Kwartaalblad nr.46

Page 1

Kwartaalblad juni 2005 no. 46

Het Hijkerveld

46


Kwartaalblad van de Stichting Het Drentse Landschap Uitgave Stichting ‘Het Drentse Landschap’ Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89 e-mail: mail@drentslandschap.nl Web-site: www.drentslandschap.nl Bankrek. nr. 43.97.50.962 Redactie E.W.G. van der Bilt, J.D.D. Hofman, S.S. van der Meer, m.m.v. J.G. Schenkenberg van Mierop en B. Zoer Vormgeving Albert Rademaker BNO, Annen Grafische productie Koninklijke van Gorcum BV, Assen

3

Kom er even voor zitten

4

Libellen op het Hijkerveld

Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Het Drentse Landschap is een uitgave van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Het geeft informatie over de terrein­ bezittingen en activiteiten van de Stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de begunstigers van het Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage € 17,50 per jaar. Begunstiger voor het leven € 400,– . Als u ‘Het Drentse Landschap’ extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze: Periodieke gift  In plaats van of naast uw begunstigersbijdrage. Dit is een voor de inkomstenbelasting volledig aftrekbare periodieke bijdrage, die u voor minimaal 5 jaar met een eenvoudige notariële akte toezegt. Voor bijdragen van € 50,– en hoger per jaar regelt en betaalt de Stichting de akte. Het kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de hoogte te houden van ‘Het Drentse Landschap’. Andere giften  Indien het totaal van uw giften in enig jaar zowel 1% van uw drempelinkomen als ook € 60,– te boven gaat, is het meerdere aftrekbaar voor de inkomstenbelasting tot ten hoogste 10% van het drempelinkomen. ‘Het Drentse Landschap’ is voor schenkingen binnen twee jaar tot in totaal € 4303,– (voor 2005) vrijgesteld van schenkingsrecht. Voor grotere bedragen geldt voor de Stichting het speciale lage tarief van 8% over het gehele bedrag. Legaten of erfstellingen  Tot een bedrag van € 8602,– (voor 2005) is ‘Het Drentse Land­schap’ geen successierechten verschuldigd. Voor grotere bedragen geldt voor de Stichting het speciale lage tarief van 8% over het gehele bedrag.

— fauna

9

Omslag Het Hijkerveld (Geert de Vries) ISSN 1380-3263

— bestuursberichten

Het dal

— gedicht

10

— interview — fauna

— archeologie

Hein Klompmaker

Klein fruit op het boerenerf

— erfgoed

18

Bertil Zoer

Hunebedcentrum

16

Sonja van der Meer

Steenmarters

15

Rutger Kopland

Een vast vrijwilligerskoppel

12

Geert de Vries

Janny Oudega

Ratelaars

— flora

Joan D.D. Hofman

20

WMD

21

Het Nuilerveld

— wandelroute

Bertus Boivin/Eric van der Bilt

25

Vlees van het landschap

26

Natuur in Wit-Rusland

— reisverslag

32

Eric van der Bilt

Synagoge in Zuidlaren

— Stichting Oude Drentse Kerken

Cor Rodenburg

35

Aankopen

36

Vlinders in ‘t Ende

37

NPL

38

Kortweg

42

Agenda

— berichten


Bestuursberichten

Kom er even voor zitten . . . Op het moment dat u dit leest, is het al geopend: het nieuwe Hunebed Centrum in Borger. Ontworpen door het bekende Architectenbureau Van Eyck in Amsterdam. Helaas stierf Aldo van Eyck vlak nadat hij het concept voor het centrum in grote lijnen geformuleerd had. Hij had zich daarbij laten inspireren door de vorm van de daken van oude Drentse boerderijen. Gelukkig nam zijn vrouw, Hannie van Eyck, met wie hij tientallen jaren had samengewerkt, zijn taak over, daarbij terzijde gestaan door haar naaste medewerker, de architect Abel Blom. Het oude bescheiden Nationaal Hunebed Informatiecentrum dat Borger al bezat, zal in de loop van dit jaar in gebruik genomen worden voor kantoren voor museummedewerkers, depots, leslokalen en kleine archeologische exposities. Van de 53 nog bestaande Nederlandse hunebedden liggen er 52 in Drenthe. Geen wonder dat het hunebed hét symbool van onze provincie is geworden. Het is daarom dan ook van groot belang dat er nu een volwaardig museum tot stand gekomen is dat zich ten doel stelt door middel van boeiende, speelse en realistische presentaties bezoekers te confronteren met het mysterie van de hunebedden en hun bouwers. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’, die de helft van de hunebedden in beheer heeft, is begrijpelijkerwijs zeer ingenomen met de komst van dit centrum. Eindelijk is er nu een locatie te vinden waar uitgebreide, actuele en degelijke informatie verschaft wordt over de meest tot de verbeelding sprekende archeologische monumenten van Nederland. En dat ook nog eens naast het grootste hunebed van Drenthe, dat bovendien in beheer is bij ‘Het Drentse Landschap’. Het is de bedoeling om ervoor te zorgen dat al ‘onze’ hunebedden een entourage krijgen die landschappelijk goed aansluit bij deze bijzondere graven uit de Steentijd.

foto: Joop van de Merbel

Aleid Rensen Voorzitter Stichting ‘Het Drentse Landschap’

3


4

Fauna

Libellen op het Hijkerveld Geert de Vries*

Het uitgestrekte Hijkerveld met zijn vele voedselarme vennen behoort tot de best bewaar-

1

de heidevelden van Dren­the. Hier leven vele diersoorten die een voorkeur hebben voor voedselarme milieus, zoals de Tapuit, Boom­leeuwerik, Geoorde fuut en Dodaars. Ronduit spectaculair zijn de honderden Adders en duizen­den Heikik­kers. Ook voor diverse soorten vlinders van de hei, zoals de Kommavlinder en het Groentje, is het terrein een belang­rijk toe­ vluchtsoord. Veel libellen vinden het Hij­kerveld een waar eldorado. Van de vijftig soorten libellen die in Dren­the zijn waargeno­men, zijn er maar liefst 32 soorten in dit gebied gezien.

Onder: Grote keizerlibel, (ongelijkvleugelig)

2

3

1

Tengere pantserjuffer

2

Venglazenmaker

Levensomstandigheden

3

Venwitsnuitlibel

Op het Hijkerveld leven vooral libellen die een voorkeur heb­ ben voor vennen. Elke libel stelt weer zijn eigen eisen aan een ven. Zo zijn de eieren van de ver­schillende soorten heidelibel­ len goed bestand tegen droog­te. Als een ven droog komt te staan, vliegen vele waterroofke­vers weg en gaan visjes, zoals de Tiendoor­nige stekelbaars, dood.Wan­neer zo’n ven zich weer

4

Smaragdlibel

5

Koraaljuffer

6

Maanwaterjuffer

Foto’s: Geert de Vries

Boven: Vuurjuffer, (gelijkvleugelig)

Libellen zijn in twee hoofd­groepen te verdelen. De ene groep behoort tot de zogeheten ‘gelijkvleugeligen’, ook wel juffers genoemd. Alle soorten uit deze groep hebben 4 gelijk­gevormde vleu­gels die op steel­tjes staan. In rusttoe­stand worden de vleugels tegen elkaar gehouden. De familie van de waterjuffers behoort tot deze groep. De andere groep behoort tot de ‘ongelijkvleugeligen’. Deze worden ook wel echte libel­ len genoemd. Bij deze groep zijn de voor­vleugels anders van vorm dan de achter­vleu­gels. In rust houden ze de vleugels gespreid. Libellen eten insecten die ze tijdens adembene­ mende stunt­vluchten weten te vangen. De meeste soorten en hoogste aantallen libellen zijn in de zomer­maanden te zien. Langs de waterkant kan men dan wel 10 ver­schillende soorten ontdekken. Een zoektocht naar libellen levert in de voorzo­ mer andere soorten op dan in de nazomer. In de voorzomer vliegen bijvoorbeeld de Vuurjuffer en de Smaragd­libel. De ver­schillende soorten heidelibellen en pantserjuffers zijn in de nazomer nog te bewonderen. Dik­wijls kan men aan de voedsel­ rijkdom van het water al een inschatting maken welke libel­ len daar vliegen. Zo vertoeven de Variabele waterjuffer en de grote Roodoogjuffer bij voedsel­r ijk water. De Koraaljuffer en Venglazenma­ker prefereren voed­selarm water met veenmos.


4

Fauna

5

6

5


6

Fauna

met water vult, hebben de dan uit het ei kruipende larven van heidelibel­len veel minder kans om opge­vreten te worden. De verschillende soorten pantser­juffers en gla­zenma­kers leggen hun eieren in dood plantenma­teriaal.Vennen met planten zoals Veenpluis en Pitrus zijn voor die soorten dan ook van levens­ belang. De Houtpantserjuf­fer kan haar eieren alleen maar kwijt op boom­takken die boven het water hangen. De uit hun ei krui­ pende jongen springen van een tak zo pardoes het water in. Er zijn ook soorten die een ven vol met veenmos verlangen, zoals de Ven­gla­zenma­ker.Voor alle soorten geldt dat er voldoende planten langs de oever moeten staan om te kunnen uitslui­ pen. Geluk­kig is de varia­tie in vennen op het Hijkerveld zo groot dat bijna alle ken­merken­de libel­lensoorten van voedsel­ arme vennen hier nog voorkomen, zoals de Maanwaterjuffer, Koraaljuffer,Tengere pantserjuffer, Bloedrode heidelibel, Smaragdlibel, Noord­se witsnuitlibel en de Venwits­nuit­libel. De Tengere pantserjuffer, Ko­raaljuffer en Maanwaterjuffer zijn soorten die elders in Nederland niet veel voor­komen. Op het Hijkerveld vliegen ze gelukkig nog in grote aantallen rond. Achtergebleven huidjes van uitgeslopen libellen

Uitsluipen

Eierleggende houtpantserjuffers

Een libel legt gemiddeld zo’n 500 eieren. Sommige soorten zoals de Viervleklibel leggen wel meer dan 2000 eieren.Van al die honderden larven halen slechts enkelingen het voort­plan­tings­stadium.Voor menig predator, zoals de Dodaars en de Geoorde fuut, zijn de relatief langzaam zwemmende larven een belangrijke eiwit­bron. Ook verdwijnen grote hoeveelheden jonge larven in de

Ven met pitrus, de aanwezigheid van planten langs de oever zijn van levensbelang voor uitsluipende libellen

De Dodaars is een belangrijke predator van libellenlarven


Fauna

Libellen van het Hijkerveld Waarnemingen 2000-2005

Waarnemers: Dick van Dorp, Minko van der Veen, Geert de Vries, Bertil Zoer

maag van de larven van grote libellensoor­ten, zoals de Paarden­bij­ter en Keizerli­bel. Daarnaast zijn larven ‘s och­ tends als ze uitsluipen een in­teressante voedselbron voor onder meer spitsmuizen, meeuwen en steltlo­pers. Een libel brengt zijn jeugd door in het water.Vanaf het moment dat hij uit zijn ei kruipt gaat hij na elke vervelling iets meer op zijn ouders lijken. Larven van juffers leven hooguit 1 jaar in het water. Larven van de echte libellen verblijven er soms wel 3 jaar. Na minstens 10 keer verveld te zijn, kruipt de larf ‘s ochtends vroeg uit het water en klimt in bijvoor­beeld een pol Pitrus of Pijpen­stro. Het larven­huidje scheurt open en de libel komt te voor­schijn. Dit heet uitslui­pen. Libellen kennen geen popsta­dium, zoals bij vlin­ders het geval is.Tijdens dat uit­sluipen zijn ze heel kwetsbaar. Na een paar uur kunnen ze vliegen en verla­ten ze de waterkant. Ze verleg­ gen hun jachtterrein naar bosran­den en andere beschutte plek­ ken. Deze jonge libellen zijn meestal onopvallend gekleurd. Afhankelijk van de soort zijn ze na twee tot vier weken ge­slachtsrijp. Dan pas keren ze terug naar de water­kant voor de voortplanting.Vooral de mannetjes zijn dan getooid met prachtige kleuren. Na de voort­planting gaan libellen dood. Dat is toch wat: zit je als larf 3 jaar lang onder water en als je dan einde­lijk in de zon mag vliegen, is het le­ven na enkele weken voorgoed voorbij... Paringswiel

Langs de waterkant is het liefdesleven van een libel goed te volgen. Libellen vliegen gepaard in een tandem of in een zogenaamd pa­r ings­ wie­l. Zodra een mannetje een paringsbereid vrouwtje heeft ontdekt, houdt hij dat vrouw­ tje met zijn achterlijfaanhangsels klemvast achter haar kop. De geslachtsorganen van libellen zitten aan het einde van hun achterlijf. Hoe vindingrijk een mannetje ook is, als hij met zijn achterlijf het vrouw­tje bij haar kop vast heeft, kan er niet worden gepaard. Daar hebben de libel­len iets slims op bedacht.Voorafgaand aan de paring haalt het mannetje een zaadpakketje uit zijn geslachtsorgaan en stopt dat in een reser­voir onder zijn ‘buik’. Het vrouwtje buigt tijdens de paring haar soepele achterlijf naar dit secondaire

Foto’s: Geert de Vries

Azuurwaterjuffer Bandheidelibel Blauwe glazenmaker Bloedrode heidelibel Bruine glazenmaker Bruinrode heidelibel Geelvlekheidelibel Gewone oeverlibel Gewone pantserjuffer Grote keizerlibel Grote roodoogjuffer Houtpantserjuffer Kleine roodoogjuffer Koraaljuffer Lantaarntje Maanwaterjuffer Noordse winterjuffer Noordse witsnuitlibel Paardenbijter Platbuik Smaragdlibel Steenrode heidelibel Tangpantserjuffer Tengere pantserjuffer Variabele waterjuffer Venglazenmaker Venwitsnuitlibel Viervlek Vuurjuffer Watersnuffel Zwarte heidelibel Zwervende pantserjuffer

7

Bandheidelibel een nieuwe soort

Uitsluipende waterjuffer (watersnuffel)

Elke libellarf brengt zijn jeugd in het water door


Fauna

8

Links: Paringwiel van watersnuffels Rechts: tandem van watersnuffels

geslachtsorgaan en neemt het sperma in ontvangst. Zo ontstaat een fraai pa­r ings­wiel, dat dik­wijls de vorm van een hart heeft. Bij een aantal soorten houdt het mannetje zijn vrouwtje ook tijdens de eiafzetting nog vast. Ze vliegen dan in een tandem. Het mannetje wil op die manier voorkomen dat het vrouwtje nog met een ander manne­tje paart. In tegen­stel­ling tot vlin­ ders, die maar één keer paren, pro­beert een vrouwtjeslibel vaak nog met andere mannetjes te paren. Elk mannetje wil natuur­ lijk dat zijn genen worden doorgegeven aan het na­geslacht.

Het verzuringskwartet: 1 Zwarte heidelibel 2 Viervlek 3 Watersnuffel

1

2

3

4

Daarom verwij­dert hij voor de paring eerst het eventuele sperma van zijn concur­renten. Bij het liefdesle­ven van een libel is ‘list en bedrog’ schering en inslag. Toekomst

Een ven is van nature voedselarm omdat het wordt gevoed door regenwater. Door de zure regen zijn ook op het Hijkerveld ver­schillende vennen te zuur geworden, waardoor de kenmerkende soorten verdwijnen. Er blijven dan slechts vier soorten over die goed tegen extreem zuur water kunnen. Dit zogenaamde verzu­r ingskwar­tet bestaat uit de Gewone pantserjuf­fer, de Viervleklibel, de Zwarte heidelibel en de Watersnuffel. Geniet vooral van deze vliegende juweeltjes, maar koppel daar geen natuurkwali­teit aan. Door het broei­ kaseffect gaan sommige kenmerkende noordelijke soorten achteruit, zoals de Ven­witsnuitli­bel. De nieuwe soorten uit het zuiden die we daar­voor terug krijgen zijn veelal mobiele soor­ ten uit algeme­ne mi­lieus, zoals de Band­heidelibel die in 2004 voor het eerst op het Hij­ker­veld is waargeno­men. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ kan de oorzaken van de verzuring en de opwarming van de aarde niet wegnemen. Door een actief beheer, wordt gestreefd de vennen in goede staat te houden, waardoor we tot in lengte van jaren van deze lucht­acroba­ten kunnen genieten. Een ven zonder libellen is toch zoiets als een voetbalstadion zonder voetballers.

Foto’s: Geert de Vries

4 Gewone pantserjuffer

* G.W. de Vries is werkzaam bij het IVN Consulentschap Drenthe en is bestuurslid van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.


Het dal

Het wordt nacht het wordt tijd de zon laat me langzaam alleen het wordt donker het wordt tijd voor de geluiden van de krekels van de uilen de rivier de honden zijn de honden blij zijn ze bang

Het gedicht Het dal komt uit de bundel Over het verlangen naar een sigaret,

dit is het dal dit is het waarom ik ben waar ik ben

foto: Joop van de Merbel

Uitgeverij G.A. van Oorschot, Amsterdam 2001

om het angstige verlangen naar de diepte van dit dal Rutger Kopland


10

Interview

Annet Zwaneveld (48) en Jan Dekker (89) zijn al jaren een vast vrijwilligerskoppel voor de activiteiten van Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Hun gezamenlijke passie voor vogels bracht hen samen. Ze ontmoetten elkaar 13 jaar geleden bij de vogelwerkgroep van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV). Zo’n 10 jaar geleden meldden beiden zich aan voor de vogelkijkhut Diependal. Annet, die geen vervoer had, vroeg aan Jan of ze mee mocht rijden. Hij haalt haar nog steeds op als ze gezamenlijk een vrijwilligersklus moeten klaren. Inmiddels zijn hun werkzaamheden voor de Stichting behoorlijk uitgegroeid. Ze helpen op het rentambt met inpakwerkzaamheden, zitten in het promotieteam en verrichten inventarisaties.

Annet Zwaneveld en Jan Dekker

Sonja van der Meer*

Ten noordoosten van het dorp Oranje ligt het vloeiveldencomplex van de voormalige aardappelmeelfabriek ‘Oranje’.Toen de fabriek in 1980 de deuren sloot werd het voortbestaan van de nabijgelegen vogelrijke vloeivel­ den onzeker. Gelukkig was Stichting ‘Het Drentse Landschap’ in 1984 in de gelegenheid om de 108 hectare van Diependal te verwerven. Er lag een nieuwe toekomst voor het complex als watervogelreservaat in het verschiet. “Ook toen waren hier al tientallen ver­ schillende vogelsoorten en vooral heel veel”, weet Jan Dekker zich nog te her­ inneren. “Het water was heel eiwit­r ijk waardoor er miljoe­nen kleine water­ diertjes leefden. Deze zijn erg geliefd bij water­vogels.Vooral steltlopers lusten ze graag en die zag je hier dan ook in grote aantallen”. De aardappelmeelfabriek gebruikte de vloeivelden om vervuild water biolo­ gisch te zuiveren. Het gebied had hier­ door te maken met sterk wisselende waterstanden. Juist de combinatie van voedselrijk water en wisselende water­ standen vormde een aantrekke­lijke biotoop voor stelt­lo­pers en watervo­ gels. Stichting ‘Het Drentse Landschap’

wilde dit systeem zoveel mogelijk intact laten en heeft daarom wind­ molens in het gebied geplaatst. Deze zorgen ervoor dat de watercircula­tie in het reservaat in stand wordt gehou­den. Toch zijn niet meer dezelfde soorten vogels als 20 jaar geleden op Diependal aan te treffen.Veel soorten steltlo­pers moesten het hebben van de voedselrijk­ dom van het gebied, maar door­dat het water schoner en helderder wordt, nemen deze af. Annet Zwaneveld: “Gelukkig nemen de viseters onder de vogels hun plaatsje weer in. Zo zijn Aalscholvers vaste gasten en zien we zelfs wel eens een Visarend voorbij vliegen. Dat is natuurlijk geweldig!” Imitators

Om iedereen van al het moois op Diependal te laten genieten, heeft Stichting ‘Het Drentse Landschap’ mid­ den in de vloeivelden een vogelkijkhut gebouwd. Een 162 meter lange tunnel leidt de bezoeker uiteindelijk naar een van de meest avontuurlijke vogelhutten van ons land. De uitkijkpost staat mid­ den in het reservaat en biedt een gewel­ dig uitzicht over het water. Jan Dekker en Annet Zwaneveld zijn er sowieso in

de zomermaanden vier zondagen te vin­ den om aan bezoekers uitleg te geven. “’s Morgens komen er vaak ‘vogelaars’ en die weten soms nog meer dan wij.Toch is het leuk om hier te zitten en ervarin­ gen uit te wisselen”, licht Annet toe. Het is duidelijk dat Annet en Jan een grote liefde voor vogels hebben. Natuurlijk vinden ze plantjes en die­ ren ook leuk, maar hun passie gaat uit naar vogels. Hoe is dat zo gekomen? “Meeldraden en stampers zeggen me niet zoveel”, zegt Jan stellig. “Een plant is statisch, terwijl een vogel beweegt en je verrast”. Annet geniet niet alleen van het zien van vogels, maar vooral ook van het geluid. Haar bewondering voor de vogelzang is eigenlijk niet zo vreemd. Zelf zingt ze bij de Katholieke Oratorium Vereniging en heeft een goed ontwikkeld muzikaal gevoel. Met haar getrainde oren kan ze zelfs horen dat een vogel in de winter een ander melodietje fluit dan in de zomer. “De zang van de Geelgors klinkt in het voor­ jaar als de 5e symfonie van Beethoven, terwijl hij in de winter een kort zagend geluid maakt”. Jan Dekker is blij met het goede gehoor van zijn partner. Hij laat zich namelijk nogal eens foppen door

foto: Harry Cock

een vast vrijwilligerskoppel


Interview

11

De vogelkijkhut Diependal is dagelijks geopend van zonsopgang tot zonsondergang. Van 1 april tot eind september is er op zondag meestal een vogelkenner aanwezig. De hut is te bereiken door vanaf het Oranjekanaal, vlakbij de Speelstad Oranje, de Zwarte weg in te slaan. Een en ander is met borden aangegeven.

bepaalde vogels. “Spreeuwen hebben me al ‘ns behoorlijk te pakken gehad”, vertelt hij lachend. “Het voorjaar begint voor mij met het geluid van de Wulp. Dan voel ik me happy. Op een ochtend meende ik de Wulp te horen. Goh, wat zijn ze vroeg dit jaar, dacht ik nog.Toen ik buiten kwam zag ik echter dat het een stel Spreeuwen was. Het voorjaar liet jammer genoeg toen nog even op zich wachten”. Voorlichting

Beide vogelaars voelen zich betrok­ ken bij de natuur en hebben zich altijd hiervoor ingezet. Tegenwoordig zijn ze daarom niet alleen vrijwilliger in de vogelkijkhut Diependal, maar zijn ze ook lid van het Promotieteam van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.

Belangrijkste drijfveer is dat ze mensen willen waarschuwen dat er veel verlo­ ren gaat als we niet aan natuurbeheer doen. Ter illustratie vertelt Jan Dekker dat hij als kind met zijn ouders over de hei fietste van Elp naar Amen. Er was toen, rond 1926, nog een karrenspoor met een fietspad van zand er naast. Halverwege het pad viel zijn moeder met de fiets om. “De gil van mijn moeder heeft niemand gehoord”, ver­ telt Jan. “Het heideveld was daarvoor veel te groot. Zo’n grote oppervlakte natuur kunnen we ons nu niet meer voorstellen. Dat is allemaal weg. Maar gelukkig is er in Drenthe ook nog heel veel moois te zien en ik wil de mensen graag vertellen dat onder andere ‘Het Drentse Landschap’ daar voor zorgt”. Annet Zwaneveld wil mensen ook

graag bijbrengen dat je in de natuur enorm kunt genieten. Door haar vele omzwervingen kan ze hier ook goed over vertellen. “Ik beleef op mijn wan­ deltochten zo ontzettend veel. Een Roerdomp die door een mannetjes Dodaars wordt nat gespetterd omdat hij te dicht bij het nest komt of een Visarend die bijna door een vrouwelij­ ke Bruine kiekendief van zijn vis wordt beroofd. Dat zijn prachtige momenten en dat wil ik graag delen met ande­ ren. Hopelijk beweegt het hen om ook op pad te gaan. Bijvoorbeeld naar Diependal”. * Drs. S. van der Meer is als Hoofd Communicatie werkzaam bij Stichting ‘Het Drentse Landschap’.


12

Fauna

foto: Ad van Roosendaal/FN

Snelle jongen

Steenmarters in Drenthe Bertil Zoer*

Steenmarters zijn sierlijke, beweeglijke dieren. Ze worden inclusief staart zo’n 70 cm lang en wegen 1,5 tot 2 kg. Ze zijn snel en lenig, kunnen goed klimmen en als het moet zwemmen. Doordat het nachtdieren zijn worden ze maar zelden gezien. Steenmarters zijn dan ook, behalve tijdens de paartijd en in de tijd van opgroeiende jongen, bijzonder zwijgzaam. Vaak vallen ze pas op als de jongen wat al te luidruchtig liggen te rollebollen onder de dakpannen of moedermarter er toevallig achter komt dat een kippenhok niet echt goed dicht zit. Ze zijn overal in Drenthe te vinden en dan vooral in de buurt van menselijke bebouwing.

Steenmarters wonen bij voorkeur dicht bij de natuur en dicht bij de mensen. Behalve in dorpen op het platteland lukt dat tegenwoordig ook heel erg goed in de steden en dan vooral in de moderne groenrijke nieuwbouwwij­ ken. In het veilige donker van de nacht sjouwen ze heel wat achtertuintjes door op zoek naar iets eetbaars. Hun scherpe gehoor en reuk voorkomen dat ze te veel in het zicht van de men­ sen raken. Bovendien lijkt een in de avondschemering over straat rennende Steenmarter wat betreft formaat en manier van lopen wel heel erg op een jonge huiskat. Woonwijken in het groen bieden mar­ ters een goed jachtgebied terwijl de bebouwing goede schuilplaatsen biedt om de jongen te werpen en behaaglijk te overwinteren. Daarnaast worden Steenmarters in woonwijken minder (illegaal) vervolgd dan in het buiten­ gebied. Wie eens een Steenmarter wil ontmoeten heeft dan ook meer kans van slagen tijdens een mooie zomer­ nacht in een moderne stadswijk dan in ‘echte natuurgebieden’. Oorspronkelijk, dat wil zeggen voordat de mens bij de marter in beeld kwam, woonden Steenmarters vooral in rots­ achtige berggebieden. Zijn voorliefde voor een stenige omgeving bezorgde hem zijn naam. Tussen de rotsen zijn altijd wel aantrekkelijke schuilplaatsen te vinden om een nest jongen groot te brengen. Een eigen hol graven, zoals zijn verre verwant de Bunzing, doet een Steenmarter liever niet. Naarmate er meer mensen kwamen werden er meer gebieden geschikt als leefgebied.


Fauna

Het hol tussen de rotsblokken kreeg een waardig alternatief in de vorm van boerderijen, stallen, opslagschuurtjes en hooimijten. Bovendien bood het kleinschalig agrarisch cultuurlandschap voedsel in overvloed. Steenmarters zijn alleseters. Ze houden van muizen, ratten, eieren en jonge konijnen, maar ook van regenwormen, insecten en kikkers. Bovendien is een Steenmarter een echte fruitliefhebber die ook graag een boomgaardje bezoekt op zoek naar appels, kersen en peren. In de nazomer bestaat zijn dieet zelfs vaak voor het merendeel uit vruchten. Steenmarters redden zich dan ook prima in een sterk door mensen beïnvloede omgeving. Binnen de perken

Als de dichtheid aan marters hoog is worden er minder jongen geboren. Ook slaat een wijfje dan vaak een jaartje over. Drachtige vrouwtjes kun­ nen bovendien bij verminderd voed­ selaanbod embryo’s resorberen in het lichaam, zodat er geen jongen worden geboren als er te weinig te eten is. Door deze natuurlijke geboortebeper­ king groeit de stand niet ongebreideld door. Het aantal Steenmarters wordt hierdoor vanzelf afgestemd op de draagkracht van een gebied. De paring vindt meestal ergens in de loop van de zomer plaats, wanneer het vrouwtje loops is. De dieren zijn vaak negen maanden drachtig maar de ontwikkeling van de embryo’s wordt daarbij wel enkele weken onderbro­ ken. De jongen worden omstreeks april geboren. Meestal zijn het er twee of drie per keer, maximaal zeven. Ze

worden verzorgd door de moeder tot ze na ongeveer drie maanden geacht worden zichzelf te redden en het ter­ ritorium uitgejaagd worden. De dieren hebben een vast territorium waarbij dat van een mannetje die van meerdere vrouwtjes kan overlappen. De omvang van een territorium hangt vooral af van de hoeveelheid beschikbaar voedsel. In de stad zijn de territoria doorgaans veel kleiner dan op het platteland. Binnen hun domein hebben de meeste dieren meerdere vaste slaapplaatsen tot hun beschikking, waar ze regelmatig terug­ komen. Een individueel dier blijft vaak zijn hele leven in dezelfde omgeving wonen. Steenmarters kunnen ruim 10 jaar oud worden. Eenmaal volwassen wordt dat ook vaak wel gehaald omdat het dier weinig natuurlijke vijanden kent. Wel worden ze nog al eens het slachtoffer van verkeer of menselijke vervolging. Jonge, onervaren dieren vallen wel eens ten prooi aan een kat, hond of vos. Overlast

Tot in de eerste helft van de vorige eeuw werd de Steenmarter vooral beschouwd als ongedierte. Dit in com­ binatie met het feit dat zijn bontvelletje een aardig zakcentje kon opleveren, leidde tot een grondige vervolging. Steenmarters waren dan ook bijna ver­ dwenen uit Nederland toen ze in 1948 voor het eerst wettelijke bescherming kregen. Het dier bleef nog jaren daarna een uiterst zeldzame verschijning tot er in de jaren ’80 sprake was van een vrij plotseling optredend herstel. In enkele jaren tijd doken de Steenmarters in

Steenmarter of Boommarter?

Naast de tegenwoordig weer talrijk voorkomende Steenmarter is ook de Boommarter aan te treffen in Drenthe. Deze soorten lijken erg veel op elkaar en worden bij waarnemingen dan ook nogal eens verward. Boommarters zijn echter aanmerkelijk zeldzamer dan Steenmarters. Boommarters komen vooral in oude bossen met holle bomen voor en vrijwel nooit in steden of op het boerenerf. Overigens is zeker

foto: Dietmar Nill/FN

krijgt stadse fratsen . . .

13

niet elke marter in een holle boom een Boommarter. Binnen Drenthe zijn Boommarters bekend uit het DrentsFriese wold en de grotere boswachterijen. Beide dieren hebben een lichte borst die bij de Steenmarter echter duidelijk wit is en bij de Boommarter meer geel. Ook is de ondervacht van een Boommarter geler waardoor een Boommarter een meer warm-bruine tint heeft terwijl de Steenmarter meer grijsbruin lijkt. Verder heeft een Boommarter een duidelijk donkere snuit terwijl die van de Steenmarter veel lichter is. Vooral Boommartervrouwtjes met jongen hebben nogal eens de neiging om ook overdag op jacht te gaan. Dit verklaart mogelijk waarom de dieren meer behoefte hebben om uit de buurt van de mensen te blijven dan de volledig nachtactieve Steenmarters.


Fauna

foto: Dietmar Nill/FN

14

het oosten van Nederland overal weer op. Er zijn sterke aanwijzingen dat het gaat om een herkolonisatie door, beter aan ons moderne landschap aangepaste, dieren vanuit Duitsland. Oostelijk Nederland, inclusief Drenthe, is onder­ tussen al weer helemaal heroverd. Recent lijken de dieren volop bezig te zijn met de kolonisatie van westelijk Nederland. In Drenthe doet het dier het tegenwoordig ronduit goed. De dieren worden regelmatig gezien in alle delen en plaatsen van de provincie. Helaas is de sympathie van de Steenmarter voor de mens niet altijd wederzijds. Nu maakt hij natuurlijk ook wel eens wat al te gretig gebruik van de menselijke gastvrijheid. Een los­ lopend kippetje is natuurlijk altijd een verleidelijk hapje. Ook het aanleggen

van een voedselvoorraadje konijnenka­ davers op het systeemplafond van het plaatselijke bejaardenhuis levert niet bepaald een fris tafereel. Bovendien gebruikt het mannelijke dier om de vrouwtjes tijdens het paarseizoen te behagen een nogal penetrerend parfum van eigen makelij. Geen onverdeeld genoegen als zo’n dier jouw zolder als vaste uitvalsbasis heeft gekozen. De dieren zorgen dus af en toe voor ern­ stige hinder. Beschermde status

Vanwege de beschermde status is het niet toegestaan een Steenmarter te doden of onnodig te verstoren. De overlast mag worden bestreden, maar het dier zelf niet. In het beleid is vast­ gelegd dat gemeenten een belangrijke

rol moeten spelen bij het bestrijden van de overlast. Gelukkig vatten veel gemeenten deze taak goed op. In veel plaatsen is zelfs al vaak een heus steen­ marterbeleidsplan opgesteld, om op een goede manier de overlast tegen te gaan, zonder de Steenmarter alle kans op een dierwaardig bestaan te ontzeggen. Ambtenaren volgen vaak speciale cursussen om de overlast door Steenmarters effectief en op een dier­ vriendelijke wijze te kunnen voorko­ men. De Steenmarter lijkt tegenwoor­ dig dan ook voorgoed terug te zijn van bijna weggeweest. * B. Zoer is medewerker van de afdeling Onderzoek en Planning van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.


Archeologie

15

Drenthe is sinds mei 2005 verrijkt met een bijzonder nieuw museum. Een museum dat direct verbonden is met het Drentse icoon bij uitstek: het hunebed. Het nieuwe Hunebedcentrum in Borger opende haar deuren in een bijzonder tijdsklimaat. In dat klimaat zijn drie kenmerken manifest: de wens tot revitalisering van het platteland, de voortgaande ontwikkeling van cultuurtoerisme en – niet in de laatste plaats – de toegenomen maatschappelijke relevantie van erfgoed en historie. Het nieuwe Hunebedcentrum geeft vorm aan deze ontwikkelingskenmerken en ondergaat tegelijkertijd de invloed ervan.

Het nieuwe Hunebedcentrum Hein Klompmaker*

een leerzame belevenis Hunebedcentrum Bronnegerstraat 12 Borger www.hunebedcentrum.nl email: hunebed.info@tref.nl

Onder architectuur van Aldo en Hannie van Eyck is een gebouw ontstaan, dat met oog voor de cul­ tuurhistorie van Drenthe, fraai in het bestaande landschap past. Het gebouw oogt sober, maar verbergt een grote mate van verfijning en ambachtelijk­ heid. De onmiddellijke nabijheid van het grootste hunebed van Nederland, dat in beheer is bij de Stichting ‘Het Drentse Landschap’, maakt het nieuwe Hunebedcentrum nog op een andere manier bijzonder: het is één van de weinige ‘site-musea’ van Nederland en in zijn soort slechts met befaamde bui­ tenlandse voorbeelden te vergelijken (Carnac in Bretagne, Stonehenge in Zuid-Engeland bijvoorbeeld).

foto: Hunebedcentrum Borger

Openingstijden dagelijks 10.00 - 17.00 uur, ‘s weekends en op feestdagen 11.00 - 17.00 uur.

Museale activiteiten

In het Hunebedcentrum is veel aan­ dacht voor de hunebedbouwers, maar ook voor museaal geïnitieerde acti­ viteiten bij hunebedden in het veld. Zo is enige jaren geleden samen met kunstnetwerker Hans Zabel (en in samenwerking met de Stichting ‘Het Drentse Landschap’) het initiatief genomen tot het plaatsen van forse zwerfstenen beelden, geïnspireerd door de hunebedden, langs de Flintenroute

(omgeving Borger-Odoorn). Daarnaast organiseert het Hunebedcentrum in 2005 voor de tiende(!) keer de avond­ fietstocht ‘Poëzie van Hunebedden’ met voordracht, muziek en dans. Centraal in de nieuwe exposities van het Hunebedcentrum staan beleving en verhaal. Getracht wordt een werke­ lijke fysiek contact met de prehistorie te bereiken door het prikkelen van

alle zintuigen: horen, zien, voelen en ruiken. In het centrum kan de bezoe­ ker een hunebed ervaren, zoals het er bijna 6000 jaar geleden bijlag, hij kan zich identificeren met levensechte hunebedbouwers, die hem wegwijs maken in hun wereld: het boerenerf, de bouw van een hunebed, omgaan met de dood.

* H. Klompmaker is directeur van het Hunebedcentrum.


16

Erfgoed

Klein fruit op het boerenerf Janny Oudega*

seerd in elastiek, boenders, zinken emmers en theedoeken. Daarom moest het lekkers van het eigen erf komen. Dat waren dan de appels, peren en pruimen van de fruitbomen, maar ook de bessen en frambozen. Het kleine spul dat niet veel zorg en tijd vroeg en toch zoveel genoegen opleverde. Ook nu zou klein fruit op het boerenerf weer een plek moeten krijgen.

Boerenerf te Gees, ca. 1968

Als we het hebben over ‘klein fruit’ dan denken we aan de Rode bes, Witte bes, Zwarte bes, Kruisbes, Blauwe bes, Framboos, Japanse wijnbes en Braam. Op schilderijen uit de Renaissance en de Gouden eeuw worden bessen al veelvuldig afgebeeld, vooral Rode en Witte bessen en Kruisbessen. Ze intrigeren door de heldere kleuren en de lichtval. Tegenwoordig proberen

redacties van (tuin)tijdschriften op een soortgelijke wijze door middel van fraaie kleurenfoto’s de vreugde van het buitenleven te promoten. De meeste soorten bessen, bramen en frambozen groeien ook in het wild. Bij onderzoek in de negentiger jaren naar groeiplaatsen van oorspronkelijk inheemse houtige gewassen in Drenthe zijn bijna twintig groeiplaatsen gevon­

den van de inheemse Zwarte bes en van de Rode bes. Wilde Kruisbes is vijf keer gevonden. De vindplaatsen betreffen veelal oude, vochtige bos­ resten langs beekdalen en esranden. Waarschijnlijk nam men de stekken mee naar huis om te kweken. Dat wil ook heel goed als je de stekken voor tweederde in de grond steekt. Een andere mogelijkheid voor de versprei­ ding van fruitstruiken is dat vogels de pitten vanuit de tuin meenemen naar het bos en omgekeerd.Van lieverlee is men rassen gaan kweken die meer en grotere vruchten dragen. Weinig werk

Bessenstruiken hebben een min of meer vaste plek op het erf: in en langs de groentetuin. Ook worden langs een

Foto: Jan Enting/Archief H. Lanjouw

Vroeger had je geen groenteboer en was de dorpswinkel gespeciali-


Erfgoed

17

Oogst en gebruik

Groene kruisbes

Framboos

Japanse wijnbes

Blauwe bes

foto’s: Plant Publicity Holland

middenpad door de moestuin vaak bessen geplant.Voor bramen en fram­ bozen is een rommelhoek achter de schuur ook heel geschikt. Ze kunnen dan vrijuit groeien en zorgen zo voor een heerlijk beschermend struweel voor vogels en kleine zoogdieren. Bessenstruiken vragen relatief weinig werk. Het is voldoende om de tak­ ken een keer per jaar diep terug te snoeien. Frambozen en bramen moe­ ten opgebonden worden. Ze kunnen prima fungeren als windvanger rond de groentetuin. De grond erom heen hoeft niet te worden gespit, je kunt de bessen aan twee kanten plukken. De vruchten van bessenstruiken wer­ den vroeger gebruikt voor de bowl of “de weck” , zoals mijn oma zei, die altijd zorg had voor allerlei geweckte vruchten die in potten in de kelder stonden. De Rode en Witte bes (Ribes rubrum) - van oudsher bekend als Aalbessen - verschillen niet van smaak. Het voordeel van Witte bes is dat ze nauwelijks door vogels gegeten wor­ den, misschien omdat ze niet opvallen. Heeft u een (boeren)erf met een groentetuin of een strookje grond opzij van het huis, bijvoorbeeld bij het stookhok, plant er dan eens wat klein fruit. Een goede kweker kan adviseren over een geschikt ras en de wijze van snoeien.

* Drs. J.J.H. Oudega - Schokker is lid van de Werkgroep Boerenerven.

Stichting ‘Het Drentse Landschap’ behartigt ook de belangen van de Stichting Drentse Boerderijen en ondersteunt de Werkgroep Boerenerven Drenthe.

Zwarte bessen (Ribes nigrum) zijn er vanaf juli. De Zwarte bes smaakt heel anders dan de Witte en Rode bes. De bessen hebben een stevige, wat bittere smaak die niet iedereen lekker vindt. Het is altijd de moeite waard om ze te mengen met andere vruchten voor jams en sappen. De bladeren van de Zwarte bes werden vanwege het hoge vitamine C-gehalte in het voorjaar verwerkt in de kruudmoes, een pap van gort met verse, groene bladeren. De Kruisbes (Ribes uva-crispa) geeft vanaf medio juli vruchten en is heel geschikt voor jam en weck, maar dan moet je ze plukken als ze nog niet helemaal rijp zijn. Dan kookt de schil beter kapot. Om te eten wacht je uiteraard tot ze lekker zacht zijn. Er zijn allerlei soorten: gele, groene, roodbruine, met en zonder haren. Frambozen (Rubus idaeus) doen het beter op wat lichtere grond. Ze hebben vruchten vanaf medio juli. De wilde inheemse soort komt veel voor en levert kleine vruchtjes die intenser van smaak zijn dan de gekweekte grotere rassen. De Japanse wijnbes (Rubus phoenicolasius) is ondergewaardeerd. De vruchten lijken op Frambozen maar hebben geen last van wormpjes; je kunt ze vanaf augustus lekker zo van de struik eten. De Blauwe bes (Vaccinium corymbosum) is familie van de Rode en Blauwe bosbes. Ze heet ook wel Trosbosbes of Amerikaanse bosbes. Vanaf eind juli kunnen ze gegeten worden. De Blauwe bes kwam vroeger niet voor op het boerenerf. Van de soort - die in Amerika in het wild groeit - zijn rassen gekweekt die het goed doen op een wat zurige, vochtige grond met veel organische stof. Ze past prima in een boerentuin met wat extra tuinturf en een mulchlaag. Braam is een breed begrip; in de natuur zijn er veel soorten die alleen kenners kunnen onderscheiden. Vanaf eind augustus zijn ze te plukken. In Drentse houtwallen en bermen komen veel verschillende bramensoorten voor. In de tuin is het handig om een ras zonder stekels te kweken.


18

Flora

Roofbouw is een natuurlijk fenomeen

Ratelaars Joan D.D.Hofman*

Dit citaat, ontleend aan de Atlas van Plantengemeenschappen in Nederland (deel 2, 2002), geeft treffend weer dat boeren op sommige - wellicht vele - plaatsen in ons land gloeiend de pest hadden aan ratelaars, waar die in de zomer graslanden geel kleurden. Dezelfde atlas haalt ook de beroemde Jac.P.Thijsse aan die in 1927 in het Verkade-album over Texel schreef: “Groote plekken zien heelemaal geel van de Ratelaars, die mooie leeuwen­ bekachtige planten, die niet in de pas staan bij den veehouder, want ze zui­ gen het voedsel uit de wortels van het gras; ’t zijn zoogenaamde halfparasieten. … Geen wonder, dat het gras kwijnt, waar de Ratelaars tieren. Intusschen helpen zij dapper mee, om bonte wei­ den te vormen”. Halfparasieten

Zoals wiettelers stiekem stroom aftap­ pen van het net, zo zijn er ook planten­ soorten die bij de buren aanpikken om in hun behoeften te voorzien. Hengel, ratelaars, ogentroost- en kartelbladsoor­ ten vertonen dit in onze ogen crimi­ neel gedrag. Het zijn gewone groene planten die zelf met hun bladgroen hun

bouwstoffen vormen, maar die voor het aandeel van water en mineralen daarbij afhankelijk zijn van wortels van andere planten. Ze zijn dus niet volledig para­ sitair, vandaar dat ze halfparasieten wor­ den genoemd. Zodra ze kiemen, zoeken hun worteltjes contact met wortels in de omgeving. Bij een succesvolle vondst dringt het wor­ teltje in die van een ongevraagde ‘gast­ heer’ om daaraan water en mineralen te onttrekken. Een halfparasitaire plant is daarbij niet kieskeurig; er kan zelfs ingedrongen worden in wortels van soortgenoten die wellicht een rijke bron hebben gevonden. Meestal zijn het ech­ ter grassen, omdat die er het meest staan. De ‘gastheer’ kan zozeer lijden door het aftappen dat hij in groei en bloei achter blijft en wegkwijnt. De halfpa­ rasiet houdt zo zijn omgeving kort en kan zichzelf goed ontwikkelen.Vandaar dat de Helderse boeren in 1901 de ‘las­ tige parasieten’ wilden uitroeien.

tot wasdom te komen dan op plekken waar de ratelaars zelf het voorgaande jaar de vitaliteit hebben verminderd. Vaak zie je dan ook dat de rijke groei­ plaatsen van ratelaars zich in de loop der jaren door een perceel verplaatsen. Hooilandplanten

Je vindt ratelaars op zeer uiteenlopen­

Eenjarigen

Als maatregel om ratelaars te bestrijden werd geadviseerd een paar jaar tijdens de bloei te maaien. Zo kon er geen zaad worden gevormd. En aangezien zaad van ratelaars zelden langer dan één jaar kiemkrachtig blijft, zou het probleem voor de boeren vrij simpel kunnen worden opgelost. Ratelaars zijn eenjarig: aan het eind van het seizoen sterft de plant vol­ ledig af. In de winter zijn er alleen de zaden in de bodem, die in het voorjaar nieuwe planten moeten leveren. Zaden die op een plek met geschikte gast­ heren kiemen, hebben meer kans om

foto: Geert de Vries

“In enorme hoeveelheden vindt men er soms, vooral in den zomer, de alombekende ratelaars, Rhinanthus major en minor … die … waar zij de overhand verkrijgen … de toch reeds niet zeer fleurige weiden in bedenkelijke mate doen verarmen. Kon men er toe besluiten gedurende een paar jaar achtereenvolgens het gras te maaien terwijl het bloeit, dan zou men deze lastige parasieten voor een goed deel althans kunnen (Hoek, J.& H.C.Redeke, Flora van Helder, 1901) uitroeien.”


de bodems: Limburgs krijt, kustduinen, rivierklei, beekdalen. Altijd met een beetje kalk dus en wat aan de voedsel­ arme kant. De begroeiing moet niet te dicht zijn en in het voorjaar niet te snel opschieten, anders krijgen de ratelaar­ kiemen geen kans. In Drenthe komen ze voornamelijk voor in matig schrale beekdalen met kalkhoudende kwel en dan vooral in hooilanden die ’s winters flink nat zijn. De voor ratelaars geschikte milieus zijn door vermesting, verzuring en verdro­ ging sterk afgenomen. Bij verschra­ lingsbeheer neemt het aantal ratelaars soms opvallend toe. Tegenwoordig betekent dit dat zij feitelijk zijn aange­ wezen op natuurreservaten. Kleine en Grote

In strijd met de spellingsregels benoe­ men we hier de namen van de soorten ratelaars met hoofdletters. Een grote Kleine ratelaar kan veel groter zijn dan een kleine Grote. Zo zijn er honder­ den planten- en dierennamen met een bijvoeglijk naamwoord waarbij het gebruik van hoofdletters verwarring over de juiste soort voorkomt. De Kleine ratelaar is in Drenthe zeld­ zaam geworden en gaat nog steeds ach­ teruit. Hij is nog aan te treffen op wat drogere plekken in beekdalen. De Grote verschilt niet erg van de Kleine, maar heeft een voorkeur voor nattere plekken. Het is een kensoort van het Dotterverbond, dat kenmer­ kend is voor hooilanden. Deze soort was vroeger algemeen, maar is de laatste decennia sterk achteruit gegaan. Plaatselijk komt ze in Drenthe nog tal­

19

foto: Joop van de Merbel

Flora

rijk voor, met name in het Reestdal en het Drentse Aa-gebied. Ratelaars

Ratelaars zijn echte zomerbloeiers. Soms opvallend door de massaliteit van hun heldergele bloemen. Die bloemen zijn voor wel de helft door vergroeide kelkbladen omgeven. Zaadjes die onderin de bloem worden gevormd, belanden in de kelk. Aan het eind van het seizoen verdroogt de kelk en wordt hard. Bij beweging van de plant hoor je de zaadjes er in rammelen (‘ratelen’). Ze moeten dan wel het stadium van zaadvorming bereikt hebben.Voor grazers als konijnen en vee zijn ze een smakelijke hap.Vroege begrazing of te vroeg maaien betekent een voortijdig einde van deze schitterende, eenjarige

halfparasieten. Na de zomer sterft de plant af en vallen de zaadjes op de grond.Van nature vindt verspreiding voornamelijk plaats door over de bodem stromend water en door kluit­ jes modder aan de poten van beesten. Vergelijkbaar is verspreiding door klompen en laarzen van mensen, die er ook aan bijdragen door verplaatsing van hooi en machines.

* Drs. J.D.D.Hofman is redacteur en bestuurslid van ‘Het Drentse Landschap’.


Libellen en water Van de 6000 libellensoorten die wereldwijd leven, telt Nederland er 71. Je vindt libellen meestal in de buurt van water. Hij kan niet zonder. Dat komt omdat vele libellen zich voortplanten in of bij water. Daarnaast wil hij wat oeverplanten en struiken in de buurt hebben waar hij zich kan verbergen. Er leeft een hardnekkig gerucht dat libellen kunnen steken. Dat is onjuist. Ze doen mensen geen kwaad. Maar het zijn ook geen lieverdjes. Ze hebben sterke kaken, waarmee ze andere insecten verslinden, vaak nog groter dan zijzelf. foto: Joop van de Merbel

Libellen tellen

foto’s: Jaap de Vries

Glassnijder

< Platbuik

Libellen vliegen al meer dan 300 miljoen jaar rond op aarde. De oerlibellen waren met een spanwijdte van 70 centimeter angstaanjagend groot. De libel is gelukkig een stuk kleiner geworden, maar verder is hij weinig veranderd. Het is een echte overlever.

Deze pagina wordt verzorgd door NV Waterleidingmaatschappij Drenthe

Libellenwerkgroep Drenthe De Libellenwerkgroep Drenthe brengt sinds kort de libellenfauna van Drenthe in kaart. De leden tellen ook libellen in de waterwingebieden Breevenen en De Bulten. Deze waterwingebieden van de Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) liggen in het Hunzedal. Breevenen was tijdens de eerste telling in 2002 nog volop in ontwikkeling. De werkgroep vond er veel pioniersoorten, zoals de Platbuik en de Tengere grasjuffer. Dat zijn soorten die niet zo veeleisend zijn wat betreft hun leefomstandigheden. Nu het gebied zich verder ontwikkelt, komen ook veeleisende soorten naar het gebied. De Bulten Breevenen doet het goed, maar vooral het naastgelegen waterwingebied De Bulten is een waar libellenparadijs. De variatie in het water maakt De Bulten interessant. Veel soorten voelen zich er thuis. De Bulten fungeert als een soort reservoir voor Breevenen. Als er door droogte veel libellen uit Breevenen vertrekken, blijven ze wel hangen in De Bulten. In betere tijden vinden ze snel hun weg terug naar Breevenen. Glassnijder De aanwezigheid van bepaalde soorten zegt iets over de kwaliteit van de natuur in een gebied. In Breevenen wordt een toenemend aantal Glassnijders gesignaleerd. Deze libel stelt (heel) hoge eisen aan zijn leefomgeving. Hij plant zich alleen voort in het zuiverste water. De aanwezigheid van de Glassnijder stemt hoopvol over de ontwikkeling van Breevenen als natuurgebied.


Een eindje om met Het Drentse Landschap

Bertus Boivin / Eric van der Bilt

Wandelroute

foto: Joop van de Merbel

Het Nuilerveld

27


Het Nuilerveld

1 P

2

Start

4

van de bosbouw te zien. Er staat onder andere nog een aantal flinke exemplaren van de Schijncipres (Chamaecyparis). 2 Aan de noordwestkant van het veld ligt achter een rij bomen een natte laagte. Het pad kronkelt terug het veld over. Wat er nu als een vennetje uitziet, was aan het eind van de jaren negentig nog een keurige aardappelakker. Toen ‘Het Drentse Landschap’ de kans kreeg haar terrein aan de noordkant uit te breiden, besloot men de zaak ter plekke dras­

Archief HDL

1 Volg het pad vanaf de parkeerplaats. Via het schapenrooster komt u het veld op. De route gaat min of meer rechtdoor het veld over. Toen men in de eerste helft van de twintigste eeuw met de ontginning van het gebied tussen Spier en Pesse begon, werd dit deel van het Nuilerveld overgeslagen. De duinen en plateaus maakten het terrein buitengewoon geaccidenteerd en bovendien was de grond erg schraal. U zult onderweg op verschillende plaatsen het stuifzand aan de oppervlakte zien. Geen wonder dat men besloot zich de moeite besparen en dit deel van het Nuilerveld niet ‘aan te maken’. In de jaren vijftig werden de beste stuk­ ken van het veld met bos ingeplant. Inmiddels heeft ‘Het Drentse Landschap’ het grootste deel van deze naaldbomen­ akkers weer laten kappen om het open heidelandschap zoveel mogelijk terug te krijgen. Onderweg zult u tientallen boomstobben zien staan. Over een aan­ tal jaren zullen deze zijn weggerot. Met name aan het begin van de wandeling - u bent dan nog buiten het ingeras­ terde gedeelte - is nog het een en ander

3

7

5

© Topografische Dienst Emmen / No. 17C Hoogeveen

Het Nuilerveld ligt tussen de A28 en de spoorlijn Hoogeveen-Assen ter hoogte van het dorp Pesse. Een eeuw geleden maakte het veld deel uit van een groot heidegebied dat zich van de Kraloër heide tot de Boerenveensche Plassen uitstrekte. Het ruim zestig hectare grote Nuilerveld hoort zonder twijfel tot de minst bezochte terreinen van ‘Het Drentse Landschap’. Althans tot nu toe, want wij nodigen u graag uit om er een kijkje te komen nemen. De lengte van de route is van dien aard dat u gemakkelijk op een doordeweekse avond kunt besluiten even een rondje Nuilerveld te maken. Het kleine heidereservaat is zo’n bezoekje meer dan waard! De wandelroute is uitgezet met paaltjes met een paarse kop.

6

Situatie Ao 1900 >


Het Nuilervelad Startpunt  Ten noorden van het dorp Pesse de Hendrik Reindersweg nemen. Na twee haakse bochten parkeren op het parkeerplaatsje links van de weg. Lengte route  2 km. 3 Halverwege het terrein maakt het pad een scherpe bocht naar rechts. U komt hier in het meest geacciden­ teerde gedeelte van het terrein. Hier en daar ontstaan mede dankzij de begra­ zing echte stuifzandgebiedjes met bij­ behorende vegetatie. Het is een geliefde woonplek voor de Heidevlinders. Dit soort kale stukken in de heide hebben deze vlinders nodig om hun eitjes af te zetten op lange grasstengels. Zo’n plekje verdedigen ze met hand en tand tegen indringers en u bent dus gewaarschuwd!

Benodigde tijd  1 uur. Begaanbaarheid paden  Goed te belopen in alle jaargetijden Honden  Niet toegestaan vanwege de schapen.

foto: Jaap de Vries

Openbaar vervoer  Buslijn Hoogeveen-Meppel, uitstappen halte Kerk in Pesse (zie www.9292ov.nl). Vanaf de halte is het via het dorp Pesse (Oostering) en de Kampiepensweg 2,5 kilometer naar punt 5 in de route.

foto: Gert Vording

Dophei

tisch aan te pakken. Er werd veel grond afgevoerd om de zogeheten bouwvoor te verwijderen. Dat is de bovenste laag die jarenlang intensief bemest werd. Dit afgraven is een radicale manier om de grond te verschralen en de vegetatie die van oudsher op een Drents heideveld thuishoort, optimale kansen te bieden. Sindsdien staat een deel van dit nieuwe stuk vrijwel permanent onder water. Met name liefhebbers van een voch­ tige bodem als Dophei, Oeverkruid en Zonnedauw zijn in snel tempo begon­ nen het gebied in bezit te nemen. De waterplasjes zijn tegen de avond vaak de ontmoetingsplek van de hei­ deschapen en de Schotse hooglanders die hier voor ‘Het Drentse Landschap’ de bosontwikkeling binnen de perken moeten zien te houden. Het effect van hun inspanningen is onderweg onder andere goed te zien aan de afgevreten opslag van jonge berkjes.

4 Aangekomen aan de rand van het terrein volgt de route linksaf de bossingel. Dit punt in de route is een mooie gele­ genheid om via het hek even het terrein af te lopen en over het vlakke land­ bouwgebied richting Nuil en de A28 te kijken. Als u zich daarna omdraait om terug te gaan naar het ‘bultige’ veld, begrijpt u in één oogopslag waarom de ontginners deze beker destijds aan zich voorbij lieten gaan… 5 Ter hoogte van de boerderij wijst een volgend paaltje u weer linksaf het veld op. Rechts van het paadje terug naar de hei ligt tussen de berken een fraaie vijver die vanaf het veld met slootjes gevoed wordt. De sloten zijn destijds gegraven om delen van het veld beter begaanbaar of ‘bebosbaar’ te maken. Maar waarom maakte iemand er dan zo’n mooie ronde vijver van met zelfs een eilandje middenin? Maar waarom altijd een ‘waarom’? Mag ‘gewoon mooi’ ook?


Het Nuilerveld

planten aantreffen als Dophei,Veenbies en Zonnedauw. Het water op deze hooggelegen plateaus wordt vastgehou­ den doordat er in het duin een voor water ondoordringbare laag zit. In de droge zomer van 2003 zat het grondwa­ ter op het plateau op veertig centimeter diepte, ofwel anderhalve meter boven de oppervlakte van de directe omgeving. Bij deze plateaurestduinen hoort het merkwaardige verhaal van de ‘grote omkering’ van het landschap. Deze omkering begon tijdens de laatste ijstijd toen de plateaus juist de laagste delen van het terrein vormden. Toen het kli­ maat steeds droger begon te worden, stierven de struiken en planten op de

hogere plekken het eerst en kreeg de wind er vat op het zand. De lagere veenachtige delen verstoven niet door­ dat de begroeiing hier stand wist te houden. Er ‘plakte’ zelfs extra zand vast op de natste plekken waardoor het hier juist hoger werd. Het eind van het ver­ haal was dat wat eens begroeide laagtes waren, voortaan de hoogste delen van het terrein vormden.

foto: Frits van Daalen/FN

Als u op een zomeravond over het Nuilerveld wandelt, zult u gegarandeerd de Boomleeuwerik (Lullula arborea) horen zingen. Jac. P. Thijsse had vier bijvoeglijke naamwoorden nodig om hun gezang te duiden als ‘een opeenvolging van trillende, fluitende, jodelende, zeer melodieuze geluidjes’. Het meest kenmerkend is het steeds herhaald ‘lu-lu-lu’. (Beluister het geluid op www.natuurinformatie.nl, zoeken op ‘boomleeuwerik’.) De Boomleeuwerik is kleiner dan de Veldleeuwerik. Het is een bruin vogeltje met een opvallend korte staart. Hij houdt van droge open heidevelden met zandverstuivingen. Hier en daar moet een boom staan om in te kunnen zingen. Toen het slecht ging met de heidevelden, ging het ook slecht met de Boomleeuwerik. Begin jaren zeventig waren er minder dan duizend broedparen in Nederland. Volgens de laatste tellingen zijn het er inmiddels al weer meer dan vijfduizend.

foto: Joop van de Merbel

6 Aangekomen aan de overzijde van het veld ter hoogte van boerderij De Heidehof maakt de route een scherpe bocht naar links over een oud pad terug het veld op. Links van het pad ziet u een hoge rand door het veld lopen. ‘Herentaofels’ heten ze in het Drents. Op sommige plaatsen steken ze wel twee meter boven het maaiveld uit. Geomorfologen noemen dit opvallende aardkundige verschijnsel een plateaurestduin. Loop even naar boven en het zal u in natte tijden opvallen dat het boven veel natter is dan beneden. Ook zullen de kenners van het plantenrijk er veen­

Succesvolle inburgering

7 Na een heel stuk de grens tussen hoog en laag te hebben gevolgd buigt het pad naar rechts naar de doorgang in het raster waar u het veld opgekomen bent en bent u zo weer op de parkeerplaats. Het laatste deel van het veld waar de route langs komt, gaat ‘Het Drentse Landschap’ in het najaar van 2005 aan­ pakken. Hier zal een deel van de heide geplagd worden en zal de bosopslag worden verwijderd. Plaggen is een doel­ treffende, maar relatief dure methode om de heide te verschralen. De Stichting bereidt dit soort projecten dan ook lange tijd van tevoren voor.

© Stichting ‘Het Drentse Landschap’ (juni 2005) Bezoekadres: Kloosterstraat 5 – 9401 KD Assen – Postadres: Postbus 83 – 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 – e-mail: mail@drentslandschap.nl


Vlees van het landschap Net als voorgaande jaren kunnen begunstigers van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ vlees kopen dat afkomstig is van – overtollige - grazers die haar terreinen beheren. Het gaat hierbij om Schotse Hooglanders, Limousins en heideschapen die zorgen voor een gevarieerd landschap waar ook andere planten en diersoorten zich thuisvoelen. De grazers van de Stichting lopen in de vrije natuur en hebben veel bewegingsruimte. Ook wordt er goed op toegezien dat de dieren gezond zijn. Deze omstandigheden maken dat de dieren weinig last van stress hebben. Jaarlijks worden begunstigers van ‘Het Drentse Landschap’ in de gelegenheid gesteld om dit kwalitatief hoogwaardige vlees te bestellen. Een prettige gedachte in een tijd waarin we steeds vaker geconfronteerd worden met de risico’s van ons voedsel.

foto: Gerrit Oosterveen

Samenstelling pakketten Er zijn pakketten van 15 of 30 kilogram vlees verkrijgbaar van de Limousin of de Schotse Hooglander. De pakketten bestaan uit verschillende soorten vlees, zoals biefstuk, lende, braad- en stoofvlees. Ook bestaat elk pakket voor ongeveer één derde deel uit gehakt. Belangstellenden kunnen ook afzonderlijk gehakt bestellen in porties van 5 kilogram. Lamsvlees wordt aangeboden van de Schoonebeker of het Drentse heideschaap. Een lam wordt als één pakket van gemiddeld 15 kilogram verkocht.

Nieuw dit jaar is de mogelijkheid om de vleespakketten en het lamsvlees voorverpakt te bestellen. Het vlees wordt dan in porties van circa 500 gram op schaaltjes voorverpakt en kan thuis direct worden ingevroren. Naast de vleespakketten, het lamsvlees en het gehakt kunt u ook voor het eerst beefburgers, saucijzen en verse worst bestellen. Deze producten zijn gemaakt van het vlees van de Schotse Hooglander en alleen verkrijgbaar bij ABZ in Anloo. Heeft u belangstelling? Stuur dan zo snel mogelijk de bestelbon in want het aanbod is beperkt (het liefst voor 1 oktober). Alle aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst en zolang de voorraad strekt. Tussen september en december zullen wekelijks afhaaldata worden ingepland. U krijgt vooraf een factuur met datum, plaats en tijd voor afhalen toegestuurd. Om de planning goed te laten verlopen, stellen wij het zeer op prijs als u zich aan de opgegeven afhaaldatum houdt. Voor nadere informatie kunt u telefonisch contact opnemen met het rentambt van dinsdag tot en met vrijdag tussen 14.00 en 16.00 uur (0592-304177) of via e-mail: e.zindel@drentslandschap.nl.


26

Reisverslag Wit-Rusland (Belarus) ligt in Oost-Europa tussen Polen en Rusland. Het is een republiek, die in 1991 onaf-

hankelijk is geworden; voordien maakte het deel uit van de Sovjet-Unie. Het land is ruim 6 keer zo groot als Nederland, maar er wonen slechts 10 miljoen inwoners. Het is een van de minst bekende landen van Europa en tot voor kort voor westerlingen niet te bereizen. De directeuren van de Provinciale Landschappen brachten er in mei 2004 een werkbezoek aan.

Eric van der Bilt*

Grootschalige natuur in Wit-Rusland De aankomst op het vliegveld van de hoofdstad Minsk was enigszins vervreemdend: tientallen vreemde Antonovs en Toepoelevs en een groot, geel hoofdgebouw dat één van de vele voorbeelden is van Oost-Europese betonarchitectuur. Op deze bouwkunst wordt vaak neergekeken, maar het bezit toch een eigen specifiek karak­

ter dat behoud op enige schaal zinvol maakt. Het door de douane gaan was een autoritaire geüniformeerde bezig­ heid zoals we die al enkele decennia ontwend zijn. De eerste bestemming was het natuur­ reservaat Berezinsky Biosphere Reserve dat ongeveer 120 km ten noorden van Minsk ligt. Het is een ca.

120.000 ha groot natuurreservaat, dat in 1925 gesticht is om de toen zeld­ zaam geworden Bever voor uitsterven te behoeden. Het gebied heeft uitge­ strekte naaldbossen en hoogvenen en is een soort zuidelijke voorpost van de taiga. Het ligt op de waterschei­ ding tussen de naar de Oostzee of de Zwarte Zee afvoerende rivieren.


Reisverslag

De nationale parken

27

van Wit-Rusland Wit-Rusland heeft een zestal grote Nationale Parken en andere grote natuurreservaten waaronder het Nationale Park Belovezhskaya Pushcha en het Berezinsky

foto: Eric van der Bilt

‘Strikt reservaat’

De Berezinsky Biosphere Reserve is in drie functionele zones ingedeeld: een bufferzone (30%), een overgangszone (50%) en het strikte reservaat (20%). In het laatstgenoemde gebied worden vrijwel geen bezoekers toegelaten. Tijdens ons bezoek konden we wel een aantal malen het strikte reservaat betreden. Tijdens een van onze excursies reden we in een legergroene pruttelbus naar een dorp dat op de flank van een stuwwal lag. Het dorp bestond uit houten huisjes, veelal bewoond door oude mensen. Ons doel was het bekij­ ken van het tussen twee stuwwallen in

200 jaar oud. Door de aanwezigheid van kalkrijke kwel was het een eldo­ rado van zeldzame planten, zoals de Dwergberk (zuidelijkste groeiplaats in Belarus),Veenmosorchis, Kleine kever­ orchis, Blauwe (Siberische) lis, Rood bosvogeltje en Bokjessteenbreek. Deze laatste werd in 1859 voor het laatst in Nederland gevonden. Op enkele “Mineral-Inseln” in de venen komen nog bloeiende populaties voor van het Vrouwenschoentje, één der zeldzaam­ ste orchideeën van Europa.

bezocht. Wit-Rusland verschilt van Polen, doordat door de collectivisering van de landbouw het land nogal intensief in cultuur is gebracht. Anderzijds kent het land een aantal zeer grote Nationale Parken, soms meer dan 100.000 ha, waar nog ruimte is voor soorten die men vrijwel nergens anders meer in het laagland van Europa aantreft: Bruine beer, Wolf, Lynx, Bastaardarend, alle Europese spechten en nagenoeg alle

Ingrepen

In het natuurreservaat Berezinsky Biosphere Reserve is veel bos. Tijdens de studiereis werd hier veel aandacht aanbesteed. Onderweg naar een van de vele bossen kwamen we een aantal

Europese uilen, waaronder Oehoe, Oeraluil en zelfs de Laplanduil.

gelegen hoogveen; het zag er voortref­ felijk intact uit. Onderweg ernaar toe zagen we talloze groeiplaatsen van het Rozenkransje.Via een loofbos betraden we het randgebied op de overgang van hoogveen naar stuwwal. In het veen groeiden kwarrige dennetjes, maar er waren veel open zones met ruggen en slenken.We raakten elkaar in dit snel veranderende landschap voortdurend kwijt, alvorens we aan de andere kant opnieuw een stuwwal betraden. In het gebied was ook wat kleinscha­ liger veen met veelal dezelfde trekken. Verschil was dat er op allerlei plaatsen minerale zandgronden als hoogten, als een soort eiland, uit het veen sta­ ken. Met enorme Ratelpopulieren, Eiken, Grove dennen, Elzen, Essen, Fijnsparren, Linden en Iepen van zo’n

foto: Rob Scholten/FN

De Berezina waar Napoleon zijn nederlaag leed, kronkelt over een afstand van ruim 100 km langs de westkant van het reservaat en heeft tientallen zijtakken in de vorm van natuurlijke beken en riviertjes. Met name in het voorjaar, als het rivierdal over een brede zone overstroomt, is het rijk aan watervogels. De belang­ rijkste ecosystemen van de Berezinsky Biosphere Reserve zijn: uitgestrekte bossen, hoogvenen, graslanden, meren en rivieren. Tijdens een prachtige boottocht van zo’n 40 kilometer over de Berezina zagen we overal beverburchten, elzen­ broekbos, rietzones en met Liesgras dichtgegroeide oude meanders. Ook kwamen we hier en daar een dode Eland in de oeverzone tegen. Deze beesten verdrinken vooral in de winter omdat ze door het ijs zakken en dan onderkoeld raken.

Biosphere Reserve, die we hebben

Wisent


Reisverslag

foto: Henk Jan Kievit

Pul Houtsnip

Vrouwenschoentje

stervende dorpen tegen. Een daar­ van werd vooral door oude vrouwen bewoond. De reden hiervan was dat in de Tweede Wereldoorlog en ook daarna zoveel mannen gedood waren. We zagen een koe naar de stal lopen om haar kalf te zogen. Ze werden gevolgd door een boerenvrouwtje. Een grote rijkdom voor zo’n familie en een prachtig authentiek boerentafereel. Het landschap rond het dorp was erg schraal, met Tapuiten tot in de akkers. In een open plek in het bos was in 1978, ten gunste van het Nationale Park en het ecotoerisme, een heel dorp geamoveerd. Een forse ingreep die in de groep veel discussie opriep. Enerzijds pakte dit positief uit voor het bosecosysteem, anderzijds leverde dit een groot verlies aan biodiversiteit op. Aardig was het allerminst.

Het water van de veenbeek die door het bos stroomde, was donker en daar­ om ongeschikt voor Otters. Deze bees­ ten leven van vis en in donker water kunnen ze die niet vangen. Ze ont­ braken dan ook. De oevers bestonden geheel uit een open elzenbroekbos. Hier zag je de Zwarte ooievaar foera­ geren. Een paar kilometer verder op in het bos bevond zich in een gevorkte Grove den het nest van de vogel. Ook vonden we overal krabsporen van Bruine beren en wolvenstront als ter­ ritoriummarkering. We stuitten zelfs op een Hazelhoen met een stuk of 8 pullen. De mens had ook zijn sporen in het reservaat achter gelaten. Midden in het bos vonden we graven en een verroeste houwitser uit de tijd van de partizanenstrijd. Pushcha

Flora De voornaamste boomsoorten in het Berezinsky Biosphere Reserve zijn Grove den, Fijnspar, Zachte- en Ruwe berk, Zwarte- en Grauwe els en Ratelpopulier. Ook de Es en Zomereik komen in de bossen voor, maar relatief duidelijk minder dan in het Belovezhskaya Pushcha Park, dat in een milder klimaat ligt. Er komen bijna 900 soorten hogere planten voor. Naast water- en moerasplanten (langs de Berezina en in de meren) zijn er uiteraard diverse soorten bosplanten en daarnaast typische hoogveensoorten: Eenarig wollegras, Veenbes, Lavendelhei, Rijsbes en Moerasrozemarijn en natuurlijk diverse veenmossen.

Onze tweede bestemming in WitRusland was Pushcha. Tijdens de lange rit ernaartoe kregen we een goede indruk van het land. Glooiend, groen, veel bos. Geen prikkeldraad, veel koei­ en, kolchozen. Geleidelijk kwam er meer grootschalige akkerbouw, zonder akkerkruiden en met overal spuitspo­ ren, bijvoorbeeld voor het sproeien van halmverstevigers. Efficiëntie stond dus ook hier voorop. Sommige stadjes hadden echt luxe nieuwbouwwijken met grote moderne huizen. Rundvee liep vooral in grote groepen in de groene beekdalen, soms in een polder­ achtig landschap. Naar het zuiden toe werd het landschap steeds opener tot het zelfs een beetje op de veenkolo­ niën begon te lijken. In de Slonum-regio bezochten we

het klooster van Zhirovichi. En groot witgepleisterd complex met prachtige hemelsblauwe koepeldaken met veel bladgoud. Al in de 15e eeuw was het gebied in trek vanwege een heilige bron waarnaast een grote steen met een soort handafdruk lag. De steen­ klomp, inmiddels vormloos geworden, wordt nog als een altaar in een van de kapellen gebruikt. In 1470 werd in een perenboom een soort vage icoon van de Moeder Gods gevonden die nog steeds te bezichtigen is.Vanuit de verering van deze icoon ontstond dit kloostercomplex. Ongelofelijk hoezeer deze gebeurtenis tot 500 jaar geloof en bouwen leidde. De vrouwen van ons gezelschap moesten tijdens de excursie hun hoofden en benen met de meest vreemdkleurige lappen


Klimaat

Reisverslag

29

Wit-Rusland kent een subcontinentaal klimaat. De winters zijn kouder dan bij ons en vaak ligt er dan sneeuw. De zomers kunnen warm en droog zijn. De totale neerslag is met gemiddeld bij ons. Net als Nederland is Wit-Rusland hoofdzakelijk laagland met enkele grote rivieren. Het noorden van Belarus is meer heuvelachtig en erg bosrijk. In totaal is ruim 1/3 van het land met bos bedekt. De grote moerassen, waar het land vermaard om was, zijn in de Sovjettijd voor meer dan 90% ontgonnen. Er zijn echter gelukkig nog enkele grote laagveenmoerassen en hoogveengebieden bewaard gebleven, in feite de mooiste en minst gestoorde van foto: Eric van der Bilt

Midden Europa.

de heerlijke verveling van de jaren vijftig deed denken. In het cultuur­ landschap zagen we veelvuldig jagende Grauwe kiekendieven, mooie ranke vogels, maar ook Ortolanen en Grauwe klauwieren. Onder een brug over de rivier zagen we tientallen ottersporen. Ook hier trokken we het bos in, eerst langs een prachtig elzenbroek met een sprookjesachtige weelde aan Waterviolier.Vervolgens wandelden we door een echt oud bos met eiken en Grove dennen van 2 à 300 jaar oud. Toch had het niet de imposante woest­ heid van het Poolse Bialowiesza. De mysterieuze roep van overtrekkende Kraanvogels gaf het gebied een heel speciale sfeer. Overal zagen we poot­ afdrukken van Wolven, Elanden en Wisenten. De mens had ook dit gebied niet

ongemoeid gelaten. Midden in het bos had men in superieure kitsch, een soort winterdorp van Santa Claus gemaakt. Met bizarre beelden van hout en een soort WC-potten als lampen. Het was er neergezet om de beloofde horden toeristen te trekken. Een afschuwe­ lijke fout om zoiets midden in het bos aan te leggen.Vooral omdat vlakbij zich een plekje bevond waar de meest bijzondere planten groeiden: Trollius, Akelei en Boslathyrus.

foto: Eric van der Bilt

500-700 mm per jaar lager dan

Rozemarijn

Jachtpartijen

Zoals gemeld, hadden we als gezel­ schap van natuurbeschermers het voor­ recht om het strikte reservaat te mogen bezoeken. Ook in de Puscha. Hier konden we ervaren hoe een oerbos eruit zou hebben moeten gezien. Het verschil was dat de bomen hier niet

bedekken. Overal zag je jonge baardige novieten wat aangaf hoezeer het geloof weer leeft in Wit-Rusland. De meeste typisch Russisch orthodoxe kerkge­ bouwen dateren uit de 17e en 18e eeuw. Al met al een leuke tussenstop alwaar we in een nieuwe kanjergrote en moderne autobus overstapten die ons naar de Puscha bracht. Een einde­ loos bos wat ons sterk aan het Poolse Bialowiesza deed denken. We werden in een enorm hotelcomplex niet ver van de Poolse grens gehuisvest.

Zwarte ooiervaar

In Puscha bezochten we een dorpje met een landerige sfeer. Er waren houten huisjes, prachtige moestuinen, zandwegen en veel oude mensen. Een soort eeuwig leven wat mij sterk aan

foto: Guy Robbrecht/FN

WC-potten


foto’s: Eric van der Bilt

Links: overgangszone naar het hoogveen (rechts)

ouder waren dan zo’n 200 à 300 jaar; ze waren nog gekapt in de 17e eeuw, in de Tsarentijd.Verder was het bos te kaal en overbegraasd. Het kostte ons verschrikkelijk veel moeite om te ach­ terhalen hoe dat kwam. Het bleek dat er veel te veel Elanden en Edelherten waren omdat ze elk jaar 70 Wolven schoten. Toen we vroegen waarom ze dat deden, bleek dat gewoon voor het geld. Het leverde zo’n 1000 euro per Wolf op. Als zij ze niet schoten dan deden de Polen het wel, zei men ver­ ontschuldigend. Elanden en Edelherten kun je voor 300 euro schieten, het­ geen vooral door Duitsers en Italianen gebeurt. Zelfs Wisenten mag men schieten als er meer dan 300 stuks zijn en wel voor ca € 4.000,--. Zonder trofee dan. Onvoorstelbaar dat zoiets gebeurt in dit Nationale Park van 180.000 ha (Polen 65.000 ha en WitRusland 115.000 ha). Lynxen en Beren worden met rust gelaten. Men stelde dat Beren en Wisenten elkaar niet ver­ dragen, evenwel zonder te zeggen wat daar de reden van is.

Fauna Door haar uitgestrektheid, natuurlijkheid en diversiteit is de fauna van Berezinsky uitzonderlijk rijk. De Eland is hier algemeen, verder komen Wolf, Lynx, Bever en Otter voor. Bijzonder is een populatie van 15-20 Bruine beren, die hier een teruggetrokken bestaan leiden. De avifauna is zeer rijk met als bijzondere soorten o.m. Visarend (10 paar), Zwarte ooievaar (20 paar), Slangenarend (6-8 paar) en - als vertegenwoordiger van de noordelijke fauna - Oeraluil (ca. 40 paar). Op de hoogvenen, die voor een groot deel met kwarrige dennen zijn begroeid, nestelen op de meest open en natte stukken Kieviten maar ook Bosruiter, Goudplevier, Korhoen en Regenwulp. Een bloeiende populatie Auerhoenders leeft in de uitgestrekte bossen en rond de talloze venen. Minimaal 150-175 hanen

In het bos waren ook vele tientallen grafheuvels aanwezig. Het viel op dat de heuvels opgeworpen waren met

verspreid over 21 baltsplaatsen vormen de grootste populatie in Midden-Europa van deze zeer bedreigde soort.

grond die ernaast gedolven was. Iets wat je in Nederland niet veel ziet. Tijdens de picknick op een soort ont­ ginningsgebied in het bos, hoorden we Kwartels en Kwartelkoningen en zagen in de verte in de bosrand een wisent­ stier met een roedel Wilde zwijnen. Prachtige ervaring. Alles wijst erop dat de grote bosfauna ’s winters maar in kleine dichtheden in de uitgestrekte bossen voorkomt en groot belang heeft bij de cultuurgronden of schraallanden langs de riviertjes, waar ze ‘s zomers verblijven. Er was een prachtig educatief pad langs enorme bomen, vaak eiken. In het hele reservaat waren er zo’n 200 à 300 bomen die ca 600 jaar oud waren. De dikste eik was aangegeven; 560 jaar oud, 34 m hoog en 33 m3 hout bevattend. Dit bos was echt onvoorstelbaar mooi. Even verderop stroomt de Narev in een beekdal dat erg veel lijkt op de Reest. Maar dan zonder percelen, zonder prikkeldraad en met bos op de beekdalrand waar bij ons de boer­ derijen staan. We vermoedden dat de schraallanden niet meer gemaaid wer­ den. Doodzonde. Dit landschap bood veel inzicht in hoe Drenthe eruit moet hebben gezien.


Geschiedenis Wit-Rusland maakt economisch

Reisverslag

31

gezien een moeilijke tijd door. Eeuwenlang was er sprake van feodale overheersing gevolgd door de communistische periode. Het land is, door zijn ligging tussen West-Europa en Rusland, talloze malen door oorlogen verwoest. De

Ooievaarsdorp

leefsituatie op het platteland is nog het best, omdat de bevolking daar grotendeels zelfvoorzienend is. Veel stedelingen hebben een datsja, een soort zomerhuisje met een bijbehorend stukje land, waarop ze hun voedsel verbouwen. De landbouw is volledig gecollectiviseerd en op veel plaatsen bepalen grootschalige landerijen en dorpen gedomineerd door flats het beeld. Gelukkig zijn er in de

gezien had. Zowel laagveen- als hoogveensoorten trof je er aan. Het bleek een vanaf de laatste ijstijd lang­ zaam verlandend binnenmeer te zijn. Tijdens deze laatste dag werd het dui­ delijk hoezeer ook hier de hydrologi­ sche relatie tussen park en omgeving onder druk staat en in welke mate de landbouw daarbij een bepalende rol speelt. In Wit-Rusland spelen dezelfde problemen als hier in Nederland. Alleen heeft de natuur daar oneindig meer schaal en dus kwaliteit.

uithoeken van het land, met name nabij de grote nationale parken, oude dorpjes bestaande uit houten huizen en kleinschalige landschappen bewaard gebleven.

foto: Eric van der Bilt

Tijdens onze laatste excursie in het gebied leek de bosbodem te golven. Een kluwen van 5 wilde zeugen en wel 25 biggen stuiterde vanaf de wegkant het woud in. Een prachtig gezicht. De reis bracht ons naar het mooi geres­ taureerde Viskuli-paleis, waar in 1991 het uiteenvallen van de Russische Federatie formeel werd bekrachtigd. Het complex werd keurig bewaakt overigens. Over een in 1710 aangeleg­ de Tsarenweg die de Russische heer­ sers snel naar hun jachtdomein bracht, reden we naar een soort ooievaarsdorp. In vrijwel elke boom en bij elk huis waren ooievaarsnesten te vinden. Het leken soms wel maretakken. Het dorp lag op het eind van een zandweg op een dekzandkop op de flank van een beekdal. Er woonden alleen nog oude mensen, meest vrouwen. Die leefden van hun moestuin, wat schapen, een enkele koe en wat graan. Opnieuw de pure schoonheid van een stervend bestaan. Op weg naar het dorp zagen we hoe de moerassen van de Narev, grenzend aan het park, waren drooggelegd, waar­ door het systeem in feite lekgestoten is. Er was een kolchoz van een paar duizend hectare te koop.Verwerving zou zo’n hydrologisch probleem kun­ nen oplossen maar het geld ervoor ontbreekt. Na het ooievaarsdorp reden we naar de Dikoie-moerassen, zo’n 2000 ha groot, waar we Bastaardarend, Waterrietzanger en onvoorstelbaar veel kikkers hoor­ den. Het was een soort intermediair veen van een soort die ik nog nooit

* drs. E.W.G. van der Bilt is directeur van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.


32

Stichting Oude Drentse Kerken

foto: Sonja van der Meer

Zuidlaren bewaakt joodse

In Zuidlaren staat sinds 1884 een bijzonder gebouwtje: de synagoge van de joodse gemeente. Het gebouw wordt als gebedshuis al vele tientallen jaren niet meer gebruikt. Waarschijnlijk wisten tot voor kort de meeste Zuidlaarders de oorspronkelijke functie van het gebouw niet eens. Het plaatselijke Comité Joods Erfgoed maakte daar een eind aan met het plaatsen van een monument ter nagedachtenis aan de joden die in de oorlog zijn omgekomen. Het comité is nu druk op zoek naar een partner om het gebouw van de Gemeente Tynaarlo te kunnen kopen. De Stichting Oude Drentse Kerken is ook met ze dit comité gesprek.

Cor Rodenburg*

Wanneer de eerste joden in Zuidlaren neerstreken, is niet met zekerheid te zeggen. In het Haardstedenregister komt in 1764 de naam Moses de Jode voor, vermeldt de beschrijving van Joods leven in Zuidlaren door ds. Geert C.Hovingh.Vast staat dat in 1724 de eerste joden zich officieel in Drenthe in Coevorden mochten vestigen. Er woonde daar overigens al vijftig jaar eerder een joods gezin, waarvan het hoofd een Bank van Lening mocht instellen. Wel nuttig in een vesting­ plaats, waar de soldij niet altijd prompt werd uitbetaald. De nieuwelingen in Drenthe werden vanaf 1782 beperkt in hun beroeps­ keuze: slager, koopman, vilder. De laatste moest dan wel iets buiten de bebouwde kom blijven vanwege stank­ overlast door onder andere het gebruik van urine. Het Landschapsbestuur stond overigens zeer gereserveerd ten aanzien van de komst van joden. Er werden nogal wat regels gesteld. De joden vielen op door hun eigen rust­ dag, en later nog door hun afgelegen begraafplaatsen. De Drost van Coevorden, die zelf­ standig kon opereren, stond in 1768 wel toe dat een huis als gebedsruimte werd benut. Daarna volgden derge­ lijke huizen in latere jaren in Meppel en Hoogeveen. Merkwaardig is dat Zuidlaren ooit kerkelijk ingedeeld werd bij Hoogeveen, niet bij Assen. Synagoge

Volgens de Statistiek van Drenthe telde Zuidlaren in 1853 drie joden op een totale bevolking van 1503 zielen.


Stichting Oude Drentse Kerken

33

verleden zou planten. Tot 1925 werd de syna­ goge gebruikt. Na de leegstand in 1925 werd het gebouwtje opslagplaats. In de oorlog gebruikten de Duitsers het en na 1945 legden Canadezen er beslag op. Later werd het gebouw het onderkomen van de padvinders. De laatste functie die het gebouw vervulde was een winkel voor tweedehands goederen. Het mag gezegd: als naoorlogs eigendom van de Gemeente werd het niet verwaarloosd, maar het werd er toch niet beter op. De paar sloopplannen die er waren heeft de synagoge gelukkig overleefd. Actieve vereniging

Sinds 2003 is er een actieve Vereniging tot Behoud Synagoge Zuidlaren. De vereniging is op zoek naar een part­

ner die de synagoge onder zijn hoede wil nemen. Er zijn besprekingen geweest met de monumentenvereni­ ging ‘Hendrik de Keijser’ en met de Stichting Oude Drentse Kerken (onder auspiciën van Stichting ‘Het Drentse Landschap’). Zeer waarschijnlijk leidt dat laatste contact ertoe dat het eigen­ dom en beheer van de synagoge bij deze stichting wordt ondergebracht. Het gebouw moet grondig gerestau­ reerd worden; binnen in de synagoge is alles weg. Geschat wordt dat de res­ tauratiekosten zo’n 150 duizend euro zullen bedragen. Ook is er nog een Comité Joods Erfgoed (in 1998 opgericht) dat zich inzet voor het behoud van de syna­ goge. Dit heeft ervoor gezorgd dat er een gedenkplaat met de namen van

Gij wandelaar die dit dorp bezoekt Hier staan zijn joden afgeboekt. Een zwerfkei voor het zwervend volk welks Drents restant werd opgedoekt. Saul van Messel (Drenthe)

foto: Melle Buruma

Tien jaar later waren het er 23 op een totale bevolking van 1901 personen. Nijeveen, Peize en Zuidwolde kenden toen nog steeds geen joodse ingezete­ nen. Sinds 1884 heeft Zuidlaren een syna­ goge en ruim tien jaar later komt er een eigen begraafplaats aan de Wolferdinge. Dit is achter de tennis­ baan bij het wooncentrum Tienelshove. De synagoge is gelegen aan de Zuiderstraat/Brink ZZ. De markegenoten hadden er in 1883 twee vergaderingen voor nodig om een stuk grond voor dit doel af te staan. Dankzij de burgemeester, wiens naam (De Milly) dan ook in de gedenkplaat staat, kon de bouw doorgang vinden. Voorwaarde was wel dat de joodse gemeenschap vier eiken op de brink


34

SODK-nieuws

Steun De Stichting Oude Drentse Kerken (SODK) heeft € 1.500,-- van het Essent Fonds toegezegd gekregen om communicatiemiddelen te ontwikkelen. De jonge stichting moet via folders, panelen en informatie van zich laten horen om draagvlak te ontwikkelen. Plaatselijke commissie Binnenkort wordt de Plaatselijke Commissie van het kerkje Gieterveen geïnstalleerd. Best spannend om zo’n proces te doorlopen. Tot onze grote tevredenheid hadden zich 17 mensen gemeld om mee te denken over het toekomstig gebruik van de kerk. Het draagvlak is er dus al. foto: Melle Buruma

de weggevoerde en overleden joodse inwoners werd aangebracht. In 2002 werd de zeer verwaarloosde begraaf­ plaats fraai hersteld. De Vereniging tot Behoud Synagoge timmert met succes aan de weg en heeft ook een Comité van Aanbeveling waarin figuren van elders zitting heb­ ben, zoals de bekende prof. Arnold Heertje en ook prof. I.Lipschits uit Groningen. Het bestuur, onder het gedreven voorzitterschap van ds. Hovingh, heeft voor dit jaar tal van activiteiten geregeld om het gebouwtje in de belangstelling te krijgen. Er wordt in ieder geval mee­ gedaan aan het Bevrijdingsfeest, de Drentse Fietsvierdaagse en de Open Monumentendag. De Liberale Joodse Gemeente uit Groningen heeft inmid­ dels ook al belangstelling getoond om bijeenkomsten in de straks herstelde synagoge te houden. Nieuwsgierig? Bezoek dan een van de activiteiten of wandel er zomaar eens langs. Het is een eenvoudig gebouwtje, maar toch de moeite waard om als her­ innering aan een turbulente geschiede­ nis bewaard te blijven.

Overname De kans dat de SODK de synagoge van Zuidlaren gaat overnemen is na 27 april zeer groot geworden. Op die dag vond er een gesprek plaats tussen de Gemeente Tynaarlo in de persoon van wethouder Kosmeijer, de Stichting tot Behoud van de Synagoge Zuidlaren en de SODK. Er werden geen fundamentele beletsels gezien die een overdracht in de weg zouden kunnen staan. Uiteindelijk zal de Raad van Tynaarlo deze zomer de beslissing moeten nemen.

* C. Rodenbrug is vrijwillige medewerker van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.

Stichting ‘Het Drentse Landschap’ behartigt ook de belangen van Stichting Oude Drentse Kerken.


35

De aankopen uit de afgelopen periode Hondstong/Stijfveen − 0,10.35 ha. veen Smilder Oosterveld − 0,35.10 ha. laan

foto: Joop van de Merbel

Hunzedal − 16,48.20 ha ruilgrond Zuidlaarderveen − 0,10.84 ha. bos Buinen − 8,53.19 ha cultuurgrond Westdorp − 6,82.45 ha. cultuurgrond Gieterveen

Aankopen De vaart eruit in het Hunzedal? De mogelijkheden om gronden in het Hunzedal te verwerven zijn onverminderd groot. De afgelopen jaren is met het instrument kavelruil veel bereikt voor zowel natuur als landbouw. Ook blijkt het Hunzeproject van steeds groter belang om voldoende waterbergingslocaties te realiseren. De inzet van de Dienst Landelijk Gebied, de kavelruilcoördinator en medewerkers van ‘Het Drentse Landschap’ is maximaal om zoveel mogelijk kansen te benutten. Het beschikbare geld blijkt ook dit jaar de beperkende factor. Na de aankoopstop in 2003 zijn jaarlijks weer middelen beschikbaar van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Het Kabinet maakt er geen geheim van dat realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) in uiterlijk 2018 het einddoel blijft en

dat er ondanks alle bezuinigingen geld voor is gereserveerd. De praktijk is echter weerbarstiger. Het beschikbare budget wordt jaarlijks over alle provincies verdeeld. Nu het bedrag voor 2005 over een aantal gebieden in Drenthe verdeeld is, blijkt er voor de Hunze nog maar een gering krediet beschikbaar te zijn hoewel de Provincie Drenthe heeft besloten extra rijksmiddelen voor grondverwerving van de EHS voor te financieren. Maar ondanks deze positieve opstelling blijken er te weinig middelen beschikbaar te zijn. De ketting is immers zo sterk als de zwakste schakel. In de eerste weken van dit jaar werd al duidelijk dat het beschikbare budget voor de Hunze grotendeels moest worden ingezet om de reeds in 2004 aangegane verplichtingen af te werken. Nieuwe aankopen kunnen daarom niet of nauwelijks meer worden aangegaan. De Stichting hoopt met de beschikbare middelen het gebied Torenveen te

Vossenberg/ Oude Diep − 5,26.50 cultuurgrond

kunnen afronden, zodat met de uitvoering van het reeds uitgewerkte natuurontwikkelingsproject in 2006 gestart kan worden. Reeds in februari moest aan verkopers en kavelruilers het antwoord worden gegeven dat er geen mogelijkheden meer zijn voor dit jaar. Zeker in het Hunzeproject is het van belang om grondeigenaren bij het project betrokken te houden, maar juist hier blijkt het beschikbare budget niet in evenwicht te zijn met de mogelijkheden. Op landelijk niveau heeft het Hunzedal inmiddels naam gekregen als een zeer kansrijk gebied. Maar dit positieve beeld kan alleen worden waargemaakt wanneer er voldoende middelen zijn om de gestelde doelen ook daadwerkelijk te realiseren.


36

Fauna

Vlinders in ‘t Ende In het voorjaar vliegen er in het Reestdal veel Oranjetipjes. Ze komen af op de vele Pinksterbloemen die in het beekdal groeien. Een andere soort - die tot voor kort uitgestorven werd gewaand in Drenthe - komt hier ook nog voor: de Zilveren maan. Deze naam slaat op de zilverkleurige vlekken op de onderzijde van de achtervleugel. Door ontwatering en ontginning van de natte graslanden en moerasgebieden komt de Zilveren maan nog slechts voor in enkele gebieden die nog niet volledig zijn aangetast, zoals de Wieden en de Weerribben in Noordwest Overijssel. De vlinder voelt zich nu blijkbaar in het Reestal ook prettig want hier duikt hij ook weer op verschillende plaatsen op. Op dit moment onderzoekt de Vlinderwerkgroep Drenthe of zich in het beekdal misschien nog een ‘geheime’ populatie schuil houdt.

foto: Henk Bosma

Tentoonstelling

Landkaartje

Op een mooie zonnige dag kom je in het Reestdal veel fladderende, kleurrijke vlinders tegen. Karakteristiek voor het gebied zijn Zwartsprietdikkopje, Koevinkje, Bruin en Oranje zandoogje. Deze vlinders vertoeven graag bij het Reestdal omdat hier veel schrale graslanden zijn. Deze zomer staat het informatiecentrum ’t Ende en omgeving in het teken van vlinders. Stichting ‘Het Drentse Landschap’ doet dit in nauwe samenwerking met de Vereniging voor Natuurbescherming Zuidwolde e.o.

De Vereniging voor Natuurbescherming Zuidwolde e.o. organiseert deze zomer allerlei acti­ viteiten in het kader van het project ‘Vlinders Thuis’. Doel is om bij de inwoners van de gemeente De Wolden en anderen aandacht te vragen voor vlinders. De vereniging heeft een fraaie kleurrijke brochure gemaakt die huisaan-huis in De Wolden is verspreid. Ook wordt er een vlinderfotowedstrijd voor jong en oud gehouden. Zie hier­ voor www.vlindersindrenthe.nl. Op deze wijze hoopt de vereniging dat mensen in hun eigen omgeving en in hun eigen tuin meer zien en leren van de natuur.


Informatiecentrum ’t Ende in de Stapel Bezoekadres: Stapelerweg 20, 7957 NB De Wijk Openingstijden: 1 apr. t/m 1 nov. dagelijks 10.00 – 17.00 uur. 1 nov. tot 31 mrt. alleen op zondag en tijdens de schoolvakanties van 10.00 – 17.00 uur.

Stichting ‘Het Drentse Landschap’ is één van de partners waarmee wordt samengewerkt. Ook zij zal deze zomer in het informatiecentrum ’t Ende allerlei activiteiten organiseren met het thema Vlinders. Er is een vlinderten­ toonstelling ‘Vlinders van de Reest’ te bezichtigen. Deze fototentoonstel­ ling is samengesteld door fotograaf en vlinderkenner Geert de Vries. Hij is in 2001 onderscheiden met de Gouden Vlinder. Deze prijs die jaarlijks wordt uitgereikt door de landelijke Vlinderstichting, heeft hij gekregen wegens zijn enorme inzet voor vlin­ ders.

Boerderij ’t Haantje behouden dankzij

Als aanvulling op deze tentoonstel­ ling is er vanaf half juni tot ver in juli in een hoek van de tentoonstel­ lingsruimte een kleine kas te zien met daarin levende have.Vlinderpoppen van het Groot koolwitje zullen er wor­ den opgekweekt. Zo kan de bezoeker de levenscyclus van een vlinder vol­ gen. Leden van de Natuurvereniging Zuidwolde en Werkgroep ‘t Ende zul­ len dit interessante proces gaan bege­ leiden.Voor kinderen is er een kleine aparte tentoonstelling ingericht. Samen met het IVN Consulentschap Drenthe wordt in juni de traditionele ‘Scholenweek’ op ‘t Ende gehouden. In samenwerking met de hiervoor genoemde partners wordt eind juni in en rondom ’t Ende een vlinderspeur­ tocht uitgezet waaraan basisscholen uit de gemeente De Wolden mee kunnen doen. Ruim 15 scholen hebben reeds toegezegd te zullen komen.

foto: Joop van de Merbel

Kinderactiviteiten

Stichting ‘Het Drentse Landschap’ heeft met steun van de Nationale Postcode Loterij de schilderachtige keuterij ’t Haantje in Anholt kunnen verwerven. Sinds de bouw in 1889 heeft dit boerderijtje weinig ingrijpende veranderingen ondergaan waardoor veel karakteristieke elementen bewaard zijn gebleven. Het behoud van boerderij ‘t Haantje betekent winst voor de natuur, cultuur en voor de mens. Maar u kunt ook winnen door mee te doen met de Postcode Loterij. Hier maakt u elke maand kans op duizenden prijzen. Bovendien steunt u met uw lot de projecten van ‘Het Drentse Landschap’. Pak die kans en geef zo de natuur en cultuur in Nederland extra steun.

Bel (0900) 300 1500


38

Berichten

Kortweg

5 3 6 ASSEN

1-Doldersummerveld Op het Doldersummerveld werden door diverse mensen Grote zilverreigers waargeno­ men vanaf de uitkijktoren. In totaal vijf stuks van deze exo­ tisch aandoende vogels verble­

ven enkele dagen in april in de natte delen van het terrein. Mogelijk vormden de massaal aanwezige Heikikkers in dit terrein een onweerstaanbare voedselbron.

1

EMMEN

HOOGEVEEN MEPPEL

4 2

foto: Joop van de Merbel

2-Takkenhoogte

Putter

De nieuwe uitkijkheuvel aan de rand van het natuurgebied levert een uitstekend uitzicht over het waterrijke heideter­ rein. Uit het inventarisatiever­ slag van Judith Schmidt van het vorige seizoen wordt duidelijk wat hier gedurende de zomer zo al te verwachten is. Regel­ matig werden er bijzondere vogels waargenomen zoals: Grote zilverreiger, Ooievaars, Putters en Roodborsttapuiten die er hun jongen groot bren­ gen. Uiteraard zijn er dankzij de aanwezige zwaluwwand de hele zomer Oeverzwaluwen waar te nemen. Het is prachtig om te zien hoe deze diertjes af en aan vliegen naar de nesten in de wand. Ze jagen graag op insecten boven het oppervlak van de waterpartijen in het gebied.

3-Bongeveen Uit de broedvogelinventarisatie door de vogelwerkgroep van de KNNV-Assen bleek dat er in dit reservaat voor het eerst Roodborsttapuiten en een Spotvogel hebben gebroed. In dit relatief kleine reservaat met twee vennen zitten meestal maar liefst zo’n zestig soor­ ten broedvogels. In één van de vennen is elk jaar nog een kokmeeuwenkolonie te vinden. In het verleden werden deze vogels nog wel eens als een plaag beschouwd waarbij de aantallen door het schudden van eieren binnen de perken werden gehouden. Tegenwoor­ dig zijn er nog maar zo weinig kokmeeuwenkolonies dat ze al weer jaren met rust gelaten worden. Desondanks zet de daling in aantallen nog steeds door, zodat het maar zeer de vraag is of deze soort als broed­ vogel in het Bongeveen behou­ den blijft.

4-Dalerpeel De natuurvereniging Het Stroomdal heeft zich onder meer ontfermd over de Kerkui­ len in zuidoost Drenthe. Door onderzoek, voorlichting en hulp bij het plaatsen van kas­ ten zet deze club zich in voor het verbeteren van de kerkui­ lenstand in haar werkgebied. Mensen die 5 jaar achtereen een succesvol broedgeval van een kerkuil op hun erf heb­ ben worden beloond met een oorkonde. Groot was de verras­ sing dat onze toezichthouder op Dalerpeel dhr Ep Smit, dit voorjaar een oorkonde in ontvangst mocht nemen. Dit vanwege het feit dat de opslag­ schuur van de Stichting één van die plekken is waarvandaan jaarlijks een nieuwe lichting uilskuikens kans ziet de vleu­ gels uit te slaan.


Berichten

39

5-Kleibosch In de natte delen van de Klei­ bosch werd door de onder­ zoekers De Boer en Nienhuis recent gezocht naar de zeer zeldzame Zeggekorfslak. Dit onderzoek vond plaats naar aanleiding van een recente vondst van deze, tot nu toe alleen nog maar uit ZuidNederland bekende soort, in het Leekstermeergebied. Het betreffende diertje werd niet aangetroffen maar wel werden er Slanke poelslakken aange­ troffen. De Slanke poelslak staat in de categorie kwetsbaar ver­ meld op de Rode lijst.

foto: Jaap de Vries

6-Gasterse duinen

Velduil

Dit voorjaar werden er op opvallend veel plekken in Nederland Velduilen waargeno­ men. Ook de Gasterse duinen werd vereerd met een bezoekje door deze dagactieve uilen­ soort. Op sommige dagen wer­ den er maar liefst vier tegelijk gezien. In april werd hier een Das waargenomen. Waarschijn­ lijk betrof het een zwervend exemplaar, op zoek naar een nieuwe woonplek.


40

Berichten

Archief HDL

Diversen

De Blinkerd

Kunstig afval of afvallige kunst? In het informatiecentrum De Blinkerd van Stichting ‘Het Drentse Landschap’ en Essent milieu is een bijzondere ten­ toonstelling te bezichtigen over afval. De samensteller van de expositie is Margriet Alkema. Platte blikjes, pakken melk, roestige fietsen, resten glas, resten hout en kinderspeeltjes. Het zijn slechts enkele voor­ werpen die Margriet Alkema verwerkt in haar objecten van afval. Zelf zegt ze over afval: “Afval bestaat eigenlijk niet. Afval ontstaat doordat mensen geen waarde meer voelen voor gebruikte materialen en op dit gevoel wordt door producen­ ten geraffineerd ingespeeld. Want voordat we ons hebben gerealiseerd dat we misschien geïnteresseerd zouden kunnen zijn, wordt via opdringerige, agressieve reclame de behoefte om te kopen bij ons opgewekt. En er lijkt geen ontkomen aan... We krijgen niet meer de tijd om zelf na te denken over oplossingen, zelf creatief te zijn met materialen die we al in huis hebben en bovendien niets kosten. Ondanks ons ontwik­

kelde verstand zijn wij slaven geworden van producenten en industrieën en voelen geen verbondenheid meer met de materialen die we gebruiken”. Margriet’s woede over hoe we omgaan met afval, is een grote inspiratiebron voor het verzamelen van materialen en het maken van objecten: iets lelijks wordt dan weer mooi. Margriet Alkema werd geboren in 1946 op Ameland. De natuur speelde van jongs af aan een grote rol in haar leven. Schep­ pen, creëren met als grondstof dat wat anderen wegdoen. Het verzamelen begon langs het strand, in uitgedoofde vuurtjes, op braakliggend land en ten­ slotte ook het (zwerf)afval dat op straat lag. De tentoonstelling over afval is nog het gehele jaar in De Blin­ kerd te bekijken. Zie voor een routebeschrijving bij de agenda.

Milieu terug op de agenda De afgelopen jaren heeft vooral de landelijke politiek gepro­ beerd ons te doen geloven dat er genoeg aan het milieu is gedaan. Er werden geen of nauwelijks milieumaatregelen getroffen vanuit de opstelling dat het allemaal wel mee viel. Opvallend was bijvoorbeeld dat in de behandeling van de Wet Ammoniak en Veehou­ derij (WAV) zowel de Tweede Kamer als de Provinciale Sta­ ten respectievelijk de Minister van LNV en het college van Gedeputeerde Staten (GS) hebben proberen te dwingen

de regelgeving ten gunste van de boeren te versoepelen, ten koste van het milieu. De onmin tussen de NLTO en het col­ lege van GS over dit onder­ werp staat ons nog helder op het netvlies. Door consistente Europese regelgeving bleek de versoepeling uiteindelijk niet door te kunnen gaan. Opnieuw dwingt juist de Europese Unie deze dagen Nederland om werk te maken van de bestrij­ ding van fijn stof, zoals bijvoor­ beeld roetdeeltjes uit diesel­ motoren. Doordat Nederland de maximale gehalten vrijwel overal overschrijdt, lijken tal van nieuwe ontwikkelingen zoals de aanleg van wegen, de bouw van woningen en bedrij­ venterreinen, momenteel op voorhand onmogelijk. Meteen horen we weer geklaag over de veel te strenge Europese regelgeving, in plaats van ons te bezinnen op de consequenties van ons huidige economisch handelen. Recent kwam er, via de Verenigde Naties (VN), een manifest van zo’n 1100 wetenschappers uit de hele wereld in het nieuws. Zij constateerden dat tweederde van alle ecosystemen op aarde vernietigd dreigen te worden. Dertig jaar geleden stelde de Club van Rome iets dergelijks, maar dat werd vooral de laatste jaren weggehoond. Sindsdien is de druk op onze omgeving echter alleen maar toegenomen. Wanneer leidt deze constate­ ring tot nieuw beleid, tot een ander soort economisch han­ delen? Het mag duidelijk zijn

dat op dit punt de politiek aan zet is. De Nederlandse burger heeft de afgelopen jaren ook steeds het milieu als belangrijk thema genoemd na zaken als veiligheid, migratie, inkomen en zorg. Er is dus wel degelijk draagvlak voor een funda­ mentele herbezinning op de omgang met onze leefwereld. Het is een onderwerp dat door burgers, bedrijfsleven, belan­ genorganisaties en overheid echt opgepakt hoort te worden.

Provinciale staten bezoeken natuur De commissieleden Milieu, Water en Groen hebben op 12 mei hun jaarlijkse werkbezoek gebracht aan de terreinbe­ herende natuurorganisaties (Staatsbosbeheer, Natuurmonu­ menten en ‘Het Drentse Land­ schap’). De middag werd door de Milieufederatie Drenthe georganiseerd en stond in het teken van integrale gebiedsont­ wikkeling.Voorzitter Marijke Augusteijn van de Milieufede­ ratie benadrukte in haar wel­ komstwoord dat er in Drenthe heel veel gerealiseerd is door goede samenwerking tussen alle betrokken partijen. De statenleden konden dit daarna met eigen ogen aanschouwen op het Mantingerveld, Oude Diep, De Blinkerd en Schar­ rreveld. Tijdens de evaluatie aan het einde van de middag spraken de statenleden hun waardering uit voor het werk van de natuurorganisaties en de milieufederatie. Ze bena­ drukten dat het goed is om niet


Berichten

Nieuwe landgoederenfolder De Kraus-Groeneveld Stich­ ting, Stichting ‘Het Drentse Landschap’ en Vereniging Natuurmonumenten hebben gezamenlijk de wandelfolder ‘Landgoederen bij Eelde en Paterswolde’ opnieuw uitgegeven. De route leidt de wandelaars langs de mooiste plekjes van de landgoederengordel. In de rijkelijk geïllustreerde folder wordt tevens veel achtergrond­ informatie gegeven over het ontstaan van de landgoederen

en de flora en fauna in het gebied. De totale lengte van de route is 14 kilometer, maar er kan ook een kortere afstand worden gewandeld. De wandel­ routes zijn te koop bij de VVV of te bestellen bij het rentambt van Stichting Het Drentse Landschap (0592) 31 35 52. De folder kost € 1,50 (excl. ver­ zendkosten).

Korting Peter Nijhoff arrangement In de zuidwesthoek van Dren­ the bieden acht kleinschalige B&B accommodaties al jaren het Peter Nijhoff Wandelar­ rangement aan. Het wandelar­ rangement voorziet in 3, 4 of 5 overnachtingen in karaktervolle B&B accommodaties, baga­ geservice, lunchpakketten en duidelijke routebeschrijvingen. Gedurende deze dagen kunnen de gasten het Peter Nijhoffpad lopen. Dit is een wandelroute van Natuurmonumenten door het Dwingelderveld, het Hol­ tingerveld, het Drents-Friese Wold en het Leggelderveld. De totale lengte van het pad is 62 km.In 2005 is een begin gemaakt met het Peter Nijhoff Fietsarrangement. De formule blijft dezelfde, maar de dagaf­ standen zijn natuurlijk langer (gemiddeld 50 km) dan die van het wandelarrangement. Stichting ‘Het Drentse Land­ schap’, de Vereniging Natuur­ monumenten en Staatsbosbe­ heer zijn momenteel aan het onderzoeken of samenwerking mogelijk is. ‘Het Drentse Land­ schap’ staat positief tegenover

deze ontwikkeling, omdat zij kleinschalige initiatieven zoals het Peter Nijhoff Arrangement goed vindt passen in haar eigen activiteiten. De eigenaren van de accom­ modaties stellen lezers van het kwartaalblad alvast in de gelegenheid om tegen een gereduceerd tarief kennis te maken met het Wandel- of fietsarrangement. Prijzen vanaf € 145,00 per persoon (voor kwartaalbladlezers € 130,00.). De aanbieding is geldig tot en met 31 december 2005. Kijk voor meer informatie op www. peternijhoffpad.nl of bel 0521590547.

werd dan ook getracht de ver­ beterpunten onder de aandacht te brengen. De stichting is zeer ingenomen met het initiatief van de PvdA-statenfractie en wil in de rest van dit jaar ook met andere fracties gesprekken aangaan. Het politiek dualisme maakt dat ook noodzakelijk.

De cultuurnota Inmiddels heeft de Provincie Drenthe de cultuurnota vastge­ steld. De erkenning van de rol van ‘Het Drentse Landschap’ inzake het landschap en als monumentenzorgorganisatie is uitgebleven. In brede kring wordt het als een gemis ervaren dat de koppeling ontbreekt tussen het landschap, recreatie en toerisme en de harde zaken rond het erfgoed, zoals aankoop en beheer van monumenten. In de nota is ook geen aandacht geschonken aan de problema­ tiek rond het functieverlies van de Drentse kerken. Deze zaken werden in een open en vrije discussie met een deel van de PvdA-statenfractie op 27 april j.l. besproken. Ondanks het feit dat er veel goede ontwikke­ lingen in de cultuurnota vorm hebben gekregen, kan het altijd beter.Vanuit dit perspectief

Haas

Foto’s: Geert de Vries

alleen via rapporten kennis te nemen van het beleid, maar dat een werkbezoek aan de gebie­ den een waardevolle toevoe­ ging is op de beeldvorming.

41

Rectificatie Per abuis is in het kwartaalblad 45 in het artikel over Hazen van Geert de Vries een fout bijschrift vermeld. De juiste tekst bij de foto moet zijn: ‘Een konijn heeft geen zwarte oor­ punten’.

Konijn


42

Agenda Algemeen

Vogelkijkhut Diependal De vogelhut is in principe het gehele jaar geopend, behalve als het gevroren heeft.Van 1 april tot eind september is er op zondagen meestal een vogelkenner aanwezig, die u graag het een en ander vertelt over het vogelleven op de vloei­ velden. De hut is te bereiken door vanaf het Oranje­kanaal, vlakbij de ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. Een en ander is met borden aangegeven. Wie dubbel wil genieten doet er goed aan een verrekijker mee te nemen! Lemferdinge Op landgoed Lemferdinge in Paterswolde zijn in de galerie regelmatig exposities te bezichtigen. De galerie is open van vrijdag t/m zondag 12.00-17.00 uur. Informatiecentra

De Blinkerd Vamweg te Wijster Het hele jaar open van 10.00 uur tot zonsondergang

Hijkerveld Bij de schaapskooi. Route: vanaf Hijken aangegeven met bordjes Het hele jaar open van 9.30 tot 16.30 uur

’t Ende Stapelerweg 20, De Stapel (bij De Wijk) van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur van 1 november tot en met 31 maart alleen op zondag van 11.00-17.00 uur

• •

Orvelte Dorpsstraat 1a te Orvelte van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur

Huenderhoeve Huenderweg 1. Dit is de weg tussen Wateren en Doldersum van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur van 1 november tot en met 31 maart alleen op zondag van 11.00-17.00 uur

• •

zo. 26 juni 10.00 uur Kano-excursie in het Annermoeras Met de kano door de nieuwe meanders van de Hunze. Opgave via Het Drentse Landschap, 0592-313552. Max. 20 deelnemers. zo. 26 juni 14.00 uur Schaapscheren op het Hijkerveld en het Doldersummerveld Demonstratie schaapscheren en activiteiten voor kleine en grote kinderen. Schaapskooi Hijkerveld is vanaf het dorp Hijken met bordjes aan­ gegeven. Schaapskooi Doldersum­ merveld bevindt zich aan de Huenderweg bij Doldersum. zo. 3 juli 06.00 uur Vroege vogelexcursie nabij het Oude Diep Rond zonsopgang zijn broedvogels erg actief. Tip: neem een verrekij­ ker en een vogelboek mee. Start: parkeerplaats informatiecentrum De Blinkerd, te bereiken vanaf de weg Wijster-Drijber. De Blinkerd is vanaf Spier/Wijster met bordjes aangegeven. zo. 10 juli 14.00 uur Een wandeling over de Noordes van Orvelte Gidsen laten u het esdorpenland­ schap rondom Orvelte zien. Start:VVV-gebouw, Dorpsstraat 1a, Orvelte. vr. 22 juli 19.00 uur Een zomeravondwandeling over het Nuilerveld Dwalen over het Nuilerveld op zoek naar minder bekende planten. Start: parkeerplaats aan de noord­ zijde van Pesse.Vanaf Pesse 1e weg rechts na Wok-palace. Na 1,5 km ziet u aan de linkerkant de par­ keerplaats.

foto: Johan Vos

Vertrek schaapskuddes De schaapskuddes van het Hijkerveld en het Doldersummerveld vertrekken met herder om 9.30 uur naar de heide. De kuddes zijn rond 16.30 uur weer terug bij de kooi. Zie voor routebeschrijving bij Informatiecentra.

za. 23 juli 10.30 uur Lange afstand wandeling door het Reestdal In het schitterende Reestdal is tijdens de vier uur durende wande­ ling veel te zien. Tip: neem een lunchpakket mee. Start: informatiecentrum ‘t Ende, Stapelerweg 20, De Stapel bij De Wijk. za. 30 juli 19.00 uur Een zomeravondwandeling Een wandeling langs de Reest en het Stapelerveld. Start: informatiecentrum ‘t Ende, Stapelerweg 20, De Stapel bij De Wijk.


Agenda

za. 20 augustus 14.00 uur Heide in bloei op het Doldersummerveld Gidsen laten u meegenieten van de nu in bloei staande heide. Start: schaapskooi Doldersummer­ veld, Huenderweg bij Doldersum. zo. 28 augustus 14.00 uur Archeologische fietstocht rondom Balloo Deskundigen kunnen u alles vertel­ len over de monumenten uit onze geschiedenis. Start: informatiepaneel van Het Drentse Landschap aan het Van den Muyzenbergpad, ten westen van Balloo.

za. 6 augustus 14.00 uur Natuurontwikkeling en haar bedreigingen Een excursie over het Holtherzand. Start: het grote wildrooster van het Holtherzand aan de Oude Beiler­ weg bij Holthe. za. 6 augustus 14.00 uur Steltlopers en trekvogels op Diependal Onder leiding van deskundige vogelaars op zoek naar vroege trekvogels. Start: vogelkijkhut. Deze is te bereiken door bij Speelstad Oranje de Zwarteweg in te slaan. De route is met bordjes aangegeven.

Verrekijker aan te bevelen.

za. 13 augustus 14.00 uur Waarom is het Zwarte Gat zo zwart? Gidsen nemen u mee op een rondlei­ ding door dit kleine maar fijne voor­ malig veengebied. Start: vanaf de weg HoogeveenOmmen de afslag Alteveer-Kerkenveld nemen. Richting Alteveer. Daarna 1e weg rechts (de Egge). Deze weg vol­ gen tot einde verharding. do. 18 augustus 19.30 uur Pingo’s, veen en natuurontwikkeling Dwalen door het Bongeveen. De gidsen vertellen u er alles van. Start: vanaf rotonde tussen Donderen en Peize richting Lieveren.Vervolgens 1e weg links (Scheperijen) tot zuide­ lijke ingang reservaat. Waterdicht schoeisel is gewenst.

Laarzen gewenst!

Spiegeltje en loep aanbevolen.

vr. 2 september 19.30 uur Vleermuizen van het Oude Diep Een vleermuizenexcursie rond het informatiecentrum De Blinkerd. Start: parkeerplaats van De Blin­ kerd, bij de kiosk aan het VAMkanaal. Bereikbaar vanaf de weg Wijster-Drijber.Vanaf de A28 (Spier/Wijster) met bordjes aan­ gegeven. za. 3 september 14.00 uur Dekzand, veen en heide in beekdal van de Reest Gidsen leggen u de ontwikkeling van deze grensbeek uit. Start: Nieuwe Dijk tegenover huis nr. 26. Op de secundaire weg Zuid­ wolde-Balkbrug staat ter hoogte van de brug rechtsaf de Meeuwen­ plas aangegeven. Deze weg volgen tot huisnummer 26.

Eigen fiets meenemen

43

zo. 11 september 14.00 uur De houtwallen op en nabij Kampsheide De gidsen vertellen u over de func­ tie en natuurwaarden van houtwal­ len in dit gebied. Start: informatiepaneel van Het Drentse Landschap aan het Van den Muyzenbergpad, ten westen van Balloo. zo. 18 september 14.00 uur Flora en fauna Boerenveensche Plassen Samen met gidsen op zoek naar bijzondere planten en een goede kans op het zien van diverse soor­ ten trekvogels. Start: achter de hervormde kerk die ligt aan de weg Hoogeveen-Pesse. zo. 18 september 14.00 uur Fietsexcursie langs de Hunze Samen met een gids fietst u langs nieuwe natuurgebieden van het Hunzedal. Start: parkeerplaats café ‘t Keerpunt te Spijkerboor. zo. 25 september 11.00 - 14.00 uur Lopen in het Landschap Op stap met gidsen in mooie natuurgebieden van Het Drentse Landschap. Dit jaar kunt u mee naar Orvelte, Doldersummerveld en Drouwenerzand. Voor meer informatie: www.drentslandschap.nl, of bel Het Drentse Landschap: 0592-313552.

Activiteiten speciaal gericht op kinderen.


Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Koninklijke Boom UITGEVERS Meppel (0522) 26 61 11 Aannemingsbedrijf VEDDER BV Eext (0592) 26 26 20 Grond-, weg- en waterbouw Bouwbedrijf H. Poortman Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw ROYAL HASKONING Nijmegen (024) 328 42 84 Adviesbureau voor water en milieu GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau ABN AMRO BANK N.V. Assen (0592) 33 33 00 De bank voor Drenthe ESSENT MILIEU Wijster (0593) 56 39 39 Inzameling, hergebruik en verwerking van afvalstoffen NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij Havesathe ‘de Havixhorst’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant NV Waterleidingmaatschappij ‘Drenthe’ Assen (0592) 85 45 00 Als je de kraan opendraait... Buro Hollema Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT HOLLAND CASINO Groningen Groningen (050) 317 23 17 Een mooie gelegenheid om uit te gaan ARCADIS Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie) Hulzebosch grondwerken B.V. Beilen (0593) 52 21 39 Natuurbouw, grond-, straat- en rioleringswerk, leverantie van zand en grind KADASTER DIRECTIE NOORD Assen (0592) 30 48 88 Bevordert de rechtszekerheid bij het maatschappelijk verkeer in vastgoed christiaan deN DEKKER b.v. Lisse (0252) 41 86 50 De ecologische aanpak in waterbodemsanering Quercus Boomverzorging en Advisering Gasselte (0592) 26 11 71 Uw bomen, onze zorg N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 368 86 88 Wees wijs met water Buning Wegenbouw B.V. Zuidwolde (0528) 37 31 64 Grond-, straat- en rioleringwerkzaamheden. Levering zand

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Nationale Postcode Loterij Amsterdam (0900) 300 15 00 Ma. t/m vr. 09.00 - 21.00 uur Loterij voor mens en natuur RTV Drenthe Assen (0592) 33 80 80 Radio Drenthe,TV Drenthe, RTV Drenthe Programmablad Stichting Publieksvoorlichting NOTARIAAT DRENTHE Postbus 1 – 7860 AA Oosterhesselen Namens de gezamenlijke notarissen in Drenthe KONINKLIJKE VAN GORCUM BV Uitgeverij/grafisch bedrijf Assen (0592) 37 95 55 Bureau B + O ARCHITECTEN Rheebruggen (0521) 35 10 14 BORK B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 Sloopwerken, asbestsanering en puinrecycling DE ROO DRENTE BV Stadskanaal (0599) 61 28 52 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen HARWIG Installatiegroep Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Elektrotechniek, cv/sanitair, telematica, beveiliging DAGBLAD VAN HET NOORDEN Groningen (050) 584 44 44 BARSINGERHORN CONSULTANCY Delfzijl (0596) 61 22 66 Training en coachen van personeel en organisatieadvies BTL UITVOERING Vestiging Emmen (0591) 63 00 80 www.btl.nl Aanleg en onderhoud van stedelijk/landschappelijk groen en historische buitenplaatsen Architectenbureau Wouda & van der schaaf Meppel (0522) 25 57 96 DESTIC KUNSTSTOFFEN B.V. Veendam (0598) 61 45 64 Productontwikkeling, displays, bewerkingen, inrichting en presentaties JBF multi media Communicatie Groningen (050) 313 59 20 De Verhalenvertellers Concordia bouwmaterialenhandel Meppel (0522) 25 36 31 Hout- en bouwmaterialenhandel oosterhuis bv Nijeveen (0522) 49 16 86 Loonbedrijf - Aannemersbedrijf g.w.w. - Landschapswerk VAN DER ZEE Vleesgrootverbruik Emmen (0591) 63 70 01 Leverancier van vlees, vleeswaren, kaas, wild en gevogelte WOONCONCEPT Meppel (0800) 61 62 Meer dan wonen EELERWOUDE Oosterwolde (0516) 52 30 62 Natuurlijk ruimte voor groen HERFST en HELDER b.v Lelystad (0320) 26 06 16 Verf van goede huize

Stichting ‘Het Drentse Landschap’ zet zich in voor het behoud van de Drentse natuur en maakt zich sterk voor het in stand houden van ons culturele erfgoed. Dit doet ze door het aankopen en beheren van natuurterreinen en cultuurhistorisch waardevolle objecten. Stichting ‘Het Drentse Landschap’ behartigt ook de belangen van:

• Stichting Drentse Boerderijen • Stichting Oude Drentse Kerken • Stichting Orvelte • Stichting Lemferdinge


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.