SANDRO SETOLA DRAWINGS
SANDRO SETOLA DRAWINGS
Mijn tekeningen zijn bijna altijd een voorstel voor iets anders.
Een nog te maken sculptuur, een nog te bouwen gebouw, een decor voor een nog te betreden verhaal. Alles is schets, fictie. Bestaat niet. Of misschien heeft het ooit bestaan en is wat we nu zien een impressie ervan, als op magische wijze opnieuw tot leven gebracht. Het zijn voorstellen die de verbeelding prikkelen en aanzetten tot de vraag hoe zich dit voorstel tot de werkelijkheid verhoudt. Is het groter? Kleiner? En welke werkelijkheid? De banale alledaagse werkelijkheid, of de werkelijkheid in ieders eigen hoofd? En dan heb ik het niet eens zozeer over een waanidee maar ook over de invloed van omgeving op persoon et vice versa. Lopen we niet dagelijks door een totaalbeeld van hoe die werkelijkheid er volgens ons uit dient te zien? Ons voorstel voor de wereld. Onze hoofden zitten er vol mee. Ik heb altijd een fascinatie gehad voor bepaalde natuurlijke processen en fenomenen. Groei en sterfte, expansie en isolatie, metamorfose en kristallisatie. Het zijn veelvuldig in mijn werk voorkomende thema’s. Ik vertaal deze processen vaak naar architecturale of ruimtelijke beelden. Soms is de vertaling kritischer ten aanzien van de werkelijkheid die ze becommentarieert, soms is ze meer poëtisch van aard. Het is altijd voor meerdere interpretaties vatbaar, een verbeelding wellicht van een waarheid die zich onder al deze verschillende werkelijkheden bevindt. Een verbeelding eerder van een instinct, een verlangen. Dat ik me vanaf circa 2002 tot op heden vooral in utopische en experimentele architectuur ben gaan verdiepen is van daaruit bezien misschien wel een logische stap geweest, het is in ieder geval een zeer vruchtbaar onderzoek gebleken. Toch wist ik tot circa eind 2003 niet precies hoe ik met mijn eigen werk op deze architectuurgeschiedenis kon reageren.
P. 6
P. 4-5
Untitled (House), 2003
Palasten (For Bruno Taut), 2009
houtskool op canvas
houtskool en pastel op gekleurd papier
charcoal on canvas
charcoal and pastel on coloured paper
220/135 cm.
280/100 cm.
My drawings are almost always a proposition for something else:
a sculpture yet to be made, a building yet to be built, scenery for a story yet to be entered. Everything is a sketch, fiction. Doesn’t exist. Or perhaps it did once exist and what we now see is an impression of it, brought to life again in some magical way. They are suggestions to stir the imagination and prompt the question of how this suggestion is related to reality. Is it bigger? Smaller? And which reality? The banal, everyday reality, or the reality in each of our minds? And I’m not talking so much about delusions but also about the influence the environment exerts on a person and vice versa. Every day, don’t we walk through an overall picture of what we believe this reality should look like? Our proposal for the world. Our heads are full of it. I’ve always been fascinated by certain natural processes and phenomena. Growth and death, expansion and isolation, metamorphosis and crystallization are prevalent themes in my work. I often translate these processes into architectural, spatial images. Sometimes the translation can be more critical of the reality it is commenting on, and other times it has a more poetic nature. It is always open to multiple interpretations, perhaps a representation of a truth that is somewhere beneath all these different realities. More an image of an instinct, a longing. From that perspective it was perhaps a logical step for me to immerse myself in utopian and experimental architecture from around 2002 up to the present day. At any rate, it has been a very fruitful investigation. And yet, until about the end of 2003 I didn’t really know how I could react with my own work to this architectural history. The breakthrough came with Untitled (House) from 2003, a key work in my oeuvre in the sense that it puts architecture into action to portray a process.
7
De doorbraak kwam met het werk Untitled (House) uit 2003. Het is een sleutelwerk in mijn werk in de zin dat het architectuur inzet om een proces te verbeelden. In dit geval een meerduidig proces. De ramen en deuren zijn uitgegumd en tot vage vlekken geworden in een verder intact houten huis. Het effect is dat het gebouw zich van zijn omgeving heeft afgesloten, naar binnen gekeerd, als iemand die zijn banden met de buitenwereld heeft verbroken. Isolatie, niet alleen in fysieke zin want door de toepassing van het uitgummen ontstaat ook een associatie met een geestelijk proces van isolatie. Ook in de Darkness-serie gemaakt in 2004 en 2005, wordt architectuur ingezet ter verbeelding van een psychisch proces. Deze serie tekeningen werd uiteindelijk samen met animaties in een installatie bij elkaar gebracht in een zaal van de Nieuwe Vide te Haarlem. In dit geheel toont iedere tekening een ander aanzicht op hetzelfde gebouw dat van vorm verandert onder invloed van een dreigende zwarte massa. De stijgende waterspiegel van deze onbenoembare zwarte brei dringt in eerste instantie binnen in het gebouw waarna opeenvolgende tekeningen de metamorfose tonen die het gebouw doormaakt, in wat lijkt op een poging om aan de dreiging te ontsnappen. In de installatie kan dit proces als een uitvergroot storyboard worden gelezen. Delen van tekeningen zijn opengelaten waar korte, snelle stukken van dit proces in geanimeerde vorm te zien zijn. Soms zijn de tekeningen geheel bedekt met een geanimeerde zwarte ruis die, paralel aan de zwarte brei, alles bedekt als een soort storing. Door de verspringende opzet en in grootte verschillende tekeningen, de ruis en de fragmentarisch toegepaste animatie wordt de associatie met een geestelijk proces van ontwrichting gelegd.
Mies van der Rohe, Farnsworth House, 1950 Plano, Illinois U.S.A. Darkness (Diagram), 2004 Krijt op schoolbord Charcoal on blackboard 300/150 cm.
8
Los van het feit dat in deze werken architectuur wordt gebruikt als drager van een verhaal, liggen er vaak ook architectuurhistorische onderwerpen ten grondslag aan deze werken. Zo is het gebouw in Darkness geproportioneerd naar de gulden snede en qua vorm geĂŤnt op modernistische iconen als het Farnsworth House van Mies van der Rohe en het werk van Le Corbusier. De drang naar de perfectie die beide architecten nastreefden bewerkstelligt ook een soort levenloosheid, een vacuĂźm waarin geen wijzigingen worden getolereerd omwille van het behouden van de perfecte uitgangssituatie. Iets wat soms haaks lijkt te staan op de primaire functie van architectuur; het herbergen van levende wezens.
In this case, a process open to multiple interpretations. In a wooden house that is otherwise intact, the windows and doors have been rubbed out into vague smudges. The effect is that the house has shut itself off from its surroundings, withdrawn into itself, like someone who has broken his ties with the outside world. Isolation, not only in a physical sense, as the use of erasure also creates an association with a psychological process of isolation. The Darkness series made in 2004 and 2005 also uses architecture for imagining a psychological process. This series of drawings was eventually put together with some animations in an installation in a hall of the Nieuwe Vide art space in Haarlem. In this setup, each drawing shows a different aspect of the same building that changes its shape under the influence of a threatening black mass. The rising water level of this indescribable black mush first forces entry into the building, after which subsequent drawings show the metamorphosis the building undergoes, in what seems to be an attempt to escape the menace. In the installation you can read this process like an enlarged storyboard. Parts of the drawings have been left open where short, fast parts of this process can be seen as animations. Sometimes an animated mush covers the drawings like a kind of disturbance, parallel to the black mush. The staggered design and the different sizes of the drawings, the disturbance and the fragmentary use of animation all help to evoke an association with a psychological process of dislocation. Apart from the fact that architecture is used in these works as the bearer of a story, the basis of these works often comprises subjects from architectural history. Thus the proportions of the building in Darkness adhere to the golden ratio, while its shape is grafted from modernistic icons like the Farnsworth House of Mies van der Rohe and the work of Le Corbusier. The drive for perfection that both architects sought also creates a certain lifelessness, a vacuum in which no changes are tolerated so as to retain the perfect starting point. It is something that seems to be at odds with the primary purpose of architecture: housing living beings. This notion is translated in Darkness into a situation in which a state of perfect order finds itself obliged to transform itself into a kind of mutant to escape an external or perhaps an imaginary threat.
Darkness (Installation view), 2005 Tekeningen, geprojecteerde animatie, variabele afmetingen Drawings, projected animation, variuable dimensions
9
Dit gegeven wordt in Darkness vertaald naar een situatie waarin een staat van perfecte orde zich ziet genoodzaakt om te transformeren in een soort ‘mutant’ om aan een externe of misschien wel imaginaire dreiging te ontkomen. Darkness is typisch een voorbeeld van een werk dat net als zijn inhoud op een bijna organische manier tot stand is gekomen. Tijdens het schetsen en schrijven in dummy's ontvouwt zich langzaam een plot van een verhaal dat allerlei associaties met elkaar verbindt. De uitwerking in tekeningen en animaties en uiteindelijk in een installatievorm als deze wordt op een redelijk intuïtieve manier genomen, afhankelijk van welke richting het werk uitgaat. Een heel andere werkwijze gaat vooraf aan een tekening als Slums awakening to larger interests uit 2004. De titel van dat werk was er al voor de tekening zelf en is gebaseerd op een citaat van Ebeneezer Howard (1850-1928). Deze stedenbouwkundige was zeer betrokken bij het streven naar betere leefomstandigheden voor de bevolking van de sloppenwijken van Londen in de vroege 20e eeuw. Met zijn uitspraak “Slums should awaken to larger interests” beoogde hij de bevolking van die wijken te inspireren om zelf het heft in handen te nemen en zich te organiseren om zodoende hun leefomgeving te verbeteren. In mijn tekening is een mogelijke uitkomst van dat proces op nogal cynische wijze tot uiting gekomen. De sloppenhuisjes zijn op elkaar gestapeld in een poging een soort wolkenkrabber te bouwen. Los van een reactie op het sociale engagement dat sommige architecten zoals Howard etaleren is het ook weer een verbeelding van een heel primaire, bijna instinctieve aandrang; de wil om boven de rest uit te torenen, de horizon te domineren. Dezelfde hoogmoed die de toren van Babel tot stand bracht en nu nog steeds menige metropool van een silhouet voorziet.
P. 10
P. 11
Slums awakening to larger interests, 2004
Palast, 2008
Houtskool op papier
Houtskool en pastel op zwart papier
Charcoal on canvas
Charcoal and pastel on black paper
150/200 cm.
103/160 cm.
Collection Arcadis, NL
Private Collection, Basel, CH
10
Ik haal veel ideeën voor mijn werk rechtstreeks uit boeken en artikelen over architectuur, soms zelfs heel direct, als in het geval van Slums awakening to larger interests of in het geval van de Palasten-serie, die niet voor niets de ondertitel heeft ‘For Bruno Taut’. De duitse Architect Bruno Taut (1880-1838) was op zijn reizen erg onder de indruk geraakt van de Zwitserse Alpen. In wat wel als zijn bekendste boek wordt beschouwd, “Alpine Architektur” uit 1918, beschrijft hij een utopisch visioen van gigantische
Darkness is a typical example of a work that came about almost organically, just like its contents. While I was sketching and writing in dummy books, the story plot slowly started to unfold, linking all kinds of associations together. The decision to develop it further in drawings and animations, and in the end as an installation like this one, was taken reasonably intuitively, depending on the direction the work chooses. A totally different method of working preceded a drawing like Slums awakening to larger interests from 2004. The title of that work was there already before the drawing itself, and is based on a quotation of Ebeneezer Howard (1850-1928). This town planner was very involved in working towards improved living conditions for the population of the slums of London in the early 20th century. With his statement “Slums should awaken to larger interests” he wanted to exhort the inhabitants of those slums to take control themselves and get organized, in order to improve their own living environment. In my drawing, a possible outcome of that process is expressed quite cynically. The slum dwellings have been stacked up on top of each other in an effort to build a ‘skyscraper’. Besides being a reaction to the social engagement that some architects like Howard display, it is also the representation of a very basic, almost instinctive urge: the desire to tower above the rest, to dominate the horizon. It is the same vainglory that brought about the tower of Babel and that still shapes the silhouette of many a metropolis. Many of the ideas for my work come from books and articles about architecture, and sometimes even very directly, as in the case of Slums awakening to larger interests or the Palasten series, whose subtitle is ‘For Bruno Taut’ for good reason. The German architect Bruno Taut (1880-1938) was very impressed on his travels by the Swiss Alps. In what is considered his best known book, “Alpine Architektur" from 1918, he describes a utopian vision of gigantic palaces and cathedrals of glass and steel that could rise like majestic crystals from the peaks of the Swiss Alps. If people could stop fighting among themselves and join forces, they would be able to achieve these superhuman things. My own stay in Basel at the end of 2008 resulted in an alternative version of Taut’s idea: the palaces here look quite a bit gloomier and more aggressive, like frozen explosions. The magic of crystals that inspired many an architect in those days has been taken so far in a work like Palast that we don’t actually know for sure any more whether 11
paleizen en kathedralen van glas en staal die als majestueuze kristallen op de toppen van de Zwitserse Alpen zouden kunnen verrijzen. Als de mensheid zijn onderlinge strijd kon opgeven en de krachten bundelde zou zij tot deze bovenmenselijke dingen in staat kunnen zijn. Mijn eigen verblijf in Basel eind 2008 resulteerde in een alternatieve versie van Taut’s idee; de paleizen ogen hier een stuk duisterder en agressiever, als bevroren explosies. De magie van kristallen die destijds menige architect inspireerde, is in een werk als Palast zover doorgevoerd dat we eigenlijk niet zeker weten of dit gebouw nu door mensenhanden is vervaardigd of op natuurlijke wijze zo is gegroeid. Is het eigenlijk wel architectuur? Is het geen microscopische opname van een vloerkleed? Het idee van een tot architectuur verworden explosie komt al eerder voor in mijn werk. Form Follows Death (2004) is een videofilm, gemaakt met behulp van een 3-d computerprogramma dat architecten gebruiken bij het presenteren van voorstellen. Het neemt de kijker mee op een virtuele tour door een verlaten, grimmig ogend gebouw, dat is bevroren in de tijd op het moment van een explosie. Dat laatste is echter pas aan het einde duidelijk waar te nemen. Terwijl onze blik samen met de camera door het gebouw dwaalt, wordt de architectuur gedurende de film steeds vreemder en tenslotte volkomen onmogelijk. Het gegeven van een voorstel dat tegelijk een eindfase van een gebouw weergeeft, is deels ingegeven door het idee dat wanneer iets niet meer verandert of perfect is, het in zekere zin ‘dood’ is. Het subjectieve camerastandpunt en de doodse indruk die het gebouw maakt, versterken die onheilspellende atmosfeer en verbeeldt zo ook de ervaring van een geest die het lichaam verlaat op het moment van sterven.
Still uit / from: Form Follows Death, 2004 Video (4:30 min.) Private Collection, Belgium
12
Ook in het beeld FFD2 (2004) komen voorstel en eindfase samen in een moment van simultane geboorte en sterfte. Deze sculptuur van MDF toont een schaalmodel van een streng vormgegeven gebouw, maar kan ook worden gezien als een model op ware grootte van een graftombe. Dit beeld is mede geïnspireerd door antieke sarcofagen, zoals de “Alexandertombe” die zich bevindt in het archeologisch museum te Istanbul. Deze prachtig gedecoreerde tombe bevat friezen met daarop de overwinningen van Alexander de Grote. Het geheel heeft de vorm van een rijkelijk gedecoreerd gebouw gekregen waarvan ieder dakpannetje nauwgezet uit de steen is gehouwen. FFD2 zou een hedendaags ontwerp kunnen zijn voor een sarcofaag van een belangrijk persoon.
this building was produced by human hands or just grew that way naturally. Is it even architecture? Isn’t it a microscopic shot of a carpet? The idea of an explosion degenerating into architecture already occurred previously in my work. Form Follows Death from 2004 is a video film made with a 3D computer program architects use to present proposals. It takes the viewer on a virtual tour through a desolate, ghastly looking building, frozen in time at the moment of an explosion. You can’t really perceive the explosion clearly until the end. While our gaze wanders through the building together with the camera, the architecture in the film becomes increasingly strange, and finally totally impossible. The idea of a proposal that simultaneously represents the final phase of a building was partly inspired by the idea that when something does not change any more or is perfect, it is ‘dead’ in a certain sense. The subjective camera view and the deathly impression the building makes reinforce that ominous atmosphere and in doing so also imagine the experience of a spirit leaving the body at the moment of dying. The proposal and final phase also merge in the work FFD2 (2004) in a moment of simultaneous birth and death. This sculpture, made from MDF, shows a scale model of a building constructed to a rigid design, but it can also be regarded as a life-size model of a sepulchre. The sculpture was partly inspired by classical sarcophagi, such as the “Alexander Sarcophagus” in the Istanbul Archaeology Museum. That magnificent tomb is richly decorated with friezes immortalizing the victories of Alexander the Great. It has been given the shape of a profusely decorated building, where even every single roof tile has been painstakingly carved out of the stone. FFD2 could be a contemporary design for the sarcophagus of an important person.
FFD2, 2004 MDF 210/85/200 cm.
13
De ‘levendige’ tegenpool van deze werken is Form Follows Life (2003). Dit is een met de hand getekende animatiefilm van een alsmaar veranderend gebouw. Oorspronkelijk werd het geprojecteerd op een blanco billboard, geplaatst op een nog te bebouwen terrein. In de kleine versie wordt het geprojecteerd op een pagina van een opengeslagen schetsboek. Het verbeeldt het begin, de schetsfase van een bouwproces, zonder dat er ooit een eindresultaat ontstaat. De titels Form Follows Death en Form Follows Life zijn directe verwijzingen naar het motto ‘form follows function’ van de Amerikaanse architect Louis Sullivan (1856-1924). De latere modernisten streefden naar de perfecte toepassing van dit motto op hun omgeving. Hun fixatie op louter functionele aspecten van een gebouw veroorzaakte echter ook een groot aantal problemen. Een gebouw zou immers niet alleen functionele, maar alle aspecten van het leven optimaal moeten kunnen faciliteren. Het werk Form Follows Life lijkt te willen zeggen dat de enige, echt ideale vorm van architectuur, de vorm is die zich nog in het hoofd of het schetsboek van de architect bevindt. Daar waar het nog alle mogelijke wijzigingen van vorm, grootte en bestemming kan ondergaan. Form Follows Life is dan ook geen reëel alternatief; het is meer een verbeelding van een verlangen. Het koppelen van een ideaal of ideologie aan een bepaalde bouwstijl of vormgeving wordt verder uitgewerkt in de tekeningenreeks Club Utopia (2005-2006). Deze reeks werd grotendeels tijdens een verblijf in Londen vervaardigd. Vanuit een onderzoek naar sekten en religieus extremisme 14
werd het idee opgevat om enkele nieuwe imaginaire ideologieën te formuleren. Het uiteindelijke doel was om de essentie van die specifieke overtuiging uit te drukken in de vorm van een gebouw of voorwerp. De tekeningen die zo ontstonden laten uiteenlopende gebouwen zien, waarvan de meeste niet direct een religieuze lading hebben, maar eerder een bepaald karakter van een persoon of een groep mensen verbeelden. Zo zien we in They'll never know what hit them een bunkerachtig gebouw met slechts minimale in- en uitgangen, dat zich volledig van de buitenwereld lijkt af te schermen. Villa Zicca toont daarentegen een extravagante versie van een zwerversonderkomen en Confusionist heeft meer weg van het hoofdkwartier van een groep heimelijk en ondergronds opererende ‘spin doctors’. De tekenstijl waarin deze serie is gemaakt neigt al wat meer naar een naturalistischer gebruik van schaduw en materiaalexpressie. Het blijft echter nog vaak gissen naar wat de precieze schaal is van het afgebeelde. O.T.I.S uit 2005 bijvoorbeeld, zou de afmetingen kunnen hebben van een gigantisch stadion of het binnenste van een uit de klauwen gegroeide plant. De ontstaansreden van deze tekening was overigens vrij direct ingegeven door een kort item dat ik op t.v. zag. Het ging over een Amerikaanse dominee die zo immens populair was geworden dat zijn aanhangers en fans niet meer in de toch al tamelijk forse kerken pasten waar hij optrad. Hij moest nu uitwijken naar zogenoemde ‘Superbowl Stadiums’, grote stadions die hij met gemak dag na dag vulde. Zijn mis had dan ook meer weg van een concert van een rockgroep dan van de dienst van een
P.15 Stills uit / from: Form Follows Life, 2003 Video projectie op billboard / Video projected on billboard (Geloopte Animatie / Looped Animation, 0:30 min.) They’ll never know what hit them, 2005 Houtskool op papier Charcoal on paper 200/150 cm.
The ‘lively’ opposite of these works is Form Follows Life from 2003. This is a hand-drawn animation film of a building that keeps on changing. Originally it was projected on to a blank billboard located at an empty building site. In the small version, it is projected on to a page of an opened sketchbook. It imagines the start, the drafting phase of a building process, without a final result ever happening. The titles Form Follows Death and Form Follows Life are direct references to the motto ‘form follows function’ of the American architect Louis Sullivan (1856-1924). The later modernists pursued the perfect application of this motto to their environment. Their fixation on the purely functional aspects of buildings, however, also caused a large number of problems. After all, a building should actually be able to facilitate not only the functional aspects, but all aspects of life as best as possible. The work Form Follows Life seems to want to say that the only, really ideal form of architecture is the one that is still inside the head or in the sketchbook of the architect. That is where it can still undergo all possible changes in shape, size and purpose. Form Follows Life is indeed not a realistic alternative; it is more the representation of a desire. Linking an ideal or ideology to a particular style of construction or design is elaborated further in the series of drawings called Club Utopia (20052006), made for the most part during a stay in London. From an investigation into sects and religious extremism, the idea was conceived to formulate some new imaginary ideologies, with the aim of expressing the essence of that specific belief in the form of a building or object. The drawings made this way show various buildings, most of which are not directly religiously charged, but rather represent a particular character of a person or a group of people. Thus They'll never know what hit them shows a bunkerlike building with a minimum of entrances and exits, which seems to shield itself fully from the outside world. Villa Zicca, on the other hand, shows an extravagant version of a tramp's abode while Confusionist looks more like the headquarters of a group of secret ‘spin doctors’ operating underground. The style of drawing in this series already tends more towards a naturalistic use of shadow and expression of material. However, often it is still guesswork as to the precise scale of what has been portrayed. O.T.I.S. from 2005 for instance, could have the dimensions of a huge stadium, or it could be the inside of an overgrown plant. This drawing came into being more 15
16
preker; lasershow, big band, vuurwerk, rookmachines... alles zat er in. Het brainwashen en zieltjes winnen binnen religieuze sektes en de overweldigende massaliteit die uitgaat van zo'n stadion bracht ik bij elkaar in iets dat ergens tussen een vleesetende plant en een stadion inzit. Wat in They’ll never know what hit them al enigszins wordt uitgedrukt; een overdreven, bijna militaristische hang naar veiligheid en bescherming, komt ook tot uitdrukking in de Gate-tekeningenserie en de daaruit voortgekomen installatie Reservaat. Reservaat (2009) werd gemaakt ter gelegenheid van mijn soloexpositie in museum Beelden aan Zee in Scheveningen eind 2009. Vlakbij de plek waar Hendrik Willem Mesdag (1831-1915) ooit zijn beroemde panorama van Scheveningen maakte, krijgen we in Reservaat een heel ander soort panorama te zien. Het is een multimediale installatie die uit verschillende onderdelen bestaat. Bij binnenkomst is er de projectieruimte waarin een film wordt vertoond. In die film is een langzaam voorbij glijdende, militaristisch ogende betonnen verdedigingsmuur te zien. Op gezette tijden wordt deze film van een live soundtrack voorzien door een draaiorgel dat achterin de projectieruimte staat opgesteld. In de zaal zelf staat de maquette van de muur, die als filmdecor dient. Het werk roept sterke associaties op met totalitaire regimes en onderdrukking, zowel door fysieke barrières als door surveillance. Het is vooral een waarschuwing tegen te ver doorgevoerde veiligheidsmaatregelen ter bescherming tegen wat voor vijand dan ook. Uiteindelijk is het gevaar groot dat deze maatregelen zich tegen hun eigen bedenkers keren. Inspiratie voor dit werk kwam niet alleen van beroemde muren als de Chinese Muur en de zogenaamde veiligheidsmuur in Israël, maar ook van de ‘Atlantikwall’. Dit was een door de nazi’s beoogde verdedigingsmuur die van Europa een fort moest maken. Van deze nooit voltooide muur bevinden zich langs de hele Noordzeekust nog sporen in de vorm van bunkers.
O.T.I.S. (Organism Trying to Impersonate a Stadium), 2005 Houtskool op papier
or less directly as a result of a short item on the television about an American preacher who had become so enormously popular that the already quite substantial churches where he appeared were no longer big enough to accommodate all his followers and fans. He had to resort to the ‘Superbowl Stadium’, large stadiums that he comfortably filled day after day. His service did seem more like a rock concert than a preacher’s service: laser show, big band, fireworks, smoke machines ... it had everything. I brought together the brainwashing practices of religious sects and the overwhelming massiveness of this kind of stadium in an image that reminds one both of a carnivorous plant and of a stadium. What is already expressed a little in They’ll never know what hit them, an exaggerated, almost militaristic craving for safety and protection, is also expressed in the Gate series of drawings and the installation Reservaat that followed on from that series. Reservaat (2009) was made on the occasion of my solo exhibition at the end of 2009 in the museum Sculpture by the Sea in Scheveningen. Close to where Hendrik Willem Mesdag (1831-1915) made his famous panorama of Scheveningen, Reservaat presents us with an entirely different kind of panorama. It is a multimedia installation consisting of several parts. When you enter, a projection room is showing a film. In that film you see a militaristic-looking concrete defensive wall slowly gliding by. At fixed times this film is accompanied by the live soundtrack of a barrel organ set up in the back of the projection room. In the hall itself is the model of the wall that serves as film scenery. The work calls up strong associations with totalitarian regimes and oppression, through the physical barriers as well as the surveillance. It is above all a warning about security measures for protection against whatever kind of enemy that are taken to excess. In the end, there is a great danger that these measures will turn against the people who devised them. This work was inspired not only by famous walls such as the Great Wall of China and the so-called Security Fence in Israel, but also the ‘Atlantic Wall’. It was the Nazi’s intention that this defensive wall would make a fortress of Europe. There are still traces of this wall, which was never completed, in the form of bunkers along the entire North Sea coast.
Charcoal on paper 220/150 cm. Private Collection, NL
17
De Gate-tekeningen zijn niet louter schetsen voor Reservaat. Ik heb getracht hetzelfde effect te bewerkstelligen in de tekeningen als in de installatie. Als men bijvoorbeeld ziet hoe de schaduw valt op de kantelen van Gate#3, beseft men dat, als men deze muur zou doortrekken buiten de kaders van het beeld, deze de toeschouwer omsluit. De gedetailleerdheid die in een tekening als Gate#3 zit, met allerlei vlekken en krassen die de muur zijn verweerde karakter geven, heb ik vanaf dat moment steeds meer toegepast in mijn tekeningen. Een voorstel voor een imaginaire situatie valt of staat met overtuigingskracht. Een deel van deze overtuiging zit hem in de details die een bouwsel bevat, in de verweerde huid, in het licht dat het magisch tot leven wekt. Deze magie kan men niet afdwingen. Soms ontstaat ze per toeval maar je kunt het toeval wel een handje helpen door veel tijd en aandacht in het werk te steken. Soms is de aanleiding voor een hele tekeningenreeks te danken aan het toeval, zoals de droom die de aanleiding vormde voor de Beachhouseserie (2007-2011). Deze serie tekeningen en de bijbehorende schaalmodellen tonen, net als Darkness, één gebouw vanuit diverse perspectieven. Per tekening veranderen ook de vorm van het gebouw en de tijd van de dag. Is het een schelp, grot, ruimteschip? Net als in de Palasten-serie blijft in het ongewisse of het een door mensenhanden vervaardigde constructie is of een bizar natuurlijk fenomeen. De tekeningen ademen een onbestemde, spookachtige atmosfeer. Hierdoor kunnen de tekeningen ook worden beschouwd als artist’s impressions voor een nog te maken film, waarin het gebouw de hoofdrolspeler is. Het wordt een soort spookhuis, waaruit de bewoner of ontwerper reeds lang is vertrokken, maar waar de ruimten nog steeds ‘bezield’ lijken en veranderen of doorgroeien. Sandro Setola April 2011
Close-up van / Close-up of : Reservaat, 2009 Multimedia Installation Multimedia Installatie Variabele afmetingen Dimensions variable 18
The Gate drawings are not merely sketches for Reservaat. I tried to achieve the same effect in the drawings as in the installation. For instance, if you see how the shadow falls on the battlements of Gate #3, you realize that if you were to extend this wall beyond the edges of the picture, it would surround the observer. The degree of detail in a drawing like Gate #3 – with all kinds of stains and scratches that give the wall its weathered look – is something I have used increasingly often in my drawings since then. A proposal for an imaginary situation depends entirely on its persuasiveness. One element of this persuasiveness is found in the details of a structure, the weathered skin, the light that calls the magical into being. You can’t force that magic. Sometimes it comes about by chance, the chance that you can help a little with a great deal of time and attention. Sometimes the subconscious provides the reason for an entire series of drawings, such as the dream that resulted in the Beachhouse series (2007-2011). This series of drawings and the accompanying scale models show one building from various perspectives, similar to Darkness. In each drawing the shape of the building and the time of day also change. Is it a shell, a cave, a space ship? Just as with the Palasten series, we are kept guessing whether it is a construction made by human hands or a bizarre natural phenomenon. The drawings are suffused with an indefinable, eerie atmosphere. This allows us to also consider them as artist’s impressions of a film yet to be made, in which the building is the leading figure. It reminds one of a kind of haunted house that the resident or designer left long ago, but whose rooms still seem to ‘have a soul’ and change or continue to grow. Sandro Setola April 2011
19
Darkness “I believe there are monsters born in the world to human parents. Some you can see. Misshapen and horrible, with huge heads or tiny bodies; some are born with no arms, no legs, some with three arms, some with tails or mouths in odd places. They are accidents and no one's fault, as used to be thought. Once they were considered the visible punishment for concealed sins. And just as there are physical monsters, can there not be mental or psychic monsters born? The face and body may be perfect, but if a twisted gene or a malformed egg can produce physical monsters, may not the same process produce a malformed soul?� From: East of Eden by John Steinbeck, 1952
22
P.20-21
P.22
P.23
Darkness (Perspective view #1), 2004-2005
Darkness (Side View #1), 2005
Darkness (Interior view #1), 2004
Houtskool en krijt op schoolbord
Houtskool op canvas
Houtskool op canvas
Charcoal and chalk on blackboard
Charcoal on canvas
Charcoal on canvas
300/150 cm.
130/95 cm.
400/240 cm.