7 minute read
Stoepplantjes (Nienke Beets
from Hortus Leiden
Onkruid op de stoep, wat is dat?
‘Meer oog voor groen’ is het streven bij de Hortus. Nu we het afgelopen jaar steeds meer thuis zijn gaan werken en leven, moeten we alles - inclusief dat groen - wat dichterbij weten te vinden. Het nieuwe thema - Stoepplantjes - kan daarom bijna niet passender zijn. Dichtbij huis zijn er nog meer dan genoeg
Advertisement
wilde planten te ontdekken. [tekst] Nienke Beets [foto’s] Simone Both en Adri Mulder
WWat er tussen de tegels groeit, wordt meestal benoemd als onkruid, terwijl er toch veel waardevolle planten groeien. Op onze stoepplantjesposter en in de minigids worden 52 soorten stoepplantjes uitgelicht, maar er groeien nog veel meer soorten in de stad. Sommige soorten zult u vast al goed kennen zoals de paardenbloem, het madeliefje en de grote weegbree, maar veel andere misschien nog niet. Veel stoepplantjes zijn eetbaar, hebben geneeskrachtige toepassingen of komen van verre dankzij onze vele reizen en de economie op wereldschaal.
Wereldreizigers
In de dikke plantengids Stadsflora van de Lage Landen vertelt urbaan ecoloog Ton Denters dat de steden in Nederland en Vlaanderen zo’n 1350 soorten gevestigde stadsplanten tellen. Dit is ca tweederde van de plantensoorten die van nature in Nederland voorkomen. De stad is dus ontzettend soortenrijk. De meeste nieuwe soorten die zich tegenwoordig in de Nederlandse steden vestigen, komen hier vaak terecht als tuinplant of verhuizen mee in de potgrond. Met name door deze uitwisseling en de klimaatverandering worden steeds meer van onze inheemse soorten aangevuld met hun buitenlandse zustersoorten. Melganzenvoet is bijvoorbeeld een zeer algemene en oude soort in Nederland, maar de van origine buitenlandse Texaanse ganzenvoet (Noord-Amerika) en liggende ganzenvoet (Australië) zijn ook in onze steden te vinden. Hetzelfde geldt voor de kleine veldkers, zijn exotische zustersoorten komen uit Azië (Aziatische veldkers) en Nieuw-Zeeland (Nieuw-Zeelandse veldkers).
Deze nieuwe soorten verhogen de biodiversiteit van de stad en daarmee de weerbaarheid van de flora als geheel tegen uitdagingen als klimaatverandering.
Nienke Beets ©Simone Both
Botanisch stoepkrijten ©Simone Both Stoepplantjes in de Hortus ©Simone Both
Wildplukken in de stad
Nieuwe inwoners brengen ook nieuwe kennis en gebruiken met zich mee. Tijdens een Hortusevenement vertelde iemand dat ze laatst netjes alle zwarte nachtschade uit haar tuin had gewied. Haar Surinaamse buurvrouw vond dat zonde, die maakt er namelijk heerlijke gerechten mee. Nu zijn sommige planten uit de nachtschadefamilie ontzettend giftig dus is de kennis van deze ervaren buurvrouw ontzettend waardevol. Het is namelijk wel zaak om te weten wat je plukt en hoe je het kunt eten. Een veel beter herkenbare plant is de winterpostelein, een Amerikaanse nieuwkomer uit de 19e eeuw. Dit stoepplantje met kleine witte bloemetjes kun je eten als salade of roerbakken als spinazie. Naast winterpostelein kun je veel andere stoepplantjes ook in de salade doen zoals: klaverzuring, gewone raket, kleine veldkers, harig knopkruid, vogelmuur en paardenbloem. In een quiche, soep of roerbakgerecht zijn brandnetel, dovenetel, weegbree, melganzenvoet, kleefkruid of zevenblad heerlijk. Weer andere soorten hebben geneeskrachtige eigenschappen zoals de bloemen van schijfkamille en duizendblad. Het is niet vreemd als wildplukken in de stad je vies lijkt en je het na het wassen van de planten nog steeds niet vertrouwt. Wil je toch aan de slag met stoepplantjes? Verzamel dan hun zaadjes en plant ze in je eigen tuin of pot.
Beestjes
Stoepplantjes zijn niet alleen eetbaar voor ons, maar worden ook gegeten door veel andere stadsbewoners. Insecten eten van planten, drinken de nectar uit de bloemen of leggen hun eitjes op een blad. Muizen en andere kleine knaagdieren eten bladeren, bloemen, besjes en zaden. Al deze dieren zijn weer voedsel voor bijvoorbeeld vogels, vleermuizen en egels. Veel vlinders hebben een sterke relatie met een bepaalde plant. De dagpauwoog legt zijn eitjes op de grote brandnetel en de distelvlinder op verschillende soorten distels zoals de speerdistel. Deze prachtige vlinders zouden we misschien wat vaker in de stad tegenkomen als er minder en slimmer werd gewied en gemaaid. Sommige stoepplantjes zoals de vroegeling, winterpostelein en veldereprijs bloeien vroeg in het voorjaar en zijn met andere planten misschien wel een bron van nectar voor de eerste uitvliegende insecten zoals hommels en bijen. Verschillende planten bloeien op verschillende momenten van het jaar. Het is zonde als planten worden gewied of weggemaaid voordat ze uitgebloeid zijn en zaadjes hebben kunnen maken voor de bloemen van volgend jaar.
De groene stad
Een moderne stad is een groene stad. Stadsplanten en dus ook stoepplantjes dragen bij aan het wegvangen van fijnstof, helpen met afwatering en verkoelen van de stad. Daarnaast draagt groen in de stad ook bij aan ons mentale en fysieke welzijn. Mij doet het bijvoorbeeld heel veel goed om tussen het werk door een rondje door de Hortus of een park te lopen. Misschien herkent u zich hierin. Stoepplantjes zijn juist vaak zeer onopvallend en gaan op zulke wandelingetjes misschien aan onze aandacht voorbij. Toch verdienen ze onze aandacht door hun bescheiden schoonheid. Het kandelaartje is bijvoorbeeld een beeldschoon plantje met een rode stengel en klein wit bloempje. Samenleven met de natuur wordt steeds belangrijker in een duurzame samenleving. Voor stoepplantjes geldt: dan weghalen waar noodzakelijk, maar laten staan waar dat wel kan. Zo vindt u ook meteen uit wat er eigenlijk op uw eigen stoep groeit. De gemeente Leiden en veel andere gemeentes gebruiken sinds 2016 geen bestrijdingsmiddelen meer tegen onkruid en stimuleren burgers met campagnes als ‘tegel eruit, plant erin!’, maar het kan altijd nog beter!
Vroegeling [foto] Adri Mulder
Gehoornde klaverzuring [foto] Adri Mulder
Kandelaartje [foto] Adri Mulder
In het nieuws
Stoepplantjes zijn afgelopen jaar al meerdere keren in het nieuws geweest, mede door de hype van botanisch stoepkrijten. De Hortus heeft dit met veel plezier actief gestimuleerd. Misschien heeft u zelfs al wat werk van een botanisch stoepkrijter gespot op straat. Eerdergenoemde stoepplantjesposter met daarop 52 soorten is uitgekomen in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Botanische Tuinen (NVBT). Daarnaast is in samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV) de al genoemde stoepplantjes-minigids uitgegeven. In de nabije toekomst staat al een nieuwe publicatie voor de deur met nog meer soorten stoepplantjes, in samenwerking met de werkgroep stadsplanten in Breda. Er liggen dit jaar dus nog genoeg spannende stoepplantjes-ontwikkelingen in het verschiet. In de Hortus kunt u natuurlijk ook stoepplantjes komen bewonderen in de, u misschien al bekende, stoepsteenbakken. Pavement plants
The Hortus is striving for ‘More attention for greenery’. Having spent an increasing amount of time working from, and living at, home in the past year we had to look closer to home for many aspects of our lives, including that greenery. The new theme, pavement plants, could not be more appropriate and timely: there are more than enough wild plants to be discovered close to home. Plants growing between paving stones are often described as ‘weeds’, even though a lot of them are valuable plants. Our poster showing pavement plants and our mini-guide both feature 52 species, but there are far more to be found in our cities. You are probably familiar with some species such as the dandelion, the daisy and plantain, but possibly not yet with others. Many pavement plants are edible, have healing properties or originate from far away thanks to our love of travel and the global economy. Having greenery in our cities is also important for our wellbeing, for capturing particles containing potentially lethal elements from the environment and for drainage and cooling; even the tiniest pavement plants contribute to these processes. This year the Hortus will be paying special attention to these plants; we hope to be able to welcome you so that you may get to know the city flora a little better.
Literatuur: - Minigids stoepplantjes (KNNV Uitgeverij, 2020) - Stadsflora van de Lage Landen door Ton Denters (Fontaine Uitgevers, 2020) - Heukels’ Flora van Nederland door Leni Duistermaat (Noordhoff en Naturalis Biodiversity Center, 2020) - Nederlandse oecologische Flora door E.J. Weeda et al. (1987) - Wild plukken, De Buitenkeuken, recepten het jaar rond door Leoniek Bontje en Yvet Noordermeer (Terra, 2018) - Botanisch handboek medicinale planten, geneeskrachtige planten & huismiddeltjes van A tot Z door Monique Simmonds, Melanie-Jayne Howes en Jason Irving (Royal Botanic Gardens, Kew en
KNNV Uitgeverij, 2016)