Joep het egeltje
Tekst Illustraties Adriaan BijlooEr zit iets geks onder de struiken. Tip de Kip heeft het ontdekt, toen ze op zoek was naar zaadjes. Ze deed haar snavel pijn aan iets met stekels.
‘Een stekelbal!’ riep ze, en meteen kwamen de andere dieren van de Kakelhoeve aangerend.
Nu staan ze nieuwsgierig te kijken.
Het is inderdaad een balletje met stekels. En het beweegt!
‘Dat is niet zomaar een stekelbal,’ weet Mawa de kat. ‘Dat is een egeltje!’
De andere dieren kijken verbaasd.
Gijs de Geit houdt zijn gezicht dichtbij het Egeltje. ‘Hallo?’ zegt hij vriendelijk. ‘Is daar iemand?’
Even blijft het stil.
Maar dan komt heel voorzichtig een gezichtje tevoorschijn uit het stekelballetje.
‘Ik ben Joep,’ zegt het egeltje. ‘Ik ben op zoek naar een veilig plekje.’
‘Dat komt goed uit,’ zegt Harry de Haan. ‘Hier op de Kakelhoeve is het superveilig.’
‘O ja?’ vraagt Tip de Kip. ‘Ik heb anders wel net mijn snavel pijn gedaan.’
‘Als je echt een veilig plekje zoekt, moet je in een hol gaan zitten,’ stelt Hein Konijn voor.
‘Of op een hoge stok,’ zegt Tip de Kip.
Maar Mawa schudt haar hoofd. ‘Het hoort toch overal veilig te zijn?’ vraagt ze.
‘Tja… dat hóórt wel,’ zegt Gijs de Geit nadenkend, terwijl hij op een strootje kauwt. ‘Maar is het ook zo?
En wie zorgt ervoor dat het écht veilig is?’
Samen met Joep het egeltje maken de dieren een rondje over de boerderij.
‘Kijk,’ zegt Hein Konijn. ‘Daar is een hek. Dat heeft de boer neergezet, zodat auto’s niet zomaar over ons erf rijden. Als je buiten het hek komt, moet je héél goed uitkijken.’
Even later komen ze bij de voerbakken.
‘Hier komt elke dag eten in,’ legt Harry uit. ‘Daar zorgt de boerin voor.’ Joep kijkt naar de voerbakken.
‘Maar hoe weet ik of het niet giftig is?’ vraagt hij bang. ‘De boerin let erop dat het gezond eten is,’ stelt Harry hem gerust.
Ze laten Joep ook zien waar hij kan schuilen als het regent.
Ze vertellen wat hij kan doen als een ander dier hem plaagt: dan kan hij naar Tip de kip gaan om te vertellen wat er gebeurd is.
‘En als je ziek bent, zorgt de boer voor je,’ vertelt Snuffel de hond. ‘En soms belt de boer de dierendokter om je beter te maken.’
De dieren leggen Joep ook uit wat de verkeersregels zijn op de boerderij: als je het geluid van de trekker hoort, moet je binnen blijven óf heel goed opletten. Joep knikt. ‘Dat zal ik doen,’ belooft hij. ‘Mooi,’ zegt Harry. ‘Dan hoef ik niet voor verkeersagent te spelen.’
Als ze de hele Kakelhoeve hebben laten zien, vragen de dieren: ‘En? Vind je het veilige plek?’
Het egeltje knikt. ‘Het is al veilig en het blijft ook veilig,’ zegt hij tevreden. ‘Dankzij de boer en de boerin en de andere dieren en de dierendokter.’ Ik denk dat ik het hier wel naar mijn zin zal hebben!’
Dat denken de andere dieren ook.
En ze spreken één nieuwe regel af: als je in de struiken zaadjes zoekt, kijk je eerst of er geen ste… egeltje ligt.