Kwartaalblad nr.56

Page 1

Kwartaalblad dec. 2007 no. 56

Tureluur

56


Kwartaalblad van Stichting Het Drentse Landschap Uitgave Stichting Het Drentse Landschap Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89 e-mail: mail@drentslandschap.nl Web-site: www.drentslandschap.nl Bankrek. nr. 30.28.75.751 Redactie E.W.G. van der Bilt, J.D.D. Hofman, S.S. van der Meer, m.m.v. H. Colpa, J.G. Schenkenberg van Mierop en B. Zoer Vormgeving Albert Rademaker BNO, Annen Grafische productie Koninklijke van Gorcum BV, Assen

3

Eruitgelicht

4

Nieuwe glans aan het Oude Diep

Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van de Stichting Het Drentse Landschap. Het Drentse Landschap is een uitgave van de Stichting Het Drentse Landschap. Het geeft informatie over de terrein­ bezittingen en activiteiten van de Stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de begunstigers van het Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage € 17,50 per jaar. Begunstiger voor het leven € 400,– . Als u Het Drentse Landschap extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze: Periodieke gift  In plaats van of naast uw begunstigersbijdrage. Dit is een voor de inkomstenbelasting volledig aftrekbare periodieke bijdrage, die u voor minimaal 5 jaar met een eenvoudige notariële akte toezegt. Voor bijdragen van € 50 en hoger per jaar regelt en betaalt de stichting de akte. Het kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de hoogte te houden van Het Drentse Landschap. Andere giften  Indien het totaal van uw giften in enig jaar zowel 1% van uw drempelinkomen als ook € 60 te boven gaat, is het meerdere aftrekbaar voor de inkomstenbelasting tot ten hoogste 10% van het drempelinkomen. Legaten of erfstellingen  U kunt de Stichting Het Drentse Landschap en/of de Stichting Oude Drentse Kerken ook in uw testament begunstigen. Stichting Het Drentse Landschap en de Stichting Oude Drentse Kerken zijn vrijgesteld van schenkings- en successierecht, zodat uw gift, schenking of legaat geheel ten gunste komt van deze stichtingen.

— terreinbeschrijving

9

Omslag Tureluur / foto Joop van de Merbel ISSN 1380-3263

— bestuursberichten

Ganzen

— gedicht

10

— fauna

— interview

— fauna

Gijsbert Six

De hervormde kerk van Hoogersmilde

— Stichting Oude Drentse Kerken

18

Sonja van der Meer

Schoonebeeker heideschapen

16

Henk Luning

Natuur belangrijk voor Piet Eggen

14

Rutger Kopland

Kraanvogels

12

Erik van der Bilt

Olav Reijers

Klein blaasjeskruid

— flora

Geert de Vries

20

WMD

21

De Palms bij Meppen

— wandelroute

25

De aarde is te klein

— opinie

26

Eric van der Bilt

De Scheperij

— gebouwen

28

Bertus Boivin/Eric van der Bilt

Eric van der Bilt

Hunebedden – een wereld te winnen

— archeologie

Wijnand van der Sanden

32

VSBfonds

33

Aankopen

34

Boomklever

— fauna

Nadere inlichtingen over de hierboven vermelde mogelijke vormen van steun kunt u inwinnen bij het kantoor van de stichting of bij uw notaris.

36

Het Drentse Landschap is één van de 12 provinciale landschappen.

41

NPL

42

Agenda

Joan D.D. Hofman

Kortweg

— berichten


Bestuursberichten

3

In Drenthe staan ongeveer 270 kerken. Ongeveer 70 daarvan zijn beschermd. Zij zijn door Rijk of Provincie aangewezen als monument. Zoals bekend maakt Het Drentse Landschap zich sinds enkele jaren sterk voor het behoud van deze kerken. Daartoe is onder meer Stichting Oude Drentse Kerken opgericht. In 2004 heeft deze Stichting een eerste kerkje van genoemde categorie in eigendom verkregen. De Vereniging Vrijzinnig Hervormden Gieterveen wenste dat dit gebouwtje behouden bleef voor de dorpsgemeenschap en schonk het aan de Stichting. Kort nadien deed de Gemeente Tynaarlo de synagoge in Zuidlaren aan de Stichting cadeau. De synagoge is inmiddels gerestaureerd en werd op 30 november j.l. op feestelijke wijze in gebruik genomen. Niet alleen als synagoge, maar ook als locatie waar een breed scala aan culturele activiteiten kan plaatsvinden. In Drenthe zijn ca.100 kerken van monumentale waarde, gebouwd in de periode 1800 tot 1940, geheel onbeschermd. Het zijn vaak kleine eenvoudige kerken, zonder pracht en praal, maar juist daarom voor Drenthe zo kenmerkend. De verspreiding van deze kerken over de provincie sluit nauw aan bij de ontginning van de grote veen- en heidegebieden en de daarop volgende occupatie. Iedere religieuze stroming realiseerde daarin naar eigen mogelijkheden haar eigen kerk. Door ontkerking en kerkfusie worden de individuele kerken en het totale spreidingsbeeld momenteel ernstig in het voortbestaan bedreigd. Bescherming van voor de lokale identiteit waardevolle kerken is hoogst noodzakelijk. De Provincie en de gemeenten moeten op korte termijn beleid gaan maken om deze kerken te beschermen. Dat moet ook gelden voor oorspronkelijke kerkgebouwen die niet meer als kerk in gebruik zijn. Gemeenten hebben bijvoorbeeld de mogelijkheid om een monumentenlijst op te stellen. Naar verluid hebben in Drenthe alleen de gemeenten Assen, Coevorden en Meppel zo’n lijst opgesteld.

foto: Joop van de Merbel

Maar ook de lokale bevolking en de kerkgemeenschappen moeten zich realiseren, dat de geschiedenis die door hun voorouders is geschreven, en de weerslag daarvan op stads- en dorpsbeelden, de moeite waard is om te beschermen en te behouden. Drenthe heeft er met de restauratie van de synagoge een waardevol cultuurbezit bij. Ook start binnenkort de restauratie van het Kleine kerkje in Gieterveen omdat de financiering nu rond is, zoals u verderop in dit blad kunt lezen. Mooie successen voor de Stichting en vooral ook voor de lokale gemeenschappen, die zich hiervoor hebben ingezet. Maar zoals uit bovenstaande blijkt: er is nog veel te doen.

Martin Verhagen Voorzitter van Het Drentse Landschap


4

Terreinbeschrijving

Stichting Het Drentse Landschap is vanaf 1995 bezig met het ontwikkelen en uitvoeren van plannen in het beekdal van het Oude Diep. De start hiervan was verwoord in ‘Een nieuwe kijk op het Oude Diep’. De inzet was het oorspronkelijke beekdal weer zo goed mogelijk in ere te herstellen.

Overzicht van projecten die in de afgelopen jaren in het Oude Diep zijn uitgevoerd

Nieuwe glans aan het Oude Diep Eric van der Bilt*

Oostermaat >

In 2000 werd het eerste deel van de herstelplannen voor het Oude Diep opgeleverd. Dit project Zuidmaten kwam tot stand in het kader van het gebiedsgerichte beleid waarvoor de Provincie Drenthe het Oude Diep project in het leven riep. Hierin participeren naast Het Drentse Landschap en de Provincie Drenthe ook de gemeenten Midden-Drenthe, De Wolden en Hoogeveen, Recreatieschap Drenthe, Essent Milieu en het Waterschap Reest en Wieden. In 2006 konden, in het project De Maten, maar liefst drie nieuwe deelgebieden natuurtechnisch worden ingericht, tezamen met een oppervlakte van 120 ha. Het betreft de gebieden Eekmaten, Oostermaat en Pesserma.

Eekmaten

Reigerveen

Altinghorst

De basis

Zuidmaten

Pesserma

foto: Archief HDL

©Topografische Dienst Emmen

Oostermaat

Zoals bij alle projecten waar functieverandering van landbouw naar nieuwe natuur wordt beoogd, start het proces met de grondverwerving. Hierbij was de rol van de Dienst Landelijk Gebied met als uitvoerder Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) ook ditmaal weer erg groot. Met name omdat tegelijkertijd ook de Ruilverkaveling Administratief Karakter (RAK) Stuifzand speelde. Een van de doelstellingen van deze RAK was het realiseren van nieuwe natuur in het beekdal van het Oude Diep. Hierdoor was het onder meer mogelijk om een aaneengesloten gebied van ± 40 ha in de Pesserma bij Stuifzand te verwerven. Even verderop in het beekdal kon het bezit van Het Drentse Landschap in de Oostermaat uitgebreid worden door verwerving van ontbrekende gronden, waardoor er een aaneengesloten gebied kon ontstaan. Hetzelfde proces speelde ook in de Eekmaten waar de stichting door het verwerven van de laatste percelen ter grootte van ± 14 ha het hele beekdal in eigendom kreeg. Dit alles was in 2003.


foto: Sonja van der Meer


Terreinbeschrijving

Vermeldenswaard is nog dat al in 2001 een student van de Saxion Hogeschool IJsselland te Deventer op verzoek van Het Drentse Landschap en het Waterschap Reest en Wieden onderzoek heeft gedaan naar de mogelijkheden voor waterberging in de Pesserma. De noodzaak voor extra waterberging bleek al eerder in 1998 toen, in een extreem natte periode, zelfs de tunnel in de A28 bij Hoogeveen vol water liep. Het potentiĂŤle bergingsgebied in de Pesserma werd voor een deel, en zeker niet op de beste plaats, begrensd als bergingsgebied. Waardoor uiteindelijk de bergingscapaciteit in de Pesserma niet de maximale inhoud van 260.000 m3 zou gaan bedragen maar slechts 30.000 tot 90.000 m3. Natuurontwikkeling

Oostermaat

In mei 2004 kreeg Royal Haskoning van de ingestelde projectgroep de opdracht om een natuurontwikkelingsplan op te stellen. Later gevolgd door tekening, bestek en begroting. In de projectgroep zaten Het Drentse Landschap, het waterschap en de Provincie Drenthe. De genoemde partijen namen ook de financiering van het onderzoek voor

hun rekening. De gemeenten, LTO en het Recreatieschap Drenthe waren agendalid. Het initiatief paste voortreffelijk in het Gebiedsprogramma Oude Diep 2002-2005 en genoot daarom brede steun. Besloten werd om voor elk van de deelgebieden, de Eekmaten, de Oostermaat en de Pesserma, een apart plan te maken. De drie plannen zijn in november 2006 gelijktijdig uitgevoerd. Eekmaten

De Eekmaten is een rank begindalletje gelegen aan de oostzijde van het Landgoed Vossenberg. Na de inrichting van het Reigerveen in 2004 ontstond de behoefte om dit gebied als brongebied te benutten door de neerslag daar op te vangen en langzaam te laten afstromen in de Eekmaten. Al eerder werd in het begin van de jaren negentig een aantal percelen in de Eekmaten van de bouwvoor ontdaan. Dit leidde tot prachtige schraallanden met Moeraskartelblad, Grote ratelaar, Dotterbloem, Riet- en Gevlekte orchis, Geelgroene zegge, Borstelbies, Kantig hertshooi, Laurierwilg en Valeriaan.

De inzet was het beekdal weer herkenbaar te maken

foto: Sonja van der Meer

6


Oostermaat

Het deelgebied Oostermaat ligt ingeklemd tussen het reeds eerder ingerichte gebied van de Zuidmaten en de Pesserma en vormt in landschappelijk opzicht het fraaiste en meest kleinschalige stuk van het Oude Diep. In de talloze bosjes en wallen zijn Rode en Blauwe bosbes, Adelaarsvaren, Bosanemoon en Grootbloemmuur te vinden. In het recent verworven (2001) Landgoed Amshoffbos werd in de zeventiger jaren nog de Grote keverorchis aangetroffen. In het gebied broeden Gele kwikstaart, Graspieper, Grauwe vliegenvanger, Spotvogel, Wielewaal en Nachtegaal. Ook hier speelde de wens om de herkenbaarheid van het beekdal te vergroten door verdwenen wallen te herstellen tezamen met de oorspronkelijke meandering van de beek. En wel zo, dat de historische loop en het profiel volledig hersteld zouden kunnen worden. In dit deel van het Oude Diep is een stuw weggehaald en vervangen door een enigszins buitenlands aandoende vispassage waardoor vissen zich beter door de beek kunnen verplaatsen. Denk bijvoorbeeld aan de Rivierprik. Omdat het beekdal van het Oude Diep door de Provincie is aangemerkt als ecologische verbindingszone tussen zuidwest en midden Drenthe, zijn op alle kruisingen en bij alle bruggen nieuwe faunapassages aangebracht. In het kader van de wateropgave zal in dit deelgebied in perioden van veel neerslag waterberging door inundatie kunnen plaatsvinden voor totaal zo’n 10.000 m3.

Pesserma

Voor de inrichting van de Pesserma is een wonderbaarlijk staaltje waterhuishoudkundige inrichting gepleegd. Het is een vrijwel open en vochtig weidevogelgebied waar Grutto, Tureluur, Watersnip, Paapje, Patrijs, Wulp, Wintertaling en Veldleeuwerik voorkomen. Er is nogal wat kwelinvloed. Met groeiplaatsen van Holpijp, Waterviolier, Snavelzegge, Dotterbloem en ook Moerasspirea, Echte koekoeksbloem, Wilde bertram, Gevleugeld hertshooi, Biezeknoppen,Veldrus en Margriet. Het kerngebied is zoals gezegd, eigenlijk tamelijk verkeerd gekozen omdat de oude beek en de laagste gronden ten westen van het huidige diep liggen. Er is mede daarom ervoor gekozen om een lage slenk door het gebied aan te leggen met een knijpconstructie op het einde. Als er dan veel waterafvoer is dan kan het gebied zich met water vullen en langzaam leeglopen. Hiermee werd een berging van 30.000 m3 gerealiseerd, uitlopend tot maximaal 90.000 m3. Rond het gebied zijn kaden gelegd en zijn waterschapsleidingen die nodig zijn voor de omliggende landbouwgronden, omgeleid. Betrokkenheid

Het Waterschap Reest en Wieden verdient lof voor de wijze waarop zij met de belangen van de particuliere grondeigenaren is omgegaan. Dat speelde met name rond de Oostermaat. Door steeds oplossingen op maat te bedenken, konden uiteindelijk alle problemen en bezwaren uit de wereld worden geholpen. Het kostte wel wat tijd maar leverde ook een voortreffelijke relatie met de omgeving op. Op 12 januari 2005 werd het concept natuurontwikkelingsplan in het dorpshuis van Stuifzand gepresenteerd. Na verwerking van alle opmerkingen en bezwaren werd het plan eind maart 2005 definitief. Het viel ons op hoeveel discussie er rond het

foto: Johan Vos

foto: Geert de Vries

foto: Jaap de Vries

met een kronkelend beekloopje en het oude wallenen singelpatroon. Daarnaast zijn ook een aantal percelen door ontgronding verschraald, met alle bloemenweelde van dien.

Van links naar rechts: Grote Keverorchis, Moeraskartelblad en Gevlekte Orchis


8

Terreinbeschrijving

recreatieve medegebruik ontstond. Waar enerzijds de wens bestond om medegebruik mogelijk te maken waren er steevast stevige bezwaren van direct betrokkenen. Besloten werd om de toeristisch/recreatieve infrastructuur pas inhoud te geven wanneer in het gehele dal de natuurontwikkeling zou zijn gerealiseerd.

De Eekmaten is weer het kleinschalig dalletje geworden wat het was en waardoor het Reigerveen het overtollige water afvoert. Het Drentse Landschap moet in de toekomst nog wel samen met het waterschap de meandering in het noordelijke deel afronden. De Oostermaat is een plaatje geworden met een indrukwekkende vispassage van Ibbenburen breuksteen. Het dal is op deze plaats een voorbeeld van een kleinschalig Drents landschap. De Pesserma zal zich tot een weidevogelgebied van belang kunnen ontwikkelen. Het Drentse Landschap heeft hier voor weidevogelbeheer gekozen en zal het gebied met behulp van ruige stalmest van een goed graslandbeheer voorzien. Nu al kleurt het water in de slenk roodbruin van de kwel. Een grote belofte voor de toekomst. Mogelijk zal de berging in de Pesserma tezijnertijd aan de westzijde verder vergroot kunnen worden. Ondanks dat er in de afgelopen 6 jaar diverse deelgebieden van het Oude Diep opnieuw zijn ingericht en momenteel het project Stadsrand Hoogeveen op stapel staat, zijn we er nog lang niet. Diverse stukken van het dal zijn nog niet verworven waardoor verdere inrichting op dit moment niet mogelijk is. Hopelijk zullen Rijk en Provincie ons de komende jaren blijven steunen om grondverwerving mogelijk te maken. Naar wij hopen realiseert het Waterschap Reest en Wieden zich ook in de toekomst hoezeer zij een partner als Het Drentse Landschap nodig heeft om de problemen met betrekking tot het vereiste Waterbeheer 21e eeuw en de implementatie van de Kaderrichtlijn Water in het dal van het Oude Diep op te lossen. Ga maar eens kijken naar de drie prachtig ingerichte deelgebieden van een steeds mooier wordend dal van het Oude Diep!

Perspectief

* Drs. E.W.G. van der Bilt is directeur van Stichting Het Drentse Landschap. foto: Bertil Zoer

Pesserma

Het project heeft 800 duizend euro gekost. Dit geld is grotendeel bijeengekomen dankzij de toewijding van de Provincie Drenthe in het kader van het Oude Diep project. De meeste subsidies werden ontvangen van het Rijk (SGB) en de Europese Unie (POP), met daarnaast bijdragen van de Provincie Drenthe, het Waterschap Reest en Wieden, Het Drentse Landschap en de Nationale Postcode Loterij. Naast het vinden van financiering moest er een heel vergunningentraject worden doorlopen: vergunningen van het waterschap, aanlegvergunningen van de gemeenten MiddenDrenthe en Hoogeveen en een ontheffing ex. artikel 75 in het kader van de Flora- en Faunawet.

Literatuur - Nieuwe Kijk op het Oude Diep (Het Drentse Landschap, Glastra 1995) - Zie ook artikelen in kwartaalbladen 31 en 45.


Ganzen Wat bedoelde je toen je zei: diepte dat is een woord voor wat ik nu voel – diepte. Er vloog een kleine groep ganzen over, een ijskoude glasheldere hemel in december. Dat is wat ik bedoel zei je: ganzen godvergeten hoog hun dunne geschreeuw wat is het dan alleen zijn samen dat blinde lot weten van die diepte die we hemel noemen het is een heel oud gevoel – een soort medelijden ouder dan ik ik heb dit mijn leven lang gezien en gehoord ik heb als kind gedroomd dat ze me mee wilden nemen ik weet nu dat ik ergens zou zijn achtergelaten. We bleven kijken en luisteren.

foto: Jaap de Vries

Rutger Kopland

Uit: ‘Over het verlangen naar een sigaret’, 1e druk 2001. Uitgeverij Van Oorschot, Amsterdam.


10

Fauna

Sinds de Kraanvogels het Fochteloërveen hebben uitverkoren om er te broeden staan deze fascinerende dieren volop in de belangstelling. Tijdens de trek van en naar de broedgebieden in het noorden en het oosten van Europa doen enkele de oostzijde van ons land aan. Er is moeilijk historisch bewijs te vinden of, waar en wanneer ze hier eerder hebben gebroed. Een aanknopingspunt hebben we evenwel als zo vaak bij de oude Drentse veldnamen. Henk Luning*

Kraanvogels horen bij Drenthe Zowel onder Gasselte als Exloo treffen we Kraanlanden aan en ook onder Westerbork komen een drietal veldnamen met ‘kraan’ erin voor. Het meest westelijk is Kraanakker onder Hijken. De veldnamen wijzen erop dat Kraanvogels hier vroeger foerageerden. De Olde Landschap wordt wel getypeerd als een hoog gelegen gebied met weinig water.Voor het oude Drenthe geldt dit zeker niet. Het gewest heeft een groot aantal stroompjes die het overtollige water naar de laag gelegen gebieden rond het Drents plateau afvoeren. Daar vormden vroeger uitgestrekte veenmoerassen een groot reservoir van water. Overal lagen veentjes en plassen. De beperkte afvoermogelijkheden van de riviertjes, of liever gezegd de stagnatie in de afvoer, veroorzaakten een grote waterrijkdom. Vooral hoogveenmoerassen zijn erg in trek bij Kraanvogels. Een andere eis van de vogels is dat het er rustig is, zodat ze rustig kunnen broeden. Het moerasgebied rond Coevorden was zo’n gebied. Het is daarom niet vreemd dat Johan Picardt (1660), Drenthe’s eerste geschiedschrijver, meldt dat hier

in 1440 al Kraanvogels voorkomen; broedgevallen noemt hij overigens niet. Macaber incident

De twee Kraanvogels die in november 1574 op de es van Westrup (bij Borger) werden aangetroffen, vormden vrij zeker een liefdespaar. Het jaargetijde leende zich er niet voor om te broeden, maar het stel zorgde wel voor een macaber incident. Reint de Mepsche, zoon van Johan de Mepsche van de havezate Westrup, werd tijdens het opjagen van de Kraanvogels gedood. De oude Johan de Mepsche bracht op de goorspraak (rechtzitting, red.) aan dat de pastoorsknecht Jan zijn zoon Reint de Mepsche ‘moerdelijk met opsetten willen ende met verboeden wapenen’ om het leven had gebracht. Dit kwam wel vaker voor in Drenthe, maar Reint was zich van geen kwaad bewust geweest toen hij op het familiebezit was gaan jagen op ‘veldhoenderen’. Hij deed dit in navolging van zijn voorvaderen die daartoe ook al gerechtigd waren. Het schietincident gebeurde toen Jan, de ‘wiltschut’ van de pastoor van Borger, hem wilde beletten om


Fauna

de twee Kraanvogels op te jagen. Er werden allerlei dreigementen geuit en uiteindelijk koos Reint het hazenpad. Om ongelukken te voorkomen had Reints broer Roelof zich ook nog tot de jachtopziener gewend en aangegeven dat er niets geschoten was. Het was echter tevergeefs: Reint de Mepsche viel dood ter aarde. De tegenpartij beweerde dat de vogels waren opgevlogen en daarom moest Reint sterven ook al stond zijn hele familie er bij! Waarschijnlijk was het voorval met de Kraanvogels slechts een gezochte aanleiding om een reeds aanwezige vete te beslechten. Een opzettelijke moord als vergelding voor het verjagen van een paar vogels is zelfs voor die tijd wel wat al te bar...

woordelijk voor zijn gezin. Regels worden niet gemaakt als er niets te regelen valt en daarom moet de conclusie wel zijn dat de Kraanvogels toentertijd in Drenthe broedden. Nieuwe kansen

Over blijft de vraag tot hoe lang dit gebeurde. In het plakkaat op ‘De jacht en de onderholdinge van ‘t wildwerk’ van 24 mei 1608 mochten de eieren van Kraanvogels niet worden geraapt of verkocht. Ook in de jachtwet van 1702 komt nog dezelfde bepaling voor. Niet lang daarna zullen broedgevallen van Kraanvogels in Drenthe tot het verleden hebben behoord. De jachtwet van 1807 vermeldt alleen dat het is toege-

11

staan de dieren op eigen grond dood te schieten. Deze maatregel zou te maken kunnen hebben met het aloude foerageren op de Kraanakkers. Drenthe werd waterarm toen het centrale plateau op grote schaal tot ontginning kwam, kanalen werden aangelegd en stroompjes werden genormaliseerd. Deze gang van zaken moet zijn weerslag hebben gehad op de Kraanvogels waardoor ze Drenthe links lieten liggen. De ontwikkelingen rondom het natter maken van natuurgebieden kunnen het tij mogelijk keren.

* H.M. Luning is amateur historicus.

Raapverbod

Reint de Mepsche had niets verkeerds gedaan.Volgens het oudst bekende jachtreglement voor Drenthe en Overijssel van 1563 was de Kraanvogel een dier waarop door de jachtgerechtigden geschoten mocht worden. Alleen al het feit dat de moerasvogel wordt genoemd toont aan dat het dier misschien niet veelvuldig voorkwam, maar in de trektijd in Drenthe ook niet zeldzaam was en waarschijnlijk hier zelfs broedde. Dit laatste kunnen we afleiden uit artikel 8 van genoemd reglement. Dit artikel luidde: ‘Voorts soe verbieden wij ock eenen jederen eenige Velthoenderen, Corhoenderen, Craenen, Swaaenen, Reygers, offte wat wilt dat het sij, oere Eyeren toe beroeven, bij die poene van 3 Caroli gulden unde die olders sullen den kinderen verbieden unde die Huisheer synen huysgesinde offte die broecke voor deselve betaelen’. Het is duidelijk: de eieren van Kraanvogels mogen niet geraapt worden en vader is verant-

foto: Martin Wolke/FN


12

Interview Sonja van der Meer*

De schilder Piet Eggen woont in het schilderachtige Den Huizen, vlakbij Balkbrug. Het Reestdal is zijn achtertuin. Voor Piet is schilderen zijn leven. En het onderwerp is steevast de natuur. Deze liefde begon al op jonge leeftijd en duurt nog steeds voort. Alhoewel zijn voorkeur tegenwoordig steeds meer uitgaat naar weidse landschappen. Dat is overigens niet zo verwonderlijk want vanuit zijn atelier lonkt een weids en uitgestrekt landschap. Deze gebieden die grotendeels in beheer zijn van Het Drentse Landschap, heeft hij ook op doek vastgelegd.

Natuur belangrijk thema in werk van Piet Eggen en te schilderen: een nest van een Zwarte roodstaart, een kevertje of vlindertje”. Vlinders

Als je door het atelier van Piet wandelt, valt op dat er nu vooral aquarellen met landschappen hangen, terwijl hij eigenlijk bekend is geworden met zijn zeer illustratieve tekeningen. Met deze tekeningen – vooral over het dierenleven – heeft hij in de jaren zeventig en tachtig zowel in binnenals buitenland veel faam verdiend. Zijn belangrijkste opdrachtgevers waren Grasduinen, Elsevier, Spectrum en Natuurmonumenten. Een heel bijzondere opdracht was het inventariseren van beschermde en bedreigde diersoorten in Zuidoost Azië. Eggen

tekende voor een handboek dat hierover werd gemaakt op zeer minutieuze wijze tientallen vlinders. “Ik was gevraagd om cursus te geven aan de kunstenaars die de bedreigde soorten moesten tekenen. Ik leerde ze het tekenen van gibbons, paddestoelen en vlinders. Maar op de een of andere manier kregen de kunstenaars het niet goed voor elkaar om de vlinders op de juiste naturalistische manier weer te geven. Dat lag vooral aan het kleurgebruik. Voor mij was dat vrij gemakkelijk en bovendien vond ik het erg leuk om te doen omdat vlinders wel een speciaal plekje bij mij innemen”. Landschapsschilder

Naast het werken in opdracht is Piet altijd blijven schilderen. Het was zijn

foto: Harry Cock

Het atelier van Piet Eggen is net nieuw, maar nog niet helemaal klaar. Hier en daar moet nog een stopcontact worden afgewerkt, of moet nog een likje verf worden aangebracht. Dat neemt niet weg dat er toch gewerkt wordt; Piets schildersezel is al geïnstalleerd en ook staan potten verf en tientallen kwasten in alle soorten en maten op hem te wachten. Door de verhuizing van de eerste verdieping van zijn prachtige monumentale boerderij naar het ‘koetshuis’, is het schilderen er de laatste tijd een beetje bij in geschoten. “Er gaan eigenlijk nauwelijks periodes voorbij dat ik niet teken of schilder”, zegt Piet Eggen. “Ik ben altijd bezig. En als ik geen inspiratie heb dan open ik mijn doos met verzameld materiaal en vind altijd wel iets om te tekenen


Interview

uitlaatklep om ook vrij te kunnen werken. Door allerlei redenen is er de laatste jaren een verschuiving geweest van natuurillustrator naar landschapsschilder. Het Reestdal is hierbij zijn belangrijkste inspiratiebron. Niet omdat hij er toevallig woont, maar vooral om zijn prachtige vergezichten, mooie perspectieven in het coulisselandschap en onverharde wegen die er ‘natuurlijk’ door het landschap lopen. In zijn illustraties tekent Eggen heel nauwkeurig en heeft hij veel oog voor details; haalt dingen naar voren waar je normaal overheen kijkt of niet bij stilstaat. In zijn aquarellen zien we dat ook

wel terug, maar is er wel een hoger abstractieniveau waardoor de totale sfeer en niet de details beeldbepalender is geworden. Uitgangspunt voor de keuze van de landschappen is vaak eenzaamheid en weidsheid. Het is als het ware een reis door het landschap, naar een verre horizon. Als kijker kun je het verloop van deze reis via velden, paden en heuvels volgen naar een verre en vage contour aan het einde. Opdrachten

Piet Eggen werkt nog wel zo af en toe in opdracht. Per toeval kreeg hij een

13

paar jaar geleden de opdracht om het landhuis te schilderen van iemand die ging verhuizen. Sindsdien wordt Eggen regelmatig benaderd om buitenplaatsen en landhuizen op het doek te vereeuwigen. Hij is echter wel kritisch in het aannemen van de opdrachten; het huis en de omgeving moet wel iets bij hem raken.Voor zichzelf heeft hij zijn vorige huis in Dedemsvaart, een oude burgemeesterswoning (Huize Moerheim, red.), op het doek gezet. “Het is een prachtig statig huis met een heel mooie parkachtige tuin. Iedereen verklaarde ons voor gek toen we zeiden dat we naar Den Huizen gingen verhuizen. Maar wij hebben nooit spijt gehad. Deze boerderij ligt midden in de natuur, omgeven door een mooi Drents landschap: weidevelden afgewisseld met bossen en heide. Ik voel me hier thuis en geniet elke dag van alles wat er voorkomt in het landschap”.

* Drs. S.S. van der Meer is hoofd communicatie van Stichting Het Drentse Landschap.

Atelierbezoek U kunt het werk van Piet Eggen in zijn atelier bekijken. Dat kan op afspraak: telefoonnummer: (0523) 614 856. Zijn werk is ook te zien op: www.pieteggen.info. Het adres is: Den Huizen 6, 7707 PL Balkbrug.


14

Fauna

Schoonebeeker heideschapen Gijsbert Six *

Het Schoonebeeker heideschaap is een uniek nationaal, en met name Drents, cultuurhistorisch erfgoed. Stichting Het Drentse Landschap beheert naast een groot aantal binnen rasters gehouden heideschapen ook twee kuddes Schoonebeekers rijke bijdrage aan het instandScheper Hendrik Noordhuis met zijn kudde op de Pieterberg bij Westerbork, ca. 1965 >

houden van het zeldzaamste Nederlandse schapenras. Eeuwenlang stonden schapen aan de basis van de boereneconomie in Drenthe. Het belangrijkste product, de mest, werd gebruikt voor de akkerbouw op de esgronden. Daarnaast leverden de schapen wat wol, leer en vlees. Iedere regio had een type schaap dat de meeste opbrengst gaf ten opzichte van het beschikbare aanbod en het beste was aangepast aan de plaatselijke omstandigheden. Op het Drents Plateau was dat het Drentse heideschaap. Alleen dit kleine en sobere schaap kon zich handhaven op de schrale heidevlakten. In de beekdalen aan de randen van het Drents Plateau was het voedselaanbod beter en kon men zich een iets productiever schaap veroorloven. Aan de zuidkant van het Drents Plateau was dat de Schoonebeeker. Dit schaap is wat zwaarder en werpt meer tweelingen.

foto: Archief HDL

en levert hiermee een belang-

Bijna uitgestorven

Twee ontwikkelingen hebben bijna tot het uitsterven van deze rassen geleid. Ten eerste maakte de kunstmest de schapenmest overbodig en werd het mogelijk om de onvruchtbare heidevelden te ontginnen. Ten tweede werden door de inzet van moderne methoden van veeveredeling de oorspronkelijke schapenrassen verdrongen. Men kruiste in met andere, meer productieve, rassen of stapte geheel over op een rendabeler ras. Toch zijn het Drentse heideschaap en de Schoonebeeker behouden. Bij Ruinen liep de laatste kudde Drentse heideschapen en in Westerbork was er nog een kleine kudde Schoonebeekers. Soms moest men zich flink verweren tegen aanslagen op de oorspronkelijke rassen. Zo wilde het bestuur van

de kudde van Westerbork de nogal eigengereide Schoonebeeker ooien laten dekken door een Drents heideschaapram om hiermee wat rustiger nakomelingen te krijgen. Herder Hendrik Noordhuis voorkwam het uitsterven van de oorspronkelijke Schoonebeeker door de Drentse rammen stiekem te voorzien van zelfgemaakte condooms. Tegenwoordig hebben beide rassen weer volop bestaansrecht. Door hun schoonheid en eenvoud van houden zijn het ideale dieren voor hobbyboeren en voor begrazing in natuurgebieden. Qua dierenwelzijn en milieu is het vlees superieur ten opzichte van vlees uit de bio-industrie. Zo wordt voor de schapen van Het Drentse Landschap geen krachtvoer van buitenaf aangevoerd.


Fauna Selecteren foto: Jaap de Vries

De herder is de eerst aangewezen persoon voor het selecteren van de schapen. Hij ziet de dieren dagelijks en weet welke schapen problemen hadden bij het aflammeren, lammeren verstoten hebben, gezondheidsproblemen hebben en moeite hebben om met de kudde mee te komen. Hij kent de zogenaamde ‘vliegers’, schapen die keer op keer uit de kudde weglopen op avontuur elders. Andere schapen gaan dan mee en veroorzaken veel onrust in de kudde. Het kost de herder en de hond veel aandacht en energie om de vliegers in de gaten te houden en weer bij de kudde te halen. De Nederlandse Fokkersvereniging het Drentse Heideschaap (NFDH) heeft de uiterlijke kenmerken van het ras vastgelegd in een rasstandaard. Sommige uiterlijke kenmerken zoals het gebit, de uier, de romp en het beenwerk hebben een directe invloed op het functioneren van het dier. Andere uiterlijke kenmerken zoals de structuur van de vacht,

Begrazing

Het Drentse Landschap zet groepen Drentse heideschapen en Schoonebeekers in voor de begrazing in diverse omrasterde gebieden. De schaapskooien op het Hijkerveld en bij Doldersum zijn de uitvalsbasis voor gescheperde kuddes Schoonebeekers. In een groot omrasterd gebied met een uitbundig en gevarieerd voedselaanbod krijgt het vee de kans om alleen de lekkerste hapjes op te zoeken. De schapen smullen van Struikhei en Bochtige smele terwijl de bente (Pijpestrootje) blijft staan.Vanuit natuurbeheer zou het juist andersom moeten zijn. Het voordeel van een gescheperde kudde is dat de herder met behulp van zijn honden de schapen gericht kan laten grazen.

15

overeenkomst. Er wordt uitgegaan van een nieuw fokkerijconcept dat beter dan de traditionele fokkerij aansluit op de wensen en het beheer van schaapskuddes voor landschapsbeheer. Ooien worden niet meer, zoals traditioneel is binnen stamboeken, individueel gekeurd en opgenomen in het stamboek maar als kudde beoordeeld. Door dus niet alleen op uiterlijke kenmerken en schoonheid te selecteren kunnen niet zichtbare maar toch belangrijke erfelijke eigenschappen van de Schoonebeeker beter behouden blijven. De keuze van dekrammen en de selectie van ooien vindt plaats in samenspraak met een keurmeester van de NFDH. Hierdoor kan de fokkerij met zo min mogelijk administratieve lasten, extra arbeid en stamboekkosten ingepast worden in de bedrijfsvoering van de kuddes. Door uitwisseling van rammen met andere kuddes en particulieren wordt inteelt, die de kleine populatie kan bedreigen, tot een minimum beperkt.

Aan de ‘natuurbeheerders’ worden strenge eisen gesteld. Het beenwerk moet sterk zijn want de dieren lopen grote afstanden in soms moeilijk begaanbaar terrein. Ook moet het schaap in staat zijn om een grote hoeveelheid laagwaardig ruwvoer dat overdag in een korte tijd is opgenomen, als mest naar de schaapskooi te brengen. Een ooi draagt ook nog een ongeboren lam mee of zoogt een lam. Bijvoeren moet nauwelijks nodig zijn. Bij het aflammeren en het verzorgen van de lammeren zijn menselijke ingrepen meestal overbodig. Ook een grote weerstand tegen ziekten en andere aandoeningen is belangrijk. Ten slotte moet het schaap goed kuddegedrag vertonen. Het schaap loopt mee in de kudde en heeft ontzag voor de hond.

foto: Gijsbert Six

Eisen aan de schapen

de vorm van de kop en de lengte van de staart hebben weinig invloed op de functionaliteit maar zijn van belang om de rastypische kenmerken van de Schoonebeeker in stand te houden.

Er is speciale aandacht voor het behoud van kleurdiversiteit en zeldzame kleurslagen.

Stamboekfokkerij

De Stichting Het Drentse Landschap en de NFDH hebben afspraken over de fokkerij van de Schoonebeeker gemaakt en vastgelegd in een kudde-

* Ir. G.C. Six is voorzitter van de Nederlandse Fokkersvereniging Het Drentse Heideschaap.


16

Stichting Oude Drentse Kerken

De hervormde kerk van Hoogersmilde Olav Reijers*

Het is een flinke afstand van Hoogersmilde naar Diever. Toch hebben de inwoners van Hoogersmilde dit stuk vanaf de stichting van de nederzetting afgelegd, meestal te voet, om naar de kerk te gaan. Het gebied is namelijk vanuit het zuiden ontgonnen en viel daarom kerkelijk onder Diever. Pas in 1844 kreeg dies beschikbaar aan de bouwers. In ruil voor deze bijdrage diende het ontwerp van de kerken wel te voldoen aan de wensen van het Rijk. Het Rijk had een voorkeur voor sobere, doelmatige kerken, gebaseerd op een zogenaamde classicistische vormgeving, afgekeken van gebouwen uit de klassieke oudheid. Het toezicht op de ontwerpen en de bouw werd uitgeoefend door ingeni-

Eenvoudiger kan bijna niet. De hervormde kerk van Hoogersmilde is een rechthoekig gebouwtje met de ingang aan de korte voorzijde. De zijmuren zijn door eenvoudige bakstenen omlijstingen in vier vakken verdeeld met in het midden van elk vak een venster. De ramen zijn blank en doorzichtig, zonder glas-in-lood. De achterzijde van de kerk is op dezelfde sobere manier behandeld, met als enige frivoliteit een meerhoekige afsluiting. Enkel de voorzijde van de kerk toont enige monumentale uitstraling. Het voorportaal heeft een sobere, klassieke omlijsting met een bovenlicht. Wat vooral opvalt is het slanke klokkentorentje dat de kerk bekroont, in dezelfde kleur als het portaal. Dergelijke kerkjes zijn in de 19e eeuw bij tientallen, mogelijk zelfs honderden, gebouwd in ons land. Het is de tijd van een hervonden godsdienstvrijheid gekoppeld aan het ontstaan van nieuwe dorpen en gemeenschappen, in Drenthe bijvoorbeeld vanwege de grootschalige veenontginningen. Het Rijk wilde graag een vinger in de pap houden bij de bouw van al deze nieuwe kerken en stelde daarom subsi-

foto: Drents Plateau

Waterstaat

eurs van Waterstaat, vandaar de bijnaam waterstaatskerken voor deze omvangrijke groep gebouwen uit het tweede en derde kwart van de 19e eeuw. Allure

Ondanks zijn eenvoud heeft het kerkje allure door de korte maar statige oprijlaan met aan weerszijden een bomenrij. Vanaf de Drentse Hoofdvaart heeft de


bezoeker zo een prachtige entree naar de kerk. Deze wordt nog versterkt door de aan de linkerzijde gelegen pastorie uit 1923. De kerk is in 1844 gebouwd maar ziet er bijna als nieuw uit, na een grondige opknapbeurt die in 2004 is afgerond. Het gebouw is aangepast aan de eisen van deze tijd, bijvoorbeeld wat betreft verwarming, brandveiligheid en verlichting. Dit heeft het oorspronkelijke karakter van de kerk echter nauwelijks aangetast. Oorspronkelijk bankenplan

De verrassing zit aan de binnenzijde. De kerk bezit een nagenoeg origineel interieur uit 1844 dat zo bijzonder is dat het onder bescherming van de monumentenwet valt. In de meeste kerken zijn de vaste banken in de loop der jaren vervangen door een meer flexibele en comfortabele opstelling. In Hoogersmilde is evenwel het oorspronkelijke bankenplan bewaard gebleven. Gemakkelijk zal het niet zitten, mooi is het wel. Het meeste hout is overigens bij de restauratie vervangen, het was niet meer terug te plaatsen, maar de opstelling is dezelfde gebleven. Bij de restauratie is ook onder verschillende lagen verf de

oorspronkelijke kleur van het houten gewelf weer teruggevonden en zo goed mogelijk terug gebracht. Het gezelschap dat op 29 december 1844 de kerk officieel inwijdde, zoals ‘den heer Gouverneur der Provincie Graaf van Randwijck, H.H. leden van Gedeputeerde Staten, den hr. Hoofd-Ingenieur van den Waterstaat, ’t Plaatselijk Bestuur van Smilde en anderen’ (citaat Drentsche Courant 31 december 1844) zal zonder enige moeite de kerk in zijn huidige staat hebben herkend. Zij hebben toen alleen over een lemen vloer gelopen, teruggevonden bij de restauratie. Later zijn hier een houten vloer en plavuizen overheen gelegd. Ook het orgel en de kroonluchters zijn later aangebracht, in de jaren ’50 en ’60 van de 20e eeuw. Huidig gebruik

Een dergelijk gebouw verdient gezien te worden. Met enige regelmaat zijn er tentoonstellingen van foto’s of schilderijen in de kerk, vaak in combinatie met de Drentse Fiets4daagse, zodat een groter publiek bereikt kan worden. De restauratie is deels betaald door bijdragen vanuit het dorp zelf. Ook personen en ondernemers die niet kerkelijk zijn, hebben bijgedragen omdat zij het belangrijk vinden dat het gebouw

17

en de bijbehorende maatschappelijke functie voor het dorp behouden blijft. Al voor de stichting van de kerk had een deel van de gelovigen zich in de jaren ’30 van de 19e eeuw afgescheiden om een eigen Gereformeerde gemeente te vormen. Pas in 1916 kreeg deze gemeente een eigen gereformeerde kerk met pastorie in Hoogersmilde. En nu, bijna tweehonderd jaar later, zijn beide gemeenten weer samengegaan in een federatie met een gezamenlijke predikant die twee kerken tot zijn beschikking heeft. De federatie moet nu een besluit nemen of het beide kerken wil aanhouden of doorgaan met een kerk. Mogelijk kan de Stichting Oude Drentse Kerken nog een rol spelen in het herbestemmen van het andere gebouw.

* Drs. O. Reijers is directeur van Drents Plateau.

foto: Drents Plateau

foto: Drents Plateau

Stichting Oude Drentse Kerken

De twee bordjes met het jaartal 1845 zijn afkomstig van het eerste orgel en later boven de zwarte zuilen van de galerij geplaatst.


Het Klein blaasjeskruid is een goede graadmeter voor de natuurkwaliteit van onze vennen. De aanwezigheid van dit vleesetend plantje betekent dat het water voedselarm en zuur is Bovendien weet je dan dat het ven in de zomer niet droog valt. Zoals gezegd, is Klein blaasjeskruid een zeldzaamheid. Zijn aanwezigheid op het Groote Zand is dan ook een groot compliment aan de beheerder. In het verleden hebben zandstormen locaal veel zand verplaatst waardoor laagten en heuvels zijn ontstaan.Vlak onder deze uitgewaaide laagten zit keileem dat slecht water doorlaat. Hierdoor kon het regenwater niet goed weg en groeiden de laagten geleidelijk dicht met veenmos. In de volksmond worden deze waterplasjes veentjes genoemd. De veentjes van het Groote Zand lagen in een uitgestrekt heideveld dat gemeenschappelijk eigendom was van de boeren in Hooghalen. Eeuwenlang hebben de boeren uit deze veentjes turf gestoken. Zo ontstonden vennen met open water. Gesteld kan dan ook worden dat open water in een ven vrijwel altijd is ontstaan door turfwinning.

Klein blaasjeskruid foto’s: Geert de Vries

Bijklussende minima

Geert de Vries*

Klein blaasjeskruid is een bescheiden bloeiend pareltje uit de laatste schatkamers van voedselarme vennen. Het is een zeldzame waterplant, maar gelukkig komt het kruid op het Groote Zand nog veel voor. In de zomer voorziet de plant sommige vennen van een prachtige goudgele gloed.

Het Klein blaasjeskruid is een waterplant en heeft geen wortels. De planten halen hun voedingsstoffen uit het water en niet uit de bodem. Een ven wordt gevoed door regenwater. Daar zitten heel weinig voedingsstoffen in. Het zijn slechts de specialisten die kunnen overleven in zo’n voedselarm milieu; zij hebben heel weinig voedingsstoffen nodig. Er moet dan nog wel het nodige worden bijgeklust om extra inkomsten te genereren. Zonnedauw en Klein blaasjeskruid vangen kleine diertjes, vooral om aan de broodnodige eiwitten te komen.


Flora

Het blaasjeskruid doet zijn naam eer aan. Tussen de ragfijne bladeren zitten ingedeukte blaasjes die door klepjes worden afgesloten. Aan de voorkant zitten kleine vangarmpjes. Raakt bijvoorbeeld een watervlo die vangarmpjes aan, dan springt het klepje naar binnen toe open en wordt het waterdiertje door de waterstroom naar binnen gezogen. Binnen een half uur heeft het blaasjeskruid zijn prooi verteerd en wordt de ‘waterval’ opnieuw opengezet. Dankzij deze extra inkomsten kan het blaasjeskruid bloemen vormen. Bestuiving

De kleine onopvallende bloempjes van het blaasjeskruid worden bezocht door insecten zoals zweefvliegen en wilde bijen. Deze insecten fungeren als een soort postbodes. Ze brengen stuifmeel van de ene bloem naar de andere. Het Klein blaasjeskruid doet veel moeite om te voorkomen dat het stuifmeel (mannelijk) op de stamper (vrouwelijk) van dezelfde bloem terecht komt. De blaasjeskruidfamilie heeft een slimme strategie ontwikkeld om inteelt tegen te gaan. Bloembezoekende insecten kunnen slechts moeizaam naar binnen komen, omdat de voordeur versperd is. Wanneer een insect eenmaal binnen is dan staat een stamper zo pontificaal op de bezoeker gericht, dat het stuifmeel dat al aan het insect kleeft alleen maar op de stamper terecht kan komen. Een bezoeker van de bloem moet dus nogal

19

wat moeite doen om het stuifmeel te kunnen verzamelen. De stamper is overigens zo gebouwd dat insecten bij het verlaten van de bloem hem niet nog eens kunnen aanraken. Anders zou er alsnog zelfbestuiving optreden. Toekomst

Een goed ontwikkeld ven groeit uiteindelijk weer dicht met veenmos. Dankzij eeuwenlange turfwinning op verschillende plaatsen en in verschillende tijden ontstonden in de veentjes overal geschikte groeiplaatsen voor het Klein blaasjeskruid. Al decennia lang is er geen turf meer gestoken.Veel veentjes zijn weer dichtgegroeid met veenmos. Dit is slecht voor het blaasjeskruid dat hierdoor verdwijnt. Immers, het kan alleen maar floreren in vennen met open water. De wereld van de echte minima staat door vermesting en verdroging onder grote druk. Door vermesting via water uit de omgeving of via de lucht krijgen die minima regelmatig uitkeringen ineens van soms wel drie keer modaal. Planten die altijd gewend zijn op een houtje te bijten weten zich geen raad met al die extra inkomsten en kwijnen weg. Ook ‘s zomers moet het woongebied van het Klein blaasjeskruid kletsnat zijn.Veel vennen hebben last van verdroging, onder meer omdat men in het verleden ontwateringssloten heeft gegraven om turf weg te halen. Tegenwoordig worden die sloten

steeds vaker weer gedempt zodat het regenwater langer vastgehouden kan worden. In sommige heideterreinen van Het Drentse Landschap zijn de resultaten van deze maatregelen al goed zichtbaar. Het Klein blaasjeskruid floreert er weelderig.

Het open water in dit ven is ontstaan door turfsteken

* G.W. de Vries is werkzaam bij het IVN-consulentschap Drenthe en is bestuurslid van Stichting Het Drentse Landschap.

De blaasjes fungeren als fuiken


Deze pagina wordt verzorgd door NV Waterleiding Maatschappij Drenthe

Kijk voor meer informatie over drinkwater op www.wmd.nl

foto: Joop van de Merbel

Water, elke druppel telt


Een eindje om met Het Drentse Landschap

Bertus Boivin / Eric van der Bilt

Wandelroute

34

De Palms foto: Jaap de Vries

bij Meppen


De Palms bij Meppen

6 7 8 5 9 P

Vlakbij de weg van Zweeloo naar Coevorden ligt het prachtige authentieke Drentse esdorp Meppen. Een oud Drents dorp met alles erop en eraan: hoge essen, madelanden langs de beek, heide en zandverstuivingen tot aan de rand van het dorp. Deze korte wandeling brengt u langs de oude boerderijen in het dorp via de Mepperdennen naar De Palms. Het is een heideterrein van ‘slechts’ 19 hectare van Stichting Het Drentse Landschap. Klein maar fijn, zou je kunnen zeggen: vrijwel nergens in Drenthe vindt u zulke mooie jeneverbesstruwelen als hier. ‘Palmbossies’ zeggen we in Drenthe. In Meppen noemden ze ze gewoon de ‘Palms’ met zo’n lekker lang aangehouden ‘aaaa’.

2 Bij de Mepperstraat gaat u rechtsaf. Vervolgens neemt u meteen rechtsaf de Driftweg. Op de kruising met De Brinken gaat u rechtdoor. Vanaf hier heet de weg de Veentiesweg. Onderweg ziet u hoe de eigenaren van de boerderijen op zoek zijn gegaan naar oplossingen om hun oude boerderijen als woonhuis bewoonbaar te krijgen. De een is daar duidelijk beter in geslaagd dan de ander. Let bijvoorbeeld eens op plaatsing en vorm van dakramen en dakkapellen. Ook de manier waarop men met de baander omgesprongen is, laat daar iets van zien. Zijn het grote deuren gebleven met een straatje ernaartoe of verving de eigenaar de baander door grote ramen met een tuintje ervoor? Verderop langs de Veentjesweg liggen

3

2

o

ie A

Situat

foto: Archief HDL

heideplaggen de voor het boerenbedrijf van die tijd onmisbare mest achterlieten. De oudste boerderij van Meppen vindt u op Middendorpsstraat 2. Boven de deur in de voorgevel staat het jaartal 1699. De gebinten en een deel van het zogeheten vakwerk zijn ouder.

4

©Topografische Dienst Emmen

1 Vanaf het informatiebord loopt u langs de Middendorpsstraat terug richting dorp. Doorlopen tot de Mepperstraat. Naar alle waarschijnlijkheid is Meppen al in de vroege middeleeuwen ontstaan. De omstandigheden waren er ideaal voor het boerenbedrijf. Er lagen hoge zandgronden ten zuidoosten en oosten van het dorp om akkers aan te leggen. Meppen heeft twee essencomplexen: de Mepper Esch en de Molenesch. Er lag in het beekdal van de Marsstroom ten westen van het dorp meer dan voldoende weiland en hooiland. Naar het noorden liepen brede schapendriften tussen de boerderijen door het veld op waarlangs de scheper de kudde van het dorp dagelijks naar buiten bracht. Op het eerste gezicht lijken de boerderijen van Meppen schots en scheef door elkaar te staan. Als u goed kijkt, zult u echter zien dat ze altijd zo liggen dat de wagens gemakkelijk door de baanderdeuren de deel op konden rijden. Vrijwel elke oude boerderij in Meppen heeft nog z’n eigen schaapskooi waar de schapen vroeger ‘s nachts op een laag

1 Start

1900


De Palms bij Meppen De route door Meppen, de Mepperdennen en over De Palms is aangegeven met paaltjes met een paarse kop. Lengte route 3,5 km. Benodigde tijd 1 uur. Begaanbaarheid paden Goed te belopen in alle jaargetijden. De smalle paadjes van De Palms zijn minder geschikt voor mensen die slecht ter been zijn.

Honden Niet toegestaan op het omrasterde gedeelte vanwege de schapen op het terrein. Startpunt Informatiebord van Het Drentse Landschap aan het eind van de Middendorpsstraat (straat begint aan de doorgaande Mepperstraat ter hoogte van de dorpspomp). Openbaar vervoer Buslijn Emmen-Hoogeveen, uitstappen halte Driesprong bij Meppen. Zie www.9292ov.nl of bel (0900) 9292.

nieuwere woningen.Verdwenen is het losse karakter van het oude dorp. Alle boerderijen en op boerderijen lijkende moderne woningen liggen keurig met de voorkant aan de straat. Hekjes, heggen en schuttingen zijn hier nodig om de grens van het mijn en dijn te markeren. 3 Op de kruising met de Bosrand blijft u de Veentiesweg rechtdoor volgen. De weg wordt een zandpad. Destijds liep de Veentiesweg door een reliëfrijk gebied met vrijwel kale zandheuvels en talrijke veentjes, die de weg zijn naam gaven. Hier en daar lag een stukje vlak land dat als weiland kon worden gebruikt of waar iets kon worden verbouwd. Links van de weg ziet u een prachtig in het bos gelegen weitje, honderd jaar geleden lag het op de hei.

foto: Jaap de Vries

Jeneverbes

foto: Jaap de Vries

foto: Jaap de Vries

Goudvink

4 Bij de plas in het bos neemt u het bospad rechtsaf door de Mepperdennen. U volgt het bospad zo’n 400 meter en neemt dan het smallere pad linksaf. Voordat het bos werd aangelegd, was de grote plas een van de vele veentjes tussen de zandduinen. Het Mepper Palmerzand staat al op de zogeheten Franse kaart uit 1811. Aan het eind van de negentiende eeuw begonnen particuliere ontginners hier bos aan te leggen. De greppels en walletjes door het bos stammen deels nog van vóór de bosaanleg. Ze werden gegraven en opgeworpen toen het eigendom van het veld over de markegenoten verdeeld werd. Het gaat dus om eigendomsgrenzen

van meer dan honderd jaar geleden. De Mepperdennen is op dit moment deels eigendom van Staatsbosbeheer, deels particulier bezit. In het bos zult u moeiteloos het reliëf van de oude zandverstuiving herkennen. Destijds werden de zandduintjes voornamelijk met Grove den vastgelegd. Later werd een deel van de Mepperdennen gebruikt als productiebos met vooral Lariks.Verderop in het bos komt u in gedeelten die het beste getypeerd kunnen worden als dichtgegroeid heideveld. Echt ontgonnen is de grond hier nauwelijks. Het laat zien wat er met een heideveld gebeurt als de schapen de natuur niet langer ‘kort houden’. Hier ziet u de eerste exemplaren van de Jeneverbes tussen de bomen staan. 5 Aan het eind van het pad neemt u de zandweg rechtsaf die de bosrand volgt. 6 De zandweg komt uit op een betonweg. Daar gaat u rechtsaf. U loopt op de grens van cultuur en natuur. Althans zo lijkt het, maar aan de natuur rechts van het pad zijn destijds evenveel keuzes vooraf gegaan als aan het aanmaken van landbouwgrond op het Mepperveld. Het is dan ook interessant om je af te vragen hoe het komt dat sommige delen van het oude Mepperveld akkerland zijn geworden en andere gedeelten heide zijn gebleven of bos zijn geworden. Het hing er onder andere van af wie toen eigenaar was. De een had meer middelen en mogelijkheden om te gaan ontginnen dan de ander. En dan was er de kwaliteit van


De Palms bij Meppen

8 Voorbij het wildrooster moet u rechtsaf De Palms op. De paaltjes brengen u min of meer diagonaal het veld over. Langs de konijnenpaadjes door De Palms komt u in een geheimzinnige sprookjeswereld die, als de avondschemer invalt, het rijk van heksen en boze geesten wordt. Zodra de ochtendnevel optrekt, verdwijnen de laatste ‘Witte

foto: Bertus Boivin

7 Links van het pad kunt u via een klaphek in het raster het bosje een eind inlopen. Ook een eindje verderop, links voorbij het wildrooster langs het pad op de grens van het bos en De Palms kunt u het bos even in. Daarna weer teruglopen naar de weg. Toen de heide niet meer werd begraasd, kregen allerlei planten en bomen de kans zich te ontwikkelen. Het meest sprekende voorbeeld

hiervan is de Jeneverbes, de Juniperus communis. In enkele tientallen jaren tijd ontwikkelde de heester zich razendsnel en groeide uit tot metershoge bomen en enorme struwelen. De hoogtijdagen van de Jeneverbes leken voorbij toen andere bomen deze pioniers begonnen in te halen. Zodra er om zonlicht gevochten moest worden, delfde de Jeneverbes het onderspit. De Jeneverbessen, ook in De Palms, leken ten dode opgeschreven. Kortgeleden is door middel van het project Op de bres voor de Jeneverbes een ultieme reddingspoging gestart. Ook de randzone van De Palms is in dit project meegenomen.

Wieven’ achter de palmbossies... Een ontmoeting die iets meer waarschijnlijk is, is overigens eentje met de schapen die hier de opslag moeten wegvreten. Hoewel, waarschijnlijk... Ze voelen zich zo goed in De Palms thuis dat zelfs de mensen van Het Drentse Landschap ze vaak niet eens kunnen vinden... Het Drentse Landschap hoopt door consequent verschralingsbeheer op De Palms toe te passen de verjonging

foto: Joop van de Merbel

de grond en de geaccidenteerdheid van het terrein die het aanmaken van de grond stukken duurder maakten. Soms was het aanleggen van productiebos bijvoorbeeld de beste optie. Een derde factor was de tijd: hoe langer een eigenaar wachtte met ontginning des te meer kans hij liep dat hij voor zijn plannen de handen niet meer op elkaar kreeg. Sinds 1964 mag er in Nederland geen ‘woeste grond’ meer worden ontgonnen.

Het Jeneverbes-dilemma Jeneverbes hoort bij het stadium van het heideveld dat net begroeid raakt. Zodra de Jeneverbes lichtconcurrentie van andere bomen ondervindt, zal hij het onderspit delven. De eisen die hij aan zijn omgeving stelt, zijn van dien aard dat de Jeneverbes weer net zo snel kan verdwijnen, als hij hier destijds gekomen is. Tenzij we ingrijpen. De afgelopen jaren hebben de fans van de Jeneverbes zich verenigd in het Jeneverbesgilde en zich voor diens voortbestaan ingezet. Onder andere in het bos ten noordwesten van De Palms kwam een project tot stand om oude, stervende of verstrikt geraakte jeneverbesstruwelen van de ondergang te redden. Om de Jeneverbes te redden moeten gezonde bomen en struiken letterlijk het veld ruimen. Zie hier het Jeneverbes-dilemma: Mag je de ‘wetten van de natuur’ op deze manier beïnvloeden? En heeft het wel zin? Kennelijk heeft de natuur ook zo haar eigen plannen met de Jeneverbes…

optimale kansen te geven en zo de Jeneverbes te behouden.Verjonging vindt hier vrijwel alleen plaats doordat takken tot op de grond doorzakken, daar wortel schieten en op die plek verder zelfstandig doorgroeien. Kenners noemen dit ‘afleggen’. 9 U komt uit bij een smal wildrooster. Op het pad gaat u linksaf en u bent weldra terug bij het vertrekpunt.

© Stichting Het Drentse Landschap (december 2007) Bezoekadres: Kloosterstraat 5 – 9401 KD Assen – Postadres: Postbus 83 – 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 – e-mail: mail@drentslandschap.nl


Opinie

25

Eric van der Bilt*

De aarde is te

klein

aan het worden

Hoezeer alles met alles samenhangt binnen onze mondialiserende economie wordt momenteel steeds duidelijker. De behoeften van de snel groeiende economieën van vooral India en China verhogen de prijs van de grondstoffen op de wereldmarkt. Een vat olie kost nu al bijna 100 dollar tegen gemiddeld ruim 30 dollar nog maar kort geleden. De hoeveelheden benodigde energie groeien enorm waardoor de westerse economieën pijnlijk afhankelijk zijn geworden van het grondstofrijke Rusland en de oliestaten uit het Midden-Oosten. In Nederland zijn er inmiddels plannen om 5 nieuwe kolengestookte en dus veel CO2 uitstotende centrales te bouwen. Een beeld dat we op meer plaatsen zien. Om deze afhankelijkheid het hoofd te bieden, hebben Amerika en de Europese Unie besloten om een groter deel van de energiebehoefte uit alternatieve bronnen te betrekken. Naast zonne- en windenergie is daarbij vooral het oog gevallen op biobrandstoffen. Uit maïs, tarwe of koolzaad. Zo’n ogenschijnlijk logisch besluit dat tevens de CO2uitstoot sterk reduceert, heeft meteen enorme invloed op de prijs en beschikbaarheid van grondstoffen en voedsel in de hele wereld. Een verhelderend voorbeeld is de gang van zaken in Mexico. De Amerikaanse economie vraagt om bio-energie uit maïs waardoor arme Mexicaanse boeren meer geld krijgen voor hun maïs. Met als gevolg het in korte tijd verdriedubbelen van de prijs van tortilla’s, het volksvoedsel voor arme Mexicanen. Die kwamen daartegen in opstand, met als gevolg een overheidsdecreet dat de prijs van de tortilla’s vastlegde.

Nieuwe mogelijkheden Ook in ons land stijgen de prijzen bij de grootgrutters over een breed front en de landbouw heeft in één klap weer perspectief. Het Drentse Landschap vindt dit laatste geweldig omdat een vitaal platteland niet zonder perspectiefrijke boerenbedrijven kan. Nog maar kort geleden leek voor velen het einde van de Nederlandse boer slechts een kwestie van jaren. Aan deze negatieve spiraal is nu gelukkig een einde gekomen. Wat wel frappant is, is dat de voorman van LTO Nederland de bovenstaande ontwikkeling meteen aangrijpt om dreigende voedselschaarste aan te voeren als argument om geen landbouwgrond meer in natuur te veranderen. Dat geldt blijkbaar niet voor functieveranderingen naar woningbouw, wegaanleg, industrialisering, maar wel voor nieuwe natuur. Terwijl iedereen weet dat voedselschaarste veeleer een gevolg is van verschillen in welvaart, ontoereikende distributie, oorlog etc. Iedereen weet ook dat de Nederlandse bevolking in meerderheid pleit voor een meer groene en natuurrijke woon- en leefomgeving. Ook heeft de Nederlandse overheid zowel naar haar bevolking als in EU-verband zichzelf verplicht om de aanwezige biodiversiteit te behouden en te ontwikkelen. Het pleidooi van de LTO maakt haar positie als voorvechter voor het agrarisch natuurbeheer er niet geloofwaardiger op. Blijkbaar vindt zij dat er genoeg natuur is en als er dan onverhoopt toch meer natuur moet komen, dan hooguit in de vorm van agrarisch natuurbeheer. Economische, territoriale en inkomenspolitieke motieven lijken daarbij dominanter dan de wens om de Nederlandse natuur in stand te houden. Boeren verdienen trouwens vrijwel zeker veel liever hun boterham via hun agrarisch ondernemersschap dan via de bureaucratische, slecht betalende en omslachtige subsidieregeling agrarisch natuurbeheer. De meerwaarde voor het behoud van biodiversiteit van deze regeling kan overigens sowieso niet goed worden aangetoond.

* Drs. E.W.G. van der Bilt is directeur van Het Drentse Landschap.


26

Gebouwen

Eric van der Bilt*

De scheper van het Hijkerveld heeft onlangs een nieuwe bedrijfswo-

Stichting Het Drentse Landschap heeft als een van de weinige natuurbeheerders boerderijen met eigen medewerkers en eigen vee. In dit kwartaalblad is daar al vaak melding van gemaakt en misschien heeft u wel eens een open dag op zo’n boerderij meegemaakt. Naast de vier boerderijen waar Limousinkoeien voor het beheer ingezet worden zijn er ook twee andersoortige ‘bedrijven’, te weten de gescheperde schaapskuddes van Doldersummerveld en Hijkerveld. Vanuit deze centra worden niet alleen de Schoonebeker kudden verzorgd maar ook diverse groepen Schotse Hooglanders en de heideschapen die vrij in de terreinen lopen.

ning gekregen. Het pand is gebouwd nabij de schaapskooi zodat de schaapherder dichtbij zijn vee is. Vooral in de lammerentijd is dit heel erg handig. Voor het ontwerp van de woning is gekeken naar het even verderop gelegen landhuis. Het nieuwe bedrijfspand heeft de toepasselijke naam De Scheperij gekregen.

Het Drentse Landschap vindt dat het voor een goede bedrijfsvoering noodzakelijk is dat de bedrijfshoofden, onze medewerkers die op de beheerboerderijen werken, in de buurt van hun dieren op de bedrijven moeten wonen. Alleen op het Hijkerveld was dat nog niet het geval. De bouw van een woning bij de schaapskooi was een lastige keuze omdat de stichting doorgaans geen voorstander is van bouwen in natuurterreinen. De noodzaak vanuit de bedrijfsvoering deed ons echter besluiten om dit project te realiseren. Mede de gelden van de Nationale Postcode Loterij maakten de bouw mogelijk. De referentie

Het was vanaf het begin duidelijk dat er een moderne woning moest komen. Geen geveinsde romantiek

foto’s: Hanna Schipper

Voor en tegen


Gebouwen

maar wel voortbordurend op een aantal kenmerken die horen bij het huis van Landgoed Hooghalen.Vooral het materiaal waarmee dit huis is gebouwd, was belangrijk. Het landhuis staat aan de Hijkerweg, de entree van het Hijkerveld. Op 23 februari 1934 legde Elisabeth Marie BlaauboerBenier, familie van een van de twee

Amsterdamse makelaars die de ontginning van de heide als investering ter hand namen, de eerste steen daarvoor. Voor de materiaalkeuze voor De Scheperij is vooral gekeken naar de kleur van de gebruikte stenen en de kenmerkende gesinterde trasraamsteen die met een rollaag tot onder de kozijnen doorloopt. Architect Astrid Siemer uit Assen heeft uiteindelijk de woning ontworpen waarbij de vorm van een Drentse keuterij als uitgangspunt werd gekozen. Het toenmalige hoofd Gebouwen, Jan Harm Eppinga, had de leiding over het project. De bouw

Eind 2005 werd de bouw door Alescon gestart en deze duurde ruim een half jaar.Vooral de aanleg van de infrastructuur bleek een bezoeking. Gas, licht, water, riolering en de kabel moesten tegen hoge kosten aangelegd worden, waarbij een afstand van bijna 2 km vanaf de bewoonde wereld overbrugd moest worden. Naast de woning is er ook een kapschuur met een gebintconstructie gebouwd en werd de oprit met oude klinkers gelegd. Al met al is het een sobere en vrij traditionele woning geworden. De topgevel van oregonpine is eigenlijk de meest opvallende moderne toevoeging. Het kozijnhout is wat dikker dan gebruikelijk.Verder zijn de goten van koper en zijn er wat natuurstenen accenten toegevoegd. Waaronder de naamsteen met “De Scheperij”. Geslaagd of niet

De Scheperij is de eerste bedrijfswoning die Het Drentse Landschap

27

heeft laten bouwen. De vraag is of zij erin geslaagd is om een op de traditie gebaseerde eigentijdse en in de situatie passende woning te realiseren. Kijkend naar het eenvoudige ontwerp en het sobere kleur- en materiaalgebruik zou men dat kunnen onderschrijven. Men kan natuurlijk ook vinden dat het allemaal wel erg ouderwets en oubollig is en dat de woning voor een keuterij wel erg luxe is. Graag zouden we uw opvatting willen weten. Ook zouden wij het zeer op prijs stellen om van u voorbeelden van mooie en geslaagde eigentijdse nieuwbouw, bij voorkeur op het platteland, te ontvangen. Reageert u alstublieft, bij voorkeur via de mail. Het liefst met een foto van het gebouw en een plaatsbepaling. Op deze manier wil Het Drentse Landschap nagaan of ze een Drents voorbeeldenboek van eigentijdse mooie nieuwbouw zou kunnen realiseren. Alvast heel hartelijk dank voor uw inzending.

* Drs. E.W.G. van der Bilt is directeur van Stichting Het Drentse Landschap.

Reacties kunnen gestuurd worden naar: info@drentslandschap.nl Of per post aan Stichting Het Drentse Landschap Postbus 84 – 9400 AB Assen


28

Archeologie

Hunebedden – een wereld te Wijnand van der Sanden*

Op vrijdag 28 september 2007 presenteerde de Hunebedden Beheergroep (HBG) in het Hunebedcentrum in Borger het rapport ’Hunebedden – een wereld te winnen’. Het uit drie delen bestaande rapport, opgesteld door Royal Haskoning in samenwerking met archeologisch bureau RAAP, maakt duidelijk dat de HBG grootse plannen heeft met de oudste zichtbare monumenten van ons land.

foto: Hans Meijer

De hunebedden D21 (achtergrond) en D22 bij Bronneger leunen beide tegen een eik.

De meeste bezoekers van een hunebed zullen zich vermoedelijk niet afvragen hoe het zit met de zorg voor deze monumenten. De terreinen ogen keurig, onopvallend, stralen haast iets ‘vanzelfsprekends’ uit en de granieten monumenten zelf maken een onverwoestbare indruk. Daar kun je toch nauwelijks omkijken naar hebben? Het is goed om er even bij stil te staan dat de huidige hunebedterreinen - we hebben er in Drenthe 40, met in totaal 52 hunebedden - hun bestaan en uiterlijk te danken hebben aan een actieve monumentenzorg. Die gaat terug tot de 18de eeuw, toen leden van de regionale elite geïnteresseerd raakten in het eigen, Drentse verleden. Die opkomende belangstelling leidde in 1734 tot het uitvaardigen van een verbod op het vernielen van hunebedden. Zonder die resolutie zouden we nu ongetwijfeld minder hunebedden hebben gehad. In de eeuw daarna bestendigde de provincie haar verantwoordelijkheid voor de hunebedden. Ze verbood onderzoek van de stenen grafkamers - en andere monumenten - door derden (1818) en stuurde vragenlijsten rond aan de burgemeesters met het verzoek te rapporteren over de toestand van de monumenten binnen de gemeente-

grenzen (Gouverneur Petrus Hofstede speelde daarin een belangrijke rol). De provincie claimde rond het midden van de 19de eeuw zelfs het eigendom van de stenen bouwsels, door ze te bestempelen als ‘heilige zaken’ die niet aan particulieren kunnen toebehoren maar onder het toezicht van de overheid vallen.Vijfentwintig jaar later (rond 1870) waren nagenoeg alle hunebedden - via schenking of aankoop - in handen van de provinciale en rijksoverheid gekomen, dankzij politieke druk vanuit de regio. Actieve ingrepen

In navolging van de wetenschap die intussen begonnen was met het documenteren van de hunebedden - bestempelde de overheid ze als overblijfselen van de eigen voorouders, als monumenten van uitzonderlijk cultuurhistorisch belang, als waardevolle en onvervangbare bronnen van kennis over het verleden die in goede staat aan volgende generaties moeten worden overgedragen. Erfgoed dus. De provincie begon zelfs met restaureren. In 1873 pakte Commissaris van de Koning Gregory persoonlijk hunebed D18 in Rolde aan. De bedoelingen waren goed, de uitkomsten niet: hij zette stenen recht die oorspronkelijk licht helden en hij groef delen van de oorspronkelijke dekheuvel weg, in de veronderstelling dat het stuifzand was. Gelukkig viel de klus zo tegen dat er nauwelijks andere restauraties ondernomen werden. Dat laatste veranderde rigoureus in de 20ste eeuw. Dat zou de eeuw worden van de Groninger archeoloog


Archeologie

29

Het project Hunebedden, een wereld te winnen, is mede mogelijk

winnen

gemaakt dankzij bijdragen van het Samenwerkingsverband NoordNederland, provincie Drenthe, gemeenten Aa en Hunze, Borger-Odoorn, Coevorden, Emmen, Noordenveld, Tynaarlo en Westerveld, VSBfonds, RACM, Staatsbosbeheer en Stichting Het Drentse Landschap.

Albert Egges van Giffen. Zijn bemoeienis met de hunebedden begon in 1918, toen hij in opdracht van de minister van Binnenlandse Zaken de stand van zaken opmaakte van de toestand waarin de hunebedden verkeerden. Hij inventariseerde, documenteerde, groef op, restaureerde op grote schaal en publiceerde. Hij gaf de hunebedreservaten hun huidige vorm, plaatste bronzen borden, aluminium handwijzers, basalten grenspalen en gaf de plaats van verdwenen stenen aan met betonnen plombes. Zijn erfenis is nog overal in het veld zichtbaar.Van Giffen deed jaarlijks verslag van zijn werk, eerst aan het Rijk, later ook aan het provinciaal bestuur.

Kloek rapport

Na Van Giffens dood werd het werk overgenomen door de Hunebedden Werkgroep. Deze werkgroep, die in 1983 door de minister van WVC (toen CRM) is ingesteld, heeft een ambitieus programma afgerond. Dat liep uiteen van informatievoorziening ter plekke tot consolidaties (waarbij voor het eerst metalen pennen werden gebruikt) en de verzegeling van keldervloeren om ongewenst spitwerk tegen te gaan. In 2000, toen ook de wettelijke bescherming van (bijna) alle hunebedden een feit was, heeft de Werkgroep Hunebedden zichzelf opgeheven omdat de gestelde doelen bereikt waren. Daarvoor in de plaats kwam de

minder formele Hunebedden Beheergroep, waarin naast de beheerders Het Drentse Landschap en Staatsbosbeheer, de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, het Hunebedcentrum en Drents Plateau zitting hebben. En ook deze groep toont enige ambitie met het uitbrengen van het rapport ‘Hunebedden - een wereld te winnen’. Het rapport bestaat uit drie delen. De kern van het hoofdrapport wordt gevormd door de voorstellen voor inrichting en beheer die per hunebed, c.q. hunebedcluster, geordend zijn. Per


Hunebed D34 bij Odoorn.

Archeologie

hunebed(cluster) wordt een kenschets van het hunebed/de hunebedden gegeven, wordt ingegaan op de ruimtelijke context, op landschappelijke, archeologische en historisch-geografische aspecten, worden aandachtspunten benoemd en volgt tenslotte een uitgewerkt inrichtings- en beheerplan. Dit omvangrijke blok (D; in totaal 225 pagina’s) wordt voorafgegaan door een inleiding over de opzet van het rapport (A), een hoofdstuk over de trechterbekercultuur en de geschiedenis van het beheerbeleid (B) en de visie van de Hunebedden Beheergroep (C). Deel 2 verstrekt onder meer kadastrale gegevens, relevante archeologische informatie en een lijst van gebruikte documenten op het gebied van de ruimtelijke ordening. Deel 3 bevat kaarten op A3-

formaat waarop de hunebedclusters en hun directe omgeving (‘onderzoeksgebied’) op een hoogtekaart (AHN) zijn geprojecteerd, en waar verder ook belangrijke cultuurhistorische en landschappelijke fenomenen als oude wegen, veentjes, etc. zijn aangegeven. In deze kaartbijlage zijn ook de inrichtingsvoorstellen opgenomen. Deze laten zien waar veranderingen gewenst zijn en waar de bestaande toestand juist gehandhaafd moet worden.

gangspunten/actiepunten legt simpelweg vast wat al jarenlang praktijk is, andere zijn nieuw. Eén van de uitgangspunten is dat hunebedden een grote belevingswaarde hebben. Het streven is om die belevingswaarde daar waar mogelijk te verbeteren. Actiepunten zijn: - geen meubilair binnen een afstand van 25 meter van de grafmonumenten plaatsen - het weren van nieuwe bebouwing in de directe omgeving - het weren van vaste licht- en geluidsbronnen - evenementen alleen toestaan als ze de beleving vergroten - terreinen daar waar mogelijk en zinvol vergroten om elementen en structuren die de beleving vergroten op te nemen - terreinen daar waar mogelijk/zinvol vergroten om zaken die de beleefbaarheid aantasten op afstand te houden.

Belevingswaarde

In het rapport ‘Hunebedden – een wereld te winnen’ legt de HBG haar visie neer op de hunebedden in de vorm van een achttal uitgangspunten, waaruit weer een reeks actiepunten voortvloeit. Een aantal van die uit-

foto: Hans Meijer

30

De omgeving van hunebed D34, dat niet ver van Odoorn ligt, is daar een mooi voorbeeld van. Dit hunebed werd tot voor kort beheerd door Het Drentse Landschap maar is onlangs in het kader van een hunebeddenruil overgegaan in handen van Staatsbosbeheer. Er liggen daar naast risico’s in de vorm van ontwikkelingen die de beleving aantasten (een paardenrenbaan en een in het oog springende uitbreidingswijk) diverse kansen. In de directe omgeving bevinden zich namelijk landschappelijke, archeologische en andere cultuurhistorische elementen


die samen met hunebed D34 in een groter, betekenisvol geheel betrokken zouden kunnen worden. Daarbij valt te denken aan het naastgelegen veentje, het verdwenen hunebed D33 - dat we weer terug zouden kunnen brengen in de vorm waarin Van Giffen het in 1918 aantrof -, de markante grafheuvel Eppiesbergje, het (onzichtbare) urnenveld van Driest, een prehistorische route en een markegrens uit veel latere tijd. Lange adem

Bij de genoemde ruil zijn twee hunebedterreinen in Bronneger van het Rijk naar de provincie overgegaan. Dat betekent dat deze terreinen, met daarop twee (D21-D22), respectievelijk drie (D23-D25) hunebedden nu door Het Drentse Landschap beheerd worden. Ook hier bestaan plannen om de twee niet-aansluitend gelegen hunebedreservaten samen met een aantal grafheuvels tot één terrein om te vormen. Net als ‘Odoorn’ is dit een zaak van lange adem. Maar het is de moeite waard. Het uiteindelijke doel is de beleving van de bezoekers te vergroten en dat laatste draagt hopelijk bij aan een respectvollere omgang met de megalithische (grote stenen, red.) monumenten. Beklimmen en vandalisme zijn immers nog steeds een realiteit en het streven is om die activiteiten zoveel mogelijk te ontmoedigen. Dit zijn nog maar enkele voorbeelden van de wensenlijst. Uiteraard moeten we realistisch met de hunebedden en hun omgeving omgaan. De stenen grafkelders liggen tenslotte in een levend landschap en dat betekent

foto: Hans Meijer

Hunebed D9 in de kom van Annen op een doordeweekse dag.

soms dat er ruimtelijk geen rek is. Dat laat echter onverlet dat er altijd naar kwalitatieve verbeteringen gestreefd kan worden. Het terrein van het hunebed te Annen (D9), bijvoorbeeld, ligt ingeklemd tussen een straat en twee huizen en kan niet vergroot worden om het monument aantrekkelijker te presenteren. De beleving zou echter al sterk verbeteren als de tegenoverliggende bushalte verplaatst zou worden, waardoor het hunebed niet meer dagelijks ontsierd zou worden door de talrijke fietsen die tegen het monument geplaatst worden. Er wordt al jaren over dit probleem gepraat, zonder dat er van vorderingen sprake is. De hiervoor genoemde voorbeelden hebben gemeen dat ze alle een lange adem vereisen. Gelukkig zijn niet alle aanbevelingen zo tijdrovend. Het creëren van zichtlijnen, het verwijderen van ongewenste begroeiing en het plaatsen van houten dwarsbalken waardoor het terrein niet meer toegankelijk is voor auto’s, zijn aanzienlijk sneller te realiseren. Samenwerking

Sinds de reuzen van dominee Johan Picardt definitief verjaagd zijn, zorgen we in Drenthe voor onze oudste graf-

monumenten en die zorg is nooit af. We zijn klaar voor een nieuwe fase en de HBG wil daar graag zijn schouders onder zetten. Uiteraard kunnen de meest ambitieuze plannen niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van de belangrijkste spelers in het proces van de ruimtelijke ordening: de gemeenten en de provincie. Wij hopen dan ook dat deze partijen kennis zullen nemen van onze intenties en constructief willen meedenken.

*Dr.W.A.B. van der Sanden is provinciaal archeoloog bij Drents Plateau en lid van de Hunebedden Beheergroep.


Stichting Het Drentse Landschap heeft in 2007 veel steun voor haar projecten gekregen van het VSBfonds. Zeer verheugend was dat het fonds onze stichting als eerste natuurorganisatie steunde met het realiseren van grondverwerving. Met maar liefst 1 miljoen euro toonde het VSBfonds haar betrokkenheid bij het Lofarproject. Andere projecten die met bijdragen van het fonds mogelijk waren, zijn de studie Hunebedden, een wereld te winnen en het natuurontwikkelingsproject Stadsrand Hoogeveen bij het Oude Diep. Vanuit de regionale afdeling zijn er bijdragen voor de Grafische werkplaats in Orvelte en het project Keuterijen in beeld. Tenslotte kan niet onvermeld blijven de genereuze steun die de Stichting Oude Drentse Kerken mocht ontvangen voor het kerkje in Gieterveen en de synagoge in Zuidlaren. Het is geweldig dat het VSBfonds ons zo breed steunt bij het realiseren van projecten voor de natuur en cultuur in Drenthe.

foto: Jaap de Vries

Veel steun van VSBfonds


33

Bestuurssamenstelling Stichting Het Drentse Landschap per 30 september 2007

Aankopen Melle Buruma*

Dagelijks Bestuur (tevens leden van het Algemeen Bestuur) Ing. M. Verhagen, Smilde (voorzitter) A.H. Bruins Slot, Ruinerwold (secretaris) Mr. D. Hoorn, Oosterhesselen (penningmeester) Drs. J.D.D. Hofman, Tynaarlo Mevrouw B.M. van Mil, Gasselternijveen Mevrouw A. Edelenbosch, Gasselternijveenschemond Algemeen Bestuur (overige leden) Mevrouw M. Arends-Luinge, Paterswolde P. Brink, Ansen Mr. F. Dohle, Meppel S.W.G. Groenendaal, Assen J.L.A. van Hagen, Zuidwolde Dr. ir. D.H. Keuning, Borger R.H.J. Staal, Dalen G.W. de Vries, Assen Drs. B.S. Wilpstra, Zuidlaren Ereleden Mevrouw M.H. Hollema-Eikenberg, Rolde Prof. dr. H.Tj. Waterbolk, Haren

Het Dagelijks Bestuur van de Stichting Het Drentse Landschap vormt tevens het bestuur van de Stichting Drentse Boerderijen Stichting Oude Drentse Kerken Stichting Drs. A.V.J. den Hartogh Fonds. De Stichtingen Orvelte en Lemferdinge zijn in 2006 gefuseerd met de Stichting Het Drentse Landschap.

In de eerste negen maanden van dit jaar is er in verschillende reservaten in totaal circa 35 ha grond verworven. In het eerste halfjaar leek het budget de beperkende factor te zijn voor een slagvaardig aankoopbeleid. Dit jaar is verder duidelijk merkbaar dat de prijzen van landbouwgrond gestegen zijn waardoor ook de grondaankopen voor de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur trager verlopen. Desondanks is er een aantal bijzondere aankopen verricht. Op het Landgoed Rheebruggen werd een drietal percelen verworven die tot dusverre altijd een enclave vormden op het landgoed. Het laatste perceel langs de oude beekloop de Scheidgruppe behoort ook tot deze aankoop. In het Bouwersveld/Koelingsveld werd de ontbrekende oppervlakte in het bos- en heidegebied aangekocht. Langs het heidegebied Boerenveensche Plassen werd een stuk cultuurgrond verworven waardoor nu een overgangszone is gerealiseerd tussen het natte heidegebied en de intensief gebruikte cultuurgrond. Aan de noordzijde van de Pesserma is een ontbrekende oppervlakte aangekocht. De gronden sluiten aan op andere eigendommen langs het Oude Diep. In het Hunzedal werden, nabij Zuidlaarderveen, enkele percelen grasland verworven plus een oppervlakte bouwland. Deze gronden zullen worden bebost waardoor een uitloopgebied ontstaat voor de bewoners van Zuidlaarderveen.

Hunzedal - 1,0 ha bouwland Gieterveen - 11,10.25 ha bouwland Zuidlaarderveen - 1,16.70 ha bouwland Eexterzandvoort - 2,37.12 ha grasland Westdorp Landgoed Rheebruggen - 1,85.31 ha grasland en bos - 0,66.90 ha bos - 1,46.45 ha grasland Bouwersveld - 4,30.10 ha bos en heide Oude Diep en Boerenveensche Plassen - 4,2 ha bouwland - 1,06.55 ha grasland - 6,19,55 ha grasland Hondstong - 0,06.00 ha veen en water Witte Zand - 0,89.90 ha bos

* Ing. M.H. Buruma is rentmeester bij Stichting Het Drentse Landschap.


Fauna

Joan D.D. Hofman*

Boomklever Dertig jaar geleden was de Boomklever nog een grote zeldzaamheid in Drenthe. In 1980 werd de stand op 10 paartjes geschat. Nu worden er zo’n 2500 broedparen geteld en geldt de foto: Geert de Vries

Boomklever in Drenthe als ‘algemeen’! Deze explosieve groei lijkt zich nog voort te zetten. Is dit een mysterie of valt het uit te leggen?

De veel gehoorde ‘verklaring’ van de sterke toename van Boomklevers in Drenthe is dat de bossen ouder en structuurrijker zijn geworden. Op zich lijkt het voor de hand te liggen, want de Boomklever heeft een sterke voorkeur voor oude, hoge bomen. Dit lijkt mij echter wat te simpel. Al heel lang is de soort algemeen in de oudere loofbossen van de Veluwe, het Gooi, Twente en de binnenduinrand. Het is een uitgesproken standvogel die zich niet graag buiten de grenzen van zijn territorium begeeft als het niet strikt nodig is. Als er maar beperkt voedsel te vinden is, bijvoorbeeld bij sneeuw, dan moet’ie wel. Echte trek kennen Boomklevers niet. Wel vliegen sommigen mee met troepjes mezen en belanden ze zo op plekken die ze niet uit eigen beweging gevonden zouden hebben. Als zo’n plek aan de eisen van de Boomklever voldoet, zouden ze zich er kunnen vestigen. Zo kunnen misschien de incidentele broedgevallen in Drenthe in de vorige eeuw vóór 1980 worden verklaard. Maar waarom zijn ze er dan als standvogel zijnde niet gebleven, en waarom hebben hun jongen zich er niet blijvend gevestigd? De Drentse landgoedbossen waarin ze toen zaten, waren toen ook al oud en structuurrijk. Aan de omvang van de bossen kan het ook niet gelegen hebben, want Boomklevers hebben bij goede condities aan enkele hectares genoeg. Een andere (zwakke) verklaring voor de recente massale vestiging in Drenthe is, dat ze er niet van houden grote boomloze gebieden over te vliegen. Grootschalige bosontwikkeling is op de hogere zandgronden pas in het eerste deel van de vorige eeuw op gang gekomen. Die bossen zijn inmiddels op een leeftijd dat ze voor Boomklevers interessant zijn. De binnen gezichtsafstand verspreide boscomplexen vor-

men stepping stones voor Boomklevers en kunnen bij het bezetten van de Drentse regio een rol hebben gespeeld. Maar waarom zo plotseling vanaf 1980 en waarom zo explosief? Landelijk beeld

Een zelfde opmerkelijke ontwikkeling als in Drenthe gebeurde ook in Noord-Brabant. Dat doet vermoeden dat het verband houdt met veranderingen in relatief jonge hoogveen- en heide-ontginningsgebieden. Daarbij zal het ouder worden van aangeplant bos ongetwijfeld een rol spelen. Daarnaast wordt elders op de hogere zandgronden een lichte populatiegroei en areaalvergroting vastgesteld. Dit doet zich min of meer in heel West-Europa voor. De Nederlandse populatie telde in de 70er jaren ongeveer 5000 paren en wordt thans op 20.000 geschat. Gold voorheen het oude loofbos als exclusieve habitat voor Boomklevers, nu zien we dat ze zich ook vestigen in naaldbossen, houtwalcomplexen, lanen, brinken, parken en tuinen. Hebben de Boomklevers in die landschapselementen een gat in de markt ontdekt? Kijkend naar het verleden moeten we ons natuurlijk wel realiseren dat men vroeger bomen buiten landgoederen veelal niet heel oud liet worden. Metselaar

De afhankelijkheid van Boomklevers van oude, hoge bomen houdt onder meer verband met de noodzaak om in een holte te broeden. Alleen oude, dikke bomen hebben natuurlijke boomholten of spechtengaten. Ondanks zijn imponerende snavel gaat hij echt niet zelf aan het hakken.Voor dergelijke holtes zijn natuurlijk meer liefhebbers.Voor de Bosuil heeft hij ontzag, maar met Spreeuwen, mezen en andere kleine soorten wint hij de concurrentieslag.

foto: Jaap de Vries

34


Fauna

Klevers

Boomklevers zijn de enige vogels die even gemakkelijk langs boomstammen – maar ook tegen muren – omhoog als omlaag kunnen klauteren. Altijd een poot voor en een poot achter; daardoor hangen ze altijd een beetje uit het lood. Het korte staartje wordt – anders dan bij spechten – niet als steuntje gebruikt. Gaande langs de stam speuren ze naar insecten, insectenlarven (rupsen), -poppen en spinnen. Bomen met diepe

schorsgroeven, zoals eiken en robinia, zijn favoriet. Zulke bomen worden ook gebruikt om in de schorsspleten kevers of noten vast te klemmen en open te hakken.Voorbereid op barre tijden worden zo ook voorraden aangelegd. Maar die voorraadkasten zijn niet altijd veilig voor andere liefhebbers…. Menu

In het voorjaar als talloze insecten gaan vliegen, jaagt de Boomklever door de boomkruinen en daarboven om insecten te vangen. Daarnaast worden stammen en takken afgezocht naar voedsel; voor zichzelf en voor de in het nest schreeuwende jongen. Na de zomer wordt het met de insecten en spinnen minder. Tijd voor een ander dieet. Nu worden zaden en noten het hoofdvoedsel, zoals beukennootjes, hazelnoten, dennenzaden en eikels, naast bijvoorbeeld mieren en slakken.Van de toppen van de bomen naar de grond. Geen probleem. Ook op de grond bewegen ze zich gemakkelijk. En als het allemaal wat moeilijk wordt met het boodschappen doen, dan pikt hij graag een graantje, zonnepitje of gehakte walnoot mee van de voedertafel. Lawaaischopper

Met de komst van de Boomklever is Drenthe een nieuw geluid rijker. Nieuw, maar ook opmerkelijk. De schelle, metalige roep kan je niet ontgaan. Dat helpt je om Boomklevers te ‘spotten’, vooral in het voorjaar als ze hoog in de bebladerde boomtoppen rondscharrelen. Met dat roepen markeert hij zijn enkele hectares grote territorium. Dat is zijn voedselgebied en daar bevindt zich

kruisspin

foto: Jaap de Vries

Als de nestopening groter is dan 32 mm wordt eraan gewerkt om andere woningzoekenden en nestrovers buiten de deur te houden. Met lemige modder wordt de ingang op de gewenste maat dichtgemetseld. Dat gebeurt ook bij nestkasten waarin ze wel eens broeden. De metseldrift is soms zo sterk dat ze ook het dak en de zijwanden verstevigen. Het metselwerk dat door beide vogels wordt gebouwd, kan wel meer dan 1 kilo wegen!

35

zijn nest. De waarschuwing is het hele jaar van kracht, want een Boomklever verlaat zijn gebied niet, tenzij voedselgebrek noopt tot zwerftochten. Opgegroeide jongen worden gedwongen het ouderlijke territorium te verlaten. Zij moeten dan maar ergens een opengevallen plek zien te vinden of genoegen nemen met kwalitatief minder geschikt biotoop. Gebleken is dat jongen zich meestal al voor de winter binnen enkele kilometers van de geboorteplek vestigen en zich territoriaal gedragen. Eigenlijk laten ze zich altijd horen. De winterse stilte in Drenthe werd voorheen af en toe benadrukt door een vlucht roepende ganzen, de ratel van een Winterkoning, het melancholieke riedeltje van een Roodborst. Sinds kort hoort daar ook de heldere roep van de Boomklever bij.

* Drs. J.D.D. Hofman is bestuurslid en redacteur van Het Drentse Landschap.


36

Berichten

Kortweg 1– Oude Diep

3– Scharreveld

Dit jaar is gekeken naar de samenstelling van de broedvogelbevolking van het kersverse waterbergings- en natuurgebied de Pesserma langs het Oude Diep bij Stuifzand. Het gebied blijkt een onweerstaanbare aantrekkingskracht te hebben op allerlei kritische weidevogels. Als broedvogel konden onder meer worden ingetekend: Tureluur, Grutto, Wulp, Kievit, Slobeend en Krakeend. Kernkwaliteiten van dit gebied zijn: hoge waterstand, veel dekking in de vorm van ruigte en pas laat in de zomer maaien. Alle bekende maar tegenwoordig vrijwel nergens meer aan te treffen voorwaarden om een, in Nederland sterk onder druk staande, vogelgroep een kans op overleving te bieden.

In het Scharreveld komen nog maar weinig Adders voor. De belangrijkste reden hiervoor is dat het terrein lange tijd te sterk versnipperd was voor een levensvatbare adderpopulatie. Sinds 2002 is er, dankzij natuurontwikkeling tussen de overgebleven heideterreinen, weer een aaneengesloten leefgebied van ongeveer 250 ha ontstaan. Een dergelijke oppervlakte is voor Adders minimaal noodzakelijk om te voorkomen dat ze aan inteelt ten onder gaan. Adders hebben nu eenmaal een vrij groot gebied nodig. Om te kijken hoe het staat met de overlevingskansen werd afgelopen jaar het deelgebied

2– Boerenveensche Plassen

foto: Jaap de Vries

Tijdens een libellenexcursie van de Libellenwerkgroep Drenthe werden 16 soorten libellen waargenomen. Ingeschat wordt dat er in dit plassengebied zo’n 22 soorten voorkomen. Waaronder enkele kritische soorten als Venglazenmaker, Koraaljuffer en Tengere pantserjuffer.

Boekweitenplas onderzocht met medewerking van een groep vrijwilligers. In het gebied werden metalen golfplaatjes uitgelegd op diverse plekken. Het idee is dat de dieren hier graag onder gaan liggen wat de waarneemkans aanmerkelijk vergroot.Vrijwel wekelijks werden alle plaatjes nagelopen. Helaas leverde dat geen enkele Adder op maar wel enkele Levendbarende hagedissen. Toch werden er in het vroege voorjaar aan de rand van dit gebied twee Adders waargenomen door onze fotografievrijwilliger Edwin Smit. Het lukte hem ook een van de dieren op de foto te krijgen. Gezien het

jaargetijde lijkt het er op dat de twee dieren ter plaatse ook overwinterd hebben. Duidelijk is wel dat de Adder in het deelgebied Boekweitenplas nu nog bijzonder schaars voorkomt. Komend jaar wordt een ander deel van het terrein onderzocht. Uiteindelijk hopen we zo in kaart te brengen hoe de dieren verspreid zijn door het terrein. Dit levert informatie op om met het beheer nog beter rekening te kunnen houden met de overlevingskansen in dit herstellende adderleefgebied. Met dank aan de inventarisatie-vrijwilligers: Ron Soenveld, Hilly Bobbink, Margot Knooihuizen en Jan Lubbinge.


Hunze

Verheugend is te kunnen melden dat ook de Commissie Omgevingsbeleid van de Provincie Drenthe in haar vergadering van 24 oktober j.l. de financiering van het LOFARproject steunt. De Staten van de provincie Drenthe heeft op 19 november uiteindelijk beslist dat zij € 2,75 miljoen aan dit project zal bijdragen. Samen met het Waterschap Hunze en Aa’s is Het Drentse Landschap bezig met de voorbereidingen voor drie nieuwe natuurontwikkelingsprojecten in het Hunzedal. In de gebieden de Noordma bij het Zuidlaardermeer, in de Oude Weer bij Gasselternijveen en in de Mandelanden in de bovenloop van het Voorste Diep bij Westdorp. De Grontmij heeft de drie onderzoeksvoorstellen uitgewerkt waardoor we binnenkort offertes kunnen vragen. De Gemeente Tynaarlo gaat samen met Het Drentse Landschap een fietspad op de kade rond het gebied Zuidoevers Zuidlaardermeer realiseren. Ook zal er een wandelpad vanuit de nieuwe wijk worden gemaakt. Een mooi voorbeeld van het samengaan van natuur, recreatie en dorpsontwikkeling. De ontwikkelingen in de flora in het gebied Annermoeras zijn dit jaar voor het vijfde opeenvolgende jaar in kaart gebracht door de vrijwilligers Willie Riemsma en Henny Leijtens. Dit jaar werden er 236 plantensoorten gevonden.

Nieuwkomers zijn onder meer Bleekgele droogbloem, Kruipend zenegroen en Vierzadige wikke. Opmerkelijk is dat ook het venige verleden van het gebied ineens weer zichtbaar wordt met de plotselinge verschijning van plukjes Veenpluis verspreid in het gebied. De karteringen geven onderbouwing voor toekomstige keuzes in het beheer.Vooral belangrijk voor wat betreft de keuze tussen hooilandbeheer en begrazing. Uit broedvogelkarteringen in het Annermoeras blijkt dat de diversiteit in soorten nog altijd toeneemt. De Watersnip met zijn prachtige baltsvlucht en de karakteristiek raspend roepende Kwartelkoning lijken zo langzamerhand tot de vaste bewoners van het gebied te horen. Er komen tegenwoordig zo’n 42 soorten broedvogels in het gebied voor. Kwartelkoningen komen op meer plekken voor langs de Hunze. De Kwartelkoningen worden hier tegenwoordig bijna individueel bewaakt door de vogelliefhebber Dick Schoppers. Gedurende het broedseizoen is hij vrijwel elke nacht op pad om de dieren te lokaliseren. Omdat deze soort erg laat in de zomer broedt is het van groot belang om goede afspraken over maaibeheer te maken. Goed weten waar ze ’s avonds zitten te roepen is daarbij onontbeerlijk.

foto: Bertil Zoer

4– Hunzedal

5– Hondstong Het afgelopen jaar werden grote aantallen Moerassprinkhanen waargenomen in het beekdalreservaat Hondstong bij Yde. Deze Rode-lijstsoort plant zich er ook voort. De dieren werden vooral waargenomen in de natte grazige laagtes in het, in 1995, gerestaureerde deel van het beekdalletje. Het karakteristieke getik, waarmee ze onderling communiceren, is vooral in de nazomer overal te horen in het gebied. Het erg zeldzame en Nederlands kleinste bloemplantje Dwergvlas komt al jaren voor in dit terrein. Dankzij het gegraas van de Schotse hooglanders weet dit ukkie onder de bloemetjes zich uitstekend te handhaven.Verstikking door grotere planten blijft uit terwijl de Dwergvlas zelf te laag is om afgegraasd te worden door de koeien.

6– Landgoed Rheebruggen Na jaren van afwezigheid lijkt het erop dat de Das weer teruggekeerd is op Rheebruggen. Tot in de jaren ’70 was er een bewoonde dassenburcht op het landgoed. Sinds die tijd was de soort verdwenen uit de wijde omgeving. Een heel enkele keer werd er een rondzwervend dier waargenomen maar tot vestiging kwam het niet. Collega’s van Het Utrechts Landschap stuitten tijdens een werkbezoek op verse dassensporen. Dit leidde na enig zoekwerk tot de vondst van de nieuwe dassenburcht. Met de vestiging op Rheebruggen is een belangrijke schakel tussen de dassenpopulatie van het Reestdal en die van het Drents Friese Wold door de dieren in gebruik genomen.

4

5

ASSEN

4

3 6 EMMEN 2 HOOGEVEEN MEPPEL

1


Diversen Synagoge Zuidlaren De gerestaureerde synagoge is op 30 november 2007 officieel in gebruik genomen en als synagoge opnieuw ingewijd op 9 december 2007. Burgemeester Rijpstra van de Gemeente Tynaarlo verrichtte de openingshandeling. De realisatie van dit project is mede mogelijk gemaakt met financiële steun van Stichting Levi Lassen, Stichting Oude Drentse Kerken, Stichting Het Drentse Landschap, VSBfonds, Nationale Postcode Loterij, Prins Bernhard Cultuurfonds, Rabobank Noord-Drenthe, Skan Fonds, Vindicat, Historische Vereniging Zuidlaren, Buurtvereniging Zuidbrinken, deelnemers actie ‘Adopteer een dakpan’, Feenstra Bakkerij, Alsema electra, Weeber beveiliging en vele anonieme schenkers. In de gerestaureerde synagoge zullen diensten van de Progressief Joodse Gemeente en vele andere activiteiten worden gehouden, zoals concerten, lezingen en tentoonstellingen. Kijk voor meer informatie op: www.synagogezuidlaren.nl of www.drentsekerken.nl

❧ Kerkje Gieterveen Het VSBfonds heeft € 20.000,-- toegezegd voor de renovatie van het kerkje te Gieterveen. Onze oproep in het vorige kwartaalblad tot financiële steun aan onze begunstigers leverde maar liefst € 6.000,-- op. Zeer verheugend is de toezegging van Leader+ subsidie, gekoppeld aan een bijdrage van de Provincie Drenthe en de Gemeente Aa en Hunze. Medio november lijkt dit in orde te komen waardoor de financiering van renovatie van dit kerkje rond is. Na de synagoge wordt binnenkort dus ook de tweede kerk van de SODK voor nieuw gebruik door de gemeenschap opgeleverd.

❧ Overleg kerkelijke gemeenten Met diverse kerkelijke gemeenten in Assen, Bovensmilde, Hoogersmilde en Avereest is gesproken over samenwerking. Voor wat betreft de Zuiderkerk in Assen is nadrukkelijk overname door de SODK aan de orde.

❧ Lezing over de geschiedenis van de Drentse kerken Op donderdag 14 februari om 19.30 uur houdt dominee Theo Hop een boeiende lezing over de geschiedenis van de Drentse kerken. De lezing wordt gehouden in de prachtige middeleeuwse dorpskerk van Vries. Adres: Brink 3 te Vries. Belangstellenden kunnen zich vóór 13 februari a.s. opgeven bij het secretariaat van Het Drentse Landschap: 0592-313552 of per mail: aanmelden@drentslandschap.nl. De toegangsprijs inclusief 2 consumpties is € 5,--.

Personeel Opnieuw heeft een medewerker het 25-jarig jubileum bij Het Drentse Landschap gevierd. Ditmaal was Aaltje Stroetinga aan de beurt. Zeer uitzonderlijk gestoken in een mantelpak onderging zij de loftuitingen. In de afgelopen 25 jaar heeft zij zich van een verlegen boerendochter uit Paterswolde ontwikkeld tot een steunpilaar van de stichting als hoofd beheeradministratie. Bij de stichting blijven medewerkers niet zelden heel lang. Wij beschouwen dat als een compliment; het maakt de stichting tot een stevige en ervaren organisatie.

als resultaat een gift van € 250,-.Verder kunnen nog giften van € 1.200,- uit Almelo, van € 500,- uit Zuidwolde en van € 100,- en € 250,- uit Assen worden vermeld. Ten aanzien van de legaten zal dit jaar een zeer substantieel bedrag worden ontvangen wat pas bekend wordt na verkoop van diverse panden die Het Drentse Landschap zijn nagelaten. Bestuur en medewerkers van de stichting kunnen niet nalaten te benadrukken hoezeer deze bedragen, van klein tot groot, ons sterken in het goede werk dat wij denken uit te voeren.

De oppervlakte natuurgebied rond het hunebed van Drouwen kon op een bijzondere wijze worden uitgebreid. De eigenaresse mevrouw M. KooijWeijling uit Schagen heeft Het Drentse Landschap 0,34.30 hectare bos geschonken dat grenst aan onze eigendommen. Een prachtig gebaar waardoor het hele gebied rond het hunebed in beheer is gekomen van de stichting. Oprechte dank hiervoor.

Schenkingen, giften en legaten Stichting Het Drentse Landschap wordt in toenemende mate door onze begunstigers maar ook door vele anderen bedacht met schenkingen, giften en legaten. Tot begin november ontving zij voor een bedrag van € 9000,- periodieke notarieel geregelde schenkingen en maar liefst voor € 6.000,- aan giften. Daar moeten toch een aantal gebeurtenissen bij genoemd worden. Zoals een gift van € 830,van een heer uit Hoogeveen, de maandelijkse gift van € 10,- van een dame die al geruime tijd wordt ontvangen en daarmee een substantieel bedrag vormt. Opvallend was ook dat een oudere dame uit Zuidlaren in plaats van een verjaardagscadeautje voorstelde de bijdrage aan Het Drentse Landschap over te maken. Met

Dinamo Fonds Opnieuw heeft het Dinamo Fonds onze stichting gesteund met maar liefst € 15.000,voor het project Stadsrand Hoogeveen. Al gedurende een lange reeks van jaren steunt dit fonds onze natuurprojecten. Haar vorige project betrof het realiseren van de kijkwand in Diependal. Het Drentse Landschap is het Dinamo Fonds zeer erkentelijk.


Berichten

Eerste prijs voor Jaap Onze fotografie-vrijwilliger Jaap de Vries sleepte onlangs de eerste prijs in de categorie professionals in de wacht bij een prestigieuze fotowedstrijd georganiseerd door het blad Grasduinen. De prijs werd binnengehaald met een fraaie intieme close-up van twee Weidebeekjuffers. Jaap maakt al jaren de meest fantastische natuurfoto’s. Lezers van dit blad hebben hier al vaak van kunnen genieten. Er verschijnt dan ook al tijden geen nummer van ons kwartaalblad zonder minstens één plaatje van ‘onze Jaap’. Jaap, van harte gefeliciteerd!

Herstart Landschapsbeheer Na een faillissementsituatie is de Stichting Landschapsbeheer Drenthe in afgeslankte vorm aan een herstart begonnen. Haar uitvoerende taken zijn elders ondergebracht en het aantal formatieplaatsen is tot 13 teruggebracht. Het Drentse Landschap is blij dat met hulp van de Provincie Drenthe en Landschapsbeheer Nederland een zelfstandig Landschapsbeheer Drenthe is blijven bestaan. De snel groeiende zorg over ons cultuurlandschap benadrukt de bestaansreden voor de Stichting. Het Drentse Landschap wenst Landschapsbeheer Drenthe succes met de doorstart.

Nieuw Peter Nijhoff wandelarrangement De Stichting Peter Nijhoff heeft een nieuw meerdaags wandelarrangement ontwikkeld.Voor dit nieuwe arrangement wordt

foto: Jaap de Vries

gebruik gemaakt van Het Tweestromenlandpad, een wandelroute van 92 kilometer uitgezet door B&B-ondernemers in de regio Hunze en Drentsche Aa. Het geeft wandelaars de mogelijkheid om het gebied te ontdekken waar de riviertjes de Hunze en de Drentsche Aa door het landschap kronkelen. Stichting Het Drentse Landschap spant zich in om het stroomdal van de Hunze in zijn oude luister te herstellen. Het Nationaal beeken esdorpenlandschap Drentsche Aa kent een lange historie van menselijke bewoning. Reeds 2000 jaar geleden werd hier geboerd. In zowel de Hunzevallei als het beekdal van Drentsche Aa krijgt het water weer een hoofdrol toebedeeld. De beken mogen weer vrijuit aan het meanderen slaan, de oeverlanden mogen weer nat en drassig

worden, overstromingen in het voorjaar zullen weer als normaal worden beschouwd. Al met al een interessant gebied om eens rustig te verkennen.Voor meer informatie op www.peternijhoff. nl of via telefoonnummer 0521351706. Een e-mail sturen kan ook naar info@peternijhoff.nl.

De Landschappen Na drie jaar heeft de directeur van De Landschappen dhr. Kievit ons voor een betrekking als regiodirecteur Zuid bij het Staatsbosbeheer verlaten. Hoewel deze vogel is gevlogen is hij gelukkig voor de praktische natuurbescherming behouden gebleven. Henkjan Kievit heeft De Landschappen nieuw elan gegeven en men mag aannemen dat hij hetzelfde bij SBB zal doen. Ons past dank voor zijn inzet.

Weer 3 nieuwe knapzakroutes U kent ze natuurlijk allang: de Knapzakroutes, wandelgidsjes die je langs de mooiste plekken in de provincie Drenthe leiden. Onlangs zijn er weer 3 nieuwe verschenen: Ansen-Ruinen (16), Wapse (17) en Alteveer-Kerkenveld (18).Tijdens het wandelen maakt u kennis met sterk afwisselende landschappen: beekdalen, landgoederen en voormalige moeras- en veengebieden. De Knapzakroutes zijn verkrijgbaar bij de boekhandel of bij de kantoren van VVV Drenthe Plus en kosten € 5,25 per stuk. Bestellen kan ook via www.inboekvorm.nl of www.knapzakroutes.nl. Per bestelling wordt € 2,50 in rekening gebracht voor verzend- en handelingskosten.

39


Berichten

foto: Archief HDL

40

Keuterij Anholt

Bouwactiviteiten De nieuwbouw van de Wilms Boo in Nieuw Schoonebeek vordert goed. Beide gebouwen zijn inmiddels van een rieten dak voorzien. De tekening voor de nieuwe schaapskooi Westerbork is klaar. Het ligt in de bedoeling hier ons vernieuwde beheercentrum voor de buitendienst te vestigen. De restauratie van de keuterij te Anholt zal nog dit jaar worden aanbesteed.Verder ziet het ernaar uit dat het Grafisch Centrum in Orvelte zal worden gerealiseerd. De Leader+ subsidie is, samen met subsidies van de Provincie Drenthe en de Gemeente Midden-Drenthe vrijwel rond. Het VSBfonds heeft reeds € 20.000,-- toegezegd, waarvoor dank. Ook de vernieuwing van het dak van het Schultehuis te Diever en het bijbouwen van een schuurtje bij Lemferdinge is ingestoken. Het mag duidelijk zijn dat onze sector gebouwen bruist van de activiteiten. De restauratie van de molen De Eendracht in Gieterveen vordert gestaag. Samen met de Molenstichting wordt nog gezocht naar mogelijkheden de molenaarswoning

ook te restaureren. Daar is voor wat betreft de financiering nog een lange weg te gaan.

Gentiaanblauwtjes onder de loep Leden van de Vlinderwerkgroep Drenthe houden de ontwikkelingen van het sterk bedreigde Gentiaanblauwtje in Drenthe al weer enkele jaren in de gaten. Ook alle populaties in de terreinen van de stichting worden nauwlettend gevolgd. De Gentiaanblauwtjes op het Scharreveld hebben dit jaar een bijzonder zwaar jaar achter de rug. Door hoge waterstanden in de winter zijn vermoedelijk veel overwinterende poppen verdronken. Dit resulteerde in een uiterst minimale afzet van eitjes dit jaar.Vorig jaar hoorde dit terrein nog tot een van de toplocaties in Drenthe. Het Doldersummerveld geeft juist een tegenovergestelde ontwikkeling te zien. In voorgaande jaren werd hier verontrustend weinig voortplanting waargenomen. Door de vondst van vele honderden eitjes op een nieuwe plek hoort het terrein nu weer tot de betere locaties. Enkele jaren monitoring laat

zien dat de aantallen enorm kunnen fluctueren. Ook lijken de plekken waar de eitjes afgezet worden in de loop van de tijd nogal eens door het terrein heen te schuiven. Wat dat betreft is er wel hoop dat de situatie in het Scharreveld zich weer zal kunnen herstellen. Ondertussen is er een Blauwe brigade gevormd vanuit IVN Westerveld. In samenwerking met Natuurmonumenten, Het Drentse Landschap en Vlinderwerkgroep Drenthe werkt de blauwe brigade aan versterking van het leefgebied van de Gentiaanblauwtjes in zuidwestelijk Drenthe. Op een nevelige zaterdag in oktober was de ploeg op het Doldersummerveld aan het werk. In een mum van tijd werden er enkele plagstrookjes aangelegd. Het is de bedoeling dat Klokjesgentianen zich hier goed op kunnen uitzaaien, waarmee er weer nieuwe planten komen waar de vlinder haar eitjes op kwijt kan.

Hoezo groen Assen? Assen heeft in een Groen Manifest enige tijd geleden in ieder geval op papier beleden trots te zijn op het vele groen binnen haar grenzen. Assen als groene stad. De praktijk wijst echter anders uit. Niet alleen heeft zij de bescherming van het Witterveld ondergeschikt gemaakt aan de wensen van het TT-circuit, ook de stedelijke groene ruimten staan onder druk. Denk maar aan de plannen om de Gouverneurstuin

te bebouwen met een beeldbepalende uitbreiding van het Drents Museum. Terwijl de bevolking was toegezegd om het park juist ten koste van het parkeerterrein te vergroten. In november werd bekend dat er een plan bestaat om de tennisbanen in het Asserbos te bebouwen. De groene ontwikkeling van Port Natal en de Eerste Steen blijft achter en de buurtbewoners rond Valkenstijn zijn bevreesd dat ook dit groene gebied in de vaart der volkeren opgestoten zal worden.

Vogeltentoonstelling gaat reizen In het informatiecentrum ’t Ende, bij De Stapel, was afgelopen zomer de fototentoonstelling ‘Vogels van het Reestdal’ van natuurfotograaf Johan Vos te bezichtigen. De tentoonstelling kon op veel belangstelling van het publiek rekenen. Ook de activiteiten die de vrijwilligers van Werkgroep ’t Ende rondom deze tentoonstelling hadden georganiseerd, zoals een vogelgeluidencursus, vogelexcursies en kinderactiviteiten, trokken veel deelnemers. Inmiddels heeft Johan Vos positief gereageerd op ons verzoek om de samenstelling van de foto’s enigszins aan te passen, zodat de tentoonstelling ook elders is te gebruiken. Komende lente en zomer zal deze vogelfoto-expositie te zien zijn in de galerie van het schathuis van landgoed Lemferdinge, Lemferdingelaan 2 te Paterswolde.


bedankt!

Drenthe in december op historische foto’s Op de site www.drentsfotoarchief.nl zijn deze maand historische foto’s van Drenthe in december te zien. Hardrijden op de schaats, ijspret, de Sinterklaasintocht en nieuwjaarsrolletjes bakken: het is allemaal vastgelegd op de gevoelige plaat. Op een prachtige opname uit het begin van de twintigste eeuw staan schippersknechten in Hoogeveen te wachten op de start van een schaatswedstrijd. In de karige wintermaanden als het schip ingevroren lag, was het prijzengeld zeer welkom. Het bakken van Sint Nicolaaskoeken is te zien op een foto uit 1960 van bakkerij Van Rossum in Exloo. Ook thuis werd er gebakken. In de jaren ’20 liet dhr. Ottens uit Paterswolde zich op de foto zetten bij het ‘knieperties’ of ‘rollegies’ bakken. Gezeten voor de kachel houdt hij het ijzer boven het vuur. De foto’s zijn afkomstig van het Drents Archief, Drentse gemeenten, historische verenigingen, andere Drentse organisaties en uit particuliere collecties. De site is onlangs geheel vernieuwd; bezoekers kunnen nu zelf opmerkingen aan de beschrijving van een foto toevoegen en er worden telkens nieuwe thema’s uitgelicht.

De 12 provinciale landschappen kunnen al jaren rekenen op steun van de Nationale Postcode Loterij. Mede dankzij deze bijdrage kunnen we veel extra’s doen voor de natuur en het culturele erfgoed. In Drenthe hebben we in 2007 met steun van de NPL de volgende projecten kunnen realiseren: • muziekkoepel Orvelte • knapzakroutes • inrichting van vogeltentoonstelling • nieuwsbrief voor vrijwilligers • schapenboekje in informatiecentra • wandelroute Loop van het Oude Diep • bouw en inrichting uitkijktoren Eexterveen • renovatie synagoge Zuidlaren • natuurontwikkelingsprojecten Bongeveen, de Maten en Zuidoevers.

foto: Willem Kolvoort

Bestuur en medewerkers van Het Drentse Landschap bedanken directie en medewerkers van de Nationale Postcode Loterij voor hun steun en betrokkenheid in 2007.


42

Agenda

Agenda Algemeen

Het meenemen van honden tijdens de excursies is niet toegestaan; ook niet aangelijnd. Vertrek schaapskuddes De schaapskuddes van het Hijkerveld en het Doldersummerveld vertrekken met herder om 9.30 uur naar de heide. De kuddes zijn rond 16.30 uur weer terug bij de kooi. Zie voor routebeschrijving bij Informatiecentra. Verrekijker aan te bevelen

Laarzen gewenst!

Spiegeltje en loep aanbevolen

Vogelkijkhut Diependal De vogelhut is in principe het gehele jaar geopend, behalve als het gevroren heeft.Van 1 april tot eind september is er op zondagen meestal een vogelkenner aanwezig, die u graag het een en ander vertelt over het vogelleven op de vloeivelden. Bij het vloeimeer, vlakbij de hut, is ook een vogelwand aanwezig. De hut is te bereiken door vanaf het Oranje­kanaal, vlakbij de ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. Een en ander is met borden aangegeven. Wie dubbel wil genieten doet er goed aan een verrekijker mee te nemen! Lemferdinge Op landgoed Lemferdinge in Paterswolde zijn in de galerie regelmatig exposities te bezichtigen. De galerie is open van vrijdag t/m zondag 12.00-17.00 uur. Informatiecentra

Eigen fiets meenemen

De Blinkerd Vamweg te Wijster Het hele jaar open van 10.00 uur tot zonsondergang

Hijkerveld Bij de schaapskooi. Route: vanaf Hijken aangegeven met bordjes Het hele jaar open van 9.30 tot 16.30 uur

• Activiteiten speciaal gericht op kinderen

’t Ende Stapelerweg 20, De Stapel (bij De Wijk) van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur

Orvelte Dorpsstraat 1a te Orvelte van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur

Huenderhoeve Huenderweg 1. Dit is de weg tussen Wateren en Doldersum van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur

foto: Peter Venema

Activiteiten algemeen De excursies en lezingen zijn gratis, tenzij anders aangegeven, en nemen ongeveer twee uren in beslag. Mochten de excursies beduidend langer duren, dan wordt dit aangegeven. U hoeft zich alleen op te geven wanneer dat vermeld staat.

za 22 december 14.00 uur Winterwandeling Doldersummerveld Een wandeling op de dag dat de astronomische winter begint. Start: informatiecentrum bij de schaapskooi aan de Heunderweg 1, Doldersum. do 27 december 14.00 uur Eindejaarswandeling Drouwenerzand Een winterwandeling over het stille Drouwenerzand. Start: informatiepaneel van Het Drentse Landschap, tegenover caférestaurant Alinghoek, Alinghoek 16a, Drouwen. zo 30 december 14.00 uur Eindejaarswandeling Hijkerveld De laatste mogelijkheid om in 2007 met gidsen van Het Drentse Landschap op pad te gaan… Start: schaapskooi Hijkerveld. Deze is vanaf het dorp Hijken met bordjes aangegeven. zo 13 januari 14.00 uur Beleef het Doldersummerveld Op de hei van het Doldersummerveld valt ook in de winter veel te beleven. Start: informatiecentrum bij de schaapskooi aan de Huenderweg 1, Doldersum.

zo 20 januari 14.00 uur Archeologische wandeling Kampsheide Onder leiding van archeologische gidsen langs grafheuvels en andere sporen uit de prehistorie. Start: parkeerplaats Kampsheide. De provinciale weg Assen – Rolde nemen en bij Tumulibos afslaan richting Balloo.Vervolgens eerste weg links. zo 27 januari 14.00 uur Drenthe grondig bekeken Aan de hand van de bodem leert u onder deskundige leiding het mooie natuurgebied Nuilerveld beter kennen. Start: informatiepaneel noordzijde dorp Pesse, 1e weg rechts na Wok-palace. Na 1,5 km ziet u 2 de parkeerplaats. zo 3 februari 14.00 uur Het naderende voorjaar in de Hondstong Een mooie wandeling waarbij u op zoek gaat naar de eerste tekenen van het naderende voorjaar. Start: parkeerplaats aan de noordzijde van het reservaat. Deze is te bereiken door vanaf de provinciale weg Vries – Donderen (N386) de Veenweg in te slaan. Na 2 kilometer bereikt u de parkeerplaats.


Agenda

zo 24 februari 10.00 uur Zandheren van Drouwen Deze excursie neemt u mee op een wandeling door het Drouwenerzand, waarbij de aandacht is gericht op de rijke geschiedenis van dit stuifzandgebied. Start: informatiepaneel van Het Drentse Landschap, tegenover caférestaurant Alinghoek, 2 Alinghoek 16a, Drouwen.

zo 10 februari 14.00 uur Water en vogels op Diependal Een vogeldeskundige legt de betekenis uit van water voor de vogels die op Diependal overwinteren. Start: vogelkijkhut. Deze is te bereiken door in het dorp Oranje de Zwarteweg in te slaan. De route is met bordjes 1 aangegeven. do 14 februari 19.30 uur Lezing over de geschiedenis van de Drentse kerken Een boeiende lezing door Theo Hop over verschillende aspecten van de Drentse kerkgeschiedenis in de mooie en oude kerk van Vries. Locatie: Dorpskerk Vries, Brink 3, Vries. Kosten entree en consumpties: € 5,-- p.p. Opgave: per e-mail: aanmelden@ drentslandschap.nl of telefonisch tijdens kantooruren bij het 3 secretariaat: 0592-313552. zo 17 februari 14.00 uur Water in de nieuwe natuur Gidsen nemen u mee langs de zuidoevers van het Zuidlaardermeer en vertellen over de rol van water bij de ontwikkeling van dit nieuwe natuurgebied. Start: parkeerplaats dorpshuis aan De Kruierij, 1 De Groeve.

zo 9 maart 14.00 uur Broedvogels op Diependal Op Diependal komen tientallen soorten watervogels voor. U kunt ze ongestoord observeren onder begeleiding van een vogeldeskundige. Start: vogelkijkhut. Deze is te bereiken door in het dorp Oranje de Zwarteweg in te slaan. De route is met bordjes 1 aangegeven. zo 16 maart 11.00-16.00 uur Open dag beheerboerderij Rheebruggen Op Landgoed Rheebruggen staat één van de beheerboerderijen van Het Drentse Landschap. Tijdens de open dag is er tevens een proeverij van onze vleesproducten. Locatie: beheerboerderij Rheebruggen, Rheebruggen 8, Ansen. zo 16 maart 14.00 uur Knoppen in het voorjaar Een boeiende excursie waarbij alle aandacht is voor het ontluikende voorjaar. Gidsen wijzen u op onopvallende maar prachtige bloeiwijzen. Start: informatiecentrum ’t Ende, Stapelerweg 20, De Stapel (bij De Wijk). ma 24 maart 14.00 uur Paaswandelingen Hijkerveld, Doldersummerveld en ’t Ende In samenwerking met Dagblad van het Noorden op stap met gidsen in enkele mooie natuurgebieden van Het Drentse Landschap. Voor meer informatie: www. drentslandschap.nl of bel tijdens kantooruren: 0592-313552.

do 27 maart 19.30 uur De onderwaterwereld van Drenthe Willem Kolvoort, onderwaterfotograaf, geeft een lezing over het leven dat zich onder de waterspiegel van de Drentse beken en vennen afspeelt. Kolvoort is de fotograaf van het onlangs verschenen boek Beeldschoon Water. Locatie: Wilhelmina Zalencentrum, Wilhelminaplein 2, Beilen. Kosten entree en consumpties: € 5,-- p.p. Opgave: per e-mail: aanmelden@ drentslandschap.nl of telefonisch bij het secretariaat: 05921 313552. za 29 maart 14.00 uur De grond onder onze voeten Een wandeling over de Gasterse Duinen waarbij wordt stilgestaan bij de bodem waarop wij lopen. Start: informatiepaneel van Het Drentse Landschap op de parkeerplaats aan de Oudemo2 lenseweg bij Gasteren.

1

Water Water wordt de komende jaren een belangrijk thema. Nederland en andere Europese landen hebben de opdracht om voor 2015 de waterkwaliteit in eigen land aanzienlijk te verbeteren. Goed water is van levensbelang voor plant, dier en uiteraard ook voor de mens. Schoon water klinkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Overheden en organisaties als waterschappen, waterleidingmaatschappijen en natuurbeheerorganisaties, zijn druk bezig om met name het oppervlaktewater de komende jaren schoner te krijgen. Tijdens excursies en lezingen wordt ingegaan op het belang van (schoon) water voor mens en natuur. Tevens verschijnt het boek Beeldschoon water. Dit boek, over de kwaliteit van het Drentse water, is een uitgave van Milieufederatie Drenthe en Stichting Het Drentse Landschap. Het bevat prachtige foto’s van onderwaterfotograaf Willem Kolvoort. Daarnaast zal er een tentoonstelling aan dit thema worden gewijd.

2

Bodem De Provincie Drenthe, ondersteund door organisaties zoals Het Drentse Landschap, wil de komende tijd meer aandacht besteden aan de waarde van de Drentse bodem. Ze hoopt dat er daardoor meer belangstelling komt voor het beschermen van waardevolle geologische verschijnselen, zoals zandruggen, beekdalen, oude rivierduinen, pingoruïnes en essen. Tijdens verschillende bodemexcursies wordt aandacht besteed aan het ontstaan van de Drentse bodem en het belang van de bodem voor natuur en mens. Daarnaast komen er onderwerpen aan de orde die (in)direct met de bodem te maken hebben, zoals bodemvorming door de natuur zelf (waarbij paddenstoelen en bodemdiertjes een grote rol spelen), grondboringen & bodemprofielen en ijstijden & hunebedden.

3

Religieus erfgoed In het kader van het Jaar van het Religieus Erfgoed en in samenwerking met Stichting Oude Drentse Kerken worden enkele lezingen en excursies gehouden rondom het thema religieus erfgoed. Het behoud van historische, waardevolle kerken is voor Drenthe en voor de verschillende dorpsgemeenschappen van grote betekenis. Daarom zet de Stichting Oude Drentse Kerken zich in om dit onvervangbare cultuurbezit in stand te houden. Op het programma staan onder meer open dagen in de onlangs gerestaureerde synagoge in Zuidlaren en de kerk in Gieterveen. Tevens worden er enkele lezingen georganiseerd over de algemene en in het bijzonder de bouwgeschiedenis van oude Drentse kerken. Zie ook www.drentsekerken.nl

zo 30 maart 14.00 uur Op zoek naar potklei met de grondboor Gidsen nemen u mee op deze bijzondere zoektocht naar potklei in De Kleibosch. U leert van alles over de betekenis van potklei en de invloed hiervan op de natuur. Start: voor boerderij Tichelwerk, Moleneind 4, 2 Foxwolde. zo 30 maart 11.00-16.00 Lammetjesdag bij de schaapskooien Hijkerveld en Doldersummerveld De lente begint met lammetjes. Vanaf 11.00 uur worden u en uw (klein)kinderen verwelkomd met beschuit met muisjes. Locaties: de schaapskooien van het Hijkerveld en Doldersummerveld. De route voor de schaapskooi op het Hijkerveld is vanaf het dorp Hijken aangegeven met bordjes. De schaapskooi Doldersummerveld staat aan de Huenderweg 1, Doldersum.

43

Voor 2008 is een programma met lezingen, excursies en open dagen opgesteld. Een aantal van deze activiteiten wordt gehouden rondom bepaalde thema’s.


44

Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Aannemingsbedrijf VEDDER BV Eext (0592) 26 26 20 Grond-, weg- en waterbouw Bouwbedrijf H. Poortman Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw ROYAL HASKONING Nijmegen (024) 328 42 84 Adviesbureau voor water en milieu GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau ABN AMRO BANK N.V. Assen (0592) 33 33 00 De bank voor Drenthe ESSENT MILIEU Wijster (0593) 56 39 39 Inzameling, hergebruik en verwerking van afvalstoffen NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij Havesathe ‘de Havixhorst’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant NV Waterleidingmaatschappij ‘Drenthe’ Assen (0592) 85 45 00 Als je de kraan opendraait... Buro Hollema Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT HOLLAND CASINO Groningen Groningen (050) 317 23 17 Een mooie gelegenheid om uit te gaan ARCADIS Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie) Hulzebosch grondwerken B.V. Beilen (0593) 52 21 39 Natuurbouw, grond-, straat- en rioleringswerk, leverantie van zand en grind KADASTER DIRECTIE NOORD Assen (0592) 30 48 88 Bevordert de rechtszekerheid bij het maatschappelijk verkeer in vastgoed christiaan deN DEKKER b.v. Lisse (0252) 41 86 50 De ecologische aanpak in waterbodemsanering Quercus Boomverzorging en Advisering Gasselte (0592) 26 11 71 Uw bomen, onze zorg N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 368 86 88 Wees wijs met water Nationale Postcode Loterij Amsterdam (0900) 300 15 00 Ma. t/m vr. 09.00 - 21.00 uur Loterij voor mens en natuur RTV Drenthe Assen (0592) 33 80 80 Radio Drenthe,TV Drenthe, RTV Drenthe Programmablad Stichting Publieksvoorlichting NOTARIAAT DRENTHE Postbus 1 – 7860 AA Oosterhesselen Namens de gezamenlijke notarissen in Drenthe KONINKLIJKE VAN GORCUM BV Uitgeverij/grafisch bedrijf Assen (0592) 37 95 55

• Bureau B + O ARCHITECTEN Rheebruggen (0521) 35 10 14 • BORK SLOOPWERKEN B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 Sloopwerken, asbestsanering en puinrecycling • DE ROO DRENTE BV Stadskanaal (0599) 61 28 52 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen • HARWIG Installatiegroep Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Elektrotechniek, cv/sanitair, telematica, beveiliging • DAGBLAD VAN HET NOORDEN Groningen (050) 584 44 44 • BARSINGERHORN CONSULTANCY Delfzijl (0596) 61 22 66 Training en coachen van personeel en organisatieadvies • BTL REALISATIE Vestiging Emmen (0591) 63 00 80 www.btl.nl Aanleg en onderhoud van stedelijk/landschappelijk groen en historische buitenplaatsen • Architectenbureau Wouda & van der schaaf Meppel (0522) 25 57 96 • DESTIC KUNSTSTOFFEN B.V. Veendam (0598) 61 45 64 Productontwikkeling, displays, bewerkingen, inrichting en presentaties • Concordia bouwmaterialenhandel Meppel (0522) 25 36 31 Hout- en bouwmaterialenhandel • oosterhuis bv Nijeveen (0522) 49 16 86 Loonbedrijf - Aannemersbedrijf g.w.w. - Landschapswerk • VAN DER ZEE Vleesgrootverbruik BV Emmen (0591) 63 70 01 Leverancier van vlees, vleeswaren, kaas, wild en gevogelte • WOONCONCEPT Meppel (0800) 61 62 Meer dan wonen • EELERWOUDE Oosterwolde (0516) 52 30 62 Natuurlijk ruimte voor groen • HERFST en HELDER b.v Lelystad (0320) 26 06 16 Verf van goede huize • ASTRON/LOFAR Dwingeloo www.astron.nl www.lofar.nl • WARENHUIS VANDERVEEN ASSEN Assen (0592) 31 16 11 Shop-in-shop totaalwarenhuis • Industrie en handelsonderneming elton bv Roden (050) 502 11 99 Producenten van ELLEN tochtprofielen • Meko holland bv Assen (0592) 36 16 00 Totaalconcept in Melkkoeling • Van liere grafisch bedrijf bv Emmen (0591) 611 099 Uw partner in communicatie • VNO NCW Noord Haren (050) 534 38 44 Belangenbehartiger van het Noorden • Ensing Schilders Assen (0592) 348 080 Onderhoud- en protectiesystemen • TA bouwkundig teken- en adviesburo Dwingeloo (0521) 593 638 Nieuwbouw, verbouw, renovatie, projectontwikkeling en restauratie

Stichting Het Drentse Landschap zet zich in voor het behoud van de Drentse natuur en maakt zich sterk voor het in stand houden van ons culturele erfgoed. Dit doet ze door het aankopen en beheren van natuurterreinen en cultuurhistorisch waardevolle objecten. Stichting Het Drentse Landschap behartigt ook de belangen van:

• Stichting Drentse Boerderijen • Stichting Oude Drentse Kerken • A.V.J. den Hartogfonds


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.