Trefwoord Inkijkexemplaar jaargang 30-1

Page 1


NIEUW IN TREFWOORD

ABONNEMENT

Trefwoord verschijnt vier keer per schooljaar. Een abonnement op Trefwoord kan uitsluitend schoolbreed (voor alle groepen in de school) worden afgesloten en bestaat uit een basisbedrag plus een vast bedrag per groep.

Abonnees van Trefwoord hebben ook toegang (via Basispoort) tot het aanvullende digitale lesmateriaal op de website www.trefwoord.nl. Het is niet toegestaan de handleidingen en het aanvullende digitale lesmateriaal van Trefwoord te delen met scholen die geen eigen abonnement op Trefwoord hebben afgesloten. Het is evenmin toegestaan het materiaal uit Trefwoord te kopiëren, anders dan voor intern gebruik.

De abonnementsprijs voor schooljaar 2024-2025 is € 560,00 voor het basisbedrag en € 66,40 per groep. Voor een compleet overzicht van de abonnementsprijzen zie www.trefwoord. nl/prijzen. Abonnementen kunnen bij ieder nummer ingaan en worden jaarlijks automatisch verlengd. Het abonnementsjaar loopt parallel aan het schooljaar. Opzeggingen moeten schriftelijk vóór 1 juni worden ingediend.

Op een abonnement op Trefwoord zijn onze algemene voorwaarden en abonnementsvoorwaarden van toepassing. Zie www.kwintessens.nl/voorwaarden.

PROEFABONNEMENT

Een proefabonnement op Trefwoord omvat één aflevering en kost € 80,-. Het aantal handleidingen dat wordt geleverd in het proefabonnement komt overeen met het aantal groepen van de school. Toegang tot het aanvullende digitale lesmateriaal op de website www.trefwoord.nl is onderdeel van het proefabonnement.

REDACTIE EN ADMINISTRATIE

Contact met de abonnementenservice

T 033 460 19 43

E abonnementen@kwintessens.nl

Contact met de redactie

T 033 460 19 40

E trefwoord@kwintessens.nl

Privacy

Lees onze privacyverklaring op www.kwintessens.nl/privacy.

Copyright

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.

Onderdelen

Trefwoord

Een papieren handleiding

Voor onder-, midden- en bovenbouw.

Visueel en audiomateriaal

Via het digibord (onder- en midden-/bovenbouw):

X Kalender

X Liedjes

X Filmpjes

X Reportage

X Interview

X Animatie

Extra materiaal

Te downloaden van www.trefwoord.nl

X Bijlagen

X Bladmuziek

X Liedteksten

X Gebeden

X Ouderbrief

X Thematische start- en slotviering

X Themaoverzicht schooljaar

X Themaoverzicht per aflevering

X Kerst- en paasviering

Inhoud handleiding

Verantwoording thema

In dit onderdeel leggen we uit wat dit thema levensbeschouwelijk maakt, welke bronverhalen aan de basis hebben gestaan en formuleren we de levensbeschouwelijke doelstelling. Tevens lichten we toe hoe dit thema een rol speelt in de leefwereld van de kinderen en welke vragen het voor hen op kan roepen.

Trefwoord digitaal

Op www.trefwoord.nl vindt u deze onderdelen ter aanvulling van het thema. U kunt ze eventueel downloaden.

Weekinleiding

Een korte toelichting bij het materiaal van deze week waarin we uiteenzet ten hoe de inhoud een bijdrage kan leveren aan de levensbeschouwelijke doelstelling.

Weekindeling

Een overzicht van de korte dagelijkse activiteiten.

Dagaccent

Het dagelijks materiaal begint met een gerichte, inhoudelijke kijkvraag bij de digitale kalender. Direct in het verlengde van dit kalenderbeeld vindt u een bijpassende activiteit, soms een kort verhaal. De eventuele overige dagelijkse onderdelen kunt u als extra beschouwen.

BRONNEN EN TRADITIES

Hier treft u de bronverhalen, de meeste uit de Bijbel (de joods-christelijke traditie). Als het mogelijk is, zullen we ook verhalen uit andere levensbeschouwelijke tradities plaatsen, zoals de islam, het hindoeïsme en het boeddhisme. Het gaat daarbij om de vraag welk licht deze bronverhalen op het thema laten schijnen.

BRONNEN EN TRADITIES

KIND

In dit domein treft u verhalen aan uit de leefwereld van kinderen, soms in de vorm van een dierenverhaal. We roepen daarin dilemma’s en vragen op uit hun eigen leven, op sociaal en emotioneel terrein.

SAMENLEVING

Op welke manier speelt het thema een rol in de samenleving? De bijdragen geven een bredere kijk, waarbij de actualiteit het uitgangspunt is.

30 jaar Trefwoord!

Trefwoord is jarig. Met deze eerste aflevering in het nieuwe schooljaar luiden we jaargang 30 in! Er is een hoop gebeurd in de afgelopen drie decennia. In 1994 had, om een voorbeeld te geven, het internet nog maar net zijn intrede gedaan. Vandaag de dag kunnen kinderen zich geen wereld voorstellen zonder smartphone. Niet alleen technologische ontwikkelingen hebben het leven van veel mensen veranderd.

Ook klimaatverandering en verschuivingen in het economische, politieke en maatschappelijke landschap maken de wereld waarin wij leven anders dan die van dertig jaar geleden. Panta Rhei, oftewel: ‘alles is in beweging’, zei ooit de Griekse wijsgeer Heraclitus. En wie terugblikt in de tijd, beseft dat hij daar een goed punt had.

Ook Trefwoord is in beweging. We begonnen in 1994 als godsdienstmethode, met als doel om de leefwereld van kinderen te verbinden met de wereld en de betekenis van Bijbelverhalen. Anno 2024 is het doel van Trefwoord dat elk kind zijn of haar eigen visie op het leven ontwikkelt. Dat doen we door het oproepen van (levens)vragen en dilemma’s, waardoor kinderen worden uitgedaagd om na te denken over wat zij belangrijk en waardevol vinden in het leven.

Om kinderen te begeleiden in hun levensbeschouwelijke ontwikkeling, werken we net als dertig jaar geleden met herkenbare (levens)thema’s. Ook hechten we nog steeds waarde aan het vertellen van eeuwenoude verhalen uit diverse bronnen en tradities. Wat zeggen deze verhalen over het leven en over hoe mensen aankijken tegen recht en onrecht, liefde en haat, goed en kwaad, geluk en ongeluk, begin en einde? In die zin kun je zeggen dat ondanks alle veranderingen de wezenlijke thema’s, levensvragen en aspecten van het mens-zijn onveranderd zijn gebleven. Wie ben ik? Wat is de zin van het leven? Hoe kan ik goed samenleven?

Juist in een wereld die volop in beweging is, blijven deze (onveranderlijke) levensvragen essentieel om kinderen te helpen stevig en zelfbewust in hun schoenen te staan. Daarom is het werken met Trefwoord nog steeds actueel en belangrijk voor de levensbeschouwelijke ontwikkeling van kinderen. Op naar de komende dertig jaar!

Nieuw in Trefwoord: de Startkist

Met ingang van dit schooljaar introduceren we de Startkist. Hier kun je voorwerpen inleggen of uithalen die ervaringen van kinderen concreet en tastbaar maken. En omdat we jarig zijn, krijgt elke klas een stickervel cadeau om de Startkist mee te versieren. Tips voor het maken van een eigen Startkist vind je op pagina 6 en 7.

We wensen je veel plezier met het materiaal voor de komende periode.

hoofdredacteur

BIJZONDERHEDEN

Kerstviering 2024 online

Vanaf 9 september kun je de tekst van de kerstviering ‘Licht volgen’ downloaden. De volledige viering, inclusief muziek en beelden, staat vanaf 23 september 2024 online.

INHOUDSOPGAVE

Onderbouw 2024-2025/1 jaargang 30

Startweek 8

Nieuw in Trefwoord: de Startkist

Met ingang van dit schooljaar introduceren we de Trefwoord-Startkist.

De Startkist kan fungeren als een herkenbaar ritueel om met Trefwoord te gaan werken in de groep. De overgang naar een moment van betrokkenheid bij elkaar. De Startkist, het bijpassende lied en de inhoud ervan kun je gebruiken als vast patroon. Door de herkenning kan het rust brengen en houvast geven en het groepsgevoel versterken.

In elk Trefwoord-thema vind je ideeën voor activiteiten met de Startkist. Die zijn in de handleiding te herkennen aan het Startkist-icoon.

Maak met de Startkist ervaringen concreet. Van jou en de kinderen.

De Startkist brengt levensbeschouwelijke thema’s en vragen dichter bij de kinderen.

De Startkist maakt tastbaar wat de kinderen belangrijk en waardevol

vinden: ze kunnen er zelf iets instoppen of uithalen.

De Startkist daagt uit om ervaringen en bevindingen met elkaar te delen en zo samen in gesprek te gaan.

Maak je eigen Trefwoord-Startkist

1 Maak of zoek een (houten) kist met een deksel. Let op: de kist moet minimaal 40 bij 30 bij 30 cm zijn.

2 Versier de kist.

Plak de Trefwoord-stickers die je bij deze aflevering hebt ontvangen op de kist.

3 Zet de Startkist op een centrale plek in de klas.

Zet daar de Startkist op. tip

Heb je in jouw klas een viertafel?

Gebruik je weleens een kinderbijbel of een verhalenboek in de klas? Berg die op in de Startkist.

Laat de kinderen met verschillende kleuren verf een handafdruk op de kist maken. Zo maak je er een groepsstartkist van: een Startkist die elk jaar met de kinderen meegaat als ze naar een hogere groep gaan.

tip
tip

STARTWEEK

Een nieuw schooljaar begint. In deze eerste week maken de kinderen kennis met elkaar.

De Bijbelverhalen gaan over de schat in de akker en het mosterdzaadje. Uit iets heel kleins, kan iets moois groeien.

Nieuw in Trefwoord met ingang van dit schooljaar is de Startkist. Een kistje dat je in de klas zet om te gebruiken bij de start van de dag of de start met Trefwoord.

NB: Alle scholen gebruiken dit materiaal in hun eerste schoolweek. Regio zuid: week 34. Regio midden: week 35. Regio noord: week 36. De digitale kalenderplaten van de startweek zijn op Trefwoord Digitaal te vinden in de kalender bij 19 t/m 23 augustus..

WEEKINDELING

MAANDAG

Hier ben ik!

Cool (lied)

Namenspelletjes (activiteit)

Startkist (lied, activiteit)

DINSDAG

Hier zijn wij!

Startkist (lied, activiteit)

Verschillen (digitale dobbelsteen)

BRONNEN EN TRADITIES

Een schat in de grond (Bijbel)

WOENSDAG

Laten we afspreken!

Welke afspraak geldt hier? (activiteit)

DONDERDAG

We gaan groeien!

Startkist (lied, activiteit)

Wat kun jij al goed? (activiteit)

De grote stoel (activiteit)

BRONNEN EN TRADITIES

Het begint klein (Bijbel, jongsten)

Het begint klein (Bijbel, oudsten)

VRIJDAG

We gaan samen spelen!

Startkist (lied, activiteit)

Al die ikken zijn een groep (lied)

KIND EN SAMENLEVING

Samen spelen (verhaal, jongsten)

Samen voetballen (verhaal, oudsten)

MAANDAG

Hier ben ik!

Hebben deze kinderen zin in school? Hoe zie je dat?

Vind jij het leuk om weer op te school te zijn? Waar heb je zin in? En wat vind je spannend?

Cool (lied)

Een lied om de eerste dag van het nieuwe schooljaar mee te beginnen. Muziek: www. trefwoord.nl, digitaal, muziek.

Heb jij zin in deze dag?

Zin in ieder leuk idee?

Gaan jouw ogen ook al glimmen?

Doe jij ook zo heel graag mee?

Refrein:

Yes! Wauw! Cool!

We gaan, we willen!

Leuk om er weer bij te zijn.

Swing maar mee op dit refrein.

Yes! Wauw! Cool!

Wat vet! Wat fijn!

Heb jij zin in deze dag?

Zin om snel van start te gaan?

Gaan jouw handen ook al jeuken?

Want je wilt er tegenaan?

Refrein

Heb jij zin in deze dag?

Zin in elk verrassend plan?

Zit jij ook al te genieten?

Word je d’r al vrolijk van?

Refrein

Namenspelletjes (activiteit)

Aan het begin van het schooljaar moet je elkaar eerst leren kennen. Doe een of meerdere spelletjes om elkaars namen te oefenen.

X Ga de kring rond en vertel hoe iedereen heet. Noem nu de namen nog een keer. De kinderen wijzen zo snel mogelijk naar het betreffende kind.

X Laat vervolgens de kinderen in de kring een bal naar elkaar gooien. Je noemt de namen: gooi de bal naar…

X Voor de oudsten: noem een letter. Als de naam van een kind met die letter begint, gaat het staan en zegt zijn naam.

Startkist (lied, activiteit)

Vanaf dit schooljaar bieden wij bij elk thema suggesties aan om te werken met de ‘Startkist’. Zie pagina 6 en 7 voor meer informatie over de Startkist en hoe je de Startkist in jouw klas gebruikt.

Stop van tevoren iets van jezelf in de Startkist. Zet de Startkist in de kring en laat het lied ‘Open de Startkist’ horen: www. trefwoord.nl, digitaal, muziek.

Refrein:

Kom in de kring, want Trefwoord begint.

Open de Startkist en kijk wat je vindt.

Wat zie je?

Wat hoor je?

Een zin, een verhaal?

Verrassing. Verbazing. Het kan allemaal.

Refrein

Wat denk je?

Wat voel je?

Wat brengt deze dag?

Iets moois? Iets bijzonders?

Doe mee met een lach.

Refrein

Maak de Startkist open. Haal jouw persoonlijke item eruit en vertel er iets over waardoor de kinderen jou wat beter leren kennen. Vraag of ze morgen zelf ook iets van zichzelf mee willen nemen wat in de Startkist mag.

DINSDAG

Hier zijn wij!

Hoeveel kinderen zitten er in jullie groep?

Laat de kinderen op een rij gaan staan, loop langs de kinderen en tel ze. Dat zijn een hoop kinderen! Laat de kinderen in een kring gaan staan. Wie is er allemaal hetzelfde? Vertel dat geen mens hetzelfde is, ook niet in deze groep. Je hebt soms wel iets hetzelfde. Bijvoorbeeld dezelfde kleur haar.

Of hetzelfde lievelingseten. In deze klas zitten een heleboel kinderen. Noem het aantal dat je net geteld heeft. Het komende jaar gaan we elkaar goed leren kennen. Daar gaan we vandaag mee beginnen.

Startkist (lied, activiteit)

Hebben de kinderen iets van zichzelf meegenomen? (zie maandag) Laat ze het voor de les in de Startkist doen. Zet de kist in de kring of voorin de klas en laat het bijbehorende lied ‘Open de Startkist’ horen: www.trefwoord.nl, digitaal, muziek (zie de liedtekst bij maandag).

Maak de Startkist open. Om de beurt haalt iemand er iets uit en bedenkt van wie het is. Kan de eigenaar er iets over vertellen? Is het te veel om het nu te doen? Maak er dan gedurende de dag nog een paar keer tijd voor, zodat alle kinderen iets over hun voorwerp kunnen vertellen.

Verschillen (digitale dobbelsteen) Omdat het goed is om te ontdekken dat iedereen uniek is, een activiteit waarbij de eigenheid van kinderen aan bod komt. Laat de dobbelsteen draaien. De kinderen mogen in tweetallen vertellen, bijvoorbeeld bij ‘mond’, wat ze graag eten en drinken.

Sommige tweetallen mogen het aan de hele groep vertellen.

X mond (wat hij graag eet en drinkt)

X ogen (welk filmpje hij graag ziet)

X oren (welk liedje hij leuk vindt)

X voeten (waar hij het liefst naartoe gaat)

X handen (wat hij graag doet of mee speelt)

X neus (wat hij lekker vindt ruiken)

Vertel: Hoe verschillend iedereen ook is, met elkaar vormen we een groep waarin iedereen zichzelf mag zijn!

BRONNEN EN TRADITIES

Een schat in de grond (Bijbel)

Een verhaal waarin het erover gaat dat soms iets zo belangrijk kan zijn voor iemand dat die er alles voor over heeft. Een vertelling naar Matteüs 13, 44.

‘Ik ga hoor!’ roept Sem.

‘Veel plezier!’ roept Eva terug. ‘En tot vanavond.’

Daar gaat Sem. Hij heeft een schep in zijn hand en een tas om zijn schouder. Sem gaat werken op het land. Hij loopt het dorp uit. Langs de schapen en geiten van zijn buurman. Hij zegt ‘dag’ tegen de koeien en aait onderweg een paard.

‘Wat is de wereld toch mooi!’ zegt Sem hardop tegen zichzelf. Hij kijkt naar de wolken in de hemel. Naar de stralende zon en naar de vogels die overvliegen. ‘Alles is zo prachtig gemaakt. Het lijkt wel een cadeautje van God zelf.’

Na een tijdje komt Sem bij zijn eigen veldje. Er staat onkruid op. Dat onkruid moet weg. Want waar onkruid groeit, kan niet iets anders groeien. Geen koren waar je meel voor brood van kunt maken.

Sem pakt zijn schep en duwt die hard in de grond. Hij wipt het onkruid eruit en gooit het op z’n kop op de grond. Er komt zwarte aarde omhoog. Daar kan het koren straks goed in groeien. Sem werkt hard door. De hele ochtend. Dan gaat hij op het stenen muurtje zitten langs de rand van zijn veldje.

‘Zo, even lekker eten,’ mompelt hij, terwijl hij uitkijkt over het veldje van zijn buurman. En dan... dan ziet hij opeens iets. Niet op zijn eigen veldje, maar op het veldje van zijn buurman. Dat iets glimt. Dat iets steekt een klein beetje boven de grond uit. Maar wat dat iets is, dat weet Sem niet. Hij springt van het muurtje af en loopt naar het glimmende iets. Hij trekt eraan, maar het zit vast in de grond. Sem trekt nog harder, maar het iets komt niet los. Daarom gaat Sem zijn schep halen. Hij schept met zijn schep rondom het iets. Het gat wordt steeds groter. Eindelijk kan Sem het glimmende iets uit de grond halen. ‘Een schat!’ fluistert Sem. ‘Ik heb een schat gevonden!’ Hij kijkt naar een glimmend kistje. Er zit een deksel op. Als Sem het kistje optilt, rammelt het. Er zit iets in. Vast iets heel belangrijks. Iets heel waardevols.

‘Een echte schat!’ zegt Sem weer. Hij is heel blij.

Maar dan, wat doet Sem nu? Hij stopt de schat weer in de grond. Hij schept er zwarte aarde overheen. Niemand kan nu meer zien dat daar een schat begraven ligt. Alleen Sem weet het. Dan gaat hij naar huis.

‘Wat ben je vroeg.’ zegt Eva verbaasd. ‘Ben je al klaar met werken?’

‘Nee,’ zegt Sem. ‘maar ik heb een schat gevonden. Een schat in de grond. Op het veldje van de buurman. Ik ga het kopen!’

‘Wat ga je doen?’ vraagt Eva.

‘Ik ga het veldje van de buurman kopen. Dan is de schat die ik gevonden heb van ons.’

‘Maar we hebben toch geen geld genoeg om dat veldje te kopen?’ zegt Eva.

‘Straks wel. Want we verkopen ons huis, ons eigen veldje... alles wat we hebben. Dan hebben we geld genoeg.’

‘Heb je dat er allemaal voor over?’ vraagt Eva.

‘Ja,’ zegt Sem, ‘deze schat maakt ons gelukkig. Daar moeten we goed voor zorgen. Daar heb ik alles voor over.’

Eva wil nog wat zeggen. Maar Sem is al weg. Hij gaat naar de buurman en koopt zijn veldje.

Als Sem, samen met Eva, op hun nieuwe veldje komt, zegt Sem: ‘Kijk, hier in de

grond... daar ligt onze schat. Ik ben er zo blij mee! Nu zijn we schathemeltje rijk.’

‘En gelukkig,’ zegt Eva.

‘En gelukkig,’ zegt Sem.

Gesprek

Wat vinden de kinderen zo belangrijk dat ze er alles voor over hebben? Als je elkaar daarover vertelt, leer je elkaar ook weer beter kennen.

WOENSDAG

Laten we afspreken!

Welke afspraken zijn belangrijk op het schoolplein?

Als we in een schooljaar met elkaar optrekken, is het goed om afspraken te maken. Als je bijvoorbeeld op het schoolplein speelt, moet je rekening houden met elkaar. Zodat er geen ongelukken gebeuren en iedereen leuk kan spelen.

Er zijn niet alleen afspraken op het schoolplein, maar ook in de klas. Waarom? Hoe maak je het samen fijn in de klas? Welke afspraken kun je hiervoor maken? Bijvoorbeeld: elkaar helpen, luisteren naar elkaar.

Welke afspraak geldt hier? (activiteit)

Loop met elkaar door het lokaal, door de gang, naar de wc en naar buiten. Sta steeds stil op een plek en bespreek met elkaar welke afspraken er zijn voor deze plek.

Doe dit gedurende de dag ook voor verschillende momenten in de klas: tijdens het eten en drinken, in de kring.

DONDERDAG

We gaan groeien!

Wat zie je op de kalenderplaat?

Startkist (lied, activiteit)

Doe vooraf een zakje met (kleine) zaadjes in de Startkist. Zet het kistje in de kring of voorin de klas en laat het bijbehorende lied ‘Open de Startkist’ horen: www.trefwoord.nl, digitaal, muziek (zie de liedtekst bij maandag).

Haal de zaadjes uit de Startkist. Schud het zakje leeg op je hand en laat de kinderen de zaadjes bekijken. Kunnen ze zich voorstellen dat daar een grote plant uit kan groeien?

Zoals een zaadje gaat groeien, zo gaat dat ook bij de kinderen. Ze worden steeds groter, tot ze net zo groot zijn als papa of mama. Laat de kinderen met hun handen aangeven hoe ze gaan groeien. Heeft iemand een idee hoeveel langer hij dit schooljaar zal worden?

Vertel dat je ook op een andere manier kunt groeien, als je nieuwe dingen leert.

Wat kun jij al goed? (activiteit)

Maak groepjes van vier kinderen. Vraag: Wat kun jij goed als het gaat om… Noem een voor een de genoemde activiteiten en laat de kinderen erover vertellen in de groepjes.

Voor de jongsten

X Bewegen

X Helpen

X Kleuren

X Voor jezelf zorgen

X Muziek

X Bouwen

X …

Voor de oudsten

X Rekenen

X Zwemmen

X Lezen

X Knutselen

X Gymmen

X Kokkerellen

X

Sluit het klassikaal af. Vertel dat er ook dingen zijn die je nog niet kunt, maar die je wel graag wilt leren. Misschien gaat dat het komend schooljaar gebeuren.

De grote stoel (activiteit)

Nodig een paar kinderen uit om op de grote stoel te komen zitten en aan de klas te vertellen wat ze graag willen oefenen om het vervolgens te kunnen. Laat ze er eventueel een voorwerp bij pakken (bijvoorbeeld een boek) of het verbeelden. Maak er foto’s van.

De overige kinderen kunt u op een later tijdstip op de stoel fotograferen.

JONGSTEN

BRONNEN EN TRADITIES

Het begint klein (Bijbel)

Over een klein zaadje dat uitgroeit tot een grote struik. Een vertelling naar Marcus 4, 30-34.

De zon is net op. Het is stil bij het meer. Er zijn een paar vissers. Ze trekken hun boot op het strand. En maken hun netten schoon.

Petrus en Johannes zijn er. Samen met Jezus. Ze zitten in het zand. Ze voelen de warme zon. Ze horen het water. En zien de vogels vliegen in de lucht.

‘Zo is het goed,’ zegt Johannes. ‘Hoort dit bij God?’ vraagt Petrus.

‘Ik denk van wel,’ zegt Jezus.

Dan zijn ze weer stil. Het is zo mooi!

Er komt een man. En nog een. Drie vrouwen komen eraan. En een paar kinderen.

Ze gaan ook in het zand zitten. Bij Jezus. Steeds meer mensen komen erbij.

‘Die droom van God,’ vraagt een man. ‘Over de mooie wereld, is die er al? Een wereld waarin alle mensen alleen maar goede dingen doen?’

‘Wacht, daarover vertel ik een verhaal,’ zegt Jezus. ‘Luister maar.

Op een dag vindt vrouw Mosman een zaadje. Piepklein is het. Ze neemt het mee naar huis.

“Wat heb je in je hand?” vraagt Mosman.

“Een zaadje,” zegt zijn vrouw. “Een mosterdzaadje.”

“Gooi weg,” zegt haar man. “Het is zo klein. Ik kan het haast niet zien.”

“Zie jij het zaadje niet?” zegt vrouw Mosman. “Maar ik zie al een grote struik.”

Mosman lacht. “Ha ha, een grote struik. Dat piepkleine zaadje. Vrouw, toe nou. Dat kan echt niet!” Mosman lacht nog harder.

“Wacht maar,” zegt vrouw Mosman.

Ze stopt het zaadje in de grond. Ze gietert elke dag. De zon maakt de aarde warm. Een klein groen puntje komt boven de grond.

Het wordt een stengel. Met een blad eraan.

En nog een blad. Steeds groter groeit het.

“Wat een mooie grote struik,” zegt Mosman.

“Prachtig.”

“Weet je wat het is?” vraagt zijn vrouw. Ze lacht erbij.

Mosman kijkt naar de struik. En naar zijn vrouw. “Is dit een mosterdstruik?”

“Uit het mosterdzaadje,” zegt de vrouw. “Het begint klein. Maar het wordt groot. Daar kun je op vertrouwen.”’

Jezus kijkt naar de mensen.

‘Dit is mijn verhaal,’ zegt hij. ‘De droom van God begint klein. Net als het mosterdzaadje.’

Verwerking

Laat de kinderen spelen dat ze het zaadje zijn. Eerst zijn ze piepklein, maar ze worden steeds iets groter, tot ze een hele grote mosterdstruik zijn.

OUDSTEN

Het begint klein (Bijbel)

Over een klein zaadje dat uitgroeit tot een grote struik. Een vertelling naar Marcus 4, 30-34.

‘Laten we vroeg opstaan,’ heeft Jezus gezegd. ‘Dan gaan we alvast naar het meer, buiten de stad. Want straks komen er weer veel mensen.’

Petrus en Johannes zijn er blij mee. Ze zijn graag samen met Jezus.

Bij het meer is het nog heel stil. De zon is maar net op. Er lopen een paar vissers. Ze trekken hun boten aan de kant. Anderen maken de netten schoon. Want ze hebben ‘s nachts gevist. Net als Petrus vroeger. Als Petrus ernaar kijkt, moet hij glimlachen.

Ze lopen naar de waterkant, doen hun sandalen uit en bungelen met hun voeten in het kabbelende water. Af en toe vliegt er een vogel over. Maar verder is het stil. Want de vissers zijn naar huis om te slapen.

‘Wat is het goed hier,’ zegt Johannes.

‘Alles is mooi.’

‘Ja,’ zegt Jezus, ‘zo hoort het te zijn.’

‘Lijkt het op de droom van God?’ vraagt Petrus.

Jezus moet lachen. ‘Ik vind van wel.’ ‘Ik begrijp het niet,’ zegt Petrus. ‘Die droom… het is zo moeilijk.’

‘Ja,’ zegt Jezus. ‘Ik moet er nog vaak over vertellen.’

Ze blijven nog een tijdje aan de waterkant zitten. Zonder wat te zeggen. Een tijdje later zijn ze niet meer alleen. Er zijn heel veel mensen bij het meer. Ze hebben gehoord dat Jezus er is.

Een man vraagt: ‘Jezus, ik begrijp het niet… die droom van God. Over die mooie wereld. Dat alle mensen alleen maar goede dingen doen. Is die wereld er al?

Kunnen we die al zien?’

Jezus geeft Petrus een knipoog en zegt dan: ‘Luister, ik zal je een verhaal vertellen.

Er was eens een man. En op een dag vond hij een zaadje. Een piepklein zaadje.

“Wat heb jij nou?” vroeg zijn vrouw.

“Een zaadje. Het is een mosterdzaadje.”

“Gooi toch weg. Het is zo klein. Ik kan het bijna niet zien.”

“Nee, nee,” zei de man. “Ik stop het zaadje in de grond. Want dan wordt het een grote struik.”

“Haha, laat me niet lachen,” zei zijn vrouw.

“Een grote struik? Uit zo’n klein zaadje? Hoe kan dat nou?”

“Lach jij maar,” zei de man. “Maar het is echt waar. Eigenlijk zit die grote struik nú al in dit kleine zaadje. Dat kun je alleen niet zien. Want zo’n grote struik begint klein.”

“Ik geloof er niks van,” zei zijn vrouw.

“Je zult het zien,” zei de man. Hij stopte het zaadje in de grond en gaf het elke dag een beetje water. De zon zorgde voor warmte en uit het zaadje kwam een groene spriet. Een stengel. Met bladeren. Het groeide en groeide. Ook als de man ‘s nachts sliep. Het werd steeds groter. En toen… toen was het een grote struik. Met bladeren zo groot, dat de vogels zich erin konden verstoppen.

“Wat een grote struik,” zei zijn vrouw. “Waar komt die nou vandaan?”

“Die komt uit dat kleine mosterdzaadje. Zo begint het. Daar kun je op vertrouwen.”

Dit is mijn verhaal,’ zegt Jezus. ‘De droom van God begint klein. Net als het mosterdzaadje.’

Verwerking

Laat de kinderen spelen dat ze het zaadje zijn. Eerst zijn ze piepklein, maar ze worden steeds iets groter, tot ze een hele grote mosterdstruik zijn.

We gaan samen spelen!

Hoe kun je fijn samen spelen?

Op de kalender zien we een groepje jongens en meisjes voetballen. Het ziet er gezellig uit. De kinderen hebben het leuk met elkaar. In de groep werken en spelen we ook vaak samen. We houden rekening met elkaar. Iedereen in de groep wil zich veilig voelen. Als iedereen zich prettig voelt in de groep, wordt het een fijn jaar.

Startkist (lied, activiteit)

Doe vooraf een paar tubes verf en een groot vel (behang)papier in de Startkist. Zet het kistje in de kring of voorin de klas en laat het bijbehorende lied ‘Open de Startkist’ horen: www.trefwoord.nl, digitaal, muziek (zie de liedtekst bij maandag).

Haal de materialen uit de Startkist. Vertel dat jullie een ‘samen-kunstwerk’ gaan maken voor in de klas. Jullie gaan het samen maken en er moet van iedereen iets op te zien zijn. Wie heeft een goed idee? Als de kinderen zelf niet met ideeën komen, vertel dan dat iedereen verf op een hand mag doen en die mag afdrukken op het vel papier. Schrijf de namen erbij. Geef het kunstwerk een mooie plek in de klas.

Staan alle handen op het papier en is iedereen weer schoon? Zet dan het lied ‘Alle ikken zijn een groep’ aan en dans er samen op.

Hoe is het voor de kinderen om dit samen een kunstwerk te maken? En om samen te dansen?

VRIJDAG

Al die ikken zijn een groep (lied)

Een lied over hoe je samen een goede groep kunt zijn. Muziek: www.trefwoord.nl, digitaal, muziek.

Refrein:

Ik, ik, ik, ik, ik en ik en ik.

Al die ikken samen zijn een groep.

Onze gri-gra-groep!

We weten wat er mag.

We weten wat er moet.

Dit is fout en dat is goed.

Refrein

We sluiten niemand uit.

We zijn hier samen blij.

Doe je mee? Je hoort erbij!

Refrein

Soms lukt het even niet.

Dan helpen we elkaar.

Jij helpt hem en ik help haar.

Refrein

Je doet het niet alleen.

We delen vaak het werk.

Onze groep is samen sterk.

Refrein

De groep is op en top.

We hebben het er fijn.

’t Is een feest van samenzijn.

Vraag: Hoe kun je er met elkaar een groep van maken waarin het voor iedereen fijn is?

Laat het lied nogmaals horen en stop na elk couplet. Wat wordt er gezongen in het couplet?

KIND EN SAMENLEVING

Samen spelen (verhaal, jongsten)

Marouan wil graag alleen spelen. Hij kiest voor de bouwhoek. Hij wil een hoge toren bouwen. Elske komt erbij. Ze wil hem helpen met bouwen. Er ontstaat ruzie.

Marouan zit samen met Vera voor het kiesbord in groep 1. Hij heeft het kaartje met zijn naam in zijn hand en kijkt naar het bord. Wat moet hij nou kiezen? Zal hij op het kleed gaan spelen met auto’s? Dan kan hij lekker hard racen. Of zal hij toch maar voor de bouwhoek kiezen? Dan kan hij met de blokken een hoge toren maken. Hij wil zijn kaartje al opplakken als hij het plaatje met de huishoek ziet. Daar kan hij ook gaan spelen. Dan kan hij zich verkleden als papa. Ja, dat is leuk.

‘Weet je het al, Marouan?’ vraagt de juf.

Marouan knikt. Hij plakt zijn kaartje bij de huishoek. Naast hem plakt Vera op hetzelfde moment haar kaartje ook bij de huishoek. Snel haalt Marouan zijn kaartje weer weg. Hij wil niet samen spelen. Daarom plakt hij hem snel bij de bouwhoek. Daar is niemand.

‘Jullie mogen meteen beginnen,’ zegt de juf. En dan noemt ze de namen van twee andere kinderen die mogen kiezen.

Marouan trekt zijn schoenen uit en gaat op het kleed in de bouwhoek zitten. Hij pakt de doos met blokken en begint te bouwen.

Eén, twee, drie, vier, vijf. Het wordt al een hoge toren. En hij valt nog steeds niet om.

Hij wil net een nieuw blok pakken als Elske bij hem komt. ‘Wat een hoge toren heb je al,’ zegt ze.

Marouan zegt niets terug. Hij vindt het niet leuk dat ze bij hem komt in de bouwhoek. Elske pakt een blok uit de doos.

‘Dat is van mij,’ zegt Marouan. Hij graait naar het blok in haar handen.

Elske trekt haar hand terug. ‘Nietes. Die heb ik gepakt,’ zegt ze. Ze zet het blok boven op de toren.

‘Afblijven,’ zegt Marouan boos. ‘Dat is mijn toren.’ Hij pakt Elskes blok eraf en gooit hem weg.

KIJK SNEL OP PAG. 6 EN 7

NIEUW IN TREFWOORD

WAT IS WIJS?

Heb je een vraag? De zoekmachine helpt je! We typen de vraag of alleen een paar woorden in en het antwoord is al zichtbaar. Met een smartphone in de hand is het niet moeilijk om slim te zijn of om veel te weten.

Veel weten of slim zijn is nog niet hetzelfde als ‘wijs-zijn’. Wijsheid kun je niet of nauwelijks vinden op internet. Je moet het gaandeweg ontwikkelen met behulp van voorbeelden of rolmodellen, door te oefenen en te ervaren, door te praten met anderen, door boeken te lezen of films te bekijken. Een wijs persoon is iemand die niet alleen veel feiten paraat heeft, maar diepe inzichten heeft over het leven en daardoor goede beslissingen kan maken.

Wijsheid is en komt dus ‘traag’ en voor trage dingen hebben we soms niet genoeg tijd. Maar willen we wijs worden en gunnen we dit ook kinderen, dan moeten we onszelf dit vertragen gunnen.

Dit thema behandelt wijsheid in de vorm van wijze spreuken. Sommige daarvan zijn afkomstig uit het Bijbelboek Spreuken,

POSTER

Boek-en-wijsheid

Wat heeft deze poster volgens jou met wijsheid te maken?

andere uit andere bronnen en tradities. Er komen er tientallen voorbij. Steeds vragen de kinderen zich af: is die spreuk wijs en zo ja, wat is er dan wijs aan? Ook achterliggende vragen over wijsheid komen aan bod, zoals: Wie vinden wij wijs? En: Waar vind je wijsheid?

Op deze manier komen kinderen wijsheid op het spoor en ontwikkelen zij het vermogen om kritisch naar zogenaamd wijze uitspraken te kijken. En met welke wijsheden komen de kinderen zelf? Ze leggen deze vast op een spreukentegel of -boek of rappen ze uit volle borst.

Of kinderen van zo’n spreuk nu diep onder de indruk zijn of zoiets hebben van ‘maak dat de kat wijs!’, het gaat erom dat ze zelf gaan nadenken over de vraag hoe je wijs omgaat met jezelf, de ander en de wereld om je heen. Een misschien wat traag onderwerp, maar wel belangrijk in het leren samenleven.

In dit thema beoordelen kinderen verschillende spreuken op wijsheid. Terwijl zij dat doen vragen zij zich af wat wijsheid eigenlijk is en waar, bij wie en hoe het te vinden is.

Wijs praten

Wie aan wijsheid denkt, denkt al snel aan wijze woorden. Aan uitspraken die de spijker op de kop slaan en die inspireren. Wijsheid gaat vaak via woorden en via de mond. Ook komt aan bod dat in woorden soms dwaasheid schuilgaat en wijsheid misschien juist zit in het beperken van woorden.

Elke dag komt er uit diverse bronnen een interessante spreuk. Soms uit het Bijbelboek Spreuken, waar in dit thema in het bijzonder aandacht voor is, maar ook uit andere bronnen en tradities.

NB:

Alleen scholen in de regio zuid doen deze week het wisselthema ‘Wat is wijs?’.

Scholen in de regio midden gebruiken deze week het materiaal van de startweek, zie pag. 8. De digitale kalenderplaten van de startweek zijn op Trefwoord Digitaal te vinden in de kalender bij 19 t/m 23 augustus.

WEEKINDELING

MAANDAG 26 AUGUSTUS

Wat is wijs?

De tuin (1) (verhaal)

Hoor de spreuk (werkblad)

Viertafel (activiteit)

DINSDAG 27 AUGUSTUS

Eerlijk praten

Eerlijk (gedicht)

BRONNEN EN TRADITIES

Spreuken: Wat is het voor boek? (Bijbel en informatie)

WOENSDAG 28 AUGUSTUS

Bemoeierig praten

Wijs of niet? (lied)

KIND

Bemoei je er niet mee (verhaal)

DONDERDAG 29 AUGUSTUS

Genoeg praten

Zonder woorden (gedicht)

Wijs worden (activiteit en gesprek)

VRIJDAG 30 AUGUSTUS

Pijnlijk praten

Wie is je spreukmaat? (startkist)

Open de Startkist (lied)

KIND

Joep is poep (verhaal)

Wat is wijs?

Wat denk jij dat er in deze tuin te vinden is?

De tuin (1) (verhaal)

Wie is de mevrouw op het kalenderbeeld?

En wat is het voor ‘prachttuin’? Dit inleidende verhaal verschaft duidelijkheid. Bij dit verhaal hoort een werkblad. Zie daarvoor de activiteit eronder en het werkblad ‘Hoor de spreuk’ op Trefwoord digitaal.

In de straat waarin ik woon staat een grote ommuurde tuin. Ik zeg ‘tuin’ maar eigenlijk heb ik geen idee wat zich precies achter de muur bevindt. Ik, mijn vader en moeder en mijn zussen, wonen pal naast de tuin, maar de muren zijn te hoog; met geen mogelijkheid kijken we eroverheen. Misschien met een drone, heb ik weleens gedacht, maar zo’n ding heb ik niet en kan ik ook helemaal niet betalen.

Ondertussen fantaseren we met z’n allen al jarenlang over ‘de tuin’. Wat zou het zijn? Een opslagplaats voor gevaarlijke uitvindingen? Een dierentuin voor zeldzame exemplaren? Een geheime vergaderplaats voor wereldleiders? Kun je je voorstellen dat je op een gegeven moment gek wordt van nieuwsgierigheid als je niet weet wie of wat er naast je is?

Maar goed, ongeveer een maand geleden begonnen er dingen te gebeuren in ‘de tuin’. Er kwamen vrachtwagens voorrijden en ze reden ook weer weg. We hoorden geluiden: geboor, gegraaf, getimmer. Natuurlijk, we liepen, skeelerden, voetbalden onopvallend langs de enorme, houten poort. Misschien kregen we toevallig iets te zien. Helaas. De poort bleef dicht, de muur te hoog en de tuin een groot geheim. Tot vandaag. Tenminste, dat weet ik bijna zeker. Vanochtend hebben ze de poort weggehaald! Er is een opening ontstaan,

ik zag het duidelijk vanuit mijn slaapkamerraam. Ik heb mijn zussen opgetrommeld en we gaan! Zouden we vandaag dan eindelijk wijzer worden? Komen we te weten wie onze buren zijn? Eropaf!

Daar is de ingang al, waar ooit die grote poort stond. Kijk, er staat een mevrouw. ‘Mevrouw, mevrouw, bent u de nieuwe eigenaar van deze tuin?’

‘De eerste bezoekers! Jullie komen precies op tijd. Zoals ik altijd zeg: “Wie hier als vriend naar binnen gaat, komt nooit te vroeg, maar steeds te laat.” Haha, dan ga ik er gemakshalve van uit dat jullie als vrienden hier komen. Of wonen jullie soms hiernaast? Ja? Aangenaam! “Beter een goede buur dan een verre vriend”.

Jawel, het is eindelijk zover. De opening van mijn tuin. Morgen gaan we los! Spannend. Maar goed, “Geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf.” Nietwaar? Jullie zullen wel benieuwd zijn naar wat voor tuin dit eigenlijk is? Ik zal het zeggen: een spreukentuin! De afgelopen jaren verzamelde ik wijze spreuken, want “wie iets bewaart, die heeft wat”. Al die spreuken bracht ik samen in deze tuin. De ene nog wijzer dan de ander! Is dat niet waar deze wereld behoefte aan heeft: wijsheid? Ja, “wijsheid levert meer op dan zilver, is meer waard dan goud, is kostbaarder dan edelstenen”. Van wie is die ook alweer? Doet er niet toe, het is waar, daar gaat het om. Maar wat fijn dat jullie ook wijsheid komen zoeken! “Het begin van wijsheid is dat je wijsheid zoekt, aan alles wat je al weet nog meer toevoegt.” Weten jullie wat, ga alvast naar binnen – een preview, als goede buur –, ik zie dat jullie staan te popelen. Ga maar met z’n allen; “Gedeelde vreugde is dubbele vreugde”! Er valt van alles te zien. Wijze spreuken, dat zei ik al. Maar ook schilderijen, natuurfenomenen, beelden. “Eén beeld zegt meer dan duizend woorden!”‘

‘En “spreken is zilver, zwijgen is goud,”’ fluister ik naar mijn oudste zus, die proest van het lachen. De ‘Spreukenvrouw’- zo noem ik haar – kijkt me vragend aan. ‘Wat zei je? Iets wijs, neem ik aan?’

‘Nee, mevrouw, ik zei eigenlijk niets.’ ‘Zeker weten? Vergis je niet hoor: “Al is een leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel.”’

We lopen maar snel naar binnen. Kun je het geloven? Na al die jaren krijgen we ‘de tuin’ te zien. En het ís een tuin, een spreukentuin nog wel. We zijn nu al wijzer! En zou het waar zijn, dat wie er binnengaat anders terugkomt op straat, zoals boven de ingang staat? Let’s go!

Hoor de spreuk (werkblad)

Download via de link ‘Hoor de spreuk’ op Trefwoord digitaal een werkblad waarop alle spreuken in dit verhaal in willekeurige volgorde staan afgedrukt en print deze voor alle kinderen uit. Lees het verhaal een tweede keer (evt. vanaf de ontmoeting met de Spreukenvrouw) en geef de kinderen de opdracht om alle spreuken die ze horen aan te vinken. Hebben ze aan het eind van het verhaal alle tien spreuken gehoord en aangevinkt?

Laat de kinderen een uitroepteken zetten achter de spreuk die ze het meest wijs vinden.

Praat dan door over spreuken en wijsheid aan de hand van de volgende vragen:

X Wat vind jij wijs aan de spreuk waar je een uitroepteken achter zette?

X Welke spreuk kende je al? Heb je deze zelf ook ooit gebruikt?

X Welke spreuken ken je, los van dit verhaal, nog meer?

X Is er een verschil tussen slim-zijn en wijszijn? Wat is het verschil?

X Wil je liever slim of liever wijs zijn? Waarom?

Viertafel (activiteit)

De viertafel kan bij dit thema een plaats zijn waar de groep mooie, wijze spreuken verzamelt. Dit kan een tafel zijn, maar ook een prikbord of een spreukenboek of -schrift.

DINSDAG 27 AUGUSTUS

Eerlijk praten

Op welke vraag gaf jij geen eerlijk antwoord?

De eerste stop in de Spreukentuin. Een bijzonder kunstwerk, een soort ouderwetse leugendetector. Steek je je hand in de mond van het beeld en lieg je, dan gaat je hand eraf. Spreek je de waarheid, dan ontvang je een kus. In Italië staat ook zo’n kunstwerk. Dat heet La bocca della Verità (De mond van de waarheid). Onderstaand gedicht gaat ook over de waarheid spreken. Is dat altijd de meest wijze keuze?

Eerlijk (gedicht)

Is het te doen om altijd de waarheid te spreken? En is dat ook wijs? Daarover gaat dit gedicht.

Lidewij is altijd eerlijk.

Zegt gewoon waar het op staat.

Maar nu Mart een nieuwe bril heeft, krijgt ze het opeens te kwaad.

Want dat ding is lelijk, zeg. Daarom kijkt ze dus maar weg.

‘Lidewij, vanmiddag spelen?

En wat vind je van mijn bril?’

‘Ik heb haast!’ Ze loopt de gang in en ze houdt zich verder stil.

Later komt ze Mart weer tegen en die vraagt het nog een keer.

‘Zie je wat ik op mijn neus heb?’

Maar ze slaat haar ogen neer.

Liegen vindt ze echt niet fijn.

Maar de waarheid doet vast pijn.

‘Lidewij, hé, wacht nou even.’

Met zijn stem nog in haar oor, gaat ze plotseling hard hoesten.

En ze gaat er vlug vandoor.

Maar ze komt hem toch weer tegen.

Kan er niet meer onderuit.

Omdat eerlijk toch het langst duurt, neemt ze dapper een besluit.

‘Sorry Mart, dat ik het zeg. Maar dat ding is lelijk, zeg!’

Mart kijkt even heel verwonderd.

Dit gebeurt hem niet zo vaak.

Dan begint hij hard te lachen.

‘Onverwacht maar... die was raak!

Ben ik wel van jou gewend.

Fijn dat je zo eerlijk bent!’

Even later, op het muurtje, heerst er weer een goede sfeer.

En de bril voor Marts z’n ogen, is totaal geen issue meer.

Lidewij denkt: Oh, wat fijn dat we eerlijk kunnen zijn!

Gesprek

X Hoe vindt Mart het als Lidewij hem uit de weg gaat?

X En hoe vindt hij het als ze eerlijk zegt dat zijn bril niet zo mooi vindt?

X Had Lidewij dit ook op een andere manier kunnen zeggen? Hoe?

X Is de waarheid spreken altijd beter dan liegen? Wanneer wel en wanneer niet?

X Wat vind jij wijs als het gaat om eerlijk zijn?

BRONNEN EN TRADITIES

Spreuken: Wat is het voor boek? (Bijbel en informatie)

In dit thema komen enkele spreuken uit het Bijbelboek Spreuken voorbij. Wat is dat eigenlijk voor een Bijbelboek en wat heeft het met wijsheid te maken?

Lang, lang geleden, in de tijd van de Bijbel, dachten mensen ook al na over de vraag: Wat is wijs? Als je wijs bent, doe je geen domme dingen. En als je geen domme

dingen doet, gaat het goed met je. Dan werk je hard, word je rijk en maak je geen ongelukken. Zo is het toch? Of niet soms?

Maar hoe wórd je wijs? Dat was nog wel een dingetje. Er was nog geen internet waar je dat even kon googelen. Er waren zelfs geen boeken! Je kon alleen luisteren naar iemand anders die het je vertelde. Je ouders, of een juf of meester, bijvoorbeeld. En dat uit je hoofd leren en onthouden.

Later, als je groot was, kon je dat dan weer doorvertellen, als je zelf kinderen had.

Zo werden er wijze spreuken bedacht en doorverteld, door allerlei mensen in allerlei landen. Eeuwenlang.

Het werden alleen zo veel spreuken.

Geen mens kon die allemaal onthouden. In Jeruzalem zijn een paar schrijvers ze maar eens gaan opschrijven. Met pen en papier, want laptops en printers hadden ze niet. Ze noemden hun boek ‘De spreuken van koning Salomo’. Dat klonk beter dan ‘Allerlei spreuken van onbekende mensen van lang geleden’.

Nog weer eeuwen later kwam dat boek in de Bijbel terecht. En daar staat het nu nog. Het heet nog steeds ‘Spreuken van Salomo’, en in dit thema komen er heel wat van deze spreuken voorbij. Een paar tips van misschien wel drieduizend jaar geleden. Hoe cool is dat?

Gesprek

X Stel, jij was een van de mensen die het Bijbelboek Spreuken schreef. Over welk onderwerp zou jij iets schrijven?

X In de tijd dat deze Bijbelse Spreuken ontstonden, moest iedereen de spreuken nog onthouden en werden ze mondeling doorverteld. Lukt het de kinderen om de spreuk op het bordje op het kalenderbeeld tot het eind van de schooldag te onthouden, zonder deze te zien?

X Waar haal jij wijsheid vandaan?

X Vind jij het belangrijk om wijs te zijn? Waarom wel of niet?

WOENSDAG 28 AUGUSTUS

Bemoeierig praten

Hoe loopt dit af?

Hoe denken de kinderen dat dit afloopt? In deze spreuk uit het Bijbelboek Spreuken maakt de schrijver een vergelijking. Welke twee dingen vergelijkt hij met elkaar? Wat vinden de kinderen van deze vergelijking? Is het een wijze spreuk? Om die laatste vraag te beantwoorden is het wijs om een soort checklist te gebruiken. Deze is terug te horen in het lied ‘Wijs of niet?’, zie daarvoor Trefwoord digitaal en ook de tekst van het lied hieronder.

Met deze vier vragen uit het refrein van het lied (schrijf deze op het bord) kan iedereen een spreuk beoordelen op wijsheid:

X Klopt de spreuk?

X Is-ie goed bedoeld?

X Raakt de spreuk jou in het hart?

X Kun je er iets mee?

De checklist kan de rest van het thema op elke spreuk worden toegepast.

Wijs of niet? (lied)

Een lied over de vraag hoe je een spreuk op wijsheid beoordeelt.

Lied: www.trefwoord.nl, digitaal, muziek

Een spreuk is leuk of supersaai.

Maar wijs? Hoe weet je dat?

Stel deze vragen, een voor een, dan weet je het meteen:

Klopt de spreuk?

Is-ie goed bedoeld?

Ja, ja, ja of nee?

Raakt de spreuk jou in het hart?

Kun je er iets mee?

Ja of nee?

Wie het kleine niet kan eren, is het grote ook niet waard.

Waar een wil is, is een weg.

Een pen heeft meer macht dan een zwaard.

Op elk potje past een deksel.

Na regen komt er zonneschijn.

En met honing vang je vliegen, veel meer dan met zuur azijn.

Wie wind zaait, die zal storm oogsten.

Uitstel? Afstel! Soort zoekt soort.

Die niet werkt, die zal niet eten.

Een man een man, een woord een woord.

Klopt de spreuk?

Is-ie goed bedoeld?

Ja, ja, ja of nee?

Raakt de spreuk jou in het hart?

Kun je er iets mee?

Ja of nee?

Wie een kuil graaft voor een ander, valt er meestal zelf in.

Vele wegen gaan naar Rome. Onbekend maakt onbemind.

Elke gek heeft zijn gebrek.

Daar waar rook is, is ook vuur.

Laatste loodjes wegen zwaar.

Goede raad is vaak heel duur.

Wat niet weet, dat kan niet deren.

Niet geschoten, altijd mis.

En verkoop de huid niet voordat er een beer geschoten is.

Een spreuk is leuk of supersaai.

Maar wijs? Hoe weet je dat?

Stel deze vragen, een voor een, dan weet je het meteen:

Klopt de spreuk?

Is-ie goed bedoeld?

Ja, ja, ja of nee?

Raakt de spreuk jou in het hart?

Kun je er iets mee?

Ja of nee?

Bemoei je er niet mee (verhaal)

Voorafgaand aan de gymles ziet Pim dat Caleb en Robbie een kleine ruzie hebben.

Pim wil graag vrienden worden met Caleb, dus bemoeit hij zich ermee om bij hem in de gunst te komen. Maar al snel blijkt dit niet zo goed uit te pakken als hij had gehoopt.

KIND

Pim staat op het veld. Fijn, buitengym, denkt hij. Hij is benieuwd wat meester heeft bedacht.

Meester is druk bezig met het neerzetten van allerlei pylonen. Er liggen ook al ballen klaar langs de lijn. Pim ziet dat Caleb er eentje pakt. Meester vindt het altijd goed als je voor de les met een bal speelt. Als je hem maar weer op tijd teruglegt.

Pim loopt gauw naar Caleb. Misschien vindt Caleb het wel goed als hij even meespeelt. Dan kan hij daarna misschien wel tegen

Caleb zeggen: ‘Zullen we na schooltijd verder spelen met de bal?’ Wie weet kan hij dan eindelijk een keer met Caleb spelen. Misschien zelfs vrienden worden. Dat zou top zijn.

Hij ziet dat Caleb de bal probeert hoog te houden. Ineens, vanuit het niets, komt Robbie aanrennen. Dat is Calebs vriend. Robbie pikt de bal uit lucht en schopt hem naar de andere kant van het veld.

Caleb kijkt verbaasd. Hij loopt naar de volgende bal, maar Robbie is eerder en schopt ook die bal ver weg. En de volgende en de volgende.

Dat is stom, denkt Pim. Dan ben je elkaars vrienden en ga je zo doen. Caleb kan echt beter vrienden met mij worden. Ik zou zoiets nooit doen.

Caleb geeft Robbie een duw. ‘Kap daar eens mee, joh,’ zegt hij.

‘Waarmee,’ zegt Robbie en hij duwt terug.

‘Met ballen wegtrappen.’ Calebs stem klinkt harder. Hij houdt zijn vuisten in de lucht. ‘Ik wil gewoon oefenen met hooghouden.’

‘Ruzieie!’ roept Yentl. ‘Meester!’

Pim rent erop af. Hij gaat tussen Robbie en Caleb in staan. ‘Stoppen!’ zegt hij. Hij kijkt Robbie met donkere ogen aan. ‘Je moet niet alle ballen wegtrappen,’ zegt hij. ‘Dat is flauw.’

Hij kijkt naar Caleb. Zou Caleb merken dat hij voor hem opkomt? Dat zou gunstig zijn. Dan weet Caleb dat hij een goede vriend zou kunnen zijn.

‘Waar bemoei jij je mee?’ vraagt Robbie.

‘Je moet hem gewoon niet pesten,’ zegt Pim. ‘Pffff, pesten,’ zegt Robbie. ‘Bemoei je met je eigen zaken.’

Ineens is meester er. ‘Jongens, kappen. Robbie, ga jij de ballen aan die kant maar ophalen, Caleb, jij aan de andere kant.

‘Maar meester, dat is niet eerlijk hoor, want Robbie...’ begint Pim.

‘Pim, bemoei je er niet mee,’ zegt meester.

‘Het wordt nu zo opgelost.’

Pim loopt achter Caleb aan. Misschien, denkt hij, als ik laat merken dat ik aan zijn kant sta…

‘Ik help je wel,’ zegt hij. ‘Wat deed Robbie flauw, hè, dat hij de ballen wegschopte. Jij wilde er net mee spelen.’

‘Ach,’ zegt Caleb. ‘Zo erg was het ook weer niet, hoor.’

‘Ik vond het echt gemeen. Jullie zijn toch vrienden? Dan doe je niet zo. Volgens mij is Robbie geen goede vriend.’

‘Weet je,’ zegt Caleb. ‘Robbie en meester hebben gelijk, je kunt je er beter niet mee bemoeien. Daar wordt het alleen maar erger van. Robbie deed flauw, maar hij is wel een goede vriend, dus het komt vanzelf wel weer goed. Ik denk dat je beter terug kunt gaan.’

Pim weet niet wat hij moet zeggen.

Daar gaat zijn plan om vrienden met Caleb te worden.

Hij draait zich om en sjokt terug.

Gesprek

X Wat heeft dit verhaal met de spreuk op het kalenderbeeld te maken?

X Hoe had Pim dit wijzer kunnen aanpakken?

X Welke wijze tip heb jij als het over vriendschap gaat?

DONDERDAG 29 AUGUSTUS

Genoeg praten

Wat betekent de spreuk op de lippenplant?

Weten de kinderen wat het spreekwoord op de lippenplant betekent? Vinden ze het ook een wijze spreuk? Is de spreuk altijd, in elke situatie, waar? Laat de kinderen in groepjes een situatie bedenken dat de spreuk waar en wijs is en een waarin de spreuk niet waar en wijs is.

Het onderstaande gedicht belicht de spreuk vanuit een andere hoek: soms komt lichaamstaal meer binnen dan uitgesproken woorden.

Zonder woorden (gedicht)

Soms werkt een gebaar beter dan woorden.

Als je bang bent, of verdrietig of je voelt je heel alleen, kom ik even naast je zitten. Sla m’n armen om je heen.

Ben je boos of ongelukkig, is iets niet zo goed gegaan, geef ik je een kleine knipoog en ik kijk je even aan.

Zonder woorden kun je zeggen: hé, ik ben er nu voor jou. Ook al gaat het even minder, ook al ziet de lucht wat grauw.

Als je iets een beetje eng vindt, knijp ik even in je hand.

En je weet wat ik wil zeggen: wij staan aan dezelfde kant.

Ik trakteer je op een ijsje.

Of we fietsen ergens heen. Stuur je zomaar een whatsappje.

Want je staat nu niet alleen.

Je kunt altijd laten weten wat je in je hart bedoelt. Woorden zijn niet altijd nodig om te zeggen wat je voelt.

Gesprek

X Vind je dat de ‘ik’ in dit gedicht zwijgt? Waarom wel of niet?

X Wanneer is het wijs om te zwijgen?

X En wanneer is het juist wijs om je mond open te doen?

Wijs worden (activiteit en gesprek)

Stel, je wilt wijs worden (en wie wil dat nou niet?). Wat moet je daar allemaal voor doen of laten? Waar moet je heen gaan? Bij wie moet je in de leer? Hoe moet je je tijd indelen?

Leg in elke groep een groot vel papier neer dat in vier vakken is verdeeld. De vier verschillende vakken (de kinderen schrijven daar zelf de dikgedrukte woorden in) zijn:

X Plaatsen waar je wijs wordt. Waar moet je zijn om wijs te worden?

X Mensen die jou wijs maken. Bij wie moet je zijn om wijs te worden?

X Activiteiten die jou wijs maken. Wat moet je doen om wijs te worden?

X Gedrag dat jou wijzer maakt. Hoe moet je gedragen om wijs te worden?

Geef de groepen een paar minuten de tijd om met elkaar in alle vier vakken antwoorden en gedachten op te schrijven en te tekenen. Laat tot slot elke groep het eigen blad kort presenteren.

VRIJDAG 30 AUGUSTUS

Pijnlijk praten

Wat wordt er met deze spreuk bedoeld?

Op de boom in de Spreukentuin staat een spreuk uit de islamitische traditie. Laat de kinderen in duo’s nadenken over de betekenis ervan. Kunnen zij ook een voorbeeld bedenken om de spreuk aan anderen uit te leggen? Het leefwereldverhaal van vandaag vertelt hoe nare woorden ontzettend zeer kunnen doen.

Wie is je spreukmaat? (activiteit)

Download via Trefwoord digitaal het blad ‘Spreukmaat’. Hierop staan twintig spreuken die in tweeën gedeeld zijn. Knip naar de hoeveelheid kinderen in de groep een aantal (halve) spreuken uit, hussel ze en stop ze in de Startkist. Doe zelf mee als er een oneven aantal kinderen is.

Laat de Startkist rondgaan en laat ieder kind een halve spreuk uit de kist halen. Als iedereen zo’n halve spreuk te pakken heeft, gaan de kinderen op zoek naar hun spreukmaat. Zodra ze die hebben gevonden, bespreken ze de spreuk en beoordelen ze deze op wijsheid met de vier vragen uit het lied ‘Wijs of niet?’, zie afgelopen woensdag. Schrijf deze op het bord. De vier vragen zijn:

X Klopt de spreuk?

X Is-ie goed bedoeld?

X Raakt de spreuk jou in het hart?

X Kun je er iets mee?

Geef daarna een paar duo’s het woord om hun spreuk en hun bevindingen met de rest van de groep te delen.

Bij de Startkist hoort een lied, dat op dit moment nog nieuw is voor de kinderen. Je kunt dit lied voor deze activiteit beluisteren om de activiteit in te leiden, maar je kunt er ook voor kiezen het lied op te zetten terwijl de Startkist met halve spreuken de klas/kring rondgaat.

Muziek: www.trefwoord.nl, digitaal, muziek.

Refrein:

Laat je verrassen, iedere dag.

Open de Startkist, we gaan aan de slag.

Wat gaan we ontdekken, wat zit erin?

Een lied, een verhaal of een heel mooie zin.

Wat zie je, wat denk je, wat leer je vandaag?

Het antwoord misschien, op een lastige vraag?

Een prachtig gedicht of een heel goed idee. Kom kijken en horen. Doe allemaal mee.

Refrein

Wat hoop je te vinden, een wonder misschien?

Iets dat je niet wist of nog nooit hebt gezien.

Dus open je ogen en voel met je hart. Kom allemaal kijken, dan gaan we van start.

Refrein

KIND

Joep is poep (verhaal)

Dat nare woorden pijn kunnen doen, merkt Joep als op het schoolplein ‘Joep is poep’ is geschreven. Als zijn juf hier achter komt, volgt er een fijn klassengesprek.

‘Tijd om op te staan,’ zegt mam.

Joep blijft onder de dekens liggen. Hij wil niet naar school. Gisteren toen hij naar huis ging zag hij de nare woorden staan. De letters waren met roze stoepkrijt geschreven midden op het schoolplein.

Kinderen uit groep zeven wezen ernaar en liepen lachend verder. Een kind uit groep drie las het hardop voor. ‘Joep is poep’.

Joep duikt dieper onder zijn deken. Iedereen weet dat het over hem gaat. Er is maar één Joep. En, hij is de enige die door problemen aan zijn darmen overal stinkwinden laat zonder dat hij er iets aan kan doen. Hij schaamt zich al erg genoeg als het gebeurt.

Hij drukt met zijn vuisten tegen zijn buik. Kan hij tegen mam zeggen dat hij buikpijn heeft? Volgens hem is het ook echt zo.

Andere buikpijn dan anders. Maar hoe langer hij eraan denkt, hoe erger het lijkt te worden.

Mam loopt zijn kamer door en schuift de gordijnen open.

‘Ik voel me niet lekker,’ zegt Joep. ‘Mag ik thuisblijven?’

‘Alweer?’ Mam loopt naar hem toe. Ze legt een hand tegen zijn voorhoofd. ‘Je hebt geen koorts.’

‘Het is mijn buik,’ zegt Joep.

‘Maar je bent gisteren juist zo goed naar de wc geweest nu je die zakjes met oplosvezels van de dokter hebt gekregen. Dat zou moeten opluchten. Moet je soms nog een keer?’

‘Nee,’ zegt Joep.

Mam kijkt hem goed aan. ‘Is er iets anders aan de hand?’

Joep schudt zijn hoofd. Hij kan het haar niet vertellen. Straks wordt ze boos en gaat ze met de juf praten. Die gaat dan met de klas praten en dan wordt het nog erger. ‘Kom.’ Ze slaat het dekbed open. ‘Je gaat het gewoon proberen. Je hebt al zoveel gemist de laatste tijd. Als het echt niet gaat mag de juf me bellen. Goed?’ Met tegenzin komt Joep uit bed en kleedt zich aan.

Als Joep zijn fiets in het rek rijdt bij school ziet hij het al. De woorden staan er nog steeds. Hij probeert mam de andere kant op te laten kijken maar ze heeft het al gezien.

‘Wie heeft dat gedaan?’

Joep haalt zijn schouders op.

Mam neemt hem meteen mee naar de klas.

De juf zit achter haar bureau en mam legt de situatie uit.

‘We gaan er zo gelijk over praten in de klas,’ zegt de juf.

Tegen de tijd dat de schoolbel gaat is Joep al zo misselijk dat hij denkt dat hij moet overgeven. Stel dat ze nog ergere dingen gaan zeggen. Hij maakt zich zo klein mogelijk als de juf vertelt wat ze op het schoolplein heeft zien staan en vraagt of iemand er iets van weet. Ze is niet boos maar wil er graag even over praten.

Jolas steekt aarzelend zijn vinger op. ‘Ik was het juf,’ zegt hij.

Joep kan het niet geloven. Hij heeft nooit problemen met Jolas.

‘Fijn dat je zo eerlijk bent,’ zegt de juf. ‘Kun je uitleggen waarom je het hebt gedaan?’

Jolas haalt zijn schouders op. ‘Gewoon. Geintje. Omdat Joep soms van die stinkwinden laat. En het rijmde goed.’

‘Rijmen doet het zeker,’ zegt de juf. ‘Maar denk je dat Joep het fijn vindt dat hij zo vaak buikpijn heeft?’

Jolas kijkt schuldbewust naar Joep en schudt zijn hoofd.

‘Dus?’ vraagt de juf.

‘Sorry, Joep,’ zegt Jolas. ‘Het was een stom geintje van me.’

De juf pakt een emmer en een borstel. ‘Ga je het uitvegen?’ vraagt ze.

‘Nu?’ vraagt Jolas. ‘Tijdens de rekenles?’

‘Ja,’ zegt de juf. ‘Hoe eerder hoe beter.’

‘Mag Joep me dan helpen?’

‘Wat vind je, Joep?’ vraagt de juf.

Gesprek

X Waardoor heeft Joep buikpijn?

X Wat heeft dit verhaal met de spreuk van het kalenderbeeld te maken?

X Wat zou jij, als je Joep was, antwoorden op de vragen van juf en Jolas?

X Hoe ga je wijs met woorden om?

X Vind je dat de juf van Joep en andere meesters en juffen wijs doen en wijs praten? Wat hadden zij anders kunnen doen?

WAT IS WIJS?

Heb je een vraag? De zoekmachine helpt je! We typen de vraag of alleen een paar woorden in en het antwoord is al zichtbaar. Met een smartphone in de hand is het niet moeilijk om slim te zijn of om veel te weten.

Veel weten of slim zijn is nog niet hetzelfde als ‘wijs-zijn’. Wijsheid kun je niet of nauwelijks vinden op internet. Je moet het gaandeweg ontwikkelen met behulp van voorbeelden of rolmodellen, door te oefenen en te ervaren, door te praten met anderen, door boeken te lezen of films te bekijken. Een wijs persoon is iemand die niet alleen veel feiten paraat heeft, maar diepe inzichten heeft over het leven en daardoor goede beslissingen kan maken.

Wijsheid is en komt dus ‘traag’ en voor trage dingen hebben we soms niet genoeg tijd. Maar willen we wijs worden en gunnen we dit ook kinderen, dan moeten we onszelf dit vertragen gunnen.

Dit thema behandelt wijsheid in de vorm van wijze spreuken. Sommige daarvan zijn afkomstig uit het Bijbelboek Spreuken,

Wat heeft deze poster volgens jou met wijsheid te maken?

andere uit andere bronnen en tradities. Er komen er tientallen voorbij. Steeds vragen de kinderen zich af: is die spreuk wijs en zo ja, wat is er dan wijs aan? Ook achterliggende vragen over wijsheid komen aan bod, zoals: Wie vinden wij wijs? En: Waar vind je wijsheid?

Op deze manier komen kinderen wijsheid op het spoor en ontwikkelen zij het vermogen om kritisch naar zogenaamd wijze uitspraken te kijken. En met welke wijsheden komen de kinderen zelf? Ze leggen deze vast op een spreukentegel of -boek of rappen ze uit volle borst.

Of kinderen van zo’n spreuk nu diep onder de indruk zijn of zoiets hebben van ‘maak dat de kat wijs!’, het gaat erom dat ze zelf gaan nadenken over de vraag hoe je wijs omgaat met jezelf, de ander en de wereld om je heen. Een misschien wat traag onderwerp, maar wel belangrijk in het leren samenleven.

In dit thema beoordelen kinderen verschillende spreuken op wijsheid. Terwijl zij dat doen vragen zij zich af wat wijsheid eigenlijk is en waar, bij wie en hoe het te vinden is.

Wijs praten

Wie aan wijsheid denkt, denkt al snel aan wijze woorden. Aan uitspraken die de spijker op de kop slaan en die inspireren. Wijsheid gaat vaak via woorden en via de mond. Ook komt aan bod dat in woorden soms dwaasheid schuilgaat en wijsheid misschien juist zit in het beperken van woorden.

Elke dag komt er uit diverse bronnen een interessante spreuk. Soms uit het Bijbelboek Spreuken, waar in dit thema in het bijzonder aandacht voor is, maar ook uit andere bronnen en tradities.

NB:

Alleen scholen in de regio zuid doen deze week het wisselthema ‘Wat is wijs?’.

Scholen in de regio midden gebruiken deze week het materiaal van de startweek, zie pag. 8. De digitale kalenderplaten van de startweek zijn op Trefwoord Digitaal te vinden in de kalender bij 19 t/m 23 augustus.

WEEKINDELING

MAANDAG 26 AUGUSTUS

Wat is wijs?

De tuin (1) (verhaal)

Hoor de spreuk (werkblad)

Viertafel (activiteit)

DINSDAG 27 AUGUSTUS

Eerlijk praten

Eerlijk (gedicht)

La Bocca della verita (informatie)

BRONNEN EN TRADITIES

Spreuken: Wat is het voor boek? (Bijbel en informatie)

WOENSDAG 28 AUGUSTUS

Bemoeierig praten

Wijs of niet? (lied)

KIND

Geheim (verhaal)

DONDERDAG 29 AUGUSTUS

Genoeg praten

Zonder woorden (gedicht)

Wijs worden (activiteit en gesprek)

SAMENLEVING

Geweld op straat (informatie)

VRIJDAG 30 AUGUSTUS

Pijnlijk praten

Wie is je spreukmaat? (startkist)

Open de Startkist (lied)

KIND

Pijnlijk (verhaal)

Wat is wijs?

Wat denk jij dat er in deze tuin te vinden is?

De tuin (1) (verhaal)

Wie is de mevrouw op het kalenderbeeld?

En wat is het voor ‘prachttuin’? Dit inleidende verhaal verschaft duidelijkheid. Bij dit verhaal hoort een werkblad. Zie daarvoor de activiteit eronder en het werkblad ‘Hoor de spreuk’ op Trefwoord digitaal.

In de straat waarin ik woon staat een grote ommuurde tuin. Ik zeg ‘tuin’ maar eigenlijk heb ik geen idee wat zich precies achter de muur bevindt. Ik, mijn vader en moeder en mijn zussen, wonen pal naast de tuin, maar de muren zijn te hoog; met geen mogelijkheid kijken we eroverheen. Misschien met een drone, heb ik weleens gedacht, maar zo’n ding heb ik niet en kan ik ook helemaal niet betalen.

Ondertussen fantaseren we met z’n allen al jarenlang over ‘de tuin’. Wat zou het zijn? Een opslagplaats voor gevaarlijke uitvindingen? Een dierentuin voor zeldzame exemplaren? Een geheime vergaderplaats voor wereldleiders? Kun je je voorstellen dat je op een gegeven moment gek wordt van nieuwsgierigheid als je niet weet wie of wat er naast je is?

Maar goed, ongeveer een maand geleden begonnen er dingen te gebeuren in ‘de tuin’. Er kwamen vrachtwagens voorrijden en ze reden ook weer weg. We hoorden geluiden: geboor, gegraaf, getimmer. Natuurlijk, we liepen, skeelerden, voetbalden onopvallend langs de enorme, houten poort. Misschien kregen we toevallig iets te zien. Helaas. De poort bleef dicht, de muur te hoog en de tuin een groot geheim. Tot vandaag. Tenminste, dat weet ik bijna zeker. Vanochtend hebben ze de poort weggehaald! Er is een opening ontstaan,

ik zag het duidelijk vanuit mijn slaapkamerraam. Ik heb mijn zussen opgetrommeld en we gaan! Zouden we vandaag dan eindelijk wijzer worden? Komen we te weten wie onze buren zijn? Eropaf!

Daar is de ingang al, waar ooit die grote poort stond. Kijk, er staat een mevrouw. ‘Mevrouw, mevrouw, bent u de nieuwe eigenaar van deze tuin?’

‘De eerste bezoekers! Jullie komen precies op tijd. Zoals ik altijd zeg: “Wie hier als vriend naar binnen gaat, komt nooit te vroeg, maar steeds te laat.” Haha, dan ga ik er gemakshalve van uit dat jullie als vrienden hier komen. Of wonen jullie soms hiernaast? Ja? Aangenaam! “Beter een goede buur dan een verre vriend”.

Jawel, het is eindelijk zover. De opening van mijn tuin. Morgen gaan we los! Spannend. Maar goed, “Geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf.” Nietwaar? Jullie zullen wel benieuwd zijn naar wat voor tuin dit eigenlijk is? Ik zal het zeggen: een spreukentuin! De afgelopen jaren verzamelde ik wijze spreuken, want “wie iets bewaart, die heeft wat”. Al die spreuken bracht ik samen in deze tuin. De ene nog wijzer dan de ander! Is dat niet waar deze wereld behoefte aan heeft: wijsheid? Ja, “wijsheid levert meer op dan zilver, is meer waard dan goud, is kostbaarder dan edelstenen”. Van wie is die ook alweer? Doet er niet toe, het is waar, daar gaat het om. Maar wat fijn dat jullie ook wijsheid komen zoeken! “Het begin van wijsheid is dat je wijsheid zoekt, aan alles wat je al weet nog meer toevoegt.” Weten jullie wat, ga alvast naar binnen – een preview, als goede buur –, ik zie dat jullie staan te popelen. Ga maar met z’n allen; “Gedeelde vreugde is dubbele vreugde”! Er valt van alles te zien. Wijze spreuken, dat zei ik al. Maar ook schilderijen, natuurfenomenen, beelden. “Eén beeld zegt meer dan duizend woorden!”‘

‘En “spreken is zilver, zwijgen is goud,”’ fluister ik naar mijn oudste zus, die proest van het lachen. De ‘Spreukenvrouw’- zo noem ik haar – kijkt me vragend aan. ‘Wat zei je? Iets wijs, neem ik aan?’

‘Nee, mevrouw, ik zei eigenlijk niets.’ ‘Zeker weten? Vergis je niet hoor: “Al is een leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel.”’

We lopen maar snel naar binnen. Kun je het geloven? Na al die jaren krijgen we ‘de tuin’ te zien. En het ís een tuin, een spreukentuin nog wel. We zijn nu al wijzer! En zou het waar zijn, dat wie er binnengaat anders terugkomt op straat, zoals boven de ingang staat? Let’s go!

Hoor de spreuk (werkblad)

Download via de link ‘Hoor de spreuk’ op Trefwoord digitaal een werkblad waarop alle spreuken in dit verhaal in willekeurige volgorde staan afgedrukt en print deze voor alle kinderen uit. Lees het verhaal een tweede keer (evt. vanaf de ontmoeting met de Spreukenvrouw) en geef de kinderen de opdracht om alle spreuken die ze horen aan te vinken. Hebben ze aan het eind van het verhaal alle tien spreuken gehoord en aangevinkt?

Laat de kinderen een uitroepteken zetten achter de spreuk die ze het meest wijs vinden.

Praat dan door over spreuken en wijsheid aan de hand van de volgende vragen:

X Wat vind jij wijs aan de spreuk waar je een uitroepteken achter zette?

X Welke spreuk kende je al? Heb je deze zelf ook ooit gebruikt?

X Welke spreuken ken je, los van dit verhaal, nog meer?

X Is er een verschil tussen slim-zijn en wijszijn? Wat is het verschil?

X Wil je liever slim of liever wijs zijn? Waarom?

Viertafel (activiteit)

De viertafel kan bij dit thema een plaats zijn waar de groep mooie, wijze spreuken verzamelt. Dit kan een tafel zijn, maar ook een prikbord of een spreukenboek of -schrift.

DINSDAG 27 AUGUSTUS

Eerlijk praten

Op welke vraag gaf jij geen eerlijk antwoord?

De eerste stop in de Spreukentuin. Een bijzonder kunstwerk, een soort ouderwetse leugendetector. Steek je je hand in de mond van het beeld en lieg je, dan gaat je hand eraf. Spreek je de waarheid, dan ontvang je een kus. In Italië staat ook zo’n kunstwerk. Dat heet La bocca della Verità (De mond van de waarheid). Onderstaand gedicht gaat ook over de waarheid spreken. Is dat altijd de meest wijze keuze?

Eerlijk (gedicht)

Is het te doen om altijd de waarheid te spreken? En is dat ook wijs? Daarover gaat dit gedicht.

Lidewij is altijd eerlijk.

Zegt gewoon waar het op staat.

Maar nu Mart een nieuwe bril heeft, krijgt ze het opeens te kwaad.

Want dat ding is lelijk, zeg.

Daarom kijkt ze dus maar weg.

‘Lidewij, vanmiddag spelen?

En wat vind je van mijn bril?’

‘Ik heb haast!’ Ze loopt de gang in en ze houdt zich verder stil.

Later komt ze Mart weer tegen en die vraagt het nog een keer.

‘Zie je wat ik op mijn neus heb?’

Maar ze slaat haar ogen neer.

Liegen vindt ze echt niet fijn.

Maar de waarheid doet vast pijn.

‘Lidewij, hé, wacht nou even.’

Met zijn stem nog in haar oor, gaat ze plotseling hard hoesten.

En ze gaat er vlug vandoor.

Maar ze komt hem toch weer tegen. Kan er niet meer onderuit.

Omdat eerlijk toch het langst duurt, neemt ze dapper een besluit.

‘Sorry Mart, dat ik het zeg. Maar dat ding is lelijk, zeg!’

Mart kijkt even heel verwonderd.

Dit gebeurt hem niet zo vaak.

Dan begint hij hard te lachen.

‘Onverwacht maar... die was raak!

Ben ik wel van jou gewend.

Fijn dat je zo eerlijk bent!’

Even later, op het muurtje, heerst er weer een goede sfeer.

En de bril voor Marts z’n ogen, is totaal geen issue meer.

Lidewij denkt: Oh, wat fijn dat we eerlijk kunnen zijn!

Gesprek

X Hoe vindt Mart het als Lidewij hem uit de weg gaat?

X En hoe vindt hij het als ze eerlijk zegt dat zijn bril niet zo mooi vindt?

X Had Lidewij dit ook op een andere manier kunnen zeggen? Hoe?

X Is de waarheid spreken altijd beter dan liegen? Wanneer wel en wanneer niet?

X Wat vind jij wijs als het gaat om eerlijk zijn?

La bocca della Verità (informatie)

Open via de link ‘La bocca della Verità’ op Trefwoord digitaal de foto van het beeld dat lijkt op het beeld in de Spreukentuin. Dit enorme beeld komt uit de Romeinse tijd en was waarschijnlijk ooit een putdeksel. Nu staat het deksel rechtop en komen er elke dag duizenden mensen langs om het te bekijken. Dit komt allemaal door een middeleeuwse legende, die zegt dat deze steen iemands hand afbijt wanneer hij of zij een leugen vertelt. Alle mensen die het beeld bekijken, testen natuurlijk even of het echt zo is door hun hand in de mond te steken en een kleine leugen te vertellen.

BRONNEN EN TRADITIES

Spreuken: Wat is het voor boek? (Bijbel en informatie)

In dit thema komen enkele spreuken uit het Bijbelboek Spreuken voorbij. Wat is dat eigenlijk voor een Bijbelboek en wat heeft het met wijsheid te maken?

Lang, lang geleden, in de tijd van de Bijbel, dachten mensen ook al na over de vraag: Wat is wijs? Als je wijs bent, doe je geen domme dingen. En als je geen domme dingen doet, gaat het goed met je. Dan werk je hard, word je rijk en maak je geen ongelukken. Zo is het toch? Of niet soms?

Maar hoe wórd je wijs? Dat was nog wel een dingetje. Er was nog geen internet waar je dat even kon googelen. Er waren zelfs geen boeken! Je kon alleen luisteren naar iemand anders die het je vertelde. Je ouders, of een juf of meester, bijvoorbeeld. En dat uit je hoofd leren en onthouden. Later, als je groot was, kon je dat dan weer doorvertellen, als je zelf kinderen had.

Zo werden er wijze spreuken bedacht en doorverteld, door allerlei mensen in allerlei landen. Eeuwenlang.

Het werden alleen zo veel spreuken.

Geen mens kon die allemaal onthouden.

In Jeruzalem zijn een paar schrijvers ze maar eens gaan opschrijven. Met pen en papier, want laptops en printers hadden ze niet. Ze noemden hun boek ‘De spreuken van koning Salomo’. Dat klonk beter dan ‘Allerlei spreuken van onbekende mensen van lang geleden’.

Nog weer eeuwen later kwam dat boek in de Bijbel terecht. En daar staat het nu nog. Het heet nog steeds ‘Spreuken van Salomo’, en in dit thema komen er heel wat van deze spreuken voorbij. Een paar tips van misschien wel drieduizend jaar geleden. Hoe cool is dat?

Gesprek

X Stel, jij was een van de mensen die het Bijbelboek Spreuken schreef. Over welk onderwerp zou jij iets schrijven?

X In de tijd dat deze Bijbelse Spreuken ontstonden, moest iedereen de spreuken nog onthouden en werden ze mondeling doorverteld. Lukt het de kinderen om de spreuk op het bordje op het kalenderbeeld tot het eind van de schooldag te onthouden, zonder deze te zien?

X Waar haal jij wijsheid vandaan?

X Vind jij het belangrijk om wijs te zijn? Waarom wel of niet?

WOENSDAG 28 AUGUSTUS

Bemoeierig praten

Hoe loopt dit af?

Hoe denken de kinderen dat dit afloopt? In deze spreuk uit het Bijbelboek Spreuken maakt de schrijver een vergelijking. Welke twee dingen vergelijkt hij met elkaar? Wat vinden de kinderen van deze vergelijking? Is het een wijze spreuk? Om die laatste vraag te beantwoorden is het wijs om een soort checklist te gebruiken. Deze is terug te horen in het lied ‘Wijs of niet?’, zie daarvoor Trefwoord digitaal en ook de tekst van het lied hieronder.

Een spreuk is leuk of supersaai.

Maar wijs? Hoe weet je dat?

Stel deze vragen, een voor een, dan weet je het meteen:

Klopt de spreuk?

Is-ie goed bedoeld?

Ja, ja, ja of nee?

Raakt de spreuk jou in het hart?

Kun je er iets mee?

Ja of nee?

Wie het kleine niet kan eren, is het grote ook niet waard.

Waar een wil is, is een weg.

Een pen heeft meer macht dan een zwaard.

Op elk potje past een deksel.

Na regen komt er zonneschijn.

En met honing vang je vliegen, veel meer dan met zuur azijn.

Wie wind zaait, die zal storm oogsten.

Uitstel? Afstel! Soort zoekt soort.

Die niet werkt, die zal niet eten.

Een man een man, een woord een woord.

Klopt de spreuk?

Is-ie goed bedoeld?

Ja, ja, ja of nee?

Raakt de spreuk jou in het hart?

Kun je er iets mee?

Ja of nee?

Wie een kuil graaft voor een ander, valt er meestal zelf in.

Vele wegen gaan naar Rome.

Met deze vier vragen uit het refrein van het lied (schrijf deze op het bord) kan iedereen een spreuk beoordelen op wijsheid:

X Klopt de spreuk?

X Is-ie goed bedoeld?

X Raakt de spreuk jou in het hart?

X Kun je er iets mee?

De checklist kan de rest van het thema op elke spreuk worden toegepast.

Wijs of niet? (lied)

Een lied over de vraag hoe je een spreuk op wijsheid beoordeelt.

Lied: www.trefwoord.nl, digitaal, muziek

Onbekend maakt onbemind.

Elke gek heeft zijn gebrek.

Daar waar rook is, is ook vuur.

Laatste loodjes wegen zwaar.

Goede raad is vaak heel duur.

Wat niet weet, dat kan niet deren.

Niet geschoten, altijd mis.

En verkoop de huid niet voordat er een beer geschoten is.

Een spreuk is leuk of supersaai.

Maar wijs? Hoe weet je dat?

Stel deze vragen, een voor een, dan weet je het meteen:

Klopt de spreuk?

Is-ie goed bedoeld?

Ja, ja, ja of nee?

Raakt de spreuk jou in het hart?

Kun je er iets mee?

Ja of nee?

KIND

Geheim (verhaal)

Minke zou graag vriendinnen worden met Tofe en heeft macarons gebakken om bij haar in de gunst te komen. Toevallig hoort ze dat Tofe net een ruzie heeft met Chayenne.

Minke besluit zich ermee te bemoeien, maar dat blijkt toch niet zo’n goed idee.

Minke staarde naar buiten. De zon scheen en ze had veel zin om pauze te hebben. Nog een kwartier, zag ze. Ineens spitste ze haar oren. Hoorde ze dat goed? Tofe en Chayenne, achter haar, fluisterden. Ze probeerden zachtjes te doen, maar waren overduidelijk boos op elkaar.

Zo onopvallend mogelijk ging Minke naar achteren leunen. Was dit haar kans?

‘Je zou het tegen niemand zeggen,’ fluisterde Tofe.

‘Mijn zus kent hem toch helemaal niet?’ zei Chayenne zacht.

‘Het gaat niet om kennen, het gaat om vertrouwen.’ Tofes stem klonk nu best hard. ‘Je had beloofd het tegen niemand te zeggen.’

Meester Kees kuchte, wat hetzelfde betekende als ‘houd je mond’. De meiden zwegen. Minke boog over haar tafel en tuurde naar de rotsommen in het rekenboek. De nullen leken op de macarons die ze in haar tas had. Gistermiddag met oma gebakken. Roze en groen. Framboos en pistache. Ze had er extra veel meegenomen in de hoop ze te kunnen delen. Met Tofe natuurlijk.

Achter haar schoof een stoel krassend over de grond. Iets later bonkte Chayenne langs haar tafel, op weg naar de wc. Ze was de klas nog niet uit of meester Kees riep: ‘Leg de spullen maar op de hoek van je tafel en ga rustig eten en drinken.’

Direct brak er een lawaai los alsof ze in een zwembad waren, maar Minke hoorde achter zich niks. Ze draaide zich om, om haar eten en drinken uit de rugzak aan haar stoel te halen. Ze zag dat Tofe nog over haar sommen gebogen zat.

‘Lust je macarons?’ zei ze zo gewoon mogelijk. Tofe keek op. Eerst verbaasd, toen lachte ze. ‘Lekker,’ zei ze.

Minke reikte haar een roze en een groene aan. Tofe pakte ze allebei uit Minkes hand en boog direct weer over haar schrift.

Dit was niet precies de reactie die Minke gehoopt had. Zonder erbij na te denken, liet ze de vier macarons die ze nog had op haar tafel liggen en liep de klas uit.

Bij de toiletten vond ze Chayenne. Ze waste haar handen.

‘Hoe haal je het in je hoofd om dat geheim van Tofe door te vertellen?’ Minke hoorde zelf dat ze bijna schreeuwde.

Met grote ogen keek Chayenne haar aan. ‘Hoe haal jij het in je hoofd je ermee te bemoeien?’

Een beetje spuug kwam uit haar mond.

Minke negeerde wat Chayenne zei. ‘Tofe is heel verdrietig. Ik heb haar nog nooit zo gezien. Dat is dus mooi wel jouw schuld. Noem je dat nou vrienden?!’

Om haar woorden kracht bij te zetten, liep ze een wc in en smeet de deur achter zich dicht. De klap was geweldig.

Nu lukt het eindelijk om vrienden met Tofe te worden, dacht Minke. Ze probeerde het al sinds groep zes, maar op de een of andere manier leek Tofe nooit in haar geïnteresseerd. Minke zag Tofes lach weer voor zich toen ze de macarons aannam. Snel trok ze door. Chayenne was al terug naar de klas. Minke waste haar handen en droogde ze niet. Gauw kijken of Tofe nog een macaron wilde.

In de gang kwam ze haar al tegen. Ze had de roze macaron in haar handen. Minke glimlachte en wilde vragen hoe ze de groene vond, maar ze zag iets donkers in Tofes ogen. Toen Minke langs Tofe de klas in keek, zag ze Chayenne op haar stoel

zitten. Ze knabbelde aan de groene macaron.

‘Waag het niet je ooit nog met ons te bemoeien,’ siste Tofe. Daarna propte ze de macaron in haar mond en liep richting de buitendeur.

Minke voelde zich duizelig. Voetje voor voetje liep ze naar haar plaats. Ze hield haar ogen strak op de vier koekjes op haar tafel gericht en voelde zich opgelucht toen Chayenne langs haar de klas uitliep.

Gesprek

X Wat heeft dit verhaal met de spreuk op het kalenderbeeld te maken?

X Hoe had Minke dit wijzer kunnen aanpakken?

X Welke wijze tip heb jij als het over vriendschap gaat?

DONDERDAG 29 AUGUSTUS

Genoeg praten

Wat betekent de spreuk op de lippenplant?

Weten de kinderen wat het spreekwoord op de lippenplant betekent?

Vinden ze het ook een wijze spreuk? Is de spreuk altijd, in elke situatie, waar? Laat de kinderen in groepjes een situatie bedenken dat de spreuk waar en wijs is en een waarin de spreuk niet waar en wijs is.

Het onderstaande gedicht belicht de spreuk vanuit een andere hoek: soms komt lichaamstaal meer binnen dan uitgesproken woorden.

Zonder woorden (gedicht)

Soms werkt een gebaar beter dan woorden.

Als je bang bent, of verdrietig of je voelt je heel alleen, kom ik even naast je zitten. Sla m’n armen om je heen.

Ben je boos of ongelukkig, is iets niet zo goed gegaan, geef ik je een kleine knipoog en ik kijk je even aan.

Zonder woorden kun je zeggen: hé, ik ben er nu voor jou. Ook al gaat het even minder, ook al ziet de lucht wat grauw.

Als je iets een beetje eng vindt, knijp ik even in je hand. En je weet wat ik wil zeggen: wij staan aan dezelfde kant.

Ik trakteer je op een ijsje. Of we fietsen ergens heen. Stuur je zomaar een whatsappje. Want je staat nu niet alleen.

Je kunt altijd laten weten wat je in je hart bedoelt. Woorden zijn niet altijd nodig om te zeggen wat je voelt.

Gesprek

X Vind je dat de ‘ik’ in dit gedicht zwijgt? Waarom wel of niet?

X Wanneer is het wijs om te zwijgen?

X En wanneer is het juist wijs om je mond open te doen?

Wijs worden (activiteit en gesprek)

Stel, je wilt wijs worden (en wie wil dat nou niet?). Wat moet je daar allemaal voor doen of laten? Waar moet je heen gaan? Bij wie moet je in de leer? Hoe moet je je tijd indelen? Leg in elke groep een groot vel papier neer dat in vier vakken is verdeeld. De vier verschillende vakken (de kinderen schrijven daar zelf de dikgedrukte woorden in) zijn:

X Plaatsen waar je wijs wordt. Waar moet je zijn om wijs te worden?

X Mensen die jou wijs maken. Bij wie moet je zijn om wijs te worden?

X Activiteiten die jou wijs maken. Wat moet je doen om wijs te worden?

X Gedrag dat jou wijzer maakt. Hoe moet je gedragen om wijs te worden?

Geef de groepen een paar minuten de tijd om met elkaar in alle vier vakken antwoorden en gedachten op te schrijven en te tekenen. Laat tot slot elke groep het eigen blad kort presenteren.

SAMENLEVING

Geweld op straat (informatie)

Wat doe je als je op straat ziet dat iemand geweld tegen een ander persoon gebruikt?

Zwijg je en loop je snel door of zeg je er iets van? Dat is een lastige vraag. Het kan best gevaarlijk zijn om iets te zeggen in zo’n geval en meestal is het dus veiliger en verstandiger om op afstand te blijven en niets te zeggen. Toch zijn er vier dingen die mensen kunnen doen:

X Hulp vragen bij mensen die ook in de buurt zijn;

X 112 bellen, als je een telefoon hebt tenminste;

X bij het slachtoffer blijven, als je dat durft;

X onthouden hoe de dader eruitziet, zodat je dat later aan de politie kunt vertellen. Het is mooi als je op zo’n manier iets kunt doen bij geweld, maar het allerbelangrijkste is dat je denkt aan je eigen veiligheid! (Bron: Rijksoverheid.nl)

Gesprek

X Laat kinderen reageren op de stelling: Zie je geweld op straat, dan is het wijs daar niets van te zeggen.

VRIJDAG 30 AUGUSTUS

Pijnlijk praten

Wat wordt er met deze spreuk bedoeld?

Op de boom in de Spreukentuin staat een spreuk uit de islamitische traditie. Laat de kinderen in duo’s nadenken over de betekenis ervan. Kunnen zij ook een voorbeeld bedenken om de spreuk aan anderen uit te leggen? Het leefwereldverhaal van vandaag vertelt hoe nare woorden ontzettend zeer kunnen doen.

Wie is je spreukmaat? (activiteit)

Download via Trefwoord digitaal het blad ‘Spreukmaat’. Hierop staan twintig spreuken die in tweeën gedeeld zijn. Knip naar de hoeveelheid kinderen in de groep een aantal (halve) spreuken uit, hussel ze en stop ze in de Startkist. Doe zelf mee als er een oneven aantal kinderen is.

Laat de Startkist rondgaan en laat ieder kind een halve spreuk uit de kist halen. Als iedereen zo’n halve spreuk te pakken heeft, gaan de kinderen op zoek naar hun spreukmaat. Zodra ze die hebben gevonden, bespreken ze de spreuk en beoordelen ze deze op wijsheid met de vier vragen uit het lied ‘Wijs of niet?’, zie afgelopen woensdag. Schrijf deze op het bord. De vier vragen zijn:

X Klopt de spreuk?

X Is-ie goed bedoeld?

X Raakt de spreuk jou in het hart?

X Kun je er iets mee?

Geef daarna een paar duo’s het woord om hun spreuk en hun bevindingen met de rest van de groep te delen.

Bij de Startkist hoort een lied, dat op dit moment nog nieuw is voor de kinderen. Je kunt dit lied voor deze activiteit beluisteren om de activiteit in te leiden, maar je kunt er ook voor kiezen het lied op te zetten terwijl de Startkist met halve spreuken de klas/kring rondgaat.

Muziek: www.trefwoord.nl, digitaal, muziek.

Refrein:

Laat je verrassen, iedere dag.

Open de Startkist, we gaan aan de slag.

Wat gaan we ontdekken, wat zit erin?

Een lied, een verhaal of een heel mooie zin.

Wat zie je, wat denk je, wat leer je vandaag?

Het antwoord misschien, op een lastige vraag?

Een prachtig gedicht of een heel goed idee. Kom kijken en horen. Doe allemaal mee.

Refrein

Wat hoop je te vinden, een wonder misschien?

Iets dat je niet wist of nog nooit hebt gezien.

Dus open je ogen en voel met je hart. Kom allemaal kijken, dan gaan we van start.

Refrein

KIND

Pijnlijk (verhaal)

Lionel komt er in de chatgroep van hem en zijn vrienden achter dat diezelfde vrienden ook een chatgroep zonder hem hebben. Dat, en de dingen die daar over hem gezegd woorden, doen vreselijk veel pijn.

‘Aaaaaaauuuu,’ schreeuwt Lionel en hij laat zich op het gras vallen.

Sander, Petro, Efraïm, Mo en Kurt komen aangerend. Snel doet Lionel zijn ogen dicht en houdt ze stijf op elkaar.

‘Ik mag een strafschop nemen, toch?’ kreunt hij en opent zijn ogen. Vijf hoofden hangen boven hem. Ze kijken ernstig.

‘Grapje,’ roept hij en springt overeind. ‘Au.’ Gauw grijnst hij. Ze weten allemaal dat hij keihard is en nooit zeurt. Ook nu niet, nu

Kurt de bal snoeihard in het doel wilde trappen, maar deze op Lionels bovenbeen belandde. Hij wrijft over zijn been. Dat wordt weer een blauwe plek.

‘Kom op, nog even doorspelen. Ik moet zo weg,’ zegt hij. ‘Ik ga met mijn vader vast kijken voor…’

‘Een nieuwe tv om straks de Olympische Spelen goed op te kunnen volgen,’ vult Sander aan.

Lionel lacht. Hij heeft het al honderd keer verteld. Het liefst zou hij de jongens meenemen, zodat ze kunnen helpen kiezen. Want ze gaan tijdens de Olympische Spelen heel vaak samen naar hun nieuwe tv kijken. Vooral naar voetbal!

Als hij ziet dat er geen tijd meer is, loopt hij het trapveldje af.

‘Ik houd jullie op de hoogte in de app,’ roept hij en rent richting huis.

Lionel ploft neer in de luie stoel van de tvwinkel. Zijn vader doet nóg een rondje met de verkoper langs de tv’s, maar hij heeft zijn keuze al gemaakt. Hij pakt zijn mobiel en zoekt naar de groepsapp van The Football Six.

Het is hier ongeveer net zo spannend als tijdens de wedstrijd van Engeland, toen zij moesten wachten tot Nederland uitgespeeld was! typt hij.

Even gebeurt er niks, dan ziet hij dat Efraïm aan het typen is. Vrouwenvoetbal, toch? Afgelopen december. Coach Wiegman at haar nagels bijna op. Efraïm zet er een aapje met zijn handen voor zijn ogen bij.

Lionel lacht. Hij weet veel van voetbal en volgt al het nieuws op de voet. Efraïm ook. De anderen minder. Wiegman? Typt Mo.

Lionels handen gaan al naar de toetsen, maar hij ziet dat Sander ook typt, dus hij wacht even.

Heel oud nieuws! Schrijft Sander. Hopelijk kopen ze geen heel oude tv. Wat natuurlijk moeilijk wordt, want Lio loopt wel vaker een beetje achter. Die is nooit zo snel. Ook niet met voetballen. Daarom kwam die bal ook tegen hem aan vanmiddag. Hij was gewoon niet snel genoeg weg. Drie schaterende emoticons erachter.

Lionel staart naar het scherm. Maakt Sander een grap? Kurt is aan het typen, ziet hij.

Sander, dit is de Six appgroep. Niet die van ons vijven, leest Lionel. Hij laat van schrik de telefoon uit zijn handen vallen. Is er een appgroep zonder hem? Wat wordt daar gezegd? Een misselijk gevoel valt over Lionel heen. Ze zijn met z’n zessen toch beste voetbalvrienden? Waarom is er dan nóg een appgroep?

‘Ga je mee?’ Hij schrikt van zijn vaders stem. Als Lionel hem aankijkt, ziet hij dat zijn vader bezorgd kijkt. Snel slikt hij de tranen die omhoogkomen weg.

‘Is er iets gebeurd bij het voetballen daarnet?’ vraagt zijn vader.

Lionel wijst naar zijn bovenbeen. ‘Keiharde bal tegen mijn been gehad. Doet zeer.’

Zijn vader aait hem door zijn haren. ‘Kom man, we gaan lekker naar huis. Ik weet welke tv we gaan kopen. Zitten wij de hele zomer voor de buis naar…’

Zonder te luisteren wat zijn vader allemaal zegt over die geweldig mooie, nieuwe tv loopt Lionel achter hem aan de winkel uit. Hij voelt jeuk in zijn bovenbeen. Maar hij voelt nog iets. Alsof er een gat in zijn hart geschoten is.

Gesprek

X Waar heeft Lionel in dit verhaal meer last van? Van zijn bovenbeen of van de woorden in de appgroep? Waar komt dat door?

X Wat heeft dit verhaal met de spreuk van het kalenderbeeld te maken?

X Wat is voor Lionel nu wijs om te doen?

X Hoe ga je wijs met woorden om?

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.