Kwartaalblad sept. 2010 no. 67
Dennenbossen
67
Kwartaalblad van Stichting Het Drentse Landschap Uitgave Stichting Het Drentse Landschap Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89 e-mail: mail@drentslandschap.nl Web-site: www.drentslandschap.nl Bankrek. nr. 30.28.75.751 Redactie E.W.G. van der Bilt, J.D.D. Hofman, S.S. van der Meer, m.m.v. H. Colpa, J.G. Schenkenberg van Mierop en B. Zoer Vormgeving Albert Rademaker BNO, Annen Grafische productie Koninklijke van Gorcum BV, Assen Omslag De den: een rasechte pionier / foto: Geert de Vries
3
Eruitgelicht
4
Dennenbossen
9
— bestuursberichten — terreinbeschrijving
Geert de Vries Sparrenpartners
— flora
ISSN 1380-3263
Eef Arnolds
Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van Stichting Het Drentse Landschap.
12
De verdwenen kerk van Drouwenermond
Olav Reinders
14
Jaarverslag
Het Drentse Landschap is een uitgave van Stichting Het Drentse Landschap. Het geeft informatie over de terrein bezittingen en activiteiten van de stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de begunstigers van het Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage € 17,50 per jaar. Begunstiger voor het leven € 400,– .
16
Als u Het Drentse Landschap extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze:
22 Paarse Pracht
Periodieke gift In plaats van of naast uw begunstigersbijdrage. Dit is een voor de inkomstenbelasting volledig aftrekbare periodieke bijdrage, die u voor minimaal 5 jaar met een eenvoudige notariële akte toezegt. Voor bijdragen van € 50 en hoger per jaar regelt en betaalt de stichting de akte. Het kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de hoogte te houden van Het Drentse Landschap.
— Stichting Oude Drentse Kerken
Klapekster
— fauna
Arend Jan van Dijk
18
Over galg en rad
Wijnand van der Sanden
21
Fotowedstrijd
— cultuurhistorie
— boekbespreking
Eric le Gras
24
Schoonebeek
Bertus Boivin/Eric van der Bilt
— fietsroute
26 Van de Hunze en de sterren
— terreinbeschrijving
Andere giften Indien het totaal van uw giften in enig jaar zowel 1% van uw drempelinkomen als ook € 60 te boven gaat, is het meerdere aftrekbaar voor de inkomstenbelasting tot ten hoogste 10% van het drempelinkomen.
32
WMD
33
Speciale activiteiten
Legaten of erfstellingen U kunt Stichting Het Drentse Landschap en/of Stichting Oude Drentse Kerken ook in uw testament begunstigen.
— erfgoed
36
Is er nog stilte....
Stichting Het Drentse Landschap en Stichting Oude Drentse Kerken zijn vrijgesteld van schenkings- en successierecht, zodat uw gift, schenking of legaat geheel ten gunste komt van deze stichtingen. Nadere inlichtingen over de hierboven vermelde mogelijke vormen van steun kunt u inwinnen bij het kantoor van de stichting of bij uw notaris. Het Drentse Landschap
E r i c v a n d e r B i l t
34
J a n n y O u d e g a
— milieu
P i m B r o c a d e s Z a a l b e r g 38
Veldsprinkhaan
— fauna
G e e r t d e V r i e s 40
Harry de Vroome-penning
— interview
S o n j a v a n d e r M e e r 42
www.de12landschappen.nl
Wapperende was op het boerenerf
Kortweg
— berichten
Bestuursberichten
Al meer dan vijftien jaar geleden kwam Het Drentse Landschap met de Hunzevisie, een filosofisch toekomstperspectief voor de toen nog gekanaliseerde Hunze. In het belang van de drooglegging van de grond voor agrarisch gebruik was de beek een diepe, rechte sloot geworden. Het water werd rechtstreeks afgevoerd naar het Zuidlaardermeer. De Hunzevisie maakte ons zeer bewust van de geweldige natuurmogelijkheden door de aanwezigheid van het kwelwater, dat vanuit de Hondsrug naar boven in het maaiveld kwam. Het volhardend uitdragen van de Hunzevisie maakte veel mensen in het gebied enthousiast. Zo werd de beek de kern van het Hunzeproject, dat is uitgegroeid tot een groot plattelandsontwikkelingsproject ten oosten van de Hondsrug van Emmen tot het Zuidlaardermeer. Veel dorpen doen mee met eigen ideeën om hun omgeving te verbeteren, zoals Buinen en Exloeërkijl. De recreatieve sector verenigde zich in ‘De Hunzevallei’. Grote gebiedsdelen zijn al opnieuw ingericht, zoals de Duunsche Landen, het Annermoeras, Zuidoevers en Elzenmaat. Torenveen staat op de rol. Veel nieuwe natuur, waar honderden vogelaars al van profiteren. Trots zijn we zeker ook op LOFAR, dat veel in astronomie geïnteresseerde buitenlanders trekt. In het Hunzegebied is kortom in korte tijd erg veel veranderd. Dat willen we graag aan iedereen laten zien. Vandaar dat we op zaterdag 18 september de Hunzeloop organiseren, samen met Het Groninger Landschap, maar ook met De Friesland Zorgverzekeraar, de wandelorganisatie KNBLO, het Dagblad van het Noorden en de ondernemers in Zuidlaren en de Hunzevallei. Ik hoop dat u net als ik komt wandelen om van al het moois te genieten. Neem gerust uw vrienden, kinderen of buren mee. Tot zaterdag 18 september in Zuidlaren!
foto: Archief Groninger Landschap
PS. Wandel mee met de Hunzeloop! Kijk voor meer informatie of om u aan te melden op www.hunzeloop.nl.
3
Ali Edelenbosch voorzitter Stichting Het Drentse Landschap
4
Terreinbeschrijving
Dennenbossen Geert de Vries*
De Grove den is een rasechte pionier. Hij gedijt het beste onder extreme omstandigheden. Kou en hitte deren deze lichtminnende soort niet. Toen na de laatste ijstijd de ergste kou uit de lucht was, veroverden grove dennenbossen het kale Drentse landschap. Geleidelijk werd het klimaat warmer en werden dennenbossen verdreven door loofbossen. Op extreme plekken waar geen loofbos kon groeien, zoals in zandverstuivingen, hield de Grove den het tot de middeleeuwen uit. Daarna verdween de Grove den uit Nederland. Vanaf de 19e eeuw werden duizenden hectare dennenbos aangeplant, waardoor deze boom de meest algemene soort van het Nederlandse bos is.
Vrouwelijke bloempjes van de Grove den
het stuifmeel nauwelijks door bijen en wespen genuttigd. Die hebben geen zin om vooral lucht te verplaatsen. Een dennenappel is na twee jaar rijp. Uit het zaad dat in het vrije veld ontkiemt ontstaan vliegdennen. Een vliegden is een karakteristieke groeivorm van de Grove den. Vanuit de aangelegde dennenbossen ontstaan in zandverstuivingen en struikheidevelden spontaan natuurlijke dennenbosjes. Deze dennenbosjes graven op den duur hun eigen graf. Want zodra de dennen de extreme milieuomstandigheden door bosvorming zelf hebben getemperd, gaat het loofbos domineren en kwijnt de Grove den weg. De Grove den fungeert als een soort kwartiermaker voor het loofbos. Zandverstuivingen
In de 19e eeuw en het begin van de twintigste eeuw werd Nederland geteisterd door ontembare zandverstuivingen.Wegen en zelfs dorpen dreigden onder het stuivend zand te verdwijnen. De bevolking moest van alles doen om het stuivend zand te beteugelen. Niets hielp, totdat men de pionierskwaliteiten van de Grove den herontdekte. In korte tijd werden de zandverstuivingen bedwongen. Nog steeds zijn in ondermeer de dennenbossen van het Drouwenerzand en het Hijkerveld de voormalige stuifduinen zichtbaar.Toen de eerste dennenbossen volwassen werden bleek het hout bij uitstek geschikt te zijn voor stutpalen in de steenkolenmijnen. Na de sluiting van de mijnen kelderde de vraag naar dennenhout. Hoewel het grenenhout – zoals dennenhout vaak wordt genoemd – nog steeds geliefd is in de houtindustrie, wordt de economische betekenis steeds minder. Dennenbossen zijn op de armste grond aangelegd, waardoor de jaarlijkse aangroei van hout gering is.
foto’s Geert de Vries
Er is geen boomsoort die zo goed kan ontkiemen in kaal zand als de Grove den. De zaden, die voorzien zijn van een dun vleugeltje, worden vooral in april door de wind gemiddeld tot 20 meter van de moederboom verspreid.Voordat de zaden worden gevormd, moet een boom natuurlijk eerst bloeien. De rode vrouwelijke bloempjes zitten aan het einde van de jonge takken. Het stuifmeel van de mannelijke bloemen is voorzien van luchtzakken zodat het goed door de wind kan worden verplaatst. Door die luchtzakken wordt
Zeldzame vegetaties
Aan het begin van de vorige eeuw was de kale zandbodem van menig jong dennenbos bedekt met vele soorten korstmossen. Deze korstmosrijke dennenbossen behoren nu tot de zeldzaamste vegetaties van Nederland. Naarmate de strooisellaag dikker wordt komen er meer voedingsstoffen beschikbaar, waardoor grassen en andere planten gaan domineren. Door de zure regen, die niet alleen een verzurend maar ook vermestend effect heeft, wordt dit proces versneld. Bochtige smele is een dominante grassoort die dankzij de extra voedingsstoffen andere bosplanten verdringt. Op arme grond groeit soms het zogeheten kraaihei-dennenbos. Dit type bos is herkenbaar aan een fris groen tapijt van Kraaihei. Het komt vooral voor in Noordoost Europa. Aangezien Drenthe de koudste provincie van ons land is en hier ook relatief veel neerslag valt, voelt het kraaihei-dennenbos zich hier nog net thuis. Kraaihei bloeit in het vroege voorjaar. De vrouwelijke en mannelijke bloemen groeien op afzonderlijke planten. Ze hebben vitaminerijke bessen die gegeten worden door mens en dier. De Blauwe bosbes voelt zich ook goed thuis in een dennenbos. Deze bosbes wordt graag geplukt om er jam van te maken. In de Drentse dennenbossen komen enkele zeer karakteristieke plantensoorten voor zoals de Stekende wolfsklauw en de Dennenorchis. De laatstgenoemde is een van de zeldzaamste orchideeÍn van ons land en verschijnt net als de Blauwe bosbes pas zo’n veertig jaar na de aanplant. In Drenthe groeit hij in de strooisellaag van dennennaalden. Vogels Boven: Blauwe bosbes Onder: Gekraagde roodstaart
In naaldbossen komt een karakteristieke groep vogels voor, zoals Zwarte mees, Kuifmees, Goudhaantje en Nachtzwaluw. Hoewel geen enkele vogelsoort expliciet aan dennenbos is gebonden, is de Nachtzwaluw wel een van de meest karakteristieke bewoners van het dennenbos. Een poosje geleden ging het slecht met de Nachtzwaluw. Nu is hij bezig met een spectaculaire comeback. Zijn karakteristiek geratel is weer in menig oud dennenbos in Drenthe te beluisteren. Het vrouwtje broedt haar twee eieren op de grond uit.
Dennenorchis
Terreinbeschrijving
Paddenstoelen
De Grove den kan alleen maar op arme kale zandgrond groeien door samen te werken met mycorrhiza-paddenstoelen. De den kent maar liefst 67 soorten paddenstoelen waar hij een exclusieve samenwerking mee heeft, zoals de Appelrussula en de Gele ridderzwam. De ene bondgenoot geeft de den vooral veel water, van een andere soort krijgt hij extra mineralen. Weer een ander zorgt ervoor dat de den gezond blijft. Jonge dennen houden van andere paddenstoelen dan oude dennen. Zo groeien de Koeienboleet en de Bruine ringboleet graag in een jong dennenbos. Naarmate de strooisellaag toeneemt verdwijnt de samenwerking met exclusieve denbegeleiders en komen er ‘allemansvrienden’ voor in de plaats,
zoals de Geelwitte russula die zowel met loof- als naaldbomen kan samenwerken. Behalve bondgenoten, heeft een den ook vijanden, zoals de Dennenmoorder, Grote sponszwam en Dennenvoetzwam. Vroeger werden deze moordenaars bestreden. Tegenwoordig beschouwt men ze als onderdeel van een gezond bos. Dankzij deze parasieten komen versneld voedingsstoffen beschikbaar. Zodra een den afsterft staat een leger van specialisten klaar
Foto’s Geert de Vries
Ze lijkt veel op een stukje dennenschors. Bij benadering vertrouwt ze op haar schutkleur en vliegt pas op wanneer ze bijna op de staart wordt getrapt. De jongen lijken eveneens op stukjes schors en scharrelen traag over de bosbodem. Een stukje schors in de derde versnelling zou het effect van camouflage immers teniet doen. Een van de redenen waarom het zo goed gaat met de Nachtzwaluw is de steeds warmer wordende zomers. Daardoor vliegen er ’s nachts meer nachtvlinders en kevers. De Nachtzwaluwen kunnen hierdoor soms zelfs twee keer per seizoen een broedsel produceren. Een andere soort die een duidelijke voorkeur voor het dennenbos heeft, is de Gekraagde roodstaart. Naarmate het dennenbos ouder wordt, neemt de variatie toe: meer structuur, meer soorten loofbomen en meer dood hout. Hierdoor gaat het over het algemeen goed met de groep bosvogels waartoe onder meer spechten, uilen, roofvogels en vinkachtigen, zoals de Goudvink, behoren. Door de toename van loofbomen in een dennenbos neemt niet alleen het aantal soorten insecten toe, maar ook de aantallen. Spechten, mezen en vinken eten ‘s winters veel zaden, maar zijn in het broedseizoen insecteneters. Dan voeren ze veel rupsen aan hun jongen.Voor de Kuifmees en de Zwarte mees zijn dennenbossen ook zeer geschikt. Hoe ouder de dennenbossen worden hoe meer nestgelegenheid er komt voor deze holenbroeders.
Bruine ringboleet
7
8
Terreinbeschrijving
Oorlepelzwam
Muizenstaartzwam
om elk onderdeel op te ruimen.Vers dood hout smaakt natuurlijk anders dan oud hout.Vers dood hout wordt vooral geconsumeerd door soorten zoals de Dennenschelpzwam. Het vermolde dennnenhout is onder meer het domein van de Stekeltrilzwam. Het afbreken van naalden is een vak apart dat is toevertrouwd aan bijvoorbeeld de Dennenmycena en de Paardenhaartaailing. Zo wordt elk onderdeel opgeruimd en komt als voedsel voor nieuw leven beschikbaar. De vertering van dennenappels wordt eveneens aan specialisten overgelaten, zoals de Muizenstaartzwam en de Oorlepelzwam. De laatstgenoemde lust alleen maar dennenappels afkomstig van dennen die wat kalk kunnen opnemen. Stuifzand is kalkarm. Daarom komt de Oorlepelzwam in Drenthe vooral voor op dennenappels die langs schelpenfietspaden liggen. Zie voor meer informatie ook het artikel over paddenstoelen van Eef Arnolds. Toekomst
foto’s Geert de Vries
Het streven van de overheid en natuurbeheerders is er op gericht om naaldbos geleidelijk om te vormen tot gemengd bos of tot zuiver loofbos, zodat er meer loofbos komt. Loofbos hoort hier van nature thuis en naaldbos niet. Ook zonder ingrepen van de mens eist het loofbos vanzelf zijn oude rechten weer op. De aangeplante dennenbossen zijn weliswaar uitheems maar de planten, paddenstoelen en dieren die van de den afhankelijk zijn, zijn allemaal wel inheems. De natuurwaarden van veel naaldbossen zijn zo gering, dat omvorming naar loofbos een verrijking voor de natuur betekent. Dat geldt echter niet voor jonge dennenbossen die op kaal zand groeien. Daar komt een zeldzame groep paddenstoelen voor die nergens anders groeit. Zodra het bos ouder wordt en de strooisellaag dikker wordt, verdwijnen deze pioniers. De Grove den is te vergelijken met een zigeuner die geen vaste verblijfplaats wil. De den wil een ‘kampeervergunning’ zodat hij in zijn zwervend bestaan op zoek kan naar kale zandplekken die steeds in het landschap aanwezig zijn, maar telkens op andere plekken. * G.W. de Vries is projectleider bij het IVN Consulentschap Drenthe en zit in de wetenschappelijke adviescommissie van Het Drentse Landschap.
Flora
9
Sparrenpartners Eef Arnolds*
De Fijnspar is een geïmporteerde boom die in ons land op grote schaal wordt aangeplant. Het meest bekend is hij in zijn jeugdige staat als kerstboom, overigens vaak ten onrechte ‘kerstden’ genoemd. Met name in Drenthe bestaan er echter ook oude sparrenbossen met een eigen duistere, geheimzinnige sfeer. Bossen die ontzag inboezemen en waar tal van paddenstoelen en andere organismen zich thuis voelen. Een deel van hen is zelfs geheel van sparren afhankelijk.
De Fijnspar is een van de belangrijkste en meest indrukwekkende wilde bomen in Scandinavië en Centraal Europa. Onder gunstige omstandigheden kan deze altijdgroene naaldboom tot 45 meter hoog worden, aanmerkelijk hoger dan onze ‘eigen’ eiken en beuken. In Zweden zijn exemplaren gevonden van meer dan 5000 jaar oud, die daarmee de oudste nog levende bomen op aarde zouden zijn. De natuurlijke verspreiding van de Fijnspar nadert in de Duitse middelgebergten de Nederlandse grens tot op ongeveer 200 kilometer, maar er zijn geen aanwijzingen dat deze boom recent inheems was. Tijdens de grote heideontginningen in de eerste helft van de vorige eeuw is hij in Drenthe echter op grote schaal aangeplant ten behoeve van de productie van het alom gebruikte vurenhout. Vooral in vochtiger delen van het voormalige heidelandschap was deze introductie een succes. Daar staan nu mooi uitgegroeide bossen met onder torenhoge stammen een weelderige moslaag. De Fijnspar weet zichzelf hier ook uitstekend door verjonging in stand te houden. Zo kan een aan-
foto: Eef Arnolds
Sparrenkegelzwam
vankelijke kerstboomplantage via een lelijke stakenfase geleidelijk overgaan in een indrukwekkend naaldwoud met gevarieerde leeftijdsopbouw. Daar gaan wel tientallen jaren overheen. Na de komst van de Fijnspar vestigden zich geleidelijk allerlei planten, dieren en schimmels die aan deze boomsoort gebonden zijn. Hoewel de bo om dus
oorspronkelijk geïntroduceerd is, behoren al deze spontaan gevestigde begeleiders tot de inheemse natuur; onder de vogels bijvoorbeeld de Kruisbek, Sijs en meer recent als Drentse specialiteit de Ruigpootuil. Met name de paddenstoelen- of mycoflora van sparrenbossen is soortenrijk en uitbundig.
10
Flora Wortelvriendjes Boven: Sparrenstinktaailing
foto’s: Eef Arnolds
Onder: Kamfergordijnzwam
Sparren kunnen hier alleen maar aarden omdat in de bodem geschikte schimmels aanwezig zijn die in symbiose leven met de worteltoppen en zo de boom efficiënt van water en voedingsstoffen voorzien, de zogeheten mycorrhizapaddenstoelen.Veel wortelvriendjes van de spar komen bij allerlei bomen voor, zoals de Kastanjeboleet, Zwartgroene melkzwam en Gewone krulzoom. Andere worden vooral of uitsluitend bij sparren gevonden, bijvoorbeeld de Peenrode melkzwam, Forse melkzwam, Fraaie gifgordijnzwam, Kamfergordijnzwam en Olijfplaatgordijnzwam. De laatste vier soorten zijn de afgelopen decennia toegenomen in ouder wordende, vochtige, mosrijke opstanden. Ze zijn in Drenthe veel algemener dan elders in ons land en wijzen op een ontwikkeling van sparrenplantages in de richting van natuurlijke bosgemeenschappen van Scandinavische allure. Paddenstoelen groeien op alle onderdelen van de Fijnspar. Op afgevallen naalden die als een continue regen op de bosbodem neerdalen, vinden we in de late herfst allerlei mycena’s, soms in enorme hoeveelheden. Het zijn ranke paddenstoeltjes die ook in andere bostypen worden gevonden, maar nergens zo uitbundig als onder sparren. Ze breken de naalden af tot humus en geven fleur aan het najaar, tot plezier van mycologen en wandelaars. De Sparrenstinktaailing is een paddenstoeltje dat uitsluitend op sparrennaalden groeit, soms met duizenden op een paar vierkante meters. Het is een van de weinige plaatjeszwammen die in een droge periode geheel kan verschrompelen om na een flinke regenbui weer op te bloeien en vrolijk verder te gaan met de verspreiding van
sporen. Een taailing dus. Het is verbazingwekkend dat een klein zwammetje met een hoed van hooguit een centimeter zo’n sterke stank van rotte kool kan verspreiden. Kegeleters
Naast naalden komen ook sparrenkegels na het verspreiden van hun zaden op de grond terecht. De samenstelling van deze vruchten lijkt sterk op hout en er groeien dan ook soms paddenstoelen op die we eveneens van takken van naaldbomen kennen. Sommige paddenstoelen zijn gespecialiseerd in de vertering van kegels. De meest algemene is de Muizenstaartzwam die op kegels van alle naaldbomen voorkomt en zijn naam ontleent aan een dunne, donzig behaarde steel. Een andere plaatjeszwam is strikt gebonden aan sparrenkegels en heet dan ook Sparrenkegelzwam. Die heeft een gladde, kale steel en groeit vaak op kegels die een paar centimeters in de grond liggen. Hoe ze zo precies sparrenkegels weten te vinden, is raadselachtig. Misschien worden de jonge kegels al van sporen voorzien terwijl ze nog in de boom hangen. Houtafbrekers
Sparrenhout vormt een goede maaltijd voor honderden paddenstoelen. Dat begint al bij levende bomen als die op een of andere wijze verzwakt zijn. Zwakteparasieten als de Roodgerande houtzwam grijpen dan hun kans op de gehavende stammen. Op kwijnende wortels kunnen spectaculaire paddenstoelen, zoals de Dennenvoetzwam en de Grote sponszwam, een plek vinden. De vertering van sparrenhout gaat langzaam door de vele moeilijk afbreekbare harsverbindingen. In de boswachterij Smilde staan nu nog stammen overeind van bomen die omstreeks 1970
Flora
Korianderzwam
foto’s: Eef Arnolds
Melkzwam
11
zijn afgestorven; ware grafmonumenten! Elk verteringsstadium heeft zijn eigen paddenstoelen. Op vers gevallen stammen vinden we bijvoorbeeld Dennenbloedzwam, Paarse dennenzwam en Geelbruine plaatjeshoutzwam. Op vermolmde stronken die bijna uiteen vallen groeien Kleverig koraalzwammetje, Goudvinkzwam en Stekeltrilzwam. Soms vinden we daar zeldzame, aan sparren gebonden soorten als de Harsige taaiplaat en de Korianderzwam die heerlijk naar peperkoek ruikt. Sombere toekomst
Ondanks hun mycologische rijkdom ziet de toekomst van sparrenbossen er somber uit.Veel natuurbeheerders zijn ze liever kwijt dan rijk omdat de Fijnspar van oorsprong nu eenmaal niet
in Nederland thuis hoort en om andere redenen dan ‘natuur’ is geïntroduceerd. Daarom worden ze alom grootschalig gekapt of meer geleidelijk omgevormd tot inlands loofbos. In productiebossen zijn veel sparrenopstanden nu kaprijp en dat is een andere reden om er de bijl in te zetten. Toch is op deze sparrenaversie wel wat af te dingen, want zowat het hele Nederlandse landschap is door de mens danig beïnvloed. Zelfs uiterst kunstmatige systemen als muren met varens, akkers met onkruiden en zolders met Kerkuilen worden algemeen als natuur erkend en door natuurbeheerders en vrijwilligers vertroeteld. Waarom een sparrenbos van een eeuw oud dan niet? Bovendien is de natuurlijke variatie van inlandse bossen op de arme Drentse
bodems uiterst beperkt en zal de biodiversiteit van het landschap en de landschapsbeleving met het verdwijnen van sparrenopstanden alleen maar afnemen. Het zou niet alleen voor talloze dieren en planten, maar ook voor veel wandelaars en natuurliefhebbers een goede zaak zijn als een deel van de Drentse sparrenbossen behouden blijft en de kans krijgt om verder uit te groeien tot nog vollediger levensgemeenschappen en echte monumentale wouden.
* Dr. E.J.M. Arnolds is lid van de Wetenschappelijke Adviescommissie van Stichting Het Drentse Landschap.
12
Stichting Oude Drentse Kerken
‘In het lintdorp Drouwenermond staat dit karakteristieke kerkgebouw op een perceel van totaal 2.320 m2. Het kerkgebouw is prachtig landelijk gelegen met vrij zicht aan de achterzijde. Het kerkgebouw dateert uit 1920.’ Deze tekst lijkt zo uit een toeristische folder te komen maar is in werkelijkheid een advertentie op makelaarssite Funda. Vanaf 2009 stond het kerkje te koop en als u dit leest is het inmiddels afgebroken. Een eerbetoon aan een verdwenen veenkerk. Vanaf 1765 werd het Stadskanaal aangelegd om de immense venen van Zuidoost-Groningen en Oost-Drenthe af te kunnen graven. Het duurde even voor de Drentse en Groninger bestuurders het eens waren over de afvoer van turf via dit kanaal naar Groningen. Eenmaal geregeld werden vanaf het tweede kwart van de 19e eeuw kilometerslange kanalen, monden genaamd, diep in de Drentse venen gegraven. Haaks op deze monden lag een fijnmazig stelsel van wijken dat ontwatering van het veen en vervoer van de turf mogelijk maakte. De veenarbeiders waren oorspronkelijk gehuisvest in houten keten op het veen. Daaruit ontstonden langs de monden de nu zo kenmerkende eindeloze lintdorpen. Ze ontleenden hun namen aan de dorpen langs
de rand van de Hondsrug waartoe de uitgestrekte veengebieden oorspronkelijk behoorden. Landbouwdorp
Rond 1830 werd de Drouwenermond gegraven, tussen de Gasselternijveenschemond en Nieuw-Buinen in.Voor de ontginning van het gebied werd een apart bedrijf opgericht, de Drouwender Veenmaatschappij, waaraan verschillende vooraanstaande Drentse bestuurders deelnamen. Scheiding van functies was nog niet zo’n belangrijke kwestie in die tijd. De bewoners van de veendorpen kwamen voor het grootste deel van elders, vooral uit Groningen en Duitsland.Voor de ontginning van de Drouwener venen zijn zelfs arbeiders uit Zeeland gehaald. Nadat het meeste veen rond 1900 was afgegraven, werden de dalgronden tot vruchtbaar akkerland ontgonnen. Zo ontwikkelde Drouwenermond zich tot een landbouwdorp. Hoewel eerder ontstaan, heeft
Drouwenermond altijd in de schaduw van het grotere Nieuw-Buinen gestaan. Kerkelijk vielen beide dorpen onder Borger, maar de kerk daar lag te ver weg: over bijna onbegaanbare veenpaden kostte dat drie uur. Al in 1853 kreeg Nieuw-Buinen daarom een eigen (hervormde) kerk, vanwege de Afscheiding in 1892 gevolgd door een gereformeerde kerk. Toen Drouwenermond begin 20e eeuw uitgroeide tot een volwaardig dorp, ontstond ook daar de behoefte aan een eigen kerk voor de enkele honderden inwoners. De hulpprediker bood eerst de eigen huiskamer aan maar besloot al snel om op zijn eigen grond een kleine kerk te bouwen. Deze was in 1920 gereed. Sober
Het was een typisch veenkerkje, eenvoudig van opzet en met beperkte middelen gebouwd, met één uitzondering: aan de ingangspartij was buitengewoon veel aandacht besteed. De entree had een puntvormige omlijsting die werd voortgezet in het klokkentorentje bovenop het dak. Daartussen zaten drie langwerpige ramen. De witte bepleis-
De verdwenen kerk van Dro Olav Reijers*
Stichting Oude Drentse Kerken
13
Te koop
ouwenermond Stichting Het Drentse Landschap behartigt ook de belangen van Stichting Oude Drentse Kerken.
foto: Fokko Hamminga
* Drs. O. Reijers is directeur van Drents Plateau.
Foto’s Drents Plateau
tering van bijna de hele voorgevel gaf het gebouwtje een voornaam uiterlijk. Daarop stond het bouwjaar geschreven: ‘Anno 1920’. De rest van het kerkje was sober uitgevoerd. Er was een bescheiden kerkruimte met een kleine entreehal. Later is het aan de achterkant verlengd met een bijgebouwtje. Boven de ingang stond een eenvoudig orgel. De kerk was zelfstandig maar zag zich na de oorlog genoodzaakt aan te sluiten bij de Hervormde Kerk van NieuwBuinen. In 1997 gingen de Hervormde en Gereformeerde Kerken van NieuwBuinen samen in een federatie die uiteindelijk uitmondde in de Protestantse Gemeenten Nieuw-Buinen, Buinerveen en Drouwenermond. Het was al snel duidelijk dat drie kerken teveel was voor één gemeente. Uiteindelijk werd besloten de hervormde kerk van Nieuw-Buinen aan te houden en beide andere kerken te verkopen. De gereformeerde kerk met kosterswoning werd in 2002 verkocht en heeft een nieuwe bestemming gevonden als bedrijfsruimte. Dat gebouw is zo bewaard gebleven voor het dorp.
Het kerkje van Drouwenermond heeft nog tot 2009 dienst gedaan. Er kerkten toen nog slechts tien, hoogstens vijftien mensen, en het was ieder duidelijk dat het einde nabij was.Via een makelaar is de kerk te koop aangeboden als woning. Hij trok veel kijkers maar helaas geen kopers. Een andere functie, sociaal of cultureel, was moeilijk te realiseren in dit gebied en op deze plek.Verpaupering lag op de loer. De enige belangstellende, de buurman, wilde alleen de grond en niet de kerk. In overleg met de Gemeente BorgerOdoorn werd de oplossing uiteindelijk gevonden door het gebouwtje af te breken en de grond waarop het stond aan de buurman te verkopen. Het stond immers dicht tegen de voormalige woning van de hulppredikant aan. De rest van de kavel van ruim 2.000 m2 staat nu te koop met de mogelijkheid om een nieuw huis te bouwen.Vanuit bewoners en kerkgemeente een begrijpelijke oplossing. Het blijft echter triest te constateren dat wij er als samenleving niet in slagen een markant gebouw te behouden dat in zijn eenvoud staat voor een stukje veenkoloniale geschiedenis.
Kom op 2e Kerstdag wandelen in Orvelte Op zondag 26 december van 11.00-16.00 uur houdt Het Drentse Landschap net als in 2009 een Kerst wandeling voor haar begunstigers en andere belangstellenden. Vanaf 11.00 uur kunnen begunstigers gratis de wandelroute afhalen in de Drenthehof. Hiervoor moet u de bon uit de activiteitenagenda meenemen. De route gaat langs sfeervolle plekjes in en rond het dorp. Onderweg kunt u op verschillende plaatsen genieten van muziek en andere activiteiten. Zie voor meer informatie www.drentslandschap.nl. Adres: Drenthehof, Dorpsstraat 1a, Orvelte.
14
Jaarverslag
Jaarverslag 2009 Stichting Het Drentse Landschap vierde in 2009 haar 75-jarig bestaan. Daarom stond het jaar in het teken van feest. We wilden iedereen op 9 ndschap slag 200 Jaarver Het Drentse La Stichting
zoveel mogelijk momenten in het jaar laten genieten van het Drentse landschap. Niet alleen van onze natuurgebieden, maar ook van het culturele erfgoed dat we beheren. Terugkijkend zijn we hier goed in geslaagd. Nog nooit steunden zoveel mensen het werk van onze stichting en werden onze activiteiten zo goed bezocht.
Natuur en landschap Het Drentse Landschap kon in 2009 maar liefst 201 ha verwerven, met steun van de Provincie Drenthe en de Dienst Landelijk Gebied (DLG). Het leeuwendeel van de aankopen werd net als de afgelopen jaren in het Hunzedal verricht. Dit was mogelijk dankzij de Kavelruiladviescommissie Hunze en het slagvaardig opererende team dat zich bezighoudt met het opzetten van kavelruilen. Inzet voor de aankopen was vooral gericht op het afronden van gebieden zodat inrichting mogelijk werd. In het najaar kon het grote natuurontwikkelingsproject LOFAR dat in het Hunzegebied gerealiseerd wordt, opgeleverd worden. Samen met ASTRON
wordt in dit gebied ruim 400 ha nieuwe natuur ingericht. Een prachtige combinatie van natte natuur met de grootste radiotelescoop ter wereld. Het is de bedoeling de gronden eind 2010 aan Het Drentse Landschap over te dragen. Ook met de Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) mondde de intentie tot samenwerking uit in concrete resultaten. In 2009 beheerde de stichting ca 370 ha natuur in de winningsgebieden van de WMD. Eind 2010 wordt nagegaan of hier een duurzame samenwerking voor de lange termijn uit zal groeien.
Erfgoed De rol als erfgoedorganisatie groeide ook in 2009 sterk. Er konden maar liefst zeven gebouwen worden verworven. Dit was vooral mogelijk dankzij de steun van de Provincie Drenthe. Onder de nieuwe aanwinsten bevinden zich enkele pareltjes, zoals het 15e-eeuwse Huis ter Hansouwe bij Peize, de boerderij Eesinge aan de Reest bij Meppel en de eerste molen van de stichting: De Eendracht in Gieterveen. Tevens werden er maar liefst acht restauratieplannen voor gebou-
Jaarverslag wen van de stichting ontwikkeld. Bijzonder heugelijk was dat in 2009 de uit 1929 daterende Stichting Oud Drenthe haar eigendommen, te weten de drie Drentse schansen, onder opheffing van zichzelf aan Het Drentse Landschap heeft overgedragen.
scholen mee uit de gemeente Assen. Samen met het Drents Plateau en enkele ondernemers uit Orvelte is het erfgoedproject Aaltje en Albert uitgevoerd. In dit project staan de kinderen Aaltje en Albert centraal. Ze leefden 100 jaar geleden. Scholen uit de gemeente MiddenDrenthe kunnen hieraan meedoen.
Activiteiten In het afgelopen jaar groeide de achterban van Het Drentse Landschap tot bijna 15.800 begunstigers. Deze groei wijkt qua beeld in positieve zin af van de landelijke trend die een duidelijke afname van de donateurs van natuurorganisaties laat zien. Hoe populair erfgoed momenteel is, bleek uit het grote succes van ons erfgoedfestival dat ter gelegenheid van ons 75-jarig jubileum op 20 juni in Orvelte werd gehouden. Maar ook de hartverwarmende reacties op de prachtige uitgave ‘Have en Goed, 20 cultuurschatten van Het Drentse Landschap’, geven aan dat cultuurhistorie in de belangstelling staat. Het Drentse Landschap heeft in 2009 ongeveer 340 excursies, lezingen, open dagen en educatieve activiteiten georganiseerd en/of meegewerkt aan markten en beurzen. Hieraan hebben meer dan 27.000 belangstellenden deelgenomen. In 2009 zijn diverse onderwijsprojecten uitgevoerd. Net als vorig jaar konden peuterspeelzalen en kleuterklassen uit de omgeving van de schaapskooien Hijkerveld en Doldersummerveld een bezoek brengen aan de lammetjes. Er hebben 10 scholen hieraan meegedaan. In verband met de herintroductie van Bevers in de Hunze en het Zuidlaardermeergebied is er voor scholen in het Hunzedal een lesprogramma ontwikkeld. Ook werd samen met het IVN Consulentschap Drenthe vervolg gegeven aan het bodemproject. Dit keer deden 10
Vrijwilligers Het aantal vrijwilligers is in 2009 stabiel gebleven op 240. Met name vond werving plaats op het gebied van het inventariseren van zoogdieren, beheerwerkzaamheden op het Hijkerveld en Lemferdinge, begeleiders maatschappelijke stage van leerlingen van het voortgezet onderwijs, en voor het inventariseren van godshuizen die nog verspreid in Drenthe staan.
Resultaat De verwachting dat in het jaar 2009 een deel van de forse koersverliezen uit 2008 zouden worden goedgemaakt, is bewaarheid geworden. De baten uit onze beleggingen bedroegen in 2009 maar liefst € 555.161,--, voor een belangrijk deel bestaand uit niet gerealiseerde koerswinsten. Dit gegeven heeft in hoge mate het positieve resultaat van € 187.908,-van Het Drentse Landschap over 2009 bepaald. Een mooie prestatie, zeker gezien het feit dat begin 2009 nog een last van € 383.931,-- moest worden genomen veroorzaakt door een notariële fout. Genoemd bedrag moest worden afgeboekt omdat een toegezegd legaat veel kleiner uitviel dan was aangegeven en verwerkt in de resultaten over 2007. Ook de Stichting Oude Drentse Kerken en de Stichting drs. A.V.J. den Hartogh Fonds sloten het jaar met een batig saldo van respectievelijk € 3.062,-- en € 70.525,-(koerswinst) af. Het batig saldo van Het Drentse Landschap van€ 187.908,-- is toegevoegd
15
Kengetallen
2008
2009
Oppervlakte in beheer/eigendom
7.712
7.913
Aantal begunstigers
14.916
15.765
Aantal vrijwilligers
241
240
Aantal personeelsleden
36
35
Aantal bedrijfsbegunstigers
41
36
Aantal verworven gebouwen
2
7
Aantal kerken SODK
2
2
Aantal persberichten
84
64
Aantal kwartaalbladen
68.000
74.000
Aantal excursies/lezingen
169 (7021 deeln)
221 (8308 deeln)
Aantal deelnemers activiteiten (incl onderwijs)
7.960
10.470
Bezoekers 5 informatiecentra
102.000
98.000
aan onze reserve groot onderhoud gebouwen. Noodzakelijk om aan de vele restauratieverplichtingen die de stichting is aangegaan, te kunnen voldoen.
Het jaarverslag is te downloaden via www.drentslandschap.nl of tegen verzendkosten op te vragen bij het kantoor in Assen: (0592) 31 35 52.
Fauna
Grote stille heide eldorado van de Arend Jan van Dijk*
wiekelen (of bidden) en duikt dan op zijn prooi. De gegrepen prooi wordt aan een scherpe tak of stevige doorn gespietst, soms ook aan prikkeldraad. Dat is typisch klauwierengedrag en dat kennen we ook van de hier broedende Grauwe klauwier. Het spietsen vergemakkelijkt het verscheuren van de prooi en kan ook dienst doen als bewaarplaats. Menu van een roofvogel
foto’s: Wim Weenink / FN
16
Als na de zomer de broedvogelzang op de heide stilvalt en wanneer ook de laatste heidevogels naar zuidelijke regionen zijn vertrokken, wordt het tijd om goed uit te kijken naar een uit ScandinaviĂŤ afkomstige speciale wintergast. Het is een kwestie van geduldig alle boomtoppen op de desolate heidevelden afzoeken. Het bloed van menige waarnemer gaat sneller stromen wanneer een Klapekster in het kijkerbeeld verschijnt. Een Klapekster heeft ongeveer het formaat van een Merel, met een wat lange staart. Het verenpak is grijs op de rugzijde, donker op de vleugels en licht op de borst. De vrij brede zwarte oogstreep is kenmerkend. Hij vliegt van boom naar boom met een golvende vlucht en dan is op de donkere vleugels een lichte baan zichtbaar.
De bonte tekening doet wel aan een Ekster denken, vandaar de naam. In zit heeft hij wel wat van een kleine valk en ook gedrag en prooien doen aan een valk denken. Speurend vanuit een boomtop ontdekt hij een muis of hagedis, waar hij direct op afvliegt. Soms houdt de vliegende vogel enkele meters boven de heide in, gaat even
Alsof we het over een roofvogel hebben verorbert de Klapekster jaarrond het meest muizen, vooral Veldmuizen en verder ook kleine vogels, zoals mezen en vinken en in Drenthe ook veel Levendbarende hagedissen. Het gaat hierbij om vele tientallen prooien in een winter.Verder staan insecten op het menu. Op de Drentse heide met schapen of koeien zijn dat vooral mestkevers en een enkele keer een hommel of mieren. Klapeksters verruilen in de winter de Scandinavische heide en bossen voor de heide en zandverstuivingen in ons land. Ze zijn niet dik gezaaid, maar dankzij de grote oppervlakten heide en voormalige zandverstuivingen zijn Drenthe en de Veluwe goed bedeeld. Enigszins glooiende, droge en zandige delen van de heide met hier en daar een boom of struik zijn favoriete plekken van de overwinteraars in Drenthe. De vegetatie moet overwegend kort zijn, met hier en daar wat hogere hei, een struik of boom en plekken met open zand. Ruig begroeide of sterk vergraste heide wordt gemeden, evenals natte heide.
Fauna
17
Klapekster Vaste bewoner
Op de meeste Drentse heidevelden van enige omvang zit wel een Klapekster. Op de grotere zitten er soms meerdere en dan heeft elke Klapekster zijn eigen hoekje. Ze leven solitair en verdedigen hun deel van de heide, waarbij soms wordt gebakkeleid om de beste plekken. Wintertellingen, waarbij alle geschikte plaatsen in Drenthe worden afgezocht, komen meestal uit op enkele tientallen Klapeksters. Er zijn echter magere jaren met ternauwernood tien vogels, maar ook vette jaren, waarbij het totaal op kan lopen tot wel 90 vogels! In de winters van 2007/08 en 2008/09 ging het om topaantallen, maar in de afgelopen winter stopte de teller bij ongeveer 40. Een goede kans om Klapeksters te zien bieden het Doldersummerveld, Hijkerveld, Dwingelderveld, Ballooërveld, de heide bij Havelte, maar ook kleine gebieden zoals Gasterse Duinen, Koelingsveld, Bouwersveld, Groote Zand en Orvelterzand. Een heideveld zonder Klapekster is als een schilderij zonder handtekening. Broedsucces bepalend
Wat er achter de wisselende winteraantallen zit is niet precies duidelijk. De Zweedse stand, waar veel van bij ons overwinterende Klapeksters nestelen, neemt licht toe, maar die trend vertoont nauwelijks gelijkenis met de Drentse aantallen. Een addertje onder het gras hierbij is de neiging van Klapeksters om vaker in de broedgebieden te overwinteren. Er komen
dan minder vogels onze kant uit. Iets dergelijks speelt bij de Bonte kraai, die thans een zeldzame wintervogel is, tegen tienduizenden overwinteraars enkele decennia geleden. Strenge winters laten ook geen verband zien. De verklaring voor wisselende winteraantallen moeten we vooral zoeken in het broedsucces in NoordEuropa (veel of weinig jongen) en het voedselaanbod zowel daar als hier. In muizenrijke jaren zijn de aantallen bij ons vaak hoger. Wat ook een rol speelt zijn veranderingen op de Drentse heide.Verruigde en vergraste heidevelden zijn op den duur ongeschikt voor Klapeksters, terwijl begrazing en kapvlakten aan de randen de heide juist geschikter maken. Wintergast
De eerste Klapeksters arriveren in oktober en in november. Bij strenge koude of een dik pak sneeuw lijken sommige Klapeksters Drenthe te verlaten, maar na dooi-inval hebben ze binnen de kortste keren weer hun vaste plekken bezet. Waarschijnlijk is er helemaal geen sprake van wegtrek, maar van lokale verplaatsingen. Onder deze omstandigheden houden ze zich schuil aan bosranden of op open plekken in het bos. Hier vallen ze nauwelijks op en lijken ze te zijn vertrokken. In april vertrekken de meeste ‘klappies’ weer, maar een enkeling blijft hangen tot begin mei. Dan kun je op zonnige dagen het geluk hebben een zingende Klapekster te horen. De zang is niet
uitbundig en bestaat uit simpele en korte klikgeluidjes, wat metaalachtig en niet luid. De meeste wandelaars zullen er aan voorbijlopen. De zang doet de hoop herleven dat hij weer op de Drentse heide gaat broeden, zoals in vervlogen tijden vóór de ontginningen en bebossingen. De laatste volhouders nestelden hier tot begin jaren negentig van de vorige eeuw. Ook landelijk is hij deze eeuw niet meer broedend aangetroffen. Het uitsterven als broedvogel heeft veel te maken met landschappelijke veranderingen op heide en zandverstuivingen, maar ook de voormalig insectenrijke graslanden en akkers in de directe omgeving van de heide. Daar vonden Klapeksters en hun jongen voldoende voedsel. Die voedselrijkdom is er allang niet meer en de heidevelden zelf bieden kennelijk ook weinig soelaas voor Klapeksters om er hun kroost voort te brengen. Gelukkig kunnen we ze als overwinteraars nog bewonderen.
* A. J. van Dijk is medewerker bij SOVON Vogelonderzoek Nederland.
18
Cultuurhistorie
Over galg en rad executieplaatsen in Dit voorjaar zijn in de rechtbank te Assen de eerste exemplaren van het boek Over galg en rad – executieplaatsen in Drenthe gepresenteerd aan de president van de rechtbank, de hoofdofficier van justitie en de burgemeester van Assen. Het boek vormt deel 2 in de reeks Erfgoed in Drenthe. Het is geschreven door meerdere auteurs en gaat over plaatsen waar mensen door de overheid opgelegde lijfstraffen hebben ondergaan, geëxecuteerd zijn of waar hun levenloze lichamen ter lering en afschrikking tentoongesteld werden.
Wijnand van der Sanden*
Een 17de-eeuwse tekening van de galg van Ulm (links), waar de vogels om hun prooi cirkelen, en een 16de-eeuwse radbraakscène op de gerechtsplaats van Luzern (illustraties uit: Over Galg en rad)
Vroeger kon je nog echt opgroeien voor galg en rad. Die galg spreekt voor zich, dat rad slaat op het op een hoge paal gemonteerde wiel waarop een veroordeelde na zijn executie werd geëxposeerd en aan de elementen en de vogels werd overgelaten tot er alleen nog wat botten onderaan de paal lagen. Zo’n rad of wiel werd ook gebruikt voor een van de meest wrede straffen – het radbraken (het breken van de ledematen). De straffen werden in de openbaarheid voltrokken. Er kwam doorgaans veel publiek op af en dat is op het overgeleverde beeldmateriaal duidelijk te zien.
Executies en ook lijfstraffen werden in de Nieuwe tijd – de tijd na de Middeleeuwen - dus niet aan het oog onttrokken, maar waren voor iedereen zichtbaar. Dat was in Nederland niet anders dan in de rest van Europa.Vaak werd een plek gekozen die naast een doorgaande weg lag, op een hoogte en meer dan eens werden executieplaatsen ruimtelijk gecombineerd met andere beladen activiteiten als leprozenopvang en dumpplaatsen van de kadavers van paarden, runderen, varkens en honden. Zwitserse archeologen hebben bij de opgraving Emmenbrücke bij Luzern, waar de galg direct naast de vilderij lag, veroordeelden en dieren in één en dezelfde kuil aangetroffen. Die vermenging van mens en dier hoorde bij de vernedering. De openbare executies en de soms langdurige expositie van de menselijke kadavers daarna hadden tot doel potentiële wetsovertreders af te schrikken, executies als een soort ‘theater van de afschrikking’. Oog om oog was het uitgangspunt van de rechtspraak en van resocialisatie van de daders was geen sprake.
De Gerechtsplaats in Assen
De doodstraf en lijfstraffen staan vandaag de dag ver van het Nederlandse bed. We horen alleen over de doodstraf op tv of we worden ermee geconfronteerd in de krant. Of het nu gaat om geselen, ophangen of stenigen, vaak is het een openbare aangelegenheid waar omstanders de beul kunnen aanmoedigen of zelfs een handje meehelpen. Schokkend was een krantenfoto van een recente executie in Somalië, waar een tot zijn middel ingegraven, overspelige man op het punt staat met stenen doodgegooid te worden. Wij beschouwen dit als barbaarse handelingen, maar het is nog maar relatief kort geleden dat we zelf op de centrale gerechtsplaats van de Landschap
Cultuurhistorie
19
Drenthe Drenthe openbare executies uitvoerden die in wreedheid hier niet voor onderdeden. De plek ligt op de hoek van de Groningerstraat en de Kloekhorststraat in Assen, waar nu het appartementencomplex De Hoge Horst staat. Tussen 1650 en 1795 werden zelfmoordenaars hierheen gesleept op een horde en dieven, brandstichters, verkrachters en moordenaars werden er opgehangen, gewurgd of verloren er hun hoofd (dat vaak op een staak werd gespietst). Veel anderen kwamen weg met geselen, brandmerken en verbanning. De historische bronnen over al deze zaken zijn uitvoerig door amateurhistoricus Henk Luning bestudeerd. Zijn alertheid leidde uiteindelijk in 2004 tot het archeologisch onderzoek op deze plek. Het gravend onderzoek heeft de historische bronnen kunnen bevestigen en aanvullen. Er kwamen grafkisten tevoorschijn, maar ook de palen van een galg en expositieraden. Dankzij jaarringonderzoek konden die palen soms op het jaar nauwkeurig gedateerd worden. Behalve de galg in Assen functioneerden er in die tijd ook nog galgen in de heerlijkheden Hoogersmilde, Ruinen en de vesting Coevorden.
zoals bijvoorbeeld ‘Galg’ in Gasselte of ‘Galgwanderveen’ bij Eext, of ‘Radakker’ bij Buinen. En dan zijn er de ‘galgenbergen’ die her in der nog in het landschap liggen, zoals die bij Westerbork, Sleen, Anloo en Balloo. Die van Balloo ligt langs een doorgaande route - het karrenspoor dat van Rolde naar Gasteren leidde. De gehangenen maakten aan de reizigers duidelijk dat in het betreffende gebied het recht werd gehandhaafd en dat men zich twee keer moest bedenken voordat men de regels overtrad. De veroordeelden vervielen tot skeletten en soms werden de overblijfselen bovenin de heuvel begraven. Op niet al te grote afstand van de Ballooër Galgenberg ligt de Stakenberg en ook deze ligt langs de doorgaande weg.
Maar ook vóór de periode waarin de Gerechtsplaats in Assen functioneerde, vonden er executies plaats en werden de stoffelijke overschotten tentoongesteld. We hebben het dan over de Middeleeuwen. Uit die tijd kennen we allerlei veldnamen die verwijzen naar executieplaatsen,
foto: Wijnand van der Sanden
Galgenbergen
Het is heel wel denkbaar dat de heuvel Stakenberg heet omdat er staken stonden met daarop de hoofden van onthoofde wetsovertreders. De Galgenberg van Westerbork
Sinds kort heeft Stichting Het Drentse Landschap een van de bekende galgenbergen onder haar hoede, namelijk die van Westerbork die ze in 2009 heeft overgedragen gekregen van de Stichting Oud Drenthe. Deze galgenberg ligt ongeveer 2 km ten zuidoosten van de kerk van Westerbork. Een smal paadje voert vanaf de verharde weg (Westerborkerveld) naar de bijna 1,5 m hoge heuvel. In 1934 onderzocht Van Giffen de heuvel, althans wat er van over was. Bij het slechten van de heuvel was men op hout- en skelet-
De Galgenberg van Westerbork
20
Cultuurhistorie
Op dinsdag 16 november om 19.30 uur houdt Wijnand Van der Sanden een lezing over Galg en rad in Boerderij Kamps. Toegang is € 2,50 p.p. (incl. koffie/thee). Opgave via aanmelden@drentslandschap.nl of (0592) 31 35 52.
indertijd terechtgestelden, wier lijken men destijds op zichtbaar ruwe wijze boven in den heuvel had begraven.’ Het paalrestant waarvan sprake is, zou volgens Van Giffen even zuidelijk van het heuvelmidden zijn ontdekt. Hij heeft het hout zelf nooit gezien, omdat het toen al was opgeruimd. Op zijn beurt lijkt hij de skeletresten niet bewaard te hebben; ze zijn in ieder geval nooit aan het Drents Museum overgedragen. De heuvel ligt enkele honderden meters ten westen van de markegrens tussen Westerbork en Orvelte, ca. 250 m oostelijk van de weg die op de Franse kaart Westerbork met het zuidelijk daarvan gelegen Garminge verbindt.
Heuvel 1 op het Landgoed Hooghalen
De Stichting Het Drentse Landschap mag nog een andere interessante heuvel tot haar bezittingen rekenen, namelijk heuvel 1 op het Landgoed Hooghalen. De heuvel zelf, 18,5 m groot en 2,1 m hoog, gaat terug tot het LaatNeolithicum (klokbekergraf), werd in de eerste helft van de Midden-Bronstijd opgehoogd en in de tweede helft daarvan nogmaals, waarbij er een wijdgestelde paalkrans omheen werd gezet. Uit de derde fase dateren, behalve een centraal graf met een bijl als grafgift, een reeks van negen nabijzettingen. Voor ons is het kuiltje in de top het meest interessant, want dat bevatte skeletresten van een man in de leeftijd van 20-25 jaar. De 14C-datering wijst uit dat hij in de 14de eeuw geleefd heeft. Relevant is verder dat in de zuidwestvoet van de grafheuvel subrecente, oost-west gerichte karrensporen werden waargenomen die verband houden met de oude weg Groningen – Steenwijk (die aan het eind van de 18de eeuw buiten gebruik raakte). De heuvel ligt op slechts 250 m afstand van de markegrens tussen Halen en Hijken. Bewuste keuze
foto: Maarten Westmaas
Tumulus 1 in Hooghalen, waarin de resten van een in de 14de eeuw geëxecuteerde man zijn aangetroffen
resten gestuit, waarna het BiologischArchaeologisch Instituut gewaarschuwd werd. De opgraver stelde vast dat de kern van het grafmonument uit het Laat-Neolithicum stamt. In de grafkuil, die in het centrum van een kringgreppel lag, werden enkele stuks vuursteen aangetroffen. De heuvel werd in de Midden-Bronstijd met plaggen vergroot en opgehoogd en met een dubbele paalkrans omgeven. Deze paalkrans had een diameter van 13,3 m. Het bijbehorend graf is niet aangetroffen. De hout- en skeletresten geven aan dat de heuvel niet ten onrechte de naam Galgenberg draagt. Van Giffen schrijft daar letterlijk over: ‘(…) vonden wij (…) op drie plaatsen de trieste overblijfselen van blijkbaar
Opvallend is dat de heuvels die Galgenberg heten of waarin menselijke resten uit de Middeleeuwen zijn aangetroffen, allemaal prehistorische grafheuvels zijn. Het is niet waarschijnlijk dat hier van toeval sprake is.Veeleer valt bij het begraven van christelijke misdadigers in heidense heuvels te
denken aan een bewuste handeling, in de hoop en verwachting dat ze tot in de eeuwigheid door de geheimzinnige creaturen die in die heuvels huisden – dominee Johan Picardts ‘Witte wieven’, de spreekbuizen van de duivel - zouden worden gekweld. Een straf tot over de grenzen van de dood dus. Ook het feit dat die heuvels vaak bij markegrenzen liggen, is geen toeval. Het symboliseert de ruimtelijke verdrijving van de veroordeelden naar de uiterste rand van de samenleving. Zo bieden deze jonge begravingen in prehistorische grafheuvels ons dus een kijkje in de gedachtewereld van de middeleeuwse Drent.
Illustratie uit het boek Antiquiteten (1660) van dominee Johan Picardt waarop te zien is dat er (volgens Picardt) Witte Wieven in holle grafheuvels huisden
* Dr.W.A.B. van der Sanden is als provinciaal archeoloog verbonden aan Drents Plateau.
Exclusief voor lezers van het Kwartaalblad van Stichting Het Drentse Landschap Over Galg en rad executieplaatsen in Drenthe van € 22,95 voor € 18,50. Rijk geïllustreerd met kaarten en foto’s. Voor iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van Drenthe. Bestellen gaat eenvoudig. Via internet: www.waanders.nl. Maak gebruik van de actiecode 502-36602 bij uw bestelling. Maak € 18,50 over op bankrekening 69.18.13.754 ten name van Uitgeverij Waanders in Zwolle onder vermelding van uw naam en uw adres en u ontvangt het boek binnen enkele dagen in de bus. Verzending is kosteloos. Deze aanbieding is geldig tot en met 7 december 2010
Op 18 september 2010 vindt voor de eerste keer de Hunzeloop plaats in Zuidlaren. Deelnemers en bezoekers van dit wandelevenement kunnen meedoen aan een fotowedstrijd. Stuur hiervoor de mooiste, leukste, ontroerendste, sportiefste en/of gezelligste foto in. De foto’s (maximaal 3) kunnen worden ingestuurd van 18 t/m 24 september naar hunzeloop@drentslandschap.nl. Een jury kiest uit de inzendingen 3 prijswinnaars. Daarnaast worden de 16 mooiste foto’s tentoon gesteld van 22 t/m 30 oktober in Warenhuis Vanderveen aan het Koopmansplein in Assen. Wie weet geniet u dan straks een lang weekend in één van de vakantiewoningen van Het Drentse Landshap. Naast deze hoofdprijs worden er nog twee kleinere prijzen weggegeven. De 3 prijs winnaars ontvangen tevens hun foto op groot formaat (40 x 60 cm).
22
Boekbespreking
De heide en Drenthe zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Toch is er nog geen boek over de Drentse heide. Binnenkort gaat dat veranderen. ´Paarse Pracht´ beschrijft de natuur en de historie van de heide, de invloed van de mens en geeft een visie op de toekomst: “Het gaat nu om het herstel van de relatie van de heide en de omliggende gebieden.”
“ De ijzige wind waait met een vernietigende kracht over de uitgestrekte toendra. Zo ver het oog reikt bestaat de wereld uit een grauwe, licht golvende vlakte van zand, keien en leem. Het uitgestrekte land is begroeid met kort gras met hier en daar wat struiken. De storm neemt tonnen aan zand en stof mee en bedekt geleidelijk de leemlaag. Alleen de allersterksten, de oeros, de poolvos en het rendier, kunnen hier overleven.Voor mensen is er nauwelijks plaats. Hier en daar slaan zwervende rendierjagers hun kamp op, om kort daarna weer te vertrekken. Een bruut en vijandig klimaat.”
Dat zijn de eerste regels van ´Paarse Pracht´ en die zetten meteen de toon. De auteurs, Albert Kerssies en Hans Dekker, beschrijven de heide als het gezamenlijke product van natuurlijke omstandigheden en menselijk handelen. Het begint met de Drentse ondergrond, die uniek is vanwege de in de ijstijden ontstane combinatie van hard keileem en grondwater dat daar in ondergrondse slenken overheen stroomt. Mensen, vooral boeren met hun schaapskudden, deden de rest. Een oud rijmpje herinnert aan die tijd:
Eric le Gras*
nieuw boek over de Drentse heide
Ontginningen
De door mensenhanden geschapen heidelandschappen bekijken we nu als waardevolle natuurgebieden met een geheel eigen rijkdom aan planten- en diersoorten. Ook die soorten krijgen hun plaats in het boek, net als bedreigingen als milieuvervuiling, ontwatering of verbossing en de rol van de schaapskudde en het heidekoetje. De eerste helft van de twintigste eeuw, de periode van de grootscheepse heideontginningen, kreeg onder het motto ’Hoe klein wordt mijn heide?’ een apart hoofdstuk. Het leek er toen op dat de heide bijna helemaal uit Drenthe zou verdwijnen, maar natuurliefhebbers wisten het tij te keren. Er is veel fraaie heide verdwenen, maar dankzij hun inspanningen valt er ook nog genoeg te genieten. Maar alleen het aankopen van heideterreinen door natuurorganisaties is niet genoeg. De heide is een product van menselijk ingrijpen, en heidebeheer blijft noodzakelijk. Dat beheer bestond in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw vooral uit prullenbakken legen en wandelpaden onderhouden. Ondertussen namen grassen de plek in van Dop- en Struikhei en kwamen er bramen of zelfs brandnetels op. De ommekeer kwam toen natuurbeheerders actief gingen ingrijpen en bijvoorbeeld de eerste plagmachines op de heide verschenen.
foto: Hans Dekker
Recreatie
Ook nu profiteren de bewoners van Drenthe nog van de heide. Tegenwoordig zijn dat vooral de recreatieondernemers en in hun kielzog de winkeliers, de fietsenverhuurders en al
die andere ondernemers die een boterham verdienen aan de heide. ‘Paarse Pracht’ geeft ruimte aan hun kijk op de heide en besteedt daarnaast aandacht aan de uiteenlopende visies van kunstenaars, grondverzetbedrijven of boeren. Blueszanger Harry Muskee vertelt het verhaal van zijn hit ’Window of my eye’, die is geschreven in het Grolloërveen, aan de rand van een ven. Het boek eindigt voorzichtig optimistisch. Het heidebeheer was volgens de auteurs de afgelopen tientallen jaren gericht op het interne herstel van de heide. Maar wat bij bijna alle heidevelden opvalt, is de scherpe afgrenzing met bossen of landbouwgronden. De relatie tussen de heidevelden en hun omgeving is verdwenen, terwijl het juist een afwisselend landschap was van graslanden, essen en heidevelden, compleet met geleidelijke overgangen. In die afwisseling en overgangen konden veel planten en dieren een eigen plaatsje vinden. Het herstel van de heide en de omringende gebieden is de uitdaging voor de heidebeheerders van de toekomst. Begunstigers van Het Drentse Landschap kunnen het boek met korting bestellen door gebruik te maken van de folder die bij dit kwartaalblad zit.
*E. le Gras is freelance journalist. Hij schreef de interviews van ‘Paarse Pracht’.
Heide-excursie Op zondag 3 oktober 14.00 uur houdt Het Drentse Landschap een Heide excursie over het Doldersummerveld. Zie voor meer informatie Activiteiten eruit gelicht.
foto: Hans Dekker
Zonder heide, geen schapen Zonder schapen, geen mest Zonder mest, geen graan Zonder graan, geen brood
Valkruid Vlaggenschip van heischraal grasland
Voor 1950 kwam Valkruid in Drenthe algemeen voor in heide, heischrale graslanden en in vrij droge beekdalgraslanden waar keileem in de bodem zit. Tegenwoordig behoort zij tot de zeldzame planten. De plant reageerde indertijd snel op een toename van de mineralen in de bodem, bijvoorbeeld na een heidebrand. De as zorgde dan voor net dat beetje meer mineralen, dat nodig was voor een tijdelijke massale groei. Ook rond schuttersputjes in de hei groeide Valkruid, omdat soldaten de leemhoudende grond uit het putje op de omringende heide gooiden. Datzelfde gebeurde op plekken waar boeren leem groeven.Lezers van Grasduinen en vrijwilligers van Floron hebben valkruid gekozen als meest karakteristieke bloem van Drenthe. Dopheide en zevenster werden tweede en derde.
24
Fietsroute 16
F ie t s ro u t
5 16
6
Bertus Boivin / Eric van der Bilt
4
3 2 1
(met routeadvies van Roelof Huisman)
Schoonebeek
e
Start
14 7
8
13 10 12 11
9
Regelmatig is ons vanmorgen die beroemde dichtregel van J.C. Bloem door het hoofd gegaan: ‘Wat is natuur nog in dit land’. Hoog boven ons hoofd doen de wieken van windmolens overkomende vliegtuigen na. Enorme groene buizen op een bedje van beton trekken lange lijnen door het landschap. Het Schoonebekerdiep, de moeder van dit landschap, lijkt een eendenvijver in een nieuwbouwwijk. En dan plotseling een oud klinkerstraatje met prachtige boerentuinen en de mooiste boerderijen. Rechtstreeks van het industrieterrein het openluchtmuseum in. Dat kan alleen in Schoonebeek.
foto: Bertus Boivin
In het Westerse en het Oosterse Bos lijken de boerderijen schots en scheef door elkaar gebouwd, maar de schijn bedriegt. De kronkelende weg volgt het onregelmatige verloop van de zandrug. U ziet dat alle boerderijen steeds keurig met de baanderdeuren naar de weg gericht liggen. In de meeste gevallen is het voorhuis van de boerderijen dan ook niet vanaf de weg te zien. In hun huidige vorm stammen de meeste oude Schoonebeker boerderijen veelal uit de achttiende eeuw. Schoonebeek telt 34 rijksmonumenten.
Westerse Bos en Oosterse Bos Waarschijnlijk is Schoonebeek in de dertiende eeuw ontstaan. Het was een randveenontginning op een rij zandruggen langs de noordrand van het Schoonebekerdiep. De route brengt u langs de twee oudste delen van Schoonebeek: het Westerse Bos (punt 3 in de route) en het Oosterse Bos (14). Tussen deze beide buurtschappen liggen het Kerkeind en Middendorp. Het Kerkeind is uitgegroeid tot het huidige dorp Schoonebeek
Opstrekken van veen naar diep Het fragment van de topografische kaart van circa 1900 maakt veel duidelijk over het oude Schoonebeker landbouwbedrijf. Elke boerderij had een strook land van doorgaans meer dan twee kilometer lengte. Deze opstrekkende percelen liepen vanaf het hoogveen in het noorden tot aan het Schoonebekerdiep. Direct bij de zandrug legden de kolonisten van Schoonebeek destijds hun akkers aan op het bovenveen. Door inklinking van het veen was men na verloop van tijd gedwongen de oude akkers op te geven en nieuw bouwland aan te maken richting hoogveen. Richting zuiden lagen de ‘Stukken’. Het eerste gedeelte - vanaf de boerderijen gezien - was in gebruik als ‘koelanden’. Dichterbij het Schoonebekerdiep was de grond te drassig voor het vee. Hier was het land als hooiland in gebruik. Veenputten, akkers, koeland en hooiland, het hele boerenbedrijf op één lange strook land.
foto: Drents Museum
25
foto: Rens Bonekamp
Vetweiderij Ten oosten van Schoonebeek lagen in de Twist de groenlanden die het gemeenschappelijk eigendom van de Schoonebeker boeren waren. Hier begon men in de zestiende eeuw veestallen te bouwen. Vanuit deze zogeheten ‘booën’ lieten de boeren ‘s zomers jonge ossen weiden die later als slachtvee verkocht werden. In de boo was een kamertje waar de herder - de booheer zeiden ze in Schoonebeek - sliep als hij een zomer lang met zijn vee bij het Schoonebekerdiep verbleef. In de achttiende eeuw bracht de vetweiderij langs het diep welvaart in Schoonebeek. De grote boerderijen in het Westerse en Oosterse Bos zijn daar tot op de dag van vandaag het bewijs van.
2 heen is de Katshaarschans eigendom van Staatsbosbeheer en Stichting Het Drentse Landschap.
Katshaarschans De belangrijke weg van Coevorden naar het noorden was vlakbij het stadje niet meer dan een smalle zandrug door het veen. Om de weg te kunnen controleren werd rond 1700 de Katshaarschans gebouwd (punt 6 in de route). Waarschijnlijk is de Katshaarschans het directe resultaat van slechte ervaringen in het rampjaar 1672. Dat jaar stond ‘Bommen Berend’ voor de poorten van Groningen voor iemand er erg in had. Later werd de vierkante aarden schans aan de zuidkant uitgebreid met een zogeheten retranchement waarin twee extra kanonnen konden worden opgesteld. Samen met het heideveld erom-
Aardoliewinning Tussen 1948 en 1996 hebben de jaknikkers van de NAM in Schoonebeek miljoenen vaten olie naar boven gepompt. Toen werd de productie gestaakt omdat de olie steeds moeilijker te winnen was en daardoor te duur werd. De jaknikkers verdwenen uit het landschap van Schoonebeek. U zult onderweg zien dat ze in het aangrenzende Duitsland (punt 9 in de route) gewoon dienst bleven doen. De recente hoge olieprijzen maakten voor de NAM een investering van zo’n 350 miljoen euro in nieuwe stoominjectie-techniek rendabel om het Schoonebekerveld weer in productie te nemen. In de Warmtekrachtcentrale op het nieuwe NAM-emplacement aan de Beekweg zal stoom geproduceerd worden die via enorme transportleidingen naar de ruim zeventig nieuwe putten gebracht wordt. De stoom maakt de olie vloeibaar. Het mengsel van olie en water wordt uit de put omhoog gepompt door vijftien meter hoge grijze pompinstallaties die de jaknikkers vervangen. De olie en het water worden in de Oliebehandelingsinstallatie op het NAMemplacement gescheiden. De olie gaat via een pijpleiding naar een raffinaderij in het Duitse Lingen. Het injectiewater wordt naar lege gasvelden in Twente gepompt. De NAM hoopt dat het Schoonebekerveld eind 2010 weer kan gaan produceren.
foto: Willem Kolvoort
1
foto: TOPFOTO
15
Uitneembaar routekaartje in dit nummer. Ook te downloaden op www.drentslandschap.nl
3
1 Veel wetenswaardigs over het boerenleven in het oude Schoonebeek vindt u in museumboerderij Zwaantje Hans Stokman’s Hof. Regelmatig wordt op de plavuizen van de keukenvloer een vers tapijt van fijn zand gestrooid. Destijds was dat een specialiteit van de Schoonebeker boerinnen. Zwaantje Hans Stokman’s Hof, Burg. Osselaan 5, 7761 BS Schoonebeek, (0524) 53 17 02, www.zandstrooiboerderij.nl 2 Vlak vóór Nieuw-Schoonebeek ligt rechts van de weg de Wilms’ boo. Het is de enige overgebleven boo van de ongeveer dertig die destijds in het beekdal van het Schoonebekerdiep stonden. Vijf gebinten vormen het skelet van het gebouwtje. Niet alleen het dak van de boo is met riet gedekt, ook de wanden zijn van riet en stro. Er was ruimte voor zo’n twintig dieren plus de herder. Naast de boo staat een hooischuur. Na een grote brand in 2004 kon de Wilms’ boo onder auspiciën van Stichting Het Drentse Landschap herbouwd worden. In een van de gebouwen is nu een bed and breakfast gevestigd. Ook kan het gebruikt worden als trouw locatie. Kijk voor meer informatie op: www.wilmsboo.nl 3 Van het oude Schoonebekerdiep is niets meer over. De honderden bochten in het stroompje zijn zo’n vijftig jaar geleden al verdwenen. Het huidige Schoonebekerdiep trekt een nette, rechte grenslijn tussen Nederland en Duitsland. Enorme tapijten Gele plomp (Nuphar lutea) bewijzen dat het water van deze voormalige voedselarme veenbeek inmiddels behoorlijk voedselrijk geworden is.
26
Van de Hunze en de sterren
Eric van der Bilt*
Al vanaf het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw zet Het Drentse Landschap zich intensief in om van de Hunze weer een natuurlijke beek te maken. En met succes zoals in het vorige kwartaalblad was te lezen. Een van de meest bijzondere projecten in het Hunzedal is het LOFAR project dat op 12 juni j.l. door koningin Beatrix in werking werd gesteld. De stichting was in eerste instantie niet gelukkig met deze nieuwe radiotelescoop op deze plek, maar toen bleek dat het een gouden kans was voor het realiseren van extra natuur, was het roer snel om.
Terreinbeschrijving
foto: Archief HDL/LOFAR
Astronomie
Het Nederlands Instituut voor Radio Astronomie (ASTRON) in Drenthe is een onderzoeksinstituut van naam. ASTRON bouwt en exploiteert instrumenten voor astronomisch onderzoek. Naast de radiosterrenwacht Westerbork is ASTRON gastheer van het Europese Instituut JIVE, waar de gegevensverwerking van radiotelescopen uit Europa en andere delen van de wereld plaatsvindt. Ook wordt door de organisatie in het technisch laboratorium, gevestigd in Dwingeloo, aan de rand van het grootste vochtige heideveld van Nederland, het Dwingelderveld, innovatief onder-
zoek gedaan naar een geheel nieuwe technologie, die moet leiden tot de ontwikkeling van de radiotelescopen van de toekomst. ASTRON heeft, dankzij technisch hoogstaand onderzoek, wereldwijd een leidende rol verworven op het gebied van antennetechnologie, hoogfrequente elektronica, analoge en digitale signaalverwerking, chipontwerp en gekoelde infrarood apparatuur. Astronomie is een tak van de natuurkunde, die de natuurkundige processen en verschijnselen in het heelal bestudeert. Die processen zijn zo bijzonder omdat het gaat om extreme natuurkundige verschijnselen, zoals extreem hoge snelheden, extreem hoge of juist extreem lage temperaturen, kernfusies, zwarte gaten, supernova’s en dergelijke. Het gaat om extreme fysische omstandigheden, die niet kunnen worden nagebootst in aardse laboratoria, maar die zich in het universum gewoon voor ons afspelen. Het sterrenkundig onderzoek in
woensdag 10 november 19.30 uur Begunstigersavond over de Hunze Een boeiende avond met als thema ‘De Hunze’, waarbij Eric van der Bilt (directeur) vertelt over de Hunze en alle nieuwe ontwikkelingen. Geert de Vries (oud bestuurslid) neemt u met behulp van prachtige foto’s mee op een tocht door dit dynamische gebied en Peter Bennema (LOFAR) vertelt over het omvangrijke project ‘LOFAR’. Locatie: Café Bussemaker, Zuiderhoofdstraat 1, Exloo. De avond is gratis en alleen voor begunstigers. Opgave is noodzakelijk en kan per e-mail: aanmelden@drentslandschap.nl of telefonisch bij het secretariaat: 0592-313552.
Nederland staat internationaal zeer hoog aangeschreven. Ons land meet zich dan ook met gemak met onderzoekers uit landen als Engeland en Amerika. Dat komt door een lange traditie van zeer hoogwaardig astronomisch onderzoek dat aan de Nederlandse universiteiten wordt uitgevoerd. LOFAR
ASTRON ontwikkelt een geheel nieuwe radiotelescoop, LOFAR genaamd. LOFAR staat voor Low Frequency Array. De eerste laagfrequente radiotelescoop ter wereld, die signalen met een frequentie van 30 t/m 250 MHz waarneemt. Deze grootste radiotelescoop ter wereld zal bestaan uit ca 25.000 kleine antennes (maximale hoogte 1,65 meter) die in clusters volgens een specifiek patroon verspreid worden over heel Noord-Nederland en in een deel van Duitsland. De dichtstbijzijnde ster is de zon. Het zonlicht doet er 8 minuten over om de afstand af te leggen van de zon naar de aarde. Het licht en andere signalen van de volgende ster doet er 4 jaar over om de aarde te bereiken. Naarmate de objecten die bestudeerd worden verder weg staan, doen de signalen er miljoenen en zelfs miljarden jaren over om de aarde te bereiken. In feite kijken we naar zeer oude signalen uit het heelal. De astronomen zijn geïnteresseerd in de verschijnselen die plaatsvonden vlak na de oerknal, het moment van het ontstaan van het heelal, meer dan 13–14 miljard jaar geleden. Met de huidige stand van de techniek kon men nog geen waarnemingen doen die zover teruggaan. Met LOFAR zal men wel zover terug in de tijd kunnen kijken. LOFAR biedt daarnaast de mogelijkheid om zonnestormen tijdig te signaleren alvorens die schade kunnen veroorzaken, precisie-landbouw te ontwikkelen, seismisch onderzoek
© LOFAR
De eerste grote radiotelescoop werd gebouwd in de jaren vijftig van de vorige eeuw en vormt nog steeds een niet meer weg te denken oriëntatiepunt in het Dwingelderveld.Voor die plaats werd toen gekozen vanwege de rust, die daar aanwezig was.Voor een goede ontvangst van zeer zwakke signalen uit het heelal is namelijk een omgeving nodig met zo min mogelijk elektromagnetische storing en dus met zo min mogelijk menselijke activiteiten in de vorm van bebouwing, gemotoriseerd verkeer, hoogspanningskabels, mobiele telefoons en machines. Ook de locatie van de Westerbork radiotelescoop in de bossen bij Hooghalen is in de jaren ´70 gekozen vanwege de relatieve ‘elektromagnetische rust’ in dat gebied. Rond de Westerbork radiotelescoop en het laboratorium in Dwingeloo zijn dan ook storingsvrije zones ingesteld. Op een natuurlijke wijze ontstond daarmee een bondgenootschap tussen natuur en astronomie, tussen ASTRON en terreinbeheerders. Alhoewel het om vreemde technische objecten gaat die in natuurgebieden staan, vormt hun aanwezigheid ook een bescherming van de natuurbelangen in het gebied.
27
28
Terreinbeschrijving
te faciliteren om bijvoorbeeld meer inzicht te verkrijgen in de bodemdalingsprocessen in Noord-Nederland. Ook het bedrijfsleven, ziekenhuizen, bibliotheken en HBO-opleidingen
Kaartbeeld rond 1900 met daarop aangegeven de LOFAR-begrenzing
zullen profijt kunnen trekken met het supersnelle ICT-netwerk dat de antennestations met elkaar verbindt. Maatschappelijk draagvlak
Legenda > hermeandering beeksituatie 1900
antenne veld
Vanaf het begin kon het LOFARproject op groot enthousiasme bij bestuurders en bevolking rekenen. Wie is er tenslotte niet geïnteresseerd in meer kennis omtrent het ontstaan van het heelal. De Provincie Drenthe en de Gemeente BorgerOdoorn wilden graag meewerken om dit internationaal aansprekende project ruimte in het Hunzedal te bieden. Gezien de mogelijkheden om LOFAR aan natuurontwikkeling te koppelen besloot Het Drentse Landschap in maart 2003 tot een positieve, op samenwerking gerichte, houding. Toen
begin 2004 het Kabinet maar liefst 52 miljoen euro ter beschikking stelde, was het duidelijk dat LOFAR doorgang zou vinden.Vanaf dat moment was de inzet van de stichting erop gericht te participeren in de planvorming met als oogmerk zoveel mogelijk nieuwe natuur in het Hunzedal te doen ontstaan. Interessant uitgangspunt vormde de mogelijkheid om via LOFAR ook de dwarsgradiënt tussen Hondsrug en Hunzedal in natuurtechnische zin te ontwikkelen. Hetgeen een grote meerwaarde biedt, aangezien de meeste natuurontwikkeling in de lengterichting van rivier en dal plaatsvindt.
ha groot, de Uilenbroeken. Dit gebied overlapt een deel van het centrale gebied van LOFAR. Met de grondeigenaren is uitgebreid gesproken over de wens van ASTRON om het hele gebied aan te kopen en te gebruiken voor de installatie van de ruim 6400 antennes en andere sensoren. Het centrale gebied van 400 ha zal afgesloten worden voor gemotoriseerd verkeer, waarbij een uitzondering gemaakt zal worden voor agrarisch en bestemmingsverkeer. ASTRON probeert om de antenneclusters vrij in het veld te plaatsen zonder dat er sprake is van hekwerken of afscheidingen.
De ellips van LOFAR
De partners
Het centrum van LOFAR ligt in de gemeente Borger-Odoorn. Daar komen de antennestations zo dicht bij elkaar te liggen, dat er een gebied van ca 400 ha ontstaat waarin ruim 6400 antennes staan; dat is een kwart van het totale aantal LOFAR-antennes. De ellips van LOFAR. Deze locatie tussen Exloo en Buinen betreft een gebied met voldoende ruimte en relatief weinig elektromagnetische storing. Buiten dit centrale gedeelte zullen de antennestations van ieder 2 ha op steeds groter wordende afstanden langs 5 denkbeeldige, gekromde armen geplaatst worden. Het centrale gebied ligt net ten oosten van de Hondsrug en wordt in noord-zuid richting doorsneden door het gekanaliseerde Achterste Diep, een bovenloop van de Hunze. Het gebied is geheel vrij van bebouwing en recent volledig in gebruik als akkerbouwgebied. De 40 ha grote zone langs het Achterste Diep die door het centrale gebied van LOFAR stroomt, was reeds als natuurontwikkelingsgebied aangewezen. Ook op de flank van de Hondsrug bevond zich een natuurontwikkelingsgebied van in totaal zo’n 150
Een traditionele grote radiotelescoop, zoals in Westerbork, bestaat uit 14 grote, beweegbare stalen schotels met in het brandpunt van elke schotel de eigenlijke ontvanger. Bij LOFAR gaat het om stilstaande eenvoudige antennes, waarvan een type bestaat uit een PVC buisje met vier electriciteitsdraadjes als
© LOFAR
schoordraden, die ook voor de bedrading in een woning gebruikt worden. Men spreekt wel van dipoolantenne. Het geheel is niet hoger dan 1.60 m. Het andere type antenne bestaat uit laag bij de grond geplaatste piepschuimdozen met een oppervlakte van 5 x 5 meter waarin 16 kleine dipoolantennetjes aangebracht zijn. Deze antennes worden in clusters bijeen geplaatst. De signalen (radiogolven) uit alle richtingen van het heelal vallen op het koperdraad, zoals dat bij een gewone FM-radio of tv-antenne ook gebeurt en veroorzaken stroompjes in het koperdraad. Die stroompjes worden gemeten en omgezet in een signaal dat, via een coaxkabel en een glasvezelnetwerk, naar een computer wordt gestuurd. Een LOFAR-antenne ontvangt niet
alleen een gerichte signalenbundel zoals bij de schotelantenne, maar ontvangt alle signalen uit de gehele hemelbol boven de antenne. De supercomputer is in staat om daar meerdere gerichte bundels uit te destilleren, zodat er meerdere waarnemingen tegelijkertijd gedaan kunnen worden. Dit levert een enorme verruiming van ons waarnemingsvermogen. Het project
ASTRON bleek met steun van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) in staat om vanaf 2004 versneld grote oppervlakten grond in het centrale gebied te verwerven. Inclusief de gronden gelegen in de natuurontwikkelingsgebieden Uilenbroeken en de meanderzone langs het Achterste Diep (zie kaart). In het
LOFAR-gebied was sprake van vier verschillende zones met verschillende mogelijkheden voor aankoop, inrichting en beheer. In nauw overleg werd ervoor gekozen om voor het gehele gebied de functie ‘natuur’ na te streven. Om dit ideaal te realiseren ontbraken binnen het LOFAR project echter de middelen. Met name om 280 ha landbouwgrond van de LOFAR-ellips af te waarderen tot een natuurfunctie en het gebied natuurtechnisch in te richten. Gelukkig hielp de Provincie Drenthe de verschillende partijen, te weten ASTRON, Het Drentse Landschap en het Waterschap Hunze en Aa’s om onderzoek te doen naar de mogelijkheden om natuur te ontwikkelen, het LOFAR-gebied technisch adequaat in te richten en het gebied geschikt te maken als waterber-
Situatie 23-8-2009
30
Terreinbeschrijving Van boven naar beneden: – Watersnip – Dotter
foto: Johan Vos
foto: Joop van de Merbel
foto: Jan Albert Kuivenhoven
– Bever
gingsgebied in combinatie met recreatief medegebruik. Oranjewoud B.V. heeft hiertoe een projectplan opgesteld. Het Drentse Landschap wist in een vrij vroeg stadium het VSBfonds bij het LOFAR-project te betrekken. Juist in die tijd wilde het VSBfonds zich nadrukkelijker manifesteren als belangrijk particulier fonds op het punt van natuur- en landschapsprojecten. Al eind december 2005 zegde zij het gigantische bedrag van maar liefst 1 miljoen euro aan Het Drentse Landschap toe. Voorwaarde was wel dat de stichting zelf ook de helft van dit bedrag zou inzetten. Met steun van de Nationale Postcode Loterij die Het Drentse Landschap jaarlijks met een bedrag van ruim een miljoen euro steunt, lukte dat. Dit gegeven bleek mede bepalend voor het besluit van ASTRON om de natuuroptie te kiezen. Zeer tot onze spijt moest het VSBfonds als gevolg van de financiële crisis haar rol als natuurfonds vanaf 2009 volledig beëindigen. Hierdoor kwam al snel een wreed einde aan een prachtig voornemen van het VSBfonds... Na complexe en minutieuze onderhandelingen met o.a. de provincie Drenthe werd in 2008 de financiering voor de uitvoering van het project gevonden. Besloten werd om een nieuw 400 ha groot natuurgebied ter realiseren, waarbij 240 ha de bestemming landbouw kreeg. Op 19 maart 2008 werd een feestelijke overeenkomst getekend. Waarbij de Provincie Drenthe, ASTRON, Het Drentse Landschap en het Waterschap Hunze en Aa’s gezamenlijk 10,5 miljoen euro investeren om het 420 ha grote hightech LOFAR-gebied te combineren met natuurontwikkeling en waterberging. Het inrichtingsplan
Geohydrologisch onderzoek maakte duidelijk dat met name het gebied aan de voet van de Hondsrug kwel-
rijk was. Door te kiezen voor het deels afvoeren van de bouwvoor kon gegarandeerd worden dat basenrijke kwel vanuit de Hondsrug in de wortelzone van de vegetatie terecht komt (Grondwatertrap I). Een solide basis voor een kalkrijk kwelmoeras waarbij ook echter voor een puur botanische doelstelling is gekozen. Er worden slenken aangelegd die het overtollige kwelwater vrij naar de Hunze zullen afvoeren. Dotterbloem en Zwanenbloem komen al in het gebied voor. De doelstelling voor het gebied is gericht op het ontwikkelen van schraalland. Ook voor het gebied langs de beek lag de keuze voor de hand. Het Achterste Diep wordt weer meanderend gemaakt zoals dat voor 1960 ook het geval was. De stuwen worden verwijderd en vervangen door drempels of voorden waardoor de beek vrij optrekbaar wordt voor vissen. Bij veel neerslag zal de meanderzone overstromen. Het zal een ideaal biotoop voor de Bever worden. Meer problemen gaf de keuze voor de tussenliggende gebieden in de gradiënt tussen de Hondsrug en de oostelijk gelegen randveenlinten. Hier ontbreekt de kwel en is sprake van mineraliserend veen met veel stikstof en fosfaat. In combinatie met doordalende waterstanden biedt dit in een botanisch verschralingsregiem eigenlijk alleen uitzicht op eindeloze pitrusakkers. Een keuze voor broekbos kon niet gemaakt worden gezien de eis vanuit de omgeving om de openheid van het Hunzedal te handhaven. Mede gezien de snelle afname van de weidevogelpopulaties in Drenthe en de tot voor kort goede kwaliteiten van dit gebied, is gekozen voor weidevogelbeheer. Het is pas de eerste keer dat Het Drentse Landschap daarvoor kiest omdat zij tot nu toe van mening was
De realisatie
De belangrijkste uitdaging lag echter in het inpassen van het technische programma van eisen vanuit LOFAR. Allereerst moest er een ‘superterp’ midden in het niet begrensde gebied gerealiseerd worden. Een ronde terp met een diameter van 340 meter omgeven door een flinke gracht. Gezien het feit dat het gehele gebied sterk vernat zou worden, moesten alle antennevelden en dus ook de superterp circa 60 cm opgehoogd worden om voldoende drooglegging te verkrijgen. Alle uitkomende grond afkomstig van het afplaggen van het kwelmoeras, de aangelegde slenken en het uitgraven van de meanders en waterpartijen, kon hiervoor gebruikt worden. De antennevelden hebben elk hun eigen toegangsweg gekregen waardoor ook de benodigde bekabeling een prima plek kreeg. Na wat passen en meten kon het volledige programma van LOFAR gerealiseerd worden zonder dat dit ten koste is gegaan van de natuuropdracht. Met name vanuit de lucht valt op hoe bizar dit nieuwe landschap eruit is komen te zien.
© LOFAR
dat dit door boeren in de vorm van agrarisch natuurbeheer zou moeten worden gerealiseerd. De grote aantallen Gele kwikstaart,Veldleeuwerik, Graspieper en de aanwezigheid van Kwartelkoning, Grutto, Kievit, Wulp, Scholekster, Patrijs en Watersnip rechtvaardigen deze keuze. Getracht zal worden om samen met de lokale boeren het gebied regelmatig met vaste mest te bemesten en er is gekozen voor blijvend grasland, hoge grondwaterpeilen en mozaïkbeheer. Ook worden gradiënten toegevoegd in de vorm van waterpartijen. Waar mogelijk worden delen van de gekanaliseerde Hunze gespaard om vervolgens te verlanden.
In de zomer van 2008 werd het werk opgedragen aan de fa. Oosterhuis uit Nijeveen. Een oude bekende op het punt van het uitvoeren van natuurontwikkelingsprojecten. De directie lag in handen van Oranjewoud. Het was een enorm karwei met veel natte perioden die het werken onmogelijk maakten. Door de aanwezigheid van (kritische) weidevogels lag het werk ‘s zomers vaak stil. Hierdoor moest er in korte perioden enorm veel werk verzet worden.Via luchtfoto’s konden we het gebied zich langzaam zien ontwikkelen. September 2009 werd het werk opgeleverd. Inmiddels was ook de bekabeling aangelegd, de transformatorhuisjes geplaatst en de antenneveldjes aangelegd. De aangelegde slenken vulden zich verbazingwekkend snel met kwelwater. De toekomst
Inmiddels zijn er afspraken met boeren uit de omgeving gemaakt over het graslandbeheer. Samen met de omgeving willen we hier zoals gezegd een goed weidevogelgebied tot stand brengen. Astronomen uit de hele wereld gaan aan het werk en zullen tenminste de komende 20 jaar baanbrekend
wetenschappelijk onderzoek verrichten. Daarna zal het volledige gebied, dus ook de 50 ha aan antenneveldjes, voor de natuur beschikbaar komen. Het ligt in de bedoeling om begin 2011 alle gronden, ca 400 ha in totaal, aan Het Drentse Landschap over te dragen. Het eigendom is dan geregeld, het beheer eveneens. ASTRON blijft verantwoordelijk voor de antennevelden, Het Drentse Landschap voor de rest. Samen met de LOFAR-tafel, een initiatief om de omgeving in recreatieve zin mee te laten profiteren van dit grote en interessante project, worden momenteel de kansen voor een informatiecentrum met uitkijktoren onderzocht. Het realiseren van een adequate recreatieve ontsluiting vormt een van de laatste opdrachten voor partijen. Al met al is op een ongelofelijke manier een prachtig ruim 400 ha groot nieuw natuurgebied tussen Hunze en Hondsrug ontstaan. Dankzij de hulp van velen.
Situatie 23-5 2010
* Drs. E.W.G. van der Bilt is directeur/bestuurder van Het Drentse Landschap.
Zeldzame Velduilen in Dijkveld Tussen Loon en Assen stroomt het Deurzerdiep door het natuurterrein Dijkveld. Het gebied maakt deel uit van het cultuurhistorisch en landschappelijk unieke stroomdal van de Drentsche Aa.
foto Jaap de Vries
In het stroomgebied van de Drentsche Aa wordt gestreefd naar een grotere diversiteit aan planten en dieren, herstel van het landschap en - vanzelfsprekend het vasthouden van het water. Het gebied is tenslotte al heel lang een belangrijk waterwingebied van WMD. Ook de natuurliefhebber komt in het plan aan bod. Staatsbosbeheer, de Gemeente Assen, Defensie en WMD werken samen in het beheer. Grote delen van het gebied worden begraasd door Charolais koeien van zorgboerderij De Balloohoeve. Sinds vorig jaar is de veestapel uitgebreid met Brandrode runderen. Oer-hollandse sterke koeien met een prachtige dieprode kleur.
Kijk voor meer informatie over drinkwater op www.wmd.nl.
Door afwisseling van begraasde en onbegraasde percelen is een gevarieerd open terrein ontstaan. Veel vogelsoorten profiteren hiervan. Een bijzondere rode lijstsoort die regelmatig in Dijkveld wordt gezien is de Velduil. Velduilen leven in grote ruige rietmoerassen, graslanden en agrarisch cultuurland. Dijkveld vormt zo’n landschap samen met het BallooÍrveld en het Gastersediep. Het Dijkveld is van verschillende kanten toegankelijk, bijvoorbeeld via de Meanderdijk in Loon en vanaf een zijweggetje aan het begin van de Lonerstraat in Assen. Er zijn fiets- en wandelpaden en op sommige punten mag het pad worden verlaten om te struinen.
Activiteiten
33
Activiteiten eruit gelicht Heide-excursie Doldersummerveld
foto: Joop van de Merbel
zondag 3 oktober 14.00 uur
zondag 17 oktober 13.00-16.30 uur
Op de Nederlandse zandgronden was heide rond 1850 het belangrijkste landschapstype. Drenthe spande de kroon. Driekwart van de provincie was bedekt met heide en veen. Het was de tijd van de grote schaapskuddes, de onafzienbare heide en de grote escomplexen. Naar aanleiding van het onlangs verschenen Heideboek nemen deskundigen u mee voor een terugblik naar deze barre tijden. Start: parkeerplaats informatiecentrum (bij schaapskooi) Huenderhoeve, Huenderweg 1, Doldersum.
Een wandeltocht voor kinderen met ouders over Kampsheide. Onderweg komen de kinderen te weten hoe bomen, planten en dieren zich voorbereiden op de naderende winter. Deze activiteit is een Oktobermaand – Kindermaand-activiteit. Locatie: Balloo. Opgave per e-mail: aanmelden@drentslandschap.nl of telefonisch bij het secretariaat: 0592-313552. © Truus Rademaker
Brrrrrrr, koud, hè!
Lezing over joodse feestdagen
foto: Sonja van der Meer
zondag 24 oktober 15.00 uur
Arrangement ‘Huizen van stand’
foto: Sonja van der Meer
zondag 28 november 14.00-17.30 uur
De joodse religie kent vele feestdagen, die kleurrijk worden gevierd. Diverse traditionele lekkernijen verhogen de feestvreugde. Speciaal voor begunstigers van Het Drentse Landschap verzorgt Bob Theewis een inspirerende lezing over de joodse feestdagen. Daarbij zult u ook van enkele bijzondere hapjes kunnen genieten. Deze bijeenkomst wordt door de Vereniging Behoud Synagoge Zuidlaren aangeboden aan de begunstigers van Het Drentse Landschap en is dus gratis bij te wonen. In verband met de beperkte plaatsruimte is aanmelden gewenst via info@synagogezuidlaren.nl of telefonisch 050-4061210. Locatie: Synagoge, Zuiderstraat 1, 9471 KJ Zuidlaren.
Op de havezate De Havixhorst geeft Jan Bos een prachtige lezing over huizen van stand in Drenthe. Vervolgens staat er een heerlijke high tea voor u klaar. Als afsluiting krijgt u een bijzondere rondleiding door De Havixhorst. Kosten arrangement € 30,00 p.p. (inclusief lezing en high tea). Opgave is noodzakelijk in verband met een maximum aantal deelnemers. Opgave kan per e-mail: aanmelden@drentslandschap.nl of telefonisch bij het secretariaat: 0592-313552.
Erfgoed
34
Wapperende was op het boerenerf Een schone wapperende was aan de waslijn geeft elke rechtgeaarde huisvrouw een tevreden gevoel. Misschien komt het door het weer dat er bij hoort: een lekker windje en een vrolijk zonnetje en straks de heerlijke geur van buiten gedroogde was. Maar de vrouwen werken vaak buitenshuis en de wapperende was? Die zit, nodig of niet, steeds vaker in de droogtrommel.
foto: Harry Cock
Janny Oudega*
Het Drentse boerenerf is een functioneel erf. De afgelopen jaren met meer welvaart werd het erf steeds minder functioneel en verdwenen de karakteristieke elementen. De moestuin ging van de voorkant naar de zijkant of verdween helemaal. Fruitbomen werden gekapt en er kwam een siertuin waarvoor ook de huisweitjes moesten wijken. Schaduwgevende linden moesten verdwijnen en worden nu aangeplant als modieuze boom, niet geknot, maar geleid. En de waslijn verdween ook, misschien omdat de was niet meer zo wit was? Gelukkig is er ook een kerende beweging. Het besef van schoonheid in de harmonie tussen erf, landschap en boerderij groeit. De moestuin komt weer terug, oude rassen van fruitbo-
men worden opnieuw aangeplant en boerenheesters en dahlia’s krijgen weer waardering. De was, zwaar werk
Het wassen was vroeger een van de belangrijke taken van de boerin. Het was zwaar werk. Er moest veel water uit de regenput of uit de sloot gehaald worden. Er werd alleen gewassen als er voldoende schoon water was en het weer niet al te slecht. Het water ging in de houten tobbe of een zinken teil. Eerst stond het witte goed een nacht te weken in sodawater. De volgende morgen werd alles eerst geboend en dan gekookt met groene zeep. Dat gebeurde in de kookpot in het stookhok of buiten op een butagasbrander. Dan werd het wasgoed opnieuw
geboend en twee, drie keer gespoeld. De bonte was werd in hetzelfde sodawater geweekt en kwam ook in het nog warme zeepwater van de witte was. Hergebruik heet dat nu. Op een wasbord of een plank met borstel werd alles stevig geboend. De wollen hemden en onderbroeken en de ‘striepkoorn’ (manchester) broeken waren lastig te hanteren.Voor het uitwringen moest je een paar stevige handen hebben. Meestal deed je het met z’n tweeën, elk aan een kant draaiend in tegengestelde richting. De witte was kwam op de bleek te liggen. Uitgespreid op het gras, vochtig gemaakt met een gieter of door een klein regenbuitje, werd het hagelwit. De bonte was met rode zakdoeken, hemden, wollen borstrokken, tafelgoed, theedoeken en dweilen, kwam aan de waslijn te hangen als het goed weer was of werd op een droogrek gelegd. Het goeie goed moest daarna nog door de stijfsel en worden gestreken. Dan moest alles nog worden opgevouwen en opgeborgen. Alles bij elkaar duurde het zeker drie dagen voordat de boel weer aan kant was. Als er binnen ruimte was om te wassen, op de pompstraat, dan liet men het waswater via het ‘geutegat’ naar buiten lopen. Het werd dan benut in de groentetuin of om nog even het straatje te schrobben. Buiten werd er gewassen bij het stookhok, aan de ‘natte’ kant van de boerderij, waar vaak wel een stukje erf verhard was. Energiezuinig: de waslijn
Gaandeweg kwamen er voorzieningen die het wassen gemakkelijk maakten:
de pomp, het wasbord, de langzaamwasser, de wringer, de stamper, de wasknijpers, de centrifuge en uiteindelijk de volautomatische wasmachine en de droogtrommel. Eindelijk wat meer vrije tijd. En toch, de was aan een waslijn op het erf is nog steeds een mooi gezicht. Het hoort op een erf waar aandacht is voor harmonie tussen boerderij, erf en landschap. En in tijden van belangstelling voor alternatieve energiebronnen is wind en zon dè manier om het wasgoed goedkoop en energiezuinig droog te krijgen. En zo vaak regent het nou ook weer niet. Dus benut een winderige plek opzij op het erf voor de waslijn. De smid in het dorp maakt een paar stevige palen met een grondanker en bovenaan een dwarsijzer met gaten om de lijnen aan te knopen. Vroeger zag je ook veel hoge lijnen. Zonder wasgoed eraan hangen ze laag en als de lijn vol is wordt er in het midden een stok onder gezet die het geheel optilt. Het hangt van de erfindeling af, wat het handigst is. Een bleek is gemakkelijk aan te leggen: een grasveldje waar het gras tamelijk kort moet worden gehouden. Het maaisel gaat naar de dieren. Wel moet het bleekveld worden omheind en afgesloten tegen honden en katten. Anders moet het spoelwerk opnieuw beginnen. Marga Kool in: Een kleine wereld, 2006, uitgeverij Anthos; “Het natte, schoongespoelde goed werd aan de waslijn gehangen, weer of geen weer. In de zomer kon je stiekem je gezicht in de lakens drukken. Die roken naar hooi
35
foto: Joop van de Merbel
Activiteiten
en bloemen en naar witte wolken in blauwe lucht. ’s Winters roken ze naar regenvlagen en sneeuw, naar onze eierkolen en de turf en het hout dat de buren in de kachel stookten ….”.
*Drs. J.J.H. Oudega-Schokker is lid van de Werkgroep Boerenerven Drenthe.
Stichting Het Drentse Landschap behartigt ook de belangen van de Stichting Drentse Boerderijen en ondersteunt de Werkgroep Boerenerven Drenthe.
Stilte wordt in Nederland een schaarse ervaring. Niet alleen in de stedelijke woonomgeving, maar ook in natuurgebieden is het steeds minder stil. De Gezondheidsraad denkt dat over enkele tientallen jaren 30-40 procent van de natuur- en recreatiegebieden zijn aangetast door verkeersgeluid. Een ‘deken’ van lawaai strekt zich steeds verder over Nederland uit, aldus de Raad. Dat is verontrustend want uit enquêtes blijkt telkens weer dat een meerderheid van de mensen het belangrijk vindt om stilte te kunnen beleven.
Pim Brocades*
IS ER NOG
STILTE! Drenthe is vergeleken met de Randstad nog een relatief rustige provincie. In het provinciale Omgevingsplan wordt stilte daarom een belangrijke Drentse kernkwaliteit genoemd. Maar helaas wordt deze kwaliteit bedreigd omdat het hier sluipenderwijs ook rumoeriger wordt.Vergeleken met de Randstad is het lawaai in Drenthe nog een laken, maar het ligt al wel over grote delen van de provincie. Stilte betekent niet dat er (vrijwel) geen geluid is. Zo´n situatie komt bijna nooit voor. Mensen hebben het over stilte als er geen geluid is te horen dat hard is en bovendien geen geluid dat men als lawaai bestempelt (ongewenst geluid). Over bepaalde geluidsniveaus en soorten geluid is veel overeenstemming. In een stadion vol vuvuzela’s of bij de
I N D E D R E N T S E N AT U U R ?
TT-races zal niemand het stil noemen. Het geluid is voor veel mensen weliswaar gewenst maar wel heel hard. Aan de andere kant zal vrijwel iedereen het stil vinden als je in een natuurgebied alleen zachte natuurgeluiden hoort. Bij matige geluidsniveaus lopen de meningen meestal uiteen. Wat de een vrij stil vindt kan een ander als tamelijk lawaaiig ervaren. Hoe geluid wordt beoordeeld hangt af van het soort geluid en de plek waar iemand is. Mensen storen zich over het algemeen minder aan geluiden die men op die bepaalde plaats normaal vindt dan aan gebiedsvreemd geluid. Uit een belevingsonderzoek van de Natuur- en Milieufederatie Drenthe (NMF Drenthe) bleek dat mensen in een Stiltegebied vaak weinig moeite hebben met het geluid van een land-
bouwtrekker (landelijk geluid) maar het geluid van motoren bijvoorbeeld storend vinden. Stiltegebieden in Drenthe
In de jaren ‘80 erkende het provinciaal bestuur van Drenthe het belang van de stilte. Tien natuurgebieden werden aangewezen als zogeheten Stiltegebieden. Dit betekent dat hier niet alleen de natuur maar ook de ‘stilte’ moet worden beschermd. Het Drentse Landschap beheert een aantal natuurterreinen die onderdeel zijn van een groter Stiltegebied zoals het Doldersummerveld en de Gasterse Duinen. Het Hijkerveld is in zijn geheel een Stiltegebied. De Provincie heeft destijds normen opgesteld, in decibellen, voor niet natuurlijke geluiden die in een
Milieu
foto: Jaap de Vries
Stilte goed voor de gezondheid?
Of een rustige omgeving, met aangename natuurgeluiden, goed is voor de gezondheid is niet bekend. Er is geen onderzoek naar gedaan. De Gezondheidsraad neemt aan dat stilte één van de factoren is, die ervoor zorgen dat groene gebieden een genezende werking hebben (Advies Gezondheidsraad uit 2006). De genezende werking van natuur is aangetoond, onder andere voor mensen die stressgevoelig zijn. De Gezondheidsraad vindt het ook waarschijnlijk dat rustige gebieden een gunstige invloed heb-
MEET MEE! Meet en bepaal hoe stil het gebied werkelijk is! Zo helpt u mee aan het succes van het Stilte-onderzoek. Ga naar de website www. NMFDrenthe.nl. U klikt op de Nieuwsbrief Ziezo. Via deze nieuwsbrief kunnen de noodzakelijke formulieren worden uitgeprint. Kies een gebied en print het betreffende kaartje, het meetformulier en de toelichting uit. U kunt meedoen tot 30 september van dit jaar.
ben op de gezondheid van vrijwel elk mens. Stilte leidt immers tot een ontspannen en prettig gevoel. Veel onderzoek is gedaan naar de negatieve gevolgen van de tegenhanger van stilte: herrie. In Europa heeft veertig procent van de bevolking overdag te maken met voortdurend verkeersgeluid van meer dan 55 decibel en dertig procent zelfs ´s nachts te maken met meer dan 55 decibel. Om een indruk te krijgen: zestig decibel is het geluid van een werkende vaatwasser in je slaapkamer. Onrust
Geluiden in de woonomgeving zijn meestal niet zo hard dat ze schadelijk zijn voor het gehoor. Toch blijkt geluid invloed te hebben op het lichaam. Voortdurende blootstelling aan matige herrie leidt tot stress en een verhoogde kans op hart- en vaatziekten. Als het ’s nachts rumoerig is, slapen mensen onrustig. Mensen die denken dat ze er geen last van hebben en zeggen goed te slapen, blijken wel degelijk voortdurende lichamelijke stressreacties te vertonen op het geluid.Volledig wennen aan herrie blijkt niet mogelijk. Het belang van rust en stilte voor de mens lijkt wel duidelijk, maar hecht de natuur ook aan stilte? Helaas is hiernaar weinig onderzoek gedaan. Eigenlijk alleen over vogels is iets bekend. Een negatieve invloed van het geluid van wegen en spoorlijnen op broedende en foeragerende vogels is niet overtuigend aangetoond. Wel is aangetoond dat sommige vogels zich aanpassen aan het door ons gemaakte geluid. Zo is bekend dat Koolmezen in de stedelijke omgeving scheller zingen om boven het stadslawaai uit te komen. Nachtegalen verhogen hun volume en Roodborstjes zingen steeds meer op de stillere momenten; dit zijn vaak de momenten waarop wij willen gaan slapen…
Onderzoek
Normen in decibellen zeggen niets over de beleving van het geluid. De NMF Drenthe vindt het belangrijk te weten wat mensen die in Stiltegebieden wandelen en fietsen ervan vinden. In Drenthe is hier onderzoek naar gedaan. Duidelijk werd dat het in Stiltegebieden op sommige plekken en op sommige momenten aangenaam stil kan zijn. Het komt echter niet vaak voor dat iemand tijdens een wandeling van een half uur alleen natuurgeluiden hoort. In alle gebieden worden de natuurgeluiden regelmatig overstemd of op zijn minst begeleid door niet-natuurlijke geluiden van auto’s, motoren en vliegtuigen. Over de vraag of een gebied een echt Stiltegebied is, waren de meningen verdeeld. De meeste mensen vonden dat het Stiltegebied zijn naam eer aandeed. Voor alle gebieden gold dat in 27 % van de tijd storende geluiden te horen waren. Een zacht achtergrondgeruis van snelwegen vonden de meeste waarnemers niet zo storend. In 2010 wordt opnieuw onderzoek gedaan naar de Stiltegebieden in Drenthe. Hiervoor is een vereenvoudigde meetmethode ontwikkeld die voor een breder publiek geschikt is. Op deze manier kunnen meer meetrapporten worden gemaakt. Met de nieuwe methode kunnen gebieden ook beter met elkaar worden vergeleken en kan achterhaald worden welke storende geluidsbronnen er allemaal zijn. Zo kan ook nagegaan worden of en hoe gebieden stiller zijn te maken.
foto: Hans Wolters
Stiltegebied mogen doordringen. Omdat de Provincie hoogst zelden metingen laat doen in Stiltegebieden is er eigenlijk geen goed beeld van de huidige situatie. De NMF Drenthe heeft in 2005 metingen laten uitvoeren in een groot Stiltegebied: het Dwingelderveld. Hieruit bleek dat op geen enkele plek in het gebied de provinciale normen werden gehaald. Tweederde van de tijd was overal in het gebied het geluid van vlieg- en/of wegverkeer te horen. Het geluid van de A28 was de belangrijkste oorzaak dat aan de oostkant van het gebied de normen bij lange na niet werden gehaald. Inmiddels wordt daar een geluidswal aangelegd die het verkeersgeluid moet dempen.
37
* P. Brocades Zaalberg is werkzaam bij de NMF Drenthe.
38
Fauna
Veldsprinkhanen Geert de Vries*
Wanneer in de zomermaanden het vogelconcert verstomt, nemen de sprinkhanen met hun zang het estafettestokje over. Het zijn uitsluitend de mannetjes die hun aanwezigheid door zang of getsjirp kenbaar maken. Aan de wijze waarop ze dat doen danken ze hun naam zoals het Wekkertje, Locomotiefje, Brommer, Ratelaar en
Moerassprinkhanen >
Sprinkhanen en krekels worden in twee groepen verdeeld: de langsprieten, waartoe de sabelsprinkhanen en de krekels behoren en de kortsprieten. De groep van de kortsprieten bestaat uit veldsprinkhanen en enkele soorten doornsprinkhanen. Alle soorten veldsprinkhanen hebben korte voelsprieten. Ze ‘zingen’ door met hun poten langs hun vleugels te strijken. Met elke poot kunnen ze een ander deuntje maken. In de voorzomer kruipt een nimf uit zijn ei en lijkt dan al op zijn ouders. Na 4 vervellingen wordt hij in de loop van de zomer volwassen. Sprinkhanen kennen geen popstadium zoals bij vlinders en kevers het geval is. De paring vindt plaats in de zomer. Daarna legt het vrouwtje verschillende pakketjes eitjes. Ze heeft geen legboor zoals de sabelsprinkhanen, maar kan haar achterlijf wel als een soort telescoop uitrekken, zodat ze de eipakketjes in de grond kan stoppen. Een eipakketje bestaat gemiddeld uit zo’n 10 eitjes. Na de voortplanting gaan de volwassen dieren dood. De eitjes overwinteren. Aan het begin van de zomer zijn er alleen maar jonge sprinkhanen (nimfen). Zelfs sprinkhanenkenners kun-
foto Geert de Vries
Krasser.
Fauna
nen nimpfen niet op soort brengen omdat ze teveel op elkaar lijken. Een nimf is van een volwassen sprinkhaan te onderscheiden aan de nog niet volgroeide waaiervormige vleugels (zie de foto). Ook kunnen nimfen nog niet zingen.
Jonge sprinkhaan
Knopsprietje
ristieke roep gelukkig nog regelmatig te horen. Het is precies hetzelfde tikkende geluid dat te horen is wanneer een takje tegen schrikdraad aan komt. Hij houdt niet alleen van beekdalen, maar komt ook voor in vochtige heidevelden. De Krasser is in Drenthe een van de meest voorkomende sprinkhanen. Opvallend is dat hij juist in Drenthe een sterke voorkeur voor vochtige heidevelden heeft. In andere delen van het land komt hij veel in wegbermen voor. Ze hebben opvallend korte vleugels.
In tegenstelling tot de mobiele treksprinkhaan is onze kleinste veldsprinkhaan, het Knopsprietje, erg honkvast. Deze fraaie soort is in alle schrale terreinen van Het Drentse Landschap te vinden, zoals het Drouwenerzand en Hijkerveld. De verwachting is dat de zomers steeds warmer worden.Voor volwassen veldsprinkhanen zijn zelfs de warmste zomers niet gauw te heet. De bottleneck bij de sprinkhanen zit hem in de eifase. Bij langdurige hitte is het gevaar van uitdroging van de eieren groot. Over het algemeen is het gevoerde beheer van Het Drentse Landschap gunstig voor sprinkhanen. De meeste terreinen worden begraasd waardoor er een structuurrijke vegetatie ontstaat met open plekken. Hoe meer variatie in de vegetatiestructuur, hoe meer en langer we van de zomerconcerten van sprinkhanen kunnen genieten.
39
Krasser >
Veldsprinkhanen zijn vegetariërs en stellen weinig eisen aan hun menu. Alles wat maar een beetje groen is, is al gauw goed genoeg. Het zijn echte zonaanbidders, met een voorkeur voor zomerse temperaturen tussen de 32 en 42 graden. Geen wonder dat veldsprinkhanen een grote voorkeur hebben voor vegetaties met open plekken, waar ze zich snel kunnen opwarmen. In gesloten vegetaties zul je sprinkhanen dan ook niet snel tegenkomen. Ze houden van heidevelden en andere schrale vegetaties.Voor de ontwikkeling van de embryo’s in de eitjes zijn vochtige plekken in hun leefgebied heel belangrijk. Sprinkhanen komen dikwijls in grote aantallen voor. Ze hebben daarom veel vijanden. Het menu van een nest Grauwe klauwieren bestaat soms voor bijna de helft uit sprinkhanen. Een vogelaar zag eens een Ooievaar die 266 sprinkhanen binnen een kwartier naar binnen werkte. Ook worden sprinkhanen gevangen door spinnen en spitsmuizen. Sluipwespen en schimmelinfecties kunnen populaties veel schade berokkenen. Veel soorten
Van de 20 Nederlandse soorten veldsprinkhanen komen er 11 in Drenthe voor, waarvan de Bruine sprinkhaan het meest algemeen is. De Moerassprinkhaan is een van de fraaiste soorten. Langs de oevers van de Reest en in andere beekdalen is zijn karakte-
foto’s Geert de Vries
Biotoop
Honkvast
De Europese treksprinkhaan veroorzaakte vroeger nogal eens een plaag. Tijdens zo’n periode kwam het voor dat hij ook Nederland aandeed. Maar omdat het hier koud was leidde dat niet tot een echte plaag. De Europese treksprinkhaan kan alleen maar een plaag veroorzaken wanneer binnen een jaar zich twee generaties kunnen ontwikkelen. De tweede generatie krijgt dan langere vleugels zodat ze uit de overbevolkte populaties kunnen ontsnappen, op zoek naar nieuwe grazige velden.
* G.W. de Vries is projectleider bij het IVN Consulentschap Drenthe en zit in de wetenschappelijke adviescommissie van Het Drentse Landschap. In kwartaalblad 64 verscheen een artikel over Sabelsprinkhanen van Geert de Vries
40
Interview
Het Drentse Landschap heeft gehoor gegeven aan het verzoek van Stichting Harry de Vroome-penning om de uitreiking van de penning voortaan op zich te nemen. De penningen zijn met een geldprijs sinds 2003 uitgereikt aan personen of organisaties die zich op een bijzondere wijze hebben ingezet voor het landschap. De penning is genoemd naar de landschapsarchitect Harry de Vroome (1921-2001) die zich op onnavolgbare wijze heeft ingezet om ons Drentse landschap herkenbaar te houden voor de toekomst.
Het Drentse Landschap ontfermt zich over
Harry de Vroome-penning
Stichting Harry de Vroome-penning werd in 2002 geïnitieerd door de Directie Noord van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Al snel sloten andere partijen zich aan, zoals de Provincie Drenthe, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Het Drentse Landschap en de familie De Vroome. Door deze instanties werd voor een periode van vijf jaar geld en personele ondersteuning toegezegd, waardoor de Stichting kon draaien en
jaarlijks de penning met een waarderingsprijs en een aanmoedigingsprijs kon uitreiken. Samen zorgden ze er voor dat de Stichting behoorlijk aan de weg kon timmeren. ‘Het is jammer dat onze financiers door nieuwe subsidieregels en bezuinigingen voor een volgende periode geen structurele bijdragen en faciliteiten meer konden toezeggen. Ook bij het bedrijfsleven in dit werkveld bleek helaas weinig animo om de Stichting te sponsoren. Hierdoor werd het een vrijwilligersclub die zonder structurele ondersteuning moeilijk de vaart er in kon houden’, vertelt oud-voorzitter Henk Dommerholt. ‘Om te voorkomen dat het gedachtegoed van Harry de Vroome verloren zou gaan, werd besloten Het Drentse Landschap te vragen het gedachtegoed, de doelstellingen en activiteiten van de Stichting Harry de Vroome-penning over te nemen en in de toekomst verder vorm te geven. Wij zijn bijzonder blij dat Het Drentse Landschap dat in een aangepaste vorm wil doen. Het Drentse Landschap heeft meer mogelijkheden om zaken geregeld te krijgen en dat maakt dat de continuïteit gewaarborgd is.
Bovendien is Harry 25 jaar bestuurslid van Het Drentse Landschap geweest en heeft hij zich ook na zijn pensionering nog jarenlang voor de stichting ingezet. Het is natuurlijk prachtig dat zijn inzet ook op deze manier nog een vervolg krijgt’, aldus Dommerholt. Compromisloos
Harry de Vroome werkte als Consulent Landschapsbouw bij Staatsbosbeheer. Kenmerkend voor zijn stijl van werken was dat hij ondanks de grote veranderingen in het grondgebruik, vooral bij ruilverkavelingsprojecten, erin slaagde delen van het landschap herkenbaar te houden voor de toekomst. ‘Harry identificeerde zich met het karakter en de ecologie van het landschap’, stelt Dommerholt. ‘Hij ontkende de veranderingen die in het landschap plaatsvonden niet, maar wist er op vernuftige wijze opnieuw vorm en inhoud aan te geven. Bovendien zorgde zijn intuïtie ervoor dat hij op de meest cruciale momenten zijn invloed kon laten gelden om natuurgebieden en karakteristieke landschappen te behouden. Zonder hem zou de Drentsche Aa bijvoorbeeld nooit een vijfsterren natuurgebied zijn geworden!.
foto’s: Harry Cock
Sonja van der Meer*
Door zijn positie maar ook door zijn compromisloze houding, lukte het hem om grondclaims te realiseren voor het aanleggen van bosjes en landschaps elementen, en natuurgebieden veilig te stellen. Je moet je realiseren dat zo’n vijftig jaar geleden natuur en landschap geen issues waren en landbouw hoge prioriteit had’. Inspiratie
Ondanks dat Harry de Vroome wist dat hij de ontginningen niet zou kunnen tegenhouden was hij ervan overtuigd dat goede landschapsplannen ervoor zouden kunnen zorgen dat veranderingen hun eigen plek in het landschap kregen. Dat was vaak een moeizaam en zwaar gevecht tot er in de jaren ’70 nieuw beleid kwam waarin natuur en landschap meer beschermd werden. Geïnspireerd door de wetenschap dat verwerving van landschapselementen behoud betekende voor de lange termijn, ging hij aan het werk om schraallanden, houtwallen, elzensingels, poelen of een solitaire boom op kaart te zetten. ‘Hij had een fabelachtige veldkennis en wist precies waar zeldzame planten groeiden of zouden kunnen groeien. Maar hij was ook een bele-
zen man die op een geweldige manier gedichten kon citeren of sprookjes kon vertellen. Deze vertelkunst gebruikte hij ook vaak aan de onderhandelingstafel waardoor hij menig boer wist te overtuigen dat die zijn plannen moest laten varen…’, aldus Dommerholt. Toen De Vroome in 2001 op 80-jarige leeftijd overleed, ontstond er bij een aantal mensen die nauw met hem hadden samengewerkt, al snel het idee dat zijn gedachtegoed gekoesterd moest worden. Daartoe werd de Stichting Harry de Vroome-penning opgericht om jaarlijks bij een brede doelgroep extra aandacht te vestigen op het landschap. Dat gebeurde dan tijdens een symposium waarbij een penning en prijzen werden uitgereikt aan personen en organisaties die duidelijk invulling gaven aan het motto van Harry: ‘Het landschap als blijvende bron van inspiratie en levensvreugde’. De brede benadering van dit thema leidde tot prijswinnaars van diverse pluimage, zoals de Werkgroep Boerenerven, museum Belvedere en het project Op de bres voor de Jeneverbes, Naast de penningen zorgde Staatsbosbeheer ervoor dat er een monument ter nagedachtenis aan de
landschapsarchitect in het Drentsche Aa-gebied kwam.
Doorkijkmonument op het snijpunt van vier landschappen
Erepenning
Het Drentse Landschap is van plan om de penning een keer per twee jaar uit te reiken. Op deze wijze zal het landschap in de meest brede zin regelmatig onder de aandacht worden gebracht waarbij de samenhang met de omgeving ook belangrijk is. Dit betekent dat niet alleen de belangen van het landschap gediend moeten worden maar ook van de natuur en het erfgoed in Drenthe. ‘We zijn afgestapt van het idee dat aan de penning een geldprijs vast moet zitten. Het is een erepenning waarop de ontvanger trots moet kunnen zijn omdat zijn inzet in de geest van Harry de Vroome is geweest’, stelt Dommerholt. ‘Ons Drentse landschap blijft alleen bewaard als er mensen en organisaties zijn die zich hiervoor inzetten. Zo’n penning is een goed middel om dat belang zo af en toe te onderschrijven!’. * Drs. S.S. van der Meer is hoofd communicatie van Stichting Het Drentse Landschap.
42
Berichten
Kortweg
foto: Ronald Jansen
2-Reestdal
1-Takkenhoogte Voor vogelliefhebbers valt er veel te beleven in het gebied Takkenhoogte en Meeuwenveen. De oeverzwaluwwand werd dit jaar weer volop gebruikt. Minimaal 40 paartjes hebben er dit jaar gebroed. Ook de Grauwe klauwieren brachten er deze zomer weer jongen groot. Het gebied is verder een goede plek om Wielewalen te horen zingen. Vrijwel elke zomer is er wel een paartje aanwezig.
Oeverzwaluw
4
ASSEN
4 3
EMMEN
HOOGEVEEN MEPPEL 2 1 2
Met een heleboel partners speelt al enige jaren het gebiedsproces rond de Reest. Onder leiding van het Waterschap Reest en Wieden werd het project Water op Maat (WOM) opgezet. Met als doel een aantal forse opgaven zoals het realiseren van waterberging, het afronden van de EHS, het tegengaan van de verdroging, de stadsrandontwikkeling van Meppel en het herstructureren van de landbouw te combineren. Grondverwerving, leidend tot functieverandering is daarbij het onmisbare vliegwiel van dit complexe proces waar diverse overheden ca. 8 miljoen euro voor ter beschikking hebben gesteld. Als gevolg van de crisis hebben Gedeputeerden Staten van Overijssel echter plotseling besloten de grondverwerving in het Reestdal stop te zetten. Daarmee dit proces van jaren in één klap tot stilstand brengend, met het risico dat de toegezegde middelen niet beschikbaar blijven voor het WOM-project. Een inspirerend betoog van de dijkgraaf van het Waterschap Reest en Wieden voor de Staten van Overijssel lijkt ertoe te leiden dat dit rampzalige besluit in ieder geval nog eens tegen het licht wordt gehouden. De bescherming van het Reestdal wordt anders wel heel erg moeilijk. Het bos- en heidegebied De Wildenberg/Rabbinge is één van de weinige gebieden in Drenthe waar Boomvalken broeden.Vorig jaar werden er succesvol drie jongen groot-
gebracht. Ook deze zomer lijkt het weer te zijn gelukt. De dieren worden regelmatig jagend gezien boven de vennen en waterpartijen waar ze jagen op libellen. Ook blijken deze vogels veel Nachtpauwogen te vangen. Nachtpauwogen zijn grote nachtvlinders die op heidevelden leven. Misschien heeft u in de pers gelezen dat er bij buurtbewoners rond het Landgoed De Havixhorst nogal wat commotie is ontstaan over de voorgenomen aanleg van een nieuw parkeerterrein. Men voorziet dat hun woonklimaat hiermee bedreigd wordt. Het Drentse Landschap is met steun van de Provincie Drenthe, de Gemeente Meppel en het Recreatieschap Drenthe van mening dat je zo’n belangrijke publiekstrekker als De Havixhorst en haar directe omgeving van een adequate infrastructuur moet voorzien. Momenteel staan op drukke dagen overal op het landgoed en langs de wegen auto’s. Ze verstoren de omgeving door hun aanwezigheid en ook letterlijk door optredende erosie van het landgoed . De auto’s langs de weg brengen ook risico’s voor de verkeersveiligheid met zich mee. Er is al een paar keer een fietser aangereden. In onze ogen is er een prachtig plan ontwikkeld dat voor veel bezoekers en toeristen een geweldige vooruitgang betekent. In juni hebben omwonenden bezwaar aangetekend waardoor het project aanzienlijke vertraging oploopt.
Berichten 43 Met blijdschap geven wij kennis...
...van de geboorte van drie bevers
Moerasandijvie
financieel door het VSBfonds en de Nationale Postcode Loterij, zijn we er toch maar in geslaagd een ruim 400 ha groot nieuw natuurgebied aan de Natte As van de Hunze toe te voegen (zie ook elders in dit kwartaalblad). Tot de broedvogels van het nieuwe natuurgebied LOFAR horen onder meer Watersnip, Tureluur, Kievit en Kwartel. Ook de Kwartelkoning was met minimaal drie roepende mannetjes weer van de partij dit seizoen. Bij één van de plassen in het terrein is een oeverzwaluwwand aangelegd waar ondertussen al meer dan honderd nestgaten zijn aangetroffen. De zwaluwen zijn jagend in het gehele gebied waar te nemen. Eén van de grote waterplassen in het gebied werd gedurende de zomer door enkele Lepelaars gebruikt. Ze zochten er voedsel en brachten er de nacht door. In mei werden er enkele tientallen bloeiende exemplaren van het Stijf barbarakruid gevonden, een in Drenthe vrij zeldzaam voorkomende oeverplant. Ook werden enkele planten van de Moerasandijvie aangetroffen. Moerasandijvie is een opvallend grote, geel bloeiende moerasplant die vooral schaars begroeide plekken langs nieuwe waterpartijen vlot weet te koloniseren.
LOFAR Op 12 juni heeft koningin Beatrix in het bijzijn van zo’n 800 wetenschappers, direct betrokkenen en hoogwaardigheidsbekleders in een grote tent midden in het LOFAR-gebied dit prachtige project feestelijk in gebruik gesteld. Meteen verschenen er voor de ogen van gewone burgers de meest bizarre en onbegrijpelijke beelden van het heelal die bij de wetenschappers tot grote opwinding leidden. Het is een met vrijwel niets te vergelijken voorbeeld van een prachtige samenwerking tussen een internationaal vermaard kennisinstituut als ASTRON met een natuurbeschermingsclub als Het Drentse Landschap. Met veel steun, ook
Torenveen Na jaren van vertraging als gevolg van ruimtelijke ordeningprocedures is nu eindelijk het natuurontwikkelingsproject Torenveen op 15 juni j.l. gegunt aan de fa. Eggendoor. Maar liefst 180 ha nieuwe natuur zal gerea-
foto: Jack van den Broecke
Op initiatief van de Vlinderstichting is het Doldersummerveld op 28 augustus door Mev. Tineke Witteveen, voorzitter van het Nationale Park DrentsFriese Wold uitgeroepen tot het eerste vlinderreservaat van Nederland. De status vlinderreservaat wordt toegekend aan terreinen die als voorbeeld kunnen dienen voor andere gebieden. Het Doldersummerveld heeft dan ook een bijzonder rijke vlinderstand. Bovendien is de omvang, het beheer en de ruimtelijke samenhang met zijn omgeving bijzonder waardevol voor vlinders. Het Drentse Landschap is bijzonder trots op de keuze van de Vlinderstichting voor dit terrein. Bij de toekenning van de status is door de Vlinderstichting een wandelroute met achtergrondinformatie over de vlinderbevolking samengesteld. De route is gratis verkrijgbaar in het informatiecentrum en startpunt van de wandeling bij de Huenderhoeve. Ook is de folder te downloaden van zowel de site van de Vlinderstichting (www. vlinderstichting.nl) als die van Het Drentse Landschap (www. drentslandschap.nl).
4-Hunzedal
foto: Bertil Zoer
3-Doldersummerveld
liseerd worden tussen Gasselternijveen en Gieterveen. Op 6 juli werd door Het Drentse Landschap een inloopavond in het eerstgenoemde dorp georganiseerd. Deze avond is bezocht door ca 40 personen die zich beter wensten te informeren over zaken als medegebruik en de invloed van het plan op de omgeving. Naast dit plan in uitvoering zijn inmiddels 5 nieuwe plannen in voorbereiding: Zoersche Landen (bovenloop bij Valthe), Oude Weer (ten zuiden van Torenveen), Bonnerklap (ten noorden ervan), Mandenlanden (Westdorp) en Noordma (Zuidlaren). We hopen dat er de komende jaren voldoende middelen beschikbaar zullen zijn voor deze inrichtingsplannen.
Heikikker
Personeel De afgelopen tijd werd afscheid genomen van ons bedrijfshoofd van de beheerboerderij Doldersum Gerrit Ekkels. Gerrit heeft vanaf het begin van de jaren tachtig zijn rol in Doldersum met grote degelijkheid vervuld. Het Drentse Landschap is hem daar dankbaar voor. Op 12 juli stonden we even stil bij het 12,5-jarig dienstverband van Fred Nijhuis van de financiële administratie. Het Drentse Landschap is gelukkig nog zo’n bedrijf waarvoor de medewerkers heel lang hun beste krachten in willen zetten. Per 1 september is Menno Sikkink als nieuw Hoofd Gebouwen onze gelederen komen versterken. Hij heeft 18 jaar bij onze collega-instelling de Stichting Oude Groninger Kerken gewerkt en heeft veel ervaring op het vlak van restauraties en projectleiding. Wij wensen hem succes.
Atlas van de Drentse amfibieën en reptielen Deze zomer is er een schitterend boek over de Drentse amfibieën en reptielen verschenen. Amfibieën en reptielen zijn fascinerende dieren met een heimelijke levenswijze. Ze leven verborgen en zijn vaak niet eenvoudig waar te nemen. Bij onderhoud, beheer en allerlei inrichtingsmaatregelen worden ze gemakkelijk over het hoofd gezien. Drenthe is na de provincie Limburg de rijkste provincie wat betreft soorten amfibieën en reptielen. Het voorkomen van zoveel soorten zegt iets over de kwaliteit van de Drentse natuurterreinen. De atlas is rijk geïllustreerd met prachtige foto’s en overzichtskaarten per soort met daarnaast informatieve kaderteksten. Om die reden is het boek niet alleen een must voor beheerders van natuur, bos, openbaar groen en water, maar voor iedereen die meer wil weten over de in Drenthe voorkomende salamanders, kikkers, padden, hagedissen en slangen. Het Drentse Landschap heeft meegewerkt aan de realisatie van dit boek. Verkrijgbaar in de boekhandel. ISBN 9789052944845, 176 pagina’s, full color, gebonden. prijs € 23,-Meer info: www.profiel.nl..
Nieuwe informatiepanelen Oude Kene Op vrijdagmiddag 25 juni vond de officiële onthulling plaats van de informatieve panelen in Oude Kene aan de stadsrand van Hoogeveen/Fluitenberg. De Gemeente Hoogeveen, het Waterschap Reest en Wieden en Stichting Het Drentse Landschap werken hier momenteel samen aan de educatieve invulling van het Oude Diepproject. De panelen zijn door de drie partijen gezamenlijk ontwikkeld voor de bezoekers aan het gebied Oude Kene. Tot eind augustus was in het gebied ook een aantal kunstwerken te bewonderen die speciaal voor Oude Kene ontworpen waren door gerenommeerde Nederlandse kunstenaars. ’t Ende trouwlocatie In augustus heeft voor de eerste keer een trouwerij plaatsgevonden in het informatiecentrum ‘t Ende. De Gemeente Meppel heeft deze prachtige plek als trouwlocatie aangewezen. Jaarlijks worden hier door een enthousiaste vrijwilligersgroep diverse activiteiten gehouden. Het is verrassend dat aan dit rijtje nu ook trouwerijen kunnen worden toegevoegd.
Legaten, giften, schenkingen Een van de meest bijzondere schenkingen van de laatste tijd vormde de overdracht bij leven van een prachtige, eind 19e-eeuwse keuterij Dijkhuizen 114 te Ruinerwold door de heer Leon Driessen aan Het Drentse Landschap.Vanuit de wens om dit prachtige gebouw, gelegen in een misschien nog veel mooiere omgeving, voor de toekomst te behouden. Bestuur en medewerkers zijn zeer geroerd door dit geweldige gebaar. Ons oud-bestuurslid de heer B.Volbeda uit Assen heeft de stichting € 1.500,-- geschonken, waarvoor hartelijk dank. De stichting is de heer Volbeda tevens dank verschuldigd voor zijn jarenlange inzet als lid van ons Algemeen Bestuur. Verder ontving Het Drentse Landschap een gift van € 250,-- van de heer Sjabbens uit Diever en een bedrag van € 1.362,-- van een mevrouw uit Noord-Drenthe.Verder kreeg de stichting een gift van € 375,-- van de Boermarke Hooghalen en € 1.000,-- voor het plaatsen van hekken in het Reestdal van ons oudbestuurslid de heer H. Diephuis te Hoogeveen.Veel dank voor deze gulle giften.
foto: Joop nan de Merbel
foto: Hans Dekker
Diversen
Meer aandacht voor natuureducatie dankzij de
Vlees van het Landschap Begunstigers van Het Drentse Landschap kunnen weer vlees van het Landschap bestellen. Inmiddels is dat al door velen gedaan. Het gaat om biologisch vlees van een hoogwaardige kwaliteit. In het assortiment is nog beschikbaar: Onverpakt Verpakt Rundvlees Limousin per 15 kg € 147,-- € 155,-- Rundergehakt per 5 kg € 33,-- € 36,-Runder beefburgers per 4 stuks verpakt - € 3,80 Runder saucijzen per 4 stuks verpakt - € 3,80 Verse worst (circa 250 gr) - € 2,65 Droge worst - € 2,10
Minze Hamstra vindt het heerlijk om buiten bezig te zijn. Lekker een beetje waterdiertjes vangen in het nieuwe natuurgebied Oude Kene. Het Drentse Landschap voert jaarlijks tientallen educatieve projecten uit om kinderen in Drenthe meer in contact te laten komen met de natuur. Zo hopen we een goede basis te leggen voor een latere liefde voor de natuur. Enkele tientallen vrijwilligers helpen ons hierbij.
Bestellingen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Meer informatie kunt u verkrijgen door: te kijken op de website www.drentslandschap.nl /natuur en landschap/grazers/vleesverkoop
•
of tijdens kantooruren te bellen met Aaltje Stroetinga van de beheeradministratie, telefoon 0592-304135
Het realiseren van de educatieve projecten betekent winst voor onze samenleving. Door mee te doen aan de Postcode Loterij steunt u de projecten van Het Drentse Landschap. Pak die kans en geef zo de natuur in Nederland extra steun. Bel (0900) 300 1500 (20 cent per minuut)
foto: Sonja van der Meer
•
Vrijwilligers promotieteam gezocht
foto: Archief HDL
Diversen
Stichting Het Drentse Landschap zoekt enthousiaste vrijwilligers die het promotieteam willen versterken. We zijn op zoek naar mensen die het plezierig vinden om met publiek om te gaan en die het belangrijk vinden om informatie te geven over onze organisatie. Van de vrijwilliger wordt verwacht dat hij/zij zich ongeveer 5 á 6 dagen per jaar inzet voor het promotieteam. Nieuwe vrijwilligers worden intern opgeleid. Voor meer informatie kunt u bellen of mailen met Hans Colpa: tel. 0592-304171 of e-mail: h.colpa@drentslandschap.nl.
Bouwwoede bij Het Drentse Landschap Mede door de crisis zijn er relatief veel overheidsmiddelen beschikbaar gekomen en gebleven om restauraties en herbestemming van oude gebouwen mogelijk te blijven maken. Zulke bouwactiviteiten resulteren namelijk heel direct in werkgelegenheid voor Drentse aannemers, architecten en toeleverende bedrijven. Bij Het Drentse Landschap bruist het dan ook van de energie op dit punt. Hieronder een overzicht van wat er speelt op dit gebied.
Steun Het ministerie van OCW heeft de opbrengst van de opnieuw geïntroduceerde overdrachtsbelasting voor Rijksmonumenten (jaarlijks ca. 23 miljoen euro) voor de jaren 2010-2011 bestemd om de bestaande restauratie-achterstand in te lopen. Via de Federatie Instandhouding Monumenten (FIM) heeft Het Drentse Landschap een zestal projecten mogen indienen en dat heeft geleid tot een toezegging van € 1.014.000,-voor de jaren 2010-2011. Dit jaar wordt steun gegeven aan de Vervenerswoning te Valthermond, de restauratie van boerderij Begeman te Nieuw-
Annerveen en de Drenthehof in Orvelte. Een geschenk uit de hemel. De Provincie heeft middelen uitgetrokken om weinig courante monumenten te helpen bij restauratie en herbestemming. De regeling wordt uitgevoerd door het Drents Plateau en het DBF. Het Drentse Landschap heeft voor de jaren 2010 en 2011 ook projecten mogen indienen waarbij zij zich ook verplicht om jonge bouwvakkers of nieuwe instromers te helpen om zich te bekwamen in de restauratiebouw. Fundeon is de organisatie die dit voor ons regelt. De Vervenerswoning, de boerderij Begeman en
< Boerderij Begeman in Nieuw-Annerveen
Lopende bouwprojecten De verbouw van de kantoorpanden aan Kloosterstraat 9/11 in Assen vordert gestaag. Het is mooi te zien hoezeer het hoekpand de kwaliteit van de straat verhoogt. De bouw wordt gedaan door firma Poortman. Samen met het Drents Archief en de Gemeente Assen zoeken we momenteel naar een goede invulling van de tuin. Boerderij Begeman in NieuwAnnerveen is voor wat betreft de interieurverbouwing opgedragen aan bouwbedrijf Geerts. Het Prins Bernhard Cultuurfonds steunt dit project met € 21.000,-- uit het Van EnterWesterman Holstijn Fonds. Het VSBfonds ondersteunt met € 15.000,-- de inrichting van het informatiecentrum. Al eerder werden de bijdragen van
OCW en uit de herbestemmingsagenda genoemd.Veel dank voor deze steun. Het Vervenershuis te Valthermond is op 15 juni gegund aan de fa. Hofstra-Hulshof uit Nieuw-Buinen en het werk is gestart. De Keuterij Kiefte te Schrapveen wordt met € 100.000,-gesteund door de Gebiedscommissie Zuidwest-Drenthe door het ter beschikking stellen van dit bedrag via de TenneT-gelden. Tenslotte is er de boerderij Eesinge te Meppel. Het project om hier een hospice te ontwikkelen vordert maar traag vanwege het feit dat het Bestemmingsplan Buitengebied van de Gemeente Meppel nog niet definitief is vastgesteld. Ook is de financiering niet eenvoudig omdat overheden zich als gevolg van de crisis zeer terughoudend opstellen tot nu toe.Verheugend is de gulle steun van de vele aangeschreven fondsen tot nu toe:
Commissie Projecten in Nederland (PIN) € 5.000,-Stichting Dijkverzwaring € 15.000,-Dr. Hofstee Stichting € 10.000,-Stichting Voorzorg Utrecht € 9.000,-Roomsch Catholijk Oude Armenkantoor (RCOAK) € 7.000,-PBCF te Amsterdam € 13.000,-Emmaplein Foundation te Groningen € 10.000,-Stichting Albino te Assen € 20.000,-Pasman Stichting te ’s-Gravenhage € 10.000,--
foto: TOPFOTO
de mulderij bij de molen van Gieterveen komen in 2010 in aanmerking voor subsidie. Een geweldige impuls voor deze projecten ter waarde van € 425.000,--. We hopen ook in 2011 steun voor enige projecten te mogen ontvangen.
De boerderijen van de Wijk In navolging van boerderijboek Koekange verschijnt dit najaar het boek Boerderijen van de Wijk. De historische vereniging de Wijk – Koekange, bijgestaan door de provinciaal historicus M.A.W. Gerding, zijn verantwoordelijk voor deze uitgave. Naast veel oude en nieuwe foto’s, bevat het boek ook luchtfoto’s en overzichtskaarten van de buurtschappen van de Wijk. Niet alleen alle bestaande boerderijen, maar ook de in de loop der eeuwen gebouwde en gesloopte panden zijn beschreven, evenals alle eigenaren en bewoners. Het boek verschijnt in oktober/november. Het formaat is A4 en de omvang is ruim 600 pagina’s. De prijs kan, dank zij vele sponsoren, net beneden € 50,- blijven bij een oplage van 900 ex. Bestellen kan telefonisch, schriftelijk en per e-mail bij de secretaris van de boerderijenwerkgroep van de Historische Vereniging de Wijk – Koekange p/a: A. Buiter, Oshaarseweg 64, 7958 PN Koekange, tel.: 0522 451682, e-mail: a.buiter@hetnet.nl
Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:
• Nationale Postcode Loterij Amsterdam (0900) 300 15 00 Ma. t/m vr. 09.00 - 21.00 uur Loterij voor mens en natuur • VSBfonds Groningen - www.vsbfonds.nl Zet zich in voor de kwaliteit van de Nederlandse samenleving • PBCF Amsterdam - www.prinsbernhardcultuurfonds.nl Voor cultuur en natuurbehoud in Nederland • JMFonds Groningen - www.jmfonds.nl Levert bijdragen aan maatschappelijke ontwikkelingen • Aannemingsbedrijf VEDDER BV Eext (0592) 26 26 20 Grond-, weg- en waterbouw • Bouwbedrijf H. Poortman Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw • GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau • ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau • Attero Wijster (088) 550 10 00 Energiek met milieu – Terugwinning grondstoffen en productie duurzame energie uit afvalstromen. • NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij • Havesathe ‘de Havixhorst’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant • NV Waterleidingmaatschappij ‘Drenthe’ Assen (0592) 85 45 00 Als je de kraan opendraait... • Buro Hollema Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT • ARCADIS Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie) • Quercus Boomverzorging en Advisering Gasselte (0592) 26 11 71 Uw bomen, onze zorg • N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 368 86 88 Wees wijs met water • KONINKLIJKE VAN GORCUM BV Assen (0592) 37 95 55 Uitgeverij/grafisch bedrijf • BORK SLOOPWERKEN B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 Sloopwerken, asbestsanering en puinrecycling • DE ROO DRENTE BV Stadskanaal (0599) 61 28 52 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen
• HARWIG Installatiegroep Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Groningen (050) 597 39 59 Uw installatie in goede handen! • BARSINGERHORN CONSULTANCY Delfzijl (0596) 61 22 66 Training en coachen van personeel en organisatieadvies • ARCHITECTEN MEPPEL Meppel (0522) 25 57 96 • Concordia bouwmaterialenhandel Meppel (0522) 25 36 31 Hout- en bouwmaterialenhandel • oosterhuis bv Nijeveen (0522) 49 16 86 Loonbedrijf - Aannemersbedrijf g.w.w. - Landschapswerk • WOONCONCEPT Meppel (0800) 61 62 Meer dan wonen • EELERWOUDE Oosterwolde (0516) 52 30 62 Natuurlijk ruimte voor groen • ASTRON/LOFAR Dwingeloo www.astron.nl www.lofar.nl • WARENHUIS VANDERVEEN (ASSEN) Assen (0592) 31 16 11 Shop-in-shop totaalwarenhuis • elton bv Roden (050) 502 11 99 Producenten van ELLEN tochtprofielen • mueller sales Assen (0592) 36 16 00 Totaalconcept in Melkkoeling • Van liere grafisch bedrijf bv Emmen (0591) 611 099 Uw partner in communicatie • VNO NCW Noord Haren (050) 534 38 44 Belangenbehartiger van het Noorden • Ensing Schilders Assen (0592) 348 080 Onderhoud- en protectiesystemen • bouwkundig teken- en adviesburo WILLEM VAN DER SALM Dwingeloo (0521) 593 638 Nieuwbouw, verbouw, renovatie, projectontwikkeling en restauratie • DE FRIESLAND ZORGVERZEKERAAR Leeuwarden (058) 291 31 31 • FIETEN & ROOS BV Hoogeveen (0528) 230 990 inbraak- en brandbeveiliging - camerasystemen pc netwerken - toegangscontrole • Bureau B+O Architecten BV Meppel (0522) 246 625 • De Bonte Wever Assen 0592 - 356 000 / www.debontewever.nl Het meest complete all-in hotel van Nederland!
Stichting Het Drentse Landschap zet zich in voor het behoud van de Drentse natuur en maakt zich sterk voor het in stand houden van ons culturele erfgoed. Dit doet ze door het aankopen en beheren van natuurterreinen en cultuurhistorisch waardevolle objecten. Stichting Het Drentse Landschap behartigt ook de belangen van:
• Stichting Drentse Boerderijen • Stichting Oude Drentse Kerken • Stichting drs. A.V.J. den Hartogh Fonds