2 minute read

WISSELCOLUMN Sasja Verhoeff over humor in de spreekkamer.

Sasja Verhoeff, huisarts in Waardenburg

Korte vingers

Advertisement

Ik herinner me nog mijn eerste spreekbeurt op de basisschool. Bloednerveus was ik. Tot overmaat van ramp ging er direct iets mis, maar als een soort van reflex maakte ik meteen een grapje. Al mijn klasgenoten, inclusief de meester, lagen dubbel van het lachen. Daarna draaide ik eigenlijk nooit meer de hand om voor het geven van een presentatie. Kortom, al vroeg in mijn leven ontdekte ik dat het gebruik van humor mij veel zelfvertrouwen gaf.

Later ervaarde ik in de spreekkamer de voordelen van dit krachtige communicatiemiddel. Mensen komen immers niet voor de lol naar de dokter; Angst en pijn kunnen soms de overhand nemen.Patiënten ontspannen zichtbaar als ze moeten lachen: de hormonen cortisol en adrenaline verlagen en de endorfine verhoogt in het bloed. Zelfs in moeilijke situaties maak ik hier gebruik van. Per slot van rekening werkt dit gunstig voor beide partijen. Het is een goede afleidingsmanoeuvre, het reduceert de angst bij de patiënt en bij mij geeft het zelfvertrouwen om de casus tot een goed einde te brengen. Tegelijkertijd schept het een band tussen de patiënt en mij, de o zo belangrijke vertrouwensband. Al moet ik dit communicatiemiddel wel subtiel gebruiken, aanvoelen welk soort humor gepast is en niet onbelangrijk, je moet goed ‘timen’.

Laatst kwam ik daar al doende achter. Bij een man op leeftijd moest ik een rectaal toucher uitvoeren. Rustig had ik uitgelegd wat hij moest doen en wat ik ging doen, en toch lag hij nog met de onderbroek aan op de verkeerde kant van zijn lichaam. Ik vertelde nogmaals

op vriendelijke wijze wat de bedoeling was. Nu lag hij in de juiste houding. Hij pakte netjes zijn rechterbil vast, maar spande beide billen ook enorm aan. Om hem te laten ontspannen, merk ik op: ‘Tsja, het is geen leuk onderzoek voor u, maar ik heb gelukkig geen grote, grove mannenvingers.’ En inderdaad, hij moest lachen en ik kon het verdere toucher uitvoeren. Althans, ik voelde alleen de onderzijde van zijn prostaat… Waren mijn vingers nu te kort?! Zo kon ik het onderzoek niet juist uitvoeren. Ik vertel de man, met schaamrood op mijn kaken, dat iemand anders voor de zekerheid moet voelen. Mijn collega, een man met grote vingers. ¶

‘Mensen komen immers niet voor de lol naar de dokter’

This article is from: