Kwartaalblad nr.60

Page 1

Kwartaalblad dec. 2008 no. 60

Bongeveen

60


Kwartaalblad van Stichting Het Drentse Landschap Uitgave Stichting Het Drentse Landschap Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89 e-mail: mail@drentslandschap.nl Web-site: www.drentslandschap.nl Bankrek. nr. 30.28.75.751 Redactie E.W.G. van der Bilt, J.D.D. Hofman, S.S. van der Meer, m.m.v. H. Colpa, J.G. Schenkenberg van Mierop en B. Zoer Vormgeving Albert Rademaker BNO, Annen Grafische productie Koninklijke van Gorcum BV, Assen

3

Eruitgelicht

4

Bongeveen

Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van de Stichting Het Drentse Landschap. Het Drentse Landschap is een uitgave van de Stichting Het Drentse Landschap. Het geeft informatie over de terrein­ bezittingen en activiteiten van de Stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de begunstigers van het Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage € 17,50 per jaar. Begunstiger voor het leven € 400,– . Als u Het Drentse Landschap extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze: Periodieke gift  In plaats van of naast uw begunstigersbijdrage. Dit is een voor de inkomstenbelasting volledig aftrekbare periodieke bijdrage, die u voor minimaal 5 jaar met een eenvoudige notariële akte toezegt. Voor bijdragen van € 50 en hoger per jaar regelt en betaalt de stichting de akte. Het kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de hoogte te houden van Het Drentse Landschap. Andere giften  Indien het totaal van uw giften in enig jaar zowel 1% van uw drempelinkomen als ook € 60 te boven gaat, is het meerdere aftrekbaar voor de inkomstenbelasting tot ten hoogste 10% van het drempelinkomen. Legaten of erfstellingen  U kunt de Stichting Het Drentse Landschap en/of de Stichting Oude Drentse Kerken ook in uw testament begunstigen. Stichting Het Drentse Landschap en de Stichting Oude Drentse Kerken zijn vrijgesteld van schenkings- en successierecht, zodat uw gift, schenking of legaat geheel ten gunste komt van deze stichtingen. Nadere inlichtingen over de hierboven vermelde mogelijke vormen van steun kunt u inwinnen bij het kantoor van de stichting of bij uw notaris. Het Drentse Landschap is één van de 12 provinciale landschappen. www.delandschappen.nl

— terreinbeschrijving

9

10

— aankopen

— 75-jarige jublileum — cultuurhistorie — flora

— fauna

Bertil Zoer

Stilleven met Goudplevier

— gedicht

19

Geert de Vries

Nachtzwaluw

18

Jan Bos

De Zomereik

16

Sonja van der Meer

Het klooster van Assen

14

Melle Buruma

Kampsheide

12

Bertil Zoer

Waarvan Akte...

Omslag Bongeveen / foto Jaap de Vries ISSN 1380-3263

— bestuursberichten

Rutger Kopland

Van Borger naar Buinen....

— wandelroute

Bertus Boivin/Eric van der Bilt

23

WMD

24

Schildersdorpen in Drenthe

— kunst en landschap

26

Roel Sanders

Het Kleine Kerkje in Gieterveen

— Stichting Oude Drentse Kerken Olav Reijers

28

Vogelvrij verklaarde mussen

— fauna

30

Met vrijwilligers aan de slag

— vrijwilligerswerk

32 37

Hans Colpa

Kortweg

— berichten Natuur en landschap in/uit de Drentse politiek

— opinie

38

Henk Luning

Eric van der Bilt

Agenda


Met dit kwartaalblad sluiten we 74 jaar Het Drentse Landschap af. Een mooie periode, waarin we tot een brede natuuren erfgoedorganisatie zijn uitgegroeid. Een periode met ups en downs, maar als we terugkijken vooral met veel succes. Steeds meer mensen hebben zich als vrijwilliger of donateur aan ons gebonden. Steeds vaker worden we gevraagd om advies te geven. We hebben ons een stevige plek in Drenthe verworven. Het komende jaar is dus ons jubileumjaar, 75. Zeker een leeftijd om met elkaar te vieren. Met veel extra activiteiten, zoals een bezoek aan ons allereerste terreintje Kampsheide, diverse kinderactiviteiten, een vogelcursus, een kanotocht, een jeneverbestocht en een knapzaklunch. Maar ook een heus festival in Orvelte en een boek over de cultuurschatten van Het Drentse Landschap. Van al deze activiteiten wordt u tijdig op de hoogte gebracht. Het is echter niet alleen feest. Onze omgeving, verderweg en dichterbij, is constant in beweging. Landelijk wordt er aan een nieuw vergoedingenstelsel voor natuur gewerkt. Provinciaal worden nieuwe beheersplannen voor natuur gemaakt en in onze directe omgeving in het erfgoedkwartier in Assen wil men graag in onze achtertuin bouwen. Het feest mag ons niet in slaap sussen. Om ook u een feestelijk gevoel te geven heeft Han van Hagen vier etsen gemaakt, waarvan u er een krijgt als u in ons feestjaar een nieuwe donateur aanbrengt.

Ali Edelenbosch voorzitter Stichting Het Drentse Landschap


4

Terreinbeschrijving

Het Bongeveen voorzien van een nieuwe jas Bertil Zoer*

Op 16 september hebben Stichting Het Drentse Landschap en het Waterschap Noorderzijlvest het natuurontwikkelingsproject Bongeveen afgerond. Het grote ven met zijn markante ringwal is hierdoor beter ingepast in zijn omgeving. Een ontbrekend deel van de ringwal kon hierbij worden gereconstrueerd. Ook is het gebied onder meer geschikt gemaakt voor waterberging. Bongeveen ligt bij Donderen in de

Boven: Bongeveen 1920 Links: Bongeveen 1980 Š Topografische dienst Emmen

Tot vijftig jaar geleden maakte het Bongeveen nog deel uit van het uitgestrekte Bunnerveen. Dit Bunnerveen heeft de twijfelachtige eer de laatste grote veldontginning van Nederland te zijn. In 1958 werd hier nog 450 hectare veengebied omgezet in landbouwgrond. De ontginning gebeurde als onderdeel van de ruilverkaveling Peize-Bunne. Het weidse veengebied waar toen nog volop Korhoenders bolderden, maakte plaats voor een tekentafellandschap met rechte wegen, gekanaliseerde beken en met in het landschap verspreid staande boerderijen. Het landschap veranderde onherkenbaar. Slechts enkele kleine restanten, waaronder het huidige Bunnerveen van Staatsbosbeheer en het Bongeveen van Het Drentse Landschap bleven gespaard. Het kaartbeeld uit 1920 geeft een goede indruk van de ligging van het Bongeveen in het landschap voor de grote veenontginning van 1958. In de omgeving van het Bongeveen zijn in die tijd nog op meerdere plekken kleine petgaten zichtbaar. De lokale bevolking won al sinds mensenheugenis turf voor eigen gebruik in het uitgestrekte veengebied. Langs de noordelijke oever van het ven is een zandpad zichtbaar. Dit pad lag hoog en droog in het veen op een, later uitgevlakt, deel van de ringwal van de pingo (zie kader) rond het ven. Op de kaart van 1980 is het Bongeveen in het ruilverkavelingslandschap van na 1958 zichtbaar. Het deel van de ringwal met het pad aan de noordkant van het ven is verdwenen. Het had niet veel gescheeld of ook de rest van het Bongeveen was gladgestreken als onderdeel van de ontginningsplannen. De grondigheid waarmee het veengebied en de natuurwaarden werden weggevaagd, stuitte de boeren uit Bunne tegen de borst. Dankzij het initiatief van deze boeren werden dan ook de vogelrijke vennen van het Bongeveen voor de ontginningswoede gespaard. De plannen om hier

Foto: Bertel Zoer

bovenloop van de Grote Masloot, een beekje gelegen ten oosten van het dorp Vries.



Waterberging en versterking van

Bongeveen is een pingoruïne. Het ven is ontstaan uit een ijslens die zich in de ondergrond vormde gedurende de laatste ijstijd die 13.000 jaar geleden eindigde. De ijslens ontstond uit toestromend grondwater dat naar de oppervlakte brak door een zwakke plek in de permanent bevroren ondergrond. Waar het grondwater doordrong in de permafrostlaag bevroor het zelf. Het vormde zich tot een klomp of lens van ijs. Omdat het water bleef toestromen en vervolgens bevroor, werd de ijslens steeds groter en drukte de bovengrond omhoog. Er onstond zo een heuvel met een kern van ijs. In deze tijd ontstaan dat soort heuvels nog altijd in gebieden in noordelijk Canada (waar bovenstaande foto’s gemaakt zijn) en Groenland. De Eskimo’s noemen deze heuvels pingo, vandaar de naam. Tegen het einde van de ijstijd ontdooide de ijskern geleidelijk waarbij de laag aarde op de ijsheuvel in een ringvorm naar beneden gleed. De ijskern smolt verder waardoor er in het hart van de ring een diepe plas water achterbleef.

ook het overgebleven deel van de markante ringwal rond het ven af te graven om daarmee de aangrenzende natte veengronden te bezanden, lagen al klaar. Bongeveen bleef op het nippertje als natuurreservaatje bestaan. In 1961 zag Het Drentse Landschap kans de eerste 1,3 hectare aan te kopen. Momenteel heeft de stichting hier 32 ha in beheer. Kansen benut

Nadat enkele jaren geleden 11 ha akkerland grenzend aan de noordzijde van het reservaat kon worden verworven, kwam de mogelijkheid tot herstel van het verdwenen deel van de ringwal in beeld. Het betreffende akkerland, maar ook 9 hectare beekdalschraalland ten oosten van de pingowal werden nog altijd sterk gedraineerd. Het waterpeil werd hier kunstmatig laag gehouden. Om dat te kunnen realiseren werd het terrein zelfs door forse kades gescheiden van de langs het gebied stromende ‘beek’ de Grote Masloot. Om de kansen voor natte natuur te versterken heeft Het Drentse Landschap er voor gekozen om een meer natuurlijke aansluiting met de beek te realiseren. De kades werden verwijderd en vervangen door geleidelijk aflopende oevers.


Terreinbeschrijving

7

natuur en landschap gecombineerd De nieuwe waterpartijen en de natuurvriendelijk ingerichte oeverzone van de Grote Masloot trekken nu al veel extra watervogels en steltlopers aan. De betekenis van het gebied voor de vogels is hiermee enorm versterkt.

foto: Bertel Zoer

Leefgebied

Ook werden er enkele met de beek in verbinding staande slenken aangelegd. Het gebied buiten de pingowal kan nu bij stijgende waterstanden in de Grote Masloot benut worden voor waterberging. Deze mogelijkheid leidde er toe dat ook het Waterschap Noorderzijlvest al snel de waarde van dit project inzag en er zich als projectpartner achter schaarde. De vrijkomende grond uit de nieuwe waterpartijen werd onder meer benut om het verdwenen deel van de ringwal te reconstrueren. Ook elders in het gebied werd weer meer variatie in het reliĂŤf terug gebracht. Om ongewenste nalevering van meststoffen uit de bouwvoor te beperken is de toplaag van de akkers begraven onder een decimeter dikke laag mineraal zand uit de diepere ondergrond. Hierdoor ontstaan vooral op de wat hogere delen in het gebied betere kansen voor heischrale en daardoor meer soortenrijke plantengroei. Het nieuw ingerichte deel wordt samen met het eigenlijke Bongeveen opgenomen in een begrazingseenheid. De koeien helpen het gebied open en schraal te houden. Ook zullen de dieren, doordat ze vrij door het gebied lopen, helpen bij de verspreiding van zaden van planten uit het heidegebied naar de voormalige akkergronden.

Door de grote ontginning van 1958 verdwenen veel karakteristieke natuurwaarden van het hoogveenlandschap uit het gebied. De Korhoenders verdwenen vrijwel direct met de ontginning. Andere soorten vonden in eerste instantie in het Bongeveen nog een laatste toevluchtsoord.Voor veel soorten had het gebiedje echter een te geringe omvang om op termijn te kunnen overleven. Soorten als Adder en Klokjesgentiaan verdwenen in de jaren ’80 alsnog. Maar tot op de dag van vandaag weten veel andere veen- en heidesoorten zoals Heideblauwtje, Levendbarende hagedis, Heikikker, Heidesabelsprinkhaan,Venglazenmaker en Venwitsnuitlibel nog altijd goed stand te houden.Veel van deze dieren zijn voor hun overleving volledig afhankelijk van het Bongeveen zelf omdat uitwisseling met soortgeno-

Vogelvlucht impressie inrichtingsplan


8

Terreinbeschrijving

Venwitsnuitlibel (boven) Heikikkers (onder)

ten uit verderop gelegen heideterreinen vrijwel onmogelijk is geworden. Ook komt er nog altijd een rijk ontwikkelde plantengroei, karakteristiek voor natte heide en hoogveen, voor. De vogelstand in het terrein wordt al jaren gevolgd door de vogelwerkgroep van de KNNV-Assen. Het relatief kleine gebied herbergt doorgaans ongeveer zestig soorten broedvogels. In 2007 kreeg de ploeg vogeltellers versterking van werkgroepleden met andere veldbiologische interesses. In totaal hebben er zo’n 60 leden aan meegewerkt. Dit samenwerkingsproject tussen vogelaars, plantenkenners, paddenstoelen- en insectenliefhebbers leidde tot een grondige aanvulling op bestaande inventarisatiegegevens van het gebied. Uit dit project kwam naar voren dat het gebied in ieder geval al leefruimte biedt aan 72 soorten paddenstoelen, 20 soorten dagvlinders, 15 libellensoorten, 24 mossoorten, 125 plantensoorten, 19 sieralgen.Voor veel van deze natuurwaarden geldt dat het recent opgeleverde natuurontwikkelingsproject de kansen op overleving voor de toekomst aanmerkelijk versterkt.

foto: Jaap de Vries

foto: Joop van de Merbel

foto: Jaap de Vries

Scholeksters

Het Bongeveen is een natuurterrein dat ondanks de geringe omvang toch belangrijke natuurwaarden en een aantrekkelijke charme bezit. Een terrein dat dankzij die charme al eens op het nippertje gered werd van de ontginning.Vanwege de beperkte omvang typisch zo’n terreintje dat net zo makkelijk als waardeloos getypeerd had kunnen worden in het huidige krachtenspel van ammoniakbeleid, EHS en kostendiscussies dat het natuurbeleid momenteel domineert. Wie het kleine niet eert ‌..

*B. Zoer is medewerker onderzoek en planning bij Het Drentse Landschap.

Stichting Het Drentse Landschap heeft het natuurontwikkelingsproject Bongeveen uitgevoerd samen met Provincie Drenthe en het Waterschap Noorderzijlvest. Het werd mede mogelijk gemaakt door de Gemeente Tynaarlo, Dinamo Fonds, Robert Persman Fonds / Prins Bernhard Cultuurfonds, ministeries van LNV en VROM en de Nationale Postcode Loterij.


Aankopen

9

Melle Buruma* In de achterliggende periode werden in diverse terreinen kleine perceeltjes natuurgebied aangekocht. Het waren veelal veentjes en bosjes die in eigendom vaak sterk versnipperd zijn. Het gevolg is dat niemand zich meer echt hiervoor verantwoordelijk voelt. Wij vinden het onze verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat van deze snippers beheerbare eenheden worden gemaakt. Via aankopen hopen we dat te bereiken. Het blijft dan ook van groot belang dat de overheid door middel van subsidie de aankopen van bestaande natuur blijft ondersteunen. In de landelijke pers zijn suggestieve en onjuiste artikelen verschenen waarin een beeld werd geschetst dat natuurbeschermingsorganisaties met behulp van subsidie prijsopdrijvend zouden werken bij de aankoop van natuurgebieden en landgoederen. Een en ander ging gepaard met een pleidooi om de subsidie voor aankoop van bestaande natuur voor de terreinbeherende organisaties af te schaffen. Dit voorstel zou betekenen dat het voor onze stichting onmogelijk wordt gemaakt om van versnipperde natuurgebieden (zoals bossen, heideterreinen en veentjes) één natuurgebied te maken. Juist in Drenthe met veel versnipperd grondbezit, zal dit voor de natuur zeer ongunstig uitpakken. Onze aankopen van de afgelopen maanden onderstrepen dit alleen maar.

Waarvan akte...

Ten noorden van het dorp Vries heeft de stichting het beheer gekregen over een oppervlakte cultuurland met houtwallen. Dit oude stukje cultuurlandschap grenst aan het beschermd dorpsgezicht bij de oude dorpskerk van Vries. De gronden waren voorheen eigendom van mevrouw Jenny Vrieling. Na haar overlijden zijn haar bezittingen ondergebracht in een stichting. Deze stichting heeft er voor gekozen de cultuurgronden aan Het Drentse Landschap over te dragen, zodat hiermee dit bijzondere gebied aan de rand van het dorp voor de toekomst behouden kan blijven.

* Ing. M.H. Buruma is rentmeester van Stichting Het Drentse Landschap. Hondstong

• Hunzedal • 2,61.50 ha cultuurgrond in Uilenbroeken • 10,63.93 ha cultuurgrond nabij Zuidlaarderveen • 2,91.09 ha cultuurgrond in de Mandelanden • Hondstong • 0,78,60 ha zijnde de ontbrekende helft van het veentje De Moespot bij Yde • 2,82.40 ha cultuurgrond ten noorden van het dorp Vries • Hijkerveld • 0,24.50 ha in veentje nabij Hijkerveld • Groote Zand • 0,00.60 ha veen in Molenveen • Oude Diep • 0 ,65.96 ha cultuurgrond in het Lage Veen

foto: Liesbeth Siccama

Belangrijke aankopen


Sonja van der Meer*

De geschiedenis van onze stichting begint eigenlijk met het verwerven van het reservaat Kampsheide (30,5 ha), een gebied nabij Rolde. Dit gebeurde in 1948, veertien jaar na de oprichting van de stichting in 1934. Kampsheide is niet alleen vanwege dit gegeven een bijzonder terrein. Het herbergt een rijke geschiedenis van de mens en de natuur van 3500 voor Chr. tot heden.


De onderhandelingen over de aankoop van Kampsheide met de familie Gratema, een belangrijke invloedrijke Drentse familie, startten al in 1939. De familie had het heideterrein bij de scheiding der marke in 1848 toegewezen gekregen. De heer H.W. Bloemers, de toenmalige secretaris van Het Drentse Landschap, voerde de onderhandelingen met de eigenaresse, H.J. von Baumhauer-Oldenhuis Gratema. Omdat ze het niet eens kunnen worden over de prijs worden de onderhandelingen afgebroken. Gelukkig zijn de gesprekken in 1948 succesvoller en wordt de stichting eigenaar van haar eerste natuurreservaat. De uit de zeventiende eeuw daterende monumentale boerderij Kamps valt buiten de verwerving. Het Drentse Landschap krijgt deze in beheer in 2002, mede dankzij steun van de Provincie Drenthe, in bezit nadat de laatste bewoner, Willem Braam, is overleden.

foto: Archief HDL

Beheer

In het natuurterrein Kampsheide zijn alle voor het Drentse landschap zo kenmerkende elementen bij elkaar aanwezig. Er zijn droge heideveldjes, jeneverbesstruwelen en natte heidegebiedjes. Diverse watervogels gebruiken één van de mooiste vennetjes van Drenthe als pleisterplaats. U treft er oude eiken- en beukenbossen aan, drasse madelanden en houtwallen. Die variatie in het landschap maakt het gebied extra boeiend. Bij het beheer speelt het behoud van de archeologische rijkdom van het gebied een belangrijke rol.Verspreid in het fraaie landschap zijn talrijke sporen terug te vinden uit het verleden, zoals grafheuvels, een Celtic field en een hunebed. Een eindje verderop bevindt zich het Tumulibos dat samen met Kampsheide deel uit maakt van een oorspronkelijk aaneengesloten prehis-

foto: Aerophoto Eelde

11

torisch grafveld, dat ooit ongeveer 150 grafheuvels uit de brons- en ijzertijd telde. Door de archeologische rijkdom van het gebied zijn ingrijpende beheersmaatregelen zoals grootschalig plaggen niet mogelijk. Om vergrassing en verbossing van de heide tegen te gaan, wordt het terrein het hele jaar begraasd door een kleine kudde Drentse heideschapen. De boscomplexen worden zoveel mogelijk met rust gelaten, waardoor er een natuurlijk aandoend bos ontstaat. Wie Kampsheide wil bezoeken kan dat op eigen gelegenheid doen (paaltjesroute met paarse koppen volgen) of op 10 januari meegaan met de deskundigen van het allereerste uur:

prof. Tjalling Waterbolk, voormalig rentmeester Lex Ernst en de huidige directeur Eric van der Bilt.

* Drs. S.S. van der Meer is hoofd communicatie van Stichting Het Drentse Landschap.

Bron: Uit een leven van een Landschap, geschiedenis van de zorg voor natuur en landschap in Drenthe, H.T. Waterbolk, 1999. Regioproject uitgevers, Groningen. Het boek is voor € 15,00 bij het kantoor te bestellen. Met de bon uit het boekje betaalt u in de maand januari slechts € 10,00.

Wandelen met de directeur van Het Drentse Landschap Op zaterdag 10 januari om 14.00 uur kunt u met Eric van der Bilt, directeur van Het Drentse Landschap, een wandeling maken naar Kampsheide en het Tumulibos. Op de wandeling gaan ook kampsheidekenner Tjalling Waterbolk en oud-rentmeester Lex Ernst mee. Start: parkeerplaats Kampsheide. De provinciale weg Assen – Rolde nemen en bij Tumulibos afslaan richting Balloo. Vervolgens eerste weg links.


12

Cultuurhistorie

Het klooster van Assen Jan Bos*

Het gebouw van het Drents Archief, de achterburen van Het Drentse Landschap, ligt aan de Brink in Assen. Hier bevinden zich nog belangrijke, uit de middeleeuwen daterende, gedeelten van de fel het oudste overgebleven stukje Assen, dat niet voor niets deel uitmaakt van het zogenaamde Asser Erfgoedkwartier.

foto: Harry Cock

De trapgeveltjes van het Drents Archief met op de achtergrond het gebouw van Het Drentse Landschap.

Het cisterciĂŤnzer nonnenklooster Maria in Campis was gesticht bij Coevorden als boetedoening voor de slag bij Ane waarbij de Drenten de bisschop van Utrecht en vele van zijn ridders hadden afgeslacht. Het gebied was echter te nat en de nonnen kregen toestemming om naar een droger gebied te verhuizen. In een akte uit 1259, die in het Drents

Archief ligt, werden met toestemming van Otto, graaf van Benthem, goederen geruild, zodat het klooster bezittingen kreeg in Drenthe. Dat was kennelijk genoeg en in 1260 zullen de nonnen zijn verhuisd. Het terrein van het klooster had een behoorlijke omvang. Het lag tussen de Gedempte Singel, de Noorder-, de Ooster- en de Zuidersingel. Langs de singels was moeilijk doordringbaar eikenhakhout geplant. Stenen muren zijn er waarschijnlijk nooit geweest, maar er was wel een poort. Vermoedelijk had die vooral ook een symbolische functie, als overgang van het klooster naar de wereld. In dit poortgebouw werden ook gasten tijdelijk gevoed en gehuisvest. Van de kloostergebouwen is verder niet veel bekend. Ze stonden met de kerk in een vierkant rond een open ruimte, de kloosterhof. Het gebouw is waarschijnlijk grotendeels van hout geweest. Vandaar ook dat een brand op 13 juni 1418 nagenoeg het hele complex in de as legde. Geldgebrek leidde er toe dat het enkele jaren duurde voordat het klooster was herbouwd. Rangen en standen

Behalve nonnen woonden er ook

foto: Drents Archief

kloostermuren van het klooster Maria in Campis. Het is zonder twij-

zogenaamde conversen en proveniers in het klooster. Conversen waren een soort tweederangs nonnen. Ze hadden wel de kloostergelofte afgelegd, maar zorgden voor het huishouden. De proveniers waren niet-geestelijken die in ruil voor een schenking aan het klooster, kost en inwoning kregen, vaak als oudedagsvoorziening. Het werk om het klooster economisch in stand te houden werd aanvankelijk gedaan door de conversen en later vooral door de proveniers. Daarnaast had je nog werklui. Er waren dan ook diverse bijgebouwen, waarin werd gewerkt: een melkhuis, een ziekenzaal, een boerderij, een varkensstal, een schoenmakerij, een brouwerij en een bakkerij. De meeste bewoners van Maria in Campis kwamen uit de directe omgeving, maar de nonnen kwamen uit een groter gebied. Ze moesten minimaal vijftien jaar oud zijn en waren afkomstig uit vooraanstaande families uit Drenthe, Groningen en Salland, zoals de Drentse families Van Echten en De Vos van Steenwijk. Wat was de reden dat vrouwen in de relatief strenge cisterciĂŤnzer orde intraden? Sommigen zullen het zeker om


Cultuurhistorie

Inkomen

Aan het hoofd van het klooster stond de abdis, bijgestaan door de priorin en de keldersche, de econoom van het klooster. Deze werd op haar beurt bijgestaan door de conversen, zoals de grangarius die het werk op verderweg gelegen landerijen leidde, de bouwmeester die de boerderij bij het klooster bestierde, de koopmeester die zorgde voor de verkoop van de producten en de aankoop van allerlei benodigdheden en de portier. En dan was er nog de prior, een mannelijke priester die de mis las, de biecht hoorde en de laatste sacramenten toediende.Vrouwen mochten dat niet doen. Om te kunnen bestaan had het klooster inkomsten nodig. Die kwamen uit handwerk, landbouw en veeteelt en uit pachten en belastingen. Ze konden zowel in natura, als in geld zijn. Het klooster kreeg dan bijvoorbeeld een deel van de rogge- of haveroogst. Verder kreeg men turf, kippen en boter. De veeteelt in de directe omgeving van het klooster bestond vooral uit

Links-midden: De oudste afbeelding van het Asser klooster, uit 1636. Rechts: de gebouwen van het voormalige

foto: Drents Archief

religieuze redenen hebben gedaan.Vaak zijn er bij de intrede van een novice echter ook erfrechtelijke kwesties aan de orde. Ze kreeg bijvoorbeeld een bepaald geldbedrag mee, maar kon daarna geen aanspraak meer doen gelden op de erfenis van haar ouders. Soms wordt ook een vrouwenoverschot in de middeleeuwen als reden genoemd.Verarming van sommige adellijke families kan eveneens een reden zijn geweest, maar ook een vlucht voor een niet gewenst huwelijk, of een drang om zich intellectueel te ontwikkelen en een leidende functie in een klooster te krijgen. Tenslotte werden niet zelden lichamelijk of geestelijk gehandicapte kinderen in een klooster ondergebracht.

13

klooster aan de Brink in Assen, in 1735.

schapenteelt. Eén provenier was dan ook schapenhoeder. In 1602 waren er nog steeds 60 schapen. Maar daarnaast had het klooster ook ossen en varkens, eveneens met hun eigen hoeders. Het convent had flink wat bezittingen en inkomsten. Maar dat mocht ook wel, wilde de abdij zichzelf kunnen redden. En het aantal inwoners mocht niet te hoog worden, anders was er te weinig eten. Regeringszetel

De 16e eeuw was een moeilijke periode en zou tevens de laatste eeuw van het bestaan van het klooster zijn. Diverse oorlogen deden het kloosterleven geen goed. Assen was daarop geen uitzondering. Er waren in 1559 nog maar zes zusters en de gebouwen zagen er vervallen uit. De opkomst van het protestantisme bevorderde de opheffing van vele kloosters, ook van de cisterciënzer abdijen. De nieuwe Drentse stadhouder Willem Lodewijk proclameerde in 1598 de Hervorming en alle kloostergoederen werden geïnventariseerd en geannexeerd. In 1602 werd de abdij officieel opgeheven en kregen de resterende Asser kloosterlingen een uitkering van het provinciaal bestuur. In de jaren

daarna overleden successievelijk alle oude nonnen en een enkele ging zelfs nog trouwen. In 1623 waren er nog vier over. Met het vertrek van Swaene van Lingen naar Groningen in 1630 verliet de laatste non Assen. Inmiddels had het provinciaal bestuur van Drenthe besloten om de oude kloostergebouwen te gaan gebruiken als regeringszetel. Ze stonden immers toch leeg en waren naast de kerken de enige gebouwen van omvang in Drenthe. Langzaam ontwikkelde zich in de eeuwen daarna rondom dit bestuurscentrum het dorp en later de stad Assen. Een ontwikkeling die er zonder het klooster en de ingebruikname van de gebouwen door het provinciaal bestuur, zeker niet zou zijn geweest. Zo is de verhuizing van het klooster Maria in Campis in 1258-1260 naar Assen, de belangrijkste gebeurtenis uit de geschiedenis van de huidige stad geweest. Het is zelfs onwaarschijnlijk dat de stad er zonder het klooster nu zou zijn geweest.

* J. Bos is hoofd Afdeling Publiek van het Drents Archief.


Geert de Vries*

De Zomereik, die vroeger in de oerbossen domineerde, is nog steeds

In de laatste ijstijd werd de eik uit ons land verdreven en teruggedrongen tot Spanje en de Balkan. Toen het klimaat weer warmer werd, begon de eik aan een succesvolle opmars richting de Lage Landen langs de Noordzee. Het was alleen nog de vraag welke eiken als eerste Drenthe zouden gaan veroveren. De eiken uit Spanje of de eiken uit de Balkan? Genetisch onderzoek heeft inmiddels uitgewezen dat het de ‘Spanjaarden’ waren die Drenthe hebben veroverd vanaf 8000 voor Christus. Eikenhout is sterk en duurzaam. Geen wonder dat er in een ver verleden houten wielen van werden gemaakt. Ook het geraamte van boerderijen werd vroeger uit eiken balken gemaakt. Eeuwenlang was de eik de leverancier van het belangrijkste timmerhout. Vanaf de 17e eeuw werden in Drenthe honderden kilometers houtwal aangelegd, met de eik als hoofdrolspeler. Men exploiteerde niet alleen het hout, maar de houtwallen fungeerden ook als kering voor het vee. Na de uitvinding van het prikkeldraad zijn de houtwallen als sneeuw voor de zon verdwenen. Gelukkig worden nu veel houtwallen hersteld.

een karakteristieke boomsoort van de Drentse zandgronden. Nu manifesteert deze stoere robuuste loofboom zich vooral op brinken in esdorpen en in houtwallen. De eik is vanouds een bekende boomsoort, zoals onder meer blijkt uit de plaatsnamen Ekehaar en Eext. Ook veel diersoorten zijn vernoemd naar de eik, denk bijvoorbeeld aan de Eekhoorn, Eikenpage, Eikelboorder en Eikenprocessierups. Voor een aantal van hen heeft de klimaatverandering ingrijpende gevolgen.

foto’s: Geert de Vries

Gallen

In de eik leven enige honderden verschillende soorten insecten, zoals galwespen.Veel soorten galwespen leggen hun eitjes op eikenbladeren, maar er zijn ook soorten die hun eitjes in de knoppen van eiken leggen zoals de Knikkergalwesp. Gedurende de hele winter zijn die Knikkergallen goed te zien. Zo’n gal wordt veroorzaakt door een insect en gemaakt door de eik. In


Fauna

gallen leven larven van onder meer galwespen en galmuggen. De eik heeft geen nadeel van deze gallen. De Galappel is de bekendste gal. In de winter kruipen daar Eikengalwespen uit. Dat zijn uitsluitend vrouwtjes. Zij leggen, zonder te paren, eitjes in knoppen van jonge eikentwijgen. Die knoppen ontwikkelen zich tot gallen die in de verste verte niet op galappels lijken. Het zijn paars aangelopen verdikte knoppen, die fluweelgallen worden genoemd. In mei komen daar zowel mannelijke als vrouwelijke Eikengalwespen uit. Die paren met elkaar en vervolgens leggen de vrouwtjes eitjes op jonge eikenbladeren. In de loop van de zomer doen de larven van de Eikengalwesp zich te goed aan de gevormde gal. In de late herfst vallen

15

de Galappels op de grond en komen de vrouwelijke galwespen te voorschijn en zo is de cyclus weer rond. Wintervlinders

Andere liefhebbers van de Zomereik zijn wintervlinders. Aan het eind van het jaar kruipen deze vlinders uit hun pop. Het zijn uitsluitend mannen die dan rondfladderen. De vrouwtjes hebben namelijk geen vleugels en zitten graag op een eikenstam. De vlinders hebben geen tong om nectar te drinken. Er valt ’s winters toch niets te halen. Het vrouwtje heeft geen vleugels. De bouwstoffen die ze daarmee uitspaart worden omgezet in extra eitjes. De vrouwtjes zijn vleugelloos, maar zeker niet vleugellam, want met een lekker geurtje lokt ze mannetjes naar de eik. Na de paring kruipt het vrouwtje naar eikenknoppen waar ze haar eitjes afzet. In mei komen de rupsen precies op het moment uit wanneer de eikenbladeren ontluiken en er nog geen looizuur en andere onsmakelijke stoffen in het blad zitten. Tot voor kort was dat zo... Door de opwarming van de aarde raakt de dienstregeling tussen eik en rups in de war. Eikenbladeren ontluiken nu reeds tien dagen eerder vergeleken met veertig jaar geleden. Rupsen van wintervlinders reageren nog sneller op de temperatuurstijging dan de eikenbladeren.Veel rupsen komen al uit hun ei, terwijl de eikenblaadjes nog in de knop zitten en sterven dan een hongerdood. Klimaatinvloed

De Koolmees had altijd een perfect gevoel voor time-management: de

jongen werden geboren precies op het moment dat de meeste rupsen beschikbaar waren. De eileg bij de Koolmees wordt vooral bepaald door de veranderingen in de daglengte. Omdat die veranderingen elk jaar hetzelfde zijn, vervroegt de Koolmees de eileg niet. De Koolmees reageert dus lang niet zo sterk op veranderingen in temperatuur als de rupsen en de eikenbladeren. Hij gebruikt als het ware een oude dienstregeling met vaste tijden en heeft (nog) niet in de gaten dat die is vervangen door een flexibel tijdschema.Veel jongen worden daarom nu geboren als de rupsenpiek reeds voorbij is. De Koolmees dreigt daardoor de boot te missen... De eik illustreert in het klein wat de opwarming van de aarde voor effect heeft op allerlei organismen die van elkaar afhankelijk zijn. Als je een draad uit een web aanraakt, dan trilt het hele web. Laten we hopen dat de Koolmees snel zijn reisschema weer op orde heeft!

Parende Kleine wintervlinders.

* G.W. de Vries is projectleider bij het IVN Consulentschap Drenthe en zit in de Wetenschappelijke Adviescommissie van Het Drentse Landschap.


16

Fauna

Nachtzwaluw

nogal wat op de roep van eveneens nachtactieve Rugstreeppadjes. Nachtzwaluwmannen imponeren de vrouwtjes behalve door dit geratel ook met hard vleugelgeklapper. Je moet er wat op verzinnen als je in het donker een beetje indruk wil maken. Om daarbij toch nog enig visueel spektakel te leveren is het dier voorzien van witte vlekjes aan de onderzijde van de vleugeluiteinden. Het maanlicht weerkaatst hierop bij het vleugelklappen. Vaak zijn deze oplichtende signaalvlekjes het enige wat een mens te zien krijgt als er een Nachtzwaluw overvliegt.

Bertil Zoer*

Nachtzwaluwen zijn hoogst merkwaardige vogels. Thijsse beschrijft de vogel heel treffend als “Een vogel die de gedaante heeft van een koekoek, vliegt als een uil, en het geluid maakt als verscheidene kikkers in de verte”. Begin mei keren de vogels terug uit Afrika. In Drenthe zijn de dieren dan vooral aan te treffen in heide- en hoogveengebieden. De ver dragende ratelzang is alleen te horen in de schemering van mei tot in augustus. Op warme windstille nachten

foto: Michiel Schaap / FN

ratelen de dieren soms de hele nacht door.

Geitenmelker In het Latijn heet het dier Caprimulgus europaeus. Dit betekent letterlijk Europese geitenmelker. Geitenmelker is lange tijd een gebruikelijke naam voor het dier geweest. Niet eens zo’n gekke naam voor zo’n raadselachtig beest dat ’s nachts graag tussen het vee rondfladderde. Bovendien is het dier

ook nog eens voorzien van een rare brede snavel die opvallend ver open kan. Als die het niet op de geitenmelk heeft voorzien …. De dieren communiceren met elkaar met een herhaald lang ratelend geluid. Kikkeronderzoekers worden door dit geratel, net als Thijsse, nog wel eens op het verkeerde been gezet. Het geluid lijkt

Camouflagepak Nachtzwaluwen zijn schemerjagers. Ze pakken hun prooi, nachtvlinders en andere insecten, in de vlucht. Hun ogen zijn aangepast aan het jagen in de schemering. De ogen zijn, net als die van uilen, relatief groot. In combinatie met een extra lichtweerkaatsend vlies achter het netvlies vergroot dat de lichtopvang. Ze hebben in vergelijking tot dagactieve vogelsoorten meer staafjes dan kegeltjes op hun netvlies. Hierdoor zien ze, hoewel alleen in zwart-wit, goed in de schemering. Bij volledige duisternis zien ook Nachtzwaluwen niets. Ze jagen dus uitsluitend in avond- en ochtendschemering en bij helder maanlicht. Om de prooi ook bij slecht zicht nog tijdig te kunnen pakken, kan de vogel zijn snavel bijzonder wijd openen. De opvallend brede snavel is hiervoor voorzien van een speciaal gewricht in de onderkaak. Het dier opent zijn snavel pas op het laatste moment om er geen last van te hebben tijdens het vliegen. Verder beschikt het dier over een beweeglijke nek om de pakkans nog wat verder te vergroten. Nachtzwaluwen zijn wendbare


Hongerslaap Voldoende voedsel binnenhalen, om een broedsel groot te brengen, in slechts een paar uurtjes schemering per etmaal blijft een hachelijke onderneming. Het kan erg tegen zitten als het een paar nachten achter elkaar stevig regent of hard waait. Nachtvlinders en andere prooidieren wagen zich dan niet de lucht in, waardoor er ook niets te jagen valt. Om zo goed mogelijk met zulke tegenslagen te kunnen omgaan hebben Nachtzwaluwen zich ontwikkeld tot meesters in de energiebesparing. Overdag zit-

ten de dieren niet eenvoudigweg wat te dutten, maar schakelen ze hun lichaam effectief in een soort spaarstand. Hartslag en lichaamstemperatuur worden naar beneden gebracht om energie te besparen. De dieren gaan eigenlijk elke dag een beetje in winterslaap. Deze spaarstand of hongerslaap houden ze desnoods enkele dagen vol. Ook de jongen die net uit het ei zijn, vertonen dit gedrag. In vergelijking met andere vogelsoorten van het zelfde formaat kunnen Nachtzwaluwen, als het moet, met veel minder voedsel toe. Nachtzwaluwen stemmen hun voortplanting af op de maancyclus. Dit klinkt misschien wat mysterieus maar is slechts een kwestie van efficiency. Het leggen van de eieren wordt dusdanig getimed dat de kuikens uit het ei kruipen bij een wassende maan. Tegen de tijd dat de jongen hun maximale groei en voedselbehoefte doormaken, is het net volle maan. Hierdoor is de kans dat pa en moe voldoende maanlicht voor de jacht ter beschikking hebben maximaal. Alle hongerige snaveltjes in het nest kunnen dan gevuld worden met voorverteerde insectenpap. Alleen zware bewolking kan nog wel eens wat roet in het eten gooien. Als de maan afneemt zijn de jongen ondertussen zover dat ze ieder voor zichzelf beginnen te jagen. In jaren met warm zomerweer brengen de dieren vaak een tweede legsel groot. Het vrouwtje kan in dat geval snel aan een tweede broedsel beginnen, omdat het mannetje dan de verzorging van het eerste voor zijn rekening neemt. Comeback Enkele decennia geleden maak-

foto: Johan Vos

vliegers die net als Torenvalken ook goed biddend in de lucht kunnen hangen. Overdag vliegen er geen Nachtzwaluwen rond. Ze zitten dan muisstil op de grond. Ook rusten ze wel op een brede boomtak, maar dan wel in de lengterichting met de tak mee. Op deze manier lijken ze net een afgebroken zijtak en zijn ze bovendien niet van onderaf zichtbaar. Roofdieren en wandelaars lopen soms rakelings langs een rustende Nachtzwaluw zonder hem waar te nemen. De dieren vertrouwen zo sterk op hun schutkleur dat ze alleen bij een dreigende verplettering voor de voeten van de wandelaar zullen opvliegen. De kuikens zetten het bij dreigend gevaar nog wel eens op een stevig sissen om belagers af te schrikken. Nachtzwaluwkuikens bivakkeren zonder nest op de kale grond. Vooral op hun buik houden ze zeer lang een dikke donslaag om toch altijd behaaglijk zacht en warm te liggen. Net als hun ouders vallen ze, dankzij hun schutkleur, nauwelijks op tussen het strooisel op de bodem.

ten vogelaars zich nog ernstig zorgen over het voortbestaan van de Nachtzwaluw. De aantallen namen tot halverwege de jaren ’80 van de vorige eeuw van jaar tot jaar af. Sinds 1985 is het aantal Nachtzwaluwen in Nederland echter weer verdubbeld. Het dier is duidelijk bezig met een comeback. Op vrijwel alle Drentse heidevelden broeden ze ondertussen weer. Op de grotere heideterreinen als het Drouwenerzand of het Hijkerveld zijn tegenwoordig vaak meerdere broedparen te vinden. Over de oorzaken van dit herstel is men het in vogelland nog niet helemaal eens. Het verbeterde heidebeheer speelt mogelijk een rol. Ook is het duidelijk dat nachtvlindersoorten die een flink deel van de prooi vormen, de laatste jaren in aantallen toegenomen zijn. Warmer wordende zomers spelen hierbij een belangrijke rol. Hoe dan ook. Voor de Nachtzwaluw gaat kennelijk voorlopig het licht nog niet uit. *B. Zoer is medewerker onderzoek en planning bij Het Drentse Landschap.


18

Kopland

Stilleven met Goudplevier

Er liggen dingen op die tafel, maar waarom ---- het is winter en het ligt daar weer, wat oude appels, grijze peterselie, een dorre ui, een dode goudplevier. Het slaapt in een bevroren wereld, in een boomgaard, een moestuin, een greppel droomt het te zijn gevonden, meegenomen, neergelegd op die tafel ---- maar waarom, want er is niemand die weet hoe groot de winter is, hoe eindeloos haar deernis, hoe eerbiedig zij kiest wat sterven mag. Ik ben vergeten wat ik zie, ik moet het in gedachten hebben neergelegd, en niet zijn teruggekeerd, het zo hebben gelaten.

Uit de bundel Geduldig gereedschap, 1993, uitgeverij G.A. van Oorschot, Amsterdam

foto’s: Joop van de Merbel

Rutger Kopland


Een eindje om met Het Drentse Landschap

Bertus Boivin / Eric van der Bilt

37

Wandelroute Borger naar Buinen en terug

foto’s:: Hans Wolters

Van


Van Borger naar Buinen en terug 13 15

16

Tussen Borger en Buinen ligt op de hellingen van de Hondsrug een van de oudste cultuurlandschappen van Nederland. De acht hunebedden waar deze route u langs voert, bewijzen dat dit oude boerenlandschap minstens 5000 jaar oud is. De wandeling brengt u langs plekken met schitterende vergezichten vanaf de hoge velden en essen over het Hunzedal. Na afloop van de wandeling kunt u bijkomen van de vermoeienissen in het restaurant van het Hunebedcentrum. Uiteraard moet u dan meteen ook even een kijkje nemen in het museum. Het Hunebedcentrum heeft in het najaar van 2008 de BankGiroLoterij Museumprijs gewonnen. (Zie voor meer informatie over het museum www.hunebedcentrum.nl.) 3 Over het planken voetpad gaat u onder de N374 door. Neem vervolgens het bruggetje het kanaal over. De weg loopt naar de N374. Steek deze drukke weg over en ga op het fietspad rechtsaf.

2 Bij het Kanaal BuinenSchoonoord aangekomen gaat het fietspad rechtsaf langs het kanaal. Tussen 1925 en 1930 werd het Voorste Diep gekanaliseerd tot het Kanaal Buinen-Schoonoord. Het is in totaal zestien kilometer lang. Om in Buinen uit te komen werd het kanaal met een kilometerslange omweg om de hoge Noorderesch van het dorp heen gegraven. Voorste Diep en Achterste Diep komen bij Gasselternijveen samen en gaan vandaar als Hunze verder. Het Drentse Landschap gaat in het kader van haar Hunzeproject over enkele jaren ook het gebied bij Borger aanpakken om het oorspronkelijke Voorste Diep zo veel mogelijk te herstellen.

4 Na 200Â meter steekt u de weg over om een kijkje bij de twee hunebedden te nemen. Daarna loopt u weer terug. U komt bij de eerste twee van de in totaal acht hunebedden waar deze wandeling langs komt. In een van deze twee graven werden twee koperen sieraden aangetroffen. Het zijn de oudste metalen voorwerpen die tot nu toe in Nederland gevonden zijn. 5 Terug op het fietspad steekt u na opnieuw ongeveer 200Â meter (op deze plaats is ook een weggetje linksaf) rechtsaf de N374 over en neemt u het zandpad dat richting bos voert. Dit pad blijft u voorlopig volgen. U komt langs akkers en weilanden. Vervolgens loopt u over een brede laan door de Staatsbossen.

12

11

17

10

2 1 Start

4

8 5

3 7

6

Buizerd

foto: Johan Vos

1 Vanaf de parkeerplaats loopt u in oostelijke richting. (D.w.z. u loopt niet richting museum, maar gaat de andere kant op.) Neem het asfaltweggetje linksaf. Vervolgens neemt u de eerste weg rechts.

14

Situatie ca.

1900

9


Van Borger naar Buinen en terug Lengte route 12 km Benodigde tijd 3 tot 4 uur. Begaanbaarheid paden Goed te belopen in alle jaargetijden. Honden Niet toegestaan.

Openbaar vervoer Diverse buslijnen en Q-liners vanuit Assen, Emmen en Groningen naar het busstation bij het centrum van Borger. Zie www.9292ov.nl of bel (0900) 9292. (Vanaf de halte 1,5 kilometer naar startpunt.)

6 Op een grote kruising van paden in het bos begint links een heideveld. Hier gaat u linksaf en volgt de zandweg met schelpenpad ernaast. De Staatsbossen werden vlak vóór en vlak na de Tweede Wereldoorlog aangelegd op de minder goede stukken van het Buinerveld. Sommige delen van het veld ontsprongen de dans en bleven als heideveld liggen.Vaak had dat te maken met een eigenaar die zijn grond niet voor de geboden prijs wilde verkopen of het zelf wilde ontginnen. Soms was het veld te slecht en te geaccidenteerd om als productiebos te dienen. Een duidelijk voorbeeld van het laatste is het terreintje Bloemendellen waar we aan het eind van deze wandeling komen. foto: Jaap de Vries

Startpunt Parkeerplaats van het Hunebedcentrum, Bronnegerstraat 12, 9531 TG Borger. (Volg de borden in het dorp.)

GPS-coördinaten startpunt N 52o 55I 48.72II - O 06o 47I 58.36II

7 Het pad brengt u naar de Zuideresch van Buinen. Bij de es aangekomen, loopt u eerst een stukje rechtdoor. Vervolgens neemt u de eerste weg links die midden over de es naar het dorp Buinen loopt. 8 Steek de N374 over. Blijf de weg (Eeserweg) volgen tot het eind en ga dan rechtsaf de Hoofdstraat op.

9 Na een flauwe bocht in de Hoofdstraat gaat u linksaf. Het weggetje brengt u de Noorderesch op. U blijft deze weg over de es volgen. Negeer de zijwegen. De klinkerweg gaat over in een zandweg met een fietspad ernaast. Op het hoogste punt van de Noorderesch staat een bankje. De hoogte van de es is daar 19,8 meter +NAP. Het hoogteverschil met het kanaal bedraagt ruim twaalf meter. Zo’n 150 duizend jaar geleden tijdens de voorlaatste ijstijd heeft een dikke ijslob het Hunzedal vanuit het noorden uitgeslepen. De rand van het ijs drukte de Hondsrug en het gebied rond Buinen als het ware omhoog. Het oorspronkelijke dal moet tussen Borger en Buinen meer dan vijftig meter diep geweest zijn, maar zand, grind en leem vulden het Hunzedal in de loop van de tijd voor het grootste deel op. Vanaf de Noorderesch kunt u goed zien hoe vanaf de Hondsrug erosiedalen in de richting van het Voorste Diep lopen. Geologen noemen ze ‘droogdalen’. Ze ontstonden toen aan het eind van de ijstijd enorme hoeveelheden smeltwater langs de hellingen van de Hondsrug naar beneden stroomden.

foto: Joop van der Merbel

10 Op de T-kruising gaat u rechtsaf en even later linksaf. 11 Bij het Kanaal BuinenSchoonoord slaat u linksaf. Ga het kanaal over bij het sluisje en neem dan aan de overkant rechtsaf het fietspad naar Bronneger.


Van Borger naar Buinen en terug

13 Ga linksaf de Dorpsstraat op. U loopt een eindje door het dorp. 14 Aan het eind van het dorp neemt u de tweede weg rechts. (De paddenstoel wijst u richting hunebedden.) 15 U volgt het fietspad langs de hunebedden. Het zijn er in totaal vijf. De laatste twee liggen aan de rand van de es van Drouwen. Als u deze twee bekeken heeft, loopt u een stukje terug en neemt de zandweg rechtsaf. De laatste van de vijf hunebedden aan de Steenakkersweg is zonder twijfel de mooiste. Niet in de laatste plaats vanwege zijn ligging in het open landschap en door de aanwezigheid van de oude boom die het hunebed lijkt te ondersteunen. De aanwezigheid van zoveel hunebedden bewijst dat dit gebied vijfduizend jaar geleden al intensief in gebruik moet zijn geweest

door de trechterbekerboeren die destijds de hunebedden bouwden.Vlak voor de hunebedden liggen aan weerszijden van de Steenakkersweg twee grafheuvels uit de bronstijd die tussen 2000 en 1500 v.Chr. moeten zijn opgeworpen. 16 Links van het pad ligt het kleine heideveld Bloemendellen. Ga via het klaphek het veldje op en volg het ‘konijnenpaadje’ dat u naar de andere kant van Bloemendellen brengt. Bloemendellen is het enige restant van het Oosterveld dat vroeger tussen de essen van Borger en Drouwen en de Bronnegermaden ingeklemd lag. Met name in het eerste gedeelte van het terrein ervaart u dat u van de Hondsrug naar beneden loopt. Het Oosterveld werd in de loop van de twintigste eeuw ontgonnen. Waarom dit Bloemendellen destijds bespaard bleef, laat zich ter plekke gemakkelijk raden. U ziet hier met eigen ogen dat het veel moeite gekost zou hebben om het terrein te egaliseren. Bovendien is de bodem er bijzonder schraal. Hier en daar ziet u nog de gaten die de boeren van Bronneger er gegraven hebben om wit zand te halen als ze bijvoorbeeld een straatje bij de boerderij wilden aanleggen. Bloemendellen is eigendom van Stichting Het Drentse Landschap. 17 U komt uit op de doorgaande weg Bronneger-Borger. Ga hier rechtsaf en blijf de weg volgen tot het Hunebedcentrum. Langs de weg kunt u de voor Nederlandse begrippen flinke hoogteverschillen nog een keer goed ervaren.

foto: Bertus Boivin

12 Aan het eind van het fietspad neemt u rechtsaf de zandweg langs de houtwal. Het zandpad komt op de Dorpsstraat van Bronneger uit. Het zandpad ligt op de grens van de erven van de boerderijen van Bronneger en het beekdal van het Voorste Diep. Omdat het pad precies op de rand van de hogere gronden liep, bleef het alle jaargetijden begaanbaar en konden de boeren van het dorp altijd de weilanden en hooilanden in de Bronnegermaden langs de beek bereiken. De houtwal fungeerde als een soort ‘prikkeldraad’ om het vee in de wei te houden.

Hunebedden, een wereld te winnen... In 2007 verschenen de resultaten van een groot onderzoek naar de Drentse hunebedden onder de titel Hunebedden, een wereld te winnen. In deze publicatie is per hunebed een dossier opgenomen waarin onder andere aangegeven wordt hoe men de omgeving van het hunebed wil gaan inrichten om - zoals het rapport zegt - ‘de plek en de beleving van de hunebedden te versterken’. Onderweg tijdens deze wandeling heeft u ervaren hoe belangrijk de uitwerking van die omgeving is. Hoe bijvoorbeeld de weidsheid van een plek een hunebed een welhaast magische kracht lijkt te geven. Bedenk dat geen enkel hunebed ‘toevallig’ op die bepaalde plek terechtgekomen is. Om hun voorouders alle eer te geven die hen toe kwam, koos men de plek ongetwijfeld met de grootste mogelijke zorg uit. De plannen om de omgeving van de hunebedden flink aan te pakken zullen de komende jaren uitgevoerd worden. Ook Het Drentse Landschap is nauw bij de hunebedden betrokken, onder andere omdat de stichting de 21 hunebedden die eigendom van de Provincie zijn, in beheer heeft.

In de verte aan de overkant van het voormalige Voorste Diep ligt Buinen met zijn Noorderesch. Rechts van de weg ligt hoger op de flank van de Hondsrug een oud zandpad met de treffende naam Hogeweg. U verliet deze zandweg toen u de Bloemendellen op ging. Vergeet niet als u bij het

Hunebedcentrum terug bent, nog even een kijkje in het bosje naast het museum te nemen. U vindt daar het achtste en laatste hunebed van deze wandeling. Met zijn lengte van 22,5 meter en zijn negen dekstenen is het het grootste hunebed van ons land.

© Stichting Het Drentse Landschap (december 2008) Bezoekadres: Kloosterstraat 5 – 9401 KD Assen – Postadres: Postbus 83 – 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 – e-mail: mail@drentslandschap.nl


Schoon drinkwater uit de kraan wordt nu als vanzelfsprekend ervaren. Niet zo lang geleden dronken veel Drenten nog uit put, sloot of regenton. In 1894 kwam in Meppel de eerste waterleiding tot stand. Pas in 1956 werd de laatste Drentse gemeente op het leidingnet aangesloten. Dit jaar bestaat de WMD zeventig jaar. Een goed moment om terug te blikken.

Het graven van sleuven voor de waterleiding gebeurde destijds met de hand.

Kijk voor meer informatie over drinkwater op www.wmd.nl.


24

Cultuur

Schildersdorpen in Drenthe Roel Sanders*

Het Drentse landschap ondervond in de tweede helft van de negentiende eeuw veel belangstelling van de kant van kunstschilders die in groten getale het land introkken. Voordien was het landschap ook al onderwerp van hun interesse geweest, maar hun werken kwamen toen voornamelijk in het atelier tot stand, op basis vaak van buitenshuis gemaakte schetsen. De nieuwe mode nu schreef voor temidden van de natuur zelf te gaan zitten schilderen. Door heel Europa heen ontstonden schildersdorpen, plaatsen waar schilders elkaar opzochten en elkaar inspireerden.

Gevarieerd landschap

De genoemde dorpen bevinden zich alle langs of in de buurt van het tracé

dat van Assen via Rolde naar Gieten en vervolgens in zuidelijke richting langs de Hondsrug loopt. Dat valt grotendeels samen met de route die ook veel reizigers door Drenthe namen. De gehele negentiende eeuw door hadden ze Drenthe bezocht.Van hun bevindingen deden ze meestal op schriftelijke wijze verslag. Sommigen kwamen nog voor de grote toestroom van schilders.

foto: Het Drentse Boek

Julius Jacobus van de Sande Bakhuyzen, Boerenhof met hooikar. Op de achtergrond de kerk van Zweeloo.

Met betrekking tot het ongerepte Drenthe, een waar dorado voor wie het landschap wilde vereeuwigen, werd meestal niet in die termen gesproken. Toch zijn ook hier dorpen aan te wijzen die op een meer dan gemiddelde belangstelling van de kant van de kunstenaars konden rekenen. In Vries hadden Taco Mesdag en zijn echtgenote Geesje van Calcar een buitenhuis, waar ze veel collega’s ontvingen. Hooghalen kende het logement van Geert Kuiper, waar de schilder Alphonse Stengelin jaar na jaar verscheen en het ook overigens een komen en gaan was van schilders. Rolde ontving schilders met bekende namen als Julius Jacobus van de Sande Bakhuyzen en Willem Roelofs, namen die ook weer in Gieten en Exloo opdoken. Gieten werd bovendien bezocht door Johannes Warnardus Bilders, één der bekendste Nederlandse plein-airschilders uit Oosterbeek. Zweeloo is bekend door het ééndaagse bezoek van Vincent van Gogh, maar vooral door Max Liebermann, die hier in 1882 enkele maanden verbleef en die hier bijzondere werken maakte.

Anderen, die later in de negentiende eeuw kwamen, lieten zich vaak vergezellen door tekenaars, die in zekere zin dus pasten in de traditie van de pleinairisten. Dat de reizigers en de schilders vooral een voorkeur hadden voor het gebied Assen-Gieten en de Hondsrug kan worden verklaard door de grote afwisseling in het landschap in deze streek, die in groot contrast stond met veel gebieden in de rest van de provincie waar eindeloze heidevelden weinig variatie boden en door veel reizigers als eentonig, vervelend en neerslachtig werden ervaren. Speuren naar bijzondere plekken

Een geheel nieuw verschijnsel deed zich met betrekking tot het Drentse landschap voor, toen de fotografie


doorbrak. Fotografen konden het landschap met een nieuwe techniek benaderen. Ook sommige schilders zouden later foto’s voor hun documentatie of als voorstudie voor een schilderij gaan gebruiken. In Drenthe deed zich een bijzonder geval van samenvoeging van schilderkunst en fotografie voor door de activiteiten van de belastingontvanger en amateurfotograaf Geert Jannes Landweer. Tijdens zijn reizen door Drenthe droeg hij altijd een fototoestel bij zich en speurde hij voortdurend naar plekken die het waard waren te worden vastgelegd. Contacten met de hier verblijvende schilders leidden ertoe dat kunstenaars en fotograaf elkaar vonden in hun liefde voor het landschap. De basis voor een jarenlange samenwerking was gelegd. Ook als de schilders weer naar hun eigen stad of dorp waren teruggekeerd, bleef men via een briefwisseling met elkaar in contact en werden over en weer foto’s en schetsen gestuurd. De brieven die Landweer aan de schilders zond, zijn in verschillende richtingen gegaan en daardoor zoek geraakt. De brieven die hijzelf ontving zijn tenslotte terechtgekomen in het Drents Archief waar ze in het Archief Landweer zorgvuldig worden bewaard. De verhalen van de reizigers, de activiteiten van de schilders en de brieven aan Landweer vormen in hun samenhang een boeiende achtergrond voor een boeiend bestaan dat zich destijds in de schildersdorpen van Drenthe afspeelde. *Dr. R. Sanders is amateurhistoricus en auteur van het onlangs verschenen boek Schildersdorpen in Drenthe.

Het boek Schildersdorpen in Drenthe: hard kaft, full colour, 192 blz., € 32,50. Uitgeverij Het Drentse Boek , ISBN 978 90 6509 607 4.

Werf een begunstiger voor Het Drentse Landschap

Gratis ets van Han van Hagen Hoe meer begunstigers, hoe meer we kunnen doen voor het behoud van de Drentse natuur en cultuur. Maak daarom uw familieleden, vrienden en kennissen voor slechts € 17,50 begunstiger van Het Drentse Landschap. Zij profiteren dan ook van alle voordelen van het lidmaatschap van Het Drentse Landschap: een prachtig handboek, vier keer per jaar het kwartaalblad, korting op boeken en vlees­pakketten en vaak gratis deelname aan de tientallen activiteiten die de stichting jaarlijks houdt. Als begunstiger ontvangt u voor uw hulp een speciaal cadeau: een ets van beeldend kunstenaar Han van Hagen. De ets heeft een afmeting van 160 mm x 110 mm en wordt in een A4 passe-partout afgeleverd. Hij maakte ter gelegenheid van ons 75-jarig jubileum vier etsen van vier van onze natuurgebieden, van elk seizoen een, waarbij elke keer een andere boom geportretteerd wordt. Op de ets van de Wildenberg is dat de eik, die met zijn overhangende takken het landschap aftekent. U kunt elk kwartaal gratis zo’n bijzondere ets ontvangen als u een nieuwe begunstiger aanmeldt. Vul de cadeaubon in dit kwartaalblad vandaag nog in en ontvang snel de eerste ets van het natuurgebied De Wildenberg.

Alvast heel hartelijk dank voor uw hulp!


26

Stichting Oude Drentse Kerken

Een nieuw leven voor het Kleine Kerkje in Gieterveen Olav Reijers*

Herbestemming is de grote uitdaging voor de monumentenzorg. Elk gebouw kan gerestaureerd worden maar zonder functie blijft het een lege huls, gedoemd om te verdwijnen. Dit lot dreigt voor veel kerkgebouwen maar gelukkig zijn er ook goede voorbeelden. Het Kleine Kerkje in Gieterveen is er daar een van. Begin september opende onder grote belangstelling gedeputeerde Rein Munniksma de gerestau-

De oorsprong van het Kleine Kerkje ligt in het begin van de 20e eeuw toen er een heuse schoolstrijd losbarstte binnen de Hervormde kerk in Gieterveen. Een deel van de leden verzette zich tegen het oprichten van een christelijke school naast de bestaande openbare school.Toen de nieuwe school er toch kwam, besloten de ontevreden leden uit te treden en richtten de Vereniging van Vrijzinnig Hervormden op. De nieuwe kerkgemeenschap had natuurlijk een eigen kerk nodig en met zeer beperkte middelen gingen zij zelf aan de slag. Zo ontstond in 1924 een van de meest eenvoudige en sobere kerkjes die Drenthe rijk is, al snel bekend als het Kleine Kerkje. Het is een rechthoekig gebouw, met grote rondboogvensters aan drie zijden en een eenvoudige ingangsdeur. Aan de voor- en achterzijde zijn kleine ronde vensters onder het dak geplaatst. De enige versiering bestaat uit sobere bakstenen pilasters die de buitenmuren in vlakken verdelen. Eigenlijk maakt vooral het kleine torentje met een echte klok dat het gebouwtje herkenbaar is als kerk. Leegloop

De eenvoud en soberheid zet zich

foto’s: Sonja van der Meer

reerde kerk die sinds 2006 in beheer is van Stichting Oude Drentse Kerken.


27

voort in het interieur. Het kerkmeubilair bestond uit niets meer dan een preekstoel en kerkbanken. De enige uitspatting betreft een klein glas-inloodraam boven de preekstoel dat pas in 1957 is aangebracht. Er was zelfs geen water in het kerkje, alleen stroom en twee gevelkacheltjes. De vrijzinnigen in Gieterveen waren nooit groot in aantal en door vergrijzing en ontkerkelijking liep het ledental de afgelopen jaren snel terug. Soms werden de kerkdiensten door niet meer dan zes mensen bezocht, een onhoudbare situatie. Het bestuur kwam in gesprek met Het Drentse Landschap en uiteindelijk werd de kerk voor het symbolisch bedrag van € 1,-- overgedragen aan de Stichting Oude Drentse Kerken. De voorwaarde was dat het gebouw beschikbaar moest blijven voor de gemeenschap en daarmee begon een tweede leven voor het Kleine Kerkje. Plaatselijke Commissie

Maar wat te doen met een klein bouwvallig kerkje in Gieterveen? Zo’n gebouw kan alleen een functie hebben als het wordt gedragen door de lokale gemeenschap. Daarom organiseerde Het Drentse Landschap een bijeenkomst in het tegenover gelegen café met alle plaatselijke verenigingen en geïnteresseerde bewoners. Aan hen werd de vraag voorgelegd wie zich wilde inzetten voor behoud van het kerkje door zitting te nemen in een Plaatselijke Commissie. Zo ontstond een commissie van zes personen, waaronder twee leden uit de Vrijzinnige gemeente en een bestuurslid van de Stichting Oude Drentse Kerken, die de nieuwe functie voor het kerkje ging invullen. Het gebouw moet een rol binnen de gemeenschap vervullen en openbaar zijn. Daarom organiseert de Plaatselijke

Commissie allerlei culturele activiteiten in de kerk. Denk aan tentoonstellingen in combinatie met een concert of voorstelling. Ook kan het gebouw worden gehuurd voor vergaderingen, workshops, bruiloften en partijen. Bij de stichting is hierover een folder b­eschikbaar. In het Kleine kerkje is verder informatie te vinden over het Hunzeproject en de herintroductie van de Bever in het Hunzedal. Met de inkomsten moet de commissie de kosten voor promotie, schoonmaak en energie kunnen dekken. Een tweede leven

Het kerkje is geschikt gemaakt voor deze nieuwe functie. Het is prachtig gerestaureerd en er staat zelfs een gloednieuwe windhaan boven op het torentje. Binnen zijn noodzakelijke voorzieningen aangebracht zoals sanitair en een keukentje. De gevelkachels zijn vervangen door een verwarming onder een nieuwe hardstenen vloer. Van het oude kerkmeubilair is alleen de preekstoel overgebleven. De banken zijn bij opbod verkocht, meest aan oud-kerkgangers die natuurlijk bij iedere bank een verhaal of herinnering hebben. Zo is het Kleine Kerkje van Gieterveen een geslaagd voorbeeld van hergebruik van een oud gebouw voor nieuwe doeleinden. Dankzij vroegtijdig handelen van zowel de Vrijzinnige gemeente als de Stichting Oude Drentse Kerken is leegstand en mogelijk sloop voorkomen. Aan Erna van Mil, die als bestuurslid van de Stichting Oude Drentse Kerken enkele jaren in de Plaatselijke Commissie heeft gezeten, de vraag wat anderen kunnen leren van de gevolgde aanpak: “Zorg dat de plaatselijke bevolking altijd betrokken is bij de nieuwe bestemming van een gebouw, zoals de commissie in Gieterveen. Wees duidelijk wat de

rechten en plichten van de commissie en de eigenaar zijn, zodat daarover geen misverstanden kunnen ontstaan. En, heel belangrijk, zorg dat de nieuwe functie iets toevoegt aan de omgeving en geen concurrent wordt van bestaande bedrijven; dat voorkomt een hoop onrust.” Met een bezoekje of huur houdt u het kerkje in stand. Dus vooral doen, het staat open voor iedereen!

* Drs. O. Reijers is directeur van Drents Plateau.

Stichting Oude Drentse Kerken valt onder verantwoordelijkheid van Het Drentse Landschap. De restauratie is mede mogelijk gemaakt dankzij bijdragen van Stichting Het Drentse Landschap, Provincie Drenthe, Leader+, Gemeente Aa en Hunze, PBCF Drenthe, VSBfonds, Noorderstaete Rentmeesters, Nationale Postcode Loterij en Drents Hervormd Fonds.


28

Fauna

Het gaat weer iets beter met de Huismus. Voor enkele jaren nog dreigde het vogeltje een zeldzame soort te worden. Het is daarom haast ondenkbaar dat mussen vroeger een plaag voor de landbouw v­ormden. De uitbreiding van het aantal mussen kan overigens vrij snel verlopen. In gunstige gevallen heeft een legsel zeven eieren en kunnen er vier broedsels in een jaar worden grootgebracht. Waar ze in grote a­antallen voorkwamen, konden mussen voor veel overlast zorgen. In korte tijd kunnen ze een graanoogst vernielen door alle halmen te knakken. Publicaties laten percentages zien van 10 tot 20 % schade in het koren. Daarom zijn er in het verleden talloze campagnes tegen de mussen gevoerd.

Vogelvrij verklaarde mussen Henk M. Luning*

foto: Joop van de Merbel

Huismus

Sinds jaar en dag oefent de mens invloed uit op het natuurlijk milieu en neemt hij maatregelen die helaas vaak averechts werken op het biologisch evenwicht. Een voorbeeld hiervan is het bestrijden van roofvogels in de zeventiende en achttiende eeuw. Daardoor nam het bestand van allerlei andere diersoorten toe. De Commissie van Landbouw onderkende dat in 1809. Ze schreef in haar jaarverslag: “De ondervinding raadt alle behoudzaamheid aan in het vervolgen der vogelen, de natuurlijke vijanden der insecten. Van beide plagen schijnt men niet gelijkelijk te kunnen verlost worden en zich het ene kwaad te moeten getroosten, om van een nog groter kwaad bevrijd te blijven.” Halverwege de achttiende eeuw had men dit inzicht blijkbaar nog niet. Zo werd in Hongarije door de landbouw de strijd tegen de mussen aangebonden.Vijf jaar later riep dezelfde landbouw de hulp van het Gouvernement in om mussen in te voeren! Steeds is bewezen dat uitmoorden van vogels gevolgd wordt door een plaag voor de mens. Men meende heel lang de vogels te kunnen indelen in nuttige en schadelijke. Pas veel later wordt deze opvatting gewijzigd en heeft men geleerd dat geen enkele vogelsoort uitsluitend nuttig of uitsluitend schadelijk is.


Fauna

Wat betreft de mussen is bekend dat de belangrijkste vijand de Sperwer is die niet zonder reden ‘mussenarend’ wordt genoemd. Mussen maken het grootste deel uit van het sperwerdieet en het schijnt dat Sperwers, als ze in voldoende mate voorkomen, het aantal mussen behoorlijk in toom kunnen houden. Maar zeker tot 1927 vinden we de Sperwer bij het schadelijk gevogelte. Goed aanpassingsvermogen

Het succes van de Huismus moet voor een groot deel worden toegeschreven aan zijn grote aanpassingsvermogen in voedselgewoonten. Mussen zijn echte cultuurvolgers en in feite is er geen kruid tegen ze gewassen. In de Veenkoloniën kent men het gezegde: ‘Hai is nait onder ’n musk uutbröd’, wat zoveel wil zeggen als: ‘het is een zoon van sterke ouders’. Of moeten we hier sterke lezen voor aanzienlijk in tegenstelling tot de onaanzienlijke mus? Het probleem is dat mussen letterlijk alles kunnen eten. In de tijd dat er nog paarden in het verkeer gebruikt werden, (over)leefden ze hoofdzakelijk van gemorst graan uit de voederzakken en onverteerde graankorrels uit de paardenpoep. Maar ook in grote kassen kunnen huismussen leven die hun hele bestaan nooit in de buitenlucht komen. In 1851 werd in Londen in het enorme glazen Crystal Palace een internationale tentoonstelling gehouden. Er kwamen in het gebouw zo veel mussen voor dat koningin Victoria aan de hertog van Wellington vroeg wat hieraan was te doen. Hij raadde aan Sperwers in het gebouw los te laten. Fokprogramma

Talloze campagnes zijn tegen de mussen gevoerd. Op de meest spectaculaire wijze in China, waar de gehele bevolking werd ingeschakeld. Koning Frederik van Pruisen had een idee waar-

bij hij dacht aan de mussen te kunnen verdienen. Hij stelde een belasting in waarbij de bevolking jaarlijks een zeker aantal mussenkoppen moest opbrengen. Bleef men in gebreke dan diende er een boete betaald te worden.Wanneer blijkt dat de boeren mussen gaan fokken om aan het vereiste aantal te komen, wordt deze belasting vlug weer ingetrokken. Het blijkt dat zelfs koningen hun kruit op de mussen hebben verschoten. In de Landschap Drenthe heeft de populatie Huismussen zich halverwege de achttiende eeuw kennelijk sterk uitgebreid en wel zodanig dat men het nodig vond er iets tegen te doen. Op last van Ridderschap en Eigenerfden werd door Drost en Gedeputeerden in 1758 een reglement vastgesteld ter wering van het schadelijk gevogelte dat zich in Drenthe zeer vermenigvuldigde. Eerst moesten als vanouds de roofvogels het ontgelden, maar aan het slot van dit reglement wordt gesproken over de veroorzaakte schade door mussen. De bevolking werd een oortje (is een vierde stuiver of twee duiten) premie in het vooruitzicht gesteld voor elke gevangen mus. De schatbeurder (gemeenteontvanger) diende de premie uit te betalen nadat hij er persoonlijk op had toegezien dat de mussen door het aftrekken van de kop vernietigd werden. Daarna presenteerde hij de rekening bij de Drentse Ontvanger Generaal die voor de uiteindelijke betaling zorg droeg. Mussenvangers

Lijsten van personen die mussen bij de schatbeurders brengen, geven vaak dezelfde namen te zien. Soms zit het in de familie, maar hoeveel mensen zich verblijden met een dode mus is moeilijk te schatten. Gerekend naar gemiddelde vangstresultaten per persoon houden in Drenthe zich zeker duizend personen met deze vangst bezig. In Ruinen zijn in 1767 drieënzestig personen, waaronder

29

zeven vrouwen, op de mussenvangst. In totaal worden er 600 stuks gevangen en dat geeft een gemiddelde van 9 vogels per persoon. Het betekent een verdienste van slechts 2 stuivers en 2 duiten. Wessel Bartels staat met een score van 90 stuks aan kop. Het is een slecht mussenjaar in Ruinen, later komt men op een totaal van 2158 gevangen mussen. Vergelijken we met Odoorn, dan blijkt hier de animo voor het vangen kleiner te zijn. Slechts 15 personen houden zich er in 1767 mee bezig. De vangst is echter behoorlijk: 695 stuks. Het gemiddelde is hier 46 mussen per persoon. Hendrik Eltinge spant de kroon met 84 stuks, waarmee hij iets meer dan een gulden verdient. Het vangen van mussen blijkt geen vetpot te zijn en toch houden alle rangen en standen zich er mee bezig.Wolter Kymmell, de latere schulte van Havelte, is in zijn jonge jaren een verwoed vanger. Boerenzoons innen evengoed de paar centen premie als de keuter en de arbeider. De dominee van Ruinen en de heer Landschrijver lieten de mussen inleveren door hun kindermeid, maar de schoolmeester bracht ze zelf. In de periode van 1758 tot 1783 werden er in Drenthe per jaar tussen de 20.000 en 40.000 mussen gevangen. Aan de hand van de uitbetaalde premie in deze periode gaat het in totaal om ongeveer 750.000 mussen! De mussenvangst is gelukkig alweer lang verleden tijd. De Huismus is nu bijna overal een welkome gast. Het blijft namelijk ontzettend leuk om te aanschouwen hoe mussen stukjes taart proberen te snoepen als je lekker zit te genieten op een terras...

* H.M. Luning is amateur historicus.


30

Vrijwilligerswerk

Flora- en fauna-inventarisaties Hans Colpa*

en tientallen kleine natuurstrookjes, zoals houtwallen en overhoekjes. Voor een goed beheer is het van wezenlijk belang om actuele informatie te hebben over het voorkomen van dieren en planten. Verschillende vrijwilligers inventariseren vogels, vlinders of libellen voor onze stichting. Daarnaast zijn er werkgroepen die een vergunning krijgen om bepaalde terreinen te inventariseren. In ruil daarvoor maken zij een verslag van hun bevindingen. De vogelwerkgroep van de KNNVAssen volgt al jaren de broedvogelstand van het natuurgebied Bongeveen. De ringwal rondom het ven is afgelopen jaar hersteld en het aangrenzende gebied is geschikt gemaakt voor waterberging. Daarom is besloten om een brede inventarisatie uit te voeren. De KNNV heeft onder andere gekeken naar planten, libellen, vlinders, paddenstoelen, gallen en sieralgen. De Drents-Groningse Mossenwerkgroep, die nauw verbonden is met deze KNNV-afdeling, heeft de mossen voor haar rekening genomen. Deze groep staat onder de bezielende leiding van dr. Ben van Zanten die Bongeveen al vanaf begin jaren ’50 kent. Als eerstejaars biologiestudent ging hij een keer mee met de Groninger Biologen Club. Op de fiets trokken ze door het - toen nog uitgestrekte - Bunnerveen. Hij herinnert zich dit veengebied nog goed: “Botanisch en landschappelijk gezien was het een schitterend gebied. Heel jammer dat het verloren is gegaan.”Tijdens de fietstocht viel zijn oog op enkele velden vol met prachtig kapselende zandhaarmossen en purpersteeltjes waaraan de dauwdruppels nog hingen.Van Zanten was zo onder de indruk van de schoonheid van deze mossen, dat hij besloot om zich,

mede gestimuleerd door de toenmalige hoogleraar plantensystematiek R. van der Wijk, in deze plantengroep te gaan verdiepen. Hij werd bryoloog (mossendeskundige) bij de Rijksuniversiteit Groningen. Hij heeft zich gespecialiseerd in de systematiek van enkele tropische mossenfamilies en de verspreidings- en overlevingsmogelijkheden van mossporen. Na zijn pensionering richtte hij

de Drents-Groningse Mossenwerkgroep op en leerde enkele enthousiastelingen het vak. Inmiddels is hij 81 jaar en is nog steeds elke dag met mossen bezig. Ook publiceert hij regelmatig. Kortharig kronkelsteeltje

Ben van Zanten noemt de terugkeer van het Kortharig kronkelsteeltje (Campylopus brevipilus), één van de meest bijzondere vondsten van afgelopen voorjaar in het Bongeveen. Deze soort was altijd zeldzaam in Nederland en kwam vooral in Drenthe voor, met name op plekken met een voedselarme en turfachtige humeuze ondergrond. Na 1965 leek de soort echter zo goed als verdwenen.Weliswaar hield het kronkelsteeltje het in het Bongeveen iets langer uit. In zijn uitgebreide herbarium bevinden

foto’s: Hans Colpa

Verspreid in de provincie heeft Het Drentse Landschap 34 grote natuurreservaten


Nieuwe bestuursstructuur Het Drentse Landschap

Stichting Het Drentse Landschap en de daaronder ressorterende stichtingen Oude Drentse Kerken, Drentse Boerderijen en Drs. A.V.J. den Hartogh Fonds hebben sinds 16 september j.l. een nieuwe bestuursstructuur. Er zijn drie statutaire organen, te weten een directie/bestuur, een Raad van Toezicht (RvT) en een Raad van Advies (RvA). De RvT bestaat uit 5 leden, te weten:

zich mosexemplaren uit het Bongeveen, die hij gevonden heeft in 1964 en 1970. Tijdens een inventarisatie in 1993 werd het Kortharig kronkelsteeltje echter niet meer teruggevonden. De verrassing was dan ook groot toen deze soort afgelopen lente weer opdook in het gebied. “Nu is deze soort”, aldus Van Zanten, “ook wel heel lastig te herkennen. Alleen het maken van een dwarsdoorsnede van het blad kan uitsluitsel geven. Een heel priegelwerkje, want het blad is slechts enkele millimeters lang. Onder een microscoop moet vervolgens gekeken worden naar de aanwezigheid van een bepaald type bladcellen.” Ben van Zanten is optimistisch over de toekomst van het Bongeveen.Volgens hem geven de vijf veenmossoorten die onlangs gevonden zijn aan, dat deze pingoruïne alle potenties in zich heeft om zich te ontwikkelen tot een prachtig natuurgebied. “Na 50 jaar krijgt het Bunnerveen eindelijk weer iets van zijn glans terug.”

*J.G. Colpa is medewerker communicatie en vrijwilligerszaken van Het Drentse Landschap.

• • • • •

Ali Edelenbosch (voorzitter) Peter Bennema Albert Bruins Slot Dick Hoorn Erna van Mil

De instelling van de RvA heeft als insteek om de maatschappelijke verankering met de Drentse samenleving vorm te geven en is, zoveel mogelijk, een afspiegeling van de werkvelden waarop de stichting actief is. De RvA bestaat uit nu 19 leden en 2 ere-leden en komt minimaal 2 keer per jaar bij elkaar. In de RvA hebben zitting: • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Eef Arnolds, bioloog/paddestoeldeskundige Pieter Brink, architect Martha Buitenkamp, eigenaar adviesbureau Anantis Heribert Delicaat, notaris Arend van Dijk, vogelkenner/vogelonderzoeker Siep Faber, PR/Marketing deskundige Ab Grootjans, hydro-ecoloog Gien Hollema-Eikenberg (ere-lid) Hetzer van Houten, directeur Woonconcept Sake Jager, archeoloog Date Keuning, voormalig burgemeester Aly Klaassen, eigenaar erfgoedlogies/ plattelandsontwikkeling Wiek de Kleine, landschapsarchitecte Reinder Reinders, archeoloog Peter Snijders, burgemeester De Wolden Theo Spek, historisch geograaf Rob Staal, project-adviseur Heilien Tonckens, tuinarchitecte, wilde plantendeskundige Tjalling Waterbolk (ere-lid), archeoloog Diliane Welink, vrijwilliger van Het Drentse Landschap en biologe


32

Berichten

Kortweg 1– Hunzedal In het Hunzedal bruist het van de activiteiten. De realisatie van LOFAR is in volle gang. Het lijkt soms wel of er een Vinexwijk wordt gerealiseerd. Niets is minder waar. Het zogenoemde ‘grote oog’ dat centraal in het gebied ligt, is inmiddels gerealiseerd tezamen met tal van losse ‘terpen’. Slenken worden aangelegd, glasvezelkabels gelegd en gronden afgeplagd. Indrukwekkend! Verder is Het Drentse Landschap met steun van velen bezig met planvorming. De Provincie pakt fase I Tusschenwater bij Zuidlaren op en heeft besloten de planontwikkeling voor drie nieuwe deelgebieden te financieren: Noordma, Oude Weer en Mandelanden van noord naar zuid in het dal. In het kader van de Ruilverkaveling Odoorn werkt Oranjewoud aan het projectplan voor het Achterste Diep, een verbinding tussen de Zoersche Landen en het LOFARgebied.

2000ste hectare geruild De familie Begeman uit Nieuw Annerveen heeft door middel van kavelruil een nieuwe bedrijfslocatie gekregen. De oude boerderij met de omliggende gronden, gelegen langs de Hunze, is nu eigendom van Het Drentse Landschap. Daarmee is de toekomst van deze monumentale boerderij veiliggesteld en is ruimte gemaakt voor natuurontwikkeling langs de Hunze. Door vertegenwoordigers van het beleid (de heer R.Munniksma, gedeputeerde van de Provincie Drenthe), de landbouw (de heer H.Brink, voorzitter van LTO-Noord) en de natuur (onze directeur, de heer E. van der Bilt), werd vanuit een hoogwerker een vlag ontrold als symbool van een goede samenwerking in de afgelopen periode. Gelijktijdig werd het startschot gegeven voor de volgende 1000 hectare. Vervolgens kwamen notaris

Delicaat uit Gieten, de heer Wubs, directeur DLG, in een gele sportauto bestuurd door de kavelruilcoördinator uit de streek, de heer Van Dijken, aanrijden. Op de combine kwamen de landbouwers, de heren Huizing en Roefsema aan en als laatste verscheen de rentmeester van Het Drentse Landschap, de heer Buruma, met paard en wagen. Daarmee waren alle betrokkenen bij de kavelruil aanwezig en kon symbolisch de akte worden ondertekend en was de 2000ste hectare verruild door middel van een kavelruil een feit. De heren die weer uit de hoogwerker waren neergedaald spraken lovende woorden en bedankten de kavelruiladviescommissie, secretaris Christina Hulshof-Schipper en kavelruilcoördinator Jan van Dijken voor hun inzet.

Bevers terug in Drenthe Op 21 oktober zijn de eerste twee Bevers losgelaten bij het Zuidlaardermeer. De twee dieren, een paartje, werden losgelaten door gedeputeerde Rein Munniksma. De dieren zijn gevangen in het Elbe- gebied in oostelijk Duitsland. Ook op andere plekken langs de Hunze en het Zuidlaardermeer zullen Bevers worden uitgezet. De laatste stand van zaken rond dit uitzetproject is te volgen op de website w­ww.beversindehunze.nl. Het is de bedoeling dat er verspreid over dit en het komende jaar in totaal zo’n zes paartjes of famillies uitgezet zullen worden. Begunstigers van Het Drentse Landschap hebben ruim € 6000 bijeen gebracht voor dit project. De bijdrage zal onder meer gebruikt worden voor het inrichten van het gebied en het maken van een documentaire over de Bever. Alle schenkers heel hartelijk bedankt voor deze steun!


Berichten

foto: topfoto.nl

2– Oude Diep Op 24 september is het project Stadsrand Hoogeveen door de staatssecretaris Tineke Huizinga van VenW in gebruik genomen. Op deze locatie is het grootste helofytenfilter van Nederland gerealiseerd. Dit filter is bedoeld om bij veel neerslag water uit het stedelijke Hoogeveen tijdelijk op te slaan en biologisch gezuiverd weer door te leiden naar het Oude Diep. Tevens is in het gebied, op initiatief van het Waterschap Reest en Wieden en de Gemeente Hoogeveen, ruim 30 ha nieuwe beekdalnatuur ontstaan.Vanuit de trein heeft iedereen dit proces wellicht een beetje kunnen volgen. De beek kronkelt fors door het waterbergingsgebied waar honderdduizenden m3 water tijdelijk geborgen moet kunnen worden. Het project Stadsrand heeft ook de intentie om bewoners van de stad in het gebied te laten recreëren. Het Drentse Landschap kon, vanuit het project Oude Diep, haar inbreng leveren bij de planvorming en uitvoering. Met dank aan het VSBfonds, het Prins Bernhard Cultuurfonds Drenthe, het Dynamo Fonds en de Nationale Postcode Loterij, kon zij middelen bijeenbrengen om in dit project te participeren. De verwachting is dat voor het einde van het jaar de afgesproken grondoverdracht van ruim 30 ha gerealiseerd is. Opnieuw is er een pareltje langs het Oude Diep opgepoetst.

33

3– Reestdal Al jaren werken partijen in het kader van het gebiedsgericht beleid samen in het project ‘Samen over de Reest’. Naast vier gemeenten, twee provincies, twee provinciale Landschappen, is ook het Waterschap Reest en Wieden hierbij betrokken. Om de natuurkwaliteit te verbeteren zou de waterhuishouding moeten worden aangepast, maar tot nu toe heeft het allemaal niet veel uitgehaald. In de bovenloop van de Reest is in de Herinrichting Zuidwolde inmiddels wel het nodige gerealiseerd, maar deze ontwikkeling stagneerde in de benedenloop en wel met name in Overijssel. Hoofdoorzaak is het feit dat er geen gronden verworven

kunnen worden en dat er weinig geestdrift bij de boeren is om agrarisch natuurbeheer te bedrijven. Hierdoor kan er geen functieverandering naar natuur plaatsvinden en kunnen de waterpeilen ook niet omhoog. Het waterschap heeft nu in het kader van een ‘Water op Maat (WOM) project’ in beeld gebracht welke gronden persé van functie moeten veranderen om het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur, de noodzakelijke peilverhoging en de gewenste waterberging mogelijk te maken. Zij heeft van het Rijk zelfs € 2,5 miljoen aan zogenaamde synergiegelden

ontvangen. Ook de TenneTgelden, ter compensatie van het niet verwijderen van de hoogspanningsleiding door het Reestdal, kunnen besteed worden. Mede door de inbreng van Het Drentse Landschap is pijnlijk duidelijk geworden dat zonder aankoop en functieverandering het hele beleid rond de Reest uitzichtloos zal blijven. De Provincie Drenthe maakt zich momenteel sterk om samen met de Provincie Overijssel het proces ‘Samen over de Reest’ weer vlot te trekken.

Staatsbosbeheer en Het Drentse Landschap geven sommige natuurgebieden terug aan de natuur. Wat vindt u hiervan? Geef uw mening op: www.drentslandschap.nl

Wat gebeurt er als je een stukje natuur

50 jaar met rust laat?


34

Berichten Klein Soestdijk in Veenhuizen

Diversen

foto: Sonja van der Meer

Schenking Noorderkring Noorderkring, onderdeel van het Koninklijk Nederlands Instituut van Register-Accountants, organiseerde jarenlang bijeenkomsten voor registeraccountants in de drie noordelijke provincies. Geleidelijk is daar de grondslag aan ontvallen en heeft men besloten de Noorderkring op te heffen. De resterende middelen worden verdeeld onder de drie stichtingen die zich inspannen om oude kerken in ons landschap te behouden. In Drenthe is dat de Stichting Oude Drentse Kerken en zij mag zich verheugen in een schenking van € 920,--. Waarvoor onze hartelijke dank.

foto: Jaap de Vries

Schenkingen, legaten Mevrouw A.J.A. MookMolewijk uit Assen heeft € 2.500,-- aan de stichting nagelaten. Hoewel Friezin van geboorte was zij zeer verknocht aan Drenthe en het Drentse landschap. Een familie uit Assen schenkt de stichting de komende 5 jaar steeds € 75,--, terwijl een mevrouw uit Meppel € 400,-- bijdraagt aan het Beeldenpark De Havixhorst. Ter gelegenheid van hun 40-jarig huwelijksfeest heeft de familie Vas te Assen de stichting € 440,-- geschonken. Tenslotte schonken mevrouw Maas en mevrouw Janssen uit EeldePaterswolde een beeld van de beeldhouwer Höweler aan het Landgoed Lemferdinge. De stichting is zeer ingenomen met alle giften en schenkingen.

Doorkijk van Gerard Höweler

Klein Soestdijk in Veenhuizen gekocht Met steun van vooral Provincie Drenthe, Europese Unie, Nationale Postcode Loterij en Gemeente Noordenveld is Het Drentse Landschap in staat gesteld om Klein Soestdijk in Veenhuizen te verwerven van Stichting Woonconcept. Het ligt in de bedoeling dit beeldbepalende rijksmonument te restaureren en weer als woning beschikbaar te stellen. Daarnaast zal een aantal mogelijkheden voor erfgoedlogies gerealiseerd worden in de stijl van het midden van de 19e eeuw waardoor er ook echt iets nieuws aan de voorzieningen in Veenhuizen wordt toegevoegd. De tuin zal ook weer zoveel mogelijk in oude staat worden hersteld.

Personeel Het Drentse Landschap heeft twee nieuwe medewerkers kunnen verwelkomen in de afgelopen periode. Hanna Schipper is de sector Communicatie komen versterken en Tessa Wolbert is als bouwkundig medewerker aangetrokken voor de sector Gebouwen. We wensen beide collega’s veel succes.

Edelhertenexcursie naar de Veluwe In augustus werden medewerkers van de Drentse natuurorganisaties, Het Drentse Landschap, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten, door terreinbeheerders van de Veluwe ontvangen en voorgelicht over de effecten en problemen bij de introductie van Edelherten en Wilde zwijnen. Het is momenteel een hot item ter plaatse, terwijl er in Noord-Nederland steeds meer steun komt om in de grote natuurgebieden grote grazers te introduceren. Ook het Damhert hoort daarbij. Duidelijk werd dat een actief wildbeheer onvermijdelijk is om aantalregulatie te realiseren ter voorkoming van schade. Indien accuraat toegepast dan is het heel wel mogelijk grote grazers in onze natuurterreinen los te laten. Het lijkt zinvol om daar eerst een gecontroleerd experiment voor op te zetten in Drenthe.


U een kans – zij een kans Doe mee aan de Groene Peiler en maak kans op € 25,-De Groene Peiler is het natuuren milieupanel van de provinciale milieufederaties. Uit elke provincie neemt een grote groep mensen deel aan een online panel dat zijn mening geeft over actuele ontwikkelingen in de omgeving. Door mee te doen aan dit panel helpt u in Drenthe het werk voor natuur en milieu. De Milieufederatie Drenthe heeft in samenwerking met Het Drentse Landschap een aantal vragen opgesteld over natuur en recreatie. Wij willen straks aan de hand van de antwoorden een mening vormen over een nieuw soort wandelroutes in Drenthe. Ingevoegd in dit blad is een antwoordkaart met deze vragen. U kunt deze opsturen, of, nog beter, zich aanmelden op www.degroenepeiler.nl Na een aantal muisklikken en algemene vragen bent u ingeschreven bij de Groene Peiler. Korte tijd na het aanmelden ontvangt u een e-mail met het verzoek deel te nemen aan een onderzoek over natuur en recreatie. Alleen als u via internet meedoet, maakt u kans op een prijs. Onder elke 100 inzenders die zich digitaal aanmelden en de enquête via internet invullen, wordt een cadeaubon van € 25,-- verloot! We zouden het op prijs stellen indien u uw reactie voor 5 januari aan ons toestuurt. Aan de hand van de antwoorden willen we een mening vormen over een nieuw soort wandelroutes in Drenthe.

Natuurcollectief van De Friesland Zorgverzekeraar De Friesland Zorgverzekeraar gaat vanaf 2009 Het Drentse Landschap steunen. De zorgverzekeraar vindt het belangrijk dat natuurorganisaties als Het Drentse Landschap ervoor zorgen dat het natuurschoon in Drenthe ook voor de komende generaties wordt behouden. Ze heeft hiervoor een natuurcollectief opgericht. Maar niet alleen de natuur profiteert. U kunt als begunstiger ook gebruik maken van een zeer aantrekkelijke korting op uw aanvullende zorgverzekering! Op de website van De Friesland, www.defriesland.nl, vindt u meer informatie over het Natuurcollectief. U kunt ook bellen met de afdeling Klantcontacten (058) 291 31 31. Wanneer u een offerte wilt opvragen en/of uzelf wilt aanmelden, dan hebt u een collectiviteitnummer nodig.Vermeld altijd dit nummer: 344201. Dan wordt automatisch de korting doorberekend voor u als begunstiger van Het Drentse Landschap. Zie voor meer informatie ook het bijgevoegde jubileumboekje.

foto: Geert de Vries

De Nationale Postcode Loterij is de grootste Goede Doelen Loterij van Nederland. Afgelopen jaar keerde zij ruim 200 miljoen euro uit aan meer dan 50 organisaties die zich inzetten voor de bescherming van mens en natuur. Ook de Provinciale Landschappen delen mee in de opbrengst van de loterij, dit jaar met een bijdrage van 12,5 miljoen. Hiermee kunnen de Landschappen onder andere natuurprojecten realiseren. Natuur een kans, maar u ook. Door mee te doen met de Postcode Loterij maakt u elke maand kans op duizenden prijzen. Bovendien steunt u met uw lot de projecten van Het Drentse Landschap. Pak die kans en geef zo de natuur en cultuur in Nederland extra steun.

Bel 0909-0033 of meld u aan via internet: www.postcodeloterij.nl


36

Berichten

foto: Hannah Schipper

Kennismakingsbijeenkomst bedrijfssponsoren op het Hijkerveld

Kennismaking bedrijven Op 14 oktober hebben 8 bedrijven een bezoek gebracht aan de schaapskooi op het Hijkerveld om kennis te maken met Het Drentse Landschap. Na de ontvangst vertrokken de gasten voor een wandeling over dit prachtige heidegebied. Doel van de bijeenkomst was het Drentse bedrijfsleven meer te vertellen over het werk van de stichting en de wijze waarop een bedrijf dit werk kan steunen. Er is positief gereageerd op dit initiatief. De stichting overweegt om in 2009 een dergelijke bijeenkomst te herhalen.

Nieuwe folder over nalatenschappen Stichting Het Drentse Landschap heeft een nieuwe folder gemaakt over nalatenschappen. Steeds vaker krijgt de stichting vragen over de mogelijkheden om geld of goederen na te laten aan onze stichting. Dat kan door onze stichting op te nemen in uw testament. In de folder ‘Omwille van ons landschap’ staat beschreven op welke manier u dat het beste kan doen. Het geeft ook informatie over de zekerheid dat uw nalatenschap goed terecht komt en over de fiscale voordelen. U kunt de folder aanvragen via de ingehechte antwoordkaart.

Veel belangstelling voor keuterijenboek Onder grote belangstelling werden op vrijdag 17 oktober j.l. twee publicaties over de Drentse keuterij gepresenteerd in het Erfgoedcentrum in Veenhuizen. Het boek Keuterijen in Drenthe en de brochure Keuterijen, beeld voor de toekomst moeten ertoe bijdragen dat de keuterij, als karakteristiek Drents erfgoed, niet alleen een beeld is van het verleden maar ook van de toekomst! Een van de geïnterviewden van het boek, Berend Spiegelaar, is op 7 oktober op 83-jarige leeftijd overleden. Hij woonde in de keuterij in Midlaren die in beheer is bij Het Drentse Landschap. In het boek vertelt hij uitgebreid over het werken en leven in deze keuterij. Het boek Keuterijen in Drenthe is voor € 18,00 te verkrijgen bij de boekhandel of via uit­geverij InBoekvorm: www.inboekvorm.nl

Het boek Keuterijen in Drenthe is voor € 18,00 te verkrijgen bij de boekhandel of via uit­ geverij InBoekvorm: www.inboekvorm.nl Drents Plateau maakte tegelijkertijd brochure Keuterijen, beeld voor de toekomst. Doel van de brochure is om eigenaren van keuterijen handvaten te geven hoe om te gaan met hun keuterij. Oftewel, welke aanpassingen kunnen worden aangebracht met behoud van de karakteristieke sfeer van deze monumentjes van bescheidenheid. De brochure is gratis op te vragen bij Drents Plateau, telefoon (0592) 305 930.


Opinie

Natuur en landschap

de Drentse politiek

Het landschap als een kijkdoos In de strijd tegen de verrommeling van ons landschap heeft het Rijk een wel heel bizar instrument in het leven geroepen. Op maar liefst 8 plaatsen in Nederland waaronder het gebied aan de A28 bij Glimmen langs de Drentse Aa, wordt het panorama vanaf de snelweg heilig verklaard. Mag er niet meer gebouwd worden om de voortrazende automobilist 40 seconden helende invloed van natuur te bieden. Een vreemd initiatief, te meer omdat juist overheden verantwoordelijk zijn voor het laten opsouperen van onze ruimte en het grootschalige aftakelen van onze natuur. En in plaats van er iets aan te doen gaat onze eerbiedwaardige minister van VROM snelwegpanorama’s instellen. Misschien zou het zowel voor de verkeersveiligheid, de geluid- en lichthinder en de natuur beter zijn om snelwegen van geluidswallen te voorzien of verdiept aan te leggen. Misschien zouden het Rijk en de andere overheden de verrommeling waar iedereen zo’n moeite mee heeft, eens echt aan moeten pakken. Maar hoewel er overvloedig over gesproken wordt, verandert er niets. Ook niet door de Provincie Drenthe die dit tot speerpunt heeft benoemd. Milieuprestatie Nederland wanprestatie Sinds 2006 is Nederland van de 27e naar de 55e plaats weggegleden op de wereldranglijst van 149 landen voor wat betreft de milieuprestaties. Alle landen om ons heen doen het beter. Zo’n gegeven, in kaart gebracht door de Amerikaanse universiteit Yale, plaatst al het gebruikelijke geklaag over de overmaat aan milieuregels wel in een heel vreemd licht. Op het punt van ammoniak-, fosfaat- en nitraatbelasting wordt vooral in het kader van de beheersplannen Natura 2000 steeds vaker aangegeven dat de regelgeving door de landbouw, de waterbeheerders en de politiek wel wat minder kan. Als je dan leest dat Nederland vooral slecht presteert op het gebied van biodiversiteit, habitat en de vitaliteit van ecosystemen, dan is het duidelijk dat een instelling als Stichting Het Drentse Landschap zich onvervaard en met dubbele energie voor het belang van de natuur moet inzetten. Bij de totstandkoming van de beheersplannen voor onze kostbaarste natuurgebieden, de Natura 2000 gebieden, wordt steeds meer aandacht en ruimte voor de landbouw, de recreatie en andere ondernemingen geclaimd. Door bovenstaande cijfers is het ons duidelijk geworden dat er niet veel ruimte voor compromissen meer inzit.

37

N48 Momenteel wordt druk gewerkt aan het realiseren van ongelijkvloerse kruisingen over de N48, de weg van Zuidwolde naar Ommen. Een prima voornemen om de verkeersveiligheid op deze gevaarlijke weg te vergroten. Iets waar geen verstandig mens op tegen kan zijn. Zeer tot de schrik van de Milieufederatie en Het Drentse Landschap worden de afritten nabij Zuidwolde echter door de naastgelegen bosgebieden geprojecteerd. Deze bossen maken onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur en in onze ogen zijn er voldoende alternatieven voorhanden om de aanwezige natuurwaarden veel beter ontzien. In overleg met de Gemeente De Wolden, de Provincie Drenthe en Rijkswaterstaat wordt naarstig naar een oplossing gezocht. Megastallen Via een achterdeur lijkt het nu toch mogelijk om megastallen in het Drentse landschap te bouwen. Ondanks herhaalde beweringen van de Provincie dat zulks in Drenthe ongewenst is, lijken er in Nijensleek als bij Gasselternijveen krankzinnig grote varkens- en kippenmesterijen te kunnen ontstaan. De Gemeenten Westerveld en Aa en Hunze schijnen de betrokken ondernemers niets in de weg te willen of kunnen leggen. Ondanks het feit dat omwonenden en ook boeren uit de omgeving erop tegen zijn, lijkt het erop dat de Provincie Drenthe aarzelt om in te grijpen. Hoe anders dan de Provincie Groningen die deze ontwikkelingen gewoon afwijst. Met de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening die veel meer ruimte aan gemeenten biedt, groeien de zorgen over een mogelijk verslechterend ruimtelijke ordeningsbeleid. Niet in het laatst omdat de Provincie in oktober nog geen structuurvisie heeft en samen met Limburg ook de enige provincie is die geen verordening wil om dwingend op te treden. De afgelopen decennia hebben toch bewezen dat het terughoudende ruimtelijke ordeningsbeleid ons Drentse landschap zeer ten goede is gekomen. Gaat dit nu op de vuilnisbelt van de vernieuwing komen? Eric van der Bilt Directeur Stichting Het Drentse Landschap


38

Agenda

Agenda Algemeen

Activiteiten algemeen De excursies en lezingen zijn gratis, tenzij anders aangegeven, en nemen ongeveer twee uren in beslag. Mochten de excursies beduidend langer duren, dan wordt dit aangegeven. U hoeft zich alleen op te geven wanneer dat vermeld staat. Het meenemen van honden tijdens de excursies is niet toegestaan; ook niet aangelijnd. Vertrek schaapskuddes De schaapskuddes van het Hijkerveld en het Doldersummerveld vertrekken met herder om 9.30 uur naar de heide. De kuddes zijn rond 16.30 uur weer terug bij de kooi. Zie voor routebeschrijving bij Informatiecentra. Vogelkijkhut Diependal De vogelhut is in principe het gehele jaar geopend, behalve als het gevroren heeft.Van 1 april tot eind september is er op zondagen meestal een vogelkenner aanwezig, die u graag het een en ander vertelt over het vogelleven op de vloeivelden. Bij het vloeimeer, vlakbij de hut, is ook een vogelwand aanwezig. De hut is te bereiken door vanaf het Oranje­kanaal, vlakbij de ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. Een en ander is met borden aangegeven. Wie dubbel wil genieten doet er goed aan een verrekijker mee te nemen! Lemferdinge Op landgoed Lemferdinge in Paterswolde zijn in de galerie regelmatig exposities te bezichtigen. De galerie is open van vrijdag t/m zondag 12.00-17.00 uur. Informatiecentra De Blinkerd Vamweg te Wijster Het hele jaar open van 10.00 uur tot zonsondergang

Hijkerveld Bij de schaapskooi. Route: vanaf Hijken aangegeven met bordjes Het hele jaar open van 9.30 tot 16.30 uur

’t Ende Stapelerweg 20, De Stapel (bij De Wijk) van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur

Orvelte Dorpsstraat 1a te Orvelte van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur

Huenderhoeve Huenderweg 1. Dit is de weg tussen Wateren en Doldersum van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur

Thema jubileum

Activiteiten speciaal gericht op kinderen

Eigen fiets meenemen

Laarzen gewenst

Verrekijker aan te bevelen

Spiegeltje en loep aanbevolen

za 10 januari 14.00 uur Kampsheide ’75 jaar geleden’ In dit jubileumjaar gaan we met de eerste excursie van 2009 terug in de tijd. Kampsheide was het eerste terrein dat de stichting in 1948 heeft aangekocht. Kampsheidekenner Tjalling Waterbolk en oud-rentmeester Lex Ernst gaan samen met de huidige directeur Eric van der Bilt met u op stap naar het fraaie Kampsheide en het Tumulibos. Start: parkeerplaats Kampsheide. De provinciale weg Assen – Rolde nemen en bij Tumulibos afslaan richting Balloo.Vervolgens eerste weg links. zo 18 januari 14.00 uur Van landijs tot nieuwe natuur in het Bongeveen Een wandelexcursie door het onlangs gerenoveerde natuurreservaat waar de sporen van het landijs nog duidelijk aan de oppervlakte zichtbaar zijn. Start: vanaf de rotonde tussen Donderen en Peize richting Lieveren.Vervolgens 1e weg links (Scheperijen). Na 500 meter ingang bij de picknickbank. zo 25 januari 14.00 uur Wintergasten op Diependal Veel vogels die in Drenthe overwinteren weten inmiddels de weg naar Diependal te vinden. Een mooi en uitgestrekt vloeiveldencomplex waar het voor deze overwinteraars goed toeven is. Een deskundige neemt u mee naar de vogelkijkhut en de verschillende waterpartijen. Start: vogelkijkhut. Deze is te bereiken door in het dorp Oranje de Zwarteweg in te slaan. De route is met bordjes aangegeven.


foto: Joop van de Merbel

Agenda

zo 1 februari 14.00 uur Winterwandeling Doldersummerveld Of het nu regent, sneeuwt, hard waait of de zon schijnt: het Doldersummerveld is altijd boeiend. Geen dag, zelfs geen uur, is hetzelfde. Loop mee met ervaren gidsen en beleef dit mooie terrein in wintersfeer. Start: informatiecentrum bij de schaapskooi aan de Huenderweg 1, Doldersum. zo 8 februari 10.00-16.00 uur Sjouwen tussen Drouwen en Borger Een prachtige lange wandeling door de omgeving van Drouwen. U maakt een tocht langs vele aspecten van het Drentse esdorpenlandschap. U komt langs hunebedden, bos, heideterreinen met zandverstuivingen en essen. Tussen de middag is, op eigen kosten, een lunch en/of bezoek aan het Hunebedcentrum mogelijk. Start: informatiepaneel van Het Drentse Landschap, tegenover caférestaurant Alinghoek, Alinghoek 16a, Drouwen. Opgave per e-mail: aanmelden@ drentslandschap.nl of telefonisch bij het secretariaat: 0592-313552.

di 17 februari 09.30-17.00 uur Tour des cimetières Met de bus gaat u langs enkele van de mooiste kerken en begraafplaatsen in Drenthe. Ervaren gidsen vertellen u over de bijzonderheden die er te zien zijn. Tussen de middag luncht u gezamenlijk om vervolgens de tour verder te vervolgen. Startlocatie: NS Station Assen Kosten (incl. bus, koffie/thee en lunch): € 37,50 p.p. Opgave per e-mail: aanmelden@ drentslandschap.nl of telefonisch bij het secretariaat: 0592-313552. zo 22 februari 14.00 uur Speuren naar diersporen op het Groote Zand De meeste dieren laten hun sporen na, de ene keer duidelijk zichtbaar en een andere keer is het echt een kwestie van speuren. Op deze middag op het Groote Zand, speurt u mee met deskundigen die u tevens meer vertellen over de makers van de sporen. Er gaat een heel andere wereld voor u open. Start: parkeerplaats bij het Herinneringscentrum Kamp Westerbork aan de weg Hooghalen – Amen.

zo 1 maart 14.00 uur Het Meisje van Yde (Hondstong) Een archeologische en cultuurhistorische wandeling. Gidsen nemen u mee naar de vindplaats van het Meisje van Yde, het bekendste veenlijk van Nederland. U hoort boeiende verhalen uit deze episode van de Drentse geschiedenis. Start: parkeerplaats aan de noordzijde van het reservaat. Deze is te bereiken door vanaf de provinciale weg Vries – Donderen (N386) de Veenweg in te slaan. Na een kilometer bereikt u de parkeerplaats. zo 15 maart 14.00 uur Reestdalwandeling Onder begeleiding loopt u een wandeling langs de oude kerk en het kerkhof van Oud-Avereest, de kerkvonder en de rustieke boerderijen van Rabbinge en De Wildenberg. De omgeving van Wildenberg - Rabbinge is één van de mooiste stukjes van het Reestdal. Start: bij de kerk in Oud-Avereest (Ov.).

zo 15 maart 11.00-16.00 uur Kalveren op beheerboerderij De Pieperij Een open dag van één van de beheerboerderijen van Het Drentse Landschap. Bedrijfshoofd Frans Nevels gaat met u langs zijn Limousin-kalveren en legt u uit hoe deze runderen worden gebruikt bij het beheer van natuurreservaten in het beekdal De Reest. Locatie: Pieperij 7, 7924 PZ Veeningen. zo 22 maart 11.00-16.00 uur Lammetjesdag Op het Hijkerveld en het Doldersummerveld dartelen de lammetjes inmiddels rond. U bent van harte welkom om deze feestelijke lentebodes mee te beleven en te genieten van een beschuit met muisjes. Locaties: de schaapskooien van het Hijkerveld en Doldersummerveld. De route voor de schaapskooi op het Hijkerveld is vanaf het dorp Hijken aangegeven met bordjes. De schaapskooi Doldersummerveld staat aan de Huenderweg 1, Doldersum. Voor meer informatie: www.drentslandschap.nl of bel het secretariaat: 0592-313552. zo 29 maart 14.00 uur Stinsenflora op landgoederen De Havixhorst en Dickninge Een mooie voorjaarswandeling over twee landgoederen aan de rand van het Reestdal. Ervaren gidsen zullen u onderweg wijzen op de bijzondere stinsenplanten die hier groeien en bloeien. Start: parkeerplaats De Havixhorst aan de Schiphorsterweg 34 bij De Wijk.

39


Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Aannemingsbedrijf VEDDER BV Eext (0592) 26 26 20 Grond-, weg- en waterbouw Bouwbedrijf H. Poortman Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw ROYAL HASKONING Nijmegen (024) 328 42 84 Adviesbureau voor water en milieu GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau ABN AMRO BANK N.V. Assen (0592) 33 33 00 De bank voor Drenthe ESSENT MILIEU Wijster (0593) 56 39 39 Inzameling, hergebruik en verwerking van afvalstoffen NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij Havesathe ‘de Havixhorst’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant NV Waterleidingmaatschappij ‘Drenthe’ Assen (0592) 85 45 00 Als je de kraan opendraait... Buro Hollema Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT HOLLAND CASINO Groningen Groningen (050) 317 23 17 Een mooie gelegenheid om uit te gaan ARCADIS Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie) Quercus Boomverzorging en Advisering Gasselte (0592) 26 11 71 Uw bomen, onze zorg N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 368 86 88 Wees wijs met water Nationale Postcode Loterij Amsterdam (0900) 300 15 00 Ma. t/m vr. 09.00 - 21.00 uur Loterij voor mens en natuur RTV Drenthe Assen (0592) 33 80 80 Radio Drenthe,TV Drenthe, RTV Drenthe Programmablad KONINKLIJKE VAN GORCUM BV Uitgeverij/grafisch bedrijf Assen (0592) 37 95 55 Bureau B + O ARCHITECTEN Rheebruggen (0521) 35 10 14 BORK SLOOPWERKEN B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 Sloopwerken, asbestsanering en puinrecycling DE ROO DRENTE BV Stadskanaal (0599) 61 28 52 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen

• HARWIG Installatiegroep Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Elektrotechniek, cv/sanitair, telematica, beveiliging • DAGBLAD VAN HET NOORDEN Groningen (050) 584 44 44 • BARSINGERHORN CONSULTANCY Delfzijl (0596) 61 22 66 Training en coachen van personeel en organisatieadvies • BTL REALISATIE Vestiging Emmen (0591) 63 00 80 www.btl.nl Aanleg en onderhoud van stedelijk/landschappelijk groen en historische buitenplaatsen • Architectenbureau Wouda & van der schaaf Meppel (0522) 25 57 96 • DESTIC KUNSTSTOFFEN B.V. Veendam (0598) 61 45 64 Productontwikkeling, displays, bewerkingen, inrichting en presentaties • Concordia bouwmaterialenhandel Meppel (0522) 25 36 31 Hout- en bouwmaterialenhandel • oosterhuis bv Nijeveen (0522) 49 16 86 Loonbedrijf - Aannemersbedrijf g.w.w. - Landschapswerk • WOONCONCEPT Meppel (0800) 61 62 Meer dan wonen • EELERWOUDE Oosterwolde (0516) 52 30 62 Natuurlijk ruimte voor groen • HERFST en HELDER b.v Lelystad (0320) 26 06 16 Verf van goede huize • ASTRON/LOFAR Dwingeloo w w w . ast r o n . n l w w w . lo far . n l • WARENHUIS VANDERVEEN ASSEN Assen (0592) 31 16 11 Shop-in-shop totaalwarenhuis • Industrie en handelsonderneming elton bv Roden (050) 502 11 99 Producenten van ELLEN tochtprofielen • Meko holland bv Assen (0592) 36 16 00 Totaalconcept in Melkkoeling • Van liere grafisch bedrijf bv Emmen (0591) 611 099 Uw partner in communicatie • VNO NCW Noord Haren (050) 534 38 44 Belangenbehartiger van het Noorden • Ensing Schilders Assen (0592) 348 080 Onderhoud- en protectiesystemen • bouwkundig teken- en adviesburo WILLEM VAN DER SALM Dwingeloo (0521) 593 638 Nieuwbouw, verbouw, renovatie, projectontwikkeling en restauratie • DE FRIESLAND ZORGVERZEKERAAR Leeuwarden (058) 291 31 31

Stichting Het Drentse Landschap zet zich in voor het behoud van de Drentse natuur en maakt zich sterk voor het in stand houden van ons culturele erfgoed. Dit doet ze door het aankopen en beheren van natuurterreinen en cultuurhistorisch waardevolle objecten. Stichting Het Drentse Landschap behartigt ook de belangen van:

• Stichting Drentse Boerderijen • Stichting Oude Drentse Kerken • Stichting A.V.J. den Hartogfonds


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.