Fensterbilder
redactie/edited by Renee Schuiten-Kniepstra
6
8
15
41
74
129
132
Bijschriften werken/ Captions works
134
Schemertoestand/ Twilight State Werken/ Works
Bijschriften illustraties bij de essays/ Captions illustrations in the essays
136
Biografie/ Biography
138
Bibliografie/ Bibliography
Stefan Kuiper
142
Medewerkers aan deze publicatie/ Contributors to this publication
In gesprek met Koen Vermeule/ A conversation with Koen Vermeule
143
Colofon/ Credits
Renee Schuiten-Kniepstra
Introductie/ Introduction
Merel Bem
Studiotijd/ Studiotime Werken/ Works Koen Vermeule
Fensterbilder/ Fensterbilder
Renee Schuiten-Kniepstra
Introductie/ Introduction Wanneer ik naar de schilderijen van Koen Vermeule kijk, wandel ik een andere wereld in. Een wereld met mensen die alleen en verzonken in hun gedachten zijn, of samen aan de rand van een stad uitkijken over het water. Heel even maak ik deel uit van een enkel moment in hun leven. In zijn schilderijen vangt hij stukjes leven die lijken te zijn bevroren in een enkel ogenblik. Gezien en voorgoed vastgelegd. Maar ook andersom hebben de schilderijen effect: ze wandelen ook mijn leven binnen en beïnvloeden mijn kijken. Zoals een vlucht vogels die over het weidse Noord-Hollandse landschap vliegt, of iemand die in een bushokje schuilt, gehypnotiseerd door zijn of haar telefoon. Zelfs Netflix-series zijn niet meer veilig; ineens schiet er een film still voorbij waarvan ik denk: dat zou zo een werk van Koen kunnen zijn! Koen Vermeule en ik leerden elkaar in 2015 kennen, toen ik bij BorzoGallery werkte, de galerie die hem sinds 2011 vertegenwoordigt. Samen hebben we mooie tentoonstellingen in de galerie gemaakt en aan internationale beurzen deelgenomen. Een hoogtepunt was bij museum LAC Narbonne, waar we een grote museale presentatie van zijn schilderijen konden maken: de tentoonstelling PERIPHERIC. De zakelijke relatie groeide uit tot een vriendschap, die werd bezegeld met een mooi cadeau: Koen gaf me een van zijn werken op papier als huwelijksgeschenk: ‘het huwelijksbootje’. Een vierkant opgedeeld in twee vlakken: boven alleen de lucht, een abstract grijs blauw vlak, daaronder een bootje in ondiep water. Inmiddels is er bijna negen jaar voorbij sinds zijn eerste monografie High above Ground (2012). Tijd voor een nieuw boek. Uit onze gesprekken over het nieuwe boek bleek vrijwel meteen dat het eerste boek nog steeds krachtig en fris oogt en zo goed voldeed aan alle wensen en kwaliteiten. Juist daarom hebben we ervoor gekozen om er op meerdere fronten een vervolg van te maken, zowel qua vormgeving als inhoud. Het tweede deel in een reeks. Het boek biedt een overzicht van kunstwerken, inspiratiebronnen en zaaloverzichten van tentoonstellingen. Associatief samengesteld. Zo ontstaat een nieuw hoofdstuk binnen zijn oeuvre. Naast werken op doek, is er in dit boek meer aandacht voor werk op papier, omdat dit de laatste jaren een prominentere rol is gaan spelen in zijn praktijk.
When I look at Koen Vermeule’s paintings, I enter a different world. A world of people who are alone and lost in their thoughts, or together in the outskirts of a city looking out over the water. For a moment, I become part of a single moment in their lives. In his paintings, he captures fragments of life that appear frozen in a single instant, seen and recorded forever. But the paintings also work the other way around: they enter my life and influence the way I see things – a flock of birds flying over the wide North Holland landscape, for example, or a person under a bus shelter, hypnotised by their phone. Even Netflix series are no longer safe: suddenly I’ll see a film still going by which makes me think, that could be a work by Koen!
Openingsavond/ Opening night PERIPHERIC, LAC Narbonne, Frankrijk/ France, 2018
Koen Vermeule and I met in 2015, when I was working at BorzoGallery, the gallery that has represented him since 2011. We put on fantastic exhibitions there together and went to international art fairs. A highlight was L.A.C. Narbonne, where we were able to present his paintings in a large-scale museum context in the exhibition PERIPHERIQUE. Our business relationship grew into a friendship, which was sealed with a wonderful gift: as a wedding present, Koen gave me one of his works on paper, ‘The Wedding Boat’. It’s a square divided into two planes: above, only sky, an abstract grey-blue plane; below, a small boat in shallow water. 6
Over de auteurs hebben we niet lang hoeven nadenken. Merel Bem schreef twintig jaar voor de Volkskrant en andere tijdschriften. In haar essaybundel Doorkijken, weet ze op een heldere en toegankelijke manier kunst met het alledaagse te verbinden. Momenten uit ons leven of gebeurtenissen koppelt ze op grappige en soms vertederende wijze aan uiteenlopende kunstwerken. Ook Koen was meteen weg van haar verhalen. Voor haar essay in deze publicatie koos ze het schilderij Soul Shades Conversation uit, waarbij ze op eenzelfde associatieve manier langs steden en alledaagse momenten loopt. Daarbij zijn we de eigenaar erkentelijk dat Merel en Koen het werk mochten opzoeken.
Almost nine years have passed since we published Koen’s first monograph, High above Ground (2012). It’s time for a new book. As we talked about the idea, it soon became apparent that we felt the first book still looked fresh and powerful, and had all the qualities we were looking for. This is why in various respects we have chosen to make a sequel, both in terms of design and content; it’s the second part of a series. Composed associatively, the book gives an overview of artworks and sources of inspiration, and room plans of exhibitions, and thus creates a new chapter in Koen’s oeuvre. Works on paper also feature more prominently alongside the canvases, as in recent years they have come to play a greater role in his practice.
Stefan Kuiper schrijft voor de Volkskrant en andere tijdschriften zoals het Museumtijdschrift. Hij heeft ervoor gekozen om een profiel te schetsen, waarvoor hij meerdere keren met Koen in gesprek is gegaan. Het is een heel rijk en breed interview geworden dat niet alleen vertelt hoe Koen werkt, maar vooral de breedte van zijn inspiratiebronnen belicht. Samen lopen ze door zijn carrière heen op een hele persoonlijke manier, van zandbakken tot poëtisch realisme.
We didn’t need long to choose the authors. Merel Bem has been writing for de Volkskrant newspaper and various magazines for 20 years. In her collection of essays Doorkijken (‘Looking through’), she makes a clear and accessible connection between art and everyday life. Entertainingly, sometimes endearingly, she links events and moments from our lives with various works of art. Koen immediately loved her stories. For Merel’s essay in this publication, she chose the painting SOUL SHADES CONVERSATION, and in the same associative way she explores cities and everyday moments. We are grateful to the owner for allowing Merel and Koen to visit the painting.
Voor deze publicatie hebben we een samenwerking gezocht met uitgeverij Lecturis. Dat was meteen een klik, zeker toen bleek dat een van de uitgevers zelfs een werk van Koen in zijn collectie heeft. We danken de uitgeverij voor de begeleiding en de enthousiaste samenwerking. Omdat Koen van meet af aan wist dat hij weer met Joseph Plateau grafisch ontwerpers aan de slag wilde, heeft Rolf Toxopeus net als bij High above Ground het ontwerp op zich genomen. Het mag gerust een vreemde tijd worden genoemd waarin Koen besloot een monografie te maken. Midden in de Corona crisis. Maar met de hulp van het Mondriaan Fonds en het Jaap Harten Fonds is het zowaar gelukt. We zijn deze fondsen dankbaar voor het vertrouwen en de keuze om een monografie te ondersteunen.
7
Stefan Kuiper writes for de Volkskrant and magazines such as Museumtijdschrift. He has chosen to write a profile of Koen on the basis of a number of conversations. The result is a rich and wide-ranging interview which reveals Koen’s way of working, and above all highlights the breadth of his sources of inspiration, which run through his career in a very personal way, from sandpits to poetic realism. For this book we approached the publishing house Lecturis. We had an immediate click with the publishers, especially when it turned out that one of them actually has a work by Koen in his collection. We would like to thank the publishers for their guidance and enthusiastic partnership. Koen knew from the outset that he wanted to work with Joseph Plateau graphic designers again; Rolf Toxopeus took on the design, as he did with High above Ground. It was a strange time to say the least in which Koen decided to produce this monograph, in the middle of the coronavirus pandemic. With the help of the Mondriaan Fund and the Jaap Harten Fund, we have nonetheless succeeded. We are grateful to these funds for their trust and their decision to lend this work their support.
Twilight State Merel Bem
SOUL SHADES SEATED1
2017 olie- en acrylverf op doek oil and acrylic on canvas 180 × 200 cm
Zou er een simpele verklaring zijn voor het feit dat ik in mijn woonplaats steeds op dezelfde plek, een kruispunt, eventjes totaal de weg kwijt ben? Ik durf het bijna niet te vragen. Neem de woorden ‘vervreemding’ en ‘desoriëntatie’ in de mond en je moet stante pede naar het ziekenhuis. Heeft de patiënt ook last van andere symptomen, zoals mompelen, het zien van dingen die er niet zijn, moeite met focussen misschien? Bloedtest, medicijnen, MRI-scan. Terwijl – éventjes, zei ik toch. Een paar seconden waarin ik niet meer weet waar ik ben en waar ik naartoe ga en waarom eigenlijk, een kleine storing in mijn hoofd, meer is het niet. Daarna doet alles het weer. Ik koester die verwarring. Het is een prettig soort ontreddering, een welkom gevoel op gelijkmatige dagen die zonder al te veel gedoe voorbijglijden. Het is een ervaring die een deurtje opent, een portaal naar een ander universum misschien, waar tijd en ruimte andere wetten volgen – welja, laten we het meteen groots aanpakken. Het is hoe dan ook eerder spannend dan medisch verontrustend. Zit er soms een glitch op die plek in Haarlem, een verstoring in het systeem? Deze terugkerende gebeurtenis heb ik nog nooit beschreven. Nooit zocht ik woorden voor de verwarring die me steeds op dat kruispunt overvalt, terwijl ik weet dat ze er zijn. Overal zijn woorden voor, soms duurt het alleen even voordat je de goeie hebt. Ik zocht ernaar, ik tastte en grabbelde, wikte en woog. Zeggen deze woorden wat ik wil overbrengen? Dekken ze de lading? Hetzelfde overkomt me soms in de kunst. Soms kan een kunstwerk al bezit hebben genomen van je hoofd en je lijf, nog voordat het zijn aanwezigheid, zijn bestaansrecht misschien wel, in woorden heeft gevonden. Terwijl je zoekt naar een omschrijving, voel je al lang wat het met je doet. Het is een beetje zoals voor het eerst verliefd zijn en niet weten wat je overkomt, omdat je de taal nooit eerder sprak. Ik ben Tolstojs Anna Karenina aan het lezen, alle 925 pagina’s. Al snel stuitte ik op een passage die me nu van pas komt: het moment dat Anna zich in de trein van Moskou naar Petersburg realiseert dat ze méér voelt voor de zelfverzekerde jonge officier Vronski dan ze zichzelf had toegestaan. Ze krijgt het afwisselend warm en koud. Ze probeert haar boek te lezen, maar begrijpt niet wat er staat, de zinnen verliezen hun betekenis. Haar ademhaling stokt. ‘Ze twijfelde er telkens weer aan of de trein nu vooruit- of achteruitreed, of dat hij helemaal stilstond. Of Annoesjka naast haar zat of dat het een vreemde was. Wat ligt daar op die leuning, is dat een bontjas of een beest? En ben ik dit zelf? Ik zelf of een ander? Ze vond het angstig om zich aan die schemertoestand over te leveren. Maar iets trok haar daarheen hoewel ze vrij was om zich eraan over te geven of zich ertegen te verzetten.’ 1
Could there be a simple explanation for the fact that for a moment I always get completely lost in the same place, at a crossroads in my hometown? I hardly dare to ask the question. Start using words like ‘alienation’ and ‘disorientation’ and before you know it you’ll find yourself in hospital. Does the patient have any other symptoms – mumbling, seeing things that aren’t there, perhaps difficulty focusing? Blood test, medication, MRI scan. Yet, as I said, it’s only for a moment. A few seconds in which I no longer know where I am and where I’m going and why, a brief malfunction in my head, that’s all. Then everything starts working again. I cherish that confusion. It’s a pleasant sort of upheaval, a welcome feeling on uniform days that slip by without much hassle. It’s an experience that opens a door, a portal to another universe, perhaps, where time and space follow different laws (well, let’s start thinking big here straight away). Either way, it’s more exciting than medically concerning. Is there maybe a glitch in the system at that spot in Haarlem? I’ve never described this recurring event before. I’ve never tried to find words for the confusion that keeps coming over me at that crossroads, when I know they must exist. There are words for everything, sometimes it just takes a while to find the right ones. I searched, pondered, groped and fumbled. Do these words say what I want to convey? Do they express the feeling? The same thing sometimes happens to me with art. Sometimes a work of art can take possession of your mind and body even before it has found its presence, perhaps its right to exist, in words. While you’re still looking for a description, you’ve long been feeling how it affects you. It’s a bit like falling in love for the first time and not knowing how to express what’s happening to you because you need a language you’ve never spoken before. I’m reading Tolstoy’s Anna Karenina, all 925 pages of it. I soon came across a passage that comes in handy here: it’s the point when Anna realises on the train from Moscow to Saint Petersburg that she feels more for the confident young officer Vronsky than she had previously allowed herself to do. She goes hot and cold. She tries to read her book, but she can’t understand what it says, the sentences lose their meaning. She finds it hard to breathe.
SOUL SHADES 1
2016 olie- en acrylverf op doek oil and acrylic on canvas 230 × 180 cm
10
Soul Shades Conversation1
2016 olie- en acrylverf op doek oil and acrylic on canvas 40 x 40 cm
16
EAST WINTER ROAD 1
17
2018 olie- en acrylverf op doek oil and acrylic on canvas 180 × 240 cm
HEURE BLEUE
18
2013 olie- en acrylverf op doek oil and acrylic on canvas 135 × 210 cm
19
ALLEE1
20
2018 olie- en acrylverf op doek oil and acrylic on canvas 240 × 260 cm
MORI YELLOW
22
2018 olie- en acrylverf op doek oil and acrylic on canvas 150 × 100 cm
MORI GREEN
32
2018 olie- en acrylverf op doek oil and acrylic on canvas 150 × 200 cm
1pp. 34/35
33
UP NORTH
2020 olie- en acrylverf op doek oil and acrylic on canvas 170 × 240 cm
34
LIGHT GRID
40
2020 olie- en acrylverf op doek oil and acrylic on canvas 200 × 150 cm
Studiotime
A conversation with Koen Vermeule Stefan Kuiper
Een samenzwering! Voor de lichtgevende gevel van een gebouw heeft een zestal figuren zich verzameld. Zwarte sportkleding, onherkenbare gezichten – hun identiteit laat zich raden. Het zouden relschoppers kunnen zijn, zichzelf hergroeperend voor een matpartij met de ME, of inbrekers die het plan voor hun volgende missie nog eens doornemen. Leden van een groep criminelen, getraind in Aziatische gevechtskunst en bedreven in het kraken van bankkluizen – ja, waarom niet. De figuren hoeven natuurlijk niet iets slechts in de zin te hebben. Het zouden evengoed onschuldige burgers kunnen zijn. Wellicht zijn het hardlopers, de spieren rekkend en strekkend voordat ze verder gaan met hun vaste rondje. Kantoortijgers, die zich opwarmen voor de wekelijkse kickboksles. Oude vrienden, op weg naar een anderhalve-meter-borrel. Ze kunnen iedereen zijn, en dat is een van de redenen dat Koen Vermeules schilderij LIGHT GRID (2021, p. 43), want daar kijken we naar, je aandacht niet loslaat. Je blijft er ook naar kijken, omdat je wilt weten naar wie je precies kijkt. Als herkenbaarheid een kenmerk is van kwaliteit, dan is Koen Vermeule (Goes, 1965) een goede schilder. Zijn werken herken je uit honderden. Een ‘Koen Vermeule’, dat is een specifiek ding: een (vaak) groot doek of stuk papier met erop een landschap of stadsfragment weergegeven in een gestileerd, contrastrijk, grafisch aandoende schilderstijl. Het geheel oogt hard en teder tegelijk. Het is figuratieve kunst, maar wel gemaakt door iemand die zeer bewust is van decennia van vormvernieuwing die eraan voorafgingen. Zou je met een computerprogramma alle figuren uit Vermeules schilderijen verwijderen dan zou je zeer toonbare abstracte kunstwerken overhouden. De werken tonen een
42
A conspiracy! Six figures gathered outside a building, against brightly lit windows, in black sportswear, their faces indistinct – you can only guess at their identity. They could be rioters regrouping for a brawl with the police, or burglars going over the plan for their next job. Or members of a criminal gang trained in Asian martial arts and adept at cracking bank vaults – why not? Of course, there’s nothing to say the figures are up to no good. They might equally be innocent members of the public. They could be runners, stretching their muscles before heading off on a regular run. Office workers warming up for a weekly kickboxing class. Old friends, about to go for a socially distanced drink. They could be anyone, and that’s one reason why Koen Vermeule’s painting LIGHT GRID (2021, p. 43) – which is what we’re looking at here – holds your attention so firmly. You keep looking at it because you want to know exactly who you are looking at. If recognisability is a hallmark of quality, then Koen Vermeule (Goes, the Netherlands, 1965) is a good painter. You can spot his works among hundreds. A ‘Koen Vermeule’ is this: a canvas, often large, or sheet of paper, with a landscape or fragment of a city painted in a stylised, contrasting, graphic-looking style. As a whole, it is both hard and tender at the same time. It is figurative art, but made by someone who is very conscious of the decades of stylistic innovation that preceded it. If you used a computer programme to remove all the figures from Vermeule’s paintings, you would be left with very presentable abstract art. Earlier works depict a niche long neglected by painters: the playground, with its slides, spring seesaws and rubber paving
LIGHT GRID #2
43
2020 olie- en acrylverf op doek oil and acrylic on canvas 160 × 240 cm
lang door schilders veronachtzaamde niche: het speelplein met zijn glijbanen, wipkippen en rubberen stoeptegels. Een alledaagse, weinig glamoureuze wereld; de wereld van Jantje Beton. Na de millenniumwisseling komen er andere plekken bij: vliegvelden, wolkenkrabbers, musea voor moderne kunst. Wat Vermeule aan dit alles boeit is de choreografie van het alledaagse: hoe mensen staan, lopen, zitten, lezen, liggen, stoeien. Vermeule is niet per se geïnteresseerd in wat er precies in die mensen omgaat, maar des te meer in hun lichaamstaal, en de conclusies die wij daaruit trekken, hoe wij de taal van hun lichaam lezen. Die taal is zelden eenduidig. Er is ruimte voor vermoeden en projectie. Een slapend kind zou ook een dood kind kunnen zijn. Een judooefening is voor hetzelfde geld een marteling. Een jongen die een Japanse groet brengt, wordt met een andere blik bezien een wanhopig huilende jongen. Vermeule is zich bewust van het dubbelzinnige karakter van zijn voorstellingen; hij stuurt aan op dat dubbelzinnige, en drijft het een enkele keer ook op de spits. Soms plukt hij figuren uit hun natuurlijke omgeving om ze vervolgens in een vreemde setting te plaatsen, waardoor er een bevreemdend effect optreedt. Op BEACHED (2008) transporteerde hij bijvoorbeeld een stel rellende banlieue-jongeren naar een strand met ondergaande zon, zoals worm holes in sciencefictionverhalen mensen naar onverwachte plekken flitsen. De gebaren van de relschoppers veranderen door het gewijzigde decor diametraal van betekenis: hun uiting van woede wordt een uiting van vreugde. Beached getuigt van nog een typisch Vermeule-kenmerk: de tastbare aanwezigheid van het licht. Vermeule houdt van contrasten, silhouetten, spiegelingen, vervagingen en andere effecten die ons de
44
Koen Vermeule, UNTITLED, 1996
stones. An everyday, unglamorous world: the world of municipal recreation facilities. After the turn of the millennium, these playgrounds were joined by other places: airports, skyscrapers, museums of modern art. What fascinates Vermeule about all this is the choreography of everyday life: the way people stand, walk, sit, read, lie, play. He isn’t necessarily interested in what is exactly going on in the people’s minds, but far more in their body language, and the conclusions we draw from it, the way we read the language of their bodies. This language is rarely unambiguous. There is room for conjecture and projection. A sleeping child could also be a dead child. A judo exercise could equally be a torture. A boy performing a Japanese bow might from a different perspective be a boy desperately sobbing.
Koen Vermeule, MORI, 2016
ruimtelijkheid van een voorstelling laten lezen, en de intensiteit ervan, het drama (in zoverre je het drama kunt noemen), vergroten. Hij is dol op schaduwen. Ze hebben vaak evenveel substantie als de objecten waaraan ze zijn vastgekleefd. Eigenlijk zijn de schaduwen een soort objecten. Soms gebruikt Vermeule ze zoals regisseurs in film noirs ze gebruiken: als vehikel voor aanzwellende suspense, maar vaker zijn ze een manier om de wereld steviger in de mascara te zetten. Vermeule, het is evident, is een realist, zij het niet in de politieke, marxistische, en ook niet in de materiële, Realisme beursachtige zin van het woord: zijn realisme is een poëtisch realisme. De mysteries van het leven worden erin verdiept, niet ontsluierd. Vermeule zelf is een sympathieke kerel: niet moeilijk, niet stijfjes, sympathiek. Robuust ook, met zijn brede schouders en gedrongen postuur, de bijvangst van een leven fanatiek judoën (hij en zijn judopartner zijn regerend Nederlands kampioen Ju no kata). Hij is een man die een complimentje waardeert, maar die zelf ook goed kan bewonderen. Hij praat begeesterd over makers die hij hoog heeft zitten, de schilder Léon Spilliaert, de fotograaf André Kertész, relazen die hij vaak afsluit met de krachtterm ‘Zo hé!’. Over zichzelf praten kost hem meer moeite. Bijna ongemerkt gaat het gesprek dan toch weer richting de geestverwanten. Of zijn gespreksgenoot dat schilderij van Spilliaert heeft gezien, dat met die vrouw die ook een hond… wacht, hij heeft hier ergens…
Vermeule is aware of the ambiguous nature of his images; he aims for ambiguity, and occasionally takes it to the extreme. Sometimes he extracts figures from their natural environment and places them in a strange setting, creating an alienating effect. In BEACHED (2008), for example, he has taken a bunch of rioting city youths to a beach with a setting sun, the way wormholes in science fiction stories zap people to unexpected places. The altered setting changes the rioters’ gestures diametrically: their expression of anger becomes one of joy. Beached features another typical Vermeule characteristic: the tangible presence of light. Vermeule likes contrasts, silhouettes, reflections, blurs and other effects which enable us to read the spatiality of a painting and which heighten its intensity, its drama (as far as you can describe it as drama). He loves shadows. They often have as much substance as the objects to which they are attached. In fact, the shadows are like objects. Sometimes Vermeule uses them in the same way film noir directors do: as a vehicle for building suspense, and more often as a way to give the world a heavier layer of mascara.
Koen Vermeule, BEACHED, 2008
45