Flauwekul IS OOK BELANGRIJK
Frans Barleeus deelt gedichten uit alsof het rijpe kersen zijn. Aan zijn kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen, een verre vriendin, zijn medebewoners bij Sint Jacob of de zorgmedewerkster die hem helpt douchen. ‘Je moet jezelf toch vermaken.’
Bijna vier jaar geleden verruilde Frans Barleeus (100) zijn appartement in Schalkwijk voor een zonnige kamer in Nieuw Delftweide, een woonzorgcentrum van Sint Jacob. Zelfstandig wonen ging niet meer: terwijl hij aan het herstellen was van twee botbreuken in zijn ene been, scheurde hij de kniebanden in zijn andere. In de JacobKliniek hoorde hij van een revalidant goede verhalen over Nieuw Delftweide. ‘Dat er leuke kamers zijn, een goede sfeer heerst en dat het niet zo grootschalig is. Dat klopt allemaal, ik ben dik tevreden hier.’ Het herstel gaat langzaam, vanwege zijn leeftijd en doordat hij op jonge leeftijd polio had. ‘Anderhalf was ik toen ik het virus kreeg. Mijn linkerbeen is heel dun en zeven centimeter korter dan de rechter, dus ik heb altijd moeilijk kunnen lopen.’ Twee keer in de week gaat hij naar de fysiotherapeut van Sint Jacob, waar hij traint met gewichten, fietst en tussen de lange leggers leert lopen. ‘Ja, ik heb een ijzeren wil. Als kind leerde ik mezelf met een stok lopen, en nu doe ik dat weer.’
Pubquiz Ook in de rolstoel bruist Frans Barleeus van levenslust. Elke dag schuift hij gezellig aan voor de gezamenlijke maaltijd in het restaurant en als er iets georganiseerd wordt, zit hij vooraan. ‘Laatst deden we een pubquiz. Ik kende het helemaal niet, maar wat is dat leuk!’ Hij is dankbaar voor de zorg en aandacht die hij krijgt bij Sint Jacob. De medewerkers kennen hem goed. Vanochtend nog, kreeg hij zomaar rabarber van de verzorgende die zijn ontbijt bracht. ‘Ze had in één van mijn gedichten gelezen dat ik daar zo van houd.’ Die gedichten schrijft hij nu precies tachtig jaar. ‘De eerste in 1941, voor een wedstrijd van de vereniging waar ik lid van was. Het ging over onze zeilvakanties op De Kaag. Dichten is voor mij een uitlaadklep en een verzetje. Als ik bezig ben, kom ik tot rust. Veel mensen hier gaan ’s middags een tukkie doen, maar ik begin dan net los te komen.’
Honderd levensjaren
“Dichten is voor mij een uitlaadklep en een verzetje” LEVEN! 66
Barleeus vindt inspiratie in alles wat hij ziet, hoort en meemaakt. ‘Van krentenbol tot stoomtram. Met honderd levensjaren zit ik natuurlijk vol verhalen.’ Veel gedichten schrijft hij als cadeau. Voor zijn dochter ter ere van haar 75ste verjaardag, voor een vriendin die hij door corona niet kan opzoeken of voor een zorgmedewerkster die met pensioen gaat. Het spelen met woorden houdt hem scherp. En om zijn talen op peil te houden - hij was 35 jaar talencorrespondent bij een grote handelsbank - vertaalt Barleeus ze ook in het Frans, Duits en Engels. ‘Of ik schrijf drietalige gedichten’, zegt hij laconiek. ‘Soms is het flauwekul, maar ook dat is belangrijk. Een grapje verruimt je geest.’