1 minute read
4.7 Ruimtelijke ordening
In Mouro et al (2017) wordt onderzocht welke type omgeving de meeste mensen prefereren voor rust en een gevoel van veiligheid. Dit zijn menseli- jke basisbehoeften die ook voor de leeromgeving gelden. In dit onderzoek wordt gekeken naar de evolutionaire oorsprong voor de voorkeur van bepaalde landschapsaspecten en hoe deze zich vertalen naar de hedendaagse bebouwde omgeving. De Savannah hypothese stelt dat wij als mensen een evolutionair verklaarbare voorkeur hebben voor een omgeving met open vlakten en verspreide beplanting. Dit vertaalt zich in de hedendaagse bebouwde omgeving naar een voorkeur voor een duidelijke opzet van de ruimte met lange zichtlijnen en open plekken waarbij het uitzicht niet verstoord wordt. In deze ruimte moeten echter wel nissen en afgesloten hoeken worden aangebracht, zodat terugtrekken naar een minder sociale setting mogelijk is.
Aldo van Eyck (2008) heeft het in zijn onderzoek over het tweelingfenomeen. Hij gaat uit van twee complementaire aspecten binnen een geheel met een wederkerige in plaats van een hiërarchische relatie. Deze tegenpolen versterken elkaar zoals zwart en wit, man en vrouw of individu en gemeenschap. De ruimte die tussen deze twee tegenpolen ontstaat is de ruimte waar je ze allebei kan ervaren. Van Eyck beschouwt dit als “volwaar- dige” plekken. Dit vertaalt zich in schoolontwerpen in een polycentrische leeromgeving met autonome ruimten. Scholen worden ontworpen als een kleine stad waarbij de hiërarchie tussen groot en klein, geheel en deel doorbroken wordt. Dit is nodig om alle onderdelen als geheel te laten functioneren binnen een school.
Advertisement
Volgens Hertzberger (2008) moet een leeromgev- ing aan de volgende ruimtelijke eisen voldoen:
• De afscheidingen tussen de leerplekken moet een akoestische en visuele barrière zijn.
• Verschil in vloerhoogte geeft zones aan waar studenten zich naar kunnen oriën- teren.
• Het verschil in de plafondhoogtes maakt onderscheid tussen meer openbare en private ruimte wat inspeelt op de behoefte van de studenten wanneer indivi- dueel gewerkt moet worden.
• Door het aanbrengen van vides kunnen verticale zichtlijnen gecreëerd worden waardoor de leeromgeving continu doorloopt over verschillende verdiepingen.
• Functies zoals koffieautomaten, toiletten, kleine keukens worden centraal geplaatst en worden gebruikt om de ruimte in te delen.
De open plattegrond met verschillende werkplekken bevordert de zelfstandigheid van de leerlingen. Door een diversiteit van leerplekken kan iedere leerling de leeromgeving opzoeken waar hij of zij behoefte aan heeft. De verschillende leeromgeving zijn in zich zelf ook nog flexibel zodat deze naar eigen wensen kunnen worden aangepast.
[1] De school is voorzien van verschillende werkplekken en sociale ontmoetingsplekken.
[2] Verschillende taken hebben verschillende ruimtelijke behoeften.
[3] Schets massastudie.