4 minute read

Veel om je over te verwonderen

Next Article
Ik ben er voor jou

Ik ben er voor jou

Alle lessen in dit nummer gaan over wonderen of wonderlijke gebeurtenissen. Je mag er je schouders over ophalen, giechelen of onder de indruk zijn, maar hoe dan ook is er veel om je over te verwonderen.

Het is nog niet zo makkelijk om een goede definitie te geven van wat een wonder precies is. Maar daar gaat het ook niet om. Kinderen maken kennis met allerlei wonderlijks: van het eenvoudige en soms overrompelende gegeven dat je bestaat, tot onvoorstelbare verhalen over bijzondere mensen met bovennatuurlijke gaven. De komende weken komt het allemaal voorbij en kinderen voelen en bedenken wat het met ze doet.

Het wonder van het gewone

Soms kun je wonderen ontdekken in heel gewone dingen en vaak kun je dat dan vinden in de natuur. In alle bouwen is een les opgenomen waarin kinderen worden uitgenodigd om eens goed te kijken naar iets uit de natuur: bloemetjes die zomaar opkomen of kunstig geordende patronen in een bloem. Je gaat er gemakkelijk aan voorbij, maar als je er aandacht aan besteedt kun je er toch van onder de indruk raken en is het een klein wonder dat dat er allemaal zomaar is. Met de jongste kinderen kijken we ook met die ogen naar onszelf: dat dat zomaar kan, in een paar jaar van een klein baby’tje uitgroeien tot wie je nu bent en wat je allemaal kunt.

Wereldwonderen

De lijst van wereldwonderen is indrukwekkend. Het zijn stuk voor stuk onvoorstelbare creaties van mensen. In de lessen komen twee van die wereldwonderen aan bod. Het ene wonder is de piramide van Cheops. Het blijf moeilijk je voor te stellen hoe mensen met eenvoudige gereedschappen dat enorme bouwwerk zo precies hebben kunnen maken. Het andere wonder is de stad Machu Picchu in het Andesgebergte in Peru. De Inca’s hebben die stad gebouwd midden in de bergen, op een hoogte van ongeveer 2500 meter. De inspanning die ze daarvoor hebben geleverd is bijna niet te bevatten. Nog steeds is het niet helemaal duidelijk hoe de piramide van Cheops en Machu Picchu precies gebouwd zijn.

Wonderverhalen

In vrijwel alle levensbeschouwingen zijn er verhalen over wonderen die zich voltrekken. In de lessen horen we die verhalen vanuit alle windstreken en tijden. Uit de christelijke traditie horen we de verhalen over Jezus die over water loopt, over Jezus die een verlamde man geneest en over een weduwe die van haar laatste meel een koek bakt voor de hongerige profeet Elia en daarvoor wonderlijk beloond wordt. Uit andere tradities horen we verhalen over de profeet Mohammed die op wonderlijke wijze gered wordt van achtervolgers, over de hindoegod Indra die een boom opnieuw tot leven brengt en over de Boeddha, die in een mum van tijd een mangoboom laat groeien.

Al die wonderverhalen zijn waardevol in zichzelf. Ze raken een thema of een symbool dat betekenisvol kan zijn in je leven. Kinderen zijn daar soms gevoelig voor en als het verhaal nu niet zoveel voor ze betekent, kan dat later toch betekenis voor ze krijgen en is het goed dat ze het verhaal hebben leren kennen. In de werkvormen rond deze verhalen proberen we niet al te veel uit te leggen. We nodigen kinderen vooral uit om zelf met het verhaal aan het werk te gaan. We proberen daarvoor steeds uitnodigende en creatieve werkvormen aan te reiken, waardoor kinderen zich hopelijk laten verleiden om zich in de verhalen te verdiepen.

Onderbouw

In een eerste les kijken we met de jongste kinderen naar de natuur, die in deze tijd weer tot leven komt. Het is een mooi begin van de serie lessen. We vragen aandacht voor iets wat gewoon en wonderlijk tegelijk is. In een andere les gaat het daar ook om en bedenken we met de kinderen hoe wonderlijk het eigenlijk is dat je bestaat en groeit. Daarnaast zijn er twee lessen met wonderverhalen uit godsdiensten. We werken met het verhaal van een verlamde man, die door zijn vrienden wordt meegenomen naar Jezus in Kafarnaüm en door hem genezen wordt. En we horen het verhaal van Mohammed die zich met zijn vriend Abu Bakr in een grot verschuilt voor zijn achtervolgers en op wonderlijke wijze gered wordt. Voor de hoeken worden weer suggesties uitgewerkt die deze periode gedaan kunnen worden: veel prentenboeken over wonder en een magische manier om te werken met kleuren.

Middenbouw

In de serie voor de middenbouw zijn er twee lessen waarin kinderen wonderlijke dingen verkennen in de wereld om hen heen. In een eerste les bekijken ze planten en dieren van dichtbij. In een andere les verkennen ze situaties waarin mensen hopen op een wonder. In de andere drie lessen krij- weduwe, die haar allerlaatste water en zelfgebakken koek aan de hongerige profeet Elia geeft. Bij thuiskomt blijkt haar voorraad meel en olie wonderlijk genoeg aangevuld en onuitputtelijk te zijn.

Bovenbouw

De lessenserie voor de oudste kinderen begint met een open gesprek over wat een wonder eigenlijk is of kan zijn. In een volgende les bekijken de kinderen patronen in de natuur, bijvoorbeeld patronen in bloemblaadjes. De natuur is op een wonderlijke manier geordend. Daarna zijn er drie lessen waarin leerlingen verhalen uit levensbeschouwelijke tradities krijgen aangereikt, maar zoals altijd geldt dat het geen enkel probleem is om de volgorde van de lessen te veranderen. Kinderen maken kennis met de stad Machu Picchu die door Inca’s in het hooggebergte van de Andes is gebouwd; het is een van de wereldwonderen. Ze horen ook het verhaal van Jezus die over het water loopt en verkennen hoe verschillend zijn leerlingen daarop reageren. En er is het verhaal van Boeddha, die zijn leerlingen verbiedt om wonderen als kunstje te doen, en daarna één keer op onvoorstelbare manier laat zien dat hij zelf heus wonderen kan doen.

Pasen

gen ze wonderlijke verhalen en beelden aangereikt uit verschillende tradities. De piramide van Cheops wordt gezien als een van de wereldwonderen en de kinderen gaan zich erin verdiepen. In een verhaal uit de hindoetraditie maken ze kennis met een papegaai die trouw blijft wonen in zijn boom, ook al sterft die boom. De god Indra wekt de boom wonderlijk genoeg weer tot leven. En we horen het verhaal over een

In dit nummer is weer een katern opgenomen met suggesties om in de groep, bouw of met de school het paasfeest te vieren. Er is een vervolgverhaal dat in de week voor Pasen naverteld kan worden in de groep en daar zijn ook kleine lessuggesties bij. Daarna is er een viering om samen het feest te vieren. Het paaskatern staat op zichzelf, maar in de verhalen en de viering is wel aandacht voor het wonder, net als in de andere lessen van dit nummer.

This article is from: