Kwartaalblad nr.25

Page 1

Het Drense Landschap

Kwartaalblad maart 2000 no. 25

25

Hunebed Loon

3


Kwartaalblad van de Stichting Het Drentse Landschap

Uitgave Stichting ‘Het Drentse Landschap’ Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89, e-mail: drents.landschap@worldonline.nl Bankrek. nr. 43.97.50.962 Redactie E.W.G. van der Bilt, J.D.D. Hofman, S.S. van der Meer m.m.v. J.G. Schenkenberg van Mierop en B. Zoer Vormgeving Albert Rademaker BNO, Annen Pre-Press Von Hebel bv, Groningen

3

4

Kom er even voor zitten

Lithografie Arfo, Groningen

— bestuursberichten

Druk en afwerking Boom Pers Drukkerijen BV, Meppel

Hunebedden

Omslag Hunebed van Loon (John Stoel)

— cultuurhistorie Wijnand van der Sanden 10

De Scholekster

— jeugdrubriek

ISSN 1380-3263 Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’.

Geert de Vries 12

Engelse cultuurlandschappen

— reisverslag Bertil Zoer/Sonja van der Meer 17

Het Drouwenerzand

— wandelroute Bertus Boivin/Eric van der Bilt 21

Provinciale Landschappen en cultuurbeheer

— cultuurbeheer Eric van der Bilt 24

Pinksterbloem

— flora en fauna Bertil Zoer 26

Waterwingebied Gasselte

27

Kortweg

— berichten 34

Agenda

Het Drentse Landschap is een uitgave van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Het geeft informatie over de terreinbezittingen en activiteiten van de Stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de Begunstigers van het Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage ƒ 35,– per jaar. Begunstiger voor het leven ƒ 750,– . Als u ‘Het Drentse Landschap’ extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze: Lijfrente-termijnen In plaats van uw begunstigersbijdrage. Dit is een voor de Inkomstenbelasting aftrekbare periodieke bijdrage (minimaal 5 jaar), die u met een eenvoudige notariële acte toezegt. De kosten van de acte worden door ‘Het Drentse Landschap’ betaald. Nadere informatie bij het bureau van de Stichting. Giften Voor minimaal 1% en maximaal 10% van uw onzuiver inkomen zijn giften aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Legaten of erfstellingen Tot een bedrag van ƒ16.788,– (voor 2000) is ‘Het Drentse Landschap’ geen successierechten verschuldigd. Voor grotere bedragen geldt voor ‘Het Drentse Landschap’ het speciale lage tarief van 11% over het gehele bedrag.


Bestuursberichten

3

Archief HDL

Kom er even voor zitten Voor u ligt het eerste kwartaalblad van de eenentwintigste eeuw. Het is voor een groot deel gewijd aan hunebedden. Dat heeft een speciale reden.

megalithische graven zijn gemaakt door het Trechterbekervolk, dat tussen 3500 en 2700 voor Christus in Drenthe voornamelijk op de Hondsrug woonde.

Drenthe is niet alleen in landschappelijk opzicht een van de rijkste provincies van ons land, ook op archeologisch gebied heeft het veel te bieden. Dat wordt nog eens versterkt door de talrijke wetenschappelijk begeleide opgravingen die er zijn verricht.

Nederland telt nu nog 53 hunebedden, waarvan er 52 in Drenthe te vinden zijn en één in Groningen. Een deel daarvan is eigendom van het rijk en een ander deel van de provincie. Het beheer van de rijkshunebedden is in handen van Staatsbosbeheer.

Naast vele tientallen grafheuvels, urnenvelden, Celtic fields en veenwegen, zijn in Drenthe de oudste zichtbare monumenten van Nederland te vinden: de hunebedden. Deze

Vanaf medio 2000 wordt het beheer van de provinciale hunebedden echter toevertrouwd aan de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Vanaf dat tijdstip heeft onze Stichting voor 99 jaar eenentwintig van de uiterst imposante graven in erfpacht. Onder meer gelegen bij Kampsheide en bij Loon.

Nationale Postcode Loterij Bedankt! Op 3 februari kwam van de Nationale Postcode Loterij het bericht dat zij bereid is 4,5 miljoen gulden te schenken aan de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Dit geld is bedoeld om het museumdorp Orvelte te redden. De Stichting is ontzettend blij dat dit zeer fraaie Drentse esdorp nu, dankzij de steun van de Nationale Postcode Loterij, voor het nageslacht behouden kan blijven.

Het bestuur en de directie van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ zijn daar heel gelukkig mee. Hunebedden zijn zo nauw met de oudste geschiedenis van Drenthe verbonden dat ze haast het symbool van onze provincie zijn. In het landschap vormen ze markante oriëntatiepunten, temeer omdat ze niet zelden op fraaie locaties liggen. Een organisatie als de onze leent zich bij uitstek voor het beheer van de hunebedden, omdat die ook aan de omgeving ervan alle aandacht kan schenken. Daardoor kan de ruwe magie van de reusachtige gestapelde stenen nog beter tot zijn recht komen.

Aleid Rensen Voorzitter Stichting ‘Het Drentse Landschap’


4

Cultuurhistorie Hunebedden en Drenthe: voor de moderne beschouwer zijn ze onlosmakelijk met elkaar verbonden. De een is ondenkbaar zonder de ander. Zo vreemd is die notie van saamhorigheid niet. De stenen reuzen, die over de hele Hondsrug te vinden zijn, wekken inderdaad de indruk dat ze al vanaf het begin der tijden een vaste plaats in het landschap bekleden. Toch is dat niet zo. Sterker nog, het langste deel van de prehistorie ontbraken ze in het Drentse landschap.

Hunebedden Een fascinerend fenomeen Wijnand van der Sanden*

boerengemeenschappen die eens de noordelijke helft van Nederland bevolkten en die door archeologen met de naam ‘trechterbekercultuur’ worden aangeduid. Die naam danken ze aan een van de karakteristieke aardewerkvormen die ze produceerden - een beker met een trechtervormige hals. Hoe deze eerste echte boeren van het noorden zichzelf noemden, weten we niet (en zullen we ook nooit te weten komen). Het was een schriftloze samenleving, waarin kennis en verhalen mondeling werden doorgegeven van generatie op generatie. De trechterbekerboeren hadden een gemengd bedrijf: ze hielden runderen, varkens, schapen en geiten en verbouwden op hun akkers onder meer tarwe, gerst en vlas. De jacht zal zeker een rol in hun dagelijks leven gespeeld hebben - al was het alleen maar om het wild van de akkers te verdrijven - maar zal toch minder belangrijk zijn geweest dan in de millennia daarvoor, toen men uitsluitend van de jacht, de visvangst en het verzamelen van eetbare planten, vruchten en noten afhankelijk was.

Deze trechterbekerboeren waren het, die de grote zwerfstenen die tijdens de voorlaatste ijstijd (180.000-130.000 jaar geleden) door het landijs naar onze streken waren geschoven, opzochten, uitgroeven, verplaatsten en op de uitgekozen plaats opeenstapelden om er stenen kamers van te maken. Die stenen kamers – al vanaf de 17de eeuw duiden we ze aan met de naam hunebedden – speelden een belangrijke rol in het grafritueel. Van dat grafritueel weten we lang niet zoveel als we eigenlijk zouden willen. Niemand twijfelt eraan dat er stoffelijke resten in de hunebedden hebben gelegen, maar hoe de doden op de keldervloer werden gedeponeerd,

foto: John Stoel

Grafritueel

foto: F. Hoedeman, (ROB)

Drie aardewerkvormen van de trechterbekercultuur; geheel rechts een trechterbeker.

Volgens de huidige inzichten gaat de oudste bewoning op het grondgebied van de provincie terug tot ver in de laatste ijstijd, wellicht zelfs tot vóór die koude periode (die ca. 120.000 jaar geleden begon). Het was de tijd van jagers op groot wild, van Neandertalers en vuistbijlen. Pas veel later, rond 3400 v.Chr., begonnen boeren uit de nieuwe steentijd (neolithicum) met de bouw van de stenen kamers die nu voor Drenthe zo beeldbepalend zijn. Op die schaal bekeken zijn het dus laatkomers op het toneel van de geschiedenis. De hunebedden zijn de enige zichtbare resten van de



Hunebedden

foto: F. Hoedeman, (ROB)

6

Vuurstenen pijlpunten – zogeheten transversaalspitsen – van de trechterbekercultuur.

onttrekt zich nagenoeg geheel aan onze waarnemingen. Waren het complete lichamen of werden de doden elders ontvleesd en alleen de botten (of een selectie daarvan) naar het hunebed overgebracht? De botresten zijn vergaan in de kalkarme zandbodem en alles wat de archeologen bij hun opgravingen nog aantreffen, zijn de bijgaven die de doden meekregen: verschillende typen potten, vuurstenen wapens en gereedschappen en sieraden van barnsteen, git en (heel zelden) koper. Eventuele bijgaven van hout, been, hoorn, textiel en leer zijn, net als de doden zelf, spoorloos vergaan. Het aardewerk leert ons dat de hunebedden lang gebruikt zijn; in één en hetzelfde hunebed hebben vele generaties trechterbekerboeren (een aantal van) hun doden bijgezet. Dit maakt het aannemelijk dat de hunebedden centrale punten in een vooroudercultus gevormd hebben (in dit soort samenlevingen speelden de overledenen nog een rol van betekenis in de wereld van de levenden). Bovennatuurlijke machten

Dankzij opmerkelijke vondsten uit venen en stroomdalen weten we dat de trechterbekerboeren contacten onderhielden met de bovennatuurlijke wereld, die door geesten en voorouders bevolkt zal zijn geweest. Op natte plekken in het landschap offerden ze grote bijlen, potten met voedsel en de horens van hun runderen. Naar alle waarschijnlijkheid offerde men deze zaken om de bovennatuurlijke machten te laten zorgen voor een goede oogst of een gezonde veestapel of om diezelfde machten te bedanken voor reeds verleende hulp. Vruchtbaarheid zal dus een belangrijk thema zijn geweest in de wereld van de trechterbekerboeren. Ondanks vele jaren van nederzettingsonderzoek in Drenthe is er nog nooit een huisplattegrond van deze eerste fulltime boeren blootgelegd. In Duitsland hebben archeologen wél sporen van trechterbekerhuizen aangetroffen, onder meer bij Flögeln, in de buurt van Cuxhaven. Het gaat daarbij om huizen met een lengte van 10-20 m en een breedte van 4,5-7 m. Algemeen wordt aangenomen dat de Drentse boeren in soortgelijke huizen gewoond hebben. Het zullen kleine nederzettingen zijn geweest, hooguit enkele boerderijen bij elkaar, dus zeker niet te beschrijven met de term ‘dorp’. Binnen de huidige provinciegrenzen zullen naar schatting zeker niet meer dan 2000-3000 mensen gewoond hebben,

niet veel als je het vergelijkt met het huidige inwoneraantal, dat om en nabij de 460.000 ligt. Onvolledig beeld

Al met al zal duidelijk zijn dat onze kennis van de trechterbekercultuur nog veel hiaten vertoont. Veel ‘zwarte gaten’ zullen ook door voortgezet onderzoek niet gedicht worden. Dat komt omdat een groot deel van de materiële cultuur van deze boeren in de bodem vergaan is: hun kleding, hun wapens en gereedschappen van organisch materiaal, hun meubels, voertuigen, etc. Zelfs hun doden – een paar uitzonderingen daargelaten – zijn ongrijpbaar geworden. Per definitie ongrijpbaar zijn natuurlijk de niet-materiële cultuuruitingen: de taal die ze spraken, de liederen die ze zongen en de dansen die ze bij verschillende ceremoniën uitvoerden, om maar eens een paar voorbeelden te noemen. In veel aspecten van het trechterbekerleven zullen we dus nooit inzicht krijgen. Ons beeld van de eerste Drentse boeren zal noodgedwongen onvolledig blijven. De schaarse overblijfselen die we hebben van deze cultuur, moeten dan ook met zorg behandeld worden. Dat geldt zeker voor hun


7

Cultuurhistorie De trechterbekerboeren offerden onder meer grote vuurstenen bijlen op natte plekken in het landschap. Deze tekening van Kelvin Wilson geeft een impressie van een dergelijke offerhandeling.

Grafheuvels

Na 500 jaar is de rol van de hunebedden grotendeels uit-

gespeeld. In het grafbestel van de samenlevingen in de eerste eeuwen na de trechterbekercultuur – door archeologen aangeduid met de namen ‘enkelgrafcultuur’ en ‘klokbekercultuur’ (2900-2000 v.Chr.) – zien we voor het eerst aarden grafheuvels verschijnen. Deze grafheuvels uit de late steentijd werden doorgaans opgeworpen voor een enkel individu. Zeker is dat veel hunebedden nog wel betreden werden door de enkelgraf- en klokbekermensen, getuige de aanwezigheid van kleine aantallen potten van deze culturen in een groot aantal van de megalithische monumenten. We weten echter niet zeker of het hierbij gaat om grafgiften die doden vergezelden of om offers. Een en ander wijst wel op een houding van respect, een gevoel van verbondenheid met de verdwenen wereld van de trechterbekerboeren. Daarna wordt het beeld onduidelijker, maar we mogen aannemen dat de emotionele verbondenheid met de stenen grafkamers en hun bouwers nagenoeg geheel verdwijnt en ze definitief aan hun lot worden overgelaten. Grote aanslagen vinden in de Middeleeuwen en de eeuwen daarna plaats. Stenen worden gebruikt voor de bouw van kerken

Barnstenen kralen uit een hunebed bij Eext.

Grafheuvels op het Noordse Veld bij Zeijen.

Archief HDL

meest monumentale nalatenschap, de hunebedden. Zo respectvol is er echter in het verleden niet altijd met deze megalithische bouwsels omgesprongen. Respect was er natuurlijk wel in het begin. De bouw van de hunebedden, waarvoor wellicht verschillende lokale gemeenschappen hun krachten gebundeld zullen hebben, zal met feesten en ceremonies gepaard zijn gegaan. Op die manier kon er niet alleen zwaar werk verzet worden maar werden ook sociale relaties bestendigd en – niet onbelangrijk – kon er prestige verworven worden. Eeuwenlang bleven de stenen grafkamers, voor het grootste deel aan het oog onttrokken door een aarden ‘dekheuvel’, in gebruik. Vele malen zal de toegangsdeur geopend zijn om stoffelijke resten naar binnen te brengen. Wellicht even vaak zullen resten – denk vooral aan de schedels – ook weer naar buiten zijn gehaald om te figureren in ceremonies waarbij de voorouders niet gemist konden worden.


8

Hunebedden

en om de dijken in West-Nederland te verstevigen. Dit betekent dat sommige hunebedden compleet gesloopt worden (het is vreemd te bedenken dat een paalwormenplaag in het westen van Nederland het lot van menig hunebed in het noorden heeft bezegeld). Vanaf de 17de eeuw treedt er een kentering op en dringt heel geleidelijk het besef door dat de hunebedden iets bijzonders zijn en ons iets kunnen leren over het verleden. In 1734 vaardigden Drost en Gedeputeerden van Drenthe zelfs bepalingen uit die het vernielen van deze bouwwerken expliciet verboden. Dit was onze eerste Monumentenwet. Het slopen ging echter door, zo mogen we uit de bepalingen van 1790, 1809, 1818, 1846 en 1854 afleiden.

gravingen in en om hunebedden verricht om meer inzicht te krijgen in bepaalde aspecten van de trechterbekercultuur, zoals bijvoorbeeld de ontwikkeling van het aardewerk en de gebruikte versieringspatronen. Op Van Giffens fundament hebben anderen vervolgens verder gebouwd. Bijzondere monumenten

De hunebedden zijn zo bijzonder dat de minister van WVC in 1983 zelfs een Werkgroep Hunebedden in het leven riep om alle werkzaamheden betreffende het beheer en het

Archief HDL

foto: F. Hoedeman, (ROB)

Eerste aankoop

Tussen 1857 en 1872 werden de overgebleven hunebedden door het Rijk en het provinciaal bestuur aangekocht of als schenking aanvaard. Dat betekende overigens niet dat de hunebedden veilig waren. Rond 1870 werden, overigens met de beste bedoelingen, nog verschillende dekheuvelrestanten weggegraven. Dit is ook de tijd dat de Engelsen Lukis en Dryden naar Drenthe afreizen, op verzoek van de Society of Antiquaries, om de hunebedden goed te documenteren. Het resultaat is een reeks prachtige tekeningen. Deze positieve ontwikkeling wordt in de 20ste eeuw voortgezet. Er worden inventarisaties uitgevoerd, rapporten geschreven ĂŠn er wordt gerestaureerd. Spin in het web van al deze activiteiten is de Groningse archeoloog Albert Egges van Giffen. En passant publiceerde hij een tweedelig standaardwerk over de Nederlandse megalieten: De hunebedden in Nederland, waarin geen steen onbesproken blijft. In 1931 kreeg hij de Meesterschapsprijs voor dit magnum opus. Publieksvoorlichting genoot minder zijn belangstelling, maar toch heeft hij ook op dat terrein zijn sporen nagelaten. Van zijn hand is namelijk het halfgereconstrueerde hunebed bij Schoonoord (De Papeloze Kerk), waar het publiek een indruk kan krijgen hoe een door een dekheuvel omgeven hunebed er moet hebben uitgezien. Natuurlijk heeft Van Giffen ook op-


Cultuurhistorie

behoud van Nederlands oudste monumenten te coördineren. De Werkgroep, waarin onder andere de eigenaars en beheerders (Provincie, Rijk en Staatsbosbeheer) zitting namen, heeft sinds haar installatie niet stilgezeten. Zo werd bij de niet-onderzochte grafkelders de vloer verzegeld met grasbetonblokken om gelegenheidsgravers de moed te ontnemen. Verder is op haar initiatief een rapport opgesteld dat de natuurlijke en menselijke verweringsfactoren die de stenen vandaag de dag bedreigen, in kaart brengt. Naar aanleiding daarvan is een kostbaar restauratieprogramma uitgevoerd, met andere uitgangspunten en werkwijzen dan Van Giffen hanteerde. Informeren van het publiek is een van de andere speerpunten van de Werkgroep, want als bezoekers het belang van de monumenten inzien, zal men ze ook met respect behandelen. Daarom zijn er ‘informatiescherven’ geplaatst bij de hunebedden die het meest onder toeristische druk staan en is er een betaalbaar gidsje uitgegeven dat achtergrondinformatie verschaft. In hetzelfde kader is ook ondersteuning verleend aan het Nationaal Hunebedden Informatiecentrum, dat vlak bij het grote hunebed van Borger ligt. Hier komen jaarlijks ca. 35.000 bezoekers om zich te laten informeren over de stenen bouwsels en andere archeologische monumenten. Voorlichting over onder meer de kwetsbaarheid van deze monumenten is in onze tijd geen overbodige luxe. De afgelopen jaren nog zijn er stenen van hun plaats getrokken, zijn er vuurtjes gestookt die onherstelbare schade aan de stenen hebben aangebracht en zijn stenen beklad met graffiti. Herstel van de schade kost niet alleen veel (gemeenschaps)geld maar laat ook vaak blijvende sporen na (de in kleur iets afwijkende aanvulling van een door brand vernielde steen of een lichte vlek na het verwijderen van verf- of viltstiftsporen). Voorkomen is dus ook hier beter dan genezen. Nieuwe fase

Eind 1999 had de Werkgroep al zijn wensen gerealiseerd en kon zij ontbonden worden. Dat betekent geenszins dat de hunebedden nu worden ‘losgelaten’. Er komt een ander, minder formeel platform om beheer en ontsluiting van deze bijzondere monumenten zo goed en uniform mogelijk te laten plaatsvinden. Een bijzondere ontwikkeling die in het voorjaar 2000 zijn beslag zal krijgen, is dat beheer en onder-

9

houd van de 21 hunebedden die de provincie Drenthe in eigendom heeft, via een erfpachtcontract bij de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ worden ondergebracht. De provincie meent dat ‘Het Drentse Landschap’ bij uitstek toegerust is om dit soort taken uit te voeren. De stichting kan zich daarnaast inzetten om de terreinen waarop de hunebedden liggen, door gerichte aankopen te vergroten, waardoor de omgeving van de monumenten aantrekkelijker wordt, de belevingswaarde vergroot wordt en eventuele bodemsporen in de directe omgeving van de grafkamers beter beschermd worden. Dit is uiteraard een zaak van lange adem. Dat ‘Het Drentse Landschap’ de nieuwe taak serieus neemt, blijkt uit het feit dat zij het onlangs verschenen publieksboek ‘Hunebedden – Monumenten van een steentijdcultuur’ financieel ondersteund heeft en het met korting aan haar begunstigers aanbiedt. De zorg voor de hunebedden gaat in de nieuwe eeuw een nieuwe fase in. Vanaf nu is ‘Het Drentse Landschap’ een partner in de nooit aflatende zorg voor Nederlands oudste monumenten.

* Dr. W.A.B. van der Sanden studeerde culturele prehistorie in Groningen en is provinciaal archeoloog van Drenthe.

Boekaanbieding Het boek ‘Hunebedden – Monumenten van een steentijdcultuur’ is in de boekhandel verkrijgbaar voor ƒ 39,90. Begunstigers van ‘Het Drentse Landschap’ kunnen het boek met een korting van ƒ 5,00 aanschaffen. U kunt het boek bestellen door ƒ 42,– (ƒ 34,90 + verzendkosten) over te maken op bankrek. nr. 43.97.50.962 o.v.v. Hunebedboek. Vergeet niet uw naam en adres te vermelden.


10

Natuurlijk

foto’s: Geert de Vries

Geert de Vries*

De Scholekster

Het broedseizoen

verdedigen hun jongen. Dat

De Drentse broedvogels brengen

verdedigen doen Scholeksters

de winter door in het wadden-

met hart en ziel. Zo werden er

gebied. Pas in april komen ze

eens een dode Scholekster en

terug naar Drenthe. Het zijn laat-

Zilvermeeuw gevonden. De

komers onder de weidevogels.

Scholekster had de schedel van

De Scholekster wordt ook wel ‘bonte piet’

Eerst verzamelen ze zich met

de Zilvermeeuw doorboord…

genoemd omdat hij bij opwinding luidruchtig

tientallen in een ‘soos’ om

Voorafgaand aan de eileg wordt

informatie uit te wisselen: wie

er veelvuldig gepaard. Onder-

gaat met wie, waar zijn dit jaar

zoekers ontdekten dat sommige

gauw. Vooral in het voorjaar kan men regelmatig

de meeste wormen te vinden,

paren maar liefst 700 keer

getuige zijn van burenruzies. Met veel kabaal zie

enz. Eind april verlaten met

paarden voordat het eerste ei

name de ervaren vogels de soos

werd gelegd. Er worden drie of

en ‘bezetten‘ een broedgebied,

vier eieren gelegd. Na een

aanrennen. Zo’n scheldpartij met de buren schijnt

dat vervolgens jaren achtereen

maand komen de jongen uit.

de huwelijksband te verstevigen. En... in een goed

door hetzelfde paar wordt

Die worden vier weken gevoerd

bewoond. De taken binnen het

voordat ze kunnen vliegen.

scholekstergezin worden eerlijk

Daarna volgt nog een cursus

verdeeld. Man en vrouw broeden

‘zelfstandig werken’ van een

evenveel en beide voeren en

maand. Na het broedseizoen

‘te-piet, te-piet’ roept. En opgewonden raken ze

je dan Scholekster-echtparen achter indringers

huwelijk moet je niet stoken.

In een “soos” wordt informatie uitgewisseld.


Jeugdrubriek

11

Scholeksters kunnen hun jongen voeren. Dat is een zeldzaam verschijnsel bij weidevogels.

vertrekken ze naar de Wadden-

Het dak op

Achteruitgang

zee. Daar eten ze vooral mossels

De Scholekster broedt vooral in

Scholeksters kunnen behoorlijk

en kokkels.

grasland. Maar ook akkers zijn

oud worden. De gemiddelde

wel geliefd. Omdat Scholeksters

leeftijd is zestien jaar. Als een

zo laat broeden is de kans groot

paartje in al die jaren in totaal

Het merendeel van de Schol-

dat hun nest wordt uitgemaaid

drie jongen groot brengt, dan

eksters uit de Europese Unie

of omgeploegd. Sommige Schol-

neemt het aantal Scholeksters

broedt in ons kleine landje. Dat

eksters zijn op het slimme idee

toe. Voorwaarde is dan wel dat

zijn 100.000 paar. De Schol-

gekomen om op platte daken te

elk van die jongen ook weer aan

ekster is vanouds een kustvogel.

gaan broeden, zodat ze niet

de voortplanting meedoet. Toch

Vanaf ca 1920 ontdekten ze dat

worden gestoord. De Scholekster

gaat de stand van Scholeksters

Aantallen

het ook de moeite waard was

Scholekster een jaar aan het

is één van de weinige weide-

de laatste tien jaar achteruit. Een

om in het binnenland te broeden.

infuus legt, zodat hij wel voedsel

vogels die zijn jongen kan voeren.

belangrijke oorzaak van deze

Mede oorzaak was het verdwijnen

binnen krijgt maar zijn snavel

Dat voedsel, wormen en larven

achteruitgang is de schelpen-

van de heide. Scholeksters eten

niet kan gebruiken. Dan zou de

van langpootmuggen, vinden de

visserij in het waddengebied:

namelijk regenwormen en die

snavel binnen een jaar ruim twee

ouders op nabijgelegen sport-

schelpdieren zijn daar het

kwamen honderd jaar geleden

keer zo lang worden. Een Schol-

velden en in wegbermen. Als de

belangrijkste voedsel van de

niet erg veel voor omdat Drenthe

ekstersnavel slijt namelijk heel

jongen een maand oud zijn,

Scholekster. Door het wegvissen

voor het overgrote deel uit heide

sterk door deze steeds in de

fladderen ze naar beneden en

van schelpen sterven veel Schol-

bestond. En de grond waarop

grond te steken. Dankzij de snelle

worden daar verder groot-

eksters ’s winters de honger-

heide groeit is zuur en daar

groei blijft zijn snavel toch lang.

gebracht door de ouders.

dood. Hoe is het mogelijk dat

houden regenwormen niet van.

Scholeksters hebben verschillende

zoiets in één van de belangrijkste

Scholeksters wegen 500 gram.

technieken ontwikkeld om het

natuurgebieden van Europa mag

Dagelijks hebben ze de helft van

vlees uit schelpdieren te halen.

gebeuren? De Scholekster is een

hun lichaamsgewicht (250 gram)

Afhankelijk van de toegepaste

hele piet, maar als men hem zijn

aan wormen nodig. Honderd jaar

techniek vormt hun snavel zich.

belangrijkste voedsel afpakt

geleden zou hij bij wijze van

Zo zijn er ‘timmermannen’ die

wordt hij met name in de winter

spreken al 100 gram zijn af-

grote schelpen stuk

een zielepiet.

gevallen voordat hij een worm

hameren. Zij krijgen

had gevonden. Toen onder meer

daardoor een brede,

de heidevelden in ‘vette’ wei-

stompe snavelpunt. Er zijn ook

landen veranderden, veroverde

Scholeksters die, op zoek naar

de Scholekster in sneltreinvaart

schelpen, steeds in de bodem

heel Drenthe. Nu broeden hier

prikken. De wadbodem slijpt een

ongeveer 6000 paar.

scherpe punt aan hun snavel. Let

Bron: mondelinge mededelingen van de scholeksterdeskundige J.B. Hulscher uit Haren.

in het voorjaar maar eens op de

Elke vogel eet zoals die

snavelpunten. Menig ‘timmer-

gebekt is…

man’ is in Drenthe dan nog te

Soms kun je aan de vorm van de

herkennen. Na enkele weken zijn

snavel zien hoe een Scholekster

ook hun snavelpunten spits

in het Waddengebied zijn voedsel

geworden van al het gewroet in

verzamelt. Stel je voor dat je een

de Drentse bodem.

* G. de Vries, onderwijsconsulent voor natuur- en milieu-educatie, is lid van het algemeen bestuur van ‘Het Drentse Landschap’.


12

Reisverslag In juni 1999 bezochten medewerkers van de Provinciale Landschappen van Drenthe, Groningen, Friesland en Flevoland in het kader van een studiereis Zuid Engeland. Doel van de reis was inzicht te krijgen in de werkwijze en organisatie van het natuurbeheer en de daarbij behorende publieksvoorzieningen.

Bertil Zoer en Sonja van der Meer*

Engeland heeft prachtige cultuurlandschappen plaats met behulp van subsidies. Aanspraak op subsidie hangt af van de status van het gebied, en die hebben ze in Engeland in alle soorten en maten. Voorbeelden zijn reservaten met een bijzondere natuurwetenschappelijke waarde (Sites of Special Scientific Interests) of gebieden met een bijzonder beschermingsdoel (wild- of vogelreservaten). Verder hebben ze Nationale Parken die als doel hebben het instandhouden van de veelvormige, afwisselende landschappen inclusief de natuurlijke rijkdommen, traditionele landbouwkundige structuren en cultuurhistorisch waardevolle gebouwen. National Trust

Archief HDL

New Forest, een magnifiek oerbos.

Engeland heeft talloze liefelijke cultuurlandschappen die behalve als natuurgebied ook vaak een functie als recreatiegebied hebben. Veel grond is eigendom van particulieren. De organisatie English Nature fungeert als een doorgeefluik tussen overheid en particuliere grondeigenaren. De overheidsinvloed beperkt zich tot het scheppen van randvoorwaarden en regelgeving. English Nature heeft een rol als adviseur van de overheid enerzijds en begeleiding van beheersovereenkomsten met particulieren anderzijds. Motivatie van het natuurbeheer door particulieren vindt

National Trust is een van de grootste natuurbeschermingsorganisaties van Groot - BrittanniĂŤ. Voor het eerst maakten we kennis met deze organisatie in de typisch Engelse omgeving van Sissinghurst Castle. De tuinen van Sissinghurst zijn een begrip tot ver over de landsgrenzen. Het schrijversechtpaar Vita Sackville-West en haar man Sir Harold Nicolson maakten een sfeervolle en kleurrijke tuin. Na hun dood werd de tuin overgedragen aan de National Trust. De publieke belangstelling voor de tuinen is bijna problematisch groot. Daarom worden de bezoekersaantallen gereguleerd (maximaal 400 mensen) en mogen ze maximaal 1 1/2 uur in de tuinen vertoeven. Daarnaast is er een no-publicity beleid; er wordt dus bewust naar gestreefd om niet te veel belangstelling voor de tuinen te krijgen. De tuin lag er perfect bij, een lust voor het oog en voor de neus. Op Sissinghurst werken zowel betaalde medewerkers als vrijwilligers. De laatstgenoemden worden met name ingezet bij onderhoudswerk en publieksactiviteiten, zoals het beheer


13

Archief HDL

De tuinen van Sissinghurst Castle liggen er perfect bij.

van het winkeltje. Sissinghurst is financieel volledig zelfvoorzienend. Alle inkomsten worden gegenereerd uit toegangskaartjes en opbrengsten van de uitstekend verzorgde winkel van de National Trust ter plaatse. Moeizaam beheer

In de nabije omgeving van Sissinghurst ligt Mount Caburn National Nature Reserves. Dit reservaat bestaat uit een reliĂŤf- en orchideeĂŤnrijk kalkgraslandcomplex. Het beheer wordt gecoĂśrdineerd door English Nature middels een Nature Reserve Agreement met de particuliere eigenaren. De betrokken beheerders gaven blijk van een bijna overmatige belangstelling voor de floristische kant van de zaak, met een grote belangstelling voor internationale kennisuitwisseling. Tegelijkertijd moest geconstateerd worden dat men de grootste moeite had om de meest elementaire beheersinspanningen (tegengaan van ongewenste opslag van struiken en het organiseren van voldoende begrazingsdruk in de gewenste perioden) te organiseren. Er wordt enorm veel tijd en energie gestoken in het motiveren van de particuliere

eigenaren c.q gebruikers om tot een voor de vegetatie gunstige bedrijfsvoering te komen. Het resultaat was echter nog verre van optimaal. Toch een wat frustrerende ervaring voor Nederlandse beheerders die gewend zijn hun beheer, vanwege het in eigendom hebben van de reservaten, zelfstandig te kunnen plannen en uitvoeren. Vogelbescherming

Op de tweede dag waren we te gast bij de Royal Society for the Protection of Birds (RSPB), zeg maar de Vogelbescherming van Engeland. Deze organisatie beheert onder meer het vogelreservaat Pulborough Brooks. Het reservaat bestaat uit beekdalgraslanden met veel natte laagten (watermeadows) en bosgebied. Een deel van het gebied is eigendom van de RSPB, de andere delen worden gepacht. Het beleid van de RSPB is erg gericht op het instandhouden van vogelsoorten, ook al gaat dat soms ten koste van de levensgemeenschap. De RSPB is volledig afhankelijk van giften van particulieren en inkomsten uit eigen middelen, zoals kaartverkoop, op-


14

Reisverslag

Landschappen nemen kijkje over de landsgrenzen

Magnifiek oerbos

New Forest, bewaard gebleven doordat King William I het in 1079 tot zijn jachtgebied uitriep, is één van de fraaiste bossen van Europa. Met name die delen van het park die aangeduid zijn als ancient and ornamental woodland (ongeveer 15 % van het totale gebied) zijn zeer indrukwekkend. Het park beslaat een oppervlakte van 37.500 ha waarvan nog altijd 27.000 ha eigendom is van the Crown. Dit deel wordt beheerd door de Forestry Commission; het Britse Staatsbosbeheer. Door de eeuwen heen is de invloed van begrazing een van de belangrijkste processen geweest in het gebied. Ook tegenwoordig lopen er nog zo’n 5000 stuks vee rond. Het zijn hier de mensen die met hun tuintjes binnen de veekerende rasters zitten. Het vee, voor het merendeel paarden maar ook runderen en enkele ezels, kan overal komen. Wel zijn sommige drukke doorgaande wegen ingerasterd en voorzien van veetunnels. De dieren zijn eigendom van de ‘commoners’; bewoners van het gebied die inscharingsrechten bezitten die gekoppeld zijn aan hun huis. Het bijna folkloristische gebeuren rond die commoners heeft nog al wat negatieve invloed op het gebied. Enkele ecologisch waardevolle delen van de ornamental woods werden op aandringen van de commoners

ontwaterd om een betere voedselsituatie voor de paarden te behouden. Ook leidde het belang van de commoners op enkele plekken tot grove kap- en snoeiactiviteiten in de veelvoorkomende Hulst om een betere lichttoetreding tot de bosbodem te krijgen. Hoewel dat op relatief kleine schaal is gedaan werden dit soort ingrepen door de medewerkers van de Landschappen toch ervaren als een vrij grove verstoring. Onbegrijpelijk dat de mens aan het eind van de 20e eeuw nog niet echt bereid is om natuurlijke processen en krachten onvoorwaardelijk de ruimte te geven. Maar feitelijk is het in al die eeuwen dat de mens zich met het New Forest bemoeit nooit anders gegaan. Dat er toch nog altijd zo’n fantastisch bosgebied bestaat, is aan de andere kant ook weer bemoedigend. Als je ergens het besef krijgt van de relativiteit van ons menselijk handelen dan is het wel tussen de ‘veteran trees’ van het New Forest. Biologisch-agrarisch natuurbeheer

Op Parsonage Down (English Nature) maakten we kennis met een behoorlijk geslaagde symbiose tussen rendabele biologisch-agrarische bedrijfsvoering en realisering van een stuk

Rhododendron op Sissinghurst Castle.

Archief HDL

brengsten uit de winkel en het café-restaurant en educatieve programma’s aan scholen. De publieksbegeleiding door de RSPB zag er uitstekend uit. Het reservaat was voorzien van een route met op vrijwel elke geschikte plek een vogelkijkhut. In de winkel was een uitgebreid assortiment vogelboeken, kijkers en kwaliteitsprullaria te krijgen. De educatie en voorlichting wordt met name door vrijwilligers gedaan. Wie naar dit deel van Engeland gaat moet zeer zeker een bezoek brengen aan Kingley Vale National Nature Reserve. Dit reservaat herbergt het grootste taxusbos van Europa. Enkele taxusbomen hier schijnen zo’n 20 eeuwen oud te zijn. Evenals bij onze Jeneverbessen lijkt de natuurlijke verjonging van de Taxus zeer moeizaam te verlopen. Het schitterende gebied is behalve rijk aan natuurwaarden ook rijkelijk bedeeld met archeologische bewoningssporen. Variërend van bronstijd, Keltisch tot Romeins. Het beheer valt onder verantwoordelijkheid van English Nature.


Reisverslag

Archief HDL

Parsonage Down.

natuurbeheer. Bijzonder fraai waren de weilanden die nu al vijftig jaar aan een stuk begraasd worden door koeien aangevuld met een handvol schapen. Scheuren, kunstmest strooien of doorzaaien worden niet toegepast. De soortenrijkdom is enorm (onder meer drie orchideeënsoorten). Heel bijzonder was het opvallende microreliëf veroorzaakt door de bultvormige nesten (veelal begroeid met toefjes Tijm) van de Gele weidemier. Een karakteristieke soort voor weideland dat nooit gemaaid wordt, maar altijd begraasd. De weiden herbergden ook groeiplaatsen van een zeldzame endemische plantensoort (Gentianella anglica) en enkele dassenburchten. Het bedrijf besteedt ook aandacht aan de instandhouding van het zeldzame Longhorn-runderras. National Park Exmoor

Op de laatste studiedag werd het National Park Exmoor bezocht, dat in 1954 gesticht werd. De oppervlakte bedraagt 96 400 ha (693 km2). De belangrijkste voorkomende milieus zijn de heiden en venen. We maakten hier kennis met een heuvelachtige uitvoering van het Doldersummerveld tot in het oneindige uitvergroot. Een schitterend gebied voor het maken van eindeloze wandeltochten over het netwerk van public footpaths. Het gebied wordt niet geplagd, maar uitsluitend gemaaid, begraasd en gebrand. Net als in New Forest koos men hier soms ook voor het doodspuiten van de Adelaarsvaren. Er worden zelfs sproeivliegtuigen ingezet. Het is jammer dat Engeland nog geen wettelijk verbod op ontginning van woeste gronden kent, zoals wij dat in Nederland sinds 1964 kennen. Het geeft de grondeigenaren een sterke onderhandelingspositie waardoor er tot in lengte van jaren echt

gigantische bedragen moeten worden betaald om ontginning door boeren te voorkomen. Vaak wordt dit betaald met beschikbare EU-subsidies. Er is dan nog geen cent uitgegeven aan beheersmaatregelen. Bovendien kunnen reeds behaalde beheerseffecten op elk moment weer ongedaan gemaakt worden wanneer de grondeigenaar tot ontginning zou besluiten. Ook het nagenoeg uitblijven van verwerving door beherende instanties beperkt de effectiviteit van het beheer. Helaas hebben we nauwelijks de kans gehad om de befaamde Exmoorponies van dichtbij te bekijken. Dit zeldzame ras is een afstammeling van een paardenras dat hier kort na de IJstijden (ongeveer tienduizend jaar geleden) geleefd moet hebben. Verder leven hier circa duizend Edelherten, de grootste populatie van Engeland. Het centrale deel van Exmoor was een van de 67 koninklijke jachtgebieden en nog steeds wordt er in het gebied volop gejaagd. Tenslotte…

Engeland heeft vele prachtige cultuurlandschappen met oude dorpjes en stadjes die hun oorspronkelijke karakter nog grotendeels hebben behouden. Meest opvallend is dat de Britse overheid haar eigen beheersdiensten vrijwel ontzegt om gronden te verwerven, waardoor er in het beheer met een lappendeken van belangen rekening moet worden gehouden. De belangrijkste opgave van de natuurbeschermers is de reservaten tegen negatieve ontwikkelingen en te intensief gebruik te beschermen. In gebieden die een sterke publieksfunctie vervullen, zoals bijvoorbeeld kastelen, tuinen en vogelreservaten, komt een daadkrachtig beheer beter van de grond, dan wanneer dit publieksbelang ontbreekt. Hierdoor

15


16

Reisverslag

worden schitterende gebieden soms op ‘rammelende’ wijze beheerd. De overheid maakt haar eigen organen bewust onmachtig waardoor de effectiviteit van het Britse natuurbeheer enorm gefrustreerd wordt. Er is te weinig beleid gericht op het verwerven van gronden. Maar ook het ontbreken van effectieve wetgeving (bijvoorbeeld een ontginningwet) maakt dat het beheer niet op basis van continuïteit georganiseerd kan worden. Communicatief zijn de Engelsen erg sterk. Ze hebben een soort natuurlijke gave om op een beschaafde, enthousiaste manier over hun werk te vertellen. De Engelse natuurbeheerders besteden veel aandacht aan relatiebeheer, educatie en PR & Voorlichting. Vooral bij de diverse Trusts wordt hier veel waarde aan gehecht. Maar ook de RSPB en de National Trust weten hier op een goede manier mee om te gaan. Of deze aanpak van invloed is op de positieve natuurhouding van de Engelsen blijft giswerk. Feit is wel dat de bevolking veel respect heeft voor haar leefomgeving en daar vaak op een actieve manier bij betrokken is. De meeste Grote muggenorchis (l.) en Aangebrande orchis (r.).

Britse natuurorganisaties hebben dan ook veel contacten met de plaatselijke bevolking. Ze proberen heel bewust in te spelen op de invloed die mensen kunnen hebben op de natuur in hun omgeving. Niet geld, maar behoud van leefomgeving is de belangrijkste inzet. Dergelijke communicatietrajecten zijn zeer goed vergelijkbaar met processen die momenteel plaatsvinden in het Hunzedal en het Oude Diep. Engeland is een prachtig land waar veel te zien is en waar veel van te leren valt. Tegelijkertijd kan gesteld worden dat het natuurbeheer in Nederland nog niet zo slecht geregeld is. De wetgever heeft maatregelen genomen om de natuur in bepaalde gebieden zeker te stellen, denk bijvoorbeeld aan de Ecologische Hoofd Structuur, en geeft natuurorganisaties de mogelijkheid om gronden te verwerven. Maar ook hebben natuurorganisaties in Nederland een duidelijke visie op het natuurbeheer en die is vooral gericht op het in stand houden van het ecosysteem en niet zozeer op soortenbehoud, een benadering die we bij de Engelse natuurorganisaties nogal eens tegenkwamen.

Archief HDL

* B. Zoer en S. van der Meer zijn medewerkers van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’.


Een eindje om met Het Drentse Landschap Bertus Boivin / Eric van der Bilt

Startpunt informatiepaneel tegenover café-restaurant Het Drouwenerzand aan de weg tussen Gasselte en Drouwen Parkeren op de grote parkeerplaats van Het Drouwenerzand Openbaar vervoer Arriva lijn 59 (uursdienst op werkdagen en zaterdagen) vanaf NS-Station Emmen (35 min.) en vanaf NS-Station Groningen (35 min.), uitstappen halte Drouwnerzand Lengte wandeling circa 41/2 km Benodigde tijd 11/2 à 2 uur

Archief HDL

Begaanbaarheid paden goed te belopen Honden niet toegestaan (schapen op het terrein) De route is uitgezet met paaltjes met paarse koppen en witte pijlen. Ten noorden en ten zuiden van het Drouwenerzand liggen verschillende recreatiebedrijven. Vanaf deze terreinen wordt u ook met paaltjes naar de route geleid.

Wandelroute 11 Het Drouwenerzand

Wie door het Drouwenerzand loopt, komt onwillekeurig onder de indruk van de krachten in de natuur. De wind blaast door de zandverstuiving om het zand een stukje verderop te leggen. ‘Een geducht natuurverschijnsel’ schreef Harm Tiesing. Toch is het beeld van de ontketende natuur maar heel betrekkelijk in het Drouwenerzand. Eigenlijk is het Drouwenerzand mensenwerk: te veel schapen op het veld, te veel plaggen voor de potstal, het bovenste laagje van de hei brak en het zand raakte op drift. Tot dezelfde mens daar een eeuw geleden een eind aan maakte door het Drouwenerzand vast te leggen met duizenden dennen. En nu zijn we bomen aan het kappen om de natuur weer meer armslag te geven...


Een eindje om met Het Drentse Landschap Het Drouwenerzand

• Begin bij het informatiepaneel de paarse paaltjes met pijlen te volgen. De route neemt het eerste pad rechts.

• Aan het eind van het pad gaat u linksaf. • Voorbij het brede zandpad links neemt u bij de driesprong het bospaadje linksaf.

foto: Jaap de Vries

Er loopt een klein paadje de hoge heuvel op. Ga eens boven op die heuvel staan. Stelt u zich eens voor: u staat op een meer dan vijf meter hoge kale zandheuvel. Er is geen boom te bekennen. We zijn in de 19de eeuw. Overal om u heen dreigende zandheuvels. Letterlijk op een steenworp afstand van het dorp Drouwen. In 1843 stonden de Drie Podagristen hier. Ze beschreven hun uitzicht als ‘een dorre en doodsche zandzee’: ‘Het is hier zoo bar en ongezellig, dat er een groote mate van kloekmoedigheid toe behoort, om niet van vrouwelijke angst en vreeze aan elk zijner hoofdhairen een glinsterende zweetdruppel te zien hangen.’ Door het dichte fijnsparbos te dunnen probeert ‘Het Drentse Landschap’ ook hier meer licht en openheid te krijgen.

Start

© Topografische Dienst Emmen

Op het bospad valt u meteen het hoogteverschil met de weg Gasselte-Drouwen op. Eén storm was voldoende om de hele weg onder het zand te laten verdwijnen. Er werden omstreeks 1890 zelfs aarden wallen aangelegd om de weg vrij te houden. Een paar jaar later waren ze als vanzelf verdwenen. Als het er op aan kwam, was er geen houden aan de kracht van de ontketende natuur. Het beheer van ‘Het Drentse Landschap’ is erop gericht het bos door het regelmatig te 'dunnen' een natuurlijker karakter te geven. Door het kappen kan het zonlicht de bosbodem goed bereiken en gaan er op die plekken varens en andere bosplanten groeien. Opmerkelijk langs het pad is de Klimop in veel bomen. Kenners zien er het signaal in dat het bos rijper begint te worden.


Wandelroute

• Het paadje komt uit op een breder pad. Ga hier linksaf. Op de viersprong gaat u rechtsaf naar de Kwartjesberg.

De Kwartjesberg dankt zijn naam aan het geld dat de ‘Kwartguldenvereniging’ in de jaren negentig van de 19de eeuw inzamelde in een poging om het oprukkende socialisme tot staan te brengen. De bescheiden giften waren bedoeld om de Oranjebond van Orde te ondersteunen. Deze wilde de minstbedeelden met een goedkoop huis en een stukje grond in eigen levensonderhoud laten voorzien. Zo hoopte men ze af te houden van het Rode Gevaar dat in hun ogen overal op de loer lag. In 1902 kocht de Oranjebond 319 hectare Drouwenerzand om het te ontginnen. In opdracht van de Oranjebond slaagde de Nederlandse Heidemaatschappij erin om met behulp van veel mest en compost, karrenvrachten lupinestro en takkenbossen en duizenden Grove dennen en Zomereiken het Drouwenerzand in twintig jaar onder controle te krijgen.

Bij de Kwartjesberg neemt u het pad rechts. Aan het eind ervan bij de Alinghoek slaat u linksaf.

foto: Jaap de Vries

Opvallend zijn hier in de bosrand de hoge Grove dennen. Ze stammen nog uit de ontginningstijd van het Drouwenerzand. Een groot deel van het gebied was bij de ontginning met deze (inheemse) naaldboom bedekt. De stormen van het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw hebben enorm huisgehouden met name onder de Grove den. Deze enorme ‘slachting’ was in 1974 voor de toenmalige eigenaar aanleiding om het Drouwenerzand aan ‘Het Drentse Landschap’ te verkopen.

• Voorbij de Alinghoek houdt u links aan. U volgt een brede laan langs de rand van het veld.

U moet eigenlijk even rechts naar het raster lopen om van het uitzicht over het prachtige heideveld te genieten. U ziet de resultaten van zo’n twintig jaar begrazing door Drentse heideschapen. De vergrassing is behoorlijk teruggedrongen. Er is vrijwel geen opslag meer. Mooie solitaire Eiken en opvallende Jeneverbessen bepalen het beeld. Vogelkenners weten hier Tapuiten, Boomleeuweriken, Roodborsttapuiten en Geelgorzen aan te wijzen. Vogelsoorten die zich thuisvoelen in deze schrale streken.

• Voorbij het rooster gaat u vóór de stuifzandvlakte rechtsaf.

Uiteraard moet u hier even van de route af om het stuifzand ‘aan den lijve’ te ondergaan. In de zandverstuiving vindt het Nederlandse klimaat zijn extremen, want er is niets dat de warmte vasthoudt of koelte brengt. ’s Zomers bereikt de temperatuur vlak boven de grond met gemak waarden van rond de 50 graden Celsius, terwijl de temperatuur dezelfde nacht weer tot op het vriespunt kan dalen. Aan de rand van zo’n woestijn weten slechts enkele soorten zich te handhaven. Behalve mossen en korstmossen zijn dat planten als Helm, Buntgras en Zandzegge. Het noordoostelijke deel van de zandverstuiving is open, ‘levend’ stuifzand. ‘Het Drentse Landschap’ hielp de natuur hier een handje door er een aantal bospercelen te kappen. Zo heeft de wind meer vat op het zand kunnen krijgen. U ziet dat het zand al een stukje de hei op gekomen is. De zandduinen zijn net als een eeuw geleden weer begonnen zich te verplaatsen...


foto: Joop van de Merbel

Het Drouwenerzand

• U blijft het pad volgen dat u bijna diagonaal over het veld voert.

Stelt u zich voor: tien jaar geleden liep u hier nog door het bos. Aan weerszijden van het pad ziet u de boomstronken nog boven de heide uitsteken. Let u onderweg eens op de grond. Kijk bijvoorbeeld naar het mos: het bijna fluorescerend groene Bronsmos, het droge grijze Rendiermos en de rode kraagjes van de Rode heidelucifer. Of let eens op de kleine bergjes geel zand langs het pad. Steeds met een gat erin. Het zijn de holletjes van mestkevers die hierin hun eitjes leggen.

• Vlak voor de bosrand brengt de route u linksaf. Op de viersprong volgt u het pad rechtdoor dat evenwijdig aan de bosrand loopt.

Overal op het Drouwenerzand ziet u in het zand kiezelsteentjes liggen. Ze zijn tijdens de voorlaatste IJstijd met het ijs aangevoerd. Let u ’ns op de vorm van de steentjes. Als wij aan kiezels denken, denken we aan door het rollen in een rivier gepolijste gladde steentjes. De kiezeltjes van het Drentse zand hebben hun scherpe kantjes echter niet verloren!

• Aan het eind van het pad verlaat u via het rooster het ingerasterde gebied. U gaat hier meteen linksaf.

Het bos rond het Drouwenerzand is, sinds de Heidemij het aan het begin van de twintigste eeuw inplantte, behoorlijk van karakter veranderd. Ook dit bos is als productiebos in gebruik geweest. Een commercieel succes is het vanwege de schrale zandgrond nooit geworden. Uitheemse naaldbomen verdwijnen langzaam maar zeker, bomen als berken en eiken krijgen steeds meer ruimte. Sommige stukken van het bos zien er nog uit als de ‘sparrenakkers’ van vroeger, maar steeds meer bos krijgt het karakter van het open ‘Stuifzandbos’ dat ‘Het Drentse Landschap’ in zijn beheer voor ogen staat: een bos waar de natuur zich zonder hulp kan redden!

• Na zo’n honderd meter neemt u het pad rechts. Op de volgende kruising gaat u even linksaf en dan meteen weer rechtsaf.

• Vlak voor de grote weg slaat u linksaf. U komt op een slingerend bospaadje. Het bospaadje kruist een brede zandweg. Blijf het paadje volgen. Aan het eind gaat u rechtsaf en u bent terug bij het startpunt.

© Stichting ‘Het Drentse Landschap’ Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 e-mail: drents.landschap@worldonline.nl


Cultuurbeheer

21

Eric van der Bilt*

Provinciale Landschappen goede partner voor cultuurbeheer Op 1 december j.l. tekenden op het Gelderse kasteel Staverden het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV), het Interprovinciaal Overlegorgaan (IPO) en de Landschappen een intentieverklaring inzake de uitvoering van het Programma Beheer (PB). Deze verklaring biedt redelijke zekerheid dat de Landschappen ook in de nabije toekomst een belangrijke rol in de Nederlandse natuurbescherming zullen kunnen blijven spelen. Tijdens deze bijeenkomst hield drs. E.W.G. van der Bilt een betoog over de rol die de Landschappen hebben gespeeld en kunnen spelen bij het beheren van

foto: Joop van de Merbel

cultuurlandschappen.


Ministerie van LNV krijgt meer oog voor

Oude landschappen

Programma beheer

landschap buiten de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).

• Een zakelijker verhouding tot natuurbeheerder door de hoogte van de subsidie te laten afhangen van de bereikte natuurkwaliteit.

• Particulieren meer te betrekken bij het natuurbeheer.

Nog los van hunebedbouwers, Bataven en Romeinen zijn het de nazaten van Saksen, Friezen, Franken en Kelten die ons land vorm hebben gegeven. En ze hebben echt het hele land in bedwang gekregen. Grond gewonnen op de zee, gestolen van de rivieren, drooggemalen van onder het veen. Al vanaf de vroege Middeleeuwen. Op veel plaatsen zijn daar nog de kostbare resten van te zien. Het unieke wierden- of terpenlandschap, het esdorpenlandschap, de veenweidepolders kan ik noemen, maar er zijn er vele meer. Bezaaid met oude

boerderijen, dorpen, kerken, kastelen, molens en huizen van stand. Ze vormen de leefwereld voor onder andere Wulpen, Patrijzen, Grutto’s, Boomkikkers, Dotterbloemen en Snoeken. Deze oude landschappen bepalen ons verleden, geven het heden een gezicht en vormen hopelijk ook de kwaliteit van ons land in de toekomst. Daar vechten de verschillende Provinciale Landschappen voor, elk in hun eigen provincie en op hun eigen wijze. Bestaansrecht

Waartoe zijn er eigenlijk Provinciale Landschappen op aarde? Deze vraag stellen wij ons terecht met enige regelmaat. Los van een tiental andere gegronde redenen ligt onze uniciteit vooral in het gegeven dat de Landschappen zich bezighouden met de regionale identiteit, de regionale cultuur van de verschillende provincies. Zij staan midden in de regio, besteden er elke gulden, maken zich druk om grote en kleine zaken. Cultuur heeft met mensen te maken, met het landschap en haar monumenten. Met onze eigen identiteit. We voelen het dan ook als onze opdracht om als ‘Het Drentse Landschap’ de meest Drentse natuurbeschermingsorganisatie te zijn. Zo moet dat voor elk landschap in haar eigen provincie gelden. En we lijken daar gezien de veelvormigheid van onze activiteiten ook in te slagen. ‘Het Groninger Landschap’ werkt samen met de Stichting Groninger Kerken. ‘Het Drentse Landschap’ heeft het museumdorp Orvelte in beheer

foto: Paul Paris

• Meer natuur, bos en

foto: Johan vos

Programma beheer is een nieuw subsidiestelsel voor natuurbeheer en moet bijdragen aan een nieuwe impuls voor natuur en bos. Voor dat stelsel zijn twee regelingen ontwikkeld: een regeling voor gebieden met de hoofdfunctie natuur en een regeling voor gebieden met de hoofdfunctie landbouw. Het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij wil er drie doelen mee bereiken.

Ons klimaat is niet bepaald vermaard om haar heerlijkheid. De weersverschillen tussen de landsdelen zijn klein, er zijn variaties op temperatuur en vocht. Grote hoogteverschillen ontbreken eveneens al zijn er wel wat heuvels in het zuiden. De bodems zijn vrijwel altijd vlak. Löss, veen, zand en klei. De verschillen tussen Pleistoceen en Holoceen zijn aanwezig, maar maken op de gemiddelde Zwitser weinig indruk. We zijn trots op onze zee, de wadden, de duinen, de rivieren met hun delta, de bossen en heidevelden, de venen, de beken en het heuvelland met de vele verschillen in flora en fauna. Maar wat ons land echt bijzonder maakt is de grote verscheidenheid aan landschappen binnen een afstand van een paar honderd kilometer. Meer verscheidenheid dan in enorme landen als Canada en Rusland te vinden is. Nederland is Nederland door de onbeheerste en vormende werklust van haar bewoners.


Cultuurbeheer

23

oude landschappen genomen. De samenwerking tussen ‘Het Gelderse Landschap’ en de Stichting Gelderse Kastelen kent in de wereld van het beheer van cultuurhistorische monumenten haar weerga niet. Maar er is meer, veel meer. We beheren in Drenthe de provinciale hunebedden, ‘Het Flevo Landschap’ koestert Schokland. We bezitten en beheren celtic fields, tumuli en mottenheuvels. ‘It Fryske Gea’ wil de Slachter overnemen, de 1000 jaar oude en 42 km lange slaperdijk langs de vroegere Middelzee. De Hollandse Landschappen zetten zich in voor de Waterlinie met haar forten. ‘Het Utrechts Landschap’ zet de Stichtse Lustwarande opnieuw op de kaart. We zorgen samen voor het behoud van burchten, kastelen, landgoederen en hoeven. Maar ook voor keuterijen en plaggenhutten. Zelfs voor perceelsgrenzen, poelen, dobben, wallen en individuele bomen. We bestreden in Drenthe samen met anderen met succes de verschimmeling van ons landschap. Inmiddels worden er ook geen ‘witstenen mormels’ meer op onze essen gebouwd. Harmonie

Het lijkt de overheid ernst om de harmonie tussen natuur en cultuur, tussen het landschap en haar monumenten beter te bewaken. Dit blijkt onder meer uit een recent verschenen rapport, de zogenaamde nota Belvedere. Planologische bescherming is pure noodzaak maar is niet genoeg. Lang niet genoeg. Een

Saksische boerderij in een nieuwbouwwijk verliest haar zin. Een prachtig landschap met zo’n ellendige schuur van damwandprofiel stelt weinig meer voor. De Landschappen zoeken steun bij het ministerie van LNV om de cultuurhistorie en de samenhang tussen gebouwde cultuur en landschap veel meer aandacht te schenken. Zij kan ons helpen door de samenwerking tussen dit ministerie en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu te verbeteren. Waardoor er meer samenhang in het gevoerde beleid komt en er meer middelen komen om genoemde doelen te realiseren. LNV kan de Landschappen ook helpen bij het verwerven van essentiële gebouwen en monumenten of bij het veiligstellen van dijken en celtic fields. Door de hele vertoning rond het Programma Beheer vergeten we soms hoezeer we elkaar nodig hebben. De Landschappen zijn al jarenlang bezig met Belvedere. Staan erachter, hebben een uitgebreid netwerk, zijn creatief, staan te springen om hun krachten nog sterker dan voorheen te bundelen met een Ministerie van LNV dat in de verscheidenheid van de regionale cultuurhistorie de essentie van Nederland ziet. Wij verheugen ons op zo’n samenwerking en dagen haar daartoe uit. * Drs. E.W.G. van der Bilt is directeur/rentmeester bij de Stichting ‘Het Drentse Landschap’.


Flora & fauna

Pinksterbloem

foto: J. winters

24

Vaak is het nog lang geen Pinksteren als de Pinksterbloemen volop in bloei staan. Meestal gebeurt dat al in de laatste weken van april. Met hun op de bodem uitgespreide rozetjes hebben ze gedurende de winter een plaatsje in de graszode gereserveerd. Dankzij een reservevoorraadje voedsel in de verdikte wortelstok zijn ze in staat om in het voorjaar een groeispurtje te maken. Archief HDL

Zo kunnen ze vlot gaan bloeien, voordat het omringende gras te hoog staat en ze aan het zicht onttrekt.

Kleurrijke aankondiging van het voorjaar Bertil Zoer*

Bij regen worden de bloemetjes in een hangende slaapstand gezet om het stuifmeel te beschermen tegen het hemelwater. Hierdoor lijken Pinksterbloemen alleen op zonnige dagen te bloeien. De Pinksterbloem is met zijn opvallende lila bloemen voor veel mensen een gewaardeerde voorjaarsbode. Hoewel Pinksterbloemen vrij algemeen voorkomen waren ze vroeger veel talrijker. Ze voelen zich vooral goed thuis in beekdalgraslanden en vochtige weilanden. Modern graslandbeheer met drainage en intensieve bewerking heeft de rijkste groeiplaatsen doen verdwijnen. De massale voorjaarsbloei raakt steeds meer beperkt tot de graslandreservaten van natuurbeherende instanties. Buiten de reservaten moeten ze vaak genoegen nemen met een

plaatsje in de slootwal. Het zijn met name de wat vochtiger plekken in grasland die weelderig gemarkeerd kunnen worden door wolken Pinksterbloemen. Behalve in vochtig grasland zijn Pinksterbloemen ook aan te treffen op andere natte plekken, zoals op open plekken in een moerasbos. De plant is uitstekend in staat om zich aan te passen aan hoge waterstanden. Planten die langdurig in het water staan vormen breukgewrichtjes in de steeltjes van de zijblaadjes. Hierdoor breken de blaadjes makkelijk af, waarna ze van de ouderplant weg kunnen drijven om ergens anders wortel te schieten. Vaak ontwikkelen de eerste worteltjes zich al als het blaadje nog aan de moederplant zit. Hierdoor is de plant op kletsnatte plekken in staat zich door stekken te

vermenigvuldigen. Een bijzonder handige aanpassing omdat het voor kieming van de zaden op zulke plekken vaak weer te nat is. Lekker plantje

De jonge bladrozetten van Pinksterbloemen zijn rijk aan vitamine C. In tijden dat verse groente en fruit nog schaars en duur waren, werden de planten als groente verzameld. Ze zijn uitstekend te verwerken in een frisse gezonde voorjaarssalade. Elk plantje heeft zijn eigen smaak, variĂŤrend van bitter tot zacht. In de dierenwereld worden Pinksterbloemen ook gewaardeerd als een belangrijke voedselbron. Een groot aantal insecten, waaronder veel soorten vlinders, bezoeken de bloemen graag voor hun nectar.


Flora & fauna

baar opgaat in de begroeiing. De tipjes zien de Pinksterbloem niet alleen als waardevolle nectarbron. Ze zetten ook erg graag hun eitjes af op de steeltjes van de bloemen. De rupsen leven van het uitgroeiende vruchtbeginsel en de jonge zaden hierin. Als de rupsen na verloop van tijd volgroeid zijn, trekken ze zich terug in de strooisellaag waar ze

zich aan de voet van de planten verpoppen. In hun pop wachten ze de lange koude winter af. Vroeg in het voorjaar komen ze, tegelijk met het verschijnen van de eerste Pinksterbloemen als vlinder te voorschijn. Pinksterbloemen en Oranjetipjes. Laat het voorjaar maar weer gauw beginnen.

foto: Geert de Vries

Op Pinksterbloemen zijn opvallend vaak klodders ‘koekoeksspog’ aan te treffen. In die klodders leeft de larve van een schuimcicade. De cicade leeft van het sap van de plant. Het beestje produceert de schuimbellen zelf met behulp van zijn darmen. In zijn schuimklodder is de larve goed beschermd tegen uitdroging. Bovendien is het voor natuurlijke vijanden een hele toer om hem in zijn bubbelbad te pakken te krijgen. Van de vlinders die zich aangetrokken voelen tot de Pinksterbloem is er één die wel een heel innige relatie met de plant heeft. Dat is het Oranjetipje dat zelfs zijn wetenschappelijke naam (Anthocharis cardamines) aan de Pinksterbloem (Cardamine pratensis) te danken heeft. In het voorjaar worden de bloemen veelvuldig bezocht door Oranjetipjes. Deze schitterende witte vlindertjes, waarvan de mannetjes voorzien zijn van een oranje vlek op de vleugeluiteinden, vallen goed op als ze van bloem naar bloem fladderen. Zodra ze gaan zitten lijken ze echter als sneeuw voor de zon verdwenen te zijn. De dichtgeklapte vleugeltjes zijn aan de onderkant groen gemarmerd, waardoor de eigenaar vrijwel onzicht-

25

* B. Zoer is medewerker van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’.


26

Waterwingebied Gasselte: een gevarieerd natuurgebied Het waterwingebied van de Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) in Gasselte ligt midden op de Hondsrug, op een hoogte van gemiddeld 17,7 m+ NAP. Het terrein loopt van het noorden richting het zuiden langzaam omhoog. Het gebied is 67.31.06 ha groot.

De natuur op het terrein is erg gevarieerd. Aan de noordkant van het gebied treft u een natuurlijk hooiland aan. Ten zuiden van dit gebied bevindt zich een naald- en loofbos. Bij het pompstation, midden in het gebied, is een heideveld. Er is op het terrein ook een met veldkeien bestrate laan aanwezig, de Sodemorseweg. Deze is omzoomd met Amerikaanse eiken. Hoewel exoten, zijn deze eiken zeer karakteristiek voor het terrein. In het verleden was de Sodemorseweg een doorgaande verbinding, maar door de aanleg van de Rijksweg N34 is de weg nu doodlopend.

Het gebied is toegankelijk voor wandelaars. Door de afwisseling van bos, open landschap met heide en natuurlijk hooiland, kunt u genieten van een wandeling door een gevarieerd landschap.

foto’s WMD

Het terrein heeft ook een stukje cultuurhistorie. Van 1941 tot 1944 was hier het kamp ‘Dobbendal’ gevestigd. Jongens van de Nederlandsche Arbeidsdienst waren in dit kamp gelegerd en moesten dagelijks werken op de heide. Omstreeks 1945 is het kamp afgebroken. Anno 2000 zijn hier en daar nog fundamenten terug te vinden. De fundering van de verschillende barakken werd gebruikt voor de verharding van de Sodemorseweg.

(Deze pagina wordt verzorgd door de NV Waterleidingmaatschappij “Drenthe”)


Berichten

Kortweg

34

Heideknotszwam

ASSEN

10

23

27

34

EMMEN

32 HOOGEVEEN MEPPEL 7 7

10 maart is de officiële •startOpgevierd van het uitvoeringsprogramma voor het Oude Diep. Na afloop van een leuke wandeling door het dal ter hoogte van Drijber werd, onder leiding van de verantwoordelijke gedeputeerde mevrouw Edelenbosch, door alle partijen het programma ondertekend. Provincie, Gemeenten Midden Drenthe en Hoogeveen, Waterschap Reest en Wieden, Ministeries van LNV en VROM, VAM, NLTO en ook ‘Het Drentse Landschap’ stellen zich achter dit ambitieuze project. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ en het Waterschap Reest en Wieden hebben al in november een voorbeeldproject ter hoogte van de VAM-stort in uitvoering genomen. Inmiddels is de firma Hulzebosch uit Beilen volop bezig slenken te graven en wallen aan te leggen. Het eerste natuurontwikkelingsproject waarvan er naar wij hopen nog vele zullen volgen.

Eind december werd het project De Blinkerd eveneens gestart. Met een forse subsidie van de Europese Unie zullen het beekdal van het Oude Diep en de VAM-bult voor recreatief medegebruik ingericht worden. Inclusief het tussengelegen gebied. Inmiddels zijn de communicatiemedewerkers van de initiatiefnemers, te weten ‘Het Drentse Landschap’, Gemeente Midden Drenthe, Recreatieschap Drenthe en de VAM, al volop aan het nadenken over het ontwerp van een bezoekerscentrum. De directie van dit ruim twee miljoen gulden kostende project is in handen van Arcadis; de firma Heijmans voert het project uit. Opnieuw een voorbeeld van een succesvol initiatief van lokale partijen dat met steun van de Europese Unie mogelijk werd.

32 Eind december vond er een workshop plaats over de inrichting van het stadsrandgebied van Hoogeveen, voor zover gelegen in de benedenloop van het Oude Diep. Natuurontwikkeling, helofytenfilters, recreatie, kantorenbouw, infrastructuur, bezoekerscentrum, landgoederen, waterconservering en duurzame landbouw moeten in dit dalgedeelte met elkaar verzoend worden. U begrijpt dat dit tot spannende discussies aanleiding gaf, waarbij de afloop nog onzeker blijft. In december 1999 werd de RAK-Stuifzand (Ruilverkaveling Administratief Karakter) met een indrukwekkende meerderheid voorgestemd. Dat betekent draagvlak in de streek voor deze kleinschalige ruilverkaveling, waarin met name ook voor de natuur in het Oude Diep veel te winnen valt.

foto: Geert de Vries

Boerenveensche Plassen / Beekdal Oude Diep

Hijkerveld

10

Voor het eerst werd er op kerstavond een nachtdienst in de schaapskooi georganiseerd. De opkomst was enorm en verraste zowel de organisatoren als ‘Het Drentse Landschap’. Maar liefst 700 mensen woonden de kerstviering bij. Op het terrein werden onlangs vrij veel Heideknotszwammen gevonden. Deze zeldzame soort wordt maar zeer incidenteel in onze terreinen aangetroffen. Het bericht van ons bestuurslid Geert de Vries is dan ook verheugend.


Hunzedal

Berichten

34

In het Hunzedal konden twee complete boerderijen en totaal 91,41.26 ha worden verworven. Al deze gronden zijn aangekocht als ruilgrond. Met behulp van deze gronden zullen kavelruilen worden opgezet. Het ligt in de bedoeling dat de Stichting daarbij gronden verwerft in een strook langs de Hunze. Ook zal een gedeelte worden ingezet voor de uitruil met het natuurontwikkelingsgebied De Branden. Door uitruil met landbouwers van gronden langs de Hunze wordt geprobeerd ook voor landbouwers de verkaveling te verbeteren. Een deel van deze gronden werd op de gebruikelijke wijze aangekocht met subsidie van Rijk en Provincie. De oppervlakte kon nog eens met 30 hectare worden uitgebreid dankzij subsidies van het Prins Bernhard Cultuur Fonds, het Wereld Natuur Fonds, de Nationale Postcode Loterij en een aanzienlijke bijdrage van het Ministerie van LNV uit de ICES-gelden voor ‘natte natuur’. In het natuurontwikkelingsgebied De Branden werden opnieuw drie percelen aangekocht, met een gezamenlijke oppervlakte van 4,72.40 hectare. Na een periode van enkele jaren is met een actief aankoopbeleid, mede dankzij de inzet van het instrument kavelruil, ruim de helft van dit 236 hectare grote natuurontwikkelingsgebied aangekocht.

Uffelter Binnenveld

Afgelopen maanden werden diverse sloten gedempt in het Uffelter Binnenveld. Tevens zijn de vennen opgeknapt door ruige landzones te verwijderen. Het veld is de laatste jaren veel

foto: Joop van de Merbel

28

De Lokkerij.

23 natter geworden, wat mede valt af te leiden uit de aanwezigheid van de Ringslang in zowel het Binnenveld als in het Meeuwenveen.

Reestdal

34

Feest in de Reest. In december konden een aantal zeer grote projecten obstakelvrij worden aanbesteed. Eén en ander vloeide voort uit de eis van de Europese Unie, de grootste subsidieverstrekker bij deze projecten, om nog in 1999 de verplichtingen aan te gaan. Allereerst moet gemeld worden dat het onroerend goed van het ooievaarsbuitenstation De Lokkerij gekocht is als onderdeel van het project Poort naar Drenthe. Mede dankzij de gift van ƒ 65.000,– van onze begunstigers kwam deze transactie rond. Komende maanden zal ‘Het Drentse Landschap’ samen met de heer en mevrouw Koopman en de Stichting De Lokkerij praten over een bestuurlijke relatie en de uitbouw van het aspect voorlichting. ‘Het Drentse Landschap’ is zeer verheugd over de gang van zaken. Op Landgoed De Havixhorst werden de restauratie van het hoofdgebouw en de uitbreiding van het koetshuis aanbesteed. De firma Poortman uit Bloemberg voert, onder directie van de architect Wouda-v.d.Schaaf uit Meppel, de klussen uit. Wellicht heeft u gezien dat men al volop bezig is. De tuin wordt door BTL Uitvoering BV uit Emmen aangelegd, naar een ontwerp en onder directie van Bureau Hollema uit Rolde. Ook dit werk is reeds in uitvoering.


Berichten

29

Diversen

Archief HDL

’t Ende.

Tot slot is ook de restauratie van de indrukwekkende boerderij ’t Ende ter hand genomen. Aannemersbedrijf Gebr. Visser uit Hoogeveen zal dit uitvoeren onder directie van Architectenbureau Siemer uit Assen. Het zal u duidelijk zijn dat ‘Het Drentse Landschap’ met Poort naar Drenthe en de restauratie van ’t Ende een tweetal grote projecten onder handen heeft. IWACO heeft in opdracht van ‘Het Drentse Landschap’ en Dienst Landelijk Gebied onderzocht wat in het Schrapveen de effecten van de waterhuishoudkundige ingrepen van 1990 waren. Vooral in het hart van het gebied is het areaal Kleine zeggengemeenschap aanzienlijk toegenomen. Ook de invloed van de kwel doet zich breder gelden. Al met al een bewijs dat verdergaande hydrologische aanpassingen in dit gebied en de gronden eromheen tot uitbreiding van de zeldzame natte schraallandvegetaties zullen leiden.

Nadat de cultuurgronden al aan de Stichting waren overgedragen, is nu ook de boerderij “De Wildenberg” door het Bureau Beheer Landbouwgronden aan de Stichting overgedragen. De gebouwen bestaan uit een oude Saksische boerderij en een bungalow met ligboxenstal. Deze aankoop werd mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van de Europese Unie. Het is bijzonder verheugend dat de subsidiegevers niet alleen hebben meegewerkt aan de verwerving van de cultuurgrond, maar dat ook de aankoop van de boerderij mogelijk werd gemaakt. Op deze plaats midden in het Reestdal tussen de bossen en de heide van De Wildenberg en de cultuurgronden langs de Reest, horen oude boerderijen bij het cultuurlandschap. Het is een taak van de Stichting om in dergelijke waardevolle gebieden ook dit deel van ons erfgoed in stand te houden. De nieuwe gebouwen, zoals de ligboxenstal en de mestsilo, zullen worden gesloopt om de oude situatie weer te herstellen.

Ter hoogte van De Stapel werd via kavelruil ‘Hilligjes’ 8,22.05 hectare in het reservaatgebied verworven. Deze kavelruil was mogelijk omdat de Stichting de ruilgronden kon inbrengen van een vorig jaar aangekochte boerderij. De kavelruil maakte onderdeel uit van het Kavelruilproject De Wijk, waarin de Stichting samenwerkt met plaatselijke landbouwers, Dienst Landelijk Gebied, Provincie Drenthe en NLTO. De kavelruil ‘Hilligjes’ is de eerste kavelruil die kon worden gerealiseerd. In aanwezigheid van Gedeputeerde Edelenbosch werd in november de kavelruil ondertekend.

Schenking/giften De Stichting werd op een zeer bijzondere wijze eigenaresse van een perceel van 7,40.60 ha cultuurgrond, gelegen in de Boswachterij Ruinen en grenzend aan het natuurgebied de Gijsselter Koelen. De eigenaren hebben in de jaren ’60 dit perceel gekocht omdat het zo’n bijzonder plekje was. Om dit landschap ook voor de toekomst te bewaren, hebben de eigenaren deze grond aan de Stichting geschonken. Voor ‘Het Drentse Landschap’ een bijzondere ervaring. Het is altijd stimulerend mensen te ontmoeten die veel geven om hun leefomgeving. Dat zij de overdracht van hun bezit aan de Stichting zien als de beste manier om het ook voor de toekomst in stand te houden, geeft onze inzet voor natuur en landschap in Drenthe nieuwe inspiratie. In overleg met het Staatsbosbeheer zal de toekomstige inrichting en beheer van het gebied worden afgestemd op het natuurgebied de Gijsselter Koelen. Naast deze schenking ontving de Stichting nog diverse giften. Zoals ƒ 15.000,– van iemand uit het Reestgebied. Drie mensen uit Assen maakten de Stichting los van elkaar respectievelijk ƒ 750,–, ƒ 80,– en ƒ 1.285,– over. Van de Stichting C.W. de Boer ontving ‘Het Drentse Landschap’ ƒ 1.000,–. Het hoveniersbedrijf Van Regteren uit Beilen heeft in plaats van haar relaties rond de jaarwisseling een geschenk te bieden, de Stichting een cheque van ƒ 1.000,– overhandigd. Een erg leuk gebaar van directeur Booiman.


Het Oude Diep.

foto: Geert de Vries

Dank aan de Europese Unie In dit kwartaalblad komt de Europese Unie (EU) nogal eens ter sprake. Uit de vele aanbestedingen blijkt hoezeer de steun vanuit de diverse regelingen, zoals EDR, EOGFL/EOGFR en de ISP, de vele grote projecten die we nu onder handen hebben, mogelijk maken. Zonder deze steun was daar geen denken aan. Het is ondoenlijk om uitleggen waar de regelingen precies voor gelden. In brede zin zijn ze gericht op plattelandsontwikkeling en plattelandsvernieuwing. Geweldige steun vanuit de EU heeft ‘Het Drentse Landschap’ onder meer gehad bij restauratie van ’t Ende, het majeure project Poort naar Drenthe, De Blinkerd, het voorbeeldproject Zuidmaten (Oude Diep), Orvelte, het onderzoek Tusschenwater en aankopen in het Reestdal. Bij deze wil de Stichting de medewerkers van het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) en ook de Provincie Drenthe ambtelijk en bestuurlijk danken voor de steun die zij ondervindt om de talloze goede projecten gefinancierd te krijgen. Natuur, landschap en cultuurhistorie van Drenthe profiteren hier zeer van.

Schandalig hoge waterschapslasten Vanaf 8 december 1999 lag de beleidsbegroting voor het nieuwe Waterschap Reest en Wieden ter visie. Dit waterschap is ontstaan uit een fusie van de Waterschappen Meppelerdiep, Wold en Wieden en het Zuiveringsschap Drenthe. Het meet ruim 135.000 ha. Deze fusie is er één uit een reeks van fusies die leiden tot een klein aantal zeer grote waterschappen in Drenthe, Groningen en Noord-Overijssel. Naast efficiëntie en een verbreding van de taken is kostenbesparing van de toch al uit de hand lopende waterschapslasten, een reden. Tot ontzetting van de natuurbeschermingsorganisaties en particuliere bosbezitters heeft het Waterschap Reest en Wieden de waterschapslasten met maar liefst 50 procent van ƒ 55,– naar ƒ 80,– per ha. verhoogd. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ heeft bezwaar aangetekend tegen deze gang van zaken. De steeds toenemende kosten maken het behoud van natuur en landschap voortdurend moeilijker.

Deze klap komt dan ook buitengewoon hard aan en past totaal niet in de binnen enige jaren te verwachten verandering van het stelsel van kostentoedeling bij de waterschappen, zoals dat zal ontstaan als gevolg van de conclusies van de zogenaamde Commissie Togtema. Deze commissie deed onderzoek naar het logischer maken en stroomlijnen van de systematiek die men gebruikt bij het samenstellen van de waterschapslasten. Waar de andere gefuseerde waterschappen hun stelsels nog maar niet aanpasten, meende Reest en Wieden haar omslagstelsels volledig op de kop te moeten zetten. Uitgangspunt daarbij was het gegeven of het waterschap bij elke functie de gewenste grondwaterstanden kan realiseren. De natuurbescherming heeft daarbij steeds gewezen op het feit dat je het realiseren van een natuurdoel op dat punt niet even zwaar kan belasten als optimale productie-omstandigheden voor moderne landbouw. Er zit een enorm economisch verschil tussen de maatschappelijke kosten van het natuur-

beheer en het rendement van een landbouwbedrijf. Ondanks onze waarschuwingen heeft men deze verandering toch doorgevoerd met genoemde kostenstijging van 50 procent als gevolg. Dit is in schrijnende tegenstelling tot de situatie bij de Waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa’s waar nauwelijks sprake van verandering is. Vrijwel zeker speelt het feit dat ook de gronden met een natuur- of bosfunctie mee moeten betalen aan de wateraanvoer een rol. Dat is des te cynischer gezien het feit dat bos en natuur helemaal geen belang bij wateraanvoer hebben en daar zelfs op tegen zijn. Onze sector zal zich met hand en tand tegen deze verhogingen verzetten. In onze ogen heeft het Waterschap Reest en Wieden de slechtst denkbare start gemaakt. We hopen dat de Drentse politiek deze ontwikkeling zal helpen tegen te gaan.


Berichten

Beheer •ZoalsProgramma gemeld werd op

Wel eens wakker •geworden in een varkenshok?

1 december 1999 tussen De Landschappen, het Ministerie van LNV in de persoon van de staatssecretaris mevrouw Faber en het IPO (Interprovinciaal Overleg) een convenant inzake het Programma Beheer (PB) gesloten. Het Ministerie zal de Landschappen 100 procent van de normkosten vergoeden. De Landschappen zullen vanaf 1 juli 2000 zoveel mogelijk van hun gronden in de systematiek van het PB hebben ingebracht. Deze laatste klus is evenwel makkelijker gezegd dan gedaan omdat pas begin februari duidelijk werd wat er precies door DLG en LASER verwacht wordt. Mevrouw Heinemeijer, bekend van de vele beheersplannen die ze voor ‘Het Drentse Landschap’ schreef, is de projectleider in deze. Al twee jaar is de hele natuurbescherming doende zich te voegen naar de steeds complexere bureaucratie van het PB. Natuurbescherming wordt zo snel veel duurder, waarbij steeds minder tijd en geld voor het beheer in de reservaten zelf overblijft. Dat kan toch nooit de bedoeling zijn! Over het bovenstaande is onder meer met de ‘groene’ gedeputeerden van het IPO op 27 januari in te Utrecht gesproken. Het ligt in de bedoeling dat de Landschappen de komende drie jaar de subsidierelatie met hun provincies helder en meetbaar aan de prestaties vast gaan leggen. Ook deze uitwerking zal veel tijd en aandacht vragen.

Wakker worden in de bedstee of tussen de Schotse hooglanders behoorde al tot de mogelijkheden die de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ aanbiedt. Nu kan ‘wakker worden in een varkenshok’ aan het rijtje worden toegevoegd. De bewoners van de boerderij

Rheebruggen 6 op het Landgoed Rheebruggen, de familie Jolles-Wilken, hebben de naast de boerderij gelegen voormalige varkensschuur omgetoverd tot een prachtige accommodatie voor logies met ontbijt. Het stro en de voedertroggen zijn verdwenen. In plaats daarvan is er nu een comfortabele tweepersoons kamer met een aparte

31

douche en toiletruimte. De boerderij is prachtig gelegen aan een zandweg, temidden van akkertjes, een weiland en hoge bomen. De accommodatie, die is voorzien van het keurmerk Drents Goed, is bij uitstek geschikt voor een verblijf van enkele dagen voor wandelaars, fietsers en ruiters. Alles ademt weldadige rust en schoonheid uit.

Archief HDL

Inlichtingen: familie Jolles-Wilken, telefoon: 0521-351706, e-mail: wajolles@voltage.nl

Limousins op Landgoed Rheebruggen.


32

Berichten

Orvelte • Tijd om te kiezen Onder dit motto hebben 41

© Ben van Voorn

samenwerkende partners in het landelijk gebied van NoordNederland gezamenlijk een integraal programma voor onze groene ruimte opgesteld en uitgegeven. Nadrukkelijk dient vermeld te worden dat ook NLTO participeerde. Belangrijkste thema’s waren duurzame land- en tuinbouw, recreatie, veilige en gezonde watersystemen, vitale natuur en duurzame energie. Het betreft een overzicht van de meest uiteenlopende projecten die in de periode 2000-2006 kunnen worden uitgevoerd. In totaal zou met de uitvoering een bedrag van ƒ 3,7 miljard gemoeid zijn. Een en ander was mede bedoeld om aan het

ministerie van LNV en de drie noordelijke provincies aan te geven dat er wel degelijk een majeur investeringsprogramma voor het noordelijke platteland valt vorm te geven. Op 12 januari werd dit stuk, dat u overigens bij de Milieufederatie Drenthe voor ƒ 15,-- kunt bestellen (giro 2678700), in Drachten in het kantoor van NLTO aan de noordelijke politiek gepresenteerd. Gezien de reacties van de verschillende Provinciale staten is men niet echt ingenomen met onze pogingen om meer aandacht voor het platteland te vragen. Thema’s als economie, infrastructuur (vliegveld Eelde en zweeftrein) en stadsvernieuwing scoren wat dat betreft steeds beter. Wonderlijk genoeg krijgen we alleen steun van Minister Pronk van het ministerie van VROM, die eveneens beseft hoe waardevol de groene ruimte in onze contreien voor Nederland is. Op 2 februari is het boekje aan Minister Brinkhorst overhandigd. Zijn waardering voor onze inzet leidde evenwel tot geen enkele toezegging van LNV om meer middelen voor de groene ruimte uit te trekken. Het feit dat deze 41 verschillende organisaties samen zijn gaan werken, is wel een belangrijke nieuwe ontwikkeling. Ondanks alle vaak negatieve reacties zullen we doorgaan met onze gezamenlijke strijd voor sterk platteland.

•OpPersoneel 1 februari was Albert Winters, rayonbeheerder Zuid, 25 jaar bij de Stichting in dienst. Hij heeft als geen ander een aantal ontwikkelingen in ons beheer vorm gegeven. Denk aan de introductie van begrazing met heideschapen en de eigen beheersboerderijen met Limousins. Al die jaren is hij een vaste waarde voor de Stichting gebleken. Zo’n vijf jaar geleden vond er een reorganisatie van de Stichting plaats. Gezien de verdergaande groei is het weer tijd de organisatie tegen het licht te houden en waar nodig aan te passen. Hiertoe is onder voorzitterschap van Aleid Rensen een aanpassingscommissie in het leven geroepen. Tezijnertijd zult u de uitkomst van de discussie vernemen. Het personeel is ingenomen met de aandacht voor de steeds toenemende werkdruk.

De ontwikkelingen rond Orvelte zijn door de toezegging van de Nationale Postcode Loterij om 4,5 miljoen gulden voor de redding van het dorp aan de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ te schenken, in een stroomversnelling terechtgekomen. Onze oprechte dank gaat uit naar de medewerkers en bestuursleden van de NPL en de Stichting Doen, die het ons nu mogelijk maken om echt een nieuwe toekomst voor Orvelte op te bouwen. Ook moet hier de rol van De Landschappen worden vermeld en wel speciaal de inzet van de directeur de heer Von Meijenfeldt die in deze een voortreffelijk ambassadeur voor ons was. Ook de collegae van de provinciale Landschappen speelden een rol door alleen Orvelte als gezamenlijk project bij de NPL voor te dragen voor het fonds van speciale (grote) projecten. Ook de afgelopen tijd is er weer veel gebeurd. De VVD Midden Drenthe werd op 20 november 1999 geïnformeerd over de stand van zaken en het voornemen van ‘Het Drentse Landschap’. In een werkconferentie op 14 december werd met het dorp over de toekomst gediscussieerd. Waarbij sympathie bestond inzake de ontwikkeling van een multimediashow als centrumvoorziening in Orvelte. Dit idee zal onder meer door de Stuurgroep Cultuurtoerisme uitgewerkt worden.


Berichten

foto: Joop van de Merbel

Eind december is het gehele Revitaliseringproject Orvelte 1e fase aanbesteed. Er zal voor 1,7 miljoen achterstallig onderhoud worden uitgevoerd. Aannemersbedrijf Smid uit Westerbork werd het werk gegund. Verder zullen de parkeerplaatsen geautomatiseerd worden en is tevens ƒ 1,6 miljoen beschikbaar voor de ontwikkeling van de centrumvoorziening. De Europese Unie stelt ruim 60 procent subsidie voor dit project beschikbaar uit EFRO/EOGFL en de ISP. De provincie heeft de Stichting Orvelte en ‘Het Drentse Landschap’ op alle mogelijke manieren gesteund. Het werk is reeds in volle gang. Op dit moment zijn we met

een groot aantal ondernemers van binnen en buiten het dorp in onderhandeling over de toekomstige invulling van de panden. Gelukkig wil de recentelijk opgerichte Federatie Orvelte nadrukkelijk een rol spelen in het Orvelte van de toekomst. U hoort hierover meer in ons juninummer. Maar beter nog, ga eens kijken naar het nieuwe gezicht van Orvelte dit seizoen.

De Landschappen De Unie van Provinciale Landschappen, het overkoepelende samenwerkingsverband van alle twaalf Landschappen, zal voortaan onder de naam De Landschappen naar buiten treden. Door de naamswijziging en een nieuwe huisstijl verwachten de twaalf Landschappen dat ze landelijk meer en vaker in de schijnwerpers kunnen komen te staan. De provinciale Landschappen blijven uiteraard hun eigen stichtingsnaam voeren. Het nieuwe motto van de twaalf provinciale Landschappen is ‘Natuur dichtbij’. Onder deze titel zal in april een twaalftal pockets verschijnen, over elke provincie één. Het zijn werken geworden waarin het meest karakteristieke van alle twaalf provincies is samengebracht. Met veel foto’s, praktische informatie, wandelroutes, uitleg van experts uit het veld en natuurlijk veel tips om de natuur dichtbij te ontdekken. Als begunstiger van ‘Het Drentse Landschap’ krijgt u binnenkort het exemplaar over Drenthe cadeau. Deze zal u per post worden toegestuurd. De andere elf pockets kunt u tegen een aanzienlijke korting krijgen. U kunt ze bestellen door gebruik te maken van de bestelfolder die u in dit blad aantreft.

33


Agenda Algemeen Vogelkijkhut Diependal De vogelhut is in principe het gehele jaar geopend, behalve als het gevroren heeft. Van 1 april tot eind september is er in de weekenden van 10.00 tot 18.00 uur een vogelkenner aanwezig, die u graag het een en ander vertelt over het vogelleven op de vloeivelden. De hut is te bereiken door vanaf het Oranjekanaal, vlakbij de ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte Weg in te slaan. Een en ander is met borden aangegeven. Wie dubbel wil genieten moet een verrekijker meenemen! Schaapskudde Hijkerveld De kudde vertrekt met de herder om 09.30 uur naar de heide en komt om 16.30 uur terug bij de kooi. Tijdens de lammerenperiode (maart/april) verblijven de schapen met de lammeren bij de schaapskooi. De kudde wordt dan niet gescheperd. De schaapskooi is te bereiken vanaf het dorp Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes.

Voor alle activiteiten geldt dat honden niet mee mogen; ook niet aangelijnd!

zo. 26 mrt. 13.00 – 16.00 uur Open dag schaapskooien Drenthe. Op deze dag worden in alle schaapskooien in Drenthe diverse activiteiten gehouden. In de schaapskooi op het Hijkerveld vinden deze activiteiten plaats tussen 13.00 - 16.00 uur. In de diverse media zal het programma bekend worden gemaakt.

za. 8 apr. 14.00 uur Excursie Havixhorst-Dickninge met aandacht voor stinsenflora. De excursie vertrekt van de parkeerplaats van De Havixhorst aan de Schiphorsterweg bij De Wijk. Tijdens de excursie, onder leiding van Albert Dragt, wordt bijzondere aandacht besteed aan de stinsenflora, zoals de Holwortel.

wo. 26 apr. 14.00 uur Demonstratie schapendrijven. De scheper van ‘Het Drentse Landschap’, Tjitse Terpstra, geeft bij de schaapskooi op het Hijkerveld een demonstratie schapendrijven met zijn Border Collies. De schaapskooi is te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes.

zo. 2 apr. 14.00 uur Voorjaar op en rond De Kleibosch. De excursie wordt begeleid door gidsen van het IVN Peize en Arjen Boer, de ‘biologische pachter’ van boerderij Tichelwerk, waar ook het startpunt is. Deze is te bereiken door vanaf de Roderweg (Peize-Roden) het Moleneind in te slaan. Zo’n 200 meter na de brug over het Peizerdiep ligt de boerderij aan de rechterhand. De excursie duurt ongeveer 2 uur en wordt met een kop koffie/thee afgesloten. Het is aan te bevelen om laarzen of goed waterdicht schoeisel te dragen.

do. 13 apr. 19.00 uur Wat leeft er in het bos? Excursie door Kampsheide onder begeleiding van IVN-gidsen. Gestart wordt bij het informatiepaneel aan het G.A.M. van den Muyzenbergpad, ten westen van Balloo.

zo. 7 mei 14.00 uur Vogelexcursie over het Groote Zand. Het startpunt is op de parkeerplaats van camping ‘Het Grote Zand’, gelegen aan de weg van Hooghalen naar Amen, vlakbij Hooghalen.

ma. 3 apr. 19.30 uur Excursie naar de vindplaats van het ‘Meisje van Yde’. In het natuurreservaat Hondstong bij Yde werd in 1897 bij het vervenen in een veengat het Meisje van Yde gevonden. De Drentse popgroep Snoaren maakte hierover een lied dat op hun nieuwe cd vertaald is in het Engels. Voorafgaand aan de cd-presentatie op 4 april, wordt er een excursie gehouden naar de vindplaats van dit mysterieuze meisje. Startpunt bij de vlag aan het einde van de Veenweg. (Vanaf Vries de N372 richting Donderen, eerste weg rechts). Belangstellenden kunnen zich opgeven via tel. nr. (0592) 31 35 52

za. 15 apr. 9.00 uur Excursie door de Boerenveensche plassen en het Nuilerveld. Gidsen van het IVN Hoogeveen nemen u mee naar interessante plekken in deze gebieden. De excursie start bij de vlag op de Dooddijk bij de Boerenveensche Plassen. ma. 17 apr. 19.00 tot 21.00 uur Vogels observeren op het Doldersummerveld. Gidsen van het IVN verzorgen de excursie. Startpunt is bij café/restaurant Jachtlust aan de brink in Doldersum. Het is aan te bevelen om laarzen of goed waterdicht schoeisel te dragen. ma. 24 apr. 14.00 uur (tweede paasdag) Pasen op het Drouwenerzand Excursie over de geschiedenis van het Drouwenerzand onder begeleiding van IVN-gidsen. Gestart wordt op de parkeerplaats van recreatiecentrum ‘Het Drouwenerzand’, gelegen aan de Gasselterstraat tussen Gasselte en Drouwen.

za. 13 mei 14.00 uur Oude nederzettingen in het Reestdal. Albert Dragt neemt u mee langs oude nederzettingen en enige kleine zijdalen in het dal waar ‘grootvorstin der Drentse stromen’, de Reest, sinds jaar en dag de scepter zwaait. Gestart wordt bij bezoekerscentrum De Wheem in Oud Avereest (tegenover de kerk). zo. 14 mei 10.30 uur Fietsexcursie door het Hunzedal. Het stroomdal van de Hunze is in het verre verleden gevormd door een krachtenspel van wind, water en ijs. Gidsen van het IVN Zuidlaren nemen u mee door dit uitgestrekte gebied, waar een grootschalig natuurontwikkelingsproject plaatsvindt. De excursie start vanaf de parkeerplaats van het gemeentehuis in Zuidlaren en zal ca. 3 uur duren. di. 16 mei 21.00 uur Luisteren naar Boomkikkers in het Reestdal. In samenwerking met Landschap Overijssel wordt een boomkikkerexcursie in het Reestdal gehouden. Voorafgaand aan de wandeling vindt een dialezing plaats in het bezoekerscentrum De Wheem in Oud Avereest (tegenover de kerk).


Agenda wo. 17 mei 18.30 uur Boswandeling door het Hollandsche Veld. Gidsen van het IVN Hoogeveen nemen u mee door de oudste bosgebieden van Drenthe. Het startpunt is op de parkeerplaats van recreatieplas Schoonhoven. zo. 21 mei 10.00 uur Ontdek het voorjaar op Landgoed Rheebruggen. Vogelzang en voorjaarsplanten vormen de rode draad van deze excursie die over dit prachtige voormalige landgoed voert. Gidsen van het IVN Hoogeveen en een boer van ‘Het Drentse Landschap’ begeleiden deze boeiende wandeling. De wandeling start bij de beheersboerderij van ‘Het Drentse Landschap’, Rheebruggen 8 in Ansen. zo. 28 mei 14.00 uur De Stroeten: een beekdalletje in een waardevol esdorpenlandschap. Temidden van het goed bewaard gebleven esdorpenlandschap bij Zweeloo ligt het beekdalletje Stroeten. In het gebied zijn talloze zandwegen met bloembermen aanwezig. De excursie wordt begeleid door gidsen van het IVN Emmen en start bij het kerkje aan de Wheem in Zweeloo. do. 1 juni 7.00 uur (hemelvaartsdag) Dauwtrappen op het Groote Zand. De wandeling start op de parkeerplaats van camping ‘Het Grote Zand’, gelegen aan de weg Hooghalen - Amen, vlakbij Hooghalen. Na afloop van de wandeling wordt door de camping de mogelijkheid geboden om voor ƒ 8,– een eenvoudig ontbijt te gebruiken. do. 1 juni 7.00 uur (hemelvaartsdag) Dauwtrappen op het Drouwenerzand. Gestart wordt bij de entree van recreatieterrein ‘Het Horstmannbos’, gelegen aan de oostkant van Gasselte. Volg de campingbewegwijzering van de ANWB. Na afloop van de wandeling wordt door de camping de mogelijkheid geboden om een kop koffie te gebruiken.

za. 3 juni 13.30 uur Natuurontwikkeling op Takkenhoogte en Meeuwenveen Een boeiende wandeling met prachtige overgangen van heide naar bloemrijke beekdalgraslanden en met aandacht voor natuurontwikkeling op de Takkenhoogte. De excursie start op de Nieuwe Dijk ter hoogte van nr. 26, 1 km ten zuidoosten van De Pieperij. De excursie vindt plaats onder begeleiding van gidsen van het IVN Hoogeveen. zo. 4 juni 14.00 uur Begrazing en natuurbeheer in De Kleibosch. Grazers zijn belangrijke werknemers voor de natuurorganisaties; al grazend doen ze nuttig werk voor de natuur. Tijdens deze excursie wordt bij dit onderwerp stilgestaan. De excursie wordt verzorgd door het IVN Peize en Arjen Boer, de ‘biologische pachter’ van boerderij Tichelwerk waar de excursie start (zie voor routebeschrijving 2 april). zo. 11 juni 14.00 uur ‘Levend’ stuifzand op het Orvelterzand. Dit natuurterrein is gelegen ten noordoosten van Orvelte ten noorden van het Oranjekanaal. Gidsen van het IVN nemen u mee naar de mooiste plekjes. Het startpunt is de picknickplaats van het Staatsbosbeheer (zie ook Handboek pagina 164).

35

zo. 18 juni 14.00 uur Bijzondere planten in de voormalige karresporen van de Gasterse Duinen. Door dit terrein liep vroeger een handelsroute. In de voormalige karresporen komen een paar opvallende plantensoorten voor. De excursie wordt begeleid door gidsen van het IVN. Gestart wordt op de parkeerplaats aan de weg tussen Gasteren en Oudemolen. wo. 21 juni 10.00 - 15.00 uur Scheren van Schoonebeker heideschapen op het Hijkerveld. De scheper van ‘Het Drentse Landschap’, Tjitse Terpstra, zal het scheren demonstreren. De schaapskooi is te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met ronde bordjes. zo. 25 juni 14.00 uur Zwerftocht door het hoogveen van Dalerpeel. Daar waar de ontginning stopte bleven waardevolle hoogveenrestanten achter in het landschap. Gidsen van het IVN zullen tijdens de excursie stilstaan bij bijzondere plekken. Het startpunt is bij de rode veldschuur aan de Steigerwijk, 1 km ten oosten van Dalerend.

Activiteiten in het Hunzedal bij ‘Het Groninger Landschap’ ‘Het Groninger Landschap’ houdt in het Zuidlaardermeergebied excursies op: 1, 8, 9 en 15 april 6, 7, 13, 20, 21, 27 en 28 mei 3, 4, 17, 24 en 30 juni Voor meer informatie kunt u bij ‘Het Groninger Landschap’ de speciale folder ‘Excursies in het Zuidlaardermeergebied’ aanvragen. Telefoon: (050) 3135901.

• • •


Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:

Koninklijke BOOM PERS Meppel (0522) 26 61 11

Aannemingsbedrijf VEDDER BV Eext (0592) 26 26 20 Grond-, weg- en waterbouw

KADASTER DRENTHE Assen (0592) 31 10 66 Bevordert de rechtszekerheid bij het maatschappelijk verkeer in vastgoed

Bouwbedrijf H. POORTMAN Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw

CHRISTIAAN DEN DEKKER B.V. Lisse (0252) 41 86 50 De ecologische aanpak in waterbodemsanering

IWACO B.V. Groningen (050) 521 42 14 Adviesbureau voor water en milieu

QUERCUS Boomverzorging en Advisering Emmen (0591) 51 27 07 Uw bomen, onze zorg

GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau

Veenbedrijf HAVERKORT VROOMSHOOP B.V. Vroomshoop (0546) 64 38 02 Veenafgraving, verkoop veengrond en tuinaarde

ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau

N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 318 23 11 Wees wijs met water

ABN AMRO BANK N.V. Assen (0592) 33 33 00 De bank voor Drenthe

SUPER DE BOER Amersfoort (033) 454 77 77 Supermarkten

N.V. Hanze Milieu Zwolle (038) 455 48 08 Onderneming voor afval en milieu

BUNING Wegenbouw B.V. Zuidwolde (0528) 37 31 64 Grond-, straat- en rioleringwerkzaamheden. Levering zand

NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij

NATIONALE POSTCODE LOTERIJ Amsterdam (020) 677 68 68 Loterij voor mens en natuur

Havesathe ‘DE HAVIXHORST’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant

RTV Drenthe Assen (0592) 33 80 80 Radio Drenthe, TV Drenthe, RTV Drenthe Programmablad

Stichting Publieksvoorlichting NOTARIAAT DRENTHE Postbus 35 – 9530 AA Borger Namens de gezamenlijke notarissen in Drenthe

Drukkerij Uitgeverij VAN GORCUM & COMP b.v. Industrieweg 38 Tel. (0592) 37 95 55, fax (0592) 37 20 64

Bureau B + O ARCHITECTEN Rheebruggen (0521) 35 10 14

BORK B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 / fax (0528) 33 14 44 Sloopwerken, asbestsanering en puinreclycling

DE ROO DRENTE BV Stadskanaal (0599) 61 28 52 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen

ERDMAN SCHMIDT (0528) 27 72 66 Lichtgewicht tenten, slaapzakken, bergschoenen, rugzakken, etc.

HARWIG Elektriciteitswerken B.V. Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Elektrotechniek, industriële automatisering, telematica, beveiliging

NV Waterleidingmaatschappij ‘DRENTHE’ Assen (0592) 85 45 00 Water, het wonder uit de kraan

Buro HOLLEMA Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT

nv VAM Wijster Wijster (0593) 56 39 24 Hergebruik en (eind)verwerking van afvalstoffen

HOLLAND CASINO Groningen Groningen (050) 312 34 00 Prominent in uitgaan

ARCADIS HEIDEMIJ ADVIES BV Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie)

HULZEBOSCH Grondwerken C.V. Beilen (0593) 52 21 39 Natuurbouw, grond-, straat- en rioleringswerk, leverantie van zand en grind

RABOBANK Groningen (050) 520 89 11 Regio Noord-Nederland


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.