Kwartaalblad nr.52

Page 1

Kwartaalblad dec. 2006 no. 52

Hijkerveld

52


Kwartaalblad van de Stichting Het Drentse Landschap

Redactie E.W.G. van der Bilt, J.D.D. Hofman, S.S. van der Meer, m.m.v. J.G. Schenkenberg van Mierop en B. Zoer Vormgeving Albert Rademaker BNO, Annen Grafische productie Koninklijke van Gorcum BV, Assen

3

Eruitgelicht

4

Bos en beheer

Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van de Stichting Het Drentse Landschap. Het Drentse Landschap is een uitgave van de Stichting Het Drentse Landschap. Het geeft informatie over de terrein­ bezittingen en activiteiten van de Stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de begunstigers van het Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage € 17,50 per jaar. Begunstiger voor het leven € 400,– . Als u Het Drentse Landschap extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze: Periodieke gift  In plaats van of naast uw begunstigersbijdrage. Dit is een voor de inkomstenbelasting volledig aftrekbare periodieke bijdrage, die u voor minimaal 5 jaar met een eenvoudige notariële akte toezegt. Voor bijdragen van € 50 en hoger per jaar regelt en betaalt de stichting de akte. Het kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de hoogte te houden van Het Drentse Landschap. Andere giften  Indien het totaal van uw giften in enig jaar zowel 1% van uw drempelinkomen als ook € 60 te boven gaat, is het meerdere aftrekbaar voor de inkomsten­belasting tot ten hoogste 10% van het drempelinkomen. Vanaf 1 januari 2006 is Het Drentse Landschap vrijgesteld van schenkingsrecht. Legaten of erfstellingen  U kunt de Stichting Het Drentse Landschap ook in uw testament begunstigen. Vanaf 1 januari 2006 is Het Drentse Landschap vrijgesteld van successierecht.

— terreinbeschrijving

8

Omslag Hijkerveld (foto Joop van de Merbel) ISSN 1380-3263

— bestuursberichten

De Ree

— fauna

10

De gereformeerde kerk van Zwartemeer

De Mol

De eeuwige schoonheid

19

Een plek om te blijven

27

Landgoed Vledderhof

— wandelroute

32

Landgoed Vossenberg

— cultuurhistorie

34

Zevenster

— flora

42

Bertil Zoer

NPL De vos als zondebok

— opinie

36

Nienke Domenie/Esther Jelgersma

Open dag beheersboerderij Uilenburcht

33

Bertus Boivin/Eric van der Bilt

Enquête

31

Sonja van der Meer

WMD

21

Rutger Kopland

— interview

18

Johan Hofman

— gedicht

16

Olav Reijers

— fauna

15

Geert de Vries

— Stichting Oude Drentse Kerken

12

Hester Heinemeijer

Eric van der Bilt

Kortweg

— berichten Agenda

foto: Joop van de Merbel

Uitgave Stichting Het Drentse Landschap Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89 e-mail: mail@drentslandschap.nl Web-site: www.drentslandschap.nl Bankrek. nr. 43.97.50.962


Bestuursberichten

3

Eruitgelicht Stichting Het Drentse Landschap spant zich reeds vele jaren in voor de bescherming van natuur en landschap en daarmee het leefmilieu van planten en dieren en voor het behoud van biodiversiteit. De afgelopen jaren hebben we kunnen merken dat de Nederlandse overheid de feitelijke natuur- en landschapsbescherming steeds vaker overlaat aan particulieren naast organisaties zoals Het Drentse Landschap. Voor Stichting Het Drentse Landschap wordt het steeds belangrijker duidelijk te maken dat ze veel doet om Drenthe mooi en leefbaar te houden. Het is in deze sfeer dan ook van het grootste belang om zoveel mogelijk draagvlak onder de bevolking van Drenthe te verkrijgen. Het Drentse Landschap heeft zich de laatste jaren ontwikkeld tot een brede erfgoedorganisatie, die zich ook richt op behoud van alle elementen, die deel uitmaken van het authentieke Drentse landschap. Dat wordt kennelijk gewaardeerd door de Drentse burgers. Hun steun is in de afgelopen 10 jaar meer dan verdrievoudigd. Op dit moment steunen maar liefst 14.700 begunstigers ons werk. Een van de belangrijkste communicatiemiddelen tussen de stichting en haar achterban is dit kwartaalblad, waarin u wordt geïnformeerd over het werk van de stichting. Het kwartaalblad wordt met veel zorg gemaakt. We proberen het tijdschrift qua uitvoering en qua inhoud een hoog niveau te geven, maar wij zijn ook erg benieuwd of we daarin slagen. Uw mening wordt gevraagd in een lezersonderzoek dat u in dit kwartaalblad aantreft. We zouden het zeer waarderen indien u in grote getale bereid zou zijn deze enquête terug te sturen en zo een bijdrage te leveren aan het onderzoek. Het ingevulde formulier ontvangen we graag voor 20 januari terug. Met deze informatie willen we de kwaliteit van ons kwartaalblad verhogen en hopen daarmee de steun voor het werk van onze stichting te behouden en liefst natuurlijk nog te vergroten. Als dank voor uw medewerking ontvangt u de autosticker van Het Drentse Landschap.

Martin Verhagen Voorzitter Stichting Het Drentse Landschap


4

Terreinbeschrijving

Bos en bosbeheer Hester Heinemeijer*

Een goed ontwikkeld bos is een gevarieerde levensgemeenschap waarin insecten, vogels en zoogdieren ‘samenleven’ met bomen, struiken, bloemplanten, grassen, varens, mossen en paddestoelen. Met name voor soorten die afhankelijk zijn van holtes in bomen, zoals vele vogels, vleermuizen en marterachtigen, en soorten die leven van vermolmend hout is de aanwezigheid van dood hout essentieel. De ouderdom van de bosbodem is eveneens van belang. In oud bos komt meer leven voor dan in jong. Dat biedt nog hoop voor Drenthe, want de meeste bossen zijn hier slechts 100 jaar oud. Asserbos (langs de Beilerstraat) benaderen nog het beste het beeld van de bossen die men twee eeuwen geleden bij veel dorpen kende. Ter plaatse van deze oude bossen komen we nog toponiemen met holt tegen.Voorbeelden hiervan zijn de Holtesch bij Vries en het Norger- en Gastersche holt. In de negentiende en vooral in de eerste helft van de twintigste eeuw werden door particulieren in Drenthe bossen aangelegd en ontstonden landgoederen.Vanaf ongeveer 1830 werd begonnen met grootschalige bebossing van zandverstuivingen en heideontginningen. Deze bossen werden met name aangelegd om het natuurgeweld dat ontstond door de zandverstuivingen, te temmen. Dat ze mijnhout leverden was mooi meegenomen. Bostypen

Stichting Het Drentse Landschap beheert ruim 2000 hectare bos. Elk reservaat heeft wel een bosje, ook al is dat soms slechts een halve hectare. Enkele terreinen bestaan alleen maar uit bos, zoals het Kremboong en het Bosgebied Hollandsche Veld. Grote oppervlakten aaneengesloten bos zijn te vinden op het Hijkerveld, Drouwenerzand, Doldersummerveld, Steenberger Oosterveld en de landgoederen Vledderhof,Vossenberg en Rheebruggen. Het bosbezit van de stichting is Forest Stewardship Council (FSC) gecertificeerd. Dit is een keurmerk voor duurzaam geproduceerd hout. Niet ieder bos is hetzelfde. Naast inheems bos gaat het om een beperkte oppervlakte op ontginningsgronden aangelegde culturen van buitenlandse boomsoorten die men ook wel exoten noemt: Larix, Douglas, Fijnspar en Amerikaanse eik. Dit zijn bossen van het type ‘van dik hout zaagt men planken’: gelijkvormig, eensoortig, van dezelfde leeftijd,

foto: Jaap de Vries

Kaartfragment 1851-1855

Op een kaart van 1840 liggen bij Lieveren, Anloo, Buinen, Odoorn, Exloo,Valthe en Weerdinge nog aaneengesloten wouden van elk meer dan 100 hectare. Door het kappen van bos ten behoeve van de ontginning tot landbouwgrond is vrijwel al het bos uit Drenthe verdwenen. Alleen bij de dorpen waren, ondanks dat ze met een zekere regelmaat werden gekapt, eeuwenlang gebruiksbosjes. Ook wel holten genoemd. Omdat de bosbodem oud is, zijn de voorwaarden voor het ontwikkelen van een gevarieerd bos gunstig. Het Norgerholt, Mantingerbosch en enkele delen van het



Archief: HDL

Gasterense Holt

aangelegd in keurige rijtjes met een weinig gevarieerde ondergroei en beperkte, maar soms ook zeer specifieke natuurwaarden. Nogal wat zeldzame insecten en paddestoelen zijn beperkt tot dergelijke bossen. Havikken en Sperwers broeden bij voorkeur in zulke dichte opstanden. Ongeveer tot de jaren ‘80 van de vorig eeuw werden ook onze bossen beheerd vanuit een bosbouwkundig oogpunt. Na verloop van jaren werd de opstand op vrij grootschalige wijze geveld en de kapvlakte vaak met een boomsoort opnieuw ingeplant. Daarna vindt een omslag in het denken plaats. Het beheer wordt voortaan bepaald vanuit de doelstelling dat meer gevarieerde en inheemse bosgemeenschappen moeten ontstaan. Beheer

Voor de bossen van Het Drentse Landschap zijn een aantal beheerstrategieën uitgewerkt, te weten ‘niets doen’, omvormen en begrazen.Voorts wordt gestreefd naar uitbreiding van het areaal aan bos, naar grote aaneengesloten boscomplexen. In gevarieerde, soortenrijke bossen op leem- en potkleigronden en in spontaan ontstane bossen op heide, stuifzand en veengronden zoals eikenberkenbos, grove dennenbos, moerasbos en gagel- en wilgenstruwelen wordt niet ingegrepen. Het gaat om het bevorderen van natuurlijke processen. Negatieve invloeden van buitenaf worden geweerd en de van nature aanwezige waterhuishouding wordt, indien mogelijk, hersteld. Dood hout, ook dode bomen, blijven in het bos achter. Aanplant is niet aan de orde.Verjonging gebeurt spontaan door kieming van bomen en struiken op opengevallen plekken. Omvormen is een andere beheerstrategie die Het Drentse

Landschap in haar terreinen toepast. Dit betekent dat cultuurbos – structuurarme monoculturen die doorgaans bestaan uit exoten voor de houtproductie – geleidelijk door dunningen wordt omgevormd. In dit ijlere bos en op opengevallen plekken vestigen zich vervolgens inheemse soorten. Door spreiding van deze ingrepen in ruimte en tijd komt zowel in soortsamenstelling als in leeftijdsopbouw gevarieerd bos tot ontwikkeling. Begrazing is zeer geschikt om spontaan tot ontwikkeling gekomen bos op heide en stuifzand of in parklandschappen te beheren. Runderen zijn in staat om de successie naar dichter bos te vertragen of zelfs een halt toe te roepen. Hierdoor kan een half open landschap met grazige open plekken, heide, stuifzand en bosjes in stand worden gehouden. De ondergroei bestaat uit voedselarme heidevegetaties met grassen, mossen en korstmossen. In feite gaat het hier dus eigenlijk om heidebeheer. Cultuur

In uniforme cultures van inheems loofhout worden dunningen aangevuld met het vrijstellen van solitaire bomen en het ringen van stammen om het aandeel dood hout te bevorderen. Onder deze categorie vallen ook spaartelgenbos en doorgeschoten hakhout. Cultuurhistorisch is hakhout een bijzondere bosvorm, maar gezien de geringe ecologische waarden is ervoor gekozen om slechts op enkele plaatsen hakhoutbeheer toe te passen. Vanuit cultuurhistorisch oogpunt blijft het in gedeelten van de landgoederen mogelijk om hout af te voeren. Deze opstanden mogen hun fysiologische leeftijdsgrens bereiken. Gespreid in tijd en plaats wordt het economisch meest waardevolle hout geoogst. Ook hier vinden geen grootschalige kapwerkzaamheden plaats, verjonging van het bos ontstaat door middel van spontane vestiging. Naast opslag van inheemse soorten kan hier ook sprake zijn van opslag van exoten, zoals Larix, Douglas, Amerikaanse eik of Tamme kastanje. In feite streven we hier naar een ‘grote bomen bos’. Nieuw bos

Op voormalige landbouwgronden wordt regelmatig bos aangelegd. Bestaande boskernen worden vergroot of terreinen landschappelijk ingepast. Het gebruik van inheems


Terreinbeschrijving

7

Sleedoorn. Onder natte omstandigheden ligt de nadruk op Zwarte els maar kunnen ook Gewone es en tal van wilgensoorten geplant worden. Doorgaans worden de verschillende boomsoorten in groepen geplant met bijmenging van struikvormende soorten. De struiken worden verder geconcentreerd langs de randen en de paden, waardoor de vorming van mantel- en struweelbegroeiingen wordt bevorderd.Voordat de bomen de grond in gaan wordt de grond ingezaaid met een mengsel van winterrogge en groenbemesters, waardoor probleemonkruiden zoals distels, brandnetels en Jacobskruiskruid daardoor minder kans krijgen om zich te vestigen. In natuurontwikkelingsprojecten worden te bebossen gedeelten vaak opgehoogd met grond die elders in het gebied is afgegraven om voedselarme situaties te creëren. Verwerking van deze grond onder nieuw aan te leggen bos maakt de uitgangssituatie beter geschikt voor het aanslaan van het bosplantsoen. Door het vasthouden van de nutriënten in de groter en dikker wordende bomen neemt de uitspoeling van voedingsstoffen naar grond- en oppervlaktewater ook af.

foto: Geert de Vries

plantmateriaal vormt het uitgangspunt, liefst van Drentse oorsprong. De keuze van het sortiment is afgestemd op de bodemopbouw en de waterhuishouding. Op droge zandgronden wordt uitgegaan van gevarieerd sortiment van Zomereik, Ruwe berk, Wintereik en Grove den met struikvormende soorten zoals Lijsterbes, Hazelaar, Vuilboom,Vlier, Gewone vogelkers, Eenstijlige meidoorn en wilde rozen. In lemige situaties wordt het sortiment uitgebreid met Winterlinde, Zoete kers, Zachte berk en

foto: Johan Vos

Bosklever

Witte klaverzuring

foto: Joop van de Merbel

Met toenemende ouderdom worden bestaande bossen ‘vanzelf ’ alleen maar mooier. Uitbreiding van het bosareaal is belangrijk, niet alleen voor de vastlegging van CO2 maar ook voor de toenemende behoefte aan rust, ruimte, groen en recreatiemogelijkheden voor komende generaties. Jong bos wordt tenslotte oud. Stichting Het Drentse Landschap zet zich jaarlijks in voor aanleg van 5 tot 10 hectare permanent bos. Soms is hier geld voor beschikbaar van het Nationaal Groenfonds, verkregen uit de verkoop van CO2 rechten. Over 100 of 200 jaar zullen onze verre nazaten hier de vruchten van plukken net zoals wij van de huidige oude bossen.

* Drs. H.D. Heinemeijer is hoofd onderzoek en planning van Stichting Het Drentse Landschap.


De Ree

De Ree is een echte fijnproever die zijn kostje bij voorkeur bij elkaar scharrelt op de grens van bos en veld. In Drenthe leven ongeveer 10.000 Reeën. Dat was in het verleden wel anders. Na de middeleeuwen stierf de Ree geleidelijk aan uit in het groot-

bokken van verschillende leeftijden. Het komt regelmatig voor dat enkele families een grote gemeenschappelijke sprong vormen.

ste deel van Nederland. Pas aan het eind van de 19e eeuw verscheen hij opnieuw in Drenthe. In 1930 werden in het hele land 3000 dieren geteld. Dat zijn er nu zo’n 60.000. Geert de Vries*

Een mannetjesree heet een bok, een vrouwtje een geit en een jong wordt kalf genoemd. Aan het begin van de winter werpen de bokken hun gewei af. Omdat bokken en geiten ongeveer even groot zijn, zijn ze dan moeilijk van elkaar te onderscheiden. Toch zijn er zelfs op afstand wel verschillen te zien. Let maar eens op de witte vlek op hun achterwerk, de spiegel genoemd. De

vorm hiervan is bij de bok en de geit verschillend. De spiegel van een bok is niervormig en die van een geit is enigszins hartvormig, met een witte ‘vlag’. Reeën hebben ’s winters een grijsbruine en ‘s zomers een roodbruine vacht. In de winter zijn Reeën sociale dieren. Ze leven dan in een zogenaamde sprong. Zo’n familiesprong bestaat dikwijls uit een geit met haar jongen en een paar

Sporen

Eind maart verlaat de bok als eerste zijn groep. Hij heeft dan inmiddels een nieuw gewei. Jaar in, jaar uit bakent hij hetzelfde territorium af. Een Ree is zeer honkvast. Regelmatig doorkruist hij zijn domein en laat vele sporen achter in de vorm van krabplekken, veegboompjes en geurvlaggen, die hij met speciale klieren afzet. In april verkiest de drachtige reegeit eveneens een solitaire leefwijze en bakent een klein gebied af waarin ze in mei of juni haar kalveren werpt. Eind juli breekt de bronsttijd aan. De bronstige bok jaagt dan onvermoeibaar achter volwassen geiten aan in de


Fauna

9

Een ree heeft ’s winters een grijsbruine en in de zomer een roodbruine vacht

hoop er enkele te kunnen bevruchten. Dit wordt beslaan genoemd. Om te voorkomen dat de kalfjes in de winter worden geboren, staat na de paring de ontwikkeling van embryo’s enige maanden stil. Pas in het nieuwe jaar groeit het embryo opdat de kalfjes in de meest gunstige periode van het jaar geboren worden.Vanaf de herfst worden geleidelijk aan weer familiegroepen gevormd. Een reegeit werpt meestal 2 jongen. Eerst verblijven de kalfjes op een schuilplaats. De moeder komt dan af en toe even op bezoek om ze te laten drinken. De kalfjes hebben geen geur bij zich zodat ze voor hun belagers moeilijk te vinden zijn. Na een dag of vijf volgen de jongen blindelings de witte spiegel van hun moeder. Soms leidt dat tot verwarring bij het jong. Onlangs vertelde iemand dat hij tussen de moeder en haar kalf doorfietste. Na enige verwarring liep het kalf de fiets achterna en volgde deze totdat de fiets stil kwam te staan. Waarschijnlijk had het jong het witte spatbord van de fiets aangezien voor de witte spiegel van zijn moeder. In de bronsttijd worden de inmiddels flink gegroeide kalveren tijdelijk door hun moeder verjaagd. Na de paartijd zoeken ze elkaar weer op. Voedsel

De Ree heeft een relatief kleine pens. Het gaat meer om de kwaliteit dan om de kwantiteit van het voedsel. Reeën eten dan ook veel minder gras dan andere herkauwers; ze zijn meer knabbelaars dan grazers. Met zijn smalle, fraai gevormde bekje zoekt hij de meest voedzame bestanddelen ertussenuit. In

foto’s: Geert de Vries

Volgzaam

het zomerhalfjaar zijn dat vooral kruiden, malse bladeren van jonge bomen en struiken en wat vers gras. Gemiddeld gaat een Ree ongeveer tien keer per etmaal laveien (voedsel zoeken). In totaal is hij daar zes uur mee bezig. Het herkauwen kost eveneens zes uur. In de wintermaanden moeten Reeën op een houtje bijten. Het karige menu van knoppen, twijgen en gras is dikwijls niet toereikend om de winter door te komen. Daarom legt een Ree in de herfst vetreserves aan, die hij in de winter kan aanspreken. Toekomst

De toekomst van de Ree ziet er rooskleurig uit. Dat komt onder meer omdat de overgang tussen bos en veld steeds gevarieerder wordt. Jacht op Reeën is niet toegestaan, maar met het

oog op onder meer de verkeersveiligheid en ter voorkoming van landbouwschade wordt het nodig geacht de reeënpopulatie beperkt te houden. Op basis van tellingen en opgetreden schade wordt elk jaar per gebied vastgesteld hoeveel dieren er met vergunning afgeschoten mogen worden. Dat zijn er in Drenthe jaarlijks ongeveer 2000. Ondanks - en volgens jagers dankzij dit afschot - groeit het aantal Reeën in Drenthe nog steeds. Een ontmoeting met een Ree wordt dan ook steeds kansrijker. Wie eenmaal de fraaie reebruine ogen heeft gezien, zal regelmatig pogingen ondernemen om dat geluk nogmaals te kunnen beproeven. * G.W. de Vries is werkzaam bij het IVN Consulentschap Drenthe en is bestuurslid van Stichting Het Drentse Landschap.


10

Stichting Oude Drentse Kerken

De gereformeerde kerk van Zwartemeer ‘Modo udum modo sudum’ Deze naam gaf de eerste pastoor van Zwartemeer aan zijn boerderij. Het betekent zoveel als ‘nu eens droog dan weer nat’ en geeft precies de omstandigheden weer waarin de vroegste bewoners van dit veengebied verkeerden. Toch slaagden zij erin middenin het dorp een juweeltje van kerkelijke bouwkunst neer te zetten: de gereformeerde kerk van Zwartemeer.

foto: Drents Plateau

Olav Reijers*

Het dorp is halverwege de 19e eeuw ontstaan aan de oevers van een veenplas die het Zwarte Meer heette, ongetwijfeld een verwijzing naar de kleur van het water. De eerste bewoners waren boeren uit Duitsland die leefden van de boekweitteelt. Zij vormden een katholieke enclave die viel onder de parochie van Nieuw-Schoonebeek. Later bouwden ze een eigen kerk in Zwartemeer. Met de aanleg van de Verlengde Hoogeveensche Vaart kwam de systematische vervening van dit gebied rond 1900 echt op gang. Niet alleen kon de turf over het kanaal vervoerd worden, maar het zorgde ook voor afvoer van overtollig water zodat het meer langzaam werd drooggelegd. Vanwege de turfwinning trokken vele veenarbeiders naar dit gebied waaronder een groep mensen uit de omgeving van Buinen. Zij behoorden tot de Gereformeerde Kerk en vielen in eerste instantie onder de kerk van Nieuw-Dordrecht. Toen deze gemeenschap zich hier definitief had gevestigd, ijverden zij net als de katholieken voor de oprichting van een eigen kerk. Daartoe werd een evangelisatievereniging opgericht die rond 1920 zoveel geld had ingezameld dat met de bouw van de kerk kon worden begonnen. Gedurende de Eerste Wereldoorlog was namelijk veel turf gegraven en dus geld verdiend. De architect was Kleinenberg te Musselkanaal terwijl als aannemer iemand uit de streek van herkomst werd aangetrokken, J. Staal uit NieuwBuinen. Net op tijd, want in deze periode stortte de vraag naar turf in en kwam het hele veengebied in een langdurige crisis met hoge werkloosheid terecht.


De gereformeerde kerk staat op een markante plek aan het kanaal, op de plaats waar vroeger een brug heeft gelegen. Nu ligt er een dam die als een soort verkeersplein dienst doet en herinnert weinig nog aan de situatie rond de turfwinning van begin 20e eeuw. Het gebouw is neergezet in een traditionele stijl die rechtstreeks afstamt van de middeleeuwse kerken in Drenthe. Het is een rechthoekig bakstenen gebouw, een zogenaamde zaalkerk omdat de kerk aan de binnenzijde uit ĂŠĂŠn grote ruimte bestaat. Aan de voorzijde heeft de kerk een ingangsportaal waarboven een mooie bakstenen versiering is aangebracht. Op het dak staat een torentje. De bouwers van pakweg de 14e-eeuwse kerk van Zweeloo hadden niet vreemd opgekeken van dit gebouwtje en het ongetwijfeld als een kerk herkend, al zouden zij zich hebben afgevraagd waar het koor was gebleven. Dit onderdeel paste niet meer bij de protestantse kerkenbouw. De entree is bepaald huiselijk. Bij binnenkomst komt de bezoeker eerst in een kleine hal met links de deur naar de consistorie, waar de kerkenraad vergadert, en rechts een dienstruimte met keukentje. Het plafond is laag. Des te groter is de verrassing als de bezoeker de echte kerkruimte binnengaat. De gereformeerde kerk van Zwartemeer blijkt een prachtige lichte, open ruimte te zijn die nog bijna helemaal authentiek is gebleven. Het houten gewelf overspant in een flauwe boog de gehele kerk wat een mooi ruimtelijk effect geeft. De muren zijn versierd met gekleurde bakstenen in sobere art-nouveaustijl, de hoge ramen

hebben een bijpassend kleurenmotief in glas-in-lood. Alleen het ronde venster in de achtermuur van de kerk, boven de preekstoel, is verdwenen. In de Tweede Wereldoorlog zijn de bruggen over het kanaal tot tweemaal toe opgeblazen, zowel aan het begin als het eind van de oorlog. Door de explosies waren alle ramen van de kerk gesprongen. Het ronde venster is nadien dichtgemetseld, terwijl de andere ramen waarschijnlijk in dezelfde stijl zijn hersteld. In beide zijmuren is een deur aangebracht. Door de linkerdeur ging de begrafenisstoet na afloop van de dienst naar buiten de parkeerplaats op, de rechterdeur werd gebruikt door de dominee en voerde naar de naastgelegen pastorie.

foto: Drents Plateau

Traditionele stijl

Bedreiging

In de jaren vijftig is het oorspronkelijke bankenplan vervangen door de huidige banken. Het aantal gemeenteleden nam af en er was behoefte aan meer comfortabele zitplaatsen. De kerkenraadbanken aan weerszijden van de preekstoel op het podium zijn nog origineel en geven een beeld van de oorspronkelijke inrichting van de kerk. Terugkijkend blijkt de ingangspartij met keuken en consistorie een soort van ingebouwd element te zijn waar het orgel bovenop is geplaatst.Van binnen lijkt het of deze opbouw later is aangebracht, maar de raamverdeling aan de buitenzijde laat zien dat dit van oorsprong de bedoeling is geweest. Alle ramen zijn hoog en lopen door van boven naar beneden, alleen ter hoogte van de ingang is een tweedeling aangebracht.Vanaf de bouw is derhalve al

rekening gehouden met twee verdiepingen op deze plek in de kerk. De gaaf bewaarde kerk wordt nu bedreigd in zijn bestaan. Binnen de Samen-op-wegbeweging hebben de gereformeerde en de hervormde gemeente van Zwartemeer besloten te fuseren en het kerkgebouw van de gereformeerde kerk te verkopen. De kerk verdient het echter om behouden te blijven als monument voor de veenarbeiders die ooit hun geluk beproefden in dit gebied. De Stichting Oude Drentse Kerken zou daar graag behulpzaam bij zijn.

Na de Tweede Wereldoorlog is het door explosies vernielde ronde venster niet meer hersteld en dichtgemetseld. De lichtinval in de kerk heeft er echter niet onder geleden.

* Drs. O. Reijers is directeur van het Drents Plateau. Stichting Het Drentse Landschap behartigt ook de belangen van de Stichting Oude Drentse Kerken.


12

Fauna

De Mol graver in de wet

Joan D.D. Hofman*

Dat we in ons regellandje wilde dieren wettelijk beschermen, zal iedereen vanzelfsprekend vinden. Mits ze ons niet in de weg zitten natuurlijk, want dan moet er wel opgetreden kunnen worden. De beruchte bultenbouwer de Mol is zo’n soort. Toch was er bijna 50 jaar een wetje ter bescherming van de Mol omdat hij zo nuttig was voor de landbouw! Een curieuze wet.

Zo luiden de eerste twee artikelen van de Mollen-, Egels- en Kikvorschenwet van 15 december 1917. Deze wet was een uitwerking van de Nuttige Dierenwet waarvan de eerste versie al in 1880 van kracht was geworden. Het zou de enige uitwerking blijven… Bijna honderd jaar geleden werd de Mol dus als nuttig dier een beschermde soort! Het vangen van Mollen op eigen grond was niet verboden, maar als je het iemand anders liet doen, dan had die een machtiging van de Commissaris van de Koningin nodig. En iedereen – dus ook de grondgebruiker – die Mollen of huidjes vervoerde of wilde verkopen, moest daarvoor ook een machtiging heb-

ben. Beide machtigingen mochten uitsluitend worden verleend aan “… personen die te goeder naam en faam bekend staan…” De reden van deze rompslomp staat in de toelichting bij de wet: “Tegengegaan moeten slechts worden de buitensporigheden, die een uitvloeisel zijn van den handel in mollenhuiden; paal en perk moeten worden gesteld aan de driestheid, waarmede mollenvangers van beroep zich op gronden van derden begeven, om daar de mollen weg te vangen. Meestal behoorende tot de onderste lagen der maatschappij, dwingen zij niet zelden door bedreigingen de gebruikers van gronden te dulden, dat zij de mollen vangen, hoewel de gebruikers zelf ze zouden willen behouden.” Bij overtreding werden de buit en de vangmiddelen in beslag genomen en kreeg men een boete van maximaal vijftig gulden. Een fors bedrag in die tijd. Lucratieve handel

Door het vervoers- en handelsverbod moest de wet een eind maken aan de intensieve vervolging van Mollen, die vanwege hun huidjes een lucratieve handel vormden. Alleen de stevige winterpels was van waarde. Na het doden werden de beestjes gevild en

Nut en schade

In de toelichting bij de wet schreef de minister: “Het behoeft geen uitvoerig betoog, dat door deze praktijken in verschillende streken de mollenstand binnen een betrekkelijk korten tijd merkbaar achteruit is gegaan zeer ten nadeele van den land-

foto: Hugo Willcox/FN

“Art. 1. Het is verboden op gronden bij anderen in gebruik, mollen te vangen of te dooden, tenzij met schriftelijke machtiging van Onzen Commissaris in de provincie (…) en met schriftelijke toestemming of in gezelschap van den gebruiker dier gronden. (…) Art. 2. Het is verboden mollen of huiden van mollen ten verkoop in voorraad te hebben, te koop aan te bieden, te verkoopen of te vervoeren, tenzij met schriftelijke machtiging van Onzen Commissaris in de provincie (…)”

werd het huidje met spijkers strak gespannen en op een koele plaats gedroogd. De huidjes werden voor verdere bewerking tot kledingstukken naar Londen gebracht. In 1914 wordt gemeld dat er jaarlijks anderhalf miljoen huidjes uit Nederland naar Londen gingen! Rond 1950 kreeg een mollenvanger een kwartje voor een huidje. Twintig jaar later lag de prijs tussen de anderhalf en twee gulden. In die tijd dat het loon van een laaggeschoolde niet veel voorstelde, was er een leuke (bij)verdienste te behalen. In de loop der tijd bleek de wet moeilijk te handhaven. De stroperij was zo omvangrijk dat er geen grip op te krijgen was. Bij de boeren en in de politiek ging de overtuiging overheersen dat de schadelijkheid groter was dan het nut. En temeer omdat de Mol niet met uitsterven werd bedreigd, werd in 1963 besloten de Mollen-, Egels- en Kikvorschenwet in te trekken. De handel in mollenbont stortte eind zeventiger jaren in. Tot op de dag van vandaag zijn er nog mensen die als ‘hobby’ het oude beroep van mollenvanger uitoefenen. De gevangen Mollen laten ze op het land liggen. Makkelijk voer voor Buizerds, Blauwe reigers,Vossen, Hermelijnen en andere predatoren.


Biografie Iedereen kent de Mol, maar velen zullen hem nog nooit gezien hebben. Gevolg van het feit dat zijn leven zich voornamelijk ondergronds afspeelt. Daar heeft elke Mol zijn of haar eigen metronet: een vertakt gangenstelsel tot wel 60 cm diep met hier en daar een wat vergrote slaapruimte. Indringers worden met geweld verdreven, want ze zijn strikt solitair. Behalve in de paartijd, februari-april, dan zoeken de mannetjes de vrouwtjes op. Direct na de paring dient het mannetje het vrouwelijke territorium weer te verlaten. De ca 4 jongen worden in april-mei geworpen in een ruime kraamkamer, die bekleed is met – bovengronds verzameld – blad, gras en mos. Omdat er voor deze ruimte nogal wat grond moet worden verzet, herken je de plaats van een kraamkamer vaak aan de extra grote bult. Na een zoogperiode van vier weken neemt het moedergevoel snel af. De jongen worden verjaagd en gaan bovengronds op zoek naar een plek voor een eigen territorium. Vandaar dat in juni de meeste verkeersslachtoffers vallen. De Mol heeft geen dag- en nachtritme. Hij wisselt vier uur activiteit af met vier uur rust. In de actieve periode wordt in de gangen gezocht naar voedsel: regenwormen, insectenlarven en slakken. Ook worden dan zonodig nieuwe gangen gegraven. In een gebied met weinig bodembeestjes of bij langdurige droogte of vorst wordt het gangenstelsel uitgebreid. Een winterslaap zit er niet in. Vandaar dat je in de winter vaak nieuwe molshopen uit de sneeuw ziet steken. Voor het ondergrondse leven is de Mol bijzonder aangepast. Zijn voorpootjes zijn sterke, naar achteren gerichte graafhandjes. Het bijzondere aan zijn gladde, fluweelachtige pels is, dat die zowel naar achteren als naar voren kan worden gestreken. Hierdoor kan hij in de nauwe gangen even gemakkelijk vooruit als achteruit. Zijn oogjes zijn niet groter dan speldenknopjes en nemen slechts licht en donker waar. De ruimte wordt verkend met uiterst gevoelige snorharen en tastorgaantjes in het spitse, roze snuitje. Om zich ook achterwaarts te kunnen oriënteren zitten op het korte staartje ook tastharen. Voor moeilijke tijden en voor de zoogtijd worden voedselvoorraden aangelegd. Regenwormen worden bij elkaar gelegd, waar ze nadat hun kop is afgebeten, niet kunnen ontsnappen en toch nog voldoende lang (zonder kop) in leven blijven. Als je in Drenthe op niet zure, losse, humusrijke gronden oppervlakkige mollenritten en molshopen ziet, realiseer je dan dat zich daaronder een boeiend leven afspeelt.


van groot belang geacht, omdat “… de voortplanting der regenwormen zoo enorm groot is, dat er gerust een groot getal van kan worden opgegeten, zonder dat er gebrek aan regenwormen komt.” Het nut dat vroeger uitdrukkelijk als een landbouwbelang werd gezien, is tegenwoordig volledig overschaduwd door schade. Nou, schade…. ’t Is maar waarover je je wilt opwinden. Mollenritten en molshopen in sportvelden, tuinen en gazons kunnen hun eigenaren tot wanhoop brengen. Voor veeboeren zijn molshopen wel een serieus probleem. Het zand van de molshopen geeft slijtage aan de

*Drs. J.D.D. Hofman is redacteur en bestuurslid van Het Drentse Landschap.

foto: Duncan Usher/FN

bouw. De mol verslindt in groote menigte voor den landbouw schadelijke dieren, zooals emelten, millioenpooten, aardrupsen, engerlingen, veenmollen, slakken enz.” Daartegenover werd schade aangevoerd aan dijken, vlasland, broeibakken, warmoezerijen (groentekwekerijen; JH) en – opmerkelijk genoeg – regenwormen. Regenwormen vormen het stapelvoedsel van de Mol. Elke Mol heeft er per dag wel honderd (50 gram) nodig. Deze schade werd echter niet

maaimachines en komt in het kuilgras, waar hun dieren knap ziek van kunnen worden (zandkoliek). Opmerkelijk is dat dit heel andere schades zijn dan die 100 jaar geleden werden genoemd. De ‘mollenwet’ is zoals gezegd in 1963 ingetrokken.Vanaf dat moment viel de Mol onder geen enkele specifieke wet en was hij in feite vogelvrij. In de Flora- en faunawet (2002) werden in eerste instantie alle diersoorten, dus ook de Mol, aangemerkt als beschermde diersoort. Maar oude tijden herleven: in de uitwerking is de Mol aangemerkt als een landelijk schadelijke soort. Dit betekent dat een grondgebruiker Mollen mag (laten) vangen en doden. Dat mag alleen met klemmen, al zijn er andere, niet toegestane middelen verkrijgbaar. De klassieke klap met de schop mag dus ook niet meer. Voor verjagen zijn geen regels gesteld. Hiervoor bestaan tal van methoden; van gaspatronen tot door zonnecellen aangedreven ultrasonore trilapparaten. Voor de handel hebben de mollenpelsjes – gelukkig – geen waarde meer.


De eeuwige schoonheid Hij begon in die toevallige wereld die onbegrepen wirwar van lijnen en lijntjes die een boom werden bijvoorbeeld hij noemde deze schoonheid de tragische schoonheid van de mens die haar ziet: van moment tot moment hij wilde niet zien hoe de wereld voorbij gaat maar zien hoe eeuwig zij is als zij terugkeert naar dat ene moment waarin haar lijnen en lijntjes uiteenvallen tot een boom bijvoorbeeld tot haar formule hij stierf en zag alles, zag alles en stierf

foto: Jaap de Vries

Rutger Kopland

Uit: Tot het ons loslaat; Uitgeverij G.A. van Oorschot, Amsterdam, 1e druk 1997.


16

Interview

Beeldend kunstenaar Han van Hagen:

“Dit is een plek om te blijven” Sonja van der Meer*

Samen met zijn vrouw Lia van Rhijn, die keramiste is, woont Han van Hagen alweer 13 jaar op zijn mooiste plek van het Reestdal: Hofstede Duet aan de Nieuwe Dijk. De eeuwige behoefte om te verhuizen is sinds hun komst naar Drenthe helemaal verdwenen. “Dit is de beste jas die ik ooit gepast heb”, aldus Han van Hagen die tot 1993 in Nieuwkoop woonde. Op de dag van het interview is net zijn nieuwe boek gearriveerd. Het is een verzameld werk van 36 jaar etsen. Opgetogen bladert Han door het prachtig vormgegeven boek; fascinerende landschappen worden afgewisseld met bijzondere prenten van schapen, runderen en vogels. Elke prent heeft zijn eigen verhaal. Bijvoorbeeld de jonge Havik die veel te jong was

om te sterven of de Pekingeend die een eerbetoon kreeg om zijn lelijkheid. De prenten laten vaak alledaagse beelden zien, maar ze worden niet op een alledaagse manier weergegeven. Worden we gefascineerd door het fijnmazig netwerk van de lijnen, de realistische weergave of de compositie? Het zal een combinatie van verschillende factoren zijn. Wat in ieder geval

Lezersaanbieding Het boek met de etsen van Han van Hagen kan via de ingehechte antwoordkaart worden besteld. De prijs bedraagt € 42,50. Er zijn 3 prenten speciaal voor het boek gemaakt in een oplage van 75 exemplaren. Prent en boek samen zijn geprijsd voor € 225,-. Tentoonstelling U kunt het werk van Han van Hagen van 26 november t/m 7 januari bezichtigen in het museum voor figuratieve kunst De Buitenplaats in Eelde. Geopend di t/m zo van 11.00-17.00 uur. Het is ook mogelijk om een bezoek te brengen aan galerie Hofstede aan de Nieuwe Dijk 26 in Zuidwolde. U moet hiervoor telefonisch een afspraak maken. Het telefoonnummer is: (0528) 39 13 17.

duidelijk wordt in zijn werk is de grote liefde voor natuur, vooral het Drentse landschap is een veel voorkomend thema. Waar komt die toewijding vandaan? “Geen idee”, stelt de etser. “Er werd mij ooit gevraagd wat mijn thema was en toen heb ik maar gezegd dat dat de natuur was. En dat was en is nog steeds zo. De natuur in mijn directe omgeving is mijn belangrijkste inspiratiebron. Ik teken eigenlijk nauwelijks mensen. Alleen Lia heb ik een paar keer getekend. Zelfs mijn 2 dochters heb ik nog nooit op papier gezet. Dat is te dichtbij, denk ik”. Op de middelbare school werd al heel snel duidelijk dat Han van Hagen naar de academie zou gaan. Zijn tekenleraar op de middelbare school kon geen genoeg krijgen van de tekeningen die Han maakte. Toch was de kunstenaar in spe op zijn qui vive want hij had geen hoge dunk van het lesgeven van zijn docent. Wie nu naar zijn werk kijkt kan zich deze onzekerheid nauwelijks voorstellen. Lijnenspel

Tijdens en na zijn studie aan de Haagse Kunstacademie besteedt Han veel tijd


Interview

17

op de beheerboerderij De Wildenberg werkt. “Mijn voorkeur voor koeien en stieren komt natuurlijk omdat het mijn naaste buren zijn.Voor mij zijn het monumenten in het landschap. Ik ken ze persoonlijk en probeer dat in de prent over te brengen. Je moet ze als het ware kunnen aanraken”.

foto: Harry Cock

Betrokkenheid

aan het maken van litho’s, maar zelfs het kleinste pennetje op een lithosteen haalt het niet bij de fijne lijnen van een etsnaald. Zijn eerste etsen maakte hij op de academie onder het toeziend oog van zijn leermeester Dick van Gelder. “Het was een hoop gedoe om de techniek onder de knie te krijgen, weet ik nog. Maar Dick heeft mij toen al wel de liefde voor het vak meegeven”, vertelt Han.Van Gelder werkte, net als Han naar de waarneming met veel aandacht voor details. “Juist door het oog voor de kleine dingen ontstond er iets heel moois. Dat vond ik prachtig”. Ook in het werk uit die beginjaren valt op dat zijn werk heel realistisch is; het zijn delen uit de werkelijkheid. Toch vindt Han niet dat hij ‘zomaar’ de dingen natekent, hij geeft zijn prenten

wel degelijk hun eigen verhaal mee. “Eigenlijk”, licht hij toe, “gaat het me vooral om de techniek. Het tafereel is minder belangrijk. Natuurlijk moet het wel iets zijn dat me boeit. Bovendien is tekenen een noodzaak; dat heb ik nodig om me prettig te voelen. Maar het etsen doe ik vooral omdat je er zoveel uit kunt halen. Het lijnenspel, de opbouw van donker naar licht, de spanning van het uiteindelijke resultaat. Dat hele proces boeit me enorm”. Inspiratie voor zijn etsen haalt de kunstenaar uit zijn directe omgeving. Zijn achtertuin grenst aan het natuurterrein Takkenhoogte/Meeuwenveen en even verderop ligt het mooie heideterrein van De Wildenberg. Meneer Stier was bijvoorbeeld jarenlang zijn buurman en Simon en Sonatine wonen even verderop bij boer Gerrit Schuurhuis die

Er is een sterke band tussen Han van Hagen en Stichting Het Drentse Landschap. Niet alleen omdat hij in een terrein van de stichting woont, maar ook omdat hij als bestuurslid al jaren het reilen en zeilen van de organisatie nauwlettend volgt. “Mijn achtertuin is de afgelopen jaren niet alleen steeds mooier geworden”, vindt Han. “Maar ook elders in Drenthe verricht de stichting heel goed werk. Ik vind dat wij bevoorrechte mensen zijn dat we in dit paradijs mogen wonen en ik voel me bijzonder vereerd dat ik het bestuur van de stichting mag zitten. Drenthe is een mooie provincie. Daar moeten we met z’n allen zuinig op zijn. Dat is niet iets dat we alleen kunnen en daarom is het goed dat Het Drentse Landschap er is. En ik probeer op mijn eigen manier via mijn prenten te laten zien dat het landschap nog zoveel schoonheid heeft”.

*Drs. S.S. van der Meer is hoofd communicatie van Stichting Het Drentse Landschap.


Voor drinkwaterproductie gebruikt Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) grondwater, omdat het bacteriologisch betrouwbaar en van een constante kwaliteit en temperatuur is. Ook is de zuivering van grondwater eenvoudiger en minder duur dan andere vormen van drinkwaterproductie. Echter grondwateronttrekkingen kunnen ook bijdragen aan verdroging. Daarom streeft de WMD naar duurzame winningen en bewust gebruik van grondwater. Voor toepassingen in industrie en landbouw kan worden volstaan met een mindere kwaliteit bronwater. Zo wordt bij Norit in Klazienaveen oppervlaktewater gewonnen voor de productie van proceswater.

Minder drinkwater Norit in Klazienaveen produceert actieve kool. De zwarte tabletten tegen maagen darmstoornissen zijn slechts één van de toepassingen van actieve kool. Norit gebruikt turf als grondstof. In ovens wordt de turf met gloeiend hete stoom bewerkt. Door de toepassing van stoom is veel water nodig. Proceswater Anno 2004 is Norit overgeschakeld op proceswater dat wordt geproduceerd uit oppervlaktewater van het aangrenzende kanaal. De zuiveringsinstallatie heeft een capaciteit van 75 m³ per uur. Met behulp van zandfiltratie, ultrafiltratie en omgekeerde osmose worden vrijwel alle mineralen uit het water gehaald. RO water (reversed osmosis) en demiwater zijn de soorten proceswater die worden geleverd. RO water is ontdaan van mineralen en wordt gebruikt voor het produceren van activatiestoom voor de eerste wassing van turf. Demiwater heeft een verdere behandeling ondergaan waardoor het silicaat uit het water is verdwenen. Voor hoogwaardige toepassingen en de laatste wassing is demiwater een vereiste.

Ongezuiverd water Ook in ongezuiverde vorm maakt Norit gebruik van het water uit het kanaal. Het water wordt vooral gebruikt voor het spoelen van de installaties zodat er geen turfstof in de omgeving terecht komt. Het water en de turfstof wordt in een bezinkkanaal opgevangen. Daarnaast gebruikt Norit het kanaalwater als koeling en voor het reinigen van de rookgassen. Drastische afname drinkwatergebruik Tot 2000 was de vestiging Norit in Klazienaveen de grootste afnemer van Drents drinkwater. Nu proceswater en ongezuiverd water wordt gebruikt, neemt het bedrijf alleen voor huishoudelijk gebruik nog leidingwater af. Een besparing van een half miljoen kubieke meter drinkwater is hiermee gerealiseerd.

Water op maat voor de industrie

Deze pagina wordt verzorgd door NV Waterleidingmaatschappij Drenthe

Kijk voor meer informatie op www.wmd.nl


Een eindje om met Het Drentse Landschap

B e r t u s B o i v i n / ELandgoed r i c v a nDedVledderhof er Bilt

19

Wandeltocht Landgoed

foto: Harry Cock

Vledderhof

31


Landgoed De Vledderhof

4

6

Tussen de Vledderesch en de bossen van Boschoord ligt het Landgoed Vledderhof. Het is een van de mooiste voorbeelden van een ontginningslandgoed in Drenthe, zoals die vanaf het eind van de negentiende eeuw op tal van plaatsen in de provincie vorm kregen. Zes jaar geleden wandelden we ook al over het landgoed. Degenen die toen de route gelopen hebben, nodigen we met name uit om weer een keer terug te komen. U zult zich met ons verbazen over de opmerkelijke snelheid waarmee de natuur een landschap naar haar hand weet te zetten. Flink geholpen weliswaar door Het Drentse Landschap, maar goed, daar zijn we tenslotte voor… Deze wandeling volgt deels de route die Het Drentse Landschap met paaltjes met paarse koppen over het landgoed heeft uitgezet. Waar mogelijk worden de paaltjes als oriëntatiepunt in de routebeschrijving gebruikt.

11

8 9 10

Pitrus zich er niet meer thuis voelt, maar daar zit nog weinig schot in. De reden daarvoor is dat bij het dichtschuiven van de veentjes hier destijds een erg verstoorde en vermengde bodem bovenop een slecht doorlatende laag terecht is gekomen. 2 Voorbij het ven slaat u op de kruising rechtsaf. (paaltjesroute) In dit stuk bos is goed te zien wat Het Drentse Landschap sinds ze in 1974 eigenaar van Landgoed Vledderhof werd, bereikt heeft. De belangrijkste beheersmaatregel was om flink wat bomen te kappen waardoor zonnestralen de bodem bereikten en de overblijvende bomen flink konden uitgroeien. Er ontstond een kruidlaag waar in het voorjaar onder andere Salomonszegel en Lelietjesvan-dalen bloeien. Ook de zaailingen van de bomen kregen de kans om zich hier voluit te ontwikkelen. Met name loofbomen als berk en eik profiteerden van de nieuwe kansen die de natuur ze geboden heeft. Slechts op een enkele plek in het bos

12

7

START 1

2 13

5

foto: Harry Cock

1 Begin bij het informatiepaneel de paaltjes met paarse koppen te volgen. U gaat aan het eind van het bosje rechtsaf en neemt daarna schuin links het pad met de afsluitboom (paaltjesroute). Het Landgoed Vledderhof werd aan het eind van de negentiende eeuw aangelegd op het veld ten noorden van de Vledderesch. Het gebied grenst in het noorden aan de bossen van Boschoord van de Maatschappij van Weldadigheid. Tijdens de wandeling over het landgoed kunt u goed zien hoe zo’n ontginningslandgoed werd aangelegd: een dicht padennet met lanen waarlangs beuken en Amerikaanse eiken staan. In de plantvakken daartussen staat vooral Lariks, Grove den, Douglasspar en Zomereik. Links van het pad ligt een ven dat bij de ontginning van het landgoed gedempt werd. Onderweg zult u op nog meer plaatsen dergelijke natte stukken in het bos zien liggen. De grote hoeveelheid Pitrus maakt in één oogopslag duidelijk dat het hier nog steeds erg nat is. Op den duur moet de bodem zo verschralen dat

3

14


Landgoed De Vledderhof Openbaar vervoer Buslijn Beilen-Steenwijk, uitstappen halte Brink in Vledder (startpunt Vledder). Via De Hoek, De Jaren en de Groeneweg naar punt 10 in de route. Zie www.9292ov.nl of bel (0900) 9292. Begaanbaarheid paden Redelijk te belopen in alle jaargetijden.

Lengte route 5,5 km. Benodigde tijd 1,5 à 2 uur.

Situatie circa 1920

Honden Toegestaan mits aangelijnd.

zijn nog stukken van de oorspronkelijke ‘sparrenakkers’ blijven staan. De naaldbomen staan dicht ‘als haren op een hond’ op elkaar waardoor er niets onder kan groeien. 3 Op de volgende kruising neemt u het pad naar rechts. Daarna na de afsluitboom rechts het brede zandpad op. (paaltjesroute) Rechts van het pad ligt een grote weide die de naam Ezelskampen draagt. De graslanden hier worden niet meer bemest waardoor ze steeds meer verschralen. Het Drentse Landschap laat hier regelmatig Schotse hooglanders en Limousins grazen. Uiteindelijk zal er een parkachtig landschap ontstaan. 4 Vlak vóór het fietspad neemt u linksaf het brede bospad. (paaltjesroute) Langs de laan staan naast ‘gewone’ eiken vooral ook een aantal enorme Amerikaanse eiken. Het zijn bomen die speciaal voor de houtproductie aangeplant werden en ze horen van nature niet in een Drents bos thuis. Misschien moet je juist zeggen dat ze zo met de geschiedenis van de Drentse ontginningslandgoederen verweven zijn dat ze daarom tot het Drentse cultureel erfgoed zijn gaan behoren… foto: Harry Cock

Startpunt Informatiepaneel Het Drentse Landschap op de grote parkeerplaats van het landgoed aan de weg Vledder-Doldersum. (Let op: Als u uit Vledder komt, bij het landgoed niet de eerste weg links nemen. Dat is de oprijlaan van De Vledderhof. U moet de tweede bosweg linksaf hebben naar de parkeerplaats.)

Dit deel van de Vledderhof daalt behoorlijk. Dit is goed aan de begroeiing te zien waar u op de lagere plaatsen de witte schors van de berk herkent. Uit het feit dat zich in het bos flinke hulststruiken aan het ontwikkelen zijn, concluderen de kenners dat de ‘bomenakkertijd’ hier voorbij is en dat er een natuurlijker bosmilieu is ontstaan. 5 Het bospad komt na twee haakse bochten uit op een brede zandweg. Hier gaat u rechtsaf. (paaltjesroute) 6 Let op: op dit punt verlaat u de paaltjesroute. Ga dus niet linksaf het aangegeven pad op, maar neem een eindje verder linksaf het fietspad dat u meer dan een kilometer lang blijft volgen. Het fietspad brengt u langs een aantal grote veenplassen. U heeft inmiddels het terrein van Het Drentse Landschap verlaten en bent nu in het gebied van Staatsbosbeheer. Niet dat de natuur zich daar iets van aantrekt, overigens. De plassen zijn ‘s zomers het domein van prachtige libellen met schilderachtige namen als de Venwitsnuitlibel en de Bloedrode heidelibel. In de winters zoeken eendensoorten als de Wintertaling en de Dodaars hier hun toevlucht. 7 Zodra het pad u in het bos gebracht heeft, moet u vrijwel meteen linksaf. Vervolgens houdt u even later links aan, voorbij de afsluitboom.


8 Ga op de driesprong linksaf. Na ongeveer vijftig meter neemt u het bospaadje naar rechts. Het voert u enkele honderden meters dwars door het bos. Sla niet af, blijf rechtdoor gaan. Dit deel van Landgoed Vledderhof heeft het meest natuurlijke bos. Geen wonder overigens, want feitelijk is dit gebied nooit als productiebos in gebruik geweest. Hier zagen de bosbouwers geen brood in en het heideveld groeide mettertijd dicht. Grove dennen die aan de onderkant breed uitgegroeid zijn, horen in zo’n ‘spontaan’ bos thuis. Destijds waren het de eerste bomen op de heide. Op dit afgelegen paadje zal u beslist het geluid van de vogels opvallen, want vogels zijn er op de Vledderhof in behoorlijke aantallen! Bij de laatste grote telling bleken er maar liefst 85 verschillende soorten op het landgoed te broeden. Er waren bijna 900 broedparen! Opvallende jonge gezinnetjes op het landgoed waren de Havik, de Houtsnip, de Boomklever en de Appelvink. Allemaal vogelsoorten die in een rijper bos thuishoren. 9 Aan het eind van het paadje gaat u linksaf de zandweg langs het bouwland op. In de verte ziet u de witte voorgevel van landhuis De Vledderhof. 10 Neem nu het eerste pad links. Deze fraaie laan door de akkers brengt u verder richting De Vleddderhof. Dichterbij gekomen blijkt De Vledderhof meer dan een oud landhuis. Eigenlijk is het een royale herenboerderij met een

enorme schuur erachter. Reeds in 1834 werd hier door de familie Van Royen het eerste huis gebouwd. Het heette destijds Schoonoord. Het huidige huis bouwde dezelfde familie in 1875. Na 1913 wisselde het landgoed verschillende malen van eigenaar en jonkheer Van Vredenburgh gaf het in 1932 de naam Vledderhof. Toen Het Drentse Landschap in 1974 eigenaar van het landgoed werd, bleef het huis in particuliere handen. 11 Voorbij De Vledderhof gaat u rechtsaf de oprijlaan af. Bij het huis en langs de oprijlaan staan tientallen, meer dan metershoge Rododendrons die zich in de loop van de tijd flink uitgezaaid hebben in het eikenbos erachter. Rodo’s zijn typische struiken voor een landgoed, ‘chique’ struiken die zich het getemperde licht langs de oprijlaan laten welgevallen. In het voorjaar ligt over de donkergroene, glimmende bladeren een paars bloemenkleed. 12 De oprijlaan kruist een zandweg. Blijf de laan volgen tot u bij de flauwe bocht links een zandpad krijgt. Neem dit pad. U bent weer terug op de paaltjesroute. Min of meer verstopt in het bos ligt links van het pad het vroegere Vlasveen, rechts komt u langs het Turfveen. Beide veentjes werden destijds ontgonnen tot wei- en hooiland dat altijd behoorlijk vochtig is gebleven. Aanvankelijk werden ze verpacht aan boeren, later heeft Het Drentse Landschap het beheer zelf in handen genomen. Jaarlijks wordt er gehooid waarna het land met runderen wordt nabeweid. In het Turfveen is weer

foto: Geert de Vries

Landgoed De Vledderhof

De indrukwekkende Kamsalamander De Kamsalamander kan wel zo’n twintig centimeter lang worden en is daarmee de grootste amfibie die in Drenthe voorkomt. Zuidwest-Drenthe is een van de belangrijkste woongebieden van de Kamsalamander. De kans dat u deze indrukwekkende verschijning op de Vledderhof zult tegenkomen, is echter minimaal. Het dier leidt een teruggetrokken leven in en rond de veentjes. De rug van de Kamsalamander is donkerbruin tot blauwzwart van kleur, de flanken zijn veel lichter en de buik is oranjerood tot geel met donkere vlekken. Zijn naam dankt de Kamsalamander aan de grote getande kam die bij de mannetjes in de paartijd op de rug verschijnt. De kam loopt door tot het puntje van de staart. Kamsalamanders leven in kleinschalige landschappen met bosjes en struwelen. Ze hebben een diepe plas nodig met stilstaand water en veel waterplanten. Daar brengen ze namelijk van april tot juni de paartijd door en worden de eitjes op de bladeren van de waterplanten afgezet. Daarna trekken de dieren weer het land op en verliezen de mannetjes hun kam. De verdroging van de natuur was een belangrijke oorzaak voor het achteruitgaan van deze soort die dan ook op de zogeheten Rode Lijst met beschermde dieren belandde. Door diepe poelen uit te graven probeert men het deze opmerkelijke dieren ook op de Vledderhof zo goed mogelijk naar hun zin te maken.

een poeltje uitgegraven. Op den duur zullen zich hier natuurlijke, bloemrijke hooilanden ontwikkelen. De naam Turfveen spreekt voor zich. Vlasveen herinnert aan het feit dat in het veentje vlas ‘geroot’ werd. Het water weekte de vlasvezels los waarna het ‘gebraakt’ (gekneusd) kon worden om uiteindelijk tot linnen garens te worden gesponnen. Een werkje op de boerderij voor de wintertijd!

13 Op de viersprong houdt u rechts aan. Aan het eind van het pad voert de route u schuin rechtsaf. (paaltjesroute) 14 Aan het eind van het pad

loopt u rechtsaf terug. Even linksaf en u bent via het bosje weer op de parkeerplaats. (paaltjesroute)

© Stichting ‘Het Drentse Landschap’ (december 2006) Bezoekadres: Kloosterstraat 5 – 9401 KD Assen – Postadres: Postbus 83 – 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 – e-mail: mail@drentslandschap.nl


Cultuurhistorie

Landgoed Vossenberg

27

foto: Jaap de Vries

Nienke Domenie en Esther Jelgersma*

Sinds 1974 is Stichting Het Drentse Landschap eigenaar van het Landgoed Vossenberg bij Wijster. Op 1 mei 1915 startte hier de NV Landmaatschappij ‘Drente’ haar activiteiten. In het Drents Archief in Assen wordt het archief van deze NV bewaard. Jaarverslagen, correspondentie en jaarrekeningen geven een aardig inzicht in de lotgevallen van deze ontginningsmaatschappij. Aan het eind van de 19e eeuw heeft het gebruik van kunstmest grote veranderingen gebracht in het Drentse landschap. Door de nieuwe vorm van bemesten werden de opbrengsten groter en kregen ook woeste gronden als heidevelden waarde. De ontginningskoorts sloeg vooral na 1900 toe en lokte ontginningsmaatschappijen naar Drenthe. Deze kochten met grote voortvarendheid boerderijen en woeste grond op en gingen de heidevelden te lijf. Een van hen was de NV Landmaatschappij ‘Drente’. Grote motor achter deze onderneming was Jan (Johannes) ten Sijthoff (1869-1953) uit Amsterdam. Hij was eigenaar van de tabaksfirma B.W. de Jong & Co in Amsterdam. Na het overlijden van zijn eerste vrouw in 1912 bleef hij achter met zeven minderjarige kinderen. In 1914 vestigde hij zich met zijn tweede vrouw

op huis Dennenheuvel in Beekbergen. Hier werden nog twee kinderen geboren. Hij reisde dagelijks met de trein van Apeldoorn naar Amsterdam en terug. In 1914 had hij het beheer gekregen over een erfdeel van een aantal minderjarige familieleden.Voor dit geld zocht hij een goede belegging. Op advies van de heer B.W. Kruisselbrink van de Nederlandse Heidemaatschappij kocht hij 122 ha grond bij Wijster, bekend onder de namen Achtmaten en Zwiendiek. Dit was het begin van de NV Landmaatschappij ‘Drente’. Grote groei

Jan ten Sijthoff werd directeur van deze nieuwe NV. Commissarissen van het eerste uur waren de heren J. Wierdsma, E. Enthoven en E.D. van Walree. De eerste


Cultuurhistorie

28

aandeelhouders waren voornamelijk familie en vrienden van bekenden van de initiatiefnemers. Het oorspronkelijke plan duizend aandelen te plaatsen van elk fl 1000,-- (zo’n € 455,00) is niet gelukt. De maatschappij bezat bij de start in 1915 ongeveer 185 ha land. Het was deels cultuurgrond en deels nog bos, heide of turfveen. Het grondbezit werd stelselmatig uitgebreid door aankoop. Steeds meer woeste grond werd in cultuur gebracht. Op het landgoed werden enkele boerderijen gebouwd of bestaande gebouwen verbouwd tot grotere. In het boekjaar 1916-1917 was er al ruim 200 ha in bezit en waren er aandelen geplaatst voor fl 157.000,--. Een jaar later was het grondbezit meer dan verdubbeld tot ruim 500 ha en is er voor fl 258.000,-- aan aandelen geplaatst. In 1925 was het bezit tot ongeveer 700 ha gegroeid. De boerderijen en cultuurgronden werden verpacht, op andere stukken werd bos aangeplant. Het bestuur van de NV droeg plannen aan, terwijl het eigenlijke beheer zowel over het land, de boerderijen als de aandelen werd gevoerd door de Heidemaatschappij. De start van de Landmaatschappij viel in het begin van de

foto: Drents Museum

Grafheuvel De Vossenberg

Eerste Wereldoorlog. Ons land was neutraal en aanvankelijk ging de handel met de oorlogvoerende partijen gewoon door. In 1916 zag de situatie er minder rooskleurig uit. De handel kwam vrijwel stil te liggen en dus ook werd de invoer van kunstmest steeds moeilijker en duurder. In de grote steden begon de voedselvoorziening problematisch te worden. Dit leidde tot distributieregelingen van de overheid. Nieuwe beleggers

Een van de voorrechten van de aandeelhouders, meest woonachtig in West-Nederland, was dat zij voedsel en turf rechtstreeks van de NV konden betrekken, zij het tegen betaling en inlevering van bonnen. Deze mogelijkheid trok nieuwe beleggers over de brug. Reclame werd er nauwelijks gemaakt, de belangstelling werd gewekt van mond tot mond. Zo lezen we in de correspondentie dat in 1918, op een concours hippique in Wageningen, iemand met grote belangstelling voor paarden gepaaid werd door een eigenaar van een stalhouderij in Amsterdam om ook een aandeel van fl 1000,-- te kopen. De koper lijkt alleen geïnteresseerd als daartegenover staat dat hij haver zal mogen verbouwen, iets dat kennelijk tot de mogelijkheden behoorde. Weer anderen waren geïnteresseerd in de mogelijkheid landbouwproducten te betrekken. Zo vinden we in het archief verscheidene leveringen van peulvruchten, aardappels, haver of turf aan aandeelhouders in de grote steden in West-Nederland. In de eerste jaren werd hier gretig gebruik van gemaakt en werden hele wagonladingen turf in West-Nederland afgeleverd. In het jaarverslag stond vermeld dat de turf goed verkocht wordt en de prijzen voor landbouwproducten goed zijn. De boerderijen en land werden verpacht, alleen de Vossenberg niet. Het huis Vossenberg, gebouwd in 1918, vormde het centrale punt van het landgoed. Het heeft zijn naam te danken aan een prehistorische grafheuvel in de buurt van het landhuis. Hier werden aandeelhouders ontvangen voor excursies en verzamelden zich deelnemers aan de jachtpartijen. Naast de NV was namelijk de jachtcombinatie De Vossenberg ontstaan, een vriendenclub. Leden waren meest aandeelhouders van de NV. Om de wildstand in de gaten te houden en ook stroperij tegen te gaan werd een jachtopziener aangetrokken. Trouw maakt hij lijsten van wild


len e vereniging Bei foto: Historisch

Rechts: Natuurontwikkeling Reigerveen, anno 2006. Rechtsboven het landhuis Vossenberg.

foto: Geert de Vries

Boven: Tijdens de aanleg van het Linthorst Homankanaal in 1924 stuitten de gravers ter hoogte van Landgoed Vossenberg op een enorme kei.

en ook van schadelijke dieren waarop gejaagd wordt. Op een dag in 1936 werden maar liefst 66 konijnen afgeschoten. De konijnen vormden een ware plaag zowel voor de cultuurgronden als voor bospercelen. De wildstand werd in de gaten gehouden en waar nodig aangevuld. In een kort briefje uit 1935 aan Jan ten Sijthoff meldt de heer Emile Enthoven “….dat 8 hazen uit Hongarije in uitstekende conditie zijn aangekomen en…in de 2 Wijsterbroekse bossen vrijgelaten. Ze huppelden vrolijk weg, laten we hopen, dat zij talrijk kroost zullen hebben… De kosten bedroegen fl 68,80….” Koninklijk bezoek

Bleef de eerste tien jaren de winst uit, toch zat men niet stil. De NV kocht geregeld land en de ontginning van woeste grond werd voortvarend ter hand genomen. Begin jaren twintig ontstaat het plan om een kanaal te graven van Beilen naar Nieuweroord. Jan ten Sijthoff was hier een groot voorstander van. Het kanaal ging dwars door het gebied van de NV en hij hoopte dat hierdoor de ontginning van de gronden bevorderd zou worden. De werkzaamheden aan het kanaal, het latere Linthorst Homankanaal, trokken zelfs de

aandacht van Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik, die ter plaatse de situatie in ogenschouw namen, in gezelschap van Jan ten Sijthoff. Direct na de oorlog blijft de prijs van kunstmest aanvankelijk hoog. Ook de lonen zijn hoog, waardoor er geen uitbreiding van de exploitatie plaatsvindt. Na 1925 kwam de NV in de lift. Het kanaal was klaar en de mest had goede uitwerking op de grond en de productie. In 1928 was ruim 220 ha verpacht. Er is dan weinig land meer in eigen exploitatie. Gaandeweg was al het land verpacht. Dit betekende minder risico voor de NV. Men is vol vertrouwen en leeft in de veronderstelling dat de NV in het vervolg weinig leed zal ondervinden van bijvoorbeeld slechte oogsten. In de crisisjaren na 1929 werd de situatie voor de pachters steeds zwaarder. De prijzen daalden en de pachters overleefden door hun producten aan het vee te voeren. In deze moeilijke jaren kwam de NV de pachters tegemoet met mest opdat de gronden toch maar in goede conditie zouden blijven. De veestallen bleven aanvankelijk vol, waardoor een goede bemesting ook mogelijk bleef. Toen de veeprijzen sterk daalden hielp de NV de pachters door de pachtprijzen


foto: Joop van de Merbel

met 30% te verlagen. Pachtcontracten werden voor steeds kortere termijnen afgesloten. Jan ten Sijthoff prees in zijn jaarverslagen de pachters die de moed niet verloren. Na 1936 was er sprake van enige verbetering, de oogsten waren goed, de prijzen stegen iets en daarmee ook de pachtprijzen. De waarde van de heidevelden steeg mee. Met regeringssteun in de vorm van werkverschaffing werden door Staatsbosbeheer hier bossen aangeplant. In 1937 lezen we “….Het is ons een voldoening dat wij na enige jaren van gedwongen rust weer langzaam ons werk kunnen hervatten.Wij trachten dit steeds zo te doen, dat naast de mogelijke rentabiliteit ook het natuurschoon voor thans en later wordt ontzien en bevorderd….” Jubileum

Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog klonken de jaarverslagen iets positiever. De situatie voor de pachters was sterk verbeterd. De grondprijzen bleven hoog, onzekerheid deed velen terugkeren naar bezit in grond. De directie van de NV overwoog alles te verkopen en vrij te maken van schulden, waardoor de liquiditeit verbeteren zal. Tot algehele verkoop kwam het niet. Na 10 mei 1940 kwam er geen grond meer onder de hamer als gevolg van regeringsmaatregelen. Gedurende de oorlog was de vraag naar zaag-, brand- en paalhout groot. Op de vrijgekomen gronden werd een proef gedaan met het zaaien van eikels vermengd met eigen gewonnen zaad van de fijnspar. De NV prijst zich gelukkig dat ze niet te veel bos hebben hoeven kappen. De aandeelhouders werden ook in de oorlog niet vergeten. Alleen in het laatste oorlogsjaar kon door de spoorwegstaking de traditionele kerstgans niet verzonden worden. In het jaarverslag

staat dat “….ter compensatie hiervan op de exploitatierekening de winst opgevoerd wordt, welke nu op de beestjes wordt gemaakt….” In juni 1945 wordt het 30-jarig bestaan van de NV gevierd. Jan ten Sijthoff heeft dan in 1944 zijn taak als directeur overgedragen aan zijn zoon Jan Piet ten Sijthoff, die net als zijn vader tabakshandelaar was bij de firma De Jong & Co in Amsterdam. Het voornemen dat kort voor de oorlog al ter sprake kwam werd nu ten uitvoer gebracht. Na 1946 werd steeds meer land verkocht. Toen in het kader van de Natuurschoonwet ook nog aanzienlijke gelden binnenkwamen was dat het moment de NV op te heffen en de aandeelhouders uit te betalen. Of er in de loop der jaren veel is verdiend aan de NV valt te betwijfelen. Aan Jan ten Sijthoff sr heeft het in ieder geval niet gelegen. Hij heeft zich volledig ingezet voor zijn NV Landmaatschappij ‘Drente’. Hij stond achter de pachters en had alle vertrouwen in hun kwaliteiten en bewondering voor hun aanpassingsvermogen in slechte tijden. Nieuwe eigenaar van het landgoed Vossenberg wordt de heer D.D. Breuning ten Cate, die zijn fortuin verdiende in de textiel in Twente. Tot de overdracht in 1974 beheert hij het landgoed. * Mevrouw N. Domenie en mevrouw E. Jelgersma zijn vrijwilligers historisch onderzoek van Stichting Het Drentse Landschap. Geraadpleegde bronnen: Archief van de NV Landmaatschappij ‘Drente’, Rijksarchief Assen Johannes (Jan) ten Sijthoff, kleinzoon van de oprichter


Open dag op biologische boerderij van Stichting Het Drentse Landschap Stichting Het Drentse Landschap houdt op zondag 25 februari, van 11.00 tot 16.00 uur een Open Dag op haar beheersboerderij Uilenburcht in het Reestdal (Rabbinge 7). Een mooie gelegenheid om te zien en hoe Het Drentse Landschap met natuur, milieu en landschap omgaat. Op dit ogenblik staan de koeien natuurlijk nog op stal en zijn de eerste kalfjes te bewonderen. Medewerkers van de stichting zijn aanwezig om uitleg te geven. Ook is er een proeverij van vleesproducten. Naast een bezoekje aan de boerderij kunt u natuurlijk ook een wandeling maken door de omgeving. Opmerkelijk is dat het gehele gebied alleen maar door zandwegen is ontsloten. De boerderij van de stichting ligt in het dal van de reest. Een prachtig dal dat zeer tot de verbeelding. Vrijwel nergens in Nederland is nog zo’n compleet beekdalsysteem te vinden. Een slinge­rende beek in een kleinschalig landschap met aan weerszij­den kleurrijke hooilan­den, oeverwallen met de donkerrode Grote pimpernel in het late avond­licht. En in natte tijden grote watervlakten onder vaak donkere luchten. Vanuit de sfeervolle boerderij wordt het beheer van het Reestdal verzorgd. In de winter hebben de Limousinrunderen hier hun onderkomen. Deze koeien zorgen in de zomer voor de begrazing van de schraallanden. De mest die de dieren op stal produceren, komt weer ten goede aan de bloemrijke graanakkers in de omgeving. Het graan wordt in de winter weer gevoerd aan de koeien op stal. Zo is de cirkel in het beheer weer rond, het milieu gespaard en het landschap van een toekomst verzekerd. Routebeschrijving De boerderij is gemakkelijk te bereiken vanaf Oud Avereest in Overijssel. Ongeveer 375 meter ten zuidoosten van de kerk in dit dorp, staat aan de Meppelerweg (Balkbrug - De Wijk) de basisschool. Komt u met de auto, dan moet u die hier in de berm laten staan. Tegenover deze school loopt een zandpad naar het oosten dat de Reest kruist en na 350 meter bij de boerderij uitkomt.

Honden mogen niet mee, ook niet indien ze aangelijnd zijn.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Hans Colpa, medewerker voorlichting en educatie van Stichting Het Drentse Landschap. Telefoonnummer (0592) 31 35 52.


32

Flora

Zevenster Bertil Zoer*

Op enkele schaarse plekken in lichte eikenbossen is de bosbodem in het voorjaar subtiel bestrooid met witte sterretjes. Zo subtiel dat je er tijdens een stevige boswandeling gemakkelijk ongemerkt aan voorbij loopt. Zevensterretjes tonen hun schoonheid nu eenmaal niet met een overweldigende, alles bedekkende bloemenweelde. Zevensterretjes schitteren ingetogen. Meer een bloemetje voor de

Zevenster is een bijzonder karakteristieke bosplant voor Drenthe. Buiten Drenthe komt de soort in Nederland nauwelijks voor. Zevenster groeit hier, als een echt ijstijdrelict, aan de zuidgrens van zijn verspreidingsgebied. Ten zuiden van Nederland komt de soort alleen nog hoog in berggebieden voor, waar het ook relatief koel is. Experimenteel is aangetoond dat de plant het beste groeit bij een temperatuur tussen de 11 en 18 graden. In Zweden is het voor Zevensterren goed toeven. In Drenthe lukt het allemaal nog maar net. Wandelen

Zevensterplantjes bestaan uit niet veel meer dan een slordig gegroepeerd bosje blaadjes aan een rechtopstaand stengeltje. Het plantje oogt niet erg bijzonder. Het zijn dan ook vooral de bloemetjes die het hem doen. In het voorjaar verschijnen ze aan ragdunne lange steeltjes. Meestal enkele bloemetjes per plantje, ieder op hun eigen steeltje.Volmaakte sterretjes met zeven, zeer zelden zes of acht, puntjes. Waar Zevensterren voorkomen, staan ze altijd ijl verspreid over de bosbodem. Alle plantjes zijn eigenlijk natuurlijke stekjes van elkaar. De

plant breidt zich namelijk ondergronds uit. De dunne uitlopers liggen in de strooisellaag, net onder de oppervlakte. Na de bloei sterft het plantje af en verdwijnt. Dit gebeurt echter pas nadat de plant zich aan de basis stervormig vertakt heeft met dunne wortelstokken. Elke ondergrondse uitloper verdikt aan zijn uiteinde. Deze verdikking, eigenlijk

foto: Jaap de Vries

fijnproever met oog voor detail.

Fragiele schoonheid in beperkte een soort overwinteringsknop, wacht in de bodem het volgende voorjaar af. Dan vormt zich hieruit een nieuwe plant. Het plantje leeft op deze manier altijd door maar staat nooit op precies hetzelfde plekje als het vorige jaar. Ze wandelen dus eigenlijk over de bosbodem. Honkvast

Binnen Drenthe zijn Zevensterren vrijwel uitsluitend te vinden op oude bosplaatsen. Wie ze wil vinden kan het beste zoeken op plekken die rond 1900 al als bos op de kaart stonden. Omstreeks die tijd was de hoeveel-

heid bos in het door heidevelden gedomineerde Drenthe tot een dramatisch minimum geslonken. De weinige overgebleven bossen zoals de eikenhakhoutbosjes of strubben langs de randen van de essen vormden een laatste toevluchtsoord voor bosplanten als de Zevenster. In de loop van de 20e eeuw heeft Drenthe er, vooral dankzij de massale bebossing van heidevelden, weer enorm veel bos bij gekregen. Bosplanten zoals Salomonszegel, Dalkruid en veel varensoorten hebben zich daarin, in de loop van de tijd, weer goed weten uit te breiden. De Zevenster heeft tot nu toe echter


b

oplage nauwelijks weten te profiteren van al dat nieuwe bos. De soort is nog altijd vrijwel uitsluitend te vinden op de groeiplaatsen uit 1900. Dat Zevenster zo slecht nieuwe plekken weet te veroveren, heeft te maken met zijn gebrekkige zaadproductie. Als alles goed gaat produceert een enkel bloemetje slechts zes tot acht zaden. Dat is al niet bijster veel en tot overmaat van ramp gaat het ook vrijwel nooit goed. De bevruchting verloopt moeizaam en de rijping van zaden lijkt vrijwel nooit goed te lukken. Zaailingen en kiemend zaad worden in de vrije natuur vrijwel nooit gevonden. Zaden zijn voor planten

handig om grotere afstanden te kunnen overbruggen.Verbreiding door wortelstokken zoals de Zevenster doet, werkt alleen goed op de korte afstand. Dit verklaart waarom Zevensterren, als je ze dan eindelijk hebt gevonden, met zijn allen op een kluitje staan. Maar zodra er een ongeschikt stuk grond, zoals een stuk grasland, een weg of zelfs al een bospad, overgestoken moet worden schiet de kruiptechniek te kort. Het plantje komt hier niet overheen. Ondanks onze overvloed aan bossen blijven Zevensterren daarbinnen toch een uiterst zeldzame verschijning. Ware schoonheid komt nu eenmaal zelden in overdaad. * B. Zoer is ecologisch medewerker van Stichting Het Drentse Landschap.

! t k edan In 2006 heeft Stichting Het Drentse Landschap dankzij de steun van de Nationale Postcode Loterij talloze projecten kunnen realiseren. Zo konden we een nieuwe woning voor onze schaapherder bouwen en werden in Orvelte diverse boerderijen opgeknapt. In het Hunzegebied hebben we met steun van de Loterij prachtige gebieden kunnen inrichten, maar ook konden we bankjes plaatsen, poelen en veen opschonen en wandel- en fietsroutes ontwikkelen. Het werk dat Stichting Het Drentse Landschap met de steun van de Nationale Postcode Loterij kan doen betekent winst voor de natuur, cultuur en voor de mens. Maar u wint ook, want bij de Postcode Loterij maakt u elke maand kans op duizenden prijzen. Als u meedoet aan de Postcode Loterij wint u dus eigenlijk altijd. Pak die kans en geef zo de natuur en cultuur in Nederland extra steun. Bel: 0900 – 300 1500 (35 cpm)


34

Opinie

De Vos de zondebok? Eric van der Bilt*

De rol van de Vos in onze natuur is een beladen onderwerp bij discussies over de terugloop van de weidevogelstand in Nederland. Onlangs werd deze discussie nog eens aangewakkerd door de afgegeven vrijstelling van de jacht op de Vos en zeer recent werd het ook toegestaan om de Grauwe gans te bejagen. Oude tegenstellingen tussen stad en platteland, jagers en natuurbeschermers, boeren en burgers doken weer de kop op. Hoe komt het toch dat onze samenleving zo moeizaam in staat lijkt te zijn om op een rationele en menselijke manier met de dieren om ons heen samen te leven? In de Noordwest-Europese samenlevingen wordt traditioneel redelijk zachtaardig met dieren omgegaan. Zeker in vergelijking met mediterraan Europa. Niettemin kwamen excessen binnen de bont- en bio-industrie, dierproeven, de jacht op zeehondenbaby’s en de plezierjacht pas de laatste decennia in een kwaad daglicht te staan. In politieke zin is geprobeerd om via een aantal wetten de omgang met dieren aan zekere randvoorwaarden te koppelen. Waarbij de mens haar verantwoordelijkheid voor het welzijn van dieren op een correcte wijze invult. Dat zulks met scherpe discussies over bijvoorbeeld de wenselijkheid van de jacht en de economische exploitatie van dieren gepaard ging, mag duidelijk zijn. Een van de meest recente wetten is de Flora- en faunawet (FFW) die in 2002 in werking trad. Eerlijk gezegd sloeg deze wet enigszins door. Met name omdat het voorkomen van een enkel individu van een bedreigde plantenof diersoort elke ingreep of ontwikkeling in het landschap onmogelijk kon maken. In plaats van het denken vanuit een enkel individu was een benadering vanuit een hele populatie een beter uitgangspunt geweest. Het

enigszins overdreven karakter van deze benadering bood een kamermeerderheid van VVD, CDA en LPF de mogelijkheid om via een groot aantal wetsaanpassingen de FFW volledig uit te kleden. Vooral ten gunste van de jacht en economische belangen. Het voortdurend afnemen van de weidevogelstand is een terechte zorg voor Nederland. Recente regeringen reageerden daarop door het zogenaamde agrarische natuurbeheer alle ruimte te geven. Jaarlijks wordt er inmiddels zo’n 50 miljoen euro aan deze vorm van boerensteun uitgekeerd. Men kan dat zo stellen omdat het een zeer ineffectieve besteding van natuurgelden blijkt te zijn. De vergoedingen voorzien namelijk niet in de simpele noodzakelijkheden voor een succesvol weidevogelbeheer. Te weten: hogere grondwaterstanden, maaien in juliaugustus, gebruik van ruige stalmest en behoud van de bestaande grasmat. Nee, het was veel eenvoudiger om de aloude erfvijand Reintje de Vos de schuld te geven van het verdwijnen van onze lievelingsweidevogel de Grutto. Onder politieke druk werd besloten dat vanaf 1 april 2006 de Vos vrijwel altijd en overal bejaagd mag

worden. Een volkomen irrationele beslissing.

Onderzoek weidevogels Om eindelijk de rol van predatoren rond het afnemen van de weidevogelstand in een helder perspectief te plaatsen, werd daar tussen 2001 en 2005 uitgebreid onderzoek naar gedaan. Het onderzoeksresultaat ‘Predatie bij weidevogels’ werd nog vóór genoemde vrijstellingsbeslissing van de 2e Kamer gepresenteerd. Het onderzoek is uitgevoerd door SOVON, Alterra, Landschapsbeheer Nederland en gesteund door de Provinciale Landschappen, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, de provincies en LNV (ISSN-1382-6271). Op 11 maart 2006 werden de resultaten gepresenteerd. De rol van de Vos bij de afname van de weidevogelstand bleek marginaal. Maar liefst 15 verschillende roofdieren spelen een aanwijsbare rol. Zoals bijvoorbeeld Blauwe reiger, Buizerd, Hermelijn en Egel. In totaal 11 soorten vogels en 4 zoogdieren. Verder bleek dat, indien predatie door het volledig uitroeien van alle roofdieren zou kunnen worden voorkomen, de weidevogelpopulaties in vrijwel alle onderzochte gebieden nog steeds achteruit zouden gaan. Bestrijding van uitsluitend de Vos is zinloos. Overigens bleek uit het onderzoek dat elk bezoek van weidevogelbeschermers aan de nesten tot een verlies van circa 10% van de nesten leidde. Een bizar gegeven. De enige echte reden voor het verdwijnen van de weidevogels vormt natuur-


Opinie

lijk het sterk veranderde grondgebruik van de landbouw. Het tegengaan van de achteruitgang met lapmiddelen zoals agrarisch natuurbeheer heeft in de huidige vorm geen enkele zin. Als we de landbouw weer zouden bedrijven zoals pakweg 50 jaar geleden, zou behoud van de Grutto geen enkel probleem zijn. De weidevogelpopulatie is veel meer gebaat bij investeringen in de biotoop dan in een symptoombestrijding.

De beer is los Met de gevolgen van het gewijzigde overheidsbeleid wordt de natuurbescherming inmiddels dagelijks geconfronteerd. Met als trieste climax de vondst van een geklemde Vos in ons eigen terrein in september jongstleden. Maar de Vos is niet als enige de klos. Ook neemt overal in Nederland de roofvogelvervolging toe. Bewijzen daarvoor zijn bij alle grote natuurbeschermingsorganisaties voorhanden. Volgens de Werkgroep Roofvogels Nederland (WRN) zijn er inmiddels 7 soorten roofvogels die door de vervolging achteruitgaan in aantallen. Die inmiddels grootschaliger, grover en meer georganiseerd plaatsvindt dan ooit (Takkeling 14, 2006). Afschot, gebruik van landbouwgif, vangkooien en lichtbakken en eierroof vinden allemaal plaats. In Drenthe worden we geconfronteerd met een ander opvallend verschijnsel. Sinds 2002 is de Roek sterk achteruit gegaan (WAD, juni 2006). Waar deze vogel zich eerder prima had hersteld van de enorme achteruitgang in de zestiger jaren, luidde de FFW het

einde van de beschermde status in. Sinds 2002 staat de Roek op de vrijstellingslijst van de Provincie Drenthe. Ze mogen bij schade geschoten worden en de kolonies mogen verstoord worden. De afgelopen 5 jaar is het aantal nesten met ruim 22% afgenomen. Vrijwel zeker als gevolg van de toegenomen vervolging. De uitkleding van de FFW in combinatie met het verdwijnen van het toezicht in het buitengebied en de vrijstellingsregeling voor bejaging, hebben hieraan bijgedragen.

35

gans is recent zonder overleg door de minister van LNV op de vrijstellingslijst geplaatst. Vanwege de zogenaamde grote schade voor de landbouw. Het is cynisch te moeten vaststellen dat de enige predator die de ontwikkeling van de ganzenpopulatie nog enigszins in toom kan houden, de Vos is. Waar is ons gezond verstand gebleven? Het

Gezond verstand Wat het meest verbijstert, is het ontbreken van ons gezonde verstand bij dit alles. We wijzen tegen elke ratio de Vos als zondebok aan. We verspijkeren bakken met geld aan een ineffectief en succesloos weidevogelbeheer. Geld dat weggehaald wordt bij de verwerving en de inrichting van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) door de erkende terreinbeheerders. Een besteding die door het Milieuen Natuurplanbureau als een van de weinige succesvolle maatregelen bij het behoud van biodiversiteit wordt gezien (Natuurbalans 2006). Des te opvallender omdat de Algemene Rekenkamer recent nog onderstreepte dat de realisering van de EHS inefficiĂŤnt en gebrekkig door Rijk en provincies wordt uitgevoerd. Zoals in onze sector inmiddels gebruikelijk, worden door de landelijke politiek de aangegeven problemen gebagatelliseerd en worden steekhoudende argumenten ongemotiveerd van tafel geveegd. Ook de Grauwe

blijft verbazen dat het omgaan met de dieren om ons heen meer door misvattingen, ondoordachte emoties en politiek opportunisme dan door gezond (boeren)verstand wordt beheerst. Het is aan de natuurbescherming en haar bondgenoten om bij de huidige ten aanzien van het belang van natuur en milieu ijzig onverschillige politiek voor betere oplossingen dan de huidige te pleiten.

* Drs. E.W.G. van der Bilt is directeur van Stichting Het Drentse Landschap.


36

Berichten

Kortweg

Tafeleend

2-Oude Diep

Door onze inventarisatievrijwilligster Judith Schmidt werd in augustus een Kleine parelmoervlinder ontdekt in het Reestdal.Voor zover bekend is deze soort niet eerder in Drenthe waargenomen. Kleine parelmoervlinders gebruiken graag Akkerviooltjes om hun eitjes af te zetten. Het betreffende vlindertje vloog dan ook langs de rand van de akker op de es bij boerderij De Wildenberg. Dit is een van de plekken in het Reestdal waar Het Drentse Landschap bloemrijke graanakkers beheert. Rijk aan Korenbloemen, Gele ganzenbloemen en natuurlijk Akkerviooltjes. Hoewel het waarschijnlijk een incidentele zwerver – mogelijk uit Duitsland – betreft, beschouwen we het toch een beetje als een beloning dat dit kritische vlindertje onze akkertjes met een bezoekje vereert.

4

ASSEN

3

5

4

EMMEN 2 HOOGEVEEN MEPPEL 1 1

Recent zijn hier 3 deelgebieden van het natuurontwikkelingsplan de Maten opgeleverd. De officiële inhuldiging moet nog volgen. En opnieuw speelde naast vele andere subsidies het Europese Oriëntatieen Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) een belangrijke rol in de financiering. Binnenkort zal het project door het Waterschap Reest en Wieden, die mede trekker was, opgeleverd worden. Belangrijk is verder dat opnieuw het waterschap samen met de Gemeente Hoogeveen een geweldig plan voor het Oude Diep in de stadsrand heeft ontwikkeld. Met een meanderende beek, een helofytenfilter, waterberging en recreatiemogelijkheden. Alle lof voor deze partijen die op zeer integrale wijze een groot aantal problemen tegelijk proberen op te lossen. De plannen zijn veelbelovend. Het Drentse Landschap hoopt na de oplevering een rol in het beheer te kunnen spelen.

foto: Johan Vos

1-Reestdal

3-Hijkerveld

Uit de jaarlijkse rapportage van Vogelwerkgroep de Koperwiek blijkt onder meer dat de Grauwe klauwier succesvol jongen grootbracht in het Hijkerveld. De groei van het aantal Grauwe ganzen in Diependal zet goed door. Dit jaar werden er minimaal 7 paar met maar liefst 22 jongen waargenomen.Verder werden er onder meer geslaagde broedgevallen waargenomen van Bruine kiekendief, Tafeleenden, Kuifeenden en Roodhalsfuten. De Nachtzwaluw was dit jaar ook weer van de partij. Waarschijnlijk zaten er dit jaar zelfs twee paartjes. Een klein groepje vrijwilligers is, gedurende de wintermaanden, regelmatig bezig met het terug-

dringen van berkenopslag. Dit werk wordt onder meer gedaan om het terrein nog aantrekkelijker te maken als broedgebied voor de Nachtzwaluwen. Dit wordt bereikt door meer grillige overgangen te realiseren tussen opgaand bos en het open veld. Ook wordt hiermee het leefgebied voor reptielen en amfibieën versterkt. Dat dit vruchten afwerpt blijkt wel uit de vondst van een paar honderd eiklompen van de Heikikker in een vennetje dat vóór de werkzaamheden nog teveel in de schaduw van de bosopslag lag. Ook werden er in de directe omgeving meer Adders waargenomen dan in voorgaande jaren.


Berichten

Bij de broedvogelkarteringen in het Annermoeras werden dit jaar 3 paartjes Blauwborsten aangetroffen. Door de bank genomen lijken de ontwikkelingen in de vogelbevolking in dit relatief nieuwe natuurgebied zich wat te stabiliseren. Als nieuwe broedvogel kon de zeldzame Zomertaling dit jaar ingetekend worden. Op 8 september werd in het bijzijn van alle betrokkenen waaronder een groot aantal bewoners van De Groeve door gedeputeerde Edelenbosch het project Zuidoevers Zuidlaardermeer officieel opgeleverd. Dit gebeurde door in een moeizaam te water gelaten bootje een paar emmers met vissen in de nieuwe lagunes langs het Zuidlaardermeer los te laten. Het oeverlandschap is in korte tijd al prachtig geworden en wordt al door grote aantallen zwanen, ganzen en eenden bevolkt. Een dankbare drukte. Het project is mede mogelijk gemaakt dankzij steun vanuit het dorp De Groeve en met medefinanciering van de Europese Unie uit hoofde van EOGFL, de Provincie Drenthe, de Gemeente Tynaarlo, het Waterschap Hunze en Aa’s, de Nationale Postcode Loterij.Van bovenloop tot benedenloop is dit nu het 5e project waar in het Hunzegebied nieuwe natuur is gerealiseerd. Ook in het Groningse deel is recent op grote schaal natuurontwikkeling gepleegd. Ga maar eens kijken in de Westerbroek­ stermadepolder.

5-Doldersummerveld

Het Gentiaanblauwtje heeft het, ondanks de massale aanwezigheid van gentianen, moeilijk op het Doldersummerveld. Vrijwilligers van de Vlinderwerkgroep Drenthe volgen de stand van dit kwetsbare vlindertje nauwlettend. Het aantal plekjes waar eitjes afgezet worden, is beperkt en lijkt niet uit te breiden. Met kleinschalig maatwerk in het beheer wordt getracht het gebied aantrekkelijker te maken voor de blauwtjes. Deze winter wordt dat werk ondersteund door een groepje locale vrijwilligers, verenigd in een Blauwe brigade. Door kleinschalig handmatig plagwerk wordt getracht de betere vlinderplekken toch wat uit te laten breiden.

foto: Hans Dekker

4-Hunzedal

Tijdens de vergadering op 2 november j.l. van het Overlegorgaan van het Nationaal Park Drents Friese Wold werd duidelijk dat er een brede weerstand bij de bevolking bestaat ten aanzien van het sluiten van het fietspad over het Doldersummerveld gedurende het broedseizoen. Niet geheel onverwacht overigens. Men moet zich echter realiseren dat tal van broedvogels van de heide het mede vanwege de impact van de Huenderweg al erg moeilijk hebben. Mede daardoor is de invloed van het fietspad groot. Het Drentse Landschap zal zich inspannen om aan te tonen wat het effect van dit recreatieve pad momenteel is, waarna in februari een weloverwogen besluit kan wor-

den genomen. Het Drentse Landschap en Natuurmonumenten hopen dat het Overlegorgaan besluit tot een structurele ondersteuning van de schaapskudde van Doldersum. Ontstaan dankzij het Nationale Park en gewaardeerd om de positieve effecten op het beheer, op de beleving van toeristen en recreanten en op het instandhouden van de cultuurhistorie. Eigenlijk kunnen we ons gezien deze positieve effecten gewoon niet voorstellen dat het Overlegorgaan tot beëindiging van de steun en daarmee de gescheperde kudde zou besluiten.

Schaapkudde Doldursummerveld

37


Berichten

Diversen

testamentaire beschikking zijn gehele bezit naliet, bestaande uit huis, grond en vermogen, gezamenlijk ter hoogte van ca € 300.000. Een ongelofelijk gebaar. Van mw. E.H.A. LemmersMuller te Assen ontving de stichting een legaat van € 10.000,--.Verder ontving de stichting van diverse particulieren meerjarige periodieke bijdragen en zelfs een eenmalige gift om de pijn van de brand in Westerbork enigszins te verzachten. Bestuur en medewerkers zijn uitermate dankbaar voor deze steun. Speciale vermelding verdient het feit dat van de C&W De Boer Stichting uit Hoogeveen dankzij de bemiddeling van onze vrijwilliger Johan

Brand schaapskooi Westerbork In de nacht van 7 op 8 oktober verwoestte een brand ons rayonkantoor aan de Pieterbergweg te Westerbork totaal. Er bleek helemaal niets meer te redden uit het kantoor en de werkplaats. Deze brand bemoeilijkt het werk van ons hoofd Terreinbeheer en de rayonbeheerder buitengewoon omdat het volledig archief inclusief de projectadministraties van de lopende zaken verloren gingen. Al vanaf 1989 had Het Drentse Landschap dit fraaie rietgedekte pand in erfpacht van de Gemeente Midden Drenthe. Kort na de brand is met het college van B en W gesproken over de toekomst. Het Drentse Landschap zou het gebouw met de verzekeringspenningen willen herbouwen en haar hoofdkwartier voor de sector terreinbeheer hier willen behouden. Een en ander is wel afhankelijk van de welwillendheid van de gemeente om een meer aan de tijd aangepast erfpachtcontract toe te staan. Momenteel huurt Het Drentse Landschap een paar kamers in het oude gemeentehuis in Westerbork, waardoor we de draad van ons werk gelukkig weer snel konden oppakken. Giften en legaten Opnieuw ontving de Stichting Het Drentse Landschap de afgelopen maanden een groot aantal giften en legaten. De meest indrukwekkende was het legaat van de heer Smit uit Stuifzand die onze stichting bij

foto: Jaap de Vries

38

Schuinder, een eenmalige gift van € 3.500,-- mocht worden ontvangen. De bijdrage is bestemd voor de aanschaf van een beamer, laptop en beeldscherm ten behoeve van het verzorgen van lezingen over het werk van Het Drentse Landschap. Door deze gift zijn we in staat om verzoeken om lezingen vaker te honoreren en om de kwaliteit van de presentatie te verbeteren. Door verschillende schenkingen heeft de stichting op een bijzonder wijze een drietal terreinen onder haar hoede gekregen. Het gaat om een oppervlakte heide in het gebied de Gasterse Duinen, een perceel cultuurgrond aan de rand van de Holtesch in Vries en een perceel bos bij de Klencke in

Oosterhesselen. Bij ieder perceel hoort een eigen verhaal en alle eigenaren hadden hun eigen bijzondere band met hun bezit. Het is voor de medewerkers en het bestuur van Het Drentse Landschap hartverwarmend te merken dat er mensen zijn die de keuze maken om hun terreinen aan de stichting toe te vertrouwen. De stichting neemt daarmee het estafettestokje over om deze parels voor de toekomst te bewaren. De stichting is de schenkers zeer erkentelijk.

Rheebruggen


Berichten

Bedrijfshoofd Rheebruggen Na 8 jaar zijn taken als bedrijfshoofd op het Landgoed Rheebruggen te hebben vervuld, heeft Hugo Spitzen zijn werkterrein naar het Utrechts Landschap verlegd. Hij is per 1 oktober als boswachter in dienst getreden bij onze Utrechtse collega’s. Utrecht krijgt er een gemotiveerde en kundige natuurbeschermer bij en de stichting wenst Hugo Spitzen alle succes toe bij het vervolgen van zijn groene carrière. Inmiddels is er per 1 december een nieuw bedrijfshoofd aangesteld. Het is Alexander Ekkels geworden, een goed opgeleide en ervaren beheerder van 33 jaar, die hier met zijn vrouw en twee kinderen komt te wonen. Het begin van een nieuwe fase in de ontwikkeling van Rheebruggen. Erfgoedkwartier Zowel het Drents Museum als het Drents Archief hebben van de Gemeente Assen en de Provincie Drenthe groen licht gekregen om hun uitbreidingsplannen rond ons kantoor aan de Kloosterstraat in Assen door te zetten. Het bestuur van Het Drentse Landschap heeft alle begrip voor de wensen en ambities van onze beide gewaardeerde buren, maar is enigszins bevreesd voor de impact die deze ambitieuze plannen op het beschermde stadsgezicht zal hebben.Vooral het bebouwen van de parkeerplaats van de Gouverneurstuin baart ons zorgen. Het staat ook haaks op de belofte van de Gemeente Assen uit het verle-

39

den om hier een groene zone terug te brengen. De komende tijd zal Het Drentse Landschap gezamenlijk met een aantal andere partijen haar zorg over de gang van zaken aan de politiek kenbaar pogen te maken. Klimaatbosjes voor de toekomst DE LANDSCHAPPEN en Landschapsbeheer Nederland gaan verspreid over ons hele land klimaatbosjes planten. Het doel: de klimaatverandering een halt toeroepen door mensen te stimuleren actie te ondernemen. Klimaatbosjes bestaan uit minimaal drie walnotenbomen in een driehoeksvorm. Om de link naar bewustwording te leggen, moeten de klimaatbosjes opvallen tussen andere landschapselementen.Vandaar dat de bomen in een driehoek worden geplant. Walnotenbomen zijn heel duurzaam en staan daarom garant voor een langdurige CO2-binding. In Drenthe moeten de bosjes op 32 locaties komen. Gemeenten en particulieren worden in de komende periode benaderd om locaties aan te dragen. We zoeken naar openbare locaties waar veel mensen komen, zoals scholengemeenschappen of kinderboerderijen. Heeft u ideeën voor een goede locatie neem dan contact op met Lex Klein van Landschapsbeheer Drenthe, telefoon (0592) 333 767. Kijk voor meer informatie op: www.hier.nu

Korting op boek Harry Cock Onlangs is een boek verschenen met werk van Harry Cock. Het boek ‘Omstreken’ maakt onderdeel uit van de gelijknamige tentoonstelling die t/m 14 januari nog te bezichtigen is in Noorderlicht Fotogalerie in Groningen (A-kerkhof 12). Harry Cock is een veelzijdig fotograaf. Hij werkt voor instellingen, bedrijven en overheden en publiceert in kranten, tijdschriften en boeken. Ook voor Het Drentse Landschap gaat Harry regelmatig op pad. ‘Omstreken’ is zijn eerste tentoonstelling die een overzicht geeft van 25 jaar fotografisch werk van zijn hand. Rode draad in de tentoonstelling is Cock’s lichtvoetige, ironische visie op zijn medemens en diens omgang met de omgeving. Begunstigers van Het Drentse Landschap kunnen het boek met korting voor € 26,50 bestellen (normaal € 36,50) bij de Stichting Aurora Borealis in Groningen. U kunt dat doen door het bedrag van € 26,50 over te maken op bankrekening 64.11.15.997 o.v.v. HC: vroeger en later. Het boek zal dan zo spoedig mogelijk worden toegezonden.


40

Berichten

Bestuurssamenstelling Stichting Het Drentse Landschap per 30 september 2006

Galerie Lemferdinge

Dagelijks Bestuur (tevens leden van het Algemeen Bestuur)

provincie, is het traject degelijk en naar tevredenheid van de betrokken werknemers verlopen. Met dank aan de Provincie Drenthe zal Het Drentse Landschap zich er voor inzetten dat deze medewerkers hun carrière bij Het Drentse Landschap kunnen voortzetten.

Algemeen Bestuur (overige leden) Mevrouw. M. Arends-Luinge, Paterswolde P. Brink, Ansen Mr. F. Dohle, Meppel S.W.G. Groenendaal, Assen J.L.A. van Hagen, Zuidwolde Dr. ir. D.H. Keuning, Borger R.H.J. Staal, Dalen G.W. de Vries, Assen Drs. B.S. Wilpstra, Zuidlaren Ereleden Mevrouw M.H. Hollema-Eikenberg, Rolde Prof. dr. H.Tj. Waterbolk, Haren

Het Dagelijks Bestuur van de Stichting Het Drentse Landschap vormt tevens het bestuur van de Stichting Orvelte (m.u.v. A.H. Bruins Slot) Stichting Drentse Boerderijen Stichting Lemferdinge Stichting Oude Drentse Kerken Stichting Drs. A.V.J. den Hartogh Fonds.

foto: John Stoel

Ing. M. Verhagen, Smilde (voorzitter) A.H. Bruins Slot, Ruinerwold (secretaris) Mr. D. Hoorn, Oosterhesselen (penningmeester) Drs. J.D.D. Hofman, Tynaarlo S. van der Veen, Vries Mevrouw B.M. van Mil, Gasselternijveen

Lezing en expositie in Galerie Lemferdinge Op donderdag 22 februari om 19.45 uur geeft mw. G. Arends een lezing over de geschiedenis van het landgoed Lemferdinge en haar bewoningsgeschiedenis. Het huis Lemferdinge werd reeds in 1447 in documenten vermeld. Het landgoed heeft in de honderden jaren daarna vele veranderingen ondergaan. Ooit was er een groot landhuis met een gracht, ophaalbrug, twee schathuizen, ruime tuin, bos en weiden. Tegenwoordig bestaat het landgoed alleen nog uit het westelijk schathuis en de tuinen. Mevrouw Arends zal ingaan op de familie Boerma, die de laatste eigenaar-bewoners van Lemferdinge zijn geweest. In hun testament bepaalde de familie Bähler dat de vereniging Ons Dorpshuis het beheer moest uitbesteden aan Stichting Bähler-Boerma Lemferdinge. In 1983 heeft een toen nieuw opgerichte Stichting Lemferdinge het huis met bijbehoren van de vereniging aangekocht.Vanaf

1 januari 2003 is Stichting Het Drentse Landschap verantwoordelijk voor Stichting Lemferdinge. Vanaf 14 januari is er in Galerie Lemferdinge een expositie te bezichtigen van het werk van leerlingen van etser Han van Hagen (zie ook pag 16). De galerie is open van vrijdag tot en met zondag van 12.00 tot 17.00 uur. Het adres is: Lemferdingelaan 2, Paterswolde. Verzelfstandiging Vanaf 1 oktober zijn de 11 gedetacheerde medewerkers, die soms al meer dan 30 jaar in dienst zijn geweest bij de Provincie Drenthe, in dienst van de stichting gekomen. Het bijna 2 jaar durende traject van verzelfstandiging werd gecompliceerd door de vele veranderingen op het punt van zorgverzekeringen, pensioenwetgeving, de CAO Bos en Natuur en de nieuwe wetgeving voor arbeidsongeschiktheid. Met grote volhardendheid en met steun van de Ondernemingsraad van de

3 nieuwe Knapzakroutes Binnenkort verschijnen er 3 nieuwe Knapzakroutes: K10 (Amen-Ekehaar); K11 (Lhee-Lheebroek) en K12 (Vledderveen-Vledder). De Knapzakroutes zijn verkrijgbaar bij de boekhandel of bij de kantoren van VVV Drenthe Plus en kosten € 5,25 per stuk. Ook kunt u de routes rechtstreeks bij de uitgever bestellen via www.inboekvorm. nl of www.knapzakroutes.nl. Per bestelling wordt € 2,50 in rekening gebracht voor verzend- en handelingskosten. Het Knapzakrouteproject is onderdeel van Outdoor Offensief Drenthe. K10 Amen-Ekehaar; ISBN 9077989153 K11 Lhee-Lheebroek; ISBN 9077989161 K12 Vledderveen-Vledder; ISBN 907798917X


Te huur Vrijwilligers historisch onderzoek Er hebben meer dan 20 personen gereageerd op de oproep om als vrijwilliger historisch onderzoek naar gebouwen en landgoederen te verrichten. Voorlopig wordt gestart met een groep van 13 vrijwilligers. Eind november is er een eerste kennismakingsbijeenkomst geweest, waarin onder meer besproken werd welke objecten worden opgepakt. Besloten is om in kleine groepjes te gaan werken aan diverse onderdelen van het jubileumboek, dat in 2009 uitkomt. Thema van dit boek zal het culturele erfgoed van Het Drentse Landschap zijn. NAM steunt Noordelijke Landschappen De NAM heeft onlangs laten weten dat ze de drie noordelijke landschappen de komende drie jaar wederom jaarlijks met een bijdrage van € 12.500 per landschap zal steunen. In 2002 werden de landschappen voor de eerste keer verblijd met deze meerjarige steun. Het continueren van de steun is voor de landschappen belangrijk omdat ze grote waarde hechten aan een breed maatschappelijk draagvlak voor hun doelstelling: het behoud en herstel van natuur- en landschapsschoon. Met de financiële bijdrage van de NAM kunnen de landschappen middelen ontwikkelen om dit draagvlak verder te vergroten. In Drenthe wordt het

geld onder andere besteed aan het aanbrengen van recreatieve voorzieningen in het Hunzedal en het ontwikkelen van educatief materiaal voor kinderen. Reisverhaal Van Veen tot Zee Wie verre reizen maakt, kan veel verhalen. Met het nieuw verschenen boek Reisverhaal van Veen tot Zee hoef je niet ver weg om veel verhalen te kunnen vertellen. Het Reisverhaal is een 290 km lange fietsroute van het Fochteloërveen naar het Lauwersmeer en volgt de loop van het water.Verweven met het water is het verhaal van de mensen die in duizenden jaren langs en met het water geleefd hebben; met hun grafheuvels en hunebedden, brinkdorpen en wierden, kanalen en dijken. Het boek is geen nauwgezette routebeschrijving. Het vertelt het verhaal van het stroomgebied. En het is een uitnodiging om het landschap te ervaren. Ieder op zijn eigen manier, in zijn eigen tempo. Het boek is voor € 9,75 verkrijgbaar bij de ANWBwinkels, regionale VVV’s en bij de organisaties die samenwerken in het project Van Veen tot Zee: Stichting Het Drentse Landschap, Het Groninger Landschap, Milieufederatie Drenthe, Milieufederatie Groningen, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en de ANWB.

Prachtige vakantiewoningen in landelijke omgeving Stichting Het Drentse Landschap verhuurt vijf vakantie­ woningen in of in de nabijheid van prachtige natuurgebieden. Ze zijn geschikt voor maximaal 4 personen. De woningen ademen een sfeer uit van vervlogen tijden, maar zijn wel modern en comfortabel ingericht. Hier kunt u heerlijk genieten van de ruimte en rust van het Drentse landschap. Kijk voor meer informatie op www.drentslandschap.nl/eropuit of bel voor een folder of boeking tijdens kantooruren met het rentambt van Stichting Het Drentse Landschap, telefoon (0592) 31 35 52.


Agenda Smienten

Agenda Algemeen

Vertrek schaapskuddes De schaapskuddes van het Hijkerveld en het Doldersummerveld vertrekken met herder om 9.30 uur naar de heide. De kuddes zijn rond 16.30 uur weer terug bij de kooi. Zie voor routebeschrijving bij Informatiecentra. Vogelkijkhut Diependal De vogelhut is in principe het gehele jaar geopend, behalve als het gevroren heeft.Van 1 april tot eind september is er op zondagen meestal een vogelkenner aanwezig, die u graag het een en ander vertelt over het vogelleven op de vloeivelden. De hut is te bereiken door vanaf het Oranje­ kanaal, vlakbij de ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. Een en ander is met borden aangegeven. Wie dubbel wil genieten doet er goed aan een verrekijker mee te nemen! Lemferdinge Op landgoed Lemferdinge in Paterswolde zijn in de galerie regelmatig exposities te bezichtigen. De galerie is open van vrijdag t/m zondag 12.00-17.00 uur. Informatiecentra

Verrekijker aan te bevelen

Laarzen gewenst!

Spiegeltje en loep aanbevolen

Eigen fiets meenemen

De Blinkerd Vamweg te Wijster Het hele jaar open van 10.00 uur tot zonsondergang

Hijkerveld Bij de schaapskooi. Route: vanaf Hijken aangegeven met bordjes Het hele jaar open van 9.30 tot 16.30 uur

’t Ende Stapelerweg 20, De Stapel (bij De Wijk) van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur

Orvelte Dorpsstraat 1a te Orvelte van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur

Huenderhoeve Huenderweg 1. Dit is de weg tussen Wateren en Doldersum van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur

Activiteiten speciaal gericht op kinderen

do 18 januari 19.45 uur Lezing Drentse molens Een lid van de Molenstichting Drenthe verzorgt in het kader van het Jaar van de Molen een lezing over de molens in Drenthe. Locatie:VVV-Orvelte, Dorpsstraat 1a, Orvelte Tel. opgave tijdens kantooruren bij Het Drentse Landschap: 3 0592-313552. zo 28 januari 14.00 uur Wintergasten op Diependal Ook in de winter is het vogelreservaat Diependal bij vogels in trek. Start: vogelkijkhut. Deze is te bereiken door in het dorp Oranje de Zwarteweg in te slaan. De route is met bordjes 1 aangegeven. zo 28 januari 14.00 uur Winterwandeling over het Drouwenerzand Gidsen vertellen u over de aanpassingen van planten en dieren die nodig zijn om de winter goed door te komen. Start: café-restaurant Alinghoek, Alinghoek 16a, Drouwen. za 10 februari 14.00 uur Doldersummerveld in winterkleed Een ontmoeting met een winters Doldersummerveld met haar speciale gasten. Start: informatiecentrum bij de schaapskooi aan de Huenderweg 1, Doldersum.

foto: Joop van de Merbel

42

zo 11 februari 14.00 uur Leesbaar landschap Hondstongen Gidsen wijzen u op verschillende elementen van het karakteristieke esdorpenlandschap, zodat u deze elders ook zelf kunt herkennen. Start: parkeerplaats aan de noordzijde van het reservaat. Deze is te bereiken door vanaf de weg tussen Vries en Donderen de Veenweg in te slaan. Na 2 kilometer bereikt u de parkeerplaats. zo 18 februari 14.00 uur Natuurontwikkeling in het Annermoeras Het Annermoeras heeft zich in enkele jaren ontwikkeld tot een bijzonder vogelreservaat. Start: parkeerplaats café ’t Keerpunt in Spijkerboor.


Voor 2007 is weer een acti­viteitenprogramma met lezingen, excursies en open dagen opgesteld. Een aantal van deze activiteiten wordt gehouden rondom bepaalde thema’s. zo 18 maart 11.00 – 16.00 uur Lammetjesdag bij schaapskooien Hijkerveld en Doldersummerveld De lente begint met lammetjes. Vanaf 11.00 uur worden u en uw (klein)kinderen verwelkomd met beschuit en muisjes. Locaties: de schaapskooien van het Hijkerveld en Doldersummerveld. De route voor de schaapskooi op het Hijkerveld is vanaf het dorp Hijken aangegeven met bordjes. De schaapskooi Doldersummerveld ligt aan de Huenderweg 1 bij Doldersum.

do 22 februari 19.45 uur Lezing Geschiedenis landgoed Lemferdinge Een lezing door mw. Ginie Arends over de historie van het landgoed Lemferdinge en haar bewoners. Locatie: Huize Lemferdinge, Lemferdingelaan 2, Paterswolde. Tel. opgave tijdens kantooruren bij Het Drentse Landschap: 0592313552. zo 24 februari 14.00 uur Winterwandeling Hijkerveld Het Hijkerveld heeft in de winter zijn eigen karakter. Start: schaapskooi Hijkerveld. Deze is vanaf het dorp Hijken met bordjes aangegeven.

zo 25 februari 11.00 – 16.00 uur Open dag beheerboerderij De Uilenburcht De Uilenburgt is één van de beheerboerderijen van het Het Drentse Landschap van waar uit het beheer van het Reestdal wordt uitgevoerd. Op de Open Dag is tevens een proeverij van onze vleesproducten. Locatie: Rabbinge 7, Balkbrug. zo 11 maart 14.00 uur Broedvogels op Diependal Op Diependal komen tientallen soorten vogels voor. U kunt ze ongestoord observeren onder begeleiding van een vogeldeskundige. Start: vogelkijkhut. Deze is te bereiken door in het dorp Oranje de Zwarteweg in te slaan. De route is met 1 bordjes aangegeven.

zo 25 maart 14.00 uur Zoektocht naar het Meisje van Yde (Hondstong) Een archeologische en cultuurhistorische wandeling naar de vindplaats van het beroemde veenlijk. Start: zandweg bij Boekweitenveen / Stijfveen. Deze is te bereiken door vanaf de provinciale weg Vries - Donderen (N386) de Veenweg in te slaan. Na ca. een kilometer bereikt u de startplaats. zo 25 maart 14.00 uur Verkenningstocht in het Reestdal Een tocht langs eeuwenoude mininederzettingen langs de Reest. Start: bij de kerk in Oud-Avereerst (Ov.). za 31 maart 14.00 uur Nieuwe natuur in het Reigersveen Natuurontwikkeling in een oud landschap: de eerste resultaten. Start: informatiepaneel van Het Drentse Landschap naast de brug over het Linthorst Homankanaal, aan de weg Wijster - Mantinge.

Vogels van Drenthe 1 Drenthe heeft een bijzondere vogelbevolking. Dat heeft alles te maken met het afwisselende en gevarieerde karakter van het Drentse landschap. Vogels als Paapjes, Grauwe klauwieren en Wulpen weten dat te waarderen. Naar verhouding komen ze in deze provincie meer voor dan elders in Nederland. Het Drentse Landschap wil dit jaar stilstaan bij deze kleurrijke diergroep met hun sterk ontwikkeld muzikaal gevoel. Dit doen we met een vogeltentoonstelling in ’t Ende, diverse excursies, lezingen, beginnerscursussen vogelgeluiden en kinderactiviteiten. Drentse Brinken 2 Kenmerkend voor de Drentse brinken is het gesloten karakter door de hoge bomen. Drentse brinken zijn vermoedelijk ontstaan in de 12e eeuw toen de boerderijen een vaste plaats in de dorpen kregen. Hierdoor kregen ook de open ruimtes een vaste ligging. De brinken waren de natuurlijke ontmoetingsplek om evenementen te houden, zoals kermissen en jaarmarkten. De Drentse brinken hebben in de 20e eeuw veel functieveranderingen ondergaan. Hieraan wordt veel aandacht besteed in het brinkenboek dat in 2007 uitkomt. Verder wordt er in het boek aandacht besteed aan de geschiedenis en aan het gebruik van de brinken. Het Drentse Landschap besteedt in 2007 ook extra aandacht aan de brinken in de vorm van een lezing en enkele (fiets)excursies. Jaar van de Molen 3 2007 is het Jaar van de Molen. Van de honderden molens die Drenthe rijk was, zijn er nog slechts enkele tientallen overgebleven. De hoge onderhoudskosten zijn vaak een reden geweest om een molen te slopen. De meeste molens in Drenthe zijn korenmolens. De Drentse Molenstichting maakt zich sterk voor het behoud van de molens in Drenthe. Het Drentse Landschap krijgt misschien eind 2007 de molen van Gieterveen in haar bezit. De molen verkeerde nog in goede staat maar


44

Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Aannemingsbedrijf VEDDER BV Eext (0592) 26 26 20 Grond-, weg- en waterbouw Bouwbedrijf H. Poortman Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw ROYAL HASKONING Nijmegen (024) 328 42 84 Adviesbureau voor water en milieu GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau ABN AMRO BANK N.V. Assen (0592) 33 33 00 De bank voor Drenthe ESSENT MILIEU Wijster (0593) 56 39 39 Inzameling, hergebruik en verwerking van afvalstoffen NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij Havesathe ‘de Havixhorst’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant NV Waterleidingmaatschappij ‘Drenthe’ Assen (0592) 85 45 00 Als je de kraan opendraait... Buro Hollema Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT HOLLAND CASINO Groningen Groningen (050) 317 23 17 Een mooie gelegenheid om uit te gaan ARCADIS Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie) Hulzebosch grondwerken B.V. Beilen (0593) 52 21 39 Natuurbouw, grond-, straat- en rioleringswerk, leverantie van zand en grind KADASTER DIRECTIE NOORD Assen (0592) 30 48 88 Bevordert de rechtszekerheid bij het maatschappelijk verkeer in vastgoed christiaan deN DEKKER b.v. Lisse (0252) 41 86 50 De ecologische aanpak in waterbodemsanering Quercus Boomverzorging en Advisering Gasselte (0592) 26 11 71 Uw bomen, onze zorg N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 368 86 88 Wees wijs met water Nationale Postcode Loterij Amsterdam (0900) 300 15 00 Ma. t/m vr. 09.00 - 21.00 uur Loterij voor mens en natuur RTV Drenthe Assen (0592) 33 80 80 Radio Drenthe,TV Drenthe, RTV Drenthe Programmablad

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Stichting Publieksvoorlichting NOTARIAAT DRENTHE Postbus 1 – 7860 AA Oosterhesselen Namens de gezamenlijke notarissen in Drenthe KONINKLIJKE VAN GORCUM BV Uitgeverij/grafisch bedrijf Assen (0592) 37 95 55 Bureau B + O ARCHITECTEN Rheebruggen (0521) 35 10 14 BORK B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 Sloopwerken, asbestsanering en puinrecycling DE ROO DRENTE BV Stadskanaal (0599) 61 28 52 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen HARWIG Installatiegroep Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Elektrotechniek, cv/sanitair, telematica, beveiliging DAGBLAD VAN HET NOORDEN Groningen (050) 584 44 44 BARSINGERHORN CONSULTANCY Delfzijl (0596) 61 22 66 Training en coachen van personeel en organisatieadvies BTL REALISATIE Vestiging Emmen (0591) 63 00 80 www.btl.nl Aanleg en onderhoud van stedelijk/landschappelijk groen en historische buitenplaatsen Architectenbureau Wouda & van der schaaf Meppel (0522) 25 57 96 DESTIC KUNSTSTOFFEN B.V. Veendam (0598) 61 45 64 Productontwikkeling, displays, bewerkingen, inrichting en presentaties JBF multi media Communicatie Groningen (050) 313 59 20 De Verhalenvertellers Concordia bouwmaterialenhandel Meppel (0522) 25 36 31 Hout- en bouwmaterialenhandel oosterhuis bv Nijeveen (0522) 49 16 86 Loonbedrijf - Aannemersbedrijf g.w.w. - Landschapswerk VAN DER ZEE Vleesgrootverbruik Emmen (0591) 63 70 01 Leverancier van vlees, vleeswaren, kaas, wild en gevogelte WOONCONCEPT Meppel (0800) 61 62 Meer dan wonen EELERWOUDE Oosterwolde (0516) 52 30 62 Natuurlijk ruimte voor groen HERFST en HELDER b.v Lelystad (0320) 26 06 16 Verf van goede huize KAMER van KOOPHANDEL Meppel (0522) 26 56 00 Staat voor ruimte om te ondernemen ASTRON/LOFAR Dwingeloo www.astron.nl www.lofar.nl WARENHUIS VANDERVEEN ASSEN Assen (0592) 31 16 11 Shop-in-shop totaalwarenhuis

Stichting ‘Het Drentse Landschap’ zet zich in voor het behoud van de Drentse natuur en maakt zich sterk voor het in stand houden van ons culturele erfgoed. Dit doet ze door het aankopen en beheren van natuurterreinen en cultuurhistorisch waardevolle objecten. Stichting ‘Het Drentse Landschap’ behartigt ook de belangen van:

• Stichting Drentse Boerderijen • Stichting Oude Drentse Kerken • Stichting Orvelte • Stichting Lemferdinge


Overig

Neemt u deel aan de activiteiten die vermeld staan in de Agenda? Vaak Soms Nooit

17 Vindt u dat Stichting Het Drentse Landschap voldoende georganiseerde activiteiten aanbiedt? Ja Nee, u mist: Gezinsexcursies Doe – excursies Meer open dagen ( bijvoorbeeld op de beheersboerderij) Lezingen Activiteiten waarbij ook honden zijn toegstaan Anders, nl.

20 Zo ja, wat vindt u van de website? U kunt hier een rapportcijfer geven op schaal van 1 t/m 10. ( 1 = zeer slecht, 10 = uitmuntend) 1 2 3 4 5 6 7 8 9

Joop van de Merbel /

16

19 Bezoekt u de website van Stichting Het Drentse Landschap? [www. drentslandschap.nl] Vaak Soms Nooit

10

21 Wat mist u nog aan informatie op de website?

22 Heeft u belangstelling voor een digitale nieuwsbrief? Ja Nee

Heel hartelijk dank voor uw medewerking! Graag dit formulier voor 20 januari 2007 terugsturen naar Het Drentse Landschap, Antwoordnummer 129, 9400 VB Assen. Postzegel is niet nodig, maar mag wel. Indien u in aanmerking wilt komen voor een boek van Han van Hagen dan graag uw adresgegevens invullen: naam adres postcode + plaats

fotografie:

Activiteiten

Jaap de Vries

18 Voorziet het tijdschrift in uw informatievoorziening ten aanzien van het werk van Stichting Het Drentse Landschap? Ja Nee, omdat


Het Drentse Landschap vraagt uw mening Het Drentse Landschap wil graag weten wat u als lezer van het kwartaalblad vindt. In 2001 hebben we dat ook gedaan en dat heeft toen geleid tot een aantal aanpassingen. Nu, na vijf jaar, willen we u opnieuw vragen om de onderstaande vragen te beantwoorden. Inmiddels bevat het kwartaalblad naast natuurbeheer ook veel informatie over cultuurhistorie. Uiteraard zijn andere aanbevelingen om het tijdschrift te verbeteren ook welkom. De vragenlijst graag voor 20 januari 2007 aan de stichting terugsturen: Antwoordnummer 129, 9400 VB Assen. Onder de inzenders worden vijf boeken van de etser Han van Hagen verloot.

Persoonlijke gegevens

Frequentie

1

Wat is uw leeftijd? 20 jaar of jonger 21 – 30 jaar 31 – 40 jaar 41 – 50 jaar 51 – 60 jaar 61 – 70 jaar 71 – 80 jaar 81 jaar of ouder

4 Het tijdschrift ‘Het Drentse Landschap’ verschijnt eens per kwartaal. Dit vind ik: Precies genoeg Te vaak; ik vind __________ per jaar voldoende Te weinig; ik ontvang het tijdschrift liever ________ keer per jaar

2

Wat is uw geslacht? Man Vrouw

3

Wat is uw hoogst genoten opleiding? Basisonderwijs Middelbaar onderwijs Hoger onderwijs Wetenschappelijk onderwijs


Beoordeling tijdschrift 5 In welke mate leest u onderstaande rubrieken? Altijd Soms - Bestuursberichten - Terreinbeschrijving - Fauna - Opinie - Stichting Oude Drentse Kerken - Cultuurhistorie - Aankopen - Flora - Kortweg - Agenda - Gedichten - Boerenerven - Interviews - Reisverslagen

6

In welke mate waardeert u de onderstaande rubrieken? U kunt hier een rapportcijfer geven op schaal van 1 t/m 10. ( 1 = zeer slecht, 10 = uitmuntend)

Nooit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 - Bestuursberichten - Terreinbeschrijving - Fauna - Opinie - Stichting Oude Drentse Kerken - Fiets- / wandelroute - Cultuurhistorie - Aankopen - Flora - Kortweg - Agenda - Gedichten - Boerenerven - Interviews - Reisverslagen Wilt u uw 2 laagst gewaardeerde rubrieken toelichten?*

7 In welke mate waardeert u de vormgeving van het tijdschrift? 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 - Leesbaarheid (lettergrootte) - Indeling & vormgeving - Foto’s / illustraties - Formaat - Omvang - Omslag - Lengte van de artikelen Wilt u uw 2 laagst gewaardeerde rubrieken toelichten?*

* Alleen als de waardering lager is dan een 7


Fiets- en wandelroutes

8 Vindt u dat er over het algemeen diep genoeg op het onderwerp wordt ingegaan? Ja Nee, omdat

9 Wat vindt u van de balans tussen artikelen over de natuur en artikelen over de cultuurhistorie? Goed Onvoldoende (ga naar 9a) Redelijk Geen mening Matig (ga naar 9a) 9a Indien matig of onvoldoende is ingevuld, kunt u dan aangeven wat er moet veranderen? Meer natuurartikelen Meer artikelen over cultuurhistorie 10 Zou u eventuele toevoegingen / veranderingen in het tijdschrift op prijs stellen? Nee ja, namelijk

12

Wat vindt u van de beschreven fiets- en wandelroutes? Goed Redelijk Matig. Waarom? ____________________ Onvoldoende. Waarom? ____________________ Geen mening

13

Wat vindt u van het aanbod van de fiets- en wandelroutes? Precies genoeg Te vaak Te weinig, ik ontvang liever ______ keer per jaar een fietsroute Te weinig, ik ontvang liever ______ keer een wandelroute

14

Maakt u gebruik van de fiets- en wandelroutes? Vaak Soms Nooit

Lezersaanbiedingen 15 Van welke lezersaanbiedingen maakt u wel eens gebruik? Vaak Soms Nooit Vleesaanbiedingen Boekaanbiedingen Huur vakantiewoningen Arrangementen. (Bijvoorbeeld bezoek Drents Museum) Excursiemogelijkheden 15a Zou u een uitbreiding van het aanbod aan lezersaanbiedingen op prijs stellen? Ja (ga naar 15b) Nee, omdat

11 Is het blad naar uw mening kritisch genoeg ten aanzien van maatschappelijke ontwikkelingen? Ja Nee, omdat 15b Ik zou van de volgende aanbiedingen gebruik maken: Cd’s en Dvd’s over natuur of cultuurhistorie Cursussen over de natuur Cursussen over cultuurhistorie Klassieke muziekconcerten Anders, namelijk ____________________


6

Erfgoed

Op een ruim boerenerf is altijd een plek voor een boom, een houtwal, een takkenwal, een singel of zelfs een bosje. Historisch gezien was hout functioneel: men had het overal voor nodig. Het werd gebruikt als brandstof, voor gereedschap, voor afscheidingen of om rommel aan het zicht te onttrekken. De bomen en bosjes werden bovendien nog eens gebruikt door amfibieën, vogels, egels en kleine zoogdieren, vlinders en andere insecten. Zij vonden in de bosjes altijd wel een lekker plekje om te scharrelen en te schuilen.

Janny Oudega*

foto: Geert de Vries

Heggemus (l) en Roodborst (r)

foto: Geert de Vries

Koolmees

foto: Geert de Vries

Meidoorn

Boeren hebben tegenwoordig steeds grootschaliger bedrijven. Het hout is niet meer echt nodig. Bomen en struiken worden vaak slecht onderhouden of zelfs helemaal opgeruimd. Jammer, want hierdoor wordt het steeds lastiger om te achterhalen waar vroeger het hout stond en welke soorten er voorkwamen.Verwaarloosde bomen en houtopstanden zijn heel goed weer in het gareel te krijgen. Een flinke snoeibeurt, verdeeld over een paar jaren, doet wonderen. En dan gebeurt wat we graag willen zien op het platteland: de vogels laten zich weer horen en zien tot ieders plezier. De Buizerd imponeert in de hoge eik, het Winterkoninkje en de Heggenmus scharrelen op de lage takken van de Hazelaar en de kleine Roodborst zoekt insecten tussen het blad op de grond. Bij tellingen op erven bleek dat meer dan 40 soorten in dit biotoop als broedvogel kunnen voorkomen. Elke vogelsoort heeft haar eigen ‘niveau’ waarop ze actief is. Soms trekt een troepje Staartmezen met veel sie-sie-sie geluiden van struik naar struik. En let u ook eens op de verschillende mezensoorten en vliegenvangers als ze druk bezig zijn met de insectenjacht. De Grote bonte specht vertoeft graag in de

foto: Joop van de Merbel

Creëer een vogelparadijs op het

dode berk en de Ringmussen beleven er veel plezier aan als ze in de struiken achter elkaar aan zitten. Andere soorten die graag gebruik maken van het groen op het boerenerf zijn Zwarte roodstaart,Vink, Tjiftjaf, Fitis, Kneu, Geelgors en Groenling. Vogelparadijs

Een belangrijk advies voor mensen die met hun boerenerf aan de slag willen: houdt de natuur dicht bij huis en wees zuinig op wat er nog staat. Moet er veel nieuw geplant worden, kies dan bomen die hoog kunnen worden met daaronder lagere struiken. Besdragende inheemse soorten als Lijsterbes, Meidoorn en Hondsroos zijn extra aantrekkelijk voor doortrekkende zangvogels. Struiken met stekels als Meidoorn en Sleedoorn leveren


Bestuurssamenstelling per 30 september 2006

Dagelijks Bestuur Stichting Het Drentse Landschap (tevens leden van het Algemeen Bestuur) Ing. M. Verhagen, Smilde (voorzitter) A.H. Bruins Slot, Ruinerwold (secretaris) Mr. D. Hoorn, Oosterhesselen (penningmeester) Drs. J.D.D. Hofman, Tynaarlo S. van der Veen, Vries Mevrouw B.M. van Mil, Gasselternijveen

foto’s: Adriana

veilige nestgelegenheid en beschermen zangvogels tegen roofdieren als katten en Sperwers. Als het erf wat te klein is voor veel bomen en struiken maak dan op een paar vierkante meter met klimplanten als Kamperfoelie, Hondsroos en bramen een klein oerwoudje. Met wat nestkasten erbij voor verschillende vogelsoorten wordt het erf een waar vogelparadijs. Vogels kunnen ook op een andere manier ‘gelokt’ worden. Laat openingen in hokken en schuurtjes voor bijvoorbeeld Kerkuil (plaats een kerkuilenkast!) of Boerenzwaluw. Laat een hoekje met wilde planten een beetje verruigen, één keer per jaar maaien is genoeg. Insecten en kleine zoogdieren hebben daar weer plezier van. Een rommelhoekje met wat brandnetels, oude dakpannen en rasterpalen is

Lanjouw-Entin g

boerenerf

eveneens een eldorado voor allerlei dieren. Wees niet al te netjes, laat her en der hoopjes takken en bladeren liggen. Zorg voor een drinkbak, eenvoudigweg door een cementkuip in te graven en een stuk hout op het water te laten drijven. Natuurlijk is een poeltje met een flauw talud ook een prachtige scharrelplek voor dorstige vogels. En ruim de bloementuin pas op na de winter want in al dat droge stengelmateriaal zitten insecten waar de vogels wel raad mee weten. *Mevrouw drs. J.J.H. OudegaSchokker is lid van de Werkgroep Boerenerven Drenthe.

Stichting Het Drentse Landschap behartigt ook de belangen van de Stichting Drentse Boerderijen en ondersteunt de Werkgroep Boerenerven Drenthe.

Algemeen Bestuur (overige leden) Mevrouw. M. Arends-Luinge, Paterswolde P. Brink, Ansen Mr. F. Dohle, Meppel S.W.G. Groenendaal, Assen J.L.A. van Hagen, Zuidwolde Dr. ir. D.H. Keuning, Borger R.H.J. Staal, Dalen G.W. de Vries, Assen Drs. B.S. Wilpstra, Zuidlaren Ereleden Mevrouw M.H. Hollema-Eikenberg, Rolde Prof. dr. H.Tj. Waterbolk, Haren

Het Dagelijks Bestuur van de Stichting Het Drentse Landschap vormt tevens het bestuur van de Stichting Orvelte (m.u.v. A.H. Bruins Slot) Stichting Drentse Boerderijen Stichting Lemferdinge Stichting Oude Drentse Kerken Stichting Drs. A.V.J. den Hartogh Fonds.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.