgoedadviseur.
NB. Op vrijdag 12 juni vindt het symposium Rondom Magnus plaats. Tijdens deze bijeenkomst wordt o.a. ingegaan op de invloed die veranderingen in het landschap hebben op de gebouwde cultuur. Ge誰nteresseerden kunnen meer informatie vinden op www.historischanloo.nl.
Stichting Oude Drentse Kerken
23
Ruim baan voor de Grauwe klauwier
De Grauwe Klauwier is een zeldzame soort in Nederland. De broedvogel stelt hoge eisen aan haar biotoop. Waterwingebied Dijkveld in Assen is aantrekkelijker ingericht met het oog op deze bedreigde zangvogel. Zo heeft de Grauwe Klauwier de komende jaren volop keuze uit broedlocaties. De vogel is een graadmeter voor de biodiversiteit. Omdat de vogel aast op grote insecten, muizen en kleine reptielen moeten deze prooidieren volop aanwezig zijn. Bovendien hebben ze struweel nodig om te broeden en kleine boompjes als uitkijkpost.
wmd.nl
24
Fauna
Foto’s: Geert de Vries – Citroenvlinder (man)
Citroenvlinder
De Citroenvlinder is in de lente een van de eerste dagvlinders die uit hun winterslaap ontwaken. De vlinders met de citroengele kleur zijn altijd mannelijk. De vrouwelijke vlinders zijn fletsgeel en worden vaak voor Koolwitjes aangezien. De veronderstelling dat de vrolijk dartelende vlinders een teken zijn van pril lentegeluk, klopt niet. De vlinders die u ziet zijn krasse oude knarren die zich in de nadagen van hun leven nog even op het liefdespad begeven.
Geert de Vries*
Citroenvlinders die in het voorjaar vliegen, hebben net een winterslaap van een half jaar achter de rug. Ze brengen de winter graag door in Klimop. Hun efficiënte schutkleuren zorgen ervoor dat ze tijdens hun lange winterslaap niet ontdekt en opgegeten worden. De vlinder lijkt in rusttoestand sprekend op een blaadje. Zelfs de bladnerven in de vleugels zijn perfect nagebootst.Vind zo’n rustende vlinder maar eens. Vlinders hebben niet zoals bijvoorbeeld zoogdieren een constante lichaamstemperatuur. Dagvlinders moeten van buiten af voldoende warmte opslaan om hun lichaamsfuncties, zoals vliegen, te kunnen vervullen. Dat is aan de ene kant heel efficiënt, want het scheelt een heleboel ‘brandstof ’. Aan de andere kant is het ook lastig. De vlinder moet
zich namelijk vooral in het koude voorjaar in allerlei bochten wringen om warm te worden.Voor deze vlinders is een kleinschalig landschap vol met luwe zonnige plekken dan ook van levensbelang. Over het algemeen is een buitentemperatuur van 17 graden vereist om het lichaam tot 20 graden te kunnen opwarmen. Bij die temperatuur kunnen ze even vliegen. Daarna koelen ze af en moeten ze eerst weer opwarmen voordat ze verder kunnen vliegen. Dagvlinders vliegen dan ook het liefst bij een lichaamstemperatuur van minstens 30 graden. De paring
De mannetjes komen eerder dan de vrouwtjes uit hun winterslaap. Ze kunnen dan alvast de omgeving verkennen. Citroenvlinders hebben geen vaste verblijfplaats. Ze struinen een groot gebied af, op zoek naar vrouwen en nectarbronnen. De paring vindt in de lente plaats. In fraaie baltsvluchten dansen de mannen en vrouwen eindeloos om elkaar heen. Hierbij vliegen ze zelfs achteruit. Het vrouwtje moet na de paring veel nectar drinken om 500 eitjes te kunnen produceren. De Drentse Citroenvlinders leggen alleen maar eitjes op Vuilbomen. Die moeten bijvoorkeur in de volle zon staan, zodat de rupsen voldoende warmte kunnen opvangen. In het kader van risicospreiding zet ze eitjes een voor een af op de onderkant van bladeren van verschillende Vuilbomen. Nadat de Citroenvlinders klaar zijn met de voortplanting gaan ze, zoals alle vlinders, dood. Ze behalen een
Fauna
De rups van de Citroenvlinder vermijdt blad dat reeds is aangevreten door een ander insect. Instinctief weet hij dat de boom als reactie antivraatstoffen in de aangevreten bladeren heeft gestopt.
25
vliegen nog overal Citroenvlinders rond. Gelukkig maar, want wie wordt er nu niet vrolijk bij de aanblik van de frisgroene dartelende vlinders die de lente aankondigen.
Vuilboom
Zwerftochten
respectabele leeftijd van 12 maanden. Dat is heel oud voor een dagvlinder, vergeleken met bijvoorbeeld veel soorten blauwtjes die slechts enkele weken oud worden. Verstoppertje
De eitjes van Citroenvlinders komen na een week al uit. Aanvankelijk verstopt de rups zich aan de onderkant van de bladeren om niet op te vallen. Later ontwikkelt zich op de rug van de rups een gekleurde lijn die sprekend op een bladnerf lijkt. Dan gaat hij ook aan de bovenkant van de bladeren zitten. Als je als rups zo mooi op een bladnerf lijkt, is het niet handig om je overdag als een soort wandelende bladnerf te gedragen. Zoiets valt op en vraagt om problemen. Daarom rust hij overdag uit en eet voornamelijk ‘s nachts.
Na ongeveer een maand heeft de rups genoeg gegeten om zich te kunnen verpoppen.Vaak doet hij dat op de waardplant. Na zo’n 14 dagen kruipen de vlinders in de voorzomer uit hun pop. Ze zijn dan totaal niet geïnteresseerd in het andere geslacht. De paring wordt uitgesteld tot het volgende voorjaar. Citroenvlinders zwerven in de zomer en herfst vele kilometers door de omgeving op zoek naar geschikte nectarplanten, zoals Grote kattenstaart, Koninginnekruid, Vlinderstruik, Kale jonker en andere distelsoorten. ’s Zomers houden de vlinders bij warm weer een dagenlange siësta. Ze lijken dan van de aardbodem verdwenen te zijn. Citroenvlinders gaan in de loop van oktober in winterslaap. Bij het begin van de lente gaan ze - zoals reeds gezegd - in de nadagen van hun leven alsnog op vrijerspad.
*G.W. de Vries is natuurfotograaf en lid van de Wetenschappelijke Adviescommissie van Het Drentse Landschap.
Toekomst
Hoewel de Citroenvlinder in ons land nog steeds een algemene verschijning is, gaat de soort de laatste jaren hard achteruit. In Drenthe Citroenvlinder (vrouw)
26
Erfgoed
Project Geheugen van Drenthe
Brengt Drentse geschiedenis Over het zichtbare en soms ook onzichtbare erfgoed is veel informatie beschikbaar. Op tal van websites, in kleine tot zeer omvangrijke databases, in artikelen en boeken is veel te vinden. Toch heeft de Drent, en ook de toerist, nog te weinig weet van dit erfgoed. De beschikbare informatie is te versnipperd, vaak niet gekoppeld aan locaties, en vaak ook nog niet verrijkt met verhalen van de mensen zelf. Het project Geheugen van Drenthe wil hierin verandering brengen. Het Drents Archief en Het Drentse Landschap slaan de handen ineen om – op verzoek van de Provincie Drenthe – het Drentse erfgoed beter toegankelijk te maken voor het brede publiek en er steeds meer mensen bij te betrekken.
Foto: Sake Elzinga
Bundelen informatie
Mark Goslinga*
Het Drentse land zit vol geschiedenis. Denk aan het Ballooërveld met zijn grafheuvels en vlakbij het hunebed van Loon. Denk aan de esdorpen met oeroude boerderijen, brinken en kerken. Denk aan de kanalen en de lintbebouwing in het veenkoloniaal gebied. Maar denk bijvoorbeeld ook aan sporen van de Tweede Wereldoorlog of aan de koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid. Via het project Geheugen van Drenthe moet de geschiedenis van ons Drenthe beter in beeld worden gebracht.
Het project richt zich op twee doelgroepen. Aan de ene kant wordt de toeristische sector bediend met een bundeling en selectie van informatie. Wat zijn nu de meest aantrekkelijke erfgoedlocaties en wat voor informatie is daarover beschikbaar? Met een verrijkte Digitale Drentse Encyclopedie en met zogenaamde Locatiedossiers kunnen bijvoorbeeld campinghouders maar ook instanties als Marketing Drenthe en Recreatieschap Drenthe straks heel eenvoudig erfgoedinformatie inzetten richting toeristen en dagjesmensen. De digitale locatiedossiers worden opgebouwd met tekst, beeldmateriaal en informatie over routes en gidsen in de buurt. Hiermee kunnen mar-
Erfgoed
in beeld
Aan de andere kant richt Geheugen van Drenthe zich op de eigen inwoners. Binnen het concept Historische Werkplaats wordt getracht om zoveel mogelijk mensen actief met Drents erfgoed bezig te laten zijn. Zo kan het een bijzondere meerwaarde hebben wanneer er rond belangrijke erfgoedlocaties samenwerking ontstaat tussen lokale partijen als beheerders, historische verenigingen, musea, gidsen en horecaondernemers. Bij veel mensen, zoals bij leden van historische verenigingen, is veel kennis aanwezig waarmee bestaande databases verrijkt kunnen worden. Ook persoonlijke verhalen zijn van belang om te bewaren en geven vaak een bijzondere bele-
Wilt u op de hoogte blijven van het project Geheugen van Drenthe? Meld u dan aan voor de digitale nieuwsbrief: aanmelden@drentslandschap.nl o.v.v. nieuwsbrief geheugen van Drenthe. Foto: Drents Archief
Betrokkenheid
vingswaarde aan ons erfgoed. Binnen het project wordt ook aandacht besteed aan de stimulering van geschiedbeoefening. Zo werd in 2014 al een bijeenkomst georganiseerd waar een grote groep experts zich boog over de vraag waar zich nog leemten in onze kennis van de Drentse geschiedenis bevinden. Dit resulteerde in een Inspiratielijst, een lijst van onderwerpen en thema’s waar studenten maar ook amateurhistorici inspiratie uit kunnen putten voor nieuw onderzoek. De lijst is te vinden op www.geheugenvandrenthe.nl en op de websites van het Drents Archief en de Drentse Historische Vereniging. In 2015 worden meer bijeenkomsten rond Drents erfgoed georganiseerd, zoals over het immaterieel erfgoed.
Foto: Rob Hoedeman
ketingcampagnes, folders, websites, maar ook publieksactiviteiten of nieuw te maken routes van inhoud worden voorzien. Aan de achterkant, de digitale infrastructuur, wordt een zogenaamde aggregator ingezet. Deze kan informatie trekken uit tal van Drentse maar ook landelijke databases op het gebied van archieven, musea, bibliotheken, archeologie, monumentenzorg en landschap en deze informatie op nieuwe manieren gebundeld aanbieden aan de gebruiker.
*Drs. M. Goslinga is projectmanager van Geheugen van Drenthe en werkzaam bij het Drents Archief.
27
28
Onderzoek
Licht op Natuur in het Hijkerveld Kamiel Spoelstra*
Overal, waar ook ter wereld, is er een toename in nachtelijk kunstlicht. Verlichting helpt het verkeer ’s nachts op afgelegen wegen, het zorgt dat we ons veilig voelen als we door een park lopen na de inval van de duisternis en het wordt gebruikt voor de groei van planten in kassen. Al is het in Drenthe relatief donker, het licht is op de meeste plaatsen in Nederland zo sterk, dat de Melkweg niet meer te zien is. Dat kan alleen nog op de Waddeneilanden!
De effecten van al dat licht op onze natuur zijn niet altijd even tastbaar, maar iedereen kent het voorbeeld van de spinnenwebben rond een buitenlamp: deze trekt ’s nachts insecten aan, en daar maken spinnen handig gebruik van.Vleermuizen komen op hetzelfde idee en jagen ook heel efficiënt op de rond lantaarnpalen verzamelde insecten. Iedereen die wel eens met een
Onderzoek
Foto: Joop van de Merbel
Licht op de natuur
vleermuisdetector – een apparaatje om de ultrasone geluiden van vleermuizen hoorbaar te maken – op pad is geweest, heeft vast gemerkt dat het rond die lantaarns vaak drukker is. Ondanks de toename van het licht – gemiddeld is de verwachting dat het wereldwijd met zo’n vijf procent per jaar blijft toenemen – is er toch nog weinig bekend over de effecten op
Het is niet eenvoudig om de effecten van licht te onderzoeken.Veel soortgroepen en ook individuele soorten reageren logischerwijs anders op licht. Denk maar eens aan de ogen van verschillende dieren. Uilen hebben zeer gevoelige ogen om ’s nachts mee te zien, de facetogen van veel insecten zijn juist geoptimaliseerd om overdag de kleuren van bloemen te onderscheiden.Vogels, amfibieën, reptielen en vissen hebben bovendien een pijnappelklier in de hersenen die ook lichtgevoelig is. Kortom, de effecten van licht zijn niet zomaar te voorspellen. Om meer te weten te komen over de effecten van nachtelijk licht op onze flora en fauna, is het onderzoeksproject ‘Licht op Natuur’ opgezet door het Nederlands Instituut voor Ecologie en de Wageningen Universiteit. Het project wordt gefinancierd door de Technologiestichting STW, en ondersteund door Philips en de Nederlandsche Aardolie Maatschappij – deze laatste is betrokken vanwege eerder onderzoek naar de aantrekking van trekvogels door licht van boorplatforms op de Noordzee.
Nachtvlinders
Op het Hijkerveld bevindt zich een van de locaties waar – in het Licht op Natuur onderzoek – heel precies wordt bijgehouden wat de gevolgen zijn van drie soorten experimentele verlichting: normaal wit licht, licht met minder rood (dat ziet er uit als groen licht) en licht met minder blauw (dat er uit ziet als rood licht). Er is gekozen voor die lichttypen omdat wij als mens daar goed bij kunnen zien, en sommige soorten mogelijk minder last hebben van licht als de rode of blauwe kleur in het licht minder fel is. In 2011 is gekeken naar de situatie zoals die in het donker was, en vanaf begin 2012 worden onderzoeklocaties experimenteel verlicht. Zoveel mogelijk soorten worden bekeken. Zo worden vogels elk jaar nauwkeurig geïnventariseerd door Sovon.Van de in nestkasten broedende soorten wordt bijgehouden wanneer ze eieren leggen en hoeveel jongen ze grootbrengen. Specialisten van het Vogeltrekstation houden – met behulp van ringonderzoek – bij welke vogels op de verlichte plekken aanwezig blijven en wat de conditie is van de vogels. De activiteit van muizen en vleermuizen wordt gemeten en ook wordt bijgehouden hoe grotere zoogdieren reageren op licht. Experts van de Vlinderstichting kijken naar de effecten op nachtvlinders met behulp van gegevens die vrijwilligers van Het Drentse Landschap verzamelen met speciale nachtvlindervalletjes.
Foto: Geert de Vries
onze natuur. De meeste dingen die we weten zijn effecten die meteen optreden. Dieren worden aangetrokken door licht en worden daar opgegeten of komen juist naar het licht om andere dieren op te eten, zoals in bovenstaande voorbeelden. Maar wat gebeurt er op lange termijn? Nemen de aantallen soorten insecten, zoogdieren, vogels af of juist toe in de buurt van licht?
29
Foto: Karla Leeftink
Nog veel te ontdekken
De effecten van kunstlicht worden langzaam zichtbaar. De verwachting is dat met de tijd er meer effecten beter in kaart kunnen worden gebracht. Toch zijn er al bijzondere dingen naar voren gekomen. Zo neemt de activiteit van Bosmuizen zeer sterk af door de aanwezigheid van licht. Interessant is dat die afname relatief kleiner is in het rode licht. Mogelijk komt dat omdat muizen, net als de meeste nachtdieren, rood licht niet zo goed kunnen zien. Ook heeft licht een effect op de aanwezigheid van vogels. We meten subtiele veranderingen – maar wel bij veel soorten – in de aantallen waargenomen vogels tussen de opeenvolgende jaren. Ook stelt wit en groen licht Dwergvleermuizen in staat om de hele
nacht door te blijven jagen. Ze zijn niet langer aangewezen op de natuurlijke insectenpiek vroeg in de nacht, maar kunnen de hele nacht gebruik maken van de rond de lampen verzamelde insecten. Bij rood licht treedt dat effect niet op! De verwachting is dat er steeds meer effecten zichtbaar worden, effecten waar we graag meer over willen weten. Verlichting is bijna altijd lang aanwezig. Het onderzoek loopt daarom nog door tot eind 2017. Kennis over de effecten van licht is essentieel. Zo kan er verlichting worden vermeden als bekend is dat een bijzondere soort daar last van heeft. Ook kan er – als het voorkomen van een bijzondere soort in een gebied bekend is – speciale verlichting worden toegepast als we weten dat die soort
daar minder of geen last van heeft. Niet alleen natuurbeheerders, maar ook gemeenten en provincies kunnen daar hun voordeel mee doen.
*Dr. Ir. K. Spoelstra werkt op het Nederlands Instituut voor Ecologie.
NB Meer informatie over het lichtonderzoek is te vinden op www.lichtopnatuur.org.
Aankopen
31
Waarvan akte Melle Buruma* Het Drentse Landschap heeft in 2014 circa 44 ha grond kunnen verwerven. Het was ook het vierde achtereenvolgende jaar dat het subsidiebeleid van de overheid stil ligt voor grondaankopen ten behoeve van het natuurbeleid. Dit betekent dat waardevolle en belangrijke aankopen om tot de essentiële afronding en inrichting van natuurgebieden te komen, niet met steun van de overheid kunnen worden uitgevoerd. Momenteel wordt in het provinciehuis samen met alle betrokken partijen druk gewerkt aan het in de steigers zetten van een nieuw uitvoeringsbeleid voor natuur en platteland. De Provincie draagt hiervoor nu verantwoordelijkheid. De aankopen van 2014 heeft Het Drentse Landschap noodgedwongen zelf moeten (voor) financieren om zo te voorkomen dat belangrijke kansen verloren gingen. Dankzij veel creativiteit en financiële bijdragen van particulieren is dit gelukkig gelukt. Op deze wijze konden percelen bos en cultuurgrond worden gekocht die vaak een sleutelrol vervullen voor de toekomst van natuurgebieden en essentieel zijn voor het behalen van de doelen van het overheidsbeleid. In het Hunzedal werd het laatste perceel verworven in het gebied Bonnerklap, waardoor het totale gebied het afgelopen jaar kon worden ingericht als natuurgebied. Nabij het Zuidlaardermeer werd een perceel verworven waardoor de inrichting van het laatste deel van de randzone van het Drentse deel van het Zuidlaardermeer binnen handbereik komt. In samenspraak met de Gemeente Aa en Hunze werd een perceel cultuurgrond verworven dat de overgangszone gaat vormen tussen het dorp Gasselternijveen en het zojuist gereedgekomen natuurgebied Oude Weer. Dit perceel is zodanig ingericht dat het als ijsbaan voor het dorp gebruikt kan worden. Een mooie samenwerking voor mens en natuur aan de rand van het dorp. In het Reestdal werd een oude vervallen boerderij gekocht. De grond die bij deze boerderij hoort vormde een laatste enclave tussen de bezittingen van Het Drentse Landschap. Nu deze grond gekocht is kan het Waterschap Reest en Wieden definitief de peilen in dit deel van de Reest omhoog brengen.
*Ing. M.H. Buruma is rentmeester van Het Drentse Landschap.
Aankopen 2014 Scharreveld • 0,04.92 ha schenking bos Bongeveen • 9,83.73 ha cultuurgrond • 0,56.00 ha overbedeling landinrichting Peize Hondstong • 0,89.10 ha cultuurgrond • 1,30.40 ha cultuurgrond Reestdal • 0,21.30 ha cultuurgrond overbedeling kavelruil • 1,99.15 ha cultuurgrond, erf en boerderij De Kleibosch • 4,04.95 ha schenking waterplas/natuurgebied Eelde Drouwenerzand • 0,81.00 ha bos en cultuurgrond • 4,47.24 ha bos • 4,83.93 ha cultuurgrond in erfpacht Landgoed Vossenberg • 1,13.50 ha cultuurgrond Landgoed Rheebruggen • 0,65.45 ha bos Orvelterzand • 1,16.00 ha bos Esbosjes Zuidwolde • 0,27.10 ha cultuurgrond Boerenveensche Plassen/Oude Diep • 2,99.70 ha cultuurgrond • 1,60.32 ha cultuurgrond Hunzedal • 4,10.53 ha cultuurgrond • 2,17.05 ha cultuurgrond • 2,40.00 ha cultuurgrond • Verkoop 1,57.55 ha cultuurgrond
Berichten
Kortweg 1-Kleibosch
3-Reestdal
2-Scharreveld
De relatief milde winter heeft ertoe bijgedragen dat IJsvogels de winter zonder problemen konden overleven. Jagende IJsvogels werden de afgelopen maanden meermalen waargenomen, onder andere in De Kleibosch, op veel plekken langs de Hunze en in het natuurgebied Mandelanden (5) bij Borger. Dit laatste gebied maakte zijn functie als waterberging goed waar afgelopen winter. Er stond regelmatig veel water in het gebied. Dit trok allerlei watervogels zoals ganzen en eenden. Er is zelfs al een Zeearend gesignaleerd die hier af en toe op deze vogels komt jagen.
Waar mogelijk probeert de stichting de waterhuishouding in haar natuurgebieden te verbeteren.Vaak liggen er nog ontwateringssloten in of nabij de terreinen die voor verdroging zorgen. Zowel in het Scharreveld bij Westerbork als op het Landgoed Rheebruggen (6), zijn in de afgelopen winter herstelmaatregelen uitgevoerd. In het noordoostelijk deel van het Scharreveld is een waterschapsleiding over een lengte van 150 meter gedempt waardoor aangrenzende heidevelden langzamerhand kunnen vernatten. Op de overgang van het Landgoed Rheebruggen naar de Ansermaden is eveneens een waterschapsleiding gedempt en een ander deel ondieper gemaakt. Dit zorgt voor verhoging van de grondwaterstanden in hooilanden die vroeger nat, schraal en soortenrijk waren.
Op 17 december 2014 werd vlakbij Meppel het project Stadsrandzone Reestdal afgesloten. In dit project zijn in de benedenloop van het Reestdal enkele nieuwe gebieden als natuur en waterberging ingericht.Verder is er een wandelpad aangelegd zodat wandelaars ook op deze plek het Reestdal kunnen beleven. Aan de Reggersweg is een uitkijktoren geplaatst die een mooi overzicht biedt over het beekdallandschap. Zeker in natte perioden kan het spectaculaire beelden opleveren. Het Drentse Landschap heeft hier het nieuwe gebied Reeststouwe kunnen verwerven. Dit is een klein waterbergingsgebied dat zich als nat grasland en rietmoeras zal ontwikkelen. Ten noorden hiervan is met het oog op betere bereikbaarheid over de Reest een nieuwe wandelbrug aangelegd.
1
ASSEN
4
5 2
Foto: Joop van de Merbel
32
6 EMMEN
HOOGEVEEN MEPPEL 3 3
4-Groote Zand Bij de ruilverkaveling Hooghalen is de stichting een aantal jaren geleden eigenaar geworden van enkele landbouwpercelen langs de Paradijsweg aan de noordzijde van het Groote Zand. In overleg met de Dienst Landelijk Gebied is hiervoor een inrichtingsplan gemaakt. Twee percelen die grenzen aan een vochtig heideterreintje zijn afgeplagd. Op ĂŠĂŠn perceel is een venige laagte opnieuw uitgegraven. Tevens zijn deze percelen ingerasterd en maken ze nu deel uit van het begraasde heideterrein van het Groote Zand. Een perceel langs de spoorbaan is opgehoogd met de vrijgekomen grond en met loofbomen beplant. Op de resterende percelen zal op biologische wijze graan verbouwd worden. Tevens is een aantal sloten op de grens van het natuurgebied gedempt of ondieper gemaakt. Door het toevoegen van de nieuwe percelen ontstaat een robuuster, natter gebied met een grotere variatie aan landschappen.
Berichten
33
Foto: Bertil Zoer
Diversen
5-Hunzedal Beveractiviteiten Het gaat goed met de Bevers in het Hunzedal. Afgelopen winter waren op verschillende plekken de sporen van hun activiteiten zichtbaar.Vanaf de herfst knagen Bevers bomen om. Dit doen ze omdat ze dan overgaan op een ander dieet. Waterplanten zoals Gele plomp zijn dan niet meer beschikbaar, maar de smakelijke bast van bijvoorbeeld Es en Wilg wel. Verder hebben ze bouwmateriaal nodig voor maken van oeverholen en burchten. Bijzondere vondst Bonnerklap Tijdens herinrichtingswerkzaamheden in het natuurgebied Bonnerklap, is eind 2014 een bijzondere vondst gedaan. Bij het uitgraven van de oude beekloop werden de botten van een mens aangetroffen. Het skelet lag in de bedding van de oude Hunze, ongeveer 1,5 á 2 meter beneden het huidige maaiveld. Uit onderzoek is gebleken dat het gaat om een skelet dat ca. 3000 jaar oud is. Het is een volwassen man die nog relatief compleet is met zelfs enkele kaakdelen.
Schenkingen, legaten en giften Het Drentse Landschap mocht zich ook de afgelopen tijd weer verheugen in het ontvangen van vele giften. Van de bedrijven Enexis BV, vestiging Drenthe, Van Lu’x B.V. te Glimmen en Rentmeesters Noorderstaete te Assen werd respectievelijk € 500,-€ 500,-- en € 250,-- ontvangen. Hartelijk dank hiervoor. Beeldenatelier Wildschutserve te De Wijk verkocht in 2014 een 7-tal kunstwerken van de Patrijs. Per verkocht beeld ontvangt onze stichting € 35,--. Ter ere van het 80-jarig jubileum verhoogde kunstenaar Bert Denneman het bedrag met € 80,--. Totaal ontving de stichting hierdoor € 340,--. Een ontzettend mooi gebaar. De familie Karssenberg uit Heelsum maakte een gift van € 340,-- uit een erfenis over. Bij de gift werd vermeld dat de familie vindt dat Het Drentse Landschap inspirerende ideeën heeft en die voor zover mogelijk ook uitvoert. De heer Arnolds uit Beilen en de heer Dijkema uit Assen doneerden ieder € 250,-- . Mevrouw Smit uit Den Bosch maakte een gift van € 100,-- over.Van de familie Ouwersloot uit Emmen ontving de stichting € 80,--. Net als in 2013 maakte de heer Snijder het bedrag van zijn kerstpakket van € 70,-over. Het Drentse Landschap bedankt alle gevers heel hartelijk voor hun bijdragen.
Daarnaast natuurlijk ook onze hartelijke dank aan de ruim 16.000 donateurs, periodieke schenkers en onbekende gevers die een bijdrage overmaakten. Geef natuur gratis cadeau Beschermers van Het Drentse Landschap hebben in groten getale cadeaulidmaatschappen aangevraagd. Meer dan duizend kaarten zijn inmiddels binnengekomen. De stichting is blij verrast door deze enorme belangstelling. De actie loopt nog gedurende heel 2015. Kent u in uw omgeving nog iemand met een hart voor de natuur dan kunt haar/hem verrassen met een mooi groen cadeau. Ze maken dan gratis een jaar lang kennis met Het Drentse Landschap. Het enige dat u moet doen is de ingevulde kaart terugsturen. Het Drentse Landschap bedankt alvast alle beschermers die dat inmiddels hebben gedaan, ontzettend voor hun hulp. Zo kunnen we samen meer doen voor de Drentse natuur, het landschap en het erfgoed. Kerk en pastorie Bovensmilde De rijksmonumentale waterstaatskerk, gelegen aan de hoofdweg in Bovensmilde, is enkele jaren geleden door Het Drentse Landschap casco gerestaureerd. Sindsdien wordt hard gewerkt aan het vinden van een passende bestemming voor het gebouw, zodat het behoud kan worden gewaarborgd. De PKN Bovensmilde wil graag de kerk weer voor diensten gaan gebruiken. Naast het ker-
kelijk gebruik zal de kerkzaal ook worden gebruikt voor allerlei andere activiteiten op het vlak van kunst en cultuur. Een prachtig scenario, waar alle partijen de handen voor ineen hebben geslagen. Inmiddels is er een plan opgesteld voor herbouw van de aanbouw van de kerk. Op die manier ontstaat er een geheel van kerk en aanbouw, die aansluit bij de wensen en eisen van de huidige tijd en het toekomstige gebruik. Ook de nabij gelegen pastorie wordt, uiteraard met respect voor de cultuurhistorische waarden, gerenoveerd. Beatrix in Beelden De expositie Beatrix in Beelden heeft het afgelopen jaar ruim 30.000 bezoekers naar havezate De Havixhorst getrokken. Het is een prachtig voorbeeld van hoe een kleine groep betrokken vrijwilligers van Stichting Beeldenpark De Havixhorst Drenthe toch een beetje op de kaart heeft gezet. In culturele zin, maar ook in toeristischrecreatieve zin. Een van de hoogtepunten was het bezoek van prinses Beatrix aan de tentoonstelling.
34
Berichten
Oermuseum West-Drenthe zoekt bestuursleden
In/uit de politiek
Het bestuur van het Oermuseum West-Drenthe in Diever is op zoek naar vrijwilligers en nieuwe bestuursleden. Het museum is gevestigd in het Schultehuus in Diever dat in eigendom is van Het Drentse Landschap. Het gebouw werd in 1604, in opdracht van Berend Ketel, gebouwd. Het is de enige nog min of meer in oorspronkelijke staat verkerende schultebehuizing van Drenthe.
Dode vogels Als mogelijke oorzaak van de desastreuze afname van bijen, wordt steeds vaker gewezen op het grootschalig gebruik van neonicotenoïden, zoals imidacloprid in de landbouw. Dit wordt zelfs preventief rond zaden aangebracht ter voorkoming van plagen. Een vijftal Nederlandse biologen schrijft in het blad ‘Nature’ dat ook insectenetende vogels door het gif in aantal sterk zijn afgenomen. Het gif komt in het oppervlaktewater en daarmee in de voedselketen terecht. Insecten verdwijnen en daarmee ook de vogels. Het Ministerie van Economische Zaken en de Europese Unie (EU) doen echter nog steeds niets om passende maatregelen te treffen.
In het Oermuseum worden diverse tentoonstellingen rond thema’s uit de oertijd gehouden. Daarnaast zijn er ook veel activiteiten, o.a. voor kinderen. Zo zijn de jaarlijkse Mammoetdagen ondertussen een traditie in Diever. Maar er worden ook lezingen, filmavonden en andere culturele activiteiten ontwikkeld door een groep enthousiaste vrijwilligers. Het is een klein maar mooi museum dat dringend behoefte heeft aan vrijwilligers, vooral bestuursleden. Heeft u interesse of kent u iemand die beschikbaar zou kunnen zijn als bestuurslid stuur dan een mail naar mail@oermuseum.nl of bel met 0521-594811. Kijk voor meer informatie over het museum op: www.oermuseum.nl.
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Na 3 jaar onderhandelen is vergroening van de landbouw op wel heel fletse wijze geland in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de EU. Europese boeren moeten vanaf nu een tegenprestatie leveren voor de 55 miljard euro die ze aan directe inkomenssteun ontvangen. De manier waarop dat vorm wordt gegeven en vraagt van de Nederlandse boer vrijwel geen inspanning. Permanent grasland moet blijven en monocultures zijn niet toegestaan. In weidegebieden waar veelvuldig teeltwisseling plaatsvindt is dat dus zonder tegenprestatie geregeld. In akkerbouwgebieden wordt ingezet op het realiseren van 5% ecologische aandachtsgebieden. Waar men akkerranden braak kan laten liggen of een hele reeks andere dingen kan doen die feitelijk weinig met natuurvriendelijk beheer te maken hebben. Het nut hiervan valt zeer te betwijfelen omdat is aangetoond dat akkervogels vooral baat hebben bij wat grotere oppervlakten extensief gebruikte akkers. Helemaal verbijsterend is het feit dat het beheer van landschapselementen om administratieve redenen, niet als vergroeningsmaatregel worden aangemerkt. Maar liefst 33.500 ha had in de vorm van agrarisch natuurbeheer een substantiële bijdrage aan behoud van biodiversiteit kunnen leveren. (Bron: De levende Natuur, juli 2014.)
Foto: Hans Dekker
Draagvlakonderzoek windturbines In de Gemeenten Borger-Odoorn, Aa en Hunze en Stadskanaal is onderzoek gedaan naar draagvlak voor het plaatsen van windmolenparken. Het blijkt dat maar liefst 77% van de inwoners de windmolenparken afwijst en dat slechts 10% voor is. Belangrijkste redenen om dergelijke parken af te wijzen zijn zorg om waardedaling van woningen, conflicten tussen voor- en tegenstanders, het lage rendement van windmolens, gezondheidsrisico’s, geluidshinder, horizonvervuiling en het aanjagen van de toch al ingezette krimp. Het onderzoek is aangeboden aan alle betrokken instanties.
Voor het voetlicht
Zorg om monumenten
vindt Het Drentse Landschap het dan ook verstandig om zeer terughoudend met het gebruik van GMO’s om te gaan. Zij steunt daarom de inzet om in Drenthe gentechvrije zone’s aan te wijzen. Gerelateerd aan het Natuurnetwerk, Natura2000 gebieden en gebieden met veel biologische landbouw.
De Nederlandse bevolking vindt behoud van monumenten van groot belang en heeft daar ook geld voor over. Dit blijkt uit onderzoek van het Nationaal Restauratiefonds. Men steunt de overheid in het monumentenbehoud. In die zin kan ook het Herbestemmingsfonds Monumenten van de Provincie Drenthe op steun van de samenleving rekenen. Opvallend is dat in Noord-Nederland de bereidheid om zelf financieel bij te dragen aan behoud het grootste is. Maar liefst 88% van de ondervraagden vindt dat monumenten bijdragen aan de kwaliteit van onze steden en dorpen. (Bron: Heemschut, december 2014.)
Eric van der Bilt Directeur Het Drentse Landschap
Bambi komt terug Na enig politiek gesteggel heeft Provinciale Staten van Drenthe besloten dat er, ruimte moet zijn voor de herintroductie van Edelhert en Damhert. Een prachtig bericht voor zowel de natuurbescherming als de recreatiesector. Wel moet er tevoren onderzocht worden wat de mogelijke negatieve effecten kunnen zijn en hoe men daarmee om wil gaan. Jammer is dat voor het Wild zwijn het nulstandbeheer wordt gehandhaafd. Eerst is er dus nog geen ruimte voor deze woelende rakkers. De ontwikkelingen in heel Europa doen vermoeden dat Oost-Nederland toch wel gekoloniseerd wordt. Bijzonder was dat in januari in Duitsland al beelden verschenen van een complete roedel Wolven vlakbij de Nederlandse grens. De natuur blijft verrassen.
Foto: Hans Dekker
Drenthe gentechvrij Het Drentse Landschap is gevraagd te helpen om Drenthe gentechvrij te maken. Het genetisch modificeren van organismen (GMO) is een moderne techniek waarmee door ingrepen in het DNA gewenste of ongewenste eigenschappen in een soort ingebouwd of verwijderd kunnen worden. In feite een snelle vorm van domesticatie van bijvoorbeeldlandbouwgewassen. Deze wetenschap kan positieve effecten op de voedselveiligheid of voedselvoorziening bewerkstelligen. Volledige afwijzing van deze moderne techniek gaat de stichting dan ook te ver. Denk bijvoorbeeld aan het ontwikkelen van ziekteresistente gewassen, zoals de aardappel voor phytoftera. Anderzijds blijken er wel zeer verontrustende ontwikkeling door GMO mogelijk gemaakt te worden. Bijvoorbeeld het ontwikkelen van gewassen die extreem hoge doses gewasbeschermingsmiddelen verdragen. Onze conclusie is dat voor het toepassen van genetisch gemodificeerde gewassen altijd het voorzorgbeginsel geldt. Er moet dus eerst onomstotelijk vaststaan dat er geen negatieve invloed op het milieu, de volksgezondheid, bodemprocessen en op de wilde flora en fauna wordt uitgeoefend. Vooral de kruising tussen wel en niet transgene gewassen dient met de grootst mogelijke waarborgstelling voorkomen te worden. Gezien de risico’s
35
Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:
• NATIONALE POSTCODE LOTERIJ Amsterdam (0900) 300 15 00 Ma. t/m vr. 09.00 - 21.00 uur Loterij voor mens en natuur • VSBfonds Groningen - www.vsbfonds.nl Zet zich in voor de kwaliteit van de Nederlandse samenleving • PBCF Amsterdam - www.prinsbernhardcultuurfonds.nl Voor cultuur en natuurbehoud in Nederland • JMFonds Groningen - www.jmfonds.nl Levert bijdragen aan maatschappelijke ontwikkelingen • Bouwbedrijf H. POORTMAN Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw • GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau • ATTERO Wijster (088) 550 10 00 Energiek met milieu – Terugwinning grondstoffen en productie duurzame energie uit afvalstromen. • NAM B.V. Assen (0592) 36 91 11 Opsporing en winning van aardolie en aardgas in Nederland • Havesathe ‘DE HAVIXHORST’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant • NV Waterleidingmaatschappij ‘DRENTHE’ Assen (0592) 85 45 00 Als je de kraan opendraait... • Buro HOLLEMA B.V. Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT • ARCADIS Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie) • N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 368 86 88 Wees wijs met water • KONINKLIJKE VAN GORCUM BV Assen (0592) 37 95 55 Uitgeverij/grafisch bedrijf • BORK SLOOPWERKEN B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 Sloopwerken, asbestsanering en puinrecycling • HARWIG Installatiegroep Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Groningen (050) 597 39 59 Uw installatie in goede handen! • DE ROO DRENTE BV Bedum (050) 301 25 00 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen • BARSINGERHORN CONSULTANCY Delfzijl (0596) 61 22 66 Training en coachen van personeel en organisatieadvies • ARCHITECTEN MEPPEL Meppel (0522) 25 57 96 • CONCORDIA BOUWMATERIALENHANDEL Meppel (0522) 25 36 31 Hout- en bouwmaterialenhandel
• OOSTERHUIS BV Nijeveen (0522) 49 16 86 Loonbedrijf - Aannemersbedrijf g.w.w. - Landschapswerk • ASTRON/LOFAR Dwingeloo www.astron.nl www.lofar.nl • WARENHUIS VANDERVEEN (ASSEN) Assen (0592) 31 16 11 Shop-in-shop totaalwarenhuis ELTON BV • Roden (050) 502 11 99 Producenten van ELLEN tochtprofielen • VNO NCW NOORD Groningen (050) 534 38 44 Belangenbehartiger van het Noorden • ENSING SCHILDERS Assen (0592) 348 080 Onderhoud- en protectiesystemen • VANDERSALM Bouwkundig ontwerp- en adviesburo Dwingeloo (0521) 593 638 Nieuwbouw, verbouw, renovatie, projectontwikkeling en restauratie • DE FRIESLAND ZORGVERZEKERAAR Leeuwarden (058) 291 31 31 • BUREAU B+O ARCHITECTEN BV Meppel (0522) 246 625 DAS IDEE • Meppel (0522) 26 20 95 Verbinden vanuit de essentie: www.oranja.nl Installatiebedrijf DICK SJABBENS • Diever (0521) 59 19 94 Specialist in duurzame energietechnieken • Schildersbedrijf WESTERBEEK Zuidwolde, www.westerbeek-schilders.nl De beste vriend van uw huis BOUWBEDRIJF BRUINS SLOT V.O.F. • www.bouwbedrijfbruinsslot.nl Restauratie - onderhoud - verbouw - nieuwbouw • HOFSTRA HULSHOF BOUW BV Nieuw-Buinen (0599) 21 29 77 • COMPUSYSTEMS Hoogezand (0598) 34 38 60 • OP- EN OVERSLAG MEPPEL B.V. Meppel (0522) 24 36 12 Grond, weg- en waterbouw • ROELOFS BV Den Ham (0546) 671 741 www.roelofszandwinning.nl • COOPERATIE TVM Hoogeveen www.tvm.nl De mobiliteitsverzekeraar: voor transport over weg, water en automotive • CARAAD BELASTINGADVISEURS Groningen www.caraad.com
Stichting Het Drentse Landschap zet zich in voor het behoud van de Drentse natuur en maakt zich sterk voor het in stand houden van ons culturele erfgoed. Dit doet ze door het aankopen en beheren van natuurterreinen en cultuurhistorisch waardevolle objecten. Stichting Het Drentse Landschap behartigt ook de belangen van:
• Stichting Drentse Boerderijen • Stichting Oude Drentse Kerken • Stichting drs. A.V.J. den Hartogh Fonds
Volg ons via