6 minute read
Baby’stoezichtonder
from Kans 3-2019
Nu jeugdzorg onder verantwoordelijkheid van gemeenten valt, proberen wijkteams opvoedkundige problemen eerst zelf op te lossen met de ouders. Als dat geen soelaas biedt, komt jeugdbeschermer Rudi in beeld. ‘Maar dan zijn problemen vaak al geëscaleerd.’
Twee Maxi-Cosi’s staan naast elkaar in de rechtszaal. Naast de tweeling zitten de ouders: vader in joggingbroek, moeder met een hoofddoek.
Onder het portret van Koning Willem Alexander zit de kinderrechter. Hij heet iedereen welkom. De tolk vertaalt zijn woorden naar het Arabisch. De vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming vertelt dat haar collega’s zich zorgen maken. Zij deden onderzoek naar de opvoedkundige kwaliteiten van het stel en vragen zich af of deze ouders wel voor hun peuter en tweeling kunnen zorgen. De raadsonderzoekers stellen voor om het gezin twaalf maanden onder toezicht te stellen van een gezinsvoogd. De rechter moet beslissen of die maatregel inderdaad nodig is. Naast de raadsvertegenwoordiger zit de gezinsvoogd van het Leger des Heils al klaar. Ze lacht vriendelijk. Haar collega Rudi (34), jeugdbeschermer, zit in de zaal. Samen zullen zij het gezin begeleiden, indien de rechter zo beslist. ‘Alweer twee nieuwe gezichten’, zeggen de ouders. ‘Wie zijn dit nu weer?’ Het duurt even voordat ze het begrijpen.
Kinderrechter
Eerst is het woord aan de advocaat. Ze vertelt dat de ouders zijn gevlucht voor de oorlog en dat de vader steeds meer meehelpt met de opvoeding. Ook gaat hij naar Nederlandse les. Het gezin krijgt elke week volop hulp: twintig uur begeleiding van de ene hulpverlener, de andere hulpverlener komt vijftien uur langs. De peuter zit veertig uur per week op de kinderopvang. De hulpverleners spreken hun vertrouwen uit; vooral de moeder is gemotiveerd om Nederlands te leren. De ouders zeggen dat ze echt voor hun kinderen kunnen zorgen. ‘We hebben gewoon andere normen en waarden omdat we uit een ander land komen’, vertaalt de tolk. Een van de baby’s begint te pruttelen. De moeder wendt zich tot haar kindje, dat al snel verder slaapt. De Raad voor de Kinderbescherming zegt dat ze een positieve indruk krijgt, nu ze het gezin en de hulpverleners ziet. Ze stelt voor om in plaats van twaalf maanden maar zes maanden ondertoezichtstelling op te leggen. De kinderrechter benadrukt dat de ouders echt aan de slag moeten met de Nederlandse taal. ‘Het is de bedoeling dat jullie je zaken straks zelf kunnen regelen, zonder hulp. En jullie kinderen moeten twee talen leren, anders starten ze op school met een taalachterstand.’ De kinderrechter besluit de zaak aan te houden. Hij wil de ouders over zes maanden terug zien om te kijken of ze deze positieve lijn doorzetten. De Raad voor de Kinderbescherming blijft intussen in de gaten houden hoe het gaat.
Lange adem
Voorlopig hoeft Rudi dus niets te doen in deze zaak. Als jeugdbeschermer van het Leger des Heils komt hij pas in beeld als de rechter een ondertoezichtstelling oplegt. Oftewel: als het gezin wordt gedwongen tot hulpverlening. In de gang begroet hij collega’s die vandaag ook een zitting bijwonen. Een van zijn collega’s wordt bedreigd door een agressieve vader die in dezelfde ruimte zit te wachten omdat ook hij voor de rechter moet verschijnen. ‘Niet zo handig dat die twee zaken na elkaar zijn gepland. Mijn collega was juist van de zaak afgehaald om hem niet meer tegen te komen’, zegt Rudi als hij buiten een sigaret opsteekt. Gelukkig staan er voldoende agenten in de hal van de rechtbank.
In de auto naar kantoor vertelt Rudi dat hij zijn Facebookpagina heeft verwijderd. Een cliënt probeerde zijn account te hacken. Bedreiging en intimidatie: helaas komt het voor. In zware gevallen schakelen de jeugdbeschermers het Landelijke Expertise Team in, waar jeugdbeschermers onder een gefingeerde naam werken, zodat ze niet te traceren zijn. De zaken die de jeugdbeschermers voor hun kiezen krijgen, worden steeds ingewikkelder. Sinds 2015 valt de jeugdzorg onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. Met de beste bedoelingen proberen sociale teams problemen eerst met hulpverlening op vrijwillige basis op te lossen. Pas als dat niet lukt, komt er gedwongen hulpverlening. ‘Vaak zijn problemen al geëscaleerd wanneer ze bij ons komen’, merkt Rudi. Bovendien zijn de problemen complex: gezinnen kampen vaak met schulden, verslaving, ziekte en werkloosheid. ‘Als je aan al die zaken tegelijkertijd moet werken, probeer dan maar eens om ook nog je pedagogische vaardigheden snel te verbeteren. Dat is bijna niet te doen.’ Bij Roma-families hebben jeugdbeschermers een nog langere adem nodig. ‘Kinderen gaan niet naar school. Ik hoop dat er de volgende generatie al meer kinderen naar school gaan, zodat het de generatie daarop gangbaar is.’
Kwetsbare kinderen
Op het Enschedese kantoor waar Rudi werkt, is het hectisch. Een collega loopt druk bellend langs de plastic palmboom naar een zaaltje waar ze ongestoord kan telefoneren. Met de handen in het haar en rode wangen komt ze even later naar buiten. ‘Een crisis kan er ook nog wel bij. Het huiselijk geweld gaat toch gewoon door!’ Dan is het tijd voor het multidisciplinair overleg. ‘Belangrijke beslissingen nemen we altijd samen’, vertelt Rudi. Collega’s hebben zijn adviesrapport over een ondertoezichtstelling doorgelezen en geven hem feedback. Een gedragswetenschapper denkt mee over de doelen die Rudi voor het gezin heeft geformuleerd.
Bij het afronden van de bespreking wil een collega nog iets kwijt. ‘Ik wil alvast beginnen met een behandeling, want ik zie dat een dochter dat nodig heeft. Moet ik echt wachten tot de Raad voor de Kinderbescherming klaar is met overleggen?’ De gedragswetenschapper zegt dat ze geduld moet hebben. Ze zucht en vertelt over een ander voorval. ‘Een moeder werd opgeroepen voor een zitting over haar kinderen en vroeg: “Moet ik er dan ook bij zijn?”’ De collega’s schudden hun hoofd.
Spinazieshake
We vertrouwen elkaar blind, zegt Rudi. ‘Soms moeten we van de rechter een kind uit huis plaatsen omdat het thuis niet veilig is. Zo’n gedwongen uithuisplaatsing kan heftig zijn. Ik hoef maar iets te zeggen – bijvoorbeeld dat er meer politie nodig is – of mijn collega neemt het van me aan. Eerder werkte Rudi als woonbegeleider. Als een van de weinigen kon hij goed omgaan met ‘lastige’ gevallen, hij zegt waar het op staat. Omdat hij meer uitdaging in zijn werk wilde, stapte hij zeven jaar geleden over naar het werk van jeugdbeschermer. ‘Ik kan geen baan verzinnen met zoveel uitdaging’, vertelt hij. De werkdruk is hoog. Dat zit hem niet alleen in het aantal kinderen waarover jeugdbeschermers beslissingen moet nemen; elke jeugdbeschermer heeft achttien pupillen onder zijn hoede. ‘Het gáát in dit werk ergens over: het leven van kwetsbare kinderen’, zegt Rudi, die zelf drie kinderen heeft.
Onderweg drinkt Rudi zijn lunch: een spinazieshake. Lekker makkelijk, want tijd voor een echte lunchpauze is er vandaag niet. Vanmiddag gaat hij op huisbezoek. Nu de jeugdzorg is overgeheveld naar gemeenten, is zijn rol veranderd. Jeugdbeschermers zijn casusregisseurs geworden. Dat betekent dat ze het hulpverleningstraject coördineren en dus niet zelf hulp verlenen. Eigenlijk moet Rudi huisbezoeken overlaten aan hulpverleners. Toch gaat hij regelmatig zelf langs.
Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering
In 2018 voerde LJ&R 3958 jeugdbeschermingsmaatregelen uit.
3515 kinderen kregen met zo’n maatregel te maken (sommige kinderen hebben dubbele maatregelen).
Halverwege 2018 telde Nederland 31.000 lopende jeugdbeschermingsmaatregelen.
Bij het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering werken 167 jeugdbeschermers.
Rudi’s rol als jeugdbeschermer
Op het gebied van Jeugdbescherming voert het Leger des Heils alle wettelijke maatregelen uit: ondertoezichtstelling, voogdij en jeugdreclassering. Het Leger komt dus pas in beeld als hulp op vrijwillige basis niet helpt en de rechter bepaalt dat gedwon gen hulpverlening nodig is. Sinds gemeenten verantwoordelijk zijn voor jeugdzorg, is de rol van jeugdbeschermers als Rudi veranderd. Rudi houdt zich vooral bezig met het coördineren van de hulp aan gezinnen en niet zozeer met de hulpverlening zelf.
‘Voor hulpverleners is het moeilijk om kritisch te zijn op het functioneren van de ouders, zij hebben immers belang bij een goede samenwerking.’
Binnen roken
In het rijtjeshuis doet een vrouw met lang haar de deur open. Op het eerste gezicht een normale woonkamer. Kinderwagen in de hoek, baby in de box. De televisie staat aan. Haar nieuwe vriend pakt de pistoletjes met kaas en een bakje chili con carne van tafel. Opgewekt vertrekt hij naar zijn werk in de ploegendienst. ‘Zeg, roken jullie hier eigenlijk binnen?’, vraagt Rudi als de moeder koffie zet. Alleen in de badkamer met de afzuiging aan.’ Rudi dacht al zoiets. ‘Let je daar wel een beetje op, met de baby?’
Als Rudi een kopje koffie voor zich heeft staan, vertelt hij het goede nieuws. Haar oudste zoon, uit een eerdere relatie, mag weer thuis komen wonen. Hij woont nu op een zorgboerderij en mag steeds langer komen logeren. ‘Als hij nu telkens een paar verhuisdozen meeneemt, dan komen we een heel eind’, denkt Rudi praktisch mee, terwijl hij de voetjes van de baby kriebelt. Doordat hij zelf ook een klein kindje heeft, weet hij waarop hij moet letten. Het valt hem op dat de baby telkens naar dezelfde kant kijkt. Even in de gaten houden. De moeder neemt afscheid in de deuropening. Natuurlijk is ze blij dat haar zoon weer thuis komt wonen, maar ze maakt zich ook zorgen. ‘Wat hoort bij normaal pubergedrag van een vijftienjarige en wanneer gaat hij over de grens?’ Met haar twee andere uithuisgeplaatste kinderen gaat het goed op de plek waar ze nu wonen. Zij komen voorlopig niet bij hun moeder wonen – en dat is op dit moment het beste voor iedereen. Rudi loopt naar zijn Opel Astra. Op naar kantoor, waar tachtig mailtjes, drie besprekingen en een overdracht op hem wachten.
Tien procent van de Nederlanders kent het gevoel van eenzaamheid.
Zij missen contact of voelen zich nutteloos. Daarom is eenzaamheid en de bestrijding ervan ons speerpunt voor 2019. Met #jebentnietalleen laat het Leger zien dat je er niet alleen voor staat: er is iemand die jou ziet.