Familia jes-ii-37-48 (foto omslag)
Schatje, ruik eens hoe fris ik me geschoren heb, scheerzeep van De vergulde Hand. En jij, heb jij je stralende huid met
Vinolia Seringen gewassen, je haar met Castella Olijfolie?
De camera klikt, legt jouw roomwitte gezicht vast dat zoemt en zindert in de korte stilte van een innig moment. Alsof er zwanen overvliegen, onverwacht de wolken splijten voor het mild neerdalende licht, wij die het geluk terugvinden in de weelde van elkaars nabijheid, vanmiddag de stad ingaan, Schunck en Stoffels zullen aandoen. De wereld om ons heen een dansvloer gisteren in Dancing Pavillon, toen wij in Valkenburg de foxtrot dansten, ons losmaakten van het orkest, zwevend tussen andere stellen door. Dierbaar moment toen je ’s avonds naast me lag, de aankondiging van iets dat meer en meer naderbij kwam. Hoe wij elkaar namen gaven, troeteldier, hartenjager, al strelend en zoekend elkaars lichaam werden, de tijd verlengden die ons toekwam, dansend bewoog hij met ons mee, ontvouwde zich in liefde, telkens weer.