Boeren
Avonturen op het land HET BOERENLEVEN IN DE NEDERLANDSE FOTOGRAFIE VANAF 1885 TOT HEDEN
Lecturis / Fotomuseum Den Haag
4
Loek Buter (1982), Cilia Koenis-Gerdes, Hoogwoud (uit de serie ‘Zonen van het maailand’), 2014
5
VOORWOORD Hoewel het platteland meer en meer ontvolkt en vergrijsd raakt in Nederland en de agra足rische sector al lang niet meer de grootste motor is van het vaderlandse bedrijfsleven, blijft ons land het imago van een echte boerennatie aankleven. Buiten de Randstad valt op hoeveel landerijen er zijn, ook al staat daar lang niet altijd meer vee in. Dit rurale beeld van Nederland is door de schilders uit de zeventiende eeuw en van de negentiende-eeuwse Haagse School grotendeels synoniem geworden met het boerenleven. Molens, boerderijen en natuurlijk de uiterst productieve koe zijn stereotypen van een klein en dapper deltaland dat vecht tegen de zee en zich door godvrezende ijver behouden weet. Geen ander onderwerp dan het leven op het platteland is zo lang en veelvuldig onderwerp geweest van de Hollandse schilderschool. En toch hebben fotografen zich er vanaf eind negentiende eeuw aan gewaagd hun camera te richten op dit onderwerp. Aanvankelijk namen zij dezelfde zichtpunten in als hun schilderende vakgenoten, maar allengs eigenden zij zich een objectief realisme toe dat tot zakelijker uitkomsten heeft geleid. Van oudsher werd er naar het boerenleven gekeken met enige spot. Maar in de fotografie zien we ook een meer sympathiserende houding. De boer en zijn habitat worden gewaar足deerd. Fotografen hanteren hun camera vanwege het pittoreske, de lichtval of juist het ontegenzeggelijk alledaagse van het boerenbedrijf. Deze tentoonstelling is zorgvuldig samengesteld door Wim van Sinderen (curator Fotomuseum Den Haag) en boerenzoon-fotograaf Dirk Kome. Ik wil hen hartelijk danken voor het door足tastend enthousiasme waarmee zij de tentoonstelling en dit bijbehorend boek tot stand hebben gebracht. Ook wil ik de ruim vijftig deelnemende fotografen-kunstenaars en de vele fotoarchieven en bruikleengevers hartelijk danken voor hun genereuze medewerking. De catalogus is smaakvol vormgegeven door Stephan Csik坦s uit Den Haag en met zorg uitgegeven door Lecturis in Eindhoven. Grote dank hiervoor. Tevens dank ik Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn, advocaten en notarissen te Den Haag, voor hun structurele sponsoring van het Fotomuseum Den Haag, waardoor complexe museumprojecten als deze tot een goed einde kunnen worden gebracht. Benno Tempel, Directeur Fotomuseum Den Haag / Gemeentemuseum Den Haag
8
Louis Apol (1850-1936), Zonder titel, 1885-1895. Collectie Universiteitsbibliotheek Leiden
9
Fotograaf onbekend, Dekkersduin, Den Haag, 1885-1900. Particuliere collectie
14
Adriaan Boer (1875-1940), Boerin in deuropening met drie kinderen, ca. 1905. Collectie Universiteitsbibliotheek Leiden
15
Richard Tepe (1864-1952), Het eerste hooi, ca. 1910-1920. Collectie Lisa Lobke
20
Willem van Malsen (1893-1985), Friese boerin, Irnsum, 1937. Collectie Nederlands Fotomuseum, Rotterdam
21
Willem van Malsen (1893-1985), Friese boer, 1937. Collectie Nederlands Fotomuseum, Rotterdam
26
Henk van der Horst (1912-1942), Bloemkool, ca. 1936. Collectie Gemeentemuseum Den Haag
27
Karel Kleijn (1911-1937), Zonder titel, 1933-1937. Collectie Universiteitsbibliotheek Leiden
32
Ed van der Elsken (1925-1990), Ondergelopen landschap met paarden na de Watersnoodramp, Zeeland, 1953. Collectie Nederlands Fotomuseum, Rotterdam
33
Ed van Wijk (1917-1992), Dood vee in ondergelopen landschap met boerderij vlak na de Watersnoodramp, Zeeland, 1953. Collectie Nederlands Fotomuseum, Rotterdam
44
Aart Kleijn (1909-2001), Zeeland, 1966. Collectie Nederlands Fotomuseum Rotterdam
45
Han Singels (1942), Polder Zevenhoven, 2004. Collectie Gemeentemuseum Den Haag
50
Toon Michiels (1950-2015), Zeldzame mensen, Best, 1973
51
64
Brand Overeem (1946), De klompen van Evert (uit de serie ‘Het leven van Evert’) Voorthuizen, 1975-2000. Courtesy Rijksmuseum, Amsterdam
65
68
LANDSCHAP
In de weide grazen de vreedzame dieren; de reigers zeilen over blinkende meren, de roerdompen staan bij een donkere plas; en in de uiterwaarden galopperen de paarden met golvende staarten over golvend gras. — H. Marsman, Verzameld werk. Uitgeverij Querido, Amsterdam 1960, p. 104.
69
POLDERLAND
Ik loop door ’t polderland onder den hellen regen; oneindig is het land, oneindig zijn de wegen, die naar de kimmen gaan; in lage hemelstreken heerst tussen zwarte kreken het mistig licht der maan. o, dertigstromenland, het volk dat u bewoont versombert in krakelen die geld en God verdelen, purper en doornenkroon. oneindig is het land, oneindig zijn de wegen die naar de kimmen gaan; ik loop den morgen tegen in ’t mistig licht der maan. — H. Marsman, Verzameld werk. Uitgeverij Querido, Amsterdam 1960, p. 105.
76
We waren allemaal trots op onze boerderij en trots op de grote mesthoop die er het middelpunt van vormde en die andere de ogen uitstak. Hoe meer mest, hoe meer koeien in de stal, hoe meer vruchten op het veld. ‘Mest is de God van de landbouw,’ werd vroeger gezegd en geschreven. En ook: ‘Wie niet mest, mist.’ Een bron van rijkdom dus, en als je bedenkt dat een ferme koe vele tientallen kilo’s per dag kan produceren… Ook nu ligt er weer een metershoge mesthoop, en dan moet ik nog beginnen om de koeienstal uit te mesten. Deels met de tractor en frontladder, deels met schop en riek. De mest is bijna versteend. Kennelijk is er veel maïs gevoederd, wat voor een dikke, droge stront zorgt, die soms de afvoergoten en roosters verstopt. Als de koeien gewoon gras eten, is de mest slap en groen. De stank ruik je nog nauwelijks als erin opgegroeid bent. Een oude, guitige knecht, die de beerput leegmaakte, hield me ooit een beker voor: ‘Proef maar, het is als likeur. Elixir d’Anvers.’ Het is zo vertrouwd allemaal, zo gewoon als water en brood. — Chris de Stoop, Dit is mijn hof. Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam 2015, p. 24.
77
Ma is altijd in de eerste plaats boerin geweest. De boerderij, de stallen, de moestuin, dat was haar werk en haar leven. Het huishouden ging haar minder goed af. Ze deed het allemaal wel, eten koken, vloeren dweilen, kousen stoppen, naaien en breien, maar niet van harte. Veel liever trok ze naar buiten, het erf op. Ik ruik nog altijd de aangebrande aardappelen, die daar vaak het resultaat van waren. We aten twee keer per dag aardappelen, ’s middags gekookt, ’s avonds gebakken, voorafgaand door respectievelijk bouillonsoep en karnemelkpap. We leefden op boerenkost. Het huis rook altijd naar het eten van de dag, want een afzuigkap was er nog niet. Natuurlijk, zij was het ook die ons ’s morgens vroeg wakker maakte om onze lessen te overhoren. Zij was het die ons huiswerk nakeek en onze rapporten ondertekende, zij het met de naam van pa. Zij ging naar de ouderavonden en nam het altijd voor ons op. Dat deed pa allemaal niet. Bovendien deed ma op de boerderij het papierwerk en regelde ze de geldzaken. — Chris de Stoop, Dit is mijn hof. Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam 2015, p. 56.
Hans van der Meer (1955), Schaap in mist, Zunderdorp, 2005-2007
81
86
Piet Zwart (1885-1977), Berijpte kool, 1930. Collectie Gemeentemuseum Den Haag
87
Ed van der Elsken (1925-1990), De pony’s Pravda en Petrouchka (uit de serie ‘Avonturen op het land’), Edam, 1979. Collectie Nederlands Fotomuseum, Rotterdam
93
Pieter Postma (1989), Zonder titel (uit de serie ‘Friese boerenhanden’), 2015
<
Brand Overeem (1946), De handen van Evert (uit de serie ‘Het leven van Evert’) Voorthuizen, 1975-2000. Courtesy Rijksmuseum, Amsterdam
96
Heidi de Gier (1977), De laatste boerendochters, 2005
97
105
Wijnanda Deroo (1955), Zonder titel (uit de serie ‘Vergezicht dichtbij’), Krimpenerwaard, 2003
<
Evert Smit (1989), Zonder titel (uit de serie ‘Willem boert goed’), Gemeente Waterland, 2014-2015
110
Mascha Joustra (1967), Pauw en koe van Wout (uit de serie ‘Elders’), Sleeuwijk, 2014 Mascha Joustra (1967), Gat van den Hengst (uit de serie ‘Elders’), Hollandse Biesbosch, 2014
Mascha Joustra (1967), Koeien van Peter (uit de serie ‘Elders’), Werkendam, 2014 >
116
Dirk Kome (1976), Keizersnede, Rockanje, 2005
117
Dirk Kome (1976), Rockanje, 2008
136
Evert Smit (1989), Zonder titel (uit de serie â&#x20AC;&#x2DC;Leeg in een vol Noord-Hollandâ&#x20AC;&#x2122;), Gemeente Waterland, 2014-2015
137
Ben Akkerman (1920-2010), Zonder titel, Twente, ca. 1960. Collectie Gemeentemuseum Den Haag