Gekleurde identiteit verhalen van geadopteerden
Ton Hendriks
Gekleurde identiteit verhalen van geadopteerden
Ton Hendriks
Voorwoord
W
at een boeiend boek heeft fotograaf Ton
Boos zijn velen op hun eerste moeder.
Hendriks ons geleverd met maar liefst ver-
Een aantal adoptieouders is gescheiden. Voor de geadop-
halen van veertig volwassen geadopteer-
teerde pakt dat altijd slecht uit. De realiteitszin in mijn aloude
den uit achttien verschillende landen. Bij elk
stelling: ‘Adoptieouders mogen niet scheiden en mogen niet
verhaal een prachtige foto van deze jonge mensen.
dood gaan’ laat een aantal van deze veertig volwassenen dui-
Het zijn allemaal indrukwekkende geschiedenissen. De open-
delijk zien.
heid van de geadopteerden over hun gevoelens en ervaringen
Uit de vele ervaringen kunnen wij heel wat leren. We lezen
is opvallend. Vrijwel allemaal hebben ze hun geboorteland
over zeer wezenlijke levensaspecten van geadopteerden. Er is
bezocht en ook bijna allemaal wilden zij hun biologische
sprake van het zogenoemd ‘genetisch geheugen’. Dit om aan
moeder ontmoeten. Velen is dit gelukt. Soms op eigen kracht
te geven dat cultuur en biologische ouders toch in een ieder
en soms met behulp van het televisieprogramma Spoorloos.
verankerd blijven.
Het resultaat is bijna altijd dat een gat in hun bestaan groten-
Existentiële eenzaamheid wordt weer door een ander ge-
deels is opgevuld. De in mentaal opzicht dubbele nationaliteit,
noemd. Het anders zijn, zich Nederlands en bijvoorbeeld
de Nederlandse en die van hun geboorteland, komt in alle
Indiaas voelen, blijkt een heel persoonlijke opgave te zijn. Het
verhalen expliciet terug.
is ook een ingewikkelde taak. Veel adoptieouders valt het niet
Het is echter niet zo dat altijd naar kennis van de biologi-
mee hier goed mee om te gaan.
sche achtergrond wordt verlangd. Boeiend is het om te lezen
Daarmee zij nog weer eens gememoreerd dat aan adoptie-
hoe verschillend dit verlangen kan zijn en ook hoe divers de
ouders door de hele levensloop van hun geadopteerde kind
reactie op de ontmoeting met de moeder kan uitpakken. Het
hoge eisen worden gesteld. De opvoeding van een adoptie-
bezoek aan het geboorteland brengt vaak met zich mee dat
kind vraagt veel bijzondere aandacht, empathie en kennis.
men zich realiseert hoe goed men het in Nederland heeft. Ook
Daar moet bij ouders de tijd en de energie voor zijn. Bij de
echter dat men zich in het geboorteland heel erg thuis kan
voorbereiding van adoptieouders kan daar niet genoeg aan-
voelen. Kortom, de onvermijdelijke ambivalente gevoelens
dacht voor zijn.
komen in de verhalen sterk naar voren. Het is echter niet zo
Dit boekwerk is voor adoptieouders en geadopteerden ont-
dat er wordt verlangd naar een bestaan in dat verre land,
hullend en boeiend. De schrijver heeft werkelijk getracht zo
overigens op een enkele uitzondering na.
veel mogelijk verschillende levens te schetsen. Ik meen dat dit
Uit alle geschiedenissen en ervaringen kunnen we in ieder
zeker is gelukt.
geval met grote zekerheid opnieuw concluderen dat aan adoptieouders bijzondere eisen worden gesteld. Aan hun opvoedingscapaciteiten en aan de acceptatie van het zich
René Hoksbergen
anders voelen en zijn van hun adoptiekind. Acceptatie ook
(emeritus hoogleraar adoptie)
van de boosheid bij hun kind. Bij veel geadopteerden bestaat deze, soms als worsteling diep in henzelf, soms openlijk geuit.
7
8
De portretten
Asha Dijkstra, India, 10
Steven Sonneveld, Libanon, 76
Thomas Groot, Colombia, 12
Maura van der Bruggen, Colombia, 78
Olvi Jasinta van de Reepe, Indonesië, 14
Joandi van Hartendorp, Haïti, 80
Monisha Malini Yedge, India, 16
Abenet Bakker, Ethiopië, 82
Dennis van der Helm, Haïti, 18
Celia Oort, Colombia, 84
Christina Kraaijveld, Libanon, 20
Chandra de Soet, Sri Lanka, 86
Cathalijne Feng Jing Beens, China, 22
Bud Wichers, Indonesië, 88
Ferewe van Vugt, Ethiopië, 24 Marcia Engel, Colombia, 26 Arjen IJff, Vietnam, 28 Ningsih Heisterkamp, Indonesië, 30 Margarita Isabel Lentjes, Chili, 32 Karun Breukelman, Sri Lanka, 34 Hyang Schöndorff, Zuid-Korea, 36 Sushana Damsma, India, 38 Felipe Hubertus, Colombia, 40 Marlein Langenhof, Brazilië, 42 Aine Gouwerok, Nepal, 44 Robbert Blokland, Haïti, 46 Selina van der Meer, Taiwan, 48 Melissa Mariaselvam, India, 50 Cristiano van Ham, Brazilië, 52 Sunanda van Dam, India, 54 Miranda Kerkhove, Zuid-Korea, 56 Gendro Schijff, Indonesië, 58 Famke Klaassen, Columbia, 60 Céline van Dormalen, Chili, 62 Robin de Jong, Thailand, 64 Farida van Toledo, Bangladesh, 66 Anne Mei de Smit, China, 68 Rodrigo Delgado van Rutte, Colombia, 70 Esther van den Bos, Peru, 72 Yoo van der Bijl, Zuid-Korea, 74
9
Ik was helemaal geen weeskind, maar ik had welgestelde ouders die in New Delhi woonden Asha Dijkstra, India, 1979
A
ls kind zei ik altijd al: “Ik kan niet alleen op de
situatie verplaatsen en wil diep in haar hart ook graag in een
wereld zijn.” Mijn moeder was er altijd vanuit ge-
westers land opgroeien. Maar we hebben nu goed contact
gaan dat ik een weeskind was, want dat was haar
gekregen en ze voelt als een echte zus.
verteld bij de adoptie. Als puber drong ik er bij
Ik probeer de Indiase cultuur in me te dragen. In India leeft
mijn moeder op aan naar India te gaan. Mijn moeder nam
men heel erg in het nu terwijl ik geleerd heb alles van te voren
contact op met de adoptiestichting en zo kwamen we erachter
te plannen. Ik vind het een mooi gevoel dat je niet steeds met
dat mijn dossier niet klopte. Ik was helemaal geen weeskind,
de toekomst bezig hoeft te zijn. Inmiddels ben ik al vijf keer in
maar ik had welgestelde ouders die in New Delhi woonden.
India geweest en ik voel me er helemaal thuis. Steeds sterker
Dochters in India kosten veel geld omdat de ouders bij een
voel ik de Indiase cultuur in me. Toen ik in Delhi was, dacht ik
huwelijk de bruidsschat moeten betalen, terwijl een jongen
steeds: ‘Ik hoor bij jullie!’ Wat me ook opviel was dat ik in de
juist geld oplevert.
enorme drukte van de straten in Delhi innerlijk helemaal rustig
Op mijn vijftiende zat ik met mijn moeder in het vliegtuig op
bleef, alsof ik mediteerde.
weg naar New Delhi. Mijn vreugde was groot want ik bleek
Ik wil nog veel meer de Indiase kant van mezelf ontdekken. Ik
een broer en twee zussen te hebben. Het zien van mijn bio-
wil de levensfilosofie van de Indiërs leren kennen en tot me
logische familie gaf een enorm sterke herkenning. Een voor-
nemen. De vrede en de liefde die ze uitstralen wil ik begrijpen
beeld is de ambitie die mijn broer en mijn zus hebben: ze heb-
en bij mezelf terugvinden. Ik merk ook dat ik van nature gast-
ben beiden een universitaire opleiding. Met mijn biologische
vrij ben en open sta voor andere mensen. Volgens mij is dat
moeder bleef ik op afstand - ik wist gewoon niet wat ik moest
genetisch in de cultuur verankerd. Nu identificeer ik me veel
voelen - en mijn biologische vader, die inmiddels is overleden,
meer met India dan voorheen. Thuis kijk ik soms minutenlang
sprak geen woord met me. Nadat hij me beleefd had begroet
naar mijn Shivabeeld, waarna ik een serene rust krijg. India
met namaste behandelde hij me alsof ik niet bestond, wat
krijgt steeds meer ruimte in mijn lichaam en in mijn ziel. Ik
voelde alsof ik opnieuw werd afgestaan.
ga er graag weer naar toe, nu om vrijwilligerswerk te doen en
Ik heb ergens altijd al geweten dat ik broers en zussen had. Ik
op die manier iets te betekenen voor mijn land van herkomst.
kon me gewoonweg niet voorstellen dat in India zoveel mensen wonen en dat daartussen mijn familie niet rond zou lopen. Maar ondanks de vreugde van het terugvinden van mijn familie is er ook veel pijn. In hun huis zag ik allemaal familiefoto’s en ik miste mezelf ertussen, alsof ik er niet bij hoor. Het contact met hen is momenteel goed, maar is tegelijkertijd ingewikkeld. Mijn moeder schaamt zich nog over haar beslissing van dertig jaar geleden, maar ze is ook liefdevol naar me. Mijn broer kon niet goed omgaan met mijn bestaan, uit plaatsvervangende schaamte. En mijn jongste zus kan zich soms moeilijk in mijn
10
Op een gegeven moment kwam er een heel klein vrouwtje huilend binnen: mijn moeder Thomas Groot, Colombia, 1980
M
ijn biologische moeder was het zwarte schaap
Want hoe ga je om met de armoede van die familie? Moet je
van de familie. Tussen haar zestiende en haar
ze financieel ondersteunen? Je kunt ze niet zomaar onder het
negentiende jaar kreeg ze vier kinderen, onder
tapijt vegen. Ik heb later voor mijn moeder een huisje gekocht
wie mij. De vader van haar kinderen kwam la-
en mijn zus en ik maken elke maand een bepaald bedrag over.
ter in de gevangenis terecht. Daardoor bleef ze alleen achter,
Ook mijn oudste broer steunen we want hij was door de fami-
leerde een andere man kennen en kreeg van hem nog een
lie verstoten en leefde op straat.
dochter. Omdat ze arm was, waren wij als kinderen onder-
Ik ga regelmatig terug naar Colombia. Ik heb op de laatste reis
voed. Ik kwam met mijn zusje in het ziekenhuis terecht, daar-
mijn hele familie ontmoet, inclusief alle neven en nichten en ik
na in een weeshuis en vervolgens in een pleeggezin. Dat
voel me bij hen heel welkom. Het leven is daar ontspannen en
gezin had contacten met Wereldkinderen en zo werden we
de mensen zijn heel gastvrij. Bij wie je ook langskomt, je krijgt
geadopteerd.
altijd te eten. Voor mij voelt dat helemaal als thuiskomen. Ook
Toen ik zeventien was, in 1997, ben ik teruggegaan, samen met
houd ik via Facebook intens contact met mijn Colombiaanse
mijn hele familie. We hebben alle mensen met de familienaam
familie.
Gomez in Bogota een brief gestuurd. Ook kenden we het kin-
Ik ben er trots op dat ik Colombiaan ben. Ik voel me eigenlijk
dertehuis Cran, maar dat gaf bijna geen informatie. Het lever-
geen Nederlander, maar een wereldburger. Ik ben Thomas met
de allemaal niets op. Ten einde raad plaatsten we een adver-
een dubbele nationaliteit die toevallig in Nederland woont. Ik
tentie in de grootste krant van het land El Tiempo. Precies één
merk dat ik heel graag met andere geadopteerden omga. Het
dag nadat we terug waren in Nederland hoorden we dat een
voordeel is dat je je verhaal niet hoeft te vertellen. Onderling
tante van ons de advertentie had gelezen. Die tante herkende
weten we dat al van elkaar. We begrijpen elkaar sneller en
me van de foto.
kunnen veel gemakkelijker ervaringen delen.
Zes maanden later, met de Kerst, zijn we teruggegaan. We had-
Het ‘latinogevoel’ speelt ook een rol. Latino’s zijn open in hun
den een ontmoeting geregeld in een gehuurd appartement.
emoties en praten open met elkaar. We zijn ook handtaste-
Op een gegeven moment kwam er een heel klein vrouwtje
lijk en benaderbaar en dat weten we van elkaar. Als geadop-
huilend binnen: mijn moeder. Gek genoeg lukte het me niet
teerden ergeren we ons minder snel aan elkaar. We komen
om een band te voelen. Later heb ik wel een goede band met
bijvoorbeeld nooit stipt op tijd op onze afspraken en worden
mijn broer gekregen, maar niet met haar. Toch vind ik het zeer
daar niet boos over.
bijzonder om te weten wie mijn moeder is. Vroeger was ik
Uiteindelijk vind ik dat je gewoon jezelf moet zijn als persoon,
vaak heel boos op haar. Dat ze me zomaar had afgestaan kon
zonder te kijken naar je afkomst. Je moet jezelf niet in een
ik niet verkroppen. Maar nu hoorde ik haar verhaal. Mijn moe-
hokje stoppen. Ik ga met geadopteerden uit alle landen om,
der was zich er helemaal niet van bewust dat ik was afgestaan
uit Korea, India, Indonesië en Brazilië om maar wat te noemen.
ter adoptie. Het ziekenhuis had haar verteld dat mijn zusje en
Met een open geest en oprechtheid bereik je het meest, waar
ik waren overleden.
je ook vandaan komt.
Als je je familie hebt leren kennen, begint een ander proces.
12
Ze hield me wel een kwartier lang vast en bekeek me al die tijd. Ik zag in haar ogen een blik van herkenning Olvi Jasinta van de Reepe, Indonesië, 1975
M
ijn ouders zijn altijd heel open geweest over
hadden. Ik wilde een spijtbetuiging van hem, maar die stond
mijn adoptie. Van jongs af aan wist ik alles over
niet in de brief. Dus ik moest weer dankbaar zijn voor mijn
mijn verleden. In mijn omgeving werd vaak ge-
leven hier, terwijl ik juist behoefte had aan de erkenning dat ik
vraagd: “Wie is die Chinees?” Daarom moest ik
zijn kind was.
er ook wel mee bezig zijn. Vaak werd er de nadruk op gelegd
Met mijn ouders ben ik naar Indonesië gegaan en heb ik mijn
dat ik uit een arm land kwam en dat ik me dus uitverkoren
vader ontmoet. Ook heb ik het weeshuis bezocht en het graf
moest voelen dat ik nu hier leefde. Dat voelde als een zware
van mijn moeder. Ik had het gevoel dat de puzzelstukjes nu bij
druk. Ik moest bewijzen dat ik deze gunst waard was. Mijn
elkaar kwamen. Het meest bijzondere was de ontmoeting met
bestaansrecht moest ik waar maken.
mijn oma, de moeder van mijn moeder. Ze hield me wel een
In mijn puberteit was mijn reactie averechts. Ik ging negatieve
kwartier lang vast en bekeek me al die tijd. Ik zag in haar ogen
aandacht zoeken en zocht vaak de confrontatie op. Ik had
een blik van herkenning. Dat was een heel bijzonder moment.
geen begrip voor mijn ouders, was boos op ze, en vroeg hen
Er kwam een energie vrij en ik voelde trillingen op een bepaal-
waarom ze mij geadopteerd hadden. Ik was boos omdat er
de frequentie door mijn lichaam gaan. Wat het precies is kan
ook nog een echte familie van mij rondliep in Indonesië waar-
ik niet onder woorden brengen.
van ik gescheiden was. Mijn ouders hadden een beslissing
Doordat ik het leven van mijn familie in Indonesië heb gezien
genomen die mijn leven helemaal bepaalde en waar ik niets
is mijn oordeel over mijn adoptie milder geworden. Eigenlijk is
over te zeggen heb gehad. Ik had hen toch niet gevraagd mij
er geen oordeel meer. Ik begrijp hun beslissing nu. De mensen
hierheen te brengen? Ik voelde me eenzaam omdat ik wist
daar leven veel meer vanuit acceptatie en berusting. Ik geloof
dat ik me bij mijn Indonesische familie waarschijnlijk ook niet
dat ik daar wat van heb overgenomen. Ook mijn eigen moe-
thuis zou voelen. Dat was waarschijnlijk ook mijn wereld niet.
derschap heeft me milder gemaakt.
Door mijn gevoelens van eenzaamheid werd ik onhandelbaar,
Toch merk ik bij mezelf nog steeds elementen van verlatings-
waardoor ik in een pleeggezin terechtkwam. Daardoor voelde
angst, waardoor ik me niet goed durf te binden. Ik ben nog
ik me nog een keer verraden omdat ik weer werd afgestaan.
steeds niet erg goed in relaties. Ik bind me en neem daarna
Er waren een paar gegevens over mijn Indonesische ouders
weer afstand. Maar ik wil niet meer alles in mijn leven her-
bekend. Mijn biologische moeder had kanker en is twee
leiden tot mijn adoptie. Ik voel nu ook geen splitsing meer
maanden na mijn geboorte overleden. Omdat mijn vader
tussen mijn Nederlandse en mijn Indonesische deel. Ik heb
meer kinderen had, kon hij niet voor mij zorgen en bracht
een creatief vak en schep nieuwe dingen. Zo wil ik ook mijn
hij me naar een weeshuis. Het weeshuis had contacten met
leven scheppen.
missiebroeders en bij hen ontstond het idee om mij ter adoptie aan te bieden. Toen ik dertien was, ben ik mijn vader gaan schrijven. Ik kreeg een brief terug die niet persoonlijk aan mij gericht was, maar aan mijn ouders. Hij was hen dankbaar dat ze mij geadopteerd
15
Mijn moeder heeft me afgestaan, maar ze heeft nooit geweten van mijn adoptie Monisha Malini Yedge, India, 1985
I
k ben opgegroeid in ’t Harde, een dorpje op de Veluwe, bij
wilde herroepen. Ik had niets meer te verliezen, was depres-
adoptieouders die feitelijk al in scheiding lagen. Vrij snel
sief en suïcidaal. Tot mijn verbazing en geluk kreeg ik na lang
na mijn adoptie gingen ze uit elkaar en bleef ik bij mijn
aandringen die naam.
vader wonen die kort daarna een nieuwe vriendin kreeg.
Toen ik drieëntwintig was heb ik mijn moeder bezocht in
Mijn stiefmoeder was een onstabiele vrouw die regelmatig
mijn geboortedorp Sawantwadi. Het was een strikt geheime
moest worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis.
ontmoeting want niemand mocht weten dat zij voor haar
Mijn hele jeugd ben ik door haar mishandeld. Ze liet me bij-
huwelijk een dochter had gekregen. Het was zeer emotioneel
voorbeeld de Bijbel overschrijven, strafte me zonder verklaar-
om haar te zien: ik had mijn moeder teruggevonden! Maar er
bare redenen en liet in alles blijken dat ik niet haar kind was.
was ook pijn. Mijn moeder was als jong meisje verkracht door
Toen zij beviel van een dochter was het mij duidelijk dat er
haar neef. Ingegeven door hun taboe gaf men haar de schuld
voor mij geen plaats meer was in haar leven. Ik werd op mijn
van de verkrachting en zij werd meteen daarna uitgehuwelijkt.
zevende door haar op een andere school geplaatst, waardoor
Mijn moeder heeft me afgestaan, maar ze heeft nooit geweten
ik nog meer ontheemd raakte. Een psychiater besloot dat ik bij
van mijn adoptie. Tijdens de gesprekken met haar voelde ik
mijn adoptiemoeder moest gaan wonen. Dat was weliswaar
haar pijn, maar ik heb ook gezien dat zij een sterke vrouw is
beter, maar zij was een gesloten vrouw die me onvoldoende
en ik herken haar overlevingsdrang en doorzettingsvermogen
emotionele steun en veiligheid kon bieden.
bij mezelf. Het is tragisch dat de ontmoeting met mijn moeder
Tijdens mijn puberjaren heb ik zonder haar medeweten con-
geheim moet blijven voor haar familie, maar omdat zij open-
tact opgenomen met Wereldkinderen en heb hen uitgelegd
staat voor een nieuwe ontmoeting ga ik haar zeker weer zien.
dat ik mijn biologische moeder wilde zoeken. Ze maakten mij
Reeds voor de ontmoeting met mijn moeder heb ik mijn adop-
duidelijk dat de autoriteiten in India dit niet zouden accepte-
tie door de rechter laten herroepen, waardoor de Nederlandse
ren. De daarop volgende jaren was ik ten einde raad. Ik raakte
naam die ik bij mijn adoptie had gekregen is vervallen. Later
aan de drank, liep regelmatig weg van huis en werd depressief.
heb ik in India mijn geboorteakte opgevraagd en sindsdien
Uiteindelijk werd ik in een opvang opgenomen.
draag ik mijn oorspronkelijk Indiase naam.
Ik zat midden in mijn puberteit en was boos op mijn adoptie-
Vanaf het moment dat ik mijn eigen moeder heb gezien,
ouders die me hierheen hadden gehaald en me mijn Indiase
ervaar ik ruimte om mijn eigen identiteit vorm te geven. Ik durf
identiteit hadden afgepakt. Via een rootsreis en later door vrij-
nu keuzen te maken voor mijn toekomst. Ik ben de dochter
willigerswerk kwam ik in India terecht waar ik een maand ver-
van mijn Indiase moeder. Zij is echt, uit haar ben ik voortge-
bleef in het weeshuis Bal Anand, van waaruit ik naar Nederland
komen. Maar de pijn blijft ook, want door mijn adoptie ben ik
ben gekomen. Ik raakte bevriend met de directrice en hoopte
mijn familie en mijn cultuur kwijtgeraakt.
van haar de naam van mijn moeder te horen, maar zij wilde daar niet aan meewerken. Ik ben toen naar hun advocaat gegaan en heb geëist dat ze de naam van mijn moeder prijsgaven omdat ik mijn adoptie
17
Als ik daar was gebleven had ik, zoals zoveel weeskinderen die ik zag, drinkwater verkocht op straat Dennis van der Helm, Haïti, 1986
M
ijn biologische moeder ken ik niet. Er waren niet
maar hij bleek in het bezit te zijn van mijn jeugdfoto’s die mijn
voldoende gegevens. Ik weet wel dat ze ernstig
ouders hadden gestuurd. Helaas wilde hij later vooral geld van
ziek was, een terminale ziekte, vermoedelijk
me, daarom is het contact nu wat minder geworden. Hij kon
tuberculose want ik had als baby ook tuber-
mij wel vertellen dat mijn moeder vlak na mijn geboorte was
culose. Daar kwamen mijn ouders in Nederland pas achter. Ik
gestorven.
ben geboren in Cap-Haitien en ben via een weeshuis in Port-
Ik geloof niet dat je genetisch kunt voelen dat je uit een
au-Prince geadopteerd door tussenkomst van een Belgische
bepaald land komt. Als je mij zou neerzetten in de
instantie. Toen ik zes was hebben mijn ouders eveneens
Dominicaanse Republiek, zou ik me kunnen indenken dat ik
uit Haïti mijn jongere - niet bloedverwante - zus geadopteerd.
daar vandaan kwam. Je weet niet echt of het waar is of dat
Door haar adoptie werd ik me er heel erg van bewust dat het
je het je inbeeldt. Ik heb Haïtiaanse kennissen die zeggen:
met mij indertijd ook zo is gegaan. Mijn ouders zeiden altijd
“Je afkomst zit in je bloed”, waarmee ze aangeven dat ze zich
al dat ik niet uit mamma’s buik kwam, maar dat zei me toen
hier in Nederland niet thuis voelen. Maar je kunt jezelf ook van
helemaal niets.
alles aanpraten. Zelf heb ik helemaal geen crisis ervaren over
Ik heb nooit een sterkte drang gevoeld om mijn biologische
mijn adoptie. Ik voel me hier gewoon thuis. Ik kan me niet
wortels te zoeken. Daar ben ik te nuchter voor. Mijn vader zei
voorstellen dat je gelukkig kunt zijn als je in Haïti woont met al
vaak: “Als je twintig bent, gaan we je ouders zoeken.” Maar
die ellende en armoede. Als ik daar was gebleven had ik, zoals
voor mij hoefde dat niet zo. Ik hoor ook vaak om me heen dat
zoveel weeskinderen die ik zag, drinkwater verkocht op straat.
geadopteerden in een crisis raken omdat ze hun biologische
Ik voel me tachtig procent Nederlands en twintig procent
roots niet kennen, maar dat geldt niet voor mij. Ik ben het ook
Haïtiaans. Ik ben in een blank dorp opgevoed. Dan merk je wel
niet eens met mensen die adoptie daarom afkeuren. Ik weet
snel dat je een andere huidskleur hebt, maar dat maakte me
zeker dat ik het niet had overleefd als ik niet was geadopteerd.
niet veel uit. Bij een sollicitatie heb ik wel eens meegemaakt
Zonder goede behandeling was ik aan tuberculose gestorven.
dat ze zeiden dat ik goed Nederlands spreek. Daar moet ik dan
De helft van alle kinderen onder de vijf in Haïti sterft, dus op-
om lachen. Ik heb een goede band met mijn ouders, vooral
vang in Haïti was geen optie. Die arme mensen daar zitten
met mijn vader. Met mijn Haïtiaanse zus heb ik ook goed con-
volgens mij niet te wachten om een kind te adopteren.
tact, niet omdat we allebei uit Haïti zijn geadopteerd, maar
Een paar jaar geleden ben ik in Haïti geweest om vrijwilligers-
gewoon omdat we in hetzelfde gezin zijn grootgebracht.
werk te doen. Het was goed om iets sociaals te doen en het
Sinds ik in Haïti ben geweest, heb ik het land in mijn hart
land van mijn herkomst te zien. Ik had de behoefte om iets
gesloten, maar ik realiseer me ook dat ik geluk heb gehad dat
terug te doen, vooral sinds de aardbeving. De bevolking daar
ik in Nederland terecht ben gekomen.
heeft vaak een afwachtende houding en sommigen leven nog in tenten. Ik heb Engelse les gegeven aan weeskinderen. Ik ben ook naar het weeshuis gegaan waar ik vandaan kwam en heb mijn halfbroer ontmoet. Eerst geloofde ik hem niet,
19
De warmte van mijn oorsprong voelde ik niet in Bensdorp. Mijn ouders ontkenden mijn Libanese afkomst Christina Kraaijveld, Libanon, 1976
M
ijn ouders kwamen uit grote families met veel
met mijn geest naar buiten, naar de lucht, naar de vrijheid. Ik
kinderen, maar konden zelf geen kinderen krij-
voelde me alsof ik afgekapt was van de rest van de wereld, ook
gen. Na drie miskramen besloten ze te adop-
van mijn land van afkomst, Libanon. De warmte van mijn oor-
teren. Het was hun enige optie en tevens een
sprong voelde ik niet in Bensdorp. Mijn ouders ontkenden mijn
goede daad, althans dat vonden zij. Ze adopteerden mij en
Libanese afkomst. Ze luisterden nooit naar Arabische muziek.
daarna nog twee kinderen uit Libanon en kregen vervolgens
Libanon bestond gewoon niet voor hen. “Wij zijn jouw ouders”,
nog een eigen kind. Hun keuze kwam uit op Libanon omdat
zeiden ze. Mijn moeder heb ik nooit als moeder erkend. Ik heb
zij een dominee kenden die in contact stond met de Libanese
ook helemaal geen geestelijk contact met haar. Maar ze heeft
vrouw Atla die daar de adopties regelde. Zij werkte samen met
wel een stempel op mijn leven gedrukt met haar christelijk
de christelijke kerk in Beiroet. In de islam is adoptie verboden,
geloof en die zogenaamde dankbaarheid-aan-je-ouders die
maar bij de christelijke Libanezen was het mogelijk.
mij werd opgelegd.
Mijn ouders kwamen mij in Beiroet halen tijdens de burger-
Op mijn achttiende ging ik het huis uit, zocht mijn eigen vrien-
oorlog. Dat gaf een extra lading aan hun gevoel van missie:
den en ging mezelf ontdekken. Van de wereld wist ik op dat
‘We redden een kind uit de oorlog’. Ik was al zes maanden.
moment helemaal niets. We keken thuis altijd braaf televisie
Atla, die ik later over mijn adoptie heb gesproken zei: “Jij lag
met een zak chips en een glaasje cola. Toch heb ik die be-
als baby in een ziekenhuis dat gebombardeerd werd. We zijn
kende behoefte om je biologische ouders te zoeken nooit ge-
je toen een half jaar kwijt geweest.” Wat er van waar is weet
had. Van jongs af aan wist ik al dat ik mijn biologische moe-
ik niet, maar van mijn biologische moeder weet ik helemaal
der nooit zou vinden. Ik dacht ook nooit: ‘Waarom heb je mij
niets. Er zijn totaal geen papieren en die zijn waarschijnlijk ook
achtergelaten?’ Ik vond het altijd zielig voor haarzelf. Ik ging
nooit officieel opgemaakt. Atla heeft rechtstreeks met mijn
op zoek naar mijn eigen basis en naar mijn eigen identiteit.
ouders gebeld. Bij mijn overhandiging werd niets verteld en
Boeken over Libanon heb ik nooit gelezen.
blijkbaar hebben mijn ouders ook niets gevraagd. Alles is in
Nu ik zelf moeder ben, heb ik eindelijk een basis omdat het
mysterie gehuld. Ik had niet eens een visum voor Nederland,
kind biologisch van mij is. Ik ben op het punt gekomen dat ik
maar een piloot van de KLM sluisde me door de douane. Zo
me aan mezelf heb verbonden. Ik heb mijn eigen basis neer-
ging dat toen.
gezet. Ik weet nu wie ik ben. Ik heb een sterk spiritueel geloof
Ik kwam terecht in Bensdorp, een kleine christelijke gemeen-
in een bovenwereld. Dat heb ik altijd nodig gehad, omdat de
schap in de buurt van Den Haag. Mijn vader was directeur
grond onder mijn voeten er niet was. Nu ben ik compleet met
van een school. Hij ging alle klassen met mij rond. Als een
mezelf en heb ik eindelijk wortel geschoten.
bezienswaardigheid werd ik binnengehaald. En dat heeft mijn jeugd gekenmerkt. Ik voelde me altijd anders in het dorp. Ik heb me altijd een Libanees gevoeld en ik heb ook altijd gevoeld dat Nederland mij heeft willen veranderen. Je moest overal in de pas lopen. Als we naar de kerk moesten, ging ik
20
Je bent je ouders toch ook niet dankbaar dat je geboren bent? Cathalijne Feng Jing Beens, China, 1992
M
ijn ouders moesten naar Chengdu reizen om
keer mijn huiswerk niet ingeleverd omdat ik dacht dat het niet
mij op te halen in het kindertehuis, maar ze
goed genoeg was. Dat ik daarvoor straf kreeg nam ik op de
kregen weinig gegevens over mij mee. Mijn
koop toe.
geboortedatum heeft het kindertehuis waar-
Mijn ouders staan er voor open als ik mijn biologische familie
schijnlijk verzonnen want die staat op 1 april 1992. Via een
zou willen zoeken, maar ik ben nog niet naar China geweest.
botscan is achterhaald dat het waarschijnlijk drie tot vier
Mede omdat ik geen gegevens heb, brand ik niet van verlangen
maanden later is, maar die scan heeft een marge, dus het klopt
om er naar toe te gaan. Dat gaat dan alleen maar frustraties
redelijk. De reden dat mijn biologische ouders afstand hebben
opleveren. Daarbij komt dat er in het gebied waar ik geboren
gedaan ken ik dus niet, maar het kan heel goed te maken heb-
ben aardbevingen zijn geweest waardoor waarschijnlijk veel
ben met de eenkindpolitiek van China. Ze wilden misschien
gegevens verloren zijn geraakt. Ik wil er wel eens naartoe,
liever een jongetje hebben. Of ze hadden geen vergunning
maar dan wil ik Chinees kunnen spreken.
voor een tweede kind. Het was wel bijzonder dat ik goed ver-
Ik herken wel een aantal typisch Chinese eigenschappen in
zorgd bij het kindertehuis bleek te zijn aangekomen. Dat heb-
mijzelf. Ik ben erg perfectionistisch en competitief naar mezelf.
ben we nooit goed begrepen.
Het moet altijd beter. Deze eigenschappen herken ik slechts
Ik ben opgegroeid in Havelte in Drenthe. Ik heb nooit last ge-
gedeeltelijk bij mijn ouders. Ook houd ik veel van turnen. Dat
had van het feit dat ik geadopteerd ben. Mijn ouders zijn altijd
is ook een typisch Chinese sport. Een andere eigenschap van
heel open geweest. Mijn moeder werkte in de kinderpsychia-
me is dat ik erg analytisch ben. Dat zie ik ook als Chinees. Ik
trie en begreep dus goed wat ik aankon. Toen we verhuisden
ben een echt bèta en ik wil medicijnen studeren. Ik heb ook
naar Lochem en ik op een andere school terecht kwam, werd
duidelijk een Nederlandse kant. Ik ben avontuurlijk, zoals mijn
ik veel gepest. Ik was natuurlijk nieuw voor hen en ik zag er
vader. En ik hou van aanpakken, kordaat handelen en georga-
ook nog anders uit, reden waarom ze me vaak uitscholden.
niseerd zijn, net zoals mijn ouders.
Het heeft lang geduurd voordat ik daaraan kon wennen. In het
Ik vind het heel goed dat er adoptie bestaat. Bij mij heeft het
begin wilde ik niet meer naar school. Maar toen ik eenmaal
perfect uitgewerkt. Hier heb ik kansen gekregen die ik daar
vriendinnen kreeg ging het beter.
nooit gehad zou hebben. Maar het is niet zo dat ik mijn ouders
Als kind had ik veel last van verlatingsangst. Als ik mijn ouders
dankbaar ben dat ik geadopteerd ben. Dankbaar zijn klinkt zo
een seconde niet zag raakte ik in paniek. Ik moest altijd mijn
afhankelijk. Daarbij komt dat zij graag een kind wilden en ik
ouders in de gaten houden. Het was een ramp als mijn ouders
was toevallig de gelukkige. Je bent je ouders toch ook niet
weg moesten en er iemand kwam oppassen. De angst uit-
dankbaar dat je geboren bent?
te zich ook op een andere manier. Ik had een aangetrouwde Filipijnse tante en als ik bij haar op schoot gezet werd, werd ik heel bang. Waarschijnlijk was ik bang dat ik met haar mee zou moeten, terug naar mijn geboorteland. Toen ik op de middelbare school zat had ik ook last van faalangst. Zo had ik een
22
Het liefst wilde ik op mijn moeder lijken, dus als de zon scheen bleef ik in de schaduw om niet donkerder te worden Ferewe van Vugt, EthiopiĂŤ, 1990
V
an mijn biologische ouders weet ik niets. Ik ben
maal niet gewend. Ik heb altijd geleerd vooraf goed te plannen
als ondervoede baby bij een ziekenhuis in Addis
en mijn toekomst te organiseren.
Abeba gebracht en van daaruit is mijn adoptie in
Op mijn zeventiende begon ik me te verdiepen in muziek
gang gezet. Op Schiphol werd ik als negen maan-
mede onder invloed van mijn adoptiefamilie. Mijn adoptie-
den oude baby overhandigd aan mijn adoptieouders bij wie
vader is heel muzikaal en mijn broer heeft een muziekschool.
ik in Nieuwerkerk aan den IJssel kwam te wonen. Mijn jeugd
Ik heb de Zadkine popacademie gedaan. Dat heeft me erg
was gelukkig, maar toen ik zeven jaar was, scheidden mijn
geholpen omdat ik door mijn vrienden het verkeerde pad op
ouders. Ik ging bij mijn moeder wonen en achteraf kan ik zeg-
dreigde te gaan. Doordat ik met hen meeliep was ik al een
gen dat ik een vader heb gemist; iemand die me kon leren om
keer opgepakt. Later zag ik dezelfde vrienden op televisie bij
in het leven te staan, iemand naar wie je kon opkijken. En ook
Opsporing Verzocht. Door de muziek heb ik me kunnen ont-
iemand die me discipline had kunnen bijbrengen en tegengas
trekken aan die groep. Op school heb ik een producer leren
had kunnen geven. Daarbij kwam dat ik niet met mijn moe-
kennen die een rolmodel voor me is geworden, iemand die
der kon opschieten. Zij had een chronische ziekte waardoor ik
me op het juiste spoor heeft gezet. Ik ben nu rapper en pro-
altijd voor haar moest zorgen.
duceer muziek.
Zelf vond ik niet dat ik er anders uitzag, maar door de op-
Ik heb me vaak de vraag gesteld waarom ik hier ben. Mijn con-
merkingen van mijn klasgenoten ging ik wel begrijpen dat ik
clusie is dat ik bestemd ben voor iets groots. Ik geloof niet in
een andere huidskleur had. Capelle, waar ik met mijn moeder
een bepaalde religie, maar wel in een God. Er zijn veel mensen
woonde, was een blank dorp dus ik viel erg op. Het liefst wilde
op de wereld die een gewoon leven leiden. Dat is niets voor
ik op mijn moeder lijken, dus als de zon scheen bleef ik in de
mij. Ik wil innoverend zijn en over angsten heen komen. De
schaduw om niet donkerder te worden.
religie is uitgevonden als een controleapparaat om angsten te
In mijn tienerjaren identificeerde ik me met allochtonen, voor-
beheersen. Dat houd je klein. Dat is niet de manier waarop ik
al met Surinamers en Antillianen, en ik trok veel met hen op.
in het leven wil staan. Mijn leven heeft een bepaalde richting,
Ik voelde me als een van hen, maar in wezen dacht ik als een
een pad. Ik zie dat er tekens in mijn leven zijn die mij een per-
blanke Nederlander. Mijn blanke vrienden zetten zich af tegen
spectief geven. Het feit dat ik muzikaal ben en in een muzikale
allochtonen. Dat vond ik heel moeilijk want ik voelde me daar-
familie terecht ben gekomen, is een voorbeeld van zo’n teken.
door tussen twee vuren staan. Hoewel ik me in alle culturen
Mijn talent is mijn voorbestemming. Het kan daarom geen
kon bewegen, van Marokkaans tot Surinaams, wist ik niet wie
toeval zijn dat ik hierheen ben gekomen. Door mijn adoptie
ik zelf was. Die identiteitscrisis is minder geworden, maar ik
heb ik een bepaald groeiproces kunnen doormaken dat an-
voel nog steeds een dubbelheid.
ders niet mogelijk was geweest. Het leven zit goed in elkaar.
Bij relaties met vriendinnen werd me dat nog duidelijker. Mijn vorige vriendin was een Arubaanse en ik had ook een Surinaamse vriendin, maar hun cultuur is heel anders dan mijn opvoeding. Zij leven in het moment en dat ben ik hele-
25
Tot mijn elfde hebben ze me niet verteld dat ik geadopteerd was. Ik zag mijn ouders als mijn biologische ouders en wist niet beter Marcia Engel, Colombia, 1978
O
mdat mijn moeder voor langere tijd een baantje
straat waarna ik bij mijn vader ben gaan wonen. Daar hield ik
aan de kust had, liet ze mij als baby bij een vrien-
het niet lang uit. Hij had twee restaurants en had totaal geen
din logeren. Die had er blijkbaar geen zin meer
tijd voor me. Ik kwam in een crisisopvang terecht waarna ik in
in en bracht me naar het politiebureau. Zo kwam
een leefgroep kon wonen en leerde om zelfstandig op kamers
ik in een weeshuis terecht en vandaaruit werd ik ter adoptie
te wonen.
aangeboden aan Nederlandse ouders. Toen mijn moeder
Ik hunkerde in die tijd naar moederliefde, maar kreeg die niet.
terugkwam van haar tijdelijke baan, kon ze me niet meer
Toen ik veel later kinderen kreeg, vroeg ik aan mijn adoptie-
vinden en de politie weigerde informatie te geven. Mijn vader
moeder: “Wil je eigenlijk wel mijn moeder zijn en oma van je
werkte in die tijd in de Verenigde Staten en kwam hals over
kleinkinderen?” “Nee,” zei ze kortaf en dat was het dan.
kop terug om me te zoeken, maar tevergeefs. Zo kwam het dat
Een vriendin gaf me geld om uit te laten zoeken wie mijn bio-
ik in Nederland ben opgegroeid.
logische ouders waren. Met de juiste connecties kom je in
De Colombiaanse kinderbescherming regelde de adoptie. Ze
alle dossiers en binnen vier maanden had ik contact met mijn
hadden daarvoor twee verschillende akten opgesteld. Een met
vader. Hij belde me pardoes op mijn mobiel! Acht maanden
de officiële naam van mijn moeder en een zonder de namen
na ons contact ben ik naar Colombia gereisd. Het was totaal
van mijn ouders. Door de tweede, valse akte was ik adopta-
onwerkelijk om mijn echte ouders te zien. Ineens zijn ze tast-
bel geworden. Ik ben dus door valsheid in geschrifte van mijn
baar. Je ziet ze en je praat me ze. Het was als een droom. Tot
moeder gescheiden.
die tijd had ik helemaal geen doelen en geen verwachtingen.
Ik kwam in Soest terecht bij een Duitse vader en een
Maar vanaf dat moment begreep ik dat ik aan mijn leven kon
Nederlandse moeder. Ze hadden al twee kinderen en wilden
beginnen.
er nog een kind bij. Achteraf vind ik dat ze niet in staat waren
Mijn biologische moeder is door mijn adoptie geestelijk
om me op te voeden. Mijn ouders werkten de hele dag in hun
beschadigd. Ze hebben haar kind afgepakt en ze gaf zichzelf
eigen zaak en hadden nauwelijks aandacht en tijd.
daarvan de schuld. Daarom kunnen we nog steeds niet goed
Ze hadden ook geen oog voor mij als adoptiekind. Tot mijn
praten. Omdat ik haar als moeder wil zien en zij dat nooit
elfde hebben ze me niet verteld dat ik geadopteerd was. Ik zag
geweest is, ontstaan er steeds conflicten. Zij kan mij namelijk
mijn ouders als mijn biologische ouders en wist niet beter. Pas
niet als haar dochter zien. Het is een noodlottige situatie. Ik
toen ik papieren onder ogen kreeg over een geadopteerd kind
heb twee moeders die ik als moeder zie, maar beiden kunnen
uit Colombia ging de bal rollen. Ik dacht echt dat het om een
het moederschap niet aan. Hoe vreemd het ook klinkt, toch
ander, mij onbekend kind ging en vroeg mijn moeder hoe het
vind ik dat mijn adoptie succesvol is. Ik heb het hier goed en
zat. Ineens zei ze: “Jij komt helemaal niet uit mijn buik.” De
mijn leven is mijn lotsbestemming.
bodem zakte onder me weg. Mijn ouders scheidden omdat ze ook elkaar geen aandacht konden geven en mijn vader door het harde werken alcoholist was geworden. Op mijn twaalfde zette mijn moeder me op
27
Bij het woord adoptie krijgt menigeen de associatie met kinderen die worden opgehaald uit een ver land. Maar ruim dertig jaar na de grootste adoptiegolf zijn de adoptiekinderen volwassen geworden. In de vorming van hun identiteit hebben zij twee gescheiden werelden, die van hun afkomst en die van hun opvoeding, met elkaar moeten verenigen. In Gekleurde identiteit zijn veertig volwassen geadopteerden in beeld en tekst geportretteerd. Zij vertellen openhartig hoe ze de puzzelstukjes van hun identiteit bij elkaar zochten en welke uitdagingen zij daarbij tegenkwamen. De verhalen getuigen van een intense zoektocht naar zichzelf en de portretfoto’s tonen de geadopteerden als krachtige en bijzondere persoonlijkheden. Ton Hendriks is documentair fotograaf en auteur. Eerdere projecten van hem zijn Global Street Child over straatkinderen in tien verschillende landen, De Wilde Kust, portretten van diverse bevolkingsgroepen in Suriname en African Village, over een dorp in Ghana. Voor het project Stadsgezichten maakte hij portretten van Amsterdammers. Daarnaast schreef hij Beeldspraak, een theoretisch handboek over fotografie.