Kwartaalblad nr.42

Page 1

Kwartaalblad juni 2004 no. 42

42

Drouwenerzand


Kwartaalblad van de Stichting Het Drentse Landschap Uitgave Stichting ‘Het Drentse Landschap’ Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89 e-mail: mail@drentslandschap.nl Web-site: www.drentslandschap.nl Bankrek. nr. 43.97.50.962 Redactie E.W.G. van der Bilt, J.D.D. Hofman, S.S. van der Meer, m.m.v. J.G. Schenkenberg van Mierop en B. Zoer Vormgeving Albert Rademaker BNO, Annen Prepress Von Hebel bv, Groningen Lithografie Von Hebel bv, Groningen Druk en afwerking Boom Pers Drukkerijen BV, Meppel Omslag Drouwenerzand (Geert de Vries)

3

— bestuursberichten 4

Het Drentse Landschap is een uitgave van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Het geeft informatie over de terreinbezittingen en activiteiten van de Stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de begunstigers van het Landschap. Begunstiger kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage € 17,50 per jaar. Begunstiger voor het leven € 400,– . Als u ‘Het Drentse Landschap’ extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze:

Periodieke gift In plaats van of naast uw begunstigersbijdrage. Dit is een voor de inkomstenbelasting volledig aftrekbare periodieke bijdrage, die u voor minimaal 5 jaar met een eenvoudige notariële akte toezegt. Voor bijdragen van € 50,– en hoger per jaar regelt en betaalt de Stichting de akte. Het kwartaalblad wordt u gratis toegezonden om u op de hoogte te houden van ‘Het Drentse Landschap’. Andere giften Indien het totaal van uw giften in enig jaar zowel 1% van uw drempelinkomen als ook € 60,– te boven gaat, is het meerdere aftrekbaar voor de inkomstenbelasting tot ten hoogste 10% van het drempelinkomen. ‘Het Drentse Landschap’ is voor schenkingen binnen twee jaar tot in totaal € 4243,– (voor 2004) vrijgesteld van schenkingsrecht. Voor grotere bedragen geldt voor de Stichting het speciale lage tarief van 11% over het gehele bedrag. Legaten of erfstellingen Tot een bedrag van € 8483,– (voor 2004) is ‘Het Drentse Landschap’ geen successierechten verschuldigd. Voor grotere bedragen geldt voor de Stichting het speciale lage tarief van 11% over het gehele bedrag.

Zandverstuivingen

— terreinbeschrijving Geert de Vries 9

Enkele vogeltjes

— gedicht

ISSN 1380-3263 Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’.

Kom er even voor zitten

Rutger Kopland 10

Boerderij Kamps

— cultuurhistorie Esther Jelgersma 14

Moerassprinkhaan

— fauna Bertil Zoer 16

Anne en Annie Semler

— interview Sonja van der Meer 18

Valkruid

— flora Sheila Luijten/Gerard Oostermeijer 20

WMD

21

Het Reestdal bij De Wildenberg

— wandelroute Bertus Boivin/Eric van der Bilt i.s.m. Jo Muller 25

Grondaankopen

26

Reizen door Yellowstone Park

— reisverslag Eric van der Bilt 31

NPL

32

Kerk van Anloo

— Stichting Oude Drentse Kerken Cor Rodenburg 34

Kortweg

— berichten 42

Agenda


In maart kwam een handig, klein boekje uit waarin een archeologische wandel- en fietsroute beschreven staat. De uitgave van deze gids werd niet alleen mogelijk gemaakt door het Nationale Park Dwingelderveld en het VSBfonds en het Waterschap Reest en Wieden, maar ook door onze Stichting. Het Recreatieschap Drenthe en de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) coördineerden van het project. De routes voeren door een prachtig deel van het Drentse landschap en laten wandelaars en fietsers kennismaken met het verleden van datzelfde landschap door op een speelse manier te wijzen op talloze archeologische en historische sporen. Het ‘geheugen’ van een landschap koesteren hoort bij de zorgvuldige en liefdevolle omgang met het landschap die je van een Stichting als de onze mag verwachten. De fietsroute voert ondermeer door het Hijkerveld, het grootste terrein van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ maar tevens een terrein met een even oude als rijke historie.

Archeologen hebben veel over het Drentse leven en het Drentse landschap in de Brons- en IJzertijd kunnen leren uit het onderzoek op het Hijkerveld, waar in de prehistorie mensen leefden, woonden en hun doden begroeven. Modern landschapsbeheer heeft als belangrijke functie ondermeer een landschap leesbaar te houden, ervoor te zorgen dat haar lange historie af te lezen valt uit haar tekens en littekens.

Boeiend is in dat verband bijvoorbeeld de schuilplaats die door Duitse militairen in de jaren 1940/45 in twee grafheuvels uit de Bronstijd gemaakt is. Een monument uit de 20e eeuw in monumenten uit de prehistorie. U kunt de gids kopen bij de boekhandel of bij een VVV kantoor. Ik wens u veel landschappelijk leesplezier toe.

En dat is voor een leek, wat in dit verband zoveel wil zeggen als voor iedere niet-archeoloog, ondoenlijk zonder een paar basale lessen in ‘landschapstaal’. Dit kleine boekje reikt die benodigde kennis op heldere en zeer toegankelijke wijze aan. Het landschap wordt er ook voor leken leesbaar door, waardoor het een extra dimensie krijgt. Aantrekkelijk in de route is ook dat de geschiedenis niet blijft steken in de prehistorie, maar doorloopt tot het heden.

Aleid Rensen Voorzitter Stichting ‘Het Drentse Landschap’

foto: Joop van de Merbel

Kom er even voor zitten . . .


4

Terreinbeschrijving

Vroeger gevreesd nu gekoesterd

Zandverstuivingen

Geert de Vries*

Actieve zandverstuivingen vormden zo’n 150 jaar geleden een van de grootste milieuproblemen van de zandgebieden van Nederland. Maar liefst 80.000 ha ontembare stuifzanden bedreigden toen vele heidevelden, akkers en wegen. Alle pogingen om het stuivende zand te bedwingen, waren tevergeefs. Pas aan het eind van de negentiende eeuw werden de stuifzanden door de aanplant van dennen beteugeld. Nu is in Nederland nog maar 1500 ha actief stuifzand, waarvan zich ongeveer 100 ha in Drenthe bevindt.

foto: Geert de Vries

Successie

In ons land hebben zandverstuivingen geen eeuwig leven omdat het klimaat niet extreem genoeg is. Een kaal zandgebied verandert uiteindelijk in bos. Onder gunstige omstandigheden gaat dat als volgt. Zodra het stuivende zand begroeid raakt met een laagje algen, kan het nauwelijks meer weg waaien. In dit extreme milieu gedijen Buntgras en Zandzegge optimaal. Geleidelijk raakt de bodem begroeid met allerlei korstmossen, vooral Cladoniasoorten met vele vormen en bonte kleuren. Tussen deze pioniers pur sang vestigen zich ook Heidespurrie en Klein tasjeskruid. Korstmossen spreiden op hun beurt na zo’n twintig jaar het bedje voor Struikhei en Jeneverbes. Uiteindelijk eist het eikenberkenbos haar oude rechten op. De enige manier om de karakteristieke planten en dieren van stuifzand te behouden is te zorgen dat de wind weer zand gaat verplaatsen zodat er

opnieuw laagten en duinen ontstaan. Dan komen de eerste algen... Extreem milieu

Zandverstuivingen behoren tot de meeste extreme milieus van ons land. ’s Zomers kan de temperatuur oplopen tot maar liefst 50 graden. In zomernachten kan de temperatuur soms dalen tot rond het vriespunt. Slechts weinig plantenen diersoorten kunnen in zo’n extreem milieu leven. Bovendien is in kaal, grof zand een groot gebrek aan stikstof. Een plant kan voedingsstoffen slechts via water opnemen en ook dat is schaars in stuifduinen. Buntgras vangt stuivend zand op in zijn kruin. De hele plant kan zelfs onder het zand worden bedolven. Na een poosje komen nieuwe spruiten uit het zand te voorschijn. Slechts het topje van ‘ijsberg’ is dan te zien. Zandzegge heeft een andere strategie: hij naait met zijn wortelstokken het zand aan elkaar. Zodra deze pioniers het meeste zand hebben vastgelegd, maken ze zich zelf overbodig en maken de weg vrij voor korstmossen. Een korstmos bestaat uit een alg en een schimmel. De alg maakt met zijn bladgroen suikers en de schimmel zorgt voor water en mineralen. Vergelijk het maar met een wandeling van een blinde die een lamme op zijn rug neemt. De een loopt, de ander wijst de weg. Door samen te werken kunnen ze overleven. Heidespurrie en Klein tasjeskruid hebben een slimme aanpassing gevonden om extreme temperaturen in de zomer te vermijden. Ze bloeien in de voorzomer en krijgen al vroeg zaden. In de vorm van zaden overleven ze dan de barre zomertijd. Elk voorjaar laten de fragiele witte bloemen van deze zogenaamde winterannuellen ons weer versteld staan van hun efficiënte overlevingsstrategie.

foto: Geert de Vries

In de laatste ijstijd die nog maar 10.000 jaar geleden eindigde, hebben krachtige zandstormen zwak glooiende dekzandruggen afgezet, die geleidelijkaan begroeid raakten met eikenberkenbos. Door intensief landbouwkundig gebruik veranderden deze bossen in heidevelden. Met name in de 19e eeuw vraten de vele schapen de met hei begroeide dekzandruggen kaal. De wind kreeg vat op de kale plekken. Wat de wind heeft neergelegd, kan de wind ook weer weghalen. Op plekken waar de wind het zand had weggeblazen ontstonden uitstuivingslaagtes. Het weggeblazen zand werd weer afgezet in de vorm van metershoge grillige stuifduinen. Ook karrensporen en afplaggen beschadigden de heidevegetatie. Zo veroorzaakte menige zandweg het begin van een niet te stuiten zandverstuiving. Ze zijn dus vrijwel steeds door menselijk toedoen ontstaan.



6

Terreinbeschrijving

Boven: Vliegden

Ontwikkeling van kaal zand naar bos. Van boven naar beneden: Zandzegge, Bekertjesmos met Heidespurrie en Jeneverbes en Struikheide.

Onder: Kiemplant Grove den

Jeneverbesstruwelen

De dennenbossen die de zandverstuivingen hebben vastgelegd, zijn allemaal aangeplant. Het hout werd onder meer in de mijnbouw gebruikt. De Grove den is net als de Jeneverbes een echte pionier. Hij kan zelfs in kaal zand ontkiemen. De zogenaamde vliegden behoort tot de zelfde soort den als die in het bos groeien. Een vliegden heeft alle ruimte om zijtakken te ontwikkelen. Dit in tegenstelling tot zijn soortgenoten die in het bos staan. Laat men een bos met Grove dennen met rust, dan verandert dat geleidelijk aan weer in eikenberkenbos. Hier en daar hebben zich op rustend stuifzand fraaie dennenbossen met Kraaihei ontwikkeld, zoals op het Hijkerveld en het Drouwenerzand. De Grove den bloeit in juni. De mannelijke bloempjes produceren veel stuifmeel. De vrouwelijke bloempjes ontwikkelen zich pas na twee jaar tot rijpe dennenappels. Fauna

In de ‘pioniervegetaties’ leven zeldzame soorten graafbijen, graafwespen en vlinders. De Kommavlinder is een goede graadmeter voor fraai ontwikkelde pioniervegetaties met Buntgras. Is de Kommavlinder aanwezig, dan zit het ook nog wel goed met de Heivlinder en vele andere insecten die kale plekken nodig hebben. Het vrouwtje van de Kommavlinder zet ’s zomers eitjes af op Buntgras of Schapegras. Ze kan haar eieren alleen maar kwijt als een kwart van de bodem in de omgeving van

foto’s: Geert de Vries

foto’s: Geert de Vries

De Jeneverbes kan alleen maar ontkiemen in zand dat niet meer stuift, maar ook nog niet te veel begroeid is. In het verleden verdwenen veel jonge Jeneverbessen in de maag van schapen. Toen aan het eind van de 19e eeuw de schaapskudden overbodig geworden waren, konden alle jonge struiken uitgroeien tot fraaie struwelen. De meeste zijn nu zo’n 120 jaar oud. Hun leefgebied is dichtgegroeid waardoor nauwelijks meer verjonging plaatsvindt. Bovendien schijnt door de zure regen het zaad slecht te ontkiemen. Jeneverbessen zijn pioniers, die de weg vrijmaken voor het eikenberkenbos. De beheerder zal jonge boompjes dan ook steeds moeten verwijderen om dit tijdelijke landschap zo lang mogelijk in stand te houden. De Jeneverbes kent mannelijke en vrouwelijke struiken. Alleen de vrouwelijke struiken dragen ‘bessen’.


7

Erfgoed

Zandhagedis

Hagedissen vertoeven ook graag in stuifzandgebieden. Ze hebben als ‘koudbloedigen’ veel kale zandplekken nodig om zich op te warmen. Behalve warmte heeft een Hagedis uiteraard voedsel nodig en dat is schaars in een zandverstuiving. Hagedissen kunnen heel efficiënt met hun energie omgaan. Zo kost de productie van een kilo zoogdierenvlees tot 30 keer meer energie, dan de productie van een kilo hagedissenvlees. Deze energiezuinige ‘afstelling’ stelt hen in staat in een voedselarm stuifzand te overleven. Zo leeft de Zandhagedis bij voorkeur in stuifzandgebieden. Het vrouwtje graaft een kuiltje van circa 7 cm diep in kaal zand waar ze gemiddeld zes eieren in legt. Die eieren worden door het warme zand in ongeveer 60 dagen uitgebroed. Zonder de kale plekken in het zand zal de Zandhagedis dus verdwijnen. Weinig dynamiek

Zandverstuivingen veranderen in Nederland geleidelijk in eikenberkenbossen. Door de geringe oppervlakte van de overgebleven stuifzanden is er te weinig dynamiek, waardoor ze snel dichtgroeien. Een ander probleem is de zure regen waardoor de successie versneld wordt. Zure regen is een cocktail van vermestende en verzurende stoffen. Met name de stikstofcomponent is funest voor zandverstuivingen. De gevolgen zijn vergrassing, vermossing en verbossing.

foto’s: Geert de Vries

de graspol kaal is. Voordat ze de eitjes afzet, inspecteert ze eerst of een pol wel veel jonge eiwitrijke uitlopers heeft. Helaas kan de Kommavlinder in menige zandverstuiving haar eieren niet meer kwijt, omdat graspollen zijn veranderd in een gesloten grasmat. Plaatselijk sterft de Kommavlinder dan uit.

De grassen in een zandverstuiving, zoals Schapegras en Buntgras, hebben weinig voedingsstoffen nodig. Ze worden helaas door een grote mestgift die zich via de lucht verspreid, overwoekerd door het gras Bochtige smele. De structuur van pollen en open plekken verandert daardoor in een eentonige grasmat die ongeschikt is voor de karakteristieke planten en dieren van zandverstuivingen. Ook korstmossen dreigen te verdwijnen uit de stuifzanden. Ze hebben net als andere mossen, geen wortels en krijgen hun voedingsstoffen via de lucht naar binnen. Van alle soorten mos groeien korstmossen op de meest voedselarme

Kommavlinder


8

Terreinbeschrijving

Vermossing Boven: Bekertjesmos Onder: Korstmossen worden overwoekerd door Grijs kronkelsteeltje.

Verbossing Boven: Jeneverbesstruweel Onder: Jeneverbesstruwelen worden verstikt door bosopslag.

foto’s: Geert de Vries

Veenafgraving Boven: Buntgras Onder: Struikheide wordt overwoekerd door Buntgras.

plekken, waar bijna geen enkele andere plant kan groeien. Helaas zitten er in de lucht zoveel voedingsstoffen dat een Zuid-europese mossoort in sneltreinvaart ons land verovert. Dit Grijs kronkelsteeltje verdringt op agressieve wijze de subtiele korstmossen. Er dreigt daardoor een eentonig patroon van gesloten, grijze mostapijten te ontstaan. Tenslotte is bosvorming een bedreiging voor het stuifzand. Kiemplanten van de Berk en Grove den slaan massaal op in rustend stuifzand. Als de beheerder niet ingrijpt, veranderen zandverstuivingen in korte tijd in bos.

Zolang de planten die aangepast zijn aan extreem voedselarme omstandigheden teveel voedingsstoffen via de lucht toegediend krijgen, blijft het beheer van een stuifzand problematisch. Hoewel veel karakteristieke soorten planten en dieren van stuifzand hard zijn achteruit gegaan, zijn tot nu toe weinig soorten verdwenen. Gelukkig zijn er in Drenthe nog enkele kleine stukjes min of meer actief stuifzand, zoals Drouwenerzand, Orvelterzand en Mantingerzand. Hier kunnen we ons verwonderen over hoe bepaalde planten en dieren zich op een uitgekiende manier handhaven in dit extreme landschap.

Beheer

De beste garantie om de karakteristieke planten en dieren van stuifzand te behouden, is ervoor te zorgen dat de wind weer zijn werk kan doen: het verplaatsen van grote hoeveelheden zand. Dan ontstaan overal waardevolle pioniersvegetaties met de bijbehorende karakteristieke planten en dieren. Veel rustende stuifzanden zijn te klein om weer actief te worden. In die situaties worden dikwijls grazers ingezet om de ontwikkeling van kaal zand naar bos te vertragen.

* G.W. de Vries is werkzaam bij het IVN Consulentschap Drenthe en is bestuurslid van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.


ENKELE VOGELTJES Of het nu die paar vogeltjes zijn, of dat ze het vroeger ook al waren, ergens vandaan, ergens heen, samen of toevallig hier je kijkt door het raam naar hetzelfde, al jaren lijkt het spelen met de mogelijkheden, het oneindig aantal (herhalingen) zie ik je, een van je vele profielen, die met wimpers en oogwit Sta ik voor het raam, zie ik die paar vogeltjes.

Rutger Kopland

foto: Peter Venema

.

Uit: Wie wat vindt heeft slecht gezocht, Uitgeverij G.A. van Oorschot, 8e dr. Amsterdam 1993


10

Erfgoed

Boerderij Kamps Zo’n prachtig gebied, zo dichtbij een grote stad. Bijna te mooi om waar te zijn. Even ten oosten van Assen aan de weg naar Rolde ligt Kampsheide. Het natuurgebied was 56 jaar geleden de eerste aankoop van ‘Het Drentse Landschap’. In 2001 kon de Stichting met steun van Provincie en Rijk, uiteindelijk ook de historische boerderij Kamps verwerven. Hiermee is een lang gekoesterde wens in vervulling gegaan. De boerderij Kamps heeft in het verleden altijd bij het landgoed Kamps/Kampsheide gehoord. Met de aankoop is een historisch belangrijke plek voor de toekomst behouden.

Esther Jelgersma*

Bewoner ‘Lammert op den Camp’, genoemd in een kaartje bij grondschattingsregister 1642-1654. Bron: Drents Archief


11

Cultuurhistorie

Leengoederen

Jaarringenonderzoek

De eerst bekende leenman van het landgoed waar boerderij Kamps nu op staat is Henric Mepsche. Henric Mepsche komt uit een welgesteld adellijk geslacht en krijgt in 1379 ‘Dat goet, gehieten Houwingegoed (later Kamps), in der buerscap to Banlo, gheleghen in den kerspel van Roelde’. Hij ontving Houwinge van de bisschop van Utrecht als ‘borchleen tot Vollenhoe’. Dit wilde zeggen dat, mocht de bisschop dit nodig achten, ridder Henric Mepsche hem moest bijstaan bij de verdediging van zijn bisschoppelijk kasteel Vollenhove in Overijssel. Het uitdelen van leengoederen aan families uit de bovenlaag van de bevolking was een handige manier van de bisschop om aan de ene kant politieke voet aan de grond te krijgen in afgelegen streken als Drenthe en aan de andere kant militair sterk te staan. De familie De Mepsche bleef in het bezit van het leengoed tot 1433 waarna het waarschijnlijk via de vrouwelijke lijn leengoed werd van de familie Lunsche. Tot 1603 hebben achtereenvolgens de familie Weyteren en de familie Hillebolling Houwinge in bezit gehad. In 1528 maakte de Vrede van Gorinchem een einde aan de macht van de bisschop van Utrecht. Drenthe werd daarna achtereenvolgens bestuurd door Karel V, de hertog van Parma en stadhouder Willem Lodewijk. Houwinge bleef ondanks verandering van leenheer een leengoed.

De plek van de boerderij is natuurlijk niet zomaar gekozen. Kamps ligt op de Rolderrug dus een beetje hoger dan de directe omgeving. Maar tegelijkertijd ook aan het water, en wel aan het Deurzer Diep, dat deel uitmaakt van het stroomdallandschap van de Drentse Aa; een geschikte plek voor een boerderij moet men in 1587 gedacht hebben. Jaarringenonderzoek heeft namelijk als resultaat opgeleverd dat al het hout van de gebinten en de kap in de herfst of de winter van 1587 op 1588 gekapt is. Omdat eikenhout zo snel mogelijk na het vellen gebruikt wordt, omdat het dan nog gemakkelijk te bewerken is, kan met grote zekerheid gesteld worden dat Kamps in 1588 gebouwd is.

foto’s: Joop van de Merbel

De plaats van het landgoed is historisch gezien van belang omdat Kamps gerelateerd kan worden aan het ontstaan van het klooster “Maria in Campis” in Assen, het pand waarin tegenwoordig het Drents Museum gevestigd is. De bouw van een klooster in Drenthe was de prijs die door Drenten betaald moest worden voor de slag bij Ane in het jaar 1227. Bij deze opstand van de Drenten tegen de bisschop van Utrecht kwam de bisschop in het moeras om het leven. Het Cisterciënzer klooster voor 25 nonnen kwam waarschijnlijk (de plek is nooit gevonden) in Coevorden te staan. Deze plek bleek te nat. Na 13 jaar, in 1253, vroeg de abdis om verplaatsing van het klooster naar Assen. In 1258 werd met het leggen van de fundamenten begonnen. Door een ruil van goederen kon in 1259 een landhoeve met een molen en landerijen in Deurze verkregen worden. Op deze manier kreeg het klooster eigendommen rond de nieuwe vestigingsplaats. Het kloostermoppenverhaal duidt mogelijk ook op een relatie met het klooster. Deze grote rode bakstenen lijken op de bakstenen die voor het klooster zouden kunnen zijn gebruikt; ze zijn in de noordmuur van de boerderij ingemetseld. Kalkresten duiden op eerder gebruik van de stenen. Jammer genoeg is ook in dit geval na onderzoek gebleken dat het kloosterverhaal niet opgaat. De moppen in de boerderij zijn in de zestiende eeuw gemaakt, terwijl het klooster in Assen in 1260 is gesticht.

Telmerk in één van de gebinten.

Fragment voorgevel.

foto’s: Joop van de Merbel

foto’s: Joop van de Merbel

Een plek met een rijke geschiedenis


12

foto: Joop van de Merbel

De constructieve kern van een boerderij bestaat uit een aantal gebinten waarop een kapconstructie geplaatst is. Kamps heeft, net als de meeste andere oude Drentse boerderijen, ankerbalkgebinten. Die bestaan uit twee stijlen met daartussen een zware balk, die door beide stijlen heen gestoken is en met houten toognagels en een wig daaraan verankerd is. De stijlen steken dus een stuk boven de horizontale balk uit. Dat is ook goed te zien aan de vakwerkgevel aan de noordzijde. Deze hele constructie, inclusief de kap die erop staat, is van eikenhout. Los hoes

Dat het hier om een heel oude boerderij gaat, is ook aan de binnenkant te zien. De hele constructie van gebinten en de kap is zwart aangeslagen. Dat is het gevolg van het feit dat Kamps oorspronkelijk een ‘los hoes’ was. In een los hoes lopen woon- en bedrijfsruimte zonder scheidingswand in elkaar over. Gestookt werd er op een vrije haard, wat wil zeggen dat er een open vuur op de vloer van het woongedeelte lag. De rook steeg op in de kap en bleef daar een tijd hangen voor hij door een gat in de nok verdween. Vandaar de zwarte aanslag op de balken. De plaats van de haard op de vloer is niet teruggevonden, waarschijnlijk omdat voor de aanleg van nieuwe vloeren in de kamer de ondergrond te zeer vergraven is. Uit mondelinge overlevering is wel bekend dat men een stookplaats op de vloer van de kamer heeft aangetroffen, toen in het begin van de twintigste eeuw de oorspronkelijk lemen vloer vergraven

foto: Adriana Lanjouw-Enting

Erfgoed

werd voor de aanleg van een houten vloer op balken. In 1838 is op een kadastrale kaart te zien dat de boerderij een onderschoer had, een baander die een stuk teruglag ten opzichte van de achtergevel. Er was toen nog geen hooischuur. Later in 1875, als er meer hooi geoogst wordt, is pas de hooischuur bijgebouwd. Volgens Jans Braam, oudbewoner, stond er ter hoogte van de baanderdeuren, iets van het huis af, een schaapskooi. Deze stond er nog enkele jaren voor zijn geboorte. Hier stonden dus de schapen ’s nachts en hier sliep de scheper. Toen Jans jong was, was het bedrijf net overgegaan van schapen naar koeien en de kooi verdween weer. In de jaren dertig van de twintigste eeuw is er een grupstal gekomen in plaats van de potstal. Dit was het gevolg van een andere bedrijfsvoering. Een goot voor de mest van de koeien vereist meer ruimte. Hiervoor is de boerderij aan de zijkant wat uitgebouwd. De tijd is ook goed af te lezen aan de steentjes die in de noordmuur gebruikt zijn. Het is een schilderij van reparaties en gebruikte materialen.

Wyllem op Camp

Bewoners van Kamps komen tot 1603 niet voor in de bronnen. Er is alleen bekend wie de eigenaren/ leenmannen waren van Houwing. De huidige boerderij is gebouwd in 1588/89. In deze tijd is Thyman Weiteren leenman van het Houwingegoed. De eerst bekende bewoner is ene Wyllem. Hij staat genoemd in een belastingregister uit 1612 onder de plaats Balloo: ‘Wyllem op Camp’. Het is waarschijnlijk Wyllem Hillebolling die tevens leenman was. Wyllem is dus ook een van de eerste bewoners van de toen vrijwel nieuwe boerderij, die vanaf die tijd ook Camps heet. Toevallig is het ook een Willem die er het laatst gewoond heeft: Willem Braam. In 1805 werd goed Kamps uit het leenverband ontslagen na afkoop van de leenplicht. Hierna was er dus geen sprake meer van leenheer, leenman en pachter maar alleen eigenaar en pachter. Ruim vijftig jaar geleden werd de boerderij eigendom van de familie Braam. Hoe dichter we bij het heden komen hoe meer bronnen er beschikbaar zijn en hoe meer we te weten kunnen


Cultuurhistorie

13

Restauratie boerderij Kamps

Omgeving

Ook de directe omgeving van de boerderij en mogelijk ook de plek van Kamps zelf is al duizenden jaren bewoond. Op steenworp afstand, aan de noordkant van Kampsheide, ligt namelijk een hunebed. Het hunebed is gebruikt door een volk dat wij de naam

Trechterbekervolk hebben gegeven en dateert uit 3400-2850 jaar voor Chr. Ook zijn op Kampsheide zelf en in het nabijgelegen Tumulibos tientallen grafheuvels te vinden (de oudste dateren van ongeveer 2800 voor Chr.). Het waren er in 1833 nog veel meer, in ieder geval 150. Jammer genoeg voor ons zijn er veel leeggeroofd en vernield. Het Drents Museum heeft nog grafvondsten in de collectie. Verder zijn de fundamenten van een watermolen, gelegen aan het Deurzer Diep vlak bij Kamps, ontdekt. Het betreft hier de molen van de goederen die hoorden bij de ruiling in verband met de verplaatsing van het klooster van Coevorden naar Assen. In september 1999 vond de heer W. Houtman samen met de Stichting Archeologie en Monument de fundamenten van deze onderslagmolen. Deze was waarschijnlijk in 1681 verwoest, toen de troepen van Bommen Berend langstrokken. De vele erfenissen uit het verleden duiden op een permanente bewoning van dit gebied. Het is goed dat boerderij Kamps en Kampsheide weer in handen zijn van één eigenaar, Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Het is de beste waarborg dat deze prachtige, oude boerderij met zijn rijke geschiedenis en bijzondere ligging, voor het nageslacht behouden blijft.

* E. Jelgersma is vrijwillige medewerker van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.

De restauratie van de boerderij Kamps begon met het verrichten van een bouwhistorisch onderzoek door de historici Hans Ladrak en Pieter Batjes. Mede aan de hand van dit rapport heeft het architectenbureau Wouda & Van der Schaaf een restauratieplan gemaakt. Uitgangspunten hierbij waren dat de waardevolle kenmerken van de boerderij behouden moesten blijven, dat de boerderij na restauratie geschikt moest zijn voor hedendaagse bewoning. Verder wilde ‘Het Drentse Landschap’ de unieke hoofdvorm van het zogeheten los hoes herstellen. Het landgoed Kamps en de omgeving dateert uit een belangrijk deel van de 2e helft van de 19e eeuw. Vanuit dat perspectief werd ernaar gestreefd de boerderij te herstellen tot de vorm die zij in die tijd bezat. Een versteend los hoes. Dit betekende dat de uitkubbing uit de jaren 1970 afgebroken zou moeten worden. Over met name dit laatste punt is nogal veel gesproken met de Monumentencommissie en de Rijksdienst voor Monumenten Zorg (RDMZ). Beide organisaties zijn van mening dat de uitkubbing, als litteken van de bebouwingsgeschiedenis, behouden dient te blijven. Zij adviseerden de gemeente om dit in de bouwvergunning vast te leggen. Jammer genoeg heeft Stichting Het Drentse Landschap de strijd op dit vlak verloren. Overigens ook tot onbegrip van vrijwel iedereen die we hierover spreken. Momenteel is de restauratie voor 75 procent gereed. Het is de bedoeling dat de geheel gerestaureerde boerderij straks geschikt is voor een combinatie van wonen en werken. Aan het einde van 2004 hopen we dat de nieuwe huurder zich kan gaan vestigen op deze bijzondere locatie. (Zie ook pag. 37).

foto: Esther Jelgersma

komen over de bewoners. In 1888 komen Hendrik Braam en Jantje Woering met hun 6 kinderen op Kamps wonen. Hun keuterij in Weerdinge is te klein geworden en Kamps komt vrij. De familie Bonder, die er 50 jaar Kamps op had zitten, zag het boeren er niet meer zitten en vertrok naar elders. Bonder zei tegen Braam bij vertrek: “Je kunt hier gien zolt in de soepenbrij verdienen”. Niet bepaald bemoedigend als je net een boerderij gaat huren. Maar Hendrik en Jantien zetten de schouders eronder en tot 2002 hebben hun nazaten op deze plek geboerd. Jans Braam, geboren in 1925 op Kamps en zijn vrouw Harmtje vertellen er graag over. Bij een kop koffie met koek komen de verhalen los en lijkt het net of ze deze weer opnieuw beleven. Klagen doen ze niet, maar hard werken was het wel. Alles met de hand. En iedereen moest zijn steentje bijdragen. Vooral Hendrik en Jantien hebben het zwaar gehad. Harmtje vertelt dat Jantien iedere week met twee manden aan de arm richting Assen liep. In de ene zat boter die ze gekarnd had en in de andere eieren. Haar vaste klanten kwamen uit gegoede families. Met het verdiende geld werden kruidenierswaren gekocht.


14

Fauna

Moerassprinkhaan Hoewel een volwassen beest ook aardig in droge gebieden weet te overleven is het toch een uitgesproken moerasdier. Het zijn dan ook juist de eitjes en de eerste levensfasen, bij sprinkhanen spreken we van nimfen, die niet zonder de nattigheid kunnen. Voor de eitjes, die in pakketjes op de bodem afgezet worden, is het niet gauw te nat. Zelfs een overstroming van vele weken wordt moeiteloos overleefd. De eitjes hebben juist bijzonder veel vocht nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. Bij droogte stopt de groei. Bij uitzonderlijke droogte kan de ontwikkeling zelfs een jaartje uitgesteld

In kletsnatte graslanden en heidevelden kun je de Moerassprinkhaan tegenkomen. Het is een van de grotere en vooral kleurrijkste sprinkhanen die je in Nederland kunt aantreffen. Een moerasbewoner bij uitstek die het dankzij de doorgeschoten drooglegging van Nederland tot Rode-lijstsoort met de status ‘kwetsbaar’ heeft weten te schoppen. Ondanks zijn fleurige uiterlijk en relatief forse formaat zijn er maar weinig mensen die het dier eens van dichtbij hebben bekeken. Daar moet je dan ook wel wat moeite voor doen. De dieren houden zich goed verborgen in hoog ruig grasland in niet altijd even makkelijk toegankelijk drassig gebied. De dieren zijn het eenvoudigst op te sporen door te letten op het geluid. Een geluid dat sterk doet denken, en ook wel eens verward wordt met, het tikken van een

Kleurrijke moe

schrikdraad rond een weiland. Wie eens zo’n kleurrijke moerasspringer wil bekijken kan het beste op dit geluid af lopen. Wanneer ze voor je voeten wegvliegen zijn ze te herkennen aan hun opvallend signaal-rood gekleurde dijen.

foto: Jaap de Vries

Bertil Zoer*

worden. Maar dan moet het toch echt weer een keertje kletsnat worden om afsterven te voorkomen. Ook de nimfen ontwikkelen zich alleen goed in een natte omgeving. Na vijf vervellingen is een nimf uitgegroeid tot een volwassen sprinkhaan. Alle kleurtjes zitten er op, de vleugels en springpoten werken en het dier kan van zich laten horen. Het echte leven kan beginnen. De dieren gaan op zoek naar een partner, waarbij de communicatie ondersteund wordt door hun tikkende signaal. Het geluid wordt gefabriceerd door hard naar achteren te schoppen. De poten raken hierbij de vleugels wat de tik veroorzaakt. Het zijn vooral de mannetjes die dit kunstje graag vertonen. Volgroeide dieren


zijn vanaf begin juli tot voorbij augustus aan te treffen. Daarna volgt onherroepelijk de laatste sprong. Als alles naar wens verliep hebben de dieren dan al lang hun eitjes afgezet in de strooisellaag tussen de grassen. De eitjes hebben de toekomst en de volwassen dieren zullen spoedig sterven. Vaak dienen ze daarbij nog wel als voedzaam hapje voor allerlei andere moerasbewoners. Ooievaars bijvoorbeeld. Die lusten er wel pap van. Leefomgeving

Moerassprinkhanen eten allerlei soorten grassen, riet en zeggen. Zowel in drijfnatte heidevelden met veel Pijpenstrootje als in meer voedselrijk riet- en zeggenmoeras komen de dieren goed aan de kost. Een groot nat heideveld

‘Het Drentse Landschap’. Doordat het water na de ijspret lang blijft staan, is hier in het zomerhalfjaar een bijzonder fraai moeraswereldje te bewonderen. Er groeit veel Moerasviooltje en Wateraardbei en er leven massa’s libellen, kikkers en salamanders. Ook de Moerassprinkhaan lijkt het hier

rasbewoner langs Drentse beken zoals het Doldersummerveld herbergt een stevige populatie. Maar ook in de natte hooilanden, op diverse plekken langs de Reest, zoals het Schrapveen, komt de soort veel voor. Zelfs op de heide van De Wildenberg zijn vaak Moerassprinkhanen te treffen. Hoewel dit terrein wat aan de droge kant is, lijkt het vooral in de nazomer tijdelijk veel dieren aan te trekken als ze op de vlucht zijn voor de maaimachines in nabijgelegen hooilanden langs de Reest. De soort plant zich er waarschijnlijk niet voort, maar doet dit wel in het iets verderop gelegen veel nattere Nolderveld. Vorig jaar werden Moerassprinkhanen ontdekt op de ijsbaan tussen Spier en Wijster. Deze ijsbaan is eigendom van

15

foto: Jaap de Vries

Fauna

prima naar de zin te hebben en komt er veel voor. De ijsbaan vormt samen met enkele nabijgelegen vennetjes één leefgebied, waarbij de dieren waarschijnlijk ook af en toe uitwisselen met het verderop gelegen Dwingelderveld. Zonnige toekomst

Geen enkele moerasbewoner, variërend van Ooievaar tot Boomkikker, heeft het makkelijk in modern Nederland. Drooglegging en te intensief graslandgebruik hebben ook de Moerassprinkhaan verbannen uit grote delen van het ooit zo natte Drenthe. Gelukkig lijkt het tij voor deze kleurrijke springer wat te keren. Realisering van natuurontwikkeling en meer waterberging langs Drentse beken staan tegen-

woordig goed in de belangstelling. Naar verwachting zal de soort hier volop van profiteren. Gelukkig zijn de dieren goede vliegers waardoor kolonisatie van nieuwe natte natuur goed mogelijk lijkt. Incidentele waarnemingen van Moerassprinkhanen tot enkele kilometers buiten de bekende voortplantingsplekken stemmen hoopvol. In de kersverse moerasnatuur langs de Hunze is de soort tot op heden nog niet gesignaleerd. Wel hebben de dieren weten te overleven in de oeverlanden van het Zuidlaardermeer. Het lijkt, voor wat betreft de Hunze, alleen nog maar een kwestie van tijd. Blijf dus alert op getik uit het moeras, maar laat je niet in de maling nemen door het schrikdraad. * B. Zoer is ecologisch medewerker van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.


16

Interview

Anne en Annie Semler “Het Drentse Landsch Annie en Anne Semler zijn al bijna vijftig jaar getrouwd. Beide Friezen van origine, maar al van jongs af aan opgegroeid op het Drentse platteland. Annie als dochter van een boswachter en Anne als zoon van een boer. Nu wonen ze in een semi-bungalow in Hooghalen. Dus niet meer op het ‘echte’ platteland. Toch zijn ze nog dagelijks met het Drentse landschap bezig. Annie omdat ze de vakantiewoningen verhuurt van Stichting ‘Het Drentse Landschap’en sleutelhoudster is van het Hertenhuisje op het Landgoed Hooghalen. En Anne omdat hij toezichthouder is op het Groote Zand en het Hijkerveld. Beide doen ze dit werk vrijwillig, maar hun inzet en betrokkenheid is zeer waardevol voor onze Stichting. Annie werd in 1933 geboren als dochter van boswachter Jongedijk van Staatsbosbeheer. Ze kwam in 1937 als vierjarig meisje in de boswachterij Hooghalen te wonen. Een grote kale heidevlakte en midden op die stille hei stond het huis van haar ouders. Als kind vond ze de stilte en grote leegte niet erg leuk. “Mijn broer was veel ouder en daardoor was ik veel alleen. Je moest heel ver lopen voordat je in de bewoonde wereld kwam en dat vonden mijn ouders te gevaarlijk”, vertelt Annie Semler. Een paar kilometer verderop werd in 1928 in Laaghalerveen Anne Semler geboren in een gezin van 6 kinderen. Hij groeide op in een kleine beschermde omgeving waarin vele beginnende boertjes samen een nieuwe toekomst probeerden op te bouwen in het Drentse. “Onze buren kwamen uit alle windstreken”, weet Anne zich nog goed te herinneren. “De grond was hier goedkoper en dat trok veel belangstellenden. Iedereen kwam met niets, dus deelden we datgene dat we hadden. De een had een ploeg, de ander een wagen. En als jouw paard kreupel was dan zei de buurman ‘Pak mijn paard maar’. Zo boerden we samen heel goed. Het was een grote familie”.

foto: Harry Cock

Sonja van der Meer*


Interview

17

hap is een beetje onze boerderij geworden” Intensief

De kleinschaligheid van de boerderij mist hij erg. Tegenwoordig zijn de boerderijen groot en wordt het land intensief bewerkt. Anne wist al heel jong dat hij boer wilde worden, maar als hij nu weer voor de keuze stond zou hij het niet weten. “Het vrije leven sprak me enorm aan. We hadden het altijd druk, maar niet met administratieve dingen waar nu veel boeren zich mee bezighouden. Mijn vader had 6 koeien, Annie en ik 12 koeien en de boer die nu op ons bedrijf zit heeft bijna honderd koeien! Het is toch vreselijk dat je nauwelijks tijd hebt om het land op te gaan en met je beesten bezig te zijn?”, stelt hij verontwaardigd. Boer in hart en nieren is Anne Semler nog steeds, ondanks dat hij in de jaren ’80 van de vorige eeuw wegens gezondheidsproblemen moest stoppen met zijn boerenbedrijf. Al snel kwam Stichting ‘Het Drentse Landschap’ in zicht, want die zocht een toezichthouder. Al vele jaren fietst Anne dagelijks naar de terreinen van de Stichting in de buurt van zijn huis, het Hijkerveld en het Groote Zand. Zijn taak is om te kijken of alles in orde is met het vee en de afrastering van de terreinen, maar ook houdt hij in de gaten of er honden of mountainbikers in de gebieden aanwezig zijn.

altijd direct naar me toe”. Zijn grootste zorg is dan ook dat het met de beesten goed gaat. Vol afschuw weet hij te vertellen over de afslachting van tien schapen door honden die in de jaren ‘90 op het Groote Zand plaatsvond. “Er heerste grote paniek onder de schapen. Het was vreselijk om te zien. Normaal kwamen ze altijd naar me toe, maar toen liepen ze weg. Bovendien vlogen de schapen alle kanten uit als ze een hond zagen; ze waren enorm gestrest. Dat leidde nog eens tot een paar slachtoffers omdat de schapen linea recta in een van de vele veenplassen liepen. Gruwelijk om te zien. Ik hoop zoiets nooit meer mee te maken”. Gelukkig maken Annie en Anne vooral heel veel leuke dingen mee. Ze hebben veel contact met de mensen in de terreinen, maar ook door de verhuur van de vakantiehuisjes hebben ze veel aanloop. “Ik vind het hartstikke mooi om te doen”, zegt Annie gedreven. “Toen we op de boerderij gingen wonen, merkte ik al snel dat ik geen boerin was. Koeien vond ik doodeng. Om toch bezig te zijn heb ik de verhuur van het Kamphuis in Hooghalen op me genomen. Dat heb ik 25 jaren gedaan. En nu verhuur ik de vakantiewoningen van de Stichting alweer 7 jaar. Ooit begonnen met het Hertenhuisje en inmiddels zijn het er al vijf!”.

Semler gebeld door mensen met de vraag of ze het huisje ook even van binnen mogen zien. Dat is voor hen nooit een probleem. Ook rijdt Annie of Anne met belangstellenden zo even naar Westerbork of Stuifzand om met trots de andere vakantiewoningen te tonen. “We vinden het heel erg leuk om mensen te ontvangen en hen rond te leiden”, zegt Annie. “Op de boerderij hadden we ook altijd veel mensen over de vloer. Toen we hier in Hooghalen kwamen wonen, misten we dat heel erg. Gelukkig hebben we nu onze werkzaamheden van Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Soms is dat best druk. Nu ben ik heel druk met het inrichten van de vakantiewoningen op De Wildenberg en als dat klaar is moet het Hertenhuisje weer opnieuw worden ingericht. (Deze woning wordt nu gerenoveerd, red.) En we worden natuurlijk een dagje ouder”, aldus Annie. Toch peinzen beiden er niet over om het rustiger aan te doen. “Het is hartstikke mooi werk. We genieten van de vaak positieve reacties van wandelaars of de gasten van de vakantiewoningen. Soms ontstaat er zelfs een vriendschappelijk contact. Dat is natuurlijk ontzettend leuk. ‘Het Drentse Landschap’ is een beetje onze boerderij geworden en daar willen we nog heel lang van genieten!”.

Doodeng

Het welzijn van het vee is voor Anne echter het belangrijkste. De schapen en Schotse hooglanders kennen hun oppasser erg goed; hij wordt door hen altijd hartelijk ontvangen. “Ze komen

Veel plezier

De meeste vraag is er naar het Hertenhuisje. Dat komt omdat het zo ontzettend mooi gelegen is in de vrije natuur. Regelmatig wordt de familie

* Drs. S.S. van der Meer is PR-functionaris van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.


18

Flora

e o t p l Valkruid aan hu hard

Sheila Luijten en Gerard Oostermeijer*

Van de uitgestrekte heidevelden is in Drenthe nog maar weinig over. Wat er nog rest, wordt vaak omgeven door intensief bemeste gronden, wegen en bebouwing. Bovendien hebben ze last van een droge bodem en ‘zure regen’ die verrijkt is met allerlei milieuvreemde stoffen. Veel plantensoorten hebben het daarom zwaar. Ook Valkruid, ook wel bekend als Arnica of Wolverlei, heeft hier veel last van. Het plantje is de laatste tientallen jaren met meer dan 50% in aantal afgenomen. Drenthe is momenteel het belangrijkste bolwerk van deze opvallende heideplant in Nederland. Valkruid wordt bezocht door vele insectensoorten: zweefvliegen, wilde bijen, honingbijen, hommels, vlinders en kevers. Deze lijken ook in kleine populaties voldoende voorhanden, maar als ze geen stuifmeel van het genetisch geschikte type meebrengen, gaat het alsnog mis met de zaadproductie. Veel varianten

Om te kunnen aantonen dat genetische variatie bepalend kan zijn voor de zaadproductie, zijn varianten van bepaalde eiwitten bestudeerd. In kleine valkruidpopulaties waren duidelijk minder varianten aanwezig dan in grote. Dit wijst op genetische verarming van de kleine populaties. De eiwitten betekenen op zichzelf nog niets voor de overlevingskansen op korte termijn. Het kan echter zijn dat er ook belangrijker eigenschappen zijn verdwenen, die in de toekomst bijvoorbeeld voor aanpassing aan klimaatveranderingen kunnen zorgen. Op lange termijn ontstaan hierdoor mogelijk problemen die nog niet te overzien zijn. Tussen onderling verbonden natuurgebieden worden met verspreiding van zaden en stuifmeel ook genetische varianten tussen populaties uitgewisseld. Door versnippering van natuurgebieden

foto: Geert de Vries

De zaadproductie van Valkruid steekt nogal nauwkeurig in elkaar. Als bij Valkruid het stuifmeel alleen binnen of tussen bloemen van dezelfde plant wordt verspreid, blijft de zaadproductie zeer laag. Dit komt door een genetisch bepaald systeem (zelf-incompatibiliteit) dat zelfbevruchting tegengaat. Valkruid kan dus alléén na kruisbestuiving zaad produceren. Planten met dezelfde variant voor het gen dat zelf-incompatibiliteit regelt, kunnen echter óók niet met elkaar kruisen. Naast intensief bezoek van insecten die de verspreiding van het stuifmeel verzorgen, moeten er daarom veel verschillende genetische varianten in de buurt zijn. Valkruidplanten in kleine populaties blijken zeer weinig zaden te produceren. Het meeste zaad is niet kiemkrachtig. Dit kan het gevolg zijn van te weinig bloembezoek, doordat de paar resterende planten niet interessant zijn voor insecten. Het kan echter ook zijn, dat in de kleine populaties de genetische variatie te gering geworden is door ‘genetische erosie’. Dit wil zeggen dat in kleine populaties door toeval makkelijk bepaalde varianten van de ene generatie op de andere uit een populatie verdwijnen. Onderzoek heeft dat laatste inmiddels aangetoond.

is deze uitwisseling bij Valkruid sterk verminderd, zodat compensatie van genetische erosie niet meer voldoende plaatsvindt. Ook op korte termijn heeft genetische verarming nadelige effecten. In kleine, geïsoleerde populaties (een soort eilanden) komt inteelt voor. Inteelt leidt niet alleen bij dieren, maar ook bij planten tot erfelijke afwijkingen. De kieming van het zaad neemt af, de


Flora Verspreiding groeiplaatsen. Bron: Atlas van de Drentse Flora, 1999

Ongelukjes

Kleine populaties, beschermd of niet, blijken kwetsbaar te zijn voor ‘ongelukjes’. Restgroepjes van valkruidplanten gaan ten onder als ze worden bedolven onder maaisel of takkenbossen, terwijl de werkzaamheden juist bedoeld waren om de jonge aanwas te stimuleren. Twee jaar geleden is in het gebied Boerenveensche Plassen per ongeluk een kleine populatie Valkruid weggegraven tijdens het aanleggen van kabels. Gelukkig had de universiteit nog oorspronkelijk materiaal uit dit gebied in haar proeftuin staan. Van deze populatie zijn planten gebruikt om de schade te herstellen. In plaats van de oorspronkelijke negen planten staan er nu zo’n vierhonderd omdat hierdoor de kans dat de populatie weer terugkomt aanzienlijk wordt vergroot. Bestaansminimum

Het moge duidelijk zijn: de situatie is voor Valkruid niet rooskleurig. De meeste populaties zijn zó klein geworden dat ze als het ware onder het bestaansminimum leven. Er is minder genetische variatie aanwezig, waardoor planten vooral onvruchtbaar

zaad produceren. De weinige goede zaden hebben door inteelt minder overlevingskansen en leveren slechts moeizaam nieuwe bloeiende planten. Dat betekent dat de soort behalve door slechte bodems en vergraste vegetaties, waarin het al moeilijk kiemen is, ook nog eens wordt bedreigd door de versnippering. Herstelkansen hangen grotendeels af van goed beheer en maatregelen in het landschap. Natuurreservaten moeten groter worden en meer met elkaar in verbinding staan (ecologische verbindingszones). Bij het beheer zal er nóg meer dan voorheen rekening gehouden moeten worden met kwetsbare kleine restpopulaties van karakteristieke soorten. De bovengenoemde maatregelen kosten uiteraard geld. De overheid zal zijn verantwoordelijkheid moeten nemen. Naast het voortzetten van grootschalige maatregelen in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur zou het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit door middel van een beschermingsplan een soort als Valkruid, die op het punt staat uit ons land te verdwijnen, kunnen helpen redden. Het is de hoogste tijd om zo’n beschermingsplan op te stellen én uit te voeren!

* S. Luijten en G. Oostermeijer zijn verbonden aan het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica, Universiteit van Amsterdam.

Beheer van de groeiplaats is maatwerk In samenwerking met het IVN-Hoogeveen, Scouting Hoogeveen en Landschapsbeheer Drenthe is recent ‘ouderwets handmatig’ geplagd op de groeiplaats van Valkruid die in dit artikel wordt genoemd. Het idee hierachter is dat nieuwe kleine plagstrookjes in de nabijheid van de uitgezette planten goede kiembedden vormen voor het zaad van deze zeldzame zomerbloeiers. Om ook op termijn de kansen voor verjonging te optimaliseren zal dit handwerk jaarlijks herhaald worden. Gezien de kwetsbaarheid van de groeiplaats is in dit geval handmatig plaggen te verkiezen boven de doorgaans meer grover werkende plagmachines. Dankzij de inzet van vrijwilligers is dit arbeidsintensieve maatwerk uitstekend te realiseren.

Archief HDL

kiemplanten groeien slechter en gaan eerder dood, en de volwassen planten bloeien minder. Het spreekt voor zich dat deze afwijkingen de levensvatbaarheid verkleinen. Door deze inteelteffecten kan Valkruid zelfs na herstel van geschikte omstandigheden voor kieming, zoals plaggen, aanbrengen van leem en open houden van grazige vegetaties, waarschijnlijk niet meer optimaal reageren.

19


20

Broedvogels in Breevenen Breevenen had decennialang een landbouwbestemming. De WMD heeft een aantal voorzieningen getroffen die de terugkeer van de oorspronkelijke planten en dieren in gang hebben gezet. Zo leidde de aanleg van slenken in zeer korte tijd tot de terugkeer van de Kleine Plevier. Deze vogel bouwt zijn nestje op de zanderige oever van deze geulen. In natte periodes staan de slenken vol water, zodat ze ook een interessante broedplaats zijn voor vogels als de Meerkoet en de Knobbelzwaan.

foto: Geert de Vries

Breevenen lijkt een toevluchtsoord voor vogels in nood. De Veldleeuwerik heeft het in heel Nederland erg moeilijk, maar in Breevenen gedijt hij bijzonder goed. Dit vogeltje vindt in Breevenen precies wat het nodig heeft. Het gebied is vrij kaal, maar heeft pollen gras waartussen de Veldleeuwerik zijn nestje kan bouwen. De broedvogeltellers werden vorig jaar aangenaam verrast door de aanwezigheid van de Kwartelkoning. Deze vogelsoort nam in Nederland decennialang in aantal af, maar de laatste jaren lijkt er gemiddeld weer een toename. Tijdens een nachtelijke telling hoorden ze het karakteristieke geknars van 9 verschillende exemplaren!

De aanwezigheid van planten en dieren in een gebied is een indicatie van hoe de natuur zich ontwikkelt. Daarom is de Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) in 2000 begonnen met het identificeren en tellen van planten, libellen en vogels in waterwingebied Breevenen. Dit jaar is voor de derde maal een broedvogeltelling uitgevoerd. Uit deze en eerdere tellingen blijkt dat Breevenen een gebied is met een bijzondere vogelpopulatie. Deze pagina wordt verzorgd door NV Waterleidingmaatschappij Drenthe

Het terreinbeheer is mede bepalend voor de vogelsoorten die voorkomen in het gebied. WMD laat zich daarom adviseren door de vrijwilligers die tellen in Breevenen, bijvoorbeeld over het maaibeleid en over de aanwezigheid van vee in het gebied. Op aanraden van de vrijwilligers heeft de WMD vorig jaar een oeverzwaluwenwand van zand laten verrijzen langs de kade van de Hunze. Gehoopt wordt dat de Oeverzwaluw hier al dit jaar zijn intrek neemt.


Een eindje om met Het Drentse Landschap

Bertus Boivin / Eric van der Bilt in samenwerking met Jo Muller

Wandelroute

24

Het Reestdal bij

foto: Geert de Vries

De Wildenberg


Start

De Wildenberg

1

Dit wordt een van de allermooiste wandelingen die we u op de terreinen

2

van Het Drentse Landschap kunnen aanbieden. Een afwisselende route over de heide, langs een prachtig ven, door het bos, langs akkertjes, 11

eeuwenoude boerderijen en prachtige hooilanden. En u maakt op een verrassende wijze kennis met de Reest, misschien wel een van de

12

4

3

meest natuurlijke beken die Drenthe rijk is. Teveel superlatieven voor uzelf overtuigen!

1 Loop het bospad ten zuiden van de Nieuwe Dijk in. Voor het

verhaal wil dat je er ’s nachts de kans

raster gaat u linksaf. Aan het eind

water te zien verrijzen die je met zijn

van de bosrand komt u via het

knekelhand naar de diepten van het

wildrooster het veld op. Volg op

meer probeert te lokken. De plas is

het veld de route aangegeven

indertijd waarschijnlijk ontstaan doordat

met paaltjes met paarse kop.

het water in de diep uitgestoven laagte

Het prachtige geaccidenteerde heide-

bleef staan. Het veen dat in het ondiepe

terrein is een van de weinige gebieden

water ontstond, is indertijd door minder

die ons herinneren aan de uitgestrekte

bijgelovige lieden uit het Spookmeer

velden aan de rand van het Reestdal

gespit.

loopt een spookachtige gedaante uit het

© Topografische Dienst Emmen / No. 22A Zuidwolde

een tochtje van slechts zeven kilometer? Wij vinden van niet, maar kom 5 10

9 6 8

7

te ontginnen.

4 Na het Spookmeer verlaat u de paarse wandeling die hier

Het Drentse Landschap beheert dit

linksaf gaat. U gaat rechtsaf het

natuurgebied inmiddels al weer een

pad op.

groot aantal jaren met de hulp van

Het grootste gedeelte van dit bos

een flinke kudde Schoonebeker heide-

is indertijd spontaan ontstaan op heide-

schapen. Heel mooi op de hei zijn de

veld dat nooit ontgonnen werd. Toen

eikenbomen die in de vrije ruimte

de schaapskudden het veld definitief

breed konden uitgroeien.

verlaten hadden, kon de heide vol

boeren het oog op lieten vallen om ze

groeien met opschot van onder andere 2 Als u via het wildrooster het veld verlaat, gaat u op het pad

dennen, berken en eiken. Dit type bos

rechtsaf.

ook aan de onderkant

herkent u aan het feit dat de bomen

foto’s: Brtus Boivin

waar in de Middeleeuwen Drentse

nog breed vertakt zijn, net als de

het bos in. Hou hier goed links

bomen die u

aan en loop dus niet het ruiterpad

aan het begin van

op. U blijft nog even op de paarse

de wandeling op

route.

de heide zag staan.

Het pad brengt u naar een veenplas die de mensen uit de buurt de veelzeggende naam Spookmeer gaven. Het oude

foto: Brtus Boivin

3 Na het weiland gaat u linksaf


De Wildenberg Startpunt Parkeerplaats bij de

Honden Niet toegestaan

start van de route aan de overzij-

vanwege de schapen.

de van de Nieuwe Dijk (met bord aangegeven).

Openbaar vervoer Vanaf NSstation Hoogeveen met de bus

Lengte route 7 km.

richting Ommen, halte Den Kaat, daar pad nemen naar Rabbinge, route oppakken bij punt 6.

Benodigde tijd 2 à 2,5 uur.

5 Neem in het bos op de kruising het bospad naar links.

7 Op de driesprong gaat u naar rechts. Het pad loopt tussen de boerderij, schuren en stallen

Begaanbaarheid paden Goed

foto: Jaap de Vries

te belopen in alle jaargetijden.

6 Aan het eind van het bospad gaat u rechtsaf het brede pad op

door.

dat u over de Holtberg brengt. Voor het eerst tijdens deze wandeling

8 Voorbij de hoge akker links houdt u op de driesprong rechts

ervaart u de weidsheid van het Reest-

aan. Het pad loopt om het erf van

dal. Links achter de akkers kronkelt de

de beheersboerderij van

beek. Het Drentse Landschap heeft hier

Het Drentse Landschap heen.

de afgelopen jaren weer akkers gemaakt,

Op de afgelegen hoeven van Rabbinge

nadat vrijwel alle land grasland geworden

krijgt u een goede indruk hoe er

was. Om het oude cultuurlandschap

eeuwenlang op de Reesterven geleefd,

langs de Reest terug te krijgen, besloot

gewoond en gewerkt is. Op de

men er weer ‘ouderwetse’ graanakkertjes

dekzandkoppen aan de rand van het

aan te leggen. De haver en rogge

Reestdal werden ‘eenmansesjes’

gebruikt Het Drentse Landschap als

ontgonnen. Er was heide in overvloed

veevoer op het eigen boerenbedrijf.

voor de schapen en er was meer dan

Rechts van het pad ziet u poeltjes die

genoeg hooi van de Reestlanden af te

speciaal gegraven werden om de leef-

halen voor een flinke rundveestapel.

omstandigheden van de zeldzame

Sinds de jaren tachtig heeft Het Drentse

boomkikker zo optimaal mogelijk te

Landschap een beheersboerderij op

krijgen. Hier op Rabbinge bevindt zich

Rabbinge waar men met de hulp van

namelijk de enig overgebleven populatie

Limousinrunderen het ouderwetse

van deze bijzondere kikkersoort in

Drentse boerenbedrijf in ere houdt.

Drenthe. De kans dat u ze ziet, is

Net als vroeger wordt de mest in de

overigens vrijwel uitgesloten. Horen

potstal verzameld om later op de akkers

doe je het boomkikkerkoor op mooie

te worden ondergeploegd.

warme zomeravonden echter des te

foto: Jaap de Vries

foto: Jaap de Vries

foto: Brtus Boivin

beter!


gehooid worden en dat was net één

9 In het bosje slaat u linksaf het pad met de slagboom in. Het

keer vaker dan elders…

foto: Joop van de Merbel

De Wildenberg

brengt u naar een breder pad. vonder over de Reest komt u uit

10 Vóór de kerk moet u rechtsaf. De route loopt tussen het oude

bij het kerkje van Oud-Avereest.

en het nieuwe gedeelte van het

Voor het eerst tijdens deze wandeling

kerkhof door.

passeert u de Reest die hier niet meer

Het pad dat u naar Oud-Avereest

dan zo’n vijf meter breed is. Neem de

bracht, was een eeuwenoud kerkenpad.

tijd om het water van de Reest traag

Hierlangs bezochten de Drenten

voorbij te zien stromen en geniet van

’s zondags de kerk ’over de Reest’,

het landschap om u heen waar de tijd

ofwel ‘Avereest’. Hierlangs bracht men

geen vat op lijkt te hebben gehad. Het

ook zijn doden naar het kerkhof. Op de

Reestdal is één van de weinige beek-

grafzerken van het oude gedeelte van

dalen dat niet opgeofferd is aan de eisen

het kerkhof vindt u – soms amper lees-

des tijds en een grote ‘normalisatie’

baar – de namen van vrijwel alle

bespaard bleef.

dorpen en gehuchten in de wijde

Het Drentse Landschap kreeg samen

omgeving terug als namen van de over-

met de collega’s van het Landschap

ledenen. De eeuwenlange verbintenis

Overijssel de kans om een groot deel

tussen de bewoners en hun streek laat

Op De Wildenberg adem je weer de

veld. Blijf het pad volgen en het

van het Reestdal in eigendom te

zich niet beter bewijzen.

sfeer van de Reestlanden van een eeuw

brengt u met een wijde boog

verwerven. Door verschraling van de

Tegenover de kerk aan de straatweg ligt

geleden. Het Drentse Landschap

terug naar het begin van de

Reestlanden proberen beide organisaties

Natuurinformatiecentrum De Wheem

verhuurt twee fraaie vakantiewoningen

wandeling.

aan weerszijden van de Reest de oude

van het Landschap Overijssel, in vroeger

in de oude kapschuur naast

Op dit deel van De Wildenberg grenst

schraallanden te herstellen en te

tijden een boerderij annex herberg.

De Wildenberg.

de heide aan het beekdal. Het is een

behouden. Op regelmatige afstanden

Beslist een kijkje waard!

Ga daar linksaf en via het Kerk-

De Loop van de Reest Heeft u de smaak van het wandelen in het Reestdal te pakken? Dan daagt Het Drentse Landschap u hierbij uit het héle Reestdal te komen verkennen! De Loop van de Reest brengt u in tien etappes van gemiddeld zo’n tien kilometer kriskras door het Reestdal van Meppel naar Hoogeveen. Ongemerkt heeft u tijdens uw wandeling rond De Wildenberg al een stuk van De Loop van de Reest gelopen. Zo maakt het gedeelte van Oud-Avereest naar het eindpunt deel uit van de vierde etappe, andere stukken zitten in de vijfde en zesde etappe. Onderweg zullen u beslist een paar keer de paaltjes met het ‘kronkellogo’ van De Loop van de Reest opgevallen zijn. Meer weten over De Loop van de Reest? Kijk op www.deloopvandereest.nl. Het fraai uitgevoerde routeboek kost voor begunstigers slechts € 9,50 (exclusief verzendkosten) en € 12,50 voor niet-begunstigers. Bestellen kan via de website of met een telefoontje naar Het Drentse Landschap, (05920) 31 35 52

van de weinige plekken in Nederland 12 Neem op het brede pad

waar je van de heide zo het beekdal in

achter de boerderij vlak voor het

kunt lopen. Alle levensgemeenschappen

systeem dat de boeren honderden jaren

11 Aan het eind van het pad ligt boerderij Het Reestdal.

bos het paadje naar links. U loopt

van droge heidevegetaties tot kletsnatte

geleden ontwikkelden en dat zorgt voor

Loop rechts richting boerderij en

hier precies op de rand van de

dotterhooilanden komen hier in een

een optimale hooiopbrengst. Het hooi

neem voor de boerderij het pad

heide en het beekdal. U komt

gebiedje van enkele tientallen hectares

vormde de basis van de voorspoed van

naar links. Via een betonnen

weer op het ingerasterde heide-

voor.

de Reesterven. Er kon drie keer per jaar

vonder komt u bij boerderij

van elkaar voeren ondiepe greppels het oppervlaktewater af naar de beek. Een

De Wildenberg. Enkele jaren geleden wist Het Drentse Landschap De Wildenberg aan te kopen van de toenmalige eigenaar die in de foto: Joop van de Merbel

buurt van het dorp Fort een betere plek voor een modern melkveebedrijf gevonden had. Onlangs kon de restauratie van De Wildenberg afgerond

© Stichting ‘Het Drentse Landschap’ (juni 2004)

worden nadat de boerderij ontdaan was

Bezoekadres: Kloosterstraat 5 – 9401 KD Assen – Postadres: Postbus 83 – 9400 AB Assen

van alle moderne bedrijfsgebouwen.

Tel. (0592) 31 35 52 – e-mail: mail@drentslandschap.nl


Grondaankopen hervat Met ingang van 1 januari 2004 heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) de aankoopstop opgeheven, die vanaf 27 september vorig jaar van kracht was. Dit betekent dat er weer een subsidiebedrag beschikbaar is gesteld voor aankopen van cultuurgrond. Met name in de provincie Drenthe was inmiddels een ‘wachtlijst’ ontstaan van eigenaren die hun grond wilden verkopen. Inmiddels gaat de oppervlakte grond die te koop wordt aangeboden het beschikbaar gestelde bedrag te boven. Drenthe wijkt daarbij duidelijk af van de meeste overige provincies, omdat het grondaanbod daar tot dusverre aanmerkelijk minder blijkt te zijn. In overleg met de Provincie Drenthe wordt gezocht naar mogelijkheden om het aankoopbeleid voor dit jaar te kunnen voortzetten. De aankoop van bestaande natuurgebieden (bos en heide) geeft helaas een heel ander beeld te zien. Voor bestaande natuurgebieden heeft het ministerie besloten in principe geen subsidie meer beschikbaar te stellen. Er wordt vanuit gegaan dat deze gebieden planologisch voldoende zijn veiliggesteld. Dit gaat volledig voorbij aan het feit dat voor behoud en/of ontwikkeling van soorten veelal een actief beheer noodzakelijk is en dit kan uiteraard niet planologisch worden geregeld. Juist in Drenthe waar het grondeigendom veelal zeer versnipperd is, heeft dit nieuwe beleid negatieve consequenties. Veel terreinen van de Stichting kunnen niet goed worden beheerd omdat tussen de eigendommen van de Stichting particuliere eigendommen zijn gelegen. Het gaat hier vaak om kleine percelen waarmee de eigenaren soms maar weinig betrokkenheid meer hebben, laat staan de behoefte hebben om beheer uit te voeren. Deze enclaves zijn echter bepalend voor het totale natuurgebied. Zo hebben de meeste Drentse natuurgebieden nog steeds last van verdroging. Maatregelen zoals het dempen van sloten en het aanpassen van waterschapswerken, kunnen pas worden uitgevoerd wanneer het gehele gebied is verworven. Verwerving van de laatste enclaves heeft dus een hoog rendement omdat dan pas het beheer effectief en goedkoper kan worden uitgevoerd. Het is teleurstellend dat hier politiek nauwelijks aandacht voor is. Het vroegtijdig afschaffen van beleid betekent dat eerder gedane investeringen niet volledig renderen. Een bijzondere aankoop was de overdracht van de zandplas bij Veeningen door de Provincie Drenthe voor een symbolisch bedrag. Deze voormalige zandwinning met oevers, tussen de A28 en de Hoogeveensche Vaart, zal een functie als natuurgebied krijgen.

Hunze – 0,21.25 ha. cultuurgrond de Branden – 8,84.77 ha. cultuurgrond Zuidlaarderveen – 5,25.97 ha. cultuurgrond Gieterveen Groote Zand – 1,71.00 ha. bos Nolderveld – 8,60.00 ha. cultuurgrond Oude Diep – ca. 45 ha. water en natuurgebied en cultuurgrond Bosgebied Hollandsche Veld – 13,38.50 ha. cultuurgrond

foto: Joop van de Merbel

De aankopen uit de afgelopen periode:


26

Reisverslag Eric van der Bilt*

Reizen door Yellowstone Park Van jongs af aan ben ik wild van de natuur en van de vele merkwaardige schepsels die daarin leven. Vroeger droomde je van de Galapagos eilanden, tropische oerwouden en natuurlijk het Yellowstone National Park in Amerika. Indrukwekkende bergen, bossen, geisers en woest stromende rivieren. Maar vooral Grizzly beren, Elanden, Wapitis en Bizons. Zeg maar het ‘indianenland’. Vlak voor de kinderen het huis uit zouden gaan, leek het ons een prachtig idee om met de hele familie in een camper door het westen van de USA te trekken. Het zou een complete ontdekkingstocht worden.


Reisverslag Grand Tetons

Vanuit het vliegtuig, op weg naar Denver, viel al op hoe anders Amerika eruit ziet. Wel duizend kilometer lang vlogen we over de grote vierkante blokken van ontgonnen prairie; een kaal, golvend, mathematisch ingericht landbouwgebied. Zonder enige ervaring met zo’n camper, kreeg ik in Denver een complete vrachtwagen mee. Een meer dan 10 meter lang bakbeest dat ik met kunst en vliegwerk

als beneden in de dalen zag je overal Edelherten, die hier Wapitis heten. Je kon ze tot op een paar meter benaderen. Het was voor mij nieuw om te zien hoe rivieren volstrekt natuurlijk werden omzoomd door weiden die vaak abrupt weer in bos overgingen. In Europa zijn zelfs de meest afgelegen dalen door mensen ingericht of op andere wijze beïnvloed. Dit waren maagdelijke dalen.

Verwezenlijken

Onvruchtbaar

van een

foto: Eric van der Bilt

jongensdroom buiten de stad loodste. Op weg naar onze eerste stop in het Rocky Mountains National Park. Al de volgende dag trokken we de bergen in, op weg naar Lake Haiyaha. De mensen werden met bussen vol naar centrale parkeerplaatsen aangevoerd. Dat beloofde wat, maar gelukkig liep je na 10 minuten al in een maagdelijk berglandschap. Rotshellingen, sneeuw, spiegelstille bergmeertjes en overal om je heen eekhoorns. Ongemerkt liep je hier ruim boven de 3000 meter, waardoor je moeite met ademhalen had. Een kronkelende hooggebergteweg, de Trail Ridge Road, voerde ons later dwars door het park. De weg gaat tot ruim 3700 meter. Tijdens de wandeling heb je een adembenemend uitzicht op de ruige Rocky’s en de eindeloos meanderende Colorado River die hier ontspringt. Zowel hoog in de bergen

Op weg naar het noorden reden we door steeds droger wordende heuvellandschappen, veelal begroeid met saliestruiken. Deze landschappen zijn vaak ontstaan door langdurige overbegrazing in het begin van de 20e eeuw, gevolgd door een consequente brandbestrijding. Hierdoor zijn de voor het vee waardevolle grassen verdwenen. Nu is het een onvruchtbaar landschap met verspreid gelegen ranches met prairiehonden en zo nu en dan Gaffeltand-antilopen. Een soort halfwoestijn, stoffig en droog, met hier en daar een ongezellig stadje. De hele reis door hadden wij het gevoel dat de Amerikanen nadat ze de indianen en het groot wild uit dit landschap hadden verjaagd, nooit goed hebben geweten wat ze met dit land moesten doen. Leeg en verlaten. Vrijwel alle grond is van de staat, een soort natuurgebied maar dan zonder status. De mensen wonen vaak in caravans of kleine houten huisjes, omgeven door dertien generaties schroot van oude pick-ups en landbouwmachines. Alsof men morgen weer vertrekken kan, op weg naar nieuwe kansen in het wilde westen.

foto: Eric van der Bilt

Harpers Corner-Green River

27


28

foto’s: Eric van der Bilt

Reisverslag

foto: Eric van der Bilt

Op weg naar Yellowstone passeerden we het Dinosaur National Monument, een modern museum met een prachtige bergwand stampvol fossielen. Het mooiste plekje in dit eindeloze canyonland vormde echter de samenvloeiing van de Green River en de Yampa River bij Harpers Corner. Groene bruisende aders in een dor, geologisch landschap. Het was inmiddels met 35˚ C bloedheet geworden, een aardig contrast met de vrieskou in de Rocky’s. De eerste gieren, Turkey vultures, doken op. Overal zagen we Raven, die hier wel de plaats van onze Zwarte kraai leken in te nemen. Naar het noorden toe verzeilden we geleidelijk in het dal van de Snake River. Weelderig groen in vergelijking met de saliewoestenij. Vroeger trokken vele tienduizenden Wapitis, Gaffeltandantilopen en Bizons vanaf de noordelijk van Jackson gelegen berggebieden van de Grand Tetons en Yellowstone naar deze winterweiden. Inmiddels zijn deze grote trekkende kudden verdwenen op zo’n 12.000 Wapitis na, die ten noorden van Jackson in het National Elk Refuge overwinteren. Jackson bleek een bizar toeristenoord te zijn, vol cowboys en wintersporters.

Elanden in een onoverzichtelijk wilgenstruweel naast de woest stromende rivier. Prachtig donkerbruine koppen met fluwelen geweistangen. Het dal, of liever de canyon, was van een woeste alpiene schoonheid met littekens van lawines op besneeuwde hellingen. Zonder ook maar enig spoor van mensen. Een opvallend gegeven in de parken van Amerika. Men heeft er nadrukkelijk voor gekozen om geen berghutten te bouwen, geen kabelbanen, geen banken en geen informatiepanelen. Doel is de natuur in haar meest onbedorven staat voor de mensheid te bewaren. Een heel sterke benadering mijns inziens, die erg haaks staat op de info- en educatie-machines die onze nationale parken dreigen te worden.

Pal ten noorden ligt het massief van de Grand Tetons, één van de mooiste bergketens ter wereld. Een twaalftal toppen, de hoogste meet bijna 4200 meter, rijzen abrupt uit boven de vlakte van Jackson Hole en Antelope Flats. Een monumentaal zicht. Sinds 1929 is dit een Nationaal Park en het is inmiddels gegroeid tot 1225 km2. In de vlakte grazen tegenwoordig weer kleine kudden Bizons, Gaffeltand-antilopen en Wapitis. Er zijn Kraanvogels, Bevers en Elanden in de natte weiden met wilgenstruwelen. De Bruine beer en de Wolf proberen ook langzaam terug te keren in dit woeste natuurlandschap. Bijzondere ontmoeting

De daaropvolgende dagen zijn we de Tetons ingetrokken. Eerst langs Cascade Canyon naar Lake Solitude. Een fraaie bergwandeling met indrukwekkende vergezichten op Lake Jenny in de vlakte van Jackson Hole, en op het massief van de Grand Tetons. We zagen allerlei soorten (grond-) eekhoorns, marmotten en prachtige bloemen zoals de rode Paintbrush en een teer en klein geel lelietje dat Glacial lilly heette. Klap op de vuurpijl was de ontmoeting met twee snackende

Grondeekhoorn

foto: Eric van der Bilt

Gieren

Wapiti (links) en Bizon


Reisverslag

Autoliefde

Terug in Jackson viel het contrast op tussen de onvolprezen schoonheid van het Grand Teton massief en het cowboycarnaval van het dagelijks leven ter plaatse. Overal plaatst men “motorhomes” in het landschap waarin de mensen leven die geen huis kunnen betalen. Nergens zag ik ooit zoveel veel te zware mensen als in Amerika. Het dagelijks dieet bestaat hier uit pizza’s, gegrilde biefstuk, patat, hotdogs, hamburgers en liters cola. Alles doet men per auto, die vaak onvoorstelbaar groot en glimmend is. De hele leefomgeving is op de auto afgestemd, brede asfaltstroken, voetbalvelden van parkeerplaatsen, tankstations als winkelcentra, grotere garages dan huizen. Amerikanen zijn onvoorstelbaar vergroeid met hun automobiliteit. Liever een auto dan een huis en altijd op weg. In pick-ups, campers, immense caravans of zelfs volledig verbouwde touringcarbussen. Iedereen lijkt continue op weg, maar dan wel in een lekker rustig tempo en voor Europese begrippen hoffelijk. Zelfs de natuur wordt doorgaans vanuit de auto beleefd. Wat trouwens wel zo mooi is gezien de meer dan vierhonderd miljoen bezoeken die jaarlijks aan de parken worden afgelegd. Er zijn alleen al 40 miljoen houders van de nationale parkenpas. Noord-Nederland

We reden in ons ‘bakbeest’, dat overigens best hanteerbaar bleek, over de Antelope Flats en het Jackson Lake voorlangs de Tetons naar het noorden. Rondom het Grand Tetons National Park en tussen dit park en Yellowstone

liggen nog talloze ‘staatsbossen’ en wildernisgebieden, waardoor echt van een onvoorstelbaar uitgestrekt natuurgebied sprake is. We bereikten rijdend langs de Lewis-river de zuidelijke ingang van het oudste Nationale Park ter wereld, uitgeroepen in 1872. Yellowstone zelf beslaat ruim 10.000 km2, maar samen met de Tetons en de aanliggende staatsbossen en wildernisgebieden misschien wel bijna de dubbele oppervlakte. Ter vergelijking: Yellowstone zelf is al groter dan Groningen, Friesland, Drenthe en de helft van Overijssel samen!

foto’s: Eric van der Bilt

Paintbrush

Ramp

Vanaf de Tetons overheerste het bos. Eindeloos voortgolvend naaldbos, een beetje zoals in Zweden maar dan veel droger. In dit klimaat komen bosbranden van nature veel voor. Omdat de mens de door de bliksem veroorzaakte branden steeds snel bluste, vond een enorme stapeling van brandbaar hout plaats. Toen er in 1988 op verschillende plaatsen tegelijk branden ontstonden, was er geen houden meer aan. In totaal brandde bijna 3600 km2 bos af. Een afschuwelijk gezicht nog steeds. Het leek wel op het einde der tijden. Omdat er geen natuurlijk, door kleinere branden gevormd mozaïek van jongere en daardoor minder brandbare bossen bestond, was het vuur gewoon niet te houden en sprong over wegen, rivieren en brandgangen of het niets was. Inmiddels is men, door ervaring wijs geworden, overgegaan op een systeem van gecontroleerd branden, waarbij de natuurlijke gang van zaken wordt

gevolgd. Overigens was op grote schaal al weer jong bos ontstaan. Zoals zo vaak in de natuur overwon het ecosysteem de gevolgen van de ‘ramp’. Bizar landschap

Yellowstone is vermaard om haar vulkanisme. Op veel plaatsen langs de weg, kun je geisers en heetwaterbronnen bezoeken. In een verstikkende, naar rotte eieren stinkende zwavel-

29

Glacial Lilly


Reisverslag

foto’s: Eric van der Bilt

30

Vulkanisme in Yellowstone Park

damp kun je verbijsterd genieten van explosief spuitende geisers vanuit prachtig gevormde kraters, van helder blauw borrelende bronnen met veelkleurige stroompjes in groen en geel. Van sawa’s met randen van spierwitte kalk, kragen met water in de meest bizarre vormen. Regenbogen, chromatografische kleuren, tegenlicht, krassende Raven. Rijdend door het park maakte het bos soms plaats voor arcadische rivierdalen zoals de Lamar-vallei. Met groene weiden waar vaak honderden Wapitis lui lagen te herkauwen. Hier en daar broedden Bald eagles in grote bomen, terwijl met enige regelmaat Grizzly beren, soms met jongen, rondhobbelden. Overal kwam je Bizons tegen en toen we op weg naar Mammoth Springs een prachtig exemplaar zagen, moesten we het beest wel fotograferen. Op jacht naar het ideale plaatje kwamen we blijkbaar te dichtbij en stormde de harige tank met onverwachte snelheid op ons af. We konden ternauwernood ontkomen en werden pardoes verrot gescholden door een parkwachter die net langsreed. “This was the dummest thing I ever saw in all my life”. En daar stond ik dan. Achteraf blijken bizons zo’n 30 toeristen per jaar op de hoorns te nemen, soms met fatale afloop. Sindsdien hielden we wat meer afstand tot deze “bruine koeien”. Overal werd je gewaarschuwd voor beren, zeker Grizzly beren met jongen, alhoewel ook Bruine beren zich af en toe aan toeristen vergrijpen. Al met al leidden deze ervaringen er wel toe dat

je wat minder rustig met vrouw en kinderen door Gods vrije natuur ging wandelen. De aanwezigheid van beren en Bizons maakte dat ik voor het eerst in mijn leven de natuur als bedreigend en beangstigend ervoer. Een nieuwe dimensie voor mij. Een week lang alleen in deze bedreigende natuur vertoeven, schijnt je echter een zelfbewuster mens te maken. Na Yellowstone hebben we nog enkele andere nationale parken bezocht, alvorens via San Fransisco weer huiswaarts te keren. Voor ons was het een onvergetelijke reis. Bloedhete woestijnen, eindeloze wouden, ijskoude granieten bergtoppen. Groot wild en ijzingwekkend diepe canyons met woeste rivieren. En een totaal andere wereld. Amerikanen bleken vriendelijke en hulpvaardige mensen. Wel werd het ons duidelijk hoe rijk en gevarieerd de Oude Wereld qua cultuur is in vergelijking met de nog jonge USA. We voelden ons in Amerika meer Europeaan dan ooit te voren. Misschien zit daar ook wel een beetje een les in. Hoe groter de wereld en hoe meer hemelbestormend je ervaringen, uiteindelijk moet iedereen altijd ergens ‘thuis’ zijn. Voor ons is dat Drenthe, met haar boeiende en veelvormige cultuurlandschap.

* Drs. E.W.G. van der Bilt is directeur/rentmeester van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.


U een kans – Zij een kans De Nationale Postcode Loterij is de grootste goede doelenloterij van Nederland. In 2003 keerde zij 217 miljoen euro uit aan 45 organisaties die zich inzetten voor de bescherming van natuur en milieu, ontwikkelingssamenwerking en mensenrechten.

foto: Andy Rouse/FN

Ook Stichting ‘Het Drentse Landschap’deelt in de opbrengst van de loterij. En dat betekent extra kansen voor de natuur en cultuur in Drenthe. Zoals hier in de Hunze waar de Visarend weer regelmatig zien omdat we een nieuw waterrijk gebied ontwikkelen waar deze soort zich thuisvoelt. Het nieuwe Hunzedal betekent winst voor de natuur en voor de mens. Maar u wint ook, want bij de Postcode Loterij maakt u elke maand kans op duizenden prijzen. Als u meedoet aan de Postcode Loterij wint u dus eigenlijk altijd. Meedoen is eenvoudig, bel (0909) – 0033 (15cpm).


32

Kerk van Anloo

Icoon in het culturele landschap Cor Rodenburg*

In navolging van Groningen, dat sinds 1969 de succesvolle stichting Oude Groninger Kerken kent, heeft nu ook Drenthe op initiatief van ‘Het Drentse Landschap’ een dergelijk instituut dat bijdraagt tot het behoud van historische kerkgebouwen. Sinds 1990 was er weliswaar een stichting Drents-Overijsselse Kerken, maar deze SDOK was maar beperkt actief in Drenthe waar de gebouwen over het algemeen in een redelijke toestand verkeren. De meest opvallende actie van SDOK was het overnemen en laten restaureren van de parochiekerk in het historische Veenhuizen. Het is prachtig dat ‘Het Drentse Landschap’ er nu een passende loot bij heeft gekregen. Zo wordt het ook bij de Drentse kerkvoogdijen gezien die in het verleden al eens bij Groningen hadden aangeklopt, maar daar om statutaire redenen niet konden worden geholpen. Ze zijn nu dicht bij huis voor steun.


Kerken in Drenthe, ze zijn onmisbaar in het dorpsbeeld. Ze zijn niet zo opvallend van verre te zien als kerken in het open Friese landschap, maar bepalend voor het hart van het dorp en dorpsleven zijn ze wel. Neem de kerk van Anloo, met die van Vries de oudste van de provincie. Een sober gebouw, maar belangrijk. Sinds Sint Magnusdag 1987 staat ze elke derde zaterdag van augustus volop in de belangstelling en sindsdien heet de kerk in de spreektaal Magnuskerk, al is totaal onbekend aan welke heilige de kerk was gewijd. Magnus is in ons land nauwelijks vernoemd, meer in Ost-Friesland. Zijn naam is blijven hangen, omdat een van de drie Etstoelzittingen in het verleden op Sint Magnusdag (19 augustus) in Anloo plaatsvond. Nu staat Ludovicus, de zoon van Karel II, de manke koning van Napels, op die dag op de heiligenkalender. In vroeger tijd was Magnus, een gemartelde bisschop, een belangrijke heilige. Aan hem en Sint Michael is toch de Friezenkerk in Rome gewijd, het uitgangspunt voor de heilige weg naar het Noorden!

idee krijgen en dat te verwezenlijken bleek een organisatie nodig. Daarvoor kreeg hij de vrije hand van de stichting Vrienden van het Kerkgebouw, die enthousiast bleek. Van der Sleen verzamelde tal van Drentse kopstukken om zich heen. Dat kon niet meer stuk. Hij kreeg het zover dat de Koningin wilde komen om de première luister bij te zetten. Zij moest zich op het laatste moment laten vervangen door prinses Margriet, maar de landelijke aandacht was er voor de kerk en Anloo! Dat niet alleen. De Middeleeuwen keerden ook in het dorp terug. De dorpelingen deden enthousiast rondom de kerk mee, gehuld in middeleeuwse kostuums naar eigen interpretatie, met oude spelen, oude gebruiken, koek-enzopie van weleer. ‘Magnusdag’ werd

Etstoel

Magnus en Anloo zijn onverbrekelijk geworden sinds de toen in Gasteren wonende journalist Rein van der Sleen op het idee kwam kerk en dorp in de landelijke aandacht te brengen met iets unieks: de historie te laten spreken door de Loffelijke Etstoel (het hoogste rechtscollege) te doen herleven. Dat zou geld opleveren voor herstel van het enige Schnitger-orgel van Drenthe. Dat was aan herstel toe had hij tijdens een kerkconcert gemerkt. Tussen een

foto: Henk Nieboer

foto: Joop van de Merbel

Stichting Oude Drentse Kerken

en is een jaarlijks spektakel dat duizenden naar het oude dorp trekt. De na te spelen rechtszaken krijgen steeds meer een actueel tintje. Magnuslezingen

Daarbij is het niet gebleven. De bij de start opgerichte stichting Etstoel Anloo, waarvan Van der Sleen nog altijd voorzitter is, organiseert in het voorjaar exposities in de kerk. De opbrengst wordt besteed in overleg met de kerkvoogdij. Voor het orgel is het niet meer nodig. Dat is hersteld, de werkgroep die het fonds beheerde is inmiddels opgeheven. Maar geld blijft er nodig. Het is maar welk idee opborrelt om een bron aan te boren. Dat is gevonden in het houden van Magnuslezingen. In november was de

33


1 – Nijensleekerveld

foto: Joop van de Merbel

Een jaar geleden is er in dit gebied speciaal voor Ringslangen een broeihoop van maaisel neergezet. Recent ontdekten leden van de ringslangenwerkgroep Westerveld er een uitgekomen legsel van tien eieren. Gezien het geringe aantal eieren betrof het zeer waarschijnlijk een eerste legsel van een jong vrouwtje. Aangezien deze dieren graag jaarlijks naar dezelfde plek terugkeren, is de kans groot dat er in deze hoop vaker eieren afgezet zullen worden.

eerste, waarin prof. H.T. Waterbolk zijn herinneringsboek ‘Scherpe stenen’ etaleerde. Het is nog geen uitgemaakte zaak of de reeks jaarlijks dan wel tweejaarlijks zal zijn. “Dat is afhankelijk van de te vinden kwaliteit”, stelt Van der Sleen. “Het moet gewoon goed zijn en publiek trekken”. Schuilplaats

Het gebouw blijft ondertussen de aandacht trekken van passant en toerist. En kunstenaars, die er een dankbaar object aan hebben. Het Romaanse gebouw, in elk geval het schip van tufsteen (een zachte steensoort), dateert uit de elfde eeuw, waaronder een houten voorganger en nog twee houten bouwsels waarvan het doel niet was vast te stellen bij opgravingen. De toren met zadeldak is er decennia later bij gekomen, het koor is uit de veertiende eeuw. Het was de hoofdkerk van het dingspil Oostermoer. Het is ook een stevig gebouw. In tijden van gevaar bood de kerk veiligheid en beschutting voor de bevolking, soms met vee! Kerkenkenner Regn. Steensma noemt het in zijn ‘Vroomheid in hout en steen’ een van de merkwaardigste kerken van Drenthe, maar geeft geen

definitie van de merkwaardigheid. Desgevraagd ziet hij die in het verlengde Romaanse schip, de afsluitwand van het schip en de muurschilderingen. Het kerkhof is een eeuw geleden vrijgemaakt van zerken, in de kerk zijn ze nog wel zichtbaar. Merkwaardig is dat de schooljeugd – tegen een kleine gemeentelijke vergoeding – op schooldagen om 12 uur de klok luidt. ’s Zondags doet de koster het om de wekelijkse dienst aan te kondigen. Het is een graag bezochte kerk. Vooral op Kerstavond komt men van heinde en ver. Waarom? Het is een kerk met sfeer. Nog versterkt door de muurspreuk: ‘Niet geschreeuw, maar liefde klinkt tot in het oor van God’.

Kortweg 6

ASSEN

4

* C. Rodenburg is vrijwillige medewerker van Stichting ‘Het Drentse Landschap’.

7

1

5 9 3

EMMEN 8 HOOGEVEEN

MEPPEL

Voor meer informatie: www.etstoel.nl

2


Berichten

2 – Takkenhoogte

35

3 – Uffelter Binnenveld

In 1997 werd de eerste fase van een natuurontwikkelingsproject in dit reservaat opgeleverd. De natuurwaarden in het gebied ontwikkelden zich vanaf het begin goed. Recent inventarisatiewerk door onze inventarisatie-vrijwilligster Judith Schmidt heeft tot verassende waarnemingen geleid. Ter illustratie een kleine greep uit een jaartje vogels kijken in dit gebied: Chileense flamingo, Oeverloper, Beflijster, Grauwe klauwier, Slobeend, Blauwe kiekendief en IJsvogel. Ook lijkt de voorspoedige ontwikkeling van heidevegetaties in dit gebied te leiden tot een kolonisatie van bijbehorende vlindersoorten, zoals Kleine vuurvlinder, Heideblauwtje, groentjes en hooibeestjes. De Oeverzwaluwen die al enkele jaren broedden in het zanddepot, hebben dit jaar hun tijdelijke onderkomen verruild voor een oeverzwaluwenwand. Een groep jeugdleden van de Vereniging voor Natuurbescherming Zuidwolde e.o. heeft de wand geadopteerd. Zij verzorgen het onderhoud, de tellingen en de publieksvoorlichting. Op 15 april bleken de eerste uit Afrika teruggekeerde Oeverzwaluwen de nieuwe wand al ontdekt te hebben. Verder wordt er in het gebied gewerkt aan de realisatie van een kijkheuvel en een parkeervoorziening.

Dat dit afwisselende terrein een bijzonder rijke flora en fauna kent, blijkt weer eens uit de inventarisaties van de heer en mevrouw Prins. Er werden maar liefst 24 soorten libellen en 23 soorten vlinders aangetroffen. Het gedetailleerde

onderzoek toont aan dat diverse vlinders die gebonden zijn aan schrale heidevegetaties, zoals Heideblauwtje en Bruine vuurvlinder zich hier goed kunnen voortplanten. Voor de Bruine vuurvlinder lijkt het terrein zelfs de belangrijkste

voortplantingsplaats binnen de omgeving van Havelte te zijn. Ook werden er in het terrein diverse Ringslangen en Levendbarende hagedissen waargenomen.

Bruine vuurvlinder

4 – Groote Zand

foto: Jaap de Vries

Een groep inventariseerders van IVN Assen brachten 123 soorten hogere planten uit dit terrein in kaart. Ook mossen, vogels en reptielen werden ingetekend. Dit levert een goed beeld van de soortenrijkdom van dit terrein. Er is een groeiplaats ontdekt van Beenbreek bij één van de vennen. Verder werden Duizendknoopfonteinkruid en Klein blaasjeskruid in diverse vennen gesignaleerd. Diverse waarnemingen van Boomleeuweriken, Roodborsttapuiten en doortrekkende Paapjes. Dit jaar wordt er een volledige broedvogelinventarisatie uitgevoerd. Uit de waarnemingen blijkt verder dat het gebied nog altijd van belang is voor Adders, Heikikkers en Levendbarende hagedissen.


36

Berichten

5 – Landgoed Vledderhof Op dit landgoed wordt sinds 2003 door René Nauta onderzocht hoe het met de Eekhoorns gaat. Omdat de dieren zich doorgaans moeilijk laten zien, wordt hun aanwezigheid in kaart gebracht door de nesten te tellen. Eekhoorns wonen vaak in zelfgebouwde nesten. Door in hetzelfde gebied jaarlijks de nesten te tellen, kan ingeschat worden hoe het met deze dieren gaat. In 2004 werden in het onderzochte gebied 20 nesten aangetroffen. Een aardige verbetering t.o.v. de 14 nesten van het voorgaande jaar.

6 – Landgoed Lemferdinge In een van de vorige kwartaalbladen werd vermeld dat de Gele anemoon helaas niet meer tot de plaatselijke stinsenflora gerekend kon worden. De soort werd nog wel gemeld in 1980. Een van de tuinvrijwilligsters, Mariëtte Hoogervorst, wist echter te melden dat er ook vorig jaar nog één bloeiend exemplaar waargenomen was. Dit voorjaar werden er zelfs twee exemplaren teruggevonden. De Gele anemoon hoort oorspronkelijk thuis in de bossen in oostelijk Europa. Net

Met een groepje vrijwilligers wordt op Vledderhof een broeihoop voor Ringslangen onderhouden. De werkzaamheden bestaan uit het één keer per jaar doorzoeken en omzetten van een grote composthoop waar Ringslangen hun eieren in kunnen leggen. Op de eerste werkmiddag van deze groep telden de leden meteen al het onvoorstelbare aantal van 735 uitgekomen ringslangeneieren. Een goede stimulans om met dit werk verder te gaan.

als de andere stinsenplanten is deze soort al vrij vroeg ingevoerd door welgestelde en meestal goed bereisde landgoedbewoners. De Gele anemoon handhaaft zich doorgaans goed op de bosrijke landgoederen. Op Lemferdinge moet dit bloemetje wel zien te concurreren met de overvloedig aanwezige, witbloeiende maar even fraaie wilde Bosanemoon. Maar met een klein beetje hulp van de tuinploeg moet de soort het er toch kunnen redden.

Eekhoorn

7 – Doldersummerveld

foto: Geert de Vries

Van de heer Greaves-Lord werd een bijzonder uitgebreide lijst vogelwaarnemingen ontvangen, aangevuld met vlinders, reptielen en zoogdieren. Een belangrijk deel van deze waarnemingen is met behulp van een telescoop vanaf de uitkijktoren aan de rand van het veld gedaan. Er komen erg veel soorten overvliegen gedurende de trektijd. Veel vogels zoals Rietgans, Blauwe kiekendief, Groenpootruiter, Bosruiter en Klapekster benutten het veld als rustplaats. Ook komen er veel vogels

vanuit de omgeving foerageren. Bijzonder zijn de waarnemingen van Raven op het veld. In 2003 was er voor het eerst sinds jaren sprake van een succesvol broedgeval. In juni werden er drie dieren waargenomen, waarvan mogelijk 1 jong exemplaar. De heer Walpot en mevrouw Ververs hebben op hun inventarisatieronden dit jaar in totaal 24 keer een Levendbarende hagedis, 11 keer een Adder, 2 keer een Ringslang en 1 keer een Gladde slang gesignaleerd.


Berichten

37

planten goede kiembedden vormen voor het zaad van deze zeldzame zomerbloeiers. Kleinschalig plaggen in handkracht biedt de beste garanties voor uitbreiding van deze kritische plantensoort. Na het plaggen werden ook de plaatselijke grafheuvel en een venrand ontdaan van overtollige berkenopslag.

foto: Jaap de Vries

8 – Boerenveensche Plassen In samenwerking met het IVNHoogeveen, Landschapsbeheer Drenthe en de plaatselijke scoutingclub zijn op 20 maart plagwerkzaamheden verricht op de heide. Ondanks het matige weer werd er enthousiast en fanatiek gewerkt. Er werd geplagd rond de groeiplaatsen van Valkruid. Het idee hierachter is dat de kleine plagstroken in de nabijheid van de

Woonboerderij met bedrijfsgedeelte op unieke plek 9 – Landgoed Rheebruggen De Kerkuilen lijken het uitstekend naar hun zin te hebben in de beheersboerderij van de Stichting op het landgoed. Het uitpluizen van een partijtje braakballen geeft een goed inzicht in de voedselkeuze van deze nachtelijke jagers. Ruim de helft van de ter plaatse gevangen prooidieren bestaat uit Veldmuizen. Dit is belangrijk omdat de beschikbaarheid van voldoende Veldmuizen sterk bepalend is voor het uiteindelijke broedsucces. Het totale menu van de Rheebruggen-uilen bestaat uit maar liefst negen verschillende soorten muizen. Ook wordt er heel soms een Bruine rat,

een kikker of een vogeltje verorberd. Soms worden er op ongebruikelijke wijze bijzondere ontdekkingen gedaan. Uit een partijtje haardhout, afkomstig van Rheebruggen, kwamen enkele fraai gekleurde en zacht behaarde rode kevertjes te voorschijn. Naspeuringen door insectenkenner Jan Visser wezen uit dat het een nogal zeldzaam boktorretje betrof, bekend onder de wetenschappelijke naam Pyrrhidium sanguineum. Boktorren leven meestal enkele jaren als larve in hout voor ze zich, als volwassen kever, aan de buitenwereld vertonen.

Stichting Het Drentse Landschap zoekt een huurder voor de onlangs geheel gerestaureerde en gemoderniseerde boerderij Kamps. In het voorhuis van de boerderij bevindt zich een woongedeelte met woonkamer, keuken, opkamer/kelder, wc en slaapkamer met badkamer. Via een trap zijn er op de bovenverdieping nog twee slaapkamers en een badkamer met wc. Op de deel, het achterste gedeelte van de boerderij, is een grote open ruimte en een berging/cv ruimte. Vanaf hier gaat het woongedeelte over in het bedrijfsgedeelte. Hier zijn 3 grote ruimtes, een wc en pantry gemaakt. Dit gedeelte leent zich bijvoorbeeld goed voor kantoor en/of erfgoedlogies. Belangstelling? Heeft u belangstelling op deze bijzondere plek te wonen en te werken dan kunt u schriftelijk meer informatie opvragen over de voorwaarden waaraan de huurders zouden moeten voldoen. De huurprijs zal in het hogere huursegment liggen (> € 1000,00 p.mnd). Uw reactie met beknopt bedrijfsplan moet voor 2 juli in bezit zijn van de Stichting. Na aanleiding van de inzendingen zullen er na de selectie oriënterende gesprekken plaatsvinden op 7 en 8 juli. De aanvraag voor een informatiepakket en inschrijvingen kunnen gericht worden aan: Stichting Het Drentse Landschap T.a.v. afdeling gebouwen Postbus 83 9400 AB Assen


Sinds enkele jaren kunnen begunstigers van Stichting ‘Het Drentse Landschap’ vleespakketten kopen. Het vlees is afkomstig van de grazers die de Stichting inzet voor het beheer van haar terreinen. Heideschapen, Limousins en Schotse Hooglanders zorgen voor een gevarieerd landschap waar ook andere planten en diersoorten weer afhankelijk van zijn. De grazers genieten in de reservaten een grote bewegingsvrijheid. En dat heeft een zeer positieve invloed op de kwaliteit van het vlees dat zeer mals en smakelijk is. Als begunstiger van ‘Het Drentse Landschap’ kunt u dit zeer hoogwaardige vlees kopen. Een prettige gedachte in een tijd dat we voortdurend worden geconfronteerd met de risico’s van ons voedsel. Het produceren van vlees is een bijkomend beheerseffect. ‘Het Drentse Landschap’ vindt het echter uitermate belangrijk dat dit op een verantwoorde wijze gebeurt; een gezonde veestapel staat hierbij voorop. Daarom worden de dieren regelmatig gekeurd en wordt een degelijk fokbeleid gevoerd. Hierdoor zijn we in staat om een kwalitatief hoogwaardig product te leveren. De met zorg samengestelde vleespakketten zijn divers van samenstelling. Gehakt maakt circa éénderde deel uit van de vleespakketten van 15 en 30 kg, maar is ook afzonderlijk verkrijgbaar per portie van 5 kg. De vleespakketten zijn af te halen in Anloo en Oosterwolde. In verband met de planning is het belangrijk dat u zich aan de toegewezen afhaaldatum houdt. U kunt uw bestelling kenbaar maken op de bijgevoegde antwoordcoupon. De uiterste inzenddatum is 1 september 2004. Alle aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst en zolang de voorraad strekt.

Vlees van het landschap

foto: Joop van de Merbel

Voor nadere informatie kunt u op werkdagen tussen 14.00 en 16.00 uur (behalve op maandag) contact opnemen met het rentambt telefoon 0592-313552.


Berichten

Uniek boek over het Drentse esdorpenlandschap

Diversen Natuur steeds verder •onder druk bij huidige

foto bodemprofiel: Gerrie Koopman

Ter gelegenheid van het 70-jarig jubilieum van onze Stichting, verschijnt dit najaar een zeer bijzonder boek over het Drentse esdorpenlandschap. Het boek wordt samen met uitgeverij Matrijs geproduceerd en uitgegeven. Het boek Het Drentse esdorpenlandschap is gebaseerd op een proefschrift van de landschapswetenschapper Theo Spek. Hierin brengt de auteur een veelzijdige visie op het Drentse landschap naar voren. Zo wordt onder andere aandacht besteed aan de impact van het menselijk ingrijpen vanaf de prehistorie, de middeleeuwse landbouw op de Drentse zandgronden, de geschiedenissen van oude families en de samenstelling van de Drentse bodem: van dekzand tot keileem en hoogveen. In Het Drentse esdorpenlandschap wordt dieper ingegaan de structuur van het esdorp en het landschap er omheen. Een prachtige studie met enkele zeer opvallende ontdekkingen. Naast ‘Het Drentse Landschap’ en Uitgeverij Matrijs is voor de uitgave steun gekregen van de Nationale Postcode Loterij, het VSBfonds en de Prehistorische Vereniging Drenthe. Het Drentse esdorpenlandschap is een unieke uitgave die bestaat uit twee boeken van elk meer dan 500 pagina’s die samen met een kaart in een luxe cassette worden aangeboden. Begunstigers van Stichting ‘Het Drentse Landschap’ krijgen nu de kans om dit mooie boekwerk te bestellen tegen de voorintekenprijs van € 89,95 (na 1 januari 2005 geldt een prijs van € 119,95). U kunt hiervoor de bijgevoegde antwoordkaart toesturen aan Uitgeverij Matrijs. In oktober 2004 ontvangt u samen met het boek een acceptgiro waarmee u kunt betalen. Het boek zal ook verkrijgbaar zijn in de boekhandel.

39

kabinet. In het regeerakkoord van het huidige kabinet Balkenende werd 700 miljoen extra voor de natuur beloofd. Zo’n 476 miljoen zou extra voor de aankoop van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) beschikbaar komen. Inmiddels lijkt vrijwel maandelijks deze belofte minder waard. Bekend is geworden dat ruim 40% van de aankopen door particulieren en boeren gerealiseerd moeten worden. Een groep die in Drenthe geen enkele belangstelling heeft om dat te doen, zoals in de praktijk blijkt. De natuurbescherming mag sinds kort geen traditionele natuurgebieden zoals bossen, heidevelden en moerassen meer kopen. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) subsidieert gewoon niet meer omdat in haar ogen planologische bescherming afdoende is. Hetgeen gemeten aan de risico’s voor natuurwaarden gewoon niet waar is. Denk maar aan de talloze huizencomplexen die in de bossen verschijnen, mede door een rammelend ruimtelijk ordeningsbeleid van de diverse overheden. Gevarieerde bossen kunnen ook zomaar door exotenplantages vervangen worden. De houding van het rijk t.o.v. de kostbare open gebieden laat alle ruimte om het platteland veeleer te verstedelijken. Men zocht mogelijkheden om onder het falende mestbeleid uit te komen en wringt zich in alle

mogelijke bochten om de Kaderrichtlijn Water zo makkelijk mogelijk te implementeren. Gelukkig is er een Europese Unie die steeds forsere middelen dreigt in te zetten om de Nederlandse regering te dwingen zich aan haar eigen toezeggingen te houden. Het meest recente dieptepunt is het zomaar afschaffen van de bebossingsubsidie voor bos op landbouwgrond buiten de EHS, terwijl die juist in Drenthe zo goed liep. Als klap op de vuurpijl heeft Minister Veerman besloten alle aanvragen voor agrarisch en particulier natuurbeheer voor 2004 te honoreren. De hoge extra kosten, zo’n 120 miljoen euro alleen al voor de Subsidieregelingen Agrarisch Natuurbeheer (SAN) en Natuurbeheer (SN), gaan – u raadt het al – af van het aankoopbudget van zo’n 476 miljoen in 4 jaar. De extra middelen lijken dus een fopspeen te worden. Het aankoopbudget voor Drenthe is inmiddels uitgeput. Het huidige kabinet kiest ervoor om op een dure manier minder bijzondere natuur door anderen dan de erkende natuurorganisaties te realiseren. Dat is een politieke keuze, geen op feiten gebaseerde rationele oplossing voor een probleem. De particuliere natuurbescherming zet zich al bijna 100 jaar in om Nederland mooi te houden. Dat doet zij goed en goedkoop. Het gebrek aan waardering van het Rijk voor ons werk is pijnlijk en zal het natuurbeleid alleen maar minder effectief maken.


40

Berichten

foto: Persbureau Melissen

De Loop van de Reest •weer verkrijgbaar

Nieuwe vakantie•woningen geopend Op woensdag 28 april heeft gedeputeerde Ali Edelenbosch de geheel gerestaureerde boerderij De Wildenberg in het Reestdal geopend. In de afgelopen maanden is de boerderij totaal gerestaureerd en gemoderniseerd. Stichting ‘Het Drentse Landschap’ heeft in de voormalige kapschuur vakantiewoningen ingericht waar wandelaars en fietsers kunnen overnachten. In de boerderij is de mogelijkheid voor bed & breakfast. Het voorhuis is verhuurd aan de familie Blanksma. De bijeenkomst werd feestelijk geopend met een welkomstlied van Nicolijn Blanksma en Brigitte van Hagen. Zoals wellicht bekend, kocht de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ deze boerderij van

de familie Zantinge die hier vier generaties lang een boerenbedrijf had. Toen uitbreiding van het bedrijf niet mogelijk bleek, verkochten ze het aan de Stichting en startten een nieuw bedrijf in het nabijgelegen Fort. Met de werkzaamheden om De Wildenberg in oude staat terug te brengen is in het voorjaar van 2002 gestart. Leuk detail van de restauratie is bijvoorbeeld het oude knechtenkamertje dat weer een nieuw plekje heeft gekregen op de deel boven de stal. Heeft u belangstelling om deze prachtig gelegen vakantiewoningen te huren, dan kunt u contact opnemen met mevrouw A. Semler, telefoon (0593) 59 22 94. Meer informatie is ook te vinden op onze website www.drentslandschap.nl.

Vorig jaar verscheen De Loop van de Reest: een langeafstandswandeling van meer dan honderd kilometer langs onbekende paden door het Reestdal op de grens van Drenthe en Overijssel. Omdat het routeboek al snel helemaal uitverkocht was, kon de afgelopen maanden een nieuwe editie worden voorbereid. Uiteraard werden de opmerkingen van de wandelaars meegenomen en ook kon de route op een paar punten worden geactualiseerd. De Loop van de Reest is ruim 100 kilometer lang en dat betekent etappes van ongeveer 10 kilometer. De route begint bij het station in Meppel en eindigt in Hoogeveen bij het station. Onderweg passeert u de Reest maar liefst veertien keer! Behalve uitgebreide routebeschrijvingen en routekaartjes per etappe vindt u in het boek een schat aan informatie over de Reest en de natuur en de cultuurhistorie van het Reestdal. De Loop van de Reest kost voor begunstigers van Het Drentse Landschap slechts € 9,50 (inclusief verzendkosten). Bestellen kan via de website www.deloopvandereest.nl of met een telefoontje naar Het Drentse Landschap, (0592) 31 35 52.

Nieuwe medewerker Met ingang van 15 maart is Ellen Zindel in dienst getreden van Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Ze werkt op de afdeling Beheer en houdt zich onder meer bezig met de veeadministratie en de vleesactie. Daarnaast verricht ze receptietaken en ondersteunt ze de afdeling PR & Voorlichting. We hopen op een langdurige en prettige samenwerking.

Uitreiking Harry de Vroome-penning Op 15 april werden de jaarlijkse prijzen uitgereikt van de Stichting ‘Harry de Vroomepenning’. De prijzen worden uitgereikt ter stimulering van het motto van de landschapsarchitect Harry de Vroome: ‘het landschap als blijvende bron van inspiratie’. De penning-hoofdprijs is gewonnen door de werkgroep Dahlia’s en 1000schonen. Deze werkgroep zet zich in voor het instandhouden van de traditionele boerenerven in Drenthe. Ze geven nieuwsbrieven uit en verzorgen plantencursussen.


De Drentse natuur- en milieuorganisaties zijn geschrokken van de bezuinigingsvoorstellen die Gedeputeerde Staten van Drenthe in hun voorjaarsnota hebben gepresenteerd. Het college wil via een reeks van maatregelen jaarlijks ruim 10 miljoen euro vrijmaken voor subsidiëring van allerlei projecten. De voorstellen houden voor onze organisaties in, dat er de komende jaren flink op het budget wordt bezuinigd. De groene organisaties moeten daarbij volgens de voorstellen verhoudingsgewijs drie tot negen keer meer inleveren dan respectievelijk het provinciaal apparaat en andere sectoren. Gezien de signalen die wij tot nu toe over ons werk hebben ontvangen, voelen wij ons overvallen door deze voorstellen van GS. Wij kunnen deze bezuinigingsvoorstellen ook niet goed rijmen met het collegeprogramma en het provinciaal omgevingsbeleid (POP), waarin de groene kwaliteiten van Drenthe en duurzame ontwikkeling juist belangrijke hoofdpijlers zijn van beleid. Wij menen dat wij als organisaties in belangrijke mate kunnen bijdragen aan de provinciale doelstellingen. Onze activiteiten sluiten bovendien goed aan op nieuwe impulsen die het college aan het beleid wil geven. Te denken valt aan plattelandsontwikkeling. Eén van onze sterke punten is juist dat wij daar als organisaties ook concreet gestalte aan kunnen geven. Tot nu toe zijn ons werk en onze rollen op dit gebied ook erkend en gewaardeerd door het college. Wij begrijpen de voorgestelde kortingen op ons budget en deze ommezwaai van het college dan ook niet en vinden dat wij daarbij onevenredig zwaar worden getroffen. Subsidiesystematiek Vrijwel gelijktijdig met de kortingen op het budget heeft het college voorstellen voor een nieuwe subsidiesystematiek voor gesubsidieerde instellingen gepresenteerd. Het college wil resultaatgerichter werken en tegelijk veel meer grip krijgen op het werk van alle gesubsidieerde instellingen in Drenthe. De provincie wil daarnaast voortaan zelf meer de projectontwikkelaarsrol op zich nemen. De instellingen moeten vervolgens voorstellen ontwikkelen of offertes schrijven die voor jaarlijkse of eenmalige subsidie in aanmerking komen. Achteraf gaat de provincie controleren of en hoe deze zijn uitgevoerd om vervolgens tot afrekening over te gaan. Wij zijn als organisaties voorstander van resultaatgericht werken en een subsidie- en afrekensystematiek die daarop aansluit. Wij hebben de afgelopen jaren binnen de eigen organisaties ook al diverse stappen genomen.

Bij de voorgestelde nieuwe systematiek en de toelichting plaatsen wij echter ook vraagtekens. Wij vrezen dat de nieuwe voorstellen van het college grote onzekerheden in de financiering en een grote toename van de bureaucratie met zich kunnen meebrengen. Als de provincie ons werk gedetailleerd wil gaan regelen, betekent dat een verveelvoudiging van de werkzaamheden die gepaard gaan met de subsidieafhandelingen. De natuur, het landschap en de milieukwaliteit worden daar in ieder geval niet beter van. Meerjarenfinanciering Het meest ingrijpende verschil tussen de huidige budgetsystematiek en de voorstellen van GS is het punt van de meerjarenfinanciering. Hoewel het advies de keuze tussen eenjarige of meerjarige financiering nog redelijk in het midden laat en ook de voordelen van meerjarenfinanciering noemt, maakt GS hier wel een duidelijke keuze. Die houdt in jaarlijks of ‘in uitzonderingsgevallen’ meerjarig met een maximum van drie jaar. Wij vragen ons af wat hiervan de achterliggende gedachten zijn. Met het afschaffen of bij uitzondering instemmen met meerjarenfinanciering liggen onder meer verlies van continuïteit van netwerken en afname van kennis en kwaliteit op de loer. Voor de basis en continuïteit van ons werk en voor een goede uitoefening van het beheer van onze met subsidie van Rijk en Provincie verworven natuurgebieden, achten wij meerjarige afspraken onmisbaar. De zorg die wij hierover hebben, is toegenomen naar aanleiding van de voorjaarsnota. Vraaggericht werken Wij houden uiteraard terdege rekening met het beleid en de wensen van de provincie en zijn daarop ook afrekenbaar. Onze kracht en unieke positie liggen echter ook in onze maatschappelijke verankering. Wij willen daarbij, naast de provincie, ook rekening houden met de geluiden van burgers, doelgroepen en partnerorganisaties. Van de groene organisaties wordt bovendien verwacht dat zij ieder vanuit hun eigen specifieke rol en verantwoordelijkheid opkomen voor de belangen van natuur, milieu en landschap. Daarom willen wij in ons werk en onze activiteiten ook een zekere mate van zelfstandigheid bewaren en ervoor waken dat wij als organisaties teveel een verlengstuk van het provinciehuis worden. Wij zien dat ook als een duidelijk provinciaal belang. De huidige budgetverordening biedt feitelijk alle mogelijkheden voor gewenste vormen van sturing op afrekenbare prestaties.


42

Agenda Algemeen Vogelkijkhut Diependal De vogelhut is in principe het gehele jaar geopend, behalve als het gevroren heeft. Van 1 april tot eind september is er op zondagen meestal een vogelkenner aanwezig, die u graag het een en ander vertelt over het vogelleven op de vloeivelden. De hut is te bereiken door vanaf het Oranjekanaal, vlakbij de ‘Speelstad Oranje’, de Zwarte weg in te slaan. Een en ander is met borden aangegeven. Wie dubbel wil genieten moet een verrekijker meenemen! Schaapskudde Hijkerveld De kudde vertrekt met de herder om 09.30 uur naar de heide en komt om 16.30 uur terug bij de kooi. De schaapskooi is te bereiken vanaf het dorp Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes. Informatiecentra De Blinkerd Vamweg te Wijster Open het gehele seizoen van 10.00 uur tot zonsondergang

’t Ende Stapelerweg 20, De Stapel (bij De Wijk) van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur van 1 november tot en met 31 maart alleen op zondag van 11.00-17.00 uur

• •

Orvelte Dorpsstraat 1a te Orvelte van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur

Huenderhoeve Huenderweg 5 te Doldersum van 1 april tot 1 november dagelijks van 10.00-17.00 uur van 1 november tot en met 31 maart alleen op zondag van 11.00-17.00 uur

• •

Laarzen gewenst! Verrekijker aan te bevelen. Spiegeltje en loep aanbevolen. Activiteiten speciaal gericht op kinderen.

zo. 20 juni 10.00 uur Wandeltocht langs de landgoederen van Paterswolde Vereniging Natuurmonumenten en Stichting ‘Het Drentse Landschap’organiseren samen een stevige wandeling van ongeveer 6 uur langs de landgoederen Lemferdinge, De Braak, De Duinen en Vennebroek. Opgave en informatie bij het kantoor van ‘Het Drentse Landschap’, (0592) 31 35 52. Kosten: € 10,00. Start: gebouw Lemferdinge, Lemferdingelaan 2, Paterswolde. zo. 20 juni 13.00 - 16.00 uur Schapenscheren op het Hijkerveld en Doldersummerveld Demonstratie schapenscheren en activiteiten voor kinderen van 4 tot 12 jaar. De schaapskooi Hijkerveld is te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route met bordjes aangegeven. De schaapskooi Doldersummerveld ligt aan de Huenderweg nabij Doldersum. zo. 27 juni 10.00 uur Kano-excursie in het Annermoeras Met de kano door de vorig jaar gegraven meanders. Maximaal 20 deelnemers. Opgave bij het kantoor van ‘Het Drentse Landschap’, (0592) 31 35 52. Bij overtekening zal er om 14.00 uur nogmaals een kano-excursie plaatsvinden. Kosten: € 10,– te betalen op de dag zelf. Start: café ’t Keerpunt, Spijkerboor. zo. 27 juni 14.00 uur Planten van de Stroeten Wat groeit er in het beekdalreservaat Stroeten? Start: protestantse kerk aan De Wheem in Zweeloo.

zo. 4 juli 14.00 uur Waterdiertjes van het Oude Diep Kinderen gaan met visnet en emmer op zoek naar de waterdiertjes van het Oude Diep. De volwassenen kunnen in de tussentijd mee op een wandelexcursie langs het riviertje en over de VAM-berg. Start: parkeerplaats De Blinkerd bij de kiosk; is bereikbaar vanaf de weg Wijster-Drijber. De Blinkerd staat vanaf de A28 (Spier/Wijster) met bordjes aangegeven. za. 10 juli 14.00 uur Zomerwandeling in het Reestdal De gidsen nemen u mee naar de omgeving van het informatiecentrum ’t Ende. Start: informatiecentrum ’t Ende, Stapelerweg 20, De Stapel (bij De Wijk).


Agenda

foto: Jaap de Vries

zo. 22 aug, 14.00 uur De vennen van Het Groote Zand Met gidsen gaat u de vegetatie bekijken in en om het veen. Start: bij het centrale informatiepunt op de parkeerplaats bij het Herinneringscentrum Kamp Westerbork, gelegen aan de weg Hooghalen-Amen.

do. 22 juli 19.00 uur Op zoek naar de Grondster in het Nuilerveld Onder leiding van gidsen gaan we op zoek naar de Grondster: een bijzondere plant die graag langs zandwegen groeit. Start: parkeerplaats aan de noordzijde van Pesse, 1e weg rechts na Wok-palace. Na 1,5 km ziet u aan uw linkerhand de parkeerplaats.

do. 19 aug. 19.00 uur Steltlopers op Diependal Met een vogelaar op zoek naar trekvogels die tijdelijk zijn neergestreken op Diependal. Start: vogelkijkhut. Deze is bereikbaar door in het dorp Oranje vanaf het Oranjekanaal vlakbij ‘Speelstad Oranje’ de Zwarte weg in te slaan. De route is met bordjes aangegeven.

za. 14 aug. 14.00 uur Zomerwandeling Het Zwarte Gat bij Kerkenveld Langs het grote ven, dat ontstaan is door turfafgravingen, valt van alles te beleven. Start: vanaf de weg HoogeveenOmmen de afslag Alteveer-Kerkenveld nemen. Daarna neemt u de weg naar Alteveer (Oosterweg). Vervolgens de eerste weg rechts (de Egge). Deze weg volgt u tot het einde van de verharding.

za. 21 aug. 10.00 uur Heide in bloei op het Doldersummerveld Gidsen laten de bloeiende heide zien. Onderweg geeft de schaapherder een demonstratie schapendrijven. Start: schaapskooi Huenderhoeve, Huenderweg 1, Doldersum.

zo. 29 aug. 14.00 uur Wandelen over Het Holtherzand Het Holtherzand maakte vroeger onderdeel uit van het uitgestrekte Scharreveld. ‘Het Drentse Landschap’ probeert het ooit zo afwisselende heidelandschap weer in ere te herstellen. Start: bij het grote wildrooster van het Holtherzand aan de Oude Beilerweg bij Holthe. vr. 3 sept. 19.00 uur De vleermuizen van het Landgoed De Havixhorst U gaat met gidsen, die voorzien zijn van batdetectors, op zoek naar vleermuizen. Vooraf een dialezing in het Schathuis. Opgave: Jan Mager: (0528) 27 15 75. Start: De Havixhorst, Schiphorsterweg 34, De Wijk. za. 4 september 14.00 uur Dwalen langs de Boerenveensche Plassen Met gidsen op zoek naar de bijzondere flora en fauna van dit natuurreservaat. Start: achter de protestantse kerk, Hoogeveenseweg 40, Pesse.

43

zo. 12 sept. 12.00-17.00 uur Open monumentendag op De Havixhorst en Lemferdinge. ‘Het Drentse Landschap’ stelt dit weekend twee van haar landgoederen open voor het publiek. Adressen: De Havixhorst, Schiphorsterweg 34, De Wijk, en Lemferdinge, Lemferdingelaan 2 te Paterswolde. zo. 12 sept. 14.00 uur Kampsheide en haar houtwallen De gidsen kunnen u alles vertellen over de betekenis van houtwallen voor mens, plant en dier. Start: bij het informatiepaneel aan het G.A.M. van den Muyzenbergpad, ten westen van Balloo. zo. 19 sept. 13.00 uur Fietsen langs het Annermoeras en omgeving Fietsexcursie langs de nieuwe natuurnetwerken van de Hunze. Start: café ’t Keerpunt, Spijkerboor. zo. 26 sept. 11.00 en 14.00 uur Dag van het Landschap Op stap met gidsen van de provinciale Landschappen in de mooiste natuurterreinen van Nederland. In Drenthe wordt er gestart vanuit de informatiecentra in Orvelte, Hijkerveld, Doldersummerveld en ’t Ende, De Stapel. Zie voor de adressen elders op deze pagina of www.drentslandschap.nl. Meer informatie over de wandelingen bij andere Landschappen is te vinden op www.landschappen.nl.

Voor alle activiteiten geldt dat honden helaas niet mee mogen; ook niet aangelijnd!


Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Koninklijke BOOM UITGEVERS Meppel (0522) 26 61 11 Aannemingsbedrijf VEDDER BV Eext (0592) 26 26 20 Grond-, weg- en waterbouw Bouwbedrijf H. POORTMAN Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw Royal Haskoning Groningen (050) 521 42 14 Adviesbureau voor water en milieu GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau ABN AMRO BANK N.V. Assen (0592) 33 33 00 De bank voor Drenthe ESSENT MILIEU Wijster (0593) 56 39 39 Inzameling, hergebruik en verwerking van afvalstoffen NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij Havesathe ‘DE HAVIXHORST’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant NV Waterleidingmaatschappij ‘DRENTHE’ Assen (0592) 85 45 00 Als je de kraan opendraait... Buro HOLLEMA Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT HOLLAND CASINO Groningen Groningen (050) 317 23 17 Een mooie gelegenheid om uit te gaan ARCADIS Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie) HULZEBOSCH Grondwerken B.V. Beilen (0593) 52 21 39 Natuurbouw, grond-, straat- en rioleringswerk, leverantie van zand en grind KADASTER DIRECTIE NOORD Assen (0592) 30 48 88 Bevordert de rechtszekerheid bij het maatschappelijk verkeer in vastgoed CHRISTIAAN DEN DEKKER B.V. Lisse (0252) 41 86 50 De ecologische aanpak in waterbodemsanering QUERCUS Boomverzorging en Advisering Emmen (0591) 51 27 07 Uw bomen, onze zorg Veenbedrijf HAVERKORT VROOMSHOOP B.V. Vroomshoop (0546) 64 38 02 Veenafgraving, verkoop veengrond en tuinaarde N.V. Waterbedrijf GRONINGEN Groningen (050) 368 86 88 Wees wijs met water BUNING Wegenbouw B.V. Zuidwolde (0528) 37 31 64 Grond-, straat- en rioleringwerkzaamheden. Levering zand

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

NATIONALE POSTCODE LOTERIJ Amsterdam (0900) 300 15 00 Ma. t/m vr. 09.00 - 21.00 uur Loterij voor mens en natuur RTV Drenthe Assen (0592) 33 80 80 Radio Drenthe, TV Drenthe, RTV Drenthe Programmablad Stichting Publieksvoorlichting NOTARIAAT DRENTHE Postbus 1 – 7860 AA Oosterhesselen Namens de gezamenlijke notarissen in Drenthe KONINKLIJKE VAN GORCUM BV Uitgeverij/grafisch bedrijf Assen (0592) 37 95 55 Bureau B + O ARCHITECTEN Rheebruggen (0521) 35 10 14 BORK B.V. Stuifzand (0528) 33 12 25 Sloopwerken, asbestsanering en puinrecycling DE ROO DRENTE BV Stadskanaal (0599) 61 28 52 Cultuurtechniek en groenvoorzieningen ERDMAN SCHMIDT Hoogeveen (0528) 27 72 66 Lichtgewicht tenten en slaapzakken HARWIG Installatiegroep Emmen (0591) 65 67 69 Almere (036) 530 22 72 Elektrotechniek, cv/sanitair, telematica, beveiliging DAGBLAD VAN HET NOORDEN Groningen (050) 584 44 44 BARSINGERHORN CONSULTANCY Delfzijl (0596) 61 22 66 Training en coachen van personeel en organisatieadvies BTL UITVOERING Vestiging Emmen (0591) 63 00 80 www.btl.nl Aanleg en onderhoud van stedelijk/landschappelijk groen en historische buitenplaatsen Architectenbureau WOUDA & VAN DER SCHAAF Meppel (0522) 25 57 96 DESTIC KUNSTSTOFFEN B.V. Veendam (0598) 61 45 64 Productontwikkeling, displays, bewerkingen, inrichting en presentaties OCTANORM® Bunne (050) 309 51 33 Leverancier van aluminium interieurbouw-, standbouwen displaysystemen RANDSTAD DRENTHE Assen (0592) 39 77 11 Tijdelijk en vast personeel mede mogelijk gemaakt door Randstad JBF MULTI MEDIA COMMUNICATIE Groningen (050) 313 59 20 De Verhalenvertellers CONCORDIA BOUWMATERIALENHANDEL Meppel (0522) 25 36 31 Hout- en bouwmaterialenhandel OOSTERHUIS BV Nijeveen (0522) 49 16 86 Loonbedrijf - Aannemersbedrijf g.w.w. - Landschapswerk VAN DER ZEE VLEESGROOTVERBRUIK Emmen (0591) 63 70 01 Leverancier van vlees, vleeswaren, kaas, wild en gevogelte WOONCONCEPT Meppel (0800) 61 62 Meer dan wonen

Stichting ‘Het Drentse Landschap’ zet zich in voor het behoud van de Drentse natuur en maakt zich sterk voor het in stand houden van ons culturele erfgoed. Dit doet ze door het aankopen en beheren van natuurterreinen en cultuurhistorisch waardevolle objecten. Stichting ‘Het Drentse Landschap’ behartigt ook de belangen van:

• • • •

Stichting Drentse Boerderijen Stichting Oude Drentse Kerken Stichting Orvelte Stichting Lemferdinge


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.