Kwartaalblad nr.66

Page 1

Kwartaalblad juni 2010 no. 66

Lofar

66


Kwartaalblad van Stichting Het Drentse Landschap

Redactie E.W.G. van der Bilt, J.D.D. Hofman, S.S. van der Meer, m.m.v. H. Colpa, J.G. Schenkenberg van Mierop en B. Zoer Vormgeving Albert Rademaker BNO, Annen Grafische productie Koninklijke van Gorcum BV, Assen Omslag Lofar / foto: Astron

3

Eruitgelicht

4

Natuurlijk Hunzedal

Eric van der Bilt

10

— bestuursberichten — terreinbeschrijving Paardenbijter

— fauna

ISSN 1380-3263

Geert de Vries

Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van Stichting Het Drentse Landschap.

12

Enkele andere overwegingen

Rutger Kopland

13

Speciale activiteiten

Het Drentse Landschap is een uitgave van Stichting Het Drentse Landschap. Het geeft informatie over de terrein­ bezittingen en activiteiten van de stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de begunstigers van het Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage € 17,50 per jaar. Begunstiger voor het leven € 400,– .

14

De Zuiderkerk in Emmen

Olav Reijers

Als u Het Drentse Landschap extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze: Periodieke gift  In plaats van of naast uw begunstigersbijdrage. Dit is een voor de inkomstenbelasting volledig aftrekbare periodieke bijdrage, die u voor minimaal 5 jaar met een eenvoudige notariële akte toezegt. Voor bijdragen van € 50 en hoger per jaar regelt en betaalt de stichting de akte. Het kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de hoogte te houden van Het Drentse Landschap. Andere giften  Indien het totaal van uw giften in enig jaar zowel 1% van uw drempelinkomen als ook € 60 te boven gaat, is het meerdere aftrekbaar voor de inkomstenbelasting tot ten hoogste 10% van het drempelinkomen. Legaten of erfstellingen  U kunt Stichting Het Drentse Landschap en/of Stichting Oude Drentse Kerken ook in uw testament begunstigen. Stichting Het Drentse Landschap en Stichting Oude Drentse Kerken zijn vrijgesteld van schenkings- en successierecht, zodat uw gift, schenking of legaat geheel ten gunste komt van deze stichtingen. Nadere inlichtingen over de hierboven vermelde mogelijke vormen van steun kunt u inwinnen bij het kantoor van de stichting of bij uw notaris. Het Drentse Landschap

www.de12landschappen.nl

16

— gedicht

— Stichting Oude Drentse Kerken Juf Ada, ik heb een Bever gezien

— vrijwilligerswerk

Hans Colpa

18

Kunst uit de kolonie

Roel Sanders

— cultuur

20 Veenkoloniën zouden meer waardering moeten krijgen

22

— interview

Eric le Gras De Zoersche Landen bij Exloo

— wandelroute

Bertus Boivin/Eric van der Bilt

24 Waterbeheer en natuurherstel in het Hunzedal

— terreinbeschrijving

28

Tentoonstellingen in Drenthe

29

NPL

E m i e l G a l e t z k a , P e t e r P a u l S c h o l l e m a e n U k o V e g t e r

30

Drents windmolendebat

— opinie

32

Motten

Eef Arnolds

35

WMD

36

Oude Kene in beeld

37

Vlees van het Landschap

E r i c v a n d e r B i l t

38

— fauna

Kortweg

— berichten

43

Voor het voetlicht

Foto: Archief HDL

Uitgave Stichting Het Drentse Landschap Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89 e-mail: mail@drentslandschap.nl Web-site: www.drentslandschap.nl Bankrek. nr. 30.28.75.751


Bestuursberichten

3

Natuurgedeputeerde Rein Munniksma is de machtigste mens van Drenthe, concludeert Dagblad van het Noorden na een enquête. De op één na machtigste is Marga Kool, dijkgraaf van Waterschap Reest en Wieden. En wie staat eervol op de derde plaats? Onze eigen directeur Eric van der Bilt. Nu valt er best wat af te dingen op zo’n enquête, die is gehouden onder verslaggevers van het Dagblad zelf, een vast Dagblad-burgerpanel en een groep invloedrijke personen. Wetenschappelijk is het niet, en het Dagblad maakt geen onderscheid tussen macht en invloed, terwijl het begrip invloed hier vermoedelijk meer op zijn plaats was geweest. Maar wie maalt daarom? Ik krijg alleen maar een feestelijk gevoel als ik deze topdrie zie. Het kan niet toevallig zijn dat ze alledrie ambtshalve nauw betrokken zijn bij natuur, milieu en landschap. Deze top met zijn groene profiel bewijst maar weer eens hoe belangrijk natuur voor Drenthe is. In Groningen ligt dat totaal anders, daar vulde het Dagblad de top in met mensen met economische ambities. Toch is er een raakpunt: het economisch belang van de natuur. Natuur en landschap zijn zo ongeveer Drenthe’s core business. En al helemaal die van Het Drentse Landschap. Al gaat het ons niet om het geldelijke gewin. Met deze topdrie aan de knoppen komt Drenthe ook de komende roerige tijden wel door.

Ali Edelenbosch voorzitter Stichting Het Drentse Landschap


4

Terreinbeschrijving

De Hunze is een oerstroomdal waar duizenden jaren geleden mammoeten zich een weg baanden door een wit ijslandschap. Het zijn beelden uit een geschiedenisboek die sterk tot onze verbeelding spreken. Stichting Het Drentse Landschap is al ruim 15 jaar, met steun van vele partners, bezig van de gekanaliseerde Hunze weer een vrij meanderende rivier te maken, gelegen in een natuurlijk beekdallandschap met onder meer broekbossen en riet- en zeggenmoerassen. Op een voor Nederland unieke schaal wordt hier een laaglandbeek gerestaureerd, waarin processen als stroming, inundatie, erosie, veenvorming, sedimentatie, bosvorming en begrazing een grote rol spelen. En waar de Bever inmiddels een vaste bewoner is geworden. Als referentie is gekozen voor de Poolse laaglandrivier de Biebrza, die nog grotendeels natuurlijk door een betoverend landschap stroomt.

Natuurlijk Hunzedal werken aan wildernis in Nederland Eric van der Bilt*

Samen met Stichting Het Groninger Landschap en het Wereld Natuur Fonds heeft Het Drentse Landschap al in 1995 een zogeheten Hunzevisie voor het Hunzedal ontwikkeld. In deze Hunzevisie werd brutaalweg grootschalige natuurontwikkeling in het Hunzedal voorgesteld met alle natuurlijke processen die in een beekdal thuishoren. Het streven was gericht op het realiseren van een oppervlakte van ongeveer 6.000 ha, gelegen in de provincies Groningen (die al circa 2.500 ha reservaat had aangewezen) en Drenthe. Achteraf blijkt juist die grootschalige, allesomvattende, visie op ecosysteemniveau, een van de succesfactoren te zijn geweest. Vanaf het begin was het voor iedereen volstrekt duidelijk wat de bedoelingen van het project waren. Daarnaast boden de schaal van het plan en het gebied geweldige kansen om op alle zich voordoende maatschappelijke ontwikkelingen in te spelen. De gepresenteerde natuurbeelden over Poolse vergezichten, Otters en Bevers, deden de harten smelten. De prachtig uitgegeven Hunzevisie kreeg een groot draagvlak.

Foto: TOPFOTO

Annermoeras >

Foto: Andy Rouse / FN

Visarend



Terreinbeschrijving

6

Onderzoek kernkwaliteiten

Voorwaarde om het nieuwe natuurperspectief voor het Hunzedal te laten slagen, was een beter begrip van de potentie van het gebied voor natuurontwikkeling. Onderzoek leerde dat de kwelstroom door het grote hoogteverschil tussen Hondsrug en Hunze (groot en) sterk is. Bovendien was er een omvangrijk achterland, waar vrijwel het gehele neerslagoverschot aan het grondwater wordt toegevoegd.Vanuit het voormalige hoogveengebied ten oosten van de Hunze vloeit vrijwel geen water naar het dal. Uit een eerste verkennend onderzoek bleek dat de kwelstroom er erg schoon was. Dit komt omdat er veel boswachterijen op de Hondsrug liggen en er een relatief lage milieudruk in dit deel van Drenthe heerst, omdat intensieve veehouderijen hier ontbreken. Andere voordelen van het gebied zijn dat er nauwelijks bebouwing is en er sprake is van hoge grondmobiliteit, relatief goedkope grond en een rentabiliteitscrisis bij de veenkoloniale landbouw. Het dal schreeuwde als het ware om functieverandering mede gezien de groeiende sociaal-culturele problematiek van dit gebied. Ook het Staring-instituut bevestigde op basis van eigen onderzoek dat er in Nederland geen betere plaats is om de levensgemeenschap van een langzaam stromende laaglandbeek op ecosysteemniveau te ontwikkelen dan in het Hunzedal.

Bever

Foto: Bertil Zoer

Samen sterker dan alleen

Bij de zoektocht naar partners belandde Het Drentse Landschap al snel bij de twee drinkwater­bedrijven, de Waterleidingmaatschappij Drenthe en het Waterbedrijf Groningen. Zij winnen samen zo’n 35 miljoen m3 grondwater in het dal, wat gezien het debiet van ruim 110 miljoen m3, best veel is te noemen. Traditioneel staan natuurbeschermers en drinkwaterwinners nogal wantrouwend tegenover elkaar en niet geheel onterecht. Toch hebben we er vanuit puur pragmatisme voor gekozen om juist de overlap in onze belangen te benadrukken: de wens om veel en schoon (grond)water in het dal te hebben en te houden. Hierdoor ontstond de optie om natuurontwikkeling in het oppervlaktewatersysteem te combineren met grondwaterwinning. Dit gebeurt inmiddels in deelgebied Breevenen en staat

Tusschenwater op stapel. De derde en eigenlijk nog belangrijkere partner is het Waterschap Hunze en Aa’s, dat haar wateropgave samen met terreinbeheerders veel beter en sneller kan realiseren dan alleen. Ook de Provincie Drenthe, de recreatiesector, gemeenten (woon- en leefkwaliteit), de landbouw (verbetering bedrijfsstructuur) en zelfs een astronomie-instituut als ASTRON, bleken vanuit dat pragmatisme partners in het proces te willen worden. Gebiedsgericht werken

Eind jaren negentig werd het Hunzedal onderdeel van het gebiedsgerichte beleid van de Provincie Drenthe. Hierin werd de Hunzevisie in afgeslankte vorm als streefbeeld geaccepteerd. Een paar jaar later werd het gehele Hunzedal door het ministerie van LNV aangewezen als een zijtak van De Natte As; een robuuste natte verbindingszone tussen zuidwest en noordoost Nederland. De Hunze zorgt in deze context voor de aansluiting vanaf het Drents plateau. Daarmee kon een oppervlakte van maar liefst 1.400 ha extra aan reservaatsgebied worden toegevoegd, hetgeen cruciaal bleek voor het verloop van het proces. Beide initiatieven leidden tot een grote versnelling van de realisatie. In 1998 viel er zoveel neerslag, dat de stad Groningen en vooral haar spraakmakende museum, bijna verzoop. In één klap werd duidelijk dat het inrichten van ons gehele platteland voor de landbouw tot een levensgevaarlijke situatie had geleid. Het gehele buitengebied was op de afvoer van water ingericht en als er dan veel regen valt, leidt dit onvermijdelijk tot problemen. Water vasthouden en bergen werd het devies en dat kan prima in het Hunzedal. De klimaatverandering, zoals beschreven in ‘Waterbeheer in de 21e eeuw’ (WB21), leidde tot een veel grotere bergingsopdracht vanuit de Stuurgroep Water 2000+, waarin de beide Provincies en de verschillende waterschappen in noordoost Nederland vertegenwoordigd waren. Natura 2000 en de Kaderrichtlijn Water maakten duidelijk dat natuurontwikkeling in de vorm van uitgestrekte riet- en zeggenmoerassen in de benedenloop van de Hunze, prima te combineren was met grondwaterwinning voor drinkwater. Deze benadering maakt het mogelijk om slibdeeltjes in te vangen en het water


Noordbroek Scheemda

Kolham

Oosterpolder Harener Wildernis West Westerbroekstermadepolder

Scheemda

Kropswolderbuitenpolder

Drenthe

Hoogezand-Sappemeer

1. Zoersche Landen

80

2. Achterste Diep

40

3. LOFAR

400

Meeden

limmen Leinwijk

Muntendam

Wolfsbarge Noordlaren

Kielwindeweer Borgercompagnie

Van BonlandenZuidoevers Noordma Zuidlaren

Veendam

Annermoeras

1997 2010 2009

4. Mandelanden

100

2011

5. Bronnegermaden

170

2015

6. De Branden

220

2016

7. Oude Weer

30

2012

8. Torenveen

180

2010

9. Bonnerklap

120

2011

10. Elzemaat

40

2002

11. Breevenen (WMD)

220

2001

45

2002

13. Annermoeras

70

2002

14. Tusschenwater (WaGron)

500

2012

15. Noordma

60

2015

16. Zuidoevers

40

2006

17. Leinwijk

20

1999

18. Wolfsbarge

40

19. Kropswolder Buitenpolder

300

2007

20. Harener Wildernis

20

2009

Zuidwending Ommelanderwijk 12. Duunsche

Tusschenwater

planning

vlakte (ha)

Foxhol Zuidbroek

Landen

Groningen Annen

Pekela

Duunsche landen

Breevenen

Elzemaat Bonnerklap

natuurontwikkeling 1997 - 2018

Gasselternijveen

De Bever Nieuw-Buinen

Mandelanden

Johan Pattiwaël GIS Provincie Drenthe

Borger

beekdal

als vaste bewoner

Met de natuurontwikkeling heeft de Hunze al veel van haar natuurlijke aanzicht terug gekregen. In beeksystemen fungeren Bevers als natuurlijke oeverbeheerders. Als liefhebbers Achterste Diep Nieuw-Buinen van waterplanten helpen deze zwemmende grazers mee verlandingsprocessen te vertragen en variatie in de oeverbegroeiing te krijgen. Waar Bevers takken in het water trekken kunnen jonge vissen, libellenlarven en een grote soortenrijkdom aan macrofauna een plek vinden. Door het omknagen van bomen ontstaan obstakels in de beek, waardoor variatie Lofar in stroomsnelheid kan optreden. Dit versterkt de vormende Tweede Exloërmond krachten van het water in de beek. Kortom, Bevers verAchterste Diep oorzaken een kettingreactie van grote en kleine natuurlijke processen in een beekdallandschap. Hun aanwezigheid is een belangrijk stuk natuurlijke dynamiek. Bevers zijn daarmee

De Branden

Bronnegermaden

provinciale EHS

in het nieuwe moeras biologisch te zuiveren, voordat het uitstroomt in het Natura 2000-gebied van het Zuidlaardermeer. Inmiddels is het Hunzeproject door het ministerie van VROM als klimaatbuffer aangemerkt.

Oude weer

Rolde

2007

Stadskanaal

Torenveen

Gieten

2010

21. Westerbroekstermadenpolder 200

Exloo Zoersche landen Valthermond

han Pattiwaël GIS Provincie Drenthe

Onnen

Terreinbeschrijving 7 oppergerealiseerd

Deelgebied

Uiterburen


8

Terreinbeschrijving

In het voorjaar van 2009 kwamen twee Otters een kijkje nemen en een paar visjes vangen in de Hunze.Veelbelovend zijn de waarnemingen van een Visarend, die in het gebied bleef hangen tot ver in het broedseizoen. Overige soorten die een toename laten zien zijn soorten als Kwartelkoning, Blauwborst, Tureluur en Watersnip. Ook Kluten en Visdiefjes brengen al enkele jaren achter elkaar jongen groot op diverse plekken in het dal.

een onmisbare bondgenoot voor beheerders die streven naar terugkeer van natuurlijke processen in een beekdal. Bovendien zijn er vanuit het Hunzegebied, als onderdeel van De Natte As, goede mogelijkheden om ook de andere noordelijke beekdalen te koloniseren. In een gezamenlijk project van Het Groninger Landschap en Het Drentse Landschap zijn er in de loop van 2008 en 2009 ondertussen 17 Bevers geherintroduceerd in het dal van de Hunze en het Zuidlaardermeer. Het dier is daarmee terug na een afwezigheid van enkele eeuwen. Een stukje bekroning in het streven naar een natuurrijker Hunzedal.

De visstand lijkt te profiteren van alle maatregelen. De dominante aanwezigheid van Brasem neemt gestaag af. Verjonging van soorten als Snoek en Zeelt neemt dankzij het grotere oppervlak ondiep water stevig toe. De Hunze is van oudsher een belangrijke rivier voor de Winde. Met de vervanging van een niet goed functionerende vistrap door een stelsel van voorden wordt het geschikte paaigebied voor deze soort aanmerkelijk vergroot. Ook wordt hiermee een laatste hindernis voor de optrek naar de bovenloop voor kleinere beekvissen als Rivierprik en Kleine modderkruiper geslecht.

Een droom komt uit

De kans dat binnen afzienbare tijd de gehele Hunze weer kan meanderen en overstromen is inmiddels heel groot geworden. Het kost veel tijd en energie, maar als het lukt gaat een grote droom in vervulling. De natuurontwikkeling langs de Hunze heeft al bijgedragen tot terugkeer van allerlei soorten flora en fauna, die al lang verdwenen waren in het gebied.Van Stijve waterweegbree langs de oevers van het Zuidlaardermeer tot Gevlekte orchis langs de Hunze.

Integrale benadering

Snoek

Foto: Joop van de Merbel

Het is de verdienste van de Provincie Drenthe geweest om de ontwikkelingen in het Hunzedal in een gebiedsgericht proces in te bedden. Waarbij de bevolking actief betrokken werd bij alle veranderingen die in hun omgeving plaatsvonden en waarbij een integrale benadering en functiecombinaties uitgangspunt vormden. Inmiddels is het project echt van iedereen geworden, waardoor de kans op succes alleen maar groter is geworden. Het Drentse Landschap heeft er om praktische redenen voor gekozen om de natuurontwikkeling via tal van deelprojecten te realiseren (zie kaart). Er werd begonnen met gronden te verwerven en deelplannen uit te voeren. Steeds daar werkend waar de meeste kansen zich voordeden. Inmiddels zijn de nodige deelprojecten gerealiseerd en zijn er plannen voor tal van andere. Soms samen met de drinkwaterwinners, vrijwel altijd samen met het waterschap. Soms samen met een gemeentelijk nieuwbouwplan (Zuidoevers) en zelfs met een astronomie-instituut als ASTRON. Het Drentse Landschap heeft samen met hen de bouw van de grootste radioteles-


9

Foto: Hans Dekker

Terreinbeschrijving

coop van de wereld (LOFAR) in het Hunzedal gecombineerd met 400 ha natuurontwikkeling. Het Hunzeproject was alleen mogelijk dankzij de steun van een aantal trouwe bondgenoten uit de Nederlandse fondsenwereld:VSBfonds, Nationale Postcode Loterij, het Prins Bernhard Cultuurfonds en het Wereld Natuur Fonds. Het Groninger Landschap en Het Drentse Landschap beheren inmiddels samen bijna 4.000 ha natuur in het Hunzedal. Nieuwe wildernis?

We leven in een vol land met veel verschillende belangen. In de context van het Hunzeproject heeft dat ook tot concessies geleid. Bijvoorbeeld door een smallere begrenzing te accepteren dan ons voor ogen stond. Met minder bosontwikkeling omdat de bevolking een open landschap prefereert. Meer controle op de waterhuishouding omdat 80% van het stroomgebied van de Hunze de functie landbouw blijft houden. Continuering van de (drink)waterwinning,

ondanks de invloed op de kwel en het beschikbare debiet. Meer perspectieven voor het ontwikkelen van de lineaire gradiĂŤnt langs de lengteas van de beek dan de dwarsgradiĂŤnt naar de Hondsrug, gezien het landbouwbelang. Meer afvoer van biomassa en bouwvoor dan ons lief is, gezien de hoeveelheid fosfaat en stikstof in bodem en water. Om genoemde redenen kunnen terecht kanttekeningen gezet worden bij het wildernisgehalte van het Hunzeproject. Aan de andere kant: de Hunze meandert inmiddels over vele kilometers, inclusief de gewenste processen zoals inundatie en sedimentatie. Er zwemmen Bevers rond en de vogel- en visfauna is veel soortenrijker geworden. Af en toe komt er al een Zeearend kijken hoe de zaken vorderen. Als we niets hadden gedaan, had het gebied er heel anders uitgezien.Voor de Hunze geldt dat de aanhouder uiteindelijk zal winnen.

Duunsche landen

* Drs. E.W.G. van der Bilt is directeur van Stichting Het Drentse Landschap.


10

Fauna

Paardenbijter Geert de Vries*

De Paardenbijter is in Drenthe een algemeen voorkomende libel. Ze scheren vaak

In Nederland komen zo’n 70 soorten libellen voor, die in twee groepen worden verdeeld: de juffers en de echte libellen. De juffers, zoals het Lantaarntje, hebben vier gelijke vleugels die op steeltjes zitten. Juffers vouwen hun vleugels in rust tegen elkaar. Bij de echte libellen zijn de voor- en achtervleugels verschillend van grootte. In rust houdt deze groep de vleugels uitgespreid. De echte libellen, waartoe ook de Paardenbijter behoort, zijn groter en sneller dan de juffers. Met ongelooflijke wendbaarheid en snelheid jagen ze hun prooi achterna, die ze met hun poten uit de lucht plukken.

in groepen op jacht naar vliegende insecten langs bomen, koeien en paarden. Libellen vangen hun prooi in de vlucht. Vooral de duikvluchten van Paardenbijters beschouwde men vroeger als aanvallen op paarden. Daar ontlenen ze dan ook hun naam aan. De Paardenbijter is het kleinste familielid van de fraai gekleurde groep glazenmakers. Die danken hun naam aan de glazenmakers: ambachtslieden uit vervlogen tijden die het glas voor ramen met kruisbanden op hun rug vervoerden.

Foto: Geert de Vries

Levenscyclus

In de zomermaanden verlaat de volgroeide larf van de Paardenbijter het water en klimt in een oeverplant. Daar voltrekt zich een wonderbaarlijk schouwspel. De donkergekleurde larvenhuid knapt open en er kruipt een verfomfaaide libel uit met alles erop en eraan. Nadat de vleugels zijn opgepompt en uitgehard vliegt de Paardenbijter bij voorkeur naar een boom om daar bij te komen van de enerverende gedaanteverwisseling. De eerste veertien dagen is hij, zoals de meeste glazenmakers, nauwelijks aan de waterkant te vinden. Jonge libellen houden zich bijvoorkeur op langs bosranden en andere luwe plekken, waar ze jagen en langdurig zonnen. Ze gedragen zich dan als een soort ‘hangjongere’. Geleidelijk aan worden ze geslachtsrijp en krijgen hun mooie kleur. Dan keren ze terug naar


Fauna

11

Foto: Geert de Vries

Toekomst

de waterkant, op zoek naar een partner. Het mannetje verdedigt een territorium. De vrouwen vallen op de sterkste verdedigers. Zodra een mannetje een paringsbereid vrouwtje ziet, grijpt hij met zijn achterlijf dat vrouwtje achter haar kop vast. In een tandem vliegen ze naar de oevervegetatie waar de paring plaatsvindt. Deze kan wel een kwartier kan duren. Dikwijls probeert het vrouwtje daarna nog met een andere man te paren om zo het risico in het genenmateriaal te spreiden. Het tweede mannetje probeert het spermapakketje van zijn voorganger eerst te verwijderen alvorens tot de paring over te gaan. Daarna zet het vrouwtje een paar honderd eitjes af, die ze stuk voor stuk in dode of levende moerasplanten stopt. Na de eiafzetting gaan de volwassen dieren dood. De eitjes overwinteren. In het voorjaar komen ze uit. De larven eten alles wat beweegt en in hun bek past.Vanaf hun geboorte lijken ze al op hun ouders en na zo’n tien vervellingen sluipen ze uit. Libellen kennen niet zoals vlinders een popstadium. Dikwijls duurt het twee jaar voordat de larven van de Paardenbijter hun ontwikkeling hebben voltooid.

Biotoop

Omdat libellen het grootste deel van hun leven in het water doorbrengen, is de kwaliteit van hun waterbiotoop van groot belang. De larven van de Paardenbijter voelen zich thuis in allerlei soorten poelen en plassen. Libellenlarven houden niet van vissen, omdat die wel van libellenlarven houden. Waterpartijen die niet in verbinding staan met sloten of beken hebben dan ook hun voorkeur. In een beekdal zoals de Hunze kwamen vroeger veel afgesnoerde meanders voor. Deze vormden een eldorado voor vele libellensoorten. De Hunze heeft nu over een lengte van vele kilometers haar oude meanders teruggekregen. Daarnaast zijn in het beekdal vele laagten uitgegraven. De Paardenbijter is een zeer mobiele soort die deze nieuwe waterpartijen snel koloniseert. Overigens zijn de tientallen Paardenbijters die men in de nazomer ziet vliegen niet alleen afkomstig uit de Drentse plassen en poelen. In het najaar komen namelijk duizenden Paardenbijters uit Zuid-Europa onze populaties versterken.

Het gaat goed met de Paardenbijter. Ze houden van warme zomers en de laatste jaren kwamen die veelvuldig voor in Nederland. Met koud weer houden ze zich schuil in bomen in afwachting van betere tijden. Want het zal je maar gebeuren dat je na twee jaar ploeteren in de modder en alle vijanden getrotseerd hebbende, door kou en regen het loodje moet leggen‌ De verwachting is dat de zomers geleidelijk aan warmer zullen worden. De Paardenbijter zal daarvan profiteren. Minstens zo belangrijk is dat de kwaliteit van het oppervlaktewater de laatste jaren aanzienlijk is verbeterd. Ook is het aantal gegraven waterpartijen in het kader van natuurontwikkeling aanzienlijk toegenomen. Kortom: deze zonaanbidders gaan een zonnige toekomst tegemoet en hun kroost vindt steeds vaker een gespreid (water)bedje.

* G.W. de Vries is projectleider bij het IVN Consulentschap Drenthe en zit in de Wetenschappelijke Adviescommissie van Het Drentse Landschap.


Enkele andere overwegingen Hoe zal ik dit uitleggen, dit waarom wat wij vinden niet is wat wij zoeken? Laten we de tijd laten gaan waarheen hij wil, en zie dan hoe weiden hun vee vinden, wouden hun wild, luchten hun vogels, uitzichten onze ogen en ach, hoe eenvoud zijn raadsel vindt. Zo andersom is alles, misschien. Ik zal dit uitleggen.

Uit: Tot het ons loslaat, uitgeverij G.A. van Oorschot, Amsterdam, 1997.

Foto: Joop van de Merbel

Rutger Kopland


Activiteiten

13

Activiteiten eruit gelicht

Op zoek naar nachtvlinders

Foto: Eef Arnolds

Vrijdagavond 6 augustus 22.30 uur

Natuur en cultuur in de Hunzevallei

Foto: Joop van de Merbel

Zaterdag 28 en zondag 29 augustus 11.00 – 17.00 uur

Fietsarrangement Reestdal

Foto: Joop van de Merbel

Zaterdag 4 september 9.30 – 16.30 uur

Zondag 26 september 10.00 uur

Voor de eerste keer organiseert Het Drentse Landschap een nachtexcursie waarbij op zoek wordt gegaan naar nachtvlinders. Vlinderdeskundige Eef Arnolds neemt u mee op zijn zoektocht. Een lange wandeling zal het overigens niet worden want nachtvlinders worden aangetrokken door licht en daarom worden er lampen opgesteld. Bovendien is succes sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Bij aangekondigde flinke regen, onweer of harde wind zal de excursie niet doorgaan. De exacte plek wordt bekend gemaakt na aanmelding maar zal in midden Drenthe liggen. Deze excursie is echt iets voor nachtbrakers want nachtvlinders worden omstreeks 23.00 uur pas actief. Deelname is gratis. Aanmelding via: aanmelden@drentslandschap.nl of telefonisch bij het secretariaat 0592-31 35 52. De vorig jaar voor de eerste keer gehouden culturele ontdekkingstocht door de Hunzevallei vindt dit jaar op 2 dagen plaats. Op verschillende locaties in het gebied vinden muziekvoorstellingen plaats, worden gedichten verteld en workshops keramiek en schilderen gegeven. Samen met gidsen van Het Drentse Landschap kunt u wandelen of fietsen langs de meest bijzondere plekken waar van alles te doen en te beleven is. Kinderen kunnen speuren naar waterdiertjes in het Annermoeras. Zie voor meer informatie www.drentslandschap.nl en www.rondomhunze.nl

Samen met Landschap Overijssel wordt een culturele fietstocht gehouden door het Reestdal. Onderweg kunt u onder meer een bezoek brengen aan de galeries van etser Han van Hagen en schilder Piet Eggen, een wijnproeverij, de vleermuistentoonstelling in ’t Ende, de molen De Star en de beeldentuin. Op havezate De Havixhorst krijgt u een eenvoudige lunch aangeboden. Kosten: € 23,-- p.p. Start: informatiecentrum De Wheem tegenover de kerk in Oud-Avereest (Ov.). Opgave per e-mail: aanmelden@drentslandschap.nl of telefonisch bij het secretariaat: 0592-313552. Bijzonderheden: eigen fiets meenemen.

Een bijzondere excursie waarbij op zoek wordt gegaan naar muizen en andere kleine zoogdieren. Onder deskundige leiding krijgt u de gelegenheid om verschillende soorten van dichtbij te bewonderen. Ook heel geschikt voor kinderen. Start: vanaf de rotonde tussen Donderen en Peize richting Lieveren. Vervolgens 1e weg linksaf (Scheperijen). Na 500 meter ingang bij de picknickbank. Foto: Geert de Vries

Op zoek naar muizen Speurtocht


Stichting Oude Drentse Kerken

14

Olav Reijers *

In de week voor Pasen zagen we opeens een primeur in Nederland: een kerk met een rouwlint eromheen. Rondom de hele Zuiderkerk

nieuwe kerk ook een ruime pastorie te bouwen.

in Emmen was een band van zwart landbouwplastic gespannen.

Fusie

Wat was er gebeurd? Op palmzondag, na afloop van de dienst Foto: Jan Anninga

in de Zuiderkerk, nam de voorzitter van de Protestantse Kerk Emmen het woord. Hij deelde de kerkgangers mee dat hun kerk zou worden verkocht en waarschijnlijk gesloopt. Voortaan zouden zij moeten kerken in een van beide andere kerken in het centrum. Het nieuws sloeg in als een bom; mensen zaten huilend bij elkaar vanwege het aanstaande verlies van hun dierbare kerk waar zij vele belangrijke momenten uit hun leven hadden beleefd.

De Zuiderkerk in Emmen De Gereformeerde kerk in Emmen kent een lange geschiedenis. De beweging ontstond in 1834 in Ulrum waar zich een groep gelovigen onder leiding van dominee Hendrik de Cock afkeerde van de Hervormde kerk. Zij konden zich niet vinden in de meer vrijzinnige koers die de Kerk voorstond. Heel toepasselijk kregen zij de naam Afgescheidenen, pas veel later mochten zij de naam Christelijk Gereformeerde Kerk gebruiken. De Afscheiding kreeg veel aanhangers en bereikte al snel Emmen. In 1843 vroegen de afgescheidenen van Emmen erkenning aan bij koning Willem II en waarschijnlijk betrokken zij datzelfde jaar nog een kerk bij de Westeneschersteeg, aan de westkant van het toenmalige dorp. Deze kerk deed dienst tot 1923 toen

het gebouw bijna letterlijk uit zijn voegen barstte en bij iedere storm dreigde in te storten. Dat jaar namen zij aan de zuidkant van Emmen aan de Wilhelminastraat een nieuwe kerk in gebruik, een markant bakstenen gebouw. Het heeft een lange toren met slanke spits en is gebouwd in de vorm van een kruis met gelijke armen. De uitvoering is sober, de muren en ramen zijn nauwelijks versierd, het portaal is bescheiden.Van binnen is de kerk heel ruim, met een prachtige lichtval door de hoge ramen. Het interieur was ooit donkerder maar is helemaal wit geschilderd inclusief de kerkbanken. De verkoop van het perceel en de opstallen van de oude kerk bracht zoveel op dat het kerkbestuur bijna direct opdracht gaf om naast de

De verdere lotgevallen van de Gereformeerde Kerk in Emmen zijn illustratief voor de problematiek van kerken in Nederland. Al in de jaren ’30 werd een tweede gereformeerde kerk aan de noordkant van Emmen gebouwd, de Noorderkerk, waarna de kerk aan de Wilhelminastraat Zuiderkerk ging heten. Na de oorlog breidde Emmen fors uit en in iedere nieuwe wijk werd een nieuwe gereformeerde kerk gebouwd. Eerst de Ichtus in Emmermeer die de Noorderkerk verving, toen de Angeluskerk in Angelslo en daarna de Schepershof in Emmerhout. Bij de totstandkoming van de volgende wijk, Bargeres, in de jaren ’80 tekende de ontkerkelijking zich al af en betrokken de gereformeerde en hervormde gemeente samen een nieuw gebouw, De Opgang. Voor de nieuwste wijk De Rietlanden werd geen kerk meer gebouwd maar huurden de samenwerkende kerken een ontmoetingsruimte binnen een zorginstelling. Vanwege teruglopend kerkbezoek door ontkerkelijking en vergrijzing zijn de Gereformeerde en Hervormde Kerk inmiddels gefuseerd tot de Protestantse Kerk Emmen. Een paar kerkgebouwen zijn al afgestoten of verdwenen door sloop zodat in bijna iedere wijk nu één kerkgebouw in gebruik is, behalve in het centrum. Naast de Zuiderkerk heeft de Protestantse Kerk daar de beschikking over de Grote kerk, de oudste kerk van Emmen (die dateert


Foto: Drents Plateau

15

uit de 12e eeuw), en de hervormde Kapel uit 1923. Dat is er ĂŠĂŠn teveel en daarom heeft een adviescommissie voorgesteld de Zuiderkerk af te stoten. Beide andere kerken hebben namelijk een monumentenstatus zodat zij makkelijker een beroep kunnen doen op subsidies. Dat is erg wrang voor de Zuiderkerk want zij is de moederkerk van alle andere gereformeerde kerken in Emmen, kan zich financieel nog redden en kent een behoorlijke groep trouwe kerkgangers. Het gebouw is volop in gebruik voor vergaderingen en zangrepetities. Lief en leed

Kan de Gemeente Emmen dan niets doen? Officieel niet want als de kerk geen monument is, heeft de Gemeente

nauwelijks een middel om sloop tegen te gaan. Jammer is het natuurlijk wel. Decennia lang werd het silhouet van Emmen bepaald door de torens van de Grote kerk en de Zuiderkerk. Inmiddels is bijna overal in het centrum nieuwbouw verschenen, zeker rond de Zuiderkerk die bijna verstopt staat tussen moderne appartementen. Met de pastorie vertelt de kerk nog als enige het verhaal van die plek, van 90 jaar lief en leed. Het gebouw is dan misschien geen monument, het heeft wel een grote betekenis voor de omgeving en is deel van de geschiedenis van de stad. Dit dilemma is niet uniek voor de Zuiderkerk. Overal in ons land zien kerken zich voor dezelfde keus gesteld. Maar de vrienden van de Zuiderkerk

zijn er wel in geslaagd hun onvrede op een unieke wijze naar buiten te brengen, met de rouwband om de kerk. De band is nu verdwenen maar met een handtekeningenactie proberen zij steun te krijgen voor de redding van hun kerkgebouw.

* Drs. O. Reijers is directeur van Drents Plateau.


Juf Ada, ik Hans Colpa*

Tour des Cimetières groot succes Nieuwe reizen op 22 juli en 26 augustus Op 20 april j.l. heeft Stichting Oude Drentse Kerken de 1000e deelnemer aan de zogenaamde tour des cimetières mogen begroeten. Dit was de familie Van der Velde uit Assen. Zij werden tijdens deze reis even in de bloemetjes gezet. De dagtochten langs bijzondere begraafplaatsen worden sinds 2008 in nauwe samenwerking met Arriva Touring gehouden. Vanaf het eerste begin zijn de tochten een daverend succes met veel deelnemers. Belangstellenden kunnen de komende periode deelnemen aan de reis Kop van Drenthe en de nieuwe route Zuidoost-Drenthe. do 22 juli en do 26 augustus 9.30-17.00 uur Tour des Cimetières: Kop van Drenthe Deze bustocht brengt u langs representatieve kerken en begraafplaatsen in het noorden van Drenthe. Via Assen (Joodse begraafplaats) gaat de reis naar de bijzondere begraafplaats van Veenhuizen, het zogenaamde vierde gesticht. Tussen de middag wordt er in Norg geluncht. Onderweg vertellen de gidsen over de hunebedden en grafheuvels en wordt er een bezoek gebracht aan de kerk in Vries. Via de vindplaats van het Meisje van Yde rijden we naar Eelde, waar de oude en nieuwe begraafplaats worden bezocht. De tocht wordt afgesloten met koffie/thee op landgoed Lemferdinge. Op 26 augustus vindt de afsluiting plaats in de kerk van Vries. Startlocatie: NS-station Assen. Kosten: € 39,50 p.p. (incl. bus, koffie/thee en lunch). Opgave per e-mail: aanmelden@drentslandschap.nl of telefonisch bij het secretariaat: 0592-313552. di 3 augustus 9.30-18.30 uur Tour des Cimetières: de nieuwe route ‘Zuidoost-Drenthe’ De bustocht van vandaag start in Emmen en gaat vervolgens langs de meest bijzondere kerken en begraafplaatsen in Zuidoost-Drenthe. U bezoekt o.a. een bovenveenkerkhof, en maakt een uitstapje ‘net over de grens’. Tussen de middag wordt er geluncht in het Veenpark. Startlocatie: NS-station Emmen (Assen is ook mogelijk) Kosten: € 39,50 p.p. (incl. bus, koffie/thee en lunch) Opgave per e-mail: aanmelden@drentslandschap.nl of telefonisch bij het secretariaat: 0592-313552.

Expositie in synagoge Van 13 juli tot en met 1 augustus is er in de synagoge van Zuidlaren in samenwerking met Galerie Aanblick in Haren een expositie van schilderijen van Marcel Duran. Hij heeft onder meer Drentse landschappen geschilderd. Tijdens de expositie is de synagoge geopend op woensdag, zaterdag en zondag van 14.00 tot 16.00 uur. De toegang is gratis. Locatie: Zuiderstraat 1, 9471 KJ Zuidlaren.

“Juf Ada, juf Ada, ik heb een Bever gezien!” Enthousiast begint de 9-jarige Bennie te vertellen als hij de beurt krijgt. Tijdens een scoutinguitstapje zag hij zomaar een reislustige Bever voorbij komen. Ada Enserink geeft op dat moment een gastles in groep 5 van de OBS De Kooi in Eelde over de herintroductie van de Bever. Ze heeft net voorgelezen uit het prentenboek ‘Samen kunnen we alles’ van Ingrid en Dieter Schubert.


Ada Enserink is één van de vrijwilligers van Het Drentse Landschap die gastlessen over de herintroductie van de Bever geeft. Ze doet dit samen met Loekie Brands en Angelique Geene. Met z’n drieën gaan ze langs verschillende scholen om voor groepen 3/4/5 van het basisonderwijs les te geven. Twee andere vrijwilligers, Johan Schuinder en Wolter Moorman, doen hetzelfde voor de groepen 6/7/8. Met behulp van een powerpointpresentatie, filmpjes en opgezette beverachtigen vertellen zij het verhaal. En rondom het verschijnen van dit blad geven ze voor belangstellende groepen beverspeurtochten in twee natuurgebieden in het Hunzedal. Het Drentse Landschap wil zo leerlingen uit de omgeving van het herintroductiegebied meer betrekken bij de natuur en het weer terugzetten van de Bever.Vorig jaar is de stichting al met de lessen begonnen.Vanwege de vele enthousiaste reacties is ze hiermee dit jaar doorgegaan. Inmiddels hebben ongeveer 30 scholen meegedaan aan dit onderwijsproject. De vijf vrijwilligers hebben meer dan 70 gastlessen en 40 speurtochten in het veld gegeven.

Foto: Johan Vos

Belevenis

Het kinderverhaal dat juf Ada tijdens haar lessen vertelt gaat over de belevenissen van een Bever. Ze gebruikt dit verhaal als introductie om vervolgens uitleg te geven over de leefwijze van de Bever en de recente herintroductie van Bevers in het Hunzedal en het Zuidlaardermeergebied. Na een vragenronde deelt ze een bouwplaat uit van een beverburcht. De kinderen beginnen ijverig de kunstburcht,

Bevers, boompjes en struiken in te kleuren en uit te knippen.Vervolgens plakken ze alles op een groene en blauwe ondergrond. De burcht wordt door Bennie precies aan de rand van het water opgeplakt. De achterzijde van de burcht kan met een luikje open. Daar kwamen immers de Bevers uit het Duitse Elbegebied de kunstburcht binnen toen ze aan de Hunze werden uitgezet. Aan de waterkant maakt hij met kleine stokjes de opening van de burcht dicht. Juf Ada had verteld dat de kunstburcht in het echt ook aan de waterkant met takken werd afgesloten. De Bevers moesten zelf de boomstammetjes doorknagen om naar buiten te komen. Dit kost enige tijd. Op deze manier konden de Bevers alvast aan hun nieuwe omgeving wennen en vluchten ze bij vrijlating niet in paniek alle kanten op. Ontmoeting

Voor sommige kinderen die meedoen aan dit onderwijsproject komt de Bever soms letterlijk voorbij zwemmen. Dat gebeurde ook Bennie. Enthousiast vertelt hij over zijn belevenis: “Ik had een scoutingmiddag. Ineens zag ik een Bever. Hij zat op het ijs. Zijn pels was bruin en zijn staart was zwart. Ik zag hem in Paterswolde bij het kanaal. Hij zat te knagen aan takken. Er lagen afgeknaagde takken op het ijs. Iemand riep nog “Kijk een Bever” en toen sprong de Bever in het water. Daarna hebben wij hem niet weer gezien.” Bennie zal overigens niet de enige zijn die de Bever tegenkomt. In de afgelopen tijd heeft Het Drentse Landschap al regelmatig meldingen gehad van Bevers die ‘zomaar’ voorbij zwemmen…

Foto: Hans Colpa

heb een Bever gezien!

Vrijwilligers scholenteam gezocht Stichting Het Drentse Landschap zoekt (oud-)leerkrachten van het basisonderwijs / stagiaires PABO-opleidingen die het leuk vinden om leerlingen te begeleiden bij speurtochten in natuurgebieden (midden- en bovenbouw) en schaapskooien (onderbouw) of het geven van gastlessen op scholen in heel Drenthe. Ook worden er wel erfgoedlessen op locatie gegeven. De stichting zoekt vooral vrijwilligers die één of meerdere dagdelen in de week beschikbaar zijn, inhoudelijk willen meedenken en/of eventueel coördinerende taken op zich willen nemen. Belangstelling voor natuur en/of Drentse historie strekt tot aan­ beveling. Voor meer informatie kunt u bellen of mailen naar Hans Colpa, communicatiemedewerker en vrijwilligerszaken: tel. 0592-304171 of per mail: h.colpa@drentslandschap.nl.

*J.G. Colpa is medewerker Communicatie, Educatie & Vrijwilligerszaken


18

Cultuur

Kunst uit de kolonie Roel Sanders*

Het zat Hendrik van Geelen, schilder en tekenaar te Utrecht, lang niet altijd mee. Verschillende keren brachten straatschenderijen en ander onaangepast gedrag hem in aanraking met de overheid. Waarschuwingen en vermaningen konden niet voorkomen dat hij voortdurend in zijn oude gedrag verviel. Op een gegeven moment was de hoop op verbetering zozeer gedaald dat naar steviger maatregelen werd uitgezien. Het verhaal van een kunstenaar in gevangenschap. In 1824 werd Hendrik van Geelen wegens oplichting veroordeeld tot een boete van vijfentwintig gulden, de kosten van het proces en een jaar gevangenisstraf. Hij werd opgezonden naar de Ommerschans, de penitentiaire inrichting van de Maatschappij van Weldadigheid en later overgeplaatst naar Veenhuizen. Daar zou de delinquent wel tot inkeer komen, was de verwachting. Van zijn verblijf in Veenhuizen zijn we enigszins op de hoogte door wat Annemieke Hoogenboom in haar Utrechtse proefschrift uit 1991 daarover vertelt. Ze haalt Adriaan van der Willigen, auteur van werken over vaderlandse schilderkunst, aan die als lid van de Maatschappij van Weldadigheid een bezoek bracht aan Veenhuizen en in zijn dagboek vermeldde: In eene ‌zaal vond ik eene man, wiens gelaat mij niet onbekend voorkwam, hij was bezig met eene tekening met OI inkt te wasschen en scheen er de handeling wel van te verstaan. Die man, zo werd hem verteld, was Hendrik van Geelen. Allerdaagse taferelen

Van Geelen werkte niet alleen in Veenhuizen, maar maakte ook (moge-

lijk na afloop van zijn detentie) tekeningen van tot de Maatschappij behorende gebouwen in Wateren en Frederiksoord. De litho’s die naar zijn werk werden vervaardigd, vertonen meest een mengeling van op klein formaat weergegeven menselijke activiteit tegen een achtergrond van een in strenge ritmiek neergezet gebouw. Op

de hier geplaatste afbeelding is dat het niet meer bestaande Derde Gesticht in Veenhuizen. Een bijna onafzienbare rij vensters in de muren en een formidabele rij schoorstenen op het dak maken dat het gebouw respect afdwingt. Daaraan draagt het woelig zwerk boven het gebouw in niet geringe mate bij en valt het menselijk beweeg op de voorgrond in het niet. Van een geheel andere aard zijn de tekeningen die J. Spaan omstreeks 1915 in Veenhuizen maakte.Van hem is een schetsboekje uit die tijd overgebleven waarin een alleraardigst beeld wordt gegeven van de bezigheden, maar ook van de eigenaardigheden van de verpleegden. Mannen die bezig zijn een partij hout te zagen of die een praatje houden, iemand die een volgeladen


19

kruiwagen verplaatst of een verpleegde die leunend tegen een tafel pauzeert met een kop koffie. Maar ook mannen die blijkbaar zijn ingeschakeld bij het instandhouden van de dagelijkse gang van zaken doordat aan hen functies zijn toebedeeld zonder welke een en ander danig in de war zou raken, zoals de lantaarnopsteker die elke dag met een ladder zijn gang over het terrein maakt, of de ‘looper’ van het hospitaal, die met zijn mand druk doende is om allerlei zaken betreffende de patienten en hun verzorging op de juiste plaats af te geven. Vlotte schetsen zijn het, licht karikaturaal soms, en met kennelijk plezier gemaakt, die een goed beeld geven van het dagelijkse leven in Veenhuizen. Grote sociale verschillen

In Frederiksoord legde Haatje Pieters Oosterhuis (1784-1854) het leven in de kolonie vast. Hij behoorde niet als Van Geelen tot de verpleegden, maar kwam als tekenaar een bezoek brengen. Van zijn tekeningen liet hij gravures maken. Zijn gezicht op de kolonie Frederiksoord vertoont een lichte baan die vanaf de linker benedenhoek diagonaal naar rechts loopt tot hij de

Links: Hendrik van Geelen, Het derde gesticht te Veenhuizen, 1826 Lithografie Gevangenismuseum, Veenhuizen

Rechts: J.Spaan, Looper van het hospitaal, ca. 1915 tekening, 18 x 12 cm Gevangenismuseum, Veenhuizen

H.P.Oosterhuis, De kolonie Frederiksoord te zien van het dorp Vledder, gekleurde kopergravure Drents Museum, Assen

horizon snijdt. Hij verleent diepte aan het beeld. De bermrand ter rechterzijde draagt daaraan eveneens bij, maar kan ook beschouwd worden als een sociale scheidslijn. Links daarvan speelt zich het kolonieleven af en aan de rechterkant worden de beelden van de gevestigde maatschappij neergezet. Heel duidelijk wordt het verschil

aangegeven door het jongetje in zijn fraaie blauwe pak, tegenover de sober geklede koloniekinderen; een beeld dat wordt herhaald door de heer met hoed en wandelstok tegenover de blootsvoetse vrouw en ook door de herder met zijn schaapskudde, een oud Drents beeld bij uitstek, tegenover de koeiendrijvende koloniebewoner. Ongetwijfeld zijn ze zich bewust van de verschillende sociale omstandigheden waaronder ze leven. De kinderen links beneden hebben daar nog geen weet van. Hun wereld draait nog om hun spel met een hondje en daaraan hebben ze voorlopig genoeg. Heeft de tekenaar de kinderen misschien daarom precies op de scheidslijn tussen beide werelden afgebeeld?

*Dr. R. Sanders is amateurkunsthistoricus en auteur van o.a. het boek Schildersdorpen in Drenthe.


20

Interview

Landschapsarchitect Berg:

‘Veenkoloniën zouden meer Op het eerste gezicht kan een blind paard geen schade aanrichten in de Veenkoloniën. Toch is er weinig nodig om de rechtlijnige structuren te doorbreken en dat maakt het landschap kwetsbaar. Landschapsarchitect Harry Berg: ‘’Er hoeft niets op slot, maar we moeten wel goed uitkijken.’’

Gebiedsvisies

´´onder ’s Heeren zegen tot stand zijn gekomen door de eigen onderneming der inwoners, zonder enige steun dan alleen voor de Straatwegen en de Scholen.’’ De Veenkoloniën waren welvarend destijds. Brouwer schrijft dat voor zijn huis op de hoek van Musselkanaal en Tweede Exloërmond jaarlijks een kleine dertigduizend schepen passeerden

Het einde van de vervening betekende een kentering in negatieve richting. Berg, die eerder in Amsterdam en Arnhem werkte, keerde in 1972 terug naar zijn geboortestreek en was nauw betrokken bij plannen om het gebied een broodnodige nieuwe impuls te geven. Berg stelde gebiedsvisies op voor een groot deel van het herinrichtingsgebied tussen Delfzijl en Schoonebeek, maakte vervolgens landschapsplannen

Foto: Eric le Gras

Eric le Gras*

Berg (Stadskanaal, 1939) heeft naar eigen zeggen ´Veenkoloniaal DNA´. Zijn voorouders van vaders- en van moederzijde wonen en werken al ruim vier eeuwen in het gebied. Hij laat een brief zien van zijn overgrootvader Berend Brouwer aan Janna Prins, zijn moeder. De brief uit 1924 vertelt over de welvaart van de Veenkoloniën, die

en dat de sluizen verdubbeld moesten worden om die drukte te verwerken. En dan de winkels: ‘’Wanneer ze eens onze grote Galanterieënwinkels zagen, zouden ze wel opzien.’’


Interview

21

en werkte detailplannen uit voor een gebied van al met al zo’n 130.000 hectare. Hij ontwierp boscomplexen bij de woonkernen, maakte inrichtingsplannen voor gedempte Drentse monden, praatte met boeren over erfbeplanting, dacht mee over kunstprojecten, onderstreepte met kleine bosjes de lijnen in het landschap, ontwierp zandwinningsplassen zoals bij Exloërkijl, en zocht ruimte voor natuurontwikkeling in terreinen als De Kwabben en de Zoersche Landen bij Exloo. Die betrokkenheid maakt hem een kritische volger van de nieuwste ontwikkelingen. ‘’Ik ben niet helemaal objectief,’’ zegt hij met de onderkoeldheid van de veenkoloniaal. Zo zet hij vraagtekens bij plannen voor de bouw van boerderijen tussen de monden, de oude verveningskanalen. Die monden liggen als kaarsrechte linten in het veenkoloniale landschap en de nieuwbouw zou langs nieuwe linten moeten komen en passen in de bestaande structuur: ‘’Maar die nieuwe boerderijen zijn zo groot dat het losse eilandjes worden. Dat zou een aantasting van het landschap zijn.’’

ging failliet. Nu staat het gebouw leeg en gaat langzaam achteruit, net als veel andere gebouwen in de Veenkoloniën. We moeten zorgen voor een andere invulling. Anders, hoewel het me aan het hart gaat, moet je denken aan slopen.’’ Nieuwbouwplannen zijn er nog steeds, ondanks de krimp van de bevolking. Berg bekijkt ze kritisch, ook al omdat nieuwbouw doorstroming naar bestaande panden vertraagt. De krimp kan ook een voordeel zijn, omdat eventuele sloop zorgt voor extra ruimte in het landschap. De overheid moet dan wel lang leegstaande panden opkopen. De vitaliteit van de landbouw baart zorgen. Die is eenzijdig en als de boeren hun producten niet meer kwijt kunnen, kan dat leiden tot aantasting van het rechtlijnige, planmatige patroon van de landerijen. Berg wijst op de huizen, die met de nok haaks op de straten en monden staan: ‘’Tegenwoordig zie je ook huizen met de nok evenwijdig aan de straat. Weer een verstoring van het patroon.’’

van Musselkanaal naar Alteveer om dezelfde reden een kandidaat. Als er dan toch windmolens in Drenthe moeten komen, concludeert Berg, doe dat dan op een plaats waar ze iets aan het landschap toevoegen en dat kan in de Veenkoloniën. Zo zou hij om willen gaan met het hele gebied: niet alles op slot, wel erg goed uitkijken hoe je de noodzakelijke veranderingen inpast in het kwetsbare landschap. Tenslotte wil Berg nog iets kwijt over de waardering van zijn geboortestreek. Het landschap van de Veenkoloniën is met bloed, zweet en tranen door mensen gemaakt en bijzonder groot van oppervlak. Dat maakt het, samen met de openheid en de rechte lijnen, uniek in de wereld. Harry Berg noemt het een zwaar onderschat landschap: ‘’Het is de moeite waard om te onderzoeken of het thuishoort op de Werelderfgoedlijst van de Unesco.’’

Foto: Eric le Gras

waardering moeten krijgen’

Harry Berg

Windenergie Nieuwe functies

Leegstand is een andere bedreiging. Berg noemt de boerderij van zijn grootvader en zijn broer als voorbeeld: ‘’Een prachtige boerderij uit 1905 in Tweede Exloërmond. Toen mijn broer stopte als boer kwam er eerst een wat ouder echtpaar wonen, die met veel liefde de boerderij in tact hield. Daarna kwam er een stratenmaker, maar die

Een gevoelig punt is de bouw van windmolens, waarvoor de Drentse Veenkoloniën in beeld zijn. Dat kan, zegt Berg, mits je zorgt dat ze een versterking zijn van de bestaande structuur. Hij denkt aan een rij windmolens langs de weg van Emmen naar Ter Apel, onder andere omdat daar al elektriciteitsmasten staan. In de Groninger Veenkoloniën is de provinciale weg

* E. le Gras is freelance journalist en bestuurslid van Bond Heemschut. Hij was medeauteur van het Keuterijenboek en werkt nu mee aan het boek ‘Godshuisjes van Drenthe’ dat Stichting Oude Drentse Kerken in 2011 uitgeeft.


22

Wandelroute 42

De Zoersche Landen bij Exloo Vandaag is het tijd voor hoge luchten, weidse vergezichten en het gezang van de Veldleeuwerik hoog in de lucht. Te beginnen op de uitgestrekte Zuideresch van Exloo. En verderop als u van de Hondsrug naar beneden loopt richting veen. Voorbij de kletsnatte natuur van de Kwabsche Kuilen komt u langs eindeloos lijkende veenkoloniale aardappelvelden. Op weg terug naar de Hondsrug passeert u de nieuwe natuur van de Zoersche Landen. En tenslotte loopt u hoog en droog over de zandwegen aan de oostkant van Exloo. Voldoende ingrediënten om u te verheugen op een middagje Drenthe zoals u Drenthe waarschijnlijk niet kent! Bertus Boivin / Eric van der Bilt

Foto: Bertus Boivin

van de negentiende eeuw hadden ‘keienkloppers’ zich behoorlijk op de dekstenen van het hunebed uitgeleefd. Er zijn nog negen stenen van hunebed D31 over, waarvan slechts één deksteen. In 1845 schonk de boermarke van Exloo het hunebed gratis aan de Provincie. Elders beurde je er als dorp toch gauw honderd gulden voor...

De Zuideresch van Exloo Zodra u Exloo verlaat, bent u op de grote Zuideresch van Exloo. (punt 2 in de route) Tegenwoordig zijn er nog maar een paar boeren die de grote akkers op de es hebben. Vroeger had elke boer van het dorp een aantal kleine akkertjes op de Zuideresch. Een grote ruilverkaveling maakte een eind aan de eeuwenoude lappendeken. De Zuideresch is een van de drie essencomplexen van het dorp. De andere twee zijn de Noorderesch en de Westeresch.

Op een gegeven moment werd de Zuideresch in zuidelijke richting uitgebreid met de Kleine Esch en de Achteresch. Ter hoogte van het pad dat de route op de es kruist, lag aanvankelijk de eswal langs de Zuideresch. Hunebed D31 Toen Prof. Van Giffen in 1918 het hunebed in het Hunzebos onderzocht, stelde hij vast dat het monumentje ‘in zeer treurigen staat’ verkeerde. (punt 4 in de route) Op enig moment aan het begin

Onder druk van de Hondsrug Op het graspad langs Landgoed Hunzebergen ervaart u het hoogteverschil tussen de Hondsrug en de Noorderdwarsplaatsen van Valthermond in de verte. (punt 8 in de route) Over een afstand van nauwelijks één kilometer daalt u zo’n vijftien meter af. Voor Drentse begrippen zijn dat aanzienlijke hoogteverschillen. Het is met name aan dit hoogteverschil te danken dat grondwater, dat op de Hondsrug in de bodem zakte, in de Zoersche Landen onder druk uit de grond geperst wordt. Dit kwelwater is van een uitstekende kwaliteit. Voordat het water via de wijken en kanalen van de Veenkoloniën afgevoerd werd, lag er aan de voet van de Hondsrug een nat veengebied waarin het Achterste Diep zijn oorsprong vond. Het Achterste Diep gaat in de buurt van Gasselternijveen samen met het Voorste Diep verder als het riviertje de Hunze. De Zoersche Landen Op het pad door de Kwabsche Kuilen heeft u een indruk gekregen hoe nat deze streek


23

2

1

komt. Kenmerkend voor dit bos zijn onder andere de prachtige voorjaarsbloeiers aan sijpelende stroompjes helder stromend water. Zo’n kletsnat bos is uiteraard een perfecte leefomgeving voor Bevers. Grafheuvel bij het dorp Aan de zandweg langs het dorp ligt een fraaie grafheuvel. (punt 14 in de route) Misschien zijn het er wel twee vlak naast elkaar. We weten eigenlijk nauwelijks iets over deze opvallende grafheuvel, want hij is nooit wetenschappelijk onderzocht. Het ligt ook niet in de lijn der verwachtingen dat daar spoedig verandering in zal komen. Het huidige archeologische beleid is om het archeologisch erfgoed waar mogelijk ‘in situ’ te bewaren. Ofwel: laten liggen waar het ligt. De bodem is de beste bewaarplaats voor archeologische monumenten. Sinds kort is er een langeafstandswandeling die de Hunze vanaf zijn bronnen tot het Zuidlaardermeer volgt. Zie voor kaarten en routebeschrijvingen www.hunzevallei.nl. Op 18 september 2010 vindt voor de eerste keer de Hunzeloop plaats, een groot wandelevenement dat georganiseerd wordt door Het Drentse Landschap, Het Groninger Landschap en De Friesland Zorgverzekeraar in nauwe samenwerking met de KBNLO, Zuidlaarderondernemers Vereniging en Recreatieondernemers Noordoost Drenthe die zich inzet om de Hunzevallei te promoten. Zie voor meer info www.hunzeloop.nl.

Foto: Bertus Boivin

van nature nog altijd is. (punt 10 in de route) Overal staat water. Hetzelfde geldt voor de nieuw ingerichte Zoersche Landen waar geen voor wandelaars geschikte paden doorheen lopen. In het kader van de Herinrichting Gronings-Drentse Veenkoloniën is ervoor gekozen om in de Zoersche Landen een tachtig hectare groot gebied als bos- en natuurgebied in te richten. De grond was destijds weliswaar als landbouwgrond aangemaakt, maar was in de praktijk veel te nat om er op enigszins efficiënte manier landbouw te kunnen bedrijven. In de naam Zoersche Landen verwijst het Drentse ‘zoer’ ofwel ‘zuur’ in het Nederlands naar de venige bodem van dit gebied. Eind jaren negentig begon Staatsbosbeheer met de herinrichting van de Zoersche Landen. Er werden duizenden boompjes aangeplant, vaak in groepjes om uiteindelijk een halfopen landschap te krijgen. Sinds enkele jaren zijn de Zoersche Landen en de Kwabsche Kuilen in beheer van Stichting Het Drentse Landschap. Ze maken onderdeel uit van het grote project van de stichting om op allerlei plaatsen in het Hunzedal nieuwe natuur te ontwikkelen. De verwachting is dat zich op de hogere delen van de Zoersche Landen vochtig eiken-beukenbos zal ontwikkelen, terwijl elders op de nattere gedeelten elzenbroekbos ontstaat. Waar veel kwelwater naar boven komt, ontstaat mogelijk zogeheten elzenbronbos, een soort bos dat in Nederland nog maar heel weinig voor-

3 1 Bij punt 4 in de route passeert u het beeld Mental Map van Petra Boshart. Haar beeld is het omgekeerde van het hunebed: hier worden twee kleinere zwerfstenen gedragen door één grote zwerfkei. De tekeningen lijken door een oude verdwenen cultuur op de stenen aangebracht. Het kunstwerk maakt deel uit van het zwerfstenenproject ‘Grenzen en Ontmoetingen’ in de gemeente Borger-Odoorn. Het project telt in totaal zes van dergelijke beelden. Stichting Het Drentse Landschap heeft zich indertijd over het project ontfermd. 2 De Slanke waterkers (Rorippa mycrophilla) voelt zich prima thuis in de slootjes met helder kwelwater in de Zoersche Landen. Ook het slootje langs het pad door de de Kwabsche Kuilen is tot aan de rand gevuld met de frisse groene stengels van de waterkers. 3 Verscholen in de bosjes langs de Buinerweg ligt de voormalige Halte Exloo. Tegenwoordig is het een gewoon woonhuis. De Noord-Ooster Lokaal Spoorweg exploiteerde vanaf 1905 de lijn Emmen-Stadskanaal. Tussen Valthe en Gasselte volgde het NOLS-lijntje de voet van de Hondsrug. Tijdens de wandeling passeert u tweemaal het voormalige tracé van de spoorlijn. Vlak na de Tweede Wereldoorlog werd de lijn gesloten.


24

Terreinbeschrijving

Waterbeheer en natuurherstel in E m i e l G a l e t z k a , P e t e r P a u l S c h o l l e m a & U k o Ve g t e r *

In de afgelopen jaren is op vele plekken in het Hunzedal gewerkt aan het herstel van het beekdalsysteem. Hierbij werkten Waterschap Hunze en Aa’s, Provincie Drenthe en Het Drentse Landschap nauw samen. Hier onstaat over een lengte van 4,5 kilometer ruimte voor moerassen en natte graslanden, rond een weer meanderende en voor vis optrekbare Hunze. Torenveen is daarmee een nieuwe parel aan de Hunzeketting. Onlangs werd bekend dat ook de natuurontwikkeling in het gebied Torenveen van Het Drentse Landschap door zal gaan. Dit gebied ligt ten noorden van Gasselternijveen. Het herstel van het beekdalsysteem en overstromingsvlaktes zorgen bovendien voor een klimaatbestendiger Hunzedal.

Foto: Uko Vegter

En dat is een opgave waar het waterschap samen met de provincie Drenthe en Het Drentse Landschap voor staat.


Terreinbeschrijving

25

Anders dan de meeste andere Drentse beekdalen is het Hunzedal asymmetrisch, breed en vlak. Aan de westzijde begrenst de Hondsrug over de hele lengte het dal. Aan de oostzijde bevinden zich de Drentse en Groninger veenkoloniën op de plek van het vroegere, uitgestrekte Bourtangerveen. Het Hunzedal zelf is overwegend open en grootschalig ingericht. Op sommige plaatsen liggen rivierduinen prominent in het landschap, zoals bij Duunsche Landen. Het Voorste- en het Achterste Diep zijn de twee bovenlopen van de Hunze. Het Voorste Diep heeft zich vanaf het Drents plateau door de Hondsrug heen een weg geforceerd richting de Hunzelaagte en was een voor Drentse begrippen snelstromende beek. Het Achterste Diep ontspringt nu rond de Zoersche Landen tussen Valthe en Exloo, maar vond vroeger zijn oorsprong verder bovenstrooms in de venen rond Emmen. De Beek bij Gieterveen is eveneens een uit het vroegere veen afkomstige zijloop. Benedenstrooms vindt de Hunze als Drents Diep nu zijn Waterloo in het Winschoterdiep bij het Groningse Waterhuizen.Vroeger slingerde deze verder oostelijk rond de stad Groningen om via het Reitdiep de toenmalige Lauwerszee te bereiken. Snelle afvoer

De oorsprong van het Hunzewater is de neerslag die in het gehele stroomgebied valt.Via de dieper gelegen zandlagen onder de Hondsrug stroomt een deel hiervan als grondwater naar het Hunzedal. Dit water kan lang onder-

weg zijn en verandert van samenstelling. Zuur regenwater wordt ijzerrijk en kalkrijk grondwater. Een ander deel stroomt oppervlakkig af en bereikt uiteindelijk de Hunze. Het heeft dan nog altijd een matige helderheid en een oranje-bruine kleur door het hoge aandeel organische stof en ijzeroxide. Dit komt omdat beide bovenlopen in voormalige hoogveengebieden ontspringen. De bodems hier bevatten nog veel organisch materiaal. In midden- en benedenstroomse delen van het beekdal komen lokaal nog dikke veenpakketten voor. Om water beter en sneller te kunnen afvoeren, kanaliseerde en verbreedde men medio 20e-eeuw de Hunze. Ook legde men onderaan de Hondsrug diepe, en brede watergangen aan om het toestromende grondwater te kunnen afvoeren. Doel was het gebied landbouwkundig beter te kunnen gebruiken. Een oud-medewerker van Waterschap Hunze en Aa’s vertelde hoe lastig dit was: bij de ontginning begin jaren zestig moest men de eerste ontwateringsgreppels nabij het Drouwenerzand vanuit een boot graven omdat het moeras onderaan de Hondsrug volstrekt ontoegankelijk was! Naast de schaalvergroting in de landbouw richtte men op verschillende plaatsen in het Hunzedal grondwaterwinningen in. Omdat Stichting Het Drentse Landschap ook hoge natuurpotenties in het Hunzegebied vermoedde schreef men in de jaren negentig de Hunzevisie. Doel was om beleidsmakers en bestuurders te overtuigen.

Foto: Wil Meinderts / FN

het Hunzedal

Aanvankelijk bleek dat lastig. Toch onderkenden meerdere partijen waaronder de Provincie Drenthe, Waterschap Hunze en Aa’s en het Waterbedrijf Groningen gaandeweg de positieve neveneffecten van natuurontwikkeling in het gebied. En toen kwam oktober 1998. Wateropgaven

De extreme wateroverlast in NoordNederland gaf veel schade in de stad Groningen maar ook in polders die men halsoverkop onder water zette. Het liet zien dat het watersysteem niet was voorbereid op extreme neerslagsituaties. Dergelijke extreem natte omstandigheden, maar ook langdurige droogtesituaties in de zomer, zullen vaker gaan voorkomen. Klimaatscenario’s laten dat zien. Ook in het Hunzedal is er dus meer ruimte nodig om veel water langer in het beekdalsysteem vast te houden. Herstel van overstromingsvlaktes draagt daaraan bij. Dit langer vasthouden van water kan tevens bijdragen aan voorkoming van droogteschade in landbouwgebieden en verdroging van natuur. Voor de korte termijn zijn de wateroverlastproblemen opgelost.

Winde


26

Foto: Joop van de Merbel

Dotter

Het inrichten van enkele noodbergingsgebieden ten noorden van het Zuidlaardermeer en lokale aanpassing van kadehoogten biedt tot 2015 voldoende soelaas.Voor de lange termijn (2050) is er meer nodig. Inmiddels is bekend hoeveel kuub water we in extreme situaties moeten vasthouden en over hoeveel hectare herstelde overstromingsvlaktes we dan praten. Zie hier ook de combinatie met natuurontwikkeling. Herstel van overstromingsvlaktes met een vrij meanderende en overstromende Hunze leidt tot geschikte omstandigheden voor rietlanden, grote zeggenvegetaties en natte graslanden. Met ook Roerdomp en Bever als typische faunavertegenwoordigers. Een belangrijk gebied in dit verband is het Tusschenwater, even ten zuiden van het Zuidlaardermeer. Hier ontstaat zogenaamde ‘meestromende berging’: het gebied loopt vol als het nat is, langzaam weer leeg als het droger wordt en realiseert een relatief groot deel van de wateropgave in het Hunzegebied. Schoon water

Naast het inspelen op klimaatverandering heeft het waterschap een water-

kwaliteitsopgave. Europa vraagt om de kwaliteit van meren, beeksystemen en kanalen te verbeteren, en dus ook die van de Hunze en het Zuidlaardermeer. Hierbij stuurt men niet meer op de inspanning maar op het behaalde resultaat. Een flinke opgave dus. De Hunze moet weer een stromende, meanderende beek inclusief overstromingsvlaktes worden, het Zuidlaardermeer weer een helder en plantenrijk meer. Recente monitoring laat zien dat de waterkwaliteit van het meer al verbetert. Het afkoppelen van de rioolwaterzuivering van Zuidlaren en het baggeren van het meer lijken succesvol. En ook de aanstaande aanpassing van de rioolwaterzuivering Gieten zal tot verdere waterkwaliteitsverbetering leiden. Beekherstel betekent ook dat vissen weer vrijelijk de Hunze op kunnen zwemmen tot in de bovenlopen van het Voorste en Achterste Diep. Hiertoe verwijderen we stuwen of maken ze vispasseerbaar. De Hunze is onder andere bekend van de grootschalige trek van de Winde. Deze typische beekvissen zijn ieder voorjaar te bewonderen op de vistrappen bij Gieterveen als ze ‘stap voor stap’ naar boven ‘traplopen’ op weg naar hun

paaiplaatsen. Er is zelfs een Snoek van 1 meter 10 gezien die de weg naar de bovenstroomse wateren zocht. Vanuit waterbeheersoogpunt is het fenomeen van veenoxidatie in het Hunzedal relevant. Door ontwatering van landbouwgronden is veen op grote schaal gaan oxideren en klinken.Veel veen is hierdoor al verdwenen en het maaiveld is daardoor gedaald, soms wel meerdere decimeters. De bodemkaart ziet er tegenwoordig heel anders uit dan pakweg 30 jaar geleden. Op sommige plaatsen is daardoor het reliëf van de vroegere zandondergrond weer zichtbaar. In het Achterste Diep speelt veenoxidatie in een groot gebied en is de verwachting dat in de komende decennia het maaiveld nog met centimeters tot enkele decimeters verder daalt. Ook dit vraagt om aanpassing van het waterbeheer. Werd tot nu toe het peil steeds verlaagd, nu denken we ook aan aanpassing van het grondgebruik. Dat kan een andere vorm van landbouw zijn of omvorming naar natuur. Meerwaarde water-natuur

Herstel van het watersysteem gaat dus goed samen met natuurherstel. En hoewel de natuur vanwege de huidige EHS-begrenzing zich grotendeels concentreert in een zone rondom de beek is ook herstel van de relatie met de Hondsrug aan de orde. Daardoor ontstaan mogelijkheden voor herstel van grondwatergevoede moeras- en hooilandvegetaties. In het LOFARgebied is dit nu gaande, bij De Branden (overgang Drouwenerzand-Hunzedal bij Gasselternijveen) beoogt Het


Terreinbeschrijving

Tusschenwater zal dat herstel al de komende jaren vorm krijgen. Dat watersysteemherstel samengaat met herstel van natuur is in al ingerichte gebieden zoals het Annermoeras goed te zien. Niet alleen de vogels reageren al heel snel. Ook plantensoorten van natte hooilanden en moerassen doen het goed, waarbij we in sommige delen van het gebied ook soorten van grondwatergevoede vegetaties verwachten. Het toont het perspectief voor de komende jaren waarin de koppeling van herstelde deelgebieden zal leiden tot een samenhangend geheel van natuurgebieden rondom de Hunze. Nieuwe bewoners zoals de Bever hebben hier inmiddels een plek. En wellicht komt ook de Kraanvogel, die getuige het toponiem Kraanlanden ook vroeger voorkwam, als broedvogel weer terug. Dit voorjaar liet een exemplaar zich al enkele malen ten noorden van het Zuidlaardermeer zien. Voor Waterschap Hunze en Aa’s en Het Drentse Landschap valt er de komende jaren qua herstel van watersysteem en natuur veel te verwachten.

Nabije toekomst

Het belang voor het waterschap van een klimaatbestendiger en kwalitatief beter watersysteem zorgt ervoor dat ook het waterschap hard (mee) werkt aan herstelmaatregelen in het Hunzegebied. Niet alleen bij Torenveen, ook in gebieden als de Oude Weer bij Gasselternijveen, Mandelanden bij Borger en

< Holpijp

Foto: Geert de Vries

Drentse Landschap ook dergelijk gradiëntherstel. In afwezigheid van grondwaterwinningen zal toestromend ijzerrijk en kalkrijk grondwater vanuit de Hondsrug hier voor soortenrijke natte graslanden en moerassen zorgen met onder andere Dotterbloem, Holpijp en Snavelzegge. In dit verband is het uitermate spannend te volgen wat we dit voorjaar te zien krijgen in de Uilenbroeken (LOFAR). Water en natuur gaan niet alleen goed samen, ook de koppeling met andere functies geeft meerwaarde. Herstel van overstromingsvlaktes zorgt ervoor dat op de lange duur kwalitatief beter water naar de ondergrond infiltreert ter plaatse van grondwaterwinningen. De ontwikkelingen, gecoördineerd in het Hunzeproject, geven ook nieuw leven aan de streek. Zie de mogelijkheden om te wandelen en te kanoën, maar ook de verbeelding van het veranderende Hunzelandschap door kunstenares Geke Hoogstins. De relatie met de landbouw is tweeledig. Aan de ene kant voorkomt het waterschap negatieve effecten van natuurinrichting op landbouwgronden. Soms is het nodig hiervoor aanvullend randsloten aan te leggen of lage kaden aan te brengen. Anderzijds is het voor agrariërs via kavelruil soms mogelijk om tot een betere grondpositie te komen doordat kavels dichter bij huis komen te liggen. Of ruilt men lagere, relatief natte percelen voor hogere en drogere gronden. In veel van de natuurontwikkelingsprojecten verbetert zelfs de waterbeheersing voor de landbouw.

27

Drs. U.Vegter is ecohydroloog, ing. P. P. Schollema is aquatisch ecoloog en ing. E.H. Galetzka is beleidsmedewerker planvorming, allen werkzaam bij Waterschap Hunze en Aa’s


28

Tentoonstellingen

Tentoonstellingen in Drenthe

Informatiecentrum Drenthehof Openingstijden: tot 1 november dinsdag t/m zondag 11.00-17.00 uur

Foto: Jaap de Vries

Libellen van het Reestdal in Orvelte

dagelijks van 11.00-17.00 uur gratis Schiphorsterweg 34-36, 7966 AC De Schiphorst www.beeldenparkhavixhorst.nl

Foto: Iris le Rütte

Nieuwe beelden in Beeldenpark De Havixhorst

Vleermuizen in ‘t Ende

De tentoonstelling Vleermuizen van Drenthe is ook dit jaar weer te bewonderen in het informatiecentrum ’t Ende. De tentoonstelling besteedt uitgebreid aandacht aan het uiterlijk en het gedrag van deze fascinerende nachtdieren. De vleermuizen die in Drenthe voorkomen krijgen extra aandacht. Vanuit het centrum vertrekken 2 gevarieerde wandelingen en een fietstocht door het Reestdal. De routes kunnen gratis worden meegenomen.

Foto: Maarten Westmaas

Hunebeddenfoto’s in Galerie Lemferdinge Galerie Lemferdinge vr, za en zo van 12.00-17.00 uur, maar raadpleeg voor een bezoekje www.CultureleRaadEelde.nl. Soms is de galerie niet toegankelijk wegens een besloten festiviteit. Lemferdingelaan 2, 9765 AR Paterswolde.

In het Beeldenpark De Havixhorst is tot eind oktober de tentoonstelling Mythe en loofhout te bezichtigen. Op deze tentoonstelling is werk te zien van de kunstenaars Nicolas Dings, Iris le Rütte en Caspar Berger. Je zou hen kunnen rekenen tot de ‘nieuwe figuratieven’. Het verhalende speelt in hun werk een rol en beeldt herkenbare vormen waarbij veelal de menselijke figuur het uitgangspunt is. Zij zijn geïnspireerd door de geschiedenis, de mythe, het sprookje. Zij houden zich ieder op hun eigen wijze bezig met wat je het ‘collectieve geheugen’ van de mens zou kunnen noemen.

Foto: Melvin Grey / FN

Informatiecentrum ‘t Ende tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur Stapelerweg 20, 7957 NB De Wijk

In ons informatiecentrum in Orvelte is de tentoonstelling Libellen van het Reestdal te bezichtigen. De expositie laat libellen zien die in het Reestdal voorkomen. Samensteller van ‘Libellen van het Reestdal’ is natuurfotograaf en vrijwillig medewerker bij Het Drentse Landschap, Jan E.D.Visser. Hij is een gepassioneerd natuurfotograaf die door het maken van foto’s steeds meer gefascineerd raakte door de wonderlijke wereld van de libellen. Daarnaast gaat zijn interesse vooral uit naar “alles wat vleugels heeft, behalve vliegtuigen!”. Vanuit het centrum start ook een boeiend beschreven wandeling. De toegang en de wandelroute zijn gratis. Bezoekadres: Dorpsstraat 5, 9441 PD Orvelte

In Galerie Lemferdinge is t/m 12 september 2010 een expositie over hunebedden te bezichtigen van natuurfotograaf Maarten Westmaas. Voor Maarten Westmaas is zijn fotografie een zoektocht naar de eerste beschavingen van Europa. Een fotografische speurtocht naar de schoonheid van het landschap, de geschiedenis van het continent, de schilderkunst en de onwaarschijnlijk mooie uitingsvormen van de natuur. Tijdens een mythische voetreis door Drenthe werd zijn interesse gewekt voor de mysterieuze hunebedden die verspreid liggen in het landschap. Deze werden gefotografeerd en de foto’s werden, met het verhaal van zijn tocht, vorig jaar juni in het boek “Hunebedden” gepubliceerd.


Natuur bloeit dankzij Bel (0900) 300 1500 voor meer informatie.

Met steun van de Nationale Postcode Loterij kan Stichting Het Drentse Landschap ontzettend veel doen voor de natuur en cultuur in Drenthe. Bijvoorbeeld door nieuwe natuur te maken in het Hunzedal. Het is verbazingwekkend om te zien hoe veerkrachtig de natuur aan het werk gaat nadat het geronk van de bulldozer verdwenen is. Bergeenden, Oeverzwaluwen, Kleine plevieren, heideplantjes, stekelbaarsjes en nog vele andere planten en dieren weten in een mum van tijd de nieuwe gebieden te vinden. Het blijft altijd weer raadselachtig waar ze zo snel vandaan komen.

Foto: Joop van de Merbel

Het maken van nieuwe natuur betekent winst voor plant en dier. Maar u kunt ook winnen door mee te doen met de Postcode Loterij. Hier maakt u elke maand kans op duizenden prijzen. Bovendien steunt u met uw lot onder meer de projecten van Het Drentse Landschap. Pak die kans en geef zo de natuur en cultuur in Nederland extra steun.


30

Opinie

Drents windmolendebat Eric van der Bilt*

In haar zucht naar meer welvaart stookt de mensheid in hoog tempo de beschikbare fossiele brandstoffen de atmosfeer in. Met als gevolg een enorme en groeiende uitstoot van CO2 die een nog niet volledig te omvatten invloed op het klimaat van de aarde kan gaan uitoefenen. In de afgelopen maanden werd vanwege deze dreiging in Drenthe daarom het debat gevoerd over het gebruik van alternatieve energie waarbij de windmolens een prominente rol vervullen. De wetenschap gaat ervan uit dat de uitstoot van broeikasgassen de aarde onafwendbaar opwarmt met als gevolg onder andere zeespiegelrijzing en het extremer worden van het weer. Het is dan ook een goede zaak dat er in de samenleving nagedacht wordt over het opwekken van allerlei vormen van duurzame energie. Een zorgwekkend voorbeeld daarvan is overigens de groeiende belangstelling voor kernenergie. Weliswaar beperkt dat de CO2-uitstoot, maar het kernafval veroorzaakt weer andere, mogelijk nog grotere problemen. Een van de meest vriendelijke en minst bezwaarlijke vormen van alternatieve energie is windenergie. Opgewekt door gestaag reusachtiger wordende windmolens. De mogelijke grootschalige plaatsing ervan voelt Stichting Het Drentse Landschap als een grote bedreiging voor ons landschap.Vanuit dat perspectief bemoeide zij zich dan ook met

het windmolendebat zoals dat door de Natuur- en Milieufederatie Drenthe met de bevolking van onze provincie wordt gevoerd. Esthetiek

Nogal wat mensen vinden windmolens ondingen in het landschap. Ze bederven met hun 135 tot 150 meter hoogte onze leefwereld. Ze vernielen de onbezoedelde noordelijke horizon; een zeldzaamheid in ons overbevolkte land.Van maar liefst 35 km afstand zijn ze te zien. Ze technocratiseren onze wereld, ontnemen de menselijke maat eraan, zoals je in de Flevopolders kunt ervaren. Hetzelfde geldt evenzeer in het voorheen zo romantische Denemarken, dat op grote schaal haar liefelijke eilanden met windmolenparken verminkt heeft. Enerzijds zegt ca. 60% van de Drenten dat er meer ruimte voor windenergie in Drenthe kan worden geboden. Eenzelfde percentage

is evenwel van mening dat windmolens het landschap vernielen. Ons landschap en de beleving ervan vormt dus een esthetisch knelpunt. Wie anders dan Het Drentse Landschap moet in zo’n geval opkomen voor ons landschap. Om die reden is de stichting tegen het grootschalig plaatsen van windmolens in onze prachtige provincie. Nadelen

Niet alleen zijn die reuzemolens lelijk, ze maken ook lawaai. Ze ‘slaan’ bovendien met hun wieken vogels, vleermuizen en insecten uit de lucht. Bij veel wind blazen ze zelfs de hele noordwestEuropese stroomvoorziening soms op, zoals we recent konden ervaren.


Opinie

Men zegt dat er zoveel materiaal en energie bij de fabricage ingestopt wordt, dat ze zonder een flinke subsidie nooit rendabel zijn te exploiteren. Vooral in een mooie woonprovincie als Drenthe, met haar voor de recreatie zo belangrijke natuur- en landschapswaarden, leidt het grootschalig plaatsen van mega-windmolens tot sociaal-maatschappelijk verval. Als je overal windmolens zou plaatsen, wie wil er dan nog wonen. Wie wil er dan nog recreëren. Kiezen voor windmolens kan eigenlijk buiten ons oude en kleinschalige cultuurlandschap alleen op plaatsen waar sprake is van eenvormige economische functievervulling zoals bijvoorbeeld grootschalige landbouw of industrie.

Foto: Archief Natuur en Milieufederatie Drenthe

Alternatieven

Maar liefst 35% van de energie die we gebruiken wordt gewoonweg verspild. Doordat we o.a. onze huizen onvoldoende isoleren, weinig rendabele verbrandingsmotoren gebruiken, veel te veel nutteloos licht laten branden (standby-lampjes). Ook de laatste Kerstmis, waarbij we steeds vaker tuinen met verlichte bomen of arrensleeën met rendieren volgestopt zien, maakt dat duidelijk. Er is op eenvoudige wijze nog zoveel te winnen door op ons energieverbruik te besparen, dat we zeer terughoudend moeten zijn om ons landschap door windmolens te laten verknippen. Gebruik led-lampen, verhoog de energieprijs om verspilling tegen te gaan, investeer bij voorkeur in zonne-energie, aardwarmte of biomassavergisting en -verbranding. Het

lijkt er soms op dat duurzame energie opgewekt door windmolens slechts een rechtvaardiging van onze verspilling vormt. Dat dit niet zomaar een kwade gedachte is blijkt uit een recent onderzoek van adviesbureau Accenture, gehouden onder 9000 mensen in 22 landen waaronder Nederland. Slechts 16% van de mensen dicht zichzelf een rol toe op het punt van energiebesparing en een grote meerderheid legt de verantwoordelijkheid voor ingrijpen bij de overheid. Hoezo alibi? Ideeën

De stichting is niet tegen het gebruik van windenergie. Integendeel. Ze is niet eens principieel tegen windmolens. Zij is echter wel nadrukkelijk voor het behoud van ons prachtige Drentse landschap. Daarom bepleit zij de aanleg van meer rendabele windmolenparken op zee. Waarom zouden wij niet in noordelijk verband zulke parken, gecombineerd met de realisatie van zeereservaten, in de Noordzee aanleggen. Via een op te richten BV Wind. Waarin zowel overheid, bedrijfsleven als Drentse milieubewuste burgers investeren. Door een beperkt rendement te accepteren en onze eigen groene stroom te gebruiken. Tijdens discussiebijeenkomsten viel op dat een flinke groep erg milieubewuste mensen er voorstander van is om heel Drenthe vol te zetten met windmolens. Om daarmee in nauwe relatie met de burger, het bewustzijn inzake energieverbruik te vergroten. Hoe sympathiek ook vanuit het milieuaspect gedacht,

31

het zou voor natuur en landschap en de leefbaarheid van Drenthe dood in de pot zijn. Als windmolens er al moeten komen, dan liefst geconcentreerd. Zoals nu door de Provincie in haar Omgevingsvisie wordt voorgesteld in het zuidoosten van Drenthe. Wat ons samen met de Natuur- en Milieufederatie Drenthe enorm aanspreekt is het idee om het volledige energiegebruik van alle Drentse huishoudens duurzaam op te wekken. Dat zou politiek-bestuurlijk een signaal van de eerste orde zijn. Zeker als we dat op termijn met windmolens op zee zouden kunnen realiseren via de BV Wind! De nu door de Provincie Drenthe voorgestelde plaatsing van 66 windmolens in de Veenkoloniën, om daarmee 200 megawatt op te wekken, wordt door de stichting niet met vreugde ontvangen maar lijkt na een windmolenpark op zee second best, mogelijk het hoogst haalbare.

* Drs. E.W.G. van der Bilt is directeur van Stichting Het Drentse Landschap.


32

Fauna

Motten Eef Arnolds*

Iedereen kent ze wel. Tere vlindertjes die ’s nachts onbeholpen rondfladderen in het schijnsel van de autolampen en plompe, bruine insecten die bij het sluiten van de overgordijnen razendsnel wegvliegen om zich direct in een volgend donker hoekje te verbergen. Nachtvlinders, bij menigeen beter bekend als motten. Dat woord heeft iets muffigs over zich, maar dat is een vergissing. In ons land komen ruim 900 soorten grotere nachtvlinders voor en daarnaast nog meer dan 1000 microvlinders. Dat is in vergelijking met de 71 inlandse dagvlinders een enorm aantal. Wat variatie in kleur, vorm en levenswijze betreft kunnen nachtvlinders een vergelijking met dagvlinders gemakkelijk doorstaan. men overgordijnen een goed alternatief maar het is een raadsel waarom juist deze uil zo vaak binnenshuis wordt aangetroffen. Een ander geheim van de Huismoeder is haar voorstadium, een kale, groene of bruine rups die overdag in de grond verblijft en ’s nachts op zoek gaat naar groenvoer. Hoewel de Huismoeder zeer algemeen is, krijgen we de rupsen maar zelden te zien. De rups overwintert en leeft maanden langer dan de vlinder die aan het begin van de zomer uit haar pop kruipt. Een andere bekende uil is de Koperuil. Helemaal geen saaie mot, maar een vliegend juweel met brede gele banden op de vleugels die als bladgoud het licht weerkaatsen, bovendien uitgerust met een wilde kuif op het borststuk. Aangezien de rupsen zich voeden met brandnetel, dovenetel en andere algemene planten, is de Koperuil in vrijwel iedere tuin te vinden.

Een vlinder die uit de gordijnen wordt opgejaagd, is in negen van de tien gevallen een Huismoeder. Het is een van de ruim 350 soorten uilen in ons land, waarbij in dit geval uiteraard vlinders worden bedoeld en geen vogels. Uilen zijn in het algemeen fors gebouwd en goede vliegers die soms tijdens trek honderden kilometers afleggen. In rust worden de voorvleugels dakvormig over het lichaam gevouwen, waardoor de achtervleugels geheel worden bedekt. Dat doet de Huismoeder ook en daardoor blijft haar geheim goed bewaard: de fel oranje achtervleugels afgezet met een zwarte zoom. Zij verstopt zich overdag in houtstapels of tussen planten, dikwijls laag bij de grond. Blijkbaar vorHuismoeder

Foto: Eef Arnolds

Spanners

Wat omvang betreft komen de spanners met 300 soorten op de tweede plaats. Deze familie is zo genoemd naar de rupsen. Die bezitten in het middendeel van het lichaam geen poten zodat het lijf tijdens het lopen telkens in een

boog gespannen wordt. De meeste spanners zijn tere vlinders met dunne lijfjes en brede vleugels die in rust vaak plat uitgespreid blijven. Geen snelle jongens zoals de uilen, maar enigszins onbeholpen fladderaars die niet zo ver komen.Veel spanners hebben een uitstekende schutkleur met een subtiele tekening van lijntjes en stipjes, waardoor ze op een natuurlijke ondergrond overdag nauwelijks te vinden zijn. Een goed voorbeeld hiervan is de Taxusspikkelspanner, een van de grotere soorten met een spanwijdte tot 5 centimeter. Het is een algemene soort die echter door zijn camouflagepak vrijwel alleen op verlichte ramen en andere lichtbronnen wordt gezien. Een bekende spanner is de Lieveling, hip getekend met een roze franje langs de zandkleurige vleugels en één donkerrode lijn van de ene punt naar de andere. Het vlindertje bewoont graslanden en is ook overdag actief. Tussen de lange schaduwen van de grassprieten valt die donkere lijn juist helemaal niet op. De Lieveling heeft zijn naam mee, maar wat mij betreft is de liefste nachtvlinder toch het Rozenblaadje, een kleine vertegenwoordiger van de


33

Foto’s: Eef Arnolds

Fauna

Beervlinders. De rozerode vleugels zijn getekend met een zwart kronkellijntje, alsof dit levende kunstwerkje door onbekende hand gesigneerd is. Met rozen heeft deze vlinder overigens geen directe relatie. De rups heeft een ongebruikelijk dieet: korstmossen op bomen. Pijlstaarten

De koningen onder de nachtvlinders zijn wel de pijlstaarten. Deze forse, gestroomlijnde vlinders combineren een relatief kort, gespierd lijf met lange, smalle voorvleugels. Sommige soorten hebben een spanwijdte van meer dan een decimeter. Het zijn razendsnelle vliegers die acrobatische toeren in de lucht uithalen en de enige nachtvlinders die je soms kunt horen als ze met een snorrend geluid voorbij flitsen.Veel pijlstaarten kunnen als een kolibrie voor een bloem in de lucht hangen terwijl ze met hun lange roltong daar nectar uit zuigen, een spectaculair gezicht. Bloemen met een lange kroonbuis en een sterke geur zijn favoriet. Ik zie ze af en toe in mijn tuin hun kunstjes uithalen op Wilde kamperfoelie. Bij de Populierenpijlstaart en de Pauwoogpijlstaart is de roltong

echter zo sterk gereduceerd dat ze geen voedsel kunnen opnemen. De vlinders moeten dus hun leven lang teren op de reserves die in het rupsenstadium zijn opgebouwd. Beide soorten hebben onopvallend getekende, bruine voorvleugels waardoor ze overdag in rust weinig opvallen, maar bij verstoring kunnen ze deze vleugels razendsnel uitspreiden waardoor plotseling fel gekleurde achtervleugels zichtbaar worden. Bij de Pauwoogpijlstaart zijn dat twee blauwe cirkels (‘pauwogen’) op een rozerode ondergrond, genoeg om zangvogels de stuipen op het lijf te jagen en zo aan predatie te ontkomen. Eikenblad

Een andere vlinder die zijn leven lang niet eet of drinkt, is het Eikenblad uit de familie van de Spinners. Bij het Eikenblad is de roltong gereduceerd tot een soort puntneus waaraan de overigens vrij plompe vlinder een enigszins komisch uiterlijk ontleent. De roodbruine tot purperbruine vleugels zijn weliswaar niet erg spectaculair van kleur, maar bij nader toezien prachtig geaderd en gemarmerd. Ook vanwege de vleugelvorm valt het Eikenblad tussen dorre bladeren inderdaad nau-

welijks te ontdekken. Het is een zeldzame soort die kenmerkend is voor uitgestrekte natte heidevelden en in Nederland voornamelijk in Drenthe en aangrenzend Friesland te vinden is.Vroeger zal de vlinder stellig veel algemener zijn geweest. In 2009 is een nieuwe populatie ontdekt in een terrein van Het Drentse Landschap, het Hijkerveld. Licht in de duisternis

Dagvlinders mogen zich bij natuurliefhebbers in een grote populariteit verheugen, maar met nachtvlinders houden zich maar weinig mensen bezig. In eerdere afleveringen van het kwartaalblad van Het Drentse Landschap heb ik vergeefs naar mededelingen over deze groep insecten gezocht. Een van de oorzaken was tot voor kort dat een goed determineerboek voor deze groep in Nederland ontbrak. De uit het Engels vertaalde veldgids voor nachtvlinders van Waring en Townsend (Tirion, 2006) voorziet nu in die behoefte. De belangrijkste reden is echter dat de meeste soorten in de duisternis actief zijn en de meeste mensen niet. Dan zijn bovendien speciale technieken nodig om ze waar te

Links: Koperuil Rechts: Lieveling


Flora Van boven naar beneden: Rozenblaadje Pauwoogpijlstaart Eikenblad

Foto’s: Eef Arnolds

34

nemen. Het belangrijkste hulpmiddel is licht. Hoe feller het licht, hoe groter de aantrekkingskracht. We kunnen vaak zien hoe ze hulpeloos blijven rondvliegen onder straatlantaarns, als het ware gevangen door de lichtbundels. Dat trekt soms vleermuizen aan die hier gemakkelijk een avondmaaltje bijeen kunnen scharrelen. Ook op verlichte ramen kunnen we regelmatig nachtvlinders zien, maar hier zitten ze meestal kortstondig want het licht is niet sterk genoeg om ze voor langere tijd te binden. Twee jaar geleden heb ik regelmatig nachtvlinders bekeken die afkwamen op de buitenlampen van mijn woning in Holthe bij Beilen. Ik kwam in mijn tuin op een totaal van ruim 200 soorten. Het is overigens nog steeds niet duidelijk waarom nachtvlinders door licht worden aangetrokken. Er is wel verondersteld dat maanlicht een rol speelt bij hun oriëntatie maar dat zou betekenen dat ze op maanloze nachten niet actief zijn en het tegendeel is juist het geval. Ook is het onbekend welke schade deze dieren van kunstlicht ondervinden. Je zou verwachten dat de vele lichtbronnen in een dicht bevolkt land als Nederland een hoge tol zouden eisen, want gevangen in een kring van licht kun je geen voedsel zoeken of deelnemen aan voortplanting.Van weinig nachtvlinders is echter bekend dat ze sterk zijn afgenomen. De achteruitgang lijkt veel minder dramatisch dan bij dagvlinders waarvan een kwart van de soorten is uitgestorven. Zo zijn er nog tal van onbeantwoorde vragen aangaande nachtvlinders, die alleen

door meer veldonderzoek beantwoord kunnen worden. Stropers

Voor het inventariseren van nachtvlinders kunnen we ze verleiden met licht. Hiervoor worden speciale lampen gebruikt die een fel wit licht uitstralen met veel UV-straling. Daarachter wordt een wit laken gespannen.Veel vlinders strijken neer op het laken en kunnen dan goed worden bekeken en gedetermineerd. Er zijn ook apparaten in de handel waarbij de vlinders in een soort fuik belanden. Die vlindervallen kun je een nacht in het veld laten staan en dan de volgende dag op je gemak leeg halen. De gevangen vlinders hebben daarvan nauwelijks te lijden. Een felle lamp in een natuurgebied hoeft dus niet altijd te betekenen dat er een stroper illegaal op konijnen jaagt! Een andere vangmethode werkt met behulp van smeer, een mengsel van stroop, bier en andere zoetigheid dat op boomstammen wordt aangebracht. Vooral uilen worden door de geur aangetrokken en doen zich dan tegoed aan deze surrogaathoning. Wat dat betreft zijn sommige nachtvlinderaars dus toch ‘stropers’!

* Dr. E.J.M. Arnolds is lid van de Wetenschappelijke Adviescommissie van Stichting Het Drentse Landschap.


Kijk voor meer informatie over drinkwater op www.wmd.nl.

Poelen voor Kleine groene kikker Waterwingebied Holtien (9 ha) ligt in een open landschap met graslanden en veel permanent watervoerende watergangen tussen Zuidwolde en Hoogeveen. In 2004 zijn in het rustige gebied Holtien drie grote poelen aangelegd. Fietsers en wandelaars worden op de warme zomeravond begroet door het kwaakkoor van vele kikkers. Leefgebied Het leefgebied van de Kleine groene kikker, die ook wel Poelkikker wordt genoemd, is de afgelopen jaren flink afgenomen door de uitbreidingen van Hoogeveen. Als compensatie voor de overlast in de habitat kreeg deze beschermde kikker de beschikking over drie nieuwe poelen. Inmiddels hebben vele kikkers de poelen in het waterwingebied gevonden en er ontstaat een duurzame poelkikkerpopulatie.

Zorgboerderij helpt Aan de rand van waterwingebied Holtien ligt zorgboerderij Het Achterhoes. De bewoners verrichten allerlei terreinklussen voor Landschapsbeheer Drenthe en voor WMD. In het WMD-terrein helpen de bewoners met het kappen van inhammen in de overgangszone tussen bos en hooiland. Zo ontstaat een zoom die beschutting biedt aan vele vlindersoorten.

Foto: Joop van de Merbel

Het groene kikkercomplex Iedereen kent Groene kikkers: Poelkikkers, Meerkikkers en Bastaardkikkers. Opmerkelijk is dat de Bastaardkikker is ontstaan uit een paring van een Meerkikker en een Poelkikker; het is dus een hybride. Bastaardkikkers kunnen zich voortplanten via of Poelkikker of Meerkikker. De hybride kan zichzelf onderling voortplanten, maar kruist ook terug met Poelkikker en Meerkikker. Sinds de aanleg van de poelen zijn diverse inventarisaties verricht. De poelen zijn zich vanuit een pioniersstadium aan het ontwikkelen en worden de laatste jaren bevolkt door tientallen Bastaardkikkers.


36

Activiteiten

Oude Kene in beeld Aan de noordrand van Hoogeveen ligt het nieuwe natuurgebied Oude Kene. Natuurontwikkeling, waterberging en waterzuivering vormen hier een gelijkwaardig belang. Samen met het Waterschap Reest en Wieden en de Gemeente Hoogeveen wil Het Drentse Landschap aandacht schenken aan dit nieuwe natuurgebied. De komende maanden staan er diverse activiteiten op het programma die hieronder worden beschreven. Bijzonder is ook dat er wordt samengewerkt met diverse kunstenaars en fotografen. Dit gebeurt op initiatief van kunstenares Ine van den Heuvel.


Activiteiten

37

Open dag Oude Kene Lezing, excursie en kinderactiviteit Zondag 27 juni 13.00 uur

14.00 – 16.00 uur Aansluitend op de lezing kunt u met gidsen van Waterschap Reest en Wieden, Gemeente Hoogeveen en Het Drentse Landschap mee. Ze laten u dit splinternieuwe gebied zien en wijzen u op de bijzonderheden. Voor de kinderen is er een leuke waterspeurtocht met waterdiertjes zoeken. Het belooft een leuke en leerzame middag voor het hele gezin te worden. Locatie voor diegenen die alleen voor de excursie en kinderactiviteit komen: Het startpunt van de excursie is bereikbaar door vanaf de A28 tussen Beilen en Hoogeveen de afslag Fluitenberg (afslag 27) te nemen. In Fluitenberg, links afslaan (weg Vijfhoek) en vervolgens de Kinholtsweg nemen. Aan de rand van het nieuwe natuurgebied wordt verzameld.

Workshop grafiek

Zaterdag 10, 17 en 24 juli Zaterdag 11, 18 en 25 september In het werk van Ine van den Heuvel gaat het altijd over landschappen. Ze kiest deze plekken zorgvuldig uit en probeert ze te doorgronden. Haar oog is nu gevallen op Oude Kene. Samen met de deelnemers wil ze met name de plantengroei in dit natuurgebied onder de loep nemen. Het verzamelde plantaardige materiaal dient als basis voor het drukproces. Voor deze workshop is geen ervaring of voorkennis verreist. Kosten: €150,00 voor 3 dagen, inclusief lunches en alle materialen. Aantal deelnemers: 7 per workshop Aanmelden: info@inevandenheuvel.nl of 0522-471 841

Workshop fotografie van Harry Cock Zaterdag 3 juli

Harry Cock uit Assen is bekend door zijn foto’s in de Volkskrant, Noorderbreedte en andere tijdschriften en boeken. Hij fotografeert in geheel eigen stijl landschappen, portretten en het dagelijkse wel en wee in Noord-Nederland. Tijdens het ochtendprogramma vertelt Harry aan de hand van foto’s over zijn eigen manier van fotograferen. Na de lunch gaan de deelnemers naar Oude Kene om onder begeleiding van hem te fotograferen. Aanmelden: info@inevandenheuvel.nl of 0522-4718

Workshop fotografie van Gero de Ruijter

Foto: Jaap de Vries

13.00 –14.00 uur Om 13.00 uur houdt Siebrand Bootsma (Waterschap Reest en Wieden) een lezing over de totstandkoming van het nieuwe natuurgebied Oude Kene. Hermeandering, waterberging, vismigratie, natuurwaarden, helofytenfilter zijn thema’s die aan de orde komen. Locatie: Restaurant De Schildhoeve, Fluitenbergseweg 69, 7931 PA Fluitenberg.

Vlees van het Landschap Begunstigers van Het Drentse Landschap kunnen weer vlees van het Landschap bestellen. Ook dit jaar is er weer een gevarieerd assortiment beschikbaar. Het gaat om runderen (Limousin en Schotse hooglander) en schapen die in grote rust zijn opgegroeid en op uitsluitend biologische manier worden verzorgd. Dit levert vlees op van een hoogwaardige kwaliteit. Meer informatie kunt u verkrijgen door: te kijken op de website www.drentslandschap.nl of tijdens kantooruren te bellen met Aaltje Stroetinga van de beheeradministratie, telefoon 0592-304135

• •

Foto: TOPFOTO

Zaterdag 7 augustus

Gerco de Ruijter uit Rotterdam schiet al zijn beelden met een camera die aan zijn vlieger hangt die tot 100 meter hoog de lucht in kan. De resultaten zijn heel bijzonder, ze laten de lijnen van het landschap zien vanuit vogelperspectief. Tijdens de workshop kunnen de deelnemers met zijn vlieger en camera fotograferen. Ze hoeven alleen een geheugenkaart mee te brengen. Kosten fotografieworkshops: €90,00 voor beide workshops (€50,00 voor één workshop) Aantal deelnemers: 30 Aanmelden: info@inevandenheuvel.nl of 0522-4718

Bestellingen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wij ontvangen uw bestelling graag vóór 1 september 2010. U kunt hiervoor gebruik maken van de ingehechte bestelbon.


Berichten

Kortweg 1– Hunzedal Moerasbewoners ontdekken het Annermoeras Sinds de herinrichting van het gebied mag het Annermoeras zich weer met recht een moeras noemen. Allerlei karakteristieke moerasdieren hebben zich ondertussen in het gebied gevestigd. Recent werd voor het eerst de Waterspitsmuis

aangetroffen in het terrein. De Waterspitsmuis is een zeldzaam voorkomende waterbewonende spitsmuizensoort. Het dier jaagt zwemmend op waterinsecten en kleine visjes. Waterspitsmuizen leven in waterrijke gebieden met schoon water en goed ontwikkelde oeverzones. Ook een Bever heeft inmiddels het

Annermoeras ontdekt. Al enkele maanden werden er knaagsporen aan wilgen waargenomen in het gebied. Onlangs zag een vogelinventariseerder een Bever zwemmen in het gebied. Zeer waarschijnlijk betreft het één van de Bevers die uitgezet zijn bij het Zuidlaardermeer. Het is nog even de vraag of het

dier zal besluiten om definitief in het Annermoeras te blijven wonen.

© Ulco Glimmerveen

38

Bevers doen het goed De in 2008 en 2009 uitgezette Bevers lijken het goed te doen. Het wel en wee van de dieren wordt in kaart gebracht (gemonitord) door een groep ‘beverspotters’. Het verslag van het eerste jaar vanaf de uitzet is te raadplegen op de website www. beversindehunze.nl. Momenteel zwemmen er 16 Bevers rond in Groningen en Drenthe. De meeste dieren leven nog altijd in de directe omgeving waar ze uitgezet zijn. Eén reislustig exemplaar lijkt het Zuidlaardermeer definitief achter zich te hebben gelaten. Deze pionier is de Hondsrug overgestoken om zich te vestigen nabij het Paterswoldsemeer. Hier trok het dier in de eerste maanden van dit jaar veel bekijks doordat het zich vestigde op een plek waar veel fietsers langs kwamen. Buurtbewoners gaven het dier al gauw de naam Barend. Barend liet zich makkelijk bekijken en filmen. Filmpjes van Barend zijn te vinden op www.youtube.com, zoeken op “Barend de Bever”.Voor zover bekend zijn er in het eerste jaar na de uitzet nog geen jongen geboren. Wel hebben zich ondertussen op meerdere plekken paartjes gevormd zodat de eerste voortplanting in Groningen of Drenthe niet ver weg meer lijkt te zijn.


Berichten

Klimaatbuffer Hunze Na een langdurig onderhandelingstraject heeft het ministerie van VROM het Hunzeproject als klimaatbuffer gehonoreerd. In maart ontving Het Drentse Landschap een beschikking voor 1 miljoen euro voor het deelproject Torenveen. Met name de relatie tussen natuurontwikkeling, waterberging en een duurzame drinkwaterwinning zoals die in het gebied Tusschenwater wordt voorbereid, was reden voor de toekenning. Wij zijn het ministerie, de betrokken projectgroep en de inzet van onze collega’s van De12Landschappen veel dank verschuldigd. Het project Torenveen kan starten. Opnieuw steun van het PBCF Het Prins Bernhard Cultuurfonds steunt de stichting met € 31.000,-- bij de aankoop van zo’n 2 ha grasland gelegen langs De Beek bij Gieterveen. Door deze aankoop die net buiten de begrenzing van het deelgebied Bonnerklap ligt, kunnen we het waterpeil in de Hunze bij dit natuurontwikkelingsproject weer iets ophogen. Buitengewoon verheugend was dat het PBCF niet € 60.000,-- maar € 70.000,-aan het natuurontwikkelingsproject Torenveen bijdraagt uit twee fondsen op naam. Namelijk het Helena Vrucht Fonds en het Ger Jansen Fonds. Zo’n meevaller krijgen we niet vaak!

Onze plannen voor natuurontwikkeling in de Polder Zuidermaden, deel van het reservaat De Kleibosch, werden op 27 april toegelicht aan de bevolking van het naastgelegen Roderwolde. Het ligt in de bedoeling om de lage veengronden langs het Peizerdiep te voorzien van een meestromende nevengeul. Door de kade naar buiten te verleggen zal een nieuw, dynamisch moerasgebied ontstaan. De bewoners van Roderwolde reageerden overwegend zeer positief op de plannen. Wel werd gewezen op de wenselijkheid van ontsluiting vanaf de kade en een aantal zandwegen. De medewerkers van Het Drentse Landschap, het Waterschap Noorderzijlvest en Arcadis ervoeren de avond als zeer stimulerend. We hopen het project in 2011 in uitvoering te nemen.

Foto: Johan Vos

2- De Kleibosch

3- Dalerpeel Op 8 april werden er drie Kraanvogels in ons reservaat Dalerpeel waargenomen.Vrijwel zeker wordt Drenthe door de groei van de populatie in het Fochteloërveen, een interessanter vestigingsgebied voor deze statige vogels. We zien ze onder andere ook opdoemen op het Doldersummerveld. Wie weet gaan ze ooit ook broeden in een van de terreinen van Het Drentse Landschap. Rust schijnt daarbij de belangrijkste factor te zijn.

2 1

ASSEN

1

EMMEN

HOOGEVEEN MEPPEL

3

39


Berichten

Diversen Beeldschone bruggen Vrijdagmiddag 16 april heeft bij de Vriezerbrug in Tynaarlo de officiële onthulling plaatsgevonden van vier enorme fotodoeken van het Drentse onderwaterleven. Deze afbeeldingen geven een fascinerende kijk onder de Drentse waterspiegel. De Natuur- en Milieufederatie Drenthe en Het Drentse Landschap hebben dit initiatief genomen om meer aandacht te vragen voor een goede waterkwaliteit. Bij deze grootse presentatie waren alle waterpartijen in Drenthe aanwezig. Met het plaatsen van grote foto’s onder vier ophaalbruggen in Drenthe willen we wachtende weggebruikers nieuwsgierig maken. De doeken zijn geplaatst onder de Vriezerbrug in Tynaarlo, de Galgenkampsbrug in Meppel, de Oosterhesselerbrug in Coevorden en de Pieter Hummelenbrug in Smilde voor een periode van 3 à 5 jaar. De grootse presentatie van het beeldmateriaal is mede mogelijk dankzij samenwerking met de Provincie Drenthe, waterschappen Hunze en Aa’s, Velt en Vecht, Reest en Wieden en Noorderzijlvest, Gemeente Meppel, Gemeente Tynaarlo en de Nationale Postcode Loterij. Kijk voor meer wonderschone foto’s van de Drentse onderwaterwereld op: www.beeldschoonwater.nl

Foto: Archief Natuur en Milieufederatie Drenthe

40

Informatiepanelen Exloërkijl In het natuurgebied Exloërkijl zijn nieuwe informatiepanelen gekomen. Hiermee is een lang gekoesterde wens van de Werkgroep Achterste Diep in vervulling gegaan. De werkgroep is al jarenlang actief om het natuurgebied recreatief aantrekkelijk te maken voor de inwoners van Tweede Exloërmond en omgeving. Tevens heeft de werkgroep de parkeerplaats bij het gebied opgeknapt. Onder meer door bestrating te leggen. In juni werd tijdens een feestelijke bijeenkomst stilgestaan bij de nieuwe aanwinsten van het gebied.

Natuur zonder drempels De website www.natuurzonderdrempels is volledig vernieuwd. Op deze website is informatie te vinden over de toegankelijkheid van de Nederlandse natuurgebieden voor mensen met een handicap. Dat kan een rolstoelpad zijn, een aangepaste vogelkijkhut, een toegankelijke visplaats, informatiepanelen met voelteksten, een bereikbaar uitkijkpunt of een aangepaste picknicktafel. De website is een initiatief van Kenniscentrum Groen en Handicap en is in nauwe samenwerking met Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en De12Landschappen ontwikkeld.

Paneel voor Prinses van Zweeloo Op 21 april j.l. is een informatiepaneel ter herinnering aan de ‘Prinses van Zweeloo’ onthuld bij Zweeloo. Het paneel staat op een terrein van Het Drentse Landschap dat gelegen is aan de rand van het terrein waar zestig jaar geleden dit belangwekkende graf werd opgegraven. De initiatiefnemers, Jan Warmolts en Henk Mulder, vonden het de hoogste tijd dat deze waardevolle historische ontdekking speciale aandacht kreeg. De ‘Prinses van Zweeloo’ is zó bijzonder dat het een vast onderdeel moet worden van het dorpsleven, zo vinden zij. Het moet een plek worden van herkenning, maar moet ook een uitvalsbasis zijn om belang-

Have en Goed neemt de lezer mee om het verhaal van een aantal van de kostbaarste cultuurschatten van Drenthe te vertellen, in woord en in prachtige beelden. In de twintig hoofdstukken van het boek, maar ook ter plekke. Bij elk hoofdstuk zit een wandeling of een fietstocht om al die mooie plekken met eigen ogen te zien. De routebeschrijvingen staan op losse folders zodat ze gemakkelijk kunnen worden meegenomen. Verkrijgbaar in de boekhandel, via www.drentslandschap.nl of tijdens kantooruren: (0592) 313552. Het boek heeft 220 pagina’s en een los mapje met wandel- en fietsroutes. Het kost € 16,50 (begunstigers betalen geen verzendkosten).


Berichten

10% korting op vakantiewoningen

Wijnand van der Sanden van het Drents Plateau en de financiële steun van Rabobank Borger-Klenckeland, de Gemeente Coevorden, het ANWB-fonds, de Drents Prehistorische Vereniging, het Recreatieschap Drenthe, het Leefbaarheidsfonds Vitaal van Woonservice en Het Drentse Landschap.

Begunstigers ontvangen dit jaar 10% korting* als ze de vakantiewoning Kleine en/of Grote Pimpernel in het prachtige Reestdal boeken. Het dal van de Reest s­preekt tot de verbeelding. Een slinge­rende beek in een kleinschalig landschap met aan weerszij­den kleurrijke hooilan­den, oeverwallen met de donkerrode Grote pimpernel in het late avond­licht. En in natte tijden grote watervlakten onder vaak donkere luchten. Op de flanken van het dal bevinden zich imposante landgoe­deren, maar ook restan­ten van oude heide­land­ schappen. Er zijn veel wandel- en fietsmogelijkheden maar ook een bezoek aan het nabijgelegen Beeldenpark De Havixhorst is de moeite waard.

Bijeenkomst Groene Kijk Ruim 90 begunstigers waren in maart aanwezig bij een bijeenkomst over de Groene Kijk van Drenthe die Het Drentse Landschap samen met de Natuur- en Milieufederatie Drenthe hield in Assen. In deze visie geven natuurorganisaties aan hoe de inrichting en het beheer van diverse regio’s in Drenthe eruit zou moeten komen te zien. De visie is onlangs aan gedeputeerde Munniksma aangeboden zodat uitgangpunten meegenomen kunnen worden in de omgevingsplannen. Naast inleidingen van diverse betrokkenen was er ook ruimte voor discussie. Hier werd veel gebruik van gemaakt. Het Drentse Landschap is voornemens om in het najaar een bijeenkomst te beleggen over de Hunzevisie.

Meer weten over deze of ander bijzondere vakan­tiebe­stemmingen? Kijk op www.drentslandschaplogies.nl of bel tijdens kantooruren met Ellen Zindel, telefoon 0592-31 35 52. * Deze aanbieding geldt niet voor reeds gemaakte boekingen.

Foto: Klaas van Slooten

rijke andere archeologische vondsten in de omgeving van Zweeloo onder de aandacht te brengen. Het Drentse Landschap is behulpzaam geweest bij het realiseren van deze wens. Voorafgaand aan de onthulling op 21 april hebben leerlingen van de basisscholen uit de omgeving een voorstelling van de archeologiegroep De Luyden van ‘t Hooge Veen bijgewoond. De groep liet de kinderen zien hoe de bewoners van Zweeloo in vroege middeleeuwen leefden. Na de onthulling van het informatiepaneel gaf professor Van Es in de kerk een lezing over de opgravingen in Zweeloo. De realisatie van de informatiepanelen is tot stand gekomen dankzij medewerking van

41


Berichten

Foto: Sonja van der Meer

42

Impuls Monumentenzorg De ongeveer 25 aangewezen organisaties voor monumentenzorg (AOM’s) hebben zich verenigd in de Federatie Instandhouding Monumenten (FIM). Zowel Het Drentse Landschap als de Stichting Oude Drentse Kerken hebben zich aangesloten bij de FIM die bij de overheid de belangen van een goed ontwikkelde en goed functionerende particuliere monumentenzorgsector bepleit. De komende twee jaar heeft het ministerie van OCW maximaal € 23 miljoen extra voor monumentenbehoud ter beschikking gesteld. De FIM heeft de toen nog in functie zijnde minister Plasterk ervan weten te overtuigen dat via de FIM de komende 2 jaar steeds € 8 miljoen via de AOM’s besteed zou kunnen worden. Voor het jaar 2010 heeft Het Drentse Landschap dan ook circa 4 ton toegezegd gekregen, bedoeld om te besteden aan de restauratie van het Vervenershuis in Valthermond en de boerderij Begeman in NieuwAnnerveen. Een impuls waar de stichting de FIM en het ministerie van OCW zeer dankbaar voor is.


Voor het voetlicht Voor het voetlicht

Norgerbrug ontsluiting De Provincie Drenthe heeft het plan opgevat om de inderdaad beroerde ontsluiting van de Asser wijk Kloosterveen via de Norgerbrug op geheel nieuwe leest te schoeien. Omdat Het Drentse Landschap via een legaat van mevrouw Stuit enige jaren geleden juist daar ca 15 ha grond heeft verkregen, is zij belanghebbende in deze zaak. Mevrouw Stuit heeft onze stichting de verplichting meegegeven ter plaatse een bos te realiseren, genaamd het Stuitsbos. Doel hiervan is een groene long tussen Assen en Bovensmilde aan te leggen, zodat wordt voorkomen dat deze twee kernen tegen elkaar aangroeien. Het Drentse Landschap had het passend gevonden wanneer de Provincie haar voornemen tijdig met de stichting had besproken. Nu werden wij geconfronteerd met een uitgewerkt plan waar wij ons wel tegen moeten verzetten. Het voorgestelde plan is in onze ogen zeer slecht. Het vraagt onnodig veel ruimte, is erg duur en veroordeelt het gehucht Norgerbrug tot een kwijnend bestaan. Terwijl het juist vanuit zijn situering rond een weg, een brug en een kanaal hoort te bruisen van leven. Tenslotte frustreert het plan de ecologische verbinding tussen het Witterveld en het FochteloĂŤrveen. Mede door de morele opdracht vanuit het legaat van mevrouw Stuit zal Het Drentse Landschap aan het voorliggende plan geen medewerking verlenen. 5% bezuiniging De Provincie Drenthe heeft besloten de Stichting Het Drentse Landschap voor het jaar 2011 een bezuiniging van 5% op te leggen. Dat is minder dan de 10% bezuiniging die de meeste andere gesubsidieerde instellingen opgelegd kregen en daarvoor zijn wij de Provincie dankbaar. De reden voor deze beperkte bezuiniging was de afspraak die de Provincie enige jaren geleden bij de verzelfstandiging van Het Drentse Landschap maakte. Het streven was dat het subsidiebedrag ongeveer gelijk zou blijven om Het Drentse Landschap in staat te stellen de financiĂŤle verplichtingen t.a.v. het van haar overgenomen personeel na te komen. Verder weet de stichting jaarlijks enige miljoenen aan extra middelen naar de provincie toe te halen en dat kan zij alleen als haar organisatie in stand kan blijven. Het Drentse Landschap waardeert de gang van zaken zeer.

Biodiversiteit Het jaar 2010 is door de Verenigde Naties uitgeroepen tot het internationale jaar van de Biodiversiteit. Biodiversiteit is in feite de enorme variatie aan levensvormen, planten en dieren, in de natuur. Nodig om levensgemeenschappen te stabiliseren, nodig voor onze voedselvoorziening, grondstoffen zoals schoon water, hout, toekomstige medicijnen en grondstoffen. Oorzaken van het enorme verlies aan biodiversiteit zijn het verdwijnen van leefgebieden, overbevissing/overbejaging, overbevolking en klimaatverandering. Het Wereld Natuurfonds heeft via onderzoeksbureau Kien (www.WNF/nl/biodiversiteit.nl) in februari 2010 onderzoek gedaan naar de mate waarin Nederlanders zich zorgen maken over het verlies van biodiversiteit. Nederlanders zouden dat ook meer dan anderen moeten, aangezien er in ons land nog maar 15% van de oorspronkelijke biodiversiteit over is. Wat niet verwonderlijk is wanneer slechts 0,2% van onze overheidsmiddelen aan natuurbehoud wordt besteed. Door een Rijksoverheid die dat eerder nog te veel dan te weinig lijkt te vinden en er nog voortdurend op afdingt. En wel zodanig dat de realisatie van onze buitengewoon waardevolle ecologische hoofdstructuur meer en meer tot de onmogelijkheden behoort. Het blijkt overigens dat Nederlanders merendeels vinden dat er eigenlijk geen enkele plant- en diersoort mag verdwijnen. Als het dan toch onvermijdelijk is, dan maar enge dieren zoals muggen. Aaibare dieren zoals de Tijger doen het echter veel beter. Maar liefst 86% maakt zich in enige mate zorgen over het uitsterven van dieren en planten. Vreemd genoeg zestigplussers minder dan anderen. Hoe jonger men is hoe vaker men aangeeft bezorgd te zijn over het uitsterven van diersoorten. Verdwijning van leefgebieden wordt door ca 80% als belangrijkste oorzaak gezien. Je zou toch zeggen dat daaruit in politieke zin voldoende motivatie zou kunnen worden gevonden om de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) alsnog voortvarend op te pakken. Een goed functionerende robuuste EHS biedt enige garantie om het verlies aan biodiversiteit in Nederland af te remmen.

43 43

Natuur en landschap

de (Drentse) politiek

Eric van der Bilt Directeur Stichting Het Drentse Landschap


Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:

• Nationale Postcode Loterij Amsterdam (0900) 300 15 00 Ma. t/m vr. 09.00 - 21.00 uur Loterij voor mens en natuur • VSBfonds Groningen - www.vsbfonds.nl Zet zich in voor de kwaliteit van de Nederlandse samenleving • PBCF Amsterdam - www.prinsbernhardcultuurfonds.nl Voor cultuur en natuurbehoud in Nederland • JMFonds Groningen - www.jmfonds.nl Levert bijdragen aan maatschappelijke ontwikkelingen • Aannemingsbedrijf VEDDER BV Eext (0592) 26 26 20 Grond-, weg- en waterbouw • Bouwbedrijf H. Poortman Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw • GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau • ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau • Attero Wijster (088) 550 10 00 Energiek met milieu – Terugwinning grondstoffen en productie duurzame energie uit afvalstromen. • NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij • Havesathe ‘de Havixhorst’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant • NV Waterleidingmaatschappij ‘Drenthe’ Assen (0592) 85 45 00 Als je de kraan opendraait... • Buro Hollema Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT • ARCADIS Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie) • Quercus Boomverzorging en Advisering Gasselte (0592) 26 11 71 Uw bomen, onze zorg • N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 368 86 88 Wees wijs met water • KONINKLIJKE VAN GORCUM BV Uitgeverij/grafisch bedrijf Assen (0592) 37 95 55 • BORK SLOOPWERKEN B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 Sloopwerken, asbestsanering en puinrecycling

• DE ROO DRENTE BV Stadskanaal (0599) 61 28 52 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen • HARWIG Installatiegroep Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Groningen (050) 597 39 59 Uw installatie in goede handen! • BARSINGERHORN CONSULTANCY Delfzijl (0596) 61 22 66 Training en coachen van personeel en organisatieadvies • Architectenbureau Wouda & van der schaaf Meppel (0522) 25 57 96 • Concordia bouwmaterialenhandel Meppel (0522) 25 36 31 Hout- en bouwmaterialenhandel • oosterhuis bv Nijeveen (0522) 49 16 86 Loonbedrijf - Aannemersbedrijf g.w.w. - Landschapswerk • WOONCONCEPT Meppel (0800) 61 62 Meer dan wonen • EELERWOUDE Oosterwolde (0516) 52 30 62 Natuurlijk ruimte voor groen • ASTRON/LOFAR Dwingeloo www.astron.nl www.lofar.nl • WARENHUIS VANDERVEEN ASSEN Assen (0592) 31 16 11 Shop-in-shop totaalwarenhuis • elton bv Roden (050) 502 11 99 Producenten van ELLEN tochtprofielen • Meko holland bv Assen (0592) 36 16 00 Totaalconcept in Melkkoeling • Van liere grafisch bedrijf bv Emmen (0591) 611 099 Uw partner in communicatie • VNO NCW Noord Haren (050) 534 38 44 Belangenbehartiger van het Noorden • Ensing Schilders Assen (0592) 348 080 Onderhoud- en protectiesystemen • bouwkundig teken- en adviesburo WILLEM VAN DER SALM Dwingeloo (0521) 593 638 Nieuwbouw, verbouw, renovatie, projectontwikkeling en restauratie • DE FRIESLAND ZORGVERZEKERAAR Leeuwarden (058) 291 31 31 • FIETEN & ROOS BV Hoogeveen (0528) 230 990 inbraak- en brandbeveiliging - camerasystemen pc netwerken - toegangscontrole • Bureau B+O Architecten BV Meppel (0522) 246 625

Stichting Het Drentse Landschap zet zich in voor het behoud van de Drentse natuur en maakt zich sterk voor het in stand houden van ons culturele erfgoed. Dit doet ze door het aankopen en beheren van natuurterreinen en cultuurhistorisch waardevolle objecten. Stichting Het Drentse Landschap behartigt ook de belangen van:

• Stichting Drentse Boerderijen • Stichting Oude Drentse Kerken • Stichting drs. A.V.J. den Hartogh Fonds


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.