Kwink magazine voor sociaal-emotioneel leren - 2024-2025 nr. 1

Page 1


Aan de slag met Kwink en Kindbegrip!

Zelfwaardering en emotie

De Kwinkemotiethermometer

COLOFON

Kwink magazine voor sociaal-emotioneel leren

Redactie

Gerard van Midden, hoofdredacteur

Martijn Wabeke, eindredacteur

Erik Idema, uitgever

Auteurs

Tea Adema, Dianne Bos, Liesbeth van ’t Hof, Erik Idema, Sander Kooijman, Gerard van Midden, Kees van Overveld en Wouter Siebers

Fotografie

Dreamstime (p. 1, 12, 13, 15, 18, 20), Hilde Sneep (p. 4, 6, 8) Istock (p. 16)

Vormgeving

Studio Michelangela, Utrecht

Uitgever

Kwintessens

Berkenweg 11 3818 LA Amersfoort

T: 033 460 19 40 E: info@kwinkopschool.nl

www.kwinkopschool.nl www.kwintessens.nl

2024 – 2025 nr. 1 issn: 2405-5956

Alle rechten voorbehouden

Overname uit Kwink magazine is zonder voorafgaande toestemming van de uitgever niet toegestaan.

Prikbord

Kwink magazine is speciaal gemaakt voor leerkrachten, intern begeleiders en directieleden die meer willen weten over sociaal-emotioneel leren op school. Kwink magazine biedt achtergrondinformatie en informatie over Kwink om scholen te enthousiasmeren voor sociaal-emotioneel leren in de klas. Veel leesplezier!

Kwink-webinar 10 oktober: Rust in de school

De basis om te leren. Maar hoe krijg je rust in de school? Save the date voor dit webinar! Binnenkort kun je je aanmelden via het Digibord van Kwink. Save the date!

Kwink 10 jaar –emotiethermometer

Zoveel scholen die ons webinar over de Kwink-emotiethermometer bijwoonden. Wat fantastisch! Op pagina 18 vind je nog wat extra aandacht voor de Kwinkemotiethermometer.

Kwink-hoek katern vernieuwd!

Het werken met de Kwink-hoek geeft je de mogelijkheid de transitie te versterken. De thema’s zijn ook leuk om uit te werken met behulp van de Kwink-handpoppen.

Starten met Kwink (online) training

Je gaat voor het eerst met Kwink werken. Hoe zit de methode in elkaar? Waar vind je wat? Doe mee met de training! Op pagina 11 vind je meer informatie.

voor nieuwe leerkrachten!

Inhoud

P. 4

Aan de slag met Kwink en Kindbegrip!

P. 6-7

Pedagogisch vakmanschap onder de loep!

P. 12

Zelfwaardering en emotie

P. 16

Het ouderavondspel

P. 18

De Kwink-emotiethermometer

En verder....

P. 8-9

Traumasensitief werken

P. 10

Vraag aan de redactie

P. 14

Kwinkmeting

P. 15

Sociaal-emotioneel leren thuis

P. 19

SEL-inspiratie

Een strakke start

Vakantie voorbij, het schooljaar gestart! Zeker de eerste dagen laten groepen zich van hun beste kant zien: fijn om weer bij elkaar te zijn! Om die start ook een goed vervolg te geven, wil ik hier een lans breken voor meer uniformiteit binnen scholen. Als ik training geef, merk ik dat leraren uniformiteit soms een vies woord vinden. En, eerlijk is eerlijk, dat vond ik een aantal jaar geleden zelf ook. Waarom moet ik op dezelfde manier stilte vragen als mijn collega? Waarom moeten we naar buiten lopen goed op elkaar afstemmen? Ik kreeg het (vond ik zelf) prima voor elkaar met mijn groep 8.

Intussen weet ik beter en zie ik dat scholen die een klein deel van hun handelen op elkaar afstemmen een sterke schoolcultuur kunnen neerzetten. Binnen die cultuur is veel rust en duidelijkheid. Sterke leraren helpen vanuit die duidelijkheid leraren die het zwaar hebben of net starten. Leerlingen weten waar ze aan toe zijn en hoeven op woensdag niet te denken: dit waren de maandag en dinsdag bij juf Maaike, vanaf vandaag gaat alles weer anders bij meester Michel.

We weten dat het afstemmen van gedragsverwachtingen het werkgeheugen ontlast. Leerlingen hebben minder externe prikkels, minder verschillende gedragsverwachtingen. Daarmee houden ze meer ruimte over voor interne prikkels. Kortom: meer afstemming is meer duidelijkheid en meer duidelijkheid is meer leren. Hoe geweldig is dat!

Ik wens je dan ook een strakke start. Zo’n strakke start doe je samen. Zoek je duo de komende periode eens op om in ieder geval binnen jullie groep de gedragsverwachtingen af te stemmen. Dat zorgt voor leerlingen die meer leren. Voor minder gedoe in je groep, minder gedoe met ouders, minder werkdruk voor jezelf en vooral voor heel veel heerlijk lesgeven!

Ik wens je een prachtig schooljaar toe!

Wouter Siebers Projectleider Kwink

Aan de slag met Kwink en Kindbegrip!

Gebruik je op school Kindbegrip? Om de resultaten van dit instrument goed te kunnen koppelen met Kwink hebben we een gloednieuw katern ontwikkeld.

Binnen Kindbegrip wordt, net als bij Kwink, het model van sociaal-emotioneel leren (SEL) gebruikt. SEL is een ontwikkelingsproces waarin leerlingen fundamentele levensvaardigheden opdoen (Van Overveld, 2017)1. Deze levensvaardigheden kun je opdelen in drie groepen van competenties: emotionele, sociale en morele competenties (zie afbeelding 1). Kindbegrip brengt deze competenties in beeld met vragenlijsten voor de leerkracht en de leerlingen. Kindbegrip heeft bovendien een leerlingvragenlijst om de sociale veiligheid te monitoren en uit te wisselen met de inspectie. Dit is de Monitor Sociale Veiligheid (MSV).

Gestructureerde aanpak

Kindbegrip werkt met een gestructureerde aanpak (zie afbeelding 2), waarbij je in de signaleringsfase de SEL-competenties in beeld brengt. Zo verlies je geen enkele leerling uit het oog. Als je de resultaten bekijkt, maak je keuzes voor welke leerlingen je een completer beeld wilt krijgen. Die neem je mee naar de analysefase. In die fase verzamel je extra gegevens, bijvoorbeeld door een kindgesprek of door het plannen van een extra observatiemoment. Aan de hand van deze verzamelde informatie bepaal je welke leerlingen je extra ondersteuning gaat bieden in de handelingsfase.

Kijk ook op groepsniveau

We raden je ook aan om op groepsniveau naar de overzichten in Kindbegrip te kijken. Het zal je opvallen dat je voor veel leerlingen tevreden bent met het beeld dat je krijgt van de ingevulde vragenlijsten. Welke competenties zijn sterk aanwezig in jouw groep? En welke competenties wil je versterken? Door Kindbegrip ook op groepsniveau in te zetten, hebben alle individuele leerlingen baat bij de aanpak. Als je namelijk groepsbreed aan de slag gaat, leren de leerlingen van elkaar. Er zijn ongetwijfeld leerlingen die een vaardigheid al in een hogere mate beheersen. Zij kunnen door hun gedrag een voorbeeld zijn voor de rest van de groep. Zij laten bijna als van nature zien hoe je dat kunt doen. Dat kan anderen in de groep helpen om tot gedragsverandering te komen. Deze voorbeeldfunctie hoef je overigens niet altijd expliciet te benoemen. Deel de groep zo in dat er heterogene groepjes ontstaan en laat ze met elkaar oefenen en van elkaar leren.

Koppeling tussen Kwink en Kindbegrip

Kwink en Kindbegrip hanteren voor SEL dezelfde begrippen. In de Kwink-lessen komen termen aan bod die ook terugkomen in de vragenlijsten van Kindbegrip. Hierdoor sluiten beide methodieken mooi op elkaar aan. Als leerkracht heb je door de gegeven lessen al een goed beeld van de SELcompetenties van de leerlingen en ook de leerlingen zullen de stellingen van de vragenlijst beter begrijpen omdat ze gewend zijn om vanuit die manier naar zichzelf en hun gedrag te kijken.

Jaarplanning

Een afname van Kindbegrip doe je minstens eenmaal per jaar voor de hele groep. De weken rondom de herfstvakantie zijn hiervoor het meest geschikt. Het advies dat je krijgt na de afname is gebaseerd op de fasen van groepsvorming: rond de herfst-

signaleren

analyseren

handelen

Afbeelding 2

vakantie heeft je groep deze eerste fasen van het vormen van een groep doorlopen. In de eerste weken van het schooljaar staan binnen Kwink lessen over groepsvorming centraal. Die zijn goed te gebruiken als observatiemoment voor de stellingen van Kindbegrip. Heb je behoefte aan extra observatiemomenten? Dan kun je ook de activiteiten van het blad ‘Invulonder- steuning’ uit Startpakket 2 van Kindbegrip gebruiken.

Wil je je leerlingen door de tijd heen goed volgen, vul de (leerling)vragenlijst dan twee keer per jaar in (of laat dit doen). Een goed moment voor een tweede afname is de periode tussen de voorjaars- en meivakantie. Dat is dan ook meteen de evaluatie van de handelingsfase die je na de eerste afname hebt doorlopen.

Stap naar het handelen

Heb je Kindbegrip ingevuld en de resultaten geanalyseerd? Dan wil je mogelijk gericht inzetten op bepaalde SEL-competenties. Gebruik hiervoor de handelingssuggesties uit de bibliotheek van Kindbegrip. Of kijk binnen Kwink welke mogelijkheden er zijn. In het nieuwe katern van de makers van Kwink zijn vier mogelijkheden uitgewerkt:

• Kwink-slagen

• Het Kwink emotiewiel

• Circus IK

• Specifieke lessen (archief) MEER WETEN en aan de slag met het katern? Zie Meetinstrumenten op het Digibord van Kwink.

Pedagogisch

Een nieuw schooljaar! Tijd voor een nieuwe rubriek. Hierin hebben we aandacht voor het pedagogisch vakmanschap van de leraar. Het beroep van leraar is complex en de pedagogische houding van een leraar is van groot belang om tot een gezonde interactie met leerlingen te komen. Hoe goed ken jij jezelf? Hoe goed ken jij je leerling?

In deze rubriek zetten we één of meerdere evidence informed modellen centraal. Zo neem jij je pedagogisch vakmanschap onder de loep!

Rust in de klas bewaren is een complexe vaardigheid. Zeker als leraren veronderstellen dat er een moment aanbreekt waarop de rust vanzelfsprekend is. Maar... rust in groepen is nooit vanzelfsprekend. De leraar moet er actief aan werken. Zodra de aandacht verslapt, kan onrust toenemen of onverwacht terugkomen.

Onderzoeker Walter Doyle heeft uiteengezet wat een leraar allemaal moet beheersen om de rust in een groep te bewaren. Vergelijk onderstaand schema eens met je eigen lespraktijk. Welke aspecten herken je in jouw eigen handelen en waar kun je in groeien? In welke situaties kun je meer alert zijn en zo de rust in de groep bevorderen?

Simultaneïteit

In een les gebeuren veel verschillende dingen tegelijk (simultaan). Dit doet, zeker voor startende leraren, een groot beroep op het werkgeheugen. Hoe goed ben jij in het kiezen welke situaties relevant of juist irrelevant zijn? Denk bijvoorbeeld aan het verbaal corrigeren van leerlingen als je al bent gestart met je instructie.

Multidimensionaliteit

Dat simultane in een les gebeurt ook in verschillende tempo’s. Een leerling kan stoppen met zijn werk omdat hij de opgave niet snapt. Maar ook omdat hij is afgeleid door zijn buurman.

Directheid

Gebeurtenissen volgen elkaar snel op. Zeker als structuren en routines ontbreken, kan het zwaar zijn om daar als leraar op te reageren. Door het ontbreken van vaste structuren en routines - bijvoorbeeld het inleveren van werk door leerlingen - komen er meer gebeurtenissen bij de leraar terecht.

Onvoorspelbaarheid

Gebeurtenissen kunnen een onverwachte wending nemen. Zeker orde-verstorend gedrag kan vaak als onvoorspelbaar en lastig worden ervaren. Hoe duidelijker een leraar en leerling weten wat de vervolgstappen zijn, hoe soepeler dit zal verlopen.

Publieke ruimte

Lokalen zijn plekken met ‘publiek’. Veel leerlingen zien de acties van een leraar en die ervaren ze als voorbeeldgedrag. Leerlingen letten vooral op wat je doet. Hoe sterker de afspraken zijn binnen een team (zie column op pagina 3), hoe meer herkenbaarheid voor leerlingen.

Geschiedenis

Een groep bouwt in de loop van de tijd normen, waarden, gedragingen en patronen op. Hoe duidelijker de schoolcultuur is, hoe minder verschillen er tussen groepen bestaan. Groepen die langer bij elkaar zijn, wijken minder makkelijk af van reeds bestaande patronen.

Formuleer voor jezelf twee voornemens naar aanleiding van bovenstaande aspecten (zelfreflectie) 1. 2.

Traumasensitief werken

De Emmaschool in Apeldoorn, onderdeel van het PCBO, werkt traumasensitief. Daardoor ontstond – na de hectische jaren tijdens de coronacrisis – eindelijk weer een rustig leer- en werkklimaat. Directeur Jenny van Hove vertelt graag waarom het team gekozen heeft voor traumasensitief werken.

Jenny: ‘Traumasensitief onderwijs gaat over het kind zien in wie het is en proberen daarbij aan te sluiten. Dat kan in kleine dingen zitten. Onze schooldeur gaat om 8.20 uur open. De leerkracht staat bij de deur en heet iedereen welkom. Dat is al het eerste contact. De leerkracht ziet hoe het kind erbij zit. Als de lessen beginnen, zegt de leerkracht: “Ik zie dat er iets met je is, ik kom zo even bij je.”

Dit gebeurt in een coachende stijl: de leerkrachten zoeken een geschikt moment, gaan naast het kind staan en vragen hoe het nu is. Ze hebben weet van wat er thuis bij kinderen speelt en hoe ze hier in de klas zitten. Wat ze in hun onzichtbare koffer hebben meegenomen.’

Gevulde koffer

‘Wij geven het onderwijs vorm vanuit de vraag: dit zijn de kinderen die naar onze school komen, wat vraagt dat van ons onderwijs? Wij willen het onderwijs ook vormgeven voor kinderen van wie de koffer gevuld is met negatieve beelden.

Elk kind maakt dingen mee en kinderen hebben veel veerkracht. Het hangt van de mate van veerkracht af hoe makkelijk ze na een gebeurtenis verdergaan. Kinderen die in een scheiding van ouders zitten, maken een moeilijke tijd door. Maar als je dat als steunende volwassene goed begeleidt, dan komen die kinderen daar meestal wel weer bovenop. Dat is anders bij een vechtscheiding. Daaruit komen vaak nog allerlei andere dingen voort, bijvoorbeeld omdat kinderen zien dat hun ouders ruziemaken.

We hebben hier ook nieuwkomers met een voor ons onbekende vluchtgeschiedenis. Het helpt ons om te weten dat deze kinderen moeilijke dingen hebben meegemaakt. Dat we aan hun veerkracht moeten werken en dat we hier op school een steunende volwassene voor ze moeten zijn.

De leerkracht van groep 7 maakte met IKEA-bekertjes een emotiewiel, waar kinderen ’s morgens kunnen inchecken. Er waren kinderen die incheckte bij de emotie boos. Toen ze met de emotiewoorden aan de gang gingen, bleek dat ze niet boos waren, maar met tegenzin naar school kwamen.

Kinderen zijn soms bang geworden. Dat komt vaak door volwassenen die hard hebben geschreeuwd of vervelende dingen hebben gedaan. Dus moeten we ze op school laten zien dat niet álle volwassenen zo doen. Daarom blijven wij altijd rustig. Spreken we zonder stemverheffing en gaan naast het kind staan om met hen te overleggen wat we voor ze kunnen doen.’

Zoektocht

‘We zijn bij traumasensitief onderwijs uitgekomen omdat we na de lockdowns bij de kinderen veel onrust zagen. Even dacht ik dat leerkrachten misschien niet meer wisten hoe ze orde moesten houden. Ik zei tegen het team: “Jongens, kom op. Ik snap dat het lastig is om alles weer terug te pakken, maar we moeten het wél doen. We moeten de groep samenbinden. Samen met de kinderen het weer tot een goed einde brengen.”

Er veranderde echter niks. Dit was dus niet de juiste interventie.

Een van de IB-ers stelde voor om Kees van Overveld te vragen. In schooljaar ‘22/’23 hebben we van Kees een eerste nascholingsbijeenkomst gehad. Daarna

hebben we hem gevraagd om in de groepen mee te kijken volgens de Lesson Study-methode. Na twee keer zagen we dat het niet de oplossing bracht. Daarop heeft Kees een dag, samen met een van onze IB’ers, in de school en op het plein gekeken naar wat hij zag en of we daar iets mee moesten. Daarop zei hij: “Jullie moeten eens naar ACE’s (Adverse Childhood Experience, Ingrijpende Jeugdervaringen) kijken.”

Toen begrepen we het gedrag van kinderen ineens beter en konden we turven: die heeft dit meegemaakt, die heeft dat meegemaakt. Er werd duidelijk dat we klassen hebben met kinderen met soms wel 8 of 9 ACE’s. Dus is het helemaal niet gek dat deze kinderen het moeilijk hebben.

Kees leerde ons hoe we kinderen leren om hun veerkracht terug te pakken. Taal is daarbij heel wezenlijk. Hij zei: “Je moet ze woorden geven voor wat ze voelen.”

Zo zijn wij bij Kwink en het emotiewiel uitgekomen. Daar wordt in de klassen veel mee gedaan. Kinderen leren wie ze zijn en waar hun trigger zit. Waardoor ze worden uitgedaagd en hoe ze daarmee kunnen omgaan. Woorden leren geven aan je emoties geeft zulke andere inzichten, zoveel ruimte om het over

Jenny van Hove-Frankruiter (Delfzijl, 1960)

‘Er is een mooi plaatje bij traumasensitief werken van een grote pot witte verf. Als je als leerkracht tegen een kind zegt: “Ik zie dat je dit of dat heel goed kunt”, dan is dat een klein druppeltje rode verf. Eén druppel tje in zo’n grote pot doet helemaal niks. Maar al die druppeltjes rode verf zorgen er wel voor dat de witte verf langzamerhand roze wordt. Het is de veelheid van de din gen die je zegt en hoe je je laat zien, waar door de verf een andere kleur kan krijgen.’

Vraag aan de redactie ?

Is het voorwaardelijk om te werken met Circus IK van Kwink?

Het korte antwoord: nee. Elke school bepaalt zelf of zij deze lijn gebruiken of niet. Bekijken we de vraag specifieker, dan is het goed om stil te staan bij de preventiepiramide. De verschillende interventielagen van deze piramide laten zien dat een stevig fundament cruciaal is: hoe vul je laag één en twee in?

PREVENTIEPIRAMIDE

Probleem aanpak

Specifieke preventie

Algemene preventie

Organisatiecultuur (fundamentele preventie)

Samenleving

Probleemgerichte aanpak

Circus IK helpt leerlingen meer taal te geven aan gedrag. Ook leerlingen die een meer specifieke behoefte aan gedragsondersteuning hebben (laag 3 en 4 van de preventiepiramide) kunnen veel baat hebben bij Circus IK. Er zijn ook scholen die de techniek speciaal aanbieden aan leerlingen in laag 3 en 4.

Natuurlijk zijn er ook scholen die genoeg ondersteuning ervaren door alleen de Kwink-lessen te geven. Dan ontwikkelen de leerlingen zich prima binnen de verschillende gedragscompetenties.

Kortom: het team is aan zet! Spreek er met elkaar over en maak vanuit een eigen analyse de juiste keuze. Succes!

Nietprobleemgerichte aanpak

Deze lagen gaan over een duidelijke gedragscultuur waarin voor leraren, leerlingen en ouders heel duidelijk is: zo doen wij het hier. Hoe sterker de schoolcultuur, hoe meer rust in school. Die helpt leerlingen om tot leren te komen. Spreek je binnen je school op veel verschillende manieren over gedrag, dan kan het verstandig zijn met de aanpak van Circus IK te werken om met leraren en leerlingen op uniform gedrag te reflecteren. De drie dieren met bijpassende woorden helpen daarbij. Zo staat Giraf voor aanpakken, Bok voor aanvallen en Struisvogel voor verstoppen.

Alle informatie over Circus IK vind je in het katern Versterken van pedagogisch vakmanschap – een uniforme gedragsaanpak voor de hele school. Zie: Meer informatie op het Digibord van Kwink.

Exclusief voor nieuwe leerkrachten: online Kwink-training

Ben je nieuw op jouw school en ken je de methode Kwink voor sociaal-emotioneel leren nog niet of niet goed genoeg? Dan is onze nieuwe online Kwinktraining een ideale start. Een fantastische voorbereiding om de Kwink-lessen te geven. Je kent de werking van de digitale omgeving, weet alles over de uitgangspunten en doelen van Kwink, kan de speciaal voor Kwink ontwikkelde technieken toepassen, en leert optimaal resultaat uit de lessen te halen.

Komt 2 oktober jou niet uit? We bieden deze training ook aan op donderdag 17 oktober en op woensdag 13 november.

Meld je nú aan! Via www.kwinkopschool.nl/nieuwe-leerkrachten of via het Digibord van Kwink.

Ben je Kwink-coach en wil je meer weten over SEL en Kwink? Bekijk de Kwink-coach trainingen voor het nieuwe schooljaar op: www.kwinkopschool.nl/kwink-coach

Gratis katern en poster voor de Gouden Weken

Ook dit jaar maken we weer het Gouden Weken-katern met een leuke poster voor in de klas! De werkvormen in het katern en op de poster helpen van jouw klas een groep te maken waarin iedereen zich veilig voelt. Je kunt het katern downloaden op het Digibord en via de Kwink-nieuwsbrief.

Gouden Weken

Kwink voor nieuwe leerkrachten

13.30-15.30 uur NIEUW!

Week Tegen Pesten 23 tot en met 27 september

Download ook het gratis Kwink-katern voor de Week Tegen Pesten met zinvolle activiteiten voor deze landelijke week. Het thema is: ‘Denk FF na! Als het om geklets gaat.’ Kinderen leren het verband tussen roddelen en pesten, ontdekken hun eigen rol hierin en leren op te treden als roddels te ver gaan. Je kunt het katern downloaden vanaf het Digibord en via de Kwink-nieuwsbrief.

Zelfwaardering en emotie

De meeste kinderen in het basisonderwijs gedragen zich het liefst zoals de groep het heeft bepaald. De groepsnormen – voor volwassenen vaak onzichtbaar – zijn belangrijk en leidend. Als je iets doet dat niet binnen die normen past, sta je voor gek, schaam je je rot en kan je wel door de grond zakken. In dit artikel ga ik in op de relatie tussen zelfwaardering en morele emoties, zoals schaamte, schuld en trots.

Zelfwaardering is de manier waarop we naar onszelf kijken én de manier waarop we onszelf waarderen. Kinderen zullen tijdens de basisschooljaren allerlei meningen en overtuigingen over zichzelf gaan formuleren. Ze zullen zich afvragen of ze wel een leuk of aardig persoon zijn, of ze wel bij de/een groep thuishoren.

Het geweten is de psychische functie die de zelfwaardering in verschillende situaties bewaakt. De belangrijkste functie van dat geweten is het voortdurend checken of je nog in balans bent. Als je identiteit bedreigd wordt, wordt het geweten actief. Je voelt dan emoties als schaamte en schuld.

Morele emoties

Hoe gedraag je je in een klas: ga je rustig en geconcentreerd aan het werk of ondermijn je het gezag van de leraar door hinderlijke geluiden te maken? Laat je iemand wel of niet meedoen met een spelletje als je die persoon eigenlijk niet zo leuk vindt? Zeg je tegen een pester dat hij moet stoppen met zijn voortdurende getreiter? Keuzes, keuzes, keuzes. In situaties waarin we een morele beslissing moeten nemen, spelen de zogenaamde morele emoties een belangrijke rol. We hebben het bijvoorbeeld over emoties als schaamte, schuld, verlegenheid en trots. Het zijn emoties die een belangrijke rol spelen bij de

Kinderen die zich schamen, veroordelen meestal zichzelf: ‘Ik ben slecht’.

zelfwaardering. Schaamte en schuld kunnen de zelfwaardering aantasten, terwijl een emotie als trots de zelfwaardering juist vergroot.

Laten we de emoties schaamte, schuld en trots eens onder de loep nemen.

Schaamte

Er wordt wel gezegd dat schaamte een meer publieke emotie is. Het is een emotie die zich tussen anderen manifesteert en die veroorzaakt wordt door bijvoorbeeld afkeurende reacties van klasgenootjes. Je draagt een shirt van een low budget store en de klas lacht je uit omdat ‘het er echt niet uitziet’. Je geeft een fout antwoord op een vraag van de leerkracht en twee meisjes kijken je spottend aan terwijl ze hardop zuchten.

Het zijn de momenten waarop menigeen het liefst door de grond wil zakken of onzichtbaar wil zijn. Kinderen die zich schamen, veroordelen meestal zichzelf: ‘Ik ben slecht’. Zij zijn als het ware hun eigen mislukking.

Als kinderen schaamte ervaren kunnen zij een reeks aan niet-helpende reacties tonen: zich verbergen, weglopen, ontkennen, verwijdering, zelfverwaarlozing. Die reacties kunnen gepaard gaan met boosheid, vijandigheid, agressie, beschuldigingen, impulsiviteit, zwakke emotieregulatie en het ervaren van een grote mate van stress.

Schaamte legitimeert geweld tegen de ander, want je wilt de vernedering ongedaan maken en de gunst van de groep terugkrijgen. Als de leraar je publiekelijk ergens van beschuldigt, ontken je liever dan dat je de waarheid zegt. Liegen is immers minder erg dan de pijn van schaamte.

Schuld

Schuld wordt vooral beschouwd als een privéemotie. De emotie wordt niet opgeroepen door negatieve reacties van anderen, maar door je eigen gedachten en overtuigingen. De emotie schuld wordt vaak verward met schaamte. Schuld laat echter een heel ander beeld zien. Schuld voelt meestal minder erg dan schaamte. Bij schuld veroordeel je ook niet jezelf maar je veroordeelt je eigen gedrag: ‘Ik heb iets slechts of verkeerds gedaan’.

Je hebt in de bouwhoek per ongeluk een toren laten omvallen. Je hebt gemene dingen tegen een vriendinnetje gezegd.

Het positieve aspect bij schuld is dat gedrag veranderbaar is. Je kunt de ontstane situatie dus

herstellen en bijvoorbeeld je verontschuldigingen aanbieden, het goedmaken.

Je vertoont bij schuld vooral pro-sociaal gedrag en empathie, omdat de relatie met de ander/de groep belangrijk voor je is.

Trots

Over het algemeen zullen kinderen emoties als schaamte willen vermijden. Erkenning van de groep is belangrijk voor een hoge zelfwaardering.

Je klasgenoot zegt dat je aardig bent en vraagt of je na schooltijd bij hem thuis komt spelen. Je krijgt een compliment van je leerkracht, omdat je een verdrietig klasgenootje hebt getroost.

Als je je trots voelt, worden de zelfwaardering en je zelfvertrouwen vergroot. Het is een positieve evaluatie van jezelf. Trots heeft een positief effect op je inspanningen. Het motiveert je, je zit er lekker door in je vel.

In de klas

Emoties horen bij het leven. Sommige emoties ervaren we als aangenaam, andere emoties voelen we als onprettig en ongewenst.

Als we het hebben over morele emoties dan komen er drie SEL-competenties samen:

• Zelfbesef: hoe voel ik mij, voel ik mij gewaardeerd, weet ik wat mijn krachten en zwaktes zijn?

• Zelfmanagement: welk gedrag kan ik het beste vertonen als ik een emotie als schaamte of schuld ervaar?

• Keuzes maken: welke gedachten en emoties helpen mij om het juiste gedrag te kiezen?

Tijdens de Kwink-lessen in de klas zou dit de focus kunnen zijn:

• alle emoties zijn belangrijk, ze geven je informatie over jezelf;

• wees niet bezorgd, je mag alle emoties voelen, want ze overkomen je;

• let op: niet alle gedrag is toegestaan;

• kies wat goed is voor jezelf én de ander!

Ik wens je weer veel plezier met je Kwink-lessen! door Kees van Overveld

Kwink op de fiets Kwinkmeting

Ik verbaas me er steeds weer over. Dat mensen zo goed twee dingen tegelijk kunnen doen, bedoel ik. Dat ze ook zoveel belangrijke informatie te verwerken hebben. En dat ze daar zo weinig tijd voor hebben, dat zelfs de paar minuten op hun opgevoerde fatbike ervoor gebruikt moeten worden. (Kunnen die mensen trouwens niet trappen? vraag ik me ook af. Maar dat laat ik nu maar even voor wat het is.) Elke dag weer zie ik tientallen mensen onderweg met hun telefoon in de hand.

Afgelopen maandag probeerde ik eens rustig te bedenken wat die mensen allemaal deden op hun telefoon. (Daar had ik mooi de tijd voor, want ik zat toch op de fiets.) Belangrijke informatie uitwisselen, bedacht ik natuurlijk. Socials checken, sommigen waren misschien aan het gamen. Het kon natuurlijk ook zijn dat ze Dostojevski lazen, in een handzame iPhone-editie. Eigenlijk was alles mogelijk… En ineens wist ik het. Noem het gerust een aha-erlebnis, een openbaring op de fiets: We moesten een nieuwe app maken! Kwink voor onderweg! Met een dagelijkse gedragstip voor op je werk, op school, op je sportclub. Ik bedacht spaak-slagen als variant op de Kwinkslagen, ventielmomenten, kettingwoorden en een ‘belsignaal van de week’. Fantastisch! Dat zou…

Ik merkte het pas toen het te laat was, of eigenlijk nog iets later. Had hem niet zien aankomen. Van rechts, denk ik, maar dat weet ik niet zeker. ‘Eh… s-sorry…’ mompelde ik. ‘Hé meneer! Gast! Kun je niet uitkijken?’ vroeg een jongen van een jaar of 14, telefoon in de hand, op zijn fatbike. Hij had gelijk. Kwink op de fiets is levensgevaarlijk.

Ouder informatie

Sociaal-emotioneel leren thuis

Wat is het allerbelangrijkste dat kinderen nodig hebben?

Veel ouders willen het beste voor hun kind. Ze geven het met alle liefde cadeaus of vrijheid. Maar in de praktijk merken ze dat hun zoon of dochter soms niet lekker in hun vel zit en vanuit angst of boosheid reageert. Hoe komt dat? En wat is nu het allerbelangrijkste dat je je kind kunt geven?

In mijn werk ervaar ik regelmatig dat ouders het moeilijk vinden hun kinderen op een gezonde manier lief te hebben. Ze geven liefde die een uitingsvorm vindt in verwaarlozing, misbruik of mishandeling. In plaats van te zorgen voor een gezonde leefstijl, bieden ze te weinig groenten of fruit aan. Of ze letten er niet op dat hun kind voldoende slaap krijgt. Ik ontmoet ouders die hun kinderen verwennen met veel geld of dure merkkleding, maar ze tegelijk weinig persoonlijke aandacht geven. Vaak weten ze niet goed wat hun kinderen nodig hebben om op te groeien tot evenwichtige volwassenen.

Wat is minstens zo belangrijk als liefde? Het allerbelangrijkste dat kinderen nodig hebben bestaat uit één woord: betrouwbaarheid. Dat leg ik uit als: zeggen wat je doet en doen wat je zegt. Is de regel dat er na negen uur ’s avonds niet meer op een scherm wordt gekeken, dan ben je als ouder betrouwbaar als je hun mobiels en laptops tijdig inneemt.

Betrouwbaarheid is voor ouders echter ook de allergrootste uitdaging, want: het is moeilijk om consequenties na een ‘nee’ uit te voeren; het is pijnlijk om je kind teleur te stellen; voor je het weet, zit je in een zinloze discussie met hem of haar; hoe simpel is het om de opvoeding uit te besteden aan professionals?

Duidelijkheid is genoeg

Met duidelijkheid en betrouwbaarheid kun je als ouders wonderen verrichten in je gezin. Het voorkomt boosheid en angst. Als je duidelijk bent, is er direct meer rust thuis. Je biedt je kind namelijk de veiligheid die zo noodzakelijk is. Je kind weet waar het aan toe is. Het hoeft niet meer bang te zijn of boos te worden.

En de liefde?

Is er naast betrouwbaarheid ook plek voor liefde, vraag je je misschien af. Mijn antwoord is: Ja, maak je geen zorgen over de liefde, die is er altijd. Onderzoek hooguit samen of de uiting daarvan een beetje helpend is. Zorg bijvoorbeeld voor tijd voor gezelligheid, zet voor je dochter af en toe haar lievelingsgroente op tafel, doe eens een gezelschapsspel met ze als ze dat leuk vinden.

door Tea Adema, trainer bij Opleiding tot kinder- en opvoedcoach

Het Ouderavondspel

Dé manier om ouders echt samen te laten werken

Normaal gesproken bespreken we op deze plek nieuwe boeken, maar dit keer presenteren we een spel. Of beter gezegd: een serious game! Het prachtige Ouderavondspel. Ontwikkeld door Bert Wienen, samen met Goudvisie. De redactie van Kwink magazine sprak met Bert Wienen, ook auteur van Van individueel naar inclusief onderwijs, onderwijsboek van 2023, om alle ins en outs van het Ouderavondspel te verkennen.

Elke leraar kent deze situatie: je organiseert een ouderavond waar je ouders vertelt wat er dat jaar op de planning staat en met welke praktische zaken zij rekening moeten houden. Na afloop van de avond heb je het gevoel dat je vooral informatie hebt gezonden en is er van een echt gesprek geen sprake geweest. Hoe anders zou het zijn als op de ouderavond de volgende vraag centraal staat: Hoe gaat u als ouders samenwerken om de leerlingen dit jaar een goed schooljaar te geven?

Waarom is het spel ontwikkeld?

Op dit moment spreken we in het onderwijs vooral de individuele ouder aan over het individuele kind. Bert Wienen vroeg zich af: Wat gebeurt er als we ouders als groep aanspreken? Als we de wijsheid van de groep ouders meer benutten? Om dat te bereiken is het Ouderavondspel ontwikkeld.

Het Ouderavondspel is een sterke manier om de kracht van de groep te benadrukken en te benutten. De gevleugelde uitspraak It takes a village to raise a child wordt door dit spel ook echt werkelijkheid. School en ouders moeten het sámen doen. Ouders komen elkaar wel tegen op school, maar ontmoeten elkaar nauwelijks echt. Terwijl het voor leerlingen heel belangrijk is dat ouders elkaar kennen en er zo aan kunnen bijdragen dat alle leerlingen voelen dat ze erbij horen. Daarbij is het groepsproces in de klas steeds vaker een verlengde van wat zich (online) buiten de klas afspeelt. Als leraar krijg je deze zaken vaak wel mee, maar je kunt er vanuit jouw positie weinig mee. Het Ouderavondspel zorgt ervoor dat ouders vanuit hun eigen plek in het systeem de juiste rol kunnen innemen.

Doel en inzet van het spel

De ouders maken afspraken maken over hoe zij als groep in het betreffende schooljaar willen

MEER WETEN?

Meer weten over het Ouderavondspel?

functioneren. Het gesprek kan gaan over praktische afspraken, maar ook over opvoeden. Door het spel wordt het voor ouders eenvoudiger om elkaar gedurende het schooljaar te ‘vinden’.

De leraar kan het spel introduceren waarna de ouders met elkaar in gesprek gaan. Daar is geen begeleiding bij nodig. Ouders spelen het spel twee keer tijdens de schooltijd van hun kind: in groep 1 (of 1/2); gericht op kennismaking en in groep 5/6 (de overgang van de middenbouw naar de bovenbouw van de basisschool). Uiteraard kan het spel naar wens ook vaker worden gespeeld.

Voorbeeld uit de praktijk

Bert noemt een mooi voorbeeld van ouders die in groep 6 samen afspraken maken over het gebruik van mobiele telefoons. Tijdens het spelen van het spel komen ze tot de conclusie dat ze hun kind liever niet de telefoon op school laten gebruiken; de groepsdruk maakt echter dat het voor de individuele ouder lastig is om dit tegen te houden. Het spel zorgt ervoor dat deze groep ouders met elkaar de afspraak heeft gemaakt: we doen het komend jaar allemáál niet! De kracht van de groep spreekt.

Het Ouderavondspel is prachtig vormgegeven en zit in een mooie, stevige doos. Het materiaal wekt interesse en het inzetten van ouders binnen de schoolgemeenschap is een effectief en verfrissend idee. De opzet ontlast de leraar tijdens een ouderavond en maakt het mogelijk goed naar het gesprek te luisteren.

De Kwinkredactie vindt het Ouderavondspel een absolute aanrader!

Bert Wienen

Bert Wienen heeft een brede opleidingsachtergrond als psycholoog, onderwijswetenschapper en bedrijfskundige. Sinds 2018 is hij senior onderzoeker lectoraat Jeugd van hogeschool Windesheim. Daarnaast werkt hij als zelfstandig adviseur en projectleider voor gemeenten, jeugdhulp en onderwijs en is hij mede-oprichter van het Instituut voor Inclusief Onderwijs. Met zijn boek Van individueel naar inclusief onderwijs won hij in 2023 de prijs Onderwijsboek van het Jaar.

Gebruik

De Kwinkemotiethermometer

Kwink bestaat 10 jaar! Daarom hebben alle scholen afgelopen mei vijf emotiethermometers ontvangen. Zet jij de thermometer al in binnen je onderwijs? Dat kan op verschillende manieren.

De Kwink-emotiethermometer kun je op verschillende manieren inzetten binnen het onderwijs. Je gebruikt de Kwink-emotiethermometer bij zowel de niet-probleemgerichte aanpak als de probleemgerichte aanpak.

Het valt wellicht op dat de emoties op de emotiethermometer verschillen van die van de emoties op het Kwink emotiewiel. Deze keuze maakten we bewust, omdat we het hier niet hebben over specifieke emoties maar over gradaties in gevoel.

De leraar en de leerling

Aan de slag!

De Kwink-emotiethermometer helpt om met leerlingen in gesprek te gaan, zeker als een leerling heftige emoties ervaart of heeft ervaren. De emotiethermometer is dan ook goed te gebruiken als check-in/check-out. De leraar vraagt bij binnenkomst aan de leerling hoe hij zich voelt. Zo kan de leraar eenvoudiger inspelen op de behoeften van leerlingen. Door bij de check-in afspraken/voornemens te maken voor de dag, is het mogelijk ook een check-out vorm te geven. Een leraar blikt zo samen met een leerling terug op de dag.

De leerlingen samen

Voorbeeld van een oefening

Vraag alle leerlingen om bij binnenkomst een wasknijper of pijl aan de emotiethermometer te hangen. Wijs één leerling aan die aan het begin van de dag een korte analyse maakt van hoe de klas zich op dat moment voelt. Nodig hem of haar uit enkele vragen te stellen aan klasgenoten. Deze oefening kun je ook met tweetallen doen. Geef af en toe een duo de beurt om samen voor de emotiethermometer te gaan staan en laat ze een kort gesprekje voeren, waarbij ze steeds naar het bijpassende gevoel wijzen.

Vragen die ze elkaar kunnen stellen:

• Hoe voel jij je in de klas meestal?

• Hoe voel jij je als je een fout maakt?

• Wanneer voel jij je helemaal groen of juist helemaal rood?

• Hoe voel jij je thuis?

• Hoe voel jij je bij vrienden?

Hoe ouder leerlingen zijn, hoe meer vragen ze zelf zullen toevoegen. Ook mogelijk: hang een vragenlijstje naast de emotiethermometer. Als een duo een mooie vraag bedenkt, voegen ze die toe aan het vragenlijstje. Handig voor een ander duo.

Emotiethermometer
Emotiethermometer

SEL-inspiratie

De Ringaanpak (vernieuwde editie)

De Ringaanpak, bestaande uit acht concrete stappen, wordt bij het begeleiden van veel groepen in het basis- en voortgezet onderwijs nog altijd als basis gebruikt. Deze vernieuwde editie besteedt nadrukkelijk meer aandacht aan de context van de groep. Aan welke systemische knoppen kunnen we allemaal draaien om de werksfeer in de groep en de sociale veiligheid te verbeteren?

Feedback kaarten (voor het team)

Feedback krijgen is belangrijk. Het geeft je de kans te groeien, te veranderen en te verbeteren. Maar vrijwel iedereen vindt omgaan met feedback moeilijk. Daarom zijn er deze kaarten. Ze zijn uitermate geschikt om op een laagdrempelige en positieve manier feedback te (leren) vragen, geven en ontvangen.

De HappyBoat

De HappyBoat nodigt leerlingen uit om weg te varen in gedachten. Het stimuleert de fantasie en spel en kan een mooie aanvulling zijn voor gebruik in bijvoorbeeld de onderbouw. De zachte stof van de boot helpt leerlingen om te ontspannen en om rustig te worden als ze heftige emoties ervaren. Helemaal ideaal in combinatie met de Rustvis van Kwink!

Handboek groepsdynamica

Ontwikkeling in de groep biedt een schat aan inzichten en handvatten die gebruikt kunnen worden om groepsprocessen bij kinderen en jongeren in goede banen te leiden. Op de website vind je verdiepende vragen en opdrachten, spel- en werkvormen, links naar filmpjes, en bijlagen bij een aantal hoofdstukken.

Een sociale en veilige groep waarin je verstorend gedrag zoals pesten kunt voorkomen.

Kwink is praktisch, leuk en altijd actueel. Inclusief burgerschap en mediawijsheid. www.kwinkopschool.nl

Voor groep 1 t/m 8.

Al meer dan 1500 scholen werken met veel plezier met Kwink!

Probeer Kwink uit met de hele school! Vraag een gratis proefabonnement aan via

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.