2011
nr
02
Arend Smit vertelt hoe spellengigant Jumbo zich staande houdt in het tijdperk van digitale games
Ingespeeld BTB Magazine / nr 2/ 2011
1
Inhoud
Duurzaam bouwen
De rode olifant gaat digitaal
12 Intern of extern financieren?
6
INTERVIEW Hoe houdt spellenfabrikant Jumbo zich staande in het tijdperk van digitale games en internet? Algemeen directeur Arend Smit vertelt hoe zijn bedrijf de omslag maakt.
10
Stelling Specialisten Roberto Flören en Stefan Jansen over de financiële keuzes van familieondernemers bij een bedrijfsoverdracht.
Verder Opinie 3 Nieuws 4-5 Advies 15 Over de grens 16
2
BTB Magazine / nr 2/ 2011
In Bedrijf Al 65 jaar loopt duurzaamheid als een ‘groene’ draad door de Van Dijk Groep. Een familiebedrijf met 250 medewerkers en vestigingen in Hardenberg, Enschede en Borger. Lang voordat de drie P’s – People, Planet en Profit – populair werden, koos het bedrijf voor duurzaamheid. Met continue aandacht voor mensen, natuur en bouwen. “Als je bouwt, ben je verantwoordelijk voor de leefomgeving.”
Colofon Uitgave van Baker Tilly Berk N.V. Redactie: Yvonne van den Hurk, Henry Geerts, Herm Nieste Met medewerking van: Hans Bakker, Marcel Duyvestijn, Roberto Flören, Suzanne Geurts, Stefan Jansen, Hanny Roskamp, Ingrid Schröder, Sandy van Thol, Romke van der Veen, Carin Welters, Connie Wiering Met dank aan: Alexander Rinnooy Kan (SociaalEconomische Raad), Arend Smit (Jumbo Nederland), Bert Beun (Van Dijk Bouw) Concept en realisatie: Label, Arnhem Artdirection: Patrick Keeler (concept), Dick Poelen Fotografie en illustraties: Hans van den Heuvel, Christiaan Krouwels, Klaartje Pander, Kato Tan Lithografie: Willem Grafische Bewerkingen, Halle Drukwerk: Graficiënt Printmedia, Almere Redactieadres: Postbus 200, 2800 AE Gouda (0182) 56 32 00, info@bakertillyberk.nl www.bakertillyberk.nl Aan de samenstelling van deze uitgave wordt veel zorg besteed. Niettemin kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor mogelijke onjuistheden. Gezien het min of meer algemene karakter van de artikelen kan niet worden ingestaan voor de toepassingsmogelijkheden in specifieke situaties. Na verkregen schriftelijke toestemming is overname van artikelen toegestaan, mits integraal en met bronvermelding.
Opinie
‘Nederland weer in de top 5 van kennissamenlevingen’
Prioriteit aan innovatie Fotografie: Christiaan Krouwels
Alexander Rinnooy Kan (1949) studeerde wiskunde in Leiden en econometrie in Amsterdam. In 1977 ging hij naar de Erasmus Universiteit Rotterdam waar hij in 1980 hoogleraar werd, in 1983 directeur van het Econometrisch Instituut en in 1986 rector magnificus. Tussendoor bekleedde hij gasthoogleraarschappen in onder andere Californië (Berkeley) en Boston (MIT). Na zijn voorzitterschap van VNO (vanaf 1991) en VNO-NCW (vanaf 1995) trad Rinnooy Kan in 1996 toe tot de raad van bestuur van ING, een functie die hij tot juni 2006 bekleedde. Hij is sinds augustus 2006 kroonlid en voorzitter van de Sociaal-Economische Raad.
“De Kennis en Innovatie Agenda (KIA) geeft aan wat de komende tien jaar nodig is om Nederland weer in de wereldtop 5 van kennissamenlevingen te krijgen. De tussenrapportage van januari 2011 geeft een gemengd beeld. We doen dingen goed. Zo zijn bijvoorbeeld de private investeringen in het onderwijs hoog. Ook stijgt de waardering voor ondernemerschap en neemt het aantal snel groeiende ondernemingen toe. Op het merendeel van de terreinen zijn we echter nog ver van ons doel.” “Of die top 5 haalbaar is, is de vraag. Om succesvol te zijn, moeten alle partijen meedoen. De overheid, de onderwijsinstellingen én bedrijven moeten samen optrekken. Dat de overheid nu bezuinigt op innovatie is natuurlijk jammer. Maar wat kunnen we doen om toch nog in die top 5 te
belanden? Ten eerste moeten we echt investeren in het onderwijssysteem. Het niveau van het lerarenkorps moet omhoog. Dat betekent dat we in kwantitatieve, maar ook in kwalitatieve zin investeren in het onderwijs. Ten tweede moeten we fundamenteel onderzoek op onze universiteiten niet verwaarlozen. Wij hebben toch al veel minder promovendi dan in vergelijkbare landen. Dat mogen er niet nog minder worden. Ten derde moet het mkb meer prioriteit geven aan zijn innovatiebeleid.” “Is er ook iets goeds te melden? Natuurlijk. Ik zie dat bedrijven duurzaamheid als innovatieve kans zien. Dat is winst. Ik ben dus niet somber. Wel wil ik benadrukken dat we het tempo hoog moeten houden om onze ambities op innovatief gebied te bereiken.”
BTB Magazine / nr 2/ 2011
3
Nieuws
Ruim 40% van de mkb’ers heeft een smartphone
De zaak op zak
berichten van baker Tilly Berk En nieuws voor ondernemers
Uit recent onderzoek, uitgevoerd door De Vos & Jansen in opdracht van KPN, blijkt dat ruim 40% van de mkb’ers een smartphone heeft. Bijna 25% is van plan om er binnen een jaar een aan te schaffen. De belangstelling voor de smartphone is niet alleen onder de Nederlandse mkb’ers enorm gestegen. Wereldwijd nam de verkoop van smartphones explosief toe. De verkoop in het eerste kwartaal 2010 lag wereldwijd op 54,3 miljoen toestellen, een stijging van maar liefst 48,7% ten opzichte van het eerste kwartaal van 2009. Ruim 33% van de ondernemers met een smartphone gebruikt deze, naast bellen en sms-en, vooral ook voor e-mail en agenda. 20% geeft aan de smartphone te willen gebruiken voor internet, maar slechts 2,5% verwacht de smartphone te gebruiken voor het downloaden van handige apps. Ruim 75% van de ondernemers gebruikt zijn smartphone ook privé. Tegelijkertijd realiseert ruim vier van de tien ondernemers zich dat met de smartphone het behouden van de balans tussen werk en privé een grote uitdaging is. Wat dat betreft vereist de beveiliging van bedrijfsdata via de smartphone specifieke aandacht. Bron: Whitepaper KPN, uitkomsten smartphone-onderzoek ‘De grootste uitdagingen voor mkb-ers’
Aan de slag met sociale netwerken Volgens de jury van de verkiezing van Managementboek van het Jaar 2011 scoort Connect!, over de impact van sociale netwerken op organisaties, hoog op het criterium praktische toepasbaarheid. En dat is prettig als je wilt weten hoe je sociale netwerken kunt inzetten voor jouw organisatie. Menno Lanting, de schrijver van het boek, onderbouwt zijn verhaal met voorbeelden uit de Nederlandse praktijk en laat zien hoe social media nu al ingrijpen in de economie. Hij doet suggesties voor discussies en laat de lezer een antwoord vinden op de vraag wat sociale netwerken betekenen voor de eigen organisatie. 4
BTB Magazine / nr 2/ 2011
Familiebedrijven in beeld Omroep MAX heeft een serie documentaires gemaakt over de oudste familiebedrijven van Nederland. In elke aflevering wordt één van de oudste familiebedrijven van Nederland in beeld gebracht. De documentairereeks is gebaseerd op het onderzoek naar de oudste familiebedrijven in Nederland, dat Roberto Flören en Stefan Jansen in 2007 hebben gedaan. Zij publiceerden in het boek ‘Ondernemerschap en het familiebedrijf ’ een lijst van de tien oudste familiebedrijven in Nederland. Hoe zijn deze familiebedrijven door de jaren heen omgegaan met de soms teruglopende vraag en welke creatieve oplossingen heeft men bedacht om te kunnen voortbestaan? Bekijk de bijzondere portretten op www.uitzendinggemist.nl
vraag
Uit onderzoek Baker Tilly Berk blijkt:
Nieuwe werkkostenregeling niet populair Mkb-bedrijven zijn nauwelijks te porren voor de nieuwe werkkostenregeling waarvoor ze op 1 januari 2011 vrijwillig konden kiezen. Dit fiscale systeem gooit de manier waarop mobiele telefoons, bedrijfsfitness, kerstpakketten en de fiets van de zaak worden vergoed volledig op de schop. Maar werkgevers zien er vooralsnog weinig in. Vooral voor werkgevers die al optimaal van de ‘oude’ vergoedingsregeling gebruikmaken, is de werkkostenregeling een lastenverzwarende wetgeving. Ondanks uitvoerige advisering en informatie over deze regeling blijkt uit onderzoek, uitgevoerd door Baker Tilly Berk, dat nog geen 2,5 procent van de werkgevers de regeling heeft ingevoerd. Volgens Herm Nieste, fiscaal partner bij Baker Tilly Berk, is gebleken dat de berekening bij veel klanten ‘negatief uitpakt’. Lees het hele artikel uit De Telegraaf in de Kennisbank op www.bakertillyberk.nl
Carin Welters Senior jurist, specialist arbeidsrecht, Baker Tilly Berk, vestiging Eindhoven
Is het concurrentiebeding nog van kracht? Werkgevers zijn erbij gebaat dat werknemers die over bedrijfsgevoelige informatie beschikken, niet overstappen naar de concurrent. Het overeenkomen van een concurrentiebeding lijkt dan de oplossing. Maar hoe zit het bij de verlenging van een arbeidsovereenkomst? Jurist Carin Welters vertelt op welke formaliteiten een werkgever dient te letten.
Vraag U neemt een vertegenwoordiger aan voor de duur van een jaar. In de arbeidsovereenkomst die door beide partijen wordt getekend, is een concurrentiebeding voor de duur van zes maanden opgenomen. Deze overeenkomst wordt aansluitend verlengd voor dezelfde periode. In een brief bevestigt u aan uw werknemer dat alle arbeidsvoorwaarden uit de eerdere arbeidsovereenkomst ongewijzigd blijven. Na een half jaar zegt uw werknemer de arbeidsovereenkomst op om bij een concurrent in dienst te treden. Kunt u uw werknemer aan enig concurrentiebeding houden?
Antwoord
Carin Welters: “Nee. Aangezien een concurrentiebeding voor een werknemer een ernstige belemmering kan zijn om elders werkzaam te zijn, dient de werkgever zich strikt te houden aan alle voorwaarden voor de geldigheid van een concurrentiebeding. Het lijkt erop dat de rechters hier de werknemers in belangrijke mate beschermen door de wet op dit punt zeer strikt uit te leggen.” Schriftelijkheidsvereiste
Kennisbank Wilt u meer weten over de werkkostenregeling? Zoek op www.bakertillyberk.nl in onze kennisbank en vind direct alle verschenen artikelen over dit onderwerp. Uiteraard vindt u hier ook het laatste nieuws over de werkkostenregeling.
“In de wet staat dat een concurrentiebeding onder andere schriftelijk overeengekomen moet zijn. Aan deze vereiste is voldaan wanneer een werknemer een arbeidsovereenkomst of ander geschrift heeft ondertekend waarin het concurrentiebeding is opgenomen. Ook is aan deze vereiste voldaan als in een arbeidsovereenkomst of in een brief wordt verwezen naar bijgevoegde arbeidsvoorwaarden waarin een concurrentiebeding voorkomt. In een apart document dus. De werknemer verklaart zich daar akkoord mee door ondertekening van die arbeidsovereen-
komst of brief. Het is dus niet vereist dat het aparte document door de werknemer wordt ondertekend.” Opnieuw ondertekenen
“Volgens lagere rechtspraak wordt een schriftelijke bevestiging van de werkgever dat de arbeidsovereenkomst wordt verlengd onder dezelfde voorwaarden als de eerdere arbeidsovereenkomst, niet voldoende geacht. Ook bij verlenging van de arbeidsovereenkomst door middel van een brief dient een exemplaar van de arbeidsvoorwaarden, of een ander geschrift waarin het concurrentiebeding is opgenomen, opnieuw expliciet te worden bijgevoegd. Vervolgens dient die brief door de werknemer ondertekend te worden.” ADVIES
“Stel altijd een nieuwe overeenkomst op bij verlenging van de arbeidsovereenkomst en laat die door de werknemer tekenen. Zo voorkomt de werkgever dat aan een van de vereisten voor geldigheid van een concurrentiebeding niet wordt voldaan.” BTB Magazine / nr 2/ 2011
5
interview
De rode olif gaat digitaal Mens Erger Je Niet, Pim Pam Pet, Ganzenbord, Electro en Stratego, het label met het olifantje staat in ons collectieve geheugen gegrift. Hoe houdt Jumbo Nederland zich staande in het tijdperk van digitale games en internet? Algemeen directeur Arend Smit vertelt hoe zijn bedrijf de omslag maakt. Fotografie: Kato Tan
J
umbo Nederland is een merk waar wij Nederlanders trots op mogen zijn. Het is een van die weinige bedrijven die de toevoeging ‘Koninklijk’ mag voeren. Het ruikt naar karton en gezellige winteravonden met pepernoten. Het is ook een internationaal merk, dat distribueert in Duitsland, Engeland, België en Luxemburg. En een merk dat bezig is de slag te maken naar de moderne media. Er zijn al flink wat bordspellen ontwikkeld in samenwerking met tv-programma’s (Idols, Big Brother), 6
BTB Magazine / nr 2/ 2011
maar ook internet gaat nu serieuze business worden. Algemeen directeur Arend Smit speelt graag het bordspel Stratego. Maar hij houdt ook goed in de gaten wat er gebeurt in de digitale markt. “Ik speel zelf via apps. Ik wil er feeling mee houden. Op dit moment brengen we enkele apps uit via het Apple platform. We hebben Stratego op de mobiele telefoon en ook van Pim Pam Pet hebben we een digitale versie. Het is nog niet veel, maar daar gaan we verandering in brengen.” Dat de digitalisering er nog niet eerder van kwam, heeft te maken met het zware weer
dat Jumbo Nederland de afgelopen jaren doormaakte. Smit: “In 2008 ben ik aangesteld om orde op zaken te stellen. Dat was de eerste prioriteit. Nu dat is gelukt, gaan we kijken naar de digitale markt. Jumbo is vanuit haar zestigjarige historie een bedrijf van fysieke spelletjes. Qua karakter is de gamingindustrie heel anders dan de industrie van fysieke spellen. We bestaan nu gescheiden naast elkaar, maar ik verwacht dat er in de toekomst meer integratie zal komen. Dat we meer naar elkaar toe zullen groeien.” Die zware jaren hadden overigens niets te maken met concurrentie met de digitale
ant markt, vertelt Arend Smit. “Je kunt met fysieke spellen nog steeds een prima boterham verdienen. Het is ook niet zo dat de markt van fysieke spellen sterk onder druk is komen te staan door gaming. Wel is het zo dat de groei enigszins afremt, want het geld kan maar één keer worden uitgegeven. Maar in de core market (Benelux, Engeland, Duitsland) hebben onze spellen een lichte groei laten zien of zijn ze gelijk gebleven.” Jumbo Nederland gaat bestaande spellen omzetten naar digitale versies. Als zelfstandig spel, of online. Bijvoorbeeld met een platform
erbij, waar spelers het tegen elkaar kunnen opnemen. Het eerste spel waarmee het bedrijf de digitale markt gaat bestormen is Stratego. Enerzijds omdat het spel een ijzersterk merk voert, anderzijds omdat het zich bijzonder goed leent voor online spelen. “In september zullen we een online versie van Stratego lanceren. We gaan een plek faciliteren waar spelers van over de hele wereld online tegen elkaar kunnen spelen, tegen een betaald abonnement. Daarnaast gaan we allerlei special powers, ofwel voordelen, toevoegen aan het spel. Ook wordt het mogelijk om tegen de computer te spelen. En we gaan > BTB Magazine / nr 2/ 2011
7
interview
Jumbo maakt spellen voor het hele gezin, vooral puzzels en kinderspellen.
Iedereen kent de rode olifant van Jumbo.
toernooien organiseren. Het leuke van Stratego is dat het een combinatie is van planning en geluk. We willen nog wat meer gelukselementen toevoegen om het in de sociale interactie wat boeiender te maken. Dat is tevens de reden dat er altijd een markt zal blijven bestaan voor fysieke spellen. Er is altijd die sociale interactie, die heel anders verloopt dan via internet. Daarnaast zijn we bezig met een combinatie van fysieke spellen en de digitale wereld. We denken dat dit een gat in de markt is.”
‘Ook met fysieke spellen is nog steeds een prima boterham te verdienen’ Rond 1936 is het eerste olifantje als logo ontworpen; voor speelgoed dat zo sterk was ‘dat er een olifant op kon staan’.
8
BTB Magazine / nr 2/ 2011
Een punt van aandacht is de concurrentie met games die onder een andere naam de Jumbo-spellen imiteren. Soms is dat toegestaan omdat Jumbo wel het merk bezit, maar niet het recht op de spelvorm zelf. “Mens Erger Je Niet is ooit in Duitsland bedacht. We bezitten het merk voor de Benelux en Frankrijk, maar de gameplay is vrij. Dus iedereen kan die game uitbrengen, mits het onder een andere naam gebeurt.” Smit denkt dat het model dat wordt uitgewerkt met Stratego een goed uitgangspunt is voor de andere Jumbo-spellen. Bovendien bezit Jumbo voor Statego zowel de merknaam als de rechten op de gameplay. “Er zijn al allerlei live strategic games en er zwerven ook wel eens wat kopieën rond, maar die pakken we juridisch aan. Want merk en gamerecht van Stratego zijn van ons. Het spel heeft een uniek kenmerk, namelijk dat je de startopstelling zelf bepaalt, van dat soort spellen zijn er niet veel. Het lijkt op schaken, maar daarbij ligt de uitgangspositie vast. Dat maakt Stratego een
De markt voor fysieke bordspellen staat zeker niet stil.
volslagen uniek spel. Er is tot nu toe nog niemand in geslaagd om een dergelijk spel goed in de markt te zetten.” Om goed beslagen ten ijs te komen, is Jumbo een joint venture aangegaan met Keesing Games, een onderdeel van de Telegraaf Groep. Daar is al de nodige ervaring opgedaan met online spellen. De praktische implicaties van een digitaal Stratego-platform met wereldwijde cliënten zijn niet erg groot, meent Smit. “Je krijgt hooguit nog met taalgrenzen te maken. We zetten een server neer in Hilversum van waaruit we alles regelen en de hele wereld bereiken. En als er ineens vraag komt naar het klassieke bordspel vanuit bijvoorbeeld Japan, dan gaan we het daar uitbrengen of we vragen een lokale distributeur die dat voor ons kan doen. Dat zou een bijeffect kunnen zijn.” De traditionele markt voor bordspellen staat niet stil. Jumbo Nederland komt nog ‘dagelijks’ met nieuwe spelletjes. “We hebben onlangs bijvoorbeeld een detectivespel in de markt gezet, Green Walk. Er zijn nieuwe varianten van Mens Erger Je Niet, van Pim
Arend Smit over Baker Tilly Berk “We hebben een uitstekende samenwerking met Baker Tilly Berk. Het is een accountantskantoor dat meer doet dan de boeken controleren. Ze hebben ons geadviseerd op het gebied van administratieve processen, automatisering en
Pam Pet. Vorig jaar hebben we het Logo Bordspel uitgebracht. Die markt is er nog steeds en is zeer stabiel.” Dat er echter een totaal nieuw spelconcept wordt bedacht, is een zeldzaamheid. “Er verschijnen in de wereld uiteindelijk niet zo heel erg veel nieuwe ‘core games’. Van Mens Erger Je Niet zijn in feite wel 500 varianten. Het Logo Bordspel is wel echt een nieuw spel. De manier waarop het op het bord wordt gespeeld, daar zit een soort vernieuwing in. Ook interessant is de markt van vijftigplussers, zowel digitaal als fysiek. Het is namelijk een koopkrachtige groep met veel vrije tijd. Vijftigplussers zijn online erg actief. Dat opent mogelijkheden voor volwassen spellen. Bijvoorbeeld door samenwerking met tv-programma’s. Of denk aan Buggles waar we heel sterk in zijn, of braintrainers. Daarnaast zijn we bezig met de Alzheimer Stichting voor de ontwikkeling van een spel voor Alzheimerpatiënten, dat mensen mentaal fit en actief kan houden.” Kortom, de toekomst van Jumbo ziet er weer stralend uit.
procedures van het bedrijf. Ze leggen financiële risico’s bloot en reiken het management handvaten aan om die af te dekken. De nieuwe stap naar de digitale markt zal voor de accountancy niet zo veel verandering betekenen. Enerzijds omdat het operationele deel in handen is van Keesing, omdat het er beter voor
Romke van der Veen, partner bij Baker Tilly Berk, over Jumbo “Jumbo Nederland is klant geworden nadat M&R De Monchy – een grote klant van Baker Tilly Berk – Jumbo in 2007 overnam. Het is een internationaal opererend bedrijf dat volop in beweging is. Er zijn drie verkooppunten, in Duitsland, Engeland en België. Die worden ook door Baker Tilly begeleid en dat laat maar weer de waarde van ons internationale netwerk zien. Ik vind het heel erg leuk om te zien hoe Jumbo in de afgelopen jaren in staat is geweest tot een enorme turnaround. De omzet is weer op een goed niveau en ze zijn weer winstgevend geworden. De omzet is nu 40 miljoen en de ambitie is 60 miljoen. Ik zie ze dat beslist ook doen.”
is toegerust. Anderzijds zijn er maar een paar grote partijen actief in het internationale internetbetalingsverkeer. We zullen wel moeten kijken naar de btw-stromen. Maar hoe dat zich gaat ontwikkelen, daar zitten de adviseurs van Baker Tilly Berk bovenop.”
BTB Magazine / nr 2/ 2011
9
stelling
‘Familiebedrijven Moet je bij bedrijfsoverdracht van familiebedrijven wel of juist niet gebruikmaken van externe financiering? Specialisten Roberto Flören en Stefan Jansen over de keuzes van familieondernemers. tekeningen Klaartje pander
R
oberto Flören: “Er is een verschil tussen wat ik tijdens colleges over financieringen doceer en wat ik in de dagelijkse praktijk tegenkom. Natuurlijk is het in theorie verstandig om gebruik te maken van externe financiering. Geld dat je van de bank leent, levert meer rendement op en je kunt investeren in groei. Maar deze wijze les wordt lang niet altijd overgenomen door ondernemers. En dat is begrijpelijk. Ondernemers zijn gehecht aan vrije, onafhankelijke en zelfstandige besluiten. Ze zijn er zelfs trots op dat ze de bank niet nodig hebben. Op het moment dat zij gebruikmaken van banken, moeten ze inzicht verschaffen en daar zit lang niet iedereen op te wachten. Bovendien is de kracht van deze familieondernemingen dat zij minder afhankelijk zijn van de grillen van banken in tijden dat er een financiële crisis heerst.” Lakmoesproef “Toch vind ik het helemaal niet onverstandig als de opvolgende partij wél extern financiert. In de meeste gevallen zal een potentiële opvolger sowieso moeten financieren en dan zou je kunnen opteren voor een deel interne financiering, een deel achtergestelde lening en een deel externe financiering. Er is niets mis mee dat de volgende generatie zich bewust wordt van hun positie als ondernemer. Als de nieuwkomer in staat is een bank te overtuigen dat zij geld in de onderneming gaan stoppen dan toont de bank managementvertrouwen. De nieuwe ondernemer profiteert van de expertise van de bank op het gebied van bedrijfsovernames en hij of zij kan laten zien wat de plannen voor de toekomst zijn. Net zoals je een accountant en fiscalist hierbij vroegtijdig betrekt, doe je dat ook met de bank. Ik vind het in elk geval geen gek idee als een jonge ondernemer die lakmoesproef doet. Maar nogmaals, de keuze tussen intern of extern financieren hangt helemaal af van de wensen en mogelijkheden van de onderneming. Ik zeg alleen dat extern financieren een interessant alternatief kan zijn.”
PROF. DR. ROBERTO FLÖREN is hoogleraar Familiebedrijven en Bedrijfsoverdracht, een door Baker Tilly Berk gesponsorde leerstoel aan Nyenrode Business Universiteit. Tevens is hij directeur van het Center for Entrepreneurship van deze universiteit. Daarnaast is hij columnist en doceert hij ondernemerschap op Nyenrode.
‘Ondernemers zijn er vaak trots op dat ze de bank niet nodig hebben’ 10
BTB Magazine / nr 2/ 2011
varen eigen koers’ S
tefan Jansen: “Je kunt niet zeggen dat je per definitie geen externe
financiering zou moeten aangaan. Maar de keuze tussen intern of extern financieren hangt helemaal af van de wensen van de ondernemer en zijn opvolger. En van de portemonnee van de opvolger. In de praktijk blijkt dat familieondernemers het liefst geen inmenging van buitenaf willen en dat impliceert dat ze niet afhankelijk willen zijn van een externe financiering. Ze willen baas in eigen huis blijven. Kennelijk worden zij hierbij niet geremd door het bedrijfseconomische principe dat de inzet van vreemde middelen het rendement van het eigen vermogen verhoogt. Lenen om meer te verdienen. In perioden dat het minder goed gaat met de economie zijn het juist deze familieondernemingen die in staat zijn hun hoofd boven water te houden. De bank zit bij hen niet direct op het vinkentouw. Bovendien ligt de focus van de meeste familiebedrijven op een langetermijnstrategie. Een minder goed gedraaid jaar hoeft niet direct desastreus te zijn.” Kanttekening “De koper, dat wil zeggen een zoon of dochter binnen het familiebedrijf, zal het hoogstwaarschijnlijk hoe dan ook niet voor elkaar krijgen om de hele koopsom zelf te financieren. Mijn advies zou zijn om een substantieel deel van de totale koopsom, pakweg dertig procent, intern te financieren, om het mogelijk te maken dat de rest bancair wordt ingevuld. Een adviseur zou in elk geval vroegtijdig moeten aanraden dat de ondernemer geld in de onderneming moet laten voor de opvolger. Ik plaats hierbij wel een kanttekening. Want misschien is het fiscaal veel aantrekkelijker om het familiebedrijf niet bij leven, maar bij vererving over te dragen, in het kader van de bedrijfsopvolgingsregeling. Belangrijk is wel om de zaken bij leven goed te regelen en een keuze te maken tussen het toebedelen van de aandelen aan de opvolger in de leiding of een gelijk aandeel in de onderneming voor alle erfgenamen. Als dit soort vraagstukken niet goed zijn besproken, kan opvolging leiden tot pijnlijke familiekwesties.”
STEFAN JANSEN, Accountant RA en partner bij Baker Tilly Berk Utrecht, sector familiebedrijven, is sinds 1975 actief in de accountancy en vanaf 1988 werkzaam bij Baker Tilly Berk. Hij heeft zich naast zijn rol als verantwoordelijk accountant in de controlepraktijk, toegelegd op strategische, financierings- en opvolgingsvraagstukken in mkb-ondernemingen.
‘Het kan fiscaal aantrekkelijk zijn het bedrijf bij vererving over te dragen’
Bedrijfsopvolging intern of extern financieren? Familiebedrijven kenmerken zich onder meer door hun langetermijnvisie en behoudende financiering. In turbulente tijden blijken dit veelal de bedrijven te zijn met een lange adem. Bij de overdracht van het familiebedrijf naar een volgende generatie speelt financiering een grote rol. De verkoper kan een lening verstrekken aan de koper, die vervolgens de lening gebruikt om de verkoper terug te betalen. Het kan ook zijn dat de verkoper geen eigen liquiditeiten kan of wil aanwenden voor een interne financiering en dat de verkoper is aangewezen op externe financiering. Vaak willen familieondernemers echter het liefst hun eigen koers varen met zo min mogelijk inmenging van buitenaf.
BTB Magazine / nr 2/ 2011
11
in bedrijf
‘ Wij combineren mensen, natuur en bouwen’ Al 65 jaar loopt duurzaamheid als een ‘groene’ draad door de Van Dijk Groep. Een familiebedrijf met 250 medewerkers en vestigingen in Hardenberg, Enschede en Borger. Algemeen directeur Bert Beun: “Wie kwetsbaarheid toont, krijgt veel terug.” Fotografie Hans van den heuvel
A
ls je bouwt, ben je verantwoordelijk voor de leefomgeving. Een gedachte die als een fundament onder de Van Dijk Groep ligt. Lang voordat de drie P’s – People, Planet en Profit – populair werden, kozen wij voor duurzaamheid. Met continue aandacht voor mensen, natuur en bouwen. Ongeveer vijf jaar geleden trad ik tot het managementteam toe. In die periode droegen Jan en Ger van Dijk hun aandelen over aan Jeroen, de zoon van Jan. Aan mij de taak om hun lijn voort te zetten, maar ook om de toekomstprofilering en groeidoelstellingen vorm te geven.” “Transparante communicatie vinden we belangrijk. Sowieso naar medewerkers, ons grootste kapitaal. Of we nu groeien of krimpen – we zeggen waar het op staat. Algemeen directeur Bert Beun: “Als je bouwt, ben je verantwoordelijk voor de leefomgeving.”
12
BTB Magazine / nr 2/ 2011
“Door zelf te produceren, ontzorgen we de klant.”
“Ook de kozijnen worden in huis afgelakt.”
“Onze timmerfabriek is een Prefab Kenniscentrum geworden.”
Zelfreflectie hoort daarbij: zijn wij als management wel de aangewezen personen om het bedrijf door een recessie te loodsen? Blijkbaar een onderscheidende aanpak, waarmee we een paar keer het NOS Journaal hebben gehaald. Wie kwetsbaarheid toont, krijgt veel terug, merken we. Ook van partners, bijvoorbeeld tijdens onze jaarlijkse Onderaannemers- en Leveranciersdag. Ze denken mee, en zo versterken we samen de ketensamenwerking.” “Van Dijks filosofie is: zelf produceren om de klant te ontzorgen. Daarom hebben we zo’n driekwart jaar geleden onze timmerfabriek opgewaardeerd tot Prefab Kenniscentrum. Hier maken we alle prefab-onderdelen. Van wandelementen tot kozijnen, die we ook zelf beglazen en aflakken. Het voordeel van prefab is de controle over het bouwproces, waarmee je de faalkosten, de onnodige kosten door materiaal- en procesfouten, terugdringt. Plus: het bouwverkeer naar de locatie blijft beperkt. Hierop aansluitend introduceerden we een Bouwbox, waarmee alle materialen in één keer bij de woning afgeleverd worden. Duurzaam, kostenbesparend en goed voor de veiligheid in de wijk.” “Prefab past bij transformeerbaar wonen, een groeiende trend die wij volgen. Denk bijvoorbeeld aan jongerenhuisvesting, die over tien “Door prefab-kappen worden woningen snel wind- en waterdicht opgeleverd.” BTB Magazine / nr 2/ 2011
13
>
in bedrijf
‘Met onze aanpak hebben we al een paar keer het NOS Journaal gehaald’
“In het dak zitten sun trackers waarmee zo veel mogelijk daglicht binnenkomt.”
jaar omgevormd wordt tot eengezinswoningen. Ook introduceerden we verticaal bouwen. Een nieuw principe, waarbij woningen zo snel mogelijk wind- en waterdicht opgeleverd worden. Omdat de engineering op eerdere projecten gebaseerd is, wint de voorbereiding aan kwaliteit. Zoals bij een woningbouwproject in de nieuwe Hardenbergse wijk Marsch-Kruserbrink. Hiervoor leveren wij onder andere de prefab-kappen.” “Als duurzaam bouwbedrijf ontkom je niet aan de vraag: hoe gaan we zélf met energie om? Ook daar zijn we bewust mee bezig. Zo zitten er in het dak van ons Prefab Kenniscentrum nu sun trackers, waarmee zo veel mogelijk daglicht binnenkomt. Deze fabriek en het kantoor in Hardenberg worden verwarmd met een biokachel, die het houtafval verbrandt. Niet voor niets brengen we een duurzaamheidsverslag uit. Samen met het sociaal en financieel jaarverslag presenteren we dit als één pakket. Natuurlijk denkt onze accountant van Baker Tilly Berk met ons mee. Over controles, bedrijfsvoering, continuïteit. Als er iets beter kan, zeggen ze dit eerlijk. En dat past bij ons.” “De fabriek wordt verwarmd met een biokachel, die het houtafval verbrandt.”
14
BTB Magazine / nr 2/ 2011
Advies fiscale en juridische tips voor ondernemers
Check uw voorlopige aanslag Vanaf 2011 hoeft een belastingplichtige voor de vennootschapsbelasting géén schattingsaangifte meer in te dienen. Voor de ondernemers in de inkomstenbelasting is de schattingsverplichting in 2010 al afgeschaft. De schatting werd in het verleden door de Belastingdienst gebruikt om de voorlopige aanslag op te leggen. Het is nu raadzaam om in de gaten te houden of de voorlopige aanslag juist is. Als blijkt dat in minimaal twee van de drie vorige jaren een te lage voorlopige aanslag is ontvangen, kan de Belastingdienst u verzoeken de actuele gegevens over het lopende jaar door te geven. Een te hoge voorlopige aanslag over het lopende jaar is nadelig omdat de fiscus pas vanaf 1 januari daaropvolgend over het te veel betaalde bedrag rente gaat vergoeden.
Uitstelregeling aangescherpt Belastingadviseurs kunnen voor hun klanten uitstel aanvragen voor het indienen van aangiften via de zogenaamde ‘beconregeling’ (belastingconsulentenregeling). De Belastingdienst heeft de regels voor uitstel echter strenger gemaakt. Bij het vragen van uitstel wordt gekeken naar de laatste drie belastingjaren. Zijn er in die periode minstens twee aangiften niet of niet op tijd gedaan, dan wordt het uitstelverzoek afgewezen.
Hoe staat het met uw pensioenrechten? Als u via uw werkgever pensioenrechten heeft opgebouwd bij een pensioenverzekeringsmaatschappij dan kunt u op www.mijnpensioenoverzicht.nl zien welke rechten u heeft opgebouwd. Op deze site ziet u hoeveel pensioen u heeft opgebouwd en bij welke pensioenuitvoerder (pensioenfonds of -verzekeraar) dit is opgebouwd. Ook ziet u wat uw nabestaanden krijgen als u overlijdt. Het pensioen dat u in uw eigen bv heeft ondergebracht, staat niet op deze site. Overleg in dat geval met uw belastingadviseur of het pensioen voor u toereikend is en welke mogelijkheden u heeft om nog pensioenrechten op te bouwen.
Tip: Zoek op onderwerp in onze Kennisbank op www.bakertillyberk.nl
uitgelicht
Beperk de erfbelasting Sandy van Thol Belastingadviseur Baker Tilly Berk, vestiging Zaandam
Bezit u het vruchtgebruik en één van uw naasten de bloot-eigendom van uw woning? Dan kan artikel 10 Successiewet pijnlijke gevolgen hebben. Een toelichting door belastingadviseur Sandy van Thol.
Vruchtgebruik is het recht om andermans goed te gebruiken of er de vruchten (huuropbrengst, rente) van te ‘plukken’. De genieter van het vruchtgebruik wordt ‘vruchtgebruiker’ genoemd, de eigenaar zelf ‘blote eigenaar’. Artikel 10 Successiewet is onder meer van toepassing in die gevallen
waarin iemand het vruchtgebruik heeft van een woning waarvan een naaste de blooteigendom heeft. Onder naaste wordt verstaan: de partner, broers en zussen, (groot-)ouders, (klein-)kinderen, (oud-)ooms en tantes, nichten, neven, en hun partners. Bij het overlijden van de vruchtgebruiker eindigt het vruchtgebruik. Er is geen sprake van een erfrechtelijke verkrijging en geen heffing van erfbelasting. Echter, op grond van artikel 10 Successiewet wordt alsnog erfbelasting geheven over de waarde van de woning. Waardebepaling
Vanaf 1 januari 2010 wordt voor het bepalen van de hoogte van de erfbelasting uitgegaan van de WOZ-waarde van de woning ten tijde van het overlijden. Gelet op de waardestijging van onroerende zaken over de jaren heen, is de waarde van de woning bij overlijden vaak
aanzienlijk hoger dan op het moment van de overdracht van de bloot-eigendom. Er zal daardoor meer erfbelasting verschuldigd zijn dan bij overlijden voor 2010. Bezwaar maken
Er is geen overgangsregeling voor bestaande gevallen. Ook heeft de fiscus blijk gegeven bijzonder streng te zijn bij het toepassen van artikel 10 Successiewet. Toch zijn de pijnlijke gevolgen van artikel 10 Successiewet wellicht te voorkomen of te verzachten. Neem daarover contact op met uw adviseur bij Baker Tilly Berk. En maak in ieder geval bezwaar tegen een mogelijk te hoge WOZ-waardebeschikking omdat deze bepalend is voor de heffing van erfbelasting. Ook daarin kan uw adviseur u bijstaan.
BTB Magazine / nr 2/ 2011
15
Mosselkweker overzee Zo’n tien jaar geleden beseften de broers Theun en André de Ronde: het roer moet om. Letterlijk. De Ronde, opgericht eind negentiende eeuw, zag buitenlandse mosselkwekers hun marktaandeel wegkapen. Daarom kozen ze in 2002 als een van de eerste Zeeuwse mosselbedrijven voor een internationale overname. Het werd Wexford Harbour in Ierland. Partner Hans Bakker van Baker Tilly
Berk begeleidde de transactie, samen met een Ierse collega. “Hij kent de branche, de cultuurverschillen en de regelgeving. Dankzij zijn advies liet De Ronde met veertig procent subsidie in Ierland een nieuwe kotter bouwen, bijvoorbeeld.” Het buitenlandse avontuur beviel de broers. En zo volgden meer overnames, waaronder in Wales (2007) en Duitsland (2008). De jaarrekeningen worden door Baker
Tilly Berk-adviseurs uit die landen opgesteld. “Ook tussendoor hebben we frequent contact, bijvoorbeeld over fiscale wijzigingen”, vertelt Bakker, met dertig jaar ervaring in de visserijbranche. “Ik vind het uniek dat mensen met een boot als kapitaal hun inkomen verdienen. Dat is kei- en keihard werken. Bewonderenswaardig.”