Inkijkexemplaar Hemel en Aarde - jaargang 24 nr. 1

Page 1


VAN ZOMERVAKANTIE

TOT HERFSTVAKANTIE Nr 1 Jaargang 24, herfst 2024

methode levensbeschouwing voor het basisonderwijs

Heelal ● Ruimte voor jezelf ● Sfeer ● Plaatsmaken

openingsviering

Een fijne ruimte

Met de bouwstenen op deze pagina kun je een viering samenstellen als opening van het schooljaar. De viering sluit thematisch aan bij het herfstnummer van Hemel en Aarde.

Nodig

– muziekinstrumenten voor de liedbegeleiding

– rustige muziek via speakers in de vierruimte

een viertafel met daarop een mooi kleed, een vaas met bloemen en een grote kaars eventueel kleurige doeken, lantaarns met waxinelichtjes en spotjes

– teksten uit deze Hemel en Aarde

Voorbereiding

– Maak van een ruimte een speciale vierruimte met bijvoorbeeld kleurige doeken en vazen met bloemen of takken. Doe dat zo, dat de bijzondere elementen afzonderlijk in het licht gezet kunnen worden (met spotjes of tijdelijke lichtbronnen).

– Zet een viertafel neer en richt deze in.

– Oefen het Ontmoetingslied (zie Viering op het digibord) met alle groepen.

– Wijs een leerkracht aan als voorganger in de viering en vraag een leerkracht voor het lezen van het gedicht en het verhaal.

Verloop

Opening

De kinderen komen binnen terwijl rustige muziek klinkt. Het licht is gedempt en eventuele gordijnen zijn gesloten. Een leerkracht leest het gedicht Lege Ruimte voor (Gedichten en gedachten, p10/11). De voorganger heet iedereen welkom en zegt:

Ik verheug me op een fijn schooljaar met jullie allemaal. Hopelijk gaan we vaak samenkomen in deze ruimte, om te vieren en aan elkaar te laten zien en horen waar we mee bezig zijn. Maar het is hier nog een beetje somber. Laten we daar iets aan doen.

Twee leerkrachten lopen rustig langs de randen van de ruimte en brengen die met duidelijke gebaren tot leven: ze doen gordijnen open, zetten met spotjes de bloemen in het licht en steken lichtjes aan in de lantaarns.

Voorganger:

Zo, dat is beter. Tot slot steek ik deze bijzondere kaars aan, speciaal voor … (hier noemt u iets wat bijzonder leeft op school).

Lied

Alle kinderen zingen samen het Ontmoetingslied via het digibord

Verhaal

Een leerkracht leest het verhaal Maak een beetje ruimte voor (onderbouw, les 2).

Rondkijkoefening

De voorganger vraagt alle kinderen om te gaan staan en stil te worden. Laat de kinderen eerst even aandachtig kijken naar de kinderen die naast en voor hen staan. Laat dan iedereen een kwartslag naar links draaien en aandachtig kijken naar alles wat ze nu kunnen zien. Laat dan iedereen weer een kwartslag draaien, zodat de achterkant van de ruimte in beeld komt. Dan draait iedereen naar de andere zijkant en ten slotte weer naar de voorkant van de ruimte. Geef elke kant steeds voldoende tijd. Herhaal deze oefening, maar nu blijven alle kinderen uit groep 4 tot en met 8 zitten, zodat de jongste kinderen beter kunnen zien. Vraag eventueel enkele kinderen wat hen is opgevallen.

Gedicht

Een leerkracht leest het gedicht Tip voor wie van ruimte houdt voor (Gedichten en gedachten, p10/11).

Gebed

De voorganger spreekt het gebed uit.

God van alle mensen, ga met ons mee dit nieuwe schooljaar.

Geef ons de kracht die wij nodig hebben.

Wij denken daarbij vooral aan …

Help ons om van dit jaar een mooi jaar te maken.

Een jaar waarin we samen van deze school een fijne ruimte maken

Een jaar waarin we ruimte maken voor elkaar.

Amen

Slotlied

Allen zingen samen het schoollied. De voorganger blaast de kaars uit.

COLOFON

Hemel en Aarde methode levensbeschouwing voor het basisonderwijs.

Redactie

Ron Benjamins, hoofdredacteur

Mariska Bijvank, Marieke de Geus, Marijke van Ooijen, Liesbeth Vroemen, Sandra Wemer

Eindredactie

M+ Redactie & Communicatie, Utrecht

Illustraties

Pauline Oud (onderbouw)

Saskia van Gerven (middenbouw)

Helen van Vliet (bovenbouw en Gedichten en gedachten)

Foto’s en beelden

Omslag, © Jenny Lindhout, pagina 2 en 3, Jenny Lindhout en Wikimedia Commons, pagina 4 en 5, Wikimedia Commons, pagina 8 en 9 Dreamstime, pagina 3 omslag, © Jenny Lindhout

Vormgeving

Twin Media bv, Joke Boer, Zeist

Druk

Damen Drukkers

Uitgever

Kwintessens, Berkenweg 11, Amersfoort

Postbus 1492, 3800 BL Amersfoort

T 033 460 60 11

E hemelenaarde@kwintessens.nl

Uitgever: Erik Idema I www.hemelenaarde.nl

NL39INGB0000192930

Abonnementen

Hemel en Aarde verschijnt vijf keer per schooljaar. Een abonnement op Hemel en Aarde bestaat uit een basislicentie plus een vast bedrag per groep. De abonnementsprijs voor het schooljaar 2024-2025 bedraagt € 425,00 voor de basislicentie en € 45,00 per groep. Abonnementen kunnen bij ieder nummer ingaan en worden jaarlijks automatisch verlengd. Het abonnementsjaar loopt parallel aan het schooljaar. Opzeggingen moeten schriftelijk vóór 1 juni worden ingediend.

Abonnees van Hemel en Aarde hebben ook toegang (via Basispoort) tot het aanvullende digitale lesmateriaal op de website www.hemelenaarde.nl.

Het is niet toegestaan de magazines en het aanvullende digitale lesmateriaal van Hemel en Aarde te delen met scholen die geen eigen basisabonnement op Hemel en Aarde hebben afgesloten. Het is evenmin toegestaan het materiaal van Hemel en Aarde te kopiëren met uitzondering van de werkbladen. Op een abonnement op Hemel en Aarde zijn onze algemene verkoopvoorwaarden van toepassing. Zie www.kwintessens.nl/verkoopvoorwaarden.

Proefabonnement

Een proefabonnement op Hemel en Aarde omvat één editie en kost € 55,-. Het aantal magazines dat wordt geleverd in het proefabonnement komt overeen met het aantal groepen van de school. Toegang tot het aanvullende digitale lesmateriaal op de website www.hemelenaarde.nl is onderdeel van het proefabonnement.

Contact met de abonnementenservice

T 033 460 19 43

E abonnementen@kwintessens.nl

Contact met de redactie

T 033 460 19 43

E hemelenaarde@kwintessens.nl

Privacy

Lees onze privacyverklaring op www.kwintessens.nl/privacy.

Copyright Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/ of openbaar gemaakt door middel van druk/fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.

4 6

Ruimte

Openingsviering

Een fijne ruimte

Introductie

Waar ben je? door Ron Benjamins

Achtergrond

Avonturen in de ruimte door Marie-Louise Vroemen

Meer over … door Geerteke Boesten en uitgeverij Kwintessens

Weer wat geleerd

Verhalen waarover het laatste woord nooit gezegd is door Liesbeth Vroemen

Gedichten en gedachten door Bette Westera

Onderbouw

De ruimte om je heen door Monique van der Zanden

Middenbouw

Wat is dit voor een ruimte? door Wendy Dannenburg

Bovenbouw

Mijn ruimte door Tineke de Lange

Meer uit de Bijbel

In het volgende nummer Mens

Waar ben je?

Waar ben je, als je dit leest? Misschien ben je thuis of in de klas, zit je in de lerarenkamer of in de bus. Zijn er mensen dichtbij je? Kunnen ze meelezen? Misschien is er veel licht of juist weinig, zit je rustig, aan een tafel of sta je bij een kast even snel te scannen waar dit nummer over gaat. Is het er krap of ruim, rustig of druk? Het maakt uit in welke ruimte je bent voor hoe je je voelt en hoe je je gedraagt. Met de lessen in dit nummer onderzoeken we samen met de kinderen wat ruimte is.

Ruimte is een woord met veel betekenissen. Het gaat over de inrichting van een gebouw of van een kamer, maar ook van een straat of een dorp. Ruimte gaat ook over het heelal, de ruimte, de hemel. Ruimte kan ook betekenen: elkaar willen zien en begrijpen, ruimte geven aan elkaar, aan een ander en jezelf. Al die verschillende betekenissen van ruimte komen in de lessen aan de orde.

Inrichten

Als een ruimte goed is ingericht, dan lijkt het alsof het allemaal niet anders had gekund. Maar als je in een kale ruimte staat waar alles nog op zijn plek moet komen, merk je hoe lastig het kan zijn om een ruimte goed in te richten. Je moet keuzes maken over wat je in de ruimte wilt doen, waar plek voor moet zijn, wat belangrijk is en wat minder. Als het goed gaat, heeft de ruimte de functies en de sfeer die het gedrag uitlokken waar het voor bedoeld is: een fijne ruimte om te lezen, om samen te kletsen, om te sporten of kunst te bekijken. Met de kinderen

verkennen we wat een school en een klas een fijne ruimte maakt. Wat wil je daar kunnen doen en hoe moet het er dan uitzien? In bijna elke ruimte is het belangrijk om een plek voor jezelf te hebben, waar je je prettig en op je gemak voelt. In de bovenbouw besteden we heel gericht aandacht aan dit aspect. Met de kinderen proberen we met de basisregels van Feng Shui het lokaal in te richten en te zorgen dat levenskracht kan stromen en alles in evenwicht is. In een andere les maken kinderen kennis met Glopperloo, een leuk dorp dat de laatste jaren stevig gegroeid is en waar nu, volgens sommigen, een grotere weg moet worden aangelegd. Moet dat echt? En moet die dan dwars door het bos?

Heilige ruimte

Bijna alle godsdiensten kennen heilige ruimten, waar een heel eigen sfeer heerst en waar bijeenkomsten en rituelen worden gehouden. In alle bouwen is een les opgenomen waarin zo’n ruimte wordt verkend: een moskee, een katholieke kerk en de joodse tabernakel. Zoals altijd is het de moeite waard om ook lessen van een andere bouw te bekijken, om te zien of daar een geschikte les voor je eigen groep bij zit. Vooral deze lessen lenen zich daarvoor.

Feng Shui
Gebedsruimte van de synagoge aan de Gerard Doustraat te Amsterdam –foto A.J. van der Wal

Schepping

De ruimte van de wereld en de aarde is een heel bijzondere ruimte. Het begin al met buiten, in de open lucht, het bos of het strand of op straat. Het is een ruimte die bestaat omdat die eigenlijk niet afgebakend is. In veel godsdiensten worden verhalen verteld over hoe de buitenruimte door God of goden is gemaakt, aan het begin van alles, van tijd en ruimte. In de lessen komen die scheppingsverhalen aan de orde, zoals een Braziliaans verhaal waarin vogels het dak van de hemel omhoogduwen waardoor er ruimte ontstaat. Met de kinderen in de bovenbouw denken we na over hoe onmetelijk het heelal is. We rekenen en dichten over die bijna onbegrijpelijke eindeloosheid.

Ruimte voor jezelf

Elkaar niet beknotten, afkappen of voor de voeten lopen: ook dat is een manier van ruimte geven en ervaren. Het is fijn als je jezelf kunt zijn en ervaart dat je gezien en gekend wordt. Ieder mens heeft die ervaring nodig. En daarom is het belangrijk om elkaar dat te gunnen, om ruimte te maken voor een ander. Met de kinderen verkennen we deze vorm van erkennen, geven en nemen.

Je kunt ook ruimte voelen in jezelf. Je ervaart dat het sterkst als die ruimte er een tijdje niet is, omdat je je bedrukt voelt, bijvoorbeeld door verdriet of schuldgevoel. Als je je daarvan bevrijd weet, voel je je opgelucht en ervaar je weer ruimte in jezelf. Alles is weer lichter en je kunt weer vrijer ademhalen. Veel kinderen kennen dit wel. In de lessen onderzoeken we het en kunnen kinderen er bewust mee leren omgaan.

Onderbouw

De lessen met de kleutergroepen beginnen met een verkenning van het klaslokaal. Wat vind je fijne plekken? Hoe groot is het klaslokaal eigenlijk? Wat kun je er goed verstoppen? Alle lessen kunnen altijd in een willekeurige volgorde worden gegeven, maar we zorgen ervoor dat de eerste les een goede introductie op het onderwerp is. Aan de hand van een Bijbelverhaal over

Jezus die aan kinderen vraagt om erbij te komen, verkennen de kinderen hoe het is om erbij te horen of uitgesloten te worden. In een les over de moskee leren ze meer over dit godsdienstige gebouw. In een les over een Braziliaans scheppingsverhaal leven kinderen zich met een dramatische werkvorm in in het ontstaan van het hemelgewelf en de ruimte boven de aarde. En ze verkennen hoe het is om ruimte te maken voor een ander, bijvoorbeeld als er een broertje of zusje geboren wordt.

Middenbouw

Welke soorten ruimtes zijn er eigenlijk en hoe dicht zit je daar dan bij elkaar? In een eerste verkennende les stellen de kinderen zich allerlei ruimtes en situaties voor. In andere lessen verkennen ze welke plek ze voor zichzelf thuis hebben, en hoe het is om in de grote ruimte buiten te zijn, in het bos of op het water. De kinderen komen meer te weten over een katholieke kerk, hoe die is ingericht en de bijzondere werking van glas-inlood ramen. En ze denken na over hoe je een school kunt ontwerpen, wat je in zo’n gebouw wilt doen en wat dat voor de indeling ervan betekent. En ze staan stil bij het gevoel van opluchting dat je kunt ervaren, ruimte in jezelf, als je je bedrukt hebt gevoeld en dat opgelost is. Het verhaal over Jezus en Zacheüs maakt dat invoelbaar.

Bovenbouw

Hoe dicht mag een ander bij jou komen en wat is dan het verschil tussen bijvoorbeeld iemand naast je in de bus en je oma naast je op de bank? De eerste les is een goede verkenning van hoe je verschillende ruimtes en je eigen ruimte kunt ervaren. Maar elke les kan als eerste gegeven worden, de volgorde van de lessen kun je zelf bepalen. De inrichting van de ruimte staat centraal in een les over het dorp Glopperloo, dat zo hard groeit dat er een grote weg zou moeten worden aangelegd, maar hoe en waar precies? In een andere les proberen kinderen het klaslokaal in te richten met de regels van het Chinese Feng Shui, waarbij ze letten op het stromen van levenskracht en het evenwicht in de ruimte. Ze leren ook meer over de tabernakel, de draagbare heilige ruimte van het Joodse volk. De kinderen staan stil bij de eindeloze ruimte van het heelal en ook bij het gevoel van opluchting in verschillende situaties, waardoor je ruimte in jezelf ervaart.

Ruimte op het strand – foto Ruud Onos

De ruimte om je heen

Levensbeschouwelijk perspectief

De ruimte waarin je verblijft heeft invloed op je gedrag en op je gevoel.

Bedoeling

De kinderen worden zich bewust van het klaslokaal als ruimte.

Nodig

– voorwerpen om in de klas te verstoppen (zie werkblad)

Opstap

Zet het openingsbeeld klaar op het digibord door op het lesnummer te klikken.

Vraag de kinderen om op het plekje in de klas te gaan zitten dat ze het allerfijnst vinden. Als iedereen zit, mag wie wil vertellen waarom hij of zij juist dat plekje zo fijn vindt. Vraag de kinderen daarna: Wat vind je het minst fijne plekje in de klas? Waarom? Hoe is het om vaak in deze klas te zijn? Gedraag je je in de klas anders dan thuis? Voelt het anders dan thuis? Wat voelt er anders?

Kern

Vertel de kinderen dat ze gaan meten hoe groot het klaslokaal is. Laat ze hand in hand een lange slinger maken van de ene kant van het lokaal naar de andere. En dan nog eentje tussen de overgebleven wanden. Kijk samen naar het resultaat. Zijn er kinderen genoeg? Hoeveel kinderen zijn er wel niet voor nodig? Vraag: Vind je het een groot lokaal? Welke ruimte is kleiner? Welke is groter?

Vraag de kinderen: Zou je tikkertje kunnen spelen in de klas? Waarom zou dat lastig zijn? Waar kan het bijvoorbeeld wel? Waarom? Welke spelletjes zou je hier wél kunnen spelen? Zou je hier bijvoorbeeld verstoppertje kunnen spelen?

Laat ze proberen verstoppertje te spelen en vraag daarna: Was het moeilijk om je te verstoppen? Waarom? In wat voor soort ruimte zou het gemakkelijker zijn? En een voorwerp verstoppen in de klas, zou dat wel kunnen?

Laat het werkblad zien. Bespreek met de kinderen welke voorwerpen je kunt verstoppen in de klas. Welke misschien? Welke niet? Speel een paar rondes verstoppertje met voorwerpen. Laat de kinderen elke ronde van tevoren zien wat er verstopt gaat worden. Vraag na afloop van het spel: Waarom zijn sommige dingen gemakkelijk te vinden en andere moeilijk? Hoe komt dat, denk je? Wat zou je in een andere ruimte wél kunnen verstoppen? Waar dan?

Afsluiting

Kijk samen goed rond in de klas. Er staan heel veel dingen in het klaslokaal. Speel het spel Ik zie ik zie wat jij niet ziet

Extra

Verdeel de kinderen in kleine groepjes en laat elk groepje binnen of buiten een fijne ruimte maken voor zichzelf; bijvoorbeeld een tuintje of een hut. Als ze klaar zijn, mogen ze elkaar rondleiden en vertellen wat dit plekje voor hen zo fijn maakt.

Wat is dit voor een ruimte?

Levensbeschouwelijk perspectief

De functie, inrichting en sfeer van een ruimte hebben invloed op hoe je je er voelt en gedraagt.

Bedoeling

De kinderen onderzoeken en verbeelden hoe je je in verschillende ruimtes voelt en beweegt.

Nodig

– ruimte in de gymzaal of het speellokaal – voldoende kopieën van het werkblad zodat elk groepje van vier of vijf een ander kaartje kan krijgen

Opstap

Zet het openingsbeeld klaar op het digibord door op het lesnummer te klikken. Laat de kinderen door de klas lopen, eerst rustig, dan sneller. Laat ze daarna weer zitten en bespreek hoe dat was. Makkelijk, moeilijk? Is de klas ervoor gemaakt om snel rond te lopen? Stel voor om naar het speel- of gymlokaal te gaan. Hoe lopen we door de gang? Waarom doen we dat zo? Ga naar het gym- of speellokaal.

Kern

Maak een kring. Maak de kring steeds groter tot iedereen tegen de muur staat. Vraag nu één voor één kinderen naar het midden van de ruimte te lopen. Bespreek hoe dat voelde. Voelt het voor iedereen hetzelfde? Wie heeft graag veel ruimte om zich heen, wie vindt dat juist onprettig? Wie kent een voorbeeld van een plaats waar je veel, misschien te veel ruimte hebt?

Laat nu alle kinderen naar het midden komen, steeds dichterbij tot iedereen op een kluitje tegen elkaar staat. Hoe is dat? Wie vindt dit gezellig of fijn? Wie vindt dit heel ongemakkelijk? In wat voor soort ruimtes ben je dicht op elkaar? Verzamel een paar voorbeelden (met z’n allen in een auto, op een verjaardag, in een lift …).

Verdeel de groep in groepjes van vier of vijf kinderen. Vertel dat ieder groepje een kaartje krijgt met daarop een ruimte. Vertel: Die ruimte gaan jullie uitbeelden. Bespreek eerst met elkaar hoe je je daar voelt en hoe je je daar gedraagt. Bedenk daarna hoe je dit uitbeeldt zonder woorden. Probeer ook te laten zien of de ruimte groot, klein, licht of donker is.

Afsluiting

Laat de groepjes uitbeelden wat ze bedacht en geoefend hebben. De andere kinderen raden welke ruimte het is. Waaraan zien ze dat? Hoe bewegen de spelers? Wat doen ze? Kunnen de toeschouwers ook zien hoe de spelers zich voelen? Als het niet geraden wordt, kun je het groepje met een paar extra aanwijzingen de ruimte nog eens laten uitbeelden.

Extra

Praat met de kinderen over hun ervaringen in een ruimte waarin je je op een bepaalde manier moet gedragen, bijvoorbeeld in een verzorgingstehuis, museum of rouwcentrum. Hoe is dat? Hoe weet je hoe je je moet gedragen? Hoe is het als je dat niet weet en iets doet wat niet hoort?

Laat een kind dat zo’n situatie heeft meegemaakt deze ruimte uitbeelden door als een regisseur andere kinderen op te stellen.

voetbalkooi

speelgoedwinkel grot

bus museum

bospaadje schuur

wachtkamer van de tandarts

Mijn ruimte

Levensbeschouwelijk perspectief

Iedereen heeft een persoonlijke ruimte. Hoe dichtbij iemand mag komen is voor iedereen verschillend.

Bedoeling

De kinderen onderzoeken wat persoonlijke ruimte is en de flexibele grens hiervan.

Nodig

– voor ieder kind een kopie van het werkblad – schrijfmateriaal – per tweetal een meetlint – voor Extra: tekenmateriaal

Vooraf

Bedenk in welke ruimte (klaslokaal, gymzaal, speelplein) deze les uitgevoerd kan worden en kies op grond daarvan welke opdrachten van het werkblad de kinderen gaan doen. Zet in de gymzaal een bank of enkele gymblokken neer voor de zitopdrachten.

Opstap

Zet het openingsbeeld klaar op het digibord door op het lesnummer te klikken.

Vraag de kinderen: Stel je voor, je komt de trein of de bus in.

Waar ga je dan het liefst zitten? En als er iemand in de supermarkt dicht achter je gaat staan, hoe voelt dat dan? En als het iemand is die je kent? En wat vind je fijner in de klas: in groepjes bij elkaar zitten of naast elkaar? De tafeltjes dicht bij elkaar of juist wat verder van elkaar af? Laat de kinderen reageren en vertel dat dit te maken heeft met ruimte.

Hoeveel ruimte heb je nodig en waarom? Dat gaan de kinderen in deze les onderzoeken.

Kern

Deel het werkblad uit en neem met de kinderen de geselecteerde opdrachten door. Ga indien nodig met de kinderen naar de gymzaal of naar buiten. Deel de kinderen op in tweetallen en deel de meetlinten uit. Laat de kinderen dan de opdrachten op het werkblad maken en de resultaten noteren.

Afsluiting

Bespreek samen wat de kinderen ontdekt hebben. Haal opvallende zaken naar voren en laat de kinderen hierover van gedachten wisselen, ook over verschillen in ervaringen en gevoelens bij afstand en nabijheid.

Extra

Bekijk op het digibord enkele kunstwerken waarin ruimte een belangrijke rol speelt. Laat de kinderen eerst beschrijven wat ze zien. Staan mensen en dingen dicht bij elkaar of juist niet? Welk gevoel krijg je daarbij? Waar zou je zelf in dit schilderij willen staan? Op welk schilderij zou je je het prettigst voelen? Hoe komt dat? Deel tekenpapier uit en laat de kinderen zichzelf tekenen in een ruimte die ze fijn vinden, naar keuze met of zonder andere personen.

Hoeveel ruimte heb je nodig?

Ruimte hebben we allemaal nodig. Maar dat is niet altijd en overal hetzelfde. Dat ga je met deze opdracht ontdekken. Hoe werkt het?

Er zijn twee soorten opdrachten: voor in het lokaal en voor in de speelzaal of op het schoolplein. Je doet alleen de opdrachten die horen bij de ruimte die de juf of meester gekozen heeft.

Je werkt in tweetallen. Je speelt elke situatie na. Dus niet alleen lezen, maar zelf proberen! Meet dan met het meetlint hoeveel ruimte je nodig hebt. Schrijf dat op in de tweede kolom van het schema.

In het klaslokaal

Situatie

1 Je fluistert een geheim in het oor van een vriend.

2 Je wilt je even lekker uitrekken.

3 Je doet een toets – niet afkijken!

4 Je zit in de bus naast iemand die je niet kent.

5 Je zit op de bank naast je oma.

6 Je moet iets geven aan de meester of juf van een andere klas.

Stel je voor dat je een sport mocht kiezen. Wat zou je kiezen: judo of tennis?

In de speelzaal of op het schoolplein

Situatie

1 Je zit naast een vriend(in) en praat met elkaar.

2 Je gooit een bal over.

3 Je staat in de rij voor de pinautomaat.

4 Je doet een dansje.

5 Je komt je buurjongen tegen op straat en begint een praatje.

6 In het park zit een mevrouw op een bank. Jij gaat erbij zitten.

Stel je voor dat je een sport mocht kiezen. Wat zou je kiezen: judo of tennis?

Afstand of ruimte

Afstand of ruimte

In het volgende nummer

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.