Erasmix jg 15 nr 1- Eurasmix 2

Page 1

www.erasmix.be

U

magazine Europe we love you Europe we hate you Europe we tried to translate you

Periodiek van de Professionele Bachelor Journalistiek van het departement Campus Dansaert Erasmushogeschool Brussel, Jaargang 15, nr 1, april 2011


Karin Coremans Greet Dehoux Joost Goethals André Lapeere Dirk Mampaey Peter Mast Patrick Pelgrims Wim Symens Redactie Lamiaa Al-Hammoumi Sofie Bekkers Kwinten Bergé Mattias Blontrock Tim Briesen Senne Christiaens Lynn Daeghsels Vincent De Backer Sofie Delanghe Tom Devroey Christophe Dhuysser Frederik Eraly Els Gillaerts Mathieu Goedefroy Noémie Kowalczyk Emilie Laurent Ines Lotfi Heleen Mesellem Lieselot Moerkerke Jolien Roelandt Lizelotte Schoukens Jens Theys Maarten Thibaut Stéphane Van Bol Yong Lee Van de Casteele Sebastiaan Van Hoorebeke Hans Van Puyenbroeck Jelena Van Vreckem Els Wauters Jan Wouters Project Jo Buelens Frank Depoorter Lieve Kauwenberghs Stefan Moens Aldo Verschuere Veerle Vivijs Erasmix magazine

2

Inhoud

Colofon

Hoofdredactie Inès Boukhalfa Nico Cardone Coby Hounjet Pieterjan Huyghebaert Stefan Kessels Jasper Mispelters Cindy Moreau Joeri Surdiacourt Annelies Surkijn Sam Vanermen

3

Een duik in de toekomst Thema 1 - Verdrag van Lissabon

4

Mensenhandel in de EU: twee halen, één betalen

8

Europeeërs aller landen, verenigt U! Thema 2 - Interne markt

10

De lange weg naar Schengen

14

De Zeven Hoofdzonden van de euro Thema 3 - Onderwijs, cultuur en media

16

Erasmus: studenten zonder grenzen

18

De Europese film: camera klaar? Geen actie!

20

Te weinig Europa in Europese jongerenhoofdstad

21

Wolfijzers voor een aanstormend EU-journalist Thema 4 - Buitenlandpolitiek en veiligheid

22

Europol: de waakhond die niet bijt

25

“EU steunde dictatoriale regimes, dat moet nú veranderen” Thema 5 - Justitie en Binnenlandse zaken

28

Laat Europa België barsten?

30

Het is (niet) leuk als je duurste van de EU bent

33

Hoe homo(on)vriendelijk is de EU?

34

EU hinkt op twee (dure) benen

Hoofdredactie Erasmix 2011 Erasmix is een crossmediaal project van de Professionele Bachelor Journalistiek van de Erasmushogeschool Brussel. De in deze publicatie eventueel overgenomen illustraties hebben een citerend karakter. De tekstredactie werd afgesloten op 31 maart 2011. Dit Eurasmix-project werd gerealiseerd met medewerking van Hogeschool Journalistiek Utrecht, deBuren univerCity, tvbrussel en onze gewaardeerde sponsors tuincentra Eurotuin www.eurotuin.be en luchtfotografie Laurent Photo www.laurentphotoaerial.be


duik in de toekomst

Zak met spijt

Brussel is de politieke hoofdstad van de Europese Unie. Duizenden ambtenaren van de Europese instellingen vergaderen zich te pletter om beslissingen voor te bereiden. De Europarlementariërs houden ellenlange discussies over amendementen en voorstellen, resoluties en rapporten. Europese ministers en regeringsleiders vliegen uit de rest van Europa naar Brussel om aan de onderhandelingstafel hun nationale belangen te verdedigen. In de Europese wijk krioelt het van de lobbyisten, die proberen om Europese beslissingen in hun voordeel te doen draaien. Er zijn lobbyisten voor grote chemiereuzen, lobbyisten voor het milieu, lobbyisten voor de kerk, ja zelfs lobbyisten voor kappers.

Wilt ge weten wat Europa is, ga dan naar Amerika. Zei de Duitse dichter Gerhart Hauptmann (18621946) op een onbewaakt moment. Hij schrok er zelf een beetje van. Hauptmann zei en schreef wel eens meer diepzinnige dingen – hij kreeg daar in 1912 een Nobelprijs voor – maar zelden, wat zeg ik, nooit in het Nederlands. Al verscheen zijn werk – vooral na die Nobelprijs – in zowat alle Europese talen.

Een duizendtal journalisten observeert deze boeiende microkosmos. Ze komen uit alle hoeken van Europa, en ook van ver daarbuiten. Gezaghebbende media hebben in Brussel een vaste stek: Financial Times, Le Monde, Frankfurter Allgemeine, El Pais, BBC, Al Jazeera, noem maar op. Europa verslaan als journalist levert grote verhalen op, over de toekomst van de euro, of over de revoluties in Noord-Afrika. Europa levert ook erg concrete verhalen op: sms’jes vanuit het buitenland die goedkoper gemaakt worden, genetisch gemanipuleerde organismen die verboden of toegelaten worden. Of Europa dat geld geeft om fietspaden aan te leggen en zo toeristen te lokken. Europa levert ook smeuïge verhalen op: de maandelijkse verhuizing naar Straatsburg, de hoge weddes van ambtenaren, lidstaten die smossen met Europese subsidies. Het komt allemaal in het nieuws, weliswaar op een beperkte schaal. Maar Europa zit ook vaak verborgen in andere verhalen in de krant of het televisiejournaal. De problemen bij het spoor hebben ook met Europa te maken, want de splitsing van NMBS en Infrabel is er gekomen om een Europese richtlijn uit te voeren. Wanneer de postbodes staken tegen de afschaffing van postkantoren, heeft dat te maken met de liberalisering van de postsector: Europa heeft dat beslist, en dus bereidt B-Post zich nu voor op concurrentie. Batibouw focust dit jaar op energiezuinige gebouwen, omdat er twee jaar geleden beslist is dat alle nieuwe gebouwen in Europa vanaf 2021 energieneutraal moeten zijn. Europa heeft bepaald hoeveel fijn stof er in de lucht mag zweven, en dus worden in ons land snelheidsbeperkingen ingevoerd wanneer die drempel overschreden wordt. Journalisten in spe die al tijdens hun opleiding een duik nemen in de wondere wereld van de Europese Unie doen een goeie investering in hun toekomst. Lezers, luisteraars en kijkers zullen er bovendien wel bij varen, want de kwaliteit van hun krant, radio of tv zal alleen maar toenemen. Rob Heirbaut, journalist VRT-tv-nieuwsdienst, EU-specialist A DIVE INTO THE FUTURE Journalists-to-be who, already in the course of their education, decide to go into the marvellous world of the European Union are undoubtedly making a good investment. Moreover, readers, listeners and viewers will benefit as well thanks to the growing quality of their newspaper stories, and radio or television programmes. Rob Heirbaut, journalist VRT Television newsdesk, EU-specialist

EN

eRASMIX

UN SAUT DANS L’AVENIR Les futurs journalistes qui, dans le courant de leur formation, se sont déjà aventurés dans le monde magique de l’Union européenne investissent dans leur avenir. D’ailleurs, les lecteurs, les auditeurs et les téléspectateurs y trouveront bien leur compte, étant donné que la qualité de leur journal, de leur émission radio ou télévisée ne pourra qu’en devenir meilleure. Rob Heirbaut, journaliste de la VRT, spécialiste UE

FR

Lees, luister, bekijk en beleef op:

eRASMIX.be

Naar Amerika gaan, we zullen ons haasten, dachten we op onze Brusselse campus Dansaert. Té ver, té duur, té veel Amerikanen. Waaronder een voormalige Secretary of State Madeleine Albright die zichzelf ooit hoorde zeggen “to understand Europe, you have to be a genius - or French”, en daarvoor in plaats van een Nobelprijs prompt Kosovo en het MiddenOosten op haar bord kreeg. En dus gingen wij naar Nederland, naar Rotterdam, Den Haag, Utrecht. Praatten we op de NRC-redactie met ‘Europees’ hoofdredacteur Peter Vandermeersch en in de Hogeschool Utrecht met Novaanchor Clairy Polak. Over journalistiek, over Europa, over Vlamingen en Nederlanders. Stonden we voor een gesloten Erasmushuis en een open Internationaal Strafhof. Dronken we Heineken (“it’s like making love in a canoe, it’s fuckin’ close to water”) en maakten ons bed-voor-één-nacht in de jeugdherberg. En dan weer naar ons eigenste Brussel, naar het Europees Parlement en de Commissie, het Berlaimontgebouw, de Midday Briefings en de Europese helden van Hendrik Vos en deBuren univerCity. Met Rob Heirbaut, Kris Van Haver, Bernard Bulcke, Rolf Falter en europarlementariër Yvo Belet, stuk voor stuk (oud)journalisten, debatteerden we over zin en onzin van a European Newsroom. Met Dirk Volckaerts gingen we op Europese schatten, euh, bronnenjacht. En dan naar de redacties. Onze redacties, onze eilanden en computers, studio’s en montagecellen, in de kelders van campus Dansaert. Om Europa te vertalen en te vatten in woord, beeld en geluid. Voorwaar a noble quest. Zei ik wie “we” zijn? Of eigenlijk “ze”? Het zijn onze laatstejaarsstudenten, jonge mannen en vrouwen die straks de newsrooms gaan bevolken, journalisten en redacteurs van morgen, die weten wat het is om tegen deadlines op te boksen en om te gaan met de teleurstelling van een afgewezen, nog-nietgoed-genoeg bevonden product. De darlings die sneuvelen, de zak met spijt die stilaan volloopt, het professionalisme dat vorm krijgt. En zei ik dat we meer dan een beetje fier op hen zijn? Straks gaan ze nog drie maanden op stage. En daarna zwermen ze uit naar evenveel redacties en newsrooms, jonge professionals, journalistenredacteurs met een open blik op Europa en de rest van de wereld. Ik ben er redelijk gerust in. Patrick Pelgrims Opleidingshoofd Journalistiek Erasmix magazine

3


Mensenhandel in de Europese Unie

Thema 1 - Verdrag van Lissabon

Twee halen, één betalen

© Senne Christiaens

Uit cijfers van de Verenigde Naties blijkt dat er in Europa jaarlijks zo’n 270.000 mensen gekocht, verkocht en geruild worden alsof het voetbalprentjes zijn. Mensenhandel is anno 2011 nog steeds big business, en daar verandering in brengen blijkt niet zo gemakkelijk. Eind december vorig jaar werden er binnen de Europese Unie nieuwe richtlijnen aangenomen tegen deze moderne slavernij, maar een uniforme Europese regelgeving ontbreekt. Iets wat bij veel mensen de wenkbrauwen doet fronsen. Sofie Delanghe, Coby Hounjet, Yong lee Van de Casteele, Jan Wouters Dat er nieuwe richtlijnen werden opgesteld, is geen overbodige luxe. De laatste jaren is de handel in mensen binnen de Europese Unie fors toegenomen. We mogen mensenhandel niet verwarren met mensensmokkel waarbij de vluchteling, nadat hij de grens is overgezet, geen verplichtingen meer ten opzichte van zijn smokkelaar heeft. Bij mensensmokkel wordt het recht van de staat geschonden; men pleegt inbreuk op de vreemdelingenwetgeving die bepaalt wie het land in kwestie al dan niet mag betreden. Mensenhandel gaat een stuk verder: het is slavernij in een nieuw jasje, waarbij de fundamentele rechten van de mens geschonden worden. De mensenhandelaar heeft als doel zijn slachtoffer uit te buiten om daar zelf zoveel mogelijk winst uit te slaan. Hij werkt volgens het principe van vraag en aanbod en gaat zelf actief op zoek naar zijn handelswaar. “Mensenhandel hoeft niet noodzakelijk tussen twee landen te verlopen, het kan perfect binnen de grenzen van het eigen land. Er komt veel binnenlandse handel in mensen voor”, aldus Pierrette Pape, projectcoördinator van de European Women’s Lobby, een organisatie die de belangen van de vrouw in Europa behartigt. Om er zeker van te zijn dat hun handelswaar ook daadwerkelijk de plaats van bestemming bereikt, gebruiken mensenhandelaars vaak legale reisdocumenten, iets wat het opsporen van deze praktijken voor de overheden een pak lastiger maakt.

de slachtoffers

De slachtoffers komen over het algemeen uit arme milieus en zijn Erasmix magazine

4

een makkelijke prooi voor de handelaars die hen bergen goud beloven. Het eerste waaraan veel mensen denken als ze het woord ‘mensenhandel’ horen, is illegale prostitutie. Klopt, volgens Pape. “Maar liefst 80 procent van de uitgebuite mensen zijn vrouwen. Vrouwen en meisjes worden over het algemeen gelokt met het vooruitzicht op een goedbetaalde job. Eenmaal in het beloofde land aangekomen, worden ze verplicht als prostituee te werken. De spil in deze vrouwenhandel is het vroegere Oostblok.” Gert Vermeulen, professor Strafrecht aan de Universiteit Gent en auteur van verschillende boeken over mensenhandel, vertelt echter een heel ander verhaal: “Ik doe al jaren onderzoek naar mensenhandel en concludeer dat 95 procent van de buitenlandse prostituees maar al te goed wist wat hen te wachten stond. Deze vrouwen doen hun werk ook graag. De redenen van hun ongenoegen zijn de zeer lage lonen en de bijna mensonwaardige omstandigheden waarin ze moeten werken.” Naar zijn mening kloppen de standpunten die veel ngo’s en vrouwenorganisaties innemen over mensenhandel, dan ook totaal niet. “Volgens die organisaties bestaat vrijwillige prostitutie niet, maar dat is onzin. Zelfs vrouwen die zich bij de politie aangeven als slachtoffer van mensenhandel, vertellen daar vaak bij dat ze wisten dat ze als prostituee aan de slag moesten. Wanneer er geen dwang is, is er volgens de Verenigde Naties geen sprake van mensenhandel. In zo’n geval moet het strafrecht zich dan ook niet moeien. Overigens draait mensenhandel voor de seksindustrie niet voornamelijk op vrouwen maar op jongens. Nog te vaak wordt alles


wat met de seksindustrie te maken heeft beschouwd als mensenhandel en dat is geen goede zaak.”

© EWL

Pierrette Pape “De intenties zijn er, maar in de praktijk zijn het vooralsnog niet veel meer dan holle woorden”

© IRCP

Gert Vermeulen “95 procent van de vrouwen wist wel degelijk dat ze in de prostitutie terecht zouden komen, en doen hun werk graag”

Seksuele uitbuiting is inderdaad een grote bron van inkomsten voor mensenhandelaars, maar vooral arbeidsexploitatie blijkt veel voor te komen. In 2009 meldden zich 78 slachtoffers van economische uitbuiting aan bij PAG-ASA, een Brussels centrum dat gespecialiseerd is in begeleiding van slachtoffers van mensenhandel. Voor seksuele uitbuiting waren dat er 43. Het merendeel van de slachtoffers van arbeidsexploitatie zijn mannen. Vroeger kwam een groot deel van hen uit Polen, maar sinds dit land deel uitmaakt van de EU zien we dat de toestroom uit andere landen toeneemt. Jan Knockaert van de Organisatie voor Clandestiene Arbeidsmigranten (OR.C.A.) geeft een voorbeeld. “We zien veel nieuwe migratiestromen van Brazilianen die met een toeristenvisum naar België komen om in korte tijd zoveel mogelijk geld te verdienen. Nadat hun visum is verlopen, verdwijnen ze in de illegaliteit en zijn ze een perfecte prooi voor mensenhandelaars. Vaak komen ze terecht op bouwwerven, waar ze simpel werk uitvoeren tegen een zeer laag loon.” Arbeidsexploitatie komt voor in de bouwsector, maar ook in de horeca, landbouw en het huishoudelijke werk. Een opvallende tendens is het verhandelen van minderjarigen, zo blijkt uit een rapport van Europa’s overkoepelende politieorganisatie Europol uit januari 2011. “De meeste georganiseerde bendes die zich hiermee bezighouden komen uit Zuidoost- Europa en reizen Europa rond om kinderen te verkopen en onderling te ruilen. Deze kinderen worden systematisch opgeleid tot zakkenrollers, bedelaars, winkeldieven en andere kleine criminelen. Een deel van hen wordt verhandeld voor de seksindustrie. De geschatte prijs die men in het Verenigd Koninkrijk betaalt per kind is 20.000 euro. Per jaar bedelt of steelt zo’n kind 160.000 euro bij elkaar.” Volgens Europol verhandelen de bendes op jaarbasis gemiddeld tussen de tien en honderd kinderen vanaf vijf jaar oud. Rob Wainwright, directeur van Europol, zei in een interview met Eurasylum (www.eurasylum.org) dat de bendes er zeer bewust voor kiezen te werken met minderjarigen: “Kinderen mogen niet zo lang ondervraagd worden als volwassen, de politie moet proberen intimiderende situaties te vermijden... De mensenhandelaars weten maar al te goed dat het voor de overheden veel moeilijker is om de handel in minderjarigen aan te pakken.”

lucratieve landen

Mensenhandel heeft zich verspreid over heel Europa, maar het is moeilijk om een duidelijk beeld te krijgen van het precieze aantal slachtoffers in elk land, omdat er geen geharmoniseerd dataverwerkingssysteem bestaat. Volgens Pape zijn niet alle lidstaten even aantrekkelijk voor vrouwenhandelaars: “Zweden was in 1999 het eerste land ter wereld dat een wet invoerde die de aankoop van seksuele diensten verbood. Ook het uitbaten van een bordeel en pimpen werden illegaal. Met deze wet wil het land de oorzaak van prostitutie aanpakken en een moderne samenleving creëren, die geen prostitutie of mensenhandel duldt. Sinds de wet van kracht is, is er een daling van openlijke prostitutie. Dan rijst de

vraag of het probleem niet gewoon ondergronds is gegaan. Zeker is dat mensenhandelaars Zweden links laten liggen en lucratievere landen uitkiezen. Nederland en Duitsland bijvoorbeeld zijn geliefkoosde bestemmingen. In Nederland, waar prostitutie bij wet geregeld is, wordt het gezien als een legitieme carrièrekeuze. Duitsland kent een gelijkaardige situatie. Daar is prostitutie eveneens legaal en zijn er in meerdere steden bordelen en tippelzones ingericht.” Wanneer we Europa puur geografisch bekijken, zien we dat mensenhandelaars hun slachtoffers vooral via de grenslanden binnenbrengen. Griekenland bijvoorbeeld kampt met toestroom uit Afrika, het Midden-Oosten, Zuid-Azië en Albanië. Rob Wainwright: “Veel mensen worden daarna doorgevoerd naar de westelijke Balkan, die naast het herkomstgebied van veel slachtoffers ook een belangrijkte transitregio voor de rest van de wereld is. In dit gebied vinden we veel grote, goed georganiseerde bendes mensenhandelaars.”

De europese richtlijnen

Wetgevingen, maatregelen en initiatieven ter bestrijding van mensenhandel zijn er genoeg, maar die lijken vooral vol te staan met ‘we zouden moeten’. Kris Van Haver, Europajournaliste bij De Tijd: “Een

Mensenhandel in het Verdrag van Lissabon

Professor Gert Vermeulen: “Het Handvest van de Grondrechten van de EU bestaat al sinds 2000, maar dit mensenrechtendocument was niet bindend. Met de ratificatie van het Verdrag van Lissabon werd dit wel bindend en kreeg het een hogere juridische status. In het handvest stond al dat mensenhandel en slavernij verboden zijn. In 2002 werd er ook een kaderbesluit van de EU uitgevaardigd. Aan de mogelijkheden om mensenhandel te bestrijden is er niets toegevoegd. Het kaderbesluit is nu wel zo goed als vervangen door een nieuwe regelgeving. Gedwongen bedelarij en arbeidsexploitatie vallen nu ook onder de noemer mensenhandel. Er zijn eveneens nieuwe bepalingen opgenomen voor slachtofferbescherming.” De EU wil vooral kwetsbare groepen zoals vrouwen en kinderen beschermen. Dit kan door meer samenwerking van justitie en politie (Europol) binnen en tussen de verschillende lidstaten.

DE artikels

In artikel 63 bis staat dat de Unie een gemeenschappelijk immigratiebeleid ter bestrijding van illegale immigratie en mensenhandel ontwikkelt. Verder leggen het Europees Parlement en de Raad zichzelf op om maatregelen vast te leggen ter bestrijding van mensenhandel. Maar daar blijft het vaag over. In artikel 69 B van het Verdrag staat dat het Europees Parlement en de Raad gemeenschappelijke bepalingen kunnen invoeren en minimumvoorschriften kunnen vastleggen over straffen en sancties voor bijzonder zware criminaliteit met een grensoverschrijdende dimensie zoals mensenhandel, terrorisme en georganiseerde criminaliteit.

Erasmix magazine

5


Elf jaar geleden zette de EU de eerste stap in de strijd tegen mensenhandel met het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. De Verenigde Naties volgden in 2003 met de Protocollen van Palermo. Daarin legden ze richtlijnen vast om mensenhandel te voorkomen, bestrijden en bestraffen. Twee jaar later, in 2005, ondertekenden de 47 landen van de Raad van Europa een verdrag ter bestrijding van mensenhandel. Dat verdrag wil vooral de internationale samenwerking in de strijd tegen de mensenhandelaars stimuleren. In het Verdrag van Lissabon werden een aantal artikels opgenomen waarin wordt vastgesteld dat Europa mensenhandel moet bestrijden. Maar over concrete maatregelen tegen mensenhandel blijft de EU vaag. Pierrette Pape: “De EU moedigt haar leden aan om maatregelen te nemen die de vraag afremmen. Ook wil de Unie dat de afzonderlijke lidstaten het kopen van diensten waarbij de klant weet dat het om een slachtoffer van mensenhandel gaat, strafbaar maken. De intenties zijn er, maar in de praktijk zijn het vooralsnog niet veel meer dan holle woorden.”

anti-trafficking coordinator

Dat er geen EU-regelgeving is, vindt de Eurocommissaris voor Binnenlandse Zaken Cecilia Malmström een probleem. “We hebben behoefte aan een krachtig juridisch kader met betere bescherming

van de slachtoffers en hogere straffen voor de mensenhandelaars.” In 2009 legden het Europees Parlement en de Raad een richtlijn vast die de tewerkstelling van illegale arbeidsmigranten uit niet-EUlanden moet verbieden. De richtlijn wordt aangevuld met sancties tegen werkgevers die dat verbod overtreden. Met de voorgestelde minimumnormen wordt een aanzet gegeven tot het creëren van een juridisch kader. Er bestaan nog tientallen officiële documenten over de Europese bestrijding van mensenhandel, maar het op papier zetten blijkt makkelijker te zijn dan de uitvoering ervan. Niet dat er helemaal geen effect merkbaar is. “De wetten van de EU zorgen ervoor dat er efficiënter opgetreden kan worden. Dit merken we ook aan het aantal zaken dat opgemerkt en aangepakt werd”, zegt Rob Wainwright. Maar het kan natuurlijk altijd beter. Daarom werd op 14 december 2010 de allereerste Europese AntiTrafficking Coordinator aangesteld. De Griekse Myria Vassiliadou, voordien werkzaam bij de European Women’s Lobby, moet ervoor zorgen dat er binnen de EU meer samenhang en eenheid ontstaat inzake mensenhandel. PAG-ASA hoopt vooral dat er onder leiding van Vassiliadou een algemeen Europees datasysteem komt en dat er nagegaan wordt hoe er in verschillende situaties met mensenhandel moet worden omgegaan. “De EU wil zich opwerpen als een internationale speler. In dat opzicht is coherentie van cruciaal belang”, aldus PAG-ASA. Sinds 2008 organiseert de EU op 18 oktober elk jaar een Europese Anti-Mensenhandeldag. Organisaties uit verschillende landen ko-

© Europese Commissie

echte wetgeving om je op te baseren is er niet. Er zijn wel een aantal reglementeringen inzake bijvoorbeeld seizoensarbeid, maar die zijn volgens mij nog niet van kracht.”


men dan samen om hun ervaringen op het gebied van mensenhandel te delen en te bespreken wat de EU er tegen kan doen.

© Jan Wouters

Kris Van Haver “Een echte Europese wetgeving om je op te baseren is er niet”

Met de aanstelling van Vassiliadou werden er ook nieuwe richtlijnen opgesteld. Die hebben vooral betrekking op minimumstraffen voor mensenhandelaars die de lidstaten moeten invoeren. Voor handel in volwassenen zullen deze straffen op vijf jaar liggen. Wie kinderen in zijn truck laadt, kan rekenen op minstens tien jaar.

de schuld van schengen?

Ondanks het feit dat Wainwright te spreken is over de wetten van de EU, heeft hij toch een punt van kritiek: het Verdrag van Schengen dat de grenscontroles tussen 22 van de 27 EU-lidstaten heeft opgeheven. “Dat verdrag heeft als groot nadeel dat het een pak gemakkelijker is om gebruik te maken van legale systemen als je eenmaal in de Schengenzone bent. Kleine en middelgrote bendes kunnen zo veel gemakkelijker hun werkgebied uitbreiden.” Dit zien we bijvoorbeeld bij de groepen kinderhandelaars die in alle grote Europese steden contactpersonen hebben. Zodra er problemen met de politie optreden, kan een kind nog binnen de dag het land uitgesmokkeld worden. Pape is het niet eens met Wainwright: “Ik denk niet dat Schengen mensenhandel bevordert. Het is natuurlijk wel zo dat het veel moeilijker is geworden om Fort Europa binnen te komen.” “Fort Europa is een term die al lang bestaat en oorspronkelijk een economische betekenis had”, zegt Kris Van Haver. “Tegenwoordig wordt Fort Europa vooral gelinkt aan de asiel-, migratie- en mensenhandelproblematiek. Om het probleem met de bewaking van de buitengrenzen tegen te gaan werd Frontex opgericht.”

© Europol

Rob Wainwright “Door het Verdrag van Schengen kunnen kleine en middelgrote bendes hun werkgebied veel gemakkelijker uitbreiden”

Europol concludeert in haar jaarrapport dat de strengere controles aan de buitengrenzen ervoor zorgen dat handelaars zich steeds meer specialiseren in het gebruik van legale migratiesystemen zoals huwelijken en adoptie. Volgens Europol zijn deze goed georganiseerde bendes lastig te bestrijden. Dat zegt ook Ilkka Laitinen, directeur van Frontex. Op Anti-Mensenhandeldag 2010 vroeg hij de EU om hulp: “We hebben behoefte aan collectieve datasystemen die ons de nodige gegevens verschaffen om zo efficiënt mogelijk te kunnen optreden. Het is absoluut noodzakelijk dat we een beter zicht krijgen op de situatie in Europa en dat de lidstaten beter met elkaar en de overkoepelende organisaties samenwerken. Frontex is natuurlijk maar één van de spelers, maar het is een feit dat de grenswachten vaak de eerste en laatste EU-ambtenaren zijn die in contact komen met een slachtoffer dat Europa binnenkomt of verlaat.” De Europese Unie heeft door de jaren heen veel maatregelen genomen om mensenhandel tegen te gaan, maar een goed gecoördineerde aanpak ontbreekt nog. Myria Vassiliadou biedt hoop voor de toekomst. Eenvoudig gaat haar job volgens Pierrette Pape sowieso niet zijn. “Elke zaak is verschillend; mensenhandel is geen exacte wetenschap. We zijn al wel op de goede weg, maar we zullen toch nog lang mogen wachten op een echte uniforme Europese wetgeving.”

It would seem normal to assume that a highly developed region like Europe should have completely abolished human trafficking by now. Unfortunately every year nearly 270,000 people are sold throughout Europe. It is hard to come to a policy shared by all the European member states. After the collapse of communism, the extension of the European Union and the signing of the Schengen Agreement (which abolished border controls between the 25 Schengen countries), human trafficking in Europe has taken on gargantuan proportions. Even though 80 percent of all victims are still women, more and more men are being trafficked. Women end up in prostitution, children are being raised to become shoplifters or beggars and men are forced to work as labourers. Countries like Sweden try to severely cut back human trafficking while the Netherlands, for example, have almost come to accept cheap labour or prostitution as “normal”. The European Union has appointed an Anti-Trafficking Coordinator, Myria Vassiliadou, to better guide countries in their policy. Articles 63 and 69 of the Treaty of Lisbon deal with human trafficking and in June 2009 the European Parliament sent out a guideline to further deepen these articles. A general prohibition of employment of third world citizens is now in place if they do not have the legal right to stay in Europe. The investigation organization Europol says that the Schengen Agreement caused small gangs to operate more easily throughout a wider area in Europe.

EN

On penserait que dans une région développée comme l’Europe, la traite d’êtres humains n’est pas un problème. Détrompezvous. Apparemment chaque année 270.000 personnes en sont victimes. L’Europe essaye d’intervenir, mais il n’y a pas encore de réglementation uniforme. Après l’effondrement du communisme, l’élargissement de L’union et l’introduction de l’accord de Schengen, qui a mis fin aux contrôles frontaliers la traite d’êtres humains a pris une ampleur considérable. Même si la plupart des êtres humains trafiqués sont des femmes, de plus en plus d’hommes sont aussi victimes. Les femmes sont attirées par la promesse d’un bon travail mais finissent souvent dans la prostitution. Les enfants sont formés pour devenir des pickpockets et des mendiants. Les hommes finissent souvent dans le travail au noir dans le bâtiment. Des pays comme la Suède essayent de condamner ces pratiques, tandis que dans d’autres pays comme les Pays-Bas elle sont presque acceptées. L’Union européenne a désigné un coordinateur Antitrafficking, Myria Vassiliadou, qui devra conseiller les pays sur cette matière. La traite d’êtres humains est réglée dans les articles 63 et 69 du traité de Lisbonne et en juin 2009 le parlement européen a rédigé une directive pour règler les sanctions. Selon l’organisation de recherches Europol, des petites bandes peuvent plus facilement élargir leur champ d’action à cause du traité de Schengen.

FR

Erasmix magazine

7


Europeeërs aller landen, verenigt U!

Zoals de Fransen, Italianen en Duitsers in de negentiende eeuw hun identiteit hebben gecreëerd, kunnen wij nu na het scheppen van Europa een soort “Europeesheid” verwezenlijken. De Europeeër bestaat als wij dat willen. Een goede Europese burger zou ’s morgens uit bed moeten rollen met Beethoven, als lunch een lekkere paella eten en ’s avonds naar een documentaire over Karel de Grote op National Geographic kijken. “Vlaming zijn om Europeeër te worden”, zei de Vlaamse schrijver en politicus August Vermeylen al in de 19de eeuw. Toch staan we nu nog altijd liever op met Laura Lynn, smullen ’s middags van enkele sappige pensen en kijken om acht uur naar de bokkensprongen van Frank en Simonneke. Hoe zit dat nu met die Europese identiteit? Els Gillaerts en Jasper Mispelters “Er bestaat wel degelijk een Europees burgerschap, maar dan alleen op juridisch vlak”, zegt Hendrik Vos, politicoloog aan de Universiteit Gent. “Dat houdt in dat mensen kunnen stemmen voor Europese parlementsleden en in het buitenland steeds terecht kunnen bij een Europese ambassade. Maar dat betekent nog niet dat de mensen zich Europeaan voelen en dus uit volle borst Beethovens Ode an die Freude meebrullen.”

en een groot deel van hen doet dat ook.” Europa focust op het vormen van de Europese identiteit bij jongeren, vooral in het onderwijs. Ook Wesseling is erg onder de indruk van de mogelijkheden die zo’n studentenuitwisseling biedt. “Steeds meer jongeren gaan tegenwoordig een half jaar naar het buitenland om daar te studeren en dat verandert de manier waarop ze naar de wereld kijken en kan dus bijdragen aan een écht Europees samenhorigheidsgevoel.”

De Nederlandse emeritus hoogleraar Hedendaagse Geschiedenis Henk Wesseling staat bekend als Europositieveling. “Ik voel me wél Europeaan. Dat is natuurlijk de luxe van een intellectueel. Ik voel me evenzeer thuis in Parijs als in Oxford en Rome.” Dat is dan meteen ook een vaak gehoorde kritiek op Europa: alleen de hoger opgeleide elite kan zich met Europa identificeren.

Het is ook dat Europeër-gevoel dat wij krijgen als we op het Tiananmenplein in Peking bijvoorbeeld een Duitser tegen het lijf lopen. Aan de Brandenburger Tor in Berlijn daarentegen voelen we ons Belg tussen allemaal Duitsers en letten we enkel op de verschillen. Het is dus pas als je naar Amerika of Azië reist dat je merkt hoeveel normen en waarden je deelt met je mede-Europeanen. “Het is op dat soort specifieke momenten dat je je bewust bent van je Europeesheid, maar om daarvan een permanent gevoel te maken is er een lang proces nodig en daar zijn we volop mee bezig”, zegt Vos.

Dat klopt niet meer, zegt historicus Bruno De Wever. “Dertig procent van de Europeanen is hoger opgeleid. Zij hebben nu allemaal de kans om op een Erasmusuitwisselingsproject te gaan Erasmix magazine

8

© Henk Wesseling

Henk Wesseling “Ik voel me wél echt Europeaan. Dat is de luxe van een intellectueel”


© Kwinten Bergé

Hendrik Vos “Het is niet omdat je je Europeaan voelt dat je Ode an die Freude meebrult”

“Daarom spreken we beter over identificatie in plaats van identiteit”, zegt De Wever, “Dat is een actievere term. Hoe meer we in deze geglobaliseerde wereld in contact komen met andere vreemde machten als China, India of Brazilië, hoe meer de Europese burgers naar elkaar toe zullen groeien. Het Europese integratieproces verloopt met kleine stapjes en even langzaam als de processie van Echternach, maar als ik hier als historicus naar kijk zie ik toch dat we al een geweldige weg hebben afgelegd.”

Democratische paradox

Maar is de Europese bevolking wel bereid om in die identificatie mee te gaan en met haar medeburgers een massademocratie te vormen? Veel burgers hebben het gevoel het democratische proces niet te kunnen beïnvloeden. “Toen het Europees Parlement voor het eerst rechtstreeks verkozen werd in ’79, gingen veel meer mensen stemmen dan nu, terwijl het toen maar een gewoon adviesorgaan was. Nu het een machtig parlement is, hebben de mensen om een of andere reden toch niet de indruk dat ze er iets in te zeggen hebben. Dat is een democratische paradox”, zegt Hendrik Vos. We kunnen zeggen dat de huidige natiestaten die wij als vanzelfsprekend zijn gaan beschouwen, scheppingen van de geest zijn. De Amerikaanse politicoloog Benedict Anderson noemt ze ook wel imagined communities: de bereidheid van burgers om een geheel te vormen. Toen de Italiaanse politicus en leider van de eenheidsbeweging Cavour in 1866 de Oostenrijkers had verjaagd uit Italië, zei hij: “Wij hebben nu Italië geschapen, onze volgende taak is Italianen te scheppen.” En zo moet het nu ook voor Europa. Maar hoe scheppen we dan die Europeaan? Is er de laatste tijd niet juist een opflakkering van de regionale identiteit? “Dat kan je zeggen, maar dat is ook een gevolg van het feit dat die Europese constructie zich steeds sterker laat voelen”, verduidelijkt De Wever. “De Europese constructie zorgt ervoor dat de nationale staten voor een stuk hun soevereiniteit afdragen en een stuk van hun identiteit opgeven en dat daardoor ook de mogelijkheid bestaat om die regionale identiteiten sterker naar voor te laten komen.”

© Sigfrid Eggers

Bruno De Wever “Het Europees integratieproces lijkt wel de processie van Echternach”

En dan is er nog het probleem van de verscheidenheid aan talen, culturen, religies, … Volgens sommigen een troef van de Unie, volgens anderen legt het een hypotheek op de Europese identiteit. Steeds meer wordt het Engels de voertaal in Europa, ironisch aangezien dat de taal is van het meest eurosceptische land. Wesseling is er van overtuigd dat verschillende identiteiten ook gewoon naast elkaar kunnen bestaan. “Amsterdammers voelen zich in de eerste plaats Amsterdammer en dan pas Nederlander. Ook de grondvesten van identificatie met de Europese gemeenschap zijn radicaal anders dan die voor de regionale gemeenschap, dus kunnen mensen zich met de twee tegelijk vereenzelvigen.” Er kan dus wel degelijk een Europese identiteit bestaan. Zoals de Fransen, Italianen en Duitsers in de negentiende eeuw hun identiteit hebben gecreëerd, kunnen wij nu na het scheppen van Europa een soort “Europeesheid” verwezenlijken. De Europeeër bestaat als wij dat willen.

The main question of our article is what the European identity precisely means, and to what degree it exists today. Will Europe’s citizens grow more towards each other in the future under pressure of new superpowers? Hendrik Vos, political scientist at the University of Ghent, believes that European citizenship exists but only juridically. Henk Wesseling, a retired Dutch professor of Contemporary History, genuinely feels like he is a European citizen, but at the same time he is very aware of the fact it is a privilege for Europe’s intellectual elite. Bruno De Wever, a Belgian historian, denies Wesseling’s claim and draws our attention to the fact that the European Union is trying to promote the European identity among young citizens, the Erasmus project being a good example. A feeling of European solidarity is something only truly experienced when, for instance, stumbling upon a German on the Tiananmen Square in Beijing. But when a Belgian visits Germany, he will feel like a stranger, only paying attention to the small cultural differences. «It will be a lengthy and difficult process to make the feeling of solidarity permanent, but we are getting there», says Vos. It is however important to note that the nation states as we know them today, are simply creations of the mind. We can conclude that a European identity can be created in the same way as the French, Germans and Italians created their citizens in the 19th century, it is now our task to form a general sense of Europeness.

EN

Nous nous sommes demandés ce qu’est l’identité européenne? Existe-t-elle déjà? Les citoyens européens, se rassembleront-ils sous pression des grandes puissances comme la Chine? Henk Vos, politologue de l’Université de Gand, dit qu’il y a une citoyenneté européenne, mais que ce n’est qu’un concept juridique. Hendrik Wesseling, un professeur néerlandais d’histoire contemporaine, se sent vraiment un Européen mais il est conscient que c’est un avantage comme intellectuel. Bruno De Wever, un historien belge atire notre attention sur le fait que l’Union européenne essaie de sensibiliser les jeunes citoyens européens. L’échange d’étudiants Erasmus en est un bon exemple. Le sens de la solidarité européenne est juste le sentiment qu’on a plutôt quand on est sur la place Tiananmen à Pékin par exemple et qu’on croise un Allemand. Quand un Belge est à Berlin par contre, il note en particulier plus les différences que les ressemblances. «Il s’agit d’un long processus pour que nous ressentions ce sentiment de solidarité européenne tout le temps», dit Hendrik Vos. Il est quand même important de se réaliser que les états comme on les connaît maintenant, sont des créations intellectuelles. On peut conclure qu’une identité européenne peut exister. Comme les Français, les Allemands et les Italiens ont créé leurs identités au 19ème siècle, nous pouvons créer une sorte de nature européenne.

FR

Erasmix magazine

9


Thema 2 - Interne markt

© Noémie Kowalczyk Bulgarije en Roemenië willen ook deel uitmaken van de Schengenzone

De lange weg naar Schengen

De Schengenzone. De wàt zone? België maakt er samen met 24 andere landen deel van uit, Roemenië en Bulgarije willen dat graag. Over het waarom en wanneer wordt momenteel druk onderhandeld op Europees niveau. De toetreding van beide landen was voorzien voor maart 2011, maar Frankrijk en Duitsland dreigen roet in het eten te gooien. Vincent De Backer, Jens Theys en Jelena Van Vreckem Geen paniek als er niet spontaan een belletje gaat rinkelen bij deze discussie, de toetreding tot de Schengenzone is namelijk veel minder ingrijpend dan de toetreding tot de Europese Unie. Filip Abraham, professor in de Internationale Economie aan de Katholieke Universiteit Leuven, verduidelijkt: “De Schengenzone is een afspraak tussen landen, al dan niet lid van de Europese Unie (EU), waarin zij overeenkomen de onderlinge visaprocedures af te schaffen. Het gaat hier dus enkel over het vrij verkeer van personen en niet van goederen en diensten. Voor de economie in Europa en de situatie in de verschillende lidstaten is de toetreding tot de Europese Unie veel belangrijker. Roemenië en Bulgarije werden lid in 2007, de toetreding tot de Schengenzone is een logische volgende stap, maar de gevolgen ervan zullen veel minder zichtbaar zijn.” Als land ben je dus niet verplicht deel uit te maken van zowel de Europese Unie als van de Schengenzone, dat beslis je zelf. Het eigenwijze buitenbeentje in Europa, Zwitserland, is geen lid van de Europese Unie, maar behoort wel tot de Schengenzone. Waarom is dit dan toch zo belangrijk voor Roemenië en Bulgarije? Raluca Ioana Popescu is een Roemeense studente die een tijdje in Brussel verbleef. “Vooral op moreel vlak is het belangrijk voor de inwoners van beide landen. Wij willen niet langer dat ons land beschouwd wordt als de achtertuin van West-Europa, wij willen ons een volwaardig lid van Europa voelen en visa- en grenscontroles horen daar nu eenmaal niet bij”, aldus Popescu. Erasmix € rasmix magazine

10 10

Volgens Filip Abraham heb je drie verschillende groepen, die je kan vergelijken met de groepjes op een fuif. “Er zijn diegenen die dansen en zich amuseren. Dan heb je de mensen aan de bar die wel kunnen dansen maar het niet wensen en dat perfect oké vinden. Dan heb je de derde groep, de mensen die aan de kant staan maar wel heel graag zouden willen dansen. Laat ons even de vergelijking maken. De mensen die aan het dansen zijn, dat zijn de landen die tot de Schengenzone behoren. Zij hebben een clubje gevormd en vinden het prima zo. Het Verenigd Koninkrijk staat aan de bar en denkt: we kunnen er wel bij maar willen het niet. De Bulgaren en Roemenen vormen de derde groep, ze zouden heel graag willen meedoen maar de eerste groep staat dat in de weg. Zij vragen zich luidop af: waarom zouden we hen meenemen? Ze kunnen misschien niet eens dansen.”

Vragen om problemen?

Roemenië en Bulgarije herbergen vele Roma, kennen een lange geschiedenis van diepgewortelde corruptie en criminaliteit en liggen bovendien dicht bij het niet altijd even veilige Centraal-Azië. Is hun toetreding tot de Schengenzone niet vragen om problemen? Frankrijk en Duitsland denken alleszins van wel en zijn sterk gekant tegen de toetreding van de twee nieuwste EU-lidstaten. Professor Abraham is er niet verbaasd om. “De toetreding zal zonder twijfel een aantal veranderingen met zich brengen, waarin ondermeer asiel


Tudor Martalogu komen vallen, maar zij zullen dezelfde teleurstelling te verwerken krijgen als na de toetreding tot de NAVO in 2004”

een grote rol zal spelen”, zegt Abraham. De Europese Unie heeft een heel duidelijke wetgeving met betrekking tot asielzoekers: elk land heeft het recht om de aanwezige asielzoekers terug te sturen naar het land waar zij eerst aankwamen. “Toch kan illegale immigratie inderdaad een probleem worden”, stelt Abraham. “Een aansluiting van beide landen zou namelijk betekenen dat de grens tussen Bulgarije en Turkije de Schengenzone afbakent in het oosten. De grens voldoet echter niet aan de door de EU gestelde eisen en wordt onvoldoende gecontroleerd. Daardoor wordt het veel gemakkelijker voor illegalen om Europa binnen te dringen. Als pakweg een Afghaan erin slaagt om illegaal Bulgarije binnen te komen wanneer het land tot de Schengenzone behoort, kan hij van daaruit door bijna heel Europa reizen zonder paspoortcontrole. Uiteindelijk kan hij in België terechtkomen en hier om asiel vragen. Het is onmogelijk om dan nog te bepalen waar de illegale immigrant voor het eerst Europa betrad.“

Spelregels

Daarnaast is er het argument dat beide landen niet genoeg doen om de georganiseerde misdaad te bestrijden. Omdat er nog werk is aan het rechtssysteem en de corruptiebestrijding nog opgevoerd moet worden, stellen Frankrijk en Duitsland voorlopig hun veto. Roemenië en Bulgarije reageren alvast ontstemd. Bulgarije zegt dat de problemen aan de Turkse grens binnen afzienbare tijd opgelost zouden moeten zijn. Roemenië van zijn kant pikt het niet dat de eigen kandidatuur en die van Bulgarije anders behandeld wordt dan die van vorige landen. Volgens Roeme-

nië worden de spelregels nu veranderd, omdat het land niet voldoet aan alle technische voorwaarden. Tudor Martalogu, correspondent voor het Roemeense persbureau Agerpres is het eens met die kritiek van zijn land: “Ik wil benadrukken dat ik volledig voor mijn eigen rekening spreek, mijn werkgever heeft hier niets mee te maken. Volgens mij spelen er politieke motieven mee. Duitsland en Frankrijk willen het spel met het oog op de komende nationale verkiezingen hard spelen. Gelukkig is Hongarije nu voorzitter van de Europese Unie. Dat land is erg belangrijk voor onze kandidatuur aangezien het de toetreding tot een van zijn prioriteiten heeft benoemd. In België is de kandidatuur van Roemenië en Bulgarije niet bepaald ‘hot news’, maar zouden de inwoners van de landen zelf er wakker van liggen? “In Roemenië leeft de hele kandidatuur wel, maar er is nog veel onwetendheid onder de bevolking”, legt Tudor Martalogu uit. ”Er zijn mensen die denken dat het goud uit de lucht zal komen vallen, maar zij zullen dezelfde teleurstelling te verwerken krijgen als na de toetreding tot de NAVO in 2004. De gevolgen zullen er zijn, maar daarom niet overduidelijk zichtbaar. In mijn ogen heeft onze regering fouten gemaakt in de communicatie. Het debat bleef altijd erg technisch, ze slaagden er niet in de complexe materie te vertalen voor het grote publiek. Wij als journalisten hebben misschien dezelfde fout gemaakt, we hebben het nieuws nooit echt toegankelijk kunnen maken.”

© K.U. Leuven

© Vincent De Backer

“  Er zijn mensen die denken dat het goud uit de lucht zal

Filip Abraham “  Schengen is zoals een fuif, maar niet iedereen mag meedansen”

als de Pool een Bulgaar wordt

Zeg, heb je het al gehoord? Die van de overkant hebben Polen ingehuurd om hun woning te herschilderen. Naar ’t schijnt zijn het zo’n goeie werkers. Zou-

Erasmix magazine

11


Erasmix magazine

12

ginder gestuurd worden.

De onafwendbare Romakwestie

Onvermijdelijk komen we dan bij de Romakwestie terecht. Onbemind en onbegrepen zwerft dit volk al eeuwen door Europa. België telt er enkele duizenden, maar sommigen vrezen dat dit aantal fel zal stijgen door de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Schengenzone. Terechte vrees of ongegronde vooroordelen? “Als er echte problemen zijn, mogen we niet doen alsof ze onzichtbaar zijn”, zegt Filip Abraham. “Een goed voorbeeld in deze kwestie is de discussie over de Roma in Frankrijk. Ze werden zonder pardon op een vliegtuig gezet en naar Roemenië, Bulgarije of elders gestuurd. Kan men dat wel of niet doen? De Europese wetgeving is hierover zeer duidelijk: als je als persoon lid bent van de Europese Unie heb je na een zekere transitieperiode het recht om je te vestigen in een ander land en daar te werken. Concreet wil dit zeggen dat als iemand uit bijvoorbeeld Bulgarije, al dan niet Roma, kan aantonen dat hij een job heeft, hij in Frankrijk mag blijven. Hier is president Sarkozy ook in de fout gegaan. Hij had kunnen beslissen om iedere Roma individueel te onderzoeken en dan vast te stellen wie een job of de financiële middelen had om in Frankrijk te verblijven. De Roma die hier niet aan voldeden, konden volledig legitiem naar hun land van herkomst worden teruggestuurd. Maar dit was voor president Sarkozy natuurlijk niet interessant. Want wat als een deel van hen wel degelijk een job had? Die zouden dan mogen blijven en de president had met hangende pootjes moeten terugkeren naar zijn achterban die de uitwijzing eiste. Bovendien zouden individuele onderzoeken veel tijd in beslag nemen, genoeg tijd voor elk van de Roma om een advocaat in de arm te nemen. De conclusie is hoe dan ook dat president Sarkozy het recht niet had om al deze mensen zomaar weg te sturen. Er is een zekere wetgeving die moet worden toegepast. Als je dit doet, krijg je een genuanceerd beeld. Het spijtige is dat beleidsmakers vaak onder druk staan van hun achterban om te zeggen dat al die Roemenen en Bulgaren armoezaaiers zijn die hier misdaad komen organiseren. Persoonlijk vind ik dat je hieraan niet mag toegeven.“ Ook in Roemenië en Bulgarije zijn de Roma een gevoelig onderwerp. Journalist Tudor Martalogu schiet met scherp wanneer de kwestie van de Roma ter sprake komt: “Ik vind dat de hele problematiek nogal vreemd behandeld wordt. Om te beginnen heeft de aanwezigheid van Roma in West-Europa niks te maken met lidmaatschap van de EU of de Schengenzone. Er zijn bijvoorbeeld al zeker vierhonderd jaar Roma in Frankrijk. Je kan deze mensen dus niet

© Frederik Eraly

© Sofie Bekkers

© Sam Vanermen

den wij geen Poolse poetsvrouw in huis nemen? Als het toch allemaal zulke werkmieren zijn... Een herkenbaar scenario? De clichés zijn de wereld nog lang niet uit en tot dan blijven Polen dus harde werkers, Afrikanen lui en de Roemenen en Bulgaren... tja, wat eigenlijk? Sinds 2007 maken we deel uit van dezelfde unie, maar zo gek veel weten we niet over beide landen en hun inwoners. Zal de toetreding van Roemenië en Bulgarije een even grote paniekgolf op de arbeidsmarkt veroorzaken als in 2004, toen onder andere Tsjechië, Polen en Letland toetraden? En als dat zo is, is die paniek dan wel gerechtvaardigd? “Als je het over werkgelegenheid hebt, treden er verschillende mechanismen in werking. Er ontstaan twee stromen, waarvan de eerste diegene is waarvoor de mensen vrezen. Namelijk dat een grote hoeveelheid Roemenen en Bulgaren naar België komt en jobs afpakt”, aldus professor Abraham. “Nu is het wel zo dat er Roemenen, Bulgaren en anderen naar hier komen, maar doorgaans richten zij zich op dat deel van de arbeidsmarkt waar er tekorten zijn. Er zijn veel jobs die de Vlamingen niet meer willen uitoefenen, maar die Oost-Europeanen met plezier aannemen. Anderzijds moet je die landen niet onderschatten. Zij hebben een aantal uitmuntende onderwijsinstellingen, die uitstekende mensen opleiden: dokters, ingenieurs, enzovoort. De Oost-Europeanen vulden in vele gevallen de knelpuntberoepen in en boden ons een oplossing. Wat je dan ook ziet, is dat de oorspronkelijke paniekreactie van de bevolking heeft plaats gemaakt voor een algemene aanvaarding van de nieuwe werkkrachten in ons land. Het wordt wél een probleem wanneer die nieuwe arbeiders systematisch jobs gaan invullen waarin de Vlamingen wel geïnteresseerd zijn. Het gaat dan vooral om beroepen die uitgeoefend worden door laaggeschoolden. Dit zag je bijvoorbeeld al gebeuren in Ierland en het Verenigd Koninkrijk, waar na de toetreding van de tien nieuwe lidstaten in 2004 een enorme hoeveelheid Polen aan de slag ging. Gedurende een aantal jaren was dit geen al te groot probleem, maar toen de financiële crisis begon en vele Engelsen hun job verloren, zag je dat een groot deel van die Polen noodgedwongen terugkeerden naar hun land.” En dan is er nog de tweede stroom van OostEuropeanen. Doordat Belgische bedrijven gaan samenwerken met bedrijven uit de nieuwe leden van de Schengenzone, worden in België ook nieuwe jobs gecreëerd. Waar onze ondernemingen op goedkopere werkkrachten rekenen uit het oosten voor routineuze jobs, komen zij naar het westen voor bijvoorbeeld technische expertise. Er ontstaan ook nieuwe jobs wanneer Belgische bedrijven zich in het oosten vestigen, maar ter plaatse nood hebben aan Belgische knowhow, waardoor zogezegde ‘expats’ naar

Filip Abraham “OostEuropeanen vulden in vele gevallen de knelpuntberoepen in en boden ons een oplossing”

Filip Abraham “  Beleidsmakers staan vaak onder druk om te zeggen dat die Roemenen en Bulgaren armoezaaiers zijn die hier misdaad komen organiseren”


Filip Abraham “Als er echte problemen zijn, mogen we niet doen alsof ze onzichtbaar zijn”

zomaar terugsturen naar landen in Oost-Europa, omdat ze daar het talrijkst zijn. Het is geen probleem van een bepaalde streek, maar van heel Europa. De Roma zijn een rondtrekkend volk, waardoor ondermeer georganiseerd onderwijs in de tijdelijke verblijfplaats in het gedrang komt, terwijl dit net een sleutel tot sociale integratie is. Het is wel positief dat er fondsen vrijgemaakt worden om Roma land per land te begeleiden, maar ze moeten achteraf ook goed opgevolgd worden. Het gebeurt maar al te vaak dat het geld in de verkeerde zakken verdwijnt, waardoor de Roma hun imago nog eens beschadigd zien. Aan de andere kant zijn ze zeker niet altijd enkel het slachtoffer. Hun trots belemmert hen vaak in het ontvangen van hulp van buitenaf en onderwijs dragen ze niet bepaald hoog in het vaandel. De Roma staan er door hun zwerversmentaliteit ook niet bekend om op lange termijn te denken en zo blijven de problemen dus hangen. Ik word dan ook erg triest als ik kinderen zie die mee uit bedelen moeten. Je weet dat daar weer een verloren generatie zit.”

en wat nu?

Fort Europa houdt duidelijk niet van nieuwkomers. Het is aartsmoeilijk om de versterkte burcht binnen te geraken, maar zodra de toegang is versierd, zit je gebeiteld. Het machtige Europa wil koste wat kost betrouwbare wachttorens. Roemenië en Bulgarije mikken nog steeds op een toetreding in 2011. Maar of de muurbloempjes eindelijk ten dans gevraagd zullen worden, weet voorlopig niemand.

Informatie-uitwisseling binnen de EU

Tudor Martalogu “Ik word erg triest als ik kinderen zie die mee uit bedelen moeten. Je weet dat daar weer een verloren generatie zit”

Heeft het afschaffen van de visumplicht ook nadelen? Komt onze veiligheid niet in het gedrang omdat mensen vrij van land tot land kunnen reizen? Er valt namelijk een controlemechanisme weg om criminelen en illegale goederen te onderscheppen. Zorgvuldige controles aan de buitengrenzen van de Schengenzone en het Schengeninformatie systeem van de tweede generatie (SIS II) moeten dat voorkomen. In het systeem worden gegevens van personen en goederen opgenomen. Bij personen gaat het om mensen die aandacht vragen. Bijvoorbeeld omdat ze betrokken zijn bij strafzaken, als verdachte of getuige. Anderzijds zijn er de vermisten. Wat de goederen betreft gaat het vooral over gestolen voertuigen, wapens, bankbiljetten en documenten. Het gebruik van die gegevens is onderworpen aan duidelijke richtlijnen. De database is enkel toegankelijk voor politie- en douanebeambten en alleen in het kader van een concrete zaak. Snel de nieuwe vriend van je dochter screenen is dus niet toegelaten. Om de goede werking van het systeem te waarborgen, wordt elke raadpleging in het centrale systeem geregistreerd. Die gegevens worden minstens één en maximaal drie jaar bijgehouden. De werking van het SIS II was een van de grote pijnpunten in het toetredingsdossier van Bulgarije. In hun ontwerp had de militaire politie namelijk toegang tot alle gegevens, een onvergeeflijke zonde tegen de SIS II-reglementen.

The Schengen Agreement is a treaty that unifies European countries into a zone in which travelling without a visa is possible. Most of the countries that sign the charter are part of the European Union, but membership is not required. Bulgaria and Romania are next in line to join the area, but difficulties have arisen. Germany and France remarked that both countries are not doing enough to fight off corruption and organized crime. Since all existing members of the Schengen Agreement hold the right to veto, the Schengen accession of Bulgaria and Romania has been delayed and has always been a difficult matter. The Schengen zone is often called Fort Europe: once inside the fort it is very safe, but entering it is very difficult. The expression is perfectly applicable to this case. The members inside the fort protect it against strangers. Either way, an economic boost is not to be expected in Bulgaria and Romania after the signing of the agreement. Despite this, the population is longing for true acceptance, the feeling that they are fully integrated into the European Union. Standing in a separate line at the airport may seem like a small inconvenience, but it is still a sign of segregation to many. Last but not least there is the situation of the Romani people. This ethnic group of nomads often falls victim to prejudice and hatred. They are spread across the whole of Europe with a concentration in Eastern Europe. How will the Romanian and Bulgarian signing of the Schengen Agreement influence this issue?

EN

L’accord de Schengen est un traité qui uni des pays européens dans une zone dans laquelle il est possible de voyager sans visa. La plupart des pays qui ont signé l’accord font partie de l’Union européenne, mais ce n’est pas pour autant une condition d’adhésion. La Bulgarie et la Roumanie sont les prochains en liste pour joindre la zone Schengen, mais quelques difficultés ont surgi. La France et l’Allemagne ont fait remarquer que les deux pays ne faisaient pas assez d’efforts pour lutter contre la corruption. Comme tous les pays membres de la zone Schengen ont un droit de véto, l’adhésion de la Roumanie et de la Bulgarie a été ajournée et reste difficile. La zone Schengen est parfois appelée le fort Europe: une fois à l’intérieur, on est à l’abri, mais c’est très difficile d’y entrer. Une relance économique n’est pas attendu en Roumanie ni en Bulgarie après la signature du traité. Néanmoins, la population s’attend à être vraiment acceptée, pour se sentir complètement intégrée dans l’Union européenne. Se mettre dans une différente file à l’aéroport peut être perçu comme un petit inconvénient, beaucoup le voient comme un signe de ségrégation. Enfin n’oublions pas la situation des Roms. Ces gens du voyage, originaires de la Roumanie et de la Bulgarie, mais éparpillés sur toute l’Europe; est souvent victime de préjudices et de haine. On peut se demander quel sera l’impact sur cette problématique une fois le traité signé par ces deux pays.

FR

Erasmix magazine

13


De Zeven Hoofdzonden van de euro

De euro heeft tien jaar na zijn ontstaan al heel wat watertjes doorzwommen. Het ergste van de recentste financiële crisis hebben we misschien al gehad en de euro lijkt er met enkele kleerscheuren vanaf te komen. Maar niet te vroeg gejuicht want de voorbije jaren werden de zwakke punten van onze eenheidsmunt soms pijnlijk duidelijk. De Zeven Hoofdzonden werden voor het eerst omschreven in de Bijbel en nu toetsen wij er onze Europese eenheidsmunt aan. Leo Van Hove, professor Monetaire Economie aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB), geeft zijn ongezouten mening. Sofie Bekkers en Cindy Moreau. Foto’s: Cindy Moreau HOOGMOED

Nog lang voor de euro de bankautomaat had bereikt, waarschuwden economen de Europese Unie al. Het verschil in ontwikkeling tussen de landen van de eurozone was te groot. Bovendien zou een eenheidsmunt nooit kunnen werken zonder een gemeenschappelijk economisch beleid. Politici her en der sloegen de waarschuwingen in de wind, en beseffen nu dat ze misschien toch fout waren. Maakt de euro het gezegde waar: hoogmoed komt voor de val? Van Hove: Vroeger zou ik gezegd hebben dat de val van de euro uitgesloten was, maar gezien de recente gebeurtenissen zeg ik dat het niet compleet onmogelijk is. Het ontbreken van een gemeenschappelijk economisch beleid is een punt van kritiek dat collega’s vaak maken. De eurolanden werken wel samen voor het monetaire beleid via de Europese Centrale Bank (ECB), maar het economische beleid wordt nog steeds geregeld op nationaal vlak. Bovendien is er te weinig coördinatie tussen de twee.

HEBZUCHT

In 2007 waren de Europese banken niet zo gelukkig met hun opbrengsten uit staatsobligaties. Ze staken dan maar de oceaan over om vele miljarden dollars in de Amerikaanse hypotheekmarkt te steken. Deze hypotheken bevatten op papier bijna geen risico en ze brachten ook nog veel op. Maar de Europese bankiers hadden hun huiswerk niet goed gemaakt. De hebzucht haalde het van het gezond verstand, met alle gevolgen van dien. De Amerikaanse huizenmarkt stortte in en de eerste zware financiële crisis sinds het ontstaan van de euro was een feit. De ECB pompte vervolgens miljarden euro’s in het financiële systeem om de stabiliteit te bewaren. Een staaltje van pure hebzucht of niet? Van Hove: Dit voorbeeld gaat meer over de hebzucht van de commerciële banken in de Verenigde Staten met vertakkingen in Europa. Een ander voorbeeld van hebzucht bij de eurogebruikers is oppotting. Mensen bewaren nog steeds thuis geld, onder de matras. Het gaat dan niet over opgerolde briefjes van vijf of tien euro, maar over de grote briefjes van twee- en vijfhonderd euro. Het gevoel een pak geld zo dicht bij jou te hebben, kan je ook hebzucht noemen.

ONKUISHEID

Criminelen betalen het liefst met de euro. In de ‘zwarte’ economie krioelt het van de biljetten van tweehonderd en vijfhonderd euro. Hierin steekt de euro de dollar dus naar de kroon. Dat is logisch want

Erasmix magazine

14

miljoenen euro’s drugsgeld in briefjes van vijfhonderd euro wegen veel minder dan hetzelfde bedrag in briefjes van honderd dollar, het grootste Amerikaanse biljet. De euro is dus de munteenheid bij uitstek voor criminele praktijken. Wil de euro hier wel aan gelinkt worden? Van Hove: Het criminele imago van de euro zou een moreel dilemma moeten zijn voor de ECB. Ik vind die grote briefjes helemaal niet nodig. Maar het is net aan die grote eurobriefjes dat de ECB geld verdient, omdat de productiekost van zowel grote als kleine briefjes maar enkele tientallen centjes bedraagt. Maar de Europese Centrale Bank verkoopt die briefjes voor de volle nominale waarde, bijvoorbeeld vijfhonderd euro. Als je dan weet dat een groot deel van het cash geld in het zwarte/criminele circuit zit, dan betekent dat in feite dat mensen die actief zijn in de zwarte economie de ECB financieren. Dat is wel een gekke wending. Hoewel de Europese Centrale Bank weet dat de briefjes van tweehonderd en vijfhonderd euro overbodig zijn, en vooral gebruikt worden door criminelen, geeft de centrale bank ze toch uit.

JALOEZIE

Zelfs nu heel wat landen van de euro gebruik maken, is de eenheidsmunt nog steeds niet de meest verhandelde munt ter wereld. De Amerikaanse dollar blijft koning. Ziet de euro zo groen als de dollar? Van Hove: Hier moet je wel een onderscheid maken. Een groot stuk van de internationale handel gebeurt in dollar, meer dan je zou verwachten op basis van de economische prestaties van de Verenigde Staten. Landen als China willen in dollar betaald worden en ook olie wordt internationaal verhandeld in dollar. Dat is het aspect van het internationale muntgebruik in handel. Anderzijds is er ook het gebruik van de euro en de dollar op financiële markten. Het is precies omdat de dollar zo belangrijk is in de internationale handel en dat deze munt door heel veel mensen aanvaard wordt, dat er op de markten zoveel vraag naar is. Maar ik denk dat we in de toekomst zullen evolueren naar een bi- of tripolaire wereld, waar zowel de euro en de dollar als de Chinese yuan hun plaats hebben, zonder dominantie van één internationale munt, zoals nu het geval is met de Amerikaanse dollar.

GULZIGHEID

In 2002 schakelden twaalf landen over op de euro als eenheidsmunt. In de loop der jaren kwamen daar nog eens vijf landen bij. Hebben de eurolanden er iets bij gewonnen nu ze met meer zijn? Het lijkt


Leo Van Hove “Vroeger zou ik gezegd hebben dat de val van de euro compleet uitgesloten was, nu zeg ik dat het niet compleet onmogelijk is”

Leo Van Hove “Het criminele imago van de euro zou een moreel dilemma moeten zijn voor de Europese Centrale Bank”

wel of de euro alle overige munten wil opknabbelen. van Hove: Je kan je inderdaad afvragen of de eurolanden iets winnen bij zo’n uitbreiding. De recentste eurolanden zitten in een andere fase van economische ontwikkeling. Om er voor te zorgen dat ze aansluiting vinden bij de koplopers zullen er transfers nodig zijn, wat dan weer solidariteit van de rijke landen vergt. We kunnen ons ook afvragen of de eurozone niet te snel aan het groeien is. Kon Griekenland niet te makkelijk toetreden, zonder eerst zijn eigen interne huishouding in orde te brengen? Jaren geleden stonden de voormalige Oostbloklanden nog te springen om bij de eurozone te horen, nu kijken ze de kat uit de boom. Een toetreding gaat gepaard met een economische boom, die leidt tot inflatie. Maar bij een toetreding verliest een land zijn eigen monetaire beleid en munt, waardoor inflatie veel moeilijker te bestrijden is. Als je een eigen munt hebt, kan je de inflatie bestrijden met een hogere intrestvoet. Maar als euroland moet je de regels van de Europese Centrale Bank volgen, zoals een opgelegde intrestvoet.

WOEDE

Toen Griekenland en Ierland net iets te veel schulden gemaakt hadden, moesten de andere eurolanden te hulp schieten. De probleemlanden kregen miljarden euro’s toegeschoven, maar het waren wel de rijke landen die voor die rekening opdraaiden. Vooral de Duitse belastingbetalers waren hier niet over te spreken. Moeten we als eurolanden niet solidair zijn met elkaar? Van Hove: We moeten beseffen dat als we in een muntunie zitten, er sprake moet zijn van een zekere solidariteit. Het ontbreken van een gemeenschappelijk economisch beleid belemmert die solidariteit. Maar zo’n beleid is niet makkelijk om uit te voeren en we moeten niet ver kijken om dat te zien. Een stuk van de Belgische problemen is dat de Vlamingen, terecht of onterecht, vinden dat er een te grote fiscale transfer is richting Wallonië. De hoofdredenen van de verschillende eurolanden om een gemeenschappelijk economisch beleid af te wijzen zijn dus de vereiste solidariteit en het verlies van een deel politieke macht.

TRAAGHEID

Heel wat landen mogen dan wel een munteenheid delen, elektronisch betalen met je klassieke bankkaart gaat lang niet overal. Bancontact en Mister Cash zijn Belgische fenomenen. Sinds de intrede van multinationale debetkaartdienst Maestro zien we toch al wat verbetering. Nu is er SEPA, de Single Euro Payments Area, een belangrijke stap tot de oprichting van een eengemaakte betaalmarkt. Waarom heeft dit zo lang geduurd? De euro viert tenslotte al zijn tiende verjaardag. Van Hove: Het is gek dat de fysieke euro verder staat dan de elektronische euro. Daar werkt men nu aan. Als je spreekt over elektronische betaalkaarten, dan heb je infrastructuur nodig. Vroeger werkten de betaalmarkten nationaal, met andere betaalsystemen die niet met elkaar konden communiceren. Dat was toen ook niet nodig, maar door de grensoverschrijdende handel is hier wel vraag naar. Die nationale systemen zijn er nu eenmaal, daar is in geïnvesteerd. Je kan dus moeilijk van de ene dag op de andere zeggen: alle Mister Cash-terminals buiten en nieuwe modellen kopen! Het is dus wel te begrijpen dat dit wat tijd vergt.

Who did not rush to the nearest cash dispenser on 1st January 2002 to finally see, touch and smell their very first euro banknotes? Twelve countries began the ‘euro adventure’ back then, today seventeen countries are using the euro. The last couple of years, the euro has found itself under a lot of pressure. The lack of a common EU economic policy has been one of the bigger problems. This became clear during the economic crisis of 2008. When Greece and Ireland got into big financial trouble, pressure on the euro reached its peak. A high level of debt drove these countries to the edge of bankruptcy and the euro almost died along with them. Only a rescue fund of billions of euros could save the situation. But most of this money came from the richer euro countries, like Germany and France. Taxpayers in these countries were not happy about that. Then again, when you create a monetary union it is obvious that a certain amount of solidarity is required. The big question is to what extent the stronger member states need to show solidarity. Almost ten years after the birth of the euro we have discovered many of its weaknesses, which, in a way, we can describe as the seven deadly sins. Gluttony, lust, greed, acedia, anger, envy and pride: they are all applicable to the euro. You do not even have to look far to find an example of each sin. That is no surprise, of course, when it comes to money sins such as greed and envy are never far away. Who would have thought a currency could be this indecent? Leo Van Hove, professor of Monetary Economics at the VUB explains his point of view on the seven sins.

EN

Le 1e janvier 2002, nous nous sommes tous pressés vers un distributeur de billets afin de pouvoir enfin voir, sentir et toucher nos premiers billets en euro. L’aventure a commencé avec 12 pays, aujourd’hui, 17 pays utilisent l’euro. Ces dernières années, l’euro a subi pas mal de pression. Un des plus gros problèmes était l’absence d’une politique économique commune. Cela fût d’autant plus clair pendant la crise de 2008. La pression sur l’euro a atteint son comble quand des pays tels que la Grèce et l’Irlande ont eu des problèmes. Une accumulation de dettes a amené ces pays au bord du gouffre, et ils menaçaient d’entrainer l’euro dans leur chute. Seul un fond de secours de plusieurs milliards d’euros a pu les sauver. L’argent venait en majeure partie des pays les plus riches. Leurs contribuables n’en étaient pas très heureux. Mais là encore, la création d’une union monétaire demande bien un certain degré de solidarité. La question est de savoir jusqu’où doit aller la solidarité des états riches envers les moins riches. Après 10 ans d’euro, nous avons pu découvrir beaucoup de ses faiblesses. Dans un sens, on pourrait les décrire comme les Sept Péchés Capitaux. La luxure, la gourmandise, la colère, l’avarice, l’orgueil, l’envie et la paresse : ils sont tous applicables à l’euro. Quand on pense à l’argent, les péchés ne sont jamais bien loin. Leo Van Hove, professeur d’économie monétaire à la VUB, nous a donné son point de vue sur ces péchés, tout en restant critique envers cette monnaie unique.

FR

Erasmix magazine

15


Thema 3 - Onderwijs, cultuur en media

© Heleen Mesellem

Studenten zonder grenzen

Meer dan 3500 Vlaamse studenten trokken vorig academiejaar op Erasmusuitwisseling naar een universiteit of hogeschool in een ander Europees land. Een jaar waarin studenten de kans krijgen om andere talen en culturen te leren kennen. Eurasmix onderzocht de feedback die Erasmusstudenten gaven na hun verblijf in het buitenland en probeert in een moeite een aantal clichés te ontkrachten. Mattias Blontrock, Lizelotte Schoukens, Lynn Daeghsels, Ines Lotfi en Heleen Mesellem In 1999 begon Europa met het Bolognaproces dat de hervorming en eenmaking van het Europese hoger onderwijs tot doel had. In 2009 spraken de 46 deelnemende landen op een opvolgingsconferentie in Leuven af dat tegen 2020 twintig procent van de studenten een tijd in het buiteland moeten studeren. Hiervoor moet wel nog geld vrijgemaakt worden op Europees niveau. Maar is het echt zo belangrijk dat studenten in het buitenland gaan studeren? We spraken met communicatiestudent Andreas Nys, die vorig jaar een semester naar Spanje ging en toetsten zijn ervaring aan cijfers uit het rapport dat EPOS, het Europees Programma voor Onderwijs, Opleiding en Samenwerking, verzamelde tussen 2005 en 2008.

Centen voor Studenten

NYS: “Vorig jaar ging ik zoals veertig van mijn 120 medestudenten op Erasmus. Ik weet zelf niet goed waar het geld vandaan kwam dat ik kreeg voor mijn beurs. Europa? België? Vlaanderen? Ik kreeg €400 per maand, maar dat was niet genoeg om al mijn kosten te dekken.” Rapport EPOS: 29,7 % van de ondervraagde studenten had te weinig informatie over de kosten van zijn verblijf in het gastland. Huisvesting, voeding en transport zijn de grootste uitgaven. “Als Erasmusstudent krijg je een toelage om te voorzien in je levenskosten”, legt Annemie Dewael van EPOS uit. “Die toelage krijg je van Europa en Vlaanderen samen. Die verhouding is in Erasmix magazine

16

elk land anders. In 2009-2010 vertrokken er 3521 Vlaamse studenten en dat aantal blijft steeds stijgen. Het budget voor de beurzen stijgt spijtig genoeg niet mee. We moeten dus wat knippen in de bedragen tot we in 2013 weten wat ons nieuw budget is. Dan gaat er een nieuwe beleidstermijn in voor het Erasmusproject. Het hangt er dus van af of de Europese ministers hun beloftes nakomen.” Hoe dat precies zit, legt Filip Van Depoele uit. Hij is hoofd van de afdeling van de Europese Commissie die verantwoordelijk is voor het Erasmusprogramma. “In 2009 kwamen 27 Europese en 19 andere ministers van Onderwijs samen met de studentenverenigingen op een bijeenkomst over het Bologna-akkoord in Leuven. Iedereen stemde ermee in te streven naar twintig procent studentenmobiliteit tegen het jaar 2020. Toen de aanwezige EU-ministers twee weken nadien op Europees niveau dezelfde debatten voerden was er geen enkel land dat volop durfde te gaan voor de EU2020-doelstelling.”

Op Erasmus leer je toch niks bij

NYS: “Met een gigantisch aanbod aan praktijklessen was mijn Spaanse opleiding een belangrijke aanvulling op mijn stoffige opleiding aan de Katholieke Universiteit van Leuven, die helemaal gefocust is op theorie. Als ik een werkgever tegenkom die me verwijt dat ik heb zitten aanmodderen met praktijkvakken in het buitenland zou ik dat erg kortzichtig vinden.

Andreas Nys “Mijn lessen waren praktijkgericht en dus een belangrijke aanvulling op mijn stoffige KUL-opleiding die helemaal gefocust is op theorie”


Bert Vandenkendelaere

“Het bohemienimago van Erasmus is nog gegroeid na de film Auberge

© Vandenkendelaere

Espagnol”

Ik koos bijvoorbeeld voor fotografie en daar doe ik nu nog steeds iets mee. We moesten het hele jaar door taken maken en kregen regelmatig punten. De K.U.Leuven heeft mijn scores niet aangepast. Dat gebeurt soms als mensen komen aandragen met torenhoge punten uit buitenlandse opleidingen. Ik heb zeker bijgeleerd op Erasmus.” Rapport EPOS: 24,7 % van de studenten vond dat ze milder werden behandeld dan de lokale student. 3,5 % vond dat ze strenger worden behandeld. Bert Vandenkendelaere van de Europese overkoepelende studentenvereniging (ESU) vindt dat zowel studenten als professoren er meer op moeten vertrouwen dat er een ingebouwde kwaliteitscontrole is voor universiteiten en hogescholen die de overeenkomsten tekenen. “Voor een groot deel is het imago van kwaliteitsverlies in stand gehouden door professoren die het er moeilijk mee hebben toe te geven dat een docent in een ander land een even goede les kan geven.”

Integreren doe je niet

NYS: Het is naar mijn idee wel goed voor je diploma als er op staat dat je een tijd in het buitenland hebt doorgebracht. Je leert zelfstandig te zijn. Je hoeft aan niemand verantwoording af te leggen terwijl je daar bent. Maar het is ook jouw verantwoordelijkheid als je geld op is aan het einde van de week. Je ouders kijken niet meer mee over je schouder. Er doet ook niemand je was. Rapport EPOS: 95 % van de studenten beoordeelde zijn verblijf als goed tot uitstekend. 0,5 % van de studenten beoordeelde zijn verblijf als negatief. Normaal gezien zijn de studies in het buitenland een volwaardig erkende studieperiode, 28,2% van de studenten moest echter nog een examen afleggen bij zijn terugkeer in België. Annemie Dewael (EPOS): “Uit een overkoepelende Europese studie bleek dat er nog steeds een probleem is met het overdragen van credits als studenten terugkomen van hun uitwisseling. Soms moet een student dan nog extra credits opnemen in zijn thuisland. Dat komt vooral door een gebrek aan vertrouwen tussen de instellingen in de verschillende landen.”

© joeri Surdiacourt

Iedereen op erasmus

Annemie Dewael

“Er is een gebrek aan vertrouwen tussen de instellingen in de verschillende landen”

NYS: “Ik woonde samen met zeven Spanjaarden, dus ik heb de cultuur van binnenuit leren kennen, zonder de andere Erasmusstudenten. Ik heb ervoor gekozen om achter de toeristische muur te kijken, al is dat niet voor elke student zo. Sommigen blijven te veel hangen in het groepje Erasmusstudenten om iets van de taal en de cultuur op te steken. Ik ging ook wel veel om met de zeven Vlamingen waarmee we in Madrid zaten. Daar kan en hoef je niks aan te doen want uiteindelijk zijn zij het die begrijpen waarom je schele hoofdpijn krijgt van de drukke Spanjaarden.” Rapport EPOS: 89,7 % vond zijn Erasmusverblijf een verrijking van zijn culturele inzichten binnen Europa. 87,2 % vond dat zijn Erasmusverblijf zijn vriendenkring heeft verruimd. Volgens Bert Vandenkendelaere van ESU is het bohemien-imago van Erasmus nog gegroeid na de film Auberge Espagnol. “Heel jammer, want uiteindelijk doet elke student voor het grootste deel wat hij in zijn thuisland al doet. En als ik op donderdag over de Oude Markt in Leuven loop denk ik ook soms: ‘Moet jij morgen niet fris in de les zitten?’”

Last year, over 3500 Flemish students packed their bags to go and study abroad, supported by the Erasmus programme. That is a high number of students, but not high enough according to the Bologna Agreement, signed in 2007 by 27 EU ministers and 19 others. They agreed to make higher education a priority. They wanted twenty percent of the European students to spend part of their studies abroad by the year 2020. By 2010 ministers of education should have handed in a draft ready to be delivered to the European commission, stipulating their concrete actions on a national level. This draft would become the EU2020 Resolution. There has been little concrete action so far, mainly because of two reasons. First of all, there was the financial crisis. There simply was not enough money for education. Secondly, there is no room for students in the debate. In Bologna, however, there was, and this severely affected the decisions made there. We talked to Andreas Nys, an Erasmus student who went to Madrid for six months. We asked him about the benefits of studying abroad and how he feels about what still needs to happen before we get to EU2020. We also spoke to Epos, the Flemish agency which coordinates the Lifelong Learning programme that came forth from the Bologna Agreement, and we talked to the chairman of the European Students Council. We took their opinions to the European Commission and let Filip Van Depoele have his say about them. He coordinates the Erasmus programme for the European Union.

EN

L’année passée, plus de 3.500 étudiants flamands ont étudié à l’étranger, grâce au programme Erasmus. C’est beaucoup, mais pas assez, dit l’accord de Bologne. L’accord a été signé en 2007 par 27 ministres de l’UE et 19 autres. Ils sont convenu que l’éducation doit être une priorité. Ils veulent qu’en 2020, vingt pour cent des édudiants européens passent une partie de leurs études à l’étranger. Les ministres de l’Education devaient avoir livré un brouillon, prêt à proposer à la Commission européenne. Ce brouillon devait stipuler leurs actions nationales concrètes en 2020 et deviendra la résolution EU2020. Il n’ y a pas eu beaucoup d’actions jusqu’à present. Premièrement, il y a eu la crise financière. Il n’ y avait pas assez d’argent pour l’éducation. En plus, il n’y a pas de place pour les étudiants dans le débat. A Bologne, c’était different, et ceci a fort influencé les décisions qui y ont été prises. Nous avons parlé à Andreas Nys un étudiant erasmus qui étudie les sciences de la communication et qui a passé six mois à Madrid. Nous lui avons demandé les avantages d’étudier à l’étranger et ce que il pense du programme EU2020. Nous avons aussi parlé à Epos, une agence flamande qui coordonne le programme Lifelong Learning. Nous avons interviewé le president du European Students Council. Nous avons rassemblé leurs opinions et Filip Van Depoele de la Commission européenne nous a donné son opinion.

FR

Erasmix magazine

17


© Ines Lotfi

Camera klaar? Geen actie! Mariano Vanhoof is al elf jaar producent. Bij Fobic Films produceerde hij onder andere Happy Together, met Ben Van Ostade en Kürt Rogiers. Met zijn klein productiebedrijf heeft hij vele jaren moeten wachten op zijn eerste Europese subsidies. Toch trekt de EU tussen 2007 en 2013 niet minder dan 755 miljoen euro uit voor media en cultuur. Waar gaat dat geld naartoe? Ines Lotfi 755 miljoen euro. Zo veel geld heeft de Europese Commissie uitgetrokken voor het MEDIA-fonds. Het geld is bedoeld om Europese filmprojecten te helpen financieren. Maar wie beslist welk project welk bedrag krijgt? Dennis Abbott van de Europese Commissie: “De Commissie vraagt om ideeën en de producers stellen hun projecten voor. Experts krijgen dan een voorstel en zij moeten bepalen of dat wordt goedgekeurd. Die experts worden geselecteerd door de Commissie. Er is nooit een verantwoordelijke die fondsen uitdeelt bij wijze van spreken. Er is een soort van achtergrondcontrole die we uitvoeren, dat wel. Het is belangrijk om te weten waar ons geld naartoe gaat. We checken een aantal basisgegevens: wie werkt mee aan de film? Welke namen zijn aan het project verbonden? We werpen ook een blik op het voorontwerp. Wij proberen iedereen, ook kleine productiehuizen en onbekenden, een kans te geven hun project uit te werken.”

acht jaar bezig

Vreemd, want ook Mariano Vanhoof zat met Fobic Films bij een klein productiehuis. En ook Vanhoof was relatief onbekend. En toch waren die fondsen voor hem jaren niet van toepassing. “Er zijn heel wat criteria die de EU eist voor wie een beroep wil doen op het filmfonds”, zegt Vanhoof. “Ze moeten zeker zijn Erasmix magazine

18

dat hun geld goed besteed wordt. Ze kunnen het niet investeren in projecten die het daglicht nooit gaan zien. Maar de criteria zijn zeer specifiek. Je moet in het verleden minstens twee langspeelfilms hebben gemaakt en verkocht in het buitenland, je moet een bepaald aantal keer op de televisie uitgezonden zijn, en nog veel meer. Ik ben al acht jaar bezig om eindelijk aan die criteria te voldoen.” Ook de procedure ervaart Vanhoof als ingewikkelder dan wat de Europese Commissie laat uitschijnen. “Het is heel complex. Er moet een zwaar dossier voor worden ingediend. Er moet eerst een treatment geschreven worden, dat is een soort van goed gefundeerd voorontwerp. Daarin wordt het hele verhaal uitgeschreven zonder dialogen. Wij gingen met onze treatment onder de arm naar MEDIA. Daar werd besproken of het Europese uitstraling had of niet. Zo ja, was de kwaliteit van het afgeleverde voorontwerp dan wel goed? Enzovoort. Pas na al deze stappen overlopen te hebben konden we eventueel ontwikkelingsgeld krijgen.” Vanhoof kreeg uiteindelijk een bijdrage van de EU van 45.000 euro voor Hasta La Vista!, zijn nieuw project, maar met dat bedrag kan geen film gemaakt worden. De productie, die in totaal twee miloen euro kostte, kon voor 650.000 euro rekenen op het Vlaams Audiovisueel Fonds, en 194.000 euro

Mariano Vanhoof “Ik ben al acht jaar bezig om aan de criteria van de EU te voldoen”

© Vanhoof


Bart Van Langendonck “Zonder het Vlaams Audiovisueel Fonds kom je nergens. Tenzij je Marc Punt heet”

kwam van Fobis Films zelf. Bart Van Langendonck, producent van onder andere Rundskop, kon op meer financiële steun van de EU rekenen. “Ik ben de gelukkige ontvanger geweest van drie MEDIA Fundings, voor in totaal vijftien projecten. Maar in België kom je zonder het Vlaams Audiovisueel Fonds nergens, behalve als je Marc Punt (Frits en Freddy nvdr.) heet. Maar ook hij zal dat volgens mij geen tweede keer riskeren.” Hoe het geld uiteindelijk wordt besteed, daar heeft de Europese Unie niets meer mee te maken. Op het eerste zicht lijkt de selectie van wie gefinancierd wordt en wie niet willekeurig, maar dat is het volgens Dennis Abbott van de Commissie niet. “Het is niet oneerlijk. Het verloopt in stappen. Eerst en vooral is er de ontwikkelingsfase. Als producent ben je genoodzaakt op zoek te gaan naar financiering vanuit allerhande bronnen. En bij die zoektocht is het vaak goed om te kunnen zeggen: ‘Ons project wordt ondersteund door de EU’. Maar het is wel belangrijk dat men weet dat de EU alleen geld steekt in het voorbereidende werk. Zodra de film aan het rollen is hebben wij er niets meer mee te maken.”

win-winsituatie?

© Bart Dewaele

Hans Everaert “Met Europees ontwikkelingsgeld heb je wat locaties en de cateringtafel”

In de wereldwijde filmindustrie is Europa maar klein bier. Het is moeilijk om een markt te ondersteunen waar zo weinig aandacht voor is. Daarom ziet de EU het groter, wil het verder uitbreiden. Ver buiten de Europese grenzen. Van het hele MEDIA-budget gaat vijftien miljoen euro naar een nieuw project, MEDIA Mundus. Dit initiatief zou het makkelijker moeten maken om coproducties met landen ver buiten Europa aan te gaan. Zo kan een Europese productie makkelijk samenwerken met bijvoorbeeld Latijns-Amerika, Canada, Australië, enzovoort. Iets wat voordien een ingewikkeld proces was. “Het is de bedoeling om de internationale filmindustrie dichter bij de Europese te brengen. Het belangrijkste voor MEDIA Mundus is dat er samenwerking is met een Europees project. Het is een Europees initiatief, geen internationaal. De focus ligt bij de Europese filmmakers”, zegt Dennis Abbott van de Europese Commissie. “Meer aandacht van ons voor landen buiten Europa, en meer investering van hen in onze films. Het is een win-winsituatie.” Hans Everaert, zakelijk leider van het Vlaams Audiovisueel Fonds, heeft zijn twijfels bij de impact van MEDIA Mundus. “Pas op, meer aandacht voor de Europese cinema kan ik alleen maar aanmoedigen natuurlijk. Ik ben gewoon voorzichtig in mijn verwachtingen. De Europese cinema is nu eenmaal minder groot, en er zal waarschijnlijk wel meer nodig zijn dan deze ene maatregel om wereldwijde interesse te wekken. Maar ik kan wel begrijpen dat er weinig aandacht komt vanuit Amerika bijvoorbeeld. Maar dat is onvergelijkbaar. De Amerikaanse cinema is alomtegenwoordig. Je kan er niet om heen.” Ook Vanhoof staat kritisch tegenover het initatief. “Ik sta open voor een samenwerking met bijvoorbeeld Latijns-Amerika, als de verhouding qua inbreng en exploitatie gelijk is. Als je aan zo’n project begint en je zit ineens met een gat in je budget dan zal de coproducer maar al te graag bijschieten. Maar dan moet je meteen bijvoorbeeld in het Portugees draaien of met een bepaald aantal acteurs van daar werken. En dan is het jouw project niet meer. Daarom zeg ik altijd:

hou het simpel, ook in de productie. Zolang je alles een beetje binnen je eigen budget houdt heb je voor honderd procent je eigen zin en volledige controle. Voor dit soort samenwerkingen moeten richtlijnen zijn.” Europa staat dus, zoals eerder vermeld, enkel in voor de financiering. En dan nog reikt dat geldschieten niet zo ver als de Europese filmindustrie zou willen. “De EU staat alleen in voor de ontwikkelingssteun”, zei Dennis Abbott van de Europese Commissie al. Maar wat is ontwikkelingssteun? Wat is het verschil tussen een film financieren of een budget uittrekken voor ontwikkelingssteun? Hans Everaert legt uit: “Ontwikkelingssteun is alles wat gebeurt voor de film aan het draaien gaat. Het Vlaams Audiovisueel Fonds geeft een productie hiervoor meestal een budget van 12.500 euro. Bij de Europese Commissie is dat niet veel meer. Maximum 30.000 euro. Het verschil tussen de financieringsmogelijkheid op Vlaams niveau en dat op Europees niveau ligt in de productiesteun. Dat heeft Europa niet te bieden. Voor die budgetten spreken we voor alle lidstaten van honderdduizenden euro’s. Maar Europa heeft alleen ontwikkelingssteun te bieden. Met dat ontwikkelingsbudget heb je wat locaties en de cateringtafel.”

Te weinig aandacht

Maar is er effectief te weinig aandacht voor de Europese cinema? Vanhoof vindt van wel. Maar daar is volgens hem een perfect logische verklaring voor. “Te weinig middelen in marketingstrategie. Wat verwacht je nu als een film zoals Avatar in de zalen komt? Een Amerikaanse blockbuster. Daar hebben ze het geld en de middelen voor grootschalige distributie. Overal waar je kan kijken krijg je promotie naar je hoofd, ze kopen mediaruimte, er kruipen miljoenen dollars in. Maar 2,3 miljoen euro is al een serieus budget voor een Europese film. Er is gewoon geen mogelijkheid om zo veel aandacht te krijgen voor Europese cinema.” Dennis Abbott van de Europese Commissie denkt hier anders over. “We hebben 34 projecten sinds het MEDIA Mundusproject zopas werd voorgesteld op de Berlinale. Ik denk dat we toch met zekerheid kunnen zeggen dat er grote interesse is. Het project opent veel deuren. Niet voor iedereen natuurlijk, want ik zeg het nog eens: we kunnen niet aan iedereen geld geven, films zijn sowieso altijd een risico. Het is een onzekere markt. Als een groot productiehuis, dat succes na succes aflevert en zijn producten weet te verkopen, aan onze deur komt kloppen is dat nog steeds een risico. Maar wel eentje waarin Europa al sneller durft te investeren.” Maar dat is niet het soort productiehuis waarbij Vanhoof wil werken. “Kijk, er zijn twee soorten productiehuizen: buurtwinkels en grootwarenhuizen. Als een grootwarenhuis een klap krijgt, heeft dat niet zo’n zware gevolgen. Maar als de buurtwinkel eens gekraakt, wordt kan dat al meteen tot faillissement leiden. Fobic Films is een klein productiebedrijf, alles moet afgedekt worden vanuit onze privé. Er zijn wel sponsors, maar dat is nooit genoeg voor een hele productie. Zodra er geen kassucces is, is er geen winst. Maar het is onze ambitie niet om een grootwarenhuis te zijn.” Erasmix magazine

19


Te weinig Europa in Europese jongerenhoofdst d Dit jaar noemt Antwerpen zichzelf Europees jongerenhoofdstad. In 2009 riep de Nederlandse stad Rotterdam deze naam in het leven. In 2010 gaf European Youth Forum de fakkel door aan Turijn. En dit jaar is Antwerpen aan de beurt. Maar ’t stad pakt het anders aan dan haar voorgangers. Zij wil vooral de jongeren het evenement zelf laten organiseren. Voorlopig krijgt de stad voor deze titel weinig tot geen Europese steun en daar zijn ze in de Scheldestad niet bepaald gelukkig mee. Lizelotte Schoukens en Mattias Blontrock Vanaf 4 maart 2011 is Antwerpen European Youth Capital en dit één jaar lang. Al reiken de ambities van de stad veel verder. Volgens schepen voor Jeugd Leen Verbist wil Antwerpen permanent Europese jongerenhoofdstad blijven. Een haalbare ambitie volgens de schepen: “In Antwerpen hebben we een heel goed jeugdbeleid. Maar je moet dat wel constant ter discussie stellen. Bij ons is het ook de bedoeling dat projecten die goed lopen de kans krijgen om verder te blijven bestaan.” Ook Guiseppe Porcaro, secretaris-generaal van de ngo European Youth Forum, is vol lof. “Het Antwerpse project is heel sterk. Zij hebben ook al een goed ontwikkeld jeugdbeleid.”

vlaams geld

dragen van Maastricht en Amsterdam, er is een pact voor de jeugd en tot 2013 loopt het ‘Youth in action’ programma dat burgerzin wil versterken bij Europese jongeren. Europa werkt aan zijn jeugdbeleid met verschillende programma’s. Uitwisselingsprogramma’s lijken het belangrijkste, maar in het Lissabonverdrag is bijvoorbeeld opgenomen dat de Unie participatie van jongeren in de Europese democratie wil promoten. Ook de European Youth Week is een jongerenevenement. Dit jaar vinden er tijdens deze Europese week voor jongeren ook in Antwerpen evenementen plaats. Antwerpen wil inzake jeugdbeleid en participatie een voorbeeld zijn voor Europa en daarin speelt Generatie A een centrale rol. Schepen Leen Verbist: “We hebben er bewust voor gekozen om jongeren het zelf te laten doen. Wij pretenderen niet dat we het beter weten. Ik denk dat het veel verstandiger en duurzamer is om het door de jongeren zelf te laten doen. Er zullen wel wat dingen mislukken maar dat vind ik nu niet erg, die ruimte daarvoor moet je geven.”

Maar wat houdt dat eigenlijk in, Europese jongerenhoofdstad zijn? Een titel in het leven roepen en dan wachten tot de euro’s in je schoot vallen? Neen, want subsidies van de EU zijn er alvast niet. Antwerpen organiseert alle activiteiten met een budget van ongeveer drie miljoen euro. Dit geld busje blijft in antwerpen komt van Vlaams minister voor Jeugd Pascal Bij Generatie A kampen ze naast een gebrek Smet en de stad Antwerpen. Voor congressen aan geld ook met een gebrek aan Europese zijn er wel Europese fondsen. Op die manier contacten. Omdat de titel Europese jongekrijgt Antwerpen wellicht nog 100.000 euro renhoofdstad nog geen naambekendheid van Europa. Van echte Europese ondersteuheeft, is het voor het communicatiebureau ning is er wel nog geen sprake. Vandaar dat ook moeilijker om partners aan te trekken. het nieuwe communicatiebureau Generatie A Bij gebrek aan geld is er nog geen internain het leven werd geroepen. Dat zijn vier creationale campagne. De Pauw: “We gaan protieve Antwerpse jongeren die reclame maken beren Engelstalige affiches op te hangen in voor verschillende projecten die in hun stad jeugdherbergen in Berlijn, omdat deze stad georganiseerd worden. Yannick De Pauw van veel gelijkenissen heeft met Antwerpen.” Als klap op de vuurpijl hadden de jongeren ook Generatie A: “Het is wel de bedoeling dat de © Yannick De Pauw het idee om met een busje door Europa te Europese jeugdraad in de toekomst geld uittrekken. Omdat die roadtrip te weinig bezoetrekt voor dit project.” Porcaro van het EuroDe vier jongeren van Generatie A kers zou aantrekken, rijdt het busje nu gepean Youth Forum nuanceert deze uitspraak. Volgens hem is er zeker nog niets vastgelegd, maar bestaat de kans woon rond in Antwerpen. Het blijft dus de vraag of jongeren in Europa wel dat er vanaf 2014 rechtstreekse subsidies zijn voor de steden ervan op de hoogte zijn dat Antwerpen dit jaar de jongerenhoofdstad die de titel van jongerenhoofdstad krijgen. Met congressen, een jon- is en of ze in groten getale naar Antwerpen zullen afzakken, zodat we gerencamping en een nieuwe jeugdherberg wil de stad Europeanen echt kunnen spreken over een Europese jongerenhoofdstad die een overtuigen om naar Antwerpen te komen. Voor het congres ‘Jonge- Europees budget waardig is. ren en Stedelijkheid’ komen bijvoorbeeld 150 Europese jongeren Schepen Verbist betreurt het dat Europa niet meer geld vrij maakt naar Antwerpen om adviezen te geven aan de Europese Commissie voor jongeren. “Culturele hoofdstad wordt zwaar gesubsidieerd door en het Europees Parlement. Voor zulke initiatieven is er wel Euro- Europa. Jongerenhoofdstad heeft gewoon geen rechtstreekse Europees geld en dan zijn er ook Europese richtlijnen waaraan de organi- pese subsidies.” satoren zich moeten houden. Volgens Guiseppe Porcaro kan je de titel van culturele hoofdstad niet vergelijken met die van jongerenhoofdstad. Bij jongerenhoofdstad voorbeeld voor europa Volgens Leen verbist wordt er in Europa nog te weinig geluisterd naar is het namelijk niet de bedoeling om extra toeristen aan te trekken, jongeren. “Ik denk dat het gewoon heel belangrijk is dat als je een maar eerder om het jeugdbeleid in Europa onder de aandacht te Europa met toekomst wil dat je ook een verbinding hebt met jonge- brengen. ren.” Maar is deze kritiek op Europa terecht? Verschillende doelen Afwachten of European Youth Capital kan uitgroeien tot een Euroinzake jeugdbeleid werden in 1992 en 1997 vastgelegd in de ver- pees evenement dat onze euro’s waard is. Erasmix magazine

20


Joeri Surdiacourt

Ze is een gepensioneerde vrouw die de debatten over Europa in Brussel afschuimt. Op een van die debatten – de Buren univerCity gaat op zoek naar Europese helden – ontmoet ik haar. Na het volgen van een anderhalf uur durend steekspel tussen Frans Timmermans en Hendrik Vos, is het tijd om de dorst te lessen in het Ritscafé, hartje Brussel. Terwijl mijn medestudenten en ikzelf aan de toog zitten na te praten, komt er opeens een Nederlandse vrouw bij ons staan.

blijft komen, mijn dictafoontje hapt naar adem. “Ik leef hier al twee jaar in België met ongeveer 11 miljoen mensen, en 500 miljoen in Europa. Ik weet niet wat al die mensen willen en die mensen weten niet wat ik wil, want ze spreken geen Nederlands. Dat is geen democratie. Een democratie houdt ook in dat je met de rest van het volk kunt overleggen.” Ik vraag haar of dat niet de bedoeling is van de EU, op een supranationaal niveau beslissingen nemen waarin verschillende mensen zich kunnen vinden. Mijn nieuwe onderbreking bezorgt haar een lichte ergernis. Ook nu weer negeert ze mijn woorden. Het interview begint meer en meer een monoloog te worden.

Met een lichte glans in haar ogen vraagt ze naar onze mening over het debat. We vertellen haar dat we het heel boeiend vonden, een discussie op het scherp van de snee tussen twee Europakenners. “Door de Europese Unie zijn allerlei dingen geprivatiseerd. Den Haag Als ik de lof begin te zingen van professor Vos onderbreekt de vrouw had vroeger leiding over het gasbedrijf, het elektriciteitsbedrijf, het waterbedrijf,… noem maar op. Nu is dat allemaal in privé-handen. mij zonder enige schroom. “ Maar weet u dan niet dat wat ze zeggen helemaal niet klopt”, vertelt En als het economisch niet zo goed gaat dan moeten we de ecoze met overtuiging. “Het verdrag van Schengen is flauwekul. Ik reisde nomie een beetje oppeppen. Dat kan dus nu allemaal niet meer. al heel Europa af, lang voor dat verdrag werd getekend. En studeren Vroeger was het zo dat als het slecht ging in een dorp of stad, dan in het buitenland met een beurs, zever! Ik had een vriendin die in zei de gemeente: ‘Weet je wat, we gaan een fietspad maken. Of we de jaren zestig in Zuid-Afrika is gaan studeren. En dat was voor het gaan een bruggetje bouwen, want er is veel water bij ons.’ Je hebt dan als voordeel dat de mensen die een uitkering ‘verdrag’ van Bologna.” krijgen nu gewoon kunnen werken. En op de koop De waterval van kritische woorden over Europa toe wordt er ook een brug gebouwd. Het is een insleurt mij van mijn Europese rots. En omdat ik net “De waterval van vestering waar je honderd jaar plezier aan hebt. En toevallig een magazine over Europa aan het maken mensen die werken, die gaan ook geld uitgeven. ben (dit magazine over Europa), vraag ik haar numkritische woorden Iedere euro die je verdient wordt uitgegeven. Maar mer om de volgende dag verder te praten. Want, nu kan je dat werk niet meer geven aan een geals journalist in spe, ben ik best wel nieuwsgierig over Europa sleurt meentelijk bouwbedrijf want dat is geprivatiseerd. naar het vervolg van haar Europese klaagzang. We Het mocht niet meer van de Europese Unie. Je spreken opnieuw af in het Ritscafé. mij van mijn moet het uitbesteden aan een Pools of Bulgaars bedrijf. Dat gaat dan personeel inhuren, maar niet Als ik binnenwandel, met fototoestel en dictafoon Europese rots” onze werklozen. Neen, dan komen er werklozen en een lichte kater die verder weinig met Europa te vanuit Spanje, Ierland noem maar op. En die menmaken heeft, zit ze rustig in de zetel een boekje te lezen. Ze steekt meteen van wal. “Ik vind dat we de foute weg zijn in- sen gaan überhaupt geen geld uitgeven. Dus dat geld gaat het land geslagen met de Europese Unie en dat we daar heel snel mee moe- uit en onze werklozen zijn nog steeds werkloos.” ten ophouden. Europa is een doodlopende straat. Het is net als bij *** een huwelijk, mensen die altijd ruzie hebben over het minste, kunnen beter scheiden. Want Europa is helemaal geen democratie. Als inwoner heb je geen invloed meer. Je staat voor joker.” Verwonderd Als ik de volgende dag het interview uittik, zie ik de wolfijzers en de kijk ik haar aan. De waterval aan woorden gaat gewoon door. “Ik vind schietgeweren, de aaneenschakeling van oneliners en gratuite uitdat het helemaal afgelopen moet zijn. De EU is totale flauwekul. Hoe spraken. “Die anderen weten niet wat ik wil, want ze spreken geen haal je het in het hoofd om te bepalen dat de ruitenwissers van de Nederlands. Dat is geen democratie!” En dan ontwaakt eindelijk de tractors twintig keer heen en weer moeten per minuut? Dat je zoiets journalist in mij en komen (te laat) de vragen. Weet in haar eigen gaat regelen! In totaal zitten er 750 mensen in het parlement. Er is dorp of stad dan iedereen wat ze wil, ook al spreken ze Nederlands? een Europese Raad en die hebben dat allemaal goedgekeurd. En Weet ze dat nét in de EU alles vertaald wordt, onder meer in het Nederlands? En wat een vreemde definitie van ‘democratie’: iedereen niemand die zegt: jullie zijn gek geworden!” weet alles van iedereen. “Per definitie onmogelijk in een vertegenIk vraag haar rustig of het maken van een Europese GSM-oplader woordigende democratie”, zegt mijn lector Politieke Topics. “Tenzij ook flauwekul is. Ze kijkt me eventjes aan, verbaasd dat iemand ge met 5 bent, en dat moet ieders gsm nog opstaan...” haar onderbreekt. En gaat onverstoorbaar verder. “Ik weet amper wat er in Europa aan de hand is. Er gebeurt zoveel en de journalisten Misschien wil ze gewoon terug in de tijd, de goeie ouwe tijd van Van kunnen het ook niet bijhouden, want de krant biedt daar geen plaats Nelle-koffie en koekjesdeeg, van het bruggetje en het fietspad; de voor. Als burger kan je al helemaal niet volgen wat zich allemaal af- tijd van haar jeugd waarin alles minder complex leek en minder Euspeelt in het Europees parlement. Het is ongelooflijk veel. Maar de ropees was. Dat Europese verhaal is – zo begrijp ik nu – een verhaal zaken die relevant voor ons zijn, kennen we niet. Ik denk dat je aan van grijswaarden, niet makkelijk en al helemaal niet hapklaar. Maar een journalist of een politicus te veel vraagt om uit die brij van wet- mét bruggetjes en koekjesdeeg en zoveel, zoveel meer. Een verhaal gevingen het relevante voor ons te selecteren. Het is gewoon te veel dat ons allemaal steeds meer aanbelangt. Het verhaal van dit magavoor de mensen. Je krijgt er een punthoofd van.” De woordenvloed zine: Europe, love it or hate it, but let us keep trying to translate it... Erasmix magazine

21

Column

Wolfijzers en schietgeweren voor een aanstormend EU-journalist


© Els Wauters

Thema 4 - Buitenlandpolitiek en veiligheid

Europol: de waakhond die niet bijt

Mei 2010. Europol rolt samen met vier Europese lidstaten, waaronder België, een Ierse misdaadfamilie op. Er wordt voor miljoenen aan eigendommen in beslag genomen en 38 mensen worden opgepakt. Tijdens de operatie worden meer dan 600 berichten uitgewisseld tussen de verschillende politiediensten.Februari 2011. We bezoeken het hoofdkwartier van Europol in het Nederlandse Den Haag. Een metaaldetector controleert ons op verboden wapens en we ruilen onze identiteitskaart in voor een security badge. Sebastiaan Van Hoorebeke en Stéphane Van Bol We ontmoeten Roger Van de Sompel, Europol Liaison Officer (ELO). Hij vertegenwoordigt met vier collega’s België bij Europol. Natuurlijk heeft niet enkel België ELO’s, elke lidstaat van de Europese Unie heeft vertegenwoordigers bij Europol. Deze officieren zijn geen Europese ambtenaren, maar ze worden aangesteld en betaald door hun land van herkomst.

een lidstaat om hulp vraagt om misdrijven op Europees niveau aan te pakken. Ze voeren het onderzoek niet zelf, maar bieden ondersteuning aan de plaatselijke politiemacht. De vraag is dan wanneer een misdrijf Europees genoemd kan worden. De enige voorwaarde is dat het misdrijf zich uitstrekt over twee of meer lidstaten van de Europese Unie.

Van de Sompel: “We zitten hier met vijf Belgen. Een douanier, een vertegenwoordiger van de Belgische Veiligheid van de Staat en drie mensen van de federale politie, waaronder ikzelf. Het beschermen van de algemene Europese belangen is onze hoofdtaak. Hiervoor zijn we constant op zoek naar misdadigers en criminele organisaties die in meerdere EU-landen actief zijn. De prioriteiten liggen bij terrorisme, mensenhandel, drugssmokkel en de verspreiding van kinderporno over het internet. Europol verschilt met de nationale en lokale politie, wij dragen geen uniform en bovendien mogen we niemand arresteren.”

Van de Sompel: “Je kan het werk van Europol vergelijken met het leggen van een puzzel. Iedere lidstaat geeft een puzzelstuk in de vorm van informatie. Met de verschillende informatiestukjes die we van de betrokken landen krijgen, maakt Europol als het ware de puzzel compleet. Zodra die is gelegd hebben we de zaak volledig in kaart gebracht.”

European Intelligence

Europol zag in 1992 het levenslicht. Het hoofddoel was aanvankelijk het vechten tegen drugs in Europa. In die 19 jaar heeft de organisatie zich ontpopt tot een Europese intelligence service die steun biedt aan de politiediensten van de EU-lidstaten. Europol is een groeiende organisatie die vandaag meer dan 600 mensen in dienst heeft. De taak van Europol is dubbel. Enerzijds verwerkt ze informatie die door de EU-landen is aangebracht. Deze informatie wordt dan geanalyseerd door experts, om de situatie te schetsen. Anderzijds biedt Europol via die analyses en expertise ondersteuning bij de verschillende operaties. Europol treedt dus in actie wanneer Erasmix magazine

22

Wij zien wat jij niet ziet

Europol kan ook zelf een verzoek indienen bij een lidstaat om een onderzoek op te starten. Dit is niet omdat het land in kwestie zijn werk niet goed doet, maar omdat ze in het grootste deel van de gevallen geen weet hebben van de zaak. De lidstaat mag dit verzoek weigeren, maar moet er dan wel een grondige reden voor hebben. Van de Sompel: “Twee jaar geleden was er een zaak rond vervalste euro’s hier in Den Haag, niet ver van ons hoofdkwartier. Europol heeft toen, op basis van de informatie van andere landen, een verzoek ingediend voor een onderzoek. De Nederlandse politie had helemaal geen weet van deze zaak, en dat is zeker geen kritiek op hen. Er is toen een onderzoek opgestart en de drukkerij van vals geld is ontmanteld. Hier ligt de kracht van het samenwerken. Je kan bijvoorbeeld vanuit een Belgisch dossier veel informatie hebben


Van de Sompel zoals de FBI is op dit moment helemaal niet aan de orde. Het is zelfs een taboe om erover te praten”

© Stéphane Van Bol

“Een omvorming tot een politiemacht

Europol is the European Police Office, which was founded in 1992. Initially their main task was to fight the drug-related crime in Europe. At present they protect general European interests, such as the euro. They are continually looking for criminals that are active in several EU countries. Their priorities are terrorism, human trafficking, drug trafficking and the spread of child pornography.

EN

over een zaak in Bulgarije. Bulgarije is bezig met dezelfde zaak maar heeft minder informatie. Zoals ik eerder al zei, dragen we door samen te werken allemaal ons ‘stukje van de puzzel’ bij.”

Europol nooit FBI

Europol mag niemand arresteren. De dienst weet wat er allemaal aan de hand is in de verschillende landen, maar mag zelf geen onderzoek instellen. De mensen van Europol zijn per definitie ‘desk-officers’. Je zal dus nooit een Europol-officier FBI-gewijs een huis zien doorzoeken. Europol lijkt dus een louter administratieve instelling. Waarom zouden we er geen actieve Europese politiemacht van maken? Een Europese politiedienst die wel achter de criminelen aan mag, zonder eerst een omweg te moeten maken langs de lidstaten. Van de Sompel: “Een omvorming tot een politiemacht zoals de Amerikaanse FBI is op dit moment helemaal niet aan de orde. Het is zelfs een taboe om erover te praten, omdat het nog zeer gevoelig ligt bij de aparte lidstaten. Justitie en politie zijn dan ook de laatste bastions waar de lidstaten nog volledig soeverein zijn. Het oprichten van een volwaardige Europese politiemacht is als het monster van Loch Ness. Het komt af en toe eens boven water, maar uiteindelijk ziet niemand het ooit echt. Het idee wordt af en toe wel eens geopperd, maar het komt nooit op de agenda.”

samen weten we meer

Volgens Europol is elk lid van de Europese Unie verplicht om elke vorm van informatie met haar te delen. Maar natuurlijk is er een wezenlijk verschil tussen de theorie en de praktijk. Van de Sompel: “Ik ben onder de indruk van de werking van Europol. Maar natuurlijk zijn er punten die voor verbetering vatbaar zijn. Europol zou graag hebben dat de verschillende lidstaten spontaan hun informatie delen. Dit gebeurt niet altijd, Europol moet meestal om informatie vragen. Daar komt nog bij dat sommige lidstaten enkel informatie doorgeven als ze ons nodig hebben. Dit komt de doorstroom van informatie niet ten goede. Grote en machtige lidstaten hebben Europol helemaal niet zo vaak nodig. Deze landen hebben meestal al enkele samenwerkingsverbanden met hun buurlanden, die in veel gevallen gemeenschappelijke problemen kennen. Hierdoor is het niet zo belangrijk voor die landen om te investeren in de relatie met Europol. Ik denk dat het belangrijkste is dat we af moeten van het te vrijblijvend karakter en meer verplichtingen moeten invoeren. Voor mij mag het zelfs nog wat verder gaan. Met alle respect voor gegevensbescherming, individuele rechten en vrijheden, maar als politieman moet ik pleiten voor een meer verregaande samenwerking. Samen weten we meer dan elk apart, en daarom is Europol ook opgericht door Europa.”

De toekomst van de (euro)politie Het Verdrag van Lissabon biedt de mogelijkheid om een Europese openbare aanklager in het leven te roepen. Dit betekent dat Europa zelf onderzoeken kan uitvoeren. Bijgevolg zouden die gevoerd worden door een volwaardige Europese politiemacht. Maar is dit noodzakelijk? Fons Schoovaerts, commissaris van de Belgische Federale politie, denkt van niet: “Europol moet geen actievere rol spelen want de uitvoering van de onderzoeken kan je evengoed overlaten aan de lokale politiediensten. Maar Europol heeft wel degelijk een groot nut. Internationale criminaliteit zoals terrorisme kan je als land niet alleen bestrijden. Daar heb je diensten zoals Europol voor nodig om acties in verschillende landen op poten te zetten en te coördineren.”

Eurasmix talked to Roger Van de Sompel, Europol Liaison Officer for Belgium. He told us that Europol is not the European FBI, but rather an extensive intelligence service. With the help of the members of the European Union they collect information about international crimes. Europol analyses the information and provides advice to the countries that are involved. Countries can also turn to Europol if they want their support. Europol will then coordinate the investigation. One of their most successful investigations was one into an infamous Irish crime family. The biggest problem for Europol is the flow of information between their intelligence service and the European countries. Information is not always passed on and many countries do not like working with Europol. Van de Sompel is convinced that the cooperation between Europol and the EU countries will become more and more important and countries will start working together. Europol est l’organisation policière européenne. Elle a vu le jour en 1992. A ses débuts elle servait à lutter contre le trafic de drogue en Europe. Aujourd’hui elle défend les biens communs de l’Union européenne, par exemple l’euro. L’organisation est constamment à la recherche de criminels opérant dans l’Union européenne. Europol lutte contre le terrorisme, la traite d’êtres humains, le trafic de drogue et la prolifération de pornographie enfantine. Nous avons rencontré Roger Van De Sompel, Europol Liaison Officer pour la Belgique. Il représente la police fédérale belge au sein d’Europol. Il nous explique que l’organisation ne fonctionne pas comme un FBI européen, mais que c’est un vaste centre d’information. En collaboration avec les pays de l’Union, Europol récolte des informations sur des faits criminels qui se déroulent dans plusieurs pays européens. Par la suite Europol analyse les donnés et donne un avis d’enquête aux pays concernés. Si les pays le souhaitent ils peuvent demander de l’aide à Europol qui donnera son soutien et coordonnera l’enquête. Ainsi les pays concernés et Europol travaillent ensemble pour organiser des actions simultanées. Le problème est que l’échange d’informations entre Europol et les pays concernés ne se passe pas toujours comme il le faudrait. Europol aimerait que les pays de l’Union européenne donnent spontanément leurs infos. Malheureusement les pays veulent donner leurs informations que quand ils ont vraiment besoin d’Europol.

FR

Erasmix magazine

23


Erasmix magazine

24

Š Joost Goethals


“EU steunde dictatoriale regimes, dat moet nú veranderen”

In de Arabische wereld vallen dagelijks tientallen doden bij straatprotesten. Het volk maakt duidelijk dat het niet meer onder de huidige dictators wil leven. De nieuwe ontwikkelingen volgen elkaar in ijltempo op en vormen een eerste grote test voor het buitenlandbeleid van de Europese Unie sinds het Verdrag van Lissabon. De andere kant opkijken en de dictatoriale regimes steunen volstaat niet meer voor de EU. Tom Devroey

“De revolutie is een signaal van hoop”, zegt Saïd El Khadraoui, Belgisch Europarlementslid voor de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten. Hij is ondervoorzitter van de delegatie voor de betrekkingen met de vier Masjraklanden Egypte, Jordanië, Libanon en Syrië. Daardoor volgt hij de gebeurtenissen in de Arabische wereld op de voet. “Er is heel veel beweging in de regio en dat zorgt enerzijds voor nieuwe kansen. Het is daarom misschien een unieke gelegenheid om democratische hervormingen door te voeren in een aantal landen in die regio. Anderzijds is er nu heel veel onzekerheid en zal er daarom de komende weken en maanden nog heel veel moeten gebeuren. In Egypte bijvoorbeeld is dictator Hosni Moebarak dan wel verdwenen, maar er is helemaal nog geen democratisch alternatief.” Stephan Keukeleire, professor Europees Buitenlands Beleid aan de Katholieke Universiteit Leuven, vertelt dat de EU in het verleden wel geprobeerd heeft om achter democratische hervormingen te staan. “Eerst wilde de EU de hervormingen in de Arabische wereld ondersteunen, zoals ze dat ook deden bij de OostEuropese landen, maar al snel volgde ontgoocheling omdat de betreffende landen weinig vooruitgang boekten. Daardoor overheerste het gevoel dat het allemaal niet veel uithaalde. Belangrijker is bovendien dat er nu nog steeds heel wat lidstaten zijn die hun strategische belangen in de regio belangrijker vinden dan de democratisering. Hun nieuwe prioriteiten zijn sindsdien terrorismebestrijding, het behoud van stabiliteit in de regio en vermijden dat er extremistische islampartijen aan de macht komen.” El Khadraoui bevestigt dat de democratische gedachte meestal niet aanwezig was wanneer de Europese Unie toenadering zocht tot de Arabische wereld. “Wij hebben ons tot voor kort wel beziggehouden met die regio, maar op de manier zoals we dat al jaren deden. De EU ondersteunde er dictaturen om de stabiliteit in de regio te behouden en eigenlijk heeft ze zo te weinig aandacht gehad voor de democratische hervormingen, waardoor een grote hoeveelheid jonge mensen die zelf een mooie toekomst wilden,

gefrustreerd raakten.”

Steun aan de dictatuur

Een mooi voorbeeld van waar het vroeger misliep in het buitenlands beleid van de EU is de associatieovereenkomst die de Unie sloot met Tunesië. Dat akkoord dateert uit de jaren 90, toen de intussen verjaagde dictator Ben Ali er aan de macht was. De EU steunde op die manier een dictatoriaal regime om haar eigen economische belangen in de regio te beschermen. In ruil controleerde Tunesië de migratiestroom en bestreden ze terrorisme. Dat dergelijke overeenkomsten nu niet meer mogen kunnen, beseft Saïd El Khadraoui maar al te goed. “De EU zou, voor ze een akkoord sluit, ervoor moeten zorgen dat de betrokken landen aan minimale voorwaarden voldoen. Je kan wel zeggen dat we willen praten, maar enkel als er in ruil aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. We hadden met andere woorden een hardere houding moeten aannemen tegenover Tunesië, want als je allerlei voorwaarden in een tekst zet, maar achteraf niet nagaat of die gerespecteerd worden, heeft het geen zin een akkoord te sluiten.” Democratische hervormingen steunen is makkelijker gezegd dan gedaan, stelt Keukeleire. “Er zijn verschillende opties om dat te realiseren. Je zit ten zuiden van Europa met landen die niet democratisch zijn en je kan die bijvoorbeeld collectief sanctioneren of isoleren. Of een actief beleid voeren, zoals de VS dat met wisselend succes doet. Je kan ook bijdragen tot het democratisch proces door steun te verlenen aan oppositiepartijen en opposanten. Maar dat zijn allemaal zaken waarmee je de relaties met de landen in kwestie zeker niet zal verbeteren. Daar zit je dus met een paradox.”

Saïd El Khadraoui “De EU moet lessen trekken uit de fouten die we in het verleden gemaakt hebben”

© Saïd El Khadraoui

De Arabische revolutie blijft zich verder ontwikkelen. In Tunesië en Egypte zijn de regimes van Ben Ali en Moebarak omvergeworpen, en in Libië strijden Belgische F16’s aan de zijde van de opstandelingen tegen de huurlingen (?) van Khadafi. Ook in andere landen (Syrië, Jemen, ...) zwelt het protest aan. De grote uitdaging voor die landen is nu om de democratisering definitief in te zetten.

Om bij te dragen tot de democratisering, zegt Keukeleire, is een weloverwogen en geduldige strategie nodig. “In Tunesië en Egypte lijkt het voorlopig zo dat de democratisering van onderuit is gegroeid en is ontstaan vanuit de onvrede van het volk en niet bijvoorbeeld door de wil van de VS. Volgens mij kan de EU wel helpen door in bepaalde regio’s de economische ontwikkeling en de armoedebestrijding te ondersteunen. Misschien draagt dat op lange termijn wel evenveel bij tot de democratisering.”

Minder papier, meer daden

Het buitenlandbeleid van de EU naar de Arabische wereld is tot nu toe met andere woorden geen onverdeeld succes. Maar Europarlementslid Saïd El Khadraoui heeft er in ieder geval vertrouwen in dat de Erasmix magazine

25


Stephan Keukeleire “Catherine Ashton heeft niet de achtergrond, ervaring en persoonlijkheid van haar voorganger, Javier Solana” © Tom Devroey

EU nu in actie zal schieten. “We moeten lessen trekken uit de fouten die we in het verleden gemaakt hebben en de instrumenten voor ons buitenlandbeleid, zoals de Unie voor de Middellandse Zee en de bilaterale akkoorden, evalueren.” “In de samenwerkingsverbanden die we aangaan, zullen we ook veel meer de nadruk moeten leggen op die democratisering. Vroeger stond dat wel in de teksten, maar ter plaatse bleek dat geen effect te hebben. We moeten dus meer voorwaarden verbinden aan onze steun en ervoor zorgen dat de betrokken landen die respecteren. Ik pleit daarom voor het herbekijken van die documenten en het opstellen van een ambitieus economisch herstelplan voor de regio.” Een aantal Europarlementsleden uitte de afgelopen weken kritiek op het buitenlandbeleid van de EU. Ze vinden dat de Unie er niet in slaagt een consequent en efficiënt beleid te voeren. El Khadraoui denkt dat de huidige situatie het proces naar een eenduidig buitenlands beleid versneld heeft. “Akkoord, we hebben misschien wat traag gereageerd, maar nu zijn we echt in actie aan het komen.”

Marionet Ashton

El Khadraoui vindt dat in dat proces een belangrijke rol is weggelegd voor Catherine Ashton, die sinds het Verdrag van Lissabon Hoge Verantwoordelijke voor Buitenlands Beleid is. “Er is een evolutie aan de gang van 27 verschillende lidstaten met hun eigen buitenlandbeleid naar een soort van Ministerie voor Buitenlandse Zaken van de EU. Catherine Ashton moet die evolutie op gang brengen en ervoor zorgen dat de machine op volle toeren begint te draaien. Al beseffen we natuurlijk ook dat dat proces veel tijd vraagt.” Stephan Keukeleire beseft ook dat het nog te vroeg is om te zeggen dat de veranderingen van Lissabon niet werken. Maar hij is niet zo optimistisch als El Khadraoui. “We moeten nog enkele jaren wachten om te oordelen, maar voor mij is het toch al duidelijk dat niet alles na die hervorming positief is. Ik weet nog niet of de EU er in zal slagen om een eenduidig buitenlandbeleid te voeren.” “De structuren zijn in mijn ogen nog niet perfect omdat ten eerste een deel van de externe relaties van de Europese Commissie buiten de bevoegdheden valt van Catherine Ashton. Zo zit het ontwikkelingsbeleid nog altijd deels bij een andere commissaris. Hetzelfde geldt voor het uitbreidingsbeleid, het nabuurschapsbeleid en de handel. Ten tweede blijven de lidstaten elk apart een belangrijke rol spelen omdat ze niet willen dat hun buitenlandbeleid verdwijnt en wordt vervangen door een Europees buitenlandbeleid.” De kritiek op Catherine Ashton klinkt steeds luider. Haar reactie op de situatie in de Arabische wereld liet lang op zich wachten en was zeer voorzichtig. Ook haar relatie met de Raad van Ministers is problematisch. Grote landen als Frankrijk, Duitsland en zelfs het Verenigd Koninkrijk, die nog voor de Raad van Ministers met een verklaring naar buiten kwamen over de situatie in Egypte, willen haar niet te veel macht geven. Keukeleire is ook niet mals voor Ashton. “Een van de problemen is dat zij niet de ervaring en achtergrond en ook niet de persoonlijkheid heeft van haar voorganger Javier Solana.” Er is nog veel werk voor de EU op het vlak van buitenlandbeleid. Dat vindt ook El Khadraoui: “We mogen niet vergeten dat het buitenlandbeleid van de EU a work in progress is.” Erasmix magazine

26

© FETHI BELAID/AFP/Getty Images

Vriend van EhB-student komt om tijdens protesten in Tunesië Anouar Naili is 24 en woont in Tunesië, zijn neef Sami Naili is student aan de Erasmushogeschool Brussel. Tijdens de protesten in Tunesië hadden de neven vaak contact via Facebook. Anouar en zijn familie namen deel aan die protesten. Ze bleven zelf ongedeerd, maar zagen wel gruwelijke dingen. De politie en het leger sloegen de manifestanten op het hoofd en op het lichaam. Ze stampten mensen in het kruis en tegen de benen. “Mij hebben ze nooit geslagen”, vertelt Anouar, “maar mijn beste vriend is vermoord door de politie. Hij was nog maar 32 en deed niet echt iets verkeerds. Ben Ali was op dat moment al afgetreden en de politie was druk bezig iedereen te verjagen van de straat. De politie kwam hem tegen en heeft hem vastgeketend, een gebouw binnengesleurd en waarschijnlijk daar mishandeld. Ik heb mijn beste vriend nooit meer levend terug gezien.” Erg bang was Anouar niet tijdens de protesten, hij wist dat er beterschap op komst was. “Ik was niet bang, maar de situatie schrok me toch een beetje af. Er werd met rubberkogels geschoten en de politie spoot met traangas.” De situatie is op dit moment wel al beter, maar er moet nog veel veranderen. Anouar: “Ik nodig Europeanen uit om Tunesië te bezoeken. Er gaat veel veranderen en hier leven ook goede mensen.” (AS)


Mislukking en succes van het buitenlandbeleid van de EU Professor Europees Buitenlands Beleid Stephan Keukeleire van de KU Leuven bespreekt de relaties tussen de Europese Unie en de Arabische wereld aan de hand van vier fases. • Fase 1: Oliecrisis “Vanaf de jaren 70 begonnen de lidstaten van de EU samen te werken op het vlak van buitenlands beleid. Eén van de eerste wapenfeiten van dat beleid was een reactie op de oliecrisis van 1973. Ze spraken toen onder andere af dat ze de Arabische wereld serieuzer moesten nemen.” Deze goede voornemens verwaterden echter al snel in de maanden en jaren na die crisis. “Alle toenmalige lidstaten, behalve Frankrijk, schoven meer op naar het standpunt van de Verenigde Staten, die een meer afwachtende en negatievere houding tegenover de Arabische landen aannamen.”

• Fase 2: Barcelona-proces “Vanaf 1995 wilde de EU haar banden versterken met de gebieden rond de Middellandse Zee door middel van het Barcelona-proces, waarbij ze de betrokken landen financieel steunde om hun economie te versterken. Er ging veel aandacht naar de Oost-Europese landen, waarmee toen toetredingsonderhandelingen werden gestart. Frankrijk, Spanje en nog enkele andere lidstaten lieten op dat moment weten dat voor hen de landen ten zuiden van de Unie ook belangrijk waren.” “Die nieuwe samenwerking heeft echter weinig opgeleverd, op enkele uitzonderingen na, zoals die met Marokko. De reden van die mislukking is dat er enerzijds vanuit de EU weinig aandacht en budget naar dit project ging. Anderzijds kon de Unie de Oost-Europese landen een beloning beloven in de vorm van lidmaatschap en dat was niet mogelijk bij de Arabische landen.”

• Fase 3: Europees Nabuurschapsbeleid Zodra het grootste deel van de Oost-Europese landen lid was, wilde de Europese Unie zich toeleggen op de verbetering van de relaties met landen die geen lid konden worden. “Vanaf 2004 voerde de EU een nabuurschapsbeleid waarmee ze landen die bijvoorbeeld vooruitgang boekten op het vlak van democratisering, gingen belonen. Maar opnieuw was er relatief weinig vooruitgang.”

• Fase 4: Unie voor de Middellandse Zee Stephan Keukeleire haalt nog een laatste noemenswaardig initiatief aan. “In 2007 deed de Franse president Nicolas Sarkozy een oproep waaruit de Unie voor de Middellandse Zee ontstond. Hij wilde evenwaardige relaties tussen alle landen rond het Middellandse Zeegebied. De intussen gevluchte Egyptische president Moebarak moest daar een belangrijke rol in spelen, omdat ze hem zagen als de leider van de Arabische wereld.”

Successen Professor Keukeleire wil graag benadrukken dat de Unie ook veel goed werk levert. “Er zijn wel degelijk zaken waarover de EU een eenduidig standpunt heeft, zoals over Kosovo. En evengoed zijn er conflicten die de Unie goed heeft aangepakt. Ze heeft bijvoorbeeld een positieve rol gespeeld in Georgië, Oekraïne en in de Balkanlanden. De EU heeft daar immers door onderhandelingen een verdere escalatie van het conflict vermeden. Maar het grootste succes van de EU is nog steeds dat ze een grote bijdrage heeft geleverd om de hervorming van Oost-Europa na de val van de Muur op een vreedzame manier te laten verlopen.”

In the Arab world, tens of thousands of protesters risk their lives every day. They come out on the streets to give the clear signal that they no longer want to live under a dictatorship. The developments are proceeding fast and are a first big test for the new foreign policy of the European Union since the Treaty of Lisbon. Looking the other way and supporting the dictatorial regimes is no longer an option for the EU. According to Said El Khadraoui, Vice Chairman of the Delegation for relations with the Mashreq countries, the EU used to support the dictatorships in the Arab world. It was the EU’s way to keep a form of stability in the region. El Khadraoui also said that the EU reacted too slowly when the unrest in the Arab World began. After this false start, the EU took a more active stand. Slowly but surely, the foreign policy of the EU is being shaped. In this policy, there is an important role for the Vice President of the European Commission. Professor of European Foreign Policy Stephan Keukeleire says that in the past the EU already tried to install democracy in the Arab World, but unfortunately they failed. He doubts that the EU can come to a uniform foreign policy because the interests are different for every EU country. Keukeleire also doubts that Catherine Ashton is the right person for the job. She does not have enough knowledge about the subject and she also lacks experience.

EN

Les pays arabes comptent des dizaines de morts par jour dans les démonstrations antigouvernementales. Le peuple a fait comprendre qu’il ne veut plus vivre sous des régimes dictatoriaux. Les évènements se cumulent et forment un premier test pour la politique étrangère de l’Union européenne. Nier la situation et soutenir les régimes dictatoriaux n’est plus possible pour l’Union. Saïd El Khadraoui, Vice-président de la délégation pour les relations avec les pays du Mashrek (l’Egypte, la Jordanie, le Liban et la Syrie), raconte que l’Union européenne soutenait dans le passé les dictatures pour garder la stabilité dans ces régions et pour sauvegarder ses propres intérêts. Selon lui l’UE a réagi trop lentement aux événements qui se passent dans les pays arabes, mais aujourd’hui elle s’investit fortement pour y améliorer la situation. El Khadraoui est optimiste envers l’évolution de la politique étrangère de l’UE et ne doute pas qu’un jour elle sera unie. Stephan Keukeleire, professeur en Politique Etrangère de l’Union européenne à la KULeuven (université catholique de Louvain), nous apprend que dans le passé l’UE a voulu contribuer à la démocratisation des pays arabes. C’était un échec. Selon Keukeleire il n’est pas évident de soutenir la démocratie dans ces pays. En ce qui concerne l’évolution de la politique étrangère de l’Union européenne le professeur est moins enthousiaste que El Khadraoui. Pour lui Catherine Ashton, qui joue un rôle important dans cette évolution, manque de connaissances, d’expérience et de caractère par rapport à son prédécesseur.

FR

Erasmix magazine

27


Thema 5 - Justitie en Binnenlandse Zaken

Laat Europa België barsten?

Een splitsing van België? Niet zo gek meer als aanvankelijk gedacht. Uit Vlaamse hoek weerklinkt steeds vaker en luider de wil om onafhankelijk te worden. Uiteraard zou dat drastische gevolgen hebben voor België, maar hoe zit het op Europees vlak? Zal Vlaanderen zomaar kunnen toetreden tot de Unie? En kàn België eigenlijk splitsen? Samen met politicologen Dave Sinardet en Hendrik Vos gingen we op zoek naar het Europese antwoord op een Belgische scheiding. Tekst en foto’s: Emilie Laurent, Jolien Roelandt Hoe meer de regeringsvorming op zich laat wachten, des te groter wordt de roep om een onafhankelijk Vlaanderen. De Panorama-reportage ‘Plan B’, eind vorig jaar uitgezonden op de VRT, bewees al dat het mogelijk is, maar de rol van Europa kwam nauwelijks aan bod. Want hoewel de splitsing eerst en vooral de Belgen aangaat, mag de invloed ervan op Europa niet onderschat worden. “Symbolisch zou dit erg slechte reclame zijn voor Europa”, zegt Dave Sinardet, politicoloog en professor aan de Vrije Universiteit van Brussel (VUB) en de Universiteit van Antwerpen (UA). “Het feit dat een meertalig land splitst, bewijst dat een meertalige politieke situatie niet werkt. En dat is waar Europa nu net voor staat: meerdere culturen en talen die samenwerken.” Eurosceptici gebruiken de mogelijke splitsing van België maar al te graag om hun gelijk te halen. Als het al niet met drie verschillende gemeenschappen lukt, waarom zou het dan met 27 verschillende landen wel werken? “Dat is juist”, zegt Hendrik Vos, politicoloog en professor aan de Universiteit van Gent. “Eurosceptici verwijzen daar vaak naar, maar Europa is nu toch al een hele tijd bezig. Vandaag zijn er 27 lidstaten en dat gaat moeizaam, maar het blijft wel werken en vooruitgaan.” Europa vreest ook dat een Belgische splitsing voor een domino-effect zou zorgen. Naast de Vlamingen kent Europa nog verschillende andere bevolkingsgroepen die zich willen afscheiden. Denk maar aan Erasmix magazine

28

de Basken en de Catalanen in Spanje, de Schotten in Groot-Brittannië en de Corsicanen in Frankrijk. Het is niet ondenkbaar dat deze groepen de Vlaamse afscheuring zullen aangrijpen om zichzelf ook af te scheuren. Hendrik Vos: “Toen Romano Prodi nog voorzitter was van de Europese Commissie (n.v.d.r. 19992004) is er een parlementaire vraag gesteld over de mogelijke afscheiding van Wales. Het antwoord van de Commissie was dat ze die kwestie op dat moment zouden moeten bekijken, maar dat Wales zich dan naar hun gevoel buiten de EU plaatste.”

Lange weg naar erkenning

Hetzelfde geldt voor Vlaanderen indien het zich afscheurt. Wellicht zullen weinig landen Vlaanderen dan erkennen als staat. En net die erkenning is een belangrijke maatstaf voor de Europese Unie om Vlaanderen al dan niet toe te laten tot de Unie. Stel dat Vlaanderen een zetel zou krijgen bij de Verenigde Naties, dan kan de Europese Unie niets anders doen dan Vlaanderen te erkennen als staat, want dit is de ultieme erkenning. Maar daarmee is de kous niet af. Naast de internationale erkenning moet Vlaanderen ook voldoen aan een reeks voorwaarden die vastgelegd zijn in de criteria van Kopenhagen (zie kader). Vlaanderen voldoet aan alle voorwaarden, behalve aan één: de bescherming van minderheden. Vos: “Een van de indicatoren die daarvoor wordt gebruikt

Dave Sinardet “  Symbolisch zou een splitsing van België erg slechte reclame zijn voor Europa”


© Jolien Roelandt

Hendrik Vos “Er is nog nooit een land gesplitst binnen de Europese Unie. Dit wil zeggen dat we zouden moeten improviseren en dat is iets wat politici en diplomaten zeker zullen mijden”

is het Minderhedenverdrag van de Raad van Europa. Er wordt gekeken of je dat verdrag geratificeerd hebt. Vlaanderen doet dat niet. Ze zijn bang dat als ze dat Verdrag goedkeuren, ze nog meer rechten moeten geven aan de Franstaligen in de faciliteitengemeenten.” Europa tikte Vlaanderen eerder al eens op de vingers. Denk aan het voorval in 2008. Marino Keulen weigerde toen de burgemeesters uit Linkebeek, Kraainem en Wezembeek-Oppem te benoemen. Als Vlaanderen aan al deze voorwaarden voldoet, dan pas komt de kandidatuur terecht bij de Europese Raad. Hier moeten de 27 regeringsleiders het unaniem eens zijn over de toetreding van Vlaanderen tot de Unie. Maar ook dat vormt een probleem, want als Wallonië en Brussel verder gaan onder de naam België, krijgt Vlaanderen hoogstwaarschijnlijk al één tegenstem. Ook Frankrijk, Spanje en Groot-Brittannië staan niet te wachten op een Vlaamse toetreding vanwege hun eigen minderheden: het zogeheten domino-effect, zoals eerder vernoemd.

Splitsen, een goed idee?

Officieel heeft Europa niets te zeggen over een mogelijke splitsing van België, maar zal het er onrechtstreeks wel alles aan doen om het te voorkomen. “Er is nog nooit een land gesplitst binnen de Europese Unie. Dit wil zeggen dat we zouden moeten improviseren. Dat is iets wat politici en diplomaten zeker zullen mijden. Ze hebben liever dat er voorgeschreven regels zijn. Ze vermijden dus situaties waarbij je de geschiedenis moet gaan uitvinden”, zegt Vos. Een afscheuring impliceert bijna meteen dat Vlaanderen zich isoleert van de Europese Unie. Dit zou slecht zijn voor zijn economie, die grotendeels afhankelijk is van export. Vlaanderen zou zo zijn belangrijkste afzetmarkt (Wallonië) kunnen verliezen en andere landen zouden mogelijk kunnen volgen. Volgens Vos is het ondenkbaar dat Vlaanderen zich afscheurt. “Ik denk dat verstandige politici wel degelijk nadenken over de gevolgen van een afscheuring op Europees vlak. Volgens mij is dat één van de redenen waarom echt splitsen op dit moment geen optie is.” Met dank aan Jo Buelens, politicoloog en lector aan Erasmushogeschool Brussel.

EU-toetredingscriteria

De criteria voor toetreding werden vastgelegd op de Europese Raad van Kopenhagen in 1993 en twee jaar later verder aangevuld door de Europese Raad van Madrid: Politieke criteria: de nieuwe staat moet over stabiele instellingen beschikken die de democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten en het respect voor en de bescherming van minderheden garanderen. Economische criteria: de staat moet over een functionerende markteconomie beschikken. Bovendien moet het de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de EU het hoofd kunnen bieden. Het ‘acquis’: alle beslissingen die in de EU al genomen zijn, moeten worden overgenomen door de nieuwe lidstaat. Hij moet ook zijn administratieve structuren aanpassen zodat Europese regels gemakkelijker toegepast kunnen worden.

The separation of Flanders from the French part of Belgium is the current rumour in the international news. Is it a realistic scene to separate Flanders from Belgium? The demand for independence is growing larger and larger as the number of months without a government increases. We frequently hear that the separation will especially affect the Belgians, but no one has talked about the effect it would have on Europe. According to Dave Sinardet and Hendrik Vos, both political economists, Europe is no supporter of the division. «Symbolically, a separation is bad publicity for Europe», says Dave Sinardet. «The fact that a multilingual country is torn apart is often used to show that Europe cannot function.» Europe also fears that the separation will inspire other countries, such as the Basque Country and Catalonia in Spain. They also have a history of conflict on the topic. Flanders would also face numerous difficulties to rejoin the European Union. On the one hand they have to be recognized as a country by the United Nations. On the other hand they have to meet all the conditions that are imposed by the Union to be allowed to join it. One of those conditions is respecting minorities, something that Flanders does not do. This refers to the event in which Marino Keulen refused to appoint the mayors of Linkebeek, WezembeekOppem and Kraainem. The event brought about a lot of comment in the media. Ultimately the Flemish candidacy would have to be approved by all 27 member states. If one country refuses, Flanders cannot join the EU. It is highly unlikely that the Walloons and French-speaking people in Brussels will approve. Neither will countries such as the United Kingdom and Spain.

EN

Le scénario d’une Flandre qui se détache de la Belgique est-il bien réaliste? Les Flamands clament de plus en plus fort leur indépendance au fur et à mesure que les mois sans gouvernement augmentent. Alors qu’on évoque souvent comment une séparation toucherait les Belges, personne n’a encore parlé des conséquences pour l’Europe. Selon Dave Sinardet et Hendrik Vos, tous deux politicologues, l’Europe n’est pas partisane. «Symboliquement, une séparation serait très mauvaise pour l’image de l’Europe», explique Dave Sinardet. «Le fait qu’un pays polyglotte se divise, prouve qu’une politique de multilinguisme à l’image de l’Union européenne ne peut pas fonctionner.» De plus, l’Europe craint qu’une séparation inspirerait d’autres mouvements séparatistes dans d’autres pays européens, comme les Basques et les Catalans en Espagne.

FR

De surcroît, la Flandre aurait beaucoup de difficultés à rejoindre l’Union européenne. En effet, d’une part elle doit être reconnue en tant que pays par l’ONU et d’autre part, elle doit répondre aux conditions d’affiliation imposées par l’Union européenne. Or on sait déjà qu’elle ne respecte pas les minorités. Souvenez-vous de l’incident avec Marino Keulen qui refusait de nommer les bourgemestres de Linkebeek, Kraainem et Wezembeek-Oppem. Par conséquent, si la Flandre voulait se joindre à l’Union européenne, sa candidature devrait être approuvée par les 27 pays membres. Si un état membre s’oppose, l’adhésion de la Flandre serait refusée. Erasmix magazine

29


Het is (niet) leuk als je de duurste bent

Uit verschillende onderzoeken van de consumentenorganisatie Test-Aankoop blijkt dat de Belg gemiddeld 44,25 euro per maand voor zijn aansluiting betaalt, terwijl het Europese gemiddelde met 36,89 euro toch wel een stuk lager ligt. Volgens Jethro Seghers, hoofd ICT aan de Erasmushogeschool Brussel, hebben de hoge prijzen te maken met het beperkte aantal spelers op de markt: “België hinkt achterop. Belgacom en Telenet domineren de markt en zorgen via onderlinge afspraken dat andere providers hen niet kunnen beconcurreren”, aldus Seghers. “De dominante marktpositie van het duopolie zal in de toekomst zeker niet afnemen. Pas als Europa algemene maatregelen neemt en quota’s oplegt aan alle Europese landen komt hier verandering in. Maar dat zal nog lang duren. Belgen zijn, volgens mij, de hoge prijzen al gewoon.” Van een hooggeplaatste bron in de Europese Commissie krijgen we bevestiging: “Dat er onderlinge afspraken gemaakt worden in België is onbetwistbaar. Doordat de staat meer dan de helft van de aandelen van Belgacom bezit, is de situatie zelfs nog ingewikkelder.”

Cijfers liegen niet

Als we een vergelijking maken met andere Europese landen, zien we dat de prijs elders op een meer democratische manier wordt bepaald. Met name door concurrentie en de wisselwerking tussen vraag en aanbod. In België is de situatie zeer tegenstrijdig. In een dossier van Test-Aankoop lezen we dat Belgacom en Telenet de prijs kunstmatig hoog houden. De twee grootste internetproviders van België doen dit door de prijs van de internetsnelheid weliswaar te verlagen, maar de downloadsnelheid tegelijk te verhogen en daar een forse meerprijs voor aan te rekenen. Een voorbeeld: voor 4 Megabit per seconde (zeer traag internet) betaalde je vroeger 10 euro. Dat komt neer op 2,50 euro voor 1 Mbps. Door de jaren heen plaatsten internetgebruikers steeds grotere bestanden online. Het internet is mee geëvolueerd en sneller geworden. Telenet en Belgacom maken hier gebruik van en verlagen de prijs voor 1 Megabit per seconde naar 1 euro. Dit lijkt voordelig, maar dat is het niet. Ze verhogen namelijk de downloadsnelheid van 4 Mbps naar 10 Mbps. Hierdoor betaal je dus nog altijd 10 euro, Erasmix magazine

30

wat evenveel is als vroeger. Terwijl in de meeste andere Europese landen de prijs gedaald is. Laat je dus niet te snel beïnvloeden door de reclamecampagnes, zoals die van Telenet: ‘Het is leuk als je de snelste bent’, maar niet als je daarvoor een pak meer moet betalen dan in onze buurlanden.

‘Digitale Agenda’, de verlosser?

De Europese Commissie heeft in 2010 een ‘Digitale Agenda’ opgesteld. Dit is een actieplan dat moet zorgen voor meer gelijkheid met betrekking tot informatie en communicatie in Europa. Digitale innovatie en economische ontwikkeling zijn de belangrijkste thema’s als we naar de doelstellingen kijken waaraan het internet moet voldoen. Deze thema’s zijn verwerkt in zeven concrete doelstellingen, waarvan we er enkele belichten. Zo zal tegen 2013 elke Europeaan kunnen beschikken over een basispakket (onbeperkt internet voor een vast bedrag per maand) . In 2015 zal Europa één digitale markt zijn, waar 50 procent van de Europeanen online winkelt en 20 procent van de bevolking zelfs buiten de landsgrenzen online gaat shoppen. Ook moet er tegen 2020 toegang zijn tot veel sneller internet (30 Mbps of meer). Dit moet samen met de concurrentiële markt zorgen voor lagere internetfacturen in de hele Europese Unie.

© Jethro Seghers

Ruim tien jaar geleden was België de snelste en goedkoopste Europese aanbieder van breedbandverbindingen op het internet. Dankzij zijn kleine oppervlakte, hoge bevolkingsdichtheid en gunstige ligging in Europa had België zelfs een telecomparadijs kunnen worden. Maar helaas, het mocht niet zijn. Door de jaren heen zijn we op het vlak van prijs voorbijgestoken door bijna elke lidstaat van de Europese Unie. De Europese Commissie wil daar nu verandering in brengen met de ‘Digitale Agenda’, een nieuw actieplan om elke lidstaat een gelijke kans te geven in dit digitale tijdperk. Stefan Kessels, Hans Van Puyenbroeck - Foto: Emilie Laurent, Jolien Roelandt

Jethro Seghers “  Belgacom en Telenet domineren de markt en maken onderlinge afspraken”

wat met belgië?

Veel van die beleidslijnen zijn gericht op sneller internet, maar België is al een van de snelste lidstaten binnen de Unie. Anne Everard, hoofd van de cel Telecom bij minister van ICT Vincent Van Quickenborne (Open VLD) legt uit: “De concurrentiestrijd tussen de twee grote spelers, Belgacom en Telenet, heeft er wel voor gezorgd dat België de beste internetsnelheid heeft in Europa. We zitten al aan 30 Mbps. Voor de andere EU-landen is dit een doelstelling die behaald moet worden voor 2020.” Het probleem in ons land ligt bij de prijs die we betalen voor internettoegang. Dat Telenet en Belgacom de markt in handen hebben, daar bestaat ondertussen geen twijfel meer over. Maar volgens de twee grote internetproviders zijn we verkeerd geïnformeerd. Telenet: “Er moet gekeken worden naar de verschillende basispakketten en niet naar het algemene kostenplaatje. De statistieken van Test-Aankoop zijn geen goede maatstaf.” De reactie van Belgacom was

Test-Aankoop “  Belgacom en Telenet houden de prijs kunstmatig hoog”


© Anne Everard

Anne Everard “  België is soms 50 tot 100% duurder dan andere Europese landen”

nog merkwaardiger. “Wij zitten onder het Europese gemiddelde.” Everard spreekt dit duidelijk tegen: “In België is internet soms 50 tot 100 procent duurder dan in andere Europese landen, dat is waar. De Belgische overheid, die voor de helft eigenaar is van Belgacom, verdient 300 à 400 miljoen euro aan haar aandelen, dus ergens is ze mee schuldig aan de hoge prijzen.” Toch past België de ‘Digitale Agenda’ toe. De overheden moeten er volgens die agenda voor zorgen dat internetgebruikers optimaal en risicoloos gebruik Grâce à sa petite superficie et sa haute densité de population, la Belgique aurait pu être un paradis pour l’Internet. Malheureusement, le contraire est vrai. Nous sommes parmis les pays les plus chers. Selon Test-Achats nous payons environ 44,25 euros par mois pour une connexion, tandis que la moyenne européenne est de 36,89 euros par mois. Quand on regarde la vitesse de connexion internet (Mbps) on voit que le prix a baissé. Logiquement ceci impliquerait une baisse de prix pour l’internet en général.

FR

Seulement en Belgique, Telenet et Belgacom ont décidé d’augmenter la vitesse de téléchargement ce qui leur permet de demander plus. Pensez à la campagne publicitaire de Telenet: “C’est bien de savoir qu’on est le plus rapide”. Selon Dirk Appelmans, porte-parole de l’Institution Belge des services Postaux et des Telecommunications (IBPT), Telenet et Belgacom font concorder leurs tarifs de façon à éviter d’autres fournisseurs de les concurrencer.

kunnen maken van het internet. “Naar aanleiding hiervan hebben mediaregulatoren, waaronder het BIPT (Belgisch Instituut voor Post en Telecommunicatie), eind december 2010 een voorstel ingediend om de kabellijnen open te stellen om zo meer concurrentie op de markt te brengen”, zegt Everard. “Dit is absoluut een stap in de goede richting. België zou op deze manier competitiever worden en de vrije markt bevorderen. Doordat er meer concurrentie op de internetmarkt is, zal ook de consument meer beschermd zijn tegen de prijsverhogingen. Hij zal hierdoor op termijn voordeliger internet verkrijgen.” Thanks to its small size and its dense popula- EN tion Belgium could be a telecom paradise. We are, however, one of the most expensive countries in this respect. According to Test-Aankoop, we pay 44.25 euros a month for our internet connection, while the European average is 36.89 euros. When we look at the speed of the internet (Mbps) we notice that the price has fallen. The price reduction of the Mbps should mean a decrease of the internet price in general. Belgium, however, dominated by Belgacom and Telenet, did not lower the price. The internet giants have decided to increase the speed of the internet so that they can ask more money. Telenet has a commercial that says: «It’s nice to know you’re the fastest.» According to Dirk Appelmans, representative of the Belgian Institute for Postal services and Telecomunications (BIPT), Belgacom and Telenet compare their prices against the competitors so that other small companies cannot compete with them. Erasmix magazine

31


Erasmix magazine

32

Š Jolien Roelandt en Emilie Laurent


Hoe homo(on)vriendelijk is de Europese Unie? Pers Bogomazov was in de Letse hoofdstad Riga samen met zijn vriend na een feestje op weg naar huis toen hij door onbekenden werd uitgescholden en aangevallen. Het koppel kwam er met de schrik vanaf door snel in een taxi te duiken. In West-Europa komt dit soort fysieke homofobe aanvallen minder voor, in sommige nieuwe EU-lidstaten is het nog schering en inslag. De overheid grijpt er zelden in. Litouwen probeerde onlangs zelfs een discriminerende homowet in te voeren. Is er nood aan een Europese homofobiewetgeving? Mathieu Goedefroy, Pieterjan Huyghebaert, Hans Van Puyenbroeck Foto’s: Emilie Laurent, Jolien Roelandt

LITOUWEN

Litouwen probeerde onlangs een discriminerende homowet in te voeren. ‘Publieke promotie’ voor homoseksualiteit zou strafbaar worden met boetes tot 2.900 euro. Deze wet werd intussen door Europa teruggefloten. “Het is schandalig dat een Europese lidstaat als Litouwen zoiets probeert door te voeren”, zegt Vanackere. “De situatie in Litouwen is niet nieuw”, aldus Joël Le Deroff van homolobbyorganisatie ILGA. “In het onderwijs wordt heteroseksualiteit volop gepromoot en wordt homoseksualiteit als abnormaal beschouwd. Expliciet staat er niets homofoobs in de wet, maar in de praktijk ondervinden veel homo’s er nadelen van. Er is dus nood aan een Europees homobeleid.” Bulgaars onafhankelijk Europarlementslid Dimitar Stoyanov is het daar niet mee eens. “Met zo’n plan creëer je privileges voor specifieke sociale groepen. Privileges impliceren automatisch ongelijkheid voor degene die deze privileges niet bezit.” Daarnaast zijn volgens hem de homorechten voldoende beschermd. “Voor seksuele geaardheid is gelijkheid wettelijk geregeld en dat wordt voldoende nageleefd.” Stoyanov weigerde het Litouwse voorstel in het Europese Parlement terug te fluiten. “Ik kan een wetsvoorstel niet veroordelen. Wetsvoorstellen vallen

© Joël Le Deroff

voor mij onder vrijheid van meningsuiting, of die nu verwerpelijk zijn of niet. Ik ben er overigens zeker van dat een moderne democratische samenleving zo’n voorstellen nooit zal uitvoeren.”

ANTI-DISCRIMINATIERICHTLIJN

Cavaria ijvert al jaren voor een Europese anti-discriminatierichtlijn. Die richtlijn ligt al sinds 2008 op tafel, maar is er nog steeds niet. “Wij hadden gehoopt dat het Belgische voorzitterschap een verschil zou maken”, zegt Steffens. “Ons land heeft altijd een voortrekkersrol gespeeld op het gebied van homorechten. Jammer genoeg is de resolutie voorlopig bevroren.” Volgens ILGA Europe is het grote probleem dat de Europese Raad dit voorstel unaniem moet goedkeuren. “Unanimiteit is onhaalbaar als er landen blijven dwarsliggen. Momenteel heerst er een eurosceptische sfeer. Heel veel overheden zijn bang om hun macht te verliezen aan Europa en werken daarom amper mee.” Een van de opvallendste landen die de resolutie hebben tegengehouden, is Duitsland. De resolutie ging naast homorechten ook over de gelijkheid voor bijvoorbeeld personen met een handicap. “Duitsland liet duidelijk blijken dat het niet bereid is op te draaien voor de infrastructuur- en begeleidingskosten voor personen met een handicap. Zo blijven de holebi’s uiteraard ook in de kou staan.”

Joël Le Deroff “  In het Litouwse onderwijs wordt heteroseksualiteit volop gepromoot en wordt homoseksualiteit als abnormaal beschouwd”

© Michiel Vanackere

Pers staat niet alleen, ook Dylan Drenk kan er van meespreken. Hij is een vijftal jaar geleden van de Verenigde Staten naar Nederland verhuisd. “Hier ben ik als homo ook al geplaagd geweest, maar in de VS is het veel erger. Ik wil liever niet meer terug.” In West-Europa valt het volgens hem nog mee. Een vriend van hem is recent van Bulgarije naar Nederland verhuisd, omdat hij daar herhaaldelijk fysiek aangevallen werd. “In België zijn holebi’s wettelijk goed beschermd, maar dat is niet overal in Europa zo”, zegt Mieke Steffens van holebi-organisatie Cavaria. “In landen zoals Litouwen, Polen en Bulgarije is dat een echt probleem.” Michiel Vanackere van ‘Wel Jong, Niet Hetero’ treedt haar hierin bij: “Europa is een sociaaleconomisch project en nu weegt vooral het economische zwaar door. Op sociaal vlak lijkt het alsof de lidstaten hun zin kunnen doen.”

BETERSCHAP

Zelfs zonder een sluitende homofobiewetgeving kan Europa in principe optreden. “Vaak worden bij homofobe wetsvoorstellen andere Europese wetten overtreden”, aldus Le Deroff. Het Verdrag van Lissabon bijvoorbeeld bepaalt dat de EU discriminatie op vlak van onder meer seksuele voorkeur moet bestrijden. “Europa kan een lidstaat dan in principe voor het Europees Hof van Justitie brengen.” Jammer genoeg blijft dit al te vaak dode letter. Toch is de toestand niet hopeloos. “In Polen bijvoorbeeld is een zeer goede evolutie aan de gang”, zegt Le Deroff. “Onder de populistische regering van Lech Kaczynski werden homorechten tegengehouden. Tegenwoordig wordt de Poolse politie getraind om op te treden tegen homofobe aanvallen.”

Michiel Vanackere “Het is schandalig dat een Europese lidstaat zoiets probeert door te voeren” Erasmix magazine

33


EU hinkt op twee (dure) benen

Het is al sinds het Verdrag van Maastricht uit 1992 dat Europa die parlementen heeft. Straatsburg is de officiële zetel van het Europees Parlement. Twaalf keer per jaar komen de 736 Europarlementariërs hier samen voor een plenaire zitting. Bijeenkomsten van de commissies, de politieke fracties en extra vergaderingen vinden echter plaats in Brussel. Die maandelijkse verhuis van Brussel naar Straatsburg en terug staat al langer ter discussie. Vele Europarlementariërs vinden het tijd- en geldverlies. De universiteit van Zürich heeft onlangs, in opdracht van het Britse liberale Europarlementslid Edward McMillan-Scott, deze controversiële zetelkwestie eens afgetoetst bij de Europese parlementsleden en hun personeel. En wat blijkt: 88 procent onder hen wil de vergaderlocatie in Straatsburg afschaffen en 91 procent wil alle activiteiten van het Europees Parlement centraliseren op één werkplek: Brussel. Ook de Belgische groene Europarlementariër Bart Staes heeft meegewerkt aan dit onderzoek. “Mocht er één zetel zijn, dan besparen we jaarlijks zo’n 180 miljoen euro en kunnen we de C02-uitstoot met 19.000 ton terugdringen”, zegt Staes. “Elke maand moeten nu zeven vrachtwagens naar Straatsburg rijden met koffers vol dossiers om na een week al terug te keren.”

‘STRESSBURG’

Voorts blijkt ook dat 40 procent van de EuroparleErasmix magazine

34

mentariërs zou ‘lijden’ onder de slechte accommodatie en werkomgeving in Straatsburg. Ze kunnen daardoor minder efficiënt werken en zijn sneller vermoeid. Daarbij komt ook nog eens dat de hele verhuis zwaar doorweegt op hun familieleven. Straatsburg wordt in de wandelgangen dan ook vaak ‘Stressburg’ genoemd. “Een plenaire week is uiteraard intensief, maar het onnodig heen en weer reizen en het feit dat we moeten werken buiten de normale kantooromgeving, maken de zaken nodeloos complex”, zegt het Belgische Europarlementslid Frieda Brepoels (N-VA). Ook de Nederlander Peter van Dalen (ChristenUnie) is het reizen grondig beu. “Alle EU-instellingen zitten in Brussel, dus moet het Europees Parlement daar ook zijn. Het idee dat Straatsburg nodig is om de verzoening tussen Duitsland en Frankrijk te symboliseren, is achterhaald. Dat is een item uit de vorige eeuw.”

HET FRANSE VERZET

En daar knelt het schoentje. Heel wat Franse Europarlementsleden willen Straatsburg niet zomaar opgeven. Zij vinden dat de stad in de Elzas moet blijven fungeren als zetel voor het Europees Parlement, vanwege de symboliek. Maar ook economische motieven spelen een rol. Vooral de horeca en het toerisme in de streek profiteren van de zetel van het Europees Parlement. Om hem definitief in Brussel te vestigen, moet de Europese Raad een verdragswijziging unaniem goedkeuren. Of Frankrijk hiertoe ooit bereid zal zijn, is zeer de vraag.

© Wikipedia

180 miljoen euro. Dat is het bedrag dat wij, als Europese burgers, jaarlijks te veel moeten betalen aan Europa omdat er twee parlementen zijn: één in Straatsburg en één in Brussel. Uit een rondvraag bij de Europese parlementsleden en hun medewerkers blijkt nu dat ruim 90 procent onder hen weg wil uit Straatsburg en alle activiteiten wil centraliseren in Brussel. Dat bespaart niet alleen een hoop geld, maar is ook nog eens veel beter voor het milieu. Elk jaar zou er dan zo’n 19.000 ton minder CO2 worden uitgestoten. Christophe D’Huysser - Foto: Emilie Laurent, Jolien Roelandt

Bart Staes “Elke maand moeten zeven vrachtwagens naar Straatsburg rijden met koffers vol dossiers om na een week al terug te keren”


Europa lust Broodje Aap Geruchten en halve waarheden leiden soms tot de mooiste verhalen over de Europese regelzucht. Vooral de Britse media springen nogal losjes om met EU-verslaggeving.

Brandweer moet weer trappen lopen

The Newcastle Journal en The Daily Mail luiden in juni 2002 – letterlijk – de alarmbel: “Firemen have saved precious seconds by sliding down a pole to the ground floors of their fire stations for almost 200 years. But now, due to new European safety directives, they are being ordered to walk down the stairs instead.” In het licht van de ‘EEC Working Conditions Regulations 1992’ heeft het brandweerkorps van Gloucestershire de vertrouwde paal alvast opgeborgen. Bedoeling is verwondingen en schadeclaims te vermijden. Reactie van de EC: Er bestaat helemaal geen ‘EEC Working Conditions Regulations 1992’. Er zijn wel aanbevelingen in verband met de gezondheid en veiligheid van werknemers, maar daarin staat nergens dat brandweermannen de trap moeten nemen in plaats van de paal...

Britten betalen zich blauw aan Brussel

Op 9 augustus 2009 schreeuwt News of the World onder de kop “Britain’s payments to Brussels have rocketed by more than £500 MILLION a year” moord en brand over de Britse bijdrage aan de geldverslindende EU. De Britten zullen maar eventjes 16.3 miljard pond moeten ophoesten, een half miljard méér dan het jaar voordien. Reactie van de EC: Wat flauw... News of the World ‘vergeet’ voor het gemak dat EU-bedragen uitgedrukt zijn in Euro, niet in Pond (£). En dat Groot-Brittannië van die 16.3 miljard Euro onmiddellijk 6.25 miljard terugkrijgt door “the UK rebate”, ook wel ‘de Britse korting’ genoemd. Het is ook simplistisch en pervers om de EU te herleiden tot een prijskaartje. Een hele reeks voordelen zijn moeilijk in geld uit te drukken, zoals deel uitmaken van een eengemaakte markt met 500 miljoen mensen of een veiligere en schonere omgeving. “It’s like saying that it costs money to buy a house without saying that you need a house in the first place and that you would be in a much worse situation without it!”

Handen af van borsten barmeisjes!

“Hands off our barmaids’ boobs!” bloklettert The Sun op 4 augustus 2005. De EU zou de oorlog verklaard hebben aan rondborstig barpersoneel en hen verbieden nog diep uitgesneden topjes te dragen. “Po-faced penpushers have deemed it a HEALTH HAZARD for bar girls to show too much cleavage.” Ook de Brusselse Euro-bureaucraten hebben een vinger in de, euh, pap. “And in a daft directive that will have drinkers choking on their pints, Brussels bureaucrats have ordered a cover-up. They say barmaids run a skin cancer risk if they expose themselves to the sun when they go outside to collect glasses.” Ene Annie Powell (cupmaat onbekend) van de Real Ale Group Camra haalt fors uit: “It’s just another blatant example of Europe gone mad.” Reactie van de EC: Zucht…

EU wil zwarte doos in elke wagen

Op 1 november 2009 gaat ook de serieuze krant The Times ferm uit de Europese bocht: “The European Union is drawing up plans for aircraftstyle black box recorders to be fitted to all cars to help the police identify who is responsible for crashes.” De aanbeveling is het resultaat van een driejarige studie, waarvoor de EU-commissie Transport maar liefst 3 miljoen euro veil had. Reactie van de EC: Verwed er je wagen niet op! Zonder meer fout – er is geen enkel voorstel in die richting.

Kent en Sussex liggen voortaan in Frankrijk

Op 4 september 2006 heeft de Daily Mail weet van een nieuwe landkaart “drawn up from Brussels” waardoor enkele Britse graafschappen zonder verpinken bij Frankrijk worden ingelijfd. Ook The Sun luidt ijverig mee de noodklok en schudt de natie wakker met “Wolf at door”. We lezen even mee: “For centuries the people of Kent have called their county the Garden of England. So they might find it quite a surprise that - according to the European Union at least - they are actually part of France.” Reactie van de EC: Broodje aap, zeg maar gorilla. De EU is niet van plan “to wipe Britain off the map.” De databank waarnaar (foutief) verwezen wordt moet vooral helpen om het milieu te beschermen tegen o.m. pollutie, overstromingen, bosbranden en o.m. biodiversiteit bevorderen, “not redraw the map of Europe.”

Geen been meer voor Blacky!

Zelfs de BBC durft Europa wel eens ‘vrij te vertalen’, weliswaar mét een mooie woordspeling: “Dogs in mid Wales have a bone to pick with officials after they ordered butchers not to give customers bones to take home for their pets. Ceredigion County Council has written to shop owners about a new European Union directive restricting the supply of bones and trimmings, which have for years been regarded as a canine treat”, zo meldt BBC News Online op 25 mei 2004. Reactie van de EC: De EU Animal By-Products Regulation waakt over de veilige verwerking van dierlijke resten die niet bedoeld zijn voor menselijke consumptie en wil zo het risico verminderen op o.m. mond-en-klauwzeer en gekkekoeienziekte. Het weerhoudt de slager er niet van om hondenbaasjes een lekkere kluif toe te stoppen, “provided the bone has not already been thrown away.”

New year, same…

6 januari 2011. James Morrison, kabinetschef van EU-buitenlandminister Catherine Ashton schrijft een brief aan The Telegraph: Sir – A new year but the same distortion in your story about Catherine Ashton’s attendance record at European Commission meetings… Erasmix magazine

35


Campus Dansaert: studeren in het hart van Europa Erasmus University College, in the very heart of the European capital, organizes Excellence degree in European Journalism

A postgraduate course of 1 semester and 30 ECTS credits For bachelors and masters in journalism and professional journalists from Belgium and beyond

Start September 2011 Course language: English With a strong emphasis on journalistic production in a cross media newsroom

For more information see: http://www.erasmushogeschool.be/en/content/postgraduates-courses

Campus Dansaert, Zespenningenstraat 70, 1000 Brussel, www.campusdansaert.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.