Het Drense Landschap
Kwartaalblad juni 2000 no. 26
26
Het Drouwenerzand
3
Kwartaalblad van de Stichting Het Drentse Landschap
Uitgave Stichting ‘Het Drentse Landschap’ Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89, e-mail: drents.landschap@worldonline.nl Bankrek. nr. 43.97.50.962 Redactie E.W.G. van der Bilt, J.D.D. Hofman, S.S. van der Meer m.m.v. J.G. Schenkenberg van Mierop en B. Zoer Vormgeving Albert Rademaker BNO, Annen Pre-Press Von Hebel bv, Groningen
3 4
Kom er even voor zitten
Lithografie Arfo, Groningen
— bestuursberichten
Druk en afwerking Boom Pers Drukkerijen BV, Meppel
Dagvlinders van het Drouwenerzand
— terreinbeschrijving
Omslag Drouwenerzand (John Stoel)
Geert de Vries ISSN 1380-3263
9
Erfgoed op drijfzand
— cultuurbeheer Eric van der Bilt 12
Dophei
— jeugdrubriek Geert de Vries 14
Vleermuizen
— flora en fauna Bertil Zoer 16
Waterwingebied Annen
17
De Palms
— wandelroute Bertus Boivin/Eric van der Bilt 21
Vogelrijk Hijkerveld
— terreinbeschrijving Sipke van der Veen 24
Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’.
Boerenbedrijf Rheebruggen
— interview
Het Drentse Landschap is een uitgave van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Het geeft informatie over de terreinbezittingen en activiteiten van de Stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de Begunstigers van het Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage ƒ 35,– per jaar. Begunstiger voor het leven ƒ 750,– . Als u ‘Het Drentse Landschap’ extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze: Lijfrente-termijnen In plaats van uw begunstigersbijdrage. Dit is een voor de Inkomstenbelasting aftrekbare periodieke bijdrage (minimaal 5 jaar), die u met een eenvoudige notariële acte toezegt. De kosten van de acte worden door ‘Het Drentse Landschap’ betaald. Nadere informatie bij het bureau van de Stichting. Giften Voor minimaal 1% en maximaal 10% van uw onzuiver inkomen zijn giften aftrekbaar voor de inkomstenbelasting.
Sonja van der Meer 28
Kortweg
— berichten 34
Agenda
Legaten of erfstellingen Tot een bedrag van ƒ16.788,– (voor 2000) is ‘Het Drentse Landschap’ geen successierechten verschuldigd. Voor grotere bedragen geldt voor ‘Het Drentse Landschap’ het speciale lage tarief van 11% over het gehele bedrag.
Bestuursberichten
3
Kom er even voor zitten In dit kwartaalblad zult u voortaan, vaker dan voorheen, artikelen aantreffen over karakteristieke eigenschappen van Drentse boerderijen en Drentse boerenerven. De reden daarvan is dat de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ officieel de taken van de Boerderijen Stichting Drenthe heeft overgenomen. Dat gebeurde op 5 april j.l. tijdens een informele ontmoeting tussen de besturen van beide stichtingen.
Een cadeautje… Bij dit kwartaalblad ontvangt u als begunstiger van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ een cadeautje. Een boekje vol informatie en praktische tips om nog meer van de natuurgebieden en cultureel waardevolle plekken in uw naaste omgeving te kunnen genieten. Begunstigers krijgen het boekje gratis. Als u echter een bijdrage wilt leveren om de kosten te dekken, dan zijn we u daar zeer erkentelijk voor.
De Boerderijen Stichting Drenthe werd in 1984 opgericht met als voornaamste missie informatie te verschaffen die moest leiden tot het behoud van Drentse boerderijen, boerenerven en tuinen. Middels tientallen nieuwsbrieven heeft de Stichting 10 jaar lang over deze onderwerpen voorlichting gegeven. Door het beëindigen van de provinciale subsidie in 1996 kon de nieuwsbrief echter niet meer verschijnen, zodat de voornaamste taak van de Stichting kwam te vervallen.
Haar doelstellingen blijven echter van kracht. Zelfs in toenemende mate. Daarom heeft de Boerderijen Stichting Drenthe gemeend er goed aan te doen haar nalatenschap over te dragen aan onze organisatie die dezelfde doelen nastreeft. De vice-voorzitter van de Boerderijen Stichting Drenthe, de heer J. Arends, stelde het tijdens de overdracht als volgt: “Wij zien de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ als de grootste waarborg voor gepaste en blijvende aandacht voor een zo goed mogelijk behoud van boerderijen in het Drentse landschap.” De laatste jaren speelt ‘Het Drentse Landschap’ een steeds nadrukkelijker rol in het behoud van het Drentse culturele erfgoed. De overname van het beheer van het monumentale esdorp Orvelte is daarvan zowel het meest recente als het meest aansprekende voorbeeld.
Op dit moment beheert de Stichting zo’n 70 boerderijen in Drenthe, waarvan er vele op de Rijksmonumentenlijst staan. De landelijke bouwkunst vertegenwoordigt een uniek stuk cultuur. Boerderijen zijn de tastbare getuigen van eeuwenlang wonen, werken en bouwen op het platteland. Het spreekt vanzelf dat de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ zich vereerd voelt met het in haar gestelde vertrouwen. Ze zal met grote zorg en aandacht het gedachtengoed van de Boerderijen Stichting Drenthe, dat geheel binnen haar eigen visie past, behoeden en uitdragen.
Aleid Rensen Voorzitter Stichting ‘Het Drentse Landschap’
4
Terrinbeschriving Het ruim 200 ha grote Drouwenerzand bestaat voor het grootste deel uit rustend stuifzand. Alle vegetatietypen die bij een successiereeks van kaal zand naar bos horen, komen hier nog voor. Met name vegetaties uit de beginfase van deze successie zijn qua omvang en gaafheid in een vorm aanwezig zoals men nog maar zelden tegenkomt op het vaste land van Noord Nederland. Inventarisaties van dagvlinders in 1996 en 1997 moesten antwoord geven op de vraag of zo’n stuifzand ook karakteristieke dagvlinders herbergt.
Dagvlinders van het Drouwenerzand Honderd jaar en langer geleden ontstonden hier stuifzanden voornamelijk omdat er meer schapen op de hei liepen dan de vegetatie verdragen kon. Ook werd de hei vaak geplagd. Daardoor kreeg de wind vat op het zand. Menig heideveld werd bedolven onder een dikke laag zand. Zelfs kostbare landbouwgrond en wegen verdwenen onder het stuivend zand. Die zandwoestijnen leken ontembaar; een milieuramp van de eerste orde. Uiteindelijk bleek alleen de Grove den in staat het stuivend zand te kunnen temmen. De beplanting met dennen gebeurde met zoveel voortvarendheid dat de De Kommavlinder, de meest karakteristieke soort van het Drouwenerzand.
Geert de Vries*
zandverstuivingen als sneeuw voor de zon verdwenen. Wat honderd jaar geleden werd verguisd, wordt nu gekoesterd. Vaste volgorde
Kaal zand blijft niet kaal. Op rustige plekken gaan korstmossen groeien. Dan komt de Zandzegge die met zijn wortels het stuifzand vasthoudt. Ook het Buntgras is een echte pionier. Een groot deel van de plant zit onder het zand. Stuivend zand waait steeds in z’n kruin. Nieuwe uitlopers groeien boven het zand uit. Men ziet slechts het ‘topje van de ijsberg’. Op iets rijkere plekken groeit Schapegras. Wanneer het zand door deze planten tot rust is gekomen, verschijnen Kraai- en Struikhei. Zo raakt het kale zand na verloop van tijd begroeid en spreekt men van een rustend stuifzand. De Jeneverbes is ook een karakteristieke struik van het stuifzand. Helaas verjongt die zich in ons land nauwelijks meer.
Voor een vlinder is het van vitaal belang dat een plant nectar geeft precies in de tijd waarin hij vliegt. Zo is de vliegtijd van het Heideblauwtje afgestemd op de bloeitijd van Dophei. Op het Drouwenerzand komt door een algehele waterstandsverlaging geen dopheideveldje meer voor. Het Heideblauwtje is hier dan ook verdwenen. Behalve nectarplanten moeten er ook de juiste waardplanten zijn (voedselplanten voor de rups). Tevens moeten er beschutte plekken zijn. Vlinders zijn koudbloedig. Hun lichaamstemperatuur is afhankelijk van de buitentemperatuur. Wanneer na koud weer de zon doorbreekt, heeft bijvoorbeeld de Heivlinder kaal zand nodig om zich op te warmen. Het zand werkt dan als een soort vloerverwarming. Bij erg warm weer heeft hij beschutting
foto: John Stoel
foto: Geert de Vries
Biotoopeisen
6
Hunebedden
foto: Geert de Vries
Het Drouwenerzand en dagvlinders
nodig in de vorm van bomen waar hij op het heetst van de dag even ‘siesta’ kan houden.
Aantal soorten Tweedeling
In de vlindersamenleving bestaat een tweedeling. Er zijn mobiele soorten die alles wat ze nodig hebben zelf kunnen opzoeken. Zo komen Atalanta’s en Distelvlinders in de voorzomer helemaal uit het Middellandse zeegebied om hier in Nederland eitjes af te zetten. Andere soorten zijn minder mobiel, zoals de Kommavlinder. Die verblijft zijn hele leven in een klein gebied. Ontbreekt bijvoorbeeld even de geschikte waardplant, dan kan hij niet naar een ander gebied vliegen om daar te overleven. Zo’n populatie gaat dan ten gronde. Juist de weinig mobiele soorten zijn erg kwetsbaar. Het stuifzandgebied op het Drouwenerzand ligt nu geïsoleerd op de Hondsrug. De kans is dan ook klein dat eenmaal verdwenen populaties kunnen worden aangevuld door vlinders die van elders komen.
Tijdens de inventarisaties op het Drouwenerzand zijn 24 soorten dagvlinders vastgesteld. Dat is voor een droog heideveld een hoog aantal. De volgende vier Rode lijstsoorten zijn het meest karakteristiek voor het Drouwenerzand: Kommavlinder, Bruine vuurvlinder, Bruine eikenpage en Heivlinder. Soorten waarvoor het Drouwenerzand eveneens van belang is, zijn: Groentje, Eikenpage, Kleine vuurvlinder, Hooibeestje, Koevinkje en Oranje zandoogje.
Hooibeestje op Zandblauwtje.
Combipakket
Veel kwetsbare vlinders stellen hoge eisen aan waard- en nectarplanten. Ook is de manier waarop de planten in het landschap staan gegroepeerd van groot belang. Het is meestal een combinatie van factoren die bepaalt of een gebied wel of niet geschikt is voor kwetsbare vlindersoorten. Zo moet de waardplant van de Kommavlinder in de volle zon staan. Het Oranje zandoogje prefereert juist waardplanten die half in de schaduw staan. De Eikenpage wenst een opvallende eik aan de rand van de hei welke dienst doet als een soort discotheek waar de hele ‘jeugd’ uit de omgeving samen komt om te baltsen en verkering te zoeken.
foto: Geert de Vries
Heivlinder op Wilde tijm.
Verreweg het belangrijkste vegetatietype voor dagvlinders is een uitgestoven laagte met een heischrale vegetatie. Daar zijn nog veel kale plekken met wat Buntgras en Schapegras, afgewisseld met pollen Dophei, Struikhei en Wilde tijm. Ook het Zandblauwtje en Muizenoortje zijn hier algemeen. Wanneer men in juli een pol Wilde tijm nadert vliegen wolken Kommavlinders, Hooibeestjes en Kleine vuurvlinders op. Voor vlinders die in juli vliegen zijn deze nectarplanten van groot belang. Het lijkt wel of de vlinders in de file staan bij deze schaarse ‘tankstations’. Wanneer de Struikhei eenmaal in bloei staat, zijn alle nectarproblemen opgelost.
Het Drouwenerzand
foto: Geert de Vries
Het Icarusblauwtje; een nieuwkomer op de Hondsrug.
Kleine vos Deze fraaie vlinder behoort met onder anderen de Dagpauwoog en Atalanta tot de mobiele soorten. Als ze eenmaal uit hun pop gekropen zijn, kunnen ze overal op zoek gaan naar nectarplanten. Zo werden op 31 augustus 1997 maar liefst 6200 (!) Kleine vossen geteld op bloeiende Struikhei. De laatste jaren is de Kleine vos hard achteruitgegaan. De toekomst zal leren of het een ‘dipje’ is of dat de achteruitgang structureel is.
Kommavlinder De Kommavlinder is lastig waar te nemen. In het Engels heet hij treffend Skipper, wat ‘springer’ betekent. Meestal ziet hij de waarnemer eerder dan omgekeerd en ‘springt’ dan weg. Wil men Kommavlinders zien, dan moeten vooral distels afgezocht worden in de omgeving van zandverstuivingen. De Kommavlinder drinkt namelijk graag en veel nectar uit distels. Landelijk gezien is de Kommavlinder een bedreigde vlinder. In het binnenland verdwijnt hij in snel tempo. In de kuststrook lijkt hij zich nog wel te kunnen handhaven. In Drenthe heeft de Kommavlinder een voorkeur voor rustend stuifzand: niet te kaal, maar ook niet te veel begroeiing. De eitjes worden afgezet op Schapegras of Buntgras. Het vrouwtje moet bij voorkeur om een pol heen kunnen lopen. Ook prefereert ze een pol die in het voorjaar is afgegraasd door konijnen of schapen. Op de nieuwe uitlopers worden ’s zomers de eitjes afgezet. Icarusblauwtje Het Icarusblauwtje is in Nederland het meest algemene blauwtje. In Drenthe was het tot voor kort een behoorlijk zeldzame verschijning, die voornamelijk in de omgeving van de Havelterberg gezien werd. De laatste paar jaar breidt hij zich uit. De ene waarneming die gedaan is op het Drouwenerzand illustreert een trend dat hij ook op de Hondsrug toeneemt. Het is een redelijk mobiele soort. De rups leeft van Rolklaver welke niet voorkomt in stuifzand. Daarom zegt de waarneming van deze soort weinig over de natuurkwaliteit van het Drouwenerzand.
foto: Geert de Vries
Enkele soorten nader bekeken
De Kleine vos: een mobiele vlinder.
7
Hunebedden Schapen moeten de ontwikkeling naar gesloten vegetaties vertragen.
de eitjes die in augustus worden gelegd, komen al snel rupsen. Die blijven dooreten tot de vorst invalt. Met behulp van ‘anti-vries’ overleven ze koude periodes. In het voorjaar kunnen ze dan nog enkele maanden profiteren van het jonge malse gras. In de voorzomer verpoppen ze zich en komen een maand later als vlinder te voorschijn. foto: Geert de Vries
8
Hooibeestje Het aantal Hooibeestjes dat op het Drouwenerzand voorkomt is ronduit spectaculair. De zomergeneratie is altijd veel algemener dan de voorjaarsgeneratie. Voor de eerste generatie zijn weinig nectarbronnen beschikbaar. Gelukkig heeft het vrouwtje geen nectar nodig voor de ontwikkeling van eitjes. Als rups heeft het Hooibeestje voldoende voedsel opgeslagen, zodat in het popstadium de eitjes reeds tot ontwikkeling kunnen komen. Het Hooibeestje was altijd de mus onder de vlinders: in het buitengebied overal zeer algemeen. Nu is de stand van het Hooibeestje net als die van de Huismus dramatisch afgenomen. In veel regio’s is de stand gehalveerd. Steeds meer gebieden moeten het zelfs doen zonder Hooibeestjes. Ook heeft hij veel moeite om eenmaal verlaten gebieden opnieuw te koloniseren. Heivlinder Er is vermoedelijk geen gebied in Noord Nederland (afgezien van de Waddeneilanden) waar zoveel Heivlinders voorkomen als juist op het Drouwenerzand. Tijdens een inventarisatieronde werden op 17 augustus 1997 maar liefst 290 exemplaren geteld. Een dergelijk aantal illustreert de gaafheid van vegetaties uit de beginfase van een successiereeks van kaal zand naar gesloten vegetaties. Net als de Kommavlinder komt de Heivlinder het meest voor in de goed ontwikkelde heischrale vegetaties. De rups van de Heivlinder leeft van Schapegras of Buntgras. De rupsen worden niet vet van deze armtierige grassoorten. Toch moet ook de rups van de Heivlinder eerst voldoende voedsel vergaard hebben wil hij zich kunnen verpoppen. De soort heeft daar de volgende ‘oplossing’ voor gevonden. Uit
Beheer
‘Het Drentse Landschap’ heeft een duidelijke visie op de natuurdoelen die ze in haar reservaten nastreeft en hoe ze deze wil realiseren. Voor het Drouwenerzand is het beheer gericht op het in stand houden van alle vegetatietypen die bij een stuifzand horen. De wind is de motor die ervoor moet zorgen dat het zand steeds blijft stuiven, zodat de eerste successiestadia in het stuifzandgebied duurzaam aanwezig blijven. Wanneer die motor uitvalt, verandert het gebied geleidelijk aan in een gesloten heidevegetatie en wordt uiteindelijk bos. Een begrazing van één schaap op twee hectare heide moet de ontwikkeling naar een gesloten vegetatiedek vertragen. Deze dichtheid lijkt voorlopig voldoende voor de instandhouding van de unieke heischrale vegetaties. Het Drouwenerzand herbergt gelukkig nog een karakteristieke groep dagvlinders die thuishoren in een stuifzandgebied. In het nabij gelegen Hunzedal staan binnenkort interessante natuurontwikkelingsprojecten op stapel. Met name voor de Bruine en Kleine vuurvlinder, Hooibeestje, Koevinkje en Oranje zandoogje kan het Drouwenerzand als belangrijke kraamkamer voor de hele streek gaan fungeren. Het zal de toeschouwer plezieren: net een nieuw decor en dan meteen al fladderende juweeltjes in de hoofdrol.
* G.de Vries, onderwijsconsulent voor natuur- en milieu-educatie, is lid van het algemeen bestuur van ‘Het Drentse Landschap’.
Cultuurbeheer
9
De afgelopen jaren heeft de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ bij verschillende gelegenheden een lans gebroken voor het behoud van een zeer karakteristiek stukje cultureel erfgoed van Drenthe: de keuterij. Het zijn vaak weinig imposante boerderijtjes aan de buitenzijde van het dorp, waar Drentse families tegen de armoede vochten. Een hard gevecht, waar velen maar liever niet te lang bij stil willen staan. Toch zijn deze “monumentjes van de armoe” een zeer Drentse nalatenschap in onze gebouwde cultuur. De Drentse samenleving mist koningen, zelfs jonkheren en freules zijn er schaars. Het waren boeren, groot en klein door elkaar, die onze provincie vormgaven. Levend en wonend in hun eenvoudige behuizingen in ons prachtige Drentse landschap.
Erfgoed op drijfzand Eric van der Bilt*
foto: Harry Cock
Het karakteristieke boerderijtje met monumentale linde te Midlaren.
Boerderij
Onlangs werd er in de pers te hoop gelopen tegen de afbraak van een prachtig historisch boerderijtje in Midlaren. In de discussie die volgde, kwam ik een groot aantal voor ‘Het Drentse Landschap’ zeer bekende argumenten en schijnargumenten tegen. Dezelfde die ik in onze strijd voor behoud van harmonie tussen landschap en keuterij zo vaak van bestuurders en betrokken commissies heb gehoord. Met dit stuk hoop ik te bereiken dat we wakker geschud worden en een eind maken aan de op dit moment snel verlopende verdwijning van oude, eenvoudige boerenbehuizingen. Om u een beeld te schetsen zal ik u kort informeren over een aantal voorvallen uit het afgelopen jaar.
10
Cultuurbeheer Machinistenwoning te Havelte.
In de gemeente Noordenveld worstelen we met gemeente, bewoners en provincie om het behoud van een zeer karakteristieke keuterij bij de Eenerschans. De gemeente vindt het eigenlijk maar nauwelijks de moeite waard en het zoeken naar oplossingen wordt mede daardoor een moeizaam en langdurig proces. Als argument
foto: Boom Pers
Keuterij
De wankele basis voor het behoud van ons Drentse geldt dat het geen echt monument is. Nog niet. Nog niet op lijsten gezet en geaccordeerd door de Rijksdienst Monumentenzorg of de Provinciale Monumentenzorg. Als we doorgaan in dit afbraaktempo kunnen we er in ieder geval zeker van zijn dat ze daar ook nooit op komt te staan. Daarbij kan nog opgemerkt worden dat Drenthe na de provincie Flevoland het laagste aantal Rijksmonumenten van Nederland heeft. Schoenlapperswoning
In de gemeente De Wolden, vroeger De Wijk, moesten we accepteren dat langs het Reestdal een afschuwelijke hemelsblauwe paardenstal naast een boerderij verrees. Ook de voorstanders van toen hebben nu spijt, maar de Welstandscommissie vond het prachtig. Linksom geven we miljoenen uit aan het behoud van een in nationaal opzicht fantastisch Reestdal, rechtsom verknoeien we de harmonie door kortzichtige planologie. Momenteel speelt een paar honderd meter verderop weer zoiets. Pal op een klein rijks-
monumentje, een schoenlapperswoning, het laatste arbeidershuisje in de regio, mag een knaap van een nieuwe woning gebouwd worden. Opnieuw een dissonant, maar niet te voorkomen. Gemeente en Welstandscommissie zijn akkoord, de vergunning ligt er. De laatste erfenis van de gemeente De Wijk. Vervenershuisje
Nabij Stuifzand tracht ‘Het Drentse Landschap’ het kleinste huisje, een vervenershuisje, te herbouwen en een bestemming te geven in het cultuurtoerisme. Hoe moeizaam ook dit proces verloopt, het ziet ernaar uit dat dit met steun van de partijen die betrokken zijn bij het project Oude Diep, toch gaat lukken. Alhoewel de gemeente Hoogeveen niet echt een grote steun is gebleken. Machinistenwoning
In de gemeente Westerveld proberen we samen met de Waterleiding Maatschappij Overijssel een uit de 19e eeuw daterend machinistenwoninkje te
redden. Zo’n woning kan om milieutechnische redenen niet in een waterwingebied blijven. ‘Het Drentse Landschap’ heeft de gemeente gevraagd mee te werken, bijvoorbeeld door een alternatieve locatie te zoeken waarna zo’n huisje in plaats van te verdwijnen, na verplaatsing een functie in het cultuurtoerisme kan krijgen. Maar de sloopvergunning is al verleend. Ook hier is het wachten op de bestuurlijke kracht om zo’n oud monumentje weer nieuw leven in te willen blazen. Discussie
Een deel van de net besproken gebeurtenissen herkennen we in de discussie rond de af te breken historische boerderij in Midlaren. Een particulier wil gewoon modern wonen en wat gaat dan sneller dan zo’n oud krot te slopen en iets nieuws te bouwen. Een begrijpelijke wens en ook de gebruikelijke gang van zaken! Een wethouder die zich verontschuldigt dat er geheel volgens de regels een sloopvergunning is verleend. Hij kan het niet helpen dat de regels zo zijn. Het is
11
Men mist dan ook een opleiding in de kunst van de architectuur. Overigens evenals die boeren en keuters die onze gebouwde omgeving de afgelopen 300 jaar bepaalden. En de omgeving geneert zich om iemand te verhinderen het huis van zijn dromen te bouwen. Gelukkig werpt zich steeds vaker een persoon of instantie op om ons de ogen te openen. Om dan vervolgens een vracht vol verwijten over zich heen te krijgen. Herinnering
We zien de laatste tijd allerhande nota’s verschijnen. Bijvoorbeeld de Rijksnota Belvedère over de noodzaak om de harmonie tussen het landschap en onze gebouwde cultuur te behouden. De Nota Landschap van LNV en de recente nota over de cultuur van onze gebouwde omgeving van de Provincie Drenthe. De Rijksdienst Monumentenzorg heeft recent een inventarisatieproject afgesloten waarbij een beperkt aantal nieuwe monumenten werden aangewezen. Ondanks deze initiatieven kunt u aan de voorbeelden van het
afgelopen jaar in Drenthe zien hoe snel de herinnering aan het Drenthe van de vorige eeuwwisseling verdwijnt. Om plaats te maken voor onze nieuwe welstand. Te snel, op te veel plekken en onomkeerbaar. We staan erbij en kijken ernaar. Verbondenheid
Alleen als bestuurders de moed hebben dit proces te stoppen en zich in te zetten voor onze eigen Drentse cultuur, valt er wat te redden. Alleen als Welstandscommissies en de Monumentenzorg eens wat meer de menselijke maat en de kleine tradities leren respecteren, valt er nog iets te keren. Alleen als we ons allemaal verantwoordelijk voelen voor de kwaliteit van onze omgeving, kunnen we wat. Hoeveel mensen kunnen niet genieten van een karakteristiek gebouw in een mooie omgeving. Zulke ervaringen bepalen mede de rijkdom van onze omgeving, ons leven, onze provincie. Dan moet het toch mogelijk zijn om ons verleden beter in het heden te laten voortleven. Daar wil de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ graag aan meewerken. Maar dat kan
Archief HDL
erfgoed
In Westerbork herbouwde Het Drentse Landschap het voormalige schepershuisje tot een vakantiewoning.
Archief HDL
namelijk geen aangewezen monument en een echt bouwval. Bovendien heeft de Welstandscommissie al haar goedkeuring verleend voor de bouw van zo’n Zweedse woning of wie weet wat voor een ‘Zoetermeers geval’. Dat vrijwel niemand de denkwereld en de onnavolgbare afwegingen van de Welstandscommissies meer kan volgen, is inmiddels gemeengoed bij de burger.
ze alleen maar met hulp. Als die er is, dan kan het ook. Denk maar aan de redding van Orvelte of het behoud van het Schepershuisje in Westerbork. Hier stelde de gemeente zich wel vierkant achter dat streven. Maar ja, dat was vroeger, toen de gemeenten nog klein waren en zich met hun inwoners, dorpen en bebouwing verbonden voelden. Of zouden ook die grote en bestuurlijk zo krachtige, nieuwe gemeenten dat kunnen. Samen met de Provincie en de sector Monumentenzorg. Laten we het hopen, laten we ze helpen. ‘Het Drentse Landschap’ wil dat zeker.
* Drs.E.W.G. van der Bilt is rentmeester bij de Stichting ‘Het Drentse Landschap’
Natuurlijk
12
Er is bijna geen plek ter wereld waar Dophei zich zo goed thuis voelt als in Drenthe. Dopheidevelden zijn voornamelijk te vinden in de landen rond de Noordzee. In Noord Europa is het te koud, in Zuid Europa te warm, in Oost Europa te droog en in West Europa (Ierland) te nat. In Drenthe is alles naar wens. Sterker nog: Drenthe heeft de grootste dopheidevelden ter wereld.
•
•
strootje, ook wel bente-pollen
Dophei is een belangrijke nectar-
Dophei bloeit in juni en juli. De
In Drenthe zit op veel plekken
genoemd, voor in de plaats.
plant voor veel insecten, zoals
plant is alweer uitgebloeid
een keileemlaag als een soort
Die heeft met zijn lange wortels,
hommels. Helaas kunnen de
wanneer in augustus de heide-
onzichtbare ‘badkuip’ in de
geen enkele moeite om het
meeste hommels niet bij de
velden paars gekleurd zijn door
grond. Het regenwater blijft
water op te zuigen.
nectar komen, omdat hun tong
de Struikhei. De bloemen van de
daarop staan. En dat is precies
Dophei staan in trosjes ‘ballonnen’
wat Dophei nodig heeft.
•
bij elkaar. De smalle bladeren
Helaas heeft men op verschillende
Elke plant heeft voedsel nodig.
binnen. Door een gaatje in de
zitten in kringetjes van vier om
plaatsen de stop uit de badkuip
De één meer dan de ander. Dop-
zijkant van de bloem te bijten,
de takjes.
getrokken door dwars door de
hei kan met heel weinig voedsel
breken ze in. Zo stelen ze de
Dophei houdt van natte voeten.
keileemlaag heen sloten te graven.
toe. Het leeft op voedselarme,
nectar. Die gaatjes worden ook
Maar dan moet het wel regen-
Het regenwater blijft dan niet
natte grond. Wordt zijn omgeving
weer benut door bijen. Bekijk
water zijn. Dophei gaat namelijk
meer op die keileemlaag staan,
om de een of andere reden
maar eens wat dopheibloemen
dood wanneer het gewoon
maar verdwijnt via de sloten uit
voedselrijker, dan verdwijnt de
van dichtbij. Je zult zien dat bij
slootwater krijgt.
het gebied. Als het water dieper
Dophei. Bekijk de blaadjes maar
de meeste is ingebroken.
wegzakt dan 1 meter, dan gaat
eens goed. Alles is heel klein en
Dophei dood. Het kan dan niet
fijntjes gebouwd. Als je weinig
•
meer met zijn betrekkelijk korte
bouwmateriaal hebt, kun je ook
Dophei wordt niet door schapen
wortels bij het water komen.
geen groot ‘huis’ bouwen. Zo is
of koeien gegeten. De plant
Meestal komt er dan Pijpen-
het ook met Dophei.
smaakt bitter. Vroeger staken de
Even voorstellen…
Dophei
Badkuip
te kort is. Via de ‘voordeur’ Armoe
kunnen ze dan ook niet naar
Gebruik
boeren hun heideplaggen het liefst op dopheidevelden. Die
Geert de Vries*
plaggen werden als een soort stro in de schaapsstal gebruikt. Daar werden ze vermengd met schapenkeutels. Later werd het als mest op de akkers uitgestrooid. Een boer had jaarlijks duizenden plaggen nodig. Op elk dopheideveld zijn in het verleden dan ook
Dophei houdt van natte voeten.
plaggen gestoken.
Jeugdrubriek
13
Een plagmachine verwijdert de voedselrijke grond.
met Dophei. De natuurbeheerders doen hun best om de Dophei weer natte voeten te geven. Ook krijgen ze van de regering af en toe geld om de vergraste heidefoto’s: Geert de Vries
velden af te plaggen. Een grote machine ronkt dan over de stille hei. Als een reusachtige kaasschaaf haalt zo’n plagmachine het bovenste plakje van de bodem eraf, samen natuurlijk met de pollen Pijpenstro. Zo’n
•
machine doet nu dat wat de
velden te vinden?
boeren vroeger met de schop
Mooie dopheidevelden zijn
deden. Het plagsel wordt afge-
vooral te vinden op het
voerd. Meestal wordt er compost
Doldersummerveld en in het
van gemaakt. In de kale bodem
Nationaal park Dwingelderveld.
zitten nog miljoenen zaden van
Bij Doldersum heb je vanuit de
de Dophei, zodat er na een paar
nieuwe uitkijktoren een prachtig
jaar weer volop Dophei groeit.
uitzicht over een ‘ouderwets’ nat
Berken groeien ook graag op
dopheideveld.
Waar zijn nog dopheide-
dopheidevelden. In korte tijd kan
•
Verdwenen
•
Onderhoud
zo’n dopheideveld hiermee
Ruim honderd jaar geleden
De laatste overgebleven dop-
dichtgroeien. Schapen en koeien
gingen de boeren in Drenthe
heidevelden zijn in bezit van
zorgen er nu voor dat de jonge
kunstmest gebruiken. Veel dop-
natuurbeheerders, zoals ‘Het
boompjes opgevreten worden,
heidevelden zijn toen om-
Drentse Landschap’. Veel van
zodat we nog heel lang van de
geploegd. Kunstmest er over
deze dopheidevelden zijn nu te
karakteristieke Drentse dopheide-
en... in korte tijd was een dop-
droog geworden. Daardoor lijken
velden kunnen genieten.
heideveld veranderd in een
ze meer op grasvelden met
weiland. Ook kwam men er
Pijpenstrootje, dan op heidevelden
achter dat Fijnsparren (kerstbomen) het goed deden op de omgeploegde dopheidevelden. Wel moest eerst het regenwater
* G. de Vries, onderwijsconsulent voor natuur- en milieu-educatie, is lid van het algemeen bestuur van ‘Het Drentse Landschap’.
via sloten worden afgevoerd. Veel bossen waar nu Fijnsparren en Lariksen groeien, waren honderd jaar geleden nog dopheidevelden. De uitgestrekte dopheidevelden zijn als sneeuw voor de zon verdwenen.
Door verdroging is menig dopheideveld veranderd in een grasveld met pijpenstrootje.
14
Flora en fauna Bertil Zoer*
Vleermuizen In Drenthe komen tien soorten vleermuizen voor. De Gewone dwergvleermuis is de meest voorkomende soort. Dwergvleermuizen wonen graag in huizen. Hun kraamkolonies, die soms wel uit enkele honderden dieren bestaan, bevinden zich in spouwmuren of onder de daken. Vaak delen mensen al jaren hun huis met een kolonie dwergjes zonder dat ze er iets van merken. Op mooie zomeravonden jagen deze ukkies onder de vleermuizen snel fladderend op muggen boven de stadstuintjes.
De Ruige dwergvleermuis is het meer ongeciviliseerde neefje van de Gewone dwergvleermuis. Ruige dwergvleermuizen wonen liever in holle bomen en zijn vooral aan te treffen in wat oudere bossen en parken. Rosse vleermuizen en Laatvliegers zijn voorbeelden van grotere soorten. Deze dieren zijn in staat om grotere prooien zoals kevers en vlinders te vangen. In deze tijd van het jaar zijn ze jagend waar te nemen op plaatsen waar veel meikevers voorkomen. De grote kevers worden in volle vlucht gegrepen en vliegend verorberd. Vaak is te horen hoe de kevers tussen de kaken van de vleermuizen worden gekraakt. Vervolgens is te zien hoe de moeilijk te verteren dekschilden als herfstblaadjes naar beneden komen dwarrelen. Grootoorvleermuizen zoeken in boomkruinen naar kruipende insecten, rupsen en spinnen. Watervleermuizen, Meervleermuizen en Franjestaarten jagen graag vlak boven het wateroppervlak van vijvers en vennen. Kijken met je oren Vleermuizen zijn echte buitenbeentjes onder de zoogdieren. Hun vliegkunst
kan met gemak wedijveren met die van de vogels. Vleermuizenvleugels bestaan uit een grote lap spaarzaam behaarde huid. Zowel de voor- als achterpoten liggen ingebed in de vlieghuid. Het grootste deel van de vleugel bestaat feitelijk uit de handen van de vleermuis. Vleermuizen vliegen met hun handen. De vingers zijn uitzonderlijk lang uitgegroeid en zorgen voor de stevigheid en beweeglijkheid van de vleugels. Alleen de duim is kort gebleven en niet in de vlieghuid opgenomen. De vleermuis gebruikt zijn duimen bij het lopen en klimmen. Van de achterpootjes steken alleen de voetjes als kleine klauwtjes uit de vlieghuid. Met deze voetjes grijpen vleermuizen zich vast aan muren en takken. Ook worden de klauwen gebruikt om prooidieren te pakken. Vooral vleermuizen die hun prooien van het wateroppervlak pakken gebruiken hierbij vaak hun tenen. Het gezichtsvermogen van vleermuizen is maar matig ontwikkeld. Dat een vleermuis toch in staat is om zonder ongelukken in het holst van de nacht met een aardig vaartje door een bos te vliegen is vooral te danken aan zijn oren. Een vleermuis op patrouille
zendt om de paar milliseconden een, voor ons onhoorbaar, piepsignaaltje uit. Met de echo die dat geluidje oplevert, vormt de vleermuis zich een beeld van zijn omgeving. Het beeld dat zich in het koppie van de vleermuis vormt, doet waarschijnlijk nauwelijks onder van wat wij met onze ogen bij daglicht zien. Vleermuizen zien met hun oren. Als een hongerige vleermuis met zijn echo-oriÍntatie een vliegend insect waarneemt gaat hij versneld piepjes uitzenden. Uit de echo van enkele opeenvolgende piepjes meet de vleermuis razendsnel hoe groot het insect is, welke richting hij op-vliegt en met welke snelheid. Het lot van het insect is bezegeld voordat het dier beseft wat hem overkomt. Toch zijn niet alle insecten machteloos tegen het geheime echo-wapen van de vleermuis. Veel nachtvlinders zijn voorzien van zachte haren die de peilsignaaltjes van de vleermuis vrijwel zonder echo weten te absorberen. Met een beetje geluk worden ze niet waargenomen door een voorbijvliegende vleermuis. Ook zijn er insecten die de geluiden van vleermuizen kunnen waarnemen, waardoor ze tegenmaatregelen kunnen nemen. Bijvoorbeeld door zich tijdig te laten neerstorten. Enkele vleermuissoorten, zoals de Grootoorvleermuis hebben daar weer een antwoord op door te werken met hele zachte fluistersonar. Een insect merkt in dat geval pas dat het belaagd wordt, als de kaken van de vleermuis zich al om hem heen sluiten. Om met zo’n zachte sonar te kunnen werken heeft de vleermuis uitzonderlijk grote oren nodig. Kortom, ook wat de vleer-
Flora en fauna
15
Drukte in de late uurtjes
Samen bevallen Vleermuizen zijn erg communicatief ingesteld. In de vlucht reageren ze op elkaar met kreten die vaak ook voor ons blote oor hoorbaar zijn. Paarrijpe mannetjes lokken vrouwtjes door roepend bij de ingang van hun hol te zitten. Gedurende de paartijd deelt hij zijn domein met een harem van voortdurend wisselende samenstelling. Ook spelen geuren een belangrijke rol in de contacten tussen vleermuizen. In de paartijd ontwikkelen mannelijke Rosse vleermuizen grote geurklieren rond hun bek waarmee ze hun territorium markeren. Rivaliserende kerels worden er mee op afstand gehouden. Terwijl het voor paarlustige vrouwen als een onweerstaanbaar parfum werkt. In de loop van april zoeken vleermuizenvrouwtjes in blijde verwachting elkaars gezelschap op. De kraamkolonies die dan ontstaan, kunnen in omvang variëren van een handjevol tot enkele honderden dieren. De omvang van de groep is afhankelijk van de soort maar meer nog van de beschikbare woonruimte. Leefritme In zo’n kraamkolonie is het een drukte van belang. Enkele Rosse vleermuizenvrouwen in een holle boom kunnen overdag zo opgewonden met elkaar zitten te kwetteren dat ze door een wandelaar soms ten onrechte aangezien worden voor een nest jonge vogels. Ook een kolonie Dwergvleer-
muizen in een spouwmuur kan nogal wat geluid produceren, wat pas opvalt als je je oor tegen de muur te luisteren legt. Als de kersverse moeders uit jagen gaan worden de nog kale zuigelingen in een soort kindercrèche bij elkaar tegen de muur geplakt. Heel soms neemt een moeder haar jong, soms zijn het er twee, mee op haar vlucht. De jongen klemmen zich dan vast in de vacht van de moeder. Als de omstandigheden in de kraamkolonie verslechteren, bijvoorbeeld doordat er teveel parasieten komen of als er gevaar dreigt, vertrekken de moeders met hun jongen naar een andere verblijfplaats. De meeste kraamkolonies verhuizen gedurende de zomer regelmatig van plaats maar blijven wel in de directe omgeving aanwezig. Ook worden vaak jaren achter elkaar dezelfde plekken gebruikt. Tegen het eind van de zomer valt de groep uit elkaar. De volwassen vrouwtjes zwermen uit op zoek een minnaar, terwijl de jongen nog een jaartje de zelfstandige puber uit mogen hangen voordat ze zelf geslachtsrijp zijn. De nazomer wordt nog volop benut om een dikke vetlaag aan te kweken. In de winter is er voor onze vleermuizen geen eten meer te vinden. Vleermuizen zoeken dan ook een koele maar vorstvrije over-
winteringsplaats waar ze zich laten wegglijden in een diepe winterslaap. Een vleermuis in winterslaap neemt de temperatuur van zijn omgeving aan. Zijn hartslag en ademhaling dalen tot een nauwelijks waarneembaar niveau. Het dier verstijft volledig. Toch wordt hij gedurende de winter nog enkele keren rillend wakker om even de vleugels te strekken, toilet te maken en vervolgens weer lekker verder te slapen. Dromend van een bruisend nachtleven in een warmer jaargetijde. Grootoorvleermuis (Fotonatura / Dietmar Nill)
muizen betreft heeft de evolutie weer verdacht veel weg van een ordinaire wapenwedloop.
* B. Zoer is medewerker van ‘Het Drentse Landschap’.
16
Natuurlijke hooilanden in waterwingebied Annen
foto’s: WMD
Het waterwingebied van de Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) bij Annen ligt in het Hunzedal. Het ongeveer 35 ha grote terrein is één van de mooiste natuurgebieden van de WMD.
(Deze pagina wordt verzorgd door de NV Waterleidingmaatschappij “Drenthe”)
Het gebied is nog in ontwikkeling, maar nu is al duidelijk zichtbaar dat de potentie aanwezig is voor een volwaardig natuurterrein. Een opvallend kenmerk is de variëteit van het landschap. Gedeeltelijk is het terrein hooggelegen en een ander deel bestaat uit natte, drassige hooilanden. Elk deel heeft zijn keur aan planten. Op het droge deel ziet u droogteminnende planten en op de drassige gedeelten vindt u planten die van natte voeten houden. Door het gevarieerde landschap kunt u er ook talrijke diersoorten tegenkomen, bijvoorbeeld de Haas, het Konijn, de Hermelijn en de Wezel. Ook het insectenleven is rijk vertegenwoordigd en in en rond de waterlopen en plassen leven veel kikkers. Vooral in de zomermaanden, op zwoele avonden, kunt u genieten van het
‘kikkerconcert’. De activiteiten in waterwingebied Annen sluiten aan bij de plannen om, op het gebied van natuurontwikkeling, het Hunzedal weer in de oude glorie te herstellen. Het gebied is toegankelijk voor het publiek. Om de rust niet te verstoren worden wandelaars met honden verzocht de viervoeters aan lijn houden. Ook fietsers kunnen van de natuur genieten. Het fietspad van Annen naar Nieuw-Annerveen loopt dwars door het waterwingebied van de WMD. Het IVN heeft een drietal wandelroutes in het gebied uitgezet. De boekjes met de wandelroutes en de natuurbeschrijvingen zijn verkrijgbaar bij de VVV-kantoren in Annen en omgeving.
Een eindje om met Het Drentse Landschap Bertus Boivin / Eric van der Bilt
Startpunt het brinkje bij de Hovinghoek aan de Mepperstraat midden in het dorp Meppen Parkeren in de berm langs de weg
Wandelroute 12 De Palms
Openbaar vervoer Arriva lijn 27 (uursdienst op werkdagen) vanaf NS-Station Emmen (25 min.) en vanaf NS-Station Hoogeveen (25 min.), uitstappen halte Driesprong Lengte wandeling circa 31/2 km Benodigde tijd 11/2 uur
foto: Jaap de Vries
Begaanbaarheid paden goed te belopen, het gedeelte over De Palms is minder geschikt voor mensen die slecht ter been zijn Honden niet toegestaan op het omrasterde gedeelte vanwege de schapen op het terrein
Tussen Hoogeveen en Emmen ligt vlakbij de weg van Zweeloo naar Coevorden het monumentale dorp Meppen. Het is een mooi voorbeeld van een oud Drents dorp met alles d’r-op en d’r-aan: hoge essen, madelanden langs de beek, heide en zandverstuivingen bijna tot in het dorp. Deze wandeling brengt u een stuk door de Mepperdennen die deels eigendom zijn van Staatsbosbeheer, en over De Palms dat van ‘Het Drentse Landschap’ is. Het terrein De Palms is bijzonder door zijn Jeneverbessen. ‘Palmbossies’ zeggen ze in Drenthe en daarmee is meteen de naam ‘De Palms’ verklaard.
Een eindje om met Het Drentse Landschap De Palms
• Vanaf het brinkje neemt u de Driftweg. Op de Dorpen als Meppen zijn al in de pre-Karolingische periode ontstaan; in het holst van de Middeleeuwen dus. De omstandigheden hier in Meppen waren voor de boeren ideaal om zich definitief te vestigen: hoge zandgronden ten zuidoosten en oosten van het dorp om akkers op aan te leggen: de huidige Mepper Esch en Molenesch. Meer dan voldoende weiland en hooiland langs de Marsstroom ten zuidwesten en westen van het dorp. En ten noorden en noordwesten reikte de heide tot aan de rand van het dorp. Hier liepen brede schapendriften het veld op waarlangs de scheper de kudde van het dorp dagelijks naar het veld bracht. Op het oog lijken de boerderijen van Meppen schots en scheef door elkaar te staan. Als u goed kijkt, zult u echter zien dat ze altijd zo liggen dat vroeger de hoog-opgeladen wagens gemakkelijk de baander door de deel op konden komen. Vrijwel elke oude boerderij in Meppen heeft nog z’n eigen schaapskooi waar de schapen vroeger ’s nachts de voor het boerenbedrijf van die tijd onmisbare mest achterlieten.
• Op de kruising met de Bosrand blijft u de Veentiesweg rechtdoor volgen. De weg wordt een zandpad.
Destijds liep de Veentiesweg door een reliëfrijk gebied met vrijwel kale zandheuvels en talrijke veentjes, die de weg haar naam gaven. Hier en daar lag een stukje vlak land dat als weiland kon worden gebruikt of waar iets kon worden verbouwd. Links van de weg ziet u een prachtig in het bos gelegen weitje, honderd jaar geleden lag het op de hei.
© Topografische Dienst Emmen
kruising met De Brinken gaat u rechtdoor, vanaf hier heet het de Veentiesweg.
Start
Wandelroute
• Bij de plas in het bos verlaat u de Veentiesweg
foto: Joop van de Merbel
Voor het bos hier werd ingeplant, was de grote plas een van de vele veentjes op de hei. Aan het eind van de negentiende eeuw begon men hier bos aan te leggen om de zandduinen vast te leggen. Zandverstuivingen waren beslist geen ‘natuurverschijnsel’. Ze waren simpelweg het gevolg van het feit dat de hoeven van (teveel) schapen en de wielen van (teveel) karren, onder meer met heideplaggen, de heidebodem braken en het witte zand aan de oppervlakte brachten. Zodra de wind vat op het zand kreeg, kon een zandverstuiving de akkers en tuinen van het dorp in één storm met een laagje zand bedekken en een complete oogst doen mislukken. Onderweg in het bos zult u moeiteloos het reliëf van de oude zandverstuiving herkennen. Destijds werden de zandduintjes met Grove den vastgelegd. Later werd een deel van het bos gebruikt als productiebos en toen werd er met name Lariks aangeplant. Wat verderop in het bos komt u in gedeelten die het beste getypeerd kunnen worden als dichtgegroeid heideveld. Echt ontgonnen is de grond hier nauwelijks. Het laat zien wat er met een heideveld gebeurt als de schapen en de mensen de natuur niet langer ‘kort houden’. Opmerkelijk zijn de walletjes die rechte strepen door het bos trekken. Ze stammen van vóór de aanleg van de bossen. Destijds werden ze aangelegd toen het eigendom van het veld over de markegenoten verdeeld werd. Ze markeren dus eigendomsgrenzen van meer dan honderd jaar geleden.
foto: Joop van de Merbel
en u neemt rechts het bospad dat u dwars door het bos brengt.
• Aan het eind van het bospad slaat u op het zandpad rechtsaf. Op de driesprong gaat u opnieuw rechtsaf. U bent nu op de Bollekuilenweg.
U loopt hier een stuk op de grens van cultuur en natuur. Althans zo lijkt het, maar aan de natuur rechts van het pad zijn destijds evenveel, al dan niet bewuste menselijke keuzes vooraf gegaan als aan het aanmaken van landbouwgrond op het Mepperveld. Het is dan ook interessant om je af te vragen hoe het komt dat sommige delen van het oude Mepperveld akkerland zijn geworden en andere gedeelten heide zijn gebleven of bos zijn geworden. Voor een groot deel was dat indertijd afhankelijk van wie er toen eigenaar was. De een had meer middelen en mogelijkheden om te gaan ontginnen dan de ander. En dan was er de kwaliteit van de grond en de aanwezige hoogteverschillen. Het werd bijvoorbeeld veel duurder als er ook nog veel geëgaliseerd moest worden. Soms was het aanleggen van (productie)bos bijvoorbeeld de beste optie. Een derde factor was de tijd: hoe langer een eigenaar wachtte met ontginning des te meer kans hij liep dat de bakens verzet waren en dat hij voor zijn plannen de handen niet meer op elkaar kreeg.
foto: Joop van de Merbel
De Palms
• Vlak voor het raster loopt aan de linkerkant van de weg een pad het bos in. U kunt dit paadje volgen tot het doodloopt bij de akker. Daarna weer teruglopen naar de weg.
Toen de grote schaapskuddes waren afgeschaft en de heide niet meer werd begraasd, kregen allerlei planten en bomen de kans zich te ontwikkelen. Het meest sprekende voorbeeld hiervan is de Jeneverbes. In enkele tientallen jaren tijd ontwikkelde de heester zich razendsnel en groeide uit tot metershoge bomen. De hoogtijdagen van de Jeneverbes waren voorbij toen andere bomen deze pioniers begonnen in te halen. Zodra er om zonlicht gevochten moest worden, delfde de Jeneverbes het onderspit. In het gedeelte van het terrein waar u nu even bent ingelopen, ziet u tussen de bomen dan ook overal Jeneverbessen staan. De eigenaar van deze grond kiest ervoor om bos te laten ontstaan.
• Voorbij het raster moet u rechtsaf. Echte paden over De Palms zijn er niet. Een goede plek vindt u waar vlak over het greppeltje op een tiental meters van elkaar twee eiken staan. Tussen de eiken loopt een konijnenpaadje dat u dwars over het veld brengt.
Als u over de konijnenpaadjes door De Palms loopt, waant u zich moeiteloos in een geheimzinnige sprookjeswereld die, als de avondschemer invalt, het rijk van heksen en boze geesten wordt. Zodra de ochtendnevel optrekt, verdwijnen de laatste ‘Witte Wieven’ achter de palmbossies... Een ontmoeting die iets meer waarschijnlijk is, is overigens eentje met de Drentse Heideschapen die hier de opslag moeten wegvreten. Hoewel: waarschijnlijk... De schapen voelen zich zo goed in De Palms thuis dat zelfs de mensen van ‘Het Drentse Landschap’ ze vaak niet eens kunnen vinden... Als u zo over De Palms loopt, zult u wellicht denken dat het goed gaat met de Jeneverbes. De schijn bedriegt echter, want vrijwel alle struiken hier zijn op z’n minst zestig tot tachtig jaar oud. Verjonging door middel van zaad vindt niet of nauwelijks plaats. Onderzoek heeft uitgewezen dat de humuslaag te rijk aan het worden is voor de Jeneverbes die van de schrale heidegrond houdt. De Korhoenders die vroeger voor verspreiding zorgden door de Jeneverbessen op te eten en de zaden elders weer uit te poepen, zijn verdwenen. Tot overmaat van ramp blijken muizen gek op de ontkiemende zaden te zijn en aan muizen is geen gebrek... ‘Het Drentse Landschap’ hoopt door het consequent toepassen van verschralingsbeheer op De Palms de verjonging optimale kansen te geven en op die manier de Jeneverbes te behouden. Want hoe je het ook wendt of keert, een jeneverbesstruik wordt hooguit honderd jaar oud!
• Als u min of meer diagonaal over het veld loopt, komt u bij een kleine doorgang in het raster. Op het pad gaat u linksaf. U komt op de Middendorpsstraat die u terug naar het vertrekpunt brengt.
© Stichting ‘Het Drentse Landschap’
Wat wij met een keurig woord geneigd zijn om Jeneverbesstruwelen te noemen, waren voor de Drenten van vroeger ‘palmbossies’. De mensen van Meppen noemden ze gewoon ‘De Palms’ met zo’n lang aangehouden ‘aaaa’.
Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 e-mail: drents.landschap@worldonline.nl
Hijkerveld vogelrijk natuurgebied
foto: Joop van de Merbel
Sipke van der Veen*
Het Hijkerveld is door de uitgestrektheid van het terrein en door de variatie in biotopen voor vogelaars een dankbaar gebied: je komt er nooit voor niets. Het verslag van 1999 van de vogelwerkgroep ‘De Koperwiek’ bevestigt dat: in de afgelopen tien jaar hebben zich in het reservaat 210 vogelsoorten laten zien. Vorig jaar werden er maar liefst 165 soorten waargenomen, een record. Meer dan de helft daarvan hield zich op in Diependal, een gebied dat in het westelijk deel van het Hijkerveld ligt. Het gaat hierbij om soorten die om te broeden, te rusten, te slapen of te eten zijn aangewezen op water, riet,
foto: Joop van de Merbel
slik of moeras. De stank van rottende eiwitten, afkomstig van de aardappelmeelindustrie in Oranje, die eens zo kenmerkend voor het gebied Diependal was, is al lang vervlogen. Zo ook de dagen waarin men in de nazomertrek kon genieten van indrukwekkende aantallen steltlopers, die zich in het slik van de vloeivelden te goed konden doen aan een overvloed van lekkernijen in de
vorm van minieme ongewervelde wezens. En wie de foto’s uit de zeventiger jaren vergelijkt met het huidige beeld, kan het niet ontgaan dat we anno 2000 in een rijker gestoffeerd Diependal staan. De kale, nauwelijks begroeide vloeivelden hebben inmiddels een brede vegetatiezoom ontwikkeld van Lisdodde en Riet. Onveranderd is de weidsheid van het
gebied. Vanuit de vensters van de uitkijktoren kan men nog steeds het hele reservaat overzien. En er vált veel te zien. Vogelrijkdom
De aantallen pleisterende steltlopers mogen onder het veranderde beheer gedaald zijn, de soortenrijkdom aan vogels is toegenomen. Dat geldt zowel
foto: Joop van de Merbel
Terreinbeschrijving
foto: Johan Vos
22
voor broedvogels als niet-broedvogels. Zo biedt de brede randbegroeiing voor bijvoorbeeld de Kleine karekiet, Roerdomp en Rietgors zowel een rijk voedselgebied als veilige nestelplaatsen. En nu het water schoon en rijk aan vis is, blijft de Visarend op doorreis van Zweden naar tropisch Afrika steeds langer in het gebied hangen. In de periode 4 t/m 10 september 1999 verbleven er twee exemplaren, een volwassen vogel en een juveniel. De Roerdomp, met zijn donkere misthoornroep (je hoort hem geregeld, maar ziet hem zelden), is al jaren een vertrouwde ‘Diependalbewoner’ en bezette in 1999 voor het eerst twee territoria. Het aantal broedparen van de Kleine karekiet is inmiddels opgelopen tot boven de zestig. Trends
Niet alle veranderingen houden (alleen maar) verband met het aangepaste beheer. Regionale en landelijke trends worden uiteraard ook in Diependal zichtbaar. Kende het reservaat in de tachtiger jaren nog een forse kokmeeuwenkolonie, nu maken we ons zorgen over de sterk gedaalde aantallen. Dat geldt niet alleen voor de Kokmeeuw
overigens, ook de dalende populatie van de Zwarte stern en Visdief baart zorgen. Tegelijk met de achteruitgang van de Kokmeeuw is ook het aantal Geoorde futen teruggelopen. Sommige onderzoekers zien hier een verband: de futen zouden profiteren van de bescherming die een kolonie biedt. Echter, elders waren in 1999 de resultaten van de Geoorde fuut bijzonder goed, ook buiten meeuwenkolonies. Het blijft onduidelijk of het geringe aantal van drie paar in 1999 een incident is of dat er structureel iets in de biotoop is veranderd. De Geoorde fuut had in 1992 twaalf paren, in 1996 zeven paren en in 1997 circa tien paren. Nieuwe vestigingsplaats
Heel verrassend was dat er medio juni 1999, evenals in 1998, een Kuifduiker in het gebied opdook, hoewel deze geacht wordt zich op dat tijdstip rond de Oostzee op te houden Deze keer was het zelfs een vogel in prachtkleed (toch een voorbode van toekomstige vestiging?), die positie koos in een compartiment vlak voor de waarnemingstoren. Veel bezoekers hebben ervan kunnen genieten, want de vogel
foto: Johan Vos
Boven: Dodaars Rechtsboven: Grutto’s Rechtsonder: Roodhalsfuut.
Op Diependal waren in 1999 twee territoria van het Baardmannetje en vijf van de Blauwborst. Voor het eerst vier paren Roodhalsfuut, waarvan er drie met succes hebben gebroed: er werden zeven jonge vogels gezien. Diependal herbergt daarmee meer dan de helft van de totale Nederlandse populatie. De overige Nederlandse locaties liggen op één na alle in Drenthe: de Boerenveensche Plassen, het Dwingelderveld, en het Bargerveen. Vorig jaar werd de soort ook vastgesteld in de Lindevallei, een gebied van de Friese zusterorganisatie ‘It Fryske Gea’. De dichtstbijgelegen buitenlandse populaties vindt men in Polen en het oosten van Duitsland. Stijging van het aantal bezette territoria werden ook vastgesteld bij de Krakeend (10) en de Zomertaling (8). Ook in de rest van het Hijkerveld werden in 1999 interessante waarnemingen gedaan. Zo werd voor het eerst een broedgeval vastgesteld van de Kleine bonte specht. Het Paapje werd gesignaleerd in het kruidenrijke weiland aan de zuidrand van het gebied. De Boomleeuwerik was dit keer al goed voor 10 broedgevallen en op het aangrenzende landgoed Korteweg konden Vuurgoudhaantje en Appelvink worden ingetekend.
Rietgans.
bleef tot eind augustus aanwezig. Met een beetje geluk was het mogelijk om vanuit de toren alle vijf in Nederland voorkomende fuutachtigen te bekijken, want ook de Dodaars, Fuut, Roodhalsfuut en Geoorde fuut hielden zich in die buurt op. Het zijn echter niet alleen de zomervogels die het reservaat benutten, ook veel doortrekkers en wintergasten vinden er rust en voedsel. In februari waren zeven ganzensoorten uit noordelijke streken in Diependal te gast. Er sliepen 2500 Toendrarietganzen op het grote vloeimeer. In maart werden vijftien eendensoorten genoteerd, waaronder negen Nonnetjes en twaalf Grote zaagbekken. Deze laatstgenoemde is in de zomer in Scandinavië te vinden, waar hij in een waterrijke omgeving in holle bomen of andere holtes een broedplaats probeert te vinden.
foto: Jaap de Vreis
Bijzondere waarnemingen
‘Het Drentse Landschap’ is veel dank verschuldigd aan de tellers Dirk Haanstra en Wessel Spoelder. Zonder hun inzet – meer dan 300 uur veldwerk – zouden we niet over deze boeiende, en voor de beheersplanning ook nuttige, informatie beschikken.
Blauwe kiekendief.
foto: Geert de Vreis
* S. van der Veen is bestuurslid van ‘Het Drentse Landschap’.
24
Interview
Rheebruggen een boerenbedrijf in een Sonja van der Meer*
Op het landgoed Rheebruggen herleven tijden van weleer. Het is een plek waar je je even in het verleden waant: mooie oude loofbossen, fraaie rietgedekte monumentale boerderijen, statige lanen en prachtige zandwegen. Sinds 1972 zet de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ zich in om dit bijzondere cultuurlandschap te behouden. Daarvoor is onder meer een boerderij heringericht tot een beheersboerderij. Hier wordt door onze Hugo Spitzen op biologische basis een gemengd
foto: John Stoel
boerenbedrijf gerund.
Interview
oeroud Drents cultuurlandschap
Hugo Spitzen is sinds 1997 bedrijfshoofd van de monumentale hoeve op Rheebruggen 8. Zijn werk omvat naast de zorg voor het vee en het akkerbouw-gedeelte van zijn eigen bedrijf ook talloze beheersactiviteiten in de omringende reservaten, zoals bosonderhoud en controle van de afrasteringen. De veestapel op Rheebruggen bestaat uit 41 zoogkoeien met kalveren, 14 stuks jongvee en 2 stieren. Allen van het ras Limousin. De keuze voor dit ras is gebaseerd op hun soberheid en het makkelijk afkalven. “Limousins hebben weinig nodig en kunnen zich ook heel goed redden op arme, verschraalde gronden,” zegt Hugo.
waar Meerval werd gekweekt. De beklemmende sfeer van de kwekerij – grote hallen met daarin bakken van 2 x 8 meter waarin de vissen verbleven – doet Hugo al snel besluiten om op zoek te gaan naar een andere baan. Hij wilde weer contact met het buitenleven en solliciteerde naar een baan op een erfpachtboerderij
Zijn liefde voor koeien heeft de bedrijfsleider opgedaan op de biologische melkveehouderij van zijn vader in Oldemarkt (Overijssel). Een ervaring die ervoor zorgde dat hij uiteindelijk alsnog in het boerenbedrijfsleven belandde. “Eigenlijk wilde ik boswachter worden”, vertelt Hugo lachend. “Ik hield van de koeien op mijn vaders bedrijf, maar ik hield niet van het strakke dagritme, de intensieve en secure bedrijfsvoering die in de melkveehouderij noodzakelijk is. Nee, het boerenleven was niets voor mij, dacht ik.” Goede keus
Dat het in het leven niet altijd loopt zoals je denkt, blijkt maar weer eens te meer als Hugo besluit om beheersboer bij ‘Het Drentse Landschap’ te worden. Zelf vindt hij het een logische keuze. “Ik voel me in de eerste plaats een natuurbeschermer”, verklaart Hugo. Zijn interesse voor de natuur – opgedaan tijdens de vele omzwervingen in de Weerribben, een prachtig natuurgebied bij Steenwijk – deed de Overijsselaar besluiten om na de middelbare school te kiezen voor de bosbouwschool in Arnhem. “Als het maar even kon, was ik in de Weerribben te vinden. Ik denk dat ik daar meer dan de helft van mijn jeugd tussen de vogels en het riet heb doorgebracht. Een geweldige ervaring waar ik veel meer mee wilde doen. Boswachter worden, leek toen een goede keus”. Voordat Hugo gaat werken bij een natuurorganisatie, brengt hij nog enkele maanden door op een viskwekerij
foto: Jaap de Vries
De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ heeft drie beheersboerderijen in Doldersum, Rheebruggen en Rabbinge. Het doel van deze boerderijen is de cultuurhistorische omgeving met de daarbij behorende landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden als een eenheid te beheren. Voor de bedrijfsvoering is gekozen voor een gemengd boerenbedrijf, gebaseerd op extensieve rundveehouderij. Dat heeft verschillende voordelen. De akkerbouw en veeteelt vullen elkaar aan. Tijdens de zomer grazen alle dieren in de wei. In de winter als de koeien op stal staan, krijgen ze de granen die op de akkers verbouwd worden als krachtvoer. De mest uit de stallen wordt net als in vroegere tijden gebruikt om de akkers vruchtbaar te maken. De werkwijze is gebaseerd op de historische landbouw, die eeuwenlang de bestaansbasis vormde voor het boerenbedrijf in Drenthe.
Korenbloem.
25
van Natuurmonumenten in Fochteloo. Hier kreeg Hugo de mogelijkheid om zijn idealen – natuurbeheer en veehouderij – te combineren. Na een jaar doet zich de mogelijkheid voor om bij ‘Het Drentse Landschap’ als beheersboer aan de slag te gaan. “Dat was een prachtige kans om datgene te doen wat ik altijd al graag wilde doen,” stelt Hugo. “Extensieve veeteelt bedrijven op een boerderij dat volledig in dienst staat van het natuurbeheer. Dat is iets dat me enorm aanspreekt.” Gevarieerd boerenlandgoed
Centraal op Rheebruggen staat de productie van ruige mest voor de bemesting van het graanareaal, dat zo’n 13 hectare groot is. De koeien en vaarzen staan gedurende de winter-
Archief HDL
In de analen wordt het gebied Rheebruggen in 1332 reeds genoemd. Evert van Essen betaalde toen aan de bisschop “den alingen tienden over Ansen en Rederbroec”. ‘Rhee’ of ‘rede’ betekent in het middelnederlands waterloop of riet. Hierbij zou men kunnen denken aan het riviertje de Scheidgruppe dat vroeger in het gebied de grens vormde tussen de kerspelen van Ruinen en Havelte. Het woord ‘broec’ verwijst naar de laaggelegen moerassige groenlanden van het terrein. Later is ‘broec’ veranderd in ‘brugge’, wat mogelijk slaat op het bruggetje van de Hooidijk over de Scheidgruppe. Het is onduidelijk vanaf wanneer het gebied Rheebruggen bewoond werd. Al in de vijftiende eeuw wordt melding gemaakt van een familie Van den Clooster die eigendommen bezat op Rheebruggen. Roelof van de Clooster voegt in de tweede helft van de vijftiende eeuw ‘tot Rheebruggen’ aan zijn naam toe. Hij stierf in 1586 en het is zeer waarschijnlijk dat er toen al een huis aanwezig was naast een reeds eerder gebouwde boerderij. Het was een bescheiden landhuis met een trapgevel aan de voor- en achterkant. In de gevel zaten mooie zandstenen ornamenten. Die ornamenten zijn nog te bewonderen in de boerderij die gebouwd is naast de overblijfselen van het huis. Uit geschriften uit de zeventiende eeuw blijkt dat er vijf mensen in de havezathe wonen en negen op de boerderij van de meijer. Gezamenlijk bezitten ze 24 tot 30 melkkoeien, acht paarden en enkele schapen. In totaal is 81 ha grond in gebruik. Al met al voor die tijd een aanzienlijke bezitting. In de loop der tijd zijn er vier boerderijen op het landgoed Rheebruggen gebouwd. In 1937 wordt een groot deel van het landgoed aangekocht door de familie Westra van Holte, de overige gronden worden aan boeren verkocht. In 1972 koopt de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ het landgoed van de erven van de familie Westra van Holte. De Stichting had toen reeds enkele percelen hakhout in eigendom en kon daar 96 hectare aan toevoegen. Voor die tijd was het aankopen van een landgoed van deze omvang zeer uitzonderlijk. In de loop der jaren heeft de Stichting het aantal hectares aanzienlijk weten te vergroten. Het landgoed heeft nu een oppervlakte van 221 hectare.
Archief HDL
H
i s t o r i e
Prachtige omgeving
Rheebruggen is inmiddels een zeer geliefde woon- en werkplek voor Hugo en zijn vriendin Jetske geworden. Maar dat zal niemand verbazen, want wie over de klinkerweg door het landschap rijdt kan niet ontkennen dat het lijkt alsof hier de tijd heeft stilgestaan. Een kleinschalig hoevenlandschap met een grote diversiteit aan cultuur en natuur. Neem bijvoorbeeld het bos – meest Eiken-berkenbos – dat voor een groot
foto: John Stoel
periode aangebonden in de Hollandse stal en in een voormalige schaapskooi die tot potstal is omgebouwd. De kalveren worden op stal geboren. Het stro komt van de eigen gewassen en wordt vermengd met de mest via een mechanische mestafvoer naar de vaalt geperst. Niet alles gebeurt dus volgens oude landbouwmethoden… Op de akkers van Rheebruggen wordt Haver, Gerst en Rogge verbouwd, waartussen ook akkerkruiden als Korenbloem en Gele ganzebloem een kans krijgen. Voor het vruchtbaarder maken van de akkers worden groenbemesters gebruikt, waaronder Rammenas. Hugo Spitzen weet zich nog goed te herinneren hoe hij met het zaaien van de Rammenas eens goed de mist in ging. Als het zaad namelijk te laat wordt ondergewerkt heeft het voldoende kans om te ontkiemen. “En dat gebeurde dus ook het jaar erop,” stelt de biologische boer. “Gevolg was dat het de Rogge verstikte en dat de oogst voor dat jaar in ieder geval verloren is gegaan. Dan baal je wel, want dan heb je al het werk voor niets gedaan.”
deel al zeer oud is (16de eeuw). Mede de leem in de grond zorgt ervoor dat de vele planten hier goed kunnen gedijen: Bosanemonen, Bochtige smele, Salomonszegel, Dalkruid en vele soorten varens. Verder heeft Rheebruggen inmiddels weer een aantal zeer fraaie bloemrijke graslanden met Ereprijs, Zenegroen, Penningkruid, Gewone dotterbloem en verschillende zeggesoorten. Hugo Spitzen: “Door allerlei beheersmaatregelen – herstel van wallen en singels, aanplant met bosjes, hergraven van poelen – is Rheebruggen weer een prachtig gevarieerd en kleinschalig landschap geworden. Jaarlijks blijven we ons verwonderen over de vele soorten vogels en planten die we hier tegenkomen. Zo heeft de Grauwe klauwier zich hier weer gevestigd en
komt Vogelmelk weer massaal voor, een soort die verdwijnt zodra je één keer kunstmest gebruikt. Deze voorbeelden geven aan dat we er alles aan moeten doen om deze magnifieke plek met al haar variatie voor de toekomst te behouden.”
* S.S. van der Meer is PR-functionaris bij de Stichting ‘Het Drentse Landschap’.
Berichten
Kortweg
34
ASSEN
n Oude Diep
•
34
EMMEN 32 HOOGEVEEN MEPPEL 7 7
foto: Geert de Vries
28
Kinderen van CBS De Regenboog uit Hoogeveen presenteren hun kijk op het Oude Diep.
32
Op 27 april werd het onderwijsproject Oude Diep op feestelijke wijze afgesloten. Op deze avond presenteerden leerlingen van zeven basisscholen uit de omgeving van het Oude Diep op een vaak zeer originele wijze hun bevindingen over het Oude Diep. Daarvoor hebben de kinderen gedurende enkele maanden gekeken wat er zo allemaal bloeit, groeit en leeft in en rond het Oude Diep. Daarnaast hebben enkele scholen in samenwerking met ‘Het Drentse Landschap’ herstelwerkzaamheden uitgevoerd. Zo is er bijvoorbeeld een nieuwe poel gegraven en zijn houtwallen hersteld. Gedeputeerde A. Edelenbosch opende de afsluitende avond in Beilen, waarna de kinderen met veel enthousiasme hun verhaal over het Oude Diep via computer, toneelspel of zang vertelden. Na de pauze verzorgden de kinderen een aantal workshops voor de volwassen. Het was leuk te merken dat de kinderen zeer betrokken zijn en het Oude Diep zien als een stukje van hun eigen leefwereld. Het onderwijsproject is onder leiding van Geert de Vries, medewerker van het Consulentschap NME en tevens bestuurslid van onze Stichting, ontwikkeld en uitgevoerd. Dit gebeurde in opdracht van de Stichting Veldwerk Nederland. Het gehele project wordt gefinancierd door de provincie Drenthe en de Europese Unie.
Berichten 29 Langs Drentse Dreven Een gevarieerde verkenningstocht door Drenthe
Net als vorig jaar kunnen mensen ook dit jaar weer op een hele speciale manier kennismaken met het Drentse landschap. Tijdens een volledig verzorgde dag zult u verwonderend kunnen luisteren naar het geklepper van de ooievaar, zult u genieten van de stilte van het Hijkerveld en kunt u zich verbazen over de Drentse klederdracht van weleer. Ook bezoekt u het mooie esdorp Orvelte en geeft onze schaapherder bij de schaapskooi een demonstratie schapendrijven. Kortom, het wordt een dag waarin u zult kennismaken met allerlei facetten van de Drentse natuur en cultuur.
Reestdal
•
Het project ‘Poort naar Drenthe’ verloopt voorspoedig. Na de aankoop van het ooievaarsbuitenstation De Lokkerij hebben de besturen van de Stichting ‘De Lokkerij’ en ‘Het Drentse Landschap’ kennis met elkaar gemaakt. De uitbouw van het koetshuis van De Havixhorst is in mei opgeleverd, terwijl ook de renovatie van de tuin goeddeels is afgerond. De firma Poortman en BTL-Emmen verdienen alle lof. Ook de restauratie van ’t Ende verloopt voorspoedig. ‘Het Drentse Landschap’ probeert voor dit object de status van Rijksmonument te verkrijgen.
7 Direct grenzend aan de stad Meppel kon 1,09.10 hectare Reestland worden aangekocht. Dit perceel ligt in een deel van het Reestdal dat ligt ingeklemd tussen de spoorlijn GroningenZwolle en de autosnelweg A28. Met de verwerving van dit perceel is dit deel van het Reestdal geheel eigendom van de Stichting geworden. Zo vlak tegen de stad is de natuur reeds volop aanwezig zoals dit onder meer blijkt uit de bloeiende Dotterbloemen. De inrichting en het beheer zal nu geheel kunnen worden gericht op het verder ontwikkelen van natuurwaarden. In overleg met de gemeente Meppel zal aandacht aan een gepaste recreatieve ontsluiting van deze stadsrandzone worden besteed.
Archief HDL
De dagtocht wordt gedurende de zomermaanden op de volgende dagen aangeboden: 28 juni, 12 en 26 juli, 9 en 23 augustus en 6 september. De dagtocht Langs Drentse Dreven vindt plaats onder deskundige leiding van gidsen van ‘Het Drentse Landschap’. U kunt zich voor deze bijzondere dagtocht opgeven door de bijgevoegde antwoordkaart te sturen naar Blok Tours te Wapserveen. Begunstigers van ‘Het Drentse Landschap’ kunnen tegen gereduceerde prijs de reis boeken. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Blok Tours, telefoonnummer (0521) 32 13 33.
30
Het Drense Landschap
Hunzedal
•
Een groot aantal instanties is bezig met een onderzoek naar de mogelijkheid van een informatiecentrum bij het Zuidlaardermeer. De beide Landschappen zoeken het vooral in een directe samenwerking met de waterleidingbedrijven van Groningen en Drenthe. Er speelt wel van alles rond het
meer. In de benedenloop is de Grontmij bijvoorbeeld doende met een onderzoek naar de mogelijkheden voor hermeandering in het gebied Tusschenwater, grofweg het deel van de Hunze in de gemeente Tynaarlo. Provincie Drenthe, ‘Het Drentse Landschap’, Waterbedrijf Groningen, Noordelijke Landen Tuinbouw Organisatie
(NLTO), Dienst Landelijk Gebied (DLG) en genoemde gemeente hebben zitting in de projectgroep. De Europese Unie subsidieert dit onderzoek via de Eems-Dollard-regio. De Provincie Drenthe heeft de vergunning inzake het project Breevenen van de Waterleidingmaatschappij Drenthe
(WMD) verleend. In een convenant zegt de WMD toe mee te helpen aan het realiseren van een meanderende Hunze. Dit najaar zal ‘Het Drentse Landschap’ starten met de uitvoering van het natuurontwikkelingsproject Annermoeras/ Elzenmaat. Bewoners van Gasselternijveen hebben in een Bewoners
foto: Aerophoto Eelde
De monding van de Hunze in het Zuidlaardermeer.
Berichten
31
34
Het Hunzeproject loopt op dit moment mede dankzij de inzet van de betrokken gemeenten en de geleidelijk groeiende rol van de deelgebiedscommissies, voortreffelijk. ‘Het Drentse Landschap’ is van mening dat er voor het Hunzedal nog veel goeds onder de pet zit. De Branden De aankopen in het natuurontwikkelingsgebied de Branden gaan gestaag door. Opnieuw kon 11,33.45 hectare bouwland worden aangekocht. Langzamerhand ontstaan aaneengesloten oppervlaktes eigendommen van de Stichting. Tot dusverre zijn de eigendommen van ‘Het Drentse Landschap’ in het veld nog niet herkenbaar als ‘natuurgebied’. Hoewel de inrichting als natuurontwikkelingsgebied nog een tijd op zich zal laten wachten, wordt het grondgebruik van de gronden van de Stichting dit jaar aangepast. Het gebruikelijke teeltplan van met name aardappelen, suikerbieten en maïs zal worden geëxtensiveerd. De gronden van ‘Het Drentse Landschap’ zullen uitsluitend worden gebruikt als grasland op de lagere gronden en graanland op de hogere gronden. Hiermee zal in ieder geval voor vogels een aantrekkelijker biotoop ontstaan.
foto: Joop van de Merbel
Omgevings Plan meegedacht over de mogelijkheden voor natuur, recreatie en leefbaarheid in dat deel van het Hunzedal. Hun gedachten sluiten naadloos aan bij de plannen die ‘Het Drentse Landschap’ al heeft ontwikkeld.
Orvelte Na de geweldige impuls die de Nationale Postcode Loterij met haar subsidie van 4,5 miljoen op 16 februari aan Orvelte gaf, zijn we weer volop aan het werk gegaan. De schulden zijn afgelost. Onder dankzegging aan de Provincie Drenthe en de Gemeente Midden-Drenthe. Het verhuren van de panden had prioriteit. Inmiddels zijn de melkfabriek, de houtzagerij, de klompenmakerij, de Bruntingerhof, het Ottenhuis, het tolhuisje, de maalderij en twee winkelpanden verhuurd. De Federatie Orvelte zal de Drenthehof exploiteren en de balie bezet houden. De bebording wordt vernieuwd, het dorp ‘opgehemeld’, de parkeerplaats geautomatiseerd. Er is sprake van nieuw elan, wat tevens te merken is aan het indrukwekkende activiteitenprogramma op de Brink. Het herstel van het achterstallig onderhoud is inmiddels opgepakt. De fa. Smidt uit Westerbork is volop aan het werk. Tevens wordt nu gedacht over de opzet van de multimediashow die in het Ottenhuis moet komen. Het zal evenwel niet meevallen die in april 2001 gerealiseerd te hebben.
32
Het Drense Landschap
Diversen
•
Website ‘Het Drentse Landschap’ heeft vanaf 1 juli een nieuwe internetsite waar u naast actuele zaken ook informatie kunt vinden over onze vakantiewoningen en cultuurhistorische wetenswaardigheden. Bovendien zal er een samenvatting van de inhoud van het kwartaalblad worden opgenomen. Het adres is: http://www.drentslandschap.nl • Samenwerking Essent Op 26 maart j.l. was het een drukte van belang op het Hijkerveld. Ruim zevenhonderd klanten van Essent Duurzaam maakten van de gelegenheid gebruik om met ‘Het Drentse Landschap’ kennis te maken. Zij werden ontvangen met beschuit met muisjes omdat er ruim 300 lammeren waren geboren. Onze scheper Tjitse Terpstra verzorgde een aantal demonstraties schapendrijven. De Groene- stroomklanten konden verder deelnemen aan een excursie die verzorgd werd door gidsen van het IVN. Op dezelfde dag vonden er ’s middags ter gelegenheid van de open dag in de Drentse schaapskooien ook diverse activiteiten op het Hijkerveld plaats. Tijdens dit evenement hebben we zo’n 500 bezoekers in de kooi mogen verwelkomen.
•
Rectificatie Terecht hebben een aantal lezers ons gewezen op een foute benaming bij een foto in het artikel over Engeland in het vorige kwartaalblad. De afgebeelde foto is uiteraard geen Rhododendron, maar een Clematis.
•OpHunebeddenbeheer 14 april zijn medewerkers
•De Boeken bioloog Eef Arnolds, onder meer lid van de beheerscommissie van ‘Het Drentse Landschap’, heeft een boek geschreven over natuurbeleving en natuurbeschouwing. Het boek ‘Weg van de natuur. Leidraad voor natuurbeleving en natuurbeschouwing’ omvat 500 pagina’s en is voor ƒ 49,90 te verkrijgen in de boekhandel (ISDN 90 6224 433 4). Hans Dekker, beleidsmedewerker bij de Provincie Drenthe, heeft samen met Karel Kreutz een boek over orchideeën in Nederland geschreven. Het boek bevat naast uitgebreide informatie over orchideeënfamilies ook veel foto’s en beschrijvingen van Drentse landschappen. Begunstigers van ‘Het Drentse Landschap’ kunnen het boek voor de speciale prijs van ƒ 99,00 + ƒ 12,50 verzendkosten (winkelwaarde is ƒ 124,50) rechtstreeks bij uitgeverij B.J. Seckel bestellen, telefoon (0572) 362 721.
Rietorchis.
van de Stichting en de Provincie Drenthe per bus alle hunebedden die nu in ons beheer komen, gaan bekijken. Doel van de reis was om zo snel mogelijk alle kennis aan betrokkenen over te dragen. Tijdens de rondreis bleek de volle breedte van de problematiek rond het hunebeddenbeheer pas goed. De mensen van de Stichting hebben er verschrikkelijk veel zin in en zien kansen om de positie van het hunebed vooral voor wat betreft de landschappelijke context naast de cultuurhistorische te verbeteren.
Berichten
33
foto: Geert de Vries
waterschapsverkiezingen worden georganiseerd. De vrijwel onbeheerste stijging van waterschapslasten maken natuurbeheer voortdurend duurder en vormen een aanslag op de continuïteit ervan. Het is duidelijk dat een waterschapsbestuur voor de sector natuur en milieu belangrijke beslissingen neemt waar wij – als het even kan – invloed op willen uitoefenen. Nog meer dan tot nu toe. Evenals vier jaar geleden organiseert onze sector onder leiding van de Milieufederatie Drenthe en haar provinciale partners de campagne voor het kiezen van ‘groene bestuurders’ in de waterschapsbesturen. Hiertoe werden de afgelopen jaren geëvalueerd en werd besproken hoe eind 2000 een goede nieuwe campagne kan worden gevoerd teneinde mensen met een ‘groene bevlogenheid’ in de waterschapsbesturen te krijgen. Uiteindelijk doel is om 25% groene bestuurders in de onderscheiden Algemene Besturen te krijgen en een zo groot mogelijk aantal in de Dagelijkse Besturen. Een hoge opkomst op basis van betrokkenheid van de kiezers met groene thema’s die met waterbeheer te maken hebben, wordt nagestreefd. Een dergelijke ontwikkeling is ook in het belang van ‘Het Drentse Landschap’. Onze begunstigers kunnen zo’n ontwikkeling steunen door op groene kandidaten te stemmen. Op dit onderwerp wordt eind van dit jaar teruggekomen.
tijd verheugen in een heel specifieke vorm van bijdragen van particulieren voor haar werk. In deze gevallen gaat het om het schenken van een stuk natuurgebied. Van een particulier ontving de Stichting, via schenking, een stuk bos van 0,18.60 ha. nabij het Boterveen in Eemster. Het betreft een stukje heide dat zich in de loop der tijd heeft ontwikkeld tot een natuurlijk stukje bos. Van een particuliere stichting ontving ‘Het Drentse Landschap’ een stukje veen in het Katteveen bij Ees en een stukje bos nabij Buinen, met een gezamenlijke oppervlakte van 2,30.30. Dit bosje ligt op de Hondsrug aan de rand van het Hunzedal en sluit dus heel goed aan op het gebied waar de Stichting zich volledig voor inzet. Het gaat hier om stukjes natuurgebied waarvan particulieren soms het gevoel hebben dat ze er zelf weinig mee kunnen. Om deze gebieden toch als natuurgebied te bewaren voor de toekomst is schenking aan de Stichting dan een goede oplossing. ‘Het Drentse Landschap’ is bijzonder ingenomen met dit gebaar van mensen die hun liefde voor een natuurgebiedje laten prevaleren boven eigen financieel gewin. De Stichting kan uit de nalatenschap van mevrouw Hana te Paterswolde een legaat van ƒ 160.000,– tegemoet zien. Uit de nalatenschap van de heer
foto: Drents Museum
•EindWaterschapsverkiezingen • Schenkingen en legaten 2000 zullen er opnieuw De Stichting mag zich de laatste
J.v.d. Linde uit Coevorden werd ƒ 6.000,– ontvangen. Verder heeft ‘Het Drentse Landschap’ een gift van ƒ 800,– van de medewerkers van Essent Duurzaam ontvangen. In het kader van het project ‘Groene Stroom’ konden zij hun welkomstpremie van vijftig gulden schenken aan een goed doel. Zestien medewerkers kozen ervoor dit bedrag aan ‘Het Drentse Landschap’ over te maken.
•
Natuur dichtbij Op 9 juni heeft gedeputeerde mevrouw A. Edelenbosch de eerste ‘Natuur dichtbij’ pocket in ontvangst genomen. De presentatie van het Drentse boekjes vond plaats bij de VVV in Orvelte. De pocket is er één uit een serie van twaalf die met name tot doel hebben om op een leuke manier kennis te maken met de Provinciale Landschappen. Uit zeer recent onderzoek blijkt dat de Provinciale Landschappen nog steeds een zeer geringe naambekendheid genieten. Met de gidsjes verwachten we hierin verandering te kunnen brengen. Als begunstiger van ‘Het Drentse Landschap’ heeft u het exemplaar over Drenthe cadeau
gekregen Om zelf te gebruiken of om weg te geven aan anderen die geïnteresseerd zijn in het werk van onze Stichting. Immers, om de natuur en het landschap in onze provincie leefbaar te houden kunnen we veel steun gebruiken. Activiteiten Drents •Museum De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ zal voortaan regelmatig aandacht besteden aan interessante activiteiten van het Drents Museum. Het museum heeft een belangwekkende collectie archeologische vondsten, die veelal gevonden zijn in de terreinen van de Stichting. Maar ook de tijdelijke tentoonstellingen hebben soms directe raakvlakken met ons werk. Van 18 juni tot en met 10 september wordt er in het museum een tentoonstelling met de titel ‘Asser stadsgezichten door Berlijnse kunstenaars’ gehouden. Karakteristieke historische plekken als de Gouveneurstuin, landgoed Overcingel en het Asser bos zijn door diverse kunstenaars vastgelegd en te bewonderen.
© Louis 1999 Gouveneurstuin Assen.
Samenstelling bestuur per 31 mei 2000
Dagelijks Bestuur (leden zijn tevens lid van het Algemeen Bestuur) Mevrouw A.D. Rensen-Oosting, Emmen (voorzitter) Mr. O.W.E. Berg, Assen (secretaris) Mr. D. Hoorn, Oosterhesselen (penningmeester) J. Beuker, Assen Dr. J.N.H. Elerie, Anloo Drs. J.D.D. Hofman, Tynaarloo S. van der Veen, Vries Ing. M. Verhagen, Smilde
Algemeen Bestuur Drs. G.J. Baaijens, Dwingeloo Mevrouw drs. J.N. Bottema-Mac Gillavry, Yde A.H. Bruins Slot, Meppel Mr. F. Dohle, Meppel S.W.G. Groenendaal, Assen J.L.A. van Hagen, Zuidwolde Drs. B.J.S. Helming, Steenbergen Dr. ir. D.H. Keuning, Borger Mevrouw B.M. van Mil, Gasselternijveen H.A. Moorlag, Hoogeveen Prof. dr. ir. R. Rabbinge, Den Haag R.H. van der Sleen, Groningen G.W. de Vries, Assen Drs. B.S. Wilpstra, Zuidlaren
Agenda Algemeen Vogelkijkhut Diependal De vogelhut is in principe het gehele jaar geopend, behalve als het gevroren heeft. Van 1 april tot eind september is er meestal op zondagen een vogelkenner aanwezig, die u graag het een en ander vertelt over het vogelleven op de vloeivelden. De hut is te bereiken door vanaf het Oranjekanaal, vlakbij de ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. Een en ander is met borden aangegeven. Wie dubbel wil genieten moet een verrekijker meenemen! Schaapskudde Hijkerveld De kudde vertrekt met de herder om 09.30 uur naar de heide en komt om 16.30 uur terug bij de kooi. Tijdens de lammerenperiode (maart / april) verblijven de schapen met de lammeren bij de schaapskooi. De kudde wordt dan niet gescheperd. De schaapskooi is te bereiken vanaf het dorp Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes.
Voor alle activiteiten geldt dat honden helaas niet mee mogen; ook niet aangelijnd! Bosruiter.
zo. 18 juni 14.00 uur Op zoek naar bijzondere planten in de voormalige karrensporen van de Gasterse Duinen. Door dit terrein liep vroeger een handelsroute. In de voormalige karrensporen komen een paar opvallende plantensoorten voor. De excursie wordt begeleid door gidsen van het IVN. Gestart wordt op de parkeerplaats aan de Oude molenseweg, die loopt van Gasteren naar Oudemolen.
Ereleden
De heer Hoorn heeft in de Algemeen Bestuursvergadering van 29 mei 2000 het pennigmeesterschap van de heer Kodde overgenomen. De heer Kodde vervulde deze functie 18 jaar en was 20 jaar bestuurslid. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ is hem dankbaar voor deze jarenlange inzet. Een interview met de heer Kodde vindt u in het volgende kwartaalblad.
foto: Johan Vos
Mevrouw M.H. Hollema-Eikenberg te Rolde Ing. H.W. de Vroome te Assen Prof. dr. H.Tj. Waterbolk te Haren
wo. 21 juni 10.00 - 15.00 uur Scheren van Schoonebeker heideschapen op het Hijkerveld. De scheper van ‘Het Drentse Landschap’, Tjitse Terpstra, zal het scheren demonstreren. De schaapskooi is te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met ronde bordjes.
Agenda
zo. 9 juli 14.00 uur Akkerkruiden op het roggeveld. De excursie start bij de Sophiahoeve aan de Huenderweg in Doldersum, de weg van Doldersum naar Wateren. Gidsen van het IVN Vledder begeleiden de excursie, die ook voor een deel over het Doldersummerveld gaat. za. 15 juli 14.00 uur Ontdekkingsreis door Het Zwarte Gat. Onder leiding van de gids Albert Dragt maakt u een wandeling door dit voormalige veengebied dat de intrigerende naam Het Zwarte Gat heeft. De wandeling start vanaf De Egge. U kunt hier komen door vanaf de weg Hoogeveen -Ommen de afslag Alteveer-Kerkenveld te nemen. Vervolgens neemt u de weg richting Alteveer (Oosterveld). Bij de eerste weg (De Egge) gaat u rechts en deze volgt u tot het einde van de verharding. wo. 26 juli 19.00 uur Terug naar de tijd van de verveningen op Dalerpeel. Gidsen van het IVN nemen u mee naar de meest bijzondere plekken van dit gebied, waar de Drentse verveningsgeschiedenis in het landschap verankerd ligt. Het startpunt is bij de rode veldschuur aan de Steigerwijk, 1 km ten oosten van Dalerend. zo. 6 aug. 14.00 uur Wandeling over het Groote Zand Gidsen van het IVN begeleiden deze excursie. Gestart wordt op de parkeerplaats van camping Het Grote zand, gelegen aan de weg van Hooghalen naar Amen, vlakbij Hooghalen.
wo. 16 aug. 19.00 uur Verkenningstocht door het Reestdal De excursie start bij de kerk in Oud-Avereest in Overijssel. Vanaf dit punt nemen gidsen van het IVN Hoogeveen u mee op een verkenningstocht door het Reestdal. Tijdens deze afwisselende wandeling komt u onder meer over de Holtberg en door het bos van De Wildenberg. vr. 18 aug. 20.00 uur Vleermuisexcursie over het landgoed Rheebruggen. Het landgoed Rheebruggen is met zijn lanen, bospartijen en beschut gelegen weilanden een eldorado voor vleermuizen. De vleermuisexcursie begint bij het invallen van de duisternis en duurt tot ongeveer 23.30 uur. Voorafgaand aan de excursie is er om 20.00 uur een ontvangst met koffie en een rondleiding op de beheersboerderij van ‘Het Drentse Landschap’ door het bedrijfshoofd Hugo Spitzen. Het adres is Rheebruggen 8 in Ansen. Opgave via (0592) – 31 35 52. wo. 23 aug. 19.00 uur Steltlopers kijken op Diependal. In deze tijd van het jaar is Diependal, vanwege de door ‘Het Drentse Landschap’ ingestelde lage waterstand, een ideale pleisterplaats voor steltlopers. Vogelkenner Dirk Haanstra zal, om de rust niet te verstoren, vanuit de vogelkijkhut tekst en uitleg geven. Wel zal er nog even bij het vloeimeer worden gekeken. De vogelkijkhut is te bereiken door vanaf het Oranjekanaal, vlakbij ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. De route is met borden aangegeven. U moet zich voor deze excursie opgeven. Dat kan via telefoonnummer (0592) 313552. zo. 27 aug. 13.30 uur Heide in bloei. Gidsen van het IVN Vledder nemen u mee tijdens deze afwisselende excursie waarbij ook een bezoek aan de uitkijktoren van het Doldersummerveld wordt gebracht. Het is aan te bevelen om naast een verre-
kijker ook een loepje mee te nemen. Gestart wordt bij café Jachtlust aan de Brink in Doldersum.
Activiteiten bij It Fryske Gea Ieder jaar organiseert It Fryske Gea, de vereniging voor natuurbehoud in Friesland, zomerkampen voor haar jeugdleden. De jongeren verblijven in een kampeerboerderij in de nabije omgeving van het natuurgebied It Mandefjild bij Bakkeveen. Dit is een prachtig terrein met bossen, zandverstuivingen, vennetjes en heidevelden. It Fryske Gea heeft voor de jongeren een gevarieerd en actief programma samengesteld: veldwerkonderzoek, plaggenhut bouwen, speurtocht, zwemmen, wandelen, etc. Dit jaar zijn ook de kinderen van de begunstigers van ‘Het Drentse Landschap’ welkom. De kampweken vinden plaats op: 14 t/m 18 aug.: 11 - 12 jarigen 21 t/m 25 aug.: 13 - 14 jarigen 28 aug. t/m 1 sept.: 15 – 18 jarigen
za. 19 aug. en zo. 20 aug. 8.30 - 17.00 uur Nederlands Kampioenschap Schapendrijven op het Hijkerveld. Tijdens een wedstrijd Schapendrijven gaat het erom dat de hond, van afstand gestuurd door zijn zogeheten handler (baas), binnen een bepaalde tijdslimiet een parcours afwerkt. In dit traject zijn hindernissen opgenomen, die verband houden met het dagelijkse werk van de honden. Om het parcours tot een goed einde te brengen is het belangrijk dat de herder en de hond een eenheid vormen. Een prachtig schouwspel dat altijd veel bewondering oogst. Het evenement vindt plaats bij de schaapskooi; op zaterdag de promotiewedstrijden, op zondag het Nederlands Kampioenschap. De schaapskooi is te bereiken vanaf het dorp Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes. zo. 3 sept. 14.00 uur Excursie over de stille paarse heide. In september staat de hei op het Hijkerveld in volle bloei en dat levert altijd een sfeervolle wandeling op. Gidsen van het IVN begeleiden de excursie. Startpunt is de parkeerplaats bij het Landgoed Hooghalen aan de Hijkerweg. wo. 13 sept. 19.00 uur Steltlopers kijken op Diependal. Zie 23 augustus. za. 16 t/m zo. 24 sept. Week van het Landschap in Orvelte. De activiteiten van de Week van het Landschap vinden plaats in Orvelte. Naast diverse excursies in de weekeinden is er op woensdagmiddag 20 september speciaal voor kinderen een leuke natuurspeurtocht uitgezet. Een uitgebreid programma vindt u in het kwartaalblad 27, dat begin september zal verschijnen.
• • •
De kosten voor de kampweek bedragen ƒ 175,00. Geïnteresseerd in deze actieve week in de natuur? Bel voor meer informatie met It Fryske Gea, tel. (0512) 38 14 48.
foto: Joop van de Merbel
zo. 25 juni 14.00 uur Zwerftocht door het hoogveen van Dalerpeel. Daar waar de ontginning stopte bleven waardevolle hoogveenrestanten achter in het landschap met hun karakteristieke vorm. Gidsen van het IVN zullen tijdens de excursie stilstaan bij deze bijzondere plekken. Het startpunt is bij de rode veldschuur aan de Steigerwijk, 1 km ten oosten van Dalerend.
35
Activiteiten in het Hunzedal bij ‘Het Groninger Landschap’ ‘Het Groninger Landschap’ houdt in het Zuidlaardermeergebied excursies op: 9, 22, 29 juli 4, 12, 20 augustus 2, 9, 24 september Voor meer informatie kunt u bij ‘Het Groninger Landschap’ de speciale folder ‘Excursies in het Zuidlaardermeergebied’ aanvragen. Telefoon: (050) 3135901.
• • •
Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:
•
Koninklijke BOOM PERS Meppel (0522) 26 61 11
•
Aannemingsbedrijf VEDDER BV Eext (0592) 26 26 20 Grond-, weg- en waterbouw
KADASTER DRENTHE Assen (0592) 31 10 66 Bevordert de rechtszekerheid bij het maatschappelijk verkeer in vastgoed
•
•
•
Bouwbedrijf H. POORTMAN Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw
CHRISTIAAN DEN DEKKER B.V. Lisse (0252) 41 86 50 De ecologische aanpak in waterbodemsanering
•
•
IWACO B.V. Groningen (050) 521 42 14 Adviesbureau voor water en milieu
QUERCUS Boomverzorging en Advisering Emmen (0591) 51 27 07 Uw bomen, onze zorg
•
•
GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau
Veenbedrijf HAVERKORT VROOMSHOOP B.V. Vroomshoop (0546) 64 38 02 Veenafgraving, verkoop veengrond en tuinaarde
•
•
ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau
N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 318 23 11 Wees wijs met water
•
•
ABN AMRO BANK N.V. Assen (0592) 33 33 00 De bank voor Drenthe
SUPER DE BOER Amersfoort (033) 454 77 77 Supermarkten
•
•
N.V. Hanze Milieu Zwolle (038) 455 48 08 Onderneming voor afval en milieu
BUNING Wegenbouw B.V. Zuidwolde (0528) 37 31 64 Grond-, straat- en rioleringwerkzaamheden. Levering zand
•
•
NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij
NATIONALE POSTCODE LOTERIJ Amsterdam (020) 677 68 68 Loterij voor mens en natuur
•
•
Havesathe ‘DE HAVIXHORST’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant
RTV Drenthe Assen (0592) 33 80 80 Radio Drenthe, TV Drenthe, RTV Drenthe Programmablad
•
Stichting Publieksvoorlichting NOTARIAAT DRENTHE Postbus 35 – 9530 AA Borger Namens de gezamenlijke notarissen in Drenthe
•
Drukkerij Uitgeverij VAN GORCUM & COMP b.v. Industrieweg 38 Tel. (0592) 37 95 55, fax (0592) 37 20 64
•
Bureau B + O ARCHITECTEN Rheebruggen (0521) 35 10 14
•
BORK B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 / fax (0528) 33 14 44 Sloopwerken, asbestsanering en puinreclycling
•
DE ROO DRENTE BV Stadskanaal (0599) 61 28 52 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen
•
ERDMAN SCHMIDT (0528) 27 72 66 Lichtgewicht tenten, slaapzakken, bergschoenen, rugzakken, etc.
•
HARWIG Elektriciteitswerken B.V. Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Elektrotechniek, industriële automatisering, telematica, beveiliging
•
NV Waterleidingmaatschappij ‘DRENTHE’ Assen (0592) 85 45 00 Water, het wonder uit de kraan
•
Buro HOLLEMA Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT
•
nv VAM Wijster Wijster (0593) 56 39 24 Hergebruik en (eind)verwerking van afvalstoffen
•
HOLLAND CASINO Groningen Groningen (050) 312 34 00 Prominent in uitgaan
•
ARCADIS HEIDEMIJ ADVIES BV Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie)
•
HULZEBOSCH Grondwerken C.V. Beilen (0593) 52 21 39 Natuurbouw, grond-, straat- en rioleringswerk, leverantie van zand en grind
•
RABOBANK Groningen (050) 520 89 11 Regio Noord-Nederland