Kwartaalblad nr.51

Page 1

Kwartaalblad sept. 2006 no. 51

Hunebed Loon

51


Kwartaalblad van de Stichting Het Drentse Landschap Uitgave Stichting Het Drentse Landschap Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89 e-mail: mail@drentslandschap.nl Web-site: www.drentslandschap.nl Bankrek. nr. 43.97.50.962 Redactie E.W.G. van der Bilt, J.D.D. Hofman, S.S. van der Meer, m.m.v. J.G. Schenkenberg van Mierop en B. Zoer Vormgeving Albert Rademaker BNO, Annen Grafische productie Koninklijke van Gorcum BV, Assen Omslag Hunebed Loon (foto Joop van de Merbel) ISSN 1380-3263 Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van de Stichting Het Drentse Landschap. Het Drentse Landschap is een uitgave van de Stichting Het Drentse Landschap. Het geeft informatie over de terrein­ bezittingen en activiteiten van de Stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de begunstigers van het Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage € 17,50 per jaar. Begunstiger voor het leven € 400,– . Als u Het Drentse Landschap extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze: Periodieke gift  In plaats van of naast uw begunstigersbijdrage. Dit is een voor de inkomstenbelasting volledig aftrekbare periodieke bijdrage, die u voor minimaal 5 jaar met een eenvoudige notariële acte toezegt. Voor bijdragen van € 50 en hoger per jaar regelt en betaalt de stichting de acte. Het kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de hoogte te houden van Het Drentse Landschap. Andere giften  Indien het totaal van uw giften in enig jaar zowel 1% van uw drempelinkomen als ook € 60 te boven gaat, is het meerdere aftrekbaar voor de inkomsten­belasting tot ten hoogste 10% van het drempelinkomen. Vanaf 1 januari 2006 is Het Drentse Landschap vrijgesteld van schenkingsrecht. Legaten of erfstellingen  U kunt de Stichting Het Drentse Landschap ook in uw testament begunstigen. Vanaf 1 januari 2006 is Het Drentse Landschap vrijgesteld van successierecht.

Bijzonder nummer

3

Tijd

— gedicht

Deze keer is het kwartaalblad een gezamenlijke uitgave van Het Drentse Landschap en van haar erfgoedpartners het Drents Museum, het Drents Archief en het Drents Plateau. De organisaties hebben vanuit hun eigen expertise een artikel aangeleverd over het thema Oertijd. Bovendien is er een speciaal arrangement rond dit thema gemaakt. Meer hierover vindt u op pag 9. Ook de fietstocht voert u langs boeiende plekken waar veel van het Drentse verleden nog te bewonderen is.

4

Neanderthalers in Drenthe

— prehistorie

8

— prehistorie

14

Monumentale graven

Paardenstaarten

— flora

18

De Jacobuskerk van Rolde

23

Langharig en goed aangepast

Havelterberg

— fietsroute

Groeiende stenen

34

Paddestoelen op brandplekken

37

Eef Arnolds

Jaaroverzicht 2005 Ingrepen in cultuurlandschappen

— landschap

36

Egbert Brink

— flora

32

Bertus Boivin/Eric van der Bilt i.s.m Wim van der Wijk

— cultuurhistorie

30

Jaap Beuker

WMD

27

Olav Reijers

— prehistorie

22

Joan Hofman

— Stichting Oude Drentse Kerken

De redactie

Wijnand van der Sanden

Vrijwilligers gezocht

16

B e n o î t M a t e r- K o o p s t r a

— archeologie

13

J a a p B e u k e r, Marcel Niekus & Dick Stapert

Neanderthalers in Europa

10

Rutger Kopland

Bert Smit

Libellen in het Reestdal Kortweg

— berichten

43

NPL

44

Lopen in het Landschap

46

Agenda

> De beste foto van de natuurfotografiecursus, gemaakt door Jan Sierink


Tijd Tijd – het is vreemd, het is vreemd mooi ook nooit te zullen weten wat het is en toch, hoeveel van wat er in ons leeft is ouder dan wij, hoeveel daarvan zal ons overleven zoals een pasgeboren kind kijkt alsof het kijkt naar iets in zichzelf, iets ziet daar wat het meekreeg zoals Rembrandt kijkt op de laatste portretten van zichzelf alsof hij ziet waar hij heengaat een verte voorbij onze ogen het is vreemd maar ook vreemd mooi te bedenken dat ooit niemand meer zal weten dat we hebben geleefd te bedenken hoe we nu leven, hoe hier maar ook hoe niets ons leven zou zijn zonder de echo’s van de onbekende diepten in ons hoofd niet de tijd gaat voorbij, maar jij, en ik buiten onze gedachten is geen tijd we stonden deze zomer op de rand van een dal om ons heen alleen wind Rutger Kopland

Uit: Over het verlangen naar een sigaret; Uitgeverij G.A. van Oorschot, Amsterdam, 1e druk 2001


4

Prehistorie

Dertig jaar geleden kenden we uit Drenthe slechts een viertal werktuigen die hier door de Neanderthalers waren achtergelaten: twee vuistbijlen, een spits en een schaaf. Dankzij de inspanningen van vele amateur-archeologen beschikken we uit Drenthe momenteel al over minstens 70 door Neanderthalers bewerkte stukken vuursteen en naar verwachting zal dit aantal alleen maar toenemen. J a a p B e u k e r, M a r c e l N i e k u s & D i c k S t a p e r t *

in het Drentse landschap Het werktuig is gevonden langs de rand van het dal van het Scheebroekerloopje bij Anderen. (rechts)

Neanderthalers stammen af van de Homo heidelbergensis, een forse mensensoort die tussen een half en één miljoen jaar geleden Midden-Europa betrad.Vroege Neanderthalers (300.000 – 150.000 jaar geleden) bezochten wat nu zuidelijk en centraal Nederland is, maar overtuigende sporen ontbreken in noordelijk Nederland. Wellicht hebben ze Noord-Nederland gemeden omdat hier toen nog vrijwel geen vuursteen te vinden was. Na de ijsbedekking in de voorlaatste ijstijd (het Saalien), rond 150.000 jaar geleden, ontstond de ‘klassieke’ Neanderthaler met de bekende zware wenkbrauwbogen. Het landijs had inmiddels grote hoeveelheden zand, leem en keien in onze streken achtergelaten. Vuursteen en andere steensoorten waren hier nu vrijwel overal te vinden. De latere Neanderthaler bezocht noordelijk Nederland dan ook regelmatig, hoewel dit gebied beschouwd kan worden als de randzone van zijn leefgebied. De meest noordelijke vondsten zijn aangetroffen in SleeswijkHolstein en in het zuiden van Denemarken. De Neanderthaler werktuigen uit Drenthe dateren uit het Eemien, een relatief lange, warme periode tussen de laatste twee ijstijden (ca. 130.000-115.000

jaar geleden), en uit de eerste helft van de laatste ijstijd, het Weichselien (tot ca. 30.000 jaar geleden), toen overigens het landijs onze regio niet bereikt heeft. In de archeologie wordt deze periode tot het Midden-Paleolithicum gerekend, de midden-oude-steentijd. Rond 30.000 jaar geleden stierven de Neanderthalers uit en werd hun plaats ingenomen door de moderne mens, Homo sapiens. Goed gereedschap

Neanderthalers hadden een wijd scala aan werktuigvormen waarvan vuistbijlen het meest tot de verbeelding spreken. Ze zijn kleiner dan hun oudere voorlopers en vaak min of meer driehoekig van vorm. Behalve als slachtmes werden vuistbijlen ook gebruikt voor houtbewerking en mogelijk zelfs als graafwerktuig. Het meest voorkomende werktuigtype is de schaaf. Dankzij microscopisch onderzoek naar gebruikssporen weten we dat deze voor de bewerking van huiden en hout werd gebruikt. Door slechte conserveringsomstandigheden zijn houten voorwerpen in onze streken niet bewaard gebleven, maar we mogen aannemen dat Neanderthalers ook een hele serie houten gebruiksvoorwerpen hebben gehad, waaronder speren zoals die wel in Niedersachsen zijn gevonden. De latere Neanderthalers maakten van vuursteen fraaie bladspitsen die als speerpunten werden benut. Uit Drenthe kennen we minstens één duidelijk exemplaar. Het goed slaan van werktuigen uit een vuursteenknol vergde een behoorlijk inzicht en technische vaardigheid.Vrijwel alle door

Foto: Hindrik Lanjouw

De driehoekige vuistbijl van Anderen, de eerste middenpaleolithische vondst uit Drenthe (ca. 1962). Foto: Jaap Beuker.



Zuidlaren

Rechts: Twee werktuigen uit de omgeving van Emmen, langs de rand van de Hondsrug. Het rechter werktuig is een tweezijdig bewerkte bladspits (‘Mauern-type’), vermoedelijk gebruikt als speerpunt. Het tweede stuk is mogelijk een halffabrikaat van een spits of een schaaf. Uit Nederland is een handvol Mauern-bladspitsen bekend; ze werden achtergelaten door de laatste groepen Neanderthalers, rond 40.000-35.000 jaren geleden. Foto: Jaap Beuker

prehistorische mensen bewerkte voorwerpen, artefacten genoemd, die aan het oppervlak zijn achtergelaten, zijn tijdens de laatste ijstijd en daarna sterk aangetast door verwering, zandstuiving, patinering en vorstinwerking. Soms zijn ze daardoor zo zwaar verweerd dat ze met moeite nog als werktuig herkenbaar zijn.

Assen

Prachtig uitzicht

Borger

Beilen

Emmen

Hoogeveen

Boven: Verspreidingskaart van voorwerpen van de Neanderthalers in Drenthe. Rode driehoeken: vuistbijlen; rode ovalen: spitsen; groene halve cirkels: schaven; blauwe vierkanten: kernen; gele cirkels: afslagen. De kaart geeft de topografie van de top van de keileem weer en is bedoeld om een indruk te geven van het landschap ten tijde van de Neanderthalers. Alle afzettingen en lagen uit latere periodes zijn weggelaten. Achtergrondkleur pagina: keileem afwezig door insnijding van dalen; gestippeld: keileem grotendeels weggeërodeerd, alleen een blokbestrooiing (keizand) resteert; wit: keileem aanwezig. De hoogtelijnen geven een indruk van de topografie van de top van de keileem. (Afbeelding M. Niekus en D. Stapert. De ondergrond is gebaseerd op geologische kaarten van de voormalige Rijks Geologische Dienst).

Rechts: De vuistbijl van Peest, gevonden langs de rand van het dal van het Oostervoortsche Diep. Het min of meer driehoekige vuistbijltje behoort tot het Moustérien de tradition acheuléenne en is waarschijnlijk ongeveer even oud als de vuistbijl van Anderen. Foto: Jaap Beuker

Om de natuurlijke omgeving van de Neanderthalers in Drenthe zo betrouwbaar mogelijk te reconstrueren, zullen we in gedachten de lagen die in latere tijden ontstonden van het huidige landschap moeten afpellen. Het betreft dan het grootste deel van de dekzanden, de stuifzanden, venen, een flink deel van de dalopvullingen en de esgronden. Wat overblijft is het keileemoppervlak, dat resteerde na de voorlaatste ijstijd (Saalien), sterk versneden door smeltwaterdalsystemen. Er was maar weinig zandbedekking. Wanneer we voorwerpen waarvan de vindplaats bekend is, aangeven op een kaart die de landschappelijke situatie ten tijde van het Midden-Paleolithicum weergeeft, dan ontstaat een interessant beeld. De meeste werktuigen zijn gevonden langs dalranden, een beeld dat we ook uit andere gebieden goed kennen. Deze contactzones tussen hogere gronden en de rivierdalen vormden goede jachtgronden en ook water was voldoende aanwezig, evenals boompjes en struikgewas waarmee je vuur kon onderhouden. Bovendien had men een goed uitzicht over het landschap, een factor van belang voor de jacht op groot wild. Er bestaan ook andere soorten locaties, maar die zijn niet uit Drenthe bekend. Hoger gelegen vindplaatsen met een wijds uitzicht kennen we van gebieden met stuwwallen. Een afslag van De Eese (bij Steenwijk, mogelijk een slachtmes) en meerdere bladspitsen van de Veluwe werden op dergelijke vindplaatsen aangetroffen. Ook de oevers van meren, zoals die toentertijd in


Prehistorie

7

sche processen zoals het verschuiven van de bodem over een bevroren ondergrond, zijn de oorspronkelijke concentraties uit elkaar geraakt en kunnen de artefacten in de loop van duizenden jaren over honderden meters zijn verplaatst. Dat betekent echter niet dat de studie van deze periode in ons gebied van weinig belang is. Zoals al naar voren kwam, lag noordelijk Nederland aan de rand van het gebied dat door de Neanderthalers werd bezocht. Deze situatie maakt de studie van deze periode in ons werkgebied interessant, omdat het ons een indruk geeft van de ecologische randvoorwaarden van deze verre verwanten. Gaasterland en bij Steenwijk hebben bestaan, moeten gunstige woonlocaties zijn geweest. Helaas zijn deze plekken niet of nauwelijks te onderzoeken: ze zijn afgedekt door meters dekzand. Slachtplaatsen en kampementen

Veel artefacten van de Neanderthalers in Drenthe zijn geïsoleerde vondsten, wat wil zeggen dat er slechts één voorwerp op een vindplaats is aangetroffen.Voor een deel gaat het om toevalsvondsten, maar het kan ook een gevolg zijn van lage zoekintensiteit. In een aantal gevallen is het geïsoleerde voorkomen waarschijnlijk wel een weerspiegeling van de oorspronkelijke situatie. Dit geldt bijvoorbeeld voor de meeste vuistbijlen, die waarschijnlijk werden achtergelaten op een plek waar jachtbuit is geslacht en niet op een locatie waar men gedurende langere tijd verbleef. Toch kennen we verschillende plekken in Noord-Nederland waar clusters van vondsten voorkomen. De bekendste is de vindplaats Mander in Overijssel waar in de loop der jaren meer dan 50 artefacten zijn verzameld. Ook in Drenthe zijn enkele locaties ontdekt die we mogelijk als kampement kunnen duiden. Een van die plekken ligt bij Balloo, prachtig gelegen langs een dal met een wijds uitzicht over het landschap. Tot dusver zijn hier helaas alleen afslagen gevonden. Uit de omgeving van onder meer Emmen, Zweeloo en Zeijen kennen we vindplaatsen met twee of drie werktuigen. Goed geconserveerde vindplaatsen, waar midden-paleolithische artefacten nog ongeveer op dezelfde plek liggen waar ze tienduizenden jaren geleden zijn achtergelaten, hoeven we in Drenthe niet te verwachten. Als gevolg van geologi-

* J.R. Beuker is conservator archeologie en hoofd facilitaire zaken bij het Drents Museum. Drs. M. Niekus is toegevoegd onderzoeker en Dr. D. Stapert is docent Oude Steentijd. Beiden zijn verbonden aan het Groninger Instituut voor Archeologie van de Rijksuniversiteit te Groningen.

Een zogenaamde Quina-schaaf, gevonden bij Ees. Dergelijke werktuigen werden vooral gebruikt voor de bewerking van hout, en in mindere mate ook voor huidbewerking. (Tekening H.R. Roelink, GIA/voormalig BAI).


B e n o î t M a t e r- K o o p s t r a *

Ze zijn terug… de Neanderthalers! We kunnen ze bezoeken in het Drents Museum in Assen. Het leven van de Neanderthalers is gereconstrueerd aan de hand van archeologische vondsten in een prachtige tentoonstelling. Levensgrote beelden geven letterlijk de Neanderthalers hun gezicht terug. Een gezicht dat wij met de huidige kennis en inzicht van onze tijd hebben gegeven.

in Europa

Toen precies 150 jaar geleden de eerste beenderen van de Neanderthaler werden gevonden, heersten er expliciete opvattingen over menselijke rassen die de interpretatie van deze vondsten beïnvloedden. De afwijkende vormen van de schedel werden gelijk gesteld met kenmerken van schedels van ‘primitieve wilde’ volkeren. Dit ras moest duidelijk minder verstandelijke capaciteiten hebben. En zo werd de trend gezet dat de Neanderthaler de tussenschakel vormde tussen aap en mens: dierlijk, wild en dom. En dat terwijl de evolutietheorie van Charles Darwin nog niet gepubliceerd was! Het algemene beeld van de Neanderthaler is nog steeds de bebaarde en behaarde man met knots die uit zijn grot achter zijn prooi – of het nou een bizon of een vrouw was – aanrent. In de wetenschap is dit beeld van deze vroege mensensoort echter in de loop van de tijd veranderd. Deze inzichten worden getoond in deze tentoonstelling. Meer dan holbewoners

De Neanderthalers leefden in gemeenschappen waar voor elkaar werd gezorgd. Er is bewijs dat zieken en bejaarden verzorgd werden. Ook werd er voor de doden gezorgd: er


Speciaal arrangement voor begunstigers van de Stichting Het Drentse Landschap

zijn graven van volwassenen en kinderen in grotten teruggevonden. Dat de Neanderthaler een sociaal en ontwikkeld mensensoort was, wordt in de tentoonstelling aan de hand van thema’s als onder andere ‘Een ijzeren gestel’, ‘Steen en been’, ‘Neandertaal’, ‘Allen voor één’, ‘De donkere kant’ en ‘Ontmoeting en afscheid’ duidelijk gemaakt. We staan oog in oog met de Neanderthalers, want de tentoonstelling toont niet alleen mooie vondsten van vuurstenen werktuigen, botten van mammoeten en skeletten van mensensoorten, maar ook levensechte figuren van Neanderthalers. We komen hen tegen tijdens hun dagelijkse activiteiten. We zien de jacht op bizons, we mogen bij het offeren van de jachtbuit bij het kampvuur aanwezig zijn, we leren van een oude man hoe we kauwend leer kunnen bewerken. En pas op voor de hyena’s die ons achtervolgen!

de Neanderthaler is uitgestorven? Vele theorieën zijn bedacht, maar tot op heden blijft het een mysterie. Zou de moderne mens – de Homo sapiens – de Neanderthalers hebben uitgeroeid? Ze leefden immers zo’n 10.000 jaar samen in hetzelfde gebied! Werden de Neanderthalers geveld door een epidemie? Hoe hun einde ook is gekomen, zeker is dat een opvallende gemeenschap hiermee verdween. Zien, beleven!

Vanaf 15 juli tot 29 oktober zijn de Neanderthalers in het Drents Museum te zien. Om de tentoonstelling heen worden verschillende activiteiten georganiseerd zoals een multimedia-inleiding op elke zondag in september en oktober. De herfst kent zijn traditionele archeologieweek waarin onderzoek wordt gedaan naar de Neanderthalers. Op zaterdag 7 oktober zal het symposium ‘Neanderthalers in de Lage Landen’ plaatsvinden, mede mogelijk gemaakt door de Drents Prehistorische Vereniging. En wat dacht u van een prijsvraag waarmee u een reis naar Tanzania en Kenia kan winnen! Al met al is het een boeiende tijd in het Drents Museum! Vraagt u gerust naar het infoboekje waar alle informatie in en rond de tentoonstelling in staat.

Uitgestorven

In de laatste fase van hun bestaan verbeterden de Neanderthalers hun technieken voor steenbewerking, maakten ze sieraden, richtten ze hun verblijfplaats anders in. Maar op een gegeven moment verdween de Neanderthaler van de aardbodem. Wat is de reden dat

* Drs. B. Mater-Koopstra is conservator Archeologie van het Drents Museum.

Naar aanleiding van de tentoonstelling Neanderthalers in Europa heeft de Stichting Het Drentse Landschap in samenwerking met het Drents Museum een exclusief arrangement samengesteld. Op zondag 15 oktober 2006 kunt u deelnemen aan het volgende programma: Vanaf 11.15 uur wordt u in het Drents Museum ontvangen met koffie en thee. Vervolgens houdt een museumdocent een boeiende lezing over de tentoonstelling. Daarna wordt een lunch aangeboden en heeft u de mogelijkheid de tentoonstelling op eigen gelegenheid te bezichtigen. De kosten van dit arrangement bedragen € 15,50 p.p. (inclusief entree museum, koffie/thee, lezing en lunch). Voor meer informatie en opgave belt of mailt u vóór vrijdag 6 oktober a.s. met Els Sanders van Stichting Het Drentse Landschap, 0592-313552 e.sanders@drentslandschap.nl. Plaatsing geschiedt op volgorde van aanmelding. Minimaal 25 deelnemers.


Monumentale graven in het landschap Wijnand van der Sanden*

Over het ene hunebed kun je een boek schrijven, over het andere is maar weinig bijzonders te melden. Dat laatste geldt bijvoorbeeld voor het hunebed van Westervelde (D2). Van de andere kant: ook hier betekent geen nieuws goed nieuws. Van dit hunebed kennen we geen berichten over ongewenste graverijen, dus vermoedelijk is (een groot deel van) de grafinhoud nog aanwezig, waardoor de wetenschappelijke waarde van dit megalithisch graf nog groot is. Alleen de bronzen plaat met het D-nummer ontbreekt. Maar dat is al 30 jaar zo. Het valt ook niet meer op, omdat de steen waarop de ‘kentekenplaat’ ooit bevestigd was geheel overwoekerd is.


Archeologie Een fragment van de Franse kaart (1811-1813), blad 5. Opmerkelijk genoeg is hunebed D2 niet aangegeven, de grafheuvels in het Tonckensbos daarentegen wel. De uit Assen afkomstige P.A.C. Buwama Aardenburg was verantwoordelijk voor dit blad. Uit H.J. Versfeldt en M. Schroor, De Franse kaarten van Drenthe en de noordelijke kust, Groningen 2001.

Hunebed D2 zoals Van Giffen het zag in 1918. De dekstenen lagen toen nog op het maaiveld. Foto Groninger Instituut voor Archeologie.

Hunebed D2 ligt ten noordoosten van Westervelde, op de es.Vandaag de dag ligt het kleine hunebedterrein in grasland, maar toen Van Giffen in 1918, in opdracht van de minister van Binnenlandse Zaken, alle hunebedden inspecteerde en een beschrijving maakte van de toestand waarin ze verkeerden, lag het nog in heide. Het terrein werd toen gemarkeerd door een greppel en vier paaltjes, twee van basalt en twee van zandsteen, “resp. voorzien van op- en inschrift P. E. (ProvinciaalEigendom)”. De provincie had het terrein in 1871 ten geschenke gekregen van mr. J.L. Tonckens uit Hoogeveen. Nu, 135 jaar later, is het hunebed nog steeds in provinciale handen en wordt het beheerd door Stichting Het Drentse Landschap. Het hunebed van Westervelde is relatief laat ontdekt. In 1818 schrijft de Schultes van de gemeente Norg nog dat er in zijn gemeente behalve twee schansen “geen hunnebedden, grafkelders of vermoedelijke overblijfsels van legerplaatsen of wallen of wat verder als antiquiteit kan worden beschouwd” aanwezig zijn. Pas in 1869 valt het licht van de geschiedenis op deze stenen grafkamer.Van Giffen was vervolgens

Hunebed D2 in Westervelde

de eerste die een tekening van het oost-west gerichte, 8 m lange grafmonument publiceerde (de Engelse geleerden Lukis en Dryden hadden het in 1878 links laten liggen en ook de Leidse archeoloog Pleyte beeldde het niet af in zijn overzichtswerk uit 1882). Van Giffen omschreef de toestand waarin het hunebed in 1918 verkeerde als: ‘in zeer gehavende staat’. Hij telde 14 stenen: 2 sluitstenen, 7 draagstenen, 3 dekstenen en 2 poortzijstenen. De drie resterende dekstenen lagen niet op hun plaats. In één geval kon dat ook niet meer, want het gaat om niet meer dan het ca. 70 cm brede middenstuk van een oorspronkelijk veel groter exemplaar; twee series van vier of vijf

Hunebed D2 op een (ongedateerde) ansichtkaart. De dekstenen zijn inmiddels op de draagstenen gelegd en op het terrein zijn kort voordat de foto gemaakt werd eikenbomen geplant. Collectie auteur.

11


12

Archeologie

‘boorgaten’ aan beide lange zijden van de steen laten zien dat de deksteen bewust gefragmenteerd is. We mogen nog van geluk spreken dat de rest van het graf niet in handzame brokken is afgevoerd om elders te dienen als wegverharding of dijkbekleding. Waarom het sloopwerk stopgezet is, weten we niet. In latere jaren is het hunebed door Van Giffen gerestaureerd (1928,

1952 en 1965). Het terrein waarop de stenen grafkamer ligt, is relatief klein, al met al nog geen 800 m2. Het is gestoffeerd met een zestal eikenbomen - geen van alle erg oud - en enkele grote hulststruiken. Wie op zoek gaat naar de grenspalen die Van Giffen noemt, vindt nog maar twee basalten exemplaren. Het pad dat aan de westkant van het terrein

loopt, leidt via een veentje naar het Norgerholt, een oud eiken-hulstbos dat tot de oudste bosrestanten van Nederland behoort. Dit bos, dat al in 1595 wordt genoemd, is al sinds de jaren ’60 in bezit van de Vereniging Natuurmonumenten. Sinds enige maanden laat de situatie aan de westkant van het hunebedreservaat te wensen over. Een enorme (gif-


Gezocht Vrijwilliger s Archeologie

Foto: Emma van der Bilt

Hunebed D2 anno 2006, vanuit het zuiden gezien.

groene) container met metaalschroot, diverse aanhangers en grote voertuigen verstoren het beeld van een idyllische prehistorische enclave. Dit uitzicht zal voor menige bezoeker de beleving van het monument sterk aantasten. Uiteraard kan de moderne wereld niet helemaal buitengesloten worden, maar ook daarin zijn natuurlijk gradaties. Het maakt in ieder geval duidelijk dat het project ‘Hunebedden – een wereld te winnen’, een initiatief van de Beheergroep Hunebedden - waarin de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Het Drentse Landschap, Staatsbosbeheer, Drents Plateau, het Drents Museum en het Hunebedcentrum participeren -, niet voor niets in het leven geroepen is. Gekeken wordt of de vaak afgemeten kleine hunebedreservaten uitgebreid moeten worden en zo ja, hoe de ideale situatie er uitziet. Dat biedt mogelijkheden om andere waardevolle archeologische terreinen bij de reservaten te betrekken, om de directe omgeving van de hunebedden van ongewenste ruimtelijke ontwikkelingen te vrijwaren en om tot een aantrekkelijkere inrichting over te gaan.Vóór de zomer van 2007 worden een kleine 40 streefbeelden gepresenteerd. Ook dat van het hunebed van Westervelde.

* Dr.W.A.B. van der Sanden werkt als provinciaal archeoloog bij Drents Plateau.

13

Mede dankzij het vele werk dat verzet wordt door ongeveer 200 vrijwilligers is Stichting Het Drentse Landschap tot wat ze is: een natuur- en erfgoedorganisatie die niet meer weg te denken is in de Drentse samenleving. Samen strijden bestuur, medewerkers en vrijwilligers voor het behoud van het typisch Drentse karakter van het landschap. De stichting is op verschillende terreinen actief. Denk bijvoorbeeld aan het beheer van de zeer diverse natuurreservaten, de hunebedden en grafheuvels, (monumentale) boerderijen en boerenerven en oude Drentse kerken. Deze verscheidenheid brengt ook veel verschillende werkzaamheden met zich mee. De hulp van vrijwilligers is hierbij onontbeerlijk. De onderstaande vrijwilligersteams zijn op zoek naar versterking.

Promotieteam

Het promotieteam zoekt mensen die het ook belangrijk vinden dat Het Drentse Landschap sterk verankerd is in de Drentse samenleving en veel draagvlak heeft. Het team bestaat uit 20 vrijwilligers die regelmatig met de promotiekar op stap gaan naar evenementen, beurzen of markten. Daarnaast is het team ook vaak aanwezig bij de eigen activiteiten zoals Lammetjesdag en Lopen in het Landschap. De activiteiten vinden veelal in het weekend plaats.

Kinderteam

Het kinderteam zoekt versterking. Ze organiseert voor kinderen, al of niet met ouders, grootouders, allerlei leuke activiteiten. Voorbeelden hiervan zijn de activiteiten rondom Lammetjesdag en andere evenementen bij de schaapskuddes, het Museumweekend en de IJzertijdactiviteiten bij de prehistorische boerderij in Orvelte of op het Hijkerveld. Deze activiteiten vinden in het weekend plaats. Daarnaast is er nog een scholengroep. Vrijwilligers houden zich bezig met het ontwikkelen van speurtochten en educatieve programma’s. Er zijn speurtochten voor basisschoolleerlingen in de zogeheten Scholenweek, voor de boerderijen van Het Drentse Landschap en voor speciale thema’s zoals ‘Red de Jeneverbes’. Ook verlenen de vrijwilligers ondersteuning bij fietstochten van leerlingen van het voortgezet onderwijs in het Hunzedal. Deze activiteiten vinden altijd onder schooltijd plaats.

Historisch onderzoeker

Het Drentse Landschap zoekt een vrijwilliger met historische belangstelling en die enige ervaring heeft met archiefwerk. Woonachtig in de buurt van Assen strekt tot aanbeveling. Werkzaamheden in de komende periode bestaan onder andere uit het opzoeken van historische foto’s en archiefstukken voor de Knapzakroutes in bijvoorbeeld het Drents Archief en het Drents Museum. Daarnaast ligt er werk op het gebied van historisch onderzoek naar diverse boerderijen en landgoederen die in het bezit zijn van de stichting.

Belangstelling?

Neem dan contact op met de vrijwilligerscoördinator Hans Colpa. Telefoon: 0592-313552 of h.colpa@drentslandschap.nl.


Flora

14

Paardenstaarten Joan D.D.Hofman *

Elders in dit blad kunt u lezen dat in onze streken 130.000 jaar geleden Neanderthalers rondzwierven. De vroegste sporen van mensachtige wezens zijn in Oost-Afrika gevonden; zij worden gedateerd op 3 miljoen jaar geleden. Indrukwekkende getallen! Toch zijn er vandaag de dag vele planten- en diergroepen die een véél langere historie hebben.

Uit het Devoon, 350 miljoen jaar geleden, kennen we fossielen die er op duiden dat er goed ontwikkelde hogere planten voorkwamen: paardenstaarten, wolfsklauwen en varens. Niet zoals we ze tegenwoordig kennen als betrekkelijk kleine planten, maar als bomen tot wel 30 meter hoog! Zo’n hoge ontwikkelingsgraad betekent dat ze daarvoor al een lange geschiedenis moeten hebben doorgemaakt. Daarvan zijn tot nu toe echter maar weinig sporen gevonden. Zij waren in het Devoon en in het aansluitende Carboon tot 200 miljoen jaar geleden de meest talrijke hogere planten, die met vele soorten de wereld bevolkten. Paardenstaarten, wolfsklauwen en varens zijn sporenplanten. Pas nadien kwamen de zaadplanten. Eerst de coniferen en nog veel later – 70 miljoen jaar geleden – de bloemplanten. Vooral het Carboon was een zeer warm, vochtig tijdperk. Onder zulke omstandigheden zal er een weelderige groei zijn geweest. Daarvan getuigen de steenkoollagen die uit die tijd dateren, want steenkool is gevormd uit moeraswouden van paardenstaarten, varens en wolfsklauwachtigen, zoals de alleen als fossiel bekende zegelbomen en schubbomen, maar ook waren er boomvormende cordaitalen – voorlopers van de zaadplanten – talrijk aanwezig.

bomen tot wel 30 meter hoogte. Zo’n hoogte vereiste een stevig skelet en een efficiënt vatenstelsel voor het transport van water en voedingsstoffen. Naast hout geeft extreem veel kiezelzuur de stevigheid. Wat de structuur van de bouw betreft hebben de tegenwoordige paardenstaarten nog dezelfde kenmerken als hun verre voorouders. De stengel of stam heeft een centrale holte. Al naar de soort

foto: W.P. Zwuup

foto: Geert de Vries

Paardenstaarten

Op basis van fossielvondsten bij de steenkoolwinning kan worden gereconstrueerd dat onder de paardenstaarten van Devoon en Carboon meerdere soorten voorkwamen die zich ontwikkelden tot paalvormige, weinig vertakte


Flora

is deze wijd of smal. De vaten liggen in twee ringen in de groene weefselgordel. Een ring van wijde vaten aan de buitenzijde, en tussen deze en de centrale holte een ring van smalle vaten. De stengels hebben lengteribben en groeven aan de buitenzijde. De groeven corresponderen met de wijde vaten binnen. Een kenmerk dat ook gebleven is, is dat de stengels onvertakt zijn en in leden zijn verdeeld. Op elke stengelknoop zit een krans van blaadjes en bij sommige soorten ook een krans van zijtakken. De – eennervige – blaadjes zijn deels met elkaar vergroeid tot een manchet dat de stengel omvat. De niet vergroeide delen van de blaadjes staan op de manchet als smalle, driehoekige, donkere ‘tandjes’. Aan de top van de stengel zitten de sporenaren. Meestal compacte tuiltjes van zeshoekige ‘parapluutjes’ waaraan aan de onderzijde sporendoosjes hangen. Bij sommige soorten hebben de stengels die de sporenaartjes dragen geen zijtakken. Ondergronds, vaak behoorlijk diep, bevindt zich een vertakte wortelstok, die op de knopen wortelt. Uit deze knopen ontspringen ook de stengels.

uit de met lucht gevulde holte. Holpijp groeit in niet voedselrijk, ondiep water, zoals vennen, moerassen, broekbossen, sloten en natte graslanden. Bij de verlanding van veenplassen speelt hij een belangrijke rol. Ook plekken waar kwel is, worden vaak gekarakteriseerd door Holpijp. Lidrus Een soort met een beetje verkeerde naam, want hij behoort niet tot de rus-

senfamilie. Hij bevindt zich wel vaak in gezelschap van russen, vooral in vochtige en natte graslanden in beekdalen en laagveengebieden. Al komt hij ook wel op drogere plaatsen voor. Het hoge gehalte aan kiezelzuur maakt hem moeilijk verteerbaar en hij is ook licht giftig voor vee. De stengel van Lidrus kan heel gemakkelijk in stukjes (‘leden’) uiteen getrokken worden. Verwarring met Lidsteng is mogelijk. Dat is echter een bloemplant die in en bij voedselrijk water groeit, maar op het eerste gezicht heel sterk aan een paardenstaart doet denken. Heermoes Een zeer algemene soort op droge, vaak verstoorde bodems. Hij wordt onder meer vanwege zijn giftigheid als onkruid beschouwd in tuinen en akkers, maar is moeilijk onder de duim te houden: de wortelstokken kunnen erg diep zitten en hij is ongevoelig voor chemische bestrijdingsmiddelen. Bovengronds kent hij twee fasen: in het voorjaar verschijnen bladgroenloze stengels die de sporenaren dragen. Zij sterven tegen de zomer af en worden opgevolgd door groene, onvruchtbare stengels met zijtakken.

V.l.n.r. Holpijp Lidrus en Heermoes

Het is een fascinerende gedachte dat wij planten om ons heen hebben, die hun oorsprong meer dan 350 miljoen jaar geleden hadden en die tijdens alle diverse ‘wereldstormen’ die er gewoed hebben, ergens op aarde op een plek zaten waar ze hebben kunnen overleven.

Archief HDL

Drentse soorten

Van de enige paardenstaartenfamilie die we nog kennen, komen in ons land 10 soorten voor (wereldwijd 16 soorten). De meeste zijn zeldzaam. In Drenthe treffen we vooral de 3 meest algemene aan. Holpijp Zoals de naam al doet vermoeden, is de centrale holte in de stengel groot. Omdat hij altijd in het water staat, kunnen de lagere delen zuurstof putten

15

* Drs. J.D.D.Hofman is redacteur en bestuurslid van Het Drentse Landschap.


16

Stichting Oude Drentse Kerken

De Jacobuskerk van Rolde Olav Reijers*

Een baken in de wildernis. Van verre zagen reizigers de kerktoren van Rolde wanneer ze de noord-zuidroute door Drenthe volgden. De karrensporen op het BallooĂŤrveld lopen er recht op af en zelfs landmeters gebruikten de toren als vast meetpunt. Nog steeds is het een van de markantste kerken van Drenthe. De kerk van Rolde behoort tot de oudste kerken van Drenthe. Het eerste, houten, gebouwtje is in ca. 900 neergezet op een stuk land dat aan de bisschop zelf toebehoorde, gelegen langs de belangrijke route van Coevorden naar Groningen. De kerk is een aantal malen herbouwd; eerst in hout, later in de 12e eeuw in baksteen. De huidige kerk dateert uit het begin van de 15e eeuw en we denken zelfs het exacte jaartal te weten.Vanaf 1428 vergaderde het hoogste rechtscollege van Drenthe, de Etstoel, namelijk in de kerk en het is verleidelijk dit te zien als het jaar waarin de herbouwde kerk in gebruik werd genomen. De toren van de kerk bestaat uit vier verdiepingen die van elkaar wor-

den gescheiden door zogenaamde waterlijsten en telkens een beetje inspringen. De boven elkaar geplaatste smalle vensternissen geven de toren een slank uiterlijk zodat het lijkt of de toren tot aan de hemel rijst, wat natuurlijk precies de bedoeling was. Dergelijke torens zijn veel gebouwd in het Drenthe van begin 15e eeuw. Er zijn zeker zeven andere voorbeelden bekend. Daarom wordt ook wel gesproken van de Drentse torenfamilie. Misschien zijn ze alle ontworpen door dezelfde bouwmeester, maar net zo waarschijnlijk is dat ze van elkaar het kunstje hebben afgekeken. Als een type voldeed, was er weinig reden er van af te wijken. IJdelheid

Op een andere wijze onderscheidt de kerk van Rolde zich zeker van andere kerken. Aan de buitenzijde heeft de kerk bakstenen pilaren tegen de muur staan, zogenaamde steunberen. Deze dienden normaal gesproken om het gewicht van het stenen gewelf op te vangen, omdat de muren anders zouden bezwijken onder de druk. De kerk van Rolde heeft echter alleen

een stenen gewelf in het koor gehad zodat de steunberen geen functie hadden. Het kan met ijdelheid te maken hebben. Steunberen gaven een voornaam uiterlijk aan de kerk en tilden het gebouw op boven het niveau van een eenvoudige dorpskerk. Zo wilde het kerkbestuur ons duidelijk maken dat we hier met een bijzondere kerk te maken hebben. Een van de belangrijkste besluiten die bij stichting van een kerk moest worden genomen, was de keuze van een beschermheilige. Dit was de persoon bij wie de kerkbezoekers hulp zochten voor hun dagelijkse problemen en waarvan ze hoopten dat hij hen een plaatsje in de hemel zou bezorgen. Lange tijd was onbekend wie de beschermheilige van Rolde was, totdat bij de restauratie van 1961 een schelp op de plek van een zijaltaar werd gevonden. Bedevaartgangers naar Santiago de Compostela, het graf van de heilige Jacobus in Noord-Spanje, namen als herinnering vaak zo’n schelp mee, het attribuut waaraan men Jacobus kon herkennen. Deze vondst leidde tot de veronderstelling dat het altaar aan Jacobus


Stichting Oude Drentse Kerken

foto: Joop van de Merbel

Cadeau

Na de oorlog is in Rolde een prachtige traditie in ere hersteld.Vanaf de middeleeuwen hadden overheden, ker-

Onder: De plaats van het veronderstelde Jacobusaltaar is aangegeven door een recent glas-in-loodraam met Jacobusschelp.

nier Joep Nicolaas, dat voldeed aan alle middeleeuwse conventies compleet met Bijbelse voorstelling en het eigen provinciewapen. Dit voorbeeld werd gevolgd door de Drentse gemeenten die per voormalig dingspel een raam schonken, zes in totaal, en het notariaat en de rechterlijke macht met een eigen raam. Op een eigentijdse manier is zo het historische karakter van de kerk versterkt. De kerk van Rolde is een monument waar de geschiedenis niet stil staat, maar zich nog steeds ontwikkelt.

foto’s: Drents Plateau

Bijzondere vondst

De kerk heeft er niet altijd zo uitgezien. Midden 19e eeuw was het gebouw zo bouwvallig dat afbraak dreigde. Besloten werd tot reparatie maar daarbij werd de dakhelling verlaagd, de steunberen aan de buitenzijde weggehakt, de gewelven in het koor verwijderd en de boog die koor en schip scheidde, afgebroken. Pas in 1964, ruim honderd jaar later, kreeg de kerk zijn oorspronkelijke gedaante weer terug bij een ingrijpende restauratie. Tijdens deze restauratie werd een bijzondere vondst gedaan. Uit een sleuf naast de kerk kwamen brokstukken tevoorschijn van rijk versierd beeldhouwwerk. Waarschijnlijk zijn deze beelden kapotgeslagen toen de kerk eind 16e eeuw overging in protestantse handen. De brokstukken zijn nu tentoongesteld in het koor en geven zo een indruk van de rijke inrichting van de middeleeuwse kerk.

Links: Slechts bij één raam is een deel van de natuurstenen omlijsting bewaard gebleven, de rest is allemaal vervangen door baksteen.

kelijke en particuliere organisaties de gewoonte glas-in-loodramen in kerken te laten plaatsen, ter verfraaiing van de kerk maar zeker ook ter meerdere eer en glorie van zichzelf. Het was een manier om de eigen invloedssfeer aan te geven, een soort territoriumafbakening. Standaard onderdeel van de voorstelling was altijd een verwijzing naar de opdrachtgever, door de afbeelding

was gewijd en sindsdien gaat de kerk als Jacobuskerk door het leven. Maar een enkele schelp vormt een erg mager bewijs. Sinds kort kennen we de echte beschermheilige van de kerk van Rolde en dit waren er zelfs twee: Cosmas en Damianus, twee heiligen uit het Oosten die als arts vele wonderen verrichtten en hun patiënten zelfs gratis hielpen! Het is (nog) niet bekend waarom deze heiligen speciaal in Rolde werden vereerd.

17

* Drs. O. Reijers is directeur van het Drents Plateau.

van het eigen wapenschild, meestal in combinatie met een Bijbelse of historische voorstelling die te maken had met het eigen verleden. In de loop van de 17e eeuw raakte deze gewoonte in onbruik. Als afsluiting van de restauratie van 1961-1964 liet de provincie Drenthe in het koor een glas-in-loodraam plaatsen, ontworpen door de Limburgse glaze-

Stichting Het Drentse Landschap behartigt ook de belangen van de Stichting Oude Drentse Kerken.


18

Prehistorie

De bekende Coevorder predikant Johan Picardt vermeldt in 1660 een wel heel bijzondere vondst. Hij schrijft: “Anno 1650 in Julio is mij binnen Covorden vertoont eenen Olifants-Tandt zijnde van twaalf spannen langh ghevonden in de aerde en sandt tusschen Covorden en den Hardenbergh.” Picardt komt tot de conclusie dat vóór de zondvloed olifanten en eenhoorns in ‘oneyndelicke dicke en duystere Wouden’ in onze streken moeten hebben rondgezworven.

Langharig en goed aangepast Drentse olifanten, leeuwen, neushoorns en hyena’s Jaap Beuker*


Prehistorie

Laten we meteen even rechtzetten dat eenhoorns weliswaar op oude gevelstenen en in het wapen van de Noord-Hollandse plaats Hoorn voorkomen, maar dat ze daarbuiten hooguit in sprookjesboeken zijn gesignaleerd. Met zijn conclusie dat er olifanten in onze streken moeten hebben rondgelopen, had Picardt het echter wel bij het juiste eind, alhoewel hun biotoop geen ‘oneyndelicke dicke en duystere Wouden’ zal zijn geweest. De Coevorder predikant was niet de enige die in de 17e eeuw melding maakte van Nederlandse olifanten. De oudst bekende vermelding van een olifantvondst dateert uit 1603. Schweder Schele tot Weleveld (1559 – 1638) schreef toen dat in de buurt van het nu verdwenen kasteel Raen bij Hellendoorn, uit de rivier de Regge een lange hoorn was opgevist. Sommigen hielden de vondst voor een grote hoorn, anderen dachten dat het ging om de slagtand van een olifant. De aanhangers van de laatste visie hadden natuurlijk een goede verklaring voor de vondst. De Romeinen hadden ‘in deze oorden veel olifanten in de oorlog gevoerd’ en natuurlijk werden van deze pantserwagens uit de oudheid wel eens botten gevonden. Vondsten van behaarde olifanten in Siberië deden daar overigens heel andere verhalen ontstaan. De kadavers die door erosie bloot kwamen te liggen, werden gezien als ‘monstermollen’ die in de aarde leefden en stierven wanneer ze aan licht of lucht werden blootgesteld. Pas in het midden van de vorige eeuw werd echt duidelijk dat het bij alle

Opgraving van de mammoeten van Orvelte

foto Jaap Beuker

< Mammoeten gebruikten hun slagtanden als een soort sneeuwschuiver. Reconstructie H. Brinkerink.

19

vondsten ging om een ‘speciale’ olifant die in onze streken ooit tot de natuurlijke fauna behoorde, de Wolharige mammoet (Mammuthus primigenius). Mammoeten aan het Oranjekanaal

Door de spectaculaire ontdekkingen in Siberië is het idee ontstaan dat daar de meeste mammoetvondsten zijn gedaan. Dit beeld klopt echter niet met de werkelijkheid. Juist Nederland staat nummer één op de wereldranglijst. In ons land, in de Noordzee en in de Ooster- en Westerschelde, treffen vissers regelmatig beenderen van mammoeten en andere zoogdieren uit de ijstijd in hun netten aan. Ook bij zandwinningen worden vaak botten opgezogen en een wel heel bijzondere vondst werd in 1991

in Drenthe gedaan. Onder de kop ‘Mammoetgraf in Drenthe ontdekt’ meldde het Nieuwsblad van het Noorden op 27 mei 1991 de vondst van mammoetbeenderen bij Orvelte. Ze waren tevoorschijn gekomen bij de aanleg van een gasleiding. Na een eerste onderzoek werd al snel duidelijk dat er opzienbarende ontdekkingen binnen handbereik lagen. Wat daar aan het Oranjekanaal tevoorschijn kwam, is een van de belangrijkste mammoetvondsten van ons land. Maar liefst 100 botten, waaronder een complete onderkaak, zagen voor het eerst na 45.000 jaar het daglicht. Het ging om drie en misschien zelfs vier mammoeten. De meeste botten, waaronder de onderkaak en een slagtandfragment, zijn afkomstig van een grote, ca 45 jaar oude stier. Een kleiner


Prehistorie

20

De onderkaak van de 45 jaar oude mamoet van Orvelte. Door de graafmachine is de kin behoorlijk beschadigd.

Indische olifant, dan valt op dat het hoogste punt van de rug van de mammoet net achter de kop ligt. De rug loopt sterk naar achteren af. De mammoet was geen ‘mammoetbeest’. Hij had een schouderhoogte van zo’n drie meter en was gemiddeld niet veel groter dan de Afrikaanse olifant. Een mammoettanker had dus net zo goed een olifanttanker kunnen heten en het maakt ook niet uit of je een olifant dan wel een mammoet in de porseleinkast hebt, het effect is hetzelfde.

foto Jaap Beuker

Kleine oren en grote kiezen

slagtandfragment kan aan een vrouwelijk dier worden toegewezen en twee kiezen aan een 15 jaar oude mammoet. Het is mogelijk dat de kiezen en dit kleine slagtandfragment van dezelfde mammoet zijn. Tot slot is er een opperarmbeentje gevonden van een ongeveer anderhalf jaar oud kalfje. Het zal een schouderhoogte hebben gehad van zo’n 90 centimeter. Overigens werden op de vindplaats ook nog ribfragmenten van een Wolharige neushoorn gevonden. Een mammoetbeest?

De uitgestorven mammoet is een familielid van de huidige olifant. Ongeveer drie tot vier miljoen jaar geleden zag de in Afrika levende stamvader van de mammoeten kans om Eurazië te bereiken. Hier ontwikkelde hij zich

tot de zuidelijke mammoet, een soort die vooral bladeren, twijgen en takken van de bomen at. Toen een miljoen jaar geleden het landschap veranderde - de bomen verdwenen en er ontstonden steppen - paste de mammoet zich aan. De ‘nieuwe’ mammoet, de steppemammoet, ontwikkelde een gebit dat uitstekend geschikt was om harde grassen te vermalen.De steppemammoet was op zijn beurt de voorvader van de Wolharige mammoet, de soort die gedurende de ijstijd in onze streken leefde. Het skelet van de mammoet bestaat uit zo’n 300 beenderen. De schedel is groot, maar omdat delen ervan een sponsachtige structuur hebben, is hij toch relatief licht. Vergelijken we het skelet van de mammoet met dat van de Afrikaanse en

De Wolharige mammoet leefde in een tijd dat de gemiddelde temperatuur lager was dan nu. Het dier was goed aan de kou aangepast. Zijn huid was wel drie centimeter dik met daaronder een vetlaag van zo’n negen centimeter. De huid was bedekt met een dikke laag wol met haren van wel meer dan een meter. De oren van de mammoet waren klein. Dit zorgde ervoor dat zo weinig mogelijk warmte verloren ging. Ook zijn staart was vrij klein. Wat de dieren precies aten weten we niet alleen door het onderzoek van bevroren mammoeten in Siberië, maar ook door analyse van uitwerpselen. Omdat het voedsel van de Wolharige mammoet bestond uit grassen, varens en kruiden, sleten de kiezen erg snel. Deze kiezen zijn daarom hoogkronig en hebben veel lamellen. Bij het zoeken naar voedsel gebruikte de mammoet zijn slagtanden als een soort sneeuwschuiver, waardoor ook slijtage van deze tanden optrad. Het is niet te verwachten dat mammoeten in onze streken konden leven


Prehistorie

nog meer tastbaar bewijs voor de aanwezigheid van leeuwen is de vondst van een leeuwenbot in een zandwinningsput in Zuidwest-Drenthe.

Allemaal beestjes

In de laatste ijstijd leefden hier behalve de Wolharige mammoet ook andere dieren. De meest bekende is de Wolharige neushoorn die twee hoorns had en waarvan de voorste een lengte van wel 1,30 meter kon bereiken. Tijdgenoten waren ook wisenten, muskusossen, rendieren, paarden en reuzenherten. Dat in Drenthe wolven rondliepen verbaast waarschijnlijk niemand, maar dat ook hyena’s en leeuwen voorkwamen is wel even een schok. Ze waren ook nog wat groter dan de huidige hyena en leeuw. Op sommige botten die bij de opgraving in Orvelte werden gevonden, zijn mogelijke knaagsporen te zien die aan een of meer van deze carnivoren zijn toe te schrijven. Een

Mammoeten geportretteerd

Naast dieren als de Wolharige neushoorn en het Reuzenhert was ook de mens een tijdgenoot van de mammoet. Hij heeft zelfs afbeeldingen van deze dieren nagelaten, aangebracht op grotwanden, stenen, bot en ivoor. Bij Gönnersdorf ten noordwesten van Koblenz (Duitsland) werden maar liefst 61 van dergelijke afbeeldingen gevonden. Ze dateren uit een periode toen in Noord-Nederland mensen van de Hamburg- en Creswell-traditie (12.400-11.600 v.Chr.) leefden. Het is niet waarschijnlijk dat (alleen) de mens verantwoordelijk is voor het uitsterven van de mammoet omdat hij er teveel op jaagde. Door stijging van de temperatuur aan het einde van de laatste ijstijd werd het leefgebied van de mammoet namelijk steeds kleiner. Het landschap werd, zeg maar, ‘mammoet-onvriendelijk’.

* J.R. Beuker is conservator archeologie en hoofd facilitaire zaken bij het Drents Museum.

foto Jaap Beuker

in de koudste perioden van de ijstijd. In een poolwoestijn ontbrak simpelweg het voedsel voor deze zware jongens. Het landschap waarin mammoeten wel konden leven, is goed te reconstrueren aan de hand van het onderzoek in Orvelte. Resten van planten die in de Orvelter grondmonsters werden aangetroffen, wijzen op een beekdal en een meer dat de bovenloop van een riviersysteem vormde. Op het hoger gelegen Drents Plateau bestond de vegetatie vooral uit grassen. Hoge bomen ontbraken of waren zeldzaam. Wel groeide er de Dwergberk, die nu vooral in arctische en alpine toendra’s voorkomt. In de monsters zijn maar liefst 80 soorten kevers herkend. Een deel daarvan komt nu alleen nog maar voor in koudere gebieden.

21

Het paard was een tijdgenoot van de mammoet. De paarden die de prehistorische mens afbeeldde, lijken als twee druppels water op het Przewalskipaard.


Voor drinkwaterproductie gebruikt Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) grondwater, omdat het bacteriologisch betrouwbaar en van een constante kwaliteit en temperatuur is. Ook is de zuivering van grondwater eenvoudiger en minder duur dan andere vormen van drinkwaterproductie. Echter, grondwateronttrekkingen kunnen ook bijdragen aan verdroging. Daarom streeft de WMD naar duurzame winningen en bewust gebruik van grondwater. Voor toepassingen in industrie en landbouw kan worden volstaan met een bron van mindere kwaliteit. Zo wordt het gietwater voor de glastuinbouw in Erica en Klazienaveen geproduceerd uit oppervlaktewater.

Gietwaterproductie In Klazienaveen en Erica wordt voor de glastuinbouw gietwater geproduceerd uit oppervlaktewater. Uit twee voormalige zandwinlocaties wordt water gewonnen. Twee productiebedrijven in Erica en Klazienaveen zuiveren het oppervlaktewater en distribueren het gietwater naar de tuinders. Het water wordt gezuiverd met behulp van membraantechnologie. Dunne rietjes met microscopisch kleine poriĂŤn belemmeren de doorgang van zwevende stoffen. Hierdoor is er geen verstopping van de vernevelingsapparatuur in de kassen. Door regelmatig het water terug te spoelen wordt eventuele vervuiling verwijderd. Zo blijven de membranen schoon. Het eindproduct is gietwater. Een kristalhelder water van een kwaliteit, die ruim voldoet aan de eisen van de tuinbouworganisaties. Een prettige bijkomstigheid van het gebruik van membranen is dat eventuele virussen en bacteriĂŤn zoals de bruinrotbacterie, worden tegengehouden.

Milieumaatregelen Het water voor het doorspoelen van membranen wordt hergebruikt. Zo wordt de belasting voor de omgeving van het productieproces tot een minimum gereduceerd. Daarnaast wordt condens- en drainwater gerecirculeerd. Dit levert een besparing van spoelwater op van circa dertig procent. Andere bronnen In de toekomst wordt voor de gietwaterproductie ook kasdekwater als bron ingezet. Kasdekwater is regenwater dat op de daken van de kassen valt. Dit regenwater wordt opgevangen en getransporteerd naar de gietwaterplassen. Daarnaast wordt overtollig water uit het natuurreservaat Bargerveen door een gedeeltelijke reconstructie van het historische veenbeekje De Runde afgevoerd naar de gietwaterplassen.

Kijk voor meer informatie op www.wmd.nl

Water op maat voor de glastuinbouw Deze pagina wordt verzorgd door NV Waterleidingmaatschappij Drenthe


Een eindje om met Het Drentse Landschap

Fietstocht

Over de flanken van de

Havelterberg

Foto: Hans Dekker

12

B e r t u s B o i v i n / E r i c v a n d e r B i l t De Havelterberg i.s.m. Wim van der Wijk


De Havelterberg De Havelterberg een berg noemen is natuurlijk een beetje overdreven. Hij meet 18,8 meter boven NAP. Kom daar maar ‘ns mee aan in het buitenland… Als je echter bij de Havelter hunebedden staat en je ziet die flinke bult in het landschap, dan ben je op z’n minst blij dat de top van de Havelterberg niet in de fietsroute opgenomen is. Deze fietsroute brengt u over de flanken van de Havelterberg om u te laten kennismaken met een landschap waar mensen reeds diep in de prehistorie op afkwamen, omdat het alles bood wat ze nodig hadden. En die aantrekkelijkheid van het Havelter landschap is onverminderd gebleven, zult u onderweg merken.

1 Op het Pier Soerplein neemt u de Eursingerkerkweg. Dat is de weg links van de Rabobank. 2 U komt uit bij de Clemenskerk. Neem daar rechtsaf de Kerklaan en ga vervolgens bij het boerderijtje linksaf, de Meeuwenveenweg. In de middeleeuwen deelden de dorpen Uffelte en het lang verdwenen Hesselte (ongeveer op de plaats van het huidige Darp) hun kerk. Rond 1310 werd met de bouw van de huidige Clemenskerk begonnen. Honderd jaar later kreeg het gebouw zijn markante toren. Het huidige dorp Havelte ontwikkelde zich dankzij de aanwezigheid van de kerk. Bij het pad naar de kerk ligt een zogeheten duivelsrooster. Indertijd moest het voorkomen dat de duivel met zijn bokkenpoten het kerkhof op kon. 3 De weg komt op de Markgenotenweg uit. Daar gaat u linksaf. Rechts van de weg ligt de ingang van het Uffelter Binnenveld van Stichting Het Drentse Landschap. Het Binnenveld is een smalle dekzandrug op de flank van de Havelterberg. Dankzij de grote afwisseling tussen hogere, nogal geaccidenteerde bospercelen en kletsnatte lage delen is het een heel bijzonder terrein. U kunt er een 2,5 kilometer lange paaltjeswandeling maken.

11

13

14

4 Ga aan het eind van de weg rechtsaf. Blijf vervolgens rechtdoor gaan. Neem het fietspad aan de linkerkant van de doorgaande weg. Bij het bordje met de nummers 4-6 moet u even weer de weg oversteken. Meteen rechts in het bosje ligt het Eupen Barchien. Het is een grafheuvel uit de midden-bronstijd die rond 1500 v.Chr. opgeworpen werd over de lichamen van twee doden. Later moeten in de rand van de heuvel nog eens vijf mensen begraven zijn.

15 17

20 19

22

21 4 2

23 1 24

7 Neem het fietspaadje in het verlengde van de weg. Het paadje loopt het bos in.

1

16

5 Als de doorgaande weg een bocht naar rechts maakt, neemt u het fietspaadje dat min of meer rechtdoor loopt. 6 U komt uit op de Dorpsstraat van Uffelte. Hier gaat u linksaf en vervolgens houdt u op de splitsing rechts aan. Even later neemt u bij paddenstoel 24977/001 rechtsaf de weg de es over richting Wapse. De weg voert u over de es van het dorp Uffelte. Deze hoort samen met de Norger Esch en de Noordesch van Zuidlaren met zijn 210 hectare tot de grootste essen van Drenthe.

12

25

26

27


10

Startpunten Pier Soerplein in Havelte en Theehuis ‘t Hunebed (Van Helomaweg 47, 7973 JC Havelte) (punt 16/22 in de route). Lengte route circa 35 km. Benodigde tijd 3 à 4 uur. Openbaar vervoer Buslijn AssenMeppel, uitstappen halte Centrum. Zie www.9292ov.nl of bel (0900) 9292.

9

Fietsverhuur Bakker Tweewielers, Piet Soerplein 5, 7941 CR Havelte, maandags gesloten (0521) 34 14 42.

8 7

18 6

5

3

8 Aan het eind van het paadje gaat u even rechts en daarna meteen weer links het bos in. Het pad voert u min of meer langs de grens van het Westerzand en het Oosterzand. Dit is een typisch dekzandlandschap met links en rechts van het pad uitgestoven laagten en zandduinen.

Veel laagten waren vol gegroeid met veen. U kruist het tussen twee hoge wallen gelegen voormalige Uffelter Boervaartje. In de negentiende eeuw werd langs deze waterweg uit het westelijk gelegen Uffelterveen turf opgehaald.

De Havelterberg 9 Op de driesprong bij het Bosveen houdt u rechts aan, richting Wapse. Blijf het fietspad volgen. Rechts voor u ligt het Bosveen. Duidelijk zijn de strakke lijnen van de zogeheten petgaten te zien waaruit vroeger de turf werd gegraven.

15 Aan het eind van het pad neemt u het fietspad rechtsaf. Vervolgens steekt u de Van Helomaweg over en gaat u op het fietspad linksaf.

11 Bij het voormalige café (huisnummer 116) neemt u linksaf de Lege Doakensweg. Deze maakt eerst een bocht naar links, vervolgens gaat u op de driesprong rechtsaf. De weg gaat over in een fietspaadje.

16 Ter hoogte van het Theehuis steekt u de weg weer over en neemt u de asfaltweg richting hunebedden. De weg gaat over in een zandbaan met een schelpenpad ernaast. Blijf dit fietspad tot het eind volgen. Uiteraard moet u onderweg even van de fiets af om de Havelterberg te beklimmen. De twee hunebedden aan het pad staan al meer dan 5000 jaar aan de voet van de Havelterberg. De magie van deze hoge plek in het landschap zal er zeker toe hebben bijgedragen dat het trechterbekervolk deze plek uitkoos als een laatste rustplaats voor de doden. Hunebed D53 links van het pad is op dat van Borger na het grootste van Drenthe. In de Tweede Wereldoorlog werd het in een zes meter diepe kuil begraven in afwachting van betere tijden. De Duitsers waren bezig aan de voet van de Havelterberg een groot vliegveld in te richten en D53 stond in de weg. Bovendien zou een hunebed een gemakkelijk oriëntatiepunt vormen voor de geallieerde bommenwerpers. Het kleinere hunebed D54 rechts van het pad werd destijds met een dikke laag zand gecamoufleerd.

12 U komt bij een brede sloot uit. Vervolgens neemt u het schelpenpaadje rechtsaf.

17 Het schelpenpad komt op een asfaltfietspad uit. Daar gaat u rechtsaf.

13 Ga op de driesprong van fietspaadjes rechtdoor.

18 Neem nu de eerste weg rechts (richting Schaapskooi), opnieuw een schelpenpaadje. Blijf dit paadje rechtdoor volgen. Links van de weg ligt de schaapskooi van de Holtinger schaapskudde. De kudde telt zo’n 250 Drentse heidescha-

10 Het fietspad komt vlak buiten Wapserveen uit. Ga linksaf en neem het fietspad langs de doorgaande weg door het dorp. Het dorp Wapserveen ontwikkelde zich in de middeleeuwen op de grens van laag en hoog. Rechts van de weg lagen de hooi- en weilanden richting Wapserveensche Aa en links de akkers en verderop de heidevelden aan de voet van de Havelterberg. De oudste boerderijen stammen in deze vorm uit de achttiende eeuw. Ze liggen allemaal van de ‘zandkant’ van de weg. Tot op de dag van vandaag is bij de Hervormde kerk te zien dat bij de bouw in 1803 eerst de stenen van de oude kerk werden gebruikt alvorens nieuwe stenen aan te schaffen. De kerk heeft een voor Drenthe unieke klokkenstoel.

14 Aan het eind van het fietspad moet u even rechtsaf en meteen weer linksaf een volgend fietspaadje (richting Havelte) op.


De Havelterberg

19 Bij een fraai uitgegroeide eik maakt het pad een haakse bocht naar rechts. Rond de Havelterberg zijn sinds de jaren dertig vuurstenen voorwerpen gevonden die wijzen op de aanwezigheid van rendierjagers rond 10.000 jaar v.Chr. De enorme hoeveelheid vondsten gaven de Havelterberg op een gegeven moment zelfs de bijnaam ‘Drentse Pompeï’. Er werd zelfs een speerpunt gevonden die nog veel ouder was en uit de Neanderthalertijd moet stammen. 20 Voorbij een bankje naast het pad is een driesprong van schelpenpaadjes. Neem hier het pad linksaf. 21 Aan het eind van het fietspad gaat u even rechtsaf. Vervolgens steekt u de Van Helomaweg over en neemt het fietspad rechtsaf. 22 Terug bij het Theehuis slaat u linksaf en vervolgens op de driesprong opnieuw links, de Dorlangenweg. Neem daarna het schelpenpaadje dat overgaat in de Oude Ruiterweg. Sla rechtsaf het asfaltfietspad op langs de

doorgaande Ruiterweg en blijf dat tot in Darp volgen. 23 Bij de grens van de bebouwde kom steekt u de Ruiterweg over en neemt u rechtsaf het fietspad. Blijf het fietspad parallel aan de doorgaande weg volgen. Darp werd pas in de vijftiende eeuw Darp genoemd. Daarvoor heette het Hesselte. Het dorp kreeg de nieuwe naam in de tijd dat Havelte uitgroeide tot een veel belangrijker dorp. De ‘rijtjeshuizen’ uit de jaren vijftig in het dorp hebben te maken met het feit dat de Duitsers in de oorlog vrijwel het hele dorp hebben afgebroken in verband met de aanleg van het vliegveld. Verderop komt u over de door het bos ‘verstopte’ Bisschopsberg die de zuidkant van de Havelter stuwwal vormt. De berg dankt zijn naam aan het feit dat hier in de middeleeuwen de bisschop van Utrecht door de Drenten als hun landheer werd ingehuldigd als hij vanuit het Land van Vollenhove arriveerde. 24 Aan de rand van het bos buigt de doorgaande weg naar rechts. Blijf het fietspad rechtdoor volgen en ga vóór het viaduct onder de A32 linksaf. Voorbij het bos neemt u linksaf het asfaltweggetje langs de bosrand.

De Havelter stuwwal In de voorlaatste (Saale-)ijstijd (tussen 250 en 130 duizend jaar geleden) bereikten de gletsjers vanuit Scandinavië onze streken. Honderden meters dikke ijstongen duwden de grond op tot stuwwallen. Behalve de stuwwallen tussen Havelte en Steenwijk waren dat bijvoorbeeld ook de Sallandse Heuvelrug en Gaasterland. Op de schematische tekening is goed te zien hoe de ijsmassa de bovenste grondlagen opstuwde als ribbels in het tapijt. Voorwaarde voor het ontstaan van stuwwallen was de aanwezigheid van een harde laag in de diepe ondergrond. Dan pas kreeg het ijs goed vat op het zand. Onder de ijskap werden zand en stenen verpulverd tot een dikke leemlaag met steentjes (keileem). Het ijs rolde brokken graniet tot de zwerfkeien die later het trechterbekervolk goed van pas zouden komen. Opmerkelijk eigenlijk: zowel de Havelterberg als de hunebedden aan de voet ervan zijn beide producten van de Saale-ijstijd…

Foto: Hans Dekker

pen, in de zomer ongeveer dubbel zo groot dankzij de lammeren. De kudde zorgt voor de begrazing van in totaal zo’n 1700 hectare terrein van het ministerie van Defensie, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. In het bosperceel rechts van het pad ligt een groep grafheuvels uit het einde van de ijzertijd (250 tot 0 v.Chr.) Het zijn zogeheten brandheuvels. In die tijd werden de doden op een brandstapel gecremeerd waarna over de verbrandingsresten een heuveltje ter nagedachtenis werd opgeworpen.

27 Als de Eursingerlaan bij het landgoedbos van Overcinge uitkomt, moet u linksaf. Vervolgens gaat u op de driesprong rechtsaf. Het huis Overcinge werd reeds in 1313 vermeld en hoort tot de oudste ‘huizen van stand’ in Drenthe. In zijn huidige vorm dateert Overcinge uit de zeventiende eeuw. Beroemde bewoners

waren de leden van de familie Linthorst Homan. Hun familiegraf heeft u waarschijnlijk al opgemerkt naast de ingang van de kerk van Havelte aan het begin van de route. 28 Steek de weg over en rij rechtdoor via de Egginkweg terug naar het Piet Soerplein.

25 Aan het eind van de weg bij het waterleidingpompstation gaat u rechtsaf. 26 Het weggetje komt uit op de Busselterweg. Ga daar linksaf en blijf deze weg volgen. De naam van de weg verandert op de kruising in Eursingerlaan. Gewoon rechtdoor blijven fietsen.

© Stichting ‘Het Drentse Landschap’ (september 2006) Bezoekadres: Kloosterstraat 5 – 9401 KD Assen – Postadres: Postbus 83 – 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 – e-mail: mail@drentslandschap.nl


Cultuurhistorie

27

De geologie van Johannes van Lier

Groeiende stenen Egbert Brink*

Johannes van Lier (1726-1799) was een man van de wereld. Hij was zoon van een wijnhandelaar en kwam na zijn studie rechten in Leiden als particulier secretaris van drost Alexander Carel van Heiden naar Drenthe. Als topambtenaar diende hij hier decennialang het gewestelijk bestuur, als ontvanger-generaal en als jurist. Daarnaast had hij een bijbaan als compagnon in de Annerveense verveningscompagnie van Lambertus Grevylink. Maar Van Lier was bovenal een onderzoeker; zijn veldstudies leverden een schat van informatie op over de geschiedenis van het Drentse landschap. Johannes van Lier leek een glanzende carrière tegemoet te kunnen zien, maar hij viel in ongenade na beschuldigingen van financieel wanbeheer. In 1785 nam hij de benen, met achterlating van vrouw en kinderen en zijn Assense paleisje in aanbouw ‘Overcingel’. Zijn zwager Petrus Hofstede oordeelde later laconiek dat hij “de wijsheid en geleerdheid oneindig hooger schat, dan de aanzienlijke bedieningen, die hem in mijn vaderland zijn toevertrouwd”. Hier zat misschien wel iets in.Van Liers hart lag meer bij de wetenschap dan bij het openbaar bestuur. Hij was een intellectuele veelvraat: historicus, volkenkundige, geoloog en bioloog in een tijd dat die wetenschappen nog amper bestonden. Die veelzijdigheid ademt ook zijn meest bekende boek ‘De hedendaagsche historie van het Landschap Drenthe’ (1792), een deel uit een reeks van topografisch-historische gewestbeschrijvingen waarvan hij - zoals pas later bleek - de hoofdauteur was. Het boek illustreert de ongeremde geleerdheid, die je in veel landenbeschrijvingen uit die tijd ziet. Talrijke feiten uit heden en verleden over staatsinstellingen, volksgewoonten en natuur-

beschrijvingen volgen elkaar in rap tempo op. Ook tijd en ruimte worden geheel in de geest van de Verlichting gepresenteerd als een kosmische eenheid: aardrijkskunde was toen ‘het oog van de geschiedenis’. Binnen dit wereldbeeld riep de vraag naar de tegenwoordige staat dan ook automatisch de vraag naar de oorsprong ervan op. Diluvialisme

Van Liers veldstudies te voet of te paard brachten hem in direct contact met het Drentse landschap en met de Drentse bodem in het bijzonder. Niet alleen de Drentse slangen - hij schreef een pioniersstudie over inheemse slangen die hij aan het Landschapsbestuur opdroeg - maar ook het regnum lapideum, het rijk van de stenen, fascineerde hem. Uit alles viel af te leiden dat de aarde niet ineens ontstaan was, maar onder voortdurend veranderende omstandigheden gevormd moest zijn. Waar kwamen anders die versteende zeeëgels donderstenen in de volksmond - en de grote keien vandaan? En hoe konden ze zo ver van de kust in de Hondsrug terechtgekomen zijn?

Echinocorys, de donderstenen van de Drentse heide, speelden een rol in het Drentse volksgeloof.


28

De grote watersnoodramp van 1825 riep bij tijdgenoten apocalyptische visioenen op. (Collectie Drents Archief)

Cultuurhistorie

In Van Liers tijd gingen natuurwetenschap en religie hand in hand. Eigenlijk zochten aardwetenschappers vooral wetenschappelijke verklaringen voor de zondvloed. De Bijbel was de ideologische mal die op elke wetenschappelijke verklaring werd gelegd. De talrijke vondsten van fossiele dieren en planten illustreerden simpelweg het Bijbelse gelijk. Logisch dat overal op het vasteland overblijfselen van die oerramp konden worden aangetroffen. Dit diluvialisme had in de 18e en tot ver in de 19e eeuw veel aanhangers. Probleem was wel dat de ‘diluviale mens’, de mens uit de tijd van de zondvloed, nog niet was gevonden. De beroemde vondst van de schedel in het Neanderthal, vele jaren later, maakte aan al deze speculaties een einde.

Over dergelijke niet alledaagse vraagstukken correspondeerde Van Lier met regelmaat tot buiten de landsgrenzen, zoals blijkt uit zijn Oudheidkundige brieven (1760). Ook hij zocht naar verbanden tussen Genesis en geologie en kwam tot de conclusie dat “De steenen zyn alle van eene soort keyen, die als overvloedig in den grond groeijen, of liever gevormd worden…, die door een kleefagtige en steenmakende vloeystof …worden aan een gelymt, en dus van tyd tot tyd, door gestadige byvoeginge, grooter worden…”. Met dit wonderlijke idee van de stenen die in het binnenste der aarde groeien, zocht hij aansluiting bij het internationale debat over het ontstaan van de aarde. Ook later, in zijn Hedendaagsche historie liet hij zijn groeitheorie niet los.

Ontdekking van de ijstijd

Tegenover de geologische denkbeelden van Van Lier stond een andere visie op de oertijd, die van de ‘catastrofisten’ met de Franse mijnbouwkundige Buffon en de Brusselse arts Burtin als belangrijkste woordvoerders. Zij presenteerden de wereldgeschiedenis als een opeenvolging van grote omwentelingen, waarvan de zondvloed er slechts één was. Telkens opnieuw werd het leven met een ramp op wereldschaal weggevaagd. De aardbodem zou een bodemarchief zijn waar iedere laag deze oude wereld van ‘pre-adamitische aardkloten’ zichtbaar maakt. In zijn Historie uit Van Lier hierover zijn twijfels: Hoe was het mogelijk, zo vroeg hij zich af, dat vanuit de Noordzee ‘steenbrokken, van meer dan honderd duizend ponden gewichts’ in Drenthe terecht waren gekomen, terwijl Holland en Friesland, veel dichter bij de zee en lager gelegen, zulke rotsblokken niet hebben? Het raadsel van de herkomst van de keien bleef met de dood van Van Lier onopgelost. Een andere Drentse ingezetene, Michiel Dassen (1809-1852), arts te Hoogeveen, vroeg zich in zijn Verhandeling over het ontstaan der losse steenen, die op de drentsche heidevelden en op andere plaatsen voorkomen (1835) hetzelfde af, maar kwam tot andere conclusies. De oerzee zou zo heet zijn geweest dat de stenen naar Drenthe waren komen drijven, zo luidde zijn verklaring. Hij baseerde zich hierbij op zijn waarnemingen


Cultuurhistorie

29

J.M.W. Turner verenigde in zijn The Deluge de zondvloed met een romantische natuuropvatting (olieverf op doek, 1804/1805, Tate Gallery)

tijdens zijn Scandinavische reizen. Niet zo slecht gedacht, blijkt nu. Twee jaar later, in 1837 volgde de echte verklaring: Niet de hitte, maar de kou veroorzaakte het transport van de stenen. Het begrip ‘ijstijd’ werd geïntroduceerd voor een periode waarin een groot deel van Europa vergletscherd was. Oprukkend landijs, metersdikke ijspakketten, gure poolwinden en enorme veranderingen in niveauverschil tussen land en zee – langzaam doemde een compleet nieuw beeld van het oudste Drenthe op. Tegenwoordig kunnen geologen van elke hunebedkei precies aangeven uit welke Scandinavische rotsformatie deze afkomstig is. Besef dan wel dat aan deze conclusie eeuwenlang wetenschappelijk onderzoek voorafging. Ondergangsvisioenen

Duidelijk wordt dat intellectuelen na 1800 openstonden voor het besef van de onvoorstelbare ouderdom van de aarde: niet de 6000 jaar uit de Bijbel, maar een oertijd van vele miljoenen jaren. Deze onpeilbare diepte van de tijd veroorzaakte naast angst en onzekerheid, vooral ook ontzag voor de dynamiek van de natuur. Johannes van Lier was hier zeker niet blind voor. Met de catastrofisten deelde hij de fascinatie voor opkomst, ondergang en verval: “De Natuur is by aanhoudendheid werkzaam”, lezen we in de Tegenwoordige Staat, “zo wel in het vormen van steenen en mineralen, als in de voortbrenging van dieren en gewassen. Zy worden van tyd tot tyd geboren, en kunnen wederom verbryzeld worden”. Hier zien we iets van een romantische opvatting - het

sublieme - de natuur in haar overdonderende grootheid. De aardbeving van Lissabon uit 1755 en de vele grote overstromingen in de tweede helft van de 18e eeuw illustreerden deze natuurkrachten. Het ‘catastrofisme’ is als wetenschappelijke theorie al lang uit de gratie, maar het ondergangsdenken lijkt terug van weggeweest. De dreiging van de zeespiegelstijging en de klimaatwijzigingen leiden tot nieuwe rampen, zo voorspellen wetenschappers. Niet een almachtig opperwezen, maar een destructieve mens figureert in deze moderne neo-catastrofistische ondergangsvisioenen. Niet iedereen is overtuigd. Een school van fysisch-geografen probeert het hoofd koel te houden. Er is in hun ogen niets nieuws onder de zon. Is de natuur zelf niet permanent in beweging, zo herhalen ze Van Lier.

Kijk naar de getijden, de seizoenen, de ijstijden, allemaal natuurlijke processen waarop de mens geen directe invloed heeft. “Een natuurbeschouwer, die zelf naspeurt en denkt, wordt door vrees noch bijgeloof – de bronnen van dwaling – bedwelmd”, schreef Johannes van Lier ruim tweehonderd jaar geleden al. Misschien was hij zo gek nog niet. *Drs. E. Brink is als historicus-archivaris werkzaam bij het Drents Archief.

Gebruikte literatuur Mr. J. van Lier en Mr. J. Tonckens, Tegenwoordige staat van het Landschap Drenthe,1792 (herdruk 1976). Auke van der Woud, De Bataafse hut. Verschuivingen in het beeld van de geschiedenis (1750-1850), Amsterdam 1990. Salomon Kroonenberg, ‘Waar is de sneeuw van weleer’ en de reacties daarop in: NRC-Handelsblad 24 maart 2006, blz. 27.


30

Flora Eef Arnolds*

Paddestoelen op brandplekken Branden van vegetaties was vroeger een wijd verbreide beheers-

effect op de paddestoelenflora omdat de omstandigheden in de bodem te weinig veranderden voor de vestiging van specifieke soorten. Brandplekpaddestoelen gedijen vooral op plaatsen waar hopen snoeihout zijn verbrand. Uit milieuoogpunt zijn dergelijke activiteiten tegenwoordig alleen bij uitzondering en met een vergunning toegestaan. Gelukkig voor de brandplekpaddestoelen wordt er nog wel eens clandestien een fikkie gestookt!

maatregel. Bovendien gingen bossen en heidevelden soms ongepland in vlammen op. In het algemeen hebben branden in de natuur negatieve effecten op plantengroei en dierenleven, maar er is één belangrijke uitzondering. Sommige paddestoelen zijn afhankelijk van verbrand hout. Deze brandplekpaddestoelen zijn sterk achteruit gegaan en staan nu vrijwel allemaal op de Rode lijst.

Foto: Eef Arnolds

Successie

Verbrand bos, op de voorgrond verkoolde den met Brandplekbundelzwam.

Bos- en heidebranden zijn, vooral in het zomerhalfjaar, een gevreesd fenomeen. Met name dieren worden het slachtoffer van de vuurzee, maar ook sommige plantensoorten kunnen lokaal verdwijnen. Een kwetsbare soort is bijvoorbeeld de Jeneverbes die na een brand niet opnieuw uitloopt. Meestal hebben branden tevens een tijdelijke ongewenste verrijking van de bodem tot gevolg doordat in de as veel voe-

dingsstoffen aanwezig zijn. Hierdoor kunnen allerlei kruiden en struiken zich tijdelijk explosief uitbreiden. Vroeger werden sommige vegetaties opzettelijk periodiek afgebrand. Boeren staken in het vroege voorjaar wegbermen met bramen of sterk vervilt gras in de fik. Heidevelden werden ’s winters soms afgebrand om de verjonging van heideplanten te bevorderen. Deze maatregelen hadden echter weinig

Er zijn nauwelijks planten en dieren die gebonden zijn aan plekken waar brand gewoed heeft. De meeste planten van brandvlaktes komen algemeen voor in voedselrijke bosranden en wegbermen. Bij paddestoelen ligt dat anders. In Nederland zijn maar liefst 48 soorten geheel of vrijwel geheel gebonden aan plaatsen waar hout is verbrand.Van deze soorten staan er 46 op de Rode lijst van bedreigde en kwetsbare paddestoelen. Dat is niet verwonderlijk gezien de afname van het geschikte milieu. Het grote aantal gespecialiseerde soorten duidt er op dat bosbranden ook in onze streken van nature al vele eeuwen voorkomen, met name als gevolg van blikseminslag. Twee maanden na een brand verschijnen vaak al de eerste paddestoelen op het zwarte, verkoolde hout. Dat zijn steeds bekerzwammen, sommige slechts enkele millimeters groot en knaloranje, zoals het Gewoon houtskoolbekertje, andere veel groter maar minder opvallend gekleurd. Ze hebben veelzeggende namen als paarse, violette, dadel-


Flora

31

bruine, zwarte, geplooide, zemelige en beroete brandplekbekerzwam. Het is tegenwoordig een buitenkansje als je een van deze soorten tegenkomt. Sinds 1999 zijn tijdens ruim 100 excursies van de Paddestoelenwerkgroep Drenthe alleen de Violette en de Beroete brandplekbekerzwam gevonden, beide slechts één keer. Een van de mooiste bekerzwammetjes van brandplekken is het Gewoon brandplekkelkje, subtiele oranjebruine urntjes op een korte steel met een wit kartelrandje. Gewoon is de soort al lang niet meer en in Drenthe is dit paddestoeltje vele jaren niet meer gevonden. Wat later verschijnen ook plaatjeszwammen op de brandplekken. Karakteristiek en vrij algemeen zijn twee soorten pekzwammetjes, die met hun donkere vruchtlichamen nauwelijks afsteken tegen de geblakerde ondergrond. Klein maar veel opvallender is de Brandplekvlokinktzwam met zijn witte, subtiel bepoederde hoedjes. De Brandplekbundelzwam groeit in grote geelbruine toefen rechtstreeks op verbrand hout, vaak op gedeeltelijk verkoolde bomen. Een geval apart is de Oliebolzwam, een soort bekerzwam, maar dan met onregelmatig gewelfde vruchtlichamen die inderdaad aan een grillige oliebol doen denken.Vaak vergroeien ze onderling tot donkerbruine plakkaten van enkele vierkante decimeters. De paddestoel kan een jaar na een bosbrand massaal optreden en wordt door bosbouwers niet graag gezien. De Oliebolzwam parasiteert namelijk op de wortels van door de brand verzwakte naaldbomen en kan deze bomen alsnog doen afsterven.

Foto’s: Eef Arnolds

Van boven naar beneden: - Gewoon brandplekkelkje op bemoste brandplek van sparrenhout; - Brandplekbundelzwam aan voet van verkoolde den; - Brandplekvlokinktzwam.

weer grotendeels teniet gedaan. Tegen die tijd zijn de specifieke brandplekpaddestoelen dan ook verdwenen. Dat de basische bodem voor sommige paddestoelen doorslaggevend is, blijkt uit het feit dat een kenmerkende soort als de Splijtplaat ook af en toe optreedt in dennenbossen waar de bodem door zware kalkbemesting basisch geworden is. Tenslotte worden bij brand door de zeer hoge temperaturen in de bodem (tot 500 graden) veel concurrerende schimmels tijdelijk uitgeschakeld. Het is aangetoond dat de sporen van sommige brandplekpaddestoelen hoge temperaturen verdragen en dat de kieming er door wordt bevorderd. Een intrigerende vraag is hoe zulke specialistische paddestoelen op brandplekken terecht komen die vaak maar enkele vierkante meters groot zijn en kilometers uit elkaar liggen. De vruchtlichamen van paddestoelen produceren miljoenen vederlichte sporen en mogelijk bereiken ze via de lucht op het juiste moment het geschikte milieu. Of liggen sporen in de bodem vele jaren rustig te wachten tot vuur het milieu in gunstige zin wijzigt om dan snel te kiemen? Het antwoord op deze vraag is nog niet gegeven

Speciaal milieu

Waarom vormen brandplekken nu zo’n afwijkend substraat? Door verbranding van flinke hoeveelheden hout verandert de bodemchemie sterk. De bodem wordt oppervlakkig zeer rijk aan mineralen als kalium en calcium en dat leidt er ook toe dat de zuurgraad van de toplaag verschuift van zuur naar basisch (tot pH 10). Na twee of drie jaar zijn deze veranderingen door uitspoeling

* Dr. E.J.M. Arnolds is voorzitter van de Stichting Paddestoelenwerkgroep Drenthe en lid van de Wetenschappelijke Adviescommissie van Stichting Het Drentse Landschap.


2005 was een jaar waarin Stichting Het Drentse Landschap vooral te maken kreeg met vele externe ontwikkelingen, zoals de invoering van een nieuwe CAO Bos en Natuur, de ontvlechting van 12 provinciale medewerkers en het opzetten van een productenbegroting volgens de Algemene Subsidie Verordening van de provincie Drenthe. Voor wat betreft de aankopen heeft Het Drentse Landschap voor het eerst sinds lange tijd weinig nieuwe (natuur)gebieden kunnen aankopen: slechts 43 hectare, terwijl dat gemiddeld altijd rond de 150 hectare ligt. Verheugend was dat de Stichting Oude Drentse Kerken het jaar heeft kunnen afsluiten met het verwerven van de synagoge in Zuidlaren. Op de website www.drentslandschap.nl is het volledige jaarverslag te downloaden.

Jaaroverzicht 2005


Activiteiten Op 31 december 2005 beheerde de stichting 7.050,9714 ha. De aankopen konden plaatsvinden onder andere dankzij de beschikbaarstelling van gelden van de provincie Drenthe en de Dienst Landelijk Gebied (ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit). Belangrijkste reden voor de geringe toename van het aantal hectares ten opzichte van andere jaren komt onder andere door het veranderde beleid van de rijksoverheid die meer en meer inzet op particulier en agrarisch natuurbeheer en niet op verwerving door erkende natuurbeschermingsorganisaties. Bovendien zijn er vanuit het Rijk voor Drenthe minder aankoopgelden beschikbaar gesteld omdat onze provincie relatief voorop loopt met de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Door de natuurontwikkelingsprojecten Scharreveld en Reigerveen (Landgoed Vossenberg) is Drenthe weer wat mooier gemaakt. De grote projecten Zuidoevers (Hunzedal bij De Groeve) en De Maten (Oude Diep) werden in 2005 aanbesteed. De voorbereidingen voor de projecten Torenveen-Bonnerklap (Hunzedal) en LOFAR (Achterste Diep-Hunzedal) zijn gestart. Allemaal voorbeelden van gebiedsgericht werken met vele partners en vanuit een integraal perspectief. Het op een dergelijke manier opzetten en uitvoeren van een project zal in de toekomst steeds lastiger worden als het Rijk blijft inzetten op agrarisch natuurbeheer. Draagvlak is voor Stichting Het Drentse Landschap erg belangrijk. Via excursies, lezingen en activiteiten proberen we zoveel mogelijk mensen te informeren over het werk dat we doen voor de Drentse natuur en cultuur. Mede door deze activiteiten en een wervingscampagne konden we in 2005 714 nieuwe begunstigers verwelkomen. Op 31 december 2005 steunen 12.130 begunstigers de stichting. Mede dankzij de steun van talloze fondsen kan de stichting haar reguliere werk doen, maar ook vele projecten realiseren. In 2005 werden ongeveer vijftig kleine en grote projecten uitgevoerd met onder andere steun van de Europese Unie via de stimuleringsregelingen EDR, EOGFL/EOGFR en POP, de provincie Drenthe, Nationale Postcode Loterij, VSBfonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds Drenthe, Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij en de DVR-Stichting.

Kengetallen 2005 Oppervlakte in beheer/eigendom

7050.9714 ha

Groei in hectares

43.3949 ha

Aantal begunstigers per 31-12-2005

12.130

Groei

714

Aantal vrijwilligers

200

Aantal personeelsleden

33

Aantal bedrijfssponsors

41

Aantal verworven gebouwen

2

Aantal kerken SODK

2

Aantal persberichten

73

Vermeldingen RTV Drenthe

50

Aantal kwartaalbladen

61.500

Aantal excursies/lezingen

177

Aantal deelnemers activiteiten

9250

Bezoekers informatiecentra

90.000

Overzicht van de staat van baten en lasten Beschikbaar voor doelstelling Overheidssubsidies

1.884.496

31%

647.129

10%

Nationale Postcode Loterij

1.041.667

17%

Projecten

1.084.040

17%

Opbrengsten beheer/gebouwen

1.310.003

21%

36.047

1%

Fondsenwerving

Overige inkomsten Resultaat beleggingen Beschikbaar voor doelstelling

3%

6.178.271

100%

Besteed aan doelstelling

Aan het einde van 2005 waren er 33 medewerkers in dienst. Tevens zijn er 200 vrijwilligers voor de stichting actief geweest. Mede dankzij de inzet en betrokkenheid van de vrijwilligers kan er veel extra’s worden gedaan voor de natuur en voor hen die daarvan willen genieten.

Verwerving terreinen/gebouwen

Exploitatieresultaat Het jaar 2005 was in financieel opzicht een goed jaar. De exploitatie blijft, net als voorgaande jaren, onder druk staan maar vooral door ontvangen fondsmiddelen en legaten kon een positief saldo ontstaan. Opnieuw ontving de stichting net als de andere Provinciale Landschappen een substantiĂŤle bijdrage van de Nationale Postcode Loterij. Deze steun, uitsluitend bedoeld om projecten op het vlak van natuur en cultuur te financieren, maakt het de stichting mogelijk op veel fronten projectontwikkeling te realiseren. In 2005 ontving de stichting veel legaten. Het lijkt erop, gezien het beeld van de laatste jaren, dat de Drentse burger onze inzet waardeert en dat op deze manier beloont.

174.889

485.527

8%

Organisatiekosten beheer

1.394.472

23%

Kosten beheer

1.665.260

27%

Projecten

1.905.284

31%

Organisatiekosten voorlichting, promotie en educatie

180.774

3%

Kosten voorlichting, promotie en educatie

147.146

2%

5.778.463

94%

399.754

6%

Besteed aan doelstelling Resultaat

Het resultaat van de fondsenwerving is als volgt tot stand gekomen: Bijdragen begunstigers Giften Schenkingen en legaten

381.064 3.250 313.998 698.312

Af: kosten fondsenwerving

51.183 647.129


Landschap

Actuele ingrepen in cultuurlandschappen

Het landschap staat dit jaar volop in de belangstelling door de landschapscampagne Kiek op Drenthe. Bij alle aspecten die daarbij belicht worden, mag de bijdrage die het landschap levert aan onze beleving van ruimtelijke kwaliteit zeker niet ontbreken. Drents Plateau heeft daarom als thema voor de Drentse Welstandsprijs 2006 gekozen voor het landschap en de transformaties, die in de loop der tijd in het landschap plaatshebben.

Bert Smit*

Nieuwe tijden betekenen vaak een gewijzigd gebruik met als gevolg een andere inrichting van het landschap. Bij ‘Actuele ingrepen in cultuurlandschappen’ wordt gedacht aan ingrepen die recent, dat wil zeggen de afgelopen twintig jaar, hebben plaatsgehad in de provincie Drenthe. Het gaat daarbij om ruimtelijk structurele ingrepen, die zich losmaken van de bestaande landschappelijke structuur én een wezenlijke bijdrage leveren aan de beeldkwaliteit van het gebied. De inzendingen voor de welstandsprijs laten zien dat de afgelopen jaren zeer veel energie is gestoken in integrale landschapsplannen. Meestal gaat het om projecten waarin meer partijen participeren, van provincie en waterschap tot en met gemeentebestuur. Andere projecten worden gedragen door particulier initiatief. Omdat naar de mening van de jury drie projecten zich duidelijk onderscheiden van de andere, is besloten dit jaar aan drie ontwerpen een Drentse Welstandsprijs 2006 toe te kennen. De bekroonde ontwerpen zijn de uitbreiding en revitalisering van het landgoed Heidehof te Eext, de uitbreiding van het glastuinbouwgebied het

Rundedal te Klazienaveen en de herinrichting van het gebied Zuidoevers van het Zuidlaardermeer. Landgoed Heidehof bij Eext

De geschiedenis van het landgoed Heidehof aan de provinciale weg van Rolde naar Gieten gaat terug tot de eerste helft van de twintigste eeuw. Het is van opzet een productiebos, maar afwijkend van de gebruikelijke ontginningsbossen uit die tijd, bezit het bos geen strenge geometrie. De combinatie van rechte paden met paden die een gebogen of geknikt verloop hebben, verleent het bos een uniek karakter. Het landgoed is in 1996 in bezit geko-

landbouwgebied, is allang niet meer bijzonder. De wijze waarop de bebossing gebeurt, getuigt van visie en sluit goed aan op de structuur van het oude landgoed. Het grote gebaar met het rondlopende pad met twee rijen beuken aan weerszijden doet voornaam aan, heeft allure en heeft door zijn verbindende karakter grote betekenis. Het Rundedal bij Klazienaveen

De Runde, een voormalig riviertje in een hoogveenmoeras dat bij de veenontginningen gekanaliseerd is, wordt nu onderdeel van een ecologische, groene zone die door het kassengebied loopt. Het vormt de scheiding tussen en tevens de koppeling van het bestaande kassengebied aan de westelijke zijde en het toekomstige kassengebied aan de oostelijke zijde. Beoogd is het landschappelijke beeld van vóór de verveningen op te roepen. Tevens dient het voor de opvang van het water uit het bestaande kassengebied en voor de aanvoer van schoon water van elders. De groene zone

Drentse Welstandsprijs 2006 men van de familie Van der Weij. De nieuwe eigenaren hebben besloten het landgoed nieuw leven in te blazen. Er is een nieuw woonhuis gekomen op de plaats van de oude villa, die in de Tweede Wereldoorlog door brand is verwoest. De volgende fase is de revitalisering van het oude landgoed en de uitbreiding met een nieuw deel. De ingreep op zich, bosaanplant op een voormalig

moet een element van betekenis worden voor het gebied. De betekenissen hebben betrekking op verschillende niveaus: ecologie, waterhuishouding, beleving van natuur en geschiedenis. Vandaar dat ook een recreatieve functie aan de zone is toebedeeld. De groene zone die het oude en nieuwe glastuinbouwgebied met elkaar verbindt, levert een verrassend beeld op voor de bezoeker. Het inspelen op aan-

Foto: Harry Cock

34


wezige hoogteverschillen, de zorg voor een goede detaillering in zijn geheel en in het bijzonder van de gebogen bruggen, de afwisseling in de breedte van het water, de zachte overgangen van water naar land, bieden een hoge belevingswaarde. En dat terwijl je in feite wandelt door een eigentijds ‘industrieel’ gebied. Het niet ‘wegplanten’ van de tuinbouwkassen draagt hieraan in positieve zin bij. De maatvoering van de groene zone ten opzichte van de bebouwingsvlakken met tuinbouwkassen sluit goed aan bij de schaal van het omringende landschap. Zuidoevers – Zuidlaardermeer

Het gebied waar de rivier de Hunze uitmondt in het Zuidlaardermeer wordt vanouds gekenmerkt door recreatie, kleinschalige woningbouw en agrarisch gebruik. De gemeente Tynaarlo heeft enige jaren geleden ideeën ontwikkeld om de recreatieve activiteiten op te waarderen, in combinatie met een herstructurering van het gebied. Al veel eerder bestonden er initiatieven van de Stichting Het Drentse Landschap de provincie Drenthe en het Waterschap Hunze en Aa’s, die

het Hunzedal willen inrichten voor natuurontwikkeling. Zij pleiten voor het terugbrengen van het meanderende verloop van de Hunze met overstromingsvlakken. Genoemde organisaties maakten samen met de gemeente plannen die voorzien in een integrale ontwikkeling van natuur, recreatie en woningbouw. De verandering in het landschap door toevoeging van water en natte gebieden, waardoor een delta ontstaat met twee schiereilanden voor een voormalige boerderij en voor het recreatiegebied Meerzicht, betekent een belangrijke ingreep met direct al een hoge belevingswaarde. Enerzijds de weidsheid van de oeverlanden en anderzijds de verrassende doorzichten leveren een grote landschappelijke rijkdom op. De natuur krijgt volop de ruimte, zodat zich een schitterend rietlandschap kan vormen. De toevoeging van kleinschalige recreatieve verblijfsgebiedjes, zoals rust- en uitzichtpunten, maken de landschappelijke ingreep voor bezoekers zichtbaar. De geplande nieuwe woningbouw sluit qua ligging logisch aan bij de bestaande bebouwing van De Groeve. Belangrijk is welke beeldkwaliteit de woning-

bouw meekrijgt. Een ruime opzet met grote voortuinen en een rustig beeld in vorm en kleur voor de woningen, zal bijdragen aan een hoogwaardig landschapsbeeld. Een zorgvuldige inrichting van de openbare ruimte is hierbij vanzelfsprekend een vereiste.Van het gehele project is tot op dit moment een gedeelte uitgevoerd, namelijk het door Het Drentse Landschap verworven en natuurtechnisch ingerichte meest noordelijke deel bij De Groeve.

Het nieuwe ingerichte reservaat van de Stichting Het Drentse Landschap, de Zuidoevers.

* B. Smit is werkzaam bij het Drents Plateau.

Met dank aan Projectdocumentatie Heidehof van Ank Bleeker en Anneke Nauta landschapsarchitecten BNT, Bennekom Projectdocumentatie Het Rundedal van de gemeente Emmen, dienst Gebied Projectdocumentatie Zuidoevers Zuidlaardermeer van H + N + S landschapsarchitecten, Utrecht Documentatie en juryrapport ‘Actuele ingrepen in cultuurlandschappen’, Drents Plateau, Assen


Libellen van het Reestdal In het informatiecentrum ’t Ende, bij De Stapel, is de wisseltentoonstelling ‘Libellen van het Reestdal’ te bezichtigen. De expositie laat libellen zien die in het Reestdal voorkomen. Het informatiecentrum is dagelijks open van 10.00-17.00 uur. Vanuit het centrum start ook een boeiende beschreven wandeling. De toegang en de wandel-

Foto: Jan E.D. Visser

route zijn gratis.

Op een mooie zomerse dag vliegen in het Reestdal allerlei libellen rond. Deze grote en fraai gekleurde insecten zijn vooral nabij de waterkant te vinden. Daar jagen ze op insecten zoals vliegen en muggen. De meest opvallende libel van de Reest is wel de Weidebeekjuffer. Deze juffer is herkenbaar aan zijn prachtig donkerblauw gekleurde banden op de vleugels van het mannetje. Zo’n twintig jaar geleden ging het met deze soort slecht. Maar dankzij de verbeterde waterkwaliteit en de gemeenschappelijke inspanningen van natuurbeheerorganisaties als Het Drentse Landschap en Landschap Overijssel, is deze libellensoort nu weer volop te bewonderen. Reden voor Het Drentse Landschap om eens extra aandacht te besteden aan deze wonderlijke vliegers. Samensteller van ‘Libellen van het

Reestdal’ is natuurfotograaf en vrijwillig medewerker bij Het Drentse Landschap, Jan E.D.Visser. Hij is een gepassioneerd natuurfotograaf die door het maken van foto’s steeds meer gefascineerd raakte door de wonderlijke wereld van de libellen. Daarnaast gaat zijn interesse vooral uit naar “alles wat vleugels heeft, behalve vliegtuigen!”. De fototentoonstelling is verder uitgebreid met enkele informatieborden en aquaria met libellenlarven. Tevens is er voor kinderen een prijsvraag gemaakt. De bewegende beelden zijn van Tieneke de Groot. Ze heeft jarenlang libellen geïnventariseerd voor diverse natuurorganisaties. Tijdens haar vele tochten heeft zij, samen met Weia Reinboud, het leven van de libellen met de filmcamera vastgelegd.

Complimenten aan de leden van Werkgroep ’t Ende, die zich tot het uiterste hebben ingespannen om er een fraai geheel van te maken. Zeker de moeite waard om deze bijzondere tentoonstelling te gaan bekijken. Dat kan nog tot 1 november. Informatiecentrum ’t Ende Stapelerweg 20, De Stapel, bij De Wijk Routebeschrijving Vanaf Assen volgt u de A28 richting Ommen/Zuidwolde (via N48). U neemt dan de afslag naar Zuidwolde. U volgt deze weg 7 km via Veeningen. 2,5 km voorbij Veeningen bij Café De Stapel, slaat u linksaf richting Balkbrug. Na 1 km ligt in een flauwe bocht het informatiecentrum ‘t Ende aan uw rechterzijde, een stukje van de weg af.


Kortweg

Kortweg

1

ASSEN

1-Hunzedal

1

4 3

2

HOOGEVEEN MEPPEL

2-Landgoed Vossenberg

De onlangs voltooide natuurontwikkelingsprojecten Reigerveen en de Eekma leveren voortdurend verrassende flora- en faunawaarnemingen op. Zo werden er de afgelopen maanden onder meer een Zwarte ooievaar, een Lepelaar en diverse Kleine plevie-

Foto: Johan Vos

Lepelaar

37

ren waargenomen. De vorig jaar voor het eerst ontdekte Pilvaren en Drijvende waterweegbree zijn zich spectaculair aan het uitbreiden. Het terrein biedt voor deze twee zeldzame soorten nu de grootste groeiplaats in Drenthe.

EMMEN

In het dal van de Hunze halverwege Exloo en Valthe ligt het natuurgebied de Zoersche Landen. Dit gebied is in 1996 ingericht als moerasgebied (zie Kwartaalblad nr. 14, juni 1997). Er is in de loop van de jaren een fraai halfopen moerasgebied ontstaan met her en der stukken broekbos. In de eerste jaren werd het gebied beheerd door Staatsbosbeheer, waarna het gebied toebedeeld werd aan Het Drentse Landschap. Onlangs werden ook de inventarisatiegegevens van het gebied overgedragen. Een groepje vrijwilligers onder aanvoering van boswachter Versluijs bleek de vogelstand in het gebied door de jaren

heen goed gevolgd te hebben. Hieruit blijkt dat het gebied zich in enkele jaren tijd tot een bijzonder interessant vogelgebied heeft ontwikkeld.Vooral voor moeras- en rietlandvogels, in Drenthe nog altijd een schaars voorkomende groep, ontwikkelde het gebied zich tot een eldorado. Het wemelt er van de Blauwborsten, Sprinkhaanzangers, Bosrietzangers en Kleine karekieten. Ook broeden er veel paartjes Roodborsttapuit. De Bruine kiekendief hoort tot de vaste bewoners. Ook dit voorjaar was er de raspende roep van de Kwartelkoning weer te horen.


38

Kortweg

4-Scharreveld

Foto: Geert de Vries

Heivlinder op Wilde tijm

3-Nuilerveld

Adder

karakteristieke heidesoorten als Heivlinder, Heideblauwtje en Bruine vuurvlinder. Heideblauwtjes zijn in dit terrein de laatste tijd fors in aantal toegenomen. Dit is vooral te danken aan de vele jonge Dophei op de ontgronde akker langs de rand van het terrein. Ook op de bramen langs de rand van het terrein zochten veel blauwtjes naar nectar.

Foto: Geert Vording

Dat vlinders de zomerse warmte weten te waarderen is goed te zien op het Nuilerveld. Langs de wandelroute werd in juli een grote groeiplaats met Wilde tijm gevonden. Omdat er, op dat moment, verder in het terrein weinig in bloei stond, concentreerden de aanwezige vlinders zich sterk op deze bloemetjes. Er vlogen maar liefst dertien vlindersoorten rond waaronder

Onze vaste vogelteller in het Scharreveld, de heer Grotenhuis, ontmoette dit jaar voor het eerst in zijn zestienjarige telperiode een Adder in het deelgebied Boekweitenplas. Adders komen in het Scharreveld zeer weinig voor. Het gebied Boekweitenplas is enkele jaren geleden opnieuw verbonden met de rest van het Scharreveld door de tussenliggende landbouwgronden om te vormen tot natuurgebied. Omdat er tot nu toe, ondanks intensief zoeken, nooit Adders werden waargenomen rond de Boekweitenplas lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat de dieren het gebied nu weer kunnen bereiken vanuit de andere delen van het terrein. Nu maar hopen dat dit de voorbode is van betere tijden voor de Scharreveld-adders.

Diversen

Schenkingen en legaten Dhr. M. Schakel uit Meppel heeft via de notaris geregeld dat Het Drentse Landschap de komende 5 jaar steeds € 100,- als periodieke gift ontvangt. Zie voor de mogelijkheden voor zo’n periodieke gift de binnenzijde van de voorpagina. Eenzelfde bedrag ontving de stichting van dhr. Plas te Hoogeveen.Verder werd de stichting via twee legaten genereus bedacht. Uit de nalatenschap van dhr. H. van de Vorm te Aalden ontving de stichting € 100.000,--.Van mw. R. Clewitz-Pastoor te Meppel het bedrag van € 160.000,--. De stichting verheugt zich zeer over de gulle giften die we van onze begunstigers en


de Drentse bevolking in het algemeen in toenemende mate mogen ontvangen. Wij interpreteren het als steun voor een gezamenlijk gedragen doelstelling en waardering voor onze inzet. Er is niets wat bestuur en medewerkers zo motiveert als deze vorm van steun. Gebouwen Na een uitgebreide renovatie is de voormalige ‘Maalderij’ in Orvelte geschikt gemaakt voor bewoning en per 1 juni is deze woning na een openbare procedure verhuurd. De nieuw gebouwde bedrijfswoning met kapschuur ‘de Scheperij’ bij de schaapskooi op het Hijkerveld is per 1 augustus verhuurd aan onze schaapherder met zijn gezin. Professionalisering vrijwilligerswerk Voor nieuwe vrijwilligers en voor het deskundiger maken van de reeds actieve vrijwilligers wordt in de komende maanden een handboek geschreven. Hierin komt naast de meer formele vrijwilligerszaken ook een thematisch overzicht van allerlei feiten over Stichting Het Drentse Landschap die handig zijn om als vrijwilliger te weten. Een onderdeel van dit handboek vormt de ‘Gezichten van Het Drentse Landschap’, waarin iedere vrijwilliger ook als een herkenbare persoonlijkheid wordt belicht. Met dit deel hoopt de stichting dat de onderlinge contacten worden bevorderd en dat er meer

gebruik wordt gemaakt van elkanders deskundigheid. De provincie Drenthe heeft in het kader van de subsidieregeling natuur- en milieueducatie, project professionalisering vrijwilligers, een financiële bijdrage toegezegd. Archeologisch Centrum West-Drenthe open In het Schultehuis in Diever, een prachtig 17e eeuws pand, eigendom van Stichting Het Drentse Landschap, bevindt zich sinds deze zomer het Archeologisch Centrum WestDrenthe. In het centrum wordt het verhaal verteld van de eerste bewoners van Drenthe, de rendierjagers. Deze verbleven in onze provincie zo’n 15.000 jaar geleden. Maar ook de hunebedbouwers presenteren zich hier. Hun indrukwekkende graven oogsten nog dagelijks veel bewondering. Waarom werden er hunebedden gebouwd en hoe deed men dat, zijn vragen waarop antwoord wordt gegeven. Vanuit het centrum starten diverse wandel- en fietstochten. Deze kunt u individueel doen of onder begeleiding van een gids. Het Archeologisch Centrum West-Drenthe is van juli t/m september dagelijks geopend van 11.00 tot 17.00 uur.Van oktober t/m april is het centrum open van vrijdag tot en met zondag van 11.00 tot 16.00 uur. Adres: Brink in Diever.

De Stichting Oude Drentse Kerken heeft van het Prins Bernhard Cultuurfonds Drenthe een bijdrage gekregen voor het ontwikkelen van een tweetal informatiewanden. Begin september overhandigde het bestuur van het fonds een cheque aan voorzitter Martin Verhagen van Het Drentse Landschap. De informatiewanden zijn gemaakt om neer te zetten in kerken en andere gebouwen waar veel mensen komen. Ze moeten ervoor zorgen dat de naamsbekendheid van de stichting wordt vergroot. Voordeel van de expositiewand is dat hij vrij eenvoudig is op te zetten en zo heel gemakkelijk kan worden meegenomen naar andere activiteiten, bijvoorbeeld naar locaties van Open Monumentendag. Naast een bijdrage van het Prins Bernhard Cultuurfonds heeft de stichting ook steun ontvangen van Essent Milieu, de KNHM en de Nationale Postcode Loterij.

] De Stichting Oude Drentse Kerken is op dit moment druk bezig om de benodigde vergunningen te verkrijgen voor de restauratie van zowel de synagoge te Zuidlaren als de vrijzinnig hervormde kerk in Gieterveen, gebouwd als klein zaalkerkje uit 1924.


40

Kortweg

Nacht van de Nacht

Drenthe mag trots zijn op haar donkere nachten. Haar inwoners kunnen genieten van de nachtelijke duisternis. Toch moeten we alert blijven. Door lichtvervuiling van steden, wegen en kassen wordt het ’s nachts steeds minder donker. Duisternis verdient veel aandacht, vandaar dat Stichting Het Drentse Landschap graag meewerkt aan de campagne van de drie noordelijke milieufederaties onder de titel Noordelijke Nachten.Voor meer informatie zie www. noordelijkenachten.nl.

Het Drentse Landschap houdt op zaterdag 28 oktober om 20.00 uur een avondexcursie op het Hijkerveld. Uit onderzoek dat vorig jaar is gehouden, is gebleken dat het Hijkerveld één van de donkerste plekken is in Drenthe. De excursie vertrekt vanaf de schaapskooi. Tijdens een nachtwandeling wordt u opmerkzaam gemaakt op allerlei nachtelijke fenomenen. Gidsen vertellen over de uilen die er wonen en laten u en uw (klein)kinderen op een speelse manier de nacht beleven. Halverwege de wandeling

kan met behulp van telescopen en verrekijkers naar sterren worden gekeken. Er wordt hierbij samengewerkt met de Weer- en Sterrenvereniging afd. Noord-Drenthe. Tijdens de tocht zal uiteraard ook aandacht worden besteed aan de nadelen van lichtvervuiling. De route naar de schaapskooi Hijkerveld is vanaf het dorp Hijken met bordjes aangegeven. Mocht u er onbekend zijn, dan raden we u aan om eerst een keer overdag de route te verkennen.


Kortweg

Gesprek 2005 Lijnets 145 x 195 mm

‘Hunebedden, een wereld te winnen’ ‘De plek en de beleving van hunebedden versterken’, dat is het doel van het project ‘Hunebedden, een wereld te winnen’. Dit project is een initiatief van de Hunebedden Beheergroep. Daarin zijn verenigd Het Drentse Landschap, Staatsbosbeheer, Drents Plateau, het Hunebedcentrum, het Drents Museum en de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek. Tussen nu en begin 2007 wordt gewerkt aan de ontwikkeling van één visie op alle hunebedden en hun omringend landschap. Bovendien komen er voorstellen voor inrichting en beheer om de betekenis en de beleving van de betrokken 38 locaties te versterken.

foto: Joop van de Merbel

De hunebedden en hun omgeving zijn niet alleen belangrijk vanuit cultuurhistorisch perspectief maar ook vanuit de educatieve en toeristische invalshoek. De hunebedden vormen al eeuwenlang plekken waar mensen het verre verleden tastbaar kunnen ervaren. De monumenten en hun omgeving vertellen talrijke verhalen en leren ons iets over de bouwers van de hunebedden en hun kijk op en gebruik van het landschap. Om ook voor de

toekomst hun zeggingskracht en ruimtelijke kwaliteit te waarborgen, is het noodzakelijk specifieke plannen te maken voor de betrokken locaties. De Hunebedden Beheergroep heeft Royal Haskoning en Raap Archeologisch Adviesbureau geselecteerd voor de uitvoering van deze studie. De twee bureaus doen onderzoek, maken ontwerpen voor inrichting en beheer en begeleiden het proces. Royal Haskoning houdt zich daarbij voornamelijk bezig met de landschappelijke inrichting rondom de hunebedden, Raap is verantwoordelijk voor de archeologische onderbouwing. Dit studieproject wordt mogelijk gemaakt door bijdragen van de provincie Drenthe, SNN, VSBfonds, Staatsbosbeheer, Stichting Het Drentse Landschap, de betrokken gemeenten en de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek. Boek met etsen van Han van Hagen Dit najaar verschijnt een boek met de etsen van Han van Hagen. Hij is een van de oprichters van de inmiddels gerenommeerde Haagse Etsclub. Han van Hagen is etser pur sang. Met zijn techniek grijpt hij terug op onze beste grafische tradities uit de 17e

eeuw. Wat zijn onderwerpen betreft heeft hij een voorkeur voor de landschappen om hem heen en de dieren in de buurt. Het boek wordt met een linnen omslag bekleed en zal 136 pagina’s bevatten. Het formaat is 29,5 x 24 cm en er zullen 140 afbeeldingen in duotoon en kleur opgenomen worden. Naast de etsen zijn er ook bijdragen van Midas Dekker, Yvonne Kroonenberg, Aleid Rensen, Theo Laurentius, Eric van der Bilt, Leo Divendal, Annette Kruisbrink, Brigitte van Hagen en Marleen Veldstra.

De prijs bedraagt € 42,50. Er zijn 3 prenten speciaal voor het boek gemaakt in een oplage van 75 exemplaren. Prent en boek samen zijn geprijsd voor € 225,-. Het boek en prent met boek kunnen vanaf nu gereserveerd worden bij: Kunstcentrum Hofstede Duet Nieuwe Dijk 26 7921 XD Zuidwolde 0528-391317 kunstduo@xs4all.nl www.kunstduo.nl

41


Biologisch vlees van het Landschap Ook dit jaar kunnen begunstigers van de Stichting Het Drentse Landschap biologisch vlees van het Landschap kopen. In de afgelopen periode is hier al veelvuldig gebruik van gemaakt. Hierdoor is de voorraad beperkt en zijn er nog enkele pakketten van 15 of 30 kilogram Limousin beschikbaar. Heeft u belangstelling? Bel dan voor nadere informatie met Ellen Zindel van dinsdag tot en met vrijdag tussen 14.00 en 16.00 uur (0592-304177) of via e-mail: vleesactie@drentslandschap.nl.

Veel belangstelling voor workshop natuurfotografie De workshop natuurfotografie van Johan Vos, die speciaal voor begunstigers van Stichting Het Drentse Landschap dit voorjaar werd georganiseerd, mocht zich verheugen in een grote belangstelling. Omdat er veel meer aanmelders waren dan er geplaatst konden worden, is besloten deze cursus twee keer te geven. De natuurfotografenin-spé werden uitgenodigd hun mooiste werk aan te bieden voor eventuele plaatsing in het Kwartaalblad. Natuurfotograaf Johan Vos heeft uit de ingezonden foto’s een keuze gemaakt. In zijn ogen is de sfeerfoto van Jan Sierink de beste. De bewuste foto is genomen bij het ven van Kampsheide. U kunt de foto bewonderen

bij het gedicht van Rutger Kopland op pagina 3. Een eervolle vermelding krijgt de zwart-wit foto van Asja Hoving met daarop een meanderende Drentsche Aa.

DRENTHE helemaal In juli verscheen het eerste nummer van een nieuw maandblad voor de provincie Drenthe. In de krant wordt aandacht besteed aan de thema’s natuur & landschap, cultuur & historie, actief & sportief en Drenthe & kids. Het maandblad wordt uitgegeven door de Hazewinkelpers en komt tot stand in nauwe samenwerking met Het Drentse Landschap, Sport Drenthe, RTV Drenthe en Marketing Drenthe. Naast achtergrondinformatie krijgt de lezer ook een overzicht van

de mooie, leuke, verrassende en uitdagende activiteiten die er in Drenthe plaatsvinden. Nieuwe Knapzakroutes Wapserveen, Hoogersmilde en Wijster Wapserveen, Hoogersmilde en Wijster – misschien niet gelijk de gebieden waar je aan denkt als het gaat over wandelen in Drenthe. De opnieuw uitgegeven Knapzakroutes bewijzen echter dat het in de omgeving van deze plaatsen prima vertoeven is. Een aanrader voor iedereen die houdt van urenlange wandelingen door unieke, afwisselende en onbekende Drentse landschappen. K7 Wapserveen, een cultuurhistorisch pareltje onder de knapzakroutes, met haar vele 18e eeuwse boerderijen. De wande-

ling brengt u door de bossen, langs de vennen en heidevelden van het Wester- en Oosterzand terug naar Wapserveen. Het zal moeite kosten elders in Drenthe op zo’n korte afstand van elkaar zulke zo totaal van elkaar verschillende landschappen te vinden. Maar ook de route K8, Hoogersmilde is, gezien alle recente natuurontwikkelingen in het gebied, uniek. Tenslotte de route K9, Wijster, met vele bijzondere vergezichten. Het Oude Diep eist zijn historische plek in het landschap weer op. Ook wordt de wandelaar getrakteerd op een uitgebreid bezoek aan Landgoed Vossenberg. Het Drentse Landschap is op dit oude heideontginningslandgoed al weer enkele tientallen jaren bezig nieuwe natuur te ontwikkelen. De Knapzakroutes zijn verkrijgbaar bij de boekhandel of bij de VVV Drentheplus kantoren en kosten € 5,25 per stuk. Ook kunt u de routes rechtstreeks bij de uitgever bestellen via www. inboekvorm.nl of www. knapzakroutes.nl.Voor particulieren wordt er per bestelling € 2,50 in rekening gebracht voor verzend- en handelingskosten.

foto: Joop van de Merbel

Kortweg

foto: Geert de Vries

42


Knapzakroutes vernieuwd dankzij Met steun van de Nationale Postcode Loterij heeft Stichting Het Drentse Landschap samen met de Brede Overleggroep Kleine Dorpen in Drenthe 20 Knapzakroutes opnieuw kunnen uitgeven. Uniek voor de Knapzakroutes is de combinatie van mooie wandelroutes door vaak minder bekende gebieden en cultuurhistorische informatie. De kennis die een dorp heeft over de omgeving is aangevuld met wetenschappelijk verantwoorde informatie over het landschap. De routes hebben inmiddels binnen en buiten de provincie veel navolging gevonden, maar nog steeds behoren ze tot de mooiste wandelingen die Drenthe te bieden heeft.

Voor het vernieuwen van de eerste twintig Knapzakroutes is naast een bijdrage van de Nationale Postcode Loterij ook steun verkregen van het project Outdoor Offensief Drenthe. Dit project wordt gerealiseerd dankzij bijdragen van de Europese Unie, EFRO en Leader+, het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, EZ/Kompas, provincie Drenthe, provincie Fryslân en Recreatieschap Drenthe. Door mee te doen met de Postcode Loterij steunt u de projecten van Het Drentse Landschap. Bovendien maakt u elke maand kans op duizenden prijzen. Pak die kans en geef zo de natuur en cultuur in Nederland extra steun. Bel: 0900 – 300 1500


De twaalf provinciale Landschappen houden op zondag 24 september hun traditionele gezamenlijke evenement ‘Lopen in het Landschap’. Stichting Het Drentse Landschap organiseert op de volgende vier locaties boeiende excursies en bijzondere kinderactiviteiten: De Kleibosch, Annermoeras, Landgoed Rheebruggen en Reestdal/Stapelerveld. De wandelingen en activiteiten starten steeds om 11.00 uur en worden om 14.00 uur herhaald.

Libellen van de Reest

Aan de oever van de Reest staat de indrukwekkende monumentale hoeve ’t Ende. Enige jaren geleden is een deel van deze boerderij ingericht als informatiecentrum. Deze zomer is er onder meer de fototentoonstelling ‘Libellen van de Reest’ te bezichtigen. Libellen zijn er volop in het Reestdal. Met name de zeldzame Weidebeekjuffer met zijn prachtig blauwe vleugels voelt er zich thuis. Aan de flank van het Reestdal bevindt zich het Stapelerveld. Ooit het domein van de schaapskudde van de boeren van De Stapel. Activiteiten • excursies onder begeleiding van een gids om 11.00 en 14.00 uur • libellententoonstelling.

Kom lopen bij Het Drentse Landschap op zondag 24 september!

foto: Joop van de Merbel

oninger Ook bij Het Gr den om 11.00 or w p ha sc nd La andelingen w r uu en 14.00 vinden gehouden. Ze nge, ta ur Bo plaats in ardermeer, la id Zu , rd lla Do , Ennemaborgh Leekstermeer, en al pd ie itd Pieterburen, Re d. Kijk voor Westerwijtwer en op: www. de vertrekpunt hap.nl of bel sc nd rla groninge 01. 59 met (050) 313

Bijzonderheden: • startplaats: informatiecentrum ’t Ende, Stapelerweg 20, De Stapel bij De Wijk Routebeschrijving: Eigen vervoer: vanaf Assen volgt u de A28 richting Ommen/Zuidwolde (via N48). U neemt dan de afslag naar Zuidwolde. U volgt deze weg 7 km via Veeningen. 2,5 km voorbij Veeningen bij Café De Stapel, slaat u linksaf richting Balkbrug. Na 1 km ligt het informatiecentrum ‘t Ende aan uw rechterzijde, een stukje van de weg af.


Kloostermoppen op De Kleibosch

Nieuw leven in het Annermoeras

Het geheim van Landgoed Rheebruggen

De naam zegt het al: ‘De Kleibosch’ is een bos op klei. In Drenthe, met haar zanden veengronden, is dit erg zeldzaam. Het bos dankt deze bijzondere status aan een speciaal soort potklei dat hier plaatselijk heel ondiep in de bodem zit. De potklei zorgt voor gevarieerd bos met een al even gevarieerd plantenleven. Ook de monniken van het klooster van Aduard zagen wel heil in de klei. Zij gebruikten de zware, stugge potklei voor het bakken van zogeheten ‘kloostermoppen’ die je nu op diverse plekken in Drenthe tegenkomt.

Enkele jaren geleden is het Annermoeras, dat onderdeel uitmaakt van het Hunzedal, opnieuw ingericht als natuurgebied. De voor kort rechtgetrokken Hunze mag er nu weer kronkelen. Sinds die tijd voltrekt zich er een kleine natuurrevolutie. Diverse bijzondere vogelsoorten hebben het moeras inmiddels weten te vinden en gebruiken het om er te broeden of te overnachten. Dat het een aantrekkelijk gebied is hebben inmiddels ook zeldzame water- en moerasplanten ontdekt.

Op het landgoed Rheebruggen heeft eeuwen geleden een mooi groot landhuis met een gracht gestaan. Het landshuis is helaas afgebroken, maar het geheim van Rheebruggen is bewaard gebleven. Speciaal voor gezinnen met kinderen is een speurtocht op het landgoed uitgezet. Het geheim gaat terug tot in de middeleeuwen, zo’n 1000 jaar geleden. Wil je achter het geheim komen, dan zal je eerst het wachtwoord moeten zien te vinden. Zonder wachtwoord mag je namelijk niet langs de poortwachter…

Activiteiten: • excursies onder begeleiding van een gids om 11.00 en 14.00 uur • met behulp van een grondboor speuren naar potklei • zoeken naar paddestoelen. Bijzonderheden: • startplaats: boerderij Tichelwerk, Moleneind 4, Foxwolde • wandeling duurt 2 uur • honden mogen niet mee • het dragen van laarzen wordt aanbevolen • een loep vergroot het kijkplezier. Routebeschrijving: Eigen vervoer: Vanaf Peize richting Roden rijden. Na 1 km rechtsaf slaan de Moleneind in. Na de brug over het Peizerdiep, de eerste boerderij aan de rechterkant.

Activiteiten:

• excursies met gids om 11.00 en 14.00 uur.

Bijzonderheden: • startplaats: parkeerplaats café ’t Keerpunt, Spijkerboor • wandeling duurt 2 uur • honden mogen niet mee • het dragen van laarzen wordt aanbevolen. Routebeschrijving: Eigen vervoer: Vanaf autoweg Groningen-Emmen (N34), afslaan richting Annen. In dorp Annen rechtsaf richting Spijkerboor/ Veendam. Na brug over de Hunze rechtsaf en direct parkeerplaats aan linkerkant op.

Activiteiten

• beschreven wandelroute

voor volwassenen • speurtocht ‘Het geheim van Rheebruggen’ voor gezinnen met kinderen om 11.00 en 14.00 uur • uilenballen pluizen. Bijzonderheden • startplaats: beheersboerderij Rheebruggen, Rheebruggen 8, Ansen • de beschreven wandelroute Rheebruggen • speciale gezins-activiteiten. Routebeschrijving: Eigen vervoer: Vanaf N371 Meppel-Assen bij Uffelte de 2de Uffelterbrug (zuidelijke brug) over. Na brug over Oude Vaart, eerste weg links (richting Rheebruggen), weg blijven volgen, totdat u aan de linkerkant van de weg de biologische boerderij Rheebruggen ziet liggen. Daar kunt u parkeren langs de weg.

Schitterend natuurfotoboek over Drents-Friese landschappen

Korting bij voorinschrijving In november verschijnt het schitterende natuurfotoboek Drents-Friese Landschappen; verrassend natuurlijk. Stichting Het Drentse Landschap heeft hier ook van harte aan meegewerkt. De Drents-Friese Landschappen de waardevolle Nationale Parken Dwingelderveld en Drents-Friese Wold, Land van Weldadigheid, de Stellingwerven en hun natuurlijke omgeving - zijn in al hun schakeringen een eldorado voor plant en dier. Dat alles is nu vastgelegd door de vermaarde natuurfotograaf Philip Friskorn in uitzonderlijke macro- en momentopnamen, die in dit boek te bewonderen zijn. Hij werkt en publiceert over de hele wereld. Uitgever en auteur is Joop Janssen. Het nieuwe natuurboek over Drenthe heeft hetzelfde uiterlijk. Ook de lay-out, indeling en papierkeuze zijn identiek. Het formaat van het boek in kunstdruk (met hard kaft) is 290 x 290 mm. Er zijn zo‘n 200 foto’s, die over 122 pagina’s zijn verdeeld. Tal van instanties, waaronder Het Drentse Landschap, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Land van Weldadigheid, maar ook zeven gemeenten, twee provincies, waterschappen, toeristisch-recreatieve bedrijven en Rabobank Zuidwest-Drenthe hebben het kostbare project omarmd. Het natuurfotoboek Drents-Friese Landschappen; verrassend natuurlijk zal verschijnen in het Nederlands, Engels en Duits. Het is een mooi en duurzaam geschenk voor speciale gelegenheden. Begunstigers van Het Drentse Landschap krijgen € 10,00 korting als ze het boek nu bestellen. Dat kan door de ingehechte antwoordkaart voor 31 december 2006 terug te sturen.


46

Agenda

Agenda

tot 1 november 10.00 – 17.00 uur Tentoonstelling ‘Libellen van de Reest’ Locatie: informatiecentrum ’t Ende, Stapelerweg 20, De Stapel bij De Wijk.

Algemeen

Vertrek schaapskuddes De schaapskuddes van het Hijkerveld en het Doldersummerveld vertrekken met herder om 9.30 uur naar de heide. De kuddes zijn rond 16.30 uur weer terug bij de kooi. Zie voor routebeschrijving bij Informatiecentra. Vogelkijkhut Diependal De vogelhut is in principe het gehele jaar geopend, behalve als het gevroren heeft.Van 1 april tot eind september is er op zondagen meestal een vogelkenner aanwezig, die u graag het een en ander vertelt over het vogelleven op de vloeivelden. De hut is te bereiken door vanaf het Oranje­ kanaal, vlakbij de ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. Een en ander is met borden aangegeven. Wie dubbel wil genieten doet er goed aan een verrekijker mee te nemen! Lemferdinge Op landgoed Lemferdinge in Paterswolde zijn in de galerie regelmatig exposities te bezichtigen. De galerie is open van vrijdag t/m zondag 12.00-17.00 uur. Informatiecentra

Verrekijker aan te bevelen

Laarzen gewenst!

Spiegeltje en loep aanbevolen

Eigen fiets meenemen

De Blinkerd Vamweg te Wijster Het hele jaar open van 10.00 uur tot zonsondergang

Hijkerveld Bij de schaapskooi. Route: vanaf Hijken aangegeven met bordjes Het hele jaar open van 9.30 tot 16.30 uur

’t Ende Stapelerweg 20, De Stapel (bij De Wijk) van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur

Orvelte Dorpsstraat 1a te Orvelte van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur

Huenderhoeve Huenderweg 1. Dit is de weg tussen Wateren en Doldersum van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur

Activiteiten speciaal gericht op kinderen

zo 24 september 11.00 en 14.00 uur Lopen in het Landschap Op stap in vier mooie natuurgebieden van Het Drentse Landschap: De Kleibosch, Annermoeras, Landgoed Rheebruggen en Stapelerveld (Reestdal). Elders in dit nummer vindt u meer informatie. zo 8 oktober 14.00 uur Paddestoelentocht De Wildenberg Met deskundigen op zoek naar en determineren van paddestoelen. Start: bij de kerk Oud-Avereest (Overijssel). zo 8 oktober 14.00 uur Herfstwandeling Hijkerveld Een wandeling in een natuurgebied dat zich opmaakt voor de naderende winter. Start: schaapskooi Hijkerveld. De route is vanaf het dorp Hijken met bordjes aangegeven. zo 15 oktober 10.30 uur Herfstig Orvelterzand Natuur in het Orvelterzand verandert van tooi. Start: picknickplaats SBB.Vanaf Orvelte over de Orvelterbrug over het Oranjekanaal.Vervolgens rechtsaf. Daarna 1e weg links en na 500 meter bent u op de picknickplaats. zo 15 oktober 11.00 uur Boerenerven van de Reest Een fietstocht langs monumentale boerderijen en boerenerven in het Reestdal. Tel. opgave tijdens kantooruren bij Het Drentse Landschap: 0592313552.

zo 22 oktober 14.00 uur Paddestoelenexcursie op Landgoed Rheebruggen Hoe leven paddestoelen? Hoe zien ze eruit? Eetbaar of giftig? Deskundigen vertellen erover. Start: beheersboerderij Rheebruggen, Rheebruggen 8, Ansen. zo 22 oktober 14.00 uur Archeologische wandeling over het Hijkerveld Het Hijkerveld is beroemd vanwege haar uitgestrekte celtic fields en de vele grafheuvels. Start: schaapskooi Hijkerveld.Vanaf het dorp Hijken is de route met bordjes aangegeven. zo 22 oktober 13.30 uur Leef even als een kind in de ijzertijd Kinderactiviteiten bij de prehistorische boerderij in Orvelte. Dit in het kader van Oktobermaand – Kindermaand. Tel. opgave tijdens kantooruren bij Het Drentse Landschap: 0592-313552. di 24 oktober 14.00 uur Herfstwandeling over het Drouwenerzand Afgevallen bladeren, overal paddestoelen en nog veel meer. Start: parkeerplaats van bungalowpark Drouwenerzand, Gasselterweg 7, Drouwen. za 28 oktober 20.00 uur Sterren kijken op het Hijkerveld Vanavond vindt er weer de Nacht van de Nacht van de Noordelijke Milieufederaties plaats. Stichting Het Drentse Landschap doet hier graag aan mee. Beleef de schoonheid en het belang van duisternis. Een nachtelijk avontuur waarbij halverwege door telescopen van de Vereniging voor Weer en Sterrenkunde Noord Drenthe, kan worden gekeken. Start: schaapskooi Hijkerveld.Vanaf het dorp Hijken is de route met bordjes aangegeven.


Agenda zo 12 november 14.00 uur De vervening van Dalerpeel Een excursie door en langs restanten van het eens zo grote hoogveengebied. Start: werkschuur Het Drentse Landschap aan de Steigerswijk, halverwege Dalerend - Dalerpeel.

zo 5 november 14.00 uur Jeneverbeswandeling De Palms Wat wordt er allemaal gedaan om het uitsterven van de Jeneverbes tegen te gaan? Start: ingang reservaat gelegen aan het verlengde van de Middendorpstraat te Meppen.

do 23 november 20.00 uur Dialezing over het Reestdal Lezing door Albert Dragt over het ontstaan van cultuur en natuur in het Reestdal. Plaats: informatiecentrum ‘t Ende, Stapelerweg 20, De Stapel bij De Wijk.

za 25 november 14.00 uur Wintergasten op Diependal Veel soorten vogels uit het Hoge Noorden overwinteren op Diependal. Start: vogelkijkhut. Deze is te bereiken door in het dorp Oranje bij Speelstad Oranje de Zwarteweg in te slaan. De route naar de vogelkijkhut is met bordjes aangegeven.

zo 26 november 14.00 uur Natuur in ontwikkeling in reservaat Hondstong Wat zijn de successen van natuurontwikkeling? Tijdens de excursie wordt dat duidelijk gemaakt. Start: parkeerplaats aan de noordzijde van het reservaat. Deze is te bereiken door vanaf de weg tussen Vries en Donderen de Veenweg in te slaan. Na twee kilometer bereikt u de parkeerplaats. zo 17 december 14.00 uur Een snertwandeling over Rabbingé Een winterwandeling in het Reestdal met een smakelijke verrassing. Kosten € 3.Tel. opgave tijdens kantooruren bij Het Drentse Landschap: 0592313552. zo 24 december 14.00 uur Kerstwandeling over het Hijkerveld Rondom de Kerst heeft de schaapskooi en de heide van het Hijkerveld toch altijd een bijzondere sfeer. (We hebben geen kerstlammeren.Verkeerde jaargetijde.) Start: schaapskooi Hijkerveld. Deze is vanaf het dorp Hijken met bordjes aangegeven. do 28 december 14.00 uur Eindejaarswandeling Drouwenerzand De flora rondom de zandverstuiving is in dit jaargetijde het meest geschikt om te bewonderen. Start: parkeerplaats van bungalowpark Drouwenerzand, Gasselterweg 7, Drouwen.

Foto: Jaap de Vries

zo 29 oktober 13.30 uur Leef even als een kind in de ijzertijd Kinderactiviteiten bij de prehistorische boerderij in Orvelte. Dit in het kader van Oktobermaand – Kindermaand. Tel. opgave tijdens kantooruren bij Het Drentse Landschap: 0592-313552.

47


48

Agenda

Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Aannemingsbedrijf VEDDER BV Eext (0592) 26 26 20 Grond-, weg- en waterbouw Bouwbedrijf H. Poortman Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw ROYAL HASKONING Nijmegen (024) 328 42 84 Adviesbureau voor water en milieu GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau ABN AMRO BANK N.V. Assen (0592) 33 33 00 De bank voor Drenthe ESSENT MILIEU Wijster (0593) 56 39 39 Inzameling, hergebruik en verwerking van afvalstoffen NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij Havesathe ‘de Havixhorst’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant NV Waterleidingmaatschappij ‘Drenthe’ Assen (0592) 85 45 00 Als je de kraan opendraait... Buro Hollema Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT HOLLAND CASINO Groningen Groningen (050) 317 23 17 Een mooie gelegenheid om uit te gaan ARCADIS Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie) Hulzebosch grondwerken B.V. Beilen (0593) 52 21 39 Natuurbouw, grond-, straat- en rioleringswerk, leverantie van zand en grind KADASTER DIRECTIE NOORD Assen (0592) 30 48 88 Bevordert de rechtszekerheid bij het maatschappelijk verkeer in vastgoed christiaan deN DEKKER b.v. Lisse (0252) 41 86 50 De ecologische aanpak in waterbodemsanering Quercus Boomverzorging en Advisering Gasselte (0592) 26 11 71 Uw bomen, onze zorg N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 368 86 88 Wees wijs met water Nationale Postcode Loterij Amsterdam (0900) 300 15 00 Ma. t/m vr. 09.00 - 21.00 uur Loterij voor mens en natuur RTV Drenthe Assen (0592) 33 80 80 Radio Drenthe,TV Drenthe, RTV Drenthe Programmablad

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Stichting Publieksvoorlichting NOTARIAAT DRENTHE Postbus 1 – 7860 AA Oosterhesselen Namens de gezamenlijke notarissen in Drenthe KONINKLIJKE VAN GORCUM BV Uitgeverij/grafisch bedrijf Assen (0592) 37 95 55 Bureau B + O ARCHITECTEN Rheebruggen (0521) 35 10 14 BORK B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 Sloopwerken, asbestsanering en puinrecycling DE ROO DRENTE BV Stadskanaal (0599) 61 28 52 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen HARWIG Installatiegroep Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Elektrotechniek, cv/sanitair, telematica, beveiliging DAGBLAD VAN HET NOORDEN Groningen (050) 584 44 44 BARSINGERHORN CONSULTANCY Delfzijl (0596) 61 22 66 Training en coachen van personeel en organisatieadvies BTL UITVOERING Vestiging Emmen (0591) 63 00 80 www.btl.nl Aanleg en onderhoud van stedelijk/landschappelijk groen en historische buitenplaatsen Architectenbureau Wouda & van der schaaf Meppel (0522) 25 57 96 DESTIC KUNSTSTOFFEN B.V. Veendam (0598) 61 45 64 Productontwikkeling, displays, bewerkingen, inrichting en presentaties JBF multi media Communicatie Groningen (050) 313 59 20 De Verhalenvertellers Concordia bouwmaterialenhandel Meppel (0522) 25 36 31 Hout- en bouwmaterialenhandel oosterhuis bv Nijeveen (0522) 49 16 86 Loonbedrijf - Aannemersbedrijf g.w.w. - Landschapswerk VAN DER ZEE Vleesgrootverbruik Emmen (0591) 63 70 01 Leverancier van vlees, vleeswaren, kaas, wild en gevogelte WOONCONCEPT Meppel (0800) 61 62 Meer dan wonen EELERWOUDE Oosterwolde (0516) 52 30 62 Natuurlijk ruimte voor groen HERFST en HELDER b.v Lelystad (0320) 26 06 16 Verf van goede huize KAMER van KOOPHANDEL Meppel (0522) 26 56 00 Staat voor ruimte om te ondernemen ASTRON/LOFAR Dwingeloo www.astron.nl www.lofar.nl WARENHUIS VANDERVEEN ASSEN Assen (0592) 31 16 11 Shop-in-shop totaalwarenhuis

Stichting Het Drentse Landschap zet zich in voor het behoud van de Drentse natuur en maakt zich sterk voor het in stand houden van ons culturele erfgoed. Dit doet ze door het aankopen en beheren van natuurterreinen en cultuurhistorisch waardevolle objecten. Stichting Het Drentse Landschap behartigt ook de belangen van:

• Stichting Drentse Boerderijen • Stichting Oude Drentse Kerken • Stichting Orvelte • Stichting Lemferdinge


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.