© 2024 Kwintessens, Amersfoort www.Kwintessens.nl
Oorspronkelijk verschenen in het Duits bij Herder Verlag GmbH
© Annette Langen, Die Weihnachtsgeschichte, illustraties Martina Hoffmann
© 2019 Herder Verlag GmbH, Freiburg in Breisgau
Auteur
Annette Langen
Illustrator
Martina Hoffmann
Vertaling
Cora Vlaming
Brenda de Wilde
ISBN 978 90 5788 613 3
Bestelnummer 2606
NUR 224
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Het verhaal van Jezus begint meer dan tweeduizend jaar geleden. Keizer Augustus heerste vanuit Rome over bijna de hele wereld. De keizer had in het land Israël een koning benoemd: koning Herodes. Hij was een slechte koning, die wrede en gemene dingen deed. De mensen in Israël hadden het er daardoor zwaar. Ze hoopten dat God zag hoe zwaar zij het hadden en dat Hij een redder zou sturen. In die tijd woonde er een jonge vrouw in Nazaret: Maria.
Op een dag kwam er plotseling een engel bij Maria in huis.
Hij zei: ‘Wees gegroet, Maria. Ik breng je een bericht van God. Hij is bij je.’
Maria schrok. Een engel op bezoek?
De engel stelde haar gerust: ‘Wees maar niet bang. God heeft jou uitgekozen. Je mag de moeder van zijn zoon worden.
Je zult hem Jezus noemen. Hij zal een grote koning zijn voor alle mensen, voor altijd.’
‘Maar hoe kan dat?’ vroeg Maria. ‘Ik heb toch geen man?
Het duurt nog een tijdje voordat ik met Jozef ga trouwen!’
‘Gods geest zal bij je komen. En zo zal jouw zoon de zoon van God zijn. Je zult het zien Maria: voor God is niets onmogelijk!’
zei de engel.
Maria knikte. ‘Dan zal het zo gaan,’ antwoordde ze.
Zo onverwacht als hij gekomen was, was de engel ook weer weg.
Zoals de engel het gezegd had, gebeurde het: Maria verwachtte een kindje.
In die tijd stuurde keizer Augustus bodes naar alle plaatsen van zijn rijk. Ook naar de kleine straatjes van Nazaret. De bode riep met harde stem: ‘Luister naar het bevel van keizer Augustus. Alle mensen moeten naar de plaats gaan waar hun familie vandaan komt. Daar zullen ze worden geteld. Ga zo snel mogelijk!’
Denk je toch eens in: het rijk van keizer Augustus was zo groot, dat hij geen idee meer had over hoeveel mensen hij de baas was! Daarom moest iedereen worden geteld. Ook Jozef en Maria moesten op reis. Ze gingen naar Betlehem, want daar kwam de familie van Jozef vandaan.