architectuur met een grote a architecture with a capital a
peter timmerman
architectuur met een grote a
architecture with a capital a
drienerlo
teksttext
peter timmerman fotografiephotography
Faculty Club Foundation Press University of Twente
Architecture is a thing of art,
a phenomenon of the emotions, lying outside questions of construction and beyond them. The purpose of construction is to make things hold together; of architecture to move us.
Le Corbusier
Pantheon, Roma
Architectuur met een grote A
Omslag/cover: Designdoctors Mirjam Fraipont & Gerrit van Bommel
Architecture with a capital A
ISBN 978–90–813849–0–2
Drienerlo
NUR 648
© 2011 Peter Timmerman
inhoud Woord vooraf 8 Architectuur met een grote A 12
1 Situering 22
5 Gezicht 106 6 Detail 134 7 Licht 158
2 Route 42 3 Ruimte 64 4 Plek 82
Appendix 184 Fotoverklaring 186 Verantwoording 188 Over de auteur 190
contents
5 Face 109
Foreword 9
6 Detail 137
Architecture with a capital A 16
7 Light 161
1 Situation 24 2 Route 45
Appendix 184 Photo explanation 186
3 Space 66
Acknowledgements 188
4 Place 85
About the author 190
routeroute hoofdstuk 2
chapter 2
A
rchitecturale routes zijn zo oud als de mensheid. Maya’s, Inca’s en Azteken bouwden tempelcomplexen met uitgekiende routes die zorgden voor een optimale beleving van het landschap en de tempels. Een architecturale route is meer dan een weg die van A naar B voert: zij brengt in vervoering. Renaissancebouwmeester Andrea Palladio wist dit als geen ander en ontwierp een spannende route om bij zijn Villa Almerico Capra ‘La Rotonda’ (1567) te komen; een monumentaal pand dat nabij Vicenza op een heuvel ligt. Vanuit de verte is de villa te zien, maar als je er naar toe gaat wordt zij soms aan het oog onttrokken. Slechts een muur met daarop een strategisch geplaatst beeld verraadt nog de aanwezigheid van de villa. Bij het grote hek van de hoofdentree staat de bezoeker plots oog in oog met de villa. De route loopt – tussen twee muren – schuin omhoog. De muren fungeren als oogkleppen en richten de blik op de villa. Eenmaal boven aangekomen, ontvouwt zich een adembenemend panorama op het omringende landschap. De benadering van de Horst is ook haast Palladiaans: vanuit de verte springt de toren in het oog en lokt naar het gebouw. Eenmaal daar aangekomen, verdwijnt de toren geheel uit het zicht. Pas op het binnenplein springt hij weer in vol ornaat naar voren.
appendix 6 & 7
appendix 8
appendix 9
drienerlolaan: vervoering De ultieme architecturale route op de UT-campus is de Drienerlolaan. Van Tijen en Van Embden – niet vies van enige monumentaliteit – voerden de weg destijds dubbelbaans uit, met een groenstrook in het midden. De laan liep in één vloeiende beweging door tot aan de Langenkampweg. Vandaaruit zou hij doorgetrokken worden naar Oldenzaal. Op het midden van de campus zou de laan een tweepolig centrum doorkruisen. Links een studenten-/sportcentrum; rechts een representatief centrum met bibliotheek en auditorium. In één rit valt alles op z’n plek. Dit tweepolig centrum van Van Tijen en Van Embden is uiteindelijk gedwarsboomd door Piet Blom. Hij ontwierp een gigantische structuur die het hele centrumgebied besloeg en de Drienerlolaan opslokte. In de toelichting op zijn plan schreef hij over ‘een station in zijn futuristische betekenis’, maar van een futuristische verheerlijking van het verkeer – zoals bij Van Tijen en Van Embden – was hier weinig sprake. Omdat de toenmalige T.H.T.-bestuurders en campusbewoners ook niet veel fiducie hadden in een doorlopende weg over de campus, kwam in het verlengde van de Drienerlolaan de Vrijhof te staan. Daarom eindigt de laan midden op de campus in een T-splitsing.
Ook in haar beknotte vorm is de Drienerlolaan een uitgekiende architecturale route die ruimtelijke ervaringen oproept. Wie bij de hoofdentree de campus oprijdt, ziet allereerst links de Spiegel, terwijl in de verte de Hogekamp al prijkt. Iets verderop verschijnt rechts – aan het einde van de zicht-as – de Horsttoren als markering van het onderwijs- en onderzoekscentrum. Deze uitgekiende enscenering van gebouwen geeft inzicht in de opbouw van het terrein. De Drienerlolaan vervolgend – men passeert links een park met carillontoren – rijdt men recht op het centrum af. De laatste verrassing komt bij de T-splitsing. Wie daar linksaf slaat, ziet plots het woontorentje van Van Wensveen verlegen in de bosrand staan. Dit gebouw maakt duidelijk dat er in de omliggende bossen een belangrijk onderdeel van de campus te vinden is: de staf- en studentenwoningen. respect voor oude lanen Op de campus is nog een ander routesysteem te vinden: de oorspronkelijke lanen van landgoed Drienerlo. Van Tijen en Van Embden zijn er in geslaagd om deze historische lanen slim te integreren in hun masterplan. Zo meandert de huidige Campuslaan nog even fraai als vroeger; tegenwoordig niet om weilanden met grazende koeien, maar om sportvelden met hockeyende studenten. De lanen vormen de wanden van het Twents kamerlandschap en zijn in de nieuwe opzet nauwelijks geweld aangedaan. Uit het ontwerp van Van Tijen en Van Embden spreekt een groot respect voor de landschapsstructuur van Drienerlo. kanalen, vijvers en slotgrachten Naast verkeer stroomt er ook water over de campus. Het terrein ligt in het afwateringsgebied van Enschede, dat circa tien meter hoger ligt dan Hengelo. Van Tijen – van huis uit waterbouwkundig ingenieur – wreef zich in de handen toen hij ontdekte hoe drassig Drienerlo was. Hij ontwierp een ingenieus drainagesysteem bestaande uit vijvers en kanaaltjes. Alleen ‘de oude vijver’ (nabij het carillon) was al op het landgoed aanwezig. Aan de randen van het terrein lopen ‘slotgrachten’ die de campus afschermen van de buitenwereld. Het kanaal dat gelijk oploopt met de Drienerlolaan is fraai ingepast; de muur ernaast accentueert het water. Dit ensemble loopt subtiel taps naar de weg toe. Hierdoor oogt het terrein dieper dan het in werkelijkheid is. Dit doet denken aan een perspectieftruc uit de Barok. Toen liet men tuinen van paleizen dieper lijken door de hagen naar de verte toe iets af én naar elkaar toe te laten lopen. verleiding in langezijds Langezijds van Van Embden en Choisy is een typisch functionalistisch gebouw: zakelijk en functioneel. De kantoren bevinden zich op de begane grond; de laboratoria daarboven. Het dak ligt los en kan bij een ontploffing gemakkelijk opwippen, zodat niet het gehele gebouw ontwricht raakt. Deze zakelijke overwegingen betekenen overigens niet dat er geen aandacht is voor verleiding van de bezoeker. Neem de entree: wie daar naar binnengaat, kijkt een lange gang in. Aan het einde hiervan prijkt – fraai uitgelicht – een witte trap, die rechts omhoog verdwijnt. Dit lokt nieuwsgierigheid uit. De trap is een uitnodigend gebaar, als het ware een hand die de bezoeker
48 Palladio, ‘La Rotonda’, Vicenza
49
50
51
52
53
54
55
“
“
”
The beautiful unity found in the many faces of the clusters of colleges in Oxford and Cambridge, with their parklands and sports pitches, supplies an image of what Drienerlo will aspire to, will achieve, except, of course, in modern form.
(W. van Tijen & S.J. van Embden, 1962)
ISBN 978-90-813849-0-2
”
peter timmerman
De prachtige eenheid in veelzijdigheid van de groepen ‘colleges’ in Oxford en Cambridge met hun parkomgeving en sportvelden geven een beeld van wat - op Drienerlo uiteraard in moderne vorm zal kunnen worden nagestreefd en bereikt.