Personeels- en relatiemagazine van Laborijn
N° 02
december 2017
culinaire verandering kenninsmaking met tesero matching de klik tussen bedrijf en persoon
opweg
werkacademie alles over ons nieuwe re-integratietraject
opweg 2
column
D “WIJ ZETTEN ALLES OP ALLES OM DE NIEUWE KANSEN DIE ONTSTAAN, OPTIMAAL TE BENUTTEN.”
e economie trekt aan”, schrijven de kenners. Er zijn weer meer vacatures. Kortom, de periode waarin het tij toch wat tegen zat, lijkt te keren. Ook Laborijn merkt dit. Hoewel de meeste nieuwe vacatures in eerste instantie voor de mensen zijn weggelegd die nog maar kort van de arbeidsmarkt af zijn en voor hen met de beste papieren, vinden nu ook onze klanten veel vaker werk. Zo aan het einde van het jaar is het tijd om de balans op te maken. Dit punt zet ik er alvast op. En vooruitblikkend naar 2018: wij zetten alles op alles om de nieuwe kansen die ontstaan, optimaal te benutten. Zodat nog meer inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt een nieuwe uitdaging vinden. In dit magazine vertelt Ilja te Winkel over zijn nieuwe werkplek en hoe hij daar is gekomen. Onze jobcreators vertellen over de mogelijkheden van functiecreatie en we belichten uitgebreid de Werkacademie. Dit is hét nieuwe initiatief van Laborijn om groepsgewijs, maar toch ook met maatwerk, inwoners terug naar werk te begeleiden. Wat ik nog meer op mijn eindejaarslijstje zet? Dat is ook het Laborijn-gevoel. Bijna iedere dag merk ik bij Laborijners hoezeer zij zich verbonden voelen met onze organisatie. Hoezeer zij onze inwoners de kans op geluk willen geven en daar veel voor over hebben. Mijn Laborijn-gevoel is een rubriek in OpWeg. Frank vertelt bijvoorbeeld dat Laborijn hem het ‘Google-gevoel’ geeft. Hoe prachtig is het dat Laborijn al vergeleken wordt met zo’n sterk merk?! Maar we zijn er nog niet. En ook dat komt op mijn lijstje als ik zo rond de jaarwisseling de balans opmaak. Laborijn heeft ambities. In de afgelopen jaren hebben we een mooi zaadje geplant. Komend jaar laten we het zaadje verder groeien. Dat vraagt aandacht en goede verzorging. En nu ik het toch over eindejaarslijstjes heb, noem ik ook mijn goede voornemen. Inwoners, werkgevers én medewerkers kunnen in 2018 rekenen op aandacht en goede goede dienstverlening. Beloofd! Ik bedank jou voor de samenwerking in 2017 en wens je alvast een mooie tijd onder de kerstboom. Tot in 2018!
“ Hoe prachtig is het dat Laborijn al vergeleken wordt met zo’n sterk merk als Google?!”
Betty Talstra Algemeen directeur Laborijn
3
opweg 2
inhoud 05 mijn laborijn gevoel
Interview met Veronique Helming
06 interview met wethouder
14 klant in beeld
Interview met Hans Gerritsen van EMkwadraad in Ulft
24 wist je dat...
Overzicht van de minder bekende Laborijn-feiten
25 mijn laborijn gevoel
henk wiltink
Interview met Tonny Bus
Over de aansluiting van de gemeente Aalten bij Laborijn
16 middenin
Jos Spijkers over het Laborijn Theater
08 kort nieuws
26 klant in beeld
Interview met Ilja te Winkel
27 bezig met...
HRM-adviseur Femke Roerdink over haar werk bij Laborijn
28 jobcreation, hoe werkt het?
09 reportage over de match
tussen bedrijf en persoon
De aanpak van Laborijn om werkzoekenden en werkgevers bij elkaar te brengen
19 mijn laborijn gevoel
Interview met Liselotte Ansems
20 laborijn start werkacademie 12 onder ons dak
Interview over deze nieuwe re-integratie aanpak van Laborijn
31 videonieuws 32 reportage over handhaven
Interview met Jolanda Noorland en Rianne Ruijling van Tesoro
met de menselijke maat
Het doel is mensen aan werk te helpen
22 achtergrond
Programmamanagers Lucelle Visser en Aike Nieuwenhuis over de reis naar effectieve en efficiente dagelijkse praktijk
34 mijn laborijn gevoel
Interview met Frank Kreeftenberg
4
opweg 2
Veronique Helming (38) medewerker receptie
Veronique omschrijft op deze pagina haar gevoel over Laborijn en haar werk bij onze organisatie. Voelt zij zich Laborijner?
“ Ik merk dat ‘Laborijn’ al wat meer bekendheid krijgt en een begrip wordt onder de inwoners.”
Laborijn krijgt bekendheid Mooi Laborijn helpt mensen aan werk. Dat is het mooiste wat er is, je eigen inkomen hebben. Mijn droom is dat Laborijn veel mensen die zelfstandigheid kan teruggeven. Ook belangrijk is dat Laborijn snel uitkeringen verstrekt aan mensen die daar recht op hebben. Ik merk dat ‘Laborijn’ al wat meer bekendheid krijgt en een begrip wordt onder de inwoners.
Betrouwbaar Voor mij is de kernwaarde ‘betrouwbaar’ het belangrijkst; nakomen wat je belooft. Op de tweede plaats komt ‘enthousiast’.
Luisterend oor Inwoners zijn tegen mij meestal vriendelijk. Voor sommigen ben ik een luisterend oor. Ze kunnen hun verhaal even kwijt bij mij, dat doet hen goed.
Leuk Op een verjaardag vertel ik dat ik leuk, afwisselend werk heb waarbij ik allerlei mensen te woord sta, zowel telefonisch als aan de balie. Bij mij vindt het eerste contact plaats, ik zit aan de poort van Laborijn. Daar probeer ik mensen door te verwijzen naar de juiste plek in de organisatie.
Zelfvertrouwen Laborijn krijgt het voor elkaar om mensen op weg te helpen die in een moeilijke situatie zitten. Neem een bijstandsmoeder die uiteindelijk een baan vindt en weer vol zelfvertrouwen is. Dat maak ik soms van dichtbij mee. Dan ben ik trots op Laborijn.
Betrokken Langzamerhand begin ik me echt ‘Laborijner’ te voelen. Dat komt omdat we nu meer dan vroeger betrokken worden bij de organisatie. Ik voel me hier helemaal op mijn plek en hoop dat ik dit werk nog lang kan doen.
5
opweg 2
interview
wethouder henk wiltink:
“ Spijt? Absoluut niet�
Als ik werk wil, moet ik bij Laborijn zijn; dat belletje moet gaan rinkelen bij onze inwoners.
6
opweg 2
Gemeente Aalten is sinds 1 januari 2017 volledig aangesloten bij Laborijn. In het speciaal geopende Werkleercentrum bereiden inwoners uit de gemeente zich voor op de reguliere arbeidsmarkt. Wsw’ers voor wie de arbeidsmarkt een stap te ver is, werken er beschut. In gesprek met verantwoordelijk wethouder Henk Wiltink. Want is hij tevreden? door susan heimplaetzer
Als u denkt aan Laborijn, welk woord komt er dan bij u naar boven? “Werk! Aalten heeft alle mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt ondergebracht in één organisatie: Laborijn. ‘Als ik werk wil, moet ik bij Laborijn zijn’; dat belletje moet gaan rinkelen bij onze inwoners. En dan kun je werk natuurlijk breed zien; het gaat erom dat mensen hun dag zinvol besteden, meedoen en gezien worden.” Waarom wilde gemeente Aalten bij Laborijn aansluiten? “Onze gemeenteraad gaf de opdracht om alles wat met werk en inkomen te maken heeft, inclusief uitkeringen, bij één organisatie onder te brengen. Dat zorgt voor een soepel, effectief proces voor onze inwoners. En ook een stukje warmte: mensen hebben een vast aanspreekpunt en worden niet van het kastje naar de muur gestuurd. We hadden de keus tussen Laborijn en SDOA. We hebben voor Laborijn gekozen, mede omdat Aalten het armoedebeleid zelf wil blijven doen.” Welke verwachtingen had Aalten eind vorig jaar? En zijn die al uitgekomen? “Het beleidsplan van Laborijn sprak ons zeer aan. Laborijn toont daarmee een duidelijke visie én lef. Het college en de gemeenteraad ontvangen met grote regelmaat informatie over de voortgang en de resultaten. Die transparantie waarderen we. Laborijn geeft daarbij duidelijk aan wat er gebeurt om verschillen tussen ambities en resultaten te overbruggen en is altijd bereid een toelichting te geven; zeer klantvriendelijk. Ook als er iets niet goed gaat, komen ze met een adequate reactie.”
Er is een mooi Werkleercentrum gekomen in Aalten, bent u daar blij mee? “Zeker! Er werken ongeveer honderd mensen in een grote hal, dat is heel overzichtelijk. Ook voor de begeleiders is dat prettig. De sfeer is goed, dat voel je als je daar binnenstapt. Ik kom er vaak, omdat ik me betrokken voel. We wilden de inwoners dichterbij halen, dan moet je ook laten zien dat je er bent.” Wat merkt u nog meer? “Ik merk dat Laborijn in het Werkleercentrum verschillende werksoorten aanbiedt, zodat mensen niet aldoor hetzelfde doen. Het varieert van inpak- tot montagewerk. Ook is er aandacht voor werknemersvaardigheden, zoals op tijd komen, persoonlijke verzorging en sociale vaardigheden.” Wat verwacht Aalten op termijn van het Werkleercentrum? “Er is veel aandacht voor ontwikkeling. Voor iedere medewerker heeft Laborijn een ontwikkelplan opgesteld. We verwachten dus dat er meer inwoners gedetacheerd gaan worden naar reguliere banen. En dat mensen voor wie dat een stap te ver is, zich toch kunnen ontwikkelen.”
I k kom vaak in het Werkleercentrum, omdat ik me betrokken voel. We wilden de inwoners dichterbij halen, dan moet je ook laten zien dat je er bent.
Ondanks alles kloppen steeds meer mensen aan bij Laborijn voor ondersteuning en een uitkering. Maakt u zich daarover zorgen? “Natuurlijk maken wij ons daar zorgen over. Uitgangspunt moet altijd zijn dat iemand zo snel mogelijk weer aan de slag gaat. Ik vind dat Laborijn de processen daarvoor goed heeft ingericht en goed afstemt met andere betrokken organisaties.” Dus u hebt geen spijt van deze keuze? “Absoluut niet.” Hoe ziet Aalten de toekomst van de Achterhoekse arbeidsmarkt en de rol die Laborijn daarin speelt? We zijn één arbeidsmarktregio met één Werkgeversservicepunt, dat locaties heeft in Winterswijk en Doetinchem. Waarom zijn er dan twee sociale diensten, dus twee organisaties die beschut werk aanbieden? Het is historisch zo gegroeid, maar niet logisch voor ondernemers en je loopt de kans dat je hen niet goed bedient. Nu de Participatiewet er is, lijkt het me een prima moment om de stap naar een fusie te zetten. Bestuurlijk zou Laborijn hierin een rol kunnen spelen; het zou ons sieren.” 7
opweg 2
kort nieuws Buurtmaken bij Werkleercentrum Werkgevers uit de gemeente Oude IJsselstreek kregen onlangs de kans kennis te maken met het Werkleercentrum van Laborijn in Ulft. Het thema maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) stond centraal. Ruim 35 werkgevers raakten geïnspireerd door de wijze waarop je via personeel (en daarmee via Laborijn) aan MVO kunt doen. Laborijn is van plan om vaker bedrijven ‘een kijkje in de keuken’ te geven. graag leren
Wij willen u
igen wij u uit
Daarom nod
kennen! voor onze
aak ENTIE BuCOuNFrtERm Netwerk Borrel
WANNEER 12 oktober 2017 18.30 uur van 16.30 tot
WAAR Laborijn Hogenkamp
Werk Loont! De wereld van werk verandert fundamenteel en in rap tempo. Bedrijven, organisaties en instellingen, waaronder organisaties die zich bezighouden met toeleiding naar werk, staan voor de uitdaging om wendbaar te blijven en om beleid en uitvoering aan te passen aan de nieuwe realiteit. Tijdens de conferentie ‘Werk Loont!’ die Laborijn afgelopen zomer in opdracht van de gemeente Aalten heeft georganiseerd, kregen werkgevers, raadsleden en andere belangstellenden tips & tricks, do’s & don’ts en concrete voorbeelden aangereikt. Niemand minder dan emeritus hoogleraar Arnold Heertje verleende medewerking aan de conferentie (zie foto).
15 in Ulft
Taaaaart! Iedere maand beloont Laborijn een geslaagde ‘match’ tussen een werkzoekende en een werkgever met de ‘Match van de Maand-taart’. Zo ontving de 62-jarige Jelle de Vries de taart bij zijn nieuwe werkgever Agrio. “Ik geloofde er niet meer in dat ik ooit nog aan betaald werk zou komen”, laat Jelle weten. Laborijn zag potentieel in hem en via een intensief maatwerktraject is hij sinds kort aan de slag bij Agrio. Werkgever Ben van Uhm laat weten: “Het talent, de competenties en vaardigheden van Jelle sloten goed aan bij onze vacature van klusjesman/conciërge. Zijn leeftijd maakte voor ons niets uit.” 8
Interventieteams staan hun mannetje/vrouwtje Inwoners moeten bij Laborijn in een veilige omgeving komen en Laborijners moeten in een veilige werkomgeving hun werk kunnen doen. Dat is het standpunt van Laborijn. Daarom is iedere Laborijner dit jaar getraind om op te treden bij agressie of anderszins onveilige situaties. Sinds kort zijn ook twee interventieteams gestart. Deze getrainde teams treden op als situaties uit de hand (dreigen te) lopen. Zo werkt Laborijn continu aan een veilige (werk)omgeving.
opweg 2
reportage
Joris-Jan Janssen, accountmanager bij Laborijn
op zoek naar
de ‘klik’
tussen bedrijf en persoon Hoe komen vacatures en kandidaten bij elkaar? Bij Laborijn gebeurt dit sinds kort via ‘matching’. Een nieuwe aanpak waarbij op basis van kenmerken kandidaten en vacatures aan elkaar worden gekoppeld. door frieda tax 9
opweg 2
reportage
“ We hebben gelukkig meer matches dan missers.”
vervolg pagina 16
Gizem Karakoc, administratief medewerker bij Laborijn
Maaike Arentsen, re-integratieconsulent bij Laborijn
“Het liefst plaatsen we mensen op een plek waar ze gelukkig worden”, vertelt Maaike Arentsen, re-integratieconsulent bij Laborijn. “Via onze matchingsaanpak werken we daar serieus aan. We kijken naar iemands motivatie en bijvoorbeeld zelfstandigheid en naar praktische zaken, zoals een rijbewijs, Verklaring Omtrent Gedrag en diploma’s. Al die kenmerken leggen we naast de kenmerken van openstaande vacatures. Daardoor weten we heel snel of een bepaalde vacature geschikt is voor een kandidaat.”
eerst voorselectie
Zo op het eerste gezicht klinkt het matchen als een technische operatie. “Ergens is het dat ook”, legt Gizem Karakoc uit. “Maar uiteindelijk draait het wel om de ‘klik’ tussen het bedrijf en de persoon”. Het matchen begint bij de lijst met kandidaten. Van elke kandidaat zijn de kenmerken ingevuld. De screeners van Laborijn leggen deze lijst naast de lijst met vacatures, waar ook de kenmerken bij staan. “Dat levert vervolgens de ‘matches’ op. Of eigenlijk de voorselectie, want deze eerste selectie gebeurt puur op basis van feiten. Dat is een kracht, maar tegelijkertijd de zwakte. In maaike: de kenmerken, die wijzelf trouwens filters noemen, staat niets over de soft skills van iemand. Die zijn in de praktijk natuurlijk even belangrijk”, zegt Gizem die de matching coördineert.
vacatures en jobhunting
Tijdens het wekelijkse matchingsoverleg worden alle matches uit de voorselectie besproken. Bij dit overleg komen de soft skills aan bod. Deze week gebeurt dat met de match tussen een kandidaat die al op enkele plekken werkt, maar voor te weinig uren om uit de uitkering te komen. De vacature voor horecamedewerker blijkt een goede ‘match’ voor haar. “Maar alleen als de baan te combineren valt met haar andere werk”, zegt de re-integratieconsulent in het matchingsoverleg. Even later komt ook de vacature bij een vishandel voorbij. Ook daarop heeft de horecamedewerkster een positieve ‘match’. Gizem: “Ik zorg ervoor dat na het matchingsoverleg de namen van de kandidaten bij de accountmanagers terecht komen, die vervolgens de kandidaten koppelt aan de werkgevers met de vacatures.”
meer kandidaten op het netvlies
De nieuwe werkwijze heeft veel voordelen, aldus re-integratieconsulent Maaike en accountmanager Joris-Jan. “We hebben nu veel meer kandidaten op het netvlies. Omdat je de matching doet met een breed en divers team, krijg je meer kandidaten in beeld. Namelijk de hele breedte van ons uitkeringsbestand. Dat red je in je eentje niet.” Nog een meerwaarde: het werkt efficiënt. “Zodra de match tijdens het matchingsoverleg besproken is, zoeken we contact met het bedrijf en de kandidaat en kunnen we tot de daadwerkelijke match komen.” Voor die daadwerkelijke match spreekt Joris-Jan vaak eerst zelf met de kandidaat. De kandidaat kan echter ook direct door de accountmanager in contact met het bedrijf worden gebracht. “Het werkt pas als je over en weer de kandidaat en het bedrijf kent. Als accountmanager weet ik wat het bedrijf vraagt. Als ik de kandidaat zelf niet ken, tast ik tijdens het eerste contact af of het allemaal echt klopt. Tenslotte zeggen de feiten niet altijd alles.”
“ Het matchingsoverleg is bedoeld om korte slagen te maken.”
De kandidaten op de lijst worden aangedragen door de re-integratieconsulenten van Laborijn. “Van deze kandidaten weten we zeker dat zij klaar zijn om te werken. Een groot aantal heeft nu een uitkering via de Participatiewet, een aantal komt uit de Wet sociale werkvoorziening (Wsw)”, aldus Maaike. De vacatures worden geworven door de accountmanagers, waarbij het ook kan zijn dat zij voor iemand speciaal op zoek gaan naar een vacature. “Dat noemen we jobhunting”, legt accountmanager Joris-Jan Janssen uit. 10
matchingsoverleg
opweg 2
succesvolle afloop
De ervaring leert dat de meeste matches een succesvolle afloop hebben. Gizem: “We houden bij hoe vaak iemand een match heeft. Het gebeurt namelijk ook dat iemand wel matches maakt, maar toch steeds niet de kandidaat is die wordt voorgesteld. Of dat de kandidaat toch niet het meest geschikt blijkt voor een vacature. Doordat we het in de gaten houden, verliezen we mensen niet uit het oog. We willen weten waarom een match voor een kandidaat niet lukt.” Maaike: “Overigens houdt het na de matching vaak nog niet op. Blijkt iemand begeleiding in het werk nodig te hebben, levert Laborijn die ook. Uiteindelijk gaat het erom dat de juiste persoon op de juiste plek komt en daar ook goed functioneert. De grote meerwaarde is de verbinding tussen twee werelden: die van de kandidaten en die van de vacatures. Een re-integratieconsulent kijkt op een bepaalde manier naar een kandidaat en dat kan een andere manier zijn dan die van de accountmanager. Daar discussiëren we dan over”, zegt Joris-Jan.
ideale kandidaat
Tijdens het matchingsoverleg van deze week wordt er ook flink gediscussieerd. Uit de omschrijving van een vacature voor callcenter-medewerker blijkt niet dat de ideale kandidaat over behoorlijk wat commerciële kwaliteiten moet beschikken. De accountmanager kent het bedrijf, zij benadrukt: “Onderschat dit werk niet, de kandidaat moet echt stevig in de schoenen staan.” Over de kandidaat die uit de matching naar voren komt, heeft de re-integratieconsulent geen enkele twijfel. “Durf je het aan”, vraagt de voorzitter van het matchingsoverleg. “Ja”, klinkt het antwoord van de re-integratieconsulent ferm. In het overleg komen ook vacatures voorbij voor een medewerker van een dagverblijf, voor een medewerker in een boulangerie en voor een thuiszorgmedewerker. In totaal zijn deze week veertien nieuwe vacatures binnengekomen en is voor één kandidaat het verzoek gekomen om speciaal op zoek te gaan. Vanuit de Wsw zijn twee kandidaten deze week toegevoegd aan de lijst. Twee kandidaten zijn van de lijst verdwenen, omdat hun match van vorige week succesvol is gebleken. Een tiental nieuwe matches zitten in het vat.
uit de zijlijn
Toch komt niet iedere werkzoekende van Laborijn via de matching aan werk, vertelt. Maaike. “Mensen vinden ook via andere wegen werk, dan bereiken ze de matching niet eens. Matching is één manier, maar wel een heel belangrijke om mensen die aan de zijlijn staan toch te laten meedoen. Het mooie is dat we ons dankzij deze aanpak allemaal verantwoordelijk voelen voor de match.”
een positieve ‘match’ tussen nienke en stichting aktief
“ Ze heeft het zelf helemaal waargemaakt” Nienke Schieven werkt sinds kort 32 uur per week bij Stichting Aktief. Ze ervaart haar werk als ‘de schouders eronder en aanpakken.’ “Ik kwam al regelmatig bij de winkels van Aktief, op zoek naar iets bijzonders. Dat ik hier nu een betaalde baan heb, vind ik echt heel erg fijn. Geen dag en geen mens is hetzelfde.” Sinds maart 2017 zat Nienke zonder werk thuis. Tijdens het matchingsoverleg kwam ze bij accountmanager Marja Timmermans in beeld. “Na de eerste handschudding met haar wist ik en zij ook dat zij het moest worden”, vertelt Marja. Nienke heeft bij Aktief eerst een maand proefgedraaid. Ze werkte mee op de verschillende locaties van Aktief, zodat ze een duidelijk beeld kreeg van de organisatie. “In die eerste maand heb ik veel geleerd. Het samenwerken met mijn collega’s en zorgen voor een positieve plek, met een tevreden klant, dat is mijn drive!”, vertelt ze. De begeleiding vanuit Laborijn vormde voor Nienke uiteindelijk de opmaat naar een hernieuwd werkzaam leven. Ook Aktief is zeer tevreden met deze match. “Na één maand proefdraaien wisten wij het zeker, Nienke hoort bij Aktief. Ze valt bijzonder op omdat ze iedereen even een handje helpt, het werk ziet liggen en goed samenwerkt met alle teamleden”, aldus vestigingsleider Gonny Pastoor. Hoewel Nienke een achtergrond heeft in de zorg en hulpverlening, is ze bij Aktief op haar plek. Marja: “Haar kwaliteiten en capaciteiten matchten met de vacature van Aktief. Vervolgens heeft ze het zelf helemaal waargemaakt!”
Geen enkele kandidaat verdwijnt nu van het netvlies. joris-jan:
11
opweg 2
onder ons dak Jolanda Noorland (links) en Rianne Ruijling Tesoro Eten & Drinken.
Onder het dak van Laborijn gebeurt ontzettend veel. Van een kaarsenmakerij tot mensen van de reclassering. In iedere OpWeg maken we kennis met een huurder. Deze keer: Tesoro Eten & Drinken, gerund door Jolanda Noorland
tesoro brengt
Culinaire Verandering
en Rianne Ruijling. door susan heimplaetzer
Een vernieuwde inrichting met frisse kleuren, een uitnodigend buffet met twee soorten vers bereide soep, salades, broodjes en drankjes. Elke dag van 9.00 tot 15.00 uur kun je bij restaurant Tesoro terecht voor een gezonde lunch of tussendoortje. Met enthousiasme, creativiteit en deskundigheid runnen Jolanda Noorland en Rianne Ruijling sinds januari 2017 het restaurant bij Laborijn, waar dagelijks zo’n acht medewerkers werken en leren. Ze doen de gehele catering en verzorgen ook koffie of lunches voor bijeenkomsten in de zalen van Laborijn en bij TILA, de externe vergaderlocatie.
elver
Jolanda en Rianne zijn als begeleiders werkzaam bij Elver, een organisatie voor mensen met een verstandelijke beperking. Het concept voor restaurant Tesoro is bedacht door Elver en draait al zes jaar bij ‘t Brewinc in Doetinchem, waar onder andere Bibliotheek WestAchterhoek en het Erfgoedcentrum zijn gevestigd. Rianne doet vooral regelwerk, zoals het rooster, de samenstelling van het menu en de inkoop. Jolanda richt zich meer op de begeleiding. Met handige takenlijsten delen ze het werk voor de medewerkers in. 12
pionieren
“In ons restaurant werken vijf medewerkers via Laborijn, maximaal drie cliënten van Elver en een stagiair uit het bijzonder onderwijs”, vertelt Jolanda. “Wij zijn verantwoordelijk voor hun begeleiding en ontwikkeling. In het begin was het zoeken. We zaten er bovenop, maar merkten bijvoorbeeld al snel dat de medewerkers van Laborijn zelfstandiger kunnen werken dan de cliënten van Elver. We zijn nu gewend aan die niveauverschillen. Wij beoordelen welke cliënten van Elver hier komen werken en we kijken samen met Laborijn wie uit hun doelgroep hier het meest op z’n plaats is.” Rianne vult aan: “Het wordt steeds leuker; het team doet het nu echt ‘samen’. We hanteren voor iedereen een proefperiode en zeggen: ‘Probeer het maar! Het geeft niet als er iets fout gaat’. Je ziet mensen leren en groeien. Vaak stromen ze door naar een detachering. Anderen merken na een week dat dit het toch niet is. Dat is geen enkel punt.”
andijviesoep
Niet alleen het kantoorpersoneel van Laborijn, ook de medewerkers in de hallen eten nu gezonder. Dat was namelijk de vraag van Laborijn. “Ons uitgangspunt is daarom: vers en variatie. Elke dag serveren we zelfgemaakte soep en salade.
opweg 2
rianne:
Het team doet het echt ‘samen’. We zeggen: ‘Probeer het maar! Het geeft niet als er iets fout gaat.
Dus niks meer uit pakjes of bakjes. De medewerkers mogen zelf met recepten komen. Broodjes maken we vers op verzoek en we serveren nog maximaal twee snacks. De cola staat uit het zicht, waardoor de vraag is afgenomen. In het begin werd er flink gemopperd dat er niet meer elke dag kroket of frikandel was. En we kregen ook verbaasde reacties, bijvoorbeeld over de andijviesoep! Maar iedereen is nu gewend aan de nieuwe opzet.”
uitdaging
jolanda:
Ons uitgangspunt is: vers en variatie. Elke dag serveren we zelfgemaakte soep en salade.
Elke werkdag zorgen Jolanda en Rianne samen met hun team voor minimaal 30 broodjes, 3 kilo salade, 30 liter soep en 45 liter koffie. Het vraagt soms flink improviseren. “Wat doe je bijvoorbeeld als er kipsalade op het menu staat maar de kip wordt ‘s ochtends niet geleverd?”, lachen ze. Wat is hun grootste uitdaging op dit moment? “We hebben moeten leren om ‘nee’ te zeggen. Het is niet mogelijk om nog een broodjesbuffet voor tachtig personen klaar te zetten als daar om 16.00 uur naar wordt gevraagd.” Al met al hebben de enthousiaste dames met veel plezier een grote culinaire verandering teweeggebracht binnen de muren van Laborijn. 13
opweg 2
klant in beeld
emkwadraad
Hans Gerritsen, directeur-eigenaar EMkwadraad in Ulft:
“ Wij voeren de omgekeerde Participatiewet uit” EMkwadraad in Ulft is een succesvol elektromontagebedrijf voor kabelassemblage. Er werken 32 mensen, van wie slechts elf ‘reguliere’ medewerkers. Een commercieel bedrijf met een groot hart voor mensen. door susan heimplaetzer
14
Hoe ziet uw bedrijf eruit? “Wij maken kabelbomen, klemmenkasten en besturingskasten voor machinebouw, landbouw en stallenbouw. Denk aan voedersystemen in stallen; die worden elektronisch aangestuurd. Of eierbroed- en sorteermachines. Het varieert van grote kasten tot micro-elektronica en alles wat daar tussenin zit.” Wat maakt uw bedrijf speciaal? “Bijzonder is dat we sinds drie jaar een mix hebben van Wsw’ers (Wet sociale werkvoorziening, red.) die door Laborijn bij ons zijn gedetacheerd, mensen die begeleid werken om te re-integreren én reguliere medewerkers. Toen die laatste groep hier kwam werken, ging de ‘oude’ Wsw-groep pas echt beseffen dat zij volwaardig en verantwoordelijk werk hebben
opweg 2
Annie Bussing werkt sinds de oprichting van EMkwadraad als meewerkend voorvrouw in de montage. “Ik krijg alle orders binnen en deel het werk in. Dat doe ik in overleg met Henri, onze werkplaatsbegeleider. We kijken wat er is blijven liggen en of er spoedjes zijn. Het is een gezellig club, een warm nest. Er wordt veel gelachen en gekkigheid gemaakt, maar ook hard gewerkt. Ik zal het werk heel erg missen als ik met pensioen ga.”
en dat ze daar trots op mogen zijn. Als zij een kabeltje verkeerd monteren, valt een hele machine uit. Ook kloppen bij mij mensen aan die hun reguliere baan vaarwel hebben gezegd, uit vrije wil of gedwongen. Zo werken hier twee dames uit het primair onderwijs met heel veel plezier. En ook iemand vanuit de Ziektewet, die bij ons weer energie opbouwt. Wij voeren de omgekeerde Participatiewet uit, zeg ik wel eens.” Hoe ervaart u het werken met mensen met een arbeidsbeperking? “Ik ben niet anders gewend en het bevalt me uitstekend. We leren hen om zo zelfstandig mogelijk te werken. Dus als het even kan op basis van een technische tekening, zonder mondelinge uitleg. Uiteraard kunnen ze altijd terugvallen op onze werkplaatsbegeleider. Ook zorgen we voor afwisseling. Niet steeds hetzelfde doen, uitgedaagd worden maakt dat mensen zich ontwikkelen. Het mooie is dat ze zelf ook ideeën aandragen en oplossingen verzinnen. Eén van hen heeft een reumatische aandoening. Hij monteert zeer kleine apparatuur. Ook deze mensen zijn dus prima inzetbaar.” Waar ziet u verschil met regulier personeel? “Ik merk dat sommige mensen moeite hebben zich lang achter elkaar te concentreren. Door tussendoor hun aandacht op iets anders te richten en bijvoorbeeld even naar het koffieapparaat te lopen, kunnen ook zij prima functioneren. Mensen met een vorm van autisme werken enorm secuur en hebben daarvoor een rustige omgeving nodig. Heel mooi vind ik trouwens dat onze medewerkers ook elkaar helpen. Daar hoef ik niets voor te doen.” Ziet u uw medewerkers veranderen, groeien? “Dat kun je wel stellen. Sommigen hebben zelfs de stap naar uitdagender werk bij een nieuwe werkgever gezet. Ze krijgen hier verantwoordelijkheden die ze eerst niet hadden. Ze voelen zich mede daardoor 100% onderdeel van het bedrijf en spreken dat ook uit naar elkaar: ‘We zijn een commercieel bedrijf, het is hier geen sociale werkplaats!’ Zelf ben ik ook gegroeid. Zo heb ik veel geleerd van de mensen uit het onderwijs die bij ons zijn komen werken. Hoe spreek je bijvoorbeeld iemand op een positieve manier aan om hem of haar te stimuleren?”
medewerker annie
Ik ga elke morgen lachend naar mijn werk
medewerker cor
Ik heb nooit slechte zin
Cor Kleinhesselink werkt sinds de oprichting bij EMkwadraad. Hij begon met elektrokasten bouwen. Op dit moment monteert hij ruitenwissermotors die veevoer uitgeven in een stal. “In twee dagen doe ik er soms wel honderd. Ik leid nu ook een andere medewerker op. Ik kan niet de hele dag serieus en stil zijn. Mijn baas vindt het prima als ik af en toe een praatje maak. Ik ga altijd met plezier naar mijn werk. Ik heb fijne collega’s die hard werken, we maken het hier zelf gezellig.”
15
opweg 2
middenin
Het laborijn theater
Van
zess
en
klaar
theat door
ervoo
mens
een u itke arbei
16
rstel
ling
en me t
ring o f een
dsbe
perki
ng.
laborijn heeft een eigen theatergroep. de spelers zijn mensen met een uitkering. met de voorstelling ‘van zessen klaar’ weten zij op dit moment menig hart te roeren. het woord is aan regisseur jos spijkers. door susan heimplaetzer
opweg 2
geen kunst
“Mijn betrokkenheid bij Laborijn is groot. Ik voel me vertegenwoordiger van dit bedrijf. We hebben al heel wat keer opgetreden, door heel Nederland en daarmee zetten we Laborijn op de kaart. We hebben gespeeld voor het Ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid, op congressen, voor netwerken van werkgevers, voor raadsleden en ambtenaren. We geven de mensen over wie zij praten en beslissen, een gezicht en dat maakt veel indruk. Soms worden we als ‘bij-act’ gevraagd, blijken wij het hoofd bestanddeel van de bijeenkomst te zijn!”
kritische noot
“Tegelijkertijd zie ik mijzelf als luis in de pels: wat ik doe, is een kritische noot plaatsen bij ons idee over werken, het ideaalbeeld dat ‘werk’ de oplossing is voor alles en de enorme druk die de overheid op mensen legt om aan het werk te gaan en te blijven. Ik morrel daar aan, probeer het gat te dichten tussen dat ideaal en de mens die eraan moet voldoen. Of dat altijd gewaardeerd wordt, weet ik niet.”
jos spijkers:
“ Ik zie het als onze gemeenschappelijke verantwoordelijkheid om mensen ‘in te sluiten’. Op deze manier draag ik daar aan bij.”
insluiten
“Inmiddels hebben we drie voorstellingen gemaakt. Alle voorstellingen stellen vragen over ‘mens en werk’ en zijn dus filosofisch van aard. Maar de vragen veranderen wel. Bij de ‘Spek & Bonen’ was de vraag vooral ‘Hoe kijkt de wereld naar ons?’, een kwetsbare opstelling. Bij ‘Aan de bak’ namen we de regels onder de loep en hoe je daar als mens al of niet in past. In de huidige voorstelling, ‘Van Zessen Klaar’, vraagt een van de acteurs zich af: ‘Kom ik mijn bed uit om geld te verdienen of ben ik niets zonder baan?’ En: ‘Met welk ritueel begin ik mijn werkdag? Onder welke druk kan ik presteren?’ De acteurs ontdekken wie ze zijn, wat ze kunnen en wat hun leven betekent. Voor hen is het minder vanzelfsprekend dat dit allemaal op rolletjes loopt. Soms schrik ik ervan hoe er wordt omgegaan met mensen die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. De veelgeprezen ‘zelfredzaamheid’ kun je niet van iedereen verwachten. Maar dat gebeurt wel. In het theater kan ik dit uitvergroten, er vragen bij stellen. Ik zie het als onze gemeenschappelijke verantwoordelijkheid om mensen ‘in te sluiten’ en op deze manier draag ik daar aan bij.” 17
opweg 2
middenin vervolg pagina 16
vervullend
“Meedoen aan een voorstelling geeft de acteurs veel voldoening en trots. Uiten wie ze zijn en daarin gezien worden, is een heel vervullende ervaring. Maar het vraagt ook veel: discipline, betrokkenheid en inzet om te repeteren. Ik besteed heel veel aandacht aan de teksten en zie dat als een van mijn bijdragen aan hun leven: zaken benoemen en woorden vinden voor wat zij te zeggen hebben. Ik beschrijf uiteindelijk meer de binnendan de buitenkant. Het vraagt veel geduld om hen de tekst uit het hoofd te laten leren. Natuurlijk is het maatwerk, het is hun eigen verhaal. Juist door die echtheid raken ze de toeschouwers.”
Het is hun eigen verhaal. Juist door die echtheid raken ze de toeschouwers. reacties
“Ik werk intuïtief; wat mij raakt, raakt hopelijk ook het publiek. En zoals gezegd, zijn de reacties vaak emotioneel, tot tranen toe, recht uit het hart dus. Ook bij mannen in dure pakken. Want het gaat over fundamentele waarden en de kwetsbaarheid van mensen die niet goed kunnen omgaan met druk, stress, verwachtingen. Muziek en zang dragen veel bij aan het indringende effect van de voorstellingen. Zwaan (Stam, red.) speelt piano en ‘draagt’ de zang. Zij is veel meer dan een pianiste, ze ondersteunt de emoties en het ritme van de voorstelling. Ze bindt de groep op haar eigen wijze en zo vormen we samen een geolied team. Een authentieke en geloofwaardige voorstelling maken die emoties oproept, gaat nooit vanzelf. Er zit veel werk aan vast. Werk dat mij verrijkt, zonder meer.”
18
“Het theater is mijn passie.” Normaal gesproken brengt Anja Collignon de post rond. Maar als het even kan, staat ze op het toneel. “Al zou ik drie keer per dag de voorstelling moeten spelen… ik zou het graag doen.” “‘Van Zessen Klaar’ is niet mijn eerste voorstelling; ik heb ook meegespeeld in de eerste voorstellingen. De theaterstukken van Laborijn gaan ergens over, we vertellen echt iets. Toneelspelen is al sinds mijn zestiende mijn hobby. Ik zit ook bij een amateurtoneelgroep, maar dat is heel anders; we brengen kluchten. Het mooie van het Laborijn-theater? Dat is ook de groep acteurs. De groep voelt als familie, het verbroedert ook echt. Dat is heel anders dan op de werkvloer. Ik werk bij SB Post, gedetacheerd vanuit Laborijn. Ik breng de post rond in de Doetinchemse wijk Overstegen. De andere wijken van Doetinchem ken ik inmiddels ook wel. Het is leuk werk en omdat ik het al een tijdje doe, herkennen de buurtbewoners mij. Wat ik belangrijk vind, is dat ik bij mijn werk mijn hersenen moet gebruiken. Het ruimt je hoofd een beetje op. Maar als ik zou moeten kiezen tussen werk en theater, dan kies ik toch voor theater. Hoe langer je het doet, hoe meer je ook durft. Ik vertel in ‘Van Zessen Klaar’ dingen die ik anders niet snel zou zeggen. Ik hoop dat we nog heel vaak mogen spelen en dat Laborijn met deze voorstelling een beetje beroemd wordt.”
Uit het hart en zoals het is. Dat raakt je, dat kan niet anders.
anja zien?
Bekijk de trailer van de Laborijn-voorstelling ‘Van Zessen Klaar’ op www.laborijn.nl.
opweg 2
Liselotte Ansems (32) teammanager detacheringen Liselotte omschrijft op deze pagina haar gevoel over Laborijn en haar werk bij onze organisatie. Voelt zij zich Laborijner?
Je kunt bergen verzetten ‘Ik wil, die spreuk is machtig – zeg het eens, ernstig en stil. Want je kunt bergen verzetten als je zegt: ik wil’
Lef De leidende kernwaarde binnen Laborijn is wat mij betreft ‘lef’: durven te staan waar je voor gaat. ‘Ik wil, die spreuk is machtig – zeg het eens, ernstig en stil. Want je kunt bergen verzetten als je zegt: ik wil’. Die spreuk leerde ik van mijn oma.
Loyaliteit Waar ik trots op ben, is de motivatie en de loyaliteit van de mensen in onze organisatie. Zowel naar de organisatie als naar de Wsw’ers en mensen met een Participatiewet-uitkering.
Stralen Op een verjaardag vertel ik dat ik werk bij een organisatie die mensen met een beperking in hun kracht zet door hen werkplekken te bieden waar ze kunnen stralen. Een organisatie die ontwikkeling en groei van inwoners hoog in het vaandel heeft. Laborijn doet dat door vooral te kijken naar wat iemand wél kan.
Win-win Laborijn belooft werkgevers dat zij de juiste medewerkers voor hun vacatures krijgen. Daarmee ondersteunt Laborijn hen om hun MVO-doelstellingen te realiseren. Het mooie is dat deze werkgevers gaan zien dat ook mensen die minder goed in staat zijn hun eigen boontjes te doppen, prima krachten zijn. Dat vind ik een win-win situatie.
Bijdrage Mijn bijdrage aan de Laborijn-ambitie is het vergroten van de professionaliteit en kwaliteit van onze jobcoaches. Mijn bijdrage is ook om meer contacten te leggen tussen de verschillende afdelingen. Zo voorkomen we terugstroom vanuit detacheringen en faciliteren we uitstroom naar externe werkplekken.
Adem Of ik me al Laborijner voel? Ik zeg wel eens: ik ga en adem Laborijn. 19
opweg 2
Laborijn start Werkacademie
hilke
krista
sari
hester sultan
In een groep toewerken naar een nieuwe toekomst op de arbeidsmarkt. En toch ook maatwerk. In de Werkacademie biedt Laborijn sinds kort werkzoekenden een compleet nieuw re-integratietraject.
door frieda tax
sander 20
opweg 2
door frieda tax
“Toen ik vorig jaar bijstand aanvroeg, heb ik drie maanden bij Laborijn in de hal gewerkt. Productiewerk en ondertussen solliciteren. De insteek was een vaste baan vinden, maar dat lukte niet. Dit traject past veel beter. Ik ben nog aan het revalideren van een zware operatie, daar wordt rekening mee gehouden. Maar tegelijkertijd kijkt de jongerenconsulent met mij mee naar mijn mogelijkheden. School lijkt nu toch te kunnen.” Net terug van een uurtje sporten, vertelt Sander Besselink (27) zijn verhaal. Over de pech toen hij op zijn zestiende een zware vorm van epilepsie kreeg, waardoor hij geen enkele opleiding kon afmaken. “Ik heb metaaltechniek gedaan, maar door de epilepsie was het op een goed ogenblik te gevaarlijk om nog achter de machines te staan. Ik ben ook met een ICT-opleiding begonnen, maar dat hield ik niet vol.”
wajong-uitkering
Een Wajong-uitkering kreeg Sander niet. “De UWV-arts vond mij fysiek sterk genoeg om te werken en stuurde mij weg. Maar dat was mijn probleem helemaal niet, ik voelde me totaal niet begrepen.” Zo bouwde hij een afstand tot de arbeidsmarkt van tien jaar op. Totdat hij deze zomer in beeld kwam bij de jongerenconsulenten van Laborijn. “Inmiddels was ik geopereerd. Na 2,5 jaar allerlei onderzoeken gehad te hebben, ontdekten de artsen waar mijn epilepsie vandaan kwam. Een heel klein orgaan in de hersenen, genaamd hippocampus, hebben ze compleet verwijderd. Ik ben nu al elf maanden aanvalsvrij. Ik had bijna dagelijks hoofdpijn, dat is ook verdwenen. De kwaliteit van leven is echt met 99 procent toegenomen.”
ritme en structuur
De jongerenconsulenten zagen de motivatie bij Sander. In de Werkacademie
werkt hij nu aan zijn weg terug naar de arbeidsmarkt. “Op dit moment hebben we 28 jongeren in de Werkacademie Jongeren. Drie ochtenden in de week werken zij, om ritme en structuur op te bouwen. Dat kan hier in de hal zijn, maar ook op een andere werk-leer-plek. De rest van de tijd volgen zij een eigen traject. Van sollicitatietraining en sporten tot kennismakingsbezoeken en bijeenkomsten met werkgevers”, vertelt jongerenconsulent Hilke Holkenborg. “Het doel is werkzoekenden in beweging te krijgen en te houden. Bij jongeren kan het een beweging naar werk zijn, maar ook school kan tot de mogelijkheden behoren.” Het traject in de Werkacademie duurt drie maanden. Na die periode is het de bedoeling dat deelnemers de stap naar werk of een opleiding kunnen zetten of zelfs al hebben gezet.
twee varianten
De Werkacademie kent twee varianten: voor jongeren tot 27 jaar en voor werkzoekenden vanaf 27 jaar. Voor statushouders is er eveneens een speciaal traject. Zij krijgen bijvoorbeeld ook taalles. De Werkacademie Jongeren is in het Werkleercentrum van Laborijn in Doetinchem. De Werkacademie voor de andere groepen is in het Werkleercentrum in Ulft. “Wij zijn bevlogen om met jongeren stappen te zetten. Vaak is het maatwerk, maar wel altijd binnen de kaders van de Participatiewet”, vertelt jongerenconsulent Sari Booltink. Hilke benadrukt: “Het is zeker geen vrijheid blijheid. Ik zie zelfs dat de jongeren onderling elkaar aanspreken op houding en gedrag.”
sander:
“ Dit traject is perfect. Precies op maat en er wordt naar je geluisterd.” statushouders in de bouw
Voor statushouders is er deze middag een informatiebijeenkomst over beroepsmogelijkheden in de bouw. Erik Slief van Bouwmensen (de bedrijfsschool van de bouwsector) legt dertien jongeren die al een tijdje in Nederland wonen, uit dat zij via Bouwmensen een opleiding kunnen volgen, waarmee zij als metselaar, timmerman of tegelzetter aan de slag kunnen. Een van de aanwezigen heeft in Eritrea als metselaar gewerkt. Een andere deelnemer was in Irak timmerman. Plaatjes van hoe een bouwplaats in Nederland eruit ziet en filmpjes over hoe er in de Nederlandse bouw gewerkt wordt, helpen bij de
beeldvorming. “Misschien kunnen we het een tijdje proberen”, oppert een van de deelnemers. Uiteindelijk melden zeven jonge statushouders zich aan voor het assessment bij Bouwmensen. Erik Slief schat in dat er werk voor hen is, bovendien is tegelzetten bijvoorbeeld snel te leren. “Als je precies bent, is het een leuk vak. Ik zie zeker mogelijkheden bij aannemers hier in de regio”, aldus Erik.
hilke:
“ Na drie maanden is het de bedoeling dat de deelnemers in beweging zijn gekomen. Dat kan werk zijn of een opleiding.” betaald werk
Sander ziet ziet zijn toekomst weer positief. Hij doet via de Werkacademie als ICTondersteuner werkritme op bij de Stadskamer en op het Leerplein van Laborijn. Hij sport tweemaal per week, om zo ook zijn conditie te verbeteren. En zijn consulent heeft een gesprek geregeld bij JAWS. “Vanuit JAWS hebben ze voor mij nu een lijntje gelegd met de Anton Tijdinkschool. Het zit erin dat ik alsnog mijn diploma’s kan halen. Het liefst kom ik terug in de metaaltechniek. Dat is de snelste weg naar betaald werk, zodat ik straks ook op mezelf kan wonen. Voor mij is de Werkacademie perfect. Precies op maat en er wordt naar je geluisterd.” Ook al is de Werkacademie nog betrekkelijk nieuw en moet nog een aantal puntjes op de i worden gezet, consulent Hilke ziet nu al de meerwaarde. “De deelnemers, of ze nu jong of al wat ouder zijn, maken echt een hele ontwikkeling door. De eerste dag hebben we letterlijk een paar deelnemers uit bed moeten halen. Nu zijn ze keurig op tijd binnen. Omdat wij de mensen langere tijd van dichtbij meemaken, zien wij ook beter wat zij in hun mars hebben. Wat hun kwaliteiten zijn en wat nog ontwikkeling nodig heeft. Zoiets lukt met een vragenlijst in de spreekkamer niet.” Sari: “Je ziet onder de deelnemers een groep ontstaan, dat stimuleert. Van de werkleiders hoor ik dat de inzet goed is. Ze komen op tijd en hebben zelf ook ideeën. Hoewel we met deze groep nog maar enkele weken op weg zijn, heeft één van hen al werk gevonden. Prachtig toch?!” 21
opweg 2
achtergrond
programmamanagement laborijn
De reis naar effectieve én efficiënte dagelijkse praktijk Via onder andere programmamanagement werkt Laborijn aan de realisatie van de organisatiestrategie. Aike Nieuwenhuis en Lucelle Visser zijn programmamanagers. Een interview over hun bijdrage én over de reis naar die mooie stip op de horizon. door susan heimplaetzer
Laborijn bouwt nog volop aan de ideale organisatie. Het fundament is inmiddels neergezet, aan de eerste verdiepingen wordt ook al hard gewerkt. De komende jaren komt het Laborijn-bouwwerk gereed; met inrichting en al. “Je kunt dit proces ook wel vergelijken met een reis”, zeggen Aike en Lucelle. “Het is onze rol ervoor te zorgen dat Laborijn deze reis kan maken. Wij zorgen ervoor dat er veranderingen worden doorgevoerd door de gehele organisatie, waardoor de organisatie op de lange termijn verbeterd wordt.”
goede treinverbinding
Voortbordurend op de reis: met een goede treinverbinding ben je sneller bij je doel. Niet voor niets heeft Laborijn de (interactieve) metrokaart ontworpen om alle processen overzichtelijk in beeld te brengen. Maar rijdt de trein in de praktijk op schema en krijgen de reizigers op elk station datgene waarmee zij het best geholpen zijn? En bereikt Laborijn als organisatie dus haar doelstellingen? De programmamanagers zorgen ervoor dat alle projecten op dezelfde lijn zitten en helpen het uiteindelijke doel te bereiken. Lucelle en Aike: “Wij overzien het geheel aan processen en producten en de samenhang daartussen. Dat betekent ook dat wij afdelingsoverstijgend werken door verbindingen te leggen, samenwerking te stimuleren en daarbij te letten op kansen en mogelijkheden.”
de slimme klantreis
Lucelle richt zich vooral op de ‘slimme klantreis’: het proces van binnenkomen bij Laborijn tot uitstromen met een inkomen, werk of in ieder geval een zinvolle dagbesteding is als een reis langs verschillende stations. “Het doel is om de inwoner die bij Laborijn instapt, op goede, betrouwbare wijze en in zo kort mogelijke tijd naar zijn of haar bestemming te brengen. Daarvoor is het nodig slim en ‘integraal’ te werken en steeds vanuit die klant te denken. Wat heeft hij of zij nodig? Wij brengen in kaart wat er moet gebeuren en of alle stations dezelfde kwaliteit van
“ Programmamanagers overzien het geheel aan processen en producten en de samenhang daartussen.” dienstverlening bieden. Sluit alles aan op de klantbehoefte? Gaat het overstappen gesmeerd of ontstaat er ergens vertraging?”, Aike Nieuwenhuis (links) en Lucelle Visser 22
opweg 2
licht Lucelle toe. Het programmamanagement wil dan ook bereiken dat de afdelingen van Laborijn optimaal samenwerken, ten dienste van de inwoner. “Maar ook gemeenten en bedrijven zijn klanten die bij Laborijn instappen”, vult Lucelle aan.
methodisch werken
Om handen en voeten te geven aan de klantreis, heeft Laborijn onder andere het methodisch diagnose-instrument Dariuz geïmplementeerd, als wegwijzer voor de vervolgreis van inwoners. Naderhand kan hiermee nog een verdiepende diagnose of ontwikkelopdracht worden vastgesteld. Daarnaast is ‘doelgroepgericht werken’ een kenmerk van de slimme klantreis. Oftewel, de focus op de behoeften van de klant. Jongeren volgen bijvoorbeeld een andere reis dan een statushouder of iemand die al jarenlang in de bijstand zit. “Zij houden wel dezelfde stations aan, maar hebben hun eigen reisschema. En wat hen op de stations wordt aangeboden, is maatwerk”, aldus Lucelle.
gaan we in beeld brengen welke veranderende eisen de externe en interne ontwikkelingen van medewerkers vragen. En dus welke competenties de medewerker van de toekomst nodig heeft”, aldus Aike.
kernwaarden
Tenslotte vragen de vijf kernwaarden van Laborijn en de nieuwe besturingsvisie een andere manier van leidinggeven. Ook daarmee zijn de programmamanagers aan de slag. “Via het leiderschapsprogramma voor onze managers. Want het vraagt niet alleen van medewerkers iets, óók van leidinggevenden. Ons uiteindelijke doel is te zorgen dat Laborijn een flexibele organisatie wordt. Snel kunnen schakelen, niet vastzitten op je eigen onderdeel en op details maar breed kunnen kijken en handelen zien we als een must, voor onze klant en voor de organisatie als geheel.” Kortom, voorlopig blijft er nog voldoende werk aan het spoor te doen.
Lijn A : Werkgeversdiensten Individuele plaatsingen
Dienstregeling Laborijn 2017
Duurzame uitstroom zonder ondersteuning
Lijn 1: Directe bemiddeling
Terugstroomgesprek
Overdracht
optimale inzet van talenten
Aike richt zich vooral op de inzet van talenten en kwaliteiten. “Ook dat kun je zien als een reis. We hebben een mooie organisatie op papier gezet, nu moeten we gaan bouwen aan die organisatie die we voor ogen hebben. De komende jaren zijn we op weg daarnaartoe.” Voor de korte termijn is het van belang dat de basis op orde is. Zo is in 2016 een nieuw functiegebouw neergezet. Aike: “Nu is het zaak om te evalueren, zodat we flexibeler en daardoor slagvaardiger worden.” Het gaat om vragen als: hoe zorgen we ervoor dat we met de kwaliteiten die we in huis hebben de doelstellingen halen, wat is nodig op weg naar die optimale situatie, oftewel de juiste persoon op de juiste plek? Sommige werkzaamheden worden komende tijd mogelijk bij een andere functie of binnen een ander team belegd en daarmee gaan wellicht rollen verschuiven. “Om efficiënter te werken, willen we van centraal naar decentraal met bijvoorbeeld ‘HRM in de lijn’. Andersom is het denkbaar dat we taken juist centraal gaan regelen door er organisatiebreed naar te kijken. Zodat we beter in beeld krijgen of Laborijn de ‘overall’-kwaliteit levert die we de klant beloven: zeggen we wat we doen en doen we wat we zeggen?”
Marktbewerking
Lijn 2: Ontwikkelen naar werk
Voorbereiding Inkomens intake
Duurzame uitstroom met ondersteuning
Job-coaching Afronding re-integratie instrument
Overdracht naar Ontwikkelen naar werk
Hulplijn II : Inzet ontwikkel instrumenten
Lijn 3: Maatschappelijke participatie
Hulplijn III : Inzet participatie instrumenten Vakwerk
LKS kort Lijn B : Werkgeversdiensten Groepsplaatsingen
Voorschotten
Proefplaatsing
Melding terugstroom
LKS langdurig
Relatiebeheer Acquisitie
Lijn C : Werkgeversdiensten Productie Werk-leerbedrijf
Inkomensintake
Acquisitie
Verzending productie
Beheer uitkeringen Hulplijn I : Beheer uitkeringen
Maatschappelijke participatie
Hulplijn IV: Productie
We hebben een mooie organisatie op papier gezet, nu moeten we gaan bouwen aan die organisatie die we voor ogen hebben.
een hoger niveau
Dit alles betekent dat het niveau dat voor de meeste functies wordt gevraagd, hoger is komen te liggen. “De maatschappij wordt complexer en dat vertaalt zich in de eisen die we aan medewerkers stellen. Met het project ‘strategische personeelsplanning’
23
opweg 2
wist je dat...
Elke keer brengen we je op de hoogte van de minder bekende Laborijn-feiten.
leiderschap
…het management van Laborijn een leiderschapstraject volgt? Het traject is bedoeld om de besturingsvisie van Laborijn in te bedden in de dagelijkse werkpraktijk van Laborijn. Waar focussen we ons op, wat mogen Laborijners van het management verwachten en andersom: wat verwacht het management van Laborijners? Deze en nog veel meer vragen krijgen komende tijd antwoord.
500 plannen
…Laborijn voor iedere inwoner voor wie werk nog een stap te ver is, een ‘trajectplan’ (ook wel ‘participatieplan’ genoemd) ontwikkelt? In dit plan staat de route van de inwoner naar maatschappelijke deelname. Voor eind 2017 realiseert Laborijn maar liefst 500 van deze
vertrouwenspersonen …Laborijn drie vertrouwenspersonen heeft? Michel Hendriksen, Riet Jansen en Amal Siaj (vlnr op de foto) bieden Laborijners en Wsw’ers een luisterend oor als zij te maken krijgen met bijvoorbeeld pesten, intimidatie en agressie en het lastig vinden om daar met hun eigen leidinggevende of jobcoach over te praten. De vertrouwenspersonen hebben een geheimhoudingsplicht. Amal Siaj en Michel Hendriksen werken bij Laborijn, Riet Jansen is de externe vertrouwenspersoon.
kledingbank
…Laborijn nauw samenwerkt met de Kledingbank in Doetinchem? Inwoners met een uitkering die op sollicitatiegesprek mogen, kunnen bij de Kledingbank een setje kleding uitzoeken. Zij krijgen ook kledingadvies, zodat ze bij het sollicitatiegesprek goed voor de dag komen. 24
plannen!
opweg 2
Tonny Bus (63) werkbegeleider Tonny omschrijft op deze pagina zijn gevoel over Laborijn en zijn werk bij onze organisatie. Voelt hij zich Laborijner?
“ Ik ben trots als onze mensen met plezier naar hun werk komen. Ik toon interesse en krijg daarvoor veel terug.”
Het is geen eenrichtingsverkeer Geduld Als ik op een verjaardag vertel wat ik doe, krijg ik soms de reactie: ‘Petje af, ik zou dat niet kunnen.’ Je hebt namelijk veel geduld nodig. Ik leg soms zes keer hetzelfde uit. Dat doe ik met plezier.
Kracht Wij maken matches tussen personen en vacatures. Voor Laborijn is het een hele uitdaging om werkgevers te laten inzien hoeveel mogelijkheden onze kandidaten hebben. Schuif ze niet aan de kant maar zet ze in hun kracht!
Plezier Als mensen met plezier werken, worden ze productiever en gaat het thuis vaak ook beter. Het is heel fijn om daaraan te kunnen bijdragen. Dat doe ik door mensen goed te begeleiden, maar ook door hen te laten ervaren hoe fijn werken kan zijn.
Trots In het Werkleercentrum in Ulft werken 45 mensen vanuit de Wet sociale werkvoorziening (Wsw’ers), 22 mensen met een Participatiewetuitkering en een paar statushouders. Ik ben trots als zij het naar hun zin hebben en met plezier naar hun werk komen. Ik toon interesse in hen en krijg daarvoor heel veel terug. Het is geen eenrichtingsverkeer.
Enthousiasme ‘Enthousiasme’ is voor mij de belangrijkste kernwaarde. Als je dat uitstraalt, krijg je mensen sneller in een positieve bui en aan het werk. Ik merk dat ze heel gevoelig zijn voor stemmingen; ik ben hun veilige anker.
Gelukkig Laborijn zorgt ervoor dat mensen een veilige en vertrouwde werkplek krijgen, intern of gedetacheerd. Ik zoek en vind altijd oplossingen op maat. Bijvoorbeeld een heel rustige werkplek creëren voor iemand die snel is afgeleid. Of voor linkshandigen iets bedenken waardoor ze bepaald montagewerk goed kunnen doen. Mijn droom is dat iedereen gelukkig is met zijn of haar werkzaamheden.
Laborijner Of ik me Laborijner voel? Ik heb al heel wat reorganisaties meegemaakt. Maar ik blijf me zeer betrokken voelen bij onze doelgroep. 25
opweg 2
klant in beeld
ilja te winkel Ilja te Winkel, voormalig ‘klant’ Participatiewet
“ Op dit moment is dit gewoon prima werk”
Via Laborijn heeft Ilja te Winkel zijn E-rijbewijs gehaald. Dat leidde tot een baan bij Piet Zoomers. “Als je fulltime voor je kinderen zorgt, is het heel lastig om uit de bijstand te komen”, vertelt de Doetinchemmer over zijn ervaring met de Participatiewet.
door frieda tax 26
opweg 2
Ilja te Winkel had altijd plezier in zijn werk. Hij werkte als rij-instructeur, koerier en was projectleider bij een zorginrichter. Ook ‘horecamedewerker’ bij het Amstel Hotel in Amsterdam staat op zijn curriculum vitae en hij was jarenlang standinrichter. “Lange dagen en veel onderweg, ik vond het heerlijk. Nooit dacht ik echt na over werk of carrière”, vertelt Ilja. “Ik had ook nooit gedacht in een uitkering te komen. Toch kwam ik in september 2016 terecht bij Laborijn. Door allerlei omstandigheden zorgde ik toen al een tijdje fulltime voor de kinderen. Dat bleek niet meer te combineren met mijn werk als rij-instructeur en koerier. Zeker een jaar probeerde ik ander werk te vinden, dat lukte niet. Toen kwam ik bij Laborijn.”
niet interessant
“Als je in de bijstand komt, is het de bedoeling dat je er zo snel mogelijk weer uit komt. Dat wilde ik ook echt, maar voor werkgevers was ik totaal niet interessant vanwege de zorg voor de kinderen. Als zij uit school komen, moet ik er wel zijn.” Bij Laborijn volgde Ilja een re-integratietraject in Hal 2, waar werken, leren en solliciteren worden gecombineerd. “Die eerste dagen moest ik me echt ergens overheen zetten”, blikt Ilja terug. “Ik deed productiewerk, vond het geen uitdaging. Maar het was wel lekker om weer wat te doen. En ik begrijp ook wel dat de consulenten van Laborijn hun mensen eerst moeten zien, voordat ze echt iets voor je kunnen doen. Overigens was mijn consulent heel realistisch. ‘Volgens de wet kunnen wij je van alles verplichten. Maar als het in de praktijk niet kan, kan het niet’, zei ze. En dus werd er steeds rekening gehouden met mijn situatie thuis en de tijden van de kinderen.”
gewoon salaris
“In die maanden volgde ik ook een sollicitatietraining. Het is nooit verkeerd om die kennis weer op te frissen. Ik deed ook mee aan het sportprogramma. Ik was niet te beroerd om iets extra’s te doen. De sollicitatietraining was gedeeltelijk in mijn vrije tijd, dat vond ik prima.” Die inzet leverde Ilja uiteindelijk zijn nieuwe baan op. “Bij Piet Zoomers zochten ze chauffeurs. Ik dacht dat ik niet in aanmerking zou komen, omdat ik geen E-rijbewijs had. Maar van Laborijn kreeg ik de kans om het rijbewijs te halen. Ik weet dat mijn consulent daar veel moeite voor heeft gedaan, omdat het niet heel gebruikelijk is. Maar ze heeft het wel voor mij geregeld, daar ben ik ontzettend blij mee. Bij Piet Zoomers begon ik met een proeftijd, op kosten van Laborijn. Nu ben ik er in dienst, voor een gewoon salaris.”
Bezig met... HRM-adviseur Femke Roerdink is ‘projectleider in ontwikkeling’ bij Laborijn. Met welk project is zij bezig? “Met het project Montferland II. Ik coördineer het project en zit in twee van de drie werkgroepen, waar ook HRM-gerelateerde zaken spelen. Zo blijf ik toch ook bij het HR-vak.” Wat houdt het project in? “Gemeente Montferland heeft besloten dat Wsw’ers die in de gemeente Montferland wonen en bij Presikhaaf bedrijven werken, per 1 januari 2018 in dienst komen bij Laborijn. Daarnaast heeft de gemeente besloten de groenploeg, die gedetacheerd werkt bij de gemeente, per 1 januari 2018 een dienstverband in het kader van begeleid werken te bieden. In de twee werkgroepen die bezig zijn met deze transities, wordt actief samengewerkt om de overgang voor alle Wsw’ers goed te organiseren. Momenteel vinden de gesprekken met deze Wsw’ers plaats. Daarnaast zijn onze accountmanagers bezig om voor de Wsw’ers die vanuit Presikhaaf komen, passende werkplekken te vinden.” Waarom is dit belangrijk voor Laborijn? “Dat Montferland bij Laborijn blijft en dat er Wsw’ers vanuit Presikhaaf naar Laborijn komen, betekent dat er voor Laborijn strategisch een betere positie ontstaat. Het naar werk helpen van mensen is ons bestaansrecht, dat kunnen we straks voor meer mensen doen.” Leerzaam! “Dat is het zeker. Ik ervaar nu in de praktijk wat een projectleider allemaal tegen komt. Ik vind het leuk om met een steeds wisselend team samen te werken aan concrete doelen en daarin de spin in het web te zijn.”
opleiding in de toekomst
“Al met al vielen die maanden in Hal 2 me erg mee. Ik doe nu de bevoorrading van de winkels. Het is niet de ambitie die ik altijd had, maar op dit moment is dit gewoon prima werk. Ik ben om 16.00 uur klaar, dan kan ik de kinderen ophalen en voor ze koken. De toekomst? Ik zou graag een opleiding doen. Om zo toch mijn positie op de arbeidsmarkt te versterken. Ik wil best op een hoger plan komen, al weet ik nog niet precies wat. Mijn eerste prioriteit was om weer aan de slag te komen. Dat is gelukt.” 27
opweg 2
jobcreation houdt werkgevers een spiegel voor 28
opweg 2
Werkgevers de oplossing bieden voor een personeelsprobleem en tegelijkertijd iemand met een afstand tot de arbeidsmarkt aan werk helpen? Jobcreation maakt het mogelijk. Twee jobcreators van Laborijn leggen uit hoe het werkt. door frieda tax
“Het uitgangspunt van jobcreation is nooit alleen de kostenbesparing. Staat een bedrijf open voor sociaal ondernemen, dan kunnen we met jobcreation ver komen”, stelt Diane Lupinu. Zij is officieel gecertificeerd als jobcreator. In het Nederlands: functiecreatie. Waar het bij jobcreation om gaat, is het opsplitsen van taken. Diane legt uit dat veel vakkrachten vaak allerlei ‘bijtaken’ verrichten, waardoor zij niet meer toekomen aan het werk waarvoor zij eigenlijk zijn aangenomen. “Bij jobcreation worden deze, vaak eenvoudige bijtaken losgekoppeld van medewerkers. Hierdoor kunnen zij zich weer richten op hun echte werk en komt voor die bijtaken een nieuwe, veelal lager gekwalificeerde medewerker.” “In feite lost jobcreation het probleem op waar werkgevers al een tijdje tegenaan lopen”, zegt Johan Breukelaar. Ook hij is jobcreator bij Laborijn. “Met jobcreation is het mogelijk vakkrachten te ontlasten, zodat zij de productie kunnen draaien die je van hen mag verwachten. In een tijd waarin het moeilijker wordt om vakkrachten te krijgen, is het erg zinvol om de krachten die er zijn optimaal te benutten. Dat kan op deze manier. Tegelijkertijd blijven medewerkers er gezonder bij; we hebben nu al gemerkt dat door het slim inrichten van taken een burn-out kan worden voorkomen.”
‘hulpje’ voor magazijnmeester
Zo gebeurde het dat bij een groot magazijn de magazijnmeester een ‘hulpje’ erbij kreeg. Diane voerde in het bedrijf een quickscan uit. “Dat is het startpunt, waarbij we precies in kaart brengen waar de knelpunten liggen. Dus waar blijven er taken liggen, hoe lang is men met bepaalde taken bezig, zijn er taken uit het proces te halen zonder dat het proces verstoord raakt. Door ook met medewerkers te spreken, brengen wij het hele proces in kaart.” 29
opweg 2 vervolg pagina 29
Bij deze magazijnmeester bleek dat allerlei randzaken veel tijd van hem opslokten, waardoor hij het magazijn niet meer op orde kon houden. “Dat kost veel geld”, rekende Diane uit. “De monteurs die in dit magazijn komen voor onderdelen, zochten zich de rambam. Terwijl zij wel 47 euro per uur kosten. Als zij direct vinden wat zij nodig hebben, is de tijdswinst en daarmee kostenbesparing behoorlijk.”
rekensommetje
De analyse mondt uit in een bedrijfsadvies. “Daarin staat ook het rekensommetje wat jobcreation oplevert. Neem nu overwerken; kostbaar én belastend voor het personeel. De kunst is te bekijken welke elementaire taken uit functies zijn onder te brengen in een nieuwe functie, waarvoor vervolgens een nieuwe medewerker wordt aangetrokken. Zonder dat die extra formatie meer kosten met zich meebrengt”, schetst Johan. De nieuwe medewerker
sociale hart
De quickscan van Laborijn is gratis, evenals het bedrijfsadvies. “Bovendien is het toepasbaar in zowel grote als kleine bedrijven. We stellen altijd de vraag of er nu werkzaamheden blijven liggen, ook voor kleinere bedrijven kan die vraag interessant zijn. Een nieuwe medewerker hoeft ook niet altijd een fulltime kracht te zijn. Een parttime dienstverband kan ook. En blijkt uit de quickscan dat jobcreation voor een bedrijf echt niet zinvol is, zeggen we dat ook eerlijk.” Volgens Johan en Diane brengt jobcreation ook nog iets anders teweeg bij bedrijven. “Mensen laten hun sociale hart spreken. Jobcreation is dan ook sociaal ondernemen. Je ziet dat als er een Wsw’er of een nieuwe medewerker vanuit de Participatiewet bij het bedrijf komt werken, er onder het andere personeel en de directie de sfeer verandert. Het besef dat je iets kunt betekenen voor mensen die net niet het geluk hebben gehad in het leven. En dat dat niet altijd geld kost, maar ook kan opleveren. Deze boodschap proberen wij bedrijven te vertellen.”
geen verdringing
johan:
Blijkt uit de quickscan dat jobcreation voor het bedrijf niet zinvol is, zeggen we dat eerlijk.
kan iemand met een arbeidsbeperking zijn of iemand die om een andere reden een afstand tot de arbeidsmarkt heeft. “Wij kijken met het bedrijf mee wat het beste past. Iemand rechtstreeks in dienst nemen is mogelijk, vaak zelfs met loonkostensubsidie. Maar ook individuele of groepsdetachering zijn mogelijkheden. En als de nieuwe medewerker begeleiding nodig heeft, leveren wij ook de jobcoaching erbij. Het uitgangspunt is altijd maatwerk.” De jobcreator heeft nog niet meegemaakt dat een traject niet lukt. “Sterker, het is eerder zo dat bedrijven al na de quickscan zeggen: ‘Laat hier maar iemand instromen’. Laatst heb ik op die manier iemand een baan in een magazijn bezorgd. Ook in dat bedrijf was de magazijnchef behoorlijk overbelast. Nu is hij super tevreden, ook met zijn nieuwe collega die het hartstikke goed doet.”
30
Nog één punt moet wel worden ontkracht, vinden de jobcreators. “Het punt van verdringing. Het is namelijk niet de bedoeling dat er functies of werk wordt afgepakt van andere medewerkers in het bedrijf. We kijken puur naar taken die onder het niveau van medewerkers zitten, waar zij zelf niet gelukkig van worden. We kijken ook naar de leeftijdsopbouw in het bedrijf, dus wat de te verwachten uitstroom door pensionering is. En naar ziekteverzuim”, aldus Johan. Diane: “Veel bedrijven zijn onder de indruk. Wij houden ze een spiegel voor.”
diane:
Staat een bedrijf open voor sociaal ondernemen, dan kunnen we met jobcreation ver komen.
video nieuws
opweg 2
statushouders
Laborijn zet zich actief in om statushouders aan het werk te helpen, zodat zij zich verder kunnen integreren in de Nederlandse samenleving. De aanpak daarbij: inburgeren, integreren én participeren tegelijkertijd. Aan het woord zijn deelnemers Mohammad Issa Mohammad, Nasser Huseen, hun taaldocent en de re-integratieconsulent van Laborijn.
Iedere maand verschijnen er korte video’s met nieuws over Laborijn, achtergrondinformatie en uitleg van (lastige) onderwerpen. Want beeld zegt meer dan woorden. De video’s staan op het YouTube-kanaal van Laborijn en op Laborijn.nl. Een greep uit de video’s van de afgelopen maanden…
werkacademie
sollicitatietraining
In de sollicitatietraining van Laborijn leren deelnemers de fijne kneepjes van het solliciteren. Suzan Bieleveld voelt zich na de training klaar om weer met een frisse start te gaan solliciteren.
Help Laborijn in beeld te komen, deel de video’s op Facebook, Twitter en LinkedIn!
groepsdetachering
“Het is doen en beginnen”, zegt Gert-Jan Engelen, directeur van Intermeco. Dit jaar ging hij van start met een groepsdetachering. Een groepw Wsw’ers van Laborijn zorgt binnen Intermeco nu voor een stuk pre-assemblage. Deze video biedt een kijkje achter de schermen.
In dertien weken uitstromen naar werk via de Werkacademie. In dit filmpje vertellen alle betrokkenen hoe Laborijn dit mogelijk maakt.
Scan deze QR-code en bekijk het filmpje!
31
opweg 2
reportage
hoogwaardig handhaven met de menselijke maat
Mijn buurvrouw poetst Politieagenten die tandenborstels tellen. Dat is vaak het beeld van fraudepreventiemedewerkers. Toch is dit beeld onjuist. “Ons doel is mensen aan werk helpen”, zeggen de ‘handhavers’ van Laborijn, Paul Giesen en Dolf Dimmendaal. Hun uitgangspunt: hoogwaardig handhaven met de menselijke maat. door frieda tax
De cijfers liegen niet. Landelijke onderzoeken geven aan dat 10 tot 15 procent van iedereen die op dit moment een bijstandsuitkering ontvangt, fraudeert. Omgerekend naar Laborijn betekent dit dat in theorie zo’n 240 tot 360 inwoners zich niet aan de regels houden. Dolf Dimmendaal en Paul Giesen hebben bij Laborijn de taak om fraude tegen te gaan. “Letterlijk betekent ons werk het toezien op de naleving van de regelgeving. Wij zijn dus handhavers van de Participatiewet. Fraudepreventie is daar een belangrijk onderdeel van, maar repressief handelen hoort daar ook bij als de situatie erom vraagt.”
niet uit luxe
We zitten aan de grote koffietafel in ‘Pand 110’. De Laborijn-locatie waar inwoners voor hun uitkering komen. De mannen ogen allerminst als politieagenten. Hun verhaal vertellen ze niet op gedempte toon. Maar open; iedereen die wil, kan meeluisteren. “Handhaving begint met alertheid, vanaf het moment dat een uitkering wordt aangevraagd en verstrekt”, begint Dolf. “Daar zijn de consulenten van Laborijn op getraind. Klopt het verhaal dat mensen vertellen, komen ze hun afspraken na, leveren ze alle bewijsstukken in en staat daar niets raars in.” 32
opweg 2
Paul gaat verder: “In de meeste gevallen is er niets aan de hand. Een bijstandsuitkering vragen de meeste mensen niet uit luxe aan, het is vaak een allerlaatste redmiddel. Maar als iemand iedere week in Sittard tankt, terwijl deze persoon in Ulft woont en een uitkering heeft, is dat op z’n minst opmerkelijk.”
juiste zetje
Als de signalen wijzen op ‘niet-pluis’, komen de handhavers in actie. “Iemand die fraudeert, krijg je niet aan het werk”, zegt Dolf. En dat is wel het doel. Dolf vertelt over een jonge vrouw bij wie hij aan de bel trok. De vrouw kreeg van Dolf het advies om werk te zoeken en haar leven weer op te bouwen. De boodschap kwam hard aan, want haar uitkering stopte en ze moest een half jaar uitkering terugbetalen. Ook kreeg ze een boete. “Kort daarna kreeg ik een e-mail, waarin ze mij letterlijk bedankte voor het gesprek. Dat gesprek bleek het juiste zetje om haar leven om te gooien. Ze heeft nu weer werk, nog leuk werk ook.”
“ Ons doel is mensen naar werk helpen. Dat is onze maatschappelijke verplichting, wij zijn de hoeders van het maatschappelijke geld.” anonieme tips
Fraudealertheid is bij handhaving altijd de eerste stap. Op verschillende manieren komen de signalen bij Paul en Dolf binnen. Via de consulenten, maar ook via externe partners zoals woningcorporaties, de politie, andere sociale diensten, de buurtcoaches en andere wijkwerkers. Steeds vaker worden signalen ook via anonieme tips gemeld. “Een kort mailtje met ‘mijn buurvrouw poetst’, bijvoorbeeld. Of juist heel uitgebreide brieven. Er zijn veel ogen en oren op straat”, schetst Paul. “En het wordt steeds minder getolereerd in de samenleving.” De tweede stap is het ‘veredelen van de informatie’. Oftewel, het verrichten van onderzoek. De handhavers raadplegen openbare bronnen, onderzoeken de dossiers die Laborijn zelf heeft. Daarnaast beschikken de handhavers over bevoegdheden om gegevens op te vragen. Bijvoorbeeld bij woningcorporaties en zelfs mogen ze informatie vorderen bij werkgevers. De bevoegdheden houden
eveneens in dat zij bepaalde plaatsen mogen bezoeken, zonder daarvoor toestemming te vragen.
“ Het gaat ons niet om de boete, maar dat de fraude stopt.” proportioneel
Via het Regionale Informatie- en Expertisecentrum, wijkagenten en integrale handhavers van gemeenten ontvangen Dolf en Paul eveneens veel informatie. “Zo’n onderzoek lijkt makkelijk, maar je moet wel aantonen dat de vermoedens kloppen. Onderzoek is het meest arbeidsintensieve onderdeel van ons werk. De inwoner heeft er ook recht op, dat wij goed onderzoek doen”, zegt Paul. Daarnaast kunnen de handhavers gaan posten, waarnemen en buurtonderzoek doen. “Wij brengen het hele dagelijkse leven van iemand in kaart. Soms ben je daar wel een paar maanden mee bezig.” Het tweetal benadrukt dat de inzet van onderzoeksmethodes altijd proportioneel moet zijn: nooit te zware middelen inzetten voor een lichte kwestie.
samenspel
De insteek van Laborijn bij dit alles is om ‘hoogwaardig te handhaven’. Dit betekent rekening houden met de menselijke maat. Afdelingshoofd Monique Thijssen geeft aan dat Laborijn hiervan in 2018 een speerpunt maakt. “Een uitkering is altijd een samenspel tussen een klant en de organisatie. In ons geval Laborijn. Daar zijn rechten en plichten aan verbonden. Als wij iets verkeerd doen, kunnen inwoners bezwaar maken en beroep aantekenen. Ook is er een klachtenprocedure. Als de inwoner dingen verkeerd doet, hebben wij als instrument handhaving. Als fraude wordt aangetoond leidt dit tot intrekking, beëindiging of aanpassing van het recht op bijstand.” Of er daadwerkelijk wordt gestraft, hangt af van de situatie. Dat heet: hoogwaardig handhaven. Monique: “Daar hoort hoor-en-wederhoor bij. Een inwoner die wij verdenken, krijgt altijd de kans een verklaring af te leggen.” Ter illustratie noemt ze een inwoner die geen gehoor geeft aan de oproep voor een intake bij de Werkacademie. “Op zich is dit een reden om te straffen. Maar het kan ook zijn dat die ochtend het kind van die inwoner van het klimrek is gevallen en naar het ziekenhuis moest. Logisch dat deze inwoner dan niet meer aan de intake denkt. Dan besluiten we niet tot een straf.
Maar we leggen het wel vast. Want als binnen een jaar opnieuw iets gebeurt, kan dat reden zijn voor een extra maatregel. Overigens passen we ook dan hoor-enwederhoor toe.”
niet altijd expres
Niet altijd gebeurt fraude expres. Ook door onwetendheid kan er fraude ontstaan, vertelt Monique. “Nieuwe Nederlanders die onze regels niet kennen en in hun thuisland heel anders waren gewend. Ook komen steeds meer mensen met een verstandelijke of psychische beperking in de uitkering. Je kunt niet altijd verwachten dat zij precies weten hoe het werkt, al is het wel onze taak om dat te vertellen. Echte fraude bestraffen we. Tenslotte gaat het bij een uitkering wel om geld wat de samenleving bijeenbrengt door zelf iedere dag hard te werken. Het is onze opdracht om te zorgen dat dit geld terechtkomt bij mensen die het echt nodig hebben.”
veel ellende
De handhavers vertellen over een echtpaar, waarvan de vrouw een uitkering kwam aanvragen. “’Haar man was bij haar weg’, vertelde ze. En ze had geen werk. De man zou bij zijn ex-zwager wonen. Een tijdje later kregen we een telefoontje van iemand die zei dat de man helemaal niet bij de vrouw weg was. Wij hebben bij haar in de buurt gepost en de man bleek iedere ochtend om half zes ’s ochtends het huis te verlaten en naar zijn werk te gaan. Onze collega’s in de gemeente waar hij zou wonen, gingen navraag doen bij de ex-zwager. Uiteindelijk viel het verhaal in elkaar doordat het kind op dat adres zei: ‘Oom X komt toch nooit hier’. We zijn overgegaan op aanhouding, met de politie erbij. Het mooie: dit stel was echt gescheiden, maar is daarna weer getrouwd. De echtgenote was echt ongelukkig toen ze voor haar uitkering kwam, maar na afloop vertelde ze dat haar man was veranderd.” De reden van deze fraude was financiële schulden. Paul erkent: “Je komt veel ellende tegen. Maar in plaats van frauderen had dit stel meer aan schuldhulpverlening. Ook die lijntjes proberen wij te leggen. We willen de keten sterker maken, intern én extern met onze partners.” Dolf benadrukt tot besluit: “We kijken niet bij iedereen met een loep. Het gaat ons niet om de boete of maatregel, maar wel dat de fraude stopt.”
“ Iemand die fraudeert, krijg je niet aan het werk.” 33
opweg 2
Frank Kreeftenberg (53) beleidsmedewerker Frank omschrijft op deze pagina zijn gevoel over Laborijn en zijn werk bij onze organisatie. Voelt hij zich Laborijner?
Ik heb het HEMA-gevoel “ ambitieus, transparant, kleurrijk, innovatief, en daarbij nuchter en leverancier van prima kwaliteit.”
Ambitieus Op een verjaardag vertel ik dat ik werk bij een ambitieuze overheidsorganisatie die zich op innoverende wijze inzet voor een inclusieve arbeidsmarkt. Voor mij is dat: een maatschappij waar voor iedereen een plek is. Waar mensen niet uit de boot vallen door de ingewikkelde regels en de enorme keuzevrijheid, die voor sommigen gewoon te groot is.
34
Belofte
Profileren
Laborijn staat pal voor ontwikkeling en re-integratie en waar nodig het bieden van een inkomen aan de groep inwoners die het op eigen kracht niet redt. De komende tijd gaan we onze ambitie waarmaken. Daarvoor is het nodig dat de buitenwereld nog beter gaat zien wat wij te bieden hebben. Laborijn draagt de belofte in zich om een merk worden! De nieuwe naam betekent echt iets, het is geen afkorting en de mooie nieuwe huisstijl zet ons goed neer.
Mijn bijdrage is dat ik het management adviseer over regelgeving en ons bij gemeenten zo goed mogelijk profileer. Ik draag uit waar Laborijn voor staat. Al is dat soms nog zoeken; voor een deel zijn we nog steeds bezig onszelf uit te vinden. Het is een heel dynamische periode.
Trots
Kracht
Laborijn geeft mij het Google- en HEMA-gevoel: ambitieus, transparant, kleurrijk, innovatief, en daarbij nuchter en leverancier van prima kwaliteit. De prachtige, nieuwe inrichting van ons pand straalt precies die waarden uit. Ik ben daar trots op.
De ambitie van een inclusieve arbeidsmarkt kunnen we niet alleen realiseren. Werkgevers, overheden én inwoners spelen daarin een rol. Vanuit onze eigen kracht moeten we ons bestaansrecht aantonen en onze stakeholders overtuigen dat ze bij ons moeten zijn.
Resultaatgericht De kernwaarde ‘resultaatgericht’ spreekt mij het meest aan. Dat is de basis. Lef is ook belangrijk, omdat we willen inspelen op de dynamiek van de wereld om ons heen, omdat we nieuwe stappen zetten en van ons willen laten horen! Of ik me Laborijner voel? Helemaal, dus!
colofon opweg is het magazine voor personeel en relaties van Laborijn. Het blad verschijnt enkele keren per jaar in een oplage van 300 exemplaren. december 2017 Redactie: Sanne Huitink, Yanouque Brouwer, Susan Heimplaetzer (SHEtekst) en Frieda Tax (eindredactie). Fotografie en illustratie: Bas van Spankeren (Bas Foto), Frank Los, Theo Kock Vormgeving: teamtva! reclamebureau, Paulien van den Berk (vormgeving) Druk: PrintX Redactieadres: communicatie@laborijn.nl Postadres Postbus 236 7000 AE Doetinchem Laborijn algemeen Terborgseweg 106 7005 BC Doetinchem t (0314) 37 25 00 e info@laborijn.nl Laborijn inkomensondersteuning Terborgseweg 110 7005 BC Doetinchem t (0314) 65 46 54 e contact@laborijn.nl www.laborijn.nl
@Laborijn
ik ben
er
“ Ik begon als vrijwilliger, nu leer ik voor trainer.� Ernst Jan Lievers
Bij Laborijn geloven wij dat meedoen gelukkig en gezond maakt. Meedoen op je eigen niveau, maar wel in je volle kracht. Of het nu gaat om werk bij een reguliere werkgever, een leertraject, een beschutte werkplek of
om vrijwilligerswerk. Onze ervaring is dat mensen vaak veel meer kunnen dan ze zelf voor mogelijk houden. Laborijn laat mensen die nu aan de kant staan, weer meedoen. Samen werken we aan werk.
www.laborijn.nl