1 minute read

02 De Verkeersruimte

Next Article
07 Referenties

07 Referenties

Binnen de bouwkunde verstaan we onder verkeersruimte de ruimte in een gebouw die je gebruikt om van de ene de ruimte een andere ruimte te bereiken. Deze ruimten hebben geen verblijfsfunctie omdat deze vaak slechts tijdelijk benut worden voor het bereiken van een ruimte met wel een verblijfsfunctie. Voorbeelden van verkeersruimte zijn een hal, gang, overloop, trappenhuis, buitentrap, vluchttrap, lift, galerij. Verkeersruimte kan echter ook onderdeel zijn van een verblijfsruimte en hoeft niet afgebakend te zijn door wanden (de Vree, 2015). Verkeersruimte maakt deel uit van het BVO (bruto-vloeroppervlak), NVO (netto-vloeroppervlak) en GO (gebruiksoppervlak) van een gebouw. De horizontale verkeersoppervlakte is gelijk aan de som van de GO van de binnenruimten, die per bouwlaag hoofdzakelijk voor verkeersontsluiting of verkeersafwikkeling dienen. Binnen commercieel vastgoed maakt de horizontale verkeersruimte ruim 9% van het totale BVO van een gebouw uit. Deze ruimte wordt vaak alleen gebruikt voor het verbinden van de overige verblijfsfuncties (De ruimtebehoefte, 2015).

De verkeersruimte in scholen

Advertisement

De algemene uitleg over verkeersruimte geldt ook voor de “schoolgang”. Binnen scholen verbindt deze verkeersruimte klaslokalen met elkaar en zorgt voor een duidelijke verkeerscirculatie door het gebouw. Vaak wordt de gang gebruikt voor het ophangen van jassen of worden hier schoolkluisjes ondergebracht.

Zoals Jan Gehl in zijn boek ‘Life Between Buildings’ stelde wordt de openbare ruimte tussen de gebouwen verwaarloosd terwijl hier juist de sociale interactie plaatsvindt waar wij als mensen zo veel behoefte aan hebben. Deze constatering geldt ook voor de verkeersruimte in scholen. In de ruimte tussen de lokalen ontmoeten leerlingen van verschillende leeftijden elkaar en deze ruimte kan zo veel meer dan alleen functies verbinden wanneer deze goed is ontworpen. Voor het ontwerpen van verkeersruimte in scholen is door het Waarborgfonds & Kenniscentrum Ruimte-OK

(2016) een kwaliteitskader opgesteld. Volgens dit kwaliteitskader dient de verkeersruimte minimaal te voldoen aan de volgende eisen:

[1] Wanden en ruimten langs verkeersruimten zijn voorzien van ramen (sociale controle).

[2] Logistiek van het gebouw is afgestemd op gebruikstijden van (afzonderlijke) gebruikersgroepen.

[3] Bruto-netto factor ligt tussen 1,35 -1,45 (verhouding Bruto Vloer Oppervlak en Functioneel Nuttig/Netto Oppervlak).

[4] Gangen die (indien onderdeel pve) gebruikt worden voor het geven van onderwijs zijn minimaal drie meter breed.

[5] Looproutes in het gebouw zijn kort en duidelijk (sociale veiligheid).

[6] Gebouw heeft duidelijke structuur waarin gebruikers zich gemakkelijk kunnen oriënteren.

[7] Netto breedte van verkeersruimte voor loopverkeer, exclusief garderobe/ werkplekken, is tenminste 1.80 m

This article is from: