op zoek naar
ELVIS Godfried Nevels
INHOUD
VOORWOORD
7
OP ZOEK NAAR ELVIS
9
“PORCH SWING IN TUPELO”
13
“A NEW RELIGION”
45
“BIG TRAIN FROM MEMPHIS”
83
INTERVIEWS
95
“ELVIS IN GERMANY”
137
“MOVIE NUMBER TWENTY-FIVE”
153
INTERVIEWS
195
“IF I CAN DREAM”
235
“SOME KIND OF VEGAS DREAM”
251
“ETERNAL FLAME”
297
Dankwoord Bibliografie Fotoverantwoording
311 312 318
OP ZOEK NAAR ELVIS
Een origineel exemplaar van de single That’s All Right uit 1954, in het kenmerkende gele hoesje van Sun Records, is zonder twijfel het meest waardevolle item in mijn Elvis-collectie. Dankzij enkele beschadigingen heb ik dit plaatje voor een redelijke prijs op Ebay kunnen kopen, want voor een zo goed als nieuw exemplaar ben je al snel 10.000 dollar kwijt. Dit is de single die Elvis in 1954 in handen had, terwijl hij op dat moment geen flauw benul had wat deze opname allemaal teweeg zou brengen. Een nummer van nog niet eens twee minuten, ontstaan tijdens een melig moment in de Sun Studio waarbij Elvis spontaan zijn versie van dit bluesnummer van Arthur ´Big Boy´ Crudup liet horen. Wat als Elvis dat toen niet had gedaan? Hoe zou zijn carrière dan zijn verlopen? Zou hij wel een carrière hebben gehad? Vragen waar je geen zinnig antwoord op kunt geven. Maar we mogen blij zijn dat het wel zo is verlopen, want een wereld zonder Elvis kun je je niet voorstellen. Het is verbazingwekkend om te zien hoeveel impact één persoon wereldwijd kan hebben, en dan ook nog iemand die zelf geen enkel nummer heeft geschreven. Maar Elvis beschikte wel over de uitzonderlijke gave om nummers van andere artiesten door zijn manier van zingen zichzelf toe te eigenen. Met als eindresultaat een versie die vaak een stuk beter klonk dan het origineel, zoals Bob Dylan ooit opmerkte over zijn cover van Tomorrow Is A Long Time. Een ander mooi voorbeeld is Carl Perkins’ Blue Suede Shoes, dat in de versie van Elvis een stuk krachtiger klinkt. De afgelopen jaren zijn ongelofelijk veel boeken over Elvis verschenen, met de tweeluik Last Train To Memphis en Careless Love van de Amerikaanse schrijver Peter Guralnick als een van de meest toonaangevende biografieën. Waarom dan toch een nieuw boek? Omdat ik ervan overtuigd ben dat er verhalen over Elvis zijn te vinden die nog niet eerder zijn vastgelegd, anekdotes van vrienden en bekenden van hem die in het verleden niet of nauwelijks zijn geïnterviewd. Ik zie dit boek dan ook als een laatste kans om de nog in leven zijnde ooggetuigen van Elvis te kunnen spreken en dieper op bepaalde delen van zijn leven in te gaan. Ooit komt er het onvermijdelijke moment dat er niemand meer in leven is die Elvis persoonlijk heeft gekend, waarmee de zanger definitief tot het verleden behoort. Om meer over Elvis te weten te komen besluit ik op zoek te gaan naar mensen uit zijn directe omgeving: bevriende artiesten, vriendinnen en scharrels, muzikanten met wie hij heeft samengewerkt, actrices met wie hij in films heeft gespeeld en diverse personen uit de wereld van de showbizz. Ik wil ze zelf spreken, vragen stellen, hun verhalen horen die ze over Elvis kunnen vertellen en foto’s zien waar ze samen met Elvis op staan.
9
Welke ooggetuigen van Elvis zijn nog in leven? En hoe begin je deze zoektocht? De eerste logische stap is op zoek te gaan op internet. Een pittige en omvangrijke klus, maar na lang zoeken heb ik een lijst kunnen samenstellen van mensen die Elvis van dichtbij hebben meegemaakt. Om vervolgens met hen in contact te komen is de volgende uitdaging, met name met de op leeftijd zijnde ooggetuigen die niet veel met internet van doen hebben. Een handig alternatief is de telefoon, waarvan ik regelmatig gebruik heb gemaakt, met dank aan de Amerikaanse telefoongids Whitepages die online is te raadplegen. Zo ben ik via die weg bijvoorbeeld in contact gekomen met Dixie Locke Emmons, de vrouw die van eind 1953 tot oktober 1955 een relatie met Elvis had en momenteel nog steeds in Memphis woont. En soms helpt zelfs een ouderwetse brief mij om mensen te bereiken, zoals in het geval van Dolores Hart, de actrice die in de Elvisfilms Loving You en King Creole heeft gespeeld. Veel vrienden en ooggetuigen van Elvis zijn inmiddels overleden. Hoewel dit uiteraard geen verrassing is, voelt dit toch als een groot gemis. Want hoeveel verhalen die niet eerder in de media zijn gedeeld, zijn nu voor altijd verloren gegaan? Ook zijn er een aantal personen afgevallen omdat ze niet bereikbaar waren of niet aan een interview wilden meewerken. Anderen verwezen naar hun eigen boek over Elvis – waarvan er veel zijn geschreven – of eisten een absurd hoog bedrag als vergoeding voor een interview. Maar aan de andere kant ben ik blij met de mensen die wél door middel van een interview aan mijn boek hebben meegewerkt. Een aantal hiervan zijn getuige geweest van bijzondere momenten in het leven van The King. Zoals Wink Martindale (die aanwezig was bij het radiodebuut van Elvis in 1954), Bill Medley (die Elvis zag repeteren voor de ’68 Comeback Special), Donna & Sandra Rhodes (zangeressen die te horen zijn op In The Ghetto en Suspicious Minds) en Ginger Alden (vriendin van Elvis die hem in 1977 dood in de badkamer aantrof). Popicoon Tito Jackson vertelde mij over zijn herinneringen aan Lisa Marie Presley: in de jaren zeventig een groot fan van The Jackson 5 en toen al smoorverliefd op Michael Jackson, onwetend dat ze twintig jaar later met hem zou trouwen. En dan is er Larry Geller, naast kapper van Elvis ook actief als zijn spiritueel adviseur, die me liet weten met welke levensvragen de beroemde zanger worstelde. Het meest bijzondere verhaal is afkomstig van Loanne Parker, de weduwe van Colonel Parker. In een lang interview heeft Loanne mij uitgebreid te woord gestaan, waarin ze een aantal anekdotes over haar man heeft verteld die nooit eerder zijn gedeeld. Slechts negen dagen na het interview ontving ik het bericht dat Loanne onverwacht is overleden. Het is verdrietig om te horen dat deze vriendelijke vrouw die zo liefdevol over de Colonel sprak niet meer onder ons is. Als mijn persoonlijk eerbetoon aan Loanne wordt in dit boek dan ook ruim aandacht besteed aan de verhalen die ze mij over Elvis en de Colonel heeft verteld. Mijn zoektocht naar Elvis vindt ook deels in Nederland en België plaats. Zo vertellen Waylon, Barry Hay, Leo Blokhuis, Ricky Koole, George Baker, Evi Hanssen, Bert Heerink, Erwin Nyhoff, Frédérique Spigt, Bouke, Sandra van Nieuwland, Sue Moreno, Martyn LeNoble en Danny Vera in dit boek hoeveel Elvis en zijn muziek voor hen betekent. Verder wordt in dit boek aandacht besteed aan een 10
aantal Elvis-tribute songs, nummers van 1977 tot nu die over Elvis gaan of door hem zijn geïnspireerd. Van Home On Monday (Little River Band) en Bigger Than Elvis (Chicago) tot Black Velvet (Alannah Myles) en Eternal Flame (The Bangles). In dit boek vertellen de songwriters hoe deze nummers tot stand zijn gekomen. Wat je ook van de muziek van Elvis vindt, je kunt niet ontkennen wat hij als artiest heeft bereikt, wat hij als muzikant heeft betekend en welke plek hij heeft ingenomen in de geschiedenis van de popmuziek. Ben je benieuwd naar unieke verhalen over Elvis, zoals zijn radiodebuut in 1954, het bezoek van The Beatles in 1965 en de filosofische levensvragen waar hij mee rondliep? Of niet eerder vertelde anekdotes, zoals de vergeten muzikant Buddy Cunningham die als eerste percussionist op een opname van Elvis is te horen, de manier waarop Dries van Kuijk in 1929 in Amerika belandde en hoe Dries aan zijn Amerikaanse naam en geboorteplaats is gekomen? Wil je meer te weten komen over de mens achter het popicoon Elvis Presley? Duik dan in dit boek en ga mee op zoek naar Elvis!
11
Elvis, Gladys en Vernon in 1937
“PORCH SWING IN TUPELO” DE JEUGDJAREN (1935 – 1953)
That truck drivin’ boy with the grease monkey look and the rock ‘n roll voice Well I was just thinkin’ ‘bout him ‘Cause I guess he sat here Singing all praise to God through poverty’s tears Porch Swing In Tupelo – Elton John
“Elvis was stil, zeer beleefd en vooral erg op zichzelf”, aldus Dwight Malone, een klasgenoot van Elvis op Humes High School in 1953. Ook andere scholieren herinneren zich Elvis in die periode als een onopvallende jongen. Mogelijk is dat de reden dat in het jaarboek van de school nauwelijks iets over hem is te vinden. Maar het was tijdens de periode op Humes High dat het vertrouwen van Elvis groeide en dat hij zich steeds meer liet zien: met opvallende kleding, met haar dat zelfs langer was dan The Beatles in 1964 en met de gitaar die hij op elfjarige leeftijd van zijn ouders had gekregen. Een klein en onopvallend wit houten huisje in het oosten van Tupelo was de plek waar Elvis Aaron Presley op 8 januari 1935 ter wereld kwam, een half uur nadat zijn tweelingbroer Jesse Garon levenloos was geboren. Hoewel hij twee liefdevolle ouders had die hem onderdak en eten gaven, had Elvis het niet breed in de eerste jaren van zijn leven, een periode waarin ook Amerika te maken had met de wereldwijde economische crisis die als De Grote Depressie bekendstaat. Elvis heeft zijn jeugd dan ook in relatieve armoede doorgebracht, waarbij het gezin regelmatig noodgedwongen moest verhuizen. Als kind was Elvis gek op stripboeken over superhelden als Captain Marvel Jr., die hem meenamen naar een denkbeeldige en fascinerende wereld waarin alles mogelijk was. Waarschijnlijk was dit een van de redenen dat hij op jonge leeftijd, toen zijn ouders Vernon en Gladys diep in de schulden zaten en geen werk hadden, tegen zijn moeder zei dat ze zich geen zorgen moesten maken: “Als ik groot ben, dan koop ik een mooi huis voor jullie, betaal ik jullie schuld bij de winkel en schaf ik twee Cadillacs aan: één voor jou en papa en één voor mij.” Een belofte van een klein kind die later een stuk realistischer bleek te zijn dan je in eerste instantie zou verwachten. Een van de vele personen die ik voor dit boek heb geïnterviewd is Larry Geller, die in de jaren zestig en zeventig de kapper en spiritueel adviseur van Elvis was 13
Het geboortehuis van Elvis
en goed met hem bevriend raakte. Tijdens een van de vele knipbeurten vertelde Elvis dat hij met veel levensvragen rondliep en dat zijn fans geen idee hadden wie hij echt was en hoe hij als klein jongetje was opgegroeid, aldus Larry. “Elvis zei: Man, ik ben geboren in het diepe zuiden, in Tupelo, Mississippi, in de armste staat van Amerika. We waren straatarm. Ik woonde in een houten hut die mijn vader met zijn eigen handen had gebouwd. Ik zie het leven totaal niet als vanzelfsprekend. Ik weet dat de meeste mensen dat wel doen. Je loopt een kamer binnen, drukt op een knop en het licht gaat aan. We hadden bij ons thuis geen knoppen, geen gloeilampen en geen elektriciteit. Als je water wilde? We hadden geen kranen om open te draaien. Je moest naar buiten, naar de put. Als je moest plassen? Dan moest je buiten naar de wc. Zo ben ik opgegroeid. En zo ben ik Elvis Presley geworden.” Opgroeiend in achtereenvolgens Tupelo en Memphis maakte Elvis kennis met de bonte mix aan muziekstijlen die zouden samensmelten tot het unieke popgeluid waarmee hij later de wereld zou veroveren. Zo kreeg hij thuis de country van Hank Williams mee, muziek waar zijn ouders van hielden, en kwam hij in de kerk van zijn ouders in aanraking met gospelmuziek. Ook ontdekte Elvis de zwarte muziek, zoals black gospel, soul en rhythm-and-blues. Zo gaat het verhaal 14
dat Elvis al op jonge leeftijd Shake Rag bezocht, een zwarte wijk in Tupelo waar veel blues en jazz te horen was, en dat hij daar Muddy Waters heeft zien spelen. Al deze muzikale stromingen hebben Elvis als kind gegrepen en hebben hem later als muzikant beïnvloed. Met als ultieme eenwording hiervan het moment dat hij op 5 juli 1954 in de Sun Studio spontaan That’s All Right begon te spelen, maar daarover later meer. Wat in de muzikale ontwikkeling van Elvis zonder twijfel een cruciale rol heeft gespeeld, was een verjaardagscadeau dat hij in 1946 heeft gekregen. Een cadeau waar hij in eerste instantie niet naar op zoek was. Geen geweer, wel een gitaar De man die in 1946 de eigenaar was van Tupelo Hardware Company, George H. Booth, leeft niet meer. Ook zijn zoon William Booth is al geruime tijd geleden overleden. Sindsdien runt Williams zoon, George H. Booth II, de doe-het-zelfzaak in Tupelo, in 2014 aangevuld met zijn zoon die een naam heeft die je vast kunt raden. Inderdaad, George H. Booth III. De laatstgenoemde George is degene die ik aan de lijn heb, als ik hem bel om meer te weten te komen over het verhaal van het cadeau dat Elvis op 8 januari 1946 voor zijn elfde verjaardag van zijn ouders kreeg: zijn allereerste gitaar.
Tupelo Hardware Company vroeger
15
Elvis en Betty Ann McMahan op de stoep bij Lauderdale Courts (1949)
Elvis en30 het jongenskoor van de First Assembly Of God Church in Memphis
Haltom, de voormalige dominee van de kerk die de Presleys in Memphis bezochten. “Dominee Haltom was lid van de First Assembly Of God Church, waar tijdens de diensten geen gebruik van muziekinstrumenten werd gemaakt”, laat George mij weten. “Elvis zat in het koor, maar zijn zangstijl was anders en was nog in ontwikkeling. Hij vond het lastig om te zingen zonder zijn gitaar, behalve bij gospelsongs, die hij op een ontroerende wijze kon brengen. Dominee Haltom vond de stijl van Elvis niet echt passen, maar Elvis bleef lid van het koor in de periode dat hij en zijn ouders naar de kerk gingen.” Ik kijk nog een keer goed naar de foto die ik van George heb ontvangen. Ik kan het niet geloven dat ik degene ben die deze nagenoeg onbekende foto van Elvis als eerste in een boek mag publiceren. Met dank aan George Blancett! The Triangle Tijdens mijn online zoektocht naar ooggetuigen van Elvis stuit ik op een artikel in de Memphis Flyer uit 2015 met de titel “Rockabilly Man”. Een artikel over een muzikant die ik niet ken, een verhaal dat ik niet eerder heb gelezen en een foto die ik voor het eerst zie. En niet geheel onbelangrijk: iemand met interessante anekdotes over Elvis! De muzikant die in het artikel centraal staat is James Wesley Cannon, oftewel Jim Cannon zoals zijn artiestennaam luidt, die Elvis leerde kennen in de periode dat het gezin Presley in 1949 naar Lauderdale Courts verhuisde. Lang leek het erop dat het niet zou lukken om Jim te spreken, maar dankzij de fotograaf die de foto’s van het krantenartikel heeft gemaakt kom ik via Jims kleinzoon Joshua in contact met de inmiddels 88-jarige muzikant. Wanneer ik Jim via Zoom op mijn beeldscherm zie verschijnen, opvallend gekleed in een geel T-shirt met het logo van de rockband KISS, vertelt hij over de eerste kennismaking met Elvis. “Aan de overkant van waar we woonden was een zwembad genaamd Malone’s. De familie van Bill Black was de eerste die ik bij het zwembad tegenkwam. En daar ontmoette ik ook Elvis in 1949. Elvis liet zijn kleren altijd bij ons thuis achter. Als je je kleren namelijk bij het zwembad neerlegde, was het al gestolen voordat je Jim Cannon 31
Ouderlijk huis van Elvis aan 462 Alabama, waar de Presleys van 1953 tot 1954 woonden
terugkwam.” Uit het verhaal van Jim blijkt dat Elvis en Bill Black elkaar mogelijk al kenden ruim voordat ze in de zomer van 1954 in de Sun Studio zouden samenwerken, een opmerkelijk feit waar ik niet van op de hoogte was! En blijkbaar ben ik niet de enige. Zo is op het informatiebord dat voor Lauderdale Courts staat deze tekst te lezen: “Bill Black woonde ook in de Courts, maar hij ontmoette Elvis pas in 1954 toen ze samen bij Sun Records gingen opnemen.” Maar uit de verslagen van Jim en George Blancett (zie verderop in dit hoofdstuk) blijkt het tegendeel. Jim heeft nog veel meer interessants te vertellen. Zoals een minder bekend verhaal over de jeugd van Elvis die zich afspeelde in The Triangle, een park in de vorm van een driehoek (vandaar de naam) aan de noordkant van Lauderdale Courts. Na school en in de weekenden verzamelde de plaatselijke jeugd zich daar om elkaar te ontmoeten en football te spelen. Maar er werd in The Triangle ook muziek gemaakt, weet Jim zich te herinneren. “Het park was heel groot. Terwijl aan de ene kant football werd gespeeld, maakten wij aan de andere kant muziek.” Een van de muzikanten in The Triangle was een jonge Elvis, die kort daarvoor met zijn ouders van Tupelo naar Memphis was verhuisd. “Elvis was toen erg timide. Maar wanneer hij eenmaal in The Triangle begon te spelen, deed hij gekker dan wie dan ook. [lacht]” Uiteraard ben ik benieuwd welke liedjes Elvis destijds speelde. “Nou, ik kan een paar nummers noemen die we 32
allemaal speelden, ook Elvis”, antwoordt Jim. “Een daarvan is een nummer dat Jack Earls schreef genaamd Slow Down. En alle nummers van Hank Williams die een beat hadden. Hij speelde ook vaak That’s All Right.” Na de laatste zin word ik door Jim verrast en ben ik even stil: Jim was getuige van de versie van Elvis van That’s All Right, jaren voordat hij dit nummer bij Sun opnam! Urenlang zaten de jongelui in The Triangle muziek te maken, over muziek te praten en gitaarlicks met elkaar uit te wisselen. Jim legt mij uit dat deze jamsessies geen vooropgezet plan waren maar spontaan zijn ontstaan. “We gingen daar gewoon zitten en muziek maken. Plotseling kwamen allerlei mensen opdagen. Voordat we het wisten waren er zoveel mensen dat de straat werd geblokkeerd. Zo druk was het.” Ook andere muzikanten werden hierdoor aangetrokken, zoals Carl Perkins die af en toe vanuit Jackson langskwam. Hoewel Memphis begin jaren vijftig door segregatie werd gedomineerd, was The Triangle de plek waar iedereen welkom was – ongeacht of je blank of zwart was – waardoor country en blues met elkaar samensmolten. Jim wijst The Triangle dan ook aan als een belangrijke plek voor het ontstaan van de rockabilly, waarbij hij zich deze anekdote over radio-dj Dewey Phillips en studio-eigenaar Sam Phillips herinnert. “Dewey probeerde Sam langs te laten komen, om te laten zien hoeveel mensen buiten aan het dansen waren op het nieuwe ritme dat ze daar lieten horen. Zo speelden we Hank Williams’ Your Cheating Heart en gingen we helemaal los! Bij elk nummer dat geschikt was, werd het tempo opgevoerd en werd het hard gespeeld. Mensen wilden dansen, dus moest je dat wel doen.” Een mooi voorbeeld hiervan is de opname van de debuutsingle van Elvis bij Sun Records, aldus Jim. “Elvis speelde eerst een paar langzame nummers. Dat was geen succes. Maar toen hij de dingen speelde die hij eerder in The Triangle liet horen, werd Sam helemaal gek! Ze deden That’s All Right en Blue Moon Of Kentucky en de rest is geschiedenis.” The Triangle bestaat al jaren niet meer en ligt nu grotendeels verstopt onder de snelweg Interstate 40, een belangrijke verkeersader tussen het oosten en het westen van Amerika. Dat is jammer, want het is een cruciale plek geweest voor het ontstaan van de rockabilly én voor de muzikale ontwikkeling van Elvis. “Als ik ooit een berg geld heb, dan haal ik het asfalt eraf!”, zegt Jim, gevolgd door een harde lach. Naast The Triangle noemt Jim ook een aantal andere plekken in Memphis waar al vroeg rockabilly werd gespeeld, zoals het appartement van Bill Blacks moeder in Lauderdale Courts en The Dutch Boy Café, gelegen tegenover het zwembad waar Jim het eerder over had. Een andere belangrijke plek waar Jim, Elvis en andere jongelui muziek maakten was Market Park, waar ze kennismaakten met een bluesmuzikant die later wereldberoemd zou worden: B.B. King. “We speelden aan de rand van het park en B.B. King liep daarlangs richting Beale Street. Hij zou dan met ons meespelen. Dat was een van de manieren waarop we de blues leerden kennen. Die kerel wist hoe je gitaarsnaren moest buigen”, zegt Jim enthousiast. Terwijl Jim van eind 1953 tot begin 1955 als militair in Korea diende, begon Elvis zijn eerste stappen als professioneel muzikant te zetten en nam hij in 1954 zijn eerste single That’s All Right op. Zelfs in het verre Korea bleef Jim hiervan op de hoogte. “De moeder van Bill Black schreef me een brief waarin stond: James, 33
Elvis in 1955
“A NEW RELIGION” SUN RECORDS (1954 – 1955)
Black velvet and that little boy’s smile Black velvet with that slow southern style A new religion that’ll bring ya to your knees Black velvet if you please Black Velvet – Alannah Myles
Hoewel het niet door iedereen als het beginpunt van de rock-’n-roll wordt gezien, is 5 juli 1954 een cruciale datum in de carrière van Elvis. Op die dag speelde hij in de Sun Studio spontaan een uptempo versie van het bluesnummer That’s All Right, dat kort daarna op de radio werd gedraaid en onder de luisteraars veel beroering veroorzaakte. Van de zes ooggetuigen van deze radio-uitzending bij WHBQ is alleen Wink Martindale nog in leven. De 86-jarige Wink, een voormalige spelshow-presentator op de Amerikaanse televisie, vertelt mij graag het verhaal van die historische avond. Robert Johnson die rond middernacht op de crossroads zijn ziel aan de duivel verkoopt. De aanslag op Bob Marley in 1976. De verdwijning van Manic Street Preachers-gitarist Richey Edwards in 1995. De geschiedenis van de popmuziek kent talloze mythes en mysteries. Ook over het begin van de carrière van Elvis gaan verschillende verhalen rond. Waren de allereerste nummers die hij heeft opgenomen bestemd voor zijn moeder, zoals hij zelf beweerde? Hoeveel geld moest Elvis voor die opnamesessies betalen? En was Elvis in die periode werkzaam als vrachtwagenchauffeur, zoals het verhaal gaat? Het is na al die jaren niet te bewijzen, maar het is zeer waarschijnlijk dat Elvis in de krant over de Memphis Recording Service heeft gelezen, waar je tegen betaling een plaatje kon laten opnemen. Ook moet hij gehoord hebben over de eigenaar van de studio, Sam Phillips, die begin jaren vijftig in Memphis steeds bekender werd. De Memphis Recording Service was voor Sam de eerste stap richting het doel dat hij voor ogen had: het opzetten van zijn nieuwe platenlabel Sun Records (de studio kreeg de toepasselijke naam Sun Studio), waarmee hij platen wilde opnemen van Howlin’ Wolf, B.B. King en de andere bluesmuzikanten van Beale Street. Als Elvis hiervan op de hoogte was, en dat is aannemelijk, dan was Sam Phillips de man waarbij hij zich als bluesliefhebber in de kijker moest zien 45
te spelen. Het was deze kleine studio aan 706 Union Avenue, vlakbij downtown Memphis, die het leven van Elvis en van vele muziekliefhebbers wereldwijd voor altijd zou veranderen. Nadat Elvis op 18 juli 1953 op eigen initiatief in Sams studio twee ballads had opgenomen, My Happiness en That’s When Your Heartaches Begin, keerde hij op 4 januari 1954 terug om weer twee ballads op te nemen. Jaren later vertelde Elvis dat hij de eerste twee nummers had opgenomen als cadeau voor zijn moeder, in een ander interview zei hij dat hij wilde horen hoe hij zelf klonk. Maar klopt dit wel? Hij had in Memphis immers veel goedkopere opties om een plaatje op te nemen. Zoals bij W.T. Grant’s op Main Street, waar je destijds voor 25 dollarcent een opname kon laten maken, in plaats van de vier dollar die een dubbelzijdige 10 inch-plaat bij de Memphis Recording Service kostte. Aangezien Elvis een professionele studio binnenliep, en dan ook nog de plek waar een aantal van zijn favoriete bluesartiesten hebben gewerkt, is het niet ondenkbaar dat hij daarheen ging met de hoop om door Sam Phillips ontdekt te worden. Het is aannemelijk dat op de eerste opnames van Elvis de gitaar is te horen die hij voor zijn elfde verjaardag heeft gekregen. Zo heeft Marion Keisker, de secretaresse van Sam Phillips, ooit gezegd dat Elvis toen een “gehavende en aftandse kindergitaar” bij zich had. Volgens George H. Booth III, werkzaam bij de winkel waar Elvis deze gitaar van zijn ouders kreeg, is dit zeker mogelijk. “Het is logisch dat Elvis die kleine Kay-gitaar bij zich had die hij hier heeft gekocht. Dat was de enige gitaar waarvan we weten dat hij die tot zijn beschikking had.” Als dit verhaal klopt dan zijn de vier opnames die Elvis op eigen titel in de Sun Studio deed de enige waarop hij met zijn eerste gitaar is te horen. Het mysterie van Without You Op 26 juni 1954 was het moment eindelijk aangebroken en kreeg Elvis het telefoontje waar hij zo lang op had gewacht: rond het middaguur belde Marion Keisker en vroeg ze Elvis of hij die middag om drie uur in de Sun Studio kon komen om het nummer Without You op te nemen. In de studio luisterde Elvis naar het acetaat van dit nummer, dat Sam Phillips eerder van een muziekuitgeverij in Nashville had ontvangen. Keer op keer probeerde Elvis zich het nummer eigen te maken, maar tot zijn grote frustratie lukte hem dat niet. Hoewel de sessie geen succes was, zag Sam wel iets in Elvis en regelde hij dat de jonge zanger op 4 juli 1954 bij gitarist Scotty Moore thuis een 46
Origineel acetaat van Jimmy Sweeney’s Without You
paar nummers mocht uitproberen, samen met bassist Bill Black. Ook deze sessie was niet heel bijzonder, maar was goed genoeg voor Sam om Elvis de volgende dag weer in de studio te laten komen. De eigenaar van Sun was benieuwd hoe de stem van Elvis samen met andere muzikanten op band zou klinken. Wie was de mysterieuze zanger op het acetaat van Without You waar Elvis op 26 juni 1954 naar luisterde? Jarenlang bleef deze vraag onbeantwoord. Pas in 2017 kwam schrijver Chris Kennedy na langdurig onderzoek achter de identiteit van deze onbekende muzikant: Jimmy Sweeney, die in de jaren zestig was gestopt met zingen, daarna als postbode aan de slag ging en nauwelijks over zijn muziekcarrière sprak. Helaas heeft Jimmy de ontdekking van Chris niet kunnen meemaken – de zanger is in 1992 overleden – maar met de release van zijn compilatiealbum Without You in 2020 heeft hij eindelijk de eer gekregen die Jimmy Sweeney in 1946 hem toekomt. Als je het nummer beluistert, dan begrijp je hoe Elvis geworsteld moet hebben om het stemgeluid van de zanger te evenaren. Geen eenvoudige opgave voor de negentienjarige muzikant die op dat moment zijn eigen geluid nog moest vinden. Zo gaat het verhaal dat Elvis tijdens de sessie gefrustreerd met zijn handen op tafel sloeg en wanhopig uitriep: “Ik haat hem! Waarom kan ik niet zo zingen?” Een video van het nummer She Wears My Ring die door Chris Kennedy op YouTube was geplaatst, waar Jimmy’s dochter Eugenia Sweeney op reageerde, betekende uiteindelijk de sleutel tot de oplossing van het mysterie. “Ik heb dankzij Chris Kennedy enorm veel over mijn vader geleerd”, vertelt Eugenia mij over de telefoon. “Ik was verbijsterd! Toen Elvis vroeg wie die zanger was, was het antwoord dat hij een arme neger was die in de studio rondhing. Daar wist ik niets van.” Ik ben benieuwd of Eugenia weet waarom het voor Elvis zo lastig was om Jimmy’s versie van Without You op te nemen. “Ik weet het niet”, antwoordt ze daarop. “Afgezien van het feit dat hij wilde nadoen wat hij hoorde. Ik denk dat het hem niet lukte om als mijn vader te klinken en dat hij daardoor gefrustreerd raakte.” Terwijl Elvis vanaf 1954 zijn grote doorbraak maakte, kwam de carrière van Jimmy maar moeizaam van de grond. Dit had volgens Eugenia niet alleen te maken met de toenmalige rassenscheiding, maar ook met zijn gebrek aan ambitie. 47
in tranen thuiskwam. Hij vroeg wat er aan de hand was. Ze zei dat ze naar een bijeenkomst van haar tuinvereniging was geweest en dat ze te horen kreeg dat ze niet welkom was, omdat haar man de manager van Elvis Presley was. Ze zeiden tegen haar: Jouw man is een slecht mens. Hij is de manager van die duivel. Zo keken mensen naar Elvis. Niet iedereen natuurlijk, godzijdank, maar er waren toen wel bijeenkomsten waar mensen hun 45-toerenplaten verbrandden.” “Ik wil je nog iets vertellen dat je niet eerder hebt gehoord”, zegt Loanne opeens met een zachte stem, gevolgd door paar seconden stilte. Wat volgt is een anekdote over de manier waarop de Colonel in het begin gebruikmaakte van zijn netwerk om de nog onbekende Elvis in de regio te promoten. “Veel radiozenders wilden de muziek van Elvis niet draaien. De dj’s wilden er niets mee te maken hebben, omdat ze van hun luisteraars veel negatieve reacties kregen. De Colonel dacht: De jonge meiden zijn er gek op, maar dan moeten ze het wel kunnen horen. Dus ging hij naar zijn oude vrienden van de kermis, waar hij er veel van had. Het is als een familie: eens een carny [kermisklant], altijd een carny. Hij vroeg ze om de muziek van Elvis op de middengolf te spelen. En dat deden ze. Reizend van stad naar stad speelden ze voor de Colonel de muziek van Elvis op de middengolf.” Een onthullend verhaal over de vroege promotie van de muziek van Elvis dat ik inderdaad nog nooit eerder heb gehoord! Loanne heeft nog veel meer verhalen te vertellen, maar die komen later in dit boek aan bod. Sun: het einde van een tijdperk Dankzij de groeiende populariteit van Elvis en de manier waarop Colonel Parker daar zakelijk gezien mee omging, werd de manager door allerlei platenmaatschappijen benaderd die maar al te graag het contract van Elvis bij Sun wilden afkopen, waaronder grote labels als MGM, Columbia en Atlantic. Uiteindelijk lukte het RCA om Elvis binnen te halen, wat ongetwijfeld te danken was aan de connectie van de Colonel met dit platenlabel door zijn eerdere cliënten Eddy Arnold en Hank Snow. Voor een bedrag van 35.000 dollar, aangevuld met 5.000 dollar die Sam nog schuldig was aan royalty’s aan Elvis, maakte de zanger op 21 november 1955 de overstap van Sun naar het grote RCA Records. Een voor die tijd ongekend bedrag voor een jonge muzikant die weliswaar talentvol was maar nog moest bewijzen dat hij elke dollar waard was. Van de rock-’n-roll-iconen van Sun Records is alleen Jerry Lee Lewis nog in leven. De inmiddels 85-jarige zanger/pianist woont tegenwoordig op een ranch in Mississippi en is tot mijn verbazing nog steeds beschikbaar voor interviews. Interessant om deze generatiegenoot van Elvis voor mijn boek te spreken, ondanks het feit dat ze niet de allerbeste vrienden waren. Het mailcontact met zijn agent is snel gelegd, maar is even snel weer verbroken wanneer ik hoor hoeveel geld ik voor een interview met The Killer moet betalen: 10.000 dollar voor een kort interview…
80
Elvis tribute song
Black Velvet – Alannah Myles (1990) Songwriter Christopher Ward over Black Velvet: “Ik werkte voor het Canadese muzieknetwerk MuchMusic en kreeg in de zomer van 1987 de opdracht een verhaal te schrijven over het tienjarig jubileum van het overlijden van Elvis. Ik reisde met een cameraman en veertig Elvis-fans naar Memphis om die ervaring vast te leggen. In de bus en in mijn hotelkamer had ik meer dan genoeg tijd om mijn notitieboekje vol te schrijven, iets wat ik nu nog steeds doe. Ook las ik een boek over Elvis en zijn moeder. De relatie tussen hen stond centraal in het nummer. (…) Ik werd geraakt door de bijna religieuze passie die de Elvis-fans voor de zanger hadden en wilde begrijpen waarom. In het boek sprak de auteur over het zien van de dominee in de kerk die Elvis in Tupelo bezocht, en hoe de aanmoedigingen van de dominee aan de gemeente haar herinnerde aan de bewegingen van Elvis op het podium. Vandaar de tekst a new religion that’ll bring you to your knees. (…) In die periode waren Alannah en ik een stel en was ik liedjes aan het schrijven om haar carrière te lanceren. We werden getekend door Atlantic in New York en werkten elke dag aan liedjes voor haar debuutalbum. Producer David Tyson zei dat hij graag een shuffle-nummer op het album wilde hebben. Ik zei dat ik iets had waar ik aan had gewerkt en speelde het eerste couplet en refrein van Black Velvet. Ze vonden het geweldig en Alannah maakte zich het nummer meteen eigen. (…) Ik ben geen pessimist, maar wetende hoe klein de kansen zijn om een wereldwijde nummer 1-hit te scoren, was dit het laatste wat ik had verwacht. Alannah zal je daarentegen vertellen dat ze het altijd al wist! Het is die geweldige instelling van haar die het hele project tot een succes heeft gemaakt.” 81
94
“HEARTBREAK HOTEL IS GEWOON DUIZELINGWEKKEND”
IN GESPREK MET BARRY HAY
Vanuit zijn woning op Curaçao, het eiland waar hij sinds 2006 woont, vertelt Barry Hay zijn verhaal over Elvis: over de magische ervaring toen hij Heartbreak Hotel voor het eerst hoorde, over zijn unieke opname van de Elvis-track Black Star en over de bijzondere datum waarop zijn muzikale held overleed. Voordat ik de kans krijg om de eerste vraag van het interview te stellen, steekt de Golden Earring-zanger enthousiast van wal. “Wij tourden in 1977 in Amerika met The Tubes. Een geweldige band waar we twee gigs mee speelden, in fantastische zalen in Detroit en in Chicago. Ik was goed bevriend met die boys. Het was een heel leuke band om mee op pad te gaan. We zaten in hetzelfde hotel, in het Hyatt in Chicago, en ik vierde mijn verjaardag na dat optreden. Om twaalf uur was ik jarig. We hadden alle deuren van de tussenliggende kamers opengedaan en dat mondde ook uit op hun kamers. Het was één groot feest! We konden van kamer naar kamer lopen. En uiteraard was mijn kamer de party room geworden. Ik herinner me dat ik op een gegeven moment bezopen in de badkamer terechtkwam, met mijn hoofd tegen het keramiek van de wc aanleunend omdat dat zo lekker koud was en om bij te komen. Ik kan me nog herinneren dat er ook meiden kwamen pissen. Die zaten gewoon op de wc terwijl ik daarnaast lag. [lacht] Door een waas zag ik dat allemaal gebeuren. Toen ben ik blijkbaar out gegaan en hebben ze met allemaal rietjes achter elkaar een soort van tube gemaakt. En door die tube
bliezen ze coke heen, regelrecht mijn neus in, terwijl ik daar op de grond lag. Daarom heette die band natuurlijk The Tubes. Ik kwam op een gegeven moment bij en ik kon weer aan het feest meedoen. Daarna ben ik in slaap gevallen en werd ik de volgende ochtend om tien uur gewekt door onze tourmanager. Hij zei: Barry! Barry! Wake up, Elvis just died. Maar ja, ik lag in een coma. Ik schijn me omgedraaid te hebben en gezegd te hebben: I’m all shook up. Hij zei: I can’t believe what he said! He said I’m all shook up, he turned around and went back to sleep! [lacht] Dat is mijn claim to fame. Op 16 augustus is hij overleden. Madonna is ook jarig on the day that Elvis died. Ik zal nooit vergeten dat hij op mijn verjaardag is overleden. Dat is bizar natuurlijk.” Zag je het aankomen dat Elvis zou overlijden?
“Ja. Ik zag dat aankomen toen hij, volgens mij tijdens een concert op Hawaii, heel dik was geworden. Ik heb dat later weer teruggezien. Ik kan daar niet naar kijken zonder een traantje te pinken, want hij 95
“ELVIS HEEFT ROCK-’N-ROLL NAAR EEN ANDER NIVEAU GEBRACHT”
IN GESPREK MET LEO BLOKHUIS
Het was geen liefde op het eerste gezicht, toen Leo Blokhuis in de jaren zeventig met de muziek van Elvis kennismaakte. Maar dat was dan ook Elvis in zijn Vegas-periode. Nadat Leo later de beelden van de ’68 Comeback Special zag en het kort daarna opgenomen album Elvis In Memphis hoorde, ging hij overstag. Hoe kijkt Leo nu tegen Elvis aan? En welke rol speelt Elvis in de geschiedenis van de popmuziek? Wanneer hoorde je voor het eerst muziek van Elvis?
“Dat is echt lang geleden. [lacht] Het gekke is dat ik met een redelijke achterstand bij Elvis ben binnengekomen, omdat ik in de jaren zeventig muziek ben gaan luisteren. Elvis leefde toen nog. Voor mij was hij iemand die galmend in een showbizz-pak in Las Vegas over the top-shows maakte. Dat vond ik totaal niet interessant. Hij was iemand die ik helemaal negeerde. Ik weet nog dat Moody Blue een hit werd. Dat vond ik bijna een Volendamse hoempa. Ik heb dus het staartje van zijn actieve carrière meegemaakt, waar ik inmiddels overigens veel milder over denk. Maar je bent jong en dan heb je dat inzicht nog niet. Mijn eerste kennismaking met Elvis was dus een artiest uit de vorige generatie die er totaal niet meer toe deed. Nogmaals, dat beeld is later scherp bijgesteld, maar ik ben er met een achterstand ingekomen.” Wanneer ben je de muziek van Elvis gaan waarderen?
“Dat is geleidelijk gegaan. Op een gege-
ven moment hoorde ik de muziek die hij vlak voor die tijd maakte, in de comeback-periode en op Elvis In Memphis. Dat is toch een stuk beter. Eigenlijk heb ik me in het begin van mijn muziektijd nooit echt veel met Elvis beziggehouden, maar op een gegeven moment ontdekte ik zijn opnamen uit de jaren vijftig. Die vond ik fantastisch. En softie als ik was, kwam ik er juist heel erg in via de ballades die hij toen opnam. Bijvoorbeeld zijn versie van Blue Moon. Ik kan me nog herinneren dat ik die voor het eerste hoorde, met een grote galm erop en een dreigende bas. Veel meer is het niet. Dat vond ik zo fantastisch gezongen! Ik was in die tijd nog niet heel erg bezig met de impact van iemand op de muziek. Dat vervuilt mijn beeld wel eens een beetje in hoe ik nu een artiest beoordeel, omdat ik het belang zie van wat iemand heeft bijgedragen aan de muziek. Dan is het soms lastig om te horen hoe mooi ik iets vind of niet. Maar het moment dat je het belang van Elvis als artiest meer gaat onderkennen, dan wordt het mooier om naar te luisteren.” 101
Elvis in de ‘68 Comeback Special
“IF I CAN DREAM” DE COMEBACK (1968 – 1969)
If I can dream of a better land Where all my brothers walk hand in hand Tell me why, oh why, oh why can’t my dream come true? If I Can Dream – Elvis Presley
Na een veelbelovende start in de jaren vijftig was de carrière van Elvis door de films en soundtracks in de jaren zestig aardig in het slop geraakt. Maar in 1968 keerde de zanger tot ieders verrassing terug met een indrukwekkend optreden op de Amerikaanse televisie. Kort na deze tv-special Singer Presents… Elvis, later bekend als de ’68 Comeback Special, dook Elvis de studio in. Met als eindresultaat het succesvolle album From Elvis In Memphis en hitsingles als In The Ghetto en Suspicious Minds. The King is back! De muzikale revolutie die Elvis zelf in de jaren vijftig in gang had gezet, werd in de jaren zestig overgenomen door bands als The Beatles en The Rolling Stones. Elvis voelde zich als muzikant buitenspel gezet, beperkt als hij was door zijn verblijf in de bubbel van Hollywood en de filmcontracten waar hij met handen en voeten aan was gebonden. Toen hij daar na jaren eindelijk van verlost was, wilde Elvis iets compleet anders doen. Dit was zijn kans om de wereld te laten zien wie hij echt was en waartoe hij in staat was. De terugkeer van Elvis “Ik herinner me dat ik wekenlang op de ’68 special heb gewacht, omdat ik wist dat die eraan kwam. Ik weet nog precies waar onze tv in de eetkamer stond en de exacte plek waar ik toen zat”, vertelt Bruce Springsteen in de documentaire The Searcher. “Het is een van de dingen die in mijn geheugen zijn gegrift. Want je wist niet zeker of hij het vermogen had om zich te concentreren en nog één keer die muzikale explosiviteit te creëren.” Deze uitspraak van de muzikant die eind jaren zestig zelf nog in de clubs van New Jersey speelde, is een mooi voorbeeld van de impact die de ’68 Comeback Special van Elvis had op miljoenen muziekliefhebbers wereldwijd. Sandi Miller, de Nederlandse fan die kind aan huis was bij Elvis, herinnert zich nog goed dat Elvis doodsbang was dat niemand bij de show zou komen 235
Aankondiging van Singer Presents... Elvis
236
opdagen. “Hoewel de kaartjes zelfs gratis waren. Het enige wat je moest doen was een aan jezelf geadresseerde envelop met postzegel sturen en je kreeg twee tickets. Telkens als we Elvis zagen, vroeg hij of wij naar de show zouden gaan. Op een dag kwam hij bij de toegangspoort van zijn huis, waar zes of zeven fans stonden. Hij gaf hun tickets, omdat hij zeker wilde weten dat er publiek zou zijn.” Sandi had zelfs extra tickets over, omdat ze die zowel van Elvis zelf had gekregen als via de post had ontvangen. Zanger Bill Medley was getuige van de repetities van de ’68 Comeback Special en herinnert zich dat Elvis heel gefocust was, maar ook zenuwachtig en vol adrenaline. “Ik was bezig met een ander tv-programma. Elvis belde of ik langs wilde komen om wat tijd met hem door te brengen. Toen ik klaar was met mijn werk ging ik naar zijn repetities kijken. Hij vroeg altijd iedereen om hun mening. Hoe zag het eruit? Hoe klonk het? Ik denk niet dat hij wist dat dit zijn grote comeback zou worden. Hij zag het volgens mij meer als een Elvis Presley-show, ook al was het zijn terugkeer op het podium. Ik was heel blij voor hem. En hij was opgetogen. Ik vond de show fantastisch. Steve Binder heeft de show geweldig geregisseerd. Ik ben dolblij dat het allemaal zo goed is verlopen.” Zoals Bill al opmerkte was Elvis voorafgaand aan de show erg onzeker over de ontvangst van het publiek. Elvis was zelfs zo zenuwachtig dat hij de special op het laatste moment wilde afzeggen. “Wat moet ik doen als ze me niet goed vinden? Wat als ze me uitlachen?”, zou Elvis in een paniekaanval hebben gezegd. Gelukkig werd de special niet geannuleerd en ging hij het podium op voor een geïmproviseerde jamsessie, omringd door oude muzikale vrienden als Scotty Moore en D.J. Fontana. Het was deze sit-down sessie die, samen met het terugkerende Guitar Man-thema en de afsluiter If I Can Dream, de hoogtepunten van de ’68 Comeback Special zouden worden. Een van de songs die Elvis tijdens de special speelde was It Hurts Me, een nummer van Charlie Daniels en Bob Johnston dat hij vier jaar eerder ook al had opgenomen. Charlie was blij verrast dat Elvis van alle hits die hij voor deze belangrijke tv-uitzending had kunnen gebruiken een nummer van hem koos, legt hij mij uit als ik hem over de telefoon spreek. “Ik was nogal verbaasd dat hij dat specifieke nummer voor de special heeft uitgekozen. Hij had het jaren geleden opgenomen. Dat hij dit heeft onthouden, tijdens zijn ’68 Comeback Special, was fantastisch.” Helaas heeft Charlie Elvis nooit persoonlijk ontmoet, maar liep hij in 2005 wel zijn dochter Lisa Marie tegen het lijf. “Ze zag er precies uit als een jonge versie van haar vader. En ze kende mijn liedje.” Op het moment dat ik het interview met Charlie wil afronden, stelt hij mij een vraag die ik niet had zien aankomen. “Do you know a band called Normal?” Nadat ik de vraag even laat bezinken, besef ik dat hij de band Normaal bedoelt! Wat is nu het geval: Charlie heeft in Nederland ooit een keer met Normaal opgetreden en was erg onder de indruk van het rockgeluid van de band uit de Achterhoek… Een verrassend einde van een interview waar ik dankbaar op terugkijk: twee maanden later lees ik op internet het trieste bericht dat de Amerikaanse countryzanger onverwacht is overleden.
237