![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/c92d3f99467f353769df7371c040d90d.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/c92d3f99467f353769df7371c040d90d.jpeg)
Aardig doen
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/9483012a6f2988f51a28fd2a67f2a6b0.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/29bede5a2a22e8d9c002526dab7a43ba.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/474be3d0f99f7e35cd19304b371f38a4.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/a591efc6032cc7cc5b301596ad7ce36e.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/72e1d0e96394d8adda225545742a919f.jpeg)
Bijna iedereen is vrolijk en vriendelijk.
Alleen Hassel loopt een beetje te mopperen. ‘Mopperdemopper,’ zegt hij.
‘Mopperdemopperdemopper…’
Als hij Emmabel tegenkomt, zegt Hassel: ‘Ga eens aan de kant joh. Met je gekke pet!’
Emmabel blijft staan. ‘Dat klinkt niet aardig,’ zegt ze rustig. ‘Waarom doe je zo?’
Hassel haalt boos zijn schouders op. ‘Vannacht ben ik geprikt door een mug,’
vertelt hij. ‘Ik heb geen oog dicht gedaan én ik had een enge droom.
En toen ben ik ook nog met mijn verkeerde been uit bed gestapt.’
‘Wat vervelend voor je,’ zegt Emmabel vriendelijk.
‘Ja,’ zegt Hassel. Hij kijkt haar aan.
‘Sorry,’ mompelt hij dan. Hij voelt zich al ietsje minder somber.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/88e14ce5f612f521e8107f0d584e0a19.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/a591efc6032cc7cc5b301596ad7ce36e.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/548f025c4748e3d6621fc916ae4b8710.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/2d805a800d5f7412385ee74523650b1e.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/248a1bad027390f47a4c36f672f3e713.jpeg)
’s Avonds zijn Hassel, Ep en Zwinzent op bezoek bij Odette.
Ze praten over Emmabel en over aardig doen.
En dan heeft Hassel een idee: ‘Zullen we een feest geven?
Een Emmabel-feest! Speciaal voor Emmabel, en voor iedereen die aardig is.’
‘Wat een goed idee!’ roept Odette.
Ze gaan meteen plannen bedenken voor het feest. Ze vragen Varken of ze haar feestslingers mogen lenen. Er moeten ook lekkere hapjes komen en muziek.
En uitnodigingen natuurlijk, die ze zelf gaan bezorgen.
Het wordt vast een heel leuk feest!
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/51b88fa79ec53ed2ae1eb06aba10d429.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/4e5d97b2ac6199aceee89fbb5f63ffc1.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/cea42c00a07390b4876a8e314da193a2.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/205a296a15d5cd1b18e101ef1c9cee1a.jpeg)
Toelichting en verantwoording
Doel
Als kinderen voor het eerst naar school gaan, komen ze in aanraking met allerlei sociale situaties die ze veelal nog niet eerder hebben ervaren. In een groep wordt er veel meer van de sociale en emotionele vaardigheden van een kind verwacht dan in een gezinssituatie. Zo krijgen ze te maken met verschillende leeftijdgenoten die allemaal op hun eigen manier reageren.
De leraar is soms de eerste (professionele) ‘opvoeder’ waar ze mee te maken krijgen naast hun eigen ouder(s)/verzorger(s). Elk kind gaat op zijn eigen wijze om met de overgang naar school.
Het ene kind zal zich makkelijk aanpassen en veel gewenst gedrag laten zien, terwijl het andere kind daar veel meer moeite mee heeft.
Voor kinderen is het niet altijd even duidelijk welk gedrag er van ze verwacht wordt. Niet alle kinderen hebben een antenne voor deze vaak impliciete gedragsverwachtingen. Het is daarom goed om die uit te spreken. Ook als je denkt dat iedereen dat wel zal begrijpen.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/fb2842751c057ba3a48f0795014a2f3d.jpeg)
Bij de keuze voor de sociale en emotionele vaardigheden en de taak-/werkhoudingsvaardigheden die in de thema’s aan bod komen, is gebruikgemaakt van verschillende leerlijnen, onder andere van Stichting Leerplanontwikkeling (SLO), het CED en het HCO.
De serie Hoe doe je dat? geeft de leerkracht een handvat om met de kinderen in gesprek te gaan over gewenst gedrag, zodat ze zich meer bewust worden van de geldende gedragsverwachtingen.
De gedragsverwachtingen die in de diverse prentenboeken aan de orde komen, hebben specifiek betrekking op emotionele en sociale vaardigheden en op taak-/werkhoudingsvaardigheden.
Gewenst gedrag leren kinderen niet aan door er alleen maar over te praten. Ook het oefenen van gewenst gedrag is belangrijk.
Dat kan met behulp van de vragen, oefeningen en spelvormen in dit boek.
In de verhalen is gekozen voor een fictieve dierenwereld. De dieren maken allerlei (sociale) situaties mee die voor jonge kinderen herkenbaar zijn. Door gebruik te maken van dieren met menselijke eigenschappen, kunnen kinderen zich op een veilige manier met deze dieren identificeren. In de verhalen vertonen de dieren zowel gewenst als ongewenst gedrag. Zo worden de verschillen tussen gewenst en ongewenst verduidelijkt en zijn de verhalen levensechter. Daarbij is het ook goed om te laten zien dat het niet erg is als niet alles meteen goed gaat. Gelukkig kan en mag je nog veel leren.
Het is goed om je te bedenken dat ongewenst gedrag vaak niet bewust ongewenst is, maar bijvoorbeeld voortkomt uit onwetendheid en enthousiasme. Gewenst en ongewenst gedrag zijn termen die we niet gebruiken om te moraliseren, maar om aan te geven dat gewenst gedrag het mogelijk maakt goed te functioneren binnen een groep.
Hoe te gebruiken?
De prentenboeken in de serie Hoe doe je dat? zijn losse delen.
Ze kunnen in willekeurige volgorde gebruikt worden naargelang de behoefte van de kinderen in de groep.
De leerkracht start met het voorlezen van het prentenboek.
Daarna kan het verhaal prent voor prent besproken worden aan de hand van de vragen. In het groepsgesprek dat dan ontstaat, is ruimte voor de kinderen om hun eigen ervaringen te delen, hun gevoelens te verwoorden en vragen te stellen.
Vervolgens bieden de werkvormen de kinderen de mogelijkheid om de diverse gedragingen zelf te ervaren en oefenen. Dit doen ze aan de hand van de verschillende oefeningen en spelvormen.
Deze serie heeft het meeste effect als het voorlezen, het gesprek en de verwerking verspreid worden over meerdere lesmomenten. Veel van de spelvormen en oefeningen kunnen geïntegreerd worden in bestaande lesmomenten zoals het buitenspelen, (vrije) spelmomenten en/of gym.
Vaardigheden
In elk deel van de serie Hoe doe je dat? komen een aantal specifieke emotionele en sociale vaardigheden en/of taak-/ werkhoudingsvaardigheden aan de orde. Deze zijn te vinden in het kader hiernaast. Het niveau van de vaardigheden is afgestemd op groep 1-3 van het basisonderwijs. Binnen de serie komen verschillende vaardigheden aan bod. Sommige vaardigheden komen in meerdere delen aan de orde.
Dit prentenboek gaat over aardig doen tegen een ander en de diverse vaardigheden waarin dit tot uiting komt. Aardig doen is voor kleuters doorgaans nog een vrij algemeen concept. Hoe vaak
zeggen we niet tegen een kleuter ‘aardig zijn voor elkaar, hoor’.
Maar wat doe je dan precies? Hoe ziet aardig zijn eruit? Wat zeg je wel en wat juist niet? Aardig doen begint met je kunnen inleven in een ander. En dat is nu precies wat kleuters nog aan het leren zijn.
In het boek wordt aan de hand van herkenbare situaties duidelijk wat bedoeld wordt met ‘aardig doen’ en waarom het zo belangrijk is. Door het verhaal te lezen, de vragen met de kleuters te bespreken en de vaardigheden te oefenen worden ze er steeds aan herinnerd om aardig te doen. Wie goed doet, goed ontmoet.
In de groep kunnen deze oefeningen dan ook een positief effect hebben op het groepsklimaat. Belangrijk is dat aardig doen tegen anderen niet meteen hoeft te betekenen dat je iedereen even aardig vindt of dat iedereen je beste vriend moet zijn. Aardig doen, kun je tegen iedereen.
In het verhaal krijgen de dieren te maken met een nieuwe postbode. Het valt de dieren op dat deze postbode Emmabel uiterst vriendelijk is en allerlei aardige dingen doet. Iedereen wil wel een beetje op haar lijken. Hierdoor gaan de dieren zelf ook aardige dingen doen. De buurt wordt er nog leuker door!
Uiteindelijk besluiten de dieren Emmabel te verrassen met een feest.
De volgende symbolen kom je tegen in dit deel:
binnenactiviteit
buitenactiviteit
binnen- en buitenactiviteit
naar de website
• Aandacht hebben voor de ander
• Andere kinderen bij naam kennen
• Complimenten geven
• Contact zoeken
• Een ander vergeven
• Elkaar helpen
• Iemand mee laten doen
• Jezelf voorstellen en vragen wie de ander is
• Rekening houden met (de gevoelens van) een ander
• Samen leuke dingen doen
• Sorry zeggen
• Troosten/geruststellen
• Vragen of je iets mag lenen/gebruiken
• Vriendelijk op elkaar reageren
In dit deel komen de volgende vaardigheden aan bod: Aardig doen * HOE DOE JE
• Weten hoe aardig doen voelt
• Weten wat aardig doen betekent
• Weten wat je (nog niet) kan
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/6ddcb5c8ef4d7af729d583d9cd6ad769.jpeg)
25
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/9982055e477a9ae7200d147b27699d2e.jpeg)
Aardige postbode
KRINGGESPREK
Vaardigheid: Weten wat aardig doen betekent
De dieren in het verhaal krijgen een nieuwe postbode. Weten de kinderen nog waar de dieren op hopen? Vertel (eventueel) dat Zwinzent hoopt dat de postbode de post op tijd bezorgt. Odette hoopt dat de postbode de bloemen in de tuin netjes houdt. En Varken hoopt dat de postbode af en toe een praatje maakt. Vertel dat wat de dieren noemen allemaal met ‘aardig zijn’ te maken heeft. Weten de kinderen nog meer aardige dingen die een postbode kan doen? En wat voor aardigs doen zij zelf weleens?
TiP
Speel de aardige dingen die genoemd zijn uit met handpoppen.
Leef je in!
Vaardigheden: Weten hoe aardig doen voelt, weten wat aardig doen betekent
Toon het emotiewiel en laat de kinderen verdeeld over de klas staan. Speel om de beurt de muziekjes van het emotiewiel af en vraag de kinderen hierop passend te bewegen/lopen. Bespreek na elk muziekje: welke emotie voel je bij dit muziekje? Waarom past dat wel/niet bij aardig doen?
Sluit af met het meest ‘aardige’ muziekje en laat de kinderen op hun alleraardigst bewegen. Bespreek na wat er fijn is aan aardig doen en hoe dat voelt.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/c897b9a98da44c5a48954548fae3726a.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/74c74efabade303bfe3e4bf78c50783b.jpeg)
Op de website is het emotiewiel te vinden.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/c81495e0f48f5f4af120e24fdc3e4202.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/e16ee58fd3449b6da5555e5e2244468e.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/38f24fbfc90202587f91f90503701ee0.jpeg)
Aardig met je lijf
TEKENEN
Vaardigheden: Weten hoe aardig doen voelt, weten wat aardig doen betekent
Deel werkblad ‘Silhouet’ uit. Laat de kinderen de lijven inkleuren en verken samen de verschillende lichaamsdelen. Welke aardige dingen kun je met die lichaamsdelen doen? Bijvoorbeeld: met een hand kun je zwaaien, een arm sla je om iemand heen, enzovoort. Bespreek ook hoe het voelt als iemand zoiets aardigs voor je doet.
Kies elke dag een lichaamsdeel uit als ‘handeling van de dag’. Vertel bijvoorbeeld dat de kinderen vandaag extra aardig gaan doen met de handen. Wat kun je allemaal voor aardigs doen met je handen?
Kies samen één ding uit en: doe het maar vandaag!
Elke keer als een kind iets aardigs doet, verdient het een sticker. Hoeveel stickers kunnen de kinderen samen verdienen?
Op de website is het werkblad ‘Silhouet’ te vinden.
VAARDIGHEDEN
• Weten wat aardig doen betekent
• Weten hoe aardig doen voelt
VRAGEN
• Wat gaat er gebeuren in de straat van Zwinzent, Odette en de andere dieren?
• Hoe doet de postbode die jij weleens gezien hebt?
BEWEEGSPEL 27
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/2dbade47b474988abd5d539ec2c5c17a.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/8fd0ad0dc077dfabde38eaa592d23f38.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/127809ceece4dd7ca2a98b84c23f3ff5.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/655ffd1c323b6247b66d12be8e43797f.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/ef7bd8ceacfb32037ffa6c8b17681ab9.jpeg)
Stiekem zwaaien
Vaardigheid: Contact zoeken
Laat een kind naar de gang gaan. Wijs een ander kind aan als ‘geheime zwaaier’. De geheime zwaaier probeert straks contact te maken met de andere kinderen, door een kleine zwaai te maken.
Als een ander dit ziet, doet dit kind dezelfde beweging terug. Kan het kind dat op de gang stond ontdekken wie de geheime zwaaier is?
Variatie
Herhaal dit spel met andere manieren van contact maken (knipogen, glimlachen, toeknikken, een duim opsteken of met de wenkbrauwen omhoog bewegen).
Postbode ‘Lukt het een beetje’
Vaardigheid: Elkaar helpen
ACTIVITEIT
Postbode Emmabel kijkt goed om zich heen en ziet daardoor heel veel. Bijvoorbeeld dat Koe bezig is met haar fiets. En dat Koe misschien wel hulp kan gebruiken. Daarom vraagt ze: ‘Lukt het een beetje?’ Dat is aardig van Emmabel!
Wijs één of twee kinderen aan als postbode ‘Lukt het een beetje’ en geef het/ze de hoofdband (zie werkblad). Tijdens het werken/ spelen kijkt de postbode goed om zich heen. Ziet hij een kind dat hulp nodig heeft? Dan zegt hij het gedag en vraagt: ‘Lukt het een beetje?’ Zegt het kind ‘nee’, dan vraagt de postbode of hij kan helpen.
Maak een bordje met de tekst ‘Lukt het een beetje?’ Ziet een kind een hulpsituatie, dan kan het dit bord in de lucht steken. Bespreek met elkaar de situatie.
Op de website is het werkblad 'Hoofdband postbode' te vinden.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/fe3b642c1ac7db657083ab5637558f0e.jpeg)
Compliment bezorgen
Vaardigheid: Complimenten geven
KNUTSELACTIVITEIT
Geef alle kinderen een envelop of laat ze een envelop vouwen (zie werkblad 'Vouwinstructies envelop').
Leg uit dat postbode Emmabel een compliment geeft aan Koe. Ze zegt: ‘Knap dat je dat kan!’ Een compliment betekent dat je zegt wat je fijn of leuk vindt aan iemand. Dat kan aan iemand die je kent, maar ook aan iemand die je niet kent. Bedenk samen met de kinderen nog meer complimenten.
Laat de kinderen een van de besproken complimenten in gedachten te nemen. Ze schilderen hun gevoel bij dit compliment. Ze vouwen hun kunstwerken op en doen ze in de enveloppen. Bij wie zouden ze hun compliment willen bezorgen? Laat enkele kinderen hun envelop ‘bezorgen’. Hierbij vertellen ze hun compliment. Hoe voelt het voor de ontvanger om het compliment te krijgen?
Transitie
Vraag komende week op verschillende momenten aan de kinderen die nog niet aan de beurt zijn geweest, of ze iemand hun compliment-kunstwerk willen bezorgen.
VAARDIGHEDEN
• Contact zoeken
• Elkaar helpen
• Complimenten geven
VRAGEN
• Hoe begroet de postbode de dieren in de straat?
• Hoe vind jij het als iemand naar je zwaait? Zwaai jij weleens naar iemand? Hoe is dat?
• Wat is een compliment? Welk compliment geeft postbode Emmabel?
Op de website is het werkblad 'Vouwinstructies envelop' te vinden.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/1bd4ffdd3ece23061c4cea4a66ded91d.jpeg)
29 Aardig doen * HOE DOE JE DAT?
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/655ffd1c323b6247b66d12be8e43797f.jpeg)
Bestelnummer: 0714
ISBN: 978-90-5788-617-1
Emmabel is de nieuwe postbode in de straat. Elke morgen zwaait ze naar de dieren en zegt ze vriendelijk ‘Goedemorgen!’ De aardige dingen die postbode Emmabel doet werken aanstekelijk. De dieren maken vaker een praatje met elkaar, vragen hoe het gaat en helpen als het nodig is. Zo wordt het steeds fijner in de straat!
De serie Hoe doe je dat? is bedoeld voor kinderen in de onderbouw van de basisschool. In de verhalen komen onderwerpen aan de orde die voor jonge kinderen herkenbaar zijn. Omdat dieren de hoofdpersonen zijn in de verhalen wordt het voor kinderen makkelijker om vrijuit mee te denken over de situaties, alternatieven te bedenken en uit te proberen. Door de vragen en werkvormen bij de verhalen kunnen kinderen spelenderwijs oefenen met sociale en emotionele vaardigheden. Van de makers van Kwink.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/5bd7a0a2e950272dc91037f7ff70b3f2.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250127143711-7ca472b9026f7513d337e0d5adeb41db/v1/a47c69c31856c615746728ac8aa5137d.jpeg)