Colofon Van de redactie
KIND OPZONDAG
Redactie
Erik Idema (hoofdredacteur)
Jolanda van der Marel
Machteld Touwen
Irma Visser
Eindredactie
ABC Redactie, Culemborg
Uitgever
Erik Idema
Auteurs
Voorbereiden:
Erik Idema
Vieren en Vertellen
Jolanda van der Marel
Mattijs Weegenaar
Erik Idema
Machteld Touwen
Ontwerp werkbladen
Irma Visser
Illustraties
Iris Boter
Egbert Koopmans
Anky Spoelstra
Vormgeving
S-PrePess, Sabine van Winsen
Pasen is een groot, wonderlijk feest. Het is bijna niet te bevatten: God maakt een nieuw begin, tegen alle angst en duister in. Het feest is zó groot, dat het zich eigenlijk niet op één dag laat vieren. Daarom heeft de christelijke kerk, in navolging van de joodse feesten, de gewoonte om na Pasen verder te vieren. Op de vijftigste dag, de dag van zeven-maal-zevenplus-één, is het pinksterfeest.
In de joodse traditie werd op de vijftigste dag na Pesach het Wekenfeest gevierd. Waar met Pesach gedankt werd voor de ‘eerstelingen’ van de oogst, werd met het Wekenfeest de volle oogst gevierd. Het christelijke Pasen en Pinksteren lijkt daarop: we vieren dat niet alleen Christus (als ‘eersteling’) een nieuw begin maakt, maar ook alle mensen die hem volgen en in hem geloven. Zij voelen hoe Gods kracht in hen werkt.
In de verhalen van deze periode horen we eerst over de verschijningen van Jezus na zijn opstanding. Daarna lezen we teksten uit het Johannesevangelie, over wat Jezus gezegd en gedaan heeft toen hij nog bij zijn leerlingen was. Die woorden helpen mensen verder, ook in de wereld van vandaag.
Het thema van deze periode is ‘Jouw taal, mijn taal’. Mensen zijn verschillend: ze spreken verschillende talen, ze horen verschillende dingen. Maar in het Pinksterverhaal horen alle mensen in Jeruzalem de apostelen spreken in hun eigen taal. Al die mensen ervaren, dat dit verhaal er voor hen is. Naast het materiaal voor de verschillende zondagen vindt u in dit blok ook een opzet voor een ‘vliegerviering’ met Hemelvaart: een viering die begint in de kerk, maar buiten verder gaat.
Ik wens u en de kinderen weer veel inspiratie rond de verhalen van deze periode. Dat we Gods kracht erin mogen herkennen en ervaren!
Met vriendelijke groet,
Erik Idema, Hoofdredacteur Kind op Zondag
ABONNEMENTEN
Het materiaal van Kind op Zondag verschijnt digitaal in acht blokken per jaar. De werkbladen die voorheen in Kleur in de Kerk stonden, zijn nu onderdeel van het materiaal.
Naast het digitale materiaal ontvangt u twee keer per jaar een magazine met een overzicht van lezingen en thema’s over de komende periode, praktische tips en introductie van de projecten voor de advent en veertigdagentijd.
De abonnementsprijs van Kind op Zondag in jaargang 2022-2023 bedraagt € 176,00.
Voor dit bedrag mogen alle betrokkenen bij het kinderwerk binnen één kerk gebruikmaken van het materiaal. Onder een kerk verstaan wij een (wijk-)gemeente met een eigen (wijk-)kerkenraad. Hebt u een gemeente met meerdere wijkgemeenten, dan sluit elke wijkgemeente een eigen abonnement af. Met uw abonnementsnummer kunt u een account aanmaken op de website. Wij vertrouwen erop dat u het abonnementsnummer niet deelt met mensen uit andere kerken.
Kwintessens
Postbus 1492, 3800 BL Amersfoort
Telefoon: 033 – 460 1943
E-mail: info@kwintessens.nl
Bezoekadres: Berkenweg 11, Amersfoort
Internet: www.kindopzondag.nl
IBAN: NL39 INGB0000192930 t.n.v. Kwintessens
Kwintessens levert bijdragen aan de geloofsopvoeding in de kerk, op school en thuis.
Abonnementen kunnen ingaan bij aanvang van elk nieuw blok en worden jaarlijks automatisch verlengd. Het abonnementsjaar loopt van 1 september t/m 31 augustus. Opzeggingen moeten schriftelijk vóór 1 juni worden ingediend.
In deze periode
02|
Zondag 16 april 2023
| Johannes 20:19-31
17|
Zie je het nu?
Op de avond van de paasdag verschijnt Jezus aan zijn leerlingen. Tomas is er niet bij. Hij kan het pas geloven als hij de wonden in de handen en de zij van Jezus heeft gezien. Acht dagen later verschijnt Jezus nog eens en nu is Tomas er wel bij.
07|
Zondag 7 mei 2023
| Johannes 14:1-14
Rubriek Vieren met jongeren: zie www.kindopzondag.nl
27| Hemelvaart, | 18 mei 2023
Handelingen 1:1-22
Vliegerviering
Kun je God zien?
Kort voor Pasen zegt Jezus tegen zijn leerlingen dat ze niet ongerust hoeven te zijn. Hij zal voor hen een plaats klaarmaken en daarna zullen zij met hem meegaan. Jezus vertelt dat hij de weg, de waarheid en het leven is en dat ze de Vader zien als ze Jezus zien.
Zondag 23 april 2023
| Johannes 21:1-14
22|
Zondag 14 mei 2023
| Johannes 16:16-24
Nu lukt het wel
Een groep leerlingen van Jezus besluit te gaan vissen. De hele nacht vangen ze niets, maar tegen de ochtend staat Jezus op de oever. Hij zegt dat ze het net aan de andere kant moeten uitgooien. Daar vangen ze een net vol vissen.
12|
Zondag 30 april 2023
| Johannes 10:1-10
Klop, klop…
Jezus vertelt wat hij voor mensen betekent. Daarvoor gebruikt hij de beeldspraak van een schaapskooi: Jezus is de deur naar die schaapskooi.
‘Ik kom terug’
Jezus zegt dat zijn leerlingen hem binnenkort niet meer zullen zien, maar later zullen ze hem terugzien. Ze vinden het moeilijk om dat te begrijpen.
Zondag 21 mei 2023
| Johannes 17:1-13
Een vlieger zoekt verbinding tussen hemel en aarde. Vlieger je mee? 30|
Ik bid voor…
Kort voordat hij het leven op aarde verlaat, bidt Jezus tot zijn Vader. Hij verwoordt wat hij gedaan heeft en draagt zijn leerlingen aan Hem op.
35| Pinksteren, | 28 mei 2023
Handelingen 2:1-24
Jouw taal, mijn taal
De leerlingen van Jezus ontvangen de heilige Geest. Ze gaan naar buiten en beginnen op luide toon te vertellen. Mensen uit verschillende landen horen het. Het wonderlijke is dat ze hen allemaal in hun eigen taal horen spreken.
Voorbereiden
Zie je het nu?
Johannes 20:19-31
16 april 2023
WELK
VERHAAL LEZEN WE?
Op de avond van de paasdag verschijnt Jezus aan zijn leerlingen. Tomas is er niet bij, hij kan niet geloven als hij niet de wonden in de handen en de zij van Jezus heeft gezien. Acht dagen later verschijnt Jezus nog eens en nu is Tomas er wel bij.
De kerk na Pasen
Het is Pasen: de dag van Jezus’ opstanding. Maar onder zijn volgelingen heerst bepaald geen feeststemming. Ze zitten bij elkaar met de deuren gesloten, uit angst voor de joden. Wat er verder in hun hoofden omgaat, wordt niet verteld. Zijn ze blij omdat het graf leeg is? Onzeker over wat er nu precies gebeurd is? Hun angst is het enige dat benoemd wordt. Het geeft weinig hoop voor de toekomst: is dit nu de kerk na Pasen?
Zijn dit de mensen die het verhaal van Jezus verder de wereld in moeten dragen?
Blijkbaar kunnen ze dat nog niet. Er moet iets gebeuren, zodat zij op kunnen staan.
In hun midden
Jezus verschijnt in hun midden. Het is een wonderlijke, niet te bevatten gebeurtenis. Bij het open graf had alleen Maria Jezus nog gezien, nu verschijnt hij voor het eerst aan de groep leerlingen. Hij begroet hen met vrede en toont zijn handen en zijn zijde: precies datgene waarvan Tomas straks zal zeggen dat hij het nodig heeft om te geloven. Meteen geeft Jezus zijn leerlingen een opdracht. Zoals de Vader hem gestuurd heeft, zo stuurt hij nu zijn leerlingen. Er wordt niet gezegd waarheen en met welke opdracht; duidelijk is in ieder geval, dat ze weg moeten. Weg achter die gesloten deuren, weg achter de angst. Want het verhaal dat Jezus begonnen is, is nog lang niet afgelopen.
Pasen en Pinksteren
Het boek Handelingen vertelt dat de leerlingen van Jezus vijftig dagen na Pasen de heilige Geest ontvingen. Hier in Johannes 20 wordt verteld dat Jezus al op de eerste dag de Geest over zijn leerlingen uitblaast. In hen zal Gods wind door de wereld blijven waaien.
Vergeven of toerekenen
Aan het ontvangen van de heilige Geest wordt meteen een opdracht verbonden: als jullie mensen hun zonden vergeven, dan zijn ze vergeven. En als jullie mensen hun zonden toerekenen (letterlijk staat er ‘vasthouden’), dan zijn ze ook toegerekend.
Het is opvallend dat Jezus juist het vergeven en toerekenen van zonden noemt bij de opdracht die hij aan de leerlingen geeft. Daarmee wordt het onderscheid tussen goed en kwaad tot een speerpunt in de verkondiging van de leerlingen.
Tomas
Zoals aan het begin opgemerkt, hadden de leerlingen van Jezus de deur op slot gedaan omdat ze bang waren. Toch was dat blijkbaar geen reden voor Tomas om niet weg te kunnen gaan: hij is er niet bij als Jezus aan zijn leerlingen verschijnt. Waar hij dan wel is, wordt niet verteld en het heeft ook niet zoveel zin om daarover te speculeren. Voor het verhaal is wel van groot belang dat hij er niet bij is. Wat moet iemand met verhalen over de opgestane Heer, als hij dat niet zelf gezien heeft? Op de avond van de opstanding is Tomas er helder over: als hij niet zelf de wonden van Jezus ziet, kan hij niet geloven. Vervolgens duurt het nog een hele week voordat Jezus ook aan hem verschijnt.
De achtste dag
Over ‘de kerk na Pasen’ valt in de eerste week blijkbaar weinig te vertellen. De leerlingen hebben Jezus gezien, hij heeft de heilige Geest over hen uitgeblazen, maar wat ze daar verder mee deden, wordt hier door Johannes niet verteld. We zitten vooral nog met Tomas, die wel iets heeft horen zeggen maar zelf niks gezien en gevoeld heeft.
Maar dan breekt de achtste dag aan. De dag van het wonder, ook voor Tomas. Jezus begroet ook hem met vrede en vraagt hem om de wonden aan te raken. Of Tomas dat doet, wordt niet verteld, wel dat hij Jezus aanspreekt: ‘Mijn Heer en mijn God.’ Het is een belijdenis, deze woorden laten zien wat Tomas gelooft. Van de andere leerlingen werd niet verteld dat ze iets dergelijks zeiden: de gelovige Tomas is hier de eerste die onder woorden brengt wie Jezus voor hem is. (Overigens deed Maria van Magdala dat ook toen Jezus haar aansprak bij het graf: ‘Rabboeni’, riep Maria, ‘Meester’.)
Tekens van het lijden
Het verhaal van Tomas gaat niet alleen over zien en geloven. Het maakt ook iets duidelijk over Jezus, aan wie de wonden van het lijden blijkbaar nog te zien zijn. Pasen is niet een verhaal waarin de klok wordt teruggedraaid. Het is geen verhaal waarin het verdriet ongedaan wordt gemaakt. De ellende wordt in dit verhaal niet uitgewist, maar overwonnen.
Erik IdemaVieren
Zie je het nu?
Johannes 20:19-31
Kindermoment in de kerk
Laat de kinderen dit plaatje zien. Wat zien ze?
Sommige kinderen zullen zeggen: een eend. Andere kinderen zullen zeggen: een konijn. De kinderen mogen de eend aan elkaar laten zien. Waar is de bek? Als de kinderen het hebben uitgelegd, vraagt u: ‘Zie je het nu?’
Daarna mogen de kinderen het konijn laten zien. Waar zijn de oren? Waar is de snoet? Als de kinderen het hebben uitgelegd, vraagt u: ‘Zie je het nu?’
16 april 2023
Soms heb je wat hulp nodig om iets echt goed te zien en echt te weten. Daarover horen de kinderen vandaag een verhaal in de eigen ruimte.
Gebed
Goede God, Soms horen we dingen, die nooit waar kunnen zijn. Soms zien we dingen, die we niet kunnen geloven. Soms is de wereld verwarrend, dan weten we niet wat we moeten doen.
Dank U dat er mensen zijn die ons willen helpen.
Dank U dat er mensen zijn die ons opnieuw laten kijken.
Amen
De avond van de eerste dag
Johannes 20:19-23
De avond van de eerste dag
begon een nieuwe tijd
omdat de Heer de angst doorbrak en dit is wat hij zei:
‘Ik ben er maar even, ik ben er voor jou. Ik wil je iets geven uit liefde en trouw. Ik geef je mijn vrede, dus trek eropuit en geef aan het leven een vrolijk geluid.’
Die avond wijst voor jou en mij een weg van liefde aan. Want Jezus zet de haat opzij en vraagt je mee te gaan:
‘Deel uit van mijn vrede aan wie het maar wil, leer mensen vergeven en maak het verschil. Want vrede betekent een eind aan de dood. Ik geef je mijn zegen, zo maak ik je groot.’
Tekst: Erik Idema
Muziek: Gerard van Amstel
Werkblad
oDe leerlingen zijn bang na de dood van Jezus. Ze zitten bij elkaar als Jezus in hun midden verschijnt. ‘Vrede geef ik u’, zegt hij. Maar Tomas is daar niet bij. Hij kan pas volmondig geloven als hij de vrede krijgt en Jezus ziet en voelt. De kinderen kijken naar het werkblad. Zij verbinden de punten met hun potlood. Zien ze nu wat het is? Een vredesduif.
Nodig: potloden en kleurtjes. Werkblad: zie blz. 6.
Lezen en zingen
Tweede zondag van Pasen Jaar A
Lezing uit het Oude Testament
Antwoordpsalm
Epistellezing
Lezing uit het Evangelie
Alternatief leesrooster
Genesis 8:6-16
111 (Psalm 16)
1 Petrus 1:3-9
Johannes 20:19-23 (31)
1 Petrus 1:13-25
Vertellen
Zie je het nu?
Johannes 20:19-31
Vertelling 4–7 jaar
Jezus zien
Vanavond zitten alle vrienden van Jezus binnen. Ze doen de deuren en luiken dicht. Jezus was dood, maar nu leeft hij weer. Dat vertelt Maria Magdalena. Maar de vrienden hebben Jezus zelf niet gezien. En ze zijn bang. Ze zijn bang voor de mensen buiten. Die mensen hebben Jezus gedood. Die mensen zijn nog steeds boos op Jezus. Dan zijn ze vast ook boos op de vrienden van Jezus. Dus zitten de vrienden veilig binnen. Alle vrienden? Nee, het zijn ze niet allemaal. Alleen Tomas mist.
De vrienden praten met elkaar. Ze vertellen verhalen over Jezus. Ze herhalen de woorden van Maria Magdalena. Plotseling staat Jezus in de kamer. Hij staat tussen de vrienden. Hij draait rond. Zo ziet hij iedereen goed. Zo ziet iedereen hem goed. Hij steekt zijn handen naar hen uit en zegt: ‘Ik wens jullie vrede.’
De volgende dag zien de vrienden Tomas. ‘Tomas, Tomas!’ roepen ze. ‘Wij hebben Jezus gezien. Hij leeft.’
‘Dat kan niet’, zegt Tomas.
‘Het is echt waar’, zeggen de andere vrienden.
‘Ik wil het zeker weten’, zegt Tomas. ‘Ik wil Jezus aanraken. Dan weet ik het zeker.’
Een week later zitten de vrienden weer binnen. De deuren en luiken zijn weer dicht.
Alle vrienden zitten veilig binnen. Alle vrienden? Ja, vandaag is Tomas er ook bij. De vrienden praten met elkaar.
Plotseling staat Jezus in de kamer. Dit is nu de tweede keer. Jezus loopt naar Tomas.
Hij zegt: ‘Zie je mij? Raak me aan. Ik ben het.’
Tomas ziet het. Hij zegt: ‘Jezus, mijn Heer, mijn God.’ Nu weet Tomas het zeker.
Machteld Touwen
16 april
2023
Werkvormen
4-7 jaar
lGesprek: Wat uit dit verhaal maakt de kinderen blij? Wat vinden ze het belangrijkst?
oTekenen: Teken op een groot vel een vergrootglas. De kinderen mogen in het vergrootglas tekenen wat ze het mooiste/belangrijkste uit het verhaal vinden.
pSpel: Speel ‘ik zie, ik zie, wat jij niet ziet.’
8-10 jaar
lGesprek: Het thema van deze week is ‘zie je het nu?’ Wie in dit verhaal zou die zin kunnen zeggen? Wanneer? Wie kan zeggen: ‘Nu zie ik het!’? Wanneer?
pSpel: Speel het doorvertelspel: Een van de kinderen bedenkt een zin en fluistert deze door aan diens buurman. Zo wordt de zin door gefluisterd tot de laatste persoon de woorden heeft gehoord. Denkt hij/zij dat een verhaal aan het eind nog klopt als je het steeds via via hebt gehoord? Wie weten zeker dat zij het echte verhaal hebben gehoord?
sCreatief: Maak van wc-rollen een bril. De kinderen mogen iets neerzetten in de ruimte wat er eerst nog niet was. Kan de brildrager zien wat er nieuw is in de ruimte?
11-12 jaar
lGesprek: Door dit verhaal wordt Tomas wel eens ‘ongelovige Tomas’ genoemd. Waarom is deze naam terecht? Waarom niet?
Computer: Zoek het schilderij ‘De ongelovige Tomas’ van Caravaggio (1573-1610) op. Zie je Jezus? Waar kun je hem aan herkennen? Er zijn ook drie andere mensen. Wie van hen is Tomas, denk je? Waaraan kun je dat zien? Zoek een verschil tussen dit schilderij en het verhaal van vandaag.
Vertelling 8–12 jaar
Heb je het al gehoord?
‘Ik heb het zelf gehoord’, zegt Filippus. ‘Wat heb je gehoord?’ vraagt Andreas.
‘Dat Jezus weer leeft.’
‘O, ja, ik ook’, zegt Matteüs. ‘Iedereen heeft dat gehoord. Maria Magdalena heeft het ons zelf verteld.’
‘Maar zou ze hem echt hebben gezien?’ vraagt Andreas. ‘Misschien heeft ze het wel verzonnen.’
De leerlingen van Jezus zitten bij elkaar. De deuren en luiken van het huis zijn dicht. Een paar dagen geleden is Jezus gestorven aan het kruis. De leerlingen weten niet goed wat ze nu moeten doen. Daarom vertellen ze elkaar verhalen. En ze schuilen. Dan plotseling verandert er iets in de ruimte. De deuren en luiken zijn nog steeds dicht. Toch staat er iemand midden in de kamer. Het is Jezus. Is het Jezus? Hij steekt zijn handen uit. Die hebben wonden van de spijkers aan het kruis. Jezus zegt: ‘Ik geef jullie vrede. Mijn vader heeft mij op pad gestuurd. Nu stuur ik jullie op pad.’
De leerlingen kijken naar hem. Het is echt Jezus. Die avond zien ze Tomas. ‘Tomas’, zegt Andreas, ‘heb je het al gehoord?’ ‘Wat heb ik gehoord?’ vraagt Tomas.
‘Dat Jezus leeft.’
‘Ja’, zegt Tomas, ‘dat zegt Maria.’ ‘Niet alleen Maria’, zegt Andreas, ‘we hebben hem zelf gezien.’
‘Je kunt zoveel zeggen’, zegt Tomas, ‘pas als ik hem heb gezien, pas als ik zijn handen heb aangeraakt, weet ik het zeker.’
Een week later zitten de leerlingen weer bij elkaar. Ook Tomas is erbij. De leerlingen vertellen elkaar verhalen. En ze schuilen. De deuren en luiken van het huis zijn dicht. Toch staat er weer iemand in de kamer, die er net nog niet was. Het is Jezus. Jezus loopt naar Tomas toe. Hij steekt zijn handen uit. ‘Raak mij maar aan’, zegt Jezus, ‘dan weet je het zeker Tomas.’
Tomas valt op zijn knieën: ‘Jezus, mijn Heer, mijn God.’
Machteld TouwenZie je het nu?
16 april 2023
Bijbel: Johannes 20:19-31
Kijk bij Vieren voor uitleg bij dit werkblad