Kwartaalblad nr.48

Page 1

Kwartaalblad dec. 2005 no. 48

Kampsheide

48


Kwartaalblad van de Stichting Het Drentse Landschap Uitgave Stichting Het Drentse Landschap Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89 e-mail: mail@drentslandschap.nl Web-site: www.drentslandschap.nl Bankrek. nr. 43.97.50.962 Redactie E.W.G. van der Bilt, J.D.D. Hofman, S.S. van der Meer, m.m.v. J.G. Schenkenberg van Mierop en B. Zoer Vormgeving Albert Rademaker BNO, Annen Grafische productie Koninklijke van Gorcum BV, Assen Omslag Kampsheide (Archief HDL)

3

Kom er even voor zitten

4

Op de bres voor de Jeneverbes

Het Drentse Landschap is een uitgave van de Stichting Het Drentse Landschap. Het geeft informatie over de terrein­ bezittingen en activiteiten van de Stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de begunstigers van het Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage € 17,50 per jaar. Begunstiger voor het leven € 400,– .

8

Andere giften  Indien het totaal van uw giften in enig jaar zowel 1% van uw drempelinkomen als ook € 60,– te boven gaat, is het meerdere aftrekbaar voor de inkomstenbelasting tot ten hoogste 10% van het drempelinkomen. Het Drentse Landschap is voor schenkingen binnen twee jaar tot in totaal € 4303,– (voor 2005) vrijgesteld van schenkingsrecht. Voor grotere bedragen geldt voor de Stichting het speciale lage tarief van 8% over het gehele bedrag. Legaten of erfstellingen  Tot een bedrag van € 8602,– (voor 2005) is Het Drentse Land­schap geen successierechten verschuldigd. Voor grotere bedragen geldt voor de Stichting het speciale lage tarief van 8% over het gehele bedrag.

Jan van Genkel

Albert Dragt stopt . . .

— interview

10

Sonja van der Meer

Boerderij ‘t Haantje

— erfgoed

Esther Jelgersma en Hans Ladrak

13

NPL

14

Bosmuis

— fauna

16

Bertil Zoer

Fruitbomen op het boerenerf

— erfgoed

18

Als u Het Drentse Landschap extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze: Periodieke gift  In plaats van of naast uw begunstigersbijdrage. Dit is een voor de inkomstenbelasting volledig aftrekbare periodieke bijdrage, die u voor minimaal 5 jaar met een eenvoudige notariële akte toezegt. Voor bijdragen van € 50,– en hoger per jaar regelt en betaalt de Stichting de akte. Het kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de hoogte te houden van Het Drentse Landschap.

— flora

ISSN 1380-3263 Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van de Stichting Het Drentse Landschap.

— bestuursberichten

Jacqueline Muffels en Jelle de Vries

Noordse winterjuffer

— fauna

René Manger

20

WMD

21

Het Zwarte Gat

— wandelroute

25

Een lege plek om achter te blijven

— gedicht

26

Rutger Kopland

Drijvende waterweegbree

— flora

28

Bertus Boivin/Eric van der Bilt

Eef Arnolds

Grove den

— flora

Geert de Vries

30

Stichting A.V.J. den Hartogh Fonds Eric van der Bilt

31

Aankopen

32

Help de Blauwborst

33

Kortweg

42

Agenda

— berichten


Bestuursberichten

3

Kom er even voor zitten . . . Onbetaalde onbetaalbare hulp In dit laatste kwartaalblad van 2005 treft u een ontroerend interview aan met Albert Dragt, één van onze vrijwilligers. Maar wel een heel bijzondere, want Albert heeft zich maar liefst 35 jaar met hart en ziel ingezet voor de Stichting Het Drentse Landschap. Een goede aanleiding om ook eens de spotlights te richten op al onze 200 vrijwilligers. Hun werk is namelijk zeer wezenlijk, zo niet onmisbaar voor onze stichting en niet in geld uit te drukken. De werkzaamheden die ze verrichten zijn uitermate divers. Ze organiseren wandeltochten en speurtochten voor kinderen, bemannen de stand van de Stichting Het Drentse Landschap bij evenementen, tellen vogels, vlinders en slangen, geven rondleidingen, houden toezicht op vogelkijkhutten en hunebedden, leveren hand- en spandiensten op kantoor, verzorgen lezingen, maken foto’s, dia’s en films, schrijven artikelen voor het kwartaalblad of scheperen een schaapskudde. Door hun veelvuldig contact met de ‘buitenwereld’ zijn ze in veel gevallen het gezicht van de stichting. Geven ze de Stichting Het Drentse Landschap een menselijk gezicht. Het is duidelijk, we kunnen niet zonder vrijwilligers. Maar dan moeten die er natuurlijk wel zijn. En dat is niet meer zo vanzelfsprekend als het was. De belangstelling voor vrijwilligerswerk in het algemeen neemt af. Dertigers en veertigers hebben het vaak te druk met hun werk en hun gezin en actieve senioren gaan soms liever golfen dan zich te binden aan vrijwilligerswerk.

archief: HDL

Gelukkig heeft de Stichting Het Drentse Landschap op dat vlak vooralsnog geen klagen. Wij kunnen rekenen op een zeer trouwe schare vrijwilligers en op een regelmatig aanbod. Veel van onze vrijwilligers beschikken over gespecialiseerde kennis op heel verschillende terreinen. Er zijn kenners van Boomkikkers onder, maar ook van oude Drentse boerderijen, van ecologie en van archeologie, van vleermuizen en Adders, van esdorpen en van bepaalde natuurterreinen. Die belangstelling of beter gezegd die passie voor deze onderwerpen weten ze met verve over te dragen op hun publiek. Daardoor zijn ze de allerbeste ambassadeurs van Het Drentse Landschap. Alle reden om ze met dit voorwoord eens in het zonnetje te zetten!

Aleid Rensen Voorzitter Stichting Het Drentse Landschap


4

Terreinbeschrijving

Op de bres voor de Jeneverbes Jan van Ginkel*

Over de toekomst van de Jeneverbes werd medio 2004 alarm geslagen door het rapport ‘Jeneverbes in de verdrukking´ van het Wageningse onderzoeksinstituut Alterra. De struik zou uit Nederland verdwijnen als er niet gedegen wordt ingegrepen. Het Jeneverbesgilde Drenthe is in 2005 opgericht om door onderzoek meer te weten te komen over deze karakteristieke struik van de Drentse heide. Ook probeert

Archief HDL

het gilde bij het publiek meer aandacht te krijgen voor de Jeneverbes.

Een belangrijk moment in Drenthe was de opheffing van de schaapskuddes in de eerste decennia van de 20e eeuw. Langs de verstoven schapendriften en op de door overbeweiding van de heide ontstane zandverstuivingen slaagde de Jeneverbes erin zich massaal te vestigen. In De Palms bij Meppen, nu een reservaat van Het Drentse Landschap, werd die vestiging bevorderd door het intensief bereden tracé van karrensporen waarvan het kale zand de Jeneverbes een goed kiembed bood. Op het Drouwenerzand komen de meeste struiken voor op plekken waar eens het zand was blootgesteld aan weer en wind. Ook in het Hijkerveld staan de Jeneverbessen op de voormalige zandverstuiving. In het vervolg van de 20e eeuw is met de opkomst van de moderne landbouw de Jeneverbes achteruitgegaan. Daar de struwelen goede broedgelegenheid geven aan onder andere Goudvink, Kneu en Staartmees en zij een microklimaat scheppen waarin bepaalde varens, mossen en paddestoelen zich welbevinden, wordt de teloorgang niet alleen om de struik zelf betreurd; een specifieke levensgemeenschap wordt bedreigd. Mannetjes en vrouwtjes

Scheper Noordhuis met zijn kudde op de Pieterberg bij Westerbork ca. 1965

Drouwenerzand >

De Jeneverbes (Juniperus communis) voelde zich uitstekend thuis in het kale zandige landschap van Drenthe, zo’n 12.000 jaar geleden, aan het eind van de laatste ijstijd. Drenthe raakte echter van lieverlede bedekt met bos en daarin gedijt de Jeneverbes niet. Maar ook door klimaatveranderingen en door de mens heeft de Jeneverbes perioden van bloei en neergang gekend. Sterke uitbreidingen vonden plaats in de bronstijd en na de Middeleeuwen toen er door intensief landgebruik op grote schaal zandverstuivingen ontstonden.

De Jeneverbes kent mannelijke en vrouwelijke exemplaren; zulke tweehuizige soorten zie je niet veel in de plantenwereld. De struiken kunnen wel 100 tot 200 jaar oud worden en beginnen pas rond hun tiende jaar te bloeien. Sommige struiken bloeien pas op nog latere leeftijd. Jonge en sterk beschaduwde bestanden kennen een groot aandeel steriele planten. De voortplanting van de Jeneverbes verloopt traag. Vrouwelijke bloemen worden pas een jaar na de bestuiving bevrucht. Dan ontwikkelt zich een groene bes die er twee


foto: Jaap de Vries


6

foto: Jan van Ginkel

Drouwenerzand

jaar over doet om in een blauwzwarte bes te veranderen. De rijpe bessen vallen op de grond of worden door vogels verspreid.Voordat de zaden, drie per bes, kunnen kiemen hebben ze eerst een warmte- en koudeperiode nodig. De warmteperiode zorgt voor afbraak van de harde zaadhuid en de koudeperiode stimuleert de kieming.

foto: Joop van de Merbel

Vergrijzing

Goudvink

De meeste struwelen in Drenthe zijn tussen de 80 en 100 jaar oud, maar als ze vrij van overgroeiing blijven, kunnen ze wel meer dan 250 jaar oud worden! Een van de vraagstukken waar het gilde zich mee bezighoudt is de verjonging van de Jeneverbes. Na lang zoeken werden in De Palms en het Drouwenerzand heel jonge struikjes ontdekt. Het vreemde is echter dat tussen heel oud en heel jong de generaties ontbreken. Heeft dat te maken met luchtvervuiling waardoor de grond te zuur en te stikstofrijk wordt? Leven Jeneverbessen samen met schimmels die voor die veranderingen in de bodem extra gevoelig zijn? We weten het (nog) niet. Belangrijke factoren die de kieming beperken kunnen ook zijn: een beperkt aanbod aan kiemkrachtige zaden, vergrassing en vermossing van stuifzand en daardoor concurrentie en gebrek aan open (stuif)zand. Om uitdroging van de kiemende zaden te voorkomen is het van belang dat de bessen worden bedekt met zand. In levende stuifzanden gebeurt dat op natuurlijke wijze door overstuiving. Na bedekking hebben kiemende zaden zeker een jaar nodig om zich te ontwikkelen. In het jongste stadium zijn de plantjes kwetsbaar voor begrazing door vee en Konijnen. Daarna veranderen de zachte naalden in scherpe stekels.Vraat van zaden door

muizen en kevers, schaduw en concurrentie van bomen, brand en stormen plegen aanslagen op de struwelen en de verjonging. Beheer

Verjonging van de struiken is ook mogelijk wanneer tot op de bodem uitgezakte takken deels met grond overdekt raken, daar wortels gaan vormen en zich opnieuw oprichten (afleggers).Vooral door ijzel of een zwaar sneeuwdek kan zich dit voordoen. Je vermoedt dan rampzalige gevolgen, maar de struiken blijken zich daarvan goed te kunnen herstellen en zich zo eigenlijk te vermeerderen. In veel gevallen is het aan de buitenkant van een omvangrijk bosje niet te zien of er sprake is van ĂŠĂŠn struik of enkele struiken of dat het om tientallen door afleggers gevormde nieuwe struiken gaat. Het dichte struweel van De Palms is mede door deze afleggers vrijwel ontoegankelijk en vormt daardoor een aantrekkelijk gebied voor diverse dieren. De Jeneverbes is zeer gevoelig voor brand. Na menige heidebrand, in het verleden vaak opzettelijk veroorzaakt om de heide te verjongen, zijn ter plaatse de Jeneverbessen voorgoed verdwenen. Het plaggen van vergraste bodems biedt een grotere kans op vestiging. Begrazing in combinatie met plaggen veroorzaakt bodemdynamiek en mogelijk lokale verstuiving waarvan de Jeneverbes kan profiteren. Drentse namen

Op veel plaatsen in Drenthe noemt men de Jeneverbes palm, palmboom of palmbos. Maar er zijn nog veel meer Drentse namen, zoals damberen en waogholt.


Terreinbeschrijving

7

De Jeneverbes speelde een rol in het volksgeloof en zijn producten werden op verschillende manieren gebruikt. Archeologen vonden bij diverse opgravingen onder meer bessen en naalden maar ook een gesneden houten kraal uit de prehistorie. In de jeneverbesstruiken en in grafheuvels woonden de witte wieven. Kampsheide is berucht om deze combinatie. Talrijk zijn de ontmoetingen tussen deze heksen en de handelaar, boer of knecht die zich ’s nachts over de heide naar huis spoedde. Juist in maanverlichte nachten, als de nevel over de struiken zweefde, kwamen de toverkollen tevoorschijn om weer te verdwijnen bij zonsopkomst, als de mistflarden zich terugtrokken in het jeneverbesstruweel. Wie door de schrik bevangen hijgend zijn huis binnenviel, vertelde hoe hij ternauwernood ontsnapte aan de grijpgrage armen van de witte wieven. Want ja, een grote kerel liet zich toch geen angst aanjagen door een inbeelding! Nu doen we die verhalen snel af als bijgeloof en onzin. Wie de moed heeft ’s nachts door de struwelen te dwalen zal toch makkelijk bevangen worden door de mysterieuze sfeer van het jeneverbessenbos. De struiken hebben grillige vormen, lang en slank als een cypres, of breed en gedrongen, compact of uit elkaar gevallen, spookgestalten met wonderlijk gevormde armen en benen.

Stichting Het Drentse Landschap beheert De Palms, een heideterrein vol Jeneverbessen dat al op de Franse kaart van 1811 werd aangeduid als Mepperpalmer Zand. Tot ver in de vorige eeuw was het in Meppen en omstreken het gebruik om een stevige ‘palmtak’ te snijden als groene draagstok voor de palmhaan en zijn versiering van slingers, noten, vruchten en eieren. Met Palmpasen gingen de kinderen in groepjes de huizen langs om hun ‘haontie op een stokkie’ te tonen en in ruil voor een liedje iets lekkers te ontvangen. De tak van de Jeneverbes, het broodhaantje, de noten en de eieren verwijzen alle naar de nieuwe lente en naar vruchtbaarheid. De Jeneverbes werd als altijd groene plant ook het eeuwige leven toegedicht. Geen wonder dat men juist op begraafplaatsen veel gebruik maakt van de troostende uitwerking van groenblijvers als de Jeneverbes en Taxus. Bij bruiloften en dorpsfeesten versierden de bewoners van Meppen en dorpen in de wijde omgeving hun poorten, bogen en wagens met Jeneverbes. Dat betekende dat er jaarlijks karrenvrachten takken uit De Palms werden gehaald. Totdat de Jeneverbes wettelijk beschermd werd en de snoei verboden. We zijn op zoek naar verhalen over de Jeneverbes.Wie heeft er vroeger mee gewerkt? Welke delen werden gebruikt en waarvoor? Wie weet Jeneverbessen te staan op wellicht vergeten plekken? Wie antwoorden weet of anderszins een bijdrage wil leveren aan een goede toekomst voor de Jeneverbes kan zich melden bij jan@veldwerknederland.nl. of bij Het Drentse Landschap. Meer informatie op www.jeneverbesgilde.nl.

foto: Jan van Ginkel

Witte wieven

Op zondag 22 januari organiseert Stichting Het Drentse Landschap om 14.00 uur een excursie over het Drouwenerzand. Onderweg kunnen de wandelaars en hun kinderen Waggel Jan tegenkomen, een zwerver uit eind 19e eeuw. Hij verzamelde voor apothekers en jeneverstokers de bessen van de jeneverbesstruik: waggelbossie. Vandaar Waggel Jan. Vertrek vanaf de receptie van bungalowpark Drouwenerzand, Gasselterweg 7, Drouwen.

* J.W.H. van Ginkel is lid van het Jeneverbesgilde en is werkzaam bij Stichting Veldwerk Nederland.

(Noot van de redactie: Over de Jeneverbes is eerder geschreven in dit kwartaalblad in nr. 16, december 1997)


8

Interview

Albert Dragt stopt na 35 jaar Sonja van der Meer*

Een interview met Albert Dragt (75) kan alleen maar plaatsvinden in het Reestdal, een gebied waar hij geboren en getogen is en waar hij zoveel voetsporen heeft liggen. De vrijwilliger van het allereerste uur stopt na 35 jaar met zijn werkzaamheden voor Het Drentse Landschap. Okay, hij zal in 2006 nog een paar lezingen voor de stichting geven, maar dat is het dan ook. Dragt wil meer uitstapjes met zijn vrouw gaan maken. Want daar was de afgelopen jaren altijd weinig tijd voor. Als gids gaf hij dit jaar maar liefst 30 lezingen en excursies over zijn geliefde onderwerp de Reest. Saai? Absoluut niet. Elke wandeling roept

Albert Dragt werd in 1930 geboren op Rabbinge 4, een boerderij die nu in beheer van Het Drentse Landschap is. Als we er tijdens het interview langslopen weet Dragt nog precies te vertellen hoe het er hier uit zag toen hij jong was. Maar dat geldt niet alleen voor zijn geboorteplek. Bij elk pad, bosje of stuk land in het gebied staan we bijna stil omdat Albert zich iets herinnert. “Mijn excursies duren ook altijd veel langer dan gepland”, verontschuldigt Dragt zich meteen als ik hem complimenteer over zijn gedetailleerde beschrijvingen. “Heel veel mensen weten niet hoe het hier is geweest. Ik merk vaak dat ze het leuk vinden om te horen hoe wij hier vroeger woonden en leefden”. Albert Dragt weet heel veel. Niet alleen over de cultuurhistorie van het Reestdal maar ook over de flora en fauna. Een opmerkelijk gegeven als je bedenkt dat hij bijna 40 jaar automonteur is geweest. Het had ook allemaal anders moeten lopen, maar de Tweede Wereldoorlog zette een forse streep door zijn plannen om boswachter te worden. Hij kwam als boerenknecht te werken bij zijn oom op de boerderij. Hier groeide zijn liefde voor de natuur uit tot een grote passie. “Meester

foto: Harry Cock

nieuwe herinneringen en verhalen op.


Interview

9

vrijwilligerswerk Remmelts leerde mij op de lagere school al heel veel over de natuur.Vaak kreeg ik opdrachtjes van hem ‘Albert, zoek jij maar even uilenballen voor de les van morgen’, zei hij dan. Na schooltijd zwierf ik dan uren door het bos. Later toen ik bij mijn oom op de boerderij kwam werken, leerde ik de wonderen van de natuur pas echt goed kennen”. Genieten

Albert’s oom was een bijzondere boer. Hij had een totaal eigen manier van met de natuur om te gaan. Niet alleen in woorden – hij had eigen namen voor de planten en dieren – maar ook in daden. Zo moesten de eerste legsels worden geraapt van bijvoorbeeld Kieviten en Wulpen, maar maakte hij Albert ook duidelijk dat hij het niet in zijn hoofd moest halen om de latere broedsels uit het nest te halen. Ondanks dat oom Dragt vaak vertelde over de schoonheid van de natuur en hoe die moest worden behouden, had hij niet zoveel op met natuurbeschermers. Hun land lag er altijd ‘rauw bie’, oftewel het was niet zo glad en fluweelachtig als de boeren hun land altijd verzorgden. Het boerenleven was zwaar en hard, vond Albert. Nooit was het werk gedaan. Het verblijf bij zijn oom maakte hem al snel duidelijk dat hij geen boer wilde worden, tot grote teleurstelling van de familie. Albert wist wel wat hij wel wilde. “Als er even tijd over was dan lag ik achter de boerderij in een bosje te gluren. Bijvoorbeeld naar een Vos die op jacht ging en niet in de gaten had dat hij daarbij vlak langs een nestje

met jonge Patrijzen kwam. Of naar een Ree met jongen. Geweldige momenten waren dat”. De gids onderbreekt zijn verhaal om me te wijzen op een Ree die in een van de graslanden lekker ligt te herkauwen. “Is het niet geweldig”, reageert hij enthousiast. “Het is net alsof ze er speciaal is gaan liggen”. Het onderwerp boswachter komt tijdens de wandeling niet meer ter sprake. Albert trouwde na de oorlog en er werden drie dochters geboren. Zijn liefde voor de natuur bloeide later weer op toen hij in contact kwam met Het Drentse Landschap, eind jaren ‘60 van de vorige eeuw. Verleden

Albert werd lid van de Natuurbescher­ mingsvereniging IJhorst-Staphorst. Eerst als jeugdleider, later was hij nog 30 jaar bestuurslid. Door de toenmalige directeur van Het Drentse Landschap, Dolf Gijtenbeek, kwam hij in aanraking met de stichting. Sindsdien heeft hij elk jaar een rapport over zijn waarnemingen in het Reestdal gestuurd, 35 in totaal. Het landschap is in al die jaren niet veel veranderd. Wel de flora en fauna.Veel soorten zijn verdwenen, maar dat is volgens de Reestkenner van alle tijden. Hij herinnert zich bijvoorbeeld nog heel goed dat er vroeger grote heidevelden rond de Reest lagen. “Het landschap was open met hier en daar een bosje”, vertelt hij terwijl we lopen over het kerkenpad van Oud Avereest naar Ten Kaat. “Dit pad was er toen ook al, maar er was ook een weg over de heide richting Zuidwolde. Die is er niet meer; het zijn nu gras- of akkerlanden. Ook

waren er veel Jeneverbessen. Deze werden rond 1910 zelfs nog gekapt voor het paasvuur! Nu zouden we al blij zijn als er nog één zou staan”. Onderwijs

Het vrijwilligerswerk voor Stichting Het Drentse Landschap heeft hij altijd met ontzettend veel plezier gedaan. In het begin deed hij alleen inventarisaties, maar vanaf de jaren ’80 van de vorige eeuw ook excursies en lezingen. Hij werd hiervoor gevraagd door Lex Ernst die toen directeur van de stichting was. Hij wist dat Albert Dragt ook onderwijzer was aan de zondagsschool en moet gedacht hebben dat dat voldoende moest zijn om een groep rond te leiden. En dat was ook zo. Hij bleek een natuurlijke gave te hebben om mensen te boeien. Wie wel eens bij zijn lezingen of excursies is geweest, weet dat het vaak muisstil is en dat de aanwezigen zeer gebiologeerd luisteren. Het Drentse Landschap krijgt nog steeds regelmatig een verzoek voor een excursie of lezing van Albert Dragt. Het is een van de redenen waarom hij in 2006 nog een paar keer optreedt. “Ik vind het zo ontzettend mooi werk om te doen omdat ik weet dat mensen ervan genieten. Het is moeilijk om na zoveel jaar afscheid te nemen; ik heb altijd met veel plezier voor de stichting gewerkt. Maar het is mooi geweest. Nu ga ik met mijn vrouw uitstapjes maken en samen genieten van de schoonheid van de natuur.” * Drs. S. van der Meer is Hoofd Communicatie van Stichting Het Drentse Landschap.


10

Erfgoed

Boerderij ‘t Haantje Esther Jelgersma en Hans Ladrak*

Op een zeer gelukkige wijze is de stichting in het bezit gekomen van een keuterij in het piepkleine Anholt. Dit boerderijtje uit 1889 is in een vrijwel onveranderde staat aan Het Drentse Landschap overgedragen. De laatste eigenaren, Peter en Ine Schukking, namen dit besluit omdat ze het belangrijk vonden dat het oorspronkelijke karakter van het pand behouden zou blijven. In 2006 zullen naar alle waarschijnlijkheid de restauratiewerkzaamheden kunnen

Het zeer idyllisch gelegen boerderijtje ’t Haantje is niet heel oud en ook niet bepaald monumentaal. Wat het bijzonder maakt is dat de buitenkant er in 1889 niet veel anders uitgezien zal hebben dan nu. Dit zie je tegenwoordig niet vaak meer omdat we in deze eeuw heel andere eisen stellen aan wonen dan vroeger. De meeste boerderijtjes zijn dan ook ingrijpend veranderd om aan nieuwe comfortnormen te voldoen.Voor Anholt nummer 10 geldt dat het behoud van het oorspronkelijke karakter meerdere redenen heeft. Annet en Wim Schukking kochten het boerderijtje

foto: Joop van de Merbel

starten.


Erfgoed

in 1966 van mevrouw J. WaningeNijsingh. In eerste instantie had mevrouw Schukking wat gereserveerd gereageerd op de aankoop. Ze vond het pand donker en ook wat bouwvallig overkomen. In 1967 hebben ze een paar kleine veranderingen aangebracht ter verbetering van het wooncomfort: een nieuw rieten dak, slaapkamertjes in de deel, een wasgelegenheid en een toilet. De aanpassingen waren genoeg om te voldoen aan de nieuwe bestemming als vakantiewoning. Omdat het huis niet permanent bewoond werd waren de comforteisen minder groot. Hierdoor heeft ’t Haantje geen grootschalige verbouwingen ondergaan en zijn veel cultuurhistorisch waardevolle elementen behouden. Annet en Wim Schukking, hun kinderen en daarna hun kleinkinderen, hebben de laatste 38 jaar vele vakanties in ’t Haantje doorgebracht. Peter Schukking, zoon van Wim, vertelt: “Mijn ouders genoten van de boerderij, ontvingen er dikwijls familieleden en gasten. Ook verhuurden ze het huis aan bevriende gezinnen met kinderen”. De belangstelling was groot en al snel kon de familie Schukking niet meer terecht in hun eigen boerderij. Om die reden bouwden ze in 1973 een tuinhuis achter het huis. Een tuinhuis dat door zijn vorm aan een hooiberg deed denken, zeshoekig, en door hen ook zo genoemd. 116 jaar bewoners

De naam keuter komt van kote: een boerderij met weinig of geen rechten. In 1950 behoorden ongeveer 6.000 van de ruim 18.000 boeren in Drenthe

tot de keuters. Een keuterboer had niet meer dan 5 ha land, was landbouwer van beroep maar kon daar niet helemaal van rondkomen. Hij was dus ook op neveninkomsten aangewezen. In de loop van de 18e en 19e eeuw begint het aantal keuterijen in Drenthe behoorlijk toe te nemen. Het is niet bekend hoeveel keuterijen uit de 18e eeuw bewaard zijn gebleven. Voor zover te overzien stammen de meeste uit de 19e eeuw. Dit is dus ook het geval met keuterij Anholt 10. Vanaf de bouw in 1889 tot aan 1966 is de boerderij via vererving steeds in bezit van de familie Nijsingh geweest. Van Jan en Geert Roelofs Nijsingh in 1889 tot aan Jantje Waninge-Nijsingh in 1966. De Nijsinghfamilie heeft er altijd pachters in laten wonen. In het honderdzestienjarige bestaan van de boerderij hebben er veel verschillende bewoners in de bedsteden geslapen. In de oude bevolkingsregisters van Anholt die in het gemeentehuis in Zuidwolde liggen opgeslagen, staan alle oudbewoners vermeld. Onder andere de gezinnen Jonkers, Udinga, Hoogen­ kamp, Mager, Koster en Scheper hebben er gewoond. Het gezin Scheper woonde er vanaf 1943 tot aan 1966: Koop, zijn vrouw Magdalena van Essen en dochter Grietje. Efficiënt

Grietje Donker-Scheper woont tegenwoordig met haar man Geert in IJhorst. Ze vertelt me tijdens mijn bezoek over de tijd dat zij er woonde met haar ouders.Van 1943, toen 12 jaar oud, tot aan haar trouwen in 1955

woonde ze er. Aan de hand van recente foto’s geeft ze aan hoe het vroeger was. Zo is in de opslagplaats nu een keukentje geplaatst. Vroeger was er geen aparte keuken. Alles werd in de woonkamer gedaan, slapen, eten, koken en afwassen. Afwassen in een teiltje op de eettafel met water uit de put en later uit de pomp in de pompstraat. Koken deed de familie Scheper op het fornuis dat tussen de twee ramen tegen de voorgevel stond. Er was toen nog een lemen vloer met een dun laagje cement. Hier lagen kokosmattenlopers en stukken zeil op. Het toilet was buiten op ’t erf en later in de schuur naast de boerderij. De deel werd ongelooflijk efficiënt gebruikt. Iedere centimeter werd benut. Links achterin de pinken, iets daarvoor de geit en daarvóór de kidde, een klein paard. Rechts achterin waren de varkenshokken en dáárvoor stonden de vijf koeien, met de koppen naar binnen gericht. Tússen al deze dieren lag het hooi en het koren. Er liep een mooi gangetje van de zijbaanderdeuren naar de pompstraat met daaraan de deur naar het woongedeelte. Het is als een puzzel. Koop Scheper had naast zijn huis en erf 4 ha in pacht. Voor het huis was de moestuin en links naast de boerderij was de akker. Hier werden aardappelen, bieten, haver en rogge verbouwd. Rogge voor het brood, haver voor het voer van de dieren. Alles voor eigen gebruik. De eieren van de ongeveer vijftig kippen zorgden voor extra inkomsten naast het loon dat Koop Scheper verdiende bij Nijsingh.

11


12

Erfgoed

De constructie

De hoofdconstructie van deze boerderij bestaat uit vier dekbalkgebinten en één ankerbalkgebint. Bij een ankerbalkconstructie is de horizontale dwarsverbinding tussen de stijlen door de stijlen heen gestoken. De vier dekbalkgebinten zijn van grenenhout. Ze zijn genummerd met gehakte telmerken. Het vijfde gebint, het ankerbalkgebint, is van eikenhout. Het is duidelijk hergebruikt en moet afkomstig zijn van een grote boerderij die blijkbaar afgebroken is. In het hout zijn hiervan verschillende sporen te zien waaronder gaten voor staken die erop duiden dat de ankerbalk deel uitmaakte van een gevel die met lemen wanden ingevuld was. Het zou interessant zijn na te gaan waar dit gebint vandaan komt, hoe oud het is en in welke constructieve context het gefunctioneerd heeft. Het Drentse Landschap is bijzonder blij met ‘t Haantje.Van dit type boerderij zijn er niet veel meer over. Lange tijd was er vooral waardering voor erfgoed dat meer rijkdom uitstraalde. Gelukkig zijn de meningen hierover veranderd. Keuterijen horen ten slotte ook bij het Drentse erfgoed. Het komende jaar zal worden benut om voor ’t Haantje een bouwhistorisch onderzoek te laten uitvoeren en plannen te maken voor de restauratie. Wie nog even wil genieten van het oude Haantje kan de boerderij als vakantiewoning huren. Hierover kunt u contact opnemen met mevrouw Semler, (0593) 59 22 94. * E. Jelgersma is een historisch geïnteresseerde vrijwilligster van Stichting Het Drentse Landschap. H. Ladrak is bouwkundig historicus. Wilt u wakker worden in de stilte? ‘t Haantje is in de periode april t/m oktober te huur. Voor meer informatie kunt u bellen met mevrouw A. Semler (0593) 59 22 94.

Anholt

‘t Olde Posthuus (1967) Op het kaartfragment uit de Franse kaart 1811-1813 is de vierkante vorm van de buurtschap Anholt duidelijk herkenbaar.

Het buurtschap Anholt, tot 1998 bij Ruinen horend, valt nu onder gemeente De Wolden. Het ligt vlak onder de Ruiner Aa en de Dwingeloosche Heide, tussen Pesse en Ruinen. Er wonen zo’n vijfentwintig mensen verdeeld over elf woningen. Als je Anholt in de Grote Provincie Atlas van Drenthe opzoekt dan valt direct de aftekening van een perfecte vierkante vorm op waarbinnen de meeste huizen van het buurtschap liggen. Om precies te zijn een vierkant van 649 bij 649 meter. Een ontginning die gedaan is in de late middeleeuwen namens de bisschop van Utrecht. Grachten en wallen bakenden het vierkant af. Het oudst bekende huis in Anholt lag precies in het midden van deze ontginning. Het was een soort herberg met een ward (oud-Saksisch woord voor bewaker), een plaats waar men zich veilig voelde en een maaltijd kon krijgen. In de 17e en 18e eeuw was Anholt een belangrijke halteplaats op de post­ route Groningen-Zwolle. Postkoetsen met 6 zitplaatsen, bespannen met 4 paarden, reden 2 maal per week richting het zuiden. In ’t Olde Posthuus kon overnacht worden. Rond 1800 werd de route verlegd langs de Drentse Hoofdvaart. ’t Olde Posthuus is nu eigendom van de gemeente De Wolden.


Stichting Het Drentse Landschap heeft met steun van de Nationale Postcode Loterij een prachtig plan kunnen maken voor een beeldenpark waar Nederlandse figuratieve beeldhouwwerken uit de 20e eeuw permanent kunnen worden tentoongesteld. Het is onze droom om dit park samen met het Châteauhotel en -restaurant De Havixhorst op het gelijknamige landgoed te realiseren. De ideeÍn worden met veel enthousiasme gesteund door het Drents Museum in Assen en Museum De Buitenplaats in Eelde. Het realiseren van een beeldenpark betekent winst voor de Drentse cultuur. Maar u kunt ook winnen door mee te doen met de Postcode Loterij. Hier maakt u elke maand kans op duizenden prijzen. Bovendien steunt u met uw lot de projecten van Het Drentse Landschap. Pak die kans en geef zo de natuur en cultuur in Nederland extra steun.

Beeldenpark De Havixhorst i.o. dankzij

Bel (0900) 300 1500


Geritsel tussen de bladeren

foto: Jan Castricum / FN

Bosmuis Bertil Zoer*

Bosmuizen wonen, zoals hun naam al doet vermoeden, graag in het bos. Maar in de fraaie kraalogen van de Bosmuis is iets al gauw een bos. Ook een houtwalletje met wat struiken of een plukje struweel in het grasland kan al een aantrekkelijke woonplaats zijn voor een familie Bosmuis. Daar waar het woongebied van Bosmuizen en mensen elkaar raken, beschouwen Bosmuizen huizen vaak als een integraal onderdeel van hun leefgebied. Vooral in het winterhalfjaar trekken ze dan wel eens naar binnen op zoek naar wat voedsel of beschutting. Niet elke muis in huis is dan ook een Huismuis. Hoewel Huismuizen en Bosmuizen op het eerste gezicht erg op elkaar lijken, zijn er toch duidelijke verschillen. De echte Huismuis is van boven tot onder egaal muisgrijs gekleurd. De Bosmuis daarentegen is op zijn rug fraai kastanjebruin, terwijl de buikpartij heel licht tot vaak bijna wit van kleur is. Ook de staart is tweekleurig.Verder is de manier van voortbewegen anders. Huismuizen rennen bij onraad weg, terwijl de Bosmuis er met grote sprongen vandoor gaat. Bosmuizen kunnen wel gewoon trippelen maar zodra ze zich enkele meters willen verplaatsen, doen ze dat springend. De achterpoten van een Bosmuis zijn dan ook duidelijk langer dan de voorpoten waardoor het springen goed mogelijk wordt.Verder hebben Bosmuizen grote kraalogen en veel grotere oorschelpen. Mickey

Mouse is gezien zijn grote oren, ogen en duidelijk contrast tussen rug- en buikzijde dan ook een echte Bosmuis en zeker geen Huismuis. Wegwijzers

Bosmuizen gaan ’s nachts op zoek naar voedsel. Op hun menu staan bosvruchten, hazelnoten, eikels, insecten, slakken, wormen, paddenstoelen, en zaden. De dieren kunnen goed klimmen, waardoor ook de rijpe bramen boven in de struik geoogst kunnen worden. Ook de lange staart komt hierbij goed van pas als extra steuntje op dunne twijgen. Al klimmend komen ze ook wel eens nestjes tegen van kleine zangvogels. Zowel de eitjes als de pas uitgekomen jongen overleven zo’n bezoekje meestal niet. Een Bosmuis is een echte alleseter en opportunist.

Zaden en noten worden meegenomen naar vaste veilige eetplekken, bijvoorbeeld een verlaten vogelnestje of onder een boomstam. Op zulke plekken zijn vaak honderden pitten of leeggevreten nootjes te vinden. Ook leggen Bosmuizen graag voedselvoorraden aan voor magere tijden. Ze dragen op deze manier onbewust bij aan het in stand houden van een gezond bosmilieu. De diertjes verzamelen en verstoppen massa’s boomzaden die uiteindelijk lang niet allemaal in hun maag belanden, waardoor ze bijdragen aan de zaadverspreiding en het plantwerk.Verder eten de dieren enorme aantallen insecten die als pop in de bosbodem overwinteren en helpen daarmee insectenplagen in te dammen. Het is van levensbelang dat een muis zijn woongebied op zijn duimpje kent.


Fauna

nen komen. De ingang van het hol is bovendien lastig te vinden doordat de muis hem afdekt met twijgjes en blaadjes. Het holletje kan wel enkele decimeters diep doorlopen.Vaak leiden meerdere openingen met gangen naar de centrale woonkamer. Zeker als er jongen zijn is deze nestkamer bekleed met afgebeten grassprietjes en ander

Het dier wil in geval van nood het liefst in een paar sprongen zijn veilige hol in kunnen duiken. Bosmuizen zullen een nieuw leefgebied dan ook eerst uitgebreid verkennen. Ze oriĂŤnteren zich door opvallende herkenningspunten in hun geheugen te prenten. Zeer recent werd ontdekt dat Bosmuizen ook zelf herkenningspunten in het landschap aanbrengen.Vooral in monotone gebieden, zoals een stuk kale bosbodem of een open veldje, plaatsen Bosmuizen hun eigen wegwijzers in de vorm van enkele losse takjes of blaadjes. Deze wegwijzers helpen de dieren om de kortste weg naar hun holletje te vinden.

zacht materiaal. Ook worden er soms aparte provisiekamers aangelegd. Het liefst wonen Bosmuizen in hun uppie, maar een enkele keer sluiten de privĂŠappartementjes van enkele volwassen dieren aan op een gezamenlijk tunnelsysteem. Zeker als er jongen zijn, zijn de mannetjes niet welkom in het hol van moeder muis. Kwetsbaar

Bosmuizen zijn duidelijk nachtdieren. Ze beschikken over grote ogen om ook in de schemering nog zoveel mogelijk te kunnen zien. De forse oorschelpen helpen om eventueel gevaar vlot te kunnen lokaliseren. Dit is geen overbodige luxe want vijanden zoals uilen, vossen, katten en marters lusten allemaal wel graag een Bosmuisje op zijn tijd.Van de marters is vooral de Wezel sterk gespecialiseerd in muizen. Wezeltjes kunnen zich zo slank maken dat Bosmuizen zelfs in hun holen niet echt veilig voor ze zijn. Kou en voedselgebrek zorgen er echter voor dat Koning Winter verreweg de grootste natuurlijke vijand is. Bosmuizen houden geen winterslaap, maar slapen bij hevige kou soms wel enkele dagen achter elkaar door. Op deze manier proberen ze te vermijden dat ze onder te ijzige omstandigheden op zoek naar voedsel moeten gaan. Toch is na elke winter het aantal Bosmuizen opnieuw gedecimeerd. foto: Klein-Hubert / FN

Familieleven

Bosmuizen krijgen enkele keren per jaar jongen. Het aantal jongen is sterk afhankelijk van het beschikbare voedselaanbod. Er worden tussen de 3 en 8 jongen per keer geboren, na een draagtijd van ongeveer 24 dagen. Pasgeboren Bosmuisjes zijn kaal en de eerste twee weken nog blind. De dieren wonen redelijk veilig in hun holletje onder de grond. Maar als er toch eens een roofdier binnendringt, zal moeder muis zich desnoods met de pasgeboren dieren vastgezogen aan haar tepels uit de voeten maken. Als de dieren wat groter worden kan ze de jongen nog verplaatsen door ze in het nekvel te pakken. Soms wonen Bosmuizen wel eens boven de grond, bijvoorbeeld in een verlaten vogelnest of een holte in een boomstam. Maar het liefst wonen de muizen in een hol onder een boom met de ingang tussen de wortels, zodat gravende roofdieren er lastig bij kun-

15

* B. Zoer is medewerker van de sector Onderzoek & Planning van Stichting Het Drentse Landschap.


16

Erfgoed

Veel oude functies zijn van het erf verdwenen; zo ook vaak het opgaande hout. Gelukkig zijn veel oude fruitbomen gebleven of nieuwe aangeplant. De fruitboom blijkt nog steeds van waarde; ze sieren vandaag de dag nog vele erven en daarmee voor een belangrijk deel dorp en landschap. Het hele jaar door kan men genieten van deze levendige bomen. In het voorjaar van de bloesem, in de zomer van de groei en rijping van de vruchten en het genot van schaduw bij huis. In het najaar zorgen de bomen voor de oogst, de geur en smaak van het fruit. En tenslotte hebben fruitbomen ‘s winters vaak, door de stam en het takkenspel, een grillig silhouet. Jacqueline Muffels en Jelle de Vries*

Fruitbomen op het boerenerf Het traditionele boerenleven was bij uitstek zelfvoorzienend. Men zorgde zoveel mogelijk voor de eigen kost. Vanaf de 19e eeuw hoorde fruit daar steeds meer bij.Vooral (zoete) appels en (stoof)peren vormden een belangrijke bron van zoetigheid en vitaminen op de boerderij. Een gevarieerde aanplant en bijen op het erf zorgden voor een goede bestuiving en een betere opbrengst. De opbrengst van het fruit mocht echter niet ten koste gaan van de opbrengst van het land. Onder de kroon moest het vee kunnen grazen of kleinfruit en groenten kunnen groeien. De hoogstamfruitboom of de sterke, doorgegroeide halfstam met een stamhoogte van 1 tot 2 meter is traditioneel de meest gebruikte boomvorm op het boerenerf. Lagere boomvormen zoals een zwakke halfstam, laagstam, spil en leiboom waren aan het gemiddelde Drentse boerenbedrijf niet besteed. Om hun groei te bevorderen en ziekten te voorkomen, moest het gras onder de bomen gemaaid worden.Voor een goede opbrengst moest de boomvorm, vruchtzetting en rijping intensief begeleid worden.Voor menig boer of boerin leverden deze extra inspanningen geen extra inkomsten op.


17

foto: Joop van de Merbel

Ook tegenwoordig zijn de laagblijvende soorten alleen geschikt voor de kundige liefhebber; op het erf nauwelijks opvallend. Met hun kleine kroon kleden ze de boerderij immers niet aan. Dit in tegenstelling tot hun halfstam en hoogstam soortgenoten.

foto: Joop van de Merbel

Oude rassen

Fruitbomen kwamen overal voor op het erf: op een zonnige plek vóór de boerderij, in de beschutting van een singel, naast het varkenshok, achter de schuur, of keurig afgemeten in de appelhof. Of zomaar in een hoekje, waar zij niet in de weg stonden. Op kleinere erven was de fruitboom soms de enige boom. Zo had een krachtig opgaande peer bij de boerderij, naast de fruitopbrengst, dezelfde functie als een (knot)linde op een groter erf. In de appelhof stonden de fruitbomen omsloten door een haag, beschermd tegen vraat van wild of vee. De laatste jaren zijn er gelukkig veel nieuwe hoogstamfruitbomen op de erven aangeplant. Om een keuze te maken voor een nieuwe fruitboom is het raadzaam te zoeken naar bomen, die in de omgeving traditioneel voorkomen en goed gedijen. Oude rassen komen veel voor op Drentse erven. Bij de Pomologische Vereniging NoordNederland zijn veel rassen bekend en in de Fruithof in Frederiksoord zijn er vele aangeplant. Daar kunnen de bomen en vruchten bekeken en vergeleken worden. In de Kleine Rassenlijst

van de Werkgroep Boerenerven Drenthe is een selectie van betrouwbare soorten gemaakt met zowel vroeg als laat fruit en bewaarfruit. Houdbaarheid, smaak en verwerking van de vruchten, grondsoort en bodemgesteldheid spelen een belangrijke rol bij een weloverwogen keuze. Maar bovenal heeft een mooie sterke fruitboom een krachtige onderstam nodig! Inrichting

Het is belangrijk dat de juiste boom op de juiste plaats staat omdat niet elke boom het goed doet op elke plek.Vóór en opzij van de boerderij, en naast de schuur, staan krachtig groeiende hoogstambomen zoals de Juttepeer, Drentse Bellefleur, Drentse Paradijs en Notarisappel. Ze houden het zicht vrij en geven beschutting. Opzij van het huis kun je heerlijk onder een fruitboom zitten. Plant bij de keuken bijvoorbeeld een Noord-Hollandse Suikerpeer (Koningspeer). Plant hem niet te dicht op het huis, want hij krijgt een brede, grote kroon.Van de wespen heb je minder last als je het valfruit

Een nieuwsbrief over hoogstamfruit kunt u aanvragen bij de Werkgroep Boerenerven Drenthe, e-mail: boerenerven@hetnet.nl of afhalen bij Stichting Het Drentse Landschap, Kloosterstraat 5, Assen.

weg harkt en elders op een hoop legt. Wat verder van de boerderij, maar wel in de beschutting van schuur of boerderij, staan krachtig groeiende halfstamfruitbomen op hun plaats: Sedeling (Bramley’s Seedling), Goudreinette (Schone van Boskoop). Met hun sterke vorm en levendig takkenspel verfraaien ze het erf. De kleinere Kleipeer kan goed tegen wind en past aan de rand van het erf, net als de dicht opgaande struikvormen van de ‘effies’ of ‘affies’ (een soort boerenpruimpjes; vroeger heel algemeen in Drenthe). En als het erf getooid wordt door zo’n mooie appel of zelfs een hele appelhof, wat dan te doen met al dat fruit? Direct opeten natuurlijk, en wat overblijft, kan verwerkt worden tot verse of bewaarproducten. De rest is voor de vogels (merels en lijsters) en wespen, die het valfruit opruimen, en voor de vlinders, die zich voeden met de nectar van rottend fruit. *Ir. J. Muffels en J. de Vries zijn lid van de Werkgroep Boerenerven Drenthe. Stichting Het Drentse Landschap behartigt ook de belangen van Stichting Drentse Boerderijen en ondersteunt de Werkgroep Boerenerven Drenthe.


Fauna

18

Noordse winterjuffer René Manger*

In Drenthe komen twee soorten winterjuffers voor: de Noordse – en de Bruine winterjuffer. Beide soorten staan op de landelijke Rode lijst. Hoewel de Bruine winterjuffer bedreigd is, komen ze de laatste jaren wel weer vaker voor in Nederland. De Noordse winterjuffer is ernstig bedreigd. In enkele terreinen van Het Drentse Landschap wordt de Noordse winterjuffer al vele jaren gesignaleerd. Uit onderzoek van de Libellenwerkgroep Drenthe blijkt dat op het Uffelter Binnenveld een redelijk

De Noordse winterjuffer werd na een zeer sterke afname in Nederland eind jaren tachtig alleen nog in de Weerribben aangetroffen. Hier bevindt zich op dit moment nog steeds de enige voortplantende populatie. Wel is de Noordse winterjuffer nu vanuit waarschijnlijk de Weerribben met een bescheiden opmars bezig in Noordoost-Nederland, vooral naar het oosten van Friesland en zuidwesten van Drenthe. Echter, over de gedragingen van de Noordse winterjuffer is nog niet veel bekend. Winterjuffers zijn heel bijzondere libellen. Waarom is dat zo? De levenscyclus van beide soorten is namelijk fundamenteel verschillend van alle andere libellen in Europa. Andere libellensoorten overwinteren als ei of als larve in het water en leven als volkomen ontwikkeld insect, de z.g. imago, slechts drie tot vijf weken. De winterjuffers daarentegen brengen de winter als volwassen insect op het land door. Een libel in de sneeuw is dus geen fantasie. Het maakt de winterjuffers uniek binnen de libellen. Waarschijnlijk hebben ze daarom ook een bruine camouflagekleur. Dit in tegenstelling tot de meeste libellen die fel blauw, rood of groen zijn gekleurd.

Levenswijze

De Noordse winterjuffer legt haar eieren al vroeg in het voorjaar (medio april). Dit gebeurt voornamelijk in een laagveenbiotoop.Vooral afgestorven (zachte) drijvende planten zijn favoriete plekken om eieren op af te zetten. De larven ontwikkelen zich in de zomer om vanaf eind juli volwassen te worden. Dit proces wordt uitsluipen genoemd. De diertjes houden zich op langs bosranden en op heidevelden met veel Pijpenstrootje. In perioden met koude nachten en zonnige dagen zijn de juffers overdag actief. Wanneer de vorst goed doorzet verbergen de juffers zich in de vegetatie of onder stenen. Ook zijn er waarnemingen gedaan van overwinterende dieren op grashalmen. Uit het buitenland is bekend dat temperaturen van -17°C en vermoedelijk nog lager door de juffers worden overleefd. In de maanden december tot en met februari houden de winterjuffers zich rustig. Alleen bij mooi zonnig winterweer kan een vliegend exemplaar aangetroffen worden. Uffelter Binnenveld

Vanaf september 2003 doet de Libellenwerkgroep Drenthe onder-

foto: René Manger

foto: René Manger

grote overwinterende populatie aanwezig is.


Bijzondere waarnemingen

In 2004 zijn winterjuffers op het Uffelter Binnenveld gemerkt, om inzicht te krijgen in de verspreiding van de soort. Spectaculair was de terugvangst begin november van twee gemerkte exemplaren Noordse winterjuffers. Ze bleken afkomstig te zijn uit de 20 km verder gelegen Lindevallei in Friesland. De juffers waren begin oktober door leden van de Friese libellenwerkgroep gemerkt. Het was al langer bekend dat de diertjes grote afstanden kunnen overbruggen. In oktober 2004 is een ongemerkt exemplaar op Kampsheide (bij Assen) aangetroffen.Vanuit de Weerribben is dit hemelsbreed ongeveer 50 km. Ook werden er winterjuffers gevonden in verschillende boswachterijen in Drenthe.Vanuit de Weerribben is dit soms meer dan 60 km. Flinke afstanden voor zo’n diertje.

foto: René Manger

zoek naar de verspreiding en het gedrag van de Noordse Winterjuffer in Drenthe.Vooral het Uffelter Binnenveld is uitgebreid onderzocht. Hieruit is onder andere gebleken dat de libel er overwintert, maar zich er niet voortplant. Eind april 2004 verdwenen de winterjuffers vrij abrupt. Het is een mysterie waar de Noordse winterjuffer zich in Drenthe voortplant. Wellicht trekken de dieren na een verblijftijd van negen maanden weg naar ‘vruchtbare’ laagveengebieden. Het gedrag van de winterjuffers lijkt hierdoor enigszins op dat van trekvogels. Dit is binnen de groep van libellen een uniek gegeven.

Tijdens de overwintering zijn de juffers zeer honkvast. Een bijzonder voorbeeld hiervan was een exemplaar op het Uffelter Binnenveld dat in september 2004 was gemerkt en 6 maanden later binnen een straal van 20 meter opnieuw werd aangetroffen. Tot slot een zeer bijzondere waarneming op het Uffelter Binnenveld. Eind november 2004 werd hier namelijk een bevroren, berijpte winterjuffer voor het eerst in Nederland waargenomen. In de Weerribben werden wel eerder enkele dieren boven de sneeuw waargenomen, maar deze waren niet bevroren. Door inventarisatie weten we nu dat de Noordse winterjuffer bijna overal in Drenthe op geschikte plaatsen overwintert. We weten echter nog niet alles van de Noordse winterjuffers in

Drenthe. Bijvoorbeeld waar planten ze zich in Drenthe voort? Hopelijk zullen nieuwe onderzoeken antwoord kunnen geven op deze vraag. * R. Manger is waarnemingencoördinator van de Libellenwerkgroep Drenthe en één van de oprichters.

In 2003 is de Libellenwerkgroep Drenthe opgericht. De werkgroep heeft als belangrijkste doel de libellenfauna in Drenthe zo goed mogelijk in kaart te brengen. In 2004 is een werkatlas samengesteld. Hiermee kan gericht gezocht worden naar libellen in de provincie. Informatie is op te vragen via e-mail: rmanger@planet.nl


Grenswijziging

grondwaterbeschermingsgebied Gasselte De provincie Drenthe gaat de begrenzing van het grondwater-beschermingsgebied Gasselte aanpassen. Uit onderzoek is gebleken dat de grondwater-stromen anders lopen dan tot nu toe werd aangenomen.

foto: Jaap de Vries

De provincie gaf in 2001 opdracht om te kijken of de plaatselijke waterwinning invloed heeft op de verdroging in de stroomgebieden van de Drentsche Aa en de Hunze. Dat blijkt niet het geval te zijn. Doordat de ondergrondse structuren er anders uitzien dan altijd werd aangenomen, reiken de effecten van de grondwaterstandverlagingen niet tot in het stroomdal van de Aa en de Hunze. Dichterbij de winning staat het grondwater van nature al meer dan acht meter beneden maaiveld. De natuur heeft hier geen last van een verlaging als gevolg van de waterwinning. Nu de ondergrondse structuren beter bekend zijn, is ook duidelijk geworden dat het grondwater meer vanuit noordelijke en zuidelijke richting naar de winning Gasselte toestroomt dan vanuit westelijke richting. De nieuwe situatie past ook beter bij het gegeven dat de winning in Gasselte effecten ondervindt van (historisch) landbouwkundig gebruik in de directe omgeving. Reststoffen van vroegere grondontsmetting in de aardappelteelt worden aangetroffen in de bronnen en verwijderd in de zuivering. Nieuw in beschermingsgebied Het grondwaterbeschermingsgebied bestaat nu voornamelijk uit bos, maar in de toekomst valt een aantal hectares cultuurgrond, een stukje van Gasselte en een groot deel van Drouwen ook onder het beschermde gebied. In totaal komt een oppervlakte van ongeveer 380 ha nieuw in het grondwaterbeschermingsgebied te liggen. Van dit gebied is zo’n 250 ha in gebruik bij de landbouw en een deel in gebruik bij Het Drentse Landschap. De rest wordt gebruikt voor wonen en recreatie. Deze pagina wordt verzorgd door NV Waterleidingmaatschappij Drenthe

Kijk voor meer informatie op www.wmd.nl


Een eindje om met Het Drentse Landschap

B e r t u s B o i v i n / E r i c v a n d eFauna r B i l t 21

Wandelroute

Het Zwarte Gat

foto: Jaap de Vries

op het Schotterveld

28


Het Zwarte Gat

U gaat wandelen in een paar ‘vergeten’ stukken van het Schotterveld, het voormalige veengebied ten zuidoosten van Zuidwolde. Een kleine honderd jaar geleden werd hier ter weerszijden van het veenloopje de Egge het veen ontgonnen. Hier en daar op het Schotterveld sloeg men bij het ontginnen een smalle strook over omdat de grond ter plekke te nat was om als aardappelland te dienen. Of omdat er een pad over het veld liep dat niet gemist kon worden. Zulke langgerekte stroken heten slagen. Het noordelijke gedeelte van het terrein heet dan ook De Slagen. Onze wandeling brengt ons over het zuidelijke gedeelte van het Schotterveld rond een veenplas met de intrigerende naam Het Zwarte Gat.

2 Bij Het Zwarte Gat aangekomen gaat u rechtsaf. U loopt tegen de wijzers van de klok in om de plas heen. Het paadje rond de plas is in de loop van de jaren op natuurlijke wijze aangelegd en begaanbaar gehouden door bewoners van het veld als runderen, Reeën, Konijnen en Dassen en de wandelaars die u zijn voorgegaan. Als u even een zijpaadje inslaat, ziet u het verschil

2

9 3 4

8 7

© Topografische Dienst Emmen

tussen het glooiende gebied direct rond Het Zwarte Gat en het geëgaliseerde bouwland eromheen. De ondoordringbare leembodem en de heuveltjes zorgen ervoor dat er altijd water in Het Zwarte Gat staat, hoe droog het jaargetijde ook is. Over de oorsprong van Het Zwarte Gat zijn de geleerden het overigens niet eens. Sommigen denken dat het een zogeheten pingoruïne uit de laatste ijstijd is. Zulke pingo’s ontstonden toen grondwater aan de oppervlakte bevroor en uiteindelijk tot ijsheuvels uitgroeide. De grond werd door het ijs opzijgeschoven, zodat er na het smelten van het ijs een kuil overbleef met een hogere rand. Anderen denken dat Het Zwarte Gat een tot op het keileem uitgestoven laagte foto: Geert de Vries

1 Ga via het wildrooster het terrein op en volg het paadje dat u over een aantal zandkoppen naar Het Zwarte Gat brengt. Het reliëfrijke gebied rond Het Zwarte Gat wordt begraasd door een kleine groep Schotse hooglanders. Runderen zijn veel minder kieskeurig dan schapen die het liefst overal een beetje snoepen. Runderen eten gewoon wat ze voor de voeten komt. Runderbegrazing zorgt voor een parkachtig landschap en dat is hier rond Het Zwarte Gat inmiddels goed te zien: prachtige solitaire eiken die de kans gekregen hebben zich te ontwikkelen in een overigens ‘kortgehouden’ heidelandschap.

Start 1

5 6 MK

Situatie ca. 1908


Het Zwarte Gat Lengte route 5 km.

Benodigde tijd circa 1,5 uur.

Startpunt Vanaf de weg Hoogeveen-Ommen neemt u de afslag Alteveer-Kerkenveld. Ga richting Alteveer en neem de eerste weg rechts, De Egge. Deze weg volgt u tot het einde van de verharding. Daar neemt u het zandpad linksaf om ter hoogte van het wildrooster bij de toegang van Het Zwarte Gat te parkeren. Volg de paaltjes met de paarse koppen.

Begaanbaarheid paden Redelijk te belopen in alle jaargetijden. Honden Uitsluitend aangelijnd toegestaan vanwege runderen. Openbaar vervoer Buslijn Hoogeveen-Ommen, uitstappen halte Boerderij Ekelenhoeve in Zuidwolde (zie www.9292ov.nl). Ten zuiden van de halte linksaf. Vanaf de halte is het ruim 2 kilometer naar het startpunt.

in het Schotterveld geweest moet zijn. Opmerkelijk zijn de diepte van het water - meteen al aan de oever - en de donkere kleur van het water die de plas zijn naam gegeven heeft. Als u in het voorjaar even blijft staan luisteren, hoort u hier beslist het kwetterende gezang van de Boompieper in de begroeiing langs de walkant. Bij zomerdag zweven de prachtigste libellen boven het inktzwarte water.Van de meer dan tien libellensoorten die hier voorkomen, is de Noordse witsnuitlibel volgens de kenners de meeste bijzondere soort.

foto: Geert de Vries

foto: Joop van de Merbel

3 Als u de plas ongeveer driekwart rond bent, neemt u vóór de laatste twee bomen het ‘hazenpaadje’ rechtsaf. Het pad volgt min of meer de grens van hoog en laag. Vervolgens krijgt u de bosrand rechts van u. Blijf doorlopen naar het raster. 4 In de bosrand helpt een opstapje u over het prikkeldraad. U gaat hier rechtsaf over het schouwpad van de Vogelzangsche Wijk. Rond de vorige eeuwwisseling heeft men vanuit de Vogelzangsche Wijk de vervening en ontginning van het Schotterveld ter hand genomen. Deze wijk heeft de oude afwateringsfunctie van de Egge vrijwel geheel overgenomen. De Egge lag aan de andere kant van Het Zwarte Gat, ongeveer ter hoogte van de weg langs de boerderijen waar u op weg naar het startpunt langs gekomen bent.

Indertijd was de Egge een belangrijk zijdal in de bovenloop van de Reest. Stichting Het Drentse Landschap probeert bij de herinrichting van dit gebied het oude Egge-systeem waar mogelijk weer terug te krijgen. Het lijkt erop dat dit hier op het Schotterveld uiteindelijk ook weer zal lukken. Het gebied rond de heuveltjes van Het Zwarte Gat zal in de toekomst weer het karakter van een natte laagte krijgen. Dit betekent onder andere dat de Vogelzangsche Wijk een deel van zijn afvoerfunctie kwijtraakt en dus minder prominent in het landschap aanwezig zal zijn dan nu nog het geval is. 5 Na een paar honderd meter vervolgt u via een dam uw weg aan de overkant van de Vogelzangsche Wijk. 6 Zodra u bij de bosstrook komt, neemt u het steile paadje omhoog het bosje in. U volgt het natuurlijke pad door het bosperceel. Na de versmalling van het perceel ligt rechts een veldkei waarop een kruis en de letters MK te zien zijn. U komt in deze ‘slag’ een verrassend stukje bos binnen. Een stukje ‘echte’ natuur, een eeuw geleden hooguit een beetje oppervlakkig verveend. De aanwezigheid van de Adelaarsvaren bewijst dat we in een authentiek veengebied zijn. Dit is een stukje hoogveen dat door de natuur zelf is ‘ingericht’ tot een gaaf eiken-berkenbos. Dat deze slag destijds niet ontgonnen werd, had alles te maken met het


Het Zwarte Gat

© H. Boudewijns

Steen langs het pad Op de kaart staan de letters MK op de plaats waar de boeren uit de buurt een steen langs het pad zetten ter nagedachtenis van Mina Koes en ter waarschuwing voor de gevaren van het vrije veld. Op de foto poseert Jan Beekelaar op de plaats waar zijn familieleden op die fatale zondag in mei 1881 het ontzielde lichaam van Mina Koes vonden. Rondtrekkende straatzangers zongen nog vele jaren daarna Het lied van Mina Koes op kermissen en jaarmarkten.

pad dat hier dwars over het veld vanaf Schottershuizen aan de zuidkant van Zuidwolde richting Dedemsvaart liep. Op deze plaats kwam dienstbode Mina Koes op 30 mei 1881 veenarbeider Remmelt van der Hulst tegen. Mina was op weg naar haar ouders in Dedemsvaart, Remmelt zwierf wat rond nadat hij in het Hoogeveense politiebureau zijn roes had uitgeslapen. Beiden kenden elkaar van de tijd toen ze samen bij dezelfde boer hadden gewerkt. Remmelt vroeg Mina om geld, deze weigerde. Remmelt werd boos en sloeg Mina dood. Hij stal haar 34 stuivers, haar kousen en schoenen en de gouden knopjes van haar oorijzer. Remmelt kreeg 25 jaar cel.

7 Als u aan het eind van het bospad komt, gaat u linksaf het zandpad op. Zonder dat we er erg in hadden, zijn veel van dit soort oude zandwegen uit Drenthe verdwenen: weggepoetst bij ruilverkavelingen of simpelweg verhard in het kader van het moderne landbouwbedrijf. Hiermee zijn die oude paden hun natuurlijke kronkeltjes, gaten en bulten kwijtgeraakt en zijn al die prachtige plantensoorten verdwenen die zich al naar hun geaardheid tot in het platgereden spoor toe in leven wisten te houden. De sloot rechts van het pad illustreert hoezeer het waterhuishoudingssysteem in het landschap ingrijpt: een heel brede sloot door een relatief hoog gedeelte van het veld. Gevolg is dat de sloot een groot deel van de tijd droog staat.

Hoort vrienden, wat er is geschied Al in het Schotterveld van Drenthe, Een jonge maagd, die het leven liet Dat u dat diep in ‘t harte prente.

De snoodaard schreed nu naderbij, Zijn drift begon nog meer te zwellen, Hij greep haar toen stoutmoedig aan, En wil haar nu ter aarde vellen.

Een jonge dochter, schoon en fris, In dienst was in ‘t gehucht Zuidwolde, Die zondagsmorgens zeer gewis Uit ging en naar haar ouders wolde.

Daar worst’len ze nu beiden saam, Maar Mina Koes ging de moed verloren. Ach, dat er nu toch hulpe kwam Hij greep zijn mes en wil nu moorden.

Maar midden in dat ruwe veld, Ontmoette zij iemand, die haar kende, Och neen, zij had het niet voorspeld, Dat die het oog op haar leven wende.

Daar ligt zij nu in ‘t open veld, Gewenteld in het bloed van moorden. Mij dunkt, de moordenaar is ontsteld, Dat hij die laatste gil altijd moet horen.

Hij sprak haar aan: geef mij uw geld, Want daarom ben ik zeer verlegen; Ik ben hierop ook zeer gesteld. Maar Mina Koes had hierop tegen.

0, Remmelt, moordenaar Van der Hulst, De daad is nu genoeg bewezen, De dader zijt gij wel bewust, Zo als een ieder in ‘t openbaar kan lezen.

8 Zodra u bij het volgende bosje komt, neemt u daar linksaf het pad terug naar de Vogelzangsche Wijk. Bij de wijk aangekomen gaat u rechtsaf.

9 Via de dam gaat u naar de overkant. Het pad brengt u terug naar het startpunt. Over de dam links ziet u eerst het vrijwel ontoegankelijke moerasbos achter Het Zwarte Gat. Als in de toekomst het hele gebied rond de heuveltjes van Het Zwarte Gat een stuk natter zal zijn, zullen dit soort moerasbossen de kans grijpen de lagere delen van het Schotterveld te bedekken.

© Stichting ‘Het Drentse Landschap’ (December 2005) Bezoekadres: Kloosterstraat 5 – 9401 KD Assen – Postadres: Postbus 83 – 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 – e-mail: mail@drentslandschap.nl


Paarden waren ver weg, met dit vergezicht heb ik het moeten doen, ik heb niet geweten dat ik onder hen graasde en was. Nu ik weer paard ben, af en toe, zoals nu, is mijn lijf zwaar en gelukkig geworden van al dat gras. Het is vreemd om te zijn wie je bent, een paard, ver weg in de wei. Zij heeft mij gevraagd hoe het onder de mensen was. Geen mens had mij dat ooit gevraagd. Dank je, heb ik gezegd. Dat was niet haar bedoeling. Als het mist, zie ik haar kop boven de mist, als het regent, glimt ze alsof haar hele lichaam huilt, als de zon schijnt, schommelt ze met haar kont. Allemaal voor mij, dat zie ik wel.

foto: Joop van de Merbel

Rutger Kopland

Gedicht uit de cyclus�Een lege plek om te blijven� uit de gelijknamige bundel, Uitgeverij G.A. van Oorschot, Amsterdam 1975


Fauna

foto: Eef Arnolds

26

Drijvende waterweegbree Eef Arnolds*

Deze zomer werd in twee recent gegraven plassen op Landgoed Vossenberg bij Wijster de Drijvende waterweegbree ontdekt. De vondst van deze veeleisende waterplant toont wederom aan dat forse ingrepen in de bodem ten behoeve van natuurontwikkeling lonen. In de voorzomer worden sloten en plassen plaatselijk opgesierd door drijvende guirlandes van waterplanten met fijne, witte bloemen. In de meeste gevallen gaat het om waterranonkels waarvan in Drenthe een paar soorten vrij algemeen voorkomen. Er is echter een andere, veel zeldzamere waterplant die vanuit de verte een zelfde beeld oproept, de Drijvende waterweegbree.Van wat dichterbij lijken de planten helemaal niet op elkaar. De bloemen van waterranonkels hebben vijf kroonblaadjes en de bladeren zijn handvormig gedeeld of in fijne slippen gespleten. Bij de Drijvende waterweegbree zijn de bloemen drietallig en de drijvende bladeren ovaal en gaafrandig. De dunne stengels wortelen in de bodem en produceren aan de basis ook ondergedoken, lintvormige bladeren.

Bloeiende exemplaren zijn te vinden van eind mei tot in augustus. De hele plant maakt een sierlijke, fragiele indruk en zou op een prent van oude Japanse meesters niet misstaan. Een veel bekender familielid is de Grote waterweegbree, een forse moerasplant die algemeen langs allerlei waterkanten te vinden is. Deze soort heeft een rozet van grote, eironde, langgesteelde bladeren waaruit in de zomer een sterk vertakte, tot een meter hoge bloempluim te voorschijn komt. De kleine, tere, drietallige bloemen verraden echter de verwantschap met de Drijvende waterweegbree.

op zand- en leembodems met een wisselende waterstand, maar die ’s zomers niet helemaal uitdrogen. Het water moet zwak zuur zijn en matig voedselarm met lage gehaltes aan fosfaat en carbonaat, een milieu waarin ook fijnproevers als Waterlobelia en Oeverkruid gedijen. Naar de laatste soort wordt deze plantengemeenschap aangeduid als het Oeverkruid-verbond. Behalve in vennen groeit Drijvende waterweegbree ook zeer plaatselijk in sloten en andere waterlossingen op plekken waar de juiste mengverhouding tussen voedselrijk en voedselarm water optreedt, bijvoorbeeld doordat mineraalrijk kwelwater uittreedt.

Oeverkruid-verbond

De Drijvende waterweegbree stelt hoge eisen aan zijn milieu. Het is een kenmerkende soort van vennen

Achteruitgang

Door allerlei oorzaken zijn plassen met het Oeverkruid-verbond in Drenthe


foto: Eef Arnolds

en elders in ons land vrijwel verdwenen. De belangrijkste redenen zijn verzuring, vermesting en verdroging. In verzuurde en vermeste vennen krijgt Knolrus al gauw de alleenheerschappij. Maar ook natuurlijke vegetatieontwikkeling speelt een rol. In de meeste plassen hoopt zich op de bodem snel modder op en begint het proces van veenvorming. Daardoor wordt het milieu ongeschikt voor Oeverkruid en zijn trawanten. In Drenthe moet de Drijvende waterweegbree in de eerste helft van de vorige eeuw een gewone soort zijn geweest. Tegenwoordig is Drijvende waterweegbree regionaal en landelijk vrij zeldzaam. De achteruitgang van het aantal groeiplaatsen in Drenthe sinds 1950 wordt geschat op 90%. Landelijk is de soort met 74% afgenomen en daardoor staat hij als ‘kwetsbaar’ op de Rode lijst van bedreigde planten. Na 1970 is de soort in Drenthe nooit in plassen gevonden maar alleen in sloten, beken en veenwijken. Wat dat betreft zijn de vindplaatsen in de Vossenberg uniek.

Een welkome pionier in het Reigerveen kwartaalblad (nr. 45) kunnen lezen. Dankzij de ondergrond van compacte keileem blijft het water in sommige laagtes het gehele jaar staan. In twee van deze gloednieuwe vennen heeft zich dit jaar Drijvende waterweegbree gevestigd. De plant wordt hier al vergezeld door enkele andere pioniers van het Oeverkruid-verbond, de Veelstengelige waterbies en Pilvaren. Een veelbelovende start waarvan niemand had durven dromen.

Reigerveen

Europese betekenis

In de afgelopen twee jaar zijn in Landgoed Vossenberg grootscheepse graafwerkzaamheden uitgevoerd in het deelgebied Reigerveen ten zuiden van de Brunstingerweg. Hierbij werd 85 ha door Het Drentse Landschap opnieuw ingericht als nat, afwisselend parklandschap. Het resultaat is een fascinerend landschap waarin hooglanders rondstruinen in bos en ruig grasland, grenzend aan imposante waterpartijen. Hierover heeft u eerder dit jaar in ons

De nieuwe vindplaatsen van Drijvende waterweegbree zijn niet alleen een opsteker voor Drenthe, maar zijn zelfs internationaal van belang. De Europese Unie heeft bij het uitvaardigen van de Habitatrichtlijn lijsten opgesteld van planten en dieren waarvan de bescherming van Europese betekenis wordt geacht.Van alle 1500 inlandse plantensoorten staan er slechts drie in de lijsten met het zwaarste beschermingsregime.Voor deze soorten is

strikte bescherming vereist en voor de instandhouding wordt de aanwijzing van speciale beschermingszones verlangd. De Drijvende waterweegbree dankt deze uitverkoren positie aan een relatief klein, West-Europees verspreidingsgebied waarbinnen overal sterke achteruitgang is geconstateerd. Aan Het Drentse Landschap de eervolle taak om het beheer op de Vossenberg zo af te stellen dat een geschikt milieu voor deze plant gedurende langere tijd aanwezig blijft.

Dr. E.J.M. Arnolds is lid van de Wetenschappelijke Adviescommissie van Stichting Het Drentse Landschap en is mede-auteur van de Atlas van de Drentse Flora.


28

Geert de Vries*

foto: Geert de Vries

Grove den

De Grove den is een echte pionier. Hij kan in kaal zand ontkiemen en groeit onder de meest extreme omstandigheden. Kou en hitte deren hem niet. Wel heeft hij ruimte en veel licht nodig. Na de laatste ijstijd was de den eeuwenlang één van de meest voorkomende boomsoorten op de droge zandgronden. Vanaf 7000 voor Christus werd het klimaat warmer en vochtiger, waardoor de naaldbossen in ons land langzamerhand werden verdrongen door loofbossen.

De natuurlijke grove dennenbossen zijn in ons land niet meer te vinden. Nu is loofbos het natuurlijke eindstadium van alle vegetaties op droge zandgrond. Elders in Europa komen natuurlijke dennenbossen nog vooral voor in regio’s die ongeschikt zijn voor loofbos, zoals Noord-Europa en in de bergen. In de twintigste eeuw werd de Grove den massaal aangeplant om de vele zandverstuivingen te temmen.

Ook werden er uitgestrekte dennenplantages aangelegd op voormalige heidevelden. Zo werd de Grove den opnieuw de meest algemene boomsoort in Drenthe. Op diverse oude zandverstuivingen, zoals die van het Drouwenerzand en het Hijkerveld, hebben zich spontaan dennenbosjes ontwikkeld. Loofbomen waren niet in staat deze extreme plekken te koloniseren. De Grove den als

rasechte pionier kon dat wel. Zo’n natuurlijk dennenbosje op zeer droge en voedselarme grond bestaat slechts tijdelijk.Vroeg of laat verandert elk dennenbos in een loofbos, tenzij de beheerder ingrijpt. In deze tijdelijke natuurlijke dennenbosjes valt relatief veel licht op de bodem zodat er veel soorten korstmossen, Kraaihei en Blauwe bosbes kunnen groeien. Vliegdennen

Dennen die in hun jeugd veel ruimte krijgen ontwikkelen al dicht bij de grond grote zijtakken. Daardoor ontstaan fraai grillig gevormde bomen die ‘vliegdennen’ worden genoemd. Een jonge den die in het bos opgroeit kan maar één ding doen: recht omhoog groeien.Voor het maken van lange zijtakken is geen ruimte. Een bosbouwer


Flora

29

Groeien in de ruimte of in het bos: een wereld van verschil

plant dennen met opzet dicht bij elkaar zodat ze geen lange zijtakken kunnen maken. Grote zijtakken zorgen voor grote noesten waardoor het hout minder waard wordt. De den produceert als uitgesproken windbloeier zoveel stuifmeel dat menig wandelaar begin juni een dennenbos verlaat met een gele waas over zijn schoeisel. Hooikoortspatiënten kunnen in deze periode een dennenbos beter mijden.Vlakbij de onopvallende, roodgekleurde, vrouwelijke bloempjes bevinden zich de groene dennenappels van het jaar daarvoor. Dikwijls kan men ook de oude dennenappels van twee jaar geleden nog aan de tak ontdekken, omdat hij er 2 jaar over doet om rijpe zaden te maken. In het voorjaar kan men de rijpe appels horen openspringen. De gevleugelde zaden kunnen wel 2 kilometer door de wind worden verspreid.

bomen zoals de Douglasspar of aan inheemse houtsoorten zoals de eik. Natuurwaarden

Met name de natuurlijk gevormde dennenbosjes staan op voedselarme plekken. Ze hebben hoge natuurwaarden. Een den op droge en arme grond kan alleen overleven door samen te

Het hout van een den heet grenen. Hout afkomstig van sparren heet vurenhout. De den is nog steeds de meest voorkomende boom in Nederlandse bossen. Toch is het maar een matige houtleverancier. Dat is ook geen wonder omdat hij op voedselarme en extreme bodems is aangeplant. Vroeger werden de stammen van dennen ook voor scheepsmasten gebruikt. Vandaar de bijnaam mastboom. In de vorige eeuw ook als stuthout in de steenkolenmijnen. Na de sluiting van de mijnen kelderde de vraag naar dennenhout. Nu worden er niet vaak meer dennen geplant omdat men de voorkeur geeft aan snelgroeiende naald-

foto: Geert de Vries

Hout

werken met mycorrhyzapaddestoelen. Deze groep paddestoelen geeft de boom extra water en mineralen. In ruil daarvoor krijgt de paddestoel suikers. Er zijn maar liefst 67 mycorrhizapaddestoelen bekend die uitsluitend samenwerken met de den, zoals de Bruine ringboleet, Koeienboleet, Duivelsbroodrussula, en Appelrussula. Ook zijn vele paddestoelen gespecialiseerd in het consumeren van dennentakken of oude dennenstammen. De roze Dennenkorstzwam groeit alleen op pas afgestorven dennentakken die nog in de boom hangen. Ook zijn er paddestoelen die uitsluitend op dennenappels groeien, zoals de Oorlepelzwam. Door voortschrijdende successie en door vermesting wordt het dennenbos steeds rijker aan voedingsstoffen waardoor met name veel mycorrhizapaddestoelen, die een exclusieve samenwerking met de den hebben, heel hard achteruit gaan. Algemene mycorrhizapaddestoelen die met allerlei bomen samenwerken, zoals de Geelwitte russula en de Krulzoom, komen daarvoor in de plaats. Kortom: zeldzame soorten worden nog zeldzamer en algemene soorten worden nog algemener. De beheerder van dit soort voedselarme milieus staat steeds voor vaker voor de vraag ‘Hoe zaai ik armoe zodat ik rijkdom kan oogsten?’

foto’s: Geert de Vries

Drie generaties “vrouwen”

Manlijke bloeiwijze

* G.W. de Vries is werkzaam bij het IVN Consulentschap Drenthe en is bestuurslid van Stichting Het Drentse Landschap.


30

Eric van der Bilt*

De eerste Stichting op Naam

Stichting A.V.J. den Hartogh Fonds Het was in 1998 toen mevrouw P.H. den Hartogh-Van der Veen voor het eerst contact met mij zocht. Ze was enthousiast begunstiger van de Stichting Het Drentse Landschap en wilde ons werk graag extra steunen. Een afspraak was gauw gemaakt ook al omdat ze in Rolde woonde. Mevrouw Den Hartogh was een zeer zelfbewuste vrouw die op dat moment hartproblemen ondervond. Op 4 april 2005 is ze vrij plotseling overleden. Ze heeft Het Drentse Landschap een mooi geschenk nagelaten. lezen. Een plaquette herinnert aan de bijdrage van mevrouw Den HartoghVan der Veen, ter nagedachtenis aan haar man. Betrokken

Petronella Hildagonda van der Veen werd op 25 juli 1926 te Hilversum geboren als oudste van drie kinderen. Haar vader werkte bij het spoor, waar-

foto: Jaap de Vries

Het Oude Diep >

Mevrouw Den Hartogh was zeer begaan met alles wat Drenthe zo bijzonder maakt.Wat haar vooral motiveerde was de wens om met haar vermogen iets voor Drenthe te doen. Als eerbetoon aan haar te vroeg overleden echtgenoot Adrie den Hartogh, jarenlang Consulent Openluchtrecreatie voor het toenmalige Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, CRM. Een ministerie dat - voor het opging in het Ministerie van LNV - veel goeds voor de Nederlandse natuurbescherming heeft gedaan. Tijdens de eerste ontmoeting ben ik met mevrouw Den Hartogh naar het beekdal van het Oude Diep gereden waar Het Drentse Landschap diverse natuurontwikkelings- en recreatieprojecten wilde uitvoeren. Ze bleek bereid een aanzienlijk bedrag te schenken voor het kopen van bijna een hectare grond langs het beekdal bij Drijber en deze vervolgens te bebossen.Vanaf 1999 schonk ze de stichting 5 jaar lang een vast bedrag via een lijfrentepolis.Tenslotte hielp mevrouw Den Hartogh in belangrijke mate mee aan de herbouw van het Kleinste Huisje bij Stuifzand langs het Oude Diep. Eind 2001 kwam het huisje beschikbaar voor erfgoedlogies zoals u ook in ons kwartaalblad heeft kunnen

door het gezin op verschillende plaatsen in Nederland woonde. Ondermeer in Haarlem, Zaandijk en Goes. Zij gaat geografie studeren in Amsterdam waar ze haar toekomstige man drs. A.V.J. den Hartogh ontmoet. Ze trouwen in 1955 te Arnhem en gaan een paar jaar later, i.v.m. het werk van Adrie als Consulent Openluchtrecreatie, in Drenthe wonen. Vanaf 1966 wonen zij met veel plezier in Rolde en zijn onder andere betrokken bij het Rolder Historisch Genootschap en de gemeentelijke politiek. Beiden waren gefascineerd door natuur en cultuur en samen hebben zij alle continenten van de wereld en de meeste landen daarvan bezocht. Ook na de vroege dood van Adrie in de jaren tachtig ging zij alleen naar de meest exotische en avontuurlijke oorden.Tot haar pensioen


31

Aankopen heeft ze voor de Kinderbescherming en als docent Aardrijkskunde op het Lyceum te Stadskanaal gewerkt. Als vrijwilliger gaf ze haar sociale bewogenheid vorm door onder andere Slachtofferhulp, SOS telefoondienst en de Stichting Sociaal Cultureel Werk voor Verstandelijk gehandicapten in Assen tot haar dood op 4 april dit jaar te helpen. Ook was zij aktief lid van de Campanula Loge no 19 van de Rebecca Loges van de Odd Fellows te Assen. Het grote aantal mensen dat bij haar crematie aanwezig was vormde een aanwijzing voor de betekenis die deze vrouw voor velen had. Fonds op naam

Enige weken na het overlijden van mevrouw Den Hartogh-Van der Veen ontving Het Drentse Landschap van de notaris de mededeling dat ze een waarlijk groot bedrag aan de stichting had nagelaten. Onder de uitdrukkelijke eis dat er een zogenaamd Fonds op Naam in het leven zou worden geroepen. Uit dit fonds zullen in een reeks van jaren projecten van Het Drentse Landschap op het vlak van natuur en landschap en recreatie kunnen worden gefinancierd. Een enorm gebaar waar het bestuur en de medewerkers van de Stichting Het Drentse Landschap haar buitengewoon erkentelijk voor zijn.Wij zullen met liefde, ter nagedachtenis aan Adrie den Hartogh en Nelly van der Veen, de Stichting A.V.J. Den Hartogh Fonds ten bate van haar doelstelling gaan beheren. * Drs. E.W.G. van der Bilt is directeur van Stichting Het Drentse Landschap.

De totale oppervlakte aan aankopen is door het zeer beperkte aankoopbudget dit jaar uitermate beperkt. Hierdoor dreigt in Drenthe de realisatie van de Ecologische HoofdStructuur (EHS) in de versukkeling te komen. Zicht op een beter perspectief is er op dit moment niet. Met veel grondeigenaren kunnen nu geen afspraken worden gemaakt en dat levert voor betrokkenen en de medewerkers van de stichting een zeer onbevredigende situatie op. In het gebied Takkenhoogte kon gelukkig op het juiste moment nog een belangrijke aankoop worden gerealiseerd. Deze grond vormde een enclave tussen de Takkenhoogte, het Meeuwenveen en de heide van De Wildenberg. Mede vanwege de fraaie ontwikkeling van de heidevegetatie in het natuurontwikkelingsproject Takkenhoogte was deze groene cultuurgrondenclave een vreemd element in het gebied. Door de verwerving kan een aaneengesloten natuurgebied ontstaan. In het beekdal van de Eekmaten kon het allerlaatste perceeltje worden verworven. Het einde van een onderhandelingsproces waarbij de eerste contacten met de eigenaar al van 20 jaar terug dateren. Aankopen is een zaak van lange adem! Door deze aankoop is de weg vrij voor inrichting van het gehele beekdal als natuurgebied. De activiteiten in het Hunzedal richten zich met name op de grondverwerving voor het natuur ontwikkelingsgebied Torenveen dat de stichting in 2006 hoopt te gaan uitvoeren. Ook elders in het Hunzedal zijn de grondaankoopmogelijkheden en perspectieven voor kavelruil groot. Ook hier geldt dat het aan grondeigenaren moeilijk uit te leggen is dat de aankoop of uitruil in de ijskast moet worden gezet, in afwachting van betere tijden.

Belangrijkste aankopen uit de afgelopen periode Takkenhoogte • 7,18.82 ha cultuurgrond Landgoed Vossenberg – Eekmaten • 0,37.25 ha cultuurgrond Uffelter Binnenveld • 0,60.35 ha bos Hunzedal • 0,68.52 ha bos en cultuurgrond • 1,40.70 ha cultuurgrond • 0,65.80 ha cultuurgrond


Stichting Het Drentse Landschap gaat de komende jaren een nieuw natuurgebied aanleggen bij Zuidoevers, een gebied aan de rand van het Zuidlaardermeer. Voor dit project doen wij een extra beroep op uw financiĂŤle steun.

foto: Otto Faulhaber / FN

Meer ruimte voor plant en dier is een belangrijk streven in het Hunzedal. Kaden zijn verlegd zodat het water meer zijn gang kan gaan. Hierdoor voelt de Blauwborst zich al prima thuis in delen van het Hunzedal. Maar er is meer winst te halen door Zuidoevers opnieuw in te richten. Het kan een waardevolle leefplek worden voor vele soorten vlinders, libellen, amfibieĂŤn, vissen, zoogdieren en vogels.

Help de Blauwborst

Met uw bijdrage kunnen we het project helemaal gaan uitvoeren. Het zou toch fantastisch zijn als volgende jaar de Blauwborst hier weer rondvliegt? Zij kunnen niet zonder uw steun. Stuur vandaag nog de bijgevoegde antwoordkaart terug. U kunt uw zeer gewaardeerde bijdrage ook storten op 43.97.50.962 ten name van Stichting Het Drentse Landschap te Assen o.v.v. bijdrage Zuidoevers. Alvast onze grote dank voor uw geste.

Ze kan uw steun goed gebruiken!


Berichten

33

Kortweg

1

ASSEN 6 1

3

5 EMMEN 4 HOOGEVEEN MEPPEL

2

foto: Joop van de Merbel

1-Hunzedal Het project Zuidoevers Zuidlaardermeer is begin oktober gestart. Het werk is gegund aan de firma Oosterhuis uit Nijeveen. Op 6 oktober werd de bevolking van De Groeve ingelicht over de gang van zaken en een paar dagen later was men al in volle gang. Bijzonder is het feit dat vele tienduizenden kubieke meters grond via platbodems over het Zuidlaardermeer worden afgevoerd. Om vervolgens door het waterschap Hunze en Aa’s, samen met de gemeente Tynaarlo de belangrijkste projectpartner, in de te versterken kaden langs het Drentse Diep te worden verwerkt. Het is geweldig dat dit werk met subsidie van de provincie (ICES-Natte natuur), Europese Unie en Nationale Postcode Loterij kan worden uitgevoerd.

De ontwikkelingen rond LOFAR lijken ook in een stroomversnelling te komen. Het onderzoek naar de natuurtechnische ontwikkelingsmogelijkheden van het beekdal van het Achterste Diep, waar het LOFAR-gebied deel van uitmaakt, is gegund aan Oranjewoud. Om de vaart erin te houden is alvast een projectgroep in het leven geroepen waar naast Het Drentse Landschap en Astron ook het waterschap Hunze en Aa’s, de provincie Drenthe, de gemeente Borger-Odoorn, LTO-Noord en het Recreatieschap Drenthe zitting in hebben. Op 21 oktober volgde de eerste kennismaking. Op 16 november werd het recreatieproject Annermoeras,

Duunsche Landen en Elzenmaat (ADE) opgeleverd. Gedeputeerde mevrouw Ali Edelenbosch stelde de uitkijktoren van de Elzenmaat bij Eexterveen in gebruik. Het is een onopvallende publiekstrekker geworden van waar uit men een prachtig zicht op de omgeving heeft. Het Drentse Landschap blijft teleurgesteld dat een klein aantal mensen in Spijkerboor het plaatsen van een prachtige en hoge kijktoren bij het Annermoeras heeft tegengehouden. Een gemis, want een uitkijktoren biedt de mogelijkheid om op een bijzondere wijze te genieten van het landschap. Naast de uitgebreide wandelmogelijkheden over de kaden van de diverse deelgebieden stelt de brug bij de gaslokatie Oud Annerveen de wandelaars

in staat vanaf Café ’t Keerpunt in Spijkerboor een prachtige rondwandeling om het Annermoeras te genieten. Alhoewel voor Het Drentse Landschap de natuurtechnische inrichting van het Hunzedal prioriteit heeft, zag zij in dit project met steun van vele partners kans om ook iets voor de recreatie te realiseren. Uiteindelijk wordt vanuit het Hunzeproject ook integraliteit gepropageerd. Dank gaat uit naar de Grontmij die het werk begeleidde en de volgende partners die het project financieel mogelijk maakten: provincie Drenthe (Plattelandsstructuurfonds, SGB), Samenwerkingsverband Noord Nederland, Recreatieschap Drenthe en gemeente Aa en Hunze.


34

Berichten

foto: Hero Moorlag

Lakzwam

2-Kremboong Het paddestoelenseizoen is na de regens van midden augustus begonnen met een explosie van melkzwammen. Een week later kwamen de boleten, russula’s en mycena’s. Tijdens een inventarisatie in het Kremboongbos op 13 augustus ontdekte Hero Moorlag verse exemplaren van een Tonderzwam (Ganoderma applanatum) en een Lakzwam (Ganoderma lucidum). De Lakzwam is voor zover na te gaan niet in de omgeving van Hoogeveen bekend en zeer zeldzaam voor Drenthe. Ook de Biefstukzwam(Fistulina hepatica) werd voor het eerst in het Kremboongbos aangetroffen. Hij is wel bekend van de nabijgelegen Wijken van Eleveld. Blijkbaar door het ouder worden van het bos en het vele dode eikenhout heeft de zwam zich op een eikenstronk weten te vestigen.

4-Hijkerveld Als trekvogel en overwinteraar wisten Grauwe ganzen Diependal en het grote vloeimeer altijd al wel te vinden. Uit de broedvogeltellingen blijkt dat de Grauwe gans nu ook als broedvogel stevig ingeburgerd is. Dit jaar werden er minstens 6 paar met kuikens waargenomen. Het vogelreservaat werd al jaren gebruikt als kraamkamer voor de oorspronkelijk uitheemse Nijlganzen en Canadese ganzen. De Grauwe gans, als enige oorspronkelijk inheemse soort, is landelijk in opkomst. In zuid en westelijk Nederland is de soort al weer jaren als broedvogel aanwezig. Ondertussen lijkt ook Drenthe gekoloniseerd te worden. Waarschijnlijk zullen de aantallen binnen Diependal de komende jaren nog wel wat groeien. Ook lijkt de Das het Hijkerveld nu definitief als woonplaats te hebben uitgekozen. De afgelopen jaren werden er heel af en

toe waarnemingen van Dassen of hun sporen in dit terrein gedaan. Het betrof altijd zwervende of doortrekkende dieren. Dit voorjaar werd er voor het eerst een dassenhol aangetroffen dat in de loop van de zomer uitgebreid werd tot een burcht met meerdere ingangen. Het uitbundige graafwerk en het gesleep met nestmateriaal duidt er op dat deze Das van plan is zich definitief te settelen op het Hijkerveld. Het afwisselende en uitgestrekte Hijkerveld biedt de Dassen geschikt leefgebied. Onze reptieleninventariseerder wist te melden dat de Das in dit terrein onder andere leeft van Rozenkevertjes. De larven van deze, op het Hijkerveld massaal voorkomende kevertjes, leven in de wortelzone van de grasmat. Dassen weten concentraties van deze larven, gezien de vele wroetplekken in het terrein, feilloos te vinden.

3-Boerenveensche plassen Afgelopen zomer werd er in samenwerking met het IVN Hoogeveen inventarisatieonderzoek aan reptielen gedaan. Belangrijkste doelstelling was om na te gaan of er in het gebied nog Adders voorkomen. De laatste keer dat er in dit terrein een Adder werd waargenomen stamt uit 1998. Het onderzoek werd uitgevoerd met hulp van reptielenplaatjes. Dit zijn metalen plaatjes waar Adders graag op of onder gaan liggen. Helaas leverde dit onderzoek geen enkele waarneming van een Adder op. Het lijkt er op dat de Adder in dit

terrein ondertussen uitgestorven is. Het terrein biedt dan ook weinig geschikte ruimte aan een levensvatbare adderpopulatie. Ook is er, vanwege de geïsoleerde ligging geen uitwisseling mogelijk met andere heideterreinen. Ondanks deze wat teleurstellende constatering werden er veel andere leuke waarnemingen gedaan. Zo werd er onder meer een nieuwe groeiplaats van Liggende vleugeltjesbloem gevonden. Ook blijken er nog wel vrij veel Levendbarende hagedissen voor te komen.


Berichten

5-Scharreveld - Reigerveen LNV-aankoopgelden sterk zijn gereduceerd met als onbedoeld effect dat de provincie Drenthe minder geld ontvangt omdat ze voor ligt op het schema om de Ecologische HoofdStructuur te realiseren. Hierdoor verdwijnt de snelheid uit het proces. In de toekomst zal door deze ontwikkelingen het op vrij grote schaal inrichten van nieuwe natuurgebieden zoals in dit project geschiedde, onder grote druk komen te staan. Een punt van grote zorg, want wie neemt het over. De provincie lijkt onwaarschijnlijk en vrijwel zeker zal een particulier dit niet kunnen realiseren. De hoop werd naar de vertegenwoordiger van de minister uitgesproken dat het voorliggende prachtige product van consistent beleid over decennia het ministerie tot herbezinning kan verleiden. Dwingen kan de natuur niet, maar overtuigen met schoonheid wel degelijk. De film over de Vossenberg

van Pieter Kuivenhoven was dermate poëtisch dat die zeker overtuigde. Net als de wandeling door het gebied die vervolgens werd gemaakt. Ga binnenkort maar eens naar het resultaat kijken. In het gebied is een voor vogels zeer aantrekkelijke waterhoudende laagte ontstaan. Er heeft zich hier ondertussen al een kokmeeuwenkolonie gevormd. Ook worden er veel Geoorde futen en allerlei andere watervogels gesignaleerd. Waar veel watervogels bij elkaar zijn duikt vroeg of laat ook vaak een Zeearend op. Dit gebeurde dan ook dit najaar. De Zeearend is de grootste roofvogel van Noordwest Europa. De dieren hebben een spanwijdte van bijna 2,5 meter en worden daarom ook wel ‘vliegende deuren’ genoemd. Behalve op vis jaagt zo’n dier ook graag op eenden en ganzen. Het dier werd in de mist gefotografeerd door natuurfotograaf Albert Kuivenhoven.

6-Drouwenerzand

Zeearend

foto: Albert Kuivenhoven

Op 4 november vond de oplevering van ruim 130 ha nieuwe natuur plaats. Dit gebeurde in het bijzijn van gedeputeerde Ali Edelenbosch en de directeur regio noord van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), Hendrik Oosterveld. De familie Koekoek stelde hun boerderij op het Landgoed Vossenberg voor deze feestelijke gebeurtenis beschikbaar. Het project is, als uitkomst van het Natuuroffensief, het sluitstuk van een meer dan 40-jarige ontwikkeling. Al in 1961 werd 4 ha natuur in het Scharreveld gekocht.Vanaf dat moment strijdt Het Drentse Landschap ervoor om de verschillende heiderestanten tot één groot nieuw natuurgebied samen te voegen. Inmiddels is dat gegroeid tot een oppervlakte van bijna 300 ha. De aankopen van de gebieden konden alleen maar geschieden op basis van een consequent overheidsbeleid waarbij rijk en provincie elk 50% van de aankoopkosten financierden. Inmiddels is sprake van een sterk gewijzigd beleid van het ministerie van LNV. Met nadruk op agrarisch natuurbeheer waarbij tegen vrij hoge kosten weinig indrukwekkende resultaten worden behaald.Veertig procent van de resterende begrensde reservaatgronden moet door particulieren en niet door natuurbeherende organisaties als Het Drentse Landschap worden verworven. Gedeputeerde Edelenbosch constateerde bovendien dat de

35

Op het Drouwenerzand brengt mevrouw Kruk uit Gasselte de natuurlijke verjonging van Jeneverbessen in kaart. Aanleiding voor dit onderzoek waren de alarmerende berichten over het uitblijven van natuurlijke verjonging op landelijke schaal. In veel terreinen met Jeneverbessen worden inderdaad al jaren geen zaailingen meer aangetroffen. Gelukkig blijkt de situatie op het Drouwenerzand minder rampzalig te zijn. Dit jaar werden er minstens 70 jonge zaailingen aangetroffen. Ook komen er in dit terrein vrij veel exemplaren van slechts enkele jaren oud voor. Veel van deze zaailingen zijn nauwkeurig in kaart gebracht opdat bekeken kan worden in hoeverre de prille boompjes onbelemmerd kunnen opgroeien. Als onderdeel van dit onderzoek zijn enkele zaailingen in het gaas gezet om te kunnen beoordelen in hoeverre schapenbegrazing de overlevingskansen bepaalt. Deze herfst werden er op het Drouwenerzand twee Raven waargenomen. Deze grootste kraaiachtige wordt de laatste jaren weer wat vaker waargenomen in Drenthe. Met zelfs af en toe een geslaagd broedgeval. Als echte aaseters hebben deze vogels het in ons opgeruimde cultuurlandschap echter niet echt makkelijk.


36

Berichten

• Theo Spek wint Prof. Van Winterprijs Theo Spek heeft met zijn boek Het Drentse esdorpenlandschap. Een historisch- geografische studie (Utrecht 2004) de Prof. Van Winterprijs 2005 gewonnen. De publicatie van Spek is uitgeroepen tot het beste boek op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis in Nederland van de afgelopen twee jaar. Theo Spek is werkzaam bij de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek in Amersfoort. De prijs wordt uitgereikt onder auspiciën van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur. Elke twee jaar bepaalt een onafhankelijke en deskundige jury welk boek de Prof.Van Winterprijs krijgt. De juryleden voor dit jaar waren de hoogleraren G. Hoekveld, A. Knotter en K. Goudriaan alsmede M. Gerding en T. Wijsenbeek. Het boek van Spek beschrijft en analyseert de veranderingen in het Drentse landschap in de Middeleeuwen. Zwaartepunt ligt op de ontwikkelingen van het esdorpenlandschap van de dertiende tot en met de zestiende eeuw. Grote verdienste van Spek is dat hij een interdisciplinaire benadering kiest. Uit archeologische, bodemkundige en archivalische hoek haalt Spek zijn gegevens en mengt ze schijnbaar moeiteloos tot een eenheid. Het boek dat verscheen in 2004, was een succes en is inmiddels uitverkocht. Het is te hopen dat

binnenkort een herdruk verschijnt van dit standaardwerk over de landbouw en het landschap in middeleeuws Drenthe. Zoals u weet werd de uitgave van het boek ter gelegenheid van het 70-jarig jubileum van de Stichting Het Drentse Landschap door haar gefinancierd. De Prof.Van Winterprijs is beschikbaar gesteld door het Prof.Van Winterfonds en is op 18 november 2005 in het Drentse Museumdorp Orvelte uitgereikt door Commissaris van de Koningin in Drenthe, Relus ter Beek. • Activiteitenfolder 2006 De nieuwe Activiteitenfolder voor 2006 met daarin tal van excursies, lezingen en andere activiteiten komt begin januari uit. Naast de meer gebruikelijke onderwerpen worden er enkele activiteiten georganiseerd rondom de Landschapscampagne Kiek op Drenthe, Laat het Donker Donker en nieuwe natuur. De folder is vanaf medio januari aan te vragen bij het secretariaat van de stichting, tel.: 0592-313552 of via e-mail: mail@drentslandschap.nl • Activiteiten druk bezocht Ruim 750 mensen hebben in Drenthe op 25 september meegedaan aan de activiteiten van ‘Lopen in het Landschap’. Het was de 2e keer dat de 12 provinciale Landschappen dit evenement op 50 locaties in Nederland organiseerden. Er zijn ruim 11.000 wandelaars geweest. De reacties, hoewel natuurlijk divers, waren una-

niem lovend over dit initiatief. Een aantal vertelde verrast te zijn dat bekende natuurgebieden zoveel onbekende elementen bevatten. Onder het motto ‘Leef even als een kind in de ijzertijd’ hebben ruim honderd kinderen meegedaan aan diverse activiteiten bij de prehistorische boerderij in Orvelte. Met leem, dat ze uit de leemput vlakbij de boerderij hadden opgedolven, maakten de kinderen kralen, die ze vervolgens in een vuur bakten. Andere kinderen probeerden een vuurtje te maken met alleen een wrijfstokje of vuurstenen afslag. Ook werd er brood gebakken en vertelde Eelco hoe er vroeger in de boerderij gewerkt en geleefd werd.

• Legaten en schenkingen Het jaar 2005 is het jaar waarin de stichting Het Drentse Landschap veruit het grootste bedrag ooit aan schenkingen en legaten heeft ontvangen. Elders in dit blad kunt u lezen hoe mevrouw A.V.J. den Hartogh voor Het Drentse Landschap een aparte Stichting Den Hartogh Fonds in het leven heeft geroepen waaraan een zeer groot bedrag is nagelaten. Als één van de vijf erflaters heeft Het Drentse Landschap een bedrag van circa € 240.000,-- van mevr. Boomsma uit Groningen mogen ontvangen. Uit de erfenis van mevrouw A.J.G. Klunder uit Eelde zowel als van dhr. W.A. van Dijk werd een bedrag van € 4.538,-- ontvangen.


Van de erven van dhr. G.J.L. Kromsigt werd € 43.474,-- ontvangen. Een mevrouw uit Utrecht schenkt ons de komende vijf jaar steeds een bedrag van €125,--. Ook werd € 200,-- geschonken door AM wonen Regio Noord Oost te Zwolle, €125,-- van Stichting ICARE te Meppel en € 50,-- van de Vereniging Nederlands Inkoopmanagement. Voorts ontving Het Drentse Landschap € 136,-- van een mevrouw uit Noordenveld.

foto: Joop van de Merbel

Bestuur en medewerkers zijn een beetje sprakeloos van de geweldige bijdragen die particulieren aan Het Drentse Landschap nalaten en schenken. Wij vatten deze giften op als een

zeer persoonlijke ondersteuning van de doelen waar onze stichting en de aan haar gelieerde stichtingen voor staan. Het is al vaker gezegd maar er is niets te bedenken wat ons meer motiveert en stimuleert om door te gaan met onze opdracht dan deze geweldige ondersteuning. Uit de grond van ons hart bedankt. • DVR Stichting maakt natuurbeleving Diependal mogelijk Al jarenlang vragen de vrijwilligers van de kijkhut Diependal op het Hijkerveld de stichting om een kijkwand bij het vloeimeer omdat je die vanuit de kijkhut zo moeilijk kunt zien. We zijn dan ook zeer ingenomen met het feit dat de DVR-Stichting bereid is om een kijkwand en een oeveraanpassing met als doel nestgelegenheid voor de IJsvogel te subsidiëren. De DVR-Stichting heeft Het Drentse Landschap in het verleden al vele malen geholpen met natuurprojecten. In dit geval zullen onze vrijwilligers maar ook de bezoekers getrakteerd worden op nieuwe natuurbelevingen en daarmee gemotiveerd als nooit tevoren een goed beheer van dit watervogelreservaat nastreven. Dit geldt zeker voor Dirk Haanstra, die al jarenlang zorg draagt voor beheer en toezicht. Het Drentse Landschap bedankt de DVRStichting voor de bijdrage van € 11.000,--.

In het vorige kwartaalblad hebben reeds gemeld dat de Stichting Oude Drentse Kerken (SODK) via een communicatieplan aandacht wil vragen voor het behoud van de Drentse kerken. Zowel op provinciaal niveau voor alle kerken, alsmede voor individuele kerkjes. In dat streven wordt de SODK door velen gesteund en met plezier kan meegedeeld worden dat ook de Koninklijke Nederlandse Heidemaatschappij (KNHM) de SODK € 4.000,-- als subsidie voor dat project heeft toegekend. De KNHM vindt het van groot belang dat door middel van een breder gebruik van kerkjes in een dorpscontext het dorpsleven gestimuleerd wordt. De gemeente Tynaarlo heeft besloten de synagoge van Zuidlaren voor 1 euro aan de SODK over te dragen. Begin december vond de overdracht plaats. Inmiddels staat al vast dat de Vereniging tot Behoud van de Synagoge Zuidlaren hoofdhuurder zal worden. Deze vereniging zet zich al jaren in voor het behoud van de synagoge en zal deze taak nu samen met de SODK vorm geven. Een prachtige ontwikkeling, nog geschraagd door het gegeven dat de Liberaal Joodse Gemeente Noord Nederland erediensten in de synagoge gaat houden. Een verheugende ontwikkeling. Alle energie zal gezet worden op een spoedige restauratie. Tenslotte nog de melding van een betreurenswaardige ontwikkeling, namelijk de sloop van het gereformeerde kerkje in Nieuw-Weerdinge. De SODK werd door verontruste burgers uit het dorp op het voornemen tot sloop geattendeerd. Navraag bij de gemeente Emmen leerde dat de sloopvergunning inmiddels was afgegeven. Een poging om via de kerkrentmeesters een gesprek te arrangeren met als doel het besluit te heroverwegen, strandde op het volstrekt ontbreken van enige wil om de kerk te behouden. Het gereformeerde kerkje zal dus gesloopt worden. Vooral de houding van degenen die zorg voor dit stuk cultureel erfgoed zouden moeten uitdragen, verontrust de SODK. Juist vanwege dit soort gebeurtenissen lijkt het zaak om snel een waardebepaling voor de Drentse kerken te bezitten om zodoende tot een betere afweging inzake sloop te kunnen komen. Een taak die door de provincie Drenthe opgepakt moet worden.


Berichten

foto: Harry Wolters

38

• Hunebedden, een wereld te winnen De financiering van het project ‘Hunebedden, een wereld te winnen’ is eind november rondgekomen. Stichting Het Drentse Landschap heeft samen met Staatsbosbeheer, de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, het Drents Plateau en het Hunebedcentrum het projectplan opgesteld. Dankzij subsidie van Leader+ en vooral van de provincie Drenthe kan met dit zeer aansprekende project begonnen worden. Het VSBfonds heeft een bijdrage toegezegd en het is verheugend dat ook alle gemeenten waarin hunebedden liggen, met uitzondering van Assen, bijdroegen. Naast Het Drentse Landschap is er ook steun van Staatsbosbeheer en de Nationale Postcode Loterij. Bureau Haskoning zal binnenkort beginnen met het inventariseren van alle hunebedterreinen en het maken van een beheers- en inrichtingsplan voor elk afzonderlijk hunebed. Via het Hunebedcentrum zullen belanghebbenden en deskundigen betrokken worden bij het ontwikkelen van een visie op de toekomstige omgang met hunebedden en hun omgeving.

In de ogen van de betrokken organisaties voor Drenthe en haar toeristische product een uiterst belangrijke discussie. Uiteindelijk moet dit project leiden tot een veel betere ruimtelijke inpassing van de magische archeologische objecten die de hunebedden van Drenthe feitelijk zijn. Provincie bedankt. • De spierballen van de gemeente Westerveld Eind augustus stortte een onbekende persoon asbestafval zowel op eigendom van de gemeente Westerveld als op grond van de stichting nabij Rheebruggen. Ondanks een poging om dit gezamenlijk op te lossen, een traditie die met alle gemeenten in Drenthe op het punt van illegale vuilstort is gegroeid, meende de gemeente Westerveld meteen de sterke arm te moeten gebruiken. Onder dreiging van bestuursdwang en boetes werd Het Drentse Landschap gesommeerd de zaak terstond op te ruimen. Hoewel de gemeente misschien wettelijk gelijk kan hebben, is de stichting van mening dat hier een nietcoöperatieve houding wordt aangenomen. Blijkbaar is de

gemeente bedrijfsblind geworden en meent zij op autoritaire wijze de wet te moeten handhaven. Het Drentse Landschap heeft de rommel inmiddels op eigen kosten opgeruimd, maar beraadt zich op de ontstane situatie. Het mag duidelijk zijn dat het simpele feit dat de terreinen van Het Drentse Landschap openbaar toegankelijk zijn en we zelfs allerlei voorzieningen zoals parkeerterreinen aanleggen, ons kwetsbaar maakt voor illegale vuilstort. Ondanks het feit dat de gemeente Westerveld groot economisch en maatschappelijk belang heeft bij toeristisch-recreatief medegebruik, ontmoedigt zij door haar houding de inrichting en handhaving van infrastructuur door terreinbeheerders. In november ontving de stichting van dezelfde gemeente een bestuursdwangbrief over een maaiseldepot in één van onze terreinen. Geen echt groot milieuprobleem in onze ogen. Reden om het maaisel even te laten liggen zijn de kosten die gemoeid zijn met afvoer. Door broei en vertering worden volume en gewicht minder en dus zijn er minder afvoerkosten. Het Drentse Landschap ervaart

het als een gemiste kans dat de gemeente Westerveld spierballen-optreden belangrijker vindt dan met partners na te denken over oplossingen voor probleempjes. • Orvelte De Culturele Activiteiten Vereniging Orvelte heeft in 2005 een uitstekend jaar gedraaid. Maar liefst 28.000 betalende bezoekers zorgden voor een gezonde financiële situatie. Meer dan 100.000 mensen vereerden Orvelte ook dit jaar weer met een bezoek, waardoor dit prachtige esdorp onverkort belangrijk blijft als onderdeel van het Drentse toeristische product. Leuk om te melden is het gegeven dat de Stichting Grafisch Erfgoed Orvelte veel activiteiten ontwikkelt om het maken van grafiek onder de aandacht van een breder publiek te brengen. Hiertoe werkt ze samen met Zollhausverein en Graphische Gesellschaft Leer in Duitsland. Samen richten zij zich interregionaal op kunstenaars, de jeugd en belangstellenden om allerlei activiteiten te ontwikkelen. • Natuurbalans In de Natuurbalans 2004, door het Milieu en Natuur Planbureau recent uitgebracht, stond weer de nodige interessante informatie. Belangrijke conclusie was dat het agrarisch en particulier natuurbeheer veel te traag van de grond komt om vooral wat het ministerie van LNV ervan verwacht, te kunnen realiseren.


Geef uw kiek op Drenthe Maak kans op een digitale camera

Verder is het duidelijk geworden dat er voor teveel geld veel te marginale natuur mee wordt gerealiseerd. En dat daarmee zowel kwantitatief als kwalitatief de realisatie van de Ecologische HoofdStructuur (EHS) in gevaar wordt gebracht. Hoe sympathiek ook het streven is om particulieren en agrariërs bij het natuurbeheer te betrekken, het lijkt er meer en meer op dat onze huidige regering het middel tot doel verheft. Dit geeft een bitter gevoel bij organisaties zoals Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en de 12 Provinciale Landschappen die al 70 tot 100 jaar succesvol en integer natuurbescherming trachten vorm te geven. Het is beangstigend dat op dit punt nuchter verstand het aflegt tegenover de politieklevensbeschouwelijke overwegingen van bepaalde politici. • Prijsuitreiking ‘Vlinders Thuis’ Op 20 oktober jl. reikte burgemeester Sj. Kremer van de gemeente De Wolden de prijzen uit aan de winnaars van de wedstrijd ‘Vlinders Thuis’ die door de Vlinderwerkgroep van Natuurvereniging Zuidwolde was uitgeschreven. De werkgroep wil zo mensen betrekken bij de natuur in hun eigen omgeving. Een streven dat Het Drentse Landschap uiteraard van harte heeft ondersteund. Meer dan 150 deelnemers waren naar het informatiecentrum ’t Ende gekomen. Zowel groot als klein hadden prachtige vlinderfoto’s, -gedichten en -werkstukken gemaakt.Volgens de deskundige jury viel vooral de hoge kwali-

teit van de inzendingen op. Zelfs de allerkleinsten wisten met een prachtige foto of tekening mooie prijzen in de wacht te slepen. Met deze prijsuitreiking werd ook het succesvolle ‘Vlinder Thuis’-project afgesloten. • Praagse schilderkunst in Drents Museum In het Drents Museum is van 15 november 2005 t/m 26 februari 2006 de grote tentoonstelling ‘Praagse schilderkunst 1890 - 1939: van symbolisme tot abstractie’ te bezichtigen. Er zijn topwerken uit de collectie van de National Gallery te Praag te zien, aangevuld met werken uit enkele andere Tsjechische musea en uit particulier bezit. Ruim 70 schilderijen en tekeningen, waaronder werk van Jakub Schikaneder, Jan Preisler, Frantiek Kupka, Maximilian Vabinsky, Emil Filla en Alfons Mucha, vertegenwoordigen alle stromingen uit een halve eeuw Tsjechische beeldende kunst, zoals het impressionisme, symbolisme, Art Nouveau, expressionisme, kubisme, constructivisme en het (neo)realisme. De thema’s menselijke figuren en landschappen vormen de rode draad door de tentoonstelling. Het Drents Museum is van dinsdag tot en met zondag open van 11.00 tot 17.00 uur. Eerste kerstdag en nieuwjaarsdag gesloten.

Wat maakt het Drentse landschap mooi en wat maakt het lelijk? Deze vraag staat centraal in onze campagne Kiek op Drenthe. Met de campagne vragen we aandacht voor de kwaliteiten van Drenthe. Wilt u een paar minuten vrijmaken en ons vertellen wat uw mooiste en lelijkste plek is? U kunt hiervoor gebruik maken van de deelnamekaart in het hart van dit blad. Het inzenden van uw ‘kiek op Drenthe’ kan nog tot 9 januari 2006. Een jury beoordeelt welke inzending wordt beloond met een digitale camera. Tijdens het Drentse kwaliteitsdebat op 2 maart 2006, zullen de inzendingen worden gebruikt in discussies over het behoud en de aantasting van de kwaliteiten van het Drentse landschap. Meer leest u op www.kiekopdrenthe.nl. Kiek op Drenthe is een campagne van Het Drentse Landschap en de Milieufederatie Drenthe en wordt uitgevoerd in samenwerking met BNA, Bond Heemschut, Drents Plateau, KNHM en Landschapsbeheer Drenthe. Deze campagne wordt mede mogelijk gemaakt door bijdragen van de provincie Drenthe en de Nationale Postcode Loterij.


40

Berichten Johan Vos

• Workshop Natuur­ fotografie Amateurfotograaf Johan Vos geeft speciaal voor de begunstigers van Het Drentse Landschap een workshop Natuurfotografie. Tijdens de cursus zal hij stilstaan bij zijn eigen werk en tips geven over hoe de natuur het beste gefotografeerd kan worden. Uiteraard wordt ook het veld ingegaan om praktijkervaring op te doen. De cursus eindigt met het vertonen van de gemaakte foto’s en het uitwisselen van ervaringen. Johan Vos maakt al vele jaren prachtige natuurfoto’s. Zijn passie is vogels. Met behulp van een schuiltentje en een fototoestel met telelens maakt hij de mooiste opnamen van het uiterlijk en gedrag van vogels.

Hij weet echter ook andere wonderlijkheden van de natuur, inclusief landschappen, op een bijzondere manier te vereeuwigen. De eerste bijeenkomst is op donderdag 26 januari a.s. om 20.00 uur in Orvelte. U kunt zich aanmelden via het secretariaat van de stichting, tel.: 0592-313552 of via e-mail: mail@drentslandschap.nl. De kosten zijn: € 10,--. Maximaal 25 personen kunnen hieraan deelnemen. De deelnemers ontvangen vervolgens nadere informatie. Het hebben van een duur fototoestel is hierbij niet noodzakelijk. Ook jongeren zijn van harte welkom. De mooiste foto’s zullen in het kwartaalblad worden gepubliceerd.

• Drents Monumenten­ loket van start Vanaf 16 november kan iedereen in Drenthe op één centraal adres terecht met alle vragen op het gebied van monumenten en monumentenzorg. Dat geldt bijvoorbeeld voor monumenteneigenaren die met bepaalde vragen rond bouwplannen zitten. Het geldt ook voor bezorgde burgers die gehoord hebben van sloopplannen van oude gebouwen bij hen in de buurt. Met al dit soort vragen kunnen Drentse burgers bellen, mailen of schijven met het Monumentenloket Drenthe dat bemenst wordt door medewerkers van Drents Plateau. Het loket speelt de vraag door aan die instelling die deze in Drenthe het beste kan beantwoorden. Aan de basis van de samenwerking van Drents Plateau met de Drentse erfgoedorganisaties ligt een convenant waarin de onderlinge afspraken geregeld zijn. Deelnemers zijn Bond Heemschut Drenthe, Molenstichting Drenthe, Stichting Drents Monument, Stichting Het Drentse Landschap, Stichting Drentse Boerderijen, Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen in Groningen-Drenthe, Stichting

Oude Drentse Kerken, Stichting Monumentenwacht Drenthe, Stichting Industrieel Erfgoed Noord-Nederland, DBF, Stichting Maatschappij van Weldadigheid en Drents Plateau. Om bewoners van boerderijen specifieke informatie en advies te geven bij ingrepen in hun boerderij en erf, maakt ook het Boerderijenspreekuur onderdeel uit van het Monumentenloket Drenthe. Bewoners en (potentiële) eigenaren van boerderijen in Drenthe kunnen op dit spreekuur een integraal advies krijgen over alle aspecten rond instandhouding en ontwikkeling van boerderij en erf. De deelnemende organisaties aan dit spreekuur zijn Drents Plateau, Werkgroep Boerenerven Drenthe, Landschapsbeheer Drenthe en de Milieufederatie Drenthe. Op deze manier krijgt de vragensteller deskundig antwoord op zijn vragen. Monumentenloket Drenthe Postbus 117 9400 AC Assen bezoekadres: Stationsstraat 11, Assen, tel. 0592-305969 www.monumentenloketdrenthe.nl www.boerderijenspreekuurdrenthe.nl


Vooraankondiging lezingenserie

N O G M E E R KOSTEN BESPAREN U kunt Het Drentse Landschap nog meer steunen door uw jaarlijkse bijdrage automatisch door ons te laten incasseren. De kosten van het verzenden van de acceptgiro’s alsmede de administratie- en bankkosten zijn niet gering. Daarom hebben we met een aantal banken afspraken gemaakt over automatische incasso. Om hier gebruik van te maken hebben we uiteraard uw toestemming nodig. Dat kunt u doen door de bijgevoegde machtigingskaart in te vullen en op te sturen. Voordelen van het automatisch afschrijven zijn: • U vergeet nooit te betalen • U bespaart uzelf en ons kosten van steeds terugkerende betalingen. Indien u besluit over te gaan tot automatische incasso, dan kunt u: • Het afgeschreven bedrag tot een maand na afschrijving terug laten boeken door uw bank- of girokantoor • De machtiging te allen tijde intrekken. Alvast heel hartelijk dank voor uw extra steun!

• Stoned Drenthe Over de toekomst van de hunebedden Hunebedden zijn weliswaar de oudste monumenten van Nederland, maar worden toch vooral gezien als icoon van Drenthe. Het lijkt er op, zeker gezien de grote stroom bezoekers die naar het Hunebedcentrum komt, dat archeologie in het algemeen en hunebedden in het bijzonder zich in een groeiende belangstelling mogen verheugen. Samen met Het Drentse Landschap, Staatsbosbeheer, Drents Plateau en de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek bezint het Hunebedcentrum zich op de toekomst van onze oudste monumenten. De betekenissen voor de toekomst van de hunebedden worden aangedragen vanuit disciplines als geologie, archeologie, natuurontwikkeling, landschapsontwikkeling, museologie, geschiedenis en landschapsarchitectuur. In zeven lezingen geven deskundigen uit deze disciplines hun visie op de vraag welke toekomst de hunebedden hebben. Aan het eind van de serie volgt een brede discussie en wordt de voorlopige balans opgemaakt. De bijeenkomsten worden gehouden in het Hunebedcentrum (op donderdagavonden in februari en maart 2006 van 20.00 tot 22.00 uur). De normale prijs voor alle zeven lezingen is € 100,- maar voor de begunstigers van Het Drentse Landschap slechts € 75,- (incl. twee kopjes koffie). Men kan zich alleen inschrijven voor de totale serie. Er is slechts ruimte voor 100 deelnemers. Nadere informatie en aanmelding bij het Hunebedcentrum in Borger via tel. 0599-236374 of per e-mail: info@hunebedcentrum.nl. De lezingenserie ‘Stoned Drenthe’ wordt georganiseerd door het Hunebedcentrum en Stichting Het Drentse Landschap. • Lezingencyclus in Drents Archief

Het Drents Archief organiseert regelmatig lezingen over de Drentse geschiedenis in samenwerking met de provinciaal historicus en de Drentse Historische Vereniging. In de lezingencyclus Grenzen in Drenthe wordt het thema vanuit verschillende invalshoeken benaderd. Bij grenzen denken we natuurlijk eerst aan fysieke of juridisch vastgestelde grenzen, maar er zijn ook mentale en culturele grenzen. Wat te denken van bijvoorbeeld taalgrenzen of verschillen in mentaliteit tussen Drenten en niet-Drenten? Tijdens deze lezingencyclus behandelen deskundige sprekers een bepaald aspect van het thema, voorafgegaan door een inleidende lezing van dr. Erwin Karel. De lezingencyclus wordt als een totaalpakket aangeboden. De onderwerpen en de sprekers zijn: Scheidslijnen in cultuur en landschap (Inleidende lezing) - dr. Erwin H. Karel Grenzen van het recht - dr. Albert Eggens Grenzen in identiteit - dr. Michiel Gerding Landschapsgrenzen - dhr. Jan van Ginkel Regionale scheidslijnen in architectuur - dhr. Leen de Graaf Taalgrenzen - dr. Henk Nijkeuter Mandegoed, schandegoed: markengrenzen - drs. Ellen S. de Vries-Heijboer De eerste lezing wordt gegeven door dr. Erwin Karel, de volgorde van de overige lezingen is nog niet bekend. Data: dinsdag 21 februari tot en met 4 april 2006, 19.30-21.30 uur Plaats: Drents Archief, Brink 4 in Assen Kosten: € 55,-Informatie over de wijze van aanmelding en betaling is te vinden in de cursusfolder, verkrijgbaar bij het Drents Archief (0592-313523). Deze informatie staat op ook de website www.drentsarchief.nl onder de rubriek Onderwijs.

41


42

Berichten

Agenda

za 24 december 14.00 uur Kerstwandeling over het Hijkerveld Start: schaapskooi Hijkerveld.Vanaf het dorp Hijken is de route met bordjes aangegeven.

Algemeen

Vertrek schaapskuddes De schaapskuddes van het Hijkerveld en het Doldersummerveld vertrekken met herder om 9.30 uur naar de heide. De kuddes zijn rond 16.30 uur weer terug bij de kooi. Zie voor routebeschrijving bij Informatiecentra. Vogelkijkhut Diependal De vogelhut is in principe het gehele jaar geopend, behalve als het gevroren heeft.Van 1 april tot eind september is er op zondagen meestal een vogelkenner aanwezig, die u graag het een en ander vertelt over het vogelleven op de vloeivelden. De hut is te bereiken door vanaf het Oranje­kanaal, vlakbij de ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. Een en ander is met borden aangegeven. Wie dubbel wil genieten doet er goed aan een verrekijker mee te nemen! Lemferdinge Op landgoed Lemferdinge in Paterswolde zijn in de galerie regelmatig exposities te bezichtigen. De galerie is open van vrijdag t/m zondag 12.0017.00 uur. Informatiecentra

De Blinkerd Vamweg te Wijster Het hele jaar open van 10.00 uur tot zonsondergang

Verrekijker aan te bevelen

Hijkerveld Bij de schaapskooi. Route: vanaf Hijken aangegeven met bordjes Het hele jaar open van 9.30 tot 16.30 uur

’t Ende Stapelerweg 20, De Stapel (bij De Wijk) van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur

Orvelte Dorpsstraat 1a te Orvelte van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur

Laarzen gewenst!

Spiegeltje en loep aanbevolen

Huenderhoeve Huenderweg 1. Dit is de weg tussen Wateren en Doldersum van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur van 1 november tot en met 31 maart alleen op zondag van 11.00-17.00 uur

• •

Eigen fiets meenemen

Activiteiten speciaal gericht op kinderen

di 27 december 14.00 uur Eindejaarswandeling Drouwenerzand Een wandeling met de ‘zandheren’ van het Drouwenerzand. Start: voor de receptie van bungalowpark Drouwenerzand, Gasselterweg 7, Drouwen. za 14 januari 14.00 uur Wintergasten op Diependal Kijken naar de vogels die overwinteren op de vloeivelden van het Hijkerveld. Start: vogelkijkhut. Deze is te bereiken door bij Speelstad Oranje de Zwarteweg in te slaan. De route is met bordjes aangegeven. zo 22 januari 14.00 uur Jeneverbessen met Waggel Jan Lopen naar de Jeneverbessen van het Drouwenerzand, op zoek naar verhalenverteller Waggel Jan. Start: voor de receptie van bungalowpark Drouwenerzand, Gasselterweg 7, Drouwen. do 26 januari 20.00 uur Workshop Natuurfotografie Samen foto’s leren maken met natuurfotograaf Johan Vos. Naast een dia-avond staat voor de deelnemers een veldexcursie en een terugkomavond op het programma. Locatie:VVV Orvelte, Dorpsstraat 1a, Orvelte. Kosten: € 10,--. Zie ook elders in dit blad. Opgave via Het Drentse Landschap, 0592-313552. zo 29 januari 14.00 uur Mossenexcursie Gasterse Duinen Met de loep op zoek naar kleine groene plantjes. Start: informatiepaneel van Het Drentse Landschap op de parkeerplaats aan de Oudemolenseweg te Gasteren.

zo 5 februari 14.00 uur Hondstong, een gaaf en kleinschalig beekdal Vooral het ‘kamertjeskarakter’ en de houtwallen in de vorm van een ladderstructuur zijn hier nog duidelijk herkenbaar aanwezig. Start: parkeerplaats aan de noordzijde van het reservaat. Deze is te bereiken door vanaf de weg tussen Vries en Donderen de Veenweg in te slaan. Na twee kilometer bereikt u de parkeer­ plaats. vr 17 februari 20.30 uur Nachtwandeling met sterren en uilen Sterren kijken op het Hijkerveld in het kader van de campagne ‘Laat Het Donker Donker’. Start: schaapskooi Hijkerveld. Vanaf het dorp Hijken is de route naar de schaapskooi met bordjes aangegeven. Bij bewolkt of regenachtig weer gaat de wandeling niet door. zo 19 februari 14.00 uur Natuurontwikkeling in het Annermoeras Gidsen laten u de natuurontwikkeling in het Annermoeras zien en beleven. Start: parkeerplaats café ‘t Keerpunt in Spijkerboor. do 23 februari 20.00 uur Dialezing over heide en bos van het Reestdal Aan de hand van schitterende dia’s laat Albert Dragt het Reestdal zien. Plaats: informatiecentrum ‘t Ende, Stapelerweg 20, De Stapel bij De Wijk. zo 26 februari 14.00 uur Winterwandeling door het Reestdal Start: informatiecentrum ‘t Ende, Stapelerweg 20, De Stapel bij De Wijk.

Voor alle excursies geldt dat honden helaas niet zijn toegestaan, ook niet aangelijnd.


Bestuurssamenstelling per 30 september 2005

Bosuil

Dagelijks Bestuur Stichting Het Drentse Landschap (tevens leden van het Algemeen Bestuur) Mevrouw A.D. Rensen-Oosting, Emmen (voorzitter) Ing. M. Verhagen, Smilde (secretaris) Mr. D. Hoorn, Oosterhesselen (penningmeester) Drs. J.D.D. Hofman, Tynaarlo S. van der Veen, Vries A.H. Bruins Slot, Ruinerwold Algemeen Bestuur (overige leden) Mevrouw M. Arends-Luinge, Paterswolde Mr. F. Dohle, Meppel S.W.G. Groenendaal, Assen J.L.A. van Hagen, Zuidwolde Dr. ir. D.H. Keuning, Borger Mevrouw B.M. van Mil, Gasselternijveen Prof. dr. ir. R. Rabbinge, Balkbrug R.H. van der Sleen, Groningen R.H.J. Staal, Dalen G.W. de Vries, Assen Drs. B.S. Wilpstra, Zuidlaren Ere- leden Mevrouw M.H. Hollema-Eikenberg, Rolde Prof. dr. H.Tj. Waterbolk, Haren

foto: Eddy Kuis

Het Dagelijks Bestuur van de Stichting Het Drentse Landschap vormt tevens de besturen van de Stichting Orvelte (met uitzondering van A.H. Bruins Slot) Stichting Drentse Boerderijen. Stichting Lemferdinge en Stichting Oude Drentse Kerken.


Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:

• • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Koninklijke Boom UITGEVERS Meppel (0522) 26 61 11 Aannemingsbedrijf VEDDER BV Eext (0592) 26 26 20 Grond-, weg- en waterbouw Bouwbedrijf H. Poortman Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw ROYAL HASKONING Nijmegen (024) 328 42 84 Adviesbureau voor water en milieu GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau ABN AMRO BANK N.V. Assen (0592) 33 33 00 De bank voor Drenthe ESSENT MILIEU Wijster (0593) 56 39 39 Inzameling, hergebruik en verwerking van afvalstoffen NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij Havesathe ‘de Havixhorst’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant NV Waterleidingmaatschappij ‘Drenthe’ Assen (0592) 85 45 00 Als je de kraan opendraait... Buro Hollema Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT HOLLAND CASINO Groningen Groningen (050) 317 23 17 Een mooie gelegenheid om uit te gaan ARCADIS Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie) Hulzebosch grondwerken B.V. Beilen (0593) 52 21 39 Natuurbouw, grond-, straat- en rioleringswerk, leverantie van zand en grind KADASTER DIRECTIE NOORD Assen (0592) 30 48 88 Bevordert de rechtszekerheid bij het maatschappelijk verkeer in vastgoed christiaan deN DEKKER b.v. Lisse (0252) 41 86 50 De ecologische aanpak in waterbodemsanering Quercus Boomverzorging en Advisering Gasselte (0592) 26 11 71 Uw bomen, onze zorg N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 368 86 88 Wees wijs met water

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Nationale Postcode Loterij Amsterdam (0900) 300 15 00 Ma. t/m vr. 09.00 - 21.00 uur Loterij voor mens en natuur RTV Drenthe Assen (0592) 33 80 80 Radio Drenthe,TV Drenthe, RTV Drenthe Programmablad Stichting Publieksvoorlichting NOTARIAAT DRENTHE Postbus 1 – 7860 AA Oosterhesselen Namens de gezamenlijke notarissen in Drenthe KONINKLIJKE VAN GORCUM BV Uitgeverij/grafisch bedrijf Assen (0592) 37 95 55 Bureau B + O ARCHITECTEN Rheebruggen (0521) 35 10 14 BORK B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 Sloopwerken, asbestsanering en puinrecycling DE ROO DRENTE BV Stadskanaal (0599) 61 28 52 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen HARWIG Installatiegroep Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Elektrotechniek, cv/sanitair, telematica, beveiliging DAGBLAD VAN HET NOORDEN Groningen (050) 584 44 44 BARSINGERHORN CONSULTANCY Delfzijl (0596) 61 22 66 Training en coachen van personeel en organisatieadvies BTL UITVOERING Vestiging Emmen (0591) 63 00 80 www.btl.nl Aanleg en onderhoud van stedelijk/landschappelijk groen en historische buitenplaatsen Architectenbureau Wouda & van der schaaf Meppel (0522) 25 57 96 DESTIC KUNSTSTOFFEN B.V. Veendam (0598) 61 45 64 Productontwikkeling, displays, bewerkingen, inrichting en presentaties JBF multi media Communicatie Groningen (050) 313 59 20 De Verhalenvertellers Concordia bouwmaterialenhandel Meppel (0522) 25 36 31 Hout- en bouwmaterialenhandel oosterhuis bv Nijeveen (0522) 49 16 86 Loonbedrijf - Aannemersbedrijf g.w.w. - Landschapswerk VAN DER ZEE Vleesgrootverbruik Emmen (0591) 63 70 01 Leverancier van vlees, vleeswaren, kaas, wild en gevogelte WOONCONCEPT Meppel (0800) 61 62 Meer dan wonen EELERWOUDE Oosterwolde (0516) 52 30 62 Natuurlijk ruimte voor groen HERFST en HELDER b.v Lelystad (0320) 26 06 16 Verf van goede huize

Stichting ‘Het Drentse Landschap’ zet zich in voor het behoud van de Drentse natuur en maakt zich sterk voor het in stand houden van ons culturele erfgoed. Dit doet ze door het aankopen en beheren van natuurterreinen en cultuurhistorisch waardevolle objecten. Stichting ‘Het Drentse Landschap’ behartigt ook de belangen van:

• Stichting Drentse Boerderijen • Stichting Oude Drentse Kerken • Stichting Orvelte • Stichting Lemferdinge



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.