3 minute read

Jeroen

Jeroen Mouthaan (43) is ervaringsdeskundige bij Leger des Heils Gelderland. Als coördinator of kwartiermaker en kartrekker zoals hij het zelf noemt, werft en begeleidt hij nieuwe ervaringsdeskundigen.

Jarenlang weet hij door zijn baan in de bouw overeind te blijven, ook al is hij ‘verslaafd aan alles’. Tot Jeroen Mouthaan op zijn 34ste ineens zonder werk zit en op straat belandt.

‘Ik was constant op zoek naar een slaapplek buiten of in de opvang, had geen geld, geen zorgverzekering, geen adres en een verlopen ID. Daar kom je niet zomaar uit.’ Na een jaar hielp de daklozenopvang in Utrecht hem aan een ID en kwam hij op de lijst voor een tijde- lijke kamer bij het Leger des Heils. Hij bleef tweeënhalf jaar. Jeroen krijgt weer werk, rijdt zelfs in een Polo van de zaak, maar hij blijft verslaafd. Eenmaal op zichzelf wonend, komt het kantelpunt. ‘Een hulpverlener vroeg me waar ik voor leefde. Ik had geen antwoord. Nu zeg ik, ik had geen doel in mijn leven.’ Elke dag is voor Jeroen hetzelfde: opstaan, drinken, werken, spuiten – alles wat vloeibaar was. ‘Daar werd ik als adhd’er rustig van. Maar ik was ook moe na vijfentwintig jaar gebruiken.’

De zingeving komt in 2014 als Jeroen afkickt bij De Wending. Na een jaar is hij totaal clean, rookt en drinkt zelfs niets meer. Die laatste en zwaarste stap zet hij met hulp van een ervaringsdeskundige. Het triggert Jeroen om zelf hulpverlener te worden. Stap voor stap leert hij in zichzelf geloven. Het geeft hem de kracht om anderen te helpen geloven in zichzelf en te begeleiden bij hun herstel. Als geen ander kent hij zijn doelgroep, door al zijn kennis en ervaring van herstelprocessen. ‘Eigenlijk ben ik een hersteldeskundige. Omdat ik hetzelfde heb doorgemaakt, kan ik zien waar iemand zit in het herstelproces. Ik stel op het juiste moment de juiste vragen, zodat diegene zelf stappen kan zetten. Elke succesvolle stap maakt je trots en geeft meer kracht. Dat noem ik gevulde koek-momenten.’

Het Leger des Heilsprogramma van De Wending werkt toe naar duurzaam herstel. Dat kost meer tijd en aandacht, maar daardoor vallen mensen minder snel terug in hun oude patroon. ‘Ik weet uit ervaring dat de jaren nooit meer terugkomen, en dat verandering alleen in jezelf zit. In geloven in jezelf. Als je niet van jezelf houdt en niet weet voor wie je wilt veranderen, wordt het lastig.’ Ook Jeroen is nog dagelijks bezig met zijn eigen herstel. Hij sport drie keer per week, mediteert vrijwel dagelijks en overdenkt vaak of hij wel de juiste stappen zet. ‘Ik ben nu een gelukkig mens. Verslaafd zijn en op straat leven is genadeloos eenzaam. Onmenselijk. Het doet wat met je als niemand jou meer ziet, als je niet voelt dat je er mag zijn. Om mensen te helpen daar uit te komen, dat vind ik super.’

Kim Hoekman (28) is persoonlijk begeleider, ontwikkelaar van dagactivering Enkeltje Zelfstandig en trainer ervaringsdeskundigheid voor jeugd bij Leger des Heils Midden Nederland. Samen met haar vriend geeft ze daarnaast vechtsporttraining aan jongeren.

Ze voelt zich zeker geen rolmodel voor de jongeren die ze persoonlijk begeleidt. Dat vindt Kim Hoekman te veel klinken alsof zij het zelf zo geweldig doet. Nee, het gaat haar niet om haarzelf, het gaat haar om de jongeren die ze begeleidt. Die moeten zich veilig voelen om stappen naar hun zelfstandigheid te zetten. Dat de jongeren weten dat Kim verslaafd is geweest, maakt haar extra benaderbaar. ‘Ik zet nooit klakkeloos mijn eigen verhaal in, ik stel me afwachtend op. Ze moeten zelf contact zoeken.’ Haar tattoos helpen soms dat contact te starten, maar wat vooral helpt is de ervaring die ze met de jongeren deelt. ‘Wanneer “gewone’’ behandelaars zeggen dat ze je snappen, roept dat zoveel allergie op. Het gevoel van eenzaamheid, die struggle, snapt niemand die dat niet heeft meegemaakt.’ Zelf kent ze dat gevoel maar al te goed. Op haar veertiende ontvlucht Kim een agressieve vader. Uit pure angst, omdat het veiliger is om níet thuis te zijn. Ze leeft soms op straat, soms in de opvang en raakt verslaafd. Door de voortdurende stress en paniek valt ze op een avond na werk flauw. Ze ziet in dat het zo niet langer gaat en besluit zichzelf ‘helemaal aan te pakken’ door in psychotherapie te gaan. In de zeven maanden dat ze op de wachtlijst voor behandeling staat, ontdekt ze dat vechtsport bij haar past. Eerst Pentjak Silat, later

This article is from: