Studio Antwerp 2013
Robbert Fortgens Reflexions
7
The Tenth Floor, Amsterdam, 2013, Lambdaprint / dibond, 110 x 110 cm, edition 6 + 2 a/p
8
The Tenth Floor, Antwerp, 2013, Lambdaprint / dibond, 110 x 110 cm, edition 12 + 2 a/p
22
Diana 4, 2011, Lambdaprint / dibond, 120 x 100 cm, edition 6 + 2 a/p
23
Diana 2, 2011, Lambdaprint / dibond, 120 x 100 cm, edition 6 + 2 a/p
29
Wall of Fame, 2013
30
Reflexions 1, 2013, painted photo / epox, 21 x 29,7 cm
Reflexions 2, 2013, painted photo / epox, 21 x 29,7 cm
Robbert Fortgens’ Synthesis
De synthese van Robbert Fortgens
In the mid-1980s, when Robert Fortgens turned his
Wanneer Robert Fortgens halverwege de jaren tachtig van de vorige
back on his meticulous photorealist painting style
eeuw de realistische fijnschilderkunst loslaat om zich te wijden aan een
to devote himself to expressionist and even abstract
expressionistische wijze van schilderen en zelfs overgaat tot de abstractie,
painting, he underwent a dramatic and revolutionary
lijkt het erop dat hij in korte tijd een dramatische en razendsnelle revolutie
change. Seeing the works of the Dutch-American
doormaakt. Het zien van de werken van de Nederlands-Amerikaanse
artist Willem de Kooning (1904-1997) at Amsterdam’s
kunstenaar Willem de Kooning (1904-1997) in het Stedelijk Museum
Stedelijk Museum, opened new doors to Fortgens’
in Amsterdam trekt als het ware een nieuw gordijn open in Fortgens
artistic room.2 De Kooning’s devotion to the act
artistieke ruimte.2 Fortgens’ minutieuze realistische schilderwijze van vóór
of painting itself – a highly personal and therefore
die confrontatie staat haaks op De Koonings overgave aan het schilderen
subjective reflection of his inner world, directly
zélf, waarbij deze een hoogstpersoonlijke en daarom subjectieve weergave
connected to the substance and colour of paint –
nastreeft van wat er in hem leeft, en een directe connectie met de materie
is the polar opposite of the realist painting style
en de kleur van de verf aangaat.
Fortgens had before this confrontation. Fortgens was therefore faced with two apparently contrasting
Het zijn immers ogenschijnlijk twee contrasterende visies in de beeldende
ideas of visual art.
kunst waarmee Fortgens geconfronteerd wordt. Aan de ene kant van het spectrum het fotografisch realisme met zijn grote nadruk op de
At one end of the spectrum, we have Photorealism
exacte weergave van de beeldmotieven, en aan de andere kant het
emphasising the exact reproduction of visual motifs.
abstract expressionisme, de Amerikaanse kunststroming waarvan De
At the other end, there is Abstract Expressionism,
Kooning een van de meest prominente vertegenwoordigers is, met diens
the American movement of which De Kooning, with
overgave aan het schildergebaar en aan de materie waarmee gewerkt
his devotion to the painted gesture and its materials,
wordt. De brushstroke, zoals de kenmerkende losse verfstreek genoemd
was one of the most prominent representatives. The
wordt sinds de grootse lancering van deze stroming halverwege de
typical loose paint stroke or brushstroke – a term
twintigste eeuw, staat lijnrecht tegenover de scherpe omlijning van het
used since this de facto crusade emerged in the
beeld, die sinds eeuwen gezien werd als de meest accurate registratie
mid-1940s – is in direct contrast to the well-defined
van de werkelijkheid. Want niet alleen in de kunstgeschiedenis van het
images, which for centuries were considered the
Modernisme wordt deze discussie gevoerd. De lijn-versus-kleur discussie,
most accurate reproduction of reality. In Modernism,
het lineaire tegenover het picturale, is een van de meest fel gevoerde
and throughout art history, this opposition has
artistieke discoursen in de geschiedenis van de beeldende kunst.
continually been subject to the most passionate discussion: the line-versus-colour debate, the linear against the pictorial.
Studio Antwerp 2013
49
As early as the 15th century Italian Renaissance, Florentines and Venetians took opposing stands on il disegno and il colore as important standards for a good artwork. The Florentines supported the classical view that disegnatore, drawing, is the only correct depiction of reality, a viewpoint expressed as early as the 1st century BC by Plinius the Elder in his Naturalis Historia. The Venetians painted tonally, thus making il colore and a painting’s pictorial aspect visually dominant. Later, in the 17th century, the debate was revived with the Rubenistes and Poussinistes as proponents of colour and line, respectively. Fortgens’ transition in the mid-1980s fits within this narrative: a new and different insight into the reproduction of reality, or should I say his reality, 50
takes possession of him. This involves some difficult and demanding decisions. He replaces his fine brushes with thicker ones as he suddenly switches from the composed and well-considered Apollonic realist painting style to an almost Dyonisian devotion to non-figurative expressionism. A rigorous choice. Several important painters preceded him in making such sudden changes such as Paul Cézanne (18391906) did a century before, albeit in the opposite direction. In 1870 Cézanne, initially a passionate Delacroix follower, managed to control his temperament and paved the way for Cubism and Mondrian’s geometric abstraction; a movement known for its structure, clarity and balance, and visualised through lines, delineated geometrical forms and primary colours.
Reflexion 10, 2013, painted photo/ epoxy, 120x 80 cm
70
Amina 1, 2013, Lambdaprint / dibond, 100 x 100 cm, edition 6 + 2 a/p
71
Amina 2, 2013, Lambdaprint / dibond, 100 x 100 cm, edition 6 + 2 a/p