landschap | stilleven | portret
Giovanni Dalessi
Harry Tupan De eeuwige zoektocht naar schoonheid | over het werk van Giovanni Dalessi
Het staat nog steeds op mijn netvlies: het eerste schilderij dat ik ooit van Dalessi zag. Ik liep jaren geleden op de kunstbeurs Art Amsterdam en zag in de stand van een hoofdstedelijke galerie een werk van een voor mij toen onbekende kunstenaar. Het schilderij toonde een vrouwengezicht dat mij, door het gebladerte van een boom, strak en doordringend aankeek. Er ging een schok door mij heen: dit is goed! Die middag ben ik nog tweemaal terug gelopen om het schilderij te bekijken. En het spijt mij nog steeds dat ik het heb laten staan. Maar het was wel mijn eerste kennismaking met het werk van een bijzonder schilder die ik sinds die tijd ben blijven volgen.
Dalessi en de figuratie Wat maakt kunst tot goede kunst en waarom wordt werk dat figuratief of realistisch is daar vaak niet toe gerekend? Het is lastig om daar een eenduidig antwoord op te geven. Er is de laatste jaren veel geschreven over figuratieve kunst. En niet ten onrechte, want kunst met een herkenbare voorstelling is ‘booming’. Na jaren te zijn overvleugeld door abstracte en conceptuele kunst is de figuratie bezig aan een onstuitbare opmars. In tal van gespecialiseerde galerieën en musea wordt, vooral in het laatste decennium, aandacht aan dit fenomeen besteed. Feitelijk is figuratieve of realistische kunst nooit weggeweest. Eeuwenlang zijn dergelijke kunstwerken geproduceerd en vonden hun weg naar verzamelaars en liefhebbers. Alleen is door veel critici, museumdirecteuren en andere ‘kunstofficials’ in de jaren zestig, zeventig en tachtig van de vorige eeuw vaak gedaan alsof dit type kunst ouderwets en achterhaald was en het niet meer de moeite waard was er aandacht aan te besteden. In de ogen van de avantgarde was het niet meer dan betekenisloze ‘plaatjesmakerij’ die niet tot artistieke vernieuwing leidde en daarmee oubollig en niet eigentijds. Herkenbaarheid werd synoniem met ouderwets. Dat standpunt zelf is echter ondertussen al lang weer achterhaald en de figuratieve kunst bloeit als nooit tevoren. Overigens is ‘figuratieve kunst’ een breed begrip. Het omvat bijvoorbeeld het werk van kunstenaars als Frank Auerbach en Francis Bacon, maar ook Marlene Dumas en Luc Tuymans. In hun werk zijn immers ook realistische elementen aanwezig die voor de beschouwer duidelijk herkenbaar zijn en die onmiskenbaar zijn ontleend aan de waarneembare werkelijkheid. Maar tegelijkertijd
5
Giovanni Dalessi, Kweeperen, 2001, olieverf op doek
zijn zij wél opgenomen in de collecties van internationale kunstmusea die de avant-garde presenteren. Dit geeft aan dat de tegenstelling figuratief versus abstract in wezen een schijntegenstelling is. Immers, de mate waarin een schilderij geslaagd is wordt, ook als het een herkenbare, ‘realistische’ voorstelling heeft, mede bepaald door zijn abstracte kwaliteiten. De kwaliteit van elementen als compositie, kleur, ritme, beweging, huid, lijnvoering en toets, bepalen meer dan de originaliteit van de voorstelling, de geslaagdheid van een kunstwerk. Figuratieve kunst is in de 20ste eeuw in diverse stromingen ondergebracht met even zovele benamingen. Een willekeurige greep: magisch realisme, fotorealisme, fantastisch realisme, socialistisch realisme, neorealisme, surrealisme, nieuw realisme en nieuwe figuratie. Eén ding hebben deze stromingen gemeen: hun vertegenwoordigers zijn of waren er op uit bepaalde aspecten van de werkelijkheid in beeld te brengen. Maar dan wel gezien door de bril van hun persoonlijke interpretatie. De ene keer schildert de kunstenaar direct naar de werkelijkheid, zich inspirerend op het klassieke realisme; de andere keer creëert hij door middel van realistische elementen een fantasiewereld of streeft hij juist naar vereenvoudiging van de beeldende middelen om de emoties die het onderwerp bij hem oproept vast te leggen. Giovanni Dalessi (Eindhoven, 1964) behoort tot de laatste groep. Zijn onderwerpen haalt hij uit zijn nabije omgeving, of het nu een portret, stilleven of landschap is. Hij leunt qua inspiratie graag op kunstenaars uit het verleden zoals bijvoorbeeld Giotto, Piero della Francesca, Hendrick Terbrugghen of Pyke Koch. Giotto di Bondone (ca. 1267–1337) kan als de grote meester uit het Florence van het eind van de 13de, begin van de 14de eeuw worden beschouwd. Zijn grootste kracht als schilder was dat hij binnen de kunst van zijn tijd, zowel iconografisch als stilistisch, grote veranderingen teweegbracht. Niet ter zake doende details elimineerde hij, met andere woorden: alles wat niet belangrijk was liet hij weg. Giovanni Dalessi past dit zelfde principe toe. Overbodige, voor hem storende details laat hij weg. Het gevolg is dat zijn figuren en taferelen een zeer sterke expressieve kracht hebben. Als beschouwer heb je slechts een focus op het afgebeelde en wordt je door niets van het hoofdthema afgeleid. Wat ook sterk aan Giotto doet denken is de wijze hoe Dalessi dat hoofdthema weergeeft. In een ondiepe, ja, bijna onduidelijke coulisse, geeft hij zijn voorstelling weer. Hij speelt met het platte vlak, waarbij er nauwelijks sprake is van hiërarchie tussen voor- en achtergrond. En, dan ook nog: veel portretten van Dalessi hebben bijna een frescoachtige uitstraling alsof het olieverfschilderij in een nog vochtige kalklaag is geschilderd. Dit wordt mede veroorzaakt door de wijze waarop hij zijn palet toepast. Bijna onechte kleuren die, zo zei een kunstcriticus eens, ‘een ogenschijnlijke perfectie’ teweegbrengen.
Giotto di Bondone, Ognissanti Madonna (detail), ca. 1310, tempera op hout, Uffizi, Florence
6
Giovanni Dalessi, Olijfboom, 2006, olieverf op doek
Zijn eigen gezin, vrouw en vijf kinderen, zijn veelal onderwerp in zijn schilderijen. Hij schildert ze echter niet met de bedoeling ze natuurgetrouw weer te geven. Veel meer schildert hij het gevoel dat hij bij hen heeft; uit zijn werken spreekt liefde en geborgenheid. Het gaat hem dus om de essentie, niet om de zo getrouw mogelijke weergave van de (zijn) werkelijkheid. In het werk Olijfboom (2006, olieverf op doek, 200 x 175 cm) zien we een vrouw met geloken ogen. Zij draagt een baby in een rompertje op haar arm. Naast haar staat een meisje, haar dochter, dat met haar hoofd tegen de heup van haar moeder leunt. Haar hand steunt op moeders dijbeen. De moeder draagt een fel gele jurk die haar mooie lichaam strak omhult. Haar lange haar valt bijna achteloos van haar schouder over haar borst. De groep vormt een klassieke driehoekscompositie. De moeder heeft een hoog voorhoofd, haar neus is Byzantijns lang. Zij straalt liefde en rust uit. Zij is een hedendaagse madonna. Het landschap om de groep heen is ook sterk bepalend voor de compositie van het schilderij. Linksvoor staan, net voor een pad, gele bloemen. Direct achter de groep staat een olijfboom met daarachter een glooiend, groen landschap waar van linksonder naar rechtsboven een landweggetje in de diepte verdwijnt. Deze diagonaal geeft diepte aan het schilderij. Een mooie Hollandse lucht drukt weer op dat groene landschap. Je ziet duidelijk dat de groep op een driesprong staat. Het lijkt of de schilder wil zeggen “waar gaan wij heen?� Het werk heeft een sterk religieuze uitstraling, ja bijna een religieuze sereniteit alsof de moeder Maria zelf is. Het thema verwijst onverbiddelijk naar de Italiaanse schilderkunst uit 14e en 15e eeuw.
7
Rafael, Madonna and Child (The Small Cowper Madonna), ca. 1505, olieverf op paneel, National Gallery of Art, Washington, D.C., USA
magdalena, 2010, 50 x 40 cm 36
magdalena, 2010, 50 x 40 cm 37
parel, 2010, 70 x 60 cm parel, 2006, 60 x 55 cm 38
carmel bleu, 2010, 35 x 30 cm carmel noir, 2010, 35 x 30 cm 39
40
vingerhoedskruid, 2009, 100 x 300 cm 41
vingerhoedskruid, 2008, 35 x 30 cm 42
carmel bleu, 2010, 60 x 50 cm 43
strand, 2005, 140 x 170 cm appeltje, 2011, 50 x 40 cm 80
81
146